ontwerp ontgrondingsvergunning Elst versie 6 ... - Provincie Utrecht

32. Door of namens Gedeputeerde Staten kunnen aan dit besluit, overeenkomstig artikel 3 derde lid
onder g van de Ontgrondingenwet, nadere eisen stellen met betrekking tot het aspect archeologie. De
nadere eisen kunnen verdere onderzoeksverplichtingen, opgravingen, protocollen of
uitvoeringswijzen inhouden.
NATUUR EN LANDSCHAP
33. Het ontgronde terrein moet altijd worden vrijgehouden van afvalstoffen.
34. Voorafgaand aan de ontgronding dient bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie een ontheffing van de Flora- en Faunawet te worden aangevraagd.
35. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig een vooraf door het Ministerie van
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie goedgekeurd ecologisch werkprotocol of een door het
Ministerie afgegeven vrijstelling van de Flora- en Faunawet.
36. De werkzaamheden mogen niet eerder worden aangevangen dan dat er door het Ministerie van
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een besluit is genomen op de aanvraag om ontheffing
van de Flora- en Faunawet.
37. Bij de in voorschrift 5 bedoelde melding dient een kopie van het in voorschrift 35 bedoelde besluit of
het in dat voorschrift bedoelde ecologische werkprotocol te worden gevoegd.
AFWERKING
38. Indien de afwerking van het terrein naar het oordeel van ons onvoldoende voortgang heeft, mogen er
geen grondstoffen meer worden ontgraven of afgevoerd. Indien de door of namens ons gegeven
aanwijzingen of de afwerking van het terrein niet worden opgevolgd, is ontgraven van grondstoffen
evenmin geoorloofd.
39. Medewerkers van de provincie Utrecht die zijn belast met de toezicht of handhaving op de
Ontgrondingenwet kunnen aanwijzingen geven over de uitvoering van de ontgronding- en
inrichtingswerkzaamheden, deze aanwijzingen dienen te worden opgevolgd.
40. Het projectgebied dient te worden opgeleverd overeenkomstig de beschikking op het saneringsplan
zoals die is genomen door de provincie Utrecht.
GELDIGHEIDSDUUR
41. De ontgrondingsactiviteiten en de inrichtings- werkzaamheden in het kader van het project ‘Ruimte
voor de rivier, 4 maatregelen Nederrijn, locatie Elst, moeten uiterlijk op 31 december 2015 zijn
voltooid.
42. De in deze vergunning bedoelde ontgronding waaronder mede begrepen wordt de afwerking en
inrichting van de ontgronde terreinen en omgeving, wordt als opgeleverd beschouwd zodra dit door
Gedeputeerde Staten aan de vergunninghouder schriftelijk is bevestigd.
43. De geldigheidsduur van deze vergunning loopt af op het moment dat de ontgronding overeenkomstig
voorschrift 42 is opgeleverd.
18