29.09.2014 Views

Eindrapportage Ruimte voor Geo-Informatie RGI - Transumo Footprint

Eindrapportage Ruimte voor Geo-Informatie RGI - Transumo Footprint

Eindrapportage Ruimte voor Geo-Informatie RGI - Transumo Footprint

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Eindverslag <strong>RGI</strong><br />

Het <strong>RGI</strong> netwerk<br />

Kennisinstellingen<br />

[34]<br />

Internationale<br />

[35]<br />

organisaties<br />

[23]<br />

Netwerkorganisaties<br />

Bedrijven<br />

[114]<br />

[71]<br />

Overheidspartijen<br />

[33]<br />

Universiteiten<br />

<strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong>


<strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-informatie BSIK 03003<br />

Postbus 508<br />

3800 AM Amersfoort<br />

Nederland<br />

Tel. +31 (0) 33 – 460 4120<br />

Fax. +31 (0) 33 – 465 6457<br />

E info@rgi.nl<br />

Versie 1.0 d.d. 30 oktober 2009<br />

1


Eindverslag Bsik project 03003 “<strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> (<strong>RGI</strong>)<br />

Gegevens Bsik project:<br />

Projectnummer:<br />

Projecttitel:<br />

Bsik03003<br />

<strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> (<strong>RGI</strong>)<br />

Begindatum project: 17-02-2003 (subsidiebeschikking 1 maart 2004)<br />

Einddatum project:<br />

Auteur: Klaas Maas (TNO) i.s.m. programmabureau <strong>RGI</strong><br />

30-09-2009 (om adm.redenen is einddatum van<br />

31-07-2009 verplaatst met toestemming Minister VROM)<br />

Inhoud:<br />

0 Managementsamenvatting 3<br />

1 Deelprojecten / Thema’s 5<br />

2 Realisatie mijlpalen 12<br />

3 Resultaten en stand van zaken, innovatie, valorisatie en verankering 18<br />

4 Synergie met andere Bsik-projecten 20<br />

5 Internationale positionering 21<br />

6 Organisatie en bestuur 22<br />

7 Financiering Bsik-project <strong>RGI</strong> in relatie tot de begroting 23<br />

8 Uitgaven per jaar verdeeld over de verschillende kostensoorten 1<br />

9 Financiering van het Bsik-project <strong>RGI</strong> uit de verschillende financieringsbronnen 2<br />

10 Verdeling BSIK-subsidie over de diverse soorten partijen binnen <strong>RGI</strong> 3<br />

11 Toelichting op het verloop van kosten en financiering 3<br />

Bijlagen:<br />

Bijlage 1: Achtergrondinformatie <strong>RGI</strong><br />

Bijlage 2: Programmabrede kwantitatieve mijlpalen<br />

Bijlage 3: Lijst met PhD studenten<br />

Bijlage 4: Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s)<br />

Bijlage 5: Nederland <strong>Geo</strong>land, managementsamenvatting (onderdeel Delta in Transitie)<br />

Bijlage 6: Lijst met Brugprojecten<br />

Bijlage 7: Lijst met internationale projecten<br />

Bijlage 8: Lijst van publicaties<br />

Bijlage 9: Bibliometrische analyse, managementsamenvatting<br />

Bijlage 10: Organisatie <strong>RGI</strong><br />

Bijlage 11: Advies Raad van Toezicht<br />

Bijlage 12: Advies van de Adviesraad Wetenschap (Engels)<br />

Bijlage 13: Advies van de Adviesraad Gebruikers (Engels)<br />

Bijlage 14: Self assessment Bestuur<br />

Bijlage 15: Self assessment Programmabureau<br />

2


0. Managementsamenvatting<br />

Achtergrond en beweegredenen, probleemstelling<br />

Het Bsik-programma <strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> (<strong>RGI</strong>) is een van de vijf programma’s binnen het Bsikthema<br />

“Hoogwaardig <strong>Ruimte</strong>gebruik”. De geo-informatiesector (GI) is van oudsher een technische sector die<br />

toeleverancier is van ruimtelijk informatie <strong>voor</strong> tal van toepassingen, op gebieden als ruimtelijke en stedelijke<br />

planning, verkeer en transport, maar ook bij<strong>voor</strong>beeld onderwijs, toerisme en weers<strong>voor</strong>spelling. De ontwikkelingen<br />

binnen de ruimtevaart en de IT-technologie betekenden een revolutie <strong>voor</strong> de GI-sector en haar<br />

toepassingsmogelijkheden (denk aan satellietobservatie met een steeds hogere resolutie, satellietnavigatietechnologie,<br />

TomTom, Google Earth, etc.). De sector was echter versnipperd georganiseerd en vaak onbekend<br />

met de maatschappelijke probleemgebieden waarin zij zou kunnen bijdragen aan oplossingen. <strong>RGI</strong><br />

heeft een impuls willen geven aan wederzijdse bewustwording, het organiseren van nieuwe samenwerkingsverbanden<br />

en kennisontwikkeling. De algemene informatie over het subsidieprogramma Bsik en de wijze<br />

waarop het programma 1 <strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> binnen dat kader is uitgevoerd is gegeven in Bijlage 1:<br />

Achtergrondinformatie <strong>RGI</strong>.<br />

Missie, resultaten, samenhang<br />

<strong>RGI</strong> is effectief uitgevoerd in vijf thema’s 1 onderverdeeld in 98 projecten 1 , <strong>voor</strong> een totaal budget van 45,8<br />

miljoen euro waarvan 20 miljoen euro Bsik-subsidie. De missie van <strong>RGI</strong>: “De verbetering en innovatie van de<br />

Nationale <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur (NGII) en het <strong>Geo</strong>-kennisveld in Nederland <strong>voor</strong> een adequaat en<br />

efficiënt bestuur en een krachtig bedrijfsleven” is vertaald in vijf kerndoelen <strong>voor</strong> de ‘geo-informatisering’ van<br />

Nederland: meer vraaggerichtheid; meer stromen van kennis; meer samenhang; meer innovatie; meer bekendheid.<br />

Niet het aanbod van geo-informatie maar de vraag ernaar staat in <strong>RGI</strong> centraal. Bij de inhoudelijke<br />

realisatie van het programma is daarom ook gekozen <strong>voor</strong> een invulling via ‘bottom-up’ initiatieven in een<br />

aantal tenderrondes (zie ook paragraaf 1.1). Daarnaast is verankering reeds vanaf de start onderdeel geweest<br />

van de programmastrategie. <strong>RGI</strong> heeft door het ontsluiten van de “subexploited resource” 2 geoinformatie,<br />

<strong>voor</strong> overheden, bedrijfsleven en consumenten, aan de betreffende sectoren binnen de Nederlandse<br />

samenleving een sterke innovatie-impuls gegeven en daarbij ook het beleidsconcept van de elektronische<br />

overheid (eOverheid) krachtig uitgedragen en bevorderd:<br />

Belangrijkste resultaten:<br />

• Een concept <strong>voor</strong> de Nationale <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur NGII is geïntroduceerd en ontwikkeld<br />

met 5 bouwstenen (data, standaarden, technologie, beleid, mensen) wat structurerend werkte en<br />

waarmee een aanscherping plaatsvond van de oorspronkelijke doelstelling uit de subsidieaanvraag.<br />

Dit was belangrijk <strong>voor</strong> het bereiken van meer samenhang. Het concept is verankerd in de mede<br />

door <strong>RGI</strong> tot stand gebrachte beleidsnota GIDEON.<br />

• Het bewustzijn van behoefte aan en noodzaak van geo-informatie in toepassingssectoren is sterk<br />

vergroot, specifiek in de sectoren Openbare Orde en Veiligheid (<strong>RGI</strong>-thema OOV); in de sector<br />

<strong>Ruimte</strong>lijke Orde en Inrichting (<strong>RGI</strong>-thema ROI) inclusief de agrarische sector, in de sector Onderwijs,<br />

en <strong>voor</strong> de particuliere burger/consument in zijn relaties met de markt en met de overheid (<strong>RGI</strong>thema<br />

Consumenten en Leerlingen – COL).<br />

• De samenhang in de sector is versterkt en de sector is zelfbewust geworden. Mede door de impact<br />

van <strong>RGI</strong> is besloten tot oprichting van het GI-Beraad als interdepartementaal adviesorgaan <strong>voor</strong> de<br />

Minister van VROM op topambtelijk niveau, instelling van <strong>Geo</strong>Novum als opvolgorganisatie van de<br />

publieke geo-informatie instellingen Ravi en NCGI, fusie van bedrijfsverenigingen tot <strong>Geo</strong>Business<br />

Nederland en instelling van <strong>Geo</strong>Meeting als overlegplatform <strong>voor</strong> de sector.<br />

• Daarenboven heeft de <strong>voor</strong> <strong>RGI</strong> gekozen uitvoeringsmodus geleid tot een breed en multidisciplinair<br />

netwerk (bijna 300 partners) van (kennis)instellingen, bedrijven en gebruikers – dit wordt door velen<br />

gezien als het belangrijkste resultaat van <strong>RGI</strong>.<br />

Wijzigingen in strategie en uitvoering<br />

Wijzigingen betroffen:<br />

1 In de formele administratieve zin is “<strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> (<strong>RGI</strong>)” een Bsik-project, onderverdeeld in 5 deelprojecten,<br />

onderverdeeld in 98 subprojecten. In dit Eindverslag wordt echter gesproken van het <strong>RGI</strong>-programma dat is<br />

onderverdeeld in de 5 <strong>RGI</strong>-thema’s (OOV, ROI, COL, NGII en WETENSCHAP) die zijn onderverdeeld in 98 <strong>RGI</strong>projecten.<br />

2 Karakterisering toegeschreven aan Al Gore.<br />

3


• Introductie van paraplu met 5 kerndoelen zoals eerder benoemd, bij de start van <strong>RGI</strong> in 2004. Hiermee<br />

werd het programma op een hoger strategisch niveau getild en omgezet van multiprojectmanagement<br />

naar daadwerkelijk programmamanagement.<br />

• Omzetting van deelprogramma’s naar kennisthema’s, omdat veel projecten in meer dan één deelprogramma<br />

vielen en de indeling in de praktijk niet functioneerde. De nieuwe indeling was logischer<br />

en communiceerde beter. Na de midterm review is ook de financiële verantwoording op deze manier<br />

georganiseerd en zijn de mijlpalen herschikt naar de kennisthema’s in overleg met SenterNovem en<br />

VROM. De omzetting had geen inhoudelijke gevolgen <strong>voor</strong> het programma en het bereiken van de<br />

mijlpalen.<br />

• Transparantie van de tenderprocedure. Na evaluatie van de eerste tender is de procedure vereenvoudigd<br />

en transparanter gemaakt, tevens is het inhoudelijk kader van de kennisagenda specifieker<br />

gemaakt en zijn financiële rand<strong>voor</strong>waarden meegegeven <strong>voor</strong> een goede verhouding tussen kosten<br />

en baten. Tevens is de communicatie verbeterd.<br />

• Vermijden van (schijn van) belangenverstrengeling hetgeen heeft geleid tot diverse organisatorische<br />

aanpassingen: invulling positie onafhankelijk <strong>voor</strong>zitter in Bestuur en Raad van Toezicht <strong>RGI</strong>, internationalisatie<br />

ARW en benoeming van wetenschappelijk directeur in directie <strong>RGI</strong>.<br />

Bijdrage aan doelstellingen Bsik-impuls als geheel<br />

Met haar resultaten heeft het <strong>RGI</strong>-programma ruimschoots beantwoord aan de generale doelstellingen van<br />

de Bsik-impuls die beoogde “de samenwerking tussen onderzoeksinstellingen en ondernemingen te stimuleren<br />

ten einde te komen tot kwalitatief hoogwaardige netwerken in de kennisinfrastructuur <strong>voor</strong> onderzoek dat<br />

aansluit op de maatschappelijke kennisbehoefte”. <strong>RGI</strong> heeft als vliegwiel gefunctioneerd om te komen tot<br />

een multidisciplinair netwerk van kennisinstellingen, universiteiten, publieke organisaties en bedrijven, dat<br />

tevens internationaal is ingebed in een mondiaal netwerk (met vergelijkbare programma’s in Canada, Australië<br />

en Korea). De <strong>RGI</strong>-productenportfolio kan, zoals door een tussentijdse evaluatie door Ecorys en Prisma&Partners<br />

is aangetoond een meer dan gemiddeld marktsucces realiseren en heeft dit deels al laten zien.<br />

Nederland neemt wetenschappelijk gezien op geo-informatiegebied een plaats in de wereldtop in: internationaal<br />

een 5e plaats met het aantal wetenschappelijke publicaties, en zelfs een 3e plaats als het gaat om citatie-impact<br />

(zie Bijlage 10. bibliometrische analyse). Uit een door <strong>RGI</strong> uitgevoerde marktmonitor (<strong>Geo</strong>-sector<br />

in kaart) blijkt dat we met een zeer innovatieve sector te maken hebben. Ongeveer 7% van de totale sectoromzet<br />

(1.4 miljard in 2008) wordt geïnvesteerd in R&D. Het bedrijfsleven neemt hiervan ca. 4 % <strong>voor</strong> haar<br />

rekening. Mede door <strong>RGI</strong> is het MKB beter gepositioneerd en is de geo-sector uitstekend <strong>voor</strong>gesorteerd in<br />

de internationale concurrentiepositie. <strong>RGI</strong> heeft hiermee, meer dan oorspronkelijk werd verwacht, ‘value for<br />

money’ gerealiseerd.<br />

Blik op de toekomst<br />

Nog meer value for Money is te bereiken door verdere benutting van <strong>RGI</strong>-resultaten in de praktijk. Zoals de<br />

internationale Midterm Review Committee al schetste, vereisen netwerkprogramma’s zoals <strong>RGI</strong> een looptijd<br />

van 7-10 jaar. Om de resultaten uit de <strong>RGI</strong>-investering (45,8 Meuro) verantwoord te borgen en daarvan het<br />

optimaal rendement veilig te stellen is op onderdelen een vervolgimpuls nodig, zo concludeerde deze commissie.<br />

Continue innovatie in de sector is van groot belang omdat de geo-ontwikkelingen een grote vlucht<br />

nemen en de Nederlandse ruimtelijke problematiek op het gebied van water en klimaat optimale inzet van<br />

geo-informatie vereist.<br />

Reflectie<br />

De gekozen strategie met tendering was een juiste keuze gezien de fase waarin de sector zich bevond en<br />

de noodzaak om de sector van binnen naar buiten te keren. Alle doelen zijn behaald, de ambities waren<br />

hoog doch realistisch en het programma is breed neergezet en heeft daarom in de volle breedte van de sector<br />

impact gehad. Binnen de mogelijkheden van het programma is er ruimschoots gepresteerd op het terrein<br />

van innovatie, valorisatie en verankering. De belangrijkste systeeminnovatie is het netwerk. De toekomst<br />

oogt zorgelijk gezien het tot op heden uitblijven van een vervolg op <strong>RGI</strong>. <strong>RGI</strong> heeft met een flink aantal<br />

brugprojecten zelf een brugfunctie vervuld tussen de Bsik-thema’s ICT, Hoogwaardig ruimtegebruik en<br />

Duurzame Systeem Innovaties. Er is op zowel programma- als op projectniveau een realistische internationale<br />

inbedding en samenwerking gerealiseerd. De onderzoeksactiviteiten waren geconcentreerd op <strong>voor</strong>af<br />

gekozen speerpunten en de internationale impact hiervan begint zichtbaar te worden. De organisatie functioneerde<br />

efficiënt en effectief. Het programma heeft grotendeels conform begroting gedraaid. Het programma<br />

kent een evenwichtige verdeling van subsidie over de verschillende type partijen en goede participatie vanuit<br />

het bedrijfsleven.<br />

4


1 Deelprojecten (Kennisthema’s <strong>RGI</strong>)<br />

1.1 Programmastrategie<br />

De stichting <strong>RGI</strong> heeft bij de eerste ronde toewijzingen van projecten bewust ingezet op een tweesporenbeleid:<br />

er is gekozen <strong>voor</strong> een onderscheid tussen enerzijds omvangrijke projecten (> 500 Keuro, looptijd ca. 4<br />

jaren) waarin nieuwe kennis wordt ontwikkeld, en anderzijds in omvang beperkte innovatiepilots en <strong>voor</strong>bereidende<br />

definitiestudies.<br />

In de eerste twee tenders (resulterend in de projecten <strong>RGI</strong>-001 t/m -030, deels zgn. vliegende start projecten)<br />

is nadrukkelijk ingezet op de ontwikkeling en ondersteuning van een nationale geo-informatie infrastructuur;<br />

deze NGII betreft de aanbodzijde van <strong>RGI</strong>. Daarnaast is aan de vraagzijde ingezet op geoinformatiefacilitering<br />

t.b.v. risicomanagement; op geo-informatieontwikkeling t.b.v. ruimtelijke en agrarische<br />

planning; en geo-informatie <strong>voor</strong> gebruik in het onderwijs. Binnen de projecten van deze eerste twee tenders<br />

zijn ook 13 PhD-onderzoeken gestart.<br />

In de tweede tenderronde (projecten <strong>RGI</strong>-101 t/m -255) is deze invulling van het programma sterk uitgebreid<br />

en gediversifieerd; met name het onderwerp geo-informatie <strong>voor</strong> gebruik in het onderwijs is uitgebreid tot<br />

geo-informatie <strong>voor</strong> gebruik op school en thuis, door leerlingen en door hun ouders als consumenten en burgers.<br />

De derde tenderronde (projecten <strong>RGI</strong>-301 t/m 335) was <strong>voor</strong>al bedoeld om reeds lopende succesvolle projecten<br />

uit te bouwen (in zgn. Top-up projecten), of te verbinden met onderzoek elders in inhoudelijk complementaire<br />

Bsik-programma’s (in zgn. Brugprojecten) of te internationaliseren.<br />

Met de vierde tender (projecten <strong>RGI</strong>-401 t/m 422) is ingezet op het borgen/verankeren van de <strong>RGI</strong>resultaten.<br />

Deze geleidelijke invulling van het <strong>RGI</strong>-programma via een reeks van tenders heeft ook bijgedragen aan de<br />

upgrading van de inhoud en de structuur van het programma. In het oorspronkelijke proposal was <strong>RGI</strong> in<br />

opgedeeld in 6 ‘deelprojecten’ waaronder het deelproject Authentieke geo-registraties. Toen echter bij de<br />

daadwerkelijke start van <strong>RGI</strong> in 2004, bleek dat het oorspronkelijk becijferde programmabudget (59 Meuro)<br />

<strong>voor</strong> slechts 70% gefinancierd kon worden zijn de Authentieke geo-registraties uit het programma gelicht 3 .<br />

Vervolgens zijn vijf richtinggevende doelen (kerndoelen) geïntroduceerd (meer vraaggerichtheid; meer stromen<br />

van kennis; meer samenhang; meer innovatie; meer bekendheid) waarmee het oorspronkelijke <strong>voor</strong>stel<br />

op een hoger strategisch niveau is getild.<br />

Bij deze stapsgewijze implementatie van <strong>RGI</strong> is er verder <strong>voor</strong> gekozen om, bij de aansturing op hoofdlijnen<br />

vanuit de kerndoelen, de inhoudelijke invulling van het programma mede te laten bepalen door het initiatief<br />

vanaf de ‘basis’, i.e. het initiatief van de proposal-indieners bij de opeenvolgende tenders binnen de kaders<br />

van de kennisagenda. Met deze ‘bottom-up’ invulling van <strong>RGI</strong> kwam men tot drie op maatschappelijke toepassingsgebieden<br />

gerichte vraaggestuurde thema’s (Openbare Orde en Veiligheid, OOV; <strong>Ruimte</strong>lijke Ordening<br />

en Inrichting, ROI; Consumenten en Leerlingen, COL), en één aanbodgestuurd thema (Nederlandse<br />

<strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur, NGII). Daar door- en overheen is ver-<br />

3 De Rijksoverheid had inmiddels binnen de Stichting ICTU een specifiek programma gelanceerd (Stroomlijning Basisgegevens)<br />

met als doelstelling een stelsel van basisregistraties waarin de authentieke geo-registraties ook hun plaats<br />

zouden krijgen. De resultaten van dit programma zijn ondergebracht in het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening<br />

en e-Overheid (NUP).<br />

5


Fig. 1 De vijf <strong>RGI</strong>-kennisthema’s (= -deelprojecten) in hun onderlinge samenhang: drie vraaggestuurde<br />

thema’s (OOV, ROI, COL, wit), één aanbodthema (NGII, paars) en één omvattend thema<br />

(WETENSCHAP, blauw)<br />

volgens een vijfde thema gedefinieerd: de uit de 4 <strong>voor</strong>gaande thema’s samengebrachte componenten van<br />

het op een zekere afstand van de markttoepassingen gesitueerde fundamenteel en strategisch kennisontwikkelingsonderzoek<br />

(<strong>voor</strong>al PhD-onderzoek) dat gezien de bijzondere behoeften aan monitoring daarbij, is<br />

aangestuurd als een apart thema Wetenschappelijk Onderzoek (WETENSCHAP). Met de benoeming van 5<br />

‘themacoördinatoren’ zijn deze thema’s ook onder eenhoofdige leiding gebracht (zie ook hieronder, par. 1.2,<br />

‘projectleiders’). Aansluitend zijn ook de kernvragen van <strong>RGI</strong> aangescherpt en gegroepeerd binnen het kader<br />

van deze vijf thema’s:<br />

Voor het thema OOV: Welke eisen stellen openbare orde en veiligheid aan de nationale geo-informatie infrastructuur?<br />

Welke kennisimpuls is nodig om de kloof tussen vraag en aanbod van geo-informatie te overbruggen?<br />

Voor het thema ROI: Welke eisen stellen ruimtelijke ordening & inrichting aan de nationale geo-informatie<br />

infrastructuur? Welke kennisimpuls is nodig om de kloof tussen vraag en aanbod van geo-informatie te overbruggen?<br />

Voor het thema COL: Hoe kunnen consumenten (tevens burgers) en leerlingen beter profiteren van de nationale<br />

geo-informatie infrastructuur? Hoe kan het stromen van kennis tussen wetenschap, onderwijs, professionele<br />

praktijk en maatschappij worden bevorderd?<br />

Voor het thema NGII: Hoe zorgen we er<strong>voor</strong> dat de NGII beter aansluit op de vraag? Hoe verbeteren en innoveren<br />

we de Nationale <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur? Hoe waarborgen we een duurzame ontwikkeling<br />

van de NGII? De NGII is essentieel <strong>voor</strong> de realisatie van het beleidsconcept eOverheid en daarmee <strong>voor</strong> de<br />

gehele samenleving; het departement VROM heeft als hoeder van de geo-informatie van Nederland de leidende<br />

rol bij de bestuurlijke implementatie van de NGII.<br />

Voor het thema WETENSCHAP: Welke geo-informatiekennis en -technologie moet worden ontwikkeld om<br />

aan de missie van het <strong>RGI</strong>-programma te kunnen voldoen? Hoe bevorderen wij dat de nieuw ontwikkelde<br />

(en bestaande) geo-informatiekennis en -technologie wordt doorontwikkeld tot praktische toepassingen?<br />

Vanuit deze thematische kernvragen zijn in de aanloopfase van het programma de generale streefdoelen<br />

geformuleerd, de zgn. <strong>RGI</strong>-mijlpalen; deze zijn, mèt de bereikte generale resultaten, per thema uitgeschreven<br />

in Hoofdstuk 2 conform de systematiek zoals eerder afgesproken.<br />

In de hieronder volgende meer feitelijke en gedetailleerde beschrijvingen van de vijf thema’s is op hoofdlijnen<br />

aangegeven hoe aan de bovenstaande <strong>RGI</strong>-kernvragen per thema concreet invulling gegeven is.<br />

Reflectie<br />

De gekozen strategie met tendering was een juiste keuze gezien de fase waarin de sector zich bevond en<br />

de noodzaak om de sector van binnen naar buiten te keren. De <strong>voor</strong>delen (netwerkvorming, tal van nieuwe<br />

ideeën, nieuwe gebruikers, transparantie) wogen zeker op tegen het nadeel van de bottum-up invulling van<br />

het programma. Daarnaast kon het programma kwalitatief hoogstaand worden ingevuld – door de tenders<br />

viel er wat te kiezen omdat elke tender ca. 2,5 maal overtekend werd. Door een zorgvuldige opbouw van de<br />

tenders en focus in de kennisagenda’s kon het programma steeds goed worden bijgestuurd. Daarnaast ervaren<br />

wij het systeem met de kleine projecten (innovatiepilots) als succesvol, het beperkte budget en de geboden<br />

ruimte waren bronnen van creativiteit. Wel bracht dit de nodige inspanning op het programmabureau<br />

met zich mee <strong>voor</strong> het projectbeheer.<br />

1.2 Beschrijving van de thema’s (=deelprojecten)<br />

1.2.1 Thema Openbare orde en veiligheid (OOV)<br />

Thema Titel en omschrijving thema Begin-<br />

Datum<br />

1 Openbare Orde en Veiligheid (OOV):<br />

11-01-<br />

2005<br />

Het thema OOV betreft de verbetering en uitbreiding<br />

van de inzet van geo-informatie t.b.v. openbare<br />

orde en veiligheid. <strong>Informatie</strong><strong>voor</strong>ziening via de<br />

locatie is een unieke neutrale integrator <strong>voor</strong> de<br />

verstrekking van de bij incidenten en calamiteiten<br />

benodigde (geo-) informatie aan de diverse actoren<br />

Einddatum<br />

01-03-<br />

2009<br />

Uitvoerders: (onderzoeks) groepen<br />

en projectleider<br />

Themacoördinator:<br />

Dhr. B. Ybema (Ybema Advies / Hulpverleningsdienst<br />

Kennemerland)<br />

Deelnemende groepen:<br />

Onderwijs- en wetenschapsinstellingen:<br />

TU Delft; Universiteit Nijmegen; Universiteit<br />

Utrecht; VU Spin-lab; WUR.<br />

6


innen de OOV-sector en daarmee ook een aanjager<br />

van de multidisciplinaire samenwerking en informatieuitwisseling<br />

tussen (de meldkamers van)<br />

Politie, Brandweer, Ambulance en soms ook Defensie.<br />

Het project is uitgevoerd <strong>voor</strong> een budget<br />

van 4,0 Meuro. Het ging in OOV enerzijds om een<br />

betere en slimmere inzet van geo-informatie bij de<br />

bestrijding van ongevallen en grootschalige incidenten<br />

(repressie) en anderzijds om die inzet ter<br />

<strong>voor</strong>koming van calamiteiten (preventie). Het merendeel<br />

van de projecten en pilots binnen OOV<br />

waren gericht op de ‘repressiefase’ en betroffen<br />

bij<strong>voor</strong>beeld de mobiele inzet van actuele geoinformatie<br />

bij ‘incidenten’ met als resultaten: snellere<br />

aanrijtijden, betere positiebepaling, beter overzicht<br />

bij een ramp, betere inzet van materieel, personeel<br />

etc. Daarnaast is t.b.v. de preventie bij<strong>voor</strong>beeld<br />

een nieuwe methode ontwikkeld <strong>voor</strong> de<br />

<strong>voor</strong>spelling van catastrofaal hoogwater, is er een<br />

open veiligheidsplatform <strong>voor</strong> het operationeel gebruik<br />

van geo-informatie bij rampenbestrijding opgezet<br />

en is er een prototype software ontwikkeld<br />

<strong>voor</strong> de automatische interpolatie van gegevens uit<br />

waarschuwingsnetten; dat prototype is toegepast<br />

op het Nationaal Radioactief Monitoring netwerk.<br />

Dankzij het onderzoek binnen het thema OOV<br />

heeft de OOV-sector zich verder ontwikkeld tot<br />

grootverbruiker van geo-informatie en is er beweging<br />

gekomen in de allerwegen geconstateerde<br />

binnen deze sector bestaande organisatorische<br />

verkokering.<br />

Publieke (onderzoeks)instituten en<br />

organisaties:<br />

Rijkswaterstaat; Kadaster; Milieu en<br />

Natuurplanbureau; RIVM; TNO;<br />

WL|Delft Hydraulics ∗ ; NVBR.<br />

Overheden / ZBO’s:<br />

Prov. Gelderland; Prov. N. Brabant;<br />

Prov. Z. Holland, Hoogheemraadschap<br />

Delfland; Hoogheemraadschap Rijnland;<br />

Waterschap Hunze en Aa’s;<br />

Gem. Arnhem; Gem. Rotterdam; Gem.<br />

Velzen; Hulpverleningsdienst Gelderland<br />

Midden; Hulpverleningsdienst<br />

Kennemerland; Veiligheidsregio N. en<br />

O. Gelderland; Brandweer Haarlem;<br />

Brandweer Nijmegen.<br />

Commerciële organisaties en bedrijven:<br />

Arcadis; Atlis-<strong>Informatie</strong>-systemen;<br />

CityGIS; Consilience; EARS; E-<br />

producties; <strong>Geo</strong>dan; Hanraets Advies;<br />

Hydrologic; dIMAGINE; Miramap B.V.;<br />

Mobi-Spot; Nieuwland;; Ontwerpstudio<br />

Jacco den Haan; Ybema Advies; Yucat;<br />

Waterwatch.<br />

Buitenlandse partners:<br />

Bundesamt fur Strahlenschutz, Joint<br />

Research Centre (EC-JRC).<br />

1.2.2 Thema <strong>Ruimte</strong>lijke Ordening en Inrichting (ROI)<br />

2 <strong>Ruimte</strong>lijke Ordening en Inrichting (ROI):<br />

Dit thema dat is uitgevoerd <strong>voor</strong> een budget van<br />

7,1 Meuro, betreft een van oudsher belangrijk toepassingsgebied<br />

van geo-informatie: Voor het ordenen<br />

(plannen), inrichten en beheren van de ruimtelijke<br />

omgeving is het gebruik van goede geoinformatie<br />

een vereiste. In het achter ons liggende<br />

decennium is in het ruimtelijke ordeningsbeleid de<br />

omslag gemaakt naar de integrale benadering van<br />

zowel de boven- als de ondergrondse ruimte met<br />

als speciale aandachtspunten ‘meervoudig ruimtegebruik’<br />

en ‘ondergronds bouwen’. Tevens is in die<br />

periode de praktische overstap gemaakt van het<br />

gebruik van analoge (papieren) naar digitale geoinformatie.<br />

Dat gebruik van digitale geo-informatie<br />

beleeft momenteel een nieuwe doorbraak nu de<br />

nieuwe wet op de ruimtelijke ordening bepaalt dat<br />

vanaf 01-07-2009 alle ruimtelijke plannen digitaal<br />

gepubliceerd moeten worden; een ontwikkeling die<br />

vanuit het <strong>RGI</strong>-project 002, DURP, inhoudelijk,<br />

procedureel, technisch en organisatorisch is ondersteund.<br />

Het thema ROI betreft in brede zin de<br />

geo-informatisering van het ruimtegebruik met als<br />

afgeleiden watermanagement en energiebeleid. De<br />

projecten en pilots van het thema ROI waren geconcentreerd<br />

op een aantal gebieden: Het faciliteren<br />

van digitale uitwisseling van ruimtelijke plannen<br />

m.b.v. digitale ondergronden (in DURP). De door-<br />

11-01-<br />

2005<br />

01-03-<br />

2009<br />

Themacoördinator:<br />

Dhr. drs. R.A.A. van der Krogt<br />

(TNO/Deltares)<br />

Deelnemende groepen:<br />

Onderwijs- en wetenschapsinstellingen:<br />

ITC Enschede; TU Delft; TU Eindhoven;<br />

Universiteit Utrecht; VU-A’dam;<br />

WUR.<br />

Publieke (onderzoeks)instituten en<br />

organisaties:<br />

Alterra; Deltares; <strong>Geo</strong>novum;; Kadaster;<br />

Kiwa Water Research; KNMI; LEI;<br />

LSV-GBKN; Milieu en Natuurplanbureau;<br />

Rijkswaterstaat; Staatsbosbeheer;<br />

TNO; WL|Delft Hydraulics*.<br />

Overheden / ZBO’s:<br />

Min. LNV; Dept. VROM, IPO; Prov. N.<br />

Holland, Prov. Z. Holland Prov. Overijssel,<br />

Prov. Utrecht; Noardelike Fryske<br />

Wâlden; Regio Randstad; Hoogheemraadschap<br />

Delfland; Hoogheemraadschap<br />

Rijnland;<br />

Commerciële organisaties en bedrijven:<br />

Agroportal; Agrovision; Bedrijfslab v.<br />

Grond en Gewas; Bedrijvenplatform<br />

<strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong>; Bentley Systems<br />

Netherlands; Cebra; CycloMedia;<br />

∗ thans Deltares<br />

7


ontwikkeling van de digitale geo-informatie infrastructuur<br />

t.b.v. de RO (bij<strong>voor</strong>beeld de oplossing<br />

van schaalproblemen; het omgaan met planobjecten<br />

zonder vaste begrenzing, b.v. een gifwolk). De<br />

inzet van virtual reality en gaming bij RO-planning.<br />

Het faciliteren van digitale informatieverstrekking<br />

t.b.v. de agrarische bedrijfsvoering: opgave van<br />

perceelsgeometrie; opgave van gewassenteelt<br />

(met de tool Agrovision). De inzet van historische<br />

geo-informatie. En het simuleren/modelleren van<br />

toekomstige ontwikkelingen, <strong>voor</strong> een betere kwaliteit<br />

van de ruimtelijke planning.<br />

Tijdens de uitvoering van deze projecten en pilots<br />

zijn tal van nieuwe toepassingen ontwikkeld en<br />

nieuwe inzichten verworven. Voorbeelden hiervan<br />

zijn: De ontwikkeling van planning support tools<br />

(LUMOS Pro, een land use modelling system; <strong>Geo</strong>Office,<br />

een tool <strong>voor</strong> scenario-onderzoek t.b.v.<br />

ruimtelijke planning in de kantorensector; en Sim-<br />

Landscape, een virtual reality tool <strong>voor</strong> het plannen<br />

van gebiedsontwikkeling). De ontwikkeling van<br />

<strong>Geo</strong>-ICT tools <strong>voor</strong> het agrarisch bedrijf: In het project<br />

