23.06.2014 Views

Thoraxchirurgie

Thoraxchirurgie

Thoraxchirurgie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Anesthesie voor<br />

thoraxheelkunde<br />

Laszlo L. SZEGEDI, M.D., Ph.D.<br />

Eén-long ventilatie<br />

• Eén long ventilatie (OLV) is het scheiden van<br />

de beademing van de twee longen. Elke long<br />

functioneert onafhankelijk<br />

• OLV leidt tot:<br />

– Bescherming van de gezonde long tegen infectie en<br />

bloeding vanuit de niet-gezonde long<br />

– Selectief uitschakelen van ventilatie<br />

– Collaps van de niet beademde long<br />

– Betere chirurgische condities<br />

• OLV veroorzaakt:<br />

– Meer manipulatie van de luchtwegen, meer kans op<br />

beschadigingen<br />

– Fysiologische veranderingen en kans op hypoxie<br />

1


Indicaties<br />

• Absoluut<br />

– Isolatie van een long om verspreiding of contaminatie te<br />

voorkomen van:<br />

• Infectie<br />

• Massieve bloeding<br />

– Controle van de distributie van ventilatie<br />

• Bronchopleurale fistel<br />

• Bronchopleurale/cutane fistel<br />

• Chirurgische opening van een majeure luchtwegtak<br />

• Reuze unilaterale longcysten of bullae<br />

• Ruptuur van de tracheobronchiale boom<br />

• Levensbedreigende hypoxemie t.g.v. unilateraal longlijden<br />

– Unilaterale bronchopulmonale spoeling<br />

• Relatief<br />

Indicaties<br />

– Chirurgische toegang (hoge prioriteit)<br />

• Thoracaal aorta aneurysma<br />

• Pneumonectomie<br />

• Bovenkwab resectie<br />

• Mediastinale toegang<br />

• VATS<br />

– Chirurgische toegang (lage prioriteit)<br />

• Midden en onderkwab resecties en subsegmentale resecties<br />

• Slokdarm chirurgie<br />

• Wervelzuilingrepen op thoracaal niveau<br />

• Minimal invasive cardiac surgery (MID-CABG, TMR)<br />

– Status na cardiopulmonale bypass bij verwijderen van<br />

compleet occlusieve chronische unilaterale longembolen<br />

– Ernstige hypoxemie t.g.v. unilaterale longaandoeningen<br />

2


Indicaties<br />

Teamwork<br />

Absoluut<br />

Relatief<br />

Heelkunde<br />

Bescherming<br />

Ventilatie<br />

De eerste moderne pneumonectomie<br />

werd 60 jaar geleden uitgevoerd.<br />

Sindsdien heeft de thoracale anesthesie<br />

zich heel snel ontwikkeld tot een<br />

subspecialiteit in de anesthesiepraktijk.<br />

3


Recente trends in perioperatieve<br />

mortaliteit na longkanker heelkunde<br />

Auteur<br />

Jaar<br />

Patiënten<br />

Mortaliteit<br />

Nakahara<br />

1988<br />

Alle<br />

6.4<br />

Licker<br />

1993<br />

Alle<br />

4.8<br />

Cerfolio<br />

1996<br />

Hoog<br />

risico<br />

2.4<br />

Licker<br />

1997<br />

Alle<br />

2.1<br />

Kaplan JA, Slinger PD (eds) Thoracic Anesthesia 3rd ed., 2003<br />

Anatomie van de longen en de trachea<br />

4


Fysiologie: distributie van longperfusie<br />

Verticaal<br />

Zijlig<br />

West JB. Regional differences in the lung, 1977, San Diego, Academic Press<br />

De Carlens bronchiale catheter (1949)<br />

5


Objectieven bij één-long ventilatie<br />

• Optimale DLT positionering met<br />

functionele longscheiding<br />

