NEDERLANDS - bei Karmann Mobil

NEDERLANDS

INHOUDSOPGAVE 

NL 

OVERZICHT VAN UITRUSTINGSKENMERKEN 

Dexter 550 Buiten 1-1 

Binnen 1-2 


Binnen 1-4 


Binnen 1-6 

Dexter 650 Buitenn 1-7 

Binnen 1-8 

Dexter 560 GO! Buiten 1-9 

Binnen 1-10 

VÓÓR DE RIT 

Handleiding 2-1 

Garantie 2-2 

Veiligheidsgordels omdoen 2-2 

Rechten en plichten van de 

camperbestuurder 2-3 

WATERVERZORGING EN -AFVOER 

Overzicht 3-1 

Verswaterverzorging 3-2 

Pomp en filter 3-3 

Afvoer van vers water 3-3 

Warmwaterverzorging en -afvoer 

(De 550, 560, 580, 650) 3-4 

Warmwaterverzorging en -afvoer 

(De 595) 3-5 

Vullen van de boiler (DE 595) 3-6 

Leging van de boiler (DE 595) 3-6 

Spoelbak en wastafel 3-7 

Douche 3-8 

Vuilwaterafvoer 3-8 

GASINSTALLATIE 

Overzicht 4-1 

Inbedrijfstelling van de installatie 4-2 

Gasverdeelblok 4-2 

Vervanging van een lege gasfles 4-3 

Veiligheidsinstructies 4-3 

STROOMINSTALLATIE 

Overzicht 5-1 

Stroomkringen 5-2 

230V-stroomkring 5-2 

12V-stroomkring 5-3 

Acculaadtoestel 5-4 

Verdeeleenheid 5-4 

Stroomonderbrekers 5-4 

Controle-/bedieningspaneel 5-5 

Zekeringen 12 V 5-7 

Zekering 5-8 

Verlichting 5-8 

VERWARMING 

Overzicht 6-1 

Verwarming (De 550, 560, 580, 650) 6-2 

Combitoestel verwarming / 

warmwaterbereiding DUAL TOP (De 595) 6-3 

Temperatuursensor 6-5 

TOILET 

Overzicht 7-1 

Toiletpot 7-2 

Opbouw van de toiletcassette 7-3 

Gebruik van de cassette 7-4 

Leging van de cassette 7-5 

Reiniging en onderhoud 7-6 

KOOKVELD 

Gebruik 8-1 

Onderhoud 8-1 

KOELKAST 

Bedieningspaneel (De 580, 595) 9-1 

Bedieningspaneel (De 550, 560, 650) 9-2 

Gebruik 9-3 

Instelling van de koeltemperatuur 9-4 

Gasbedrijf 9-4 

Stroommodus 230 V 9-5 

Stroommodus 12 V 9-5 

Bedrijfsmodus 'Auto' 9-5 

Deurvergrendeling 9-6 

Verwarming van het frame (De 580, 595) 9-6 

Energiebesparingstips 9-7 

Uitschakelen 9-7 

Onderhoud 9-7 

RAMEN 

Schuifraam 10-1 

Uitzetraam met klik-klak 10-2 

Dakramen in het woongedeelte 10-3 

Ventilatie van de doucheruimte 10-5 

Rolgordijn en insectenhor 10-6 

Rolgordijn en insectenhor van 

de dakramen 10-6 

VERDUISTERING 

Voorruitgordijn 11-1 

Zijruitgordijnen 11-1 

Achterdeurgordijnen 11-1

INHOUDSOPGAVE 

BERGRUIMTEN 

Meubelsloten 12-1 

Bergruimte in het woongedeelte 12-1 

OVERWINTERING 

Aftappen van het verse water 13-1 

Leging van de boiler voor verwarming 

en warm water 13-1 

Aftappen van het afvalwater 13-2 

Gas 13-3 

Accu 13-3 

Diversen 13-4 

REINIGING 

Sanitaire inrichting 14-1 

Elektrische apparaten 14-1 

Ramen 14-1 

Bekledingen/overtrekken 14-2 

Meubels 14-2 

Buiten 14-2 

DIVERSEN EN EXTRA ONDERDELEN 

Tafels in het woongedeelte 15-1 

Hoogslaper (De 550, 595) 15-2 

Elektrisch verstelbaar bed (De 650) 15-3 

Bedden in de zitgroep (De 550) 15-4 



Slaapplaatsen achterin (De 650) 15-7 

Bedden in de De 560 15-8 

Opstapje 15-9 

Zonwering (optioneel) 15-10 

Fietsendrager (optioneel) 15-11 

Tv-installatie (optioneel) 15-12 

Veiligheidsinstructies 

speciale uitrusting 15-12 

STORINGSOORZAKEN 16-1 

TECHNISCHE GEGEVENS 

Gewichten 17-1 

Afmetingen 17-2 

Verbruikswaarden 17-3 

OVERZICHT TREFWOORDEN 18-1 

NL

1-1 

OVERZICHT VAN UITRUSTINGSKENMERKEN Dexter 550 

Buiten 

NL 

1 

Afvoerluchtopening 

voor 

koelkast 

4 

Vulaansluiting 

voor vers 

water 

1 

2 

Stroom 

5 


boiler 

2 

3 


voor brandstof 

6 

Gasflessenkast 

7 

Aftapkraan 

afvalwater 

8 


voor koelkast 

3 4 5 6 7 8

OVERZICHT VAN UITRUSTINGSKENMERKEN Dexter 550 1-2 

Elektrische installatie 

Pagina 

Woongedeelte 

Pagina 

Binnen 

NL 

1 Automatisch laadtoestel 5-4 

1a Bovenbouwaccu 5-3 

2 Controle-/bedieningspaneel 5-5,5-6,5-7 

3 Zekeringautomaat 230 V en 

veiligheidsschakelaar 5-2 

4 Zekeringen 5-4, 5-7, 5-8 

Gasinstallatie 

5 Afsluitkleppen 4-2 

6 Gasfles 4-2 

Onderhoud en afvoer 

7 Verswatertank 3-2 

8 Afvalwatertank 3-8, 3-9 

9 Warmwatertoestel 3-4 

10 Aftaphendel warm water 3-4 

11 Waterpomp 3-3 

12 Aftapkraan, afvalwater 3-9,13-2 

13 Zitgroep 

14 Tafel 15-1 

15 Slaapplaats in zitgroep 15-4 

16 Kledingkast 

17 Keuken met 

- gaskoker 8-1 

- spoelbak 3-7 

- koelkast 9-2 

Sanitair 

18 toilet 7-1 

19 wastafel 3-7 

20 douche 3-8 

10 

6 

7 

11 

5 

9 

16 

14 

15 

13 

20 

2 

18 

17 

19 

Deze lijst geeft u een eerste overzicht van alle belangrijke onderdelen van uw camper. 

Voor meer informatie verwijzen wij naar de dienovereenkomstige hoofdstukken. 

8 

12 

1 

1a 3 4

1-3 


Buiten 

NL 

1 

1 

Buitenlamp 

4 


voor brandstof 

2 

2 


voor 

koelkast 

5 

Voeding voor 

230 V 

3 

Aftapkraan afvalwater 

/ aftapaansluiting 

6 

Fecaliëntank 

7 


boiler 

8 


voor vers water 

9 


4 8 5 3 6 7 

9



Pagina 

Woongedeelte 

Pagina 

Binnen 

NL 






4 Zekeringen 5-4, 5-7, 5-8 



6 Gasfles 4-2 








13 Zitgroep 

14 Tafel 15-1 


16 Slaapplaatsen achterin 


18 Keuken met 




Sanitair 

19 toilet 7-1 


21 douche 3-8 

4 

14 

15 

1a 

1 

17 

20 

21 

19 

16 

13 

3 

8 

12 

18 

2 

5 

11 



10 

9 

7 

6

1-5 


Buiten 

NL 

1 

1 

Buitenlamp 

4 


voor 

brandstof 

2 


voor 

koelkast 

5 

Voeding 

voor 230 V 

2 

3 

Aftapkraan 

afvalwater / 

aftapaansluiting 

6 

Fecaliëntank 

3 

7 


voor 

vers water 

8 


4 5 7 6 8



Pagina 

Woongedeelte 

Pagina 

Binnen 

NL 






4 Zekeringen 5-4, 5-7, 5-8 



6 Gasfles 4-2 






11 Aftapkraan, afvalwater3-9, 13-2 

12 Zitgroep 

13 Tafel 15-1 



16 Keuken met 




Sanitair 

17 toilet 7-1 


19 douche 3-8 

5 

4 

13 

14 

1a 

1 

6 

2 

12 

3 

8 

15 

11 

10 

16 

9 

19 



7 

17 18

1-7 


Buiten 

NL 

1 2 

1 

Buitenlamp 

4 


voor 

brandstof 

2 


voor 

koelkast 

5 

Voeding 

voor 230 V 

3 

Aftapkraan 

afvalwater / 

aftapaansluiting 

6 

Fecaliëntank 

7 

7 


boiler 

8 


voor 

vers 

water 

4 8 6 3 

5



Pagina 

Woongedeelte 

Pagina 

Binnen 

NL 






4 Zekeringen 5-4, 5-7, 5-8 



6 Gasfles 4-2 








13 Zitgroep 

14 Tafel 15-1 

15 Slaapplaatsen achterin 15-7 

16 Keuken met 




Sanitair 

17 toilet 7-1 


19 douche 3-8 

11 

12 

3 

14 

7 

8 

18 

19 

17 

4 

13 

6 

5 

16 

2 

14 

15 

13 



1a 

1 

9 

10

1-9 

OVERZICHT VAN UITRUSTINGSKENMERKEN Dexter GO! 

NL 

Buiten 

6 

1 

1 


voor 

koelkast 

4 

Voeding 

voor 230 V 

2 

Aftapkraan afvalwater 

/ aftapaansluiting 

5 

Fecaliëntank 

3 


voor 

brandstof 

6 


boiler 

7 


voor 

vers water 

8 


3 7 4 2 5 

8

OVERZICHT VAN UITRUSTINGSKENMERKEN Dexter GO! 1-10 


Pagina 

Woongedeelte 

Pagina 

Binnen 

NL 






4 Zekeringen 5-4, 5-7, 5-8 



6 Gasfles 4-2 








13 Zitgroep 

14 Tafel 15-1 


16 Slaapplaatsen achterin 


18 Keuken met 




Sanitair 

19 toilet 7-1 


21 douche 3-8 

11 

12 

14 

15 

7 

20 

21 

8 

19 

17 

13 

18 

5 

2 

4 

1 

3 

16 

1a 

6 

9 

10 


Voor meer informatie verwijzen wij naar de dienovereenkomstige hoofdstukken.