<strong>Geo</strong>Boer (<strong>RGI</strong>-004) is gewerkt aan een geoinformatie<br />

infrastructuur <strong>voor</strong> het landelijk gebied<br />

die het mogelijk maakt om t.b.v. de jaarlijkse verplichte<br />

opgave aan de overheid, de perceelsinformatie<br />

zoals geometrie, bemesting, geteeld gewas<br />

etc., vanuit het agrarische bedrijfsmanagementsysteem<br />

aan te leveren aan de overheid. T.b.v. de<br />

precisielandbouw zijn <strong>Geo</strong>-ICT tools ontwikkeld en<br />

worden pilotstudies uitgevoerd (o.a. in de Hoekse<br />

Waard, rechte rijpaden) die tijdsduur van <strong>RGI</strong> overstijgen.<br />

De eisen die vanuit de ruimtelijke ordening gesteld<br />

worden aan een nationale geo-informatie infrastructuur<br />

zijn in de boven aangestipte en ook in de<br />

andere projecten in den brede aan de orde gekomen.<br />

Nu met het <strong>RGI</strong>-programma een basis is gelegd<br />

en een netwerk is ontwikkeld, is de verbetering<br />

in de afstemming tussen vraag en aanbod van<br />

<strong>Geo</strong>-ICT op het gebied van ruimtelijke ordening<br />

<strong>voor</strong> de belanghebbende partijen een kwestie geworden<br />

van <strong>voor</strong>tgaan op de ingeslagen weg.<br />

DHV; Ecorys; ESRI; FutureWater;<br />

Grontmij; Kverneland; NedGraphics;<br />

Nieuwland; Nexpri, Nirov, Object Vision;<br />

Opticrop, Oranjewoud; Realworld<br />

OO Systems; Sense Organisatie &<br />

Coaching; Silve; Synoptics; Waterwatch;<br />

Buitenlandse partners:<br />

University of Calgary; University of<br />

Melbourne; Finnish <strong>Geo</strong>detic Institute;<br />

COGIT Laboratoire IGN; IMAA-CNR<br />

(Italië);<br />

1.2.3 Thema Consumenten en Leerlingen (COL)<br />

3 Consumenten en Leerlingen (COL):<br />

Het thema Consumenten & Leerlingen is uit gevoerd<br />

<strong>voor</strong> een budget van 9,6 Meuro. COL betreft<br />

<strong>voor</strong>al de uitbreiding van het toepassen van digitale<br />

geo-informatie <strong>voor</strong> en door de consument in data<br />

services en tools (denk bij<strong>voor</strong>beeld aan TomTom<br />

en Google Earth), de toename van de inzet van<br />

digitale geo-informatie in het onderwijs, en de brede<br />

verankering van het toegenomen gebruik van<br />

geo-informatie in de samenleving. De ‘geo-‘ consumenten-<br />

en -leerlingenmarkt is een groeimarkt<br />

<strong>voor</strong> het ‘geo-‘bedrijfsleven dat zich van oudsher<br />

<strong>voor</strong>al op de overheid richtte. Het gebruik in het<br />

onderwijs van digitale geo-informatie tools die het<br />

geografisch besef kunnen stimuleren is van groot<br />

belang <strong>voor</strong> het ontwikkelen van een goed begrip<br />

van actuele en structurele maatschappelijke vraagstukken<br />

zoals klimaatverandering, grondstoffen- en<br />

11-01-<br />

2005<br />

01-03-<br />

2009<br />

Themacoördinator:<br />

Dhr. drs. E. Postma (KNAG)<br />

Deelnemende groepen:<br />

Onderwijs- en wetenschapsinstellingen:<br />

Erasmus Univ. Rotterdam; ITC Enschede;<br />

TU Delft; TU Eindhoven; Univ.<br />

v. A’dam; Univ. v. Tilburg; Univ.<br />

Utrecht; VU A’dam; WUR; Hogeschool<br />

Utrecht; Educatieve Hogeschool van<br />

Amsterdam; Fontys Lerarenopleiding;<br />

Digischool; St. Ignatius Gymnasium;<br />

St. Nicolaas Lyceum. ROC ASA; ROC<br />

Friese Poort; ROC Mondriaan; ROC<br />

Rijn en IJssel; ROC Twente; ROC<br />

West-Brabant; ROC Zadkine.<br />

Publieke (onderzoeks)instituten en<br />

organisaties:<br />

Alterra; Fryske Akademy; <strong>Geo</strong>novum;<br />

8


energieschaarste, economie, milieu en veiligheid,<br />

etc. Daarnaast speelt <strong>voor</strong> het onderwijs de<br />

schaarste van ‘geo-‘deskundigheid op de arbeidsmarkt,<br />

de promotie van het geo-werkveld binnen<br />

het onderwijs is daarom belangrijk.<br />

De projecten en pilots binnen COL waren tevens<br />

gericht op innovatieve toepassingen van geoinformatie<br />

<strong>voor</strong> consumenten (dat zijn tevens burgers)<br />

in nieuwe toepassingsgebieden zoals in de<br />

recreatie en de zorg; bij de interactie tussen burgers<br />

en overheden om de kloof tussen overheid en<br />

burgers te verkleinen; en door de verbetering van<br />

de ‘geo-‘ infrastructuur <strong>voor</strong> het onderwijs.<br />

Enkele <strong>voor</strong>beelden uit het scala van resultaten:<br />

COL neemt met digitale exposities en games deel<br />

aan een groot aantal educatieve events, tijdelijke<br />

zoals in het Int. Year of Planet Earth 2007-2008<br />

van UNESCO of permanente zoals de in 2011 te<br />

openen educatieve geo-workshop <strong>Geo</strong>fort gehuisvest<br />

in een van de mooiste forten van de Nieuwe<br />

Hollandse Waterlinie. T.b.v. het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />

is een interactief educatief GIS-portaal opgezet.<br />

T.b.v. de communicatie burger/overheid is <strong>voor</strong><br />

de gemeente Tilburg een module <strong>voor</strong> de gemeentelijke<br />

website ontwikkeld waarmee burgers alle<br />

geo-informatie rond de gemeentelijke plannen en<br />

maatregelen kan inzien. Op de in COL ontwikkelde<br />

Natuurkalender website worden <strong>voor</strong> de individuele<br />

consument de natuurgerelateerde gezondheidsrisico’s<br />

(hooikoorts, tekenbeten e.d.) <strong>voor</strong>speld en<br />

gevolgd.<br />

De in COL ontwikkelde toepassingen <strong>voor</strong> de particuliere<br />

consument zullen zich natuurlijk moeten<br />

bewijzen op de markt. Door de uitvoering van COL<br />

is een stevig netwerk ontstaan tussen dat deel van<br />

de <strong>Geo</strong>-sector dat zich met onderwijs en <strong>voor</strong>lichting<br />

bezig houdt en het reguliere onderwijsveld.<br />

Verder heeft het project COL geresulteerd in ‘best<br />

practices’ <strong>voor</strong> digitale communicatie tussen overheid<br />

en burger; de <strong>voor</strong> dit gebied ontwikkelde toepassingen<br />

vinden thans hun weg naar de markt.<br />

Kadaster; KNMI; Naturalis; NIDI-<br />

KNAW; Rijkswaterstaat; RIVM; Sara<br />

Reken- en Netwerkdiensten; TNO.<br />

Overheden / ZBO’s:<br />

Prov. Flevoland; Prov. Gelderland;<br />

Prov. Utrecht Prov. Zuid-Holland;<br />

Gem. Amersfoort; Gem. Amsterdam;<br />

Gem. Apeldoorn; Gem. Den Haag;<br />

Gem. Eindhoven; Gem. Helmond;<br />

Gem. Tilburg; Gem. Utrecht;<br />

Niet-commerciële organisaties en instellingen:<br />

Afvalcombinatie de ValleiGemeenten<br />

BV; ANWB; Centrum Beeldende Kunst<br />

Utrecht; De Vlinderstichting; <strong>Geo</strong>Fort;<br />

<strong>Geo</strong>Tip; IVN Vereniging <strong>voor</strong> Natuuren<br />

Milieu-educatie; KNAG; Stichting<br />

DigiCare; Stichting Domplein 2013;<br />

Stichting <strong>voor</strong> Duurzame Ontwikkeling;<br />

Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei;<br />

Vereniging GIN; Waag Society.<br />

Commerciële organisaties en bedrijven:<br />

ADVIN; Anaximander; Bunker8; Cartografisch<br />

Vormgever Peter de Vries;<br />

Cebra B.V.; CityWorks; Codename<br />

Future; CycloMedia; DANS; DHV; DS<br />

Landschapsarchitecten; ESRI; Fugro;<br />

Galileo Communicatie Projecten; Games<br />

Factory Online; <strong>Geo</strong>dan; <strong>Geo</strong>business<br />

NL; <strong>Geo</strong>matics Business Park;<br />

Grontmij; Heliview; IceMobile BV; KPN<br />

Telecom; LaserScan; Microsoft; Meteo<br />

Consult; Movares BV; NIDO Universal<br />

Machines; Nieuwland; NMPO; Object<br />

Vision; Razar Community & Development;<br />

Zenc<br />

Buitenlandse partners:<br />

Imperial College of Science - Technology<br />

and Medicine, London; Leibniz<br />

Universität Hannover.<br />

1.2.4 Thema Nationale <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur (NGII)<br />

4 Nationale <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur (NGII):<br />

Het thema NGII was met een budget van 19,6<br />

Meuro veruit het omvangrijkste <strong>RGI</strong>-thema. Het<br />

concept van een NGII is eenvoudig: de nationale<br />

ruimtelijke gegevensbestanden moeten binnen één<br />

infrastructuur (een Spatial Data Infrastructure –<br />

SDI) op elkaar worden afgestemd om in samenhang<br />

te kunnen worden ontsloten <strong>voor</strong> alle denkbare<br />

toepassingen. Zo’n afstemmingsproces ontmoet<br />

echter technische, organisatorische, financiële,<br />

juridische en politieke complicaties die de realisatie<br />

van een NGII tot een weerbarstig dossier maken.<br />

Zo is bij<strong>voor</strong>beeld het uitgangspunt dat met publieke<br />

middelen ingewonnen geo-data ook “om niet”<br />

aan het publiek verstrekt dienen te worden, een<br />

startpunt geweest <strong>voor</strong> zeer moeizame onderhandelingen.<br />

Een NGII bestaat uit een aantal “harde”<br />

componenten: data, techniek, standaarden; en<br />

twee “zachte” componenten: beleid en mensen<br />

11-01-<br />

2005<br />

01-03-<br />

2009<br />

Themacoördinator:<br />

Dhr. ir. K. de Zeeuw (Kadaster)<br />

Deelnemende groepen:<br />

Onderwijs- en wetenschapsinstellingen:<br />

Erasmus Univ. Rotterdam; ITC Enschede;<br />

TU Delft; Univ. van A’dam;<br />

Univ. Utrecht; VU A’dam; WUR.<br />

Publieke (onderzoeks)instituten en<br />

organisaties:<br />

Alterra; CBS; CWI (NWO); ESA; <strong>Geo</strong>delft<br />

∗ ; <strong>Geo</strong>novum; Kadaster; Kiwa Water<br />

Research; LOFAR / ASTRON;<br />

KNMI; Landkaartje; LSV-GBKN;<br />

MARIS; MNP; NEN; NIOO-KNAW;<br />

NIOZ; NLR; RIVM; <strong>Ruimte</strong>lijk Planbureau;<br />

Rijkswaterstaat; SIKB; SRON;<br />

Stichting Wetenschappelijke Atlas van<br />

Nederland; TNO; WL|Delft Hydraulics*.<br />

Overheden / ZBO’s:<br />

9


(organisaties). Het (omvangrijke) thema NGII vormt<br />

de basis van het <strong>RGI</strong> programma. In dit project is<br />

<strong>voor</strong> de geo-informatie infrastructuur van Nederland<br />

een breed gedragen toekomstvisie ontwikkeld<br />

en het daarop aansluitende actieplan uitgevoerd.<br />

Het uitgangspunt daarbij was dat de NGII onderdeel<br />

zou zijn van de elektronische overheid (d.w.z.<br />

zou aansluiten op NORA, de Nederlandse Overheids<br />

Referentie Achitectuur). Het project sluit tevens<br />

aan bij de ontwikkelingen rond INSPIRE, de<br />

Europese geo-informatierichtlijn.<br />

Bij de uitvoering van het thema NGII in projecten<br />

en pilots is met name gewerkt aan het scheppen<br />

van rand<strong>voor</strong>waarden (introductie van standaarden<br />

en basisinfrastructuur, het wegnemen van juridische<br />

en financiële obstakels, agendering) en aan<br />

het (verder) ontwikkelen en ontsluiten van de infrastructuur<br />

(integratie van databestanden, ontwikkeling<br />

van deelinfrastructuren, innovatieve ontsluiting<br />

en innovatie van databases, uitbreiding met sensoren,<br />

etc.). De volgende projectresultaten zijn illustratief:<br />

De binnen <strong>RGI</strong> ontwikkelde norm NEN<br />

3610:2005.nl: Basismodel <strong>Geo</strong>-informatie, is overgenomen<br />

in de EU-richtlijn INSPIRE. Bij grote civiel<br />

technische werken waarin universitaire onderzoekers,<br />

Rijkswaterstaat en ingenieursbureaus samenwerken<br />

worden thans de NGII standaarden<br />

toegepast en gebruikt bij het uitwisselen van informatie.<br />

T.b.v. het beheer en onderhoud van rioleringen<br />

is binnen <strong>RGI</strong> een Nederlandbreed gedragen<br />

data-model ontwikkeld. Er is een prototype ontwikkeld<br />

<strong>voor</strong> het afleiden van een nationaal populatiebestand<br />

uit gegevens van de NGII met een zeer<br />

elegante methodiek <strong>voor</strong> mutatie signalering. Binnen<br />

het NGII-thema is i.s.m <strong>Geo</strong>novum ook het<br />

“Framework van <strong>Geo</strong>-standaarden” ontwikkeld dat<br />

beantwoord aan de eisen van INSPIRE en dat door<br />

de Overheid (het GI-Beraad) als landelijk verplichte<br />

standaard is vastgesteld. T.b.v. de uitvoering van<br />

de Europese KaderRichtlijn Water is een grensoverschrijdende<br />

geo-informatie infrastructuur met<br />

Duitsland ontwikkeld. Voor het monitoren van de<br />

nationale en de internationale GII 4 ontwikkelingen<br />

is een assessment framework ontwikkeld.<br />

Ook de innovatie van softwarecomponenten heeft<br />

binnen de NGII aandacht gekregen: er zijn nieuwe<br />

data-structuren <strong>voor</strong> 3D topgrafie ontwikkeld; er is<br />

een datamodel ontwikkeld <strong>voor</strong> de integratie van<br />

geologische en bodemkundige gegevens (IMBOD).<br />

De technologische component van de NGII is verder<br />

ingevuld door o.a. de ontwikkeling van een op<br />

de nieuwe generatie multimedia gebaseerde geodatabase<br />

infrastructuur en van real-time data inwinning<br />

door sensor-webs. Dit laatste project is in<br />

samenwerking met het Bsik-programma LOFAR<br />

uitgevoerd.<br />

De gebruiks<strong>voor</strong>waarden van geo-data en de organisatie<br />

van het geo-werkveld zijn geïnventariseerd<br />

en <strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> veranderingen zijn geagendeerd.<br />

Zie daar<strong>voor</strong> o.a. de door <strong>RGI</strong> en <strong>Geo</strong>novum<br />

uitgewerkte Beleidsnota GIDEON – Basis<strong>voor</strong>ziening<br />

geo-informatie Nederland: Visie en<br />

implementatiestrategie 2008-2011 (VROM 2008).<br />

Met de uitvoering van het thema NGII is een fun-<br />

Min. Defensie; Min. LNV; Min. OCW;<br />

Min. VROM; Prov. Flevoland; Prov.<br />

Gelderland; Prov. Limburg; Prov. N.<br />

Brabant; Prov. Overijssel; Gem. Groningen;<br />

Gem. ’s-Hertogenbosch; Gem.<br />

Leeuwarden; Gem. Nijmegen; Gem.<br />

Rotterdam; Gem. Sint-Michielsgestel;<br />

Gem. Tiel; Gem. Tilburg; Gem.<br />

Utrecht; Gem. Utrechtse Heuvelrug;<br />

Gem. Zwolle; Waterschap Rivierenland.<br />

Niet-commerciële organisaties en instellingen:<br />

De Vlinderstichting; Floron; RAVON;<br />

SOVON Vogelonderzoek Nederland;<br />

Commerciële organisaties en bedrijven:<br />

Actors BV; Aerodata; Agrisearch<br />

Equipment; Agroportal; Arcadis; ArcheoPro;<br />

Atlis <strong>Informatie</strong>systemen;<br />

Brabant Water; Bedrijvenplatform <strong>Geo</strong>-<br />

<strong>Informatie</strong>; Bentley Systems Netherlands;<br />

Bridgis; Capgemini; Covalent<br />

ITS; CycloMedia; DANS; Dataland;<br />

Deloitte Consulting; DHV; Ecorys; Eijkelkamp;<br />

Envidat; ESRI; Fugro; <strong>Geo</strong>business<br />

NL; <strong>Geo</strong>grafiek; Grontmij;<br />

Imagem; ISRIC; Kragten; KPN Telecom;<br />

Luchthaven Schiphol; Medusa<br />

Explorations; NCAR; Navteq; Ned-<br />

Graphics; NEO BV; Nieuwland; Oracle;<br />

Oranjewoud; PCRaster Environmental<br />

Software; Royal Haskoning;<br />

Simpact; Stichting RIONED; Tauw;<br />

TerraImaging; The SmartAgent Company;<br />

Toposcopie; UNIDATA; Van der<br />

Valk + de Groot; VB Ecoflight, Vexcel<br />

Nederland; Vitens.<br />

Buitenlandse partners:<br />

Aachen Universität; Harvard University;<br />

Katholieke Universiteit Leuven; TU<br />

Dresden; TU Wenen; University of<br />

Glamorgan; City University London;<br />

University College London; University<br />

of Melbourne; University of York.<br />

Dept. of Nat. Res. And Water (Australia);<br />

Ministerium für Umwelt und Naturschutz,<br />

Landwirtschaft und Verbraucherschutz<br />

NRW; <strong>Geo</strong>logischer Dienst<br />

NRW; Infrastructure LLC (USA); IMAA-<br />

CNR (Italië); Joint Research Centre<br />

(EC-JRC); <strong>Geo</strong>connections (Canada);GSDI<br />

Association (USA).<br />

Ludvig Emgard Cy. (Zweden); Wallingford<br />

Software.<br />

4 GII: <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur; de internationale term is Spatial Data Infrastructure, SDI.<br />

∗ thans Deltares<br />

10


dament gelegd en een opbouw gerealiseerd. De<br />

uitvoering van het <strong>RGI</strong>-programma heeft tevens<br />

geresulteerd een breed maatschappelijk netwerk<br />

van ‘supporters’ <strong>voor</strong> de idee van een NGII. Met de<br />

vaststelling van de Nota GIDEON is de voltooiing<br />

en overheidsbrede ingebruikname van de NGII in<br />

principe vastgelegd. Het is nu aan de nationale<br />

overheid om het initiatief over te nemen en de NGII<br />

te voltooien en in te voeren.<br />

1.2.5 Thema Wetenschappelijk onderzoek (WETENSCHAP)<br />

5 Wetenschappelijk onderzoek (WETENSCHAP):<br />

Het <strong>RGI</strong>-thema WETENSCHAP heeft geen ‘eigen’<br />

projecten en ook geen ‘eigen’ budget. Alle projecten<br />

(en pilots) van het thema Wetenschappelijk<br />

Onderzoek behoren immers tevens tot één van de<br />

drie vraaggestuurde <strong>RGI</strong>-thema’s (OOV, ROI of<br />

COL) dan wel tot het aanbodgestuurde thema<br />

NGII. Binnen die thema’s bevinden zich projecten<br />

met een sterk wetenschappelijke component, zoal<br />

bijv. een promotie-onderzoek. Deze (gedeelten van<br />

) projecten zijn via het thema Wetenschappelijk<br />

Onderzoek apart aangestuurd. De universiteiten en<br />

publieke onderzoeksinstellingen hebben bij de start<br />

van <strong>RGI</strong> afgesproken om hun inspanningen en<br />

middelen te focussen. De uitgangspunten daarbij<br />

waren: verdere versterking van die onderwerpen<br />

waar Nederland al sterk in is, en daarnaast onderwerpen<br />

waaruit de Nederlandse maatschappij veel<br />

profijt kan behalen. Het <strong>RGI</strong>-thema Wetenschappelijk<br />

Onderzoek was derhalve gericht op 4 speerpunten:<br />

(1) <strong>Geo</strong>-informatie en samenleving; (2) <strong>Geo</strong>informatie<br />

infrastructuurconcepten; (3) Mensmachine<br />

interactie; (4) <strong>Ruimte</strong>-tijd modellering (4).<br />

(1) Binnen het speerpunt <strong>Geo</strong>-informatie en samenleving<br />

is o.a. gewerkt aan: Een automatische<br />

methodiek om multi-inzetbare basiskaarten te ‘generaliseren’<br />

uit topografische kaarten (promoties<br />

Poppe en Foerster, ITC Enschede); Een geoinformatie<br />

infrastructuur <strong>voor</strong> het landelijk gebied<br />

(met o.a. GIS-applicaties <strong>voor</strong> uitwisseling van perceel-<br />

en gewasinformatie – onderzoek van De<br />

Bruin en Castelein, WUR); GIS-toepassingen t.b.v.<br />

beleidsontwikkeling en planning van de uitvoering<br />

(promotie Moody – EUR); Het gebruik van location<br />

based services van individugebonden gegevens<br />

(irisscan, vingerafdruk) t.b.v. het locaal bestuur<br />

(promotie Van Ooijen – U Tilburg); Ondersteuning<br />

van een multi-actoren RO-planningsproces met<br />

gaming software / ontwikkeling van de tool Simlandscape<br />

(promotie Slager – TUE); Ontwikkeling<br />

van geo-risico waarschuwingssysteem (geobepaalde<br />

risico’s) t.b.v. RO planning (promotie<br />

Neuvel – WUR).<br />

(2) Binnen het speerpunt <strong>Geo</strong>-informatie infrastructuurconcepten<br />

is o.a. gewerkt aan: Een raamwerk<br />

ter beoordeling van NGII’s – status en functioneren<br />

(promotie Grus – WUR); Een studie van de ontwikkeling<br />

van NGII’s als een cultureel en organisatorisch<br />

bepaald proces (promotie Koerten – TU<br />

Delft); De afstemming van geo-informatie (content<br />

11-01-<br />

2005<br />

01-03-<br />

2009<br />

Themacoördinator:<br />

Dhr. prof.dr. A. Bregt (WUR-CGI)<br />

Deelnemende groepen (deze zijn<br />

<strong>voor</strong> dit deelproject beperkt tot de instellingen<br />

<strong>voor</strong> hoger onderwijs en<br />

wetenschap en de publieke R&D instellingen):<br />

Onderwijs- en wetenschapsinstellingen:<br />

Erasmus Univ. R’dam; ITC Enschede;<br />

TU Eindhoven; TU Delft; Univ. v.<br />

A’dam; Univ. v. Tilburg; Univ. Utrecht;<br />

VU A’dam; WUR.<br />

Publieke (onderzoeks)instituten en<br />

organisaties:<br />

Alterra; CWI (NWO), EARS; <strong>Geo</strong>delft*;<br />

KNMI; LOFAR/ASTRON; NLR; RIVM;<br />

SRON; Stichting Wetenschappelijke<br />

Atlas van Nederland; TNO; WL|Delft<br />

Hydraulics ∗ .<br />

Buitenlandse partners:<br />

City University of London; Imperial<br />

College of Science - Technology and<br />

Medicine (London); KU Leuven; Leibniz<br />

Universität; TU Dresden; TU Wenen;<br />

University of Calgary; University<br />

College of London; University of Glamorgan;<br />

University of Melbourne; University<br />

of York; TU Dresden.<br />

ESA; Joint Research Centre (EC-<br />

JRC); GSDI Association (USA);<br />

COGIT Laboratoire IGN; IMAA-CNR<br />

(Italië).<br />

∗ thans Deltares<br />

11


en verstrekking) op de cyclus van weg-en waterbouwprojecten<br />

(promotie Tegtmeier – ITC Enschede).<br />

De toevoeging van de derde dimensie aan een<br />

topografische database met behulp van lasser<br />

scanner data (promotie Oude Elberink – TU Delft);<br />

(3) Binnen het speerpunt Mens-machine interactie<br />

is o.a. gewerkt aan: De toevoeging van de diepte<br />

dimensie aan topografische databases: 3D Topografie<br />

<strong>voor</strong> wegen en gebouwen (promotie Penninga<br />

– ITC Enschede).<br />

(4) Binnen het speerpunt <strong>Ruimte</strong>-tijd modellering is<br />

o.a. gewerkt aan: Een virtual reality tool <strong>voor</strong> stedelijke<br />

planning (promotie Shi Pu – ITC Enschede);<br />

De ontwikkeling van een geo-informatiemodel dat<br />

de veranderingen in landgebruik in kaart brengt en<br />

kan simuleren t.b.v. beleidsscenario’s (promotie<br />

Van Schrojenstein Lantman – WUR); en aan: Een<br />

methodiek <strong>voor</strong> de verstrekking van geo-informatie<br />

op variabele schaal – “Moveable Maps” (promotie<br />

Meijers – TU Delft).<br />

De keuze om de PhD-onderzoeken te laten uitvoeren<br />

als onderdeel van grotere <strong>RGI</strong>-projecten heeft<br />

er toe geleid dat de binnen deze fundamentele<br />

promotiestudies ontwikkelde algoritmes, methodieken,<br />

systemen etc. konden direct worden ingezet in<br />

de op toepassing in de praktijk gerichte onderdelen<br />

van de betreffende <strong>RGI</strong>-projecten (een directe link<br />

tussen GI-science en GI-practice).<br />

2. Realisatie mijlpalen<br />

2a: Output thema OOV<br />

Mijlpalen <strong>voor</strong> het thema Openbare Orde en<br />

Veiligheid (OOV)<br />

1 Een (1) studie die de vraag naar GI in beeld<br />

brengt.<br />

2 Een (1) deelinfrastructuur die wordt ingebed in de<br />

NGII.<br />

3 In één (1) nieuw toepassingsveld wordt GI op<br />

pilotbasis gebruikt <strong>voor</strong> maatschappelijke vraagstukken.<br />

(dit streefdoel van 1 toepassingveld is in<br />

dit thema overschreden).<br />

Status en inhoudelijk resultaat<br />

De vraag naar de behoefte aan geo-informatie binnen het<br />

gebied van Openbare Orde en Veiligheid is beantwoord in het<br />

project <strong>RGI</strong>-001 <strong>Geo</strong>grafische dimensies van risicomanagement,<br />

een definitiestudie waarin de (informatie)behoeften van<br />

de betrokken actoren zijn geïnventariseerd.<br />

Binnen het thema OOV is de deelinfrastructuur GDI4DM<br />

(<strong>Geo</strong>-spatial Data Infrastructure for Disaster Management)<br />

ontwikkeld en beschikbaar gemaakt <strong>voor</strong> inbedding in de<br />

NGGI. Het betreft een ruimtelijke datainfrastuctuur ontwikkeld<br />

in project <strong>RGI</strong>-239, <strong>voor</strong> gebruik bij rampenbestrijding op regionaal<br />

niveau met de nadruk op generieke services, dynamisch<br />

informatiebeheer en interfaces <strong>voor</strong> de verschillende<br />

gebruikersgroepen.<br />

In het project <strong>RGI</strong>-123 is een mobiele IT-werkplek / dataterminal<br />

<strong>voor</strong> gebruik op uitrukvoertuigen (brandweer / ambulances<br />

/ politie e.d.) met raadpleegfunctionaliteit <strong>voor</strong> alle relevante<br />

informatiebestanden, ontwikkeld en met succes als<br />

pilot ingezet. In het project <strong>RGI</strong>-147 is de inzet uitgetest van<br />

een onbemande helikopter <strong>voor</strong> het maken en uitwerken van<br />

digitale luchtfoto’s van een rampgebied binnen enkele uren<br />

nadat een ramp zich heeft <strong>voor</strong>gedaan, en het beschikbaar<br />

stellen van deze gegevens aan de OOV diensten binnen hun<br />

eigen digitale netwerken <strong>voor</strong> hun eigen GIS applicaties. Er is<br />

inmiddels een bedrijf opgericht, “<strong>Geo</strong>copter” dat deze projectresultaten<br />

vermarkt.<br />

Nadere toelichting op de realisatie van de mijlpalen <strong>voor</strong> het thema OOV<br />

12


In de OOV-projecten zijn goede resultaten zijn geboekt. Het effect daarvan zou nog aanzienlijk versterkt<br />

kunnen worden wanneer door de diverse instellingen en diensten binnen de OOV-sector, bij de toepassing<br />

van deze resultaten afstemming en samenhang gerealiseerd zou kunnen worden. Helaas vormen belangentegenstellingen<br />

daarbij nog te vaak een belemmering. Om de behaalde resultaten optimaal te benutten zal in<br />

de periode post-<strong>RGI</strong> ook veel energie en aandacht gericht moeten worden op de inhoudelijke koppeling van<br />

de gerealiseerde resultaten. Door een effectieve verbinding te leggen tussen de resultaten van de studies en<br />

de operationele toepassingen kan een product worden neergezet waarmee we de eerstelijns hulpverlening<br />

sterk kunnen verbeteren. Hier ligt dan ook de uitdaging <strong>voor</strong> het vervolgtraject, <strong>voor</strong> de centrale overheid en<br />

de lagere overheden maar ook <strong>voor</strong> de deelnemende marktpartijen. Het mag duidelijk zijn dat een succesvolle<br />

implementatie van de <strong>RGI</strong>-resultaten binnen het thema OOV een niet vrijblijvende samenwerking vereist.<br />

2b: Output thema ROI<br />

Mijlpalen <strong>voor</strong> het thema <strong>Ruimte</strong>lijke Ordening<br />

en Infrastructuur (ROI)<br />

1 Studies (3) die de vraag naar GI in beeld brengen.<br />

2 Een (1) deelinfrastructuur die wordt ingebed in de<br />

NGII.<br />

3 Een (1) GI-toepassing in de interactie burgeroverheid<br />

binnen het gebied van <strong>Ruimte</strong>lijke Ordening<br />

en Inrichting.<br />

Status en inhoudelijk resultaat<br />

De behoefte aan geo-informatie binnen het gebied van <strong>Ruimte</strong>lijke<br />

Ordening en Inrichting (incl. agrarische planning) is<br />

geïnventariseerd: in de definitiestudie van het project <strong>RGI</strong>-<br />

003, Virtueel Nederland (een inventarisatie van de informatiebehoeften<br />

van de actoren binnen ROI); in het project <strong>RGI</strong>-023<br />

LUMOS, een definitiestudie het gebruik en de vraag naar de<br />

bestaande ‘land use modelling systems’ in kaart heeft gebracht;<br />

en (t.b.v. de agrarische planning) in de definitiestudie<br />

van het project <strong>RGI</strong>-004 GEOBoer, waarin de behoefte aan<br />

een geo-informatieinfrastructuur <strong>voor</strong> het landelijk gebied is<br />

onderzocht.<br />

In het project GEOBoer (<strong>RGI</strong>-004) is als onderdeel van de<br />

NGII, een open geo-informatie infrastructuur ontwikkeld waarbinnen<br />

de digitale uitwisseling wordt gefaciliteerd van perceelsinformatie,<br />

incl. geometrie (kaartmateriaal) tussen de<br />

Bedrijfs Management Systemen van de agrariërs en het perceelsinformatiesysteem<br />

van de Dienst Regelingen van LNV.<br />

In het project Speelruimte met Simlandscape (<strong>RGI</strong>-101) worden<br />

scenariomodellen, multi-actor procesmodellen, ontwerptools<br />

en GIS gecombineerd. Op basis van een “visuele” typologie<br />

van kavels wordt het mogelijk een pakkend beeld samen<br />

te stellen van wat een toekomstig ruimtelijke inrichtingscenario<br />

kan betekenen <strong>voor</strong> een gebied. De Simlandscape tool<br />

biedt een praktisch hulpmiddel bij de interacties tussen (lokale)<br />

overheden, eigenaren, projectontwikkelaars en andere<br />

betrokkenen.<br />

Nadere toelichting op de realisatie van de mijlpalen <strong>voor</strong> het thema ROI<br />

ROI was geconcentreerd op een relatief beperkt aantal onderwerpen en heeft daarin ook echt <strong>voor</strong>tgang en<br />

blijvend resultaat kunnen boeken, mede vanwege een goede aansluiting op het overheidsprogramma dat<br />

<strong>voor</strong>tkomt uit de nieuwe Wet <strong>Ruimte</strong>lijke Ordening; ook de aansluiting op de agrarische sector bood kansen.<br />