• Adequate oxygenatie<br />

• Adequate ventilatie<br />

Objectieven bij één-long ventilatie<br />

• Optimale DLT positionering met<br />

functionele longscheiding<br />

• Adequate oxygenatie<br />

• Adequate ventilatie<br />

6


Flexibele bronchoscoop (FOB)<br />

1967 Shigeto Ikeda, Nationaal Kanker Instituut, Tokio<br />

Dood door malpositie van DLT !<br />

Sherry K. Management of patients undergoing<br />

oesophagectomy. In: The Report of the<br />

National Confidential Inquiry into<br />

Perioperative Deaths. Gray AJG (ed). London.<br />

1996-97, 57-61.<br />

Pennefather SH, Russel GN. Editorial III.<br />

Placement of double-lumen tubes: time to<br />

shed light on an old problem. Br J Anaesth<br />

2000; 83: 308-10.<br />

7


Dubbel-lumen tube<br />

8


Dubbel-lumen tubes 1<br />

• Omstandigheiden waarbij OLV<br />

noodzakelijk is (bloeding, fistel, SLTx)<br />

• De onmogelijkheid tot het platleggen van de<br />

long kan operaties onmogelijk maken<br />

9


Dubbel-lumen tubes 2<br />

• Heden, worden DLTs gebruikt voor OLV<br />

(Univent tubes of Endobronchial Blockers<br />

kunnen ook een goede keuze zijn)<br />

Dubbel-lumen tubes 3<br />

• Elk lumen heeft een grootere weerstand dan<br />

de twee tesamen<br />

• Het bronchiaal lumen heeft een lagere<br />

weerstand dan het tracheaal lumen<br />

• Het linkse bronchiaal lumen heeft minder<br />

weerstand dan het rechter<br />

10


Dubbel-lumen tubes 4<br />

• Gemakelijker insertie van linker DLTs<br />

• Linker thoracotomies met linker DLT =<br />

ventilatie door de tracheal lumen<br />

• Hoogere flow weerstand<br />

• Hoogere Ppeak en PEEPi<br />

DLT<br />

• Type:<br />

– Carlens, links draaiend + carinale haak<br />

– White, rechts draaiend Carlens tube<br />

– Bryce-Smith, geen haak maar gevensterde cuff<br />

– Robertshaw, meest gebruikt<br />

• Alle types hebben twee lumina/cuffs, een<br />

opening in de trachea en de andere in de<br />

hoofdstembronchus<br />

• Links en rechts draaiend beschickbaar<br />

• Maaten: 41,39, 37, 35, 28 French (ID=6.5,<br />

6.0, 5.5, 5.0 and 4.5 mm respectievelijk)<br />

11


Comparison of Tube Diameters<br />

15


1. LOOK<br />

2. KNOW WHAT ARE<br />

YOU LOOKING AT<br />

Left Double-lumen Tube well positioned tracheal lumen view<br />

16


Left Double-lumen Tube Tracheal lumen view of Right Mainstem bronchus<br />

Left Double-lumen tube Bronchial Lumen view good placement<br />

17


Left Double-lumen tube too proximal tracheal lumen view<br />

Left Double-lumen Tube tracheal lumen view too distal placement<br />

18


Left Double-lumen Tube Bronchial lumen view too distal placement<br />

Right Double-lumen tube tracheal lumen view good placement<br />

19


Right Double-lumen Tube Bronchial lumen view of Bronchus Intermedius<br />

Right Double-lumen tube Bronchial Lumen view well positioned<br />

20


Right Double-lumen tube too proximal tracheal lumen view<br />

Right Double-lumen Tube Bronchial Lumen view too distal placement obstruction RULobe Bronchus<br />

21


Right Double-lumen tube Bronchial Lumen view Partial Obstruction of RULobe bronchus<br />