VÓÓR DE RIT 2-1 

De onderhavige handleiding helpt u om vertrouwd 

te raken met uw nieuwe 

voertuig.Wij adviseren om deze instructie 

vóór het eerste gebruik zorgvuldig door te 

lezen. Hier vindt u de antwoorden op uw 

vragen over de bediening van de apparaten. 

Het is dan ook belangrijk dat u deze handleiding 

altijd meeneemt in het voertuig. 

De pictogrammen in deze handleiding helpen 

bij het zoeken naar de montageplaats van de 

afzonderlijke uitrustingsvoorwerpen. Bepaalde 

pictogrammen geven aan hoe belangrijk 

de aangegeven adviezen zijn: 

Met het pictogram 'Voorzichtig' verwijzen 

wij naar een belangrijk punt 

dat in acht moet worden genomen. 

Met het pictogram 'Gevaar voor 

letsel' waarschuwen wij voor een 

gevaar voor letsel bij het negeren 

van de adviezen. 

Teksten die met dit symbool gekenmerkt 

zijn en cursief geschreven 

staan, vormen belangrijke opmerkingen 

m.b.t. de milieubescherming. Met dit pictogram 

waarschuwen wij voor het risico van 

milieuschade door het negeren van de adviezen. 

Bij de levering van uw voertuig van Karmann- 

Mobil ontvangt u een verzamelmap.Deze map 

bevat voor ieder elektrisch apparaat een bijzondere 

handleiding van de betreffende fabrikant. 

Het is strikt noodzakelijk dat u de 

handleiding vóór iedere ingebruikname zorgvuldig 

leest. De daarin beschreven informatie 

is altijd bovengeschikt aan de in dit handboek 

beschreven informatie. De in deze handleidingen 

van de fabrikanten voorhanden garantiebewijzen 

moeten ingevuld en naar de 

betreffende fabrikanten teruggestuurd worden. 

De handleiding van Karmann-Mobil informeert 

slechts over de belangrijke en bijzondere 

punten. 

Lading 

Handleiding 

Het in het kentekenbewijs deel 1 en 2 vermelde 

technisch geoorloofde totaalgewicht 

mag door bijlading in géén geval 

worden overschreden. Denk eraan dat de 

montage van speciaal toebehoren de mogelijke 

bijlading vermindert. Houd bij de bijlading 

ook rekening met het gewicht van 

de meereizende personen. Een verkeerde 

bandendruk en een te hoge bijlading kunnen 

ertoe leiden dat de voertuigbanden 

klappen. Controleer of de in het kentekenbewijs 

(1 en 2) vermelde aslasten in acht 

worden genomen. 

NL 

Met het pictogram 'Klantenservice' 

adviseren wij u, contact op te 

nemen met de klantenservice van 

uw dealer als u een bepaald probleem niet 

kunt oplossen met behulp van devoorhanden 

handleiding of de aanwijzingen van de fabrikant 

van een bepaald apparaat.

2-2 

VÓÓR DE RIT 

NL 

Garantie 

Op de dag dat uw voertuig wordt geleverd, 

schrijft uw dealer het garantiebewijs van 

Karmann-Mobil per internet voor u uit. Voor 

de geldigheid van de garantie moet Karmann- 

Mobil absoluut in het bezit zijn van de ingevulde 

garantiekaart (afknipgedeelte) en de 

kopie van kentekenbewijs 1 en 2 (bewijs van 

registratie). 

Stuur bij ontvangst van het garantieboekje 

de garantiekaart a.u.b. 

naar het volgende adres: 

KARMANN-MOBIL Vertriebs GmbH, 

Kreuznacher Straße 78, 

55576 Sprendlingen 

Veiligheidsgordels omdoen 

Het aantal tijdens het rijden beschikbare zitplaatsen 

staat in het kentekenbewijs aangegeven. 

Deze plaatsen zijn gekenmerkt door 

pictogrammen op elke bank. De inzittenden 

moeten op de gekenmerkte zitplaatsen in of 

tegen de rijrichting plaatsnemen en de veiligheidsgordels 

omdoen. Bij voertuigen met drie 

zitplaatsen volgens kentekenbewijs kan het 

aantal pictogrammen als vrijgave voor een 

tijdens de rit toegestane zitplaats afwijken 

van hetgeen in het kentekenbewijs vermeld 

staat. Daarmee wordt de passagier de vrije 

zitplaatskeus gelaten. 

De plaatsen die door middel van 

een rood en doorgestreept pictogram 

gekenmerkt zijn, mogen tijdens 

het rijden in géén geval gebruikt worden. 

De uitrustingsvoorwerpen en het buitentoilet 

van de camper mogen alleen worden gebruikt 

bij geparkeerd voertuig. Het gebruik ervan 

tijdens het rijden kan in strijd zijn met het verkeersreglement 

en tot gevaar voor de gebruiker 

leiden. 

De aansprakelijkheid van de fabrikant voor 

voorvallen of ongevallen tijdens de rit zijn 

uitgesloten. 

Plaats in of tegen de rijrichting met 

driepuntsgordel en oprolmechanisme. 

GORDELPLICHT 

Plaats in of tegen de rijrichting of 

opzij met ZITVERBOD (een dergelijke 

zitplaats mag alleen worden 

gebruikt als het voertuig geparkeerd 

staat!).

VÓÓR DE RIT 2-3 

Het gebruik van een camper als transportvoertuig 

is vergelijkbaar met dat van een personenauto. 

De camper voldoet aan de voorschriften 

van het reglement voor het 

wegverkeer zoals dat geldt voor deze soort 

voertuigen. 

Bij het gebruik van de camper als woon- en 

slaapvoertuig dient u op het volgende te letten: 

de afvoer van het afvalwater dient 

te geschieden aan speciaal daarvoor 

bestemde inrichtingen op bijvoorbeeld 

geoutilleerde rustplaatsen, bij afvoerstations, 

openbare of particuliere 

sanitaire installaties en dergelijke. 

Voorzichtig! Afvoeren voor hemelwater 

(straatgoten) mogen niet 

worden gebruikt voor de afvalwaterafvoer, 

omdat ze vaak niet op rioleringsinstallaties 

zijn aangesloten. 

Tijdens het rijden moeten alle afvoerkleppen 

gesloten zijn 

Huishoudelijk afval moet in afvalzakken 

verzameld en op de daarvoor bedoelde 

plaatsen gedeponeerd worden. 

Rechten en plichten van de camperbestuurder 

De inachtneming van deze beginselen 

draagt bij aan een wederzijds 

respectvolle omgang, aan de bescherming 

van het milieu en een vriendelijk 

onthaal in de vakantieregio. 

NL

3-1 


Overzicht 

NL 

De afvoer van het afvalwater 

moet altijd uitsluitend 

plaatsvinden op speciaal 

daarvoor ingerichte punten 

met de passende uitrusting (kampeerterrein, 

afvalstations enz.). 

Vers water 

Spoelbak 

Vers water 

Warm water 

Afvalwater 

Pomp 

Boiler 

Douche 

Toilet 

Waschbecken 

Cassettetoilet 

Afvoer van vers water 

Afvoer warm water 

Aftapkraan afvalwater

WATERVERZORGING EN -AFVOER 3-2 

Verswaterverzorging 

NL 

A 

B 

De 550 De 595 

A 

Uw camper is voorzien van een 

verswatertank met een inhoudsvolume 

van 100 liter. 

Positie van de verswatertank A: 

De 550: in de bodem voor de zitbank opzij, 

De 560, De 580 en De 650: onder de zitbank 

opzij 

De 595: onder de douche linksachter 

Als de tank overvol raakt, stroomt het water 

via de overloop weg op de grond. 

De tank is voorzien an een elektrische sonde 

die de voorhanden hoeveelheid registreert en 

op het controlepaneel weergeeft (pagina 5- 

5). 

's Winters, als uw camper verwarmd is, zijn 

de tanks tegen vorst beveiligd. 

De tank wordt met vers water gevuld met een 

slang via de aansluiting B die zich aan de 

linker voertuigzijde bevindt.

3-3 


NL 

Verswaterverzorging 

1 

Pomp en filter 

Afvoer van vers water 

F 

A B C 

D 

E 

De 550 

Om overvulling te voorkomen kunt u het vulproces 

ook bewaken via het controlepaneel 

(pag. 5 -5) in de testmodus. 

De verswatertank mag alleen worden 

gevuld met drinkwater. 

Overtuig u ervan dat zich water in 

de tank bevindt voordat u de kraan 

opent die de elektrische pomp inschakelt. 

Zonder water in de tank kan de 

pomp beschadigd raken. De tank kan via een 

handklep geleegd worden. 

Schakelaar A Pomp 

Weergave B Kontrolelamp voor het vulpeil 

van de verswatertank. 

Schakelaar C Testmodus 

De pomp E wordt met spanning gevoed via 

het controlepaneel (zie afbeelding 1). De 

pomp verzorgt alle aftappunten en sanitaire 

inrichtingen in het voertuig en schakelt automatisch 

in zodra ergens een kraan wordt 

geopend. 

De pomp bevindt zich onder de zitbank opzij 

(De 550, De 560, De 580 en De 650). Bij de 

Dexter 595 bevindt de pomp zich achter de 

middelste kast van het keukenblok. 

De filter (D) moet minstens eenmaal per jaar 

onder stromend water gereinigd worden. Tap 

vóór het reinigen van de filter het verse water 

uit het systeem af. De filter wordt bij elke inspectie 

door de dealer van uw voertuig gereinigd. 

Alle elektrische verzorgingen 

van het controlepaneel 

uitschakelen. 

Aftap voor vers water (F) 

openen. 

Alle waterkranen opendraaien, zodat het 

systeem volledig leegloopt. 

Tot slot van de leging de pomp even inschakelen 

en een paar seconden bij geopende 

waterkranen laten lopen.