De projecten die het genereren en het gebruik van digitale ondergronden betroffen, leverden tevens een bijdrage<br />

aan een systeemwijziging, namelijk het digitaliseren van ruimtelijke plannen zoals dat in de nieuwe<br />

Wet RO vereist is. Ook zullen de uitkomsten van de <strong>Geo</strong>Boer projecten waardoor de <strong>voor</strong> agrarische bedrijven<br />

verplichte opgave van gewassen via <strong>Geo</strong>-ICT kan geschieden, een grote verandering teweeg brengen<br />

in die bedrijfsvoering en bij de verwerking van de gewasopgaven door de overheid. Ook bij andere ROIprojecten<br />

zijn de gebruikers met de resultaten aan de slag gegaan: Boeren van de vereniging Agribase hebben<br />

m.b.v. de inzet van GPS hun administratieve lasten substantieel verminderd. De binnen het thema ROI<br />

behaalde projectresultaten kunnen grote veranderingen teweeg brengen in de agrarische bedrijfsvoering en<br />

de administratieve controle daarop door de overheid.<br />

13


2c: Output thema COL<br />

Mijlpalen <strong>voor</strong> het thema Consumenten en<br />

Leerlingen (COL)<br />

1 Een studie (1) die de vraag naar GI in beeld<br />

brengen (het streefdoel van deze mijlpaal, 1 studie,<br />

is hier overschreden).<br />

2 Een deelinfrastructuur (1) ingebed in de NGII<br />

(totaal 5).<br />

3 Twee GI-toepassingen (2) in de interactie burger-overheid.<br />

4 In twee nieuwe toepassingsvelden (2) wordt GI<br />

op pilotbasis gebruikt <strong>voor</strong> maatschappelijke<br />

vraagstukken. (het streefdoel van deze mijlpaal –<br />

2 gerealiseerde pilots – is ruimschoots overschreden.).<br />

Status en inhoudelijk resultaat<br />

De vraag naar geo-informatie van leerlingen en consumenten/burgers<br />

manifesteert zich <strong>voor</strong>al op de markt. Aspecten<br />

van deze complexe marktvraag zijn in diverse <strong>RGI</strong>-projecten<br />

behandeld: Het project EduGIS (<strong>RGI</strong>-022) , richt zich op de<br />

vraag naar digitale (zo mogelijk interactief gepresenteerde)<br />

geografische informatie (informatie die op digitale kaartondergronden<br />

verstrekt kan worden) in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs. In<br />

het project “Verkenningen van innovaties bij <strong>Geo</strong>-standaarden<br />

<strong>voor</strong> NGII” (<strong>RGI</strong>-116) is het ‘Framework’ van standaarden<br />

t.b.v. de NGII ontwikkeld; daarbij is echter tevens de behoefte<br />

aan GI-standaarden in het onderwijs in beeld gebracht. In het<br />

project “<strong>Geo</strong>-data, van verstrekking naar toegang − een verkenning<br />

naar de organisatorische, juridische en financiële<br />

belemmering bij de toegankelijkheid van geo-data” (<strong>RGI</strong>-117)<br />

is ook de vraag vanuit de consumenten/burgers meegenomen.<br />

Voorts is in de diverse <strong>RGI</strong>-definitiestudies waar dat van<br />

toepassing was de particuliere vaag naar geo-informatie systemen<br />

en/of tools behandeld.<br />

In het project EduGIS (<strong>RGI</strong> 022) is <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />

een Educatief GIS portaal ontwikkeld met ruim 160<br />

digitale kaartlagen met thematische informatie over tal van<br />

onderwerpen (milieu, landbouw, klimaat, aardse risico’s etc.),<br />

dit portaal is onderdeel van de NGII.<br />

In het project Sense of the City (<strong>RGI</strong>-173) is een digitaal rollenspel<br />

ontwikkeld dat de bewoners en ruimtegebruikers van<br />

de stad Eindhoven intensief betrekt bij de beleving van de<br />

ambiance van de stad. Sense of the City is gebaseerd op een<br />

vrij toegankelijk GIS-systeem (<strong>Geo</strong>-gids), waarbij de onderliggende<br />

data en kaarten van de gemeente worden gematched<br />

met ervaringen en belevingen van de bewoners en ruimtegebruikers<br />

in de stad.<br />

In het project BurgerGIS (<strong>RGI</strong>-206) is binnen de website van<br />

de gemeente Tilburg een generieke module ontwikkeld <strong>voor</strong><br />

het raadplegen, op een ondergrond van basisgeometrie<br />

(GBKN 5 , luchtfoto, stratenplan, etc.), van alle ruimtelijke informatie,<br />

zoals: bestemmingsplannen, publiekrechtelijke beperkingen,<br />

bouwaanvragen, milieu informatie, verkeer, ruimtelijke<br />

(her)inrichtingsplannen, etc.<br />

In het project <strong>RGI</strong>-246 is een ‘natuurkalender’ ontwikkeld: een<br />

nationale interactieve website <strong>voor</strong> het dagelijks monitoren,<br />

<strong>voor</strong>spellen en beheren van informatie over ontwikkelingen in<br />

de natuur waaronder gezondheidsrisico’s uit de natuur (hooikoorts,<br />

tekenbeten, eikenprocessierups etc.).<br />

Project <strong>RGI</strong>-253 heeft een service ontwikkeld <strong>voor</strong> met name<br />

ouderen en minder validen om met behulp van een mobiele<br />

telefoon met hogesnelheidsverbinding (UMTS), met een ‘video-call’<br />

om hulp te vragen bij een helpdesk waarbij er dus<br />

visueel contact is met de helpdesk zodat er efficiënter geholpen<br />

kan worden.<br />

In het project <strong>RGI</strong>-156 (Digitale wichelroede) is met behulp<br />

6<br />

van LBS -technologie, een locatie-specifieke mobiele informatieservice<br />

<strong>voor</strong> educatief toerisme opgezet (informatie over<br />

hunebedden e.d. ter plekke op de mobiele telefoon).<br />

Project <strong>RGI</strong>-169 (Kunst-o-Pedia) heeft een platform gerealiseerd<br />

<strong>voor</strong> het geocoderen van kunst in de openbare ruimte<br />

op basis van open GIS en Cidoc-CRM standaarden en heeft<br />

dit platform ontsloten <strong>voor</strong> een breed publiek dat daarmee<br />

een mobiele toegang krijgt tot databases over kunst in de<br />

openbare ruimte met de mogelijkheid om zelf informatie toe te<br />

5 GBKN: Grootschalige BasisKaart Nederland<br />

6 LBS: Location Based Services<br />

14


Nadere toelichting op de realisatie van de mijlpalen <strong>voor</strong> het thema COL<br />

voegen.<br />

In het project <strong>RGI</strong>-102 (Verkeersverwachting) zijn twee unieke<br />

historische databases in tijd en ruimte met elkaar gecombineerd:<br />

de tijdreeksen <strong>voor</strong> het weer (op 2,5 bij 2,5 km grid uit<br />

Meteo Consult’s weerdatabase) en de tijdreeksen van reistijden<br />

op alle belangrijke wegen in de provincie Noord-Brabant<br />

(van LogicaCMG’s wereldwijd unieke Mobile Traffic Services).<br />

Het resultaat bestaat uit een set van algoritmen die in tijd en<br />

ruimte het verband leggen tussen weer en verkeer wat een<br />

belangrijke stap <strong>voor</strong>waarts is in het maken van een weerverkeersverwachting.<br />

Project <strong>RGI</strong>-190 (Simclimate) heeft een GIS opgezet waarin<br />

(1) de bekende Nederlandse natuurlijke klimaatarchieven (afzettingen<br />

in de ondergrond die geschikt zijn <strong>voor</strong> gedetailleerde<br />

paleoklimaat- en milieuanalyses) zijn vastgelegd en (2) de<br />

afgeleide paleomilieu- en -klimaatreeksen grafisch worden<br />

weergegeven. Zulke reconstructies van de geschiedenis van<br />

het klimaat kunnen inzicht verschaffen inzicht in de toekomstige<br />

ontwikkelingen. Met dit project verkrijgt de wetenschap<br />

en het publiek een laagdrempelige toegang tot deze informatie.<br />

Toen het <strong>RGI</strong>-programma vijf jaar geleden van start ging werd geo-informatie slechts op zeer beperkte<br />

schaal toegepast in het basis- en <strong>voor</strong>tgezet onderwijs. De beschikbaarheid van en de mogelijkheid om bewerkingen<br />

uit te voeren op ingewikkelde geo-data, en het beschikbaar zijn van applicaties en lesmodules,<br />

zijn noodzakelijke <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> het gebruik van geo-informatie in de klas. Vanuit het <strong>RGI</strong> programma is<br />

hierin in belangrijke mate <strong>voor</strong>zien (bij<strong>voor</strong>beeld via het project <strong>RGI</strong>-022, Edugis). De digitale verstrekking<br />

van kennis vanuit de wetenschap en de professionele praktijk aan docenten en leerlingen heeft zich inmiddels<br />

als routine ontwikkeld (bij<strong>voor</strong>beeld via het project <strong>Geo</strong>Week, <strong>RGI</strong>-164). Bij een breed publiek is via de<br />

KRO-jeugdtelevisie in een programma waarin het gebruik van geo-informatie centraal staat en met een<br />

daaraan gekoppelde educatieve website, kennis overgedragen over de gebruiksmogelijkheden en de werking<br />

van geo-informatie (het project Dropzone, <strong>RGI</strong>-323). Er is een stevig netwerk met het reguliere onderwijsveld<br />

ontstaan rond de projecten van die personen uit de <strong>Geo</strong>-sector die zich met onderwijs en <strong>voor</strong>lichting<br />

bezighouden. Verder heeft het <strong>RGI</strong>-thema COL geresulteerd in best practices <strong>voor</strong> (elektronische)<br />

communicatie tussen overheid en burger (de projecten <strong>RGI</strong>-206, BurgerGis, en <strong>RGI</strong>-173, Sense of the City).<br />

Binnen het <strong>RGI</strong> programma ontwikkelde toepassingen vinden inmiddels hun weg naar de markt (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

BurgerGis).<br />

2d: Output thema NGII<br />

Mijlpalen <strong>voor</strong> het thema Nationale <strong>Geo</strong>-<br />

<strong>Informatie</strong> Infrastructuur (NGII)<br />

1 NGII uitgekristalliseerd in samenhangend concept<br />

(instrument <strong>voor</strong> coördinatie NGII).<br />

2 Innovatieve ontsluitingsconcepten en mechanismen<br />

<strong>voor</strong> clearinghousefunctie.<br />

Status en inhoudelijk resultaat<br />

Het NGII-concept is met vijf binnen <strong>RGI</strong> ontwikkelde ‘building<br />

blocks’ [te weten: Data (1), Standaarden (2), Technologie (3),<br />

Beleid (4), Mensen (5)] ingevoerd in het programma van de<br />

Beleidsnota GIDEON die gebruik maakt van het gedachtegoed<br />

en de ervaringen van een breed scala van <strong>RGI</strong>projecten.<br />

Ook heeft de <strong>Geo</strong>-sector de toekomstige geoinnovatieagenda<br />

neergelegd in het FES 7 proposal Nederland<br />

<strong>Geo</strong>land (<strong>RGI</strong>-420).<br />

De ontsluitingsconcepten <strong>voor</strong> het NGGI en de mechanismen<br />

<strong>voor</strong> de clearinghousefunctie zijn ontwikkeld in de projecten<br />

<strong>RGI</strong>-006, <strong>Geo</strong>loketten (de realisatie van een raamwerk <strong>voor</strong><br />

een netwerkstructuur <strong>voor</strong> geo-portals, en een netwerk van<br />

geo-portals dat laagdrempelige toegang tot geo-informatie<br />

biedt, en een model <strong>voor</strong> de verbetering van de toegang tot<br />

geo-informatie); <strong>RGI</strong>-111, Nationale atlas (de realisatie van<br />

een prototype van de 3 e editie van de Nationale Atlas in een<br />

7 FES: Via het Fonds Economische Structuurversterking (FES) van de Nederlandse Rijksoverheid wordt een gedeelte<br />

van de aardgasbaten beschikbaar gemaakt <strong>voor</strong> de financiering van investeringsprojecten die beogen de economische<br />

structuur van Nederland te versterken.<br />

15


geodatainfrastructuuromgeving waarbij de atlas functioneert<br />

als visuele samenvatting van, en interactieve toegang tot,<br />

beschikbare geodata en geodiensten); en in <strong>RGI</strong> 413, Verankering<br />

<strong>RGI</strong>-resultaten (o.a. door de ontwikkeling van een<br />

INSPIRE portaal en een Nationaal georegister). De resultaten<br />

zijn geland bij <strong>Geo</strong>novum en worden verder geïntegreerd in<br />

het Overheidsinitiatief Publieke Dienstverlening Op Kaart<br />

(PDOK).<br />

3 Groeipad NGII met aanpak obstakels in beeld. Het NGII groeipad is op hoofdlijnen beschreven in de Beleidsnota<br />

GIDEON; de daarbij te nemen obstakels zijn in<br />

beeld gebracht in project <strong>RGI</strong>-117 (de inventarisatie van de<br />

organisatorische, juridische en financiële obstakels m.b.t. de<br />

toegankelijkheid van geo-data; ontwikkeling van <strong>voor</strong>stellen<br />

<strong>voor</strong> oplossingen en de agendering daarvan in de bestuurlijke<br />

gremia). De vereiste monitoring van de NGII is uitgewerkt in<br />

<strong>RGI</strong>-005 (de realisatie van een assessment framework <strong>voor</strong><br />

NGII’s waarin de kernaspecten van een NGII worden geïdentificeerd<br />

en in samenhang worden onderzocht en tevens periodiek<br />

de wereldsituatie worden “gemeten” (dit levert een mondiale<br />

referentie op waarmee de Nederlandse situatie wordt<br />

vergeleken)). Dit wordt inmiddels in de praktijk ingezet in de<br />

monitoring van Gideon. Daarnaast zijn in andere projecten<br />

diverse ontwikkelingslijnen uitgewerkt op gebieden als: automatische<br />

mutatiesignalering; de schaalproblematiek; de problematiek<br />

van onzekere (‘fuzzy’) objecten; het gebruik van<br />

sensoren als databronnen; de optuiging van een multimediale<br />

geodatabase infrastructuur; en het inzetten van geoinformatie<br />

in relaties tussen overheid en burgers bij de aanpak<br />

van maatschappelijke problemen.<br />

4 Deelinfrastructuren (5) ingebed in de NGII (het<br />

streefdoel van 5 deelinfrastructuren is overschreden).<br />

5 NGII: 75 % van het GI Kennisveld kent het concept<br />

en onderschrijft het belang.<br />

De volgende deelinfrastructuren zijn gerealiseerd en ingebed<br />

in de NGII: De NODCi (de nationale infrastructuur <strong>voor</strong> ontsluiting<br />

van oceanografische en mariene Data en <strong>Informatie</strong><br />

die is uitgewerkt in project <strong>RGI</strong>-014); Het CWMI portal (van<br />

het Crossborder Water Management Initiative tot een grensoverschrijdend<br />

web portal met ondergrond- en grondwatergegevens<br />

van weerszijden van de Duits-Nederlandse grens dat<br />

is uitgewerkt in <strong>RGI</strong>-010); De BRO (de BasisRegistratie Ondergrond<br />

Nederland die is <strong>voor</strong>bereid in het project <strong>RGI</strong>-154<br />

en waarvan de introductie inmiddels is vastgelegd in een principebesluit<br />

van de Overheid); ADAGUC (Atmospheric Data<br />

Access for the <strong>Geo</strong>spatial User Community, een door het<br />

KNMI beheerde geo-infrastructuur waarin ruimtelijke atmosferische<br />

datasets beschikbaar worden gesteld <strong>voor</strong> verwerking<br />

in GIS-applicaties – ADAGUC is ontwikkeld in project <strong>RGI</strong>-<br />

184); GIMCIW (<strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Management <strong>voor</strong> Civieltechnische<br />

Infrastructurele Werken, een metadata-portal dat<br />

garant staat <strong>voor</strong> beschikbaarheid, vindbaarheid, toegankelijkheid,<br />

bruikbaarheid en integreerbaarheid van de terzake<br />

benodigde geo-informatie en daarmee <strong>voor</strong>ziet in doelgerichte<br />

en efficiënte informatiestromen tijdens de gehele levenscyclus<br />

– planning, ontwerp, realisatie, beheer en weer verlaten – van<br />

grote civieltechnische infrastructurele werken, ontwikkeld in<br />

project <strong>RGI</strong>-029); Voor de publieke beschikbaarstelling van<br />

remote sensing data – luchtfoto’s en hoge-resolutie satellietdata<br />

– is het Remote Sensing knooppunt NGII (van het <strong>Geo</strong>spatial<br />

Data Service Centre van het NLR) ontwikkeld binnen<br />

het project <strong>RGI</strong>-405.<br />

De bekendheid van het concept NGII binnen het vakgebied<br />

van de <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> is gerealiseerd door de PR-activiteiten<br />

rond de uitvoering van het programma, via artikelen en workshops,<br />

via symposia (GIN-<strong>RGI</strong> symposia in 2006 en 2008,<br />

GSDI-<strong>RGI</strong> symposium in 2009), en last but not least via de<br />

groei van het <strong>RGI</strong> deelnemersconsortium waarvan thans vrijwel<br />

alle Nederlandse GI-spelers lid zijn. Uit een in 2007 gehouden<br />

enquête is gebleken dat 95% van het GI-kennisveld<br />

het NGII-concept kent en ondersteund. In het laatste jaar van<br />

<strong>RGI</strong> is een impuls gegeven via het <strong>Geo</strong>reporter Kanaal op<br />

16


6 NGII ingebed in internationale infrastructuren<br />

(INSPIRE).<br />

You Tube waarbij ca 10 000 mensen zijn bereikt, ook internationaal.<br />

Nederland behoort bij de Europese koplopers en speelt een<br />

actieve rol in de uitwerking van INSPIRE. Met het binnen project<br />

<strong>RGI</strong>-116 in samenwerking met <strong>Geo</strong>novum ontwikkelde<br />

Framework <strong>voor</strong> de Nederlandse GII (in definitieve versie 2.0<br />

uitgebracht op 10 december 2007) voldoet de NGII aan de<br />

eisen van INSPIRE 8 ..<br />

Nadere toelichting op de realisatie van de mijlpalen <strong>voor</strong> het thema NGII<br />

De projecten binnen het thema NGII waren op zichzelf niet direct gericht op innovatie maar op het scheppen<br />

van de condities <strong>voor</strong> een innovatief gebruik van geo-informatie. NGII is hét leidende thema van <strong>RGI</strong> vanuit<br />

de gedachte dat een transparante, beschikbare en bereikbare en rijk gevulde geo-informatie-faciliteit de basis<br />

is <strong>voor</strong> allerlei vormen van diensten en producten. De NGII-projecten maken het mogelijk <strong>voor</strong> innovatieve<br />

marktpartijen om onderscheidende oplossingen te bieden <strong>voor</strong> grote problemen of om nieuwe markten<br />

bloot te leggen. Ontsluiting van publieke geo-informatie en koppeling van bestanden is dan ook precies wat<br />

het bedrijfsleven bepleit. De projecten van het thema NGII sluiten naadloos op dat pleidooi aan en dekken<br />

vele invalshoeken daarvan af met zowel de oplevering van specifiek nationale faciliteiten (zoals bij<strong>voor</strong>beeld<br />

een rioleringendatabase) als met het invullen van een internationale trekkersrol in de ontwikkeling van geoinformatiestandaarden.<br />

De VROM nota GIDEON vormt de beleidsmatige verankering van de resultaten van het thema NGII en kan<br />

daarmee worden gezien als een <strong>voor</strong>lopig kristallisatiepunt van de binnen het thema NGII geleverde inspanningen.<br />

De nota GIDEON wijst er op (p. 15) dat blijvende aandacht <strong>voor</strong> ontwikkeling en innovatie nodig is:<br />

“Om voldoende focus en massa in het geo-onderzoek te behouden en tot innovatie te komen is blijvende<br />

samenwerking nodig tussen overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en universiteiten”.<br />

Bij de laatste <strong>RGI</strong>-tenderronde is gebleken dat de <strong>Geo</strong>-sector in staat is verrassende nieuwe methoden op te<br />

pakken om resultaten uit het <strong>RGI</strong> programma maatschappelijk onder de aandacht te brengen: Met een netwerk<br />

van 35 ‘geo-reporters’ (uit bedrijfsleven, overheid en wetenschap) is in korte tijd een internet geocommunity<br />

opgericht die de in <strong>RGI</strong> behaalde resultaten communiceert naar de samenleving. Daar<strong>voor</strong> wordt<br />

gebruik gemaakt van het kanaal Youtube waarop ‘<strong>Geo</strong>report’ inmiddels meer dan 100 korte filmpjes heeft<br />

geplaatst. <strong>Geo</strong>report (www.georeport.nl) opereert thans als een zelfsturende geo-gemeenschap.<br />

2e: Output thema WETENSCHAP<br />

Mijlpalen <strong>voor</strong> het thema Wetenschappelijk<br />

Onderzoek (WETENSCHAP)<br />

1 Nederland op 4 GI speerpunten R&D wereldsubtop.<br />

2 10 Gammawetenschappers actief in GIkennisveld.<br />

3 20 Internationale wetenschappers actief in <strong>RGI</strong>projecten/fora.<br />

Status en inhoudelijk resultaat<br />

Een bibliometrische analyse van publicaties op geoinformatiegebied<br />

gedurende de laatste 9 jaar toont aan dat<br />

het aantal wetenschappelijke publicaties van Nederlandse<br />

auteurs gedurende de looptijd van het <strong>RGI</strong>-programma sterk<br />

is gestegen. Hoewel een direct verband met het <strong>RGI</strong>programma<br />

niet kon worden bewezen, blijkt toch de ambitie<br />

van <strong>RGI</strong>, dat Nederland op geo-informatiegebied een plaats in<br />

de wereldtop inneemt, te zijn vervuld: De Nederlandse GIauteurs<br />

staan thans internationaal op een 5e plaats met het<br />

aantal wetenschappelijke publicaties, en zelfs op een 3e<br />

plaats (na Duitsland en de VS) als het gaat om citatie-impact.<br />

De inhoudelijke verschillen tussen de 4 in binnen het <strong>RGI</strong>thema<br />

genoemde ‘speerpunten’ zijn niet goed te objectiveren.<br />

Een toewijzing van de publicitaire GI-output aan deze ‘speerpunten’<br />

is daarom achterwege gelaten.<br />

Deze mijlpaal is gerealiseerd: Het <strong>RGI</strong>-breed beoogde aantal<br />

gammawetenschappers wordt alleen al binnen de projecten<br />

van het thema Wetenschap ruimschoots overschreden.<br />

Deze mijlpaal is gerealiseerd: Het aantal bij <strong>RGI</strong> betrokken<br />

buitenlandse kennisorganisaties liep gedurende de looptijd<br />

van <strong>RGI</strong> op tot tenminste 28 organisaties, overwegend universiteiten<br />

en publieke kennisinstellingen, die stuk <strong>voor</strong> stuk<br />

met tenminste één wetenschapper in <strong>RGI</strong> participeerden.<br />

8 INSPIRE: De EU-Richtlijn 2007/2/EC (vastgesteld door het Europese parlement en de Raad van ministers op 14 maart<br />

2007) waarin de eisen zijn vastgelegd <strong>voor</strong> de “Infrastucture for Spatial Information in the European Community<br />

(INSPIRE)”.<br />

17


Nadere toelichting op de realisatie van de mijlpalen <strong>voor</strong> het thema WETENSCHAP<br />

Er is vanuit het programma bureau sterk gestuurd op internationale samenwerking. Dat heeft geleid tot een<br />

brede internationale deelname aan <strong>RGI</strong> projecten: Aan het eind van de looptijd van het programma zijn tenminste<br />

28 buitenlands kennisorganisaties bij <strong>RGI</strong> betrokken. Ook zijn er vanuit het programma bureau samenwerkingsafspraken<br />

gemaakt met innovatieve <strong>Geo</strong>-informatieprogramma's in het buitenland. Het betreft<br />

het GEOIDE 9 netwerk uit Canada, het CRC-SI 10 uit Australië en tenslotte het Europese Joint Research Centre<br />

(gevestigd in Italië). Met deze netwerken zijn "best practices", onderzoekers, studenten en onderzoeksresultaten<br />

uitgewisseld. Deze samenwerking heeft geresulteerd in het feit dat momenteel een mondiaal "Network<br />

for Networks" wordt opgericht waarbij de deelnemende landen GI-research agenda's uitwisselen en<br />

afstemmen. Tot dit netwerk zullen ook Duitsland, Zuid-Korea, China en de USA toetreden.<br />

2f Programmabrede kwantitatieve mijlpalen (zie Bijlage 2)<br />

Bijlage 2 bevat een overzicht van de kwantitatieve output. Het behalen van de kwantitatieve mijlpalen werd<br />

tijdens de Midterm Review al positief ingeschat en is aan het eind van het programma ruimschoots bereikt.<br />

2g: Uitstroom van onderzoekers uit de projecten<br />

Binnen het <strong>RGI</strong> programma is geen systematisch informatie verzameld over de uitstroom en het verloop van<br />

alle onderzoekers in de projecten. Wel hebben we zicht op de ontwikkeling en het verloop van de PhD studenten<br />

binnen de <strong>RGI</strong>-projecten. Het algemene beeld is dat de onderzoekers over de gehele looptijd van het<br />

project zeer loyaal aan de projecten hebben gewerkt. Er is weinig tussentijds verloop geweest en na afloop<br />

van het project hebben de meeste onderzoekers binnen de deelnemende organisaties hun werk kunnen<br />

<strong>voor</strong>tzetten of werk kunnen vinden.<br />

Van de 24 PhD studenten die bij de projecten van <strong>RGI</strong> zijn betrokken (zie Bijlage 3) zijn er drie vroegtijdig<br />

gestopt. Van de overigen hebben er inmiddels twee hun PhD onderzoek succesvol afgerond. De resterende<br />

negentien 19 zijn nog met hun proefschrift bezig. De verwachting is dat de meesten dit in 2010 zullen afronden.<br />

Alle betrokken organisatie betalen de PhD studenten het laatste jaar door. Een aantal PhD studenten<br />

heeft, na afloop van de promotie zicht op een aanstelling als Post-doc of universitair docent.<br />

Reflectie<br />

De strategische doelen hebben goed richting gegeven aan de impuls die het programma wilde geven en het<br />

doel “meer bekendheid” werd hierbij in de loop van het programma steeds belangrijker.<br />

De inhoudelijke mijlpalen van het programma zijn alle behaald. Veel is bereikt op de mijlpaal “pilots in nieuwe<br />

toepassingsvelden“ hetgeen de verbreding van geo-informatie goed laat zien. De mijlpaal “NGII als uitgekristalliseerd<br />

concept en instrument <strong>voor</strong> coördinatie geo-informatie<strong>voor</strong>ziening” was een belangrijke,<br />

complexe mijlpaal waar vanaf de start aan is gewerkt. De totstandkoming van Gideon is vanuit <strong>RGI</strong> geagendeerd<br />

en uiteindelijk door VROM samen <strong>RGI</strong>, <strong>Geo</strong>novum en de sector gerealiseerd. Enkele mijlpalen zijn<br />

later opgeleverd dan gepland vanwege de complexiteit, maar uiteindelijk is alles binnen de totale planning<br />

van het programma behaald. Alle kwantitatieve mijlpalen zijn gehaald. Conclusie: de ambities waren hoog<br />

doch realistisch en het programma is breed neergezet en heeft daarom in de volle breedte van de sector<br />

impact gehad. De aangebrachte focus via opzet in kennisthema’s n.a.v. het advies van de Commissie van<br />

Wijzen heeft hierbij positief gewerkt om die breedte te kunnen hanteren.<br />

3. Resultaten en stand van zaken innovatie, valorisatie en verankering<br />

Innovatie<br />

Binnen het <strong>RGI</strong> programma is een onderscheid te maken tussen systeeminnovaties en marktinnovaties.<br />

Door het <strong>RGI</strong> programma zijn de volgende systeeminnovaties gerealiseerd: (1) Er is stevig kenniscluster<br />

geo-informatie in Nederland ontstaan dat bestaat uit een netwerk van samenwerkende kennisinstellingen,<br />

publieke organisaties en bedrijven; (2) De samenwerking tussen bèta- en gamma-disciplines op het domein<br />

9 The GEOIDE network (Canada) aims to create a sustainable networking structure that integrates all sectors of the Canadian<br />

geomatics community. As a result, Canada can continue to play a leading role in geomatics worldwide.<br />

10 CRC-SI: the Cooperative Research Centre for Spatial Information is one of the more than fifty Cooperative Research<br />

Centres (CRC’s) of Australia which bring together researchers from universities, CSIRO and other government laboratories,<br />

and private industry or public sector agencies, in long-term collaborative arrangements which support research and<br />

development and education activities.<br />

18


van geo-informatie is gerealiseerd; (3) Het belang van een goed functionerende geo-informatie infrastructuur<br />

wordt nu breed gedragen en de realisatie ervan is verankerd in nationaal beleid (GIDEON).<br />

De door <strong>RGI</strong> gerealiseerde marktinnovaties is onderwerp geweest van een innovatiescan uitgevoerd door<br />

het onafhankelijk bureau Prisma en Partners (Quickscan Innovativiteit Portfolio <strong>RGI</strong>, Prisma en Partners, 12<br />

juli 2007) <strong>voor</strong> de Midterm review. Succesvolle innovaties kenmerken zich door een hoge score op snelheid,<br />

onderscheid en het vermogen om een nieuwe richting in te slaan (“revolutionariteit”). De innovativiteit van de<br />

<strong>RGI</strong>-portfolio is in deze scan als hoog beoordeeld, omdat een relatief groot aantal projecten voldeed aan de<br />

genoemde kenmerken. Uit de kwalitatieve analyse van een representatieve steekproef van de projecten is<br />

geconcludeerd dat van de ruim 90 projecten er ca. zeven een marktsucces zouden laten zien. In het bedrijfsleven<br />

is het gebruikelijk dat slechts een paar procent van innovatiegerichte projecten daadwerkelijk tot<br />

marktsucces leidt. Aan het eind van het programma blijkt dat van de 7 geïdentificeerde projecten er reeds<br />

een aantal substantiële marktsuccessen (waardecreatie) tot gevolg hebben.<br />

Aanpak verankering en valorisatie<br />

Verankering was reeds bij de start een belangrijk beoordelingsaspect bij de toekenning van subsidies en<br />

kwam onder andere tot uitdrukking in consequente deelname van gebruikers in de projecten. Daarnaast is<br />

verankering als taak belegd bij de themacoördinatoren om de verankering (en valorisatie) van projecten en<br />

thema’s op een hoger plan te brengen. De themacoördinatoren hanteerden daarbij een model om de projecten<br />

in de keten te positioneren, zie de uitvoeringsschema’s in bijlage 4 . Hier is ook te zien dat het merendeel<br />

van de projecten verder zijn gekomen in de verankering dan oorspronkelijk <strong>voor</strong>zien. Dit kwam mede door<br />

investeringen uit de laatste tender die specifiek gericht was op verankering. Een van de meest omvangrijke<br />

projecten uit deze tender betrof het door <strong>Geo</strong>novum uitgevoerde project “Verankering <strong>RGI</strong>-resultaten” (<strong>RGI</strong><br />

413 + 413A) waarin <strong>voor</strong> 15 geselecteerde, veelbelovende <strong>RGI</strong>-projecten specifieke verankeringsactiviteiten<br />

zijn ondernomen en waarmee de link naar het Nationaal <strong>Geo</strong>Register werd versterkt. Het project is zeer geslaagd<br />

en was genomineerd <strong>voor</strong> de <strong>Geo</strong>-Innovatie Award.<br />

Valorisatie (waardecreatie)<br />

Bij de waardecreatie is een onderscheid te maken tussen aantoonbare waardecreatie binnen de looptijd van<br />

het programma en verwachte waardecreatie na afloop van het programma. Aantoonbare waardecreatie is bij<br />

een aantal projecten opgetreden. Het betreft o.a. de Populator (<strong>RGI</strong>-013), Brandweer 100% Mobiel (<strong>RGI</strong>-<br />

123), Mutatis mutandis (<strong>RGI</strong>-027), BurgerGIS (<strong>RGI</strong>-206). Bij al deze projecten hebben de betrokken bedrijven<br />

op basis van <strong>RGI</strong> onderzoek nieuwe diensten en producten kunnen ontwikkelen die een stevige groei<br />

van de omzet van de betrokken bedrijven tot gevolg had (<strong>voor</strong>beelden zijn NEO, CityGIS). Een formule <strong>voor</strong><br />

succes lijkt een combinatie van een innovatief bedrijf in de “lead”, met een kennisinstelling en een goede<br />

gebruikersgroep gericht op een scherp geformuleerde doelstelling. Er is een aantal nieuwe bedrijven ontstaan,<br />

waaronder de <strong>Geo</strong>Copter (innovatieve inwinning) en vestiging van een aantal ZZP-ers rond onder<br />

andere GI-consultancy in de OOV-sector en communicatie in de geo-sector (zij profiteren hierbij van het opgebouwde<br />

netwerk van <strong>RGI</strong>).<br />

Over de verwachte waardecreatie na afloop van het programma kunnen we op dit moment nog geen harde<br />

uitspraken doen, maar we zien ontwikkelingen op de volgende gebieden:<br />

(1) Agrarische sector; vanuit <strong>RGI</strong> zijn een aantal projecten gefinancierd rond precisie landbouw. Vanuit<br />

de agrarische sector worden deze resultaten snel opgepikt en zijn vervolg investeringen gedaan en<br />

in <strong>voor</strong>bereiding.<br />

(2) Interactieve tools <strong>voor</strong> planvorming en burger participatie; de binnen diverse <strong>RGI</strong> projecten ontwikkelde<br />

concepten en prototypes worden door de markt opgepikt en er ontstaan kleine nieuwe bedrijven<br />

die hun diensten aanbieden.<br />

(3) Innovatieve inwinningstechnieken; Binnen diverse <strong>RGI</strong> projecten is geëxperimenteerd met nieuwe<br />

manieren van gegevensinwinning. De betrokken bedrijven zijn bezig de ontwikkelde technologie<br />

verder te ontwikkelen en nieuwe diensten aan te bieden.<br />

Verankering<br />

Het algemene doel van het verankeren is het veiligstellen van de <strong>RGI</strong>-programmaresultaten zodat deze<br />

duurzaam kunnen worden ingezet en verder ontwikkeld. De verankering van <strong>RGI</strong> resultaten heeft veel dimensies<br />

en is te splitsen in: personele verankering, productverankering, beleidsverankering, institutionele<br />

verankering; economische verankering, netwerk verankering en verankering via awareness.<br />

