Eindrapportage Fresh Corridor - Transumo

• Profit omdat multimodaal vervoer, mits goed ingezet (juiste timing, productkwaliteit
gegarandeerd), goedkoper is,
• People omdat er bij betere planning en betere besturing meer rust is in de organisatie en
• Planet omdat het gebruik van spoor en binnenvaart over langere afstanden ook
milieuvriendelijker is dan wegvervoer.
Gezien de belangrijke transitiedimensie in dit project, en de noodzaak vooral de mindset van
de spelers in de verssector te veranderen is de voorkennis van RSM over transitieprocessen,
vanuit het Transumo project PROTECT zeer nuttig gebleken. De exercitie om met alle
stakeholders te praten, innovatiescenario’s te ontwikkelen, en de workshops als transitietafels
in te richten zijn daar aan toe te schrijven.
Het project concentreerde zich op de verssector in Nederland. Daardoor zijn er geen
verbindingen gelegd met vergelijkbare situaties in andere landen. Op verslogistiek is
Nederland ook sterk leading in de wereld, dus daarmee was alle relevante kennis over
verslogistiek wel voor handen. Wel is aansluiting gezocht bij de bloemenhandel, waar
vergelijkbare ontwikkelingen aan de gang zijn, en op dit ogenblik geëxperimenteerd wordt
met spoorvervoer in de distributieketen.
In het project is breed gesproken met partijen in de verssector. Die hebben allemaal hetzelfde
probleem, namelijk dat zij teveel afhankelijk zijn van wegvervoer, en in feite weinig kennis
hebben van andere vormen van vervoer. Het proces van in ketens te zoeken naar
beslissingsgedrag en ruimte voor multimodaliteit is daarom vrij generiek van toepassingen op
alle importeurs in de verssector. Als eenmaal een model is gevonden waarmee spoor en
binnenvaart kunnen worden ingepast in de totale logistieke behoefte van een versimporteur is
er weinig beletsel om dit op dezelfde manier in te voeren bij een andere versimporteur. Er zijn
daarom geen barrières om op te schalen, anders dan een goede communicatie in de sector. De
betrokkenheid van Frugi Venta als brancheorganisatie van de groente- en fruithandel speelt
daarin een belangrijke rol. Een andere beperkende factor is de schaal van Nederland. De
groente en fruitteelt speelt zich in Nederland maar op een paar locaties grootschalig af
(Westland, Barendrecht, Betuwe, Venlo). Sommige van die locaties liggen vlak bij Rotterdam
en daarmee wordt binnenvaart en spoor gezien de korte afstand en extra overslag,
onaantrekkelijk als modaliteit. Overigens zijn ook daar nog wel alternatieve vormen van
vervoer te bedenken die weliswaar over de weg gaan, maar op tijden dat er geen ander verkeer
is, zodat toch een deel van de doelstelling (terugdringen van wegvervoer in piektijden)
haalbaar kan zijn.
In dit project is geconstateerd dat er ruimte is voor multimodaal vervoer in de verssector.
Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen de inbound keten van containers, en de
outbound keten waarin veelal gebruik wordt gemaakt van boxtrailers. In de eerste keten is
multimodaal vervoer mogelijk voor een deel van de stroom, namelijk die stroom waarbij de
lading geen haast heeft, en het product kan wachten. Dat is zo’n 40-50% van de stroom,
waarbij het gaat over misschien 30-40.000 containers per jaar.
De uitgaande stroom van geconsolideerde producten is veel omvangrijker (want daarin zit ook
al het lokaal geteelde product), maar daar wordt geen gebruik gemaakt van containers die
makkelijk op spoor of binnenvaart te laden zijn. Daarmee ligt multimodaal vervoer op dit deel
van de keten veel minder voor de hand. Er zijn echter wel mogelijkheden, vooral als het
langere afstanden betreft. Zie hiervoor bijvoorbeeld de pilot van de Flora Holland Aalsmeer
met een trein naar Italië (“Overnight Express”naar Milaan).
De conclusie in dit project is dat multimodaal vervoer kan in de versketen. Er zijn zeker
logistieke concepten te ontwikkelen waarin ruimte is voor spoor en binnenvaart, onder
voorwaarde dat het product in goede conditie blijft, en dat aan eisen van timing en
betrouwbaarheid wordt voldaan.
4. Verankering en doorwerking
Dit project is een spin-off van een veel groter project dat gefinancierd wordt vanuit Pieken in
de Delta. Het thema voor het onderhavige project is een afgeleide van de problematiek in dat
_____________________________________________________________________
6