Warmwaterverzorging en -afvoer (De 550, 560, 580, 650) 

NL 

B 

C 

De 580 

Uw Dexter is uitgerust met 

een op vloeibaar gas 

(propaan of butaan) werkende 

boiler TRUMA BS 10 (behalve 

DE 595) 

Positie van de boiler: 

De 550: onder de klep van de kast rechts 

naast de doucheruimte 

De 580: in de bergruimte linksachter 

De 560 en De 650: in de bergkast rechtsachter 

De 595: zie volgende pagina 

Vóór het eerste gebruik moet het hele watersysteem 

zorgvuldig worden doorgespoeld 

met schoon, heet water. Bij langere stilstand 

en ter vermijding van vorstschade moet de 

warmwatervoorziening altijd helemaal 

geleegd worden. Voor de verwijdering van de 

afdekking van de boiler drukt u met een hand 

op de afdekking, waarbij u deze met de andere 

hand naar onderen in uw richting trekt. 

Zo wordt de aftaphendel B in de verticale 

stand gezet. De aftaphendel bevindt zich bij 

de De 550 voor de waterpomp en bij de De 

560, 580 en 650 voor de boiler. 

Via de keuzeschakelaar C voor de bediening 

van de boiler kunt u de watertemperatuur instellen 

op 50 °C of 70 °C. 

Deze keuzeschakelaar bevindt zich in de De 

550 achter de zitbank en in de De 580, De 560 

en De 650 in het achtergedeelte van het voer- 

tuig boven het bed. 

Vul de verswatertank met een slang (slang 

ongeveer 30 seconden doorspoelen). 

Voor het vullen van de boiler wordt de pomp 

via het bedieningspaneel ingeschakeldVervolgens 

worden alle warmwaterkranen 

ongeveer 3 minuten geopend (de pomp begint 

te lopen).

3-5 


Warmwaterverzorging en -afvoer (De 595) 

NL 

Uw Dexter 595 is uitgerust met een door 

diesel aangedreven combi-apparaat DUAL 

TOP voor verwarming en warm water. 

Dit apparaat wordt direct via de voertuigtank 

gevoeden levert warm water aan de verschillende 

tappunten (douche, wastafel, spoelbak). 

Winterbedrijf: allen verwarming 

Zomerbedrijf: Warm water 70° C 

Winterbedrijf: Verwarming + warm water 

Zomerbedrijf: Warm water 40° C 

OFF (Uit) 

Legen 

Keuzeschakelaar 

Keuzeschakelaar voor de 

binnentemperatuur 

Verzorging (groen) 

Foutcode (rood) 

Antivriesmodus


Vullen van de boiler (DE 595) 

Alle warmwaterkranen (douche, wastafel, 

spoelbak) openen. Waterkranen geopend laten 

totdat de lucht uit het systeem verdwenen 

is en water uit de kranen stroomt. 

Leging van de boiler (DE 595) 

Als de boiler langere tijd niet gebruikt wordt 

en ter vermijding van vorstschade moet de 

boiler zorgvuldig handbediend geleegd worden. 

Voor het beëindigen van de leging de 

keuzeschakelaar naar de legingsmodus 

draaien en hem minstens 5 seconden 

vasthouden. Vervolgens de knop loslaten. 

NL 

De keuzeschakelaar op: zomerbedrijf (summer), 

warm water 40° C of op 70° C in de winter 

zetten. 

winterbedrijf (winter), verwarming en warm 

water (de temperatuur kan in de winter al 

naargelang het vermogen en de verwarmingsduur 

tot 80° C bereiken). 

Aan het bedieningspaneel van het voertuig 

de stroomtoevoer naar de waterpomp onderbreken. 

Alle warmwaterkranen (douche, 

wastafel, spoelbak) openen. Elektrische aftapklep 

openen. 

Hiervoor wordt de verwarmingskeuzeschakelaar 

minstens vijf seconden lang 

op de legingsmodus gezet (bedieningspaneel 

boven het keukenblok). Vervolgens de knop 

loslaten. De elektrische aftapklep opent voor 

de duur van circa 90 minuten. Tijdens de leging 

knipperen alle groene controlelampen op 

het bedieningspaneel en de rode controlelamp 

van de verwarmingskeuzeschakelaar. 

Het water van de verwarming wordt nu via de 

aftapklep naar buiten geleid. Plaats een opvangbak 

onder de aftap (aan de combiverwarming 

bij de achteras) om te controleren 

of al het water van de boiler is afgetapt (circa 

10 liter). 

Als de betreffende controlelamp brandt, moet 

de tank zo snel mogelijk geleegd worden.Als 

de temperatuur rond de aftapklep daalt tot 

onder 6 °C, wordt de tank automatisch 

geleegd.

3-7 HEADLINE WATERVERZORGING Fahrzeug ZEN -AFVOER 

NL 

Sluit vóór reisbegin of als de boiler 

niet wordt gebruikt, de 

schoorsteenbuis met het betreffende 

deksel. Waarborg dat het goed vast zit 

en vastklikt. Als de boiler wordt gebruikt, 

moet u er goed op letten dat de schoorsteen 

en de aan- en afvoerleidingen altijd schoon 

en vrij zijn. Bij lekkage in het systeem, bij gasgeur 

of ontstekingsstoringen moet het systeem 

dringend door een erkend 

reparatiebedrijf gecontroleerd worden. 

Spoelbak en wastafel 

A 

B 

Denk eraan dat het water alleen op 

daarvoor aangewezen plaatsen 

mag worden afgetapt, bijvoorbeeld 

op geoutilleerde rustplaatsen, aan afvoerstations, 

openbare of particuliere sanitaire inrichtingen 

enz. 

De edelstalen spoelbak A en de kunststof 

wastafel B moeten met de desbetreffende 

huishoudelijke reinigingsmiddelen gereinigd 

worden. Tijdens het rijden moet het deksel 

van de spoelbak gesloten zijn. De armatuur 

wordt tevoren in de spoelbak geklapt.


Douche 

Vuilwaterafvoer 

NL 

De douche is uitgerust met een mengkraan. 

Hang de douchekop vóór reisbegin in de betreffende 

houder. De douchebak moet worden 

gereinigd met een gebruikelijk 

huishoudelijk middel. 

De 560: 

Klap de wastafel vóór het gebruik van de 

douche omhoog en bevestig hem met behulp 

van de haak die zich aan de voorzijde van de 

bovenste bergkast bevindt. 

Al het afvalwater (wastafel, 

spoelbak en douche) wordt 

verzameld in afvalwatertank 

A die zich onder de bodemplaat 

van het voertuig bevindt. Een meetsensor 

registreert het vulpeil van de afvalwatertank. 

De indicator B op het controlepaneel signaleert 

de volle afvalwatertank. 

B 

Als de betreffende controlelamp 

brandt, moet de tank zo snel mogelijk 

geleegd worden.

3-9 


Vuilwaterafvoer 

NL 

A 

De 550 De 595 

De 560, De 580, De 650 

De tank wordt geleegd via een hendel aan 

de onderzijde van het voertuig. 

Positie: 

De 550: oertuigbodem achter 

De 560 De 580, De 650: voertuigbodem 

bestuurderszijde 

De 595: voertuigbodem passagierszijde 

Voor de leging van de tank moet de aftapkraan 

naar beneden worden gedraaid. Na 

de leging moet de rode handgreep A van de 

aftapkraan getrokken en in het voertuig bewaard 

worden. 

U mag het afvalwater alleen op de 


met bodemafvoer lozen. Deze 

plaatsen vindt u bijvoorbeeld op geoutilleerde 

rustplaatsen, aan afvoerstations 

op kampeerterreinen of aan openbare en 

particuliere sanitaire inrichtingen enz. 

Vergeet niet om de aftapkraan na 

het legen weer te sluiten. 

Om veiligheids- en garantieredenen 

mag ongeacht welke verandering 

ook aan de watersystemen 

alleen worden uitgevoerd door uw dealer, 

nadat deze daartoe schriftelijk toestemming 

heeft gekregen van Karmann-Mobil.

GASINSTALLATIE 4-1 

Overzicht 

NL 

Toevoerleiding kookveld 

Drukregelaar 

Gasfles (butaan) 

1. 

2. 

3. * 

A fsluitkleppen 

Toevoerleiding koelkast 

* niet bij De 595 

Toevoerleiding warm 

water *

4-2 

NL 

GASINSTALLATIE 

Inbedrijfstelling van de installatie 

Gasverdeelblok 

A 

B 

C 

A 

B 

De 595 De 550 De 580 

De 595 

2 

1 1 

2 

Uw voertuig kan in totaal worden uitgerust 

met twee butaangasflessen à 5 kilogram (niet 

bij de levering inbegrepen). 

Positie van de gasflessen: 

De 550: achter een buitenklep links aan de 

bestuurderszijde, 

De 560: in de bergruimte rechts achterin, 

achter de boiler. Voor het vervangen van 

de gasflessen wordt de afdekking van de 

bergkast verwijderd. 

De 580: in de bergruimte rechts achterin. 

Voor de vervanging van de gasflessen 

moeten de deur en de afdekking van de 

bergkast geopend worden. 

De 595: in het keukenblok, kast rechts. 

Voor de vervanging de lade met flessen 

uittrekken. 

De 650: in het keukenblok. Voor de vervanging 

de schuifdeur van het voertuig en 

de gasflessenkast openen. 

Controleer vóór elke bediening of 

vóór elke aansluiting of de afsluitkranen 

van de toestellen gesloten 

zijn. 

1 = open leiding 

2 = gesloten leiding 

De gaskraan is gesloten als hij haaks op de 

gasuitlaat staat. Iedere gaskraan kan individueel 

gesloten worden zonder dat daardoor 

de werking van de overige installatie wordt 

belemmerd. 

Positie van de afsluitkleppen: 

De 550: in de kledingkast 

De 560: onder de spoelbak 

De 580: onder het bed rechtsachter 

De 595 en 650: in de kast in de keuken, onder 

de spoelbak bij de gasflessen 

Een pictogram op elke gaskraan geeft aan, 

voor welk toestel de gastoevoer bedoeld is. 

A = Gaskoker 

B = Koelkast 

C = warm water / verwarming 

(C niet van toepassing bij De 595) 

Voor de inbedrijfstelling van de installatie 

sluit u het slangstuk aan op de bovenste fles. 

Na de aansluiting van het slangstuk zet u de 

hendel naar boven om de gastoevoer te openen. 

De gasflessen moeten altijd met behulp 

van de daarvoor bedoelde sjorriemen veilig in 

de gasflessenkast bevestigd worden.