De personele verankering heeft betrekking op het behoud van onderzoekers en PhD’s die actief zijn binnen<br />

<strong>RGI</strong>. Veel onderzoekers zullen na afloop van <strong>RGI</strong> hun onderzoeksactiviteiten <strong>voor</strong>tzetten en uit een gehouden<br />

peiling onder de PhD’s bleek dat de meesten na promotie zicht hebben op een onderzoeks- of UD baan.<br />

19


<strong>RGI</strong> heeft <strong>voor</strong> de productverankering een kennisportaal ontwikkeld. Dit is een statische databank waarin<br />

alle in de <strong>RGI</strong>-projecten behaalde resultaten zijn vastgelegd (www.kennis.rgi.nl). Het portaal is publiek toegankelijk<br />

en blijft nog 3 jaar in de lucht, evenals de programmawebsite www.rgi.nl.<br />

Beleidsverankering <strong>voor</strong> de verder ontwikkeling van de nationale geo-informatie infrastructuur is gerealiseerd<br />

door de beleidsnota GIDEON. Deze nota is samen met VROM en <strong>Geo</strong>novum opgesteld en in 2008 door de<br />

ministerraad en de kamer tot nationaal beleid verklaard.<br />

Institutionele verankering heeft op onderdelen plaatsgevonden. Bij de KNAW-NCG is een subcommissie ingesteld<br />

die de onderzoeksmatige ontwikkeling van de geo-informatie infrastructuur tot taak heeft. Daarnaast<br />

is de (tijdelijke) Stichting arbeidsmarkt <strong>Geo</strong> opgericht, waarin overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen<br />

samenwerken om grote tekorten aan personeel te helpen oplossen. Bij beide institutionele verankeringsactiviteiten<br />

heeft <strong>RGI</strong> een katalyserende rol gespeeld. Verder is het GI-Beraad en <strong>Geo</strong>novum ingesteld.<br />

De economische verankering vindt primaire plaats door bedrijven die, met de binnen <strong>RGI</strong> ontwikkelde kennis,<br />

nieuwe producten en diensten ontwikkelen. Een substantieel aantal projecten (zie ook Valorisatie) zijn<br />

op deze wijze economisch verankerd.<br />

Een zeer belangrijk resultaat van het <strong>RGI</strong> programma is het ontwikkelde netwerk van samenwerkende bedrijven,<br />

overheden, kennisinstellingen en gebruikers. Te verwachten valt dat met de beëindiging van <strong>RGI</strong> dit<br />

netwerk sterk verzwakt. Daarom heeft <strong>RGI</strong> een onderzoek laten uitvoeren met als doel netwerk verankering,<br />

en was daarmee katalysator van een online geonetwerk op LinkedIn.<br />

Tot slot was een van de strategische doelen meer bekendheid <strong>voor</strong> geo-informatie en vond door het vergroten<br />

van geo-awareness verankering plaats. Hierin is zowel vanuit de projecten (<strong>Geo</strong>Week, <strong>Geo</strong>jaar, <strong>Geo</strong>fort,<br />

You Tube kanaal <strong>Geo</strong>reporter) als vanuit de communicatie activiteiten van het programmabureau (onder<br />

andere via de communicatie strategie <strong>Geo</strong> Inside en het eindboek NL GEO 11 ) structureel geïnvesteerd. Tevens<br />

heeft dit geresulteerd in oprichting van de Stichting Centrum <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-Communicatie met als doel<br />

meer kaarten in de pers (www.geocommunicatie.nl).<br />

Vervolg<br />

Tenslotte is geconstateerd dat, ondanks alle verankeringsactiviteiten, er nog voldoende geo-vraagstukken<br />

overblijven die om een stevige netwerk aanpak vragen zoals <strong>RGI</strong> die in de afgelopen jaren heeft gegeven..<br />

Daarom heeft <strong>RGI</strong> eind 2007 een initiatief <strong>voor</strong> een vervolg gestart. Dit heeft geresulteerd in het <strong>voor</strong>stel Nederland<br />

<strong>Geo</strong>land met breed draagvlak en financieel commitment uit het veld. Het <strong>voor</strong>stel is gericht op kennisontwikkeling<br />

en maatschappelijk en economische benutting via een co-creatie aanpak in proeftuingebieden<br />

op vijf maatschappelijke thema’s (zie de managementsamenvatting in Bijlage 3). Dit <strong>voor</strong>stel is ingebracht<br />

in het FES-<strong>voor</strong>stel Delta in Transitie begin 2009, welke is afgewezen. Met het ophouden van <strong>RGI</strong> zijn<br />

de inspanningen vanuit <strong>RGI</strong> op dit vlak gestopt. Vanuit het werkveld worden nu enige lijnen onderhouden om<br />

het onderwerp in te brengen in een nieuwe versie in het FES-thema Aarde Water Klimaat in december 2009.<br />

Nalatenschap kennisthema’s<br />

Binnen de mogelijkheden van <strong>RGI</strong> heeft in elk thema goede verankering plaatsgevonden. In bijlage 4 wordt<br />

ook een blik op de toekomst gegeven <strong>voor</strong> elk kennisthema. De conclusie is als volgt. Zonder vervolgimpuls<br />

op <strong>RGI</strong> zullen aan de vraagkant, met uitzondering van het agro-ICT cluster, de thema’s niet op eigen kracht<br />

doorontwikkelen. Het onderwijs is het meest zorgelijk, hier zullen naar verwachting concreet parels verloren<br />

gaan. Aan de aanbod kant is <strong>voor</strong> de NGII <strong>voor</strong> de korte termijn de verdere implementatie geborgd maar<br />

<strong>voor</strong> de lange termijn is terugval te verwachten door gebrek aan verdere innovatie en kennisontwikkeling.<br />

Tevens is terugval te verwachten in de internationale en wetenschappelijke positie van Nederland. De Gideon<br />

doelstellingen <strong>voor</strong> Kennis, Innovatie en Educatie zullen niet behaald worden zonder vervolg impuls.<br />

Reflectie<br />

Binnen de mogelijkheden van het programma is er ruimschoots gepresteerd op het terrein van innovatie,<br />

valorisatie en verankering. De belangrijkste systeeminnovatie is het netwerk. Economische waardecreatie is<br />

reeds zichtbaar en oogt veelbelovend. Op terrein van verankering zijn projecten verder gekomen dan <strong>voor</strong>zien,<br />

onder andere de laatste tender gericht op verankering. De toekomst oogt echter zorgelijk gezien het tot<br />

op heden uitblijven van een vervolg op <strong>RGI</strong>.<br />

4. Synergie met andere Bsik-projecten<br />

11 Het eindboek NL GEO is een laagdrempelig en toekomstgericht boek waarbij projecten uit <strong>RGI</strong> als <strong>voor</strong>beeld<br />

dienen. Het boek is inmiddels al in herdruk en vindt grote afname bij onder andere overheden en scholen.<br />

Het boek is ook te koop bij het Centrum <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-Communicatie.<br />

20


Reeds ten tijde van de subsidieaanvraag van <strong>RGI</strong> waren er contacten met andere programma’s en participeerde<br />

<strong>RGI</strong> in het “8 <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong>” overleg over de structurering van het Bsik-thema “Kwalitatief Hoogwaardig<br />

<strong>Ruimte</strong>gebruik”. Binnen 8 <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong> heeft <strong>RGI</strong> regelmatig nieuwe mogelijkheden <strong>voor</strong> samenwerking<br />

ingebracht, o.a. via projecten die aansloten op evenementen binnen het Onderwijsveld, zoals <strong>Geo</strong>week en<br />

<strong>Geo</strong>jaar. Er zijn uiteindelijk 15 zgn. ‘brugprojecten’ opgezet, zie <strong>voor</strong> een volledig overzicht Bijlage 6. <strong>RGI</strong><br />

heeft o.a. bij de CUR in Gouda een ‘makel- en schakel-’ sessie gehouden <strong>voor</strong> de derde <strong>RGI</strong>-tender waarbij<br />

vertegenwoordigers van <strong>voor</strong> <strong>RGI</strong> inhoudelijk complementaire Bsik-programma’s uitgenodigd waren. Via<br />

deze in het najaar 2006 gehouden tender, “<strong>Geo</strong>-Connected”, zijn succesvol bruggen geslagen naar andere<br />

Bsik-programma’s. Daarnaast werden de brugprojecten die reeds bij de tweede tender, in 2005, waren gestart,<br />

nader geconcretiseerd. <strong>RGI</strong> heeft 10 brugprojecten uitgevoerd met drie andere Bsik-programma’s binnen<br />

het thema Hoogwaardig <strong>Ruimte</strong>gebruik, te weten: Leven met Water, Habiforum en Klimaat <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong>.<br />

De onderwerpen van deze brugprojecten zijn inhoudelijk gesitueerd binnen de gebieden ruimtelijke planning<br />

& veiligheid en/of communicatie & awareness (gaming) en behoren dan ook tot de toepassingsgerichte thema’s<br />

van <strong>RGI</strong>: OOV, ROI en COL. Daarnaast zijn er vanuit het aanbodgerichte <strong>RGI</strong>-thema NGII, 4 brugprojecten<br />

uitgevoerd met diverse programma’s van het Bsik-thema ICT. Tenslotte heeft <strong>RGI</strong> samen met diverse<br />

andere Bsik-programma’s geparticipeerd in het brugproject Transities van het Bsik-programma KSI (Kennisnetwerk<br />

SysteemInnovaties en transities) behorend tot het Bsik-thema Duurzame Systeeminnovaties.<br />

Met name integrale projecten (waarbij naast inhoudelijke ook financiële participatie vanuit meerdere subsidieprogramma’s<br />

plaatsvond) leidden tot een duidelijke meerwaarde. Voorbeelden daarvan zijn de projecten<br />

Klimaatatlas (<strong>RGI</strong>-418, met <strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> Klimaat) en Simwaterscape (<strong>RGI</strong>-101 + Top-up, met Leven met Water)<br />

en Lumos Pro (<strong>RGI</strong>-254, met Habiforum). Een ander – niet geïntegreerd maar toch succesvol – brugproject<br />

was Planning Futures (<strong>RGI</strong>-316) waarin de geo-informatie in de ruimtelijke planning onder de loep werd<br />

genomen en waarbij 4 Bsikprogramma’s samenwerkten, cases inbrachten en een artikel maakten.<br />

Reflectie<br />

In algemene zin kan worden geconcludeerd dat <strong>RGI</strong> met een flink aantal brugprojecten zelf een brugfunctie<br />

heeft vervuld tussen de Bsik-thema’s ICT en Hoogwaardig ruimtegebruik en Duurzame Systeem Innovaties.<br />

Daarbij moet worden opgemerkt dat de meerwaarde van deze brugprojecten in sommige gevallen beperkt<br />

gebleven is en in sommige gevallen duidelijk aanwezig was; dit laatste was onder meer het geval bij financieel<br />

geïntegreerde brugprojecten.<br />

5. Internationale positionering<br />

<strong>RGI</strong> heeft consequent gestreefd naar een goede internationale inbedding van het totale programma en het<br />

daar<strong>voor</strong> in aanmerking komende deel van haar projecten. Dit was wenselijk, zowel om langs die weg kennis<br />

van buiten Nederland binnen te kunnen halen als om de <strong>RGI</strong>-consortiumpartners, kennisinstellingen en bedrijven,<br />

een goede positie te geven bij bij<strong>voor</strong>beeld EU tendering). Daarnaast was het <strong>RGI</strong>’s ambitie om op<br />

de vier gekozen speerpunten binnen het <strong>RGI</strong>-thema Wetenschappelijk onderzoek (<strong>Geo</strong>-informatie en samenleving,<br />

<strong>Geo</strong>-informatie infrastructuurconcepten, Mens-machine interactie, <strong>Ruimte</strong>-tijd modellering) tot de<br />

wereldtop te behoren. Internationale oriëntatie en zichtbaarheid is daar<strong>voor</strong> een vereiste. Nederland blijkt<br />

(zie bijlage 9 en vraag 2e) op geo-informatiegebied een plaats in de wereldtop in te nemen: De Nederlandse<br />

GI-auteurs staan thans internationaal op een 5e plaats met het aantal wetenschappelijke publicaties, en<br />

zelfs op een 3e plaats (na Duitsland en de VS) als het gaat om citatie-impact.<br />

Op programmaniveau is er een visie ontwikkeld en uitgedragen over de internationalisatie van het programma.<br />

Zeer beknopt is deze visie als volgt: Samenwerking met de buren (Duitsland, België, Engeland) i.v.m.<br />

‘cross border’ geo-informatie uitwisseling; samenwerking met het Europese Joint Research Centrum (JRC)<br />

in Italië, onder andere t.b.v. de implementatie van INSPIRE; en samenwerking met het GEOIDE 12 -<br />

programma in Canada en het CRC-SI 13 -programma in Australië, met het oog op uitwisseling van onderzoeksagenda’s<br />

en de identificatie van gemeenschappelijke projecten. Op het internationale toneel waren<br />

GEOIDE en CRC-SI de enige ‘geo-’ kennisinvesteringsprogramma’s, die qua doelstelling, opzet, aanpak en<br />

budget vergelijkbaar zijn met <strong>RGI</strong> (Korea is hier recent bij gekomen).<br />

In de afgelopen jaren heeft <strong>RGI</strong> deze visie volgens plan uitgevoerd: Er zijn samenwerkingsprojecten geprogrammeerd<br />

met de “buren” en <strong>RGI</strong> heeft geparticipeerd in de onderzoeksprogramma’s van GEOIDE en<br />

12 GEOIDE: GEOmatics for Informed DEcisions - een een door de federale overheid van Canada gesponsord ($50 miljoen,<br />

1998-2005) R&D investeringsprogramma ter consolidatie van Canada’s expertise in geomatica; . tevens een netwerk<br />

van Canada’s relevante ‘Centres of Excellence’ (zie ook voetnoot 7).<br />

13 CRC-SI: Cooperative Research Centre for Spatial Information – een door de federale overheid van Australië gesponsord<br />

langlopend geo-informatie R&D investertingsprogramma met bij behorende consortium en netwerk (zie ook voetnoot<br />

8).<br />

21


CRC-SI. Met het Europese Joint research Centrum (JRC) in Italië zijn afspraken gemaakt (vastgelegd in een<br />

Memorandum of Understanding) over het uitwisselen van resultaten van SDI- 14 onderzoek. Met het JRC organiseren<br />

<strong>RGI</strong>, GIN 15 en de GSDI 16 association een internationaal congres te houden van 15-19 juni 2009 te<br />

Rotterdam, dat tevens het slotcongres van <strong>RGI</strong> zal zijn. De internationale samenwerking binnen <strong>RGI</strong> is gerealiseerd<br />

binnen individuele projecten en betrof ook nadrukkelijk projecten binnen het thema<br />

WETENSCHAP. Vrijwel al het PhD onderzoek heeft zich binnen deze projecten afgespeeld. In Bijlage 7 is<br />

een overzicht gegeven van de betreffende <strong>RGI</strong> projecten met hun internationale partners. De realisatie van<br />

de ambities binnen deze projecten is getoetst middels een <strong>voor</strong> de output van deze projecten uitgevoerde<br />

bibliometrische analyse (Veller et al. 2009, zie ook Bijlage 9).<br />

Reflectie<br />

Samenvattend concluderen wij dat het <strong>RGI</strong> programma zowel op programma- als op projectniveau een realistische<br />

internationale inbedding en samenwerking heeft gerealiseerd. De onderzoeksactiviteiten waren geconcentreerd<br />

op <strong>voor</strong>af gekozen speerpunten en de internationale impact hiervan begint zichtbaar te worden.<br />

6. Organisatie en bestuur<br />

Bijlage 10 bevat een beschrijving van de organisatie.<br />

Corporate governance structuur<br />

De <strong>voor</strong>bereiding van het <strong>RGI</strong>-proposal door een samenwerkingsverband van geïnteresseerde instellingen is<br />

destijds gecoördineerd door de Ravi 17 als penvoerder namens deze samenwerkende geo-instellingen. De<br />

<strong>RGI</strong>-subsidie is dan ook in eerste instantie toegekend aan de Ravi. In de loop van 2004 heeft echter een<br />

ontvlechting plaatsgevonden en is de Stichting <strong>RGI</strong> opgericht en ontstond vervolgens een subsidierelatie<br />

tussen VROM en <strong>RGI</strong> (op programmaniveau). De organisatie is als volgt ingericht<br />

• Bestuur: stelt de kaders vast, beslist over toekenning van subsidiegelden, eventueel stopzetting projecten<br />

en acceptatie van resultaten en stelt de jaarrekening op.<br />

• Raad van Toezicht: geeft het Bestuur strategisch en financieel advies.<br />

• Adviesraad Wetenschap en Adviesraad Gebruikers: adviseren het Bestuur over resp. de wetenschappelijke<br />

kwaliteit en maatschappelijke relevantie en houden toezicht op de kennisverspreiding.<br />

Zij stellen kennisagenda op <strong>voor</strong> de tenders, beoordelen project<strong>voor</strong>stellen en monitoren projecten.<br />

• Directieteam: programmadirecteur (functioneert als algemeen directeur) en wetenschappelijk directeur;<br />

draagt zorg <strong>voor</strong> vormgeving en realisatie van het programma.<br />

• Programmabureau: projectbegeleiding en projectbeheer en kennis- en communicatie op programmaniveau.<br />

Directieteam maakt deel uit van programmabureau en het programmabureau functioneert<br />

als verlengstuk van het bestuur.<br />

• Themacoördinatoren <strong>voor</strong> de 5 kennisthema’s: versterking van de samenhang en verankering binnen<br />

en tussen de thema’s.<br />

• Projectconsortia: uitvoering van projecten, met penvoerder als formeel aanspreekpunt. De meeste<br />

consortia bestaan uit kennisinstelling/universiteit, overheid en bedrijf.<br />

De rollen <strong>voor</strong> de kwaliteitsborging van projecten zijn hierbij strikt gescheiden, zie ook bijlage 11. De Corporate<br />

Governance van <strong>RGI</strong> is vastgelegd in een document dat op de website van <strong>RGI</strong> beschikbaar is.<br />

De opzet van de organisatie heeft een aantal verbeteringen ondergaan n.a.v. adviezen van de Commissie<br />

van Wijzen (onder andere: instelling positie wetenschappelijk directeur, internationalisatie ARW, benoeming<br />

14 SDI: Spatal Data Infrastructure, de gangbare internationale term <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur.<br />

15 GIN: de Vereniging <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Nederland.<br />

16 GSDI: Global Spatial Data Infrastructure, tevens de internationale vereniging (‘association’) van geo-instellingen, -<br />

bedrijven en betrokken individuen wereldwijd.<br />

17 Ravi: Raad van advies <strong>voor</strong> de vastgoedinformatie<br />

22


onafhankelijk <strong>voor</strong>zitter RvT) en detail aanpassingen. Ook zijn in de diverse organen door natuurlijk verloop<br />

enkele personeelswisselingen opgetreden. In juni 2007 is gestart met het benoemen van <strong>RGI</strong>-ambassadeurs<br />

<strong>voor</strong> het openen van deuren, het verder profileren van resultaten en signaleren van relevante ontwikkelingen.<br />

Systeem van kwaliteitsborging en projectbeheer<br />

Het systeem van kwaliteitsborging bouwt op de corporate governance structuur en is uitgewerkt in een zorgvuldige<br />

inrichting van processen en procedures (vastgelegd in een procedurehandboek) en steunt verder op<br />

een zorgvuldige bemensing van de <strong>RGI</strong>-organen en -projecten, het kiezen van betrouwbare partners en beoordeling<br />

d.m.v. peer reviews. Het projectbeheer is gestandaardiseerd. Het procedurehandboek, het functiehandboek,<br />

de governance regels en de planning & control cyclus vormen de basis <strong>voor</strong> het beheermodel.<br />

Vastlegging vindt plaats in een digitaal projectbeheersysteem en daarnaast in de financiële administratie die<br />

inzicht biedt op projectniveau.<br />

Belangrijke adviezen van de Raad van Toezicht, de Adviesraad Wetenschap en Adviesraad Gebruikers<br />

en Self-assessment van Bestuur en het Programma bureau.<br />

Zie respectievelijk de bijlagen 11, 12, 13,14 en 15<br />

Reflectie<br />

De organisatie functioneert efficiënt en effectief in onze beleving. De organisatie wordt door de buitenwereld<br />

als ‘professioneel’ aangemerkt. De aanpassingen n.a.v. advies vanuit de Commissie van Wijzen hebben wij<br />

in de praktijk als kwaliteitsverhogend ervaren.<br />

7. Financiering Bsik-project <strong>RGI</strong> in relatie tot de begroting<br />

<strong>RGI</strong> heeft bijna geheel volgens de begroting heeft kunnen opereren: De toegekende subsidie wordt in zijn<br />

geheel gedeclareerd. Ook de eigen bijdrages van de bedrijven en kennisinstellingen zitten op een flink hoger<br />

niveau als de begroting. De subsidie van de Europese commissie is hoger uitgevallen dan geraamd. De totale<br />

financiële omvang van het programma komt boven begroting uit (45,8 M t.o.v. 42,0 M begroot).<br />

Begroot Werkelijk<br />

Totale projectkosten 42.029.925,00 45.831.979,00<br />

Toegekende BSIKsubsidie 20.000.000,00 20.000.000,00<br />

Nog te financieren 22.029.925,00 25.831.979,00<br />

Eigen bijdrage <strong>voor</strong>:<br />

Penvoerder Programmabureau <strong>RGI</strong> 0,00 0,00<br />

Bedrijven 3.982.984,00 5.434.910,00<br />

Kennisinstellingen 10.770.517,00 12.067.520,50<br />

Overigen 6.118.292,00 6.356.175,50<br />

1.158.132,00 1.973.373,00<br />

Ontvangen subsidies van:<br />

Subsidie 1 Europese Commissie 14.626,00 82.164,00<br />

Subsidie 2 NL Bestuursorganen 414.602,00 497.479,00<br />

Universiteiten 70.324,00 127.638,00<br />

Bedrijven 39.500,00 195.588,00<br />

Andere financieringsbronnen:<br />

Bron 1<br />

Bron 2<br />

enz. 619.080,00 1.070.504,00<br />

0,00 0,00<br />

23


8. Uitgaven per jaar verdeeld over de verschillende kosten soorten<br />

Het gros van de kosten betreft loonkosten. In 2008 is de achterstand in de te verwerken declaraties grotendeels ingehaald. Zoals verwacht, door de gevolgde<br />

tenderprocedure, zijn pas in de laatste twee jaar (2007 en 2008) de meeste uitgaven gedeclareerd (66%).<br />

Uitgaven 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal<br />

Loonkosten 0 359.998 2.185.837 4.736.518 6.759.794 8.570.936 788.967 0 23.402.050<br />

Kosten van arbeid 0 49.347 656.449 999.284 1.292.765 2.153.207 358.218 0 5.509.270<br />

Opslag algemene kosten 0 202.866 1.250.837 2.142.094 3.159.721 4.210.884 319.492 0 11.285.894<br />

Kosten van machines en apparatuur 0 0 13.925 246.595 583.747 838.342 35.691 0 1.718.300<br />

Kosten te verbruiken materialen en<br />

0 0 212.864 90.866 227.067 433.212 9.023 0 973.032<br />

hulpmiddelen<br />

Kosten verspreiding en overdracht<br />

0<br />

138.849 448.749 815.836 1.102.451 422.525 0 2.943.433<br />

van kennis<br />

15.023<br />

Totaal 0 627.234 4.458.761 8.664.106 12.838.930 17.309.032 1.933.916 0 45.831.979<br />

1


9. Financiering van het Bsik-project <strong>RGI</strong> uit de verschillende financieringsbronnen<br />

In 2009 hebben nog een paar projecten kosten gedeclareerd (verankering- en themacoördinatie projecten hadden een doorloop tot begin 2009). De meeste<br />

uitgaven <strong>voor</strong> 2009 zijn gemaakt door het programmabureau.<br />

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal<br />

Totale projectkosten 0 627.234 4.458.761 8.664.106 12.838.930 17.309.032 1.933.916 0 45.831.979<br />

Toegekende Bsik subsidie 0 311.578 1.956.527 3.880.662 5.872.169 7.179.642 799.424 0 20.000.000<br />

Eigen bijdragen 0 315.656 2.502.235 4.783.445 6.966.762 10.129.391 1.134.492 0 25.831.979<br />

(Vermeldt hier welk bedrag afkomstig is van de verschillende consortiumpartners, zoals bedrijven, universiteiten)<br />

Overheid 0 11.834 281.917 1.105.558 797.906 1.128.504 275.971 0 3.601.690<br />

Bedrijven 0 22.233 379.852 1.098.604 1.850.310 2.034.742 49.169 0 5.434.910<br />

Universiteiten 0 47.395 196.727 850.717 1.842.443 2.441.141 107.814 0 5.486.237<br />

Onderzoeksinstellingen 0 949.254 918.825 1.388.534 3.057.065 267.606 0 6.581.284<br />

Overigen 0 234.194 575.908 447.349 604.661 458.443 433.933 0 2.754.486<br />

Bijdragen derden 0 0 118.577 362.392 482.908 1.009.496 0 0 1.973.373<br />

(Vermeldt hieronder welk bedrag afkomstig is van externen, zoals:)<br />

Bedrijven 0 0 5.588 13.000 57.000 120.000 0 0 195.588<br />

Universiteiten<br />

0 0 10.138 0 77.000 40.500 0 0 127.638<br />

Onderzoeksinstellingen<br />

0 0 0 0 37.000 370.393 0 0 407.393<br />

Europese commissie 0 0 7.164 0 35.000 40.000 0 0 82.164<br />

NL Bestuursorganen 0 0 84.857 153.430 79.192 180.000 0 0 497.479<br />

Overigen<br />

0 0 10.830 195.962 197.716 258.603 0 0 663.111<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

2


10. Verdeling BSIKsubsidie over de diverse partijen binnen het <strong>RGI</strong>-consortium<br />

De subsidie toont een mooie verdeling aan <strong>voor</strong> de diverse partners. De bedrijven (23%), universiteiten (23%) en de onderzoeksinstellingen (27%) zijn gelijkmatig<br />

verdeeld binnen het programma.<br />

Partijen 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal<br />

Bedrijven 0 24.763 276.124 951.828 1.662.544 1.633.550 25.652 0 4.574.461<br />

Universiteiten 0 0 138.062 769.161 1.711.402 1.882.536 56.247 0 4.557.408<br />

Onderzoeksinstellingen 0 52.621 676.503 887.198 1.411.568 2.315.760 139.616 0 5.483.266<br />

Anderen 0 234.194 865.838 1.272.475 1.086.655 1.347.796 577.910 0 5.384.866<br />

Totaal 0 311.578 1.956.527 3.880.662 5.872.169 7.179.642 799.424 0 20.000.000<br />

11. Toelichting op verloop van kosten en financiering<br />

De in 2004 geboekte kosten hebben <strong>voor</strong>namelijk betrekking op de aanloopkosten van het programma. De totale realisatie van de declarabele projectkosten<br />

overstijgt de oorspronkelijke begroting met 9%. Dit is mede het resultaat van de manier van toewijzen: <strong>RGI</strong> heeft in drie tenders de projecten uitgezet, is er<br />

pas laat in de tijd progressie gekomen in de realisatie. In 2007 en 2008 is middels een pré-uitvraag geconstateerd dat er een onderuitputting zou plaatsvinden.<br />

<strong>RGI</strong> heeft toen middels een extra toewijzingsronde een aanvullende subsidie-aanvraag uitgezet.<br />

De meeste kosten zijn in 2008 gerealiseerd. Op een paar projecten na hebben de projecten de einddatum van 31 december 2008. <strong>RGI</strong> heeft een subsidietoekenning<br />

ontvangen van 20.000.0000 euro. <strong>RGI</strong> heeft ter dekking van de bureaukosten een percentage ingehouden op de uitgekeerde subsidies van de projecten.<br />

<strong>RGI</strong> heeft middels een gedetailleerde aanvraag de resterende 20% subsidie opgevraagd en ontvangen van het ministerie VROM. <strong>RGI</strong> heeft de resterende<br />

subsidie op projecten derhalve reeds uitgekeerd aan de penvoerders van de projecten.<br />

Reflectie<br />

Het programma kent een evenwichtige verdeling van subsidie over de verschillende type partijen en goede participatie vanuit het bedrijfsleven. Het programma<br />

heeft conform begroting gedraaid. Dit is bereikt door bereidheid vanuit het netwerk om te participeren in <strong>RGI</strong>, adequaat risicomanagement en<br />

het slim inspelen op ontstane mogelijkheden via bij<strong>voor</strong>beeld toekenning van subsidies onder <strong>voor</strong>behoud. Het gekozen systeem <strong>voor</strong> dekking bureaukosten<br />

via een fee op de projecten geeft een afhankelijkheid die onwenselijk is; tevens is het systeem lastig te communiceren. Het advies is om dit in de<br />

toekomst direct om te slaan bij de start zoals bij andere programma’s ook gebruikelijk is. De overhead bestaat uit algemeen management en projectbegeleiding<br />

en bedraagt 6,9 %.<br />

3


BIJLAGE 1<br />

Achtergrondinformatie <strong>RGI</strong><br />

Introductie<br />

De Bsik-regeling (Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur – 16-12-2002 vaststelling / 28-11-2003<br />

budgetallocatie) betreft een subsidieprogramma van de Nederlandse Overheid waarmee, onder strenge<br />

<strong>voor</strong>waarden, ca. 800 M euro is geïnvesteerd in innovatieve R&D t.b.v. de ontwikkeling van de nationale<br />

kennisinfrastructuur. Het Bsik-programma ging uit van de constatering dat in Nederland van veel innovatief<br />

onderzoek de resultaten nauwelijks leiden tot industriële of commerciële toepassing (de ‘innovatieparadox’)<br />

en van de EU-doelstelling om per 2010 op het gebied van kenniseconomie tot de wereldtop te behoren (de<br />

Lissabon-agenda). Nieuwe kennis moest worden ontwikkeld en moest stromen. Daartoe zijn op strategische<br />

gebieden innovatieprogramma’s gestart met onderzoekers, bedrijven en gebruikers die zouden samenwerken<br />

op basis van het concept van ‘open innovatie’, waarbij innovatie werd gezien als een cyclisch netwerkproces.<br />

<strong>RGI</strong> is een van de programma’s in het Bsik-themaveld Hoogwaardig ruimtegebruik. De missie van <strong>RGI</strong> luidt:<br />

“verbetering en innovatie van de geo-informatie infrastructuur <strong>voor</strong> een adequaat en efficiënt bestuur en een<br />

krachtig bedrijfsleven”. Beoogde effecten van <strong>RGI</strong> zijn daarmee: een overheid die kwalitatief beter en efficienter<br />

functioneert, vergroten van de omzet van het (geo)bedrijfsleven, betere dienstverlening <strong>voor</strong> burgers,<br />

en R&D op wereld(sub)top niveau. <strong>RGI</strong> vervult de rol van katalysator, onder andere door partijen bij elkaar te<br />

brengen en een duurzaam netwerk op te bouwen.<br />

Visie op de geo-sector en op innovatie<br />

De geo-informatiesector is van oudsher een technische sector die toeleverend van aard is. <strong>Geo</strong>-informatie is<br />

een belangrijke, maar ook onzichtbare ‘grondstof’ bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> wijkontwerp, ruimtelijke en investeringsbeslissingen<br />

en het leren over de ruimte. <strong>RGI</strong> constateerde bij de start van haar programma dat de geosector<br />

intern gericht is, versnipperd is georganiseerd, en te ver af staat van de maatschappelijke problemen<br />

waar<strong>voor</strong> zij een rol zou kunnen spelen. De maatschappelijke belangstelling <strong>voor</strong> geo-informatie is sterk toegenomen<br />

en van de geo-sector wordt nu gevraagd om steeds meer in dialoog met toekomstige gebruikers te<br />

werken aan innovatie. <strong>RGI</strong> wil hieraan een impuls geven en zo een vliegwielfunctie vervullen. Maatschappelijke<br />

vragen zijn: hoe kunnen we de informatie beter ontsluiten, wie mag welke informatie gebruiken, wat is<br />

de rol van de overheid en wat is de rol van het bedrijfsleven, hoe verhouden de verschillende financieringsmodellen<br />

