1. Preambule: Appelschillen en Kanonskogels - Universiteit Utrecht
1. Preambule: Appelschillen en Kanonskogels - Universiteit Utrecht
1. Preambule: Appelschillen en Kanonskogels - Universiteit Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
24 Volg<strong>en</strong>s Kant hadd<strong>en</strong> alle oordel<strong>en</strong> de syntactische vorm ‘De F is e<strong>en</strong> G’. Deze beperking van Kant heeft<br />
echter vervel<strong>en</strong>de gevolg<strong>en</strong> (zie volg<strong>en</strong>de §), vandaar dat wij deze mete<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> var<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan zijn logische<br />
onderscheid (ii) g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> tot oordel<strong>en</strong> van vrijwel willekeurige syntaktische vorm, zoals wij stilzwijg<strong>en</strong>d<br />
hebb<strong>en</strong> gedaan.<br />
25 Kant (1783), § 6.<br />
26 Weg<strong>en</strong>s ruimtegebrek gaan we voorbij aan de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die Kant aanvoerde voor zijn WiskundeThese. Zie<br />
voor reconstructies: Broad (1978: 57–71), Shabel (2006), Brittan (2006).<br />
27 Bed<strong>en</strong>k dat geometrie letterlijk landmeetkunde betek<strong>en</strong>t, ‘de leer van het landmet<strong>en</strong>’; <strong>en</strong> ‘met<strong>en</strong>’ is het bepal<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> grootheid. Kan het praktischer?<br />
28 Voor exegese van het w-Kantwoord, alsook voor de onderbouwing van zijn WiskundeThese, zie Broad (1978:<br />
16–71), Parsons (1983), (1984), Young (1984), Hintikka (1984), De Jong (1997), Brittan (2006), Shabel (2006),<br />
Hanna (2006).<br />
29 Of het bestaan van blinde wiskundig<strong>en</strong> voor of teg<strong>en</strong> Kant pleit, is niet duidelijk; cf. Jackson (2002).<br />
30 De elem<strong>en</strong>tair monadische predikat<strong>en</strong>-logika is de predikaat-logische versie van de syllogistische logika,<br />
waarmee Aristotles de Logika ooit begon.<br />
31 Friedman (1985).<br />
32 Russell (1897), Friedman (1985), Risjard (1990), (1991).<br />
33 Friedman (1985).<br />
34 Parsons (1964), Posey (2008).<br />
35 Kitcher (1975).<br />
36 Ze zijn veroorzaakt door interne ontwikkeling<strong>en</strong> in de wiskunde alswel door de explosieve groei van het<br />
absolute aantal wiskundig<strong>en</strong> op Aarde t<strong>en</strong> gevolge van de groei van de wereldbevolking <strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> welvaart<br />
<strong>en</strong> ontwikkeling van velerlei land<strong>en</strong>. Jaarlijkse verschijn<strong>en</strong> meer wiskundige stelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>selev<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> is. Glmpf.<br />
37 ‘Nicolas Bourbaki’ is het pseudoniem van e<strong>en</strong> collectief van vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d Franse wiskundig<strong>en</strong>; zie<br />
Muller (1998: 98–105), voor zijn lotgevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> voortbr<strong>en</strong>gsels.<br />
38 De <strong>en</strong>ige schets<strong>en</strong> van overzicht<strong>en</strong> ons bek<strong>en</strong>d zijn te vind<strong>en</strong> in Saunders Mac Lane’s uite<strong>en</strong>zetting van zijn<br />
visie op de wiskunde, Mathematics: Form and Function (1986), in hoofdstukk<strong>en</strong> XI <strong>en</strong> XII; ze zijn schetsmatig,<br />
verre van volledig <strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van de wiskunde.<br />
39 Kneebone Kneebone (1963: 249), Broad (1978: 69–71), Parsons (1983), (1984), Young (1984), Friedman<br />
(1985).<br />
40 Niet voor niets is de secundaire literatuur over Kant’s opera gigantisch. Het lijkt of iedere g<strong>en</strong>eratie filosof<strong>en</strong><br />
opnieuw begint met de herstel- <strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ingswerkzaamhed<strong>en</strong> aan het kasteel dat Kritik der rein<strong>en</strong> Vernunft heet.<br />
41 Kant (1783), § 21; Kant (1785), B106.<br />
42 Kant (1783), § 33<br />
43 We gev<strong>en</strong> grif toe dat deze red<strong>en</strong>ering rammelt. Dit geldt voor alle red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> die Kant heeft opgesteld voor<br />
zijn antinomieën. Optimistische analys<strong>en</strong> van Kant’s antinomie-redering<strong>en</strong> zijn schaars; zie Cleve (1981) voor e<strong>en</strong><br />
analyse van de QualiteitsAntinomie.<br />
44 Kant onderscheidt d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> scherp, B146.<br />
45 In de categorieleer is dat anders: commutatieve diagramm<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderdeel zijn van e<strong>en</strong> bewijs, alhoewel<br />
zij ge<strong>en</strong> ruimtelijke figur<strong>en</strong> voorstell<strong>en</strong>. Zie Mac Lane (1978: 387–392).<br />
46 Minst<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> wonderlijk als de Katholieke trinitas sanctorum van God als pater–filius–spiritus sanctus, zoals<br />
Max Black (1971: 616) ooit heeft opgemerkt.<br />
47 Kant (1783), § 33.<br />
48 Zie Fra<strong>en</strong>kel, Bar-Hillel <strong>en</strong> Lévy (1973), Aczel & Rathj<strong>en</strong> (2001).<br />
24