GASINSTALLATIE 4-3 

Vervanging van een lege gasfles 

Alle gaskranen sluiten, de gastoevoer aan 

de gasfles onderbreken en het slangstuk 

verwijderen. 

Lege gasfles verwijderen en vervangen 

door een volle gasfles. Slangstuk weer 

aanbrengen. 

Gastoevoer aan de fles openen, dan de 

gaskranen openen voor de toestellen die 

in gebruik moeten worden genomen. 

Veiligheidsinstructies 

Alle gastoestellen mogen alleen worden 

gebruikt bij stilstaand voertuig (parkeertoestand). 

Vóór elke rit moet de gastoevoer aan de 

gasfles onderbroken worden. De gedwongen 

beluchting mag ook niet voor een deel 

afgedekt worden. 

Tijdens het koken is extra ventilatie 

vereist. Klapraam of dakraam in de buurt 

van het kookveld openen. 

Gastoestellen mogen in géén geval worden 

gebruikt in een gesloten ruimte (bijv. 

parkeergarage, tunnel enz.) of bij gevaar 

voor explosies (bijv. tankstations e.d.). In 

dergelijke gevallen moet de gastoevoer 

aan de gasfles onderbroken worden. 

Gastoestellen mogen niet voor andere dan 

hun beschreven gebruiksdoel worden ingezet 

(voorbeeld: gebruik van de gasbrander 

van het kookveld als warmtebron). 

De gasflessen moeten worden ondergebracht 

in een daarvoor bedoelde gasflessenkast. 

De gasflessen mogen uitsluitend met 

propaangas gevuld worden. Gasdruk 30 

mbar 

Nooit met ontstoken vlam controleren of 

zich nog gas in de fles bevindt. 

Niet roken bij het vervangen van een fles 

of het werken in de buurt van de gasflessenkast. 

Bij de vervanging van de gasflessen moet 

u op de productiedatum op het 

gasslangstuk letten. 

De complete installatie moet eenmaal 

per twee jaar door een vakman 

gecontroleerd worden. Neem 

hiervoor contact op met een contracthandelaar 

van Karmann-Mobil. 

Om veiligheids- en garantieredenen 

moet ongeacht welke verandering 

ook aan uw gasinstallatie 

worden uitgevoerd door uw dealer. 

NL 

De gasflessen mogen tijdens het gebruik 

nooit worden neergelegd.

5-1 


Overzicht 

NL 

Buiten 

Binnen 

Acculaadtoestel 

Zekeringkast 

Warmte- en foutstroomschakelaar 

Onderbreker 1 

Zekering 

Zekering 

verzorgingsaccu 

Vulpeilmeter 

Vulpeilmeter 

motoraccu 

Onderbreker 2 (behalve De550) 

2 e verzorgingsaccu

STROOMINSTALLATIE 5-2 

Stroomkringen 

230V-stroomkring 

NL 

B 

A 

B 

De 550 

De 580 und De 650 

De stroominstallatie zorgt in uw voertuig voor 

optimale onafhankelijkheid. 

De voor verlichting en andere voorzieningen 

vereiste energie wordt geleverd door een 

12volt-accu. Bij stilstand kan het voertuig via 

een verlengkabel op het stroomnet worden 

aangesloten. 

De stroominstallatie beschikt over twee 

stroomkringen. 12 volt en 230 volt. 

Voor de verzorging van uw voertuig met 230 

volt is een netaansluiting met behulp van de 

genormeerde CEE-stekker aan de buitencontactdoos 

A vereist. Deze bevindt zich rechtsachter 

aan uw voertuig. Wij adviseren dringend, 

een drieaderige kabel met een 

afdoende grote diameter (minstens 3 x 2,5 

mm²) en een maximale lengte van 25 meter te 

gebruiken. De kabel moet voorzien zijn van 

waterdichte stekkers voor 230 V / 16 A. 

Controleer zorgvuldig de geschiktheid van 

het verzorgingsstation waarop uw voertuig 

moet worden aangesloten. 

De 230V-spanning voedt de koelkast, 

de binnencontactdozen en het acculaadtoeste 

Deze toestellen zijn door een thermische 

foutstroomschakelaar B (230 V 16 A) 

beveiligd. 

Positie van de veiligheidsschakelaar: 

De 550: achterste bergruimte, samen met 

de zekeringkast, het acculaadtoestel en 

de accu B2. 

De 560: aan de voorzijde van de bergkast 

linksachter, samen met de zekeringen 12 V 

De 580: aan de bergkast linksachter, 

samen met de zekeringen 12 V 

De 595: achter een klep aan de voorzijde 

van de zitbank. 


linksachter, samen met de zekeringen 12 V

5-3 

NL 


12V-stroomkring 

A 

De 550 De 580 

De 12V-stroomkring bestaat uit meerdere delen: 

Motoraccu B1 

de motoraccu A bevindt zich onder de 

voetenruimte in de cockpit, op de originele 

montageplaats (zie handleiding van het basisvoertuig). 

Deze accu wordt direct via de 

dynamo van het voertuig geladen. De motoraccu 

verzorgt alle basisfuncties van uw 

voertuig (koplampen, richtingaanwijzers, 

knipperlichten enz.) en extra vastgelegde 

uitrustingsvoorwerpen (bijv. koelkast tijdens 

het rijden). 

Verzorgingsaccu's B2 

Alle Dexters beschikken over twee verzorgingsaccu's. 

Positie van de verzorgingsaccu's B2: 

De 550: in de bergruimte rechts achterin 

De 595: onder de zitbank 

De 560, De 580 en De 650: in de bergkast 

linksachter 

De verzorgingsaccu's B2 worden tijdens het 

rijden direct geladen via de dynamo van het 

voertuig. Als het voertuig op een verzorgingsstation 

is aangesloten, wordt hij opgeladen 

via het acculaadtoestel. Hij verzorgt 

alle 12V-uitrustingstoestellen (verlichting, 

waterpomp enz.)


Acculaadtoestel 

Verdeeleenheid 

Stroomonderbrekers 

NL 

A 

C 

De 550 

B 

Het acculaadtoestel laadt de verzorgingsaccu's 

op. Het werkt op gelijkstroom envormt 

de 230V-spanning om in 12 volt. 

Positie van het acculaadtoestel: 

De 550: naast de verdeeleenheid in de 

bergruimte rechtsachter. 

De 560: in een vak naast de bergruimte 

linksachter 

De 580: naast de verzorgingsaccu's B2 in 

de bergruimte linksachter 

De 595 onder de zitbank 

De 650: naast de verzorgingsaccu's B2 in 

de bergruimte linksachter 

De verdeeleenheid bevat de zekeringen en 

waarborgt de elektrische verzorging van alle 

toestellen in uw voertuig. 

Positie van de verdeeleenheid B: 

De 550: in de bergruimte rechtsachter, naast 

de veiligheidsschakelaar 


linksachter, naast de veiligheidsschakelaar 

De 580: in de bergruimte links achterin 

De 595: achter een klep aan de voorzijde van 

de zitbank, naast de veiligheidsschakelaar 


linksachter, naast de veiligheidsschakelaar. 

Met de stroomonderbreker U1 worden de verzorgingsaccu's 

B 2 uitgeschakeld als de motoraccu 

B 1 ontladen is. Met de uitschakeling van 

de stroom wordt voorkomen dat de verzorgingsaccu's 

worden gebruikt voor het starten 

van de voertuigmotor. Daardoor zouden de verzorgingsaccu's 

beschadigd kunnen worden. 

Een tweede stroomonderbreker U2 is bedoeld 

als beveiliging van de motoraccu B1 als binnen 

het elektrische systeem van de verzorgingsaccu 

een probleem optreedt (defect toestel, kortsluiting 

enz.). 

Positie van de stroomonderbrekers: 

De 550: U1: bij de passagiersstoel aan de 

B-zuil 

De 560: U1 en U2 in de voorste bergkast 

linksachter 

De 580: aan de B-zuil bij de passagiersstoel, 

in de achterste bergkast links B-zuil passagiersstoel, 

U2: in de bergkast linksachter 

De 595: aan de passagiersstoel U1: aan de 

B-zuil passagiersstoel U2: aan de zitbank 

De 650: U1 aan de B-zuil, U2 aan de voorzijde 

van de bergkast linksachter (de afb. toont de 

schakelaar in onderbroken toestand)

5-5 


Controle-/bedieningspaneel 

NL 

Het controlepaneel bevindt zich boven het keukenblok. Via dit paneel kunnen 

de verschillende elektrische toestellen van uw voertuig bediend en meerdere 

functietoestanden gecontroleerd worden. 

Contactdoos 12V 

Verzorgingsaccu 

Motoraccu 

Afvalwatertank 

Externe stroomaansluiting 

Acculading via buitenaansluiting 

- bij 230 V. 

Binnenverlichting 

Buitenverlichting (indien voorhanden) 

Waterpomp 

Test 

Verswatertank 

Laadtoestand van de accu


In- en uitschakelaar 

Met de in-/uitschakelaar kan het 

bedieningspaneel in- en uitgeschakeld 

worden. 

Het systeem kan zelfstandig naar de rustmodus 

schakelen. Houd de schakelaar 5 seconden 

ingedrukt om naar de functiemodus te 

schakelen. 

IN 

Schakelaar voor binnenverlichting 

Bedien de schakelaar om de binnenverlichting 

in te schakelen. 

Schakelaar voor buitenverlichting 

OUTBedien de schakelaar om de 

buitenverlichting in te schakelen 

(niet actief bij de De 560). 

Schakelaar voor de waterpomp 

Bedien de schakelaar om de waterpomp 

van stroom te voorzien. 


Indicator voor externe stroomverzorging 

De controlelamp signaleert het laden van de verzorgingsaccu's via de aansluiting 

van uw voertuig op een extern 230V-stroomnet. 

Indicator voor de verswatertank 

Deze indicator geeft het vulpeil van de verswatertank aan. 

leeg 

Indicator voor de acculaadtoestand 

Deze indicator meldt de acculaadtoestand van de beide accu's (verzorgingsaccu en 

motoraccu). 

vol 

Uit 

In 

NL 

Indicator voor de afvalwatertank 

Deze indicator gaat branden als 

het vulpeil van de afvalwatertank 

80 % bedraagt. 

ontladen 

geladen 

Uit 

In

5-7 



NL 

Vóór de controle moeten de motor, 

de buitenaansluiting voor 230 V en 

alle ingeschakelde toestellen uitgeschakeld 

worden. 