<strong>voor</strong> de geodatabestanden zich tot elkaar? Je zou dat “netwerkvraagstukken’ kunnen noemen. Het<br />

concept van de nationale geo-informatie infrastructuur (NGII) is daarbij het kader van de oplossingen en<br />

vormt de rode draad van het programma.<br />

Doelen<br />

<strong>RGI</strong> heeft vanuit deze visie de volgende richtinggevende doelen geformuleerd:<br />

• meer vraaggericht,<br />

• meer samenhang,<br />

• meer bekendheid,<br />

• meer kennisstromen,<br />

• meer innovatie.<br />

Om deze doelen handen en voeten te geven zijn een aantal concrete (SMART) mijlpalen geformuleerd<br />

waarbij is uitgegaan van de beschrijving in de oorspronkelijke subsidieaanvraag en van interviews bij de start<br />

van het programma. Met de realisatie van deze mijlpalen is ook daadwerkelijk een impuls gegeven aan de<br />

richtinggevende doelen van <strong>RGI</strong>.<br />

Strategie<br />

Als strategie heeft <strong>RGI</strong> gekozen <strong>voor</strong> een netwerkaanpak. Dit werd mede ingegeven door de fase waarin de<br />

geo-sector zich bij de start van het programma bevond: een beweging naar externe oriëntatie was nodig.<br />

Eindgebruikers en onderzoekers dienden samen aan tafel te zorgen <strong>voor</strong> evenwicht tussen vraag en aanbod,<br />

zodat het resultaat ook blijvend zou worden gebruikt (‘mutual shaping’). Dit was <strong>voor</strong>al belangrijk omdat<br />

het centrale <strong>RGI</strong>-doel, de NGII, een infrastructurele faciliteit betreft. Een infrastructuur bestaat bij de gratie<br />

van het gebruik en behoeft tevens financieel draagvlak bij de gebruikers <strong>voor</strong> het toekomstig onderhoud.<br />

In het kader van de netwerkaanpak heeft <strong>RGI</strong> makel- en schakelsessies georganiseerd, zijn de subsidies<br />

verdeeld via tendering en zijn er <strong>voor</strong> de uitvoering van de projecten zoveel mogelijk gemixte consortia samengesteld<br />

(publieke instellingen, overheden, bedrijfsleven / onderzoek, onderwijs, bestuur). Deze aanpak<br />

had de volgende <strong>voor</strong>delen:


BIJLAGE 1<br />

Achtergrondinformatie <strong>RGI</strong><br />

• partijen van buiten de geo-sector zijn gestimuleerd om mee te doen, waardoor het geo-netwerk zich<br />

heeft verbreed;<br />

• de kwaliteit werd hoger doordat er “wat te kiezen viel”;<br />

• meer geo-innovaties zijn gelanceerd doordat mensen gestimuleerd werden om, binnen de contouren<br />

van de kennisagenda’s van de tenders, ‘out of the box’ te denken;<br />

• meer bekendheid en geo-awareness door de pr rond de tenders.<br />

De inhoudelijke en financiële kaders van een tender werden vastgelegd in een kennisagenda, <strong>voor</strong> voldoende<br />

focus op de doelen van <strong>RGI</strong>. Het portfoliomanagement richtte zich op een portefeuille in balans. De inhoudelijke<br />

focus is gelegd op een beperkt aantal onderwerpen binnen de kennisthema’s (GI-Practice) en een<br />

evenwichtige verdeling over vier wetenschappelijke speerpunten (GI-Science). De financiële balans is bereikt<br />

door een goede spreiding tussen een beperkt aantal grote projecten met beperkt risico en daarnaast<br />

voldoende ruimte <strong>voor</strong> kleine innovatiepilots met een groter risico en meer creativiteit. <strong>RGI</strong> heeft met deze<br />

strategie een katalysatorrol vervuld <strong>voor</strong> innovaties en <strong>voor</strong> verdere implementatie van de NGII.<br />

2


BIJLAGE 2<br />

Programmabrede kwantitatieve mijlpalen<br />

Bijlage 2<br />

Programmabrede kwantitatieve mijlpalen<br />

Kwantitatieve mijlpalen<br />

1.<br />

2.<br />

8 promovendi actief in het programma, waarvan,<br />

van wie 6 op gammaterrein, op de volgende<br />

speerpunten:<br />

• geo-informatie infrastructuur concepten<br />

Waarde<br />

gerealiseerd<br />

bij einde programma<br />

Streefwaarde<br />

In 2009<br />

= gehaald<br />

24 8 <br />

4 1 <br />

• spatio-temporele modellering<br />

8 1 <br />

• geografische mens-machine interactie<br />

4 1 <br />

• geo-informatie & maatschappij<br />

8 <br />

1 leerstoel op snijvlak sociale wetenschappen en 1 1 <br />

GI<br />

50 artikelen geaccepteerd <strong>voor</strong> wetenschappelijke 77 50 <br />

tijdschriften (peer review)<br />

Boeken en hoofdstukken in boeken 90 Geen streefw. <br />

3. 80 artikelen in vakbladen (b.v. <strong>Geo</strong> Info, VI Matrix) 134 80 <br />

4. stijging in citation index Onbekend, er is 25%<br />

geen nulmeting<br />

geweest.<br />

51 20 <br />

5. 20 projecten met deelname internationale wetenschappers<br />

6. 30 bijdragen aan congressen 231 30 <br />

7. 30 posters 85 30 <br />

8. 5 vakken waarin de GI component een nieuwe, 25 5 <br />

significante rol heeft (WO en HBO)<br />

9. 160 mensjaren in <strong>RGI</strong> 216 160 <br />

10. 70 wetenschappelijke onderzoekers (cumulatief): 174 70 <br />

• 60 wetenschappelijke bèta onderzoekers<br />

• 25 bedrijven<br />

• 15 kennisinstellingen<br />

133 60 <br />

41 10 <br />

• 10 wetenschappelijke alfa en gamma onderzoekers<br />

11. 95 deelnemende partijen (cumulatief): 275 (305) 18 95<br />

• 10 universiteiten<br />

• 10 netwerkorganisaties<br />

• 30 overheidspartijen (20 gebruikers, 10 aanbieders)<br />

• 5 internationale partners (buiten de internationale<br />

wetenschap)<br />

114 25 <br />

34 15 <br />

33 10 <br />

23 10 <br />

71 30 <br />

35 5 <br />

18 De internationale partners zijn niet alle toegetreden tot het <strong>RGI</strong> consortium, er zijn 275 partijen toegetreden tot het <strong>RGI</strong> consortium<br />

en in totaal 305 deelnemende partijen.<br />

3


BIJLAGE 2<br />

Programmabrede kwantitatieve mijlpalen<br />

12. 5 contacten met kamerleden 16 5 <br />

13. 35 bedrijven die gebruik maken van kennis die in > 35 35 <br />

<strong>RGI</strong> ontwikkeld is<br />

14. toename in het aantal innovatie subsidie aanvragen<br />

> 25% 19 25% <br />

rond GI met 25% (cumulatief)<br />

15. 30 artikelen <strong>voor</strong> niet-wetenschappelijk publiek 315 30 <br />

(kranten, tijdschriften, opiniebladen. b.v. Grasduinen,<br />

NRC).<br />

16. 50 presentaties <strong>voor</strong> vakpubliek (b.v. studiemiddagen)<br />

735 50 <br />

17. 20 samenwerkingsprojecten met overheid (cumulatief)<br />

40 20 <br />

18. 2 deelnames aan relevante fora (bij<strong>voor</strong>beeld Acht 5 2 <br />

<strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong>)<br />

19. 4 deelnames in standaardisatieplatforms (cumulatief):<br />

20 4 <br />

3 internationaal (ISO, INSPIRE, CEN) 11 3 <br />

1 nationaal (Ravi) 9 1 <br />

20. 5 projecten halen een gedeelte van de cofinanciering<br />

7 (schatting) 5 <br />

uit EU programma’s zoals FP7, Interreg,<br />

eContentplus<br />

21. vervolgonderzoek is ingebed in nieuw programma 1 (<strong>voor</strong>stel niet 1 <br />

gehonoreerd)<br />

door middel van een nieuw programma<strong>voor</strong>stel<br />

<strong>voor</strong> <strong>RGI</strong>-2<br />

19 Uit gegevens van SenterNovem blijkt dat er een sterk opgaande lijn is.<br />

4


BIJLAGE 3<br />

Lijst met PhD studenten aangesteld in het kader van het <strong>RGI</strong>-programma<br />

Organisatie/universiteit PhD-student <strong>RGI</strong>-thema Speerpunt<br />

Erasmus Universiteit Rebecca Moody NGII GI & S<br />

ITC Eddie Poppe ROI MMI<br />

ITC Theodor Foerster ROI RT<br />

ITC Kate Lance NGII GIC<br />

ITC Sander Oude Elbrink NGII RT<br />

ITC Shi Pu ROI RT<br />

ITC Wiebke Tegtmeier OOV GI & S<br />

NEO Corné van der Sande NGII RT<br />

Nieuwland Advies Kymo Slager ROI GI & S<br />

TU Delft Henk Koerten NGII GI & S<br />

TU Delft Friso Penninga NGII RT<br />

TU Delft Rod Thompson NGII RT<br />

TU Delft Arta Dilo OOV RT<br />

TU Delft Wei Xu OOV RT<br />

Universiteit van Tilburg Charlotte van Ooijen NGII GIC<br />

Universiteit van Amsterdam Rob Peters NGII MMI<br />

VU Amsterdam Jasper Dekkers ROI GI & S<br />

VU Amsterdam Tim Favier COL MMI<br />

VU Amsterdam Irene Pleizier COL MMI<br />

VU Amsterdam Chris Jacobs ROI GI & S<br />

Wageningen UR Lukasz Grus NGII GIC<br />

Wageningen UR Jeroen Neuvel OOV GI & S<br />

Wageningen UR Watse Castelein NGII GIC<br />

Wageningen UR Jonas Schrojenstein Lantman ROI GI & S<br />

Verklaring afkortingen speerpunt:<br />

GI & S = geo-informatie & maatschappij / samenleving (8x)<br />

GIC = geo-informatie infrastructuur concepten (4x)<br />

MMI = geografische mens-machine interactie (4x)<br />

RT = ruimte tijd modellering (8X)<br />

5


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Algemene toelichting op methodiek:<br />

De bijlage geeft een samenvattend overzicht van de scope en het ambitieniveau van de projecten in de achtereenvolgende<br />

tenders. Met de scope wordt hier gedoeld op de bijdrage aan de achtereenvolgende fasen in<br />

de kennisketen: onderzoek - inventie - innovatie - pioniersfase - brede implementatie. Het begin en eindpunt<br />

van de pijlen geven aan vanaf welk punt de kennisontwikkeling is gestart en waar men beoogde uit te komen<br />

aan het einde van het project. De totale scope van een project kan dus binnen één fase van de kennisketen<br />

liggen (smalle projecten), of zich uitstrekken over meerdere fasen (brede projecten). Met zwarte stippen is<br />

schematisch aangegeven wat de werkelijk gerealiseerde progressie is geweest. Dit betreft een raming die is<br />

gebaseerd op het projectverslag, maar uiteraard ook subjectieve en <strong>voor</strong> discussie vatbare inschattingen<br />

bevat. De open stippen en stippellijnen geven weer hoe de uitgevoerde top-ups op de projecten hebben bijgedragen<br />

aan additionele progressie. Bij<strong>voor</strong>beeld project <strong>RGI</strong>-019 (Uitvoeringsschema 2D, thema NGII) is<br />

ingezet als een innovatieproject waarin de haalbaarheid d.m.v. een demonstrator vastgesteld zou worden.<br />

De ontwikkelaars van de populator-demonstrator zijn echter verder gekomen dan dit en zijn na een korte<br />

pioniersfase gestart met de vermarkting en brede implementatie van de tool. Dit is weergegeven met een<br />

stippellijn die doorgaat waar de pijl eindigt.<br />

Voor het thema wetenschap is de scope aangepast naar: onderzoek –publicaties - toepassing – onderwijs.<br />

De projecten zijn hier inhoudelijk gebundeld per wetenschappelijk speerpunt.<br />

Naast een toelichting is per thema ook een blik op de toekomst van het thema gegeven.<br />

6


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Uitvoeringsschema OOV, Toelichting:<br />

Bovenstaand schema geeft in één oogopslag aan wat de scope en het ambitieniveau van de projecten binnen<br />

het thema OOV zijn. Een enkel project <strong>RGI</strong>-149 heeft haar gestelde ambitieniveau niet kunnen halen.<br />

Het overgrote deel heeft echter voldaan aan de gestelde verwachtingen.<br />

Binnen dit thema zijn een aantal projecten bottum-up van start gegaan. Dit is <strong>voor</strong>al gedaan om de geoinformatie<br />

ruim beschikbaar te maken ook <strong>voor</strong> het direct toepassen in de operationele omgeving van de eerstelijns<br />

hulpverlening. In het project <strong>RGI</strong>-001 is van de onderzoeksfase gewerkt naar een toepasbare oplossing<br />

binnen het operationele veld. Vanuit onderzoek werden er in de vervolgprojecten <strong>RGI</strong>-128 en <strong>RGI</strong>-239<br />

succesvol uitgevoerd en geïmplementeerd. Dit heeft uiteindelijk er ook toe geleid dat er een nationale prijs<br />

aan dit project werd toegekend. Aan de in dit project gebruikte kaartlagen kan op eenvoudige wijze het resultaat<br />

van <strong>RGI</strong>-203 gekoppeld worden. Op deze wijze wordt het mogelijk een juiste inschatting te maken van<br />

de effecten <strong>voor</strong> de gebieden met (dreigend) hoogwater.<br />

Binnen <strong>RGI</strong>-147 is nadrukkelijk gewerkt aan het beschikbaar krijgen en delen van geoinformatie vanuit de<br />

lucht doormiddel van het ontwikkelen van een op afstand bestuurbare onbemande helikopter. Deze real-time<br />

informatie kan gedeeld worden met daar<strong>voor</strong> ingerichte grondstations. Dit project staat aan de <strong>voor</strong>avond<br />

om internationaal uitgerold te worden. <strong>RGI</strong>-210 heeft een grote impuls gegeven aan het verder standaardiseren<br />

van symbolen. Het is immers cruciaal over dezelfde interpretatie te geven aan een gebruikt symbool in<br />

de geo.<br />

<strong>RGI</strong>-203 heeft een bijzondere bijdrage geleverd aan het op de juiste wijze in kaart kunnen brengen wat de<br />

ruimtelijke gevolgen zijn van een nucleair incident. Deze toepassing geeft de mogelijkheid snel en effectief te<br />

interpreteren welke de maatregelen te nemen <strong>voor</strong> welk gebied. <strong>RGI</strong>-123 heeft de Innovatie Award ontvangen<br />

binnen de categorie Maatschappij. Deze toepassing maakt het mogelijke mobiele geodata snel en efficient<br />

te delen met de operationele eenheden van brandweer. Deze toepassing is interactief met de operationele<br />

meldkamers en mobiel commando units waardoor snel bron en effectgebieden in kaart kunnen worden<br />

gebracht. Zonder <strong>RGI</strong> zouden de resultaten binnen de projecten niet zijn behaald en sterker gezegd zouden<br />

deze producten waarschijnlijk niet eens het levenslicht hebben aanschouwd. Het is <strong>voor</strong> deze sector een<br />

zeer grote uitdaging de behaalde resultaten te borgen in hun onderscheidene werkprocessen en binnen de<br />

diverse kolommen breed te implementeren. De maatschappij heeft daar recht op.<br />

Blik op de toekomst<br />

Erfenis<br />

Binnen het prgramma zijn een aantal prachtige projecten ontwikkeld die momenteel her en der worden geimplementeerd<br />

binnen de diensten van ambulance, brandweer en politie. Er is meer samenhang gecreëerd<br />

tussen de verschillende projecten en er wordt door de bedrijven steeds vaker de onderlinge samenwerking<br />

gezocht. Er is eveneens een eerste aanzet gegeven <strong>voor</strong> een multidisciplinaire opleiding GEO bij de geza-<br />

7


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

menlijke opleidingscholen <strong>voor</strong> politie, brandweer en ambulance. Op het opleidingsaspect hebben de diensten<br />

elkaar gevonden. Er zijn nieuwe spin-off bedrijven ontstaan, recent is het bedrijf EAGLE opgericht <strong>voor</strong><br />

het aanbieden van geo-informatie<br />

Borging<br />

Er zijn binnen het programma veel projecten succesvol afgerond. Dat wil echter niet zeggen dat deze projecten<br />

ook werkelijk geborgd zijn binnen de onderscheidene onderdelen binnen de sector OOV. De ervaring<br />

heeft geleerd om dat te bereiken daar meer dan sturing <strong>voor</strong> nodig is. Het gaat om daadkracht, commitment<br />

en de wil tot samenwerking. De maatschappij heeft recht op het snel en efficiënt hulp verlenen aan hen die<br />

dat behoeven. Ieder korps, regio of dienst gaat min of meer autonoom zijn eigen gang en zo kan het gebeuren<br />

dat hulpverleners met onvoldoende parate geo- en incident informatie (positie incident, gevaarlijke stoffen,<br />

hoeveelheid bewoners in het getroffen gebied etc) op pad worden gestuurd met alle gevolgen van dien.<br />

Anno 2009 is dit niet meer verantwoord. De overheid en dan met name de Ministeries worden uitgenodigd<br />

hierin hun verantwoordelijkheid te nemen. Consolideer en bouw die producten uit die hun meerwaarde al<br />

ruim hebben bewezen en start pas daarna nieuwe projecten. Om succes te verzekeren is het eveneens aan<br />

te bevelen daarbij mensen te betrekken die daadwerkelijk kennis van zaken hebben van het operationele<br />

hulpverleningsproces. De erfenis zou dan ook moeten zijn dat de waardevolle parels bij een partij kunnen<br />

worden neergelegd in het vertrouwen dat ze tot volledige wasdom kunnen komen. Het Ministerie van Binnenlandse<br />

Zaken en ook VROM zouden hierin een rol moeten spelen.<br />

Conclusie<br />

Het OOV-thema laat een mooie erfenis na met projecten met mogelijkheden <strong>voor</strong> brede implementatie, die<br />

deels ook hun weg naar de markt gevonden hebben. Het bedrijfsleven is zich sterker op deze sector gaan<br />

richten en er zijn nieuwe bedrijven ontstaan. Verdere verankering die recht doet aan de eisen van de maatschappij,<br />

vraagt echter het doorbreken van de verkokering. Een sterke regie en coördinatie lijkt op dit moment<br />

onvoldoende aanwezig in het OOV-domein. Kansen <strong>voor</strong> verdere benutting van de erfenis blijven<br />

daardoor liggen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken, VROM en het Veiligheidsberaad zouden hierin een<br />

rol moeten spelen.<br />

8


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Uitvoeringsschema ROI, Toelichting:<br />

In bovenstaand figuur wordt een schematisch overzicht gegeven van de scope en het ambitieniveau van de<br />

diverse projecten binnen het thema ROI, met daarbij een inschatting van de mate waarin de uiteindelijke resultaten<br />

ten opzichte van die scope en ambities kunnen worden gepositioneerd.<br />

In algemene zin kan uit dit schema worden afgelezen dat de meeste projecten zijn gestart vanuit een onderzoekscontext<br />

of vanuit eerste potentieel innovatieve ideeën. In de meeste gevallen is vervolgens flinke <strong>voor</strong>uitgang<br />

gerealiseerd in de kennisketen, waarbij concrete innovaties zijn ontwikkeld, die vaak ook in pilots<br />

worden ingezet. De vertaling van innovaties naar pilots in de reële praktijk en vervolgens de afronding daarvan<br />

als basis <strong>voor</strong> een bredere implementatie blijkt vervolgens echter een lastige hobbel. Voor een deel lijkt<br />

dit terug te voeren op de moeizame uitwisseling tussen de werkvelden van de <strong>Geo</strong>-ICT en de ROI-praktijk.<br />

Anderzijds was deze ambitie meestal ook nog geen expliciet onderdeel van de projecten; het verder <strong>voor</strong>uitgaan<br />

in de kennisketen heeft immers net als de eerste stappen ook zijn tijd nodig.<br />

Voor enkele projecten komt de brede implementatie ten behoeve van het werkveld wel in beeld, onder meer<br />

via <strong>Geo</strong>Novum die de resultaten van <strong>RGI</strong>-008 en <strong>RGI</strong>-314 zal meenemen bij de verdere ontwikkelingen van<br />

RO-standaarden. Vanuit een andere invalshoek draagt ook het marktonderzoek gekoppeld aan de DURP<br />

Portaal bij aan een brede implementatie omdat het een goede inhoudelijke connectie legt tussen de beoogde<br />

doelgroepen en de verdere ontwikkeling van RO-online. In algemene zin is de brede implementatie van<br />

digitale ondergronden in combinatie met ruimtelijke plannen (met als uitgangsproject <strong>RGI</strong>-002 DURPondergronden)<br />

wel in zicht, zeker ook gesteund door het feit dat volgens de nieuwe Wet <strong>Ruimte</strong>lijke Ordening<br />

het bevoegd gezag hun ruimtelijke plannen per 1 juli 2009 digitaal beschikbaar dienen te stellen.<br />

Tenslotte kan in dit verband nog het project <strong>Geo</strong>boer (<strong>RGI</strong>-004 en het vervolg <strong>RGI</strong>-176) worden genoemd,<br />

dat een geheel gebruiksklare applicatie <strong>voor</strong> de digitale gewasopgave heeft opgeleverd, waar vele potentiële<br />

9


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

agrarische gebruikers enthousiast over zijn. De oorspronkelijke ambitie was ook gericht op brede implementatie,<br />

maar de organisatorische context en beleidsomgeving vormen <strong>voor</strong>alsnog een te grote barrière.<br />

Blik op de toekomst - ROI<br />

Het ROI thema laat feitelijk drie erfenissen na:<br />

Erfenis: aanzet verbinding <strong>Geo</strong>-ICT en RO wereld:<br />

Omschrijving erfenis: Inzichten in hoe beide werelden (<strong>Geo</strong>-ICT en ROI) meer van elkaar kunnen profiteren:<br />

barrières en mogelijkheden tot verbinden, in combinatie met een eerste aanzet tot verbinden.<br />

Hoe verder: Met name vanuit de brugprojecten ‘Planning Futures’ (<strong>RGI</strong>-316) en LUMOS-Pro (<strong>RGI</strong>-254) en<br />

andere activiteiten is in dit verband veel ervaring beschikbaar. <strong>RGI</strong> heeft op onderdelen bijgedragen aan het<br />

verbinden van de beide werelden, maar niet als gericht strategisch traject. Vanuit de overtuiging dat er veel<br />

te winnen is met het verbinden van beide werelden (buiten goed verankerde trajecten zoals RO-online en<br />

bijv. Basisregistratie Ondergrond (BRO)) is een ‘doorstart’ en verder aanjagen nog noodzakelijk.<br />

Erfenis: Kennis geo-informatie en digitale uitwisseling ruimtelijke plannen<br />

Omschrijving erfenis: Zeer waardevolle kennis, inzichten en ervaring in relatie tot het landelijke traject rond<br />

de digitale uitwisseling van ruimtelijke plannen (DURP en RO-online, en alles daaromheen).<br />

Hoe verder: Dit heeft de potentie van een internationaal export-product, omdat Nederland hiermee internationaal<br />

ver <strong>voor</strong>uit loopt. Voor het watermanagement bestaat er <strong>voor</strong> het internationaal uitventen van kennis<br />

en ervaring bij<strong>voor</strong>beeld het NWP (Netherlands Water Partnership), <strong>voor</strong> dit thema zou men ook aan zo’n<br />

soort organisatie kunnen denken.<br />

Erfenis: Succesvol geo-ICT in agrocluster<br />

Omschrijving erfenis: Cluster aan geo-ICT projecten rond <strong>Geo</strong>boer: model <strong>voor</strong> uitwisseling perceelsgeometrie<br />

en -gegevens met de overheid. Het project had ook een hoge uitstralingswaarde naar de Agrosector die<br />

zich welwillend opstelde <strong>voor</strong> ook andere geo-ICT-toepassingen.<br />

Hoe verder: Met de oprichting van het Groene <strong>Geo</strong> Platform bij het Ministerie van LNV in samenwerking met<br />

een ondernemende agrosector lijken de kansen goed <strong>voor</strong> verdere implementatie en <strong>voor</strong> innovatie binnen<br />

het argocluster.<br />

Conclusie:<br />

<strong>RGI</strong> laat een mooie erfenis na met een aanzet van verbinding tussen de <strong>Geo</strong>-ICT en RO wereld. Zowel deaanjaagfunctie<br />

als het ontwikkelen van een strategisch perspectief daarop zouden belegd moeten worden<br />

om kansen <strong>voor</strong> de toekomst te benutten. Daarnaast biedt de erfenis rond geo-informatie en digitale uitwisseling<br />

ruimtelijke plannen mogelijkheden als exportproduct. De erfenis geo-ICT in de agrosector lijkt op enkele<br />

operationele zaken na goed geland en is een kansrijk innovatiedomein <strong>voor</strong> Nederland. Er is inmiddels<br />

een ‘Groen <strong>Geo</strong> Platform’ ingesteld op initiatief van LNV en het bedrijfsleven.<br />

10


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Uitvoeringsschema COL, Toelichting:<br />

Een aantal projecten binnen het thema COL zijn fundamenteel van aard: het onderzoek resulteert in inventies<br />

en innovaties die ter beschikking komen <strong>voor</strong> nieuwe toepassingen. In deze categorie valt <strong>RGI</strong>-129, Panoramische<br />

Virtual Reality, waarin onderzocht is hoe uit panoramische opnamen een virtuele wereld geautomatiseerd<br />

kan worden afgeleid. Een ander project, Luchtverontreiniging <strong>voor</strong>spellen met GIS (<strong>RGI</strong>-137),<br />

resulteerde in een protocol <strong>voor</strong> de schatting van humane blootstelling aan luchtverontreiniging en een evaluatie<br />

van de bruikbaarheid daarvan. Binnen het project Mobimaps (<strong>RGI</strong>-233) zijn algemeen <strong>voor</strong>komende<br />

problemen bij het gebruik van kaarten op mobiele toepassingen onderzocht, zoals plaatsbepaling en locatieherkenning<br />

bij inzoomen en uitzoomen op een klein scherm. De uitkomsten van Mobimaps zijn belangrijk<br />

<strong>voor</strong> toepassing in de zich ontwikkelende massamarkt <strong>voor</strong> consumenten. In andere projecten werd de pioniersfase<br />

(eerste toepassingen in pilots) bereikt; we noemen Verkeersverwachting (<strong>RGI</strong>-102) en Preventieve<br />

gladheidbestrijding (<strong>RGI</strong>-168). Ook andere projecten bereikten een eerste toepassing: De resultaten van<br />

Digitale Wichelroede (<strong>RGI</strong>-156) en Kunst-o-Pedia (<strong>RGI</strong>-169) blijken in de praktijk te voldoen. Met het project<br />

Wonen Zorg en Welzijn KansenKaarten (<strong>RGI</strong>-209) is het instrumentarium <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>spellen van de vraag<br />

verbeterd en zijn een generieke methode en beoordelingsstandaarden ontwikkeld. De Natuurkalender(<strong>RGI</strong> -<br />

246) kent inmiddels een brede implementatie. Verder heeft het thema COL geresulteerd in best practices<br />

<strong>voor</strong> (elektronische) communicatie tussen overheid en burger zoals in de projecten <strong>RGI</strong>-173, Sense of the<br />

City en <strong>RGI</strong>-206, BurgerGis dat inmiddels zijn weg naar de markt vindt. Ook de bevordering van het gebruik<br />

van GI in het onderwijs heeft bij een aantal projecten geleid tot praktische toepassing. We noemen de project<br />

<strong>RGI</strong>-022, Edugis, <strong>RGI</strong>-330, Innovatief <strong>Geo</strong>-onderwijs, en de kennisoverdrachtprojecten <strong>RGI</strong>-164, <strong>Geo</strong>-<br />

Week, <strong>RGI</strong>-335, <strong>Geo</strong>jaar, en het jeugdtelevisiespel dat mede ontwikkeld is in het project <strong>RGI</strong>-323, Dropzone.<br />

11


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Blik op de toekomst - COL<br />

Het thema bevatte feitelijk een drietal clusters van projecten:<br />

- consumenten (commercieel belang, te bereiken via de markt)<br />

b.v. digitale wichelroede<br />

- burgers (publiek belang, te bereiken via de overheden)<br />

b.v. BurgerGIS, Sense of the City<br />

- onderwijs: leerlingen (maatschappelijk belang, te bereiken via docenten)<br />

De erfenissen rond consumenten en in mindere mate rond burgerinteractie vinden via de markt hun weg. De<br />

parels uit het cluster van burgerinteractie zou in de toekomst betrokken kunnen worden bij een mogelijk vervolg<br />

op het thema ROI. Voor onderwijs is de situatie het meest prangend.<br />

Erfenis onderwijs<br />

Het <strong>RGI</strong>-programma heeft een aantal parels opgeleverd. Binnen onderwijsprojecten als Edugis en de <strong>Geo</strong>-<br />

Week is concrete toegevoegde waarde gecreëerd in de vorm van:<br />

• geïntegreerde databases, applicaties, websites en didactiek<br />

• projectorganisaties<br />

• routines binnen bedrijven/instellingen en scholen<br />

• netwerken binnen en tussen beroepspraktijk-onderwijs<br />

• nascholing, acceptatie en toepassing binnen het onderwijs.<br />

Vele honderden docenten en vele duizenden leerlingen in het reguliere onderwijs zijn met geo-informatie<br />

aan de slag gegaan. Daarbij zijn eveneens honderden professionals uit de sector betrokken. Het is noodzakelijk<br />

deze erfenis centraal onder te brengen en <strong>voor</strong> de sector veilig te stellen. Centraal omdat er een sectoraal<br />

belang geldt en geen individueel belang.<br />

De volgende aanbevelingen zijn ingebracht vanuit <strong>RGI</strong> bij de Stichting Arbeidsmarkt <strong>Geo</strong>, die uit naam van<br />

de sector de onderwijs- en promotieactiviteiten behartigt:<br />

• De Stichting Arbeidsmarkt <strong>Geo</strong> houdt namens de sector zicht op de doorlopende succesvolle onderwijsprojecten<br />

uit het <strong>RGI</strong>-programma (met name Edugis en <strong>Geo</strong>Week, bij deze projecten geldt <strong>voor</strong>al een<br />

sectoraal belang en komt ‘geo-informatie’ expliciet aan de orde).<br />

De Stichting Arbeidsmarkt <strong>Geo</strong> zorgt <strong>voor</strong> agendering.<br />

• Onderzoek welke structurele instrumenten ontwikkeld kunnen worden om projecten te versterken, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

een sectoraal opleidings- en promotiefonds onder de hoede van Stichting Arbeidsmarkt <strong>Geo</strong>.<br />

• Sluit het <strong>RGI</strong>-netwerk onderwijs, inclusief Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) aan op<br />

dat van Stichting Arbeidsmarkt <strong>Geo</strong> zodat het optimaal benut wordt en er aandacht is <strong>voor</strong> geoinformatie<br />

in een doorlopende leerlijn.<br />

Een punt van zorg is de tijdelijke bestaansduur van de Stichting (2 jaar) en de beperkte financiën van de<br />

Stichting. Het is daarom onzeker of de erfenis goed kan landen. Verder vergt het onderwerp een lange adem<br />

<strong>voor</strong>dat geoogst kan worden.<br />

Conclusie<br />

<strong>RGI</strong> laat een mooie onderwijs-erfenis na maar de toekomst hiervan is zorgelijk door beperkte mogelijkheden<br />

van de Stichting Arbeidsmarkt <strong>Geo</strong>. De erfenissen rond consumenten en in mindere mate rond burgerinteractie<br />

vinden via de markt hun weg. De parels uit het cluster van burgerinteractie zou in de toekomst betrokken<br />

kunnen worden bij een mogelijk vervolg op het thema ROI.<br />

12


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Uitvoeringsschema NGII, Toelichting:<br />

Uit de bijlage blijkt de evenwichtige ontwikkeling van het programma in de tijd (projecten staan chronologisch<br />

van boven naar beneden). In de eerste en tweede tender lag het accent op projecten met een relatief brede<br />

scope en startend aan de linkerkant van de figuur (het begin van de kennisketen). In de derde tender zijn<br />

projecten geformuleerd die witte vlekken invullen. In de vierde tender is <strong>voor</strong>al een verbreding van de maatschappelijke<br />

thema's gezocht met aandacht <strong>voor</strong> de zachtere componenten: beleid en organisatie. In de<br />

laatste tenderronde ligt het accent op de rechterkant van de figuur (de laatste fasen in de kennisketen). Hier<br />

is conform de aanbevelingen van de Midterm Review <strong>voor</strong>al aandacht gegeven aan de verankering en brede<br />

maatschappelijke toepassing die ook zichtbaar blijft na de programmaperiode.<br />

Een nadere beschouwing van de individuele projectresultaten leidt tot de volgende conclusies:<br />

• De meeste projecten hebben het beoogde resultaat gehaald; enkele projecten zijn veel verder gekomen<br />

dan <strong>voor</strong>zien.<br />

• Sommige projecten hebben niet het beoogde resultaat opgeleverd, wat inherent is aan een innovatieprogramma.<br />

Veelal betreft dit projecten met een focus op data, techniek en standaarden waarbij<br />

organisatie en beleid de uiteindelijke beperkende factor zijn geweest.<br />

• Het verankeringsproject (<strong>RGI</strong>-413) heeft een grote impact gehad en heeft veel projecten een stap<br />

verder getrokken in de kennisketen van wetenschappelijk onderzoek naar brede maatschappelijke<br />