22


Univent Tube<br />

• Mobiele blokker in het externe<br />

lumen van een enkel-lumen ET<br />

tube<br />

• Gemakkelijke insertie<br />

• Geen nood voor wisseling na<br />

chirurgie<br />

• Maar…<br />

• Trage deflatie<br />

• Hoge endobronchiale cuff<br />

volumes + drukken<br />

• Kans op intraoperatieve lekken<br />

• Geen mogelijkheid voor suctie<br />

Arndt Endobronchial Blocker set<br />

• Invented by Dr. Arndt, an anesthesiologist<br />

• Ideal for diff intubation, pre-existing ETT and<br />

postop ventilation needed<br />

• Requires ETT > or = 8.0 mm<br />

• Similar problems as Univent<br />

• Inability to suction or ventilate the blocked lung<br />

23


Other Methods of OLV<br />

• Single-lumen ETT with a balloon-tipped catheter<br />

– Including Fogarty embolectomy catheter, Magill or<br />

Foley, and Swan-Ganz catheter (children < 10 kg)<br />

– Not reliable and may be more time-consuming<br />

– Inability to suction or ventilate the blocked lung<br />

• Endobronchial intubation of single-lumen ETT<br />

– The easiest and quickest way of separating one lung<br />

from the other bleeding one, esp. from left lung<br />

– More often used for pedi patients<br />

– More likely to cause serious hypoxemia or severe<br />

bronchial damage<br />

Conclusies<br />

• OLV verhoogt de komplexiteit van:<br />

– anesthetische technieken<br />

– geasocieerde risico’s<br />

• Moet niet tot elke prijs voortgezet<br />

worden<br />

31


Conclusies<br />

• OLV is niet de ultieme oplossing<br />

voor hoog risico patienten<br />

• Andere perioperatieve<br />

mogelijkheden als partiele<br />

extracorporeele circulatie en CO 2<br />

uitwassen<br />

32


Drukveranderingen tijdens OLV<br />

• Geen continue FOB mogelijk<br />

• Bestaat er een continue monitoring voor<br />

DLT positie?<br />

Szegedi LL et al. Anesth Analg 84; 1034-7, 1997<br />

FOB voor DLT positioneren (L)<br />

33


FOB voor DLT positioneren (R)<br />

PV and FV curves: TLV ~> OLV<br />

Correct position<br />

Malposition<br />

Bardoczky et al, Br J Anaesth. 1993;70:499-502<br />

34


Analyse van slecht gepositioneerde tubes<br />

(n = 15 = 100%)<br />

Drie cut-off waarden in de literatuur<br />

• 1 Ovassapian: Ppeak OLV > 150% of Ppeak TLV = malpositie<br />

• 2 Slinger: Ppeak > 45 cmH 2 O = malpositie<br />

• 3 Cohen: Ppeak > 40 cmH 2 O = malpositie<br />

Szegedi LL et al. Anesth Analg 84; 1034-7, 1997<br />

Analyse van slecht gepositioneerde tubes<br />

(n = 15 = 100%)<br />

1<br />

2<br />

3<br />

73.6%<br />

42.1%<br />

15.2%<br />

Szegedi LL et al. Anesth Analg 84; 1034-7, 1997<br />

35


Conclusie<br />

• Inspiratoire drukken stijgen bij start van OLV<br />

• Inspiratoire drukken stijgen meer als de DLT<br />

slecht gepositioneerd is<br />

• Hoge drukken = waarschuwing voor DLT<br />

verplaatsing<br />

• Niet het enige element in klinische<br />

besluitvorming<br />

• FOB blijft “gouden standaard” voor DLT<br />

positionering<br />

Szegedi LL et al. Anesth Analg 84; 1034-7, 1997<br />

Objectieven bij één-long ventilatie<br />

• Optimale DLT positionering met<br />

functionele longscheiding<br />

• Adequate oxygenatie<br />

• Adequate ventilatie<br />

36


• Bij OLV is veneuze bijmenging een<br />

belangrijke oorzaak van inadequate<br />

oxygenatie<br />

• Veneuze bijmenging wordt bepaald door de<br />

perfusie<br />

• Bij een reeds bestaande shunt thv de<br />

geventileerde long, ontstaat een bijkomende<br />

rechts-links shunt tgv OLV<br />

Szegedi LL. Anesth Clin North Am, 19:435-53, 2001<br />

De SHUNT<br />

•FiO 2<br />

• Metabole status<br />

• Hemodynamische status<br />

identiek<br />

OLV<br />

• P(A-a)O 2<br />

• PaO 2<br />

Szegedi LL. Anesth Clin North Am, 19:435-53, 2001<br />

37


Twee-long ventilatie versus één-long<br />

ventilatie in zijlig<br />

Benumof JL (ed): Anesthesia for thoracic surgery, ed 2. Philadelphia, WB Saunders, 1995<br />