Ter controle van de accu's B2 

(verzorgingsaccu's) bedient u 1 

xde toets 'TEST'. 

Voor de controle van de accu B1 

(motoraccu) bedient u 2 x de toets 

'TEST. 

Indicator knippert: de accu is diepte-ontladen 

(spanning minder dan 10 V) Accu controleren.De 

indicator voor de acculaadtoestand 

brandt constant: de accu's B2 worden 

geladen. 

De toestand van de accu geldt als 

ontladen als op het bedieningspaneel 

een laadtoestand van 1/3 wordt 

gemeld. Als de laadtoestand verder daalt, 

bestaat gevaar voor een diepte-ontlading. Bij 

een diepte-ontlading is de accu volledig ontladen 

en kan een lading niet meer opnemen en 

vasthouden. Daardoor wordt de accu duurzaam 

beschadigd. Dit geldt eveneens voor elektrisch 

toebehoren, met name voor de 

verdeeleenheid. In geval van een diepte-ontlading 

is garantieverlening door Karmann-Mobil 

uitgesloten. 

Zekeringen 12 V 

F 1 – niet bezet 

F 2 – zekering koelkast (geel) 

F 3 – treeplank (blauw) 

F 4 – verwarming (geel) 

F 5 – binnenverlichting (blauw) 

F 6 – binnenverlichting (blauw) 

F 7 – boiler + elektronica koelkast (rood) 

F 8 – buitenverlichting (behalve 560) (beige) 

F 9 – toilet + waterpomp + 12V-contactdoos (rood) 

Voor de toegang tot de zekeringen opent u het kunststofdeksel. Vervolgens sluit u het deksel 

weer.Vanwege de schuifdeur van de De 560 is de montage van buitenverlichting hier niet mogelijk. 

De betreffende zekering blijft echter in de verdeeleenheid (zie boven) beschikbaar.


Zekering 

Controleer of alle elektrische 

toestellen uitgeschakeld zijn voordat 

u een zekering vervangt. Let 

erop dat de nieuwe zekering hetzelfde amperage 

moet hebben als de vervangen zekering. 

Achterhaal altijd de oorzaak voordat u 

een zekering vervangt. 

Verlichting 

8 W 5W 

NL 

Vervang een zekering nooit met 

behulp van een metallisch voorwerp 

en probeer nooit om een zekering 

zelf te repareren. 

Bij negeren van deze richtlijn 

bestaat gevaar voor letsel of 

brand. 

Als het probleem niet wordt verholpen 

door vervanging van de 

zekering en het opnieuw bedienen 

van de schakelaar, neemt u het best contact 

op met een erkende technicus en geeft hem 

opdracht tot het controleren van de installatie.lage. 

Lamp 12 V voor buitenverlichting 

(behalve De 560). 

De buitenverlichting A bevindt zich aan de 

rechter achterzijde van het voertuig. 

A 

10 W 

Gebruik geen gloeilamp die meer dan de 

aangegeven wattage heeft. Hierdoor zouden 

de lampen en de armaturen beschadigd kunnen 

raken en kan brand uitbreken. . 

LED 

0,5 W 

Ter kennisneming: een gloeilamp met een 

sterkte van 10 watt ontlaadt binnen 60 uur 

een geladen accu in goede toestand. 

Bij de aansluiting op het stroomnet 

moeten de van toepassing zijnde 

voorschriften in acht worden 

genomen. 

Bij werkzaamheden aan de verzorgingsaccu 

moeten alle apparaten 

en lampen uitgeschakeld en 

mag niet gerookt worden. 

Om veiligheidsredenen en voor de 

waarborging van de 

garantieaanspraken moet u elke 

verandering aan de elektrische installaties 

laten uitvoeren door uw dealer.

6-1 

VERWARMING 

Overzicht 

NL 

Uitlaat 

Geluiddemper 

Dieselverwarming Air-Top 3900 (DE 560,DE 550, DE 580, DE 650)Combitoestel 

verwarming / warmwaterbereiding DUAL TOP (De 595) 

Tank 

Uitstroom van 

warme lucht 

Aanzuiging van koude lucht

VERWARMING 6-2 

Controle van de 

verwarmingsfunctie 

Verwarmingsmodus 

Verwarming De 550, 560, 580, 650 

NL 

Uit 

Temperatuurregelaar 

A 

B 

Ventilatie 

Bedrijfscontrole 

Ventilatie 

Rechter aanslag: ca. 34° C 

Linker aanslag: ca. 8° C 

Het onder het voertuig gemonteerde verwarmingstoestel 

werkt op diesel. Het wordt direct 

vanuit de voertuigtank gevoed en vormt de 

koude lucht A om in warme lucht. 

Vervolgens wordt de warme lucht verdeeld 

via drie (De 550, De 580, De 650), vier (De 560) 

resp. vijf (De 595) luchtopeningen B die zich 

op verschillende plaatsen in het voertuig 

bevinden. 

De luchtuitlaat voor de warme lucht 

mag niet belemmerd worden. 

De verwarming mag niet continu 

op vol vermogen werken (gevaar 

voor oververhitting). 

Voor het inschakelen van de verwarming de 

toets 'Verwarmingsmodus' indrukken. Vervolgens 

de temperatuur instellen met behulp 

van de temperatuurregelaar. 

Voor het inschakelen van de ventilatie de 

toets 'Ventilatie' van de regelaar indrukken. 

Tijdens de ventilatiemodus brandt de blauwe 

led ter controle. In de ventilatiemodus heeft 

de temperatuurregelaar geen functie. 

Voor het uitschakelen van de verwarming of 

de ventilatie de toets 'Uit' indrukken. Als de 

verwarming zich in de verwarmingsmodus 

bevindt, schakelt hij na enkele minuten uit.

6-3 

VERWARMING 

Combitoestel verwarming / warmwaterbereiding DUAL TOP (De 595) 

NL 

Winterbedrijf: alleen verwarming 

Zomerbedrijf: warm water 70° C 

Winterbedrijf: Verwarming + warm water 

Zomerbedrijf: warm water 40° C 

OFF (Uit) 

Legen 

Keuzeschakelaar 

Keuzeschakelaar voor de 

binnentemperatuur 

Verzorging (groen)Foutcode 

(rood) 

Antivriesmodus 

De verwarming wordt ingeschakeld via het 

bedieningspaneel boven het keukenblok. 

Voor de inbedrijfstelling van de verwarming 

wordt de keuzeschakelaar op 'wintermodus' 

gezet. De verwarming kan zonder warmwaterbereiding 

of in gecombineerd bedrijf met 

de boiler worden gebruikt. 

Bedrijf zonder warmwaterbereiding 

Temperatuurkeuzeschakelaar op de gewenste 

binnentemperatuur zetten. Verwarmingskeuzeschakelaar 

op wintermodus zetten (alleen 

verwarming). De controlelamp op het 

bedieningspaneel (ON / STATUS) brandt 

groen als de verwarming in bedrijf wordt gesteld. 

De rode controlelampen voor de bedrijfs- 

en temperatuurkeuzeschakelaar lichten 

op. Kort vóór het bereiken van de 

ingestelde binnentemperatuur wordt de regeleenheid 

van de verwarming geactiveerd. Het 

verwarmingsvermogen wordt zodanig geregeld 

dat de temperatuur constant wordt gehouden. 

Opmerking: Als de boiler gevuld is, wordt het 

water automatisch verwarmd. Al naargelang 

het vermogen en de verwarmingsduur kan de 

watertemperatuur tot 80 °C bedragen. 

Bedrijf met warmwaterbereiding 

Waarborg dat zich voldoende water in de boiler 

bevindt. Temperatuurkeuzeschakelaar op 

de gewenste binnentemperatuur zetten. Verwarmingskeuzeschakelaar 

op wintermodus 

zetten (alleen verwarming). De controlelamp 

op het bedieningspaneel (ON / STATUS) 

brandt groen als de verwarming in bedrijf 

wordt gesteld. De rode controlelampen voor 

de bedrijfs- en temperatuurkeuzeschakelaar 

lichten op. De verwarming smoort geleidelijk 

het verwarmingsvermogen totdat de gewenste 

binnentemperatuur is bereikt.

VERWARMING 6-4 

Combitoestel verwarming / warmwaterbereiding DUAL TOP (De 595) 

NL 

Als deze temperatuur bereikt is terwijl het 

water nog verder verwarmd moet worden, 

wordt de ventilator uitgeschakeld en het water 

verwarmd tot op 70° C. 

Antivriesmodus 

Deze bedrijfsmodus is alleen bedoeld als veiligheidsfunctie 

voor de verwarming. Hiermee 

wordt het bevriezen van de waterkringlopen 

in en buiten het voertuig voorkomen. Ter vermijding 

van vorstschade aan slangen en boiler 

de verwarmingsschakelaar op 'antivriesmodus' 

zetten. De controlelamp op het 

bedieningspaneel (ON / STATUS) brandt 

groen als de verwarming in bedrijf wordt gesteld. 

De rode controlelamp van de bedrijfsmodusschakelaar 

licht op. 

De verwarming functioneert zoals in de duale 

wintermodus: verwarming met warmwaterbereiding, 

echter bij een lage kamer- en watertemperatuur. 

Uitschakelen 

Voor het uitschakelen de verwarmingsschakelaar 

op OFF (Uit) zetten. De ventilator kan 

nog nalopen om de verwarming af te koelen. 

Uiteindelijk dooft de controlelamp op het bedieningspaneel 

(ON / STATUS). Bij vorst altijd 

het water aftappen. 

De verwarming mag niet continu 

op vol vermogen werken (gevaar 

voor oververhitting).

6-5 

VERWARMING 

Temperatuursensor 

NL 

1 2 3 

A 

A 

De verwarming is door de fabrikant ingesteld 

op een bedrijf tot op 2.000 m hoogte en een 

buitentemperatuur tot -40 °C. 

Een meetsensor registreert de ruimtetemperatuur 

voor de temperatuurregeling. 

Controleer bij een storing de zekering 

20 A van de verwarmingsverzorging 

van de De 580 en de zekering 

1 A van de digitale afstandsbediening 

(optioneel). Deze zekeringen bevinden zich 

onderin de kledingkast (afb. 3). 