13


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

toepassing. Met name de overbrugging van de pioniersfase blijkt een moeilijke stap in de kennisketen.<br />

Deze heeft daarom in het <strong>voor</strong>stel Nederland <strong>Geo</strong>land ook prioritaire aandacht gekregen.<br />

Blik op de toekomst – NGII<br />

De nalatenschap van het thema NGII bestaat uit een vijftal erfenissen.<br />

Erfenis: Governance van de GII<br />

Gedurende de <strong>RGI</strong> periode heeft ontwikkeling plaats gevonden van GIDEON, INSPIRE, <strong>Geo</strong>novum en GIberaad.<br />

Deze ‘erfenissen’ zijn allen zover dat zijn zelfstandig – en in samenhang - <strong>voor</strong>tgezet kunnen worden.<br />

De met behulp van <strong>RGI</strong> opgestelde beleidsnotitie GIDEON zal niet alleen tot uitvoering gebracht worden,<br />

maar ook worden gemonitord. Ditzelfde geldt <strong>voor</strong> de uitvoering van INSPIRE. In <strong>RGI</strong> zijn methoden ontwikkeld<br />

waarmee deze monitoring plaats kan vinden (bijv. <strong>RGI</strong>-005). VROM is hier het beleidsverantwoordelijke<br />

Ministerie, <strong>Geo</strong>novum is partij die de uitvoerende taak op zich neemt.<br />

Erfenis: Alle ingrediënten <strong>voor</strong> échte samenwerking op gebied van dataontsluiting van de overheid<br />

Het project PDOK (Publieke Dienstverlening op de Kaart) zal <strong>RGI</strong> resultaten op alle deelgebieden van de<br />

NGII (data, techniek, standaarden, organisatie en kennis) inzetten bij de ontwikkeling van de zgn. PDOK motor.<br />

Deze erfenis ligt bij de PDOK projectpartners.<br />

De aansluiting van de geo-sector op de administratieve en ICT wereld en het gemeenschappelijk werken<br />

vanuit een sterke vraagsturing blijft een aandachtspunt.<br />

Erfenis: Deelinfrastructuren van geo-informatie<br />

Er zijn binnen <strong>RGI</strong> acht deelinfrastructuren opgebouwd en een vijftal deelinfrastructuren methodisch ontwikkeld.<br />

De deelinfrastructuren zijn bruikbaar <strong>voor</strong> verdere invulling door verschillende partijen. Bij<strong>voor</strong>beeld bij<br />

NLR (<strong>RGI</strong>-405), TNO en Alterra (<strong>RGI</strong>-008) is te zien dat dit ook wordt opgepakt.<br />

Het Nationaal <strong>Geo</strong>-Register (NGR)is de eerste aanzet tot een nationaal portaal <strong>voor</strong> geo-informatie. Deze is<br />

opgezet bij <strong>Geo</strong>novum en zal geïntegreerd worden in het project PDOK (Publieke Dienstverlening op de<br />

Kaart) van een 6-tal overheidspartijen. Hiermee lijkt de erfenis van <strong>RGI</strong> nu definitief zacht te landen binnen<br />

te overheid. NLR heeft ambitie de portaalfunctie <strong>voor</strong> Remote Sensing data verder op te pakken.<br />

Erfenis: Standaarden en informatiemodellering<br />

Binnen <strong>RGI</strong> is veel kennis ontwikkeld op het gebied van standaardisatie en informatiemodellering. Zonder<br />

<strong>RGI</strong> is nu al meteen duidelijk dat de sector zelfstandig nieuwe informatiemodellen snel oppakt en op basis<br />

van <strong>RGI</strong> resultaten snel een completer palet van informatiemodellen ontwikkelt. Voorbeelden daarvan zijn<br />

het <strong>Informatie</strong> model landelijk gebied (LNV) en de afstemming IMGEO en IMTOP (GBKN, Kadaster en <strong>Geo</strong>novum).<br />

Erfenis: Communicatie binnen de <strong>Geo</strong>-sector<br />

<strong>Geo</strong>report is een experimenteel Youtube kanaal gericht op interne en externe communicatie van geoinformatie<br />

gestuurde innovaties. Het kanaal is in de toekomst bruikbaar <strong>voor</strong> community building en het vertellen<br />

van geoverhalen. Een eerste gebruik zal zijn om de georeportverhalen te gebruiken als input <strong>voor</strong> het<br />

VPRO programma Boven Holland (werktitel), gericht op een breed publiek. <strong>Geo</strong>business Nederland en GIN<br />

beraden zich op evt. overname redactie van het Youtube kanaal.<br />

Conclusie:<br />

De NGII-erfenis vanuit <strong>RGI</strong> is groot en in principe goed verankerd bij <strong>Geo</strong>novum, beleidsmatig in Gideon en<br />

ingebed in het omvangrijke project PDOK (Publieke Dienstverlening op de Kaart, 17, 4 M Euro – deels uit<br />

programma Vernieuwing Rijksdiensten). De aansluiting van de geo-sector op de administratieve en ICT wereld<br />

en het gemeenschappelijk werken vanuit een sterke vraagsturing blijft een aandachtspunt.<br />

14


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Uitvoeringsschema WETENSCHAP, Toelichting:<br />

Zie <strong>voor</strong> een toelichting op de opbouw van de Uitvoeringsschema de algemene toelichting op de methodiek.<br />

Uit de bijlage blijkt dat het wetenschappelijk onderzoek binnen <strong>RGI</strong> qua aantal projecten niet evenredig over<br />

de 4 wetenschappelijke speerpunten verdeeld zijn. Het blijkt dat er relatief veel aandacht is geweest <strong>voor</strong><br />

het speerpunt <strong>Geo</strong>-informatie en samenleving (G&S) en <strong>Geo</strong>-informatie infrastructuur concepten (GIC). In<br />

mindere mate zijn er projecten uitgevoerd <strong>voor</strong> het speerpunt Mens-machine interactie (MMI) en <strong>Ruimte</strong>-tijd<br />

modellering (RT). Dit is goed te verklaren uit de overall strategische keus binnen het programma om de<br />

ontwikkeling en innovatie van de <strong>Geo</strong>-informatie infrastructuur binnen maatschappelijk vraagstukken als rode<br />

draad te kiezen. De wetenschappelijk thema’s geo-informatie en samenleving en geo-informatie infrastructuur<br />

concepten sluiten zeer goed hierbij aan.<br />

Wat verder opvalt bij de beoordeling van de projecten dat veel wetenschappelijke projecten niet alleen publicaties<br />

hebben opgeleverd, maar dat de resultaten ook hun weg hebben gevonden naar toepassingen en<br />

gebruik in onderwijs. Dit is gevolg van de sterke inbedding van wetenschappelijk onderzoek binnen meer<br />

toepassingsgericht projecten. De Bsik hypothese dat koppeling van wetenschappelijk onderzoek aan toepassingsvragen<br />

sneller direct toepasbare resultaten oplevert kan op basis de <strong>RGI</strong> ervaring bevestigend worden<br />

beantwoord. Bij bestudering van de inhoudelijke resultaten van de projecten blijkt dat er weliswaar goed<br />

onderzoek is geleverd, maar dat er geen echt grensverleggende nieuwe concepten of theorieën zijn ontwikkeld.<br />

Blik op de toekomst<br />

15


BIJLAGE 4<br />

Uitvoeringsschema projecten per thema (vijf thema’s: OOV, ROI, COL, NGII, Wetenschap)<br />

Erfenis<br />

Voor onderzoek in de geo-informatiekunde is het stimuleringsprogramma <strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-informatie (<strong>RGI</strong>)<br />

van groot belang geweest. <strong>RGI</strong> heeft met het financieren van AIO’s in de geo-informatiekunde een aanzienlijke<br />

bijdrage geleverd aan de nationale en internationale kennisontwikkeling op een aantal (deel)gebieden.<br />

Uit een uitgevoerde bibliometrische analyse blijkt dat Nederland op dit gebied tot de mondiale top-5 behoord<br />

qua wetenschappelijke output en impact. Dit heeft te maken met de unieke geografische situatie in Nederland<br />

(veel mensen op een klein oppervlak) en een sterke historische positie op dit onderwerp (maken van<br />

kaarten en navigatie). Het vakgebied is altijd sterk dienstverlenend naar andere disciplines. Het gevolg is dat<br />

geo-informatiekunde een goede bijdrage levert aan de innovatie en ontwikkeling van andere discipline, maar<br />

dat het eigen onderzoek veel minder zichtbaar is. <strong>RGI</strong> heeft het vakgebied ook als een eigen discipline op de<br />

kaart gezet.<br />

Voorzetting van het onderzoek<br />

Na afronding van <strong>RGI</strong> is de aandacht <strong>voor</strong> wetenschappelijk onderzoek in de geo-informatiekunde bij twee<br />

organisaties beleidsmatig verankerd:<br />

1) De Nederlandse Commissie <strong>voor</strong> geodesie (KNAW-NCG). De NCG heeft recent een nieuw beleidsplan<br />

geformuleerd waarin het onderzoek naar geo-informatie een duidelijke plaats heeft gekregen;<br />

2) GIDEON. In de beleidsnota GIDEON van VROM wordt kennis en innovatie als strategie genoemd<br />

<strong>voor</strong> het veder ontwikkelen van de nationale geo-informatie infrastructuur.<br />

Qua beleidsmatige aandacht is de erfenis van <strong>RGI</strong> ook in het onderzoek goed geregeld, maar beleidsmatige<br />

aandacht alleen is niet voldoende om het onderzoek <strong>voor</strong>t te zetten. Het ontbreekt aan financiële middelen<br />

om geo-informatiekundig onderzoek te financieren. Het NCG heeft geen eigen middelen <strong>voor</strong> onderzoek en<br />

in het kader van GIDEON zijn tot nu toe ook geen gelden <strong>voor</strong> kennisontwikkeling en innovatie vrijgemaakt.<br />

Ook bij andere onderzoekfinanciers (o.a. NWO) is het lastig om binnen te komen, omdat geo-informatie onderwerpen<br />

nooit het doel van “call” vormen.<br />

Conclusie<br />

<strong>RGI</strong> laat een mooie wetenschappelijke erfenis na met een positie in de wereldtop. De toekomst hiervan is<br />

zorgelijk. Het is te verwachten dat Nederland haar mondiale sterke wetenschappelijke positie op het gebied<br />

van de geo-informatiekunde de komende jaren niet zal kunnen vasthouden door gebrek aan middelen.<br />

16


BIJLAGE 5<br />

Nederland <strong>Geo</strong>land, managementsamenvatting (onderdeel Delta in Transition)<br />

Nederland <strong>Geo</strong>land; managementsamenvatting (onderdeel Delta in Transition)<br />

<strong>Geo</strong>grafische informatie speelt een belangrijke rol in de kanteling naar een integrale en transdisciplinaire<br />

aanpak van gebiedsvraagstukken. <strong>Geo</strong>-informatie (GI) biedt ondersteuning om ons huidige instrumentarium<br />

van wetten, regels, uitvoering en handhaving met elkaar te verbinden. Het <strong>voor</strong>ziet in databases, analyses<br />

en visualisatie van de leefomgeving en de daarin gewenste aanpassingen in gebiedsontwikkeling. Om geoinformatie<br />

als strategische infrastructuur te versterken moet aandacht besteed worden aan wat wij daar precies<br />

onder willen verstaan en hoe wij dat wensen te ontwikkelen. De Europese INSPIRE richtlijn en de Nederlandse<br />

beleidslijn GIDEON geven daar richting aan, alsmede de in opgang zijnde visie om gebiedsontwikkeling<br />

in samenwerking met betrokkenen en belanghebbenden uit te voeren.<br />

Missie<br />

De missie van Nederland <strong>Geo</strong>land is om geo-innovatie te versnellen en daarmee de Nederlandse geoinformatie<br />

bedrijfstak te positioneren als een wereldwijd competitieve sector, om effectieve oplossingen in<br />

bedrijfsprocessen te stimuleren en om de mogelijkheden van de overheid te vergroten om maatschappelijke<br />

problemen op te lossen.<br />

Nederland <strong>Geo</strong>land heeft als ambitie om de innovatie op GI gebied te versnellen en daarmee de GI sector<br />

internationaal op de kaart te zetten. Hiermee beoogt het programma om effectievere ondersteuning van bedrijfsprocessen<br />

te leveren en de Nederlandse overheden beter in staat te stellen om gebiedsgericht te werken<br />

bij het aanpakken van maatschappelijke problemen. Hiertoe heeft het programma gekozen <strong>voor</strong> een<br />

aanpak om wetenschap, belanghebbenden, industrie en overheid te verbinden in de aanpak van ‘Living<br />

Labs’. Hierin worden onderzoeks- en innovatieprocessen met elkaar verbonden waardoor kennisdoorwerking<br />

efficiënter verloopt. Behalve het bijeenbrengen van partijen om in co-creatie te werken aan gebiedsinrichting<br />

vormt een Living Lab ook een sociaal laboratorium waar met name de socio-technische aspecten van een<br />

geo-informatie infrastructuur en de betekenis daarvan kunnen worden onderzocht. Nederland <strong>Geo</strong>land heeft<br />

vijf Innovatie Acceleratie Projecten (IAPs) gedefinieerd:<br />

1. Complexe gebiedsinrichting: IAP Markermeer / IJmeer;<br />

2. Ondergrondse infrastructuur: IAP Noord Brabant;<br />

3. Landbouw, natuur en landschap: IAP Hoeksche Waard;<br />

4. Watersysteem en achterland: IAP waterveiligheid (diverse locaties);<br />

5. Stedelijke ontwikkeling en netwerken: IAP Randstad Zuidvleugel.<br />

Met deze IAPs als uitvoeringsbasis worden wetenschappelijke thema’s, kennisdoorwerking en innovatie met<br />

elkaar verbonden. De wetenschappelijke thema’s zijn zo gekozen dat zij passen in de internationale onderzoeksagenda’s<br />

en daarbij de specifieke Nederlandse situatie versterken en verdiepen. Typische Nederlandse<br />

GI thema’s zijn:<br />

- Het verder ontwikkelen van een geo-informatie infrastructuur naar een duurzame en bedrijfskritische<br />

infrastructuur als basis <strong>voor</strong> innovatie en efficiënte e-overheid;<br />

- De mogelijkheden van geïntegreerde geo-sensor netwerken benutten <strong>voor</strong> real-time informatie<strong>voor</strong>ziening<br />

<strong>voor</strong> o.a. milieumonitoring en incidenten management;<br />

- De bestuurskundige aspecten (zowel politiek, financieel, organisatorisch en juridisch) uitwerken van<br />

een geo-informatie infrastructuur en het ontwerpen en toetsen van verschillende governance structuren;<br />

- Het onderzoeken van de implementatie en acceptatie van standaarden en het verbeteren van standaardisatieprocessen<br />

in interdisciplinaire context.<br />

17


BIJLAGE 5<br />

Nederland <strong>Geo</strong>land, managementsamenvatting (onderdeel Delta in Transition)<br />

Momenteel heeft Nederland in het GI domein een internationaal competitieve industrie. Ook scoort Nederland<br />

hoog (5 e plaats) in de wetenschappelijke productie op geo-informatie gebied. Een sector die naast enkele<br />

grote bedrijven bestaat uit zo’n 300 innovatieve MKBers die nationaal en internationaal hun innovatieve<br />

producten en diensten vermarkten. De kennisdoorwerking van wetenschap naar MKB en naar het onderwijs<br />

is een essentieel onderdeel van het programma. Naast curriculum ontwikkeling is ook een groot crossmediaal<br />

publieksprogramma in ontwikkeling (BirdsEye NL). Hiermee beoogt het programma meer GI professionals<br />

af te leveren waar op dit moment grote vraag naar is.<br />

Nederland <strong>Geo</strong>land is een programma waarin 28 kennisinstellingen (inclusief universiteiten), 58 bedrijven en<br />

46 overheden samenwerken aan versterking van de innovatiekracht van de Nederlandse GI sector. Het programma<br />

omvat 50 Miljoen Euro waar<strong>voor</strong> 25 miljoen Euro FES-subsidie wordt gevraagd. Door de partners is<br />

reeds ruim 25 miljoen Euro co-financiering toegezegd. De geconstateerde belemmeringen van kennisdoorstroming<br />

en innovatie worden hiermee aangepakt wat leidt tot een sterkere economische positie van de GI<br />

sector, een effectievere overheid en een betere aanpak van gebiedsvraagstukken.<br />

18


BIJLAGE 6<br />

Lijst met Brugprojecten<br />

Lijst met brugprojecten<br />

<strong>RGI</strong> Projectnaam Brug naar Bsik-thema<br />

026A<br />

Location Based Services 24-7 (LBS-<br />

24-7)<br />

Freeband<br />

101B Simwaterscape Leven met water<br />

(geïntegreerd)<br />

ICT<br />

<strong>Ruimte</strong><br />

106 <strong>Geo</strong>Bos Klimaat <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong> <strong>Ruimte</strong><br />

150A 3D plaatsbepaling top-up Habiforum <strong>Ruimte</strong><br />

184 ADAGUC Klimaat <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong> <strong>Ruimte</strong><br />

189 Sensors als databronnen aan de<br />

geo-informatie infrastructuur<br />

LOFAR<br />

190 SimClimate Klimaat <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong> <strong>Ruimte</strong><br />

208 Climategame Klimaat <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong> <strong>Ruimte</strong><br />

232 <strong>Geo</strong> Info Ned MultimediaaN ICT<br />

246 Natuurlijk gezond van dag tot dag Klimaat <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong> <strong>Ruimte</strong><br />

254 LUMOSpro Habiforum<br />

315 Cow Cow Navigator<br />

(onderdeel van project 004)<br />

316 Planning Futures<br />

(onderdeel van project 128)<br />

(geïntegreerd)<br />

LOFAR<br />

LmW / Habiforum / KvR<br />

ICT<br />

<strong>Ruimte</strong><br />

ICT<br />

<strong>Ruimte</strong><br />

401 Transitiemonitoring tbv <strong>RGI</strong> KSI Duurzame Systeem<br />

Innovaties<br />

418 Van Schetsboek naar Klimaatatlas Klimaat <strong>voor</strong> <strong>Ruimte</strong><br />

(geïntegreerd)<br />

<strong>Ruimte</strong><br />

19


BIJLAGE 7<br />

Lijst met internationale projecten<br />

Lijst met internationale projecten<br />

<strong>RGI</strong>- Buitenlandse Partner Land<br />

002 Finnish <strong>Geo</strong>detic Institute Finland<br />

COGIT Laboratory, IGN<br />

France<br />

005 University of Melbourne Australia<br />

Katholieke Universiteit Leuven, Public Management Institute<br />

Infrastructure LLC<br />

Global Spatial Data Infrastructure Association (GSDI)<br />

CYTED-project IDEDES-606 (Projectconsortium)<br />

<strong>Geo</strong>connections<br />

Belgium<br />

USA<br />

USA<br />

Latin America<br />

and Caribbean<br />

Canada<br />

010 University of Aachen Germany<br />

Ministery MUNLV-NRW<br />

Envidat<br />

<strong>Geo</strong>logischer Dienst NRW (GDNRW)<br />

011 Department of Natural Resources and Water (Queensland Government)<br />

University of Glamorgan (Wales)<br />

City University London<br />

University College London/ CASA<br />

TU Wien<br />

Ludvig Emgard Company<br />

Germany<br />

Germany<br />

Germany<br />

Australia<br />

UK<br />

England<br />

England<br />

Austria<br />

Sweden<br />

014 NODC Worldwide<br />

017 Univiversity of Melbourne Australia<br />

116 JRC Italy<br />

137 Imperial College of science, technology and medicine (London) England<br />

150 TU Dresden Germany<br />

160 CNR (Area della Ricerca CNR di Pisa; Italy)<br />

University of Calgary (Canada)<br />

162 Wallingford Software UK<br />

Italy<br />

Canada<br />

233 Leibniz University of Hannover Germany<br />

302 Bundesamt fur Strahlenschutz Germany<br />

JRC<br />

305 University of York (UK) UK<br />

Italy<br />

313 European Commission (JRC) Italy<br />

326 Katholieke Universiteit Leuven Public Management Institute, zie ook<br />

005a<br />

Info: infrastructure LLC (USA)<br />

327 Penn State University - Dept. of <strong>Geo</strong>graphy, College of Info<br />

Sciences & Technology<br />

City University, London, UK - Dept. of Information Science<br />

University of Zurich, Dept. of <strong>Geo</strong>graphy<br />

Universität Bremen, Cognitive System Group, Dept. of Informatics<br />

Belgium<br />

USA<br />

USA<br />

England<br />

Swis<br />

Germany<br />

421 Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) United Nations<br />

20


BIJLAGE 8<br />

Lijst met publicaties<br />

Wetenschappelijke publicatielijst <strong>RGI</strong> totaal<br />

Publicatielijst Accepted & Published Internationaal Wetenschappelijke<br />

Tijdschriften (n=77)<br />

Oort, P.A.J. van, M.C. Kuyper, A.K. Bregt and J. Crompvoets, (2009). <strong>Geo</strong>portals: An Internet Marketing Perspective.<br />

Data Science Journal 9, 162-181<br />

Oort, P.A.J. van; Hazeu, G.W.; Kramer, H.; Bregt, A.K.; Rip, F.I. (accepted) Social networks in spatial data<br />

infrastructures. <strong>Geo</strong>journal<br />

Heuvelink, G.B.M., Jiang, Z, De Bruin, S. and C. Twenhöfel C., (2009), Optimization of mobile radioactivity monitoring<br />

networks. International Journal of GIS (in press).<br />

Kooistra, L., Bergsma, A., Chuma, B., de Bruin, S., (2009). Development of a dynamic web mapping service for<br />

vegetation productivity using remote sensing and in situ sensors in a sensorweb based approach. Sensors 9: 2371-<br />

2388<br />

Ligtenberg, A., and Kooistra, L., (2009). Sensing a Changing World. Sensors 9: 6819-6822<br />

Foerster, T., Stoter, J.E., Kraak, M.J. (accepted) Current Challenges for Automated Generalisation at European mapping<br />

agencies. The Cartographic Journal<br />

Foerster, T., Lehto, L., Sarjakoski, T. and Stoter, J.E. (2009) Map generalization and schema transformation of<br />

geospatial data combined in a Web Service context. Computers, Environment and Urban Systems<br />

Grus, L.; Crompvoets, J.W.H.C.; Bregt, A.K. (2007) Multi-view SDI assessment framework International Journal of<br />

Spatial Data Infrastructures Research 2, 33 – 53<br />

Grus, L.; Crompvoets, J.W.H.C.; Bregt, A.K (accepted). Sp Spatial Data Infrastructures as Complex Adaptive Systems.<br />

International journal of geographical information science<br />

Stoter, J.E., Burghardt, D., Duchêne, C., Baella, B., Bakker, N., Blok, C.A. and ... [et al.] (2009) Methodology for<br />

evaluating automated map generalization in commercial software. Computers, Environment and Urban Systems 13,<br />

311-324.<br />

<strong>Geo</strong>rgiadou, P.Y. and Stoter, J.E. (2009) Studying the use of geo - information in government : a conceptual framework.<br />

Computers, Environment and Urban Systems<br />

Stoter, J.E., de Kluijver, H. and Kurakula, V. (2008) 3D noise mapping in urban areas: International journal of<br />

geographical information science, 8, 907-924<br />

van Oosterom, P.J.M., Lemmen, C.H.J., Ingvarsson, T., van der Molen, P., Ploeger, H.D., Quak, W., Stoter, J.E. and<br />

Zevenbergen, J.A. (2006) The core cadastral domain model. In: Computers, Environment and Urban Systems 30,<br />

627-660.<br />

Arens, C., Stoter, J.E. and van Oosterom, P.J.M. (2005) Modelling 3D spatial objects in a geo - DBMS using a 3D<br />

primitive. Computers and geosciences, 31,165-177.<br />

Stoter, J.E. and van Oosterom, P.J.M. (2005) Technological aspects of a full 3D cadastral registration. International<br />

journal of geographical information science 19, 669-696<br />

Crompvoets J., de Bree F., van Oort P., Bregt A., Wachowicz M., Rajabifard A., Williamson I., (2007). Worldwide Impact<br />

Assessment of Spatial Data Clearinghouses. Urisa Journal, 19(1), 23-32<br />

Lammeren, R. van; Goossen, M.; Roncken, P. (2009). Sensing Landscape History with an Interactive Location Based<br />

Service. Sensors 9: 7217-7233.<br />

Aditya T., Kraak M.J., Ormeling F.J., (2006). <strong>Geo</strong>spatial data infrastructure portals: Using national atlasses as a portal.<br />

Cartographica, 41(2), 115-133<br />

Van Oosterom P., (2005). Variable-scale Topological Data Structures Suitable for Progressive Data Transfer: The GAPface<br />

Tree and GAP-edge Forest. Cartography and <strong>Geo</strong>graphic Information Science, 32(4), 331-346<br />

Hiemstra P., Pebesma E., Twenhöfel C., Heuvelink G., (2008). Automatic real-time interpolation of radiation hazards: a<br />

prototype and system architecture considerations.. International Journal for Spatial Data Infrastructures Research,<br />

3, 58-72<br />

Hiemstra P., Pebesma E., Twenhöfel C., Heuvelink G., (2009). Real-time automatic interpolation of ambient gamma<br />

dose rates from the Dutch Radioactivity Monitoring Network.. Computers & <strong>Geo</strong>sciences, (accepted).<br />

Lance K., <strong>Geo</strong>rgiadou Y., Bregt A., (2006). Understanding how and why practitioners evaluate SDI performance.<br />

International Journal for Spatial Data Infrastructures Research, 1(1), 65-104<br />

Lance K., <strong>Geo</strong>rgiadou Y., Bregt A., (2009). Cross-agency coordination in the shadow of hierarchy: 'joining up' government<br />

geospatial information systems. International Journal of <strong>Geo</strong>graphical Information Science 23, 249 - 269<br />

Verbree E., Most A., Quak W., van Oosterom P., (2005). Towards a 3D Feature Overlay through a Tetrahedral Mesh<br />

Data Infrastructure. CaGIS, 32(4)<br />

Hack R., Orlic B., Ozmutlu S., Zhu S., Rengers N., (2006). Three and more dimensional modelling in geo-engineering.<br />

Bulletin of Engineering <strong>Geo</strong>logy and the Environment, 65, 143-153<br />

Weger L., Linden A., Terreehorst I., Slikke W., van Vliet A., Hiemstra P., (2008). Spread of ragweed plants and ragweed<br />

sensitization in the Netherlands. Allergy, 63(S88), 103<br />

Louwsma J., Zlatanova S., van Lammeren R., van Oosterom P., (2006). Specifications and implementations of<br />

constraints in GIS. <strong>Geo</strong>Informatica, 10(4), 531-550<br />

Ledoux H, Gold C., (2007). Simultaneous Storage of Primal and Dual Three Dimensional Subdivisions. Computers<br />

Environment & Urban Systems, 31(4), 393-408<br />

21


BIJLAGE 8<br />

Lijst met publicaties<br />

Boer A., van Engers R., Peters R., Winkels R., (2007). Separating law from geography in GIS-based eGovernment<br />

Services. Artificial Intelligence and Law, 15(1), 49-76<br />

Basta C., Neuvel J., Zlatanova S., Ale B., (2007). Risk-maps informing land-use planning processes; A survey on the<br />

Netherlands and the United Kingdom recent developments. Journal of Hazardous Materials, 145(1), 214-249<br />

De Bruin S., (2008). Propagation of positional measurement errors to agricultural field boundaries and associated costs.<br />

Computers and Electronics in Agriculture, 63(2), 245-256<br />

De Bruin, S., Lerink, P., Klompe, A., van der Wal, T., Heijting, S. Spatial optimisation of cropped swaths and field<br />

margins using GIS (2009) Computers and Electronics in Agriculture, 68, 185-190<br />

Oude Elberink, S.J. and Vosselman, G. (2009) 3D information extraction from laser point clouds covering complex road<br />

junctions. The photogrammetric record, 125, 23-36<br />

Oude Elberink, S.J. and Vosselman, G. (2009) Building reconstruction by target based graph matching on incomplete<br />

laser data : analysis and limitations. Sensors, 9 6101-6118.<br />

Pu, S. and Vosselman, G. (2009) Building facade reconstruction by fusing terrestrial laser points and images. Sensors, 9,<br />

4525-4542.<br />

Giff G., Crompvoets J., (2008). Performance Indicators a tool to Support Spatial Data Infrastructure Assessment.<br />

Computers Environment & Urban Systems, 32(5), 365-376<br />

Ledoux H., Gold C., (2008). Modelling Three-dimensional <strong>Geo</strong>scientific Fields with the Voronoi Diagram and its Dual.<br />

International Journal of <strong>Geo</strong>graphical Information Science, 22(5), 547-574<br />

de Bruin S., (2008). Modelling Positional Uncertainty of Line Features by Accounting for Stochastic Deviations from<br />

Straight Line Segments. Transactions in GIS, 12(2), 165-177<br />

Schmitz O., Karssenberg D., van Deursen W., Wesseling C., (2009). Linking external components to a spatio-temporal<br />

modelling framework. Environmental Modelling & Software, 24(9), 1088-1099<br />

Pu S., Vosselman G., (2009). Knowledge based reconstruction of building models from terestrial laser scanning data.<br />

ISPRS Journal of Photogrammetry and Remote Sensing.<br />

van Oort P., (2007). Interpreting the change detection error matrix. Remote Sensing of Environment, 108(1), 1-8<br />

Eppink F., Rietveld P., van den Bergh J., Vermaat J., Wassen M., Hilferink M. (2008). Internalising the costs of<br />

fragmentation and nutrient depposition in spatial planning: Extending a decision support tool for the Netherlands.<br />

Land Use Policy, 25(4), 563-578<br />

Schaepman M., Sluiter R., de Jeu R., Vicente A., Martin J., (accepted as a special issue). Special Issue on<br />

Heterogeneous data access and use for geospatial user communities. IEEE J-STARS<br />

Verbree E., Maat K., Bohte W., van Nieuwburg E., van Oosterom P., Quack W., (2005). GPS monitored itinerary<br />

tracking: Where have you been and how did you get there?. <strong>Geo</strong>wissenschaftliche Mitteilungen, 74, 73-80<br />

Andrienko G., Andrienko N., Dykes J., Fabrikant S., Wachowicz M., (2008). Special Issue on <strong>Geo</strong>visualization of<br />

Dynamics, Movement and Change. Information Visualization, 7(3), 173-180<br />

Van Elzakker C., Delikostidis I., van Oosterom P., (2008). Field-based usability evaluation methodology for Mobile <strong>Geo</strong>-<br />

Applications. The Cartographic Journal, 45(2), 139-149<br />

Menzel A., Sparks T., Estrella N., Koch E., Aasa A., Ahas R., Alm-Kübler K., (2006). European phenological response to<br />

climate change matches the warming pattern. Global Change Biology, 12(10), 1969-1976<br />

Lemmens R., de By R., Gould M., Wytzisk A., Granell C., van Oosterom P., (2007). Enhancing <strong>Geo</strong>-Service Chaining<br />

through Deep Service Descriptions. Transactions in GIS, 11(6), 849-871<br />

Bohte W., Maat K. (2009). Deriving and validating trip purposes and travel modes for multi-day GPS-based travel<br />

surveys: A large-scale application in the Netherlands. Transportation Research Part C: Emerging Technologies,<br />

17(3), 285-297<br />

Lance K., <strong>Geo</strong>rgiadou Y., Bregt A., (2009). Cross-agency coordination in the shadow of hierarchy: 'joining up'.<br />

International Journal of <strong>Geo</strong>graphical Information Science, 23(2), 249-269<br />

Haunert J., Dilo A., van Oosterom P., (accepted). Constrained set-up of the tGAP structure for progressive vector data<br />

transfer. Computers and <strong>Geo</strong>sciences<br />

Briggs D., de Hoogh C., Gulliver J., (accepted). Comparative assessment of GIS-based methods and metrics for<br />

modelling exposure to air pollution. Journal of Toxicology and Environmental Health<br />

Boncz P., Kersen M., Manegold S., (2008). Breaking the memory wall in MonetDB. Communications of the ACM, 51(12),<br />

77-85<br />

Haunert J., Sester M. (2008). Assuring logical consistency and semantic accuracy in map generalization.<br />

Photogrammetrie - Fernerkundung - <strong>Geo</strong>information (PFG), (3), 165-173<br />

Sester M., Brenner C., (accepted). a vocabulary for a multiscale process description for fast transmission and continuous<br />

visualization of spatial data. Computers & <strong>Geo</strong>sciences<br />

Dilo A., de By R., Stein A., (2007). A system of types and operators for handling vague spatial objects. International<br />

Journal of <strong>Geo</strong>graphical Information Science, 21(4), 397-426<br />

Vonk G., Geertman S., Schot P., (2007). A SWOT analysis of planning support systems. Environment & Planning A,<br />

39(7), 1699-1714<br />

Penninga F., van Oosterom P. (2008). A simplicial complex-based DBMS approach to 3d topographic data modelling.<br />

International Journal of <strong>Geo</strong>graphical Information Science, 22(7), 751-799<br />

Hoek G., Beelen R., de Hoogh K., Vienneau D., Gulliver J., Fischer P., Briggs D., (2008). A review of land use regression<br />

models to assess spatial variation of outdoor air pollution. Atmospheric Environment, 42(33), 7561-7578<br />

Schäffer B., Foerster T. (2008). A client for distributed geo - processes and workflow design. Journal of Location Based<br />