Factoren die perfusie naar de nietgeventileerde<br />

long verminderen<br />

– Passief:<br />

• Zwaartekracht<br />

• Chirurgische manipulatie<br />

• Vooraf bestaande longpathologie<br />

– Aktief:<br />

• Hypoxische pulmonale vasoconstrictie (HPV)<br />

Szegedi LL. Anesth Clin North Am, 19:435-53, 2001<br />

38


Twee-long ventilatie versus één-long<br />

ventilatie in zijlig<br />

Benumof JL (ed): Anesthesia for thoracic surgery, ed 2. Philadelphia, WB Saunders, 1995<br />

Belangrijkste determinant van HPV<br />

De partiële zuurstofdruk stimulus (PsO 2 )<br />

PsO 2 =PvO 2<br />

0.39<br />

xP A O 2<br />

0.61<br />

Marshall C, Marshall BE.J Appl Physiol 55:711-6, 1983<br />

39


Zwaartekracht<br />

• Farmacologisch en fysiologisch onafhankelijke<br />

factor van regionale bloedflowverdeling<br />

• In zijlig neemt de regionale bloedflow van de<br />

bovenliggende naar de onderliggende long toe<br />

Arborelius M et al.J Appl Physiol 15:595-7,1960<br />

• De centraal-perifere perfusiedistributie is<br />

belangrijker dan de zwaartekracht<br />

Glenny RW et al., J Appl Physiol 71: 2449-52, 1991<br />

Hakim TS et al., J Appl Physiol 64:1160-70, 1988<br />

Mure M et al., Anesthesiology 89: 483-92, 1998<br />

Zwaartekracht<br />

• Door recente heelkundige technieken: stijgend<br />

aantal ingrepen in ruglig in plaats van zijlig<br />

• Gemakkelijke chirurgische toegang en snellere<br />

postoperatieve recuperatie<br />

40


Zwaartekracht<br />

• Mediane sternotomie voor longresectie<br />

Urschel HC et al., Ann Thorac Surg 41: 130-4, 1986<br />

• Bilaterale bullectomie<br />

Lima O et al., J Thorac Cardiovasc Surg 82: 892-7, 1981<br />

• Sequentiële dubbele-long transplantatie<br />

Pasque MK et al., Ann Thorac Surg 49: 785-91, 1990<br />

• Thoracoscopisch geassisteerde CABG<br />

Wasnick JD et al., J Cardiothor Vasc Anesth 11: 552-5, 1997<br />

Rug- of zijlig ?<br />

41


De invloed van positie en FiO 2 tijdens OLV<br />

Bardoczky GI et al., Anesth Analg 90:35-41;2000<br />

Objectieven bij één-long ventilatie<br />

• Optimale DLT positionering met<br />

functionele longscheiding<br />

• Adequate oxygenatie<br />

• Adequate ventilatie<br />

42


• De literatuur raadt aan eenzelfde V T te<br />

gebruiken als tijdens TLV<br />

Benumof JL (ed): Anesthesia for thoracic surgery, ed 2. Philadelphia, WB Saunders, 1995<br />

•V T 10-12 ml/kg en AF om een PaCO 2<br />

van 35 ± 3 mmHg te behouden<br />

Cohen E (ed): The practice of thoracic anesthesia. Philadelphia, JB Lippincott, 1995<br />