Positie van de meetsensor: 

De 550: boven aan de kledingkast 

De 560, 580, 595, 650: onder het werkblad 

van de keuken 

Zorg dat de functie van de temperatuursensor 

niet belemmerd wordt 

en let erop dat deze niet wordt 

afgedekt met voorwerpen of met textiel, bijvoorbeeld 

handdoeken.

TOILET 7-1 

Overzicht 

NL 

Vers water 

Pomp en filter 

Toilet 


Het toilet in uw voertuig bestaat uit een toiletpot met waterspoeling en een opvangbak (cassette).

7-2 

TOILET 

Toiletpot 

NL 

B C 

A 

De toiletpot is zwenkbaar en voorzien van 

een opklapbare bril met deksel. Door een 

draaigreep onder de bril kan schuif A 

geopend en de cassette geleegd worden. 

De toiletvloeistof (chemie) niet direct via de 

toiletpot bijvullen. 

Door een spoelknop B op het bedieningspaneel 

achter de bril kan de 

toiletpot na het gebruik gespoeld 

worden. Een lichtmelder C geeft het vulpeil in 

de cassette aan. 

Vóór gebruik draait u de toiletpot - zo nodig - 

in de voor u gemakkelijke positie. De spoelknop 

kort indrukken, zodat een geringe hoeveelheid 

water in de toiletpot kan lopen. Zodra 

u de knop loslaat, stopt de watertoevoer. 

Na het gebruik de draaigreep tegen de klok in 

draaien, zodat de schuif opent. Vervolgens de 

spoeling bedienen. 

Daarna de schuif weer sluiten om stankoverlast 

te vermijden. 

Als u de cassette wilt verwijderen, 

moet u eerst controleren of de 

schuif van de toiletpot gesloten is. 

Vervolgens opent u de klep door op beide 

knoppen te drukken. 

De spoelknop functioneert ook als 

de cassette niet op zijn plaats zit. 

Controleer vóór elke rit of de pot 

leeg is en de schuif en het deksel gesloten zijn.

TOILETTE 7-3 

Opbouw van de toiletcassette 

NL 

Luchtopening 

Zwenkarm 

Schuiflade 

Ventilatieklep 

Legingsaansluitstuk 

Blokkeergreep 

Draaggreep 

Bij de De 550 en de De 595 kan de cassette 

na het openen van de achterdeuren via een 

klep in de bergruimte worden uitgenomen. 

In de De 560, 580, 650 wordt de cassette via 

een serviceklep aan de linker voertuigzijde 

uitgenomen. 

De 550, 595 De 560, 580, 650

7-4 

TOILET 

Gebruik van de cassette 

NL 

B 

D 

A 

C 

Cassette iets kantelen en eruit nemen. 

Cassette verticaal op de grond zetten. 

Legingsaansluitstuk A naar buiten 

uitzwenken. 

Schroefkap B van het aansluitstuk verwijderen. 

De voor de Thetford-toiletvloeistof C 

aangegeven dosering via de vulaansluiting 

erin gieten. 

Voldoende water D toevoegen, zodat de 

cassettebodem helemaal met vloeistof bedekt 

is (circa twee liter). 

Opmerking: bij heet weer of langere standtijden 

kan het nodig zijn om meer toiletvloeistof 

toe te voegen. 

Voor een beter resultaat adviseren wij het 

gebruik van uitsluitend Thetford-toiletvloeistoffen. 

Schuif de cassette in het vak aan de linkerzijde 

van uw voertuig. 

Let erop dat de cassette ook werkelijk door 

de klemmen wordt vastgehouden. 

Sluit vervolgens de serviceklep. 

Wees voorzichtig bij het hanteren 

met de toiletvloeistof! Als uw ogen 

daarmee in contact komt, moet u 

met rijkelijk water spoelen. Bewaar de toiletvloeistof 

buiten het bereik van kinderen.

TOILET 7-5 

C 

A 

Leging van de cassette 

NL 

B 

Als de cassette driekwart gevuld is, wisselt 

de weergave op het controlepaneel naar 

rood. De cassette moet dan zo snel mogelijk 

geleegd worden. 

Controleer of de schuif A gesloten is. 

Trek vervolgens de cassette uit het betreffende 

vak. 

Cassette verticaal op de grond zetten. 

Legingsaansluitstuk naar boven 

uitzwenken. 

Schroefkap B van het aansluitstuk verwijderen. 

Houd de cassette zodanig vast dat u de 

ventilatieklep C met uw duim dichtgedrukt 

kunt houden, zodat niets kan spatten. 

Leeg de inhoud uit de cassette en spoel 

hem na met schoon water. 

De fecaliëntank mag alleen worden 

geleegd op daarvoor speciaal 

aangewezen plaatsen.

7-6 

TOILET 

Reiniging en onderhoud 

NL 

A 

Reinig de toiletpot, de bril, het deksel en de 

buitenzijde van het toilet met water en zeep 

of afwasmiddel.De kunststof afdichtring moet 

regelmatig gereinigd worden (al naargelang 

de gebruiksintensiteit 1 tot 2 maal per 

maand). 

Nooit reinigingsproducten gebruiken 

die chloor, oplosmiddelen 

of andere corrosieve additieven 

bevatten. 

Schuifplaat A in de richting van de 

zwenkarm laten glijden. 

Klep openen door de greep tegen de klok 

in te draaien. 

Dichting met water reinigen. 

Dichting laten drogen en met smeermiddel 

invetten. Gebruik daarvoor nooit vaseline 

of plantenolie, met uitzondering van olijfolie. 

Cassette met water vullen en rijkelijk uitspoelen.

Gebruik 

A 

Onderhoud 

KOOKVELD 8-1 

NL 

A 

Voor de inbedrijfstelling en het gebruik 

van het kookveld opent u de gasfles en de 

betreffende gaskraan. 

Draai aan het kookveld de betreffende 

gasregelaar van GESLOTEN (stand 0) naar 

de hoogste stand (grootste vlam) en wel 

tegen de klok in. 

Til de afdekplaat A (niet in de De-Go! 560 

voorhanden) iets op en klap hem naar 

buiten. 

Druk de gasregelaar in en houd hem ingedrukt. 

Ontsteek de brander door het indrukken 

van de elektrische ontsteker. 

Houd de gasregelaar na het ontsteken nog 

enkele seconden ingedrukt. 

Stel aan de regelaar de gewenste 

vlamhoogte in (kleine of grote vlam). 

U moet zicht hebben op het hele ontstekingsproces. 

Het zicht mag niet door voorwerpen 

belemmerd worden. 

Tijdens het gebruik van het kookveld 

moet voor afdoendeventilatie worden 

gezorgd door het openen van 

een raam in de buurt van het kookveld. 

De gedwongen ontluchtingen 

boven en onder mogen nooit 

afgedekt of gesloten worden - ook 

niet voor een deel! Van tijd tot tijd moeten zij 

gecontroleerd en zo nodig gereinigd worden. 

Waarborg na het gebruik dat de gasregelaars 

op 0 staan. Draai de gasfles dicht als geen 

ander gastoestel in gebruik is. 

Het rooster kan voor de reiniging verwijderd 

worden. 


worden.Het kookveld wordt gereinigd met 

een huishoudelijke rvs-reiniger. Gebruik géén 

schuurmiddelen. 

Laat het rooster afkoelen voordat u 

het wegneemt. 

Controleer of alle gasbranders uitgeschakeld 

zijn voordat u het deksel 

weer sluit.

9-1 

KOELKAST 

Bedieningspaneel De 580, 595 

NL 

Keuzeschakelaar voor temperatuurstand 

Melding 'Storing' 

Weergave van de 

temperatuurstand 

Verwarmingskeuzeschakelaar voor frame 

Dometic 

Mode 

GAS 

Schakelaar / keuzeschakelaar 

voor de energiebron 

Lichtdiode (led) voor verwarming 

van het frame 

AES-modus (automatische 

energiekeuze) 

Buitenste controlelamp 'Storing' (rood) 

Buitenste controlelamp 'apparaat ingeschakeld' (blauw)

KOELKAST 9-2 

Bedieningspaneel De 550, 560, 650 

NL 

Melding 'Storing' 

Weergave van de temperatuurstand 

Keuzeschakelaar voor temperatuurstand 

Mode 

Dometic 

GAS 

+ 

Schakelaar / keuzeschakelaar 

voor de energiebron 

Controlelamp: Weergave van de 

bedrijfsmodus 

Weergave deurvergrendeling (optioneel, 

niet bij alle modellen)

9-3 

KOELKAST 

NL 

Gebruik 

Uw voertuig is uitgerust met een koelkast van 

Dometic die in de AES-modus (automatische 

energiekeuze) werkt. Deze koelkast kan op 

netspanning (230 V), 12 V of op vloeibaar gas 

werken. 

Via de knop 'MODE' kunt u van de ene naar 

de andere energiebron wisselen. Voor het inschakelen 

van het apparaat drukt u 2 seconden 

lang op de knop MODE. De als laatste 

gekozen energiesoort wordt weergegeven 

(bijv. 230 voor 230 V). Voor het kiezen van de 

andere energievorm drukt u opnieuw op de 

knop MODE. De betreffende controlelamp 

licht op. 

AU (automatische energiekeuze) 230 , 

12 of GAS (handmatige energiekeuze)

Instelling van de koeltemperatuur 

Gasbedrijf 

KOELKAST 9-4 

NL 

Dometic 

+ 

* 

GAS 

A 

De 580, 595 

A 

De 550,560,650 

Stel de temperatuur van uw koelkast in met 

behulp van de regelaar A. 

De betreffende controlelamp voor de ingestelde 

temperatuur gaat branden. 

De schaalverdeling begint met de stand MIN 

op de onderste controlelamp (klein kristalsymbool 

= hoogste temperatuur) en loopt tot 

stand MAX op de bovenste controlelamp 

(groot kristalsymbool = laagste temperatuur). 

Gasbedrijf 

Gastoevoer aan de gasfles openen. 

Gastoevoerschakelaar aan de koelkast 

bedienen. 

Op de energiekeuzeknop (MODE) drukken 

totdat de controlelamp op GAS staat. 

Temperatuur in het koelvak instellen met 

behulp van de keuzeschakelaar voor de 

temperatuurstand. 