Services, 2(3), 194-210<br />

22


BIJLAGE 8<br />

Lijst met publicaties<br />

Andrienko G., Andrienko N., Jankowski P., Keim D., Kraak M.J., McEachren A., Wrobel S., (2007). <strong>Geo</strong>visual analytics<br />

for spatial decision support: Setting the research agenda. International Journal of <strong>Geo</strong>graphical Information Science,<br />

21(8), 839-857<br />

Koekoek A., van Lammeren R., Vonk G., (accepted). The potential of e-participation as planning support system. Urisa<br />

Journal<br />

Geertman S., Hagoort M., Ottens H., (2007). Spatial-temporal specific neighbourhood rules for cellular automata landuse<br />

modeling. International Journal for <strong>Geo</strong>graphical Information Science, 21(5), 547-568<br />

Nouwt S., (2008). Reasonable expectations of geo-privacy. Scripted - A Journal of Law, Technology and Society, 375<br />

Gillmore Pontius R., Boersma W., Castella J., Clarke K., de Nijs T., Dietzel T., Duan Z., (2008). Comparing the input,<br />

output, and validation maps for several models of. The Annals of Regional Science, 42(1), 11-37<br />

Vonk, G., Geertman, S. and P. Schot (2007). New Technologies Stuck in Old Hierarchies; An analysis of diffusion of geoinformation<br />

technologies in Dutch public organizations, Public Administration Review, 67, 745-756.<br />

Vonk, G.A., Geertman, S., Ottens, H., Schot, P., Why some Planning Support Systems are more widely used than<br />

others, Journal of the American Planning Association, 2007<br />

Hagoort, M., S. Geertman, and H.Ottens (2008). Spatial externalities, neighbourhood rules and CA land-use modelling.<br />

Annals of Regional Science 42,39-56.<br />

Valbuena, D.F.; Verburg, P.H.; Bregt, A.K.; Ligtenberg, A. (2009) An agent-based approach to model land-use change at<br />

a regional scale. Landscape Ecology<br />

Neuvel, J.M.M. and Van den Brink, A., (2009). The consideration of emergency management issues in spatial planning<br />

practices. Environment and Planning C: Government and Policy<br />

Neuvel, J.M.M. and Van den Brink, A., (2009). Flood risk management in Dutch local spatial planning practices. Environmental<br />

Planning and Management. 57 (7) 865-880<br />

Kraak, M.J., Ormeling, F.J., Köbben, B.J. and Aditya, T. (2009) The potential of a national atlas as integral part of the<br />

geodata infrastructure exemplified by the new Dutch national atlas. In: SDI convergence, research emerging trends<br />

and critical assessment / ed by. B. van Loenen, J.W.J. Besemer, and J. Zevenbergen. Delft : Netherlands <strong>Geo</strong>detic<br />

Commission, 2009. ISBN 978-90-6132-310-5. (Netherland <strong>Geo</strong>detic Commission : green series, 48) pp. 9-20<br />

Rod Thompson en Peter van Oosterom. Connectivity in the Regular Polytope Representation <strong>Geo</strong>Informatica, An International<br />

Journal on Advances of Computer Science for <strong>Geo</strong>graphic Information Systems<br />

Peter van Oosterom Research and development in geo-information generalisation and multiple representation Computers,<br />

Environment and Urban Systems 33 (2009) 303-310<br />

Arta Dilo, Peter van Oosterom, Arjen Hofman Constrained tGAP for generalization between scales: The case of Dutch<br />

topographic data Computers, Environment and Urban Systems 33 (2009) 388-402<br />

Peter van Oosterom, Arco Groothedde, Christiaan Lemmen, Paul van der Molen, and Harry Uitermark Land Administration<br />

as a Cornerstone in the Global Spatial Information Infrastructure International Journal of Spatial Data Infrastructures<br />

Research, 2009, Vol. 4.<br />

Sester M., and Brenner C.,: A vocabulary for a multiscale process description for fast transmission and continuous visualization<br />

of spatial data, Computers and <strong>Geo</strong>sciences, vol. 35, issue 11, 2177-2184, 2009.<br />

Publicatielijst Boeken en Hoofdstukken in Boeken (n=90)<br />

Kooistra, L., Thessler, S., and Bregt, A., 2009. User requirements and future expectations for geosensor networks – an<br />

assessment. In: Trigoni, N., Markham, A., Nawaz, S. (eds.), <strong>Geo</strong>Sensor Networks 2009. Lecture Notes in Computer<br />

Science, 5659, Springer Berlin-Heidelberg, p. 149-157.<br />

Thompson R., (2009). Use of Finite Arithmetic in 3D Spatial Databases. In Lee J., Zlatanova S. 3D <strong>Geo</strong>-Information<br />

Sciences. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 193-212<br />

Van Schaick J., van der Spek S., (2008). Urbanism on Track - Application of Tracking technologies in urbanism.<br />

Research in Urbanism Series series, Delft University of Technology Press, Delft<br />

Maarleveld M., van de Velde R., van Uum J., Pleizier I. (2006). To see or not to see, that is the question: <strong>Geo</strong>-information<br />

visualization tools as a means to facilitate stakeholder dialogues in land and water management planning. In<br />

Stollkleemann S., Welp M. Stakeholder dialogues in Natural Resources Management. Environmental Science and<br />

Engineering series, Springer, Berlin, pp 187-210<br />

Omran E., Bregt A., Crompvoets J., (2007). Spatial data sharing: A cross cultural conceptual model. In Onsrud H.,<br />

Research and Theory in Advancing Spatial Data Infrastructure Concepts. ESRI-press, Redlands, pp 79-97<br />

Welle Donker F., van Oosterom P., (2009). Public Sector Information Access Policies in Europe. In Fitzgerald B., Essays<br />

on PSI Access. Sydney University Press, Sydney<br />

Eelderink L., Crompvoets J., De Man E., (2008). Towards key variables to assess National Spatial Data Infrastructures<br />

(NSDIs) in developing countries. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A<br />

Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 307-<br />

325<br />

Grus L., Crompvoets J., Bregt A., (2008). Theoretical introduction to the Multi-view Framework to assess SDIs. In<br />

Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess<br />

Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 93-113<br />

Delgado-Fernandez T., Delgado-Fernandez M., Andrade R., (2008). The SDI readiness model and its worldwide<br />

application. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view<br />

Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 117-134<br />

23


BIJLAGE 8<br />

Lijst met publicaties<br />

Verbree E., Zlatanova S., (2007). Positioning LBS to the third dimension. In Gartner G., Cartwright W., Peterson<br />

Peterson, Location Based Services and TeleCartography. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series,<br />

Springer, Berlin, pp 107-118<br />

Zlatanova S., Stoter J., (2006). The role of DBMS in the new generation GIS architecture. In Sanjay R., Jayant S.<br />

Frontiers of <strong>Geo</strong>graphic Information Technology. Springer, Berlin, pp 156-180<br />

Wachowicz M., Macedo J., Renso C., Ligtenberg A. (2009). The role of a multi-tier ontological framework in reasoning to<br />

discover meaningful patterns of sustainable mobility. In Miller H., Han J. <strong>Geo</strong>graphic Data Mining and Knowledge<br />

Discovery. CRC Press, Boca Raton<br />

Tegtmeijer W., Hack R., Zlatanova S., van Oosterom P. (2007). The problem of uncertainty integration and geoinformation<br />

harmonization. In Coors V., Rumor M., Fendel E., Zlatanova S. Urban and regional data management:<br />

UDMS annual 2007. Taylor & Francis Group, London, pp 171-184<br />

De Man E., (2008). The multi-faceted nature of SDIs and their assessment; dealing with dilemmas. In Crompvoets J.,<br />

Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data<br />

Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 23-49<br />

Carstjens G., (2009). . In Supporting Strategic Spatial Planning. Planning support systems for the spatial planning of<br />

metropolitan landscapes. PhD Thesis series, Wageningen Universiteit, Wageningen<br />

Schenk M., van Vliet A., Smulders M., Gilissen L. (2006). Strategies for prevention and mitigation of hay fever. In<br />

Gilissen L., Wichers H., Savekoul P., Bogers R. Allergy Matters; New approaches to allergy prevention and<br />

management. Wageningen UR Frontis series, Springer, Dordrecht, pp 129-141<br />

Koerten H., (2008). Assessing the Organizational Aspects of SDI: Metaphors Matter. A Multi-view Framework to Assess<br />

SDIs. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to<br />

Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 235-254<br />

Rajabifard A., (2008). Spatial Data Infrastructure for a Spatially Enabled Government and Society. In Crompvoets J.,<br />

Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data<br />

Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 1-7<br />

<strong>Geo</strong>giadou Y., Stoter J., (2008). SDI for public governance: implications for evaluation research. In Crompvoets J.,<br />

Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data<br />

Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 51-68<br />

Lance K., (2008). SDI evaluation and budgetting processes: linkages and lessons. In Crompvoets J., Rajabifard A., van<br />

Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The<br />

Melbourne University Press, Melbourne, pp 69-91<br />

Nedovic-Budic Z., Pinto Z., Budhathoki N., (2008). SDI Effectiveness from the User Perspective. In Crompvoets J.,<br />

Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data<br />

Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne<br />

Ledoux C., (2008). FieldGML: An Alternative Representation For Fields. In Ruas A., Gold C. Headway in Spatial Data<br />

Handling. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 385-400<br />

Kang Z., Zhang Z., Zhang J., Zlatanova S. (2007). Rapidly Realizing 3d visualization for urban street based on multisource<br />

data integration. In Zlatanova S., Fabbri A. <strong>Geo</strong>matics Solutions for Disaster Management. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 149-163<br />

Van Vliet A., Leemans R., (2006). Rapid Species Responses to Changes in Climate Require Stringent Climate Protection<br />

Targets. In Schnellhuber H., Cramer W., Nakicenovic N., Wigley T., Yohe G., Avoiding dangerous climate change.<br />

Cambridge University Press, Cambridge<br />

Groothedde A., Lemmen C., van der Molen P., van Oosterom P. (2008). A standardized land administration domain<br />

model as part of the (spatial) information infrastructure. In Van Oosterom P., Zlatanova S. Creating spatial<br />

information infrastructures: towards the spatial semantic web. CRC Press, Boca Raton<br />

Kleijer F., Odijk D., Verbree E., (2009). Prediction of GNSS Availability and Accuracy in Urban Environments - Case<br />

Study Schiphol Airport. In Gartner G., Rehrl K. Location Based Services and TeleCartography II. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 387-406<br />

Xu W., Zlatanova S., (2007). Ontologies for Disaster Management Response. In Li J., Zlatanova S., Fabbri Fabbri,<br />

<strong>Geo</strong>matics Solutions for Disaster Management. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer,<br />

Berlin, pp 185-200<br />

Crompvoets J., (2006). National Spatial Data Clearinghouses. Worldwide Development and Impact. PhD Thesis series,<br />

Wageningen Universiteit, Wageningen<br />

Crompvoets J., Bregt A., (2007). National Spatial Data Clearinghouses, 2000 to 2005. In Onsrud H., Research and<br />

Theory in Advancing Spatial Data Infrastructure Concepts. ESRI-press, Redlands, pp 141-154<br />

Hofstra H., Scholten H., Zlatanova S., Scotta A. (2008). Multi-user tangiable interfaces for effective decision-making in<br />

disaster management. In Nayak S., Zlatanova S. Remote Sensing and GIS Technologies for Monitoring and<br />

Prediction of Disasters. Environmental Science and Engineering series, Springer, Berlin, pp 243-266<br />

Van Vliet A., (2008). Monitoring, analysing, forecasting and communicating phenological changes. PhD Thesis series,<br />

Wageningen Universiteit, Wageningen<br />

Reuvers M., Aalders H., (2008). Metadata and spatial searching as key SII component: future standardization<br />

developments. In Van Oosterom P., Zlatanova S. Creating Spatial Information Infrastructures: towards the spatial<br />

semantic web. CRC Press, Boca Raton, pp 151-165<br />

Moody R., (2007). Assessing the role of GIS in E-government: A tale of E-participation in two cities. In Electronic<br />

Government. Lecture Notes in Computer Science series, Springer, Berlin, pp 354-365<br />

24


BIJLAGE 8<br />

Lijst met publicaties<br />

Vandenbroucke D., Janssen K., van Orshoven J., (2008). INSPIRE State of Play: Generic approach to assess the status<br />

of NSDIs. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework<br />

to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 145-172<br />

Vandenbroucke D., Zambon D., Crompvoets J., Dufourmont H. (2008). INSPIRE Directive: Specific requirements to<br />

monitor its implementation. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A<br />

Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 327-<br />

355<br />

Abdul-Rahman A., Zlatanova S., Coors V., (2006). Innovations in 3d <strong>Geo</strong>-information systems. In . Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin<br />

Hunter G., de Bruin S., Bregt A., (2007). Improving the Usability of spatial information products and services. In Fabrikant<br />

S., Wachowicz M. The European Information Society. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series,<br />

Springer, Berlin, pp 405-418<br />

Emgard L., Zlatanova S., (2008). Implementation of alternatives for an integrated 3d Information Model. In Van Oosterom<br />

P., Zlatanova S., Penninga Penninga, Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 313-329<br />

Scholten H., van der Velde R., van Maanen N., (2009). <strong>Geo</strong>spatial Technology and the Role of Location in Science.<br />

<strong>Geo</strong>Journal Library series, Springer, Berlin<br />

Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen B., Delgado-Fernandez T. (2008). Future directions for Spatial Data<br />

Infrastructure-assessment. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A<br />

Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 385-<br />

397<br />

Zlatanova S., Holweg D., Stratakis M., (2007). Framework for Multi-risk emergency response. In Tao V., Advances in<br />

mobile mapping technology. International Society for Photogrammetry and Remote Sensing book series series,<br />

Taylor & Francis, London, pp 159-171<br />

Steudler D., Rajabifard A., Williamson I., (2008). Evaluation and Performance Indicators to Assess SDI Initiatives. In<br />

Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess<br />

Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 193-210<br />

Ligtenberg A., van Lammeren R., Goossen M., Bulens J. (2008). Enhancing the experience of the landscape: the Digital<br />

Dowsing Rod. In Gartner G., Rehrl K. Location Based Services and TeleCartography II. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 239-261<br />

Zlatanova S., (2008). Data collection and 3d reconstruction. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga Penninga,<br />

Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series,<br />

Springer, Berlin, pp 425-428<br />

Boguslawski P., Gold C., (2009). Construction operators for modeling 3d objects and dual navigation structures. In Lee<br />

J., Zlatanova S. 3D <strong>Geo</strong>-Information Sciences. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer,<br />

Berlin, pp 47-59<br />

Crompvoets J., Bregt A., (2008). Clearinghouse suitability index. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van<br />

Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne<br />

University Press, Melbourne, pp 135-144<br />

Wachowicz M., Ligtenberg A., Renso C., Gürses S. (2008). Characterizing the next generation of mobile applications<br />

through a privacy-aware geographic knowledge discovery process. In Gianotti F., Pedreschi D. Mobility, Data<br />

Mining and Privacy - <strong>Geo</strong>graphic Knowledge Discovery. Springer, Berlin, pp 39-72<br />

Bregt A., Grus L., Crompvoets J., Castelein W., Meerkerk J., (2008). Changing demands for spatial data infrastructure<br />

assessment: experience from the Netherlands. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-<br />

Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press,<br />

Melbourne, pp 357-369<br />

Slingsby A., Raper J., (2008). Navigable Space in 3D City Models for Pedestrians. In Van Oosterom P., Zlatanova S.,<br />

Penninga Penninga, Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and<br />

Cartography series, Springer, Berlin, pp 49-64<br />

Ledoux H., (2008). The Kinetic 3D Voronoi diagram: A Tool for Simulating Environmental Processes. In Van Oosterom<br />

P., Zlatanova S., Penninga F., Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 361-380<br />

Kazar B., Kothuri R., van Oosterom P., Ravada S. (2008). On Valid and Invalid Three-Dimensional <strong>Geo</strong>metries. In Van<br />

Oosterom P., Zlatanova S., Penninga F., Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 19-46<br />

Emgard L., Zlatanova S., (2008). Implementation alternatives for an integrated 3D Information Model. In Van Oosterom<br />

P., Zlatanova S., Penninga Penninga, Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 313-329<br />

Tet Khuan C., Zlatanova S., (2008). 3D Solids and Their Management in DBMS. In Van Oosterom P., Zlatanova S.,<br />

Penninga Penninga, Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and<br />

Cartography series, Springer, Berlin, pp 279-311<br />

Thompson R., van Oosterom P., (2008). Mathematically provable correct implementation of integrated 2D and 3D<br />

representations. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga Penninga, Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information<br />

Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 247-278<br />

Delikostidis I., van Elzakker C., (2008). <strong>Geo</strong>-Identification and Pedestrian Navigation with <strong>Geo</strong>-Mobile Applications: How<br />

do Users Proceed?. In Gartner G., Rehrl K. Location Based Services and TeleCartography II. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 185-206<br />

25


BIJLAGE 8<br />

Lijst met publicaties<br />

Penninga F., van Oosterom P., (2008). First implementation results and open issues on the Poincaré-TEN data structure.<br />

In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga Penninga, Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture<br />

Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 177-197<br />

Tse R., Gold C., Kidner D., (2008). 3D City Modelling from LIDAR data. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga F.,<br />

Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series,<br />

Springer, Berlin, pp 161-175<br />

Pu S., (2008). Automatic building modelling from terrestrial laser scanning. In Van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga<br />

Penninga, Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography<br />

series, Springer, Berlin, pp 147-160<br />

Van Loenen B., van Rij E., (2008). Assessment of SDIs from an Organizational Perspective. In Crompvoets J.,<br />

Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data<br />

Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne<br />

Koerten H., (2008). Assessing the organizational aspects of SDI: metaphors matter. In Crompvoets J., Rajabifard A., van<br />

Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The<br />

Melbourne University Press, Melbourne, pp 235-254<br />

Foerster T., Stoter J., Lemmens R., (2008). An interoperable web service architecture to provide base maps empowered<br />

by automated generalization. In Ruas A., Gold C. Headway in Spatial Data Handling. Lecture Notes in<br />

<strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 255-275<br />

Grus L., Crompvoets J., Bregt A., Castelein W. (2008). Applying the Multi-view Framework to Assess National Spatial<br />

Data Infrastructures with particular focus on the Dutch SDI. In Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van<br />

Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The Melbourne<br />

University Press, Melbourne<br />

Grus L., Crompvoets J., Bregt A., van Loenen B., Delgado-Fernandez T., (2008). Applying the Multi-view SDI<br />

Assessment Framework in several American countries and The Netherlands. In Crompvoets J., Rajabifard A., van<br />

Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The<br />

Melbourne University Press, Melbourne<br />

Du Y., Zlatanova S., (2006). An approach for 3d visualisation of pipelines. In Abdul-Rahman A., Zlatanova S., Coors V.,<br />

Innovations in 3D <strong>Geo</strong> Information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer,<br />

Berlin, pp 501-517<br />

Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen B., Delgado-Fernandez T. (2008). A Multi-View Framework to Assess SDIs. In<br />

. The Melbourne University Press, Melbourne<br />

Karimpour F., Delavar M., Frank A., (2008). A Mathematical Tool to Extend 2D Spatial Operations to Higher Dimensions.<br />

In Karimpour F., Delavar M., Frank Frank, Computational Science and Its Applications – ICCSA 2008. Lecture<br />

Notes in Computer Science series, Springer, Berlin, pp 153-164<br />

Janssen K., (2008). A legal approach to assessing Spatial Data Infrastructures. In Crompvoets J., Rajabifard A., van<br />

Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess Spatial Data Infrastructures. The<br />

Melbourne University Press, Melbourne, pp 255-272<br />

Giff G., (2008). A framework for designing performance indicators for Spatial Data Infrastructure Assessment. In<br />

Crompvoets J., Rajabifard A., van Loenen van Loenen, Delgado-Fernandez T. A Multi-view Framework to Assess<br />

Spatial Data Infrastructures. The Melbourne University Press, Melbourne, pp 211-234<br />

Bogorny V., Wachowicz M., (2009). A framework for Context-aware Trajectory Data Mining. In Bogorny V., Wachowicz<br />

M. Data Mining for Business Applications. Computer Science series, Springer, Berlin, pp 225-239<br />

Stoter J., Morales J., Lemmens R., Meijers B., van Oosterom P., (2008). A data model for multi-scale topographical data.<br />

In Ruas A., Gold C. Headway in Spatial Data Handling. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series,<br />

Springer, Berlin, pp 233-254<br />

Fabrikant S., Wachowicz M., (2007). A compact topological DBMS data structure for 3d topography. In Penninga F., van<br />

Oosterom P. The European Information Society. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer,<br />

Berlin, pp 455-471<br />

Lee J., Zlatanova S., (2008). A 3d data model and topological analysis for emergency response in urban areas. In<br />

Zlatanova S., Li J. <strong>Geo</strong>spatial Information Technology for Emergency Response. Taylor & Francis, London, pp 143-<br />

168<br />

Tet-Khuan C., Abdul-Rahman A., Zlatanova S., (2007). 3d spatial operations in <strong>Geo</strong> DBMS Environment for 3d GIS. In<br />

Tet-Khuan C., Abdul-Rahman A., Zlatanova Zlatanova, Computational Science and Its Applications – ICCSA 2007.<br />

Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 151-163<br />

Tet-Khuan C., Abdul-Rahman A., Zlatanova S., (2008). 3d solids and their management in DBMS. In Tet-Khuan C.,<br />

Abdul-Rahman A., Zlatanova Zlatanova, Computational Science and Its Applications – ICCSA 2007. Lecture Notes<br />

in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 279-311<br />

Zlatanova S., (2006). 3d geometries in spatial DBMS. In Abdul-Rahman A., Zlatanova S., Coors V., Innovations in 3D<br />

<strong>Geo</strong> Information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 1-14<br />

Zlatanova S., Prosperi D., (2006). Large scale 3d data integration: challenges and opportunities. CRC Press, Boca Raton<br />

De Wit A., van den Brink A., Bregt A., van der Velde R. (2009). Spatial Planning and <strong>Geo</strong>-ICT, or' : How Spatial Planners<br />

Invented GIS and Are Still Learning How to Use It. In Scholten H., van der Velden R., van Maanen N., <strong>Geo</strong>spatial<br />

technology and the Role of Location in Science. The <strong>Geo</strong>Journal Library series, Springer, Berlin, pp 163-185<br />

Frank A., (2008). Working Group I - Requirements and Applications. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga F.,<br />

Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series,<br />

Springer, Berlin, pp 419-423<br />

26


BIJLAGE 8<br />

Lijst met publicaties<br />

Zlatanova S., (2008). Working Group II - Acquisition. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga F, Fendel E. Advances<br />

in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 425-<br />

428<br />

Gold C., (2008). Working Group III - Modeling. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga F., Fendel E. Advances in<br />

3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 429-433<br />

Lee J., (2008). Working Group IV - Analysis. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga F., Fendel E. Advances in 3D<br />

<strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series, Springer, Berlin, pp 435-438<br />

Van Kreeveld M., (2008). Working Group V - 3D <strong>Geo</strong>-visualization. In van Oosterom P., Zlatanova S., Penninga F.,<br />

Fendel E. Advances in 3D <strong>Geo</strong>information Systems. Lecture Notes in <strong>Geo</strong>information and Cartography series,<br />

Springer, Berlin, pp 439-441<br />

Peters R., Hoekstra R., van Engers T., Hupkes E. (2009). Legal Simcity: Legislative maps and semantic web supporting<br />

conflict resolution. In van Loenen B., Besemer J., Zevenbergen Zevenbergen, SDI Convergence. Research,<br />

Emerging Trends, and Critical Assessment. Nederlandse Commissie <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>desie, Delft, pp 63-74<br />

Welle Donker F., (2009). Different PSI access polities and their impact on the social and economic values. In Uhrlir P.,<br />

The Socioeconomic Effects of Public Sector Information on Digital Networks. US National Committee for CODATA<br />

and the OECD Workshop on the Socioeconomic Effects of Public Setor Information on Digital Networks series, The<br />

National Academies Press, Washington, pp 31-36<br />

Foerster T., Schäffer B., (2007). A Client for Distributed <strong>Geo</strong>-processing on the Web. In Foerster T., Schäffer B. Web and<br />

Wireless <strong>Geo</strong>graphical Information Systems. Lecture Notes in Computer Science series, Springer, Berlin, pp 252-<br />

263<br />

Penninga F., (2006). Constrained tetrahedral models and update algorithms for topographical data. In Van Oosterom P.,<br />

van Kreveld M. <strong>Geo</strong>-information and computation geometry. Nederlandse Commissie <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>desie, Delft, pp 35-<br />

42<br />

Van Oosterom P., (2006). Constraints in Spatial Data Models, in a Dynamic Context. In Drummond J., Billen R., Joao<br />

Joao, Forrest D. Dynamic and mobile GIS: investigating changes in space and time. Innovations in GIS series,<br />

Taylor & Francis, London, pp 104-137<br />

Neuvel J., van den Brink A., (2006). De rol van de risicokaart in de ruimtelijke planning. In Aarts M., During R., van der<br />

Jagt van der Jagt, Te koop en andere ideeen over de inrichting van Nederland. Wageningen-UR, Wageningen, pp<br />

169-176<br />

Van Wamelen J., de Kool D., (2008). Web 2.0 and the implications for eGovernment. In Cunningham P., Cunningham M.<br />

Collaboration And The Knowledge Economy : Issues, Applications, Case Studies. Ios Press Inc, Amsterdam, pp<br />

423-433<br />

Neuvel, J.M.M. (2009), <strong>Geo</strong>graphical dimensions of risk management, The contribution of spatial planning and <strong>Geo</strong>-ICT<br />

to risk reduction. Doctoral thesis, Wageningen University, Wageningen<br />

27


BIJLAGE 9<br />

Bibliometrische analyse, managementsamenvatting<br />

Samenvatting bibliometrische analyse GIScience 1999-2007<br />

(samenvatting van de conclusies uit het Eindrapport <strong>RGI</strong>-402: “Effect van <strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-informatie” op<br />

GIScience in Nederland, Veller et al. 2009)<br />

Het project “Effect van “<strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-informatie” op GIScience in Nederland” heeft tot doel vast te stellen<br />

wat het effect van het kennisprogramma “<strong>Ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>Geo</strong>-informatie” (<strong>RGI</strong>), dat van eind 2004 tot en met<br />

2008 gelopen heeft, is geweest op de wetenschappelijke output van het geo-kennisveld in Nederland en<br />

welke positie dit kennisveld wereldwijd gezien inneemt.<br />

Een bibliometrische analyse van de wetenschappelijke discipline GIScience <strong>voor</strong> de perioden 1999-2001,<br />

2002-2004 en 2005-2007 is uitgevoerd om de wetenschappelijke output en citatie impact van Nederland te<br />

bepalen en na te gaan in hoeverre deze veranderd is. De perioden 1999-2001, 2002-2004 en 2005-2007 zijn<br />

gekozen om na te gaan of er verschillen zijn in output en citatie impact <strong>voor</strong> een referentie periode (1999-<br />

2001), een periode <strong>voor</strong>afgaand aan het <strong>RGI</strong> programma (2002-2004) en een periode waarin het <strong>RGI</strong> gelopen<br />

heeft (2005-2007). Er is gekeken naar de output in de vorm van wetenschappelijke publicaties en de<br />

citatie impact hiervan <strong>voor</strong> Nederland in verhouding tot andere landen, verschillende Nederlandse organisaties<br />

en onderzoekers op het gebied van GIScience welke in Nederland werkzaam zijn. Ook is er gekeken<br />

naar (inter)nationale samenwerking in Nederlandse publicaties. Naast van wetenschappelijke publicaties is<br />

ook van (een tweetal) vaktijdschriften en van Nederlandse proefschriften op het gebied van GIScience de<br />

output geanalyseerd om een beeld van de omvang <strong>voor</strong> en tijdens de perioden waarin het <strong>RGI</strong> programma<br />

gelopen heeft te krijgen.<br />

Voor de wetenschappelijke publicaties is gebleken dat Nederland qua aantallen publicaties op een vijfde<br />

plaats komt na de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Canada en China (inclusief Hong Kong). Over de drie<br />

perioden heen neemt de publicatie omvang van Nederland <strong>voor</strong> GIScience publicaties toe. Zowel de plaats<br />

van Nederland ten opzichte van de andere landen als de groei van Nederlandse publicaties is <strong>voor</strong> de GIScience<br />

hoger dan <strong>voor</strong> de totale wetenschappelijke output zoals gemeten door de Wetenschaps- en Technologie-<br />

Indicatoren 2008 van het NOWT. Ook qua citatie impact scoren de Nederlandse GIScience publicaties<br />

goed. Nederland neemt <strong>voor</strong> de citatie impact van deze publicaties een derde plaats in na Duitsland en de<br />

Verenigde Staten. Voor de citatie impact van de totale wetenschappelijke output volgens het NOWT neemt<br />

Nederland ook een derde plaats in (ditmaal na de Verenigde Staten en Zwitserland).<br />

Zowel nationaal als internationaal nam de samenwerking bij het schrijven van GIScience publicaties waaraan<br />

Nederland een bijdrage leverde over de drie perioden toe. Vooral <strong>voor</strong> Nederlandse publicaties welke<br />

samen met partners uit het buitenland werden gepubliceerd was de toename tussen de periode 1999-2001<br />

en 2005-2007 erg sterk; meer dan een verviervoudiging van het aantal samenwerkingsverbanden.<br />

Nederlandse publicaties op het gebied van GIScience werden <strong>voor</strong>al geschreven bij universiteiten en onderzoeksinstituten.<br />

Echter naast deze twee producenten van wetenschappelijke publicaties waren ook diverse<br />

bedrijven en overheidsdiensten actief bij de publicatie van wetenschappelijke publicaties op het gebied van<br />

GIScience. Het belang van deze organisaties in de publicatie output van GIScience onderstreept het toegepaste<br />

karakter van deze wetenschappelijke discipline.<br />

In totaal 285 Nederlandse auteurs hebben in de drie perioden 1999-2001, 2002-2004 en 2005-2007 een bijdrage<br />

geleverd aan in totaal 222 GIScience publicaties. De gemiddelde bijdrage per Nederlandse auteur<br />

was vrijwel constant over de drie perioden (een bijdrage aan gemiddeld anderhalve publicatie per auteur).<br />

Van de 285 Nederlandse auteurs waren er 28 die bijgedragen hebben aan vier of meer publicaties over de<br />

gehele periode 1999-2007. Zij schreven gemiddeld mee aan zeven publicaties over de gehele periode. Voor<br />

de afzonderlijke perioden was de bijdrage <strong>voor</strong> deze 28 auteurs stabiel en lag tussen de twee en de drie publicaties<br />

per auteur.<br />

Voor de drie perioden 1999-2001, 2002-2004 en 2005-2007 was het aantal proefschriften dat gepubliceerd<br />

werd bij Nederlandse universiteiten min of meer stabiel (rond de 20 proefschriften). Voor Nederlandse bijdragen<br />

aan publicaties in vaktijdschriften was er een kleine toename in de periode waarin het <strong>RGI</strong> programma<br />

liep ten opzichte van de periode er<strong>voor</strong>.<br />

Vergelijk van de wetenschappelijke output van GIScience met de output van de totale Nederlandse wetenschap<br />

laten zien dat er bij GIScience over de tijd een sterkere toename was in de publicatie omvang, internationale<br />

samenwerking en bijdragen door Nederlandse universiteiten. Opgemerkt dient te worden dat ondanks<br />

deze constatering niet geconcludeerd kan worden dat dit volledig het gevolg is geweest van het <strong>RGI</strong>programma.<br />

28


BIJLAGE 10<br />

Organisatie <strong>RGI</strong><br />

Beschrijving <strong>RGI</strong>-organisatie en samenstelling organen<br />

Raad van<br />

Toezicht <strong>RGI</strong><br />

Bestuur<br />

<strong>RGI</strong><br />

Adviesraad Wetenschap<br />

Programmabureau<br />

Adviesraad Gebruikers<br />

Organisatiestructuur<br />

De <strong>RGI</strong>-organisatie is bovenstaand weergegeven. Voor <strong>RGI</strong> is een aparte Stichting opgericht.<br />

Er is sprake van een subsidierelatie tussen het Ministerie van VROM als penvoerend ministerie en de Stichting<br />

<strong>RGI</strong>. Het ministerie van VROM treedt op als subsidiegever en stelt de subsidie vast, de Stichting <strong>RGI</strong> is<br />

subsidieontvanger en voert de subsidiebeschikking (het <strong>RGI</strong>-programma) uit met de partijen die participeren<br />

in het kennisconsortium <strong>RGI</strong>.<br />

Het <strong>RGI</strong>-bestuur stelt hierbij de kaders vast. Het beslist over de toekenning van subsidiegelden aan projecten,<br />

de eventuele stopzetting van projecten, de acceptatie van resultaten en stelt de jaarrekening op. De<br />

Raad van Toezicht vergadert tweemaal per jaar en <strong>voor</strong>ziet het bestuur van strategisch en financieel advies.<br />