MAAR…<br />

• Geassocieerd longlijden is eerder regel dan<br />

uitzondering bij patiënten die longheelkunde<br />

ondergaan<br />

• Ventilatie methodes tijdens OLV beïnvloeden de<br />

longhyperinflatie en oxygenatie<br />

Slutsky AS. Int Care Med 20: 64-79, 1994<br />

• Invloed van V T , AF, I:E en EIP apart<br />

Flacke JW et al., South Med J 69: 619, 1976<br />

AF Katz JA et al., Anesthesiology 56: 164-71, 1993<br />

Bardoczky GI et al., Chest 110: 180-4, 1996<br />

43


Ademhaling frequentie en PEEP i tijdens OLV<br />

met constant minuut volume<br />

IEP = PEEP i<br />

IEP = PEEP i<br />

Szegedi LL et al., Br J Anaesth 88: 56-60; 2002<br />

Conclusie<br />

• OLV en lage AF vermindert PEEP i en hypercapnie<br />

• Gezien het gevaar voor baro- of volumetrauma,<br />

enkel gebruiken in geselecteerde gevallen<br />

• Onze aanbevelingen zijn klinisch gevalideerd<br />

Klafta J et al., Anesthesiology 101: 1229-30, 2004<br />

Szegedi LL et al., Br J Anaesth 88: 56-60; 2002<br />

44


MAAR…<br />

Slinger P.<br />

Pro: low tidal volume is indicated<br />

during one-lung ventilation.<br />

Anesth Analg. 2006<br />

Aug;103(2):268-70<br />

Hartfunctie en één-long<br />

ventilatie<br />

45


Much has been written; little has<br />

been learnt.<br />

Heerdt et al. in Progress in Thoracic Anesthesia 2004<br />

46


Heerdt et al. In: Progress in thoracic anesthesia.<br />

Slinger PD ed; 2004: 222-46.<br />

Algemeen besluit<br />

• OLV verhoogt de complexiteit van:<br />

– anesthetische technieken<br />

– geassocieerde risico’s<br />

• OLV moet niet tot elke prijs voortgezet<br />

worden<br />

• OLV is niet de ultieme oplossing voor<br />

hoog risico patiënten<br />

47


• Anesthesia = 90% boredom and 10 %<br />

practice<br />

Robin Cook – Coma - 1977<br />

• Thoracic anesthesia = rare such a wide<br />

and favorable split, but we are striving<br />

to catch up the rest of the speciality<br />

Slinger PD<br />

Hypoxemie is een<br />

reden om OLV te<br />

stoppen<br />

48


Operabele patiënt<br />

• Meer dan 80% van de longkanker patienten<br />

sterven voor de operatie (Noord Amerika en<br />

Europa)<br />

• De minder dan 20% overleven dankzij<br />

operatie met long resectie<br />

(ATS en ERS)<br />

Perioperatieve complicaties<br />

• Majeure oorzaken van morbiditeit en<br />

mortaliteit : respiratoire complicaties<br />

• Atelectase, pneumonie en respiratoir falen –<br />

15-20 %<br />

• Mortaliteit 3-4 %<br />

Ann Thorac Surg 1988; 46: 549-52<br />

49


Perioperatieve complicaties<br />

• Cardiale en vasculaire complicaties<br />

(ritmestornissen, ischemische hart<br />

aandoening) – “enkel” in 10 – 15 %<br />

• Geen hoofdoorzaken, maar altijd aanwezig<br />

in mortaliteit/morbiditeit<br />

Fysiopathologie van post-thoracotomie pijn 1<br />

• Sternotomie vs “klassieke” laterale<br />

thoracotomie<br />

• Kleine incisies<br />

• Minder intercostale ruimte retractie<br />

• Kulturele invloeden op pijn beleving<br />

• Slechte kwaliteit analgesie<br />

• Voorkomen van niet incisionele pijn<br />

50


Fysiopathologie van post-thoracotomie pijn 2<br />

• Intercostaal gegenereerde pijn<br />

• Niet-incisionele pijn: mediastinale en<br />

diafragmatische pleura<br />

• Autonoom zenuw systeem modulatie<br />

• Multiple afferente pathways ==><br />

multimodale analgesie<br />

Postthoracotomie Pijn Banen<br />

Pain Source Intercostal nerves (4-6)<br />

Incision Intercostal nerves (5-8)<br />

Chest drains<br />

Mediastinal pleura<br />

Central diaphragmatic<br />

pleura<br />

Ipsilateral shoulder<br />

Vagus nerve<br />

Phrenic nerve<br />

Phrenic nerve ± brachial<br />

plexus<br />

51


Multimodale posthoracotomie analgesie<br />