Om bij het oponthoud aan een tankstation het 

automatisch omschakelen naar gasverzorging 

te voorkomen, laat het elektronische 

systeem een omschakeling van de gasverzorging 

pas toe nadat de motor 15 minuten heeft 

stilgestaan. Gedurende deze tijd schakelt het 

apparaat naar de stand-by-modus. Alleen de 

melding 'AUTO' licht op. 

Aan tankstations is het gebruik van apparaten 

met open vlam niet toegestaan. 

Als een oponthoud aan een tankstation langer 

dan 15 minuten duurt, moet de koelkast 

op 'OFF' (uit) gezet of naar een andere energiebron 

geschakeld worden. 

* Controlelamp frameverwarming niet bij De 550,560,650

9-5 

NL 

KOELKAST 

Stroommodus 230 V Stroommodus 12 V Bedrijfsmodus 'Auto' 

Dometic 

Dometic 

Dometic 

230 

12 

* * * 

AU 


totdat de controlelamp op 230 staat. 





totdat de controlelamp op 12 staat. 





totdat de controlelamp op AU (automatische 

energiekeuze) staat. Het elektronische systeem 

kiest een van de drie energiesoorten 

(230 V – 12 V – vloeibaar gas). 

Deze bedrijfsvorm mag u alleen kiezen als de 

netspanning ter plekke overeenstemt met de 

waarde op het apparaat. Bij verschillen tussen 

deze waarden bestaat gevaar voor beschadigingen. 

* Controlelamp frameverwarming niet bij De 550,560,650 

De 12V-modus kan alleen worden gekozen bij 

ingeschakelde motor. Het elektronische systeem 

beschikt over een onderspanningsdetector. 

Als de spanning daalt tot onder 10,5 V, 

schakelt het apparaat uit (in handmatige modus) 

of over naar een andere energiebron 

(automatische modus). 

De elektronische regeling kiest de voor uw 

koelkast optimale energieverzorging. Voorkeurvolgorde: 

1 > 230 V / 2 > 12 V / 3 > vloeibaar gas In de 

automatische modus worden AU of AES en 

de gekozen energiebron afwisselend weergegeven. 

Als de netspanning voldoende is (> 

195 V), wordt deze energiebron bij voorkeur 

gekozen. De 12V-modus wordt alleen gekozen 

bij lopende voertuigmotor. Als de binnentemperatuur 

van de koelkast laag genoeg is, 

kan de automatische energieomschakeling 

vanzelf plaatsvinden.

KOELKAST 9-6 

Deurvergrendeling 

Verwarming van het frame (De 580, 595) 

NL 

Dometic 

A 

AES 

B 

Deur openen door de vergrendelingstoets 

in te drukken en naar boven te trekken. 

Deur door drukken sluiten. 

Het vastklikken van de vergrendeling is 

hoorbaar. 

Als het voertuig voor langere tijd wordt 

geparkeerd, kan de vergrendelingshaak met 

een schuif geblokkeerd worden. 

Let daarbij op de aanwijzingen van 

de fabrikant. 

Tijdens de zomermaanden kunnen bij hoge 

temperaturen en een hoge luchtvochtigheid 

druppels op het metalen frame ontstaan. Uw 

koelkast is uitgerust met een verwarming in 

het frame van het vriesvak. Deze zorgt ervoor 

dat deze druppels verdampen. Voor het inschakelen 

van de verwarming drukt u op 

knop A 'frameverwarming'. De controlelamp 

B links geeft aan dat de verwarming is ingeschakeld. 

De verwarming van het frame is geprogrammeerd 

voor twee uur bedrijf. Na afloop van 

deze tijd schakelt de verwarming automatisch 

uit. De verwarming van het frame kan 

altijd handmatig uitgeschakeld worden door 

het opnieuw indrukken van de knop 'frameverwarming'

9-7 

KOELKAST 

Energiebesparingstips 

NL 

Koelkast ca. 12 uur vóór de vulling met 

levensmiddelen inschakelen en - zo mogelijk 

- alleen voorgekoelde producten in 

de koelkast leggen. 

Levensmiddelen altijd in gesloten bakken 

of aluminiumverpakking e.d. bewaren. 

Geen hete levensmiddelen in de koelkast 

deponeren, maar eerst laten afkoelen. 

Geen levensmiddelen bewaren die 

vluchtige of ontvlambare gassen kunnen 

genereren. 

Gevoelige of snel bederfelijke levensmiddelen 

moeten in de buurt van de koelelementen 

bewaard worden. 

Het vriesvak is bedoeld voor de bereiding 

van ijsblokjes of het kortstondig bewaren 

van diepvriesproducten. 

De koelkast mag niet worden blootgesteld 

aan directe zonnestralen. 

De binnentemperatuur in een gesloten en 

aan de zon blootgesteld voertuig kan sterk 

toenemen en invloed hebben op het vermogen 

van de koelkast. 

De luchtcirculatie rondom de koelkast 

mag niet belemmerd worden. 

Bij een gemiddelde buitentemperatuur van 

ca. 25 °C is een instelling van de thermostaat 

op een gemiddelde stand voldoende 

(onafhankelijk van gas- of 

stroombedrijf).Regelmatig ontdooien. 

Regelmatig ontdooien. 

Laat de deur zo kort mogelijk open als u 

levensmiddelen uit de koelkast neemt. 

Na verloop van tijd ontstaat ijs op de koelelementen. 

Als de ijslaag een dikte van 3 mm 

bereikt, moet de koelkast ontdooid worden. 

Koelkast uitschakelen zoals beschreven: 

IJsblokjes en levensmiddelen eruit nemen. 

Koelkastdeur open laten staan. 

Na het ontdooien de koelkast met een 

doek droogwrijven. 

Dooiwater in het vriesvak met een spons 

opnemen. 

Koelkast weer inschakelen zoals 

beschreven. 

IJslaag nooit met spitse voorwerpen 

verwijderen. 

Ontdooiproces niet versnellen met een verwarmingsapparaat. 

Het dooiwater van het koelvak wordt 

opgevangen in een verzamelbak aan de 

achterzijde van de koelkast en verdampt 

daar. 

Uitschakelen 

Voor het uitschakelen van de koelkast 

drukt u op de energieknop MODE. Houd de 

energiekeuzeknop ca. 2 seconden ingedrukt. 

De indicator dooft. Het apparaat is 

nu volledig uitgeschakeld. 

Open de deur en sluit de vergrendeling. 

De deur blijft nu iets openstaan en schimmelvorming 

wordt voorkomen. 

Als de koelkast langere tijd niet wordt gebruikt, 

sluit u de gashendel voor de gastoevoer 

van de koelkast en onderbreekt u de 

gasverzorging aan de gasfles. 

Onderhoud 

De koelkast wordt gereinigd met een 

huishoudelijk reinigingsmiddel. Gebruik geen 

schuurmiddel. 

Meer informatie over uw koelkastvindt u in 

de handleiding van de fabrikant.

RAMEN 10-1 

Schuifraam (behalve De 560) 

NL 

A 

Voor het openen van het schuifraam wordt 

de greep ontgrendeld door het van bovenaf 

op de knop A drukken. 

Vervolgens wordt het raam naar achteren 

geschoven. 

Voor het vergrendelen van de greep drukt u 

van onderaf op de knop.

10-2 

RAMEN 

Uitzetraam met klik-klak 

NL 

A 

C 

B 

Sommige zijramen zijn voorzien van klik-klaksystemen 

die in drie verschillende standen 

kunnen worden geopend. 

Voor het openen van het raam worden de 

grepen A door het indrukken van de knop B 

ontgrendeld en naar links gedraaid totdat ze 

helemaal verticaal staan. Iedere klik bij het 

openen staat voor een bepaalde openingsstand. 

Klap het raam tot op de gewenste 

stand omhoog. Voor het sluiten van het raam 

wordt het tot helemaal boven geklapt en dan 

langzaam gesloten. 

U kunt het raam in een ventilatiestand laten 

staan. Daartoe wordt de vergrendelingsgreep 

A van het raam in de spleet C van de aan de 

bovenbouw bevestigde houder geplaatst. 

Voor het sluiten van het raam moet 

u veilig stellen dat niets de sluiting 

verhindert. 

Vergeet niet, alle ramen te sluiten 

en te vergrendelen vóór het begin 

van de reis of voordat u weggaat.

RAMEN 10-3 

Dakramen in het woongedeelte 

NL 

B 

A 

Dakraam De 550 Dakraam De 550 Dakraam De 560, 580, 595, 650 

De bovenbouw van uw voertuig is uitgerust 

met dakramen die verdeeld zijn over de verschillende 

gedeelten (slaapruimte, keuken, 

woongedeelte). 

Uw Dexter 550 is uitgerust met een dakraam 

boven het woongedeelte. 

Bediening van het dakraam (De 550) 

Voor het openen van het dakraam wordt de 

draaigreep A met de klok mee gedraaid. Voor 

het sluiten wordt hij tegen de klok in 

gedraaid. Het dakraam kan met een 

vastzetinrichting B vergrendeld worden. 

Uw Dexter 560 heeft 2 dakramen, de De 580 3 

dakramen, de De 595 en de De 650 2 dakramen 

die qua afmeting kunnen variëren, maar 

qua bediening identiek zijn.

10-4 

RAMEN 

Dakramen in het woongedeelte 

NL 

B 

A 

B 

C 

Bediening van de dakramen in de De 560, 

580, 595, 650 

Voor het openen van het dakraam wordt de 

vergrendelingsknop A ingedrukt om de greep 

B vrij te geven die dan naar beneden wordt 

getrokken. Vervolgens trekt u de greep naar 

u toe en klikt hem vast in een van de drie 

openingsstanden. 

Voor het sluiten van het dakraam wordt de 

greep B uit de vastzetgroef C getrokken, naar 

voren geschoven en vervolgens weer over de 

vergrendelingsknop geschoven. 

Vergeet niet, voor het begin van de 

reis of als u het voertuig verlaat, 

alle dakramen te sluiten en te vergrendelen. 

Tijdens de rit nooit dakramen openen.

RAMEN 10-5 

Ventilatie van de doucheruimte 

NL 

Dakventilatie in de doucheruimte (De 550) 

De doucheruimte van de De 550 is voorzien 

van een dakventilatie. Voor het openen van 

de ventilatie draait u de greep met de klok 

mee en drukt hem naar boven. 