De adviesraad wetenschap en de adviesraad gebruikers adviseren het bestuur over respectievelijk de wetenschappelijke<br />

kwaliteit en de maatschappelijke relevantie en houden toezicht op de kennisverspreiding. Zij<br />

stellen de kennisagenda <strong>voor</strong> de tenders, beoordelen project<strong>voor</strong>stellen en monitoren de projecten. Het directieteam<br />

bestaat uit een programmadirecteur (functioneert als algemeen directeur) en een wetenschappelijk<br />

directeur en draagt zorg <strong>voor</strong> de realisatie van het programma. Het programmabureau heeft een rol in de<br />

projectbegeleiding en het projectbeheer en voeren daarnaast Kennis& Communicatie activiteiten op programmaniveau<br />

uit. De projecten/pilots worden uitgevoerd door projectconsortia die over het algemeen bestaan<br />

uit kennisinstelling/universiteit, bedrijf, overheid en waarvan de penvoerder het formele aanspreekpunt<br />

is. Themacoördinatoren dragen zorg <strong>voor</strong> versterking van de samenhang en verankering in het kennisthema<br />

en tussen de thema’s (aansturing via programmabureau). De themacoördinatoren zijn afkomstig uit de sectoren<br />

waarin de verankering moet plaatsvinden.<br />

Rolverdeling bij kwaliteitsborging projecten<br />

Samenvattend is de rolverdeling bij de kwaliteitsborging van de projecten in de cyclus van indiening tot en<br />

met afronding als volgt :<br />

29


BIJLAGE 10<br />

Organisatie <strong>RGI</strong><br />

Rolverdeling<br />

Subsidiegever<br />

Indiener project<strong>voor</strong>stel/<br />

Subsidie ontvanger<br />

Beoordeling van het project<strong>voor</strong>stel<br />

Besluit over het project<strong>voor</strong>stel<br />

Begeleiding van de intake en uitvoering<br />

(‘process & control’)<br />

Projectuitvoering<br />

Kwaliteitsmonitoring aan de hand van de<br />

projectrapportages<br />

Acceptatie projectresultaten en definitieve<br />

subsidievaststelling<br />

Verantwoordelijk<br />

<strong>RGI</strong>-Bestuur<br />

Penvoerder projectconsortium<br />

Adviesraad Wetenschap (ARW) en Adviesraad Gebruikers<br />

(ARG)<br />

<strong>RGI</strong>-bestuur<br />

Programmabureau, namens het <strong>RGI</strong>-bestuur<br />

Projectconsortium<br />

ARW en ARG, ondersteund door PB<br />

<strong>RGI</strong>- bestuur<br />

De rol van procesbegeleider (het Programmabureau) is in deze opzet strikt gescheiden van de rollen van<br />

kwaliteitsmonitor (ARW en ARG) en beslisser (het <strong>RGI</strong>-Bestuur). De <strong>voor</strong>zitters van de ARW en ARG hebben<br />

een onafhankelijke positie. Het programmabureau functioneert als verlengstuk van het bestuur.<br />

30


BIJLAGE 10<br />

Organisatie <strong>RGI</strong><br />

De samenstelling van de organen is als volgt:<br />

Bestuur<br />

Dhr. Mr.ing. C. van Tilborg (Cor)<br />

Dhr. Prof. dr. W. van Vierssen (Wim)<br />

Dhr. Dr. ir. M. J. van Bracht (Mart)<br />

Mw. Drs. Th.A.J. Burmanje (Dorine)<br />

Dhr. Ir. J.J. ten Siethof (Jurgen)<br />

Dhr. Ing. W. Papperse (Wim)<br />

Dhr. B. van Rietschote (Bart)<br />

Raad van Toezicht<br />

Dhr. ir. J.C. Huis in ’t Veld (Hans)<br />

Dhr. Ir. L.H. Keijts (Bert)<br />

Dhr. Drs. P.J. Welling (Peter)<br />

Mevr. Ir. A.N. Wouters (Anita)<br />

AdviesRaad Wetenschap<br />

Dhr. Prof. Dr. H.F.L. Ottens (Henk)<br />

Dhr. Prof. Dr. Ir. P.J.M. van Oosterom (Peter)<br />

Dhr. Prof. Dr. M.J. Kraak (Menno Jan)<br />

Mw. Prof. Mr. J. de Jong (Jitske)<br />

Dhr. Dr. G. Heuvelink (Gerard)<br />

Mw. Dr. J. Stoter (Jantien)<br />

Dhr. Dr. S.C.M. Geertman (Stan)<br />

Dhr. prof.dr. V.J.J.M. Bekkers (Victor)<br />

Dhr. dr. K.P.B. Thomson (Keith)<br />

Dhr. prof. dr. I. Masser (Ian)<br />

Dhr. prof. Ph. De Maeyer (Phillipe)<br />

Dhr. P. C. Smits (Paul)<br />

Voorzitter<br />

Vice-<strong>voor</strong>zitter<br />

Penningmeester<br />

Bestuurslid<br />

Bestuurslid<br />

Bestuurslid<br />

Bestuurslid<br />

Voorzitter<br />

V&W Rijkswaterstaat<br />

VROM<br />

LNV<br />

Voorzitter<br />

TU Delft<br />

ITC<br />

TU Delft<br />

WUR, Alterra<br />

ITC<br />

Universiteit Utrecht<br />

Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

Internationaal corresponderend lid<br />

Internationaal corresponderend lid<br />

Internationaal corresponderend lid<br />

Internationaal corresponderend lid<br />

AdviesRaad Gebruikers<br />

Dhr. drs. M.R.H.E. Peersmann (Martin)<br />

Voorzitter<br />

Dhr. dr. J. van Belkom (Jeanôt)<br />

Provincie Noord-Holland<br />

Dhr. H. de Blouw MSc (Hidde)<br />

Politieacademie<br />

Dhr. A. den Boer (Adri) -<br />

Dhr. dr. G. van der Burg (Gert)<br />

<strong>Geo</strong>matica Park<br />

Mw. dr. L.A.E. Vullings (Wies)<br />

Alterra<br />

Dhr. ir. K. de Zeeuw (Kees)<br />

Kadaster<br />

Dhr. J. van Doorn (Jandit)<br />

InTraffic B.V.<br />

Dhr. G. Boekelo (Gijs)<br />

Grontmij<br />

Dhr. C.H.J.P. Hendriks (Kees)<br />

Naturalis<br />

31


BIJLAGE 10<br />

Organisatie <strong>RGI</strong><br />

Programmabureau<br />

Mw. ir. J.C. Meerkerk (Jacqueline) Programmadirecteur *)<br />

Dhr. prof.dr. A. Bregt (Arnold)<br />

Wetenschappelijk directeur*)<br />

Mevr. ir. M.E.A. van Gijsen (Miep)<br />

Programmamanager<br />

Dhr. drs. M. Verschoor (Marco) Adviseur communicatie *)<br />

Dhr. G. Tory (Gerald)<br />

Hoofd Bedrijfsbureau*)<br />

Dhr. W. de Hollander (Wichard)<br />

Programmasecretaris<br />

Mw. I.E. Sebens (Ida)<br />

Managementassistent<br />

*)= part-time<br />

Themacoördinatoren<br />

Dhr. B. Ybema (Bauke)<br />

Dhr. drs. R.A.A . van der Krogt (Rob)<br />

Dhr. drs. E. Postma (Eelco)<br />

Dhr. ir. K. de Zeeuw (Kees)<br />

Dhr. prof.dr. A. Bregt (Arnold)<br />

Themacoordinator OOV<br />

Themacoordinotor ROI<br />

Themacoordinator COL<br />

Themacoordinator NGII<br />

Themacoordinator Wetenschap<br />

32


BIJLAGE 11<br />

Advies Raad van Toezicht<br />

Advies Raad van Toezicht<br />

De Raad van Toezicht adviseert het Bestuur op strategisch en financieel gebied. De Raad van Toezicht <strong>RGI</strong><br />

heeft op 21 oktober 2009 haar eindadvies uitgebracht aan Bestuur <strong>RGI</strong> in een gezamenlijke slotvergadering.<br />

Op strategisch gebied heeft de Raad van Toezicht steeds het belang van verbindingen benadrukt – in de<br />

vorm van brugprojecten met andere Bsik-programma’s en internationaal. Dit advies is met succes opgevolgd.<br />

Daarnaast is de strategische discussie over een visie op de Nationale <strong>Geo</strong> <strong>Informatie</strong> Infrastructuur<br />

intensief gevoerd. We zijn blij dat dit onderwerp is geland bij het GI-Beraad en dat het resultaat ook politiek<br />

verankerd is in de Beleidsnota Gideon die aanvaard is door het Parlement.<br />

Qua financiën heeft de Raad van Toezicht de jaarrekeningen steeds bekrachtigd en is zij tevreden over het<br />

gevoerde financiële beleid; het was knap balanceerwerk om tot een goede financiële afwikkeling te komen.<br />

Het advies van de Raad van Toezicht om een stelselwijziging in de jaarrekening aan te brengen rondom de<br />

verwerking van de fee is opgevolgd en werkt positief door.<br />

De Raad van Toezicht hecht veel waarde aan verankering. Dit is goed opgepakt en heeft onder andere geleid<br />

tot verankering van diverse projectresultaten bij <strong>Geo</strong>novum.<br />

De Raad van Toezicht spreekt haar waardering uit <strong>voor</strong> het gevoerde communicatiebeleid en de kennisuitwisseling,<br />

ook internationaal. Zowel de <strong>Geo</strong>-Innovatie Dagen in 2007 als het wereldwijde GSDI-congres in<br />

2009 gaven een goed overzicht van de kracht en reikwijdte van <strong>RGI</strong>. Het is positief dat op het GSDI-congres<br />

een speciale dag was ingeruimd met een jeugdprogramma.<br />

De Raad van Toezicht heeft steeds het belang van een vervolgprogramma op <strong>RGI</strong> onderschreven, in navolging<br />

van de Midterm Review Commissie. De resultaten van <strong>RGI</strong> en het opgebouwde netwerk vereisen een<br />

verdere doorzetting om tot goede benutting en een zelfstandig functionerend netwerk te komen. Het advies<br />

was om bij een vervolgprogramma het belang van het onderwijs en het bedrijfsleven te benadrukken en een<br />

goede en samenhangende focus te kiezen. De Raad van Toezicht heeft waardering <strong>voor</strong> de inspanningen<br />

die op dit front door <strong>RGI</strong> zijn geleverd, samen met de sector.<br />

Tot op heden is er geen financiering <strong>voor</strong> een vervolgprogramma. De Raad van Toezicht is van mening dat<br />

dit het schaamrood op de kaken moet jagen bij VROM. ICT-projecten en programma’s staan erom bekend<br />

dat een groot deel mislukt c.q. stevig uit planning en budget loopt. Dit geo-ICT programma is een zeer positieve<br />

uitzondering hierop. Daarbij komt nog de prestatie van het vormen van een breed kennisnetwerk in een<br />

korte tijd.<br />

De Raad van Toezicht constateert dat de kennisontwikkeling, innovatie en educatie op het belangrijke domein<br />

van de geo-informatie nu dreigen onder te sneeuwen <strong>voor</strong> Nederland en de internationale gemeenschap.<br />

De Raad van Toezicht adviseert aan het Bestuur <strong>RGI</strong> om als slot-actie het belang van een vervolg<br />

nogmaals bij het GI-Beraad te agenderen en zal dit daarnaast zelf in de eigen geledingen onder de aandacht<br />

brengen.<br />

De conclusie is dat het <strong>RGI</strong>-programma zeer succesvol is verlopen, waardevolle resultaten heeft opgeleverd<br />

en dit ook uitstraalde naar buiten en dat een vervolg van groot belang is. De Raad van Toezicht complimenteert<br />

de organisatie <strong>voor</strong> de innovatieve en succesvolle wijze waarop het programma getrokken is. Een suggestie<br />

is om eventuele baten van de Stichting te benutten <strong>voor</strong> onderwijs/jeugdzaken.<br />

33


BIJLAGE 12<br />

Advies van de Adviesraad Wetenschap<br />

Program Assessment Scientific Advisory Council <strong>RGI</strong><br />

Introduction<br />

On April 21 2009, the Scientific Advisory Council assessed the impact that the <strong>RGI</strong> program has had. The<br />

council focused on the scientific and innovative impact, but also shortly discussed the economic and societal<br />

impact and made some general remarks about the procedures of the program. This report gives a concise<br />

summary of the outcomes of the discussions.<br />

Scientific impact<br />

Looking back to the initial goals, the council concluded that the results achieved are better than expected. All<br />

research and knowledge institutes in the Netherlands with a stake in geo-information participated. Moreover,<br />

they worked together well with each other and with government agencies and businesses. A couple of interesting<br />

and productive forms of international cooperation have been established. Many more PhD-projects<br />

could be started than anticipated and, quite often after a somewhat delayed starting date, output was produced<br />

at a steady pace. Scientists also, often successfully, contributed to applied research (sub)projects.<br />

The scientific output generated is already impressive, while, because not all PhD-projects are finished yet,<br />

more is underway.<br />

The council thinks that also without the <strong>RGI</strong>-program the Netherlands geosciences community would have<br />

performed well, but that <strong>RGI</strong> significantly boosted volume, cooperation, international prestige, and orientation<br />

on demand and application. The character of the <strong>RGI</strong>-program meant that pure, fundamental research was<br />

not supported, but within PhD-projects quite some fundamental issues have been researched.<br />

Publications<br />

A publication analysis of GI-science in the Netherlands revealed that Dutch researchers take the fifth place in<br />

the worldwide ranking of number of a articles in peer-reviewed journals in the field, behind the United States,<br />

the United Kingdom, Canada and China. The analysis covered the 1999-2007 period. Per capita, the Dutch<br />

scientists clearly lead the world list of most productive GI-science countries before Australia and Canada.<br />

International scientific publications are a good indicator for the innovativeness of the GI-science sector. The<br />

council concludes that <strong>RGI</strong> has had a very positive effect on both quantity and quality of the scientific work<br />

done. The Dutch publication production increased from 61 in 199-2001 to 98 in 2005-2007. Over the period<br />

analyzed, the number of joint publications with international colleagues increased as well. ITC/Enschede,<br />

WU/wageningen, TUD/Delft and UU/Utrecht generated the major share of the scientific publications.<br />

Research agenda<br />

An <strong>RGI</strong>-project dealing with developing the infrastructure for GI-science and a GI research agenda. showed<br />

the strong and connected position of the science community within the geo-community at large (including<br />

government, business, education and professional associations).<br />

Based on an assessment of scientific and societal needs and challenges, three priority areas were identified<br />

for the future research agenda:<br />

1. Formal and informal geo-sensor networks<br />

2. <strong>Geo</strong>-information infrastructures in the networked society<br />

3. Governance of spatial operations, services and decision making and of GI-infrastructures<br />

Institutional position<br />

A problem that not yet has been solved is the structural embedding of scientific GI-research in the institutional<br />

scientific infrastructure of the Netherlands. This implicates that good access to continued funding is not<br />

well guaranteed. The NCG (Netherlands <strong>Geo</strong>detic Commission) of the Netherlands Academy of Sciences<br />

(KNAW) is best placed to initiate activities to strengthen the institutional position of the relevant<br />

(sub)disciplines.<br />

Higher education<br />

Related to the project, an analysis of the labor market for GI-specialists was carried out. It estimated the<br />

yearly need for specialists with a higher professional or scientific education at 150-225 and 100-150 respectively.<br />

This is significantly above the current outflow of graduated students, meaning higher education institutions<br />

need to step-up their efforts to attract new students and deliver graduated students for the Dutch market.<br />

Improved cooperation among higher education institutes and ‘research-embedded education’, with an<br />

appropriate mix of applied and fundamental research, are indicated as directions to follow in the near future.<br />

34


BIJLAGE 12<br />

Advies van de Adviesraad Wetenschap<br />

Economic impact<br />

The council considers the economic impact of the <strong>RGI</strong>-program as positive, better than expected. Many application-oriented<br />

projects would not have started without <strong>RGI</strong> and demonstrably more and new business<br />

has been generated. A number of economically successful projects have been completed.<br />

Societal impact<br />

The impact of <strong>RGI</strong> on especially secondary education has been substantial. Awareness and interest have<br />

been raised, but structural funding of all initiatives for the future is not fully guaranteed yet. Compared to a<br />

field like history, societal interest in geography, the directly related policy sectors like spatial and environmental<br />

planning, and the needed geo-information technologies is less than the sector deserves. However,<br />

new services like Google Maps and Earth, web-mapping and navigation systems (TomTom) have put GI solidly<br />

‘on the map’, but this has happened with little influence of <strong>RGI</strong>.<br />

Administrative issues<br />

The administrative and especially the financial procedures of <strong>RGI</strong> (and the other Bsik projects), were considered<br />

cumbersome. The organization of international participation in projects was almost impossible. Also, the<br />

(often required) large consortia, in quite some cases had too many participants and had not enough coherence<br />

to function efficiently and effectively.<br />

Main recommendations<br />

1. Continued attention for the institutional, societal and human aspects of geo-information as a complement<br />

to and in interaction with conceptual and technical research.<br />

2. More emphasis on risky but potentially more innovative projects.<br />

3. Continued attention for multi-disciplinary and multi-sectoral projects.<br />

4. Secured access of the scientific community to (low cost) spatial data.<br />

<strong>RGI</strong> International Scientific Advisory Committee, June 19th 2009 Rotterdam meeting of the two <strong>RGI</strong> Advisory<br />

Councils (during the GSDI11 World Conference)<br />

Dr. Keith Thomson (Canada)<br />

Prof. Ian Masser (UK)<br />

Prof. Dr. Philippe De Maeyer (Belgium)<br />

Dr. Paul Smits (JRC Italy)<br />

In this short brief we would like to report our conclusions on the success of <strong>RGI</strong> and comment on the future.<br />

<strong>RGI</strong> has been a very successful structured network program that has achieved almost all of the strategic<br />

goals and milestones that were fixed during the program. The <strong>RGI</strong> program has put the Netherlands in forefront<br />

in the domain of <strong>Geo</strong>-information. The Netherlands is presently one of the world leaders in <strong>Geo</strong>information.<br />

It is certainly a European leader. <strong>RGI</strong> has been an important catalyst in the Dutch <strong>Geo</strong>information<br />

community and the international position<br />

of Dutch <strong>Geo</strong>-information is largely due to the <strong>RGI</strong> program. One of the<br />

major contributions of <strong>RGI</strong> was to create more coherence and awareness of<br />

<strong>Geo</strong>-information across the three concerned sectors: university (research and<br />

education), industry and public (e.g. government) sector.<br />

We were concerned about the situation of no further funding. In our view this will generate a loss of momentum<br />

across the Dutch <strong>Geo</strong>-information community and will have an important negative influence on the position<br />

of the Netherlands on the international scene. On the international scene there are three networks that<br />

are currently forming more a global international network (a memorandum of understanding is due to be<br />

signed in 2010 in Canada). The networks involved are the GEOIDE Network (Canada), CRC.SI Spatial Information<br />

Network (Australia) and the Korean Land Spatialisation Group. <strong>RGI</strong> should also be a player in this<br />

global network. However, without further funding this is no longer possible.<br />

We agree that every effort should be made to reconstitute/maintain <strong>RGI</strong> and to capitalize on the past 5 years<br />

investment. In our experience a strong national network such as <strong>RGI</strong> needs to mature over a period of 7 to<br />

10 years. An additional recommendation is that in any future proposals <strong>RGI</strong> should focus on scientific excellence,<br />

international networking and strong commercial linkages.<br />

35


BIJLAGE 13<br />

Advies van de Adviesraad Gebruikers<br />

Program assessment Users Advisory Council <strong>RGI</strong><br />

Innovation<br />

System innovation:<br />

Distinction must be made between scientific-technical innovation and innovation of the system in the domain<br />

of communication in society by improving the knowledge flows between science,education, professional<br />

practice and society. The projects in the programme Knowledge themes; Public order & Safety (OOV), Spatial<br />

Planning & Design (ROI), Consumers & Students (COL), National <strong>Geo</strong>/Information Infrastructure (NGII)<br />

have resulted in the following:<br />

• A strong knowledge network between the research institutes, public organisations and geo-business<br />

in the Netherlands<br />

• Integration of Bèta and Gamma sciences on the geo-information domain<br />

• Political support to establish a national geo-information infrastructure and outlined in GIDEON policy<br />

document approved by the Dutch government in 2008.<br />

From this point of view it is innovative for the Netherlands and even world wide. Only a few countries made<br />

comparable efforts for raising awareness about geo-information.<br />

Market innovation<br />

The excellent social relevance and the potential economic relevance of this theme are reflected in a high<br />

level of innovative activities by the Dutch geo industry. The technological development on the different components<br />

of the geo-information system (GIS) were mainly made with proven techniques or required only limited<br />

new green field developments. However frontier developments have been made by the integrated approach<br />

and usage of the different components in new domains as outlined in the knowledge themes of the<br />

programme. In particular the development of coupled modelling linked to GIS, dynamic numerical models<br />

presenting there results and spatial impact scenario’s in geo-information systems in a standardised method<br />

using the NGII. Currently already 7 projects have created added market value and are regarded as commercial<br />

success by the geo-business community. The potential commercial spin-off within the coming 2-3 years<br />

after the formal end of the programme is estimated to become much higher because a large amount of projects<br />

is rated revolutionary. During the programme the result of these were implemented by the early adaptors<br />

however currently a main stream implemented has not yet materialized. This is regarded by the members<br />

of the council just a matter of time.<br />

Valorisation<br />

Scientific Quality: The council agrees with the point of view that this theme, regarding its nature of an applied<br />

research programme, would only aspire to limited scientific aims and therefore can’t really be measured by<br />

this key. Nevertheless the presented projects demonstrate some successful scientific results (peer reviewed<br />

articles and ongoing PhD research). Part of this scientific output is situated in communication and pedagogic<br />

sciences rather than in sec the field of geo-information science and geomatics.<br />

Economic Relevance (value for money):The present involvement of private companies makes the projects<br />

moderately relevant from a point of view of direct benefits. However potential commercial spin-off is regarded<br />

high.<br />

Societal relevance:: The very high societal relevance has the potential to become a strong driving force behind<br />

the creation of new national and international business in the future for the Dutch geo information industry.<br />

However, big ICT-companies like Microsoft, Google and Tomtom, have as business strategy fast implementation<br />

of technical geo-spatial innovations in their consumer products and services in order maintain their<br />

competitive edge. Hence they invest more in proprietary research, early adoption and added value geo-<br />

36


BIJLAGE 13<br />

Advies van de Adviesraad Gebruikers<br />

services specifically targeted at the consumer market than the Dutch geo industry. Traditionally they are primarily<br />

focussed at the professional geo-information market.<br />

Viability and future: A strong vibrant network with a good critical mass has been built up. Most of the projects<br />

have very good dissemination quality on applications of geographic information to broader public and to pupils,<br />

e.g. climate game and natural health risks in space and time. Care must be taken to ensure the viability<br />

of networking programmes over more years (2-5 yrs).<br />

International position<br />

The programme has contributed by the shear number of scientific publications, adoption of the NGII standard<br />

(NEN3610) by INSPIRE in the EU, the participation of Dutch experts in JRC to a significant improvement of<br />

the international position of the Dutch geo-science and geo-industry and the participation in the global network<br />

together with the programmes from Canada and Australia.<br />

Recommendations:<br />

The key to the success of the programme results is the extent to which it will be sustainable after the end of<br />

the programme <strong>RGI</strong> remains a concern of this council.<br />

The main recommendation is to safeguard the <strong>RGI</strong>-results by:<br />

1) embedding (especially the NGII results) into a structure of existing and possible new institutions that can<br />

adopt and extend the present role of <strong>RGI</strong>;<br />

2) to ensure further knowledge development in the relevant structures (involvement of private sector (Stichting<br />

Arbeidsmarkt <strong>Geo</strong> en <strong>Geo</strong>informatie work@geo), the compliance of governmental institutions with the<br />

general principles (on data availability and pricing as stated in GIDEON), the international embedding of the<br />

programme (participation in INSPIRE drafting teams, National <strong>Geo</strong> Portal);<br />

3) Adoption an implementation of the geo-information standards and web services technology as developed<br />

by the theme NGII in the six legally founded geo-information base-registries currently developed under supervision<br />

of the ministry of VROM.<br />

37


BIJLAGE 14<br />

Self assessment Bestuur<br />

Self assessment Bestuur over <strong>RGI</strong><br />

De aard van de geo-informatiesector is bescheiden. Nu de balans van het programma is opgemaakt kunnen<br />

wij als bestuur niet anders dan trots zijn op de resultaten die er liggen. Dit dankzij inzet van velen waaronder<br />

met name de projectuitvoerders die ook mede-investeerden in <strong>RGI</strong>. Onze ambities met <strong>RGI</strong> zijn meer dan<br />

waargemaakt.<br />

Hoewel veel is bereikt op het gebied van verankering ligt het zwaar op de maag dat er geen follow-up is bereikt<br />

<strong>voor</strong> <strong>RGI</strong>. De geo-informatie heeft geen ruimte gekregen <strong>voor</strong> een goede plek in de toekomst. Wij<br />

spreken hierbij onze zorg uit over de toekomst, mede gezien het advies van de internationale Adviesraad<br />

Wetenschap.<br />

Wij vinden het belangrijk dat de afronding binnen de beschikbaar gestelde middelen kan plaatsvinden. We<br />

zijn blij te constateren dat dit het geval is. Wij zijn het Ministerie van VROM erkentelijk <strong>voor</strong> het mogelijk maken<br />

van dit programma als penvoerend ministerie en de wil om binnen de mogelijkheden van de Bsikregeling<br />

zaken op te lossen.<br />

Een belangrijke sleutel tot het succes van <strong>RGI</strong> was de rol van het programmabureau. Op efficiënte en zorgvuldige<br />

wijze is vanaf de start vorm gegeven aan het programma en de programma-organisatie. Door steeds<br />

flexibel bij te sturen is ingespeeld op inhoudelijke en administratieve wensen en mogelijkheden. Het programmabureau<br />

heeft zo een belangrijke rol gehad in het creëren van een goed netwerk.<br />

De verhouding bestuur – programmabureau is altijd goed geweest. Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> de relatie met de<br />

Adviesraad Wetenschap, de Adviesraad Gebruikers en de Raad van Toezicht. Gezamenlijk is het programma<br />

tot een goed einde gebracht. Ook is de sfeer in het bestuur plezierig geweest. Dit alles droeg bij aan een<br />

goede uitvoering, waarbij discussies niet werden gemeden maar waarbij wel altijd oog was <strong>voor</strong> het uiteindelijke<br />

resultaat <strong>voor</strong> de maatschappij.<br />

Naar onze mening is met <strong>RGI</strong> de geo-sector op de (internationale) kaart gezet!<br />

38


BIJLAGE 15<br />

Self assessment Programmabureau<br />

BIJLAGE 15<br />

Self assessment programmabureau<br />

Programma inhoudelijk (doel, scope, resultaten / afwijkingen van de aanvraag)<br />

Ten opzichte van de oorspronkelijke subsidie aanvraag (“gele boek”) zijn er enkele inhoudelijke wijzingen<br />

aangebracht bij de toekenning van de subsidie en de start van het programma. De basisregistraties zijn uit<br />

het programma gehaald (want elders ondergebracht en gefinancierd). De innovaties door bedrijven zijn ingebed<br />

in het programma (i.p.v. een apart deelprogramma) en dit is zeer succesvol gebleken. Qua scope is<br />

de nadruk sterker op de vraagkant komen te liggen dan in het gele boek was <strong>voor</strong>zien. Dit is goed geweest<br />

<strong>voor</strong> de maatschappelijke output van het programma. De beweging van een gesloten naar een open, vraaggerichte<br />

sector kreeg zo een impuls. De wetenschappelijke speerpunten zijn ongeveer gevolgd zoals gepland,<br />

zij het dat sommige speerpunten meer aandacht kregen dan andere (er werden op sommige speerpunten<br />

minder subsidie aanvragen ingediend in de tender). Aan de aanbodkant is een forse slag gemaakt<br />

met de ontwikkeling en awareness van het concept (met 5 building blocks: techniek,data, standaarden,beleid,<br />

mensen) van de <strong>Geo</strong>-<strong>Informatie</strong> Infrastructuur. Ten opzichte van het gele boek is de perceptie<br />

van een geo-informatie infrastructuur veranderd: waar destijds gedacht werd dat een technische infrastructuur<br />

zou worden gerealiseerd ontstond gaandeweg het besef dat <strong>RGI</strong> hier <strong>voor</strong>al een rol had als katalysator<br />

met het aandragen van innovatieve componenten; de daadwerkelijke implementatie was een aantal bruggen<br />

te ver (en ook niet de rol van een innovatieprogramma). Met de oprichting van <strong>Geo</strong>novum werd een verdere<br />

impuls gegeven aan verankering van de innovatieve componenten in het nationale geoportaal (als nationaal<br />

knooppunt <strong>voor</strong> het Europese INSPIRE portaal). Verder was het tijdsgewricht <strong>voor</strong> <strong>RGI</strong> gunstig met de<br />

komst van Google Earth en TomTom.<br />

Succesfactoren<br />

Een aantal succesfactoren vanuit het programmabureau gezien:<br />

- Werkwijze met tendering waardoor er wat “te kiezen viel”. Hierdoor was er een goede kosten/baten<br />

verhouding, resultaatgerichte benadering en verbreding van het netwerk. Elke tender was ca. 2,5<br />

maal overvraagd. Door met een kennisagenda de focus van de jaarlijkse tender bij te stellen kon<br />

goed en flexibel worden bijgestuurd (onder andere: sterker internationaal gericht).<br />

- Veel aandacht <strong>voor</strong> communicatie. De innovatieve communicatiestrategie “<strong>Geo</strong> Inside” (met als motto:<br />

geo-informatie niet communiceren als doel op zich, maar via de toepassingen waar geo een<br />

grondstof <strong>voor</strong> is) werd door velen overgenomen. Via toegankelijke producten als de projectenwaaier<br />

en het NL <strong>Geo</strong> boek (inmiddels al in herdruk – nabesteld door diverse overheden, universiteiten,<br />

scholen en bedrijven) vond het onderwerp zijn weg naar de maatschappij. Inhoudelijk vond de communicatie<br />

ook zijn weerslag in de projecten in het kennisthema Consumenten en Leerlingen (en Burgers),<br />

zoals bij <strong>voor</strong>beeld in de <strong>Geo</strong>Week, de <strong>Geo</strong>Truck en EduGIS.<br />

- Meta-informatie over de positie van <strong>RGI</strong> en de sector. Om de positie te kunnen duiden, hebben we<br />

gestimuleerd om een aantal projecten uit te voeren op meta-niveau, zoals <strong>Geo</strong>-sector in kaart (facts<br />

en figures van de geo-sector), bibiometrische analyse (met informatie over de wetenschappelijke<br />

positie) en de innovatie-scan (scan door de portefeuille aan <strong>RGI</strong>-projecten). Dit heeft inzicht gegeven<br />

en goed gewerkt. De innovatiescan bevestigde daarbij de balans in de portefeuille van <strong>RGI</strong>: een beperkt<br />

budget <strong>voor</strong> kleine, innovatieve projecten (met relatief veel risico en veel ruimte <strong>voor</strong> creativiteit)<br />

en daarnaast grote projecten met een beperkter risico.<br />

- Strakke sturing en slim omgaan met financiën – door o.a. continue monitoring en subsidietoekenningen<br />

onder <strong>voor</strong>behoud werd geanticipeerd op onderuitputting en kon de subsidie optimaal worden<br />

besteed.<br />

Leerervaringen projecten (selectie)<br />

Naar aanleiding van een uitgevoerde enquête via de eindrapportage van projecten een selectie van leerervaringen:<br />

- Samenwerking en kennisdeling met andere partijen en disciplines is waardevol.<br />

- Samenwerking met overheidspartijen is soms lastig door vrijblijvende opstelling/ andere dynamiek.<br />

Samenwerking met bedrijven is soms lastig door andere prioriteiten (commerciële belangen).<br />

- Beschikbaarheid van geo-informatie is knelpunt in de uitvoering van een aantal projecten<br />

- Bekend maar mag niet onvermeld blijven: de administratieve rompslomp is hoog en gezocht moet<br />

worden naar oplossing <strong>voor</strong> de onevenredig hoge rompslomp <strong>voor</strong> kleine partijen.<br />

39


BIJLAGE 15<br />

Self assessment Programmabureau<br />

- Verankering van relevante resultaten van innovatieprojecten zou als structurele taak belegd moeten<br />

worden.<br />

Aanbevelingen<br />

Een aantal aanbevelingen <strong>voor</strong> de toekomst:<br />

- De kennisdoorstroming met de themacoördinatoren kwam relatief laat op gang, dit zou bij een eventueel<br />

volgend programma eerder moeten worden ingeregeld.<br />

- Het advies is om een eventueel batig saldo van de Stichting te investeren in 1) Onderwijs: <strong>RGI</strong><br />

Beurs <strong>voor</strong> studenten en/of <strong>voor</strong>zetting <strong>Geo</strong>week 2) Valorisatie-scan uit te voeren over ca. 5 jaar.<br />

- Aanbevolen wordt om de kennis en leerervaringen vanuit de projecten en het programmabureau in<br />

te zetten in de toekomst.<br />

- Een zorg blijft het beklijven van de resultaten en de beleidsmatige aandacht <strong>voor</strong> kennis, innovatie<br />

en educatie. Bij de overheid gaat de energie en aandacht <strong>voor</strong>al naar implementatie van geoinformatie,<br />

wat natuurlijk heel belangrijk is. Voor de lange termijn is echter ook blijvende aandacht<br />

nodig <strong>voor</strong> de kennisontwikkeling, dit moet sterker in de genen van de overheid komen (hier moeten<br />

mensen van wakker liggen!). Zowel (internationaal) wetenschappelijk gezien als <strong>voor</strong> de maatschappelijke<br />

en economische revenuen <strong>voor</strong> Nederland. Een zorg is daarbij dat het onderwerp geoinformatie<br />

nog steeds lastig is, het is een ‘enabler’ en er is moeilijk mee te ‘scoren’. Door toonaangevende<br />

organisaties en personen die in de positie zijn om de potentie van geo-informatie te kunnen<br />

overzien, moet het onderwerp daarom goed geagendeerd worden.<br />

40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!