Anesthesia type<br />

Regional anesthesia<br />

Opioids<br />

NSAIDs<br />

Other<br />

drugs/modalities<br />

Method of<br />

administration<br />

Infiltration,<br />

intercostal,<br />

intrapleural,<br />

extrapleural,<br />

paravertebral, epidural<br />

Oral, transdermal,<br />

subcutaneous, IM, IV,<br />

epidural, spinal<br />

Oral, rectal, IV<br />

Ketamine, ά 2<br />

agonists, GABAagonists,<br />

TENS,<br />

Cryoanalgesia<br />

Post-thoracotomie analgesie<br />

Maakt het verschil uit?<br />

• Geen of weinig studies over de impact van<br />

analgesie op de outcome<br />

• Patienten met goede analgesie hebben<br />

betere spirometrie en minder respiratoire<br />

complicaties<br />

52


Is er een superieure methode?<br />

• Neuraxiaal opiaat analgesie (spinaal ,<br />

epiduraal), met of zonder locale anesthetica<br />

is superieur<br />

Kavanagh et al. Anesthesiology 1994<br />

• Preemptive analgesie<br />

Katz et al. Anesthesiology 1992<br />

• Analgesie gedurende 24-72 hours<br />

postoperatief<br />

Is er een verschil?<br />

• Pro: Every postthoracotomy patient<br />

deserves thoracic epidural analgesia<br />

Slinger PD. J Cardiothor Vasc Anesth 1999<br />

• Con: Every postthoracotomy patient does<br />

not deserve thoracic epidural analgesia<br />

Grant R. J Cardiothor Vasc Anesth 1999<br />

53


Pro: Every postthoracotomy patient deserves<br />

thoracic epidural analgesia<br />

Slinger PD. J Cardiothor Vasc Anesth 1999<br />

• Synergie tussen LA en opioiden<br />

• Risico’s : respiratoire depressie en<br />

hemodynamische instabiliteit veroorzaakt<br />

door bolus epidurale injecties<br />

• Niet moeilijker techniek<br />

• Progressieve training programs<br />

Zijn thoracale en lumbale<br />

epidurale equivalent?<br />

• Lage vetoplosbaarheid (morfine) - lumbaal<br />

epiduraal OK (verhoogde incidentie van<br />

rostrale spreiding)<br />

Asentila et al. Acta Anaesth Scand 1986<br />

• Hoge vetoplosbaarheid - de punctieplaats<br />

moet zo dicht mogelijk bij incisie plaats<br />

Benson et al. J Cardiothor Vasc Anesth 1993<br />

54


Thoracale epidurale analgesie<br />

• Geschiedenis<br />

– Recent<br />

– 2172 operaties 1945-1952<br />

– Verbeteringen in de vroege post-op periode<br />

(Crawford et al. Anesthesiology 1957)<br />

– Vroege 1970s - ontwikkeling van locale anesthetica<br />

– Neuraxiale opioiden<br />

Thoracale epidurale analgesie<br />

• TEA - gold standard<br />

• Onwikkeling van PCA systemen<br />

• Superieur effect van epidurale opioiden in<br />

vergelijking met LA<br />

(Bromage et al. Anesth Analg 1980)<br />

• 1980 - 80% van diensten > 100 thoracotomies/j =<br />

TEA (midthoracic) met LA en opioiden<br />

(Cook TM. Anaesth Int Care 1997)<br />

55


Thoracale epidurale analgesie<br />

Anatomie<br />

• Schuine vertebrale spinale uitsteeksels<br />

• De meest verticale interspinale ruimte - T4-<br />

T7<br />

• Tip van spinale uitsteeksels =<br />

intervertebrale ruimte van de volgende<br />

wervel lichaam<br />

Thoracale epidurale analgesie<br />

• Midline approach -<br />

schuine rostrale richting<br />

• Paramedian approach -<br />

populair<br />

gemakkelijke introductie van katheter<br />

Punctie plaats = 1.0 cm lateraal van spinale<br />

uitsteeksels<br />

Bij bot contact = naald richten naar mediaal<br />

en rostraal<br />

56


Ongewenste effecten<br />

Techniek gerelateerd<br />

• duraal punctie (toegenomen bij laag<br />

thoracaal of lumbaal puncties<br />

• radiculaire pijn<br />

• naald trauma<br />

• hematoom (!heparine)<br />

Giebler et al: Anesthesiology 86:55, 1997<br />

Bijwerkingen LA en opiaten<br />

Optimale combinatie van<br />

anesthetica<br />

• Gerandomizeerde, gecontroleerde studie bij<br />

thoracotomie patienten - 20 methoden van<br />

optimalizatie<br />

Mahon et al. Anaesthesia 54:641,1999<br />

Curatolo M et al. Anesthesiology 92: 325, 2000<br />

• Fentanyl 10.0 mcg/ml + 0.1 % bupivacaine<br />

• Sufenatnyl 1.0 mcg/ml + 0.1 % bupivacaine<br />

57


Optimale combinatie van<br />

anesthetica<br />

• Geen studies over levobupivacaine, noch<br />

met ropivacaine<br />

Maar, ropivacaine:<br />

• Beter differentieel blok - betere separatie<br />

tussen sensiebel en motorisch blok.<br />

• Lagere systemische toxiciteit, dan beide<br />

racemische of levobupivacaine<br />

Stienstra R. Acta Anaesthesiol Belg 54, 2003<br />

Andere methodes van postoperatieve<br />

pijnbehandeling<br />

• Patiënt gecontrolëerde analgesie<br />

(PCA)<br />

• NSAIDs<br />

• Intercostal zenuw blokken<br />

• Somatisch paravertebrale zenuw<br />

blokken<br />

• Intrapleurale katheters<br />

• Cryocoagulatie<br />

58


Conclusies<br />

• Optimale pijn bestrijding even zo goed met<br />

NSAIDs + paravertebrale blok als met TEA<br />

MAAR:<br />

• Voor dezelfde majeure operatie (bvb.<br />

pneumectomie) -betere outcome met TEA<br />

Riedal BJCJ. J Cardiothor Vasc Anesth 82: 817, 1999<br />

Slinger PD. J Cardiothor Vasc Anesth 13: 350, 1999<br />

Vervangen van de dubbel lumen<br />

tubes<br />

• Dubbel lumen tubes - niet geschikt voor IZ<br />

gebruik<br />

• DLT moet nog in het OK vervangen worden<br />

• Cave moeilijke intubatie na dubbel lumen<br />

tube - ASA claims<br />

59


Vervangen van de dubbel lumen<br />

tubes<br />

• Beter een tube exchanger® (Cook Critical Care) te<br />

gebruiken voor vermoeden van moeilijke intubatie<br />

• Benumof - gewoon de DLT tot in de trachea terug<br />

te trekken<br />

• Geen probleem met het gebruik van een Univent<br />

® tube voor een long ventilatie<br />

Postoperatief long oedeem<br />

• Chirurgische manipulatie<br />

• Ook op afstand van de heelkundige regio<br />

• Pneumectomies, sommige thoracotomies en<br />

zelfs thoracoscopies zijn meer gevoelig aan<br />

PPE<br />

• Vochtbeleid<br />

60


Cristalloïden vs colloïden ?<br />

Voordeel voor colloïden ?<br />

• Langzame en beperkte extravasatie<br />

Ernest D et al: Crit Care Med 27:46, 1999<br />

Vaupshas HJ et al: Clin Invest Med 13: 165, 1990<br />

• Verbeterde microperfusie<br />

Lang K et al: Anesth Analg 93:405, 2001<br />

• Toegenomen lange termijn mortaliteit<br />

Boldt J: Anesth Analg 91: 887, 2000<br />

Schierhout G, Roberts I: BMJ 316: 961, 1998<br />

Hoeveelheden van vochten<br />

• Vaak discussie tussen anesthesist, chirurg<br />

en intensivist<br />

• PPE - hoeveelheid is kritisch (maar niet<br />

oorzakelijk!) = multifactorieel<br />

• Op geleide van vulling status= diuresis,<br />

CVP<br />

• PPE - “Is one-lung ventilation to blame ?”<br />

61


Richtlijnen voor postoperatieve<br />

vochttoediening<br />

• Totaal positieve vochtbalans 24u post-op<br />

mag niet > 20ml/kg<br />

(< 2 l per-op en < 50 ml/h post-op)<br />

• Geen “third space” verlies<br />

• Indien verhoogde weefsel perfusie nodig is<br />

= voorkeur inotropica met invasieve<br />

monitoring<br />

• Urine output > 0.5 ml/kg tenzij tekenen van<br />

nierinsufficientie<br />

Richtlijnen voor postoperatieve<br />

vochttoediening<br />

• Transfusie onder Hb 7 g/dl voor behoud<br />

oxygenatie<br />

• Cave : blood = colloïd = extravasatie<br />

• Cave : infectieus risico, immunosuppressief<br />

effect, slechtere outcome<br />

Klein HG. Transfus Med 11: 122, 2001<br />

Leal-Noval SR et al. Chest 119: 1461, 2001<br />

62

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!