Dakraam in de doucheruimte (De 560, 580, 

595, 650) 

Voor het openen van het dakraam in de 

doucheruimte wordt de draaigreep met de 

klok mee gedraaid. Voor het sluiten wordt hij 

tegen de klok in gedraaid.

10-6 

RAMEN 

Rolgordijn en insectenhor 

NL 

1 2 

Rolgordijn en insectenhor van de dakramen 

Combinatie van verduisteringsrolgordijn 

en insectenrolgordijn 

De uitzetramen in de Dexter zijn voorzien van 

verduisterings- en insectenrolgordijnen. Beide 

rolgordijnen kunnen samen of afzonderlijk 

naar boven en beneden verschoven worden. 

Insectenrolgordijn (afb. 1) 

Trek het insectenrolgordijn van boven naar 

beneden. De greep van het rolgordijn wordt 

in de greep van het verduisteringsgordijn 

gehaakt en samen worden zij in elke stand 

vastgezet. 

Het verduisteringsrolgordijn (afb. 2) 

Het verduisteringsrolgordijn wordt van beneden 

naar boven getrokken. Het rolgordijn is 

verstelbaar en kan worden vastgezet in verschillende 

standen. 

Om ongecontroleerd omhoogschieten 

van het verduisteringsrolgordijn 

te vermijden, moet u altijd 

eerst het verduisteringsrolgordijn helemaal 

naar boven trekken voordat u de verbinding 

met het insectenrolgordijn verbreekt. 

Tijdens de rit mogen geen rolgordijnen 

gesloten zijn! 

Voor het sluiten wordt het rolgordijn ontgrendeld 

door het indrukken van de greep. Het 

kan in meerdere standen worden vastgezet. 

Het insectenrolgordijn wordt direct aan de 

tegenoverliggende zijde vastgezet. Het rolgordijn 

van het dakraam wordt voor het sluiten 

in de gewenste stand geschoven. Datzelfde 

geldt voor het insectenrolgordijn.

VERDUISTERING 11-1 

Voorruitgordijn 

Zijruitgordijnen 

Achterdeurgordijnen 

NL 

A 

C 

B 

De 560, 580, 650 

De voorruit kan voor de nacht verduisterd 

worden. 

Eerst worden de grepen A aan beide zijden 

ontgrendeld door het openen van de beide 

vastzetinrichtingen. De gordijnhelften B worden 

dan naar het midden van de voorruit 

geschoven. De beide grepen hebben een 

magneet die de beide helften met elkaar 

verbindt. 

Uw voertuig is ook voorzien van zijruitgordijnen 

waarmee u de ramen van de cockpit kunt 

verduisteren. Voor de verduistering van de 

cockpitramen trekt u aan de zijdelings van de 

kozijnen aangebrachte grepen C om het 

vouwgordijn te openen. Het gordijn wordt 

aan de tegenoverliggende zijde ingehaakt. 

Om veiligheidsredenen mogen de 

cockpitramen nooit tijdens de rit 

verduisterd worden omdat daardoor 

het zicht wordt belemmerd. 

Met aan de dwarslijsten bevestigde, lichtdichte 

gordijnen kunt u de achterramen van 

uw voertuig verduisteren. 

Daartoe worden de gordijnen dichtgetrokken 

en met drukknoppen aan de deurranden 

bevestigd.

12-1 

NL 

BERGRUIMTEN 

Meubelsloten 

Bergruimte in het woongedeelte (behalve De 550 en 560) 

A 

De 580, 595, 650 

Bergruimten (kasten, laden, deuren enz.) van 

uw voertuig kunnen geopend en gesloten worden 

met behulp van push-lock-sloten A. 

Voor het openen van de bergruimte wordt de 

knop ingedrukt tot u een klik hoort. Bij het loslaten 

van de knop opent de bergruimte vanzelf. De 

knop steekt iets uit en fungeert daarmee als 

greep voor het gemakkelijk openen en sluiten. 

Voor het sluiten wordt de knop opnieuw tot de 

klik ingedrukt en dan losgelaten. 

In de bodem achter de bestuurdersstoel van 

de De 580, 595 en 650 bevindt zich een 

bergruimte.. Voor het openen wordt het deksel 

met een greep opgetild. 

Vóór reisbegin moet altijd gewaarborgd 

zijn dat alle deuren van de 

bergruimten correct gesloten zijn, 

zodat ze tijdens het rijden niet opengaan of 

voorwerpen uit de bergruimten kunnen vallen. 

Sommige bergvakken bovenin de cabine kunnen 

worden geopend door middel van een 

greep. Voor het openen van het bergvak drukt u 

op de knop onder de greep en trekt deze naar u 

toe.

OVERWINTERING 13-1 

Aftappen van het verse water 

Leging van de boiler voor verwarming en warm water 

Leging van de boiler (De 595) 

NL 

B 

De 550 

A 

De 580 

B 

Elektrische aftapklep openen. Hiervoor wordt 

de verwarmings-keuzeschakelaar minstens 

vijf seconden lang op de legingsmodus gezet 

(bedieningspaneel boven het keukenblok). 

Vervolgens de knop loslaten. De elektrische 

aftapklep opent voor de duur van circa 90 

minuten. Tijdens de leging knipperen alle 

groene controlelampen op het bedieningspaneel 

en de rode controlelamp van de verwarmingskeuzeschakelaar. 

Ter vermijding van schade door 

schimmelvorming of vorst moet de 

waterkringloop helemaal geleegd 

worden. 

Alle elektrische verzorgingen 

aan het bedieningspaneel 

moeten worden 

uitgeschakeld. 

Open de aftapklep voor vers water A en 

de aftapklep voor de boiler B. Open alle 

waterkranen zodat u absoluut zeker weet 

dat het systeem volkomen geleegd wordt. 

Aan het bedieningspaneel van het voertuig 

de stroomtoevoer naar de waterpomp onderbreken. 

Alle warmwaterkranen (douche, 

wastafel, spoelbak) openen. 

Voor de complete leging van 

de boiler in de De 550, 560, 

580 en 650moet de legingsklep 

B in de verticale 

stand worden gezet. 

De aftaphendel bevindt zich bij de De 550 

voor de waterpomp en bij de De 560, 580 en 

650 voor de boiler. 

De schoorsteenbuis moet met het betreffende 

deksel gesloten worden. Waarborg dat 

het goed vast zit en vastklikt. 

Het water van de verwarming wordt nu via de 

aftapklep naar buiten geleid. Plaats een opvangbak 

onder de aftap (aan de combiverwarming 

bij de achteras) om te controleren 

of al het water van de boiler is afgetapt (circa 

10 liter).

13-2 

NL 

OVERWINTERING 

Aftappen van het afvalwater 

A 

A 

Vóór de leging van het afvalwater 

moeten de spoelbak, 

de wastafel en de douche 

gereinigd worden. 

De tank wordt geleegd via een hendel aan de 

onderzijde van het voertuig. 

Positie: 

De 550: voertuigbodem achter 

De 560 De 580, De 650: voertuigbodem 

bestuurderszijde 

De 595: voertuigbodem passagierszijde 

Voor de leging van de tank moet de aftapkraan 

naar beneden worden gedraaid. Na de 

leging moet de rode handgreep A van de aftapkraan 

getrokken en in het voertuig bewaard 

worden. 

U mag het afvalwater alleen op de 


met bodemafvoer lozen. De desbetreffende 

afvoerinrichtingen vindt u bijvoorbeeld 

op geoutilleerde rustplaatsen, 

aan afvoerstations op kampeerterreinen of 

aan openbare of particuliere sanitaire inrichtingen. 

Vergeet niet, de aftapkraan na de 

leging weer te sluiten.

Gas 

Accu 

OVERWINTERING 13-3 

NL 

Bij langere stilstand van de camper moeten in 

ieder geval de gasflessen verwijderd en op 

een goed geventileerde plaats bewaard worden. 

Gasuitlaat aan de gasfles sluiten, het 

slangstuk verwijderen, de sjorriemen losmaken 

en de gasflessen uit het gasflessenvak nemen. 

Alle verzorgingskranen eveneens sluiten. 

Vóór elke langere stilstand van de camper 

moet gecontroleerd worden of de accuaansluitingen 

schoon zijn. 

Als de aansluitingen geoxideerd zijn 

(witte aanslag), moeten zij gereinigd 

en ingevet worden. 

Ook als uw voertuig niet wordt 

gereden, wordt een geringe hoeveelheid 

stroom verbruikt. Ter 

vermijding van een diepte-ontlading moet u 

op de volgende punten letten: 

de accu uitbouwen als geen 230Vaansluiting 

mogelijk is en de accu bij 

kamertemperatuur bewaren en eenmaal 

per maand 24 uur opladen.. 

U kunt de accu ook in het voertuig laten 

als een 230V-aansluiting mogelijk is. In dat 

geval moet het voertuig eenmaal per 

maand op het stroomnet aangesloten worden 

om de accu 24 uur op te laden. 

In beide gevallen moet u eraan 

denken, vóór elke maatregel altijd 

eerst alle elektrische apparaten uit 

te schakelen via het bedieningspaneel. 

Start nooit de motor als de accu B 1 (motoraccu) 

niet is aangesloten. In een dergelijk 

geval wordt de startblokkering geactiveerd. 

Deze startblokkering kan dan alleen door uw 

dealer ongedaan worden gemaakt.

13-4 

OVERWINTERING 

NL 

Accu 

Voor het uitbouwen of loskoppelen van de 

motoraccu bedient u bij uw camper op Fiatbasis 

altijd eerst de centrale vergrendeling 

om alle deuren te sluiten. Na het uitbouwen 

van de accu kunt u het voertuig handmatig 

openen en sluiten. Vergeet niet om de 

stroomonderbreker te bedienen. Denk eraan 

om de stroomonderbreker te bedienen voordat 

u de motoraccu B1 uitbouwt. Daarvoor 

wordt eerst de minpool van de accu verwijderd. 

Zo voorkomt u een kortsluiting door de 

schroefsleutel. 

Diversen 

Toiletpot 

Reinig de toiletpot, de bril, het deksel en de 

buitenzijde van het toilet met water en zeep 

of afwasmiddel. 




bevatten. 


Zo nodig de cassette legen. 

Binnen- en buitenbereik zorgvuldig afspoelen 

met waterstraal. 

Met een mengsel van water en een niet 

schuimend en een niet geurstoffenhoudend, 

huishoudelijk desinfectiemiddel 

(10 - 15 %) spoelen. 

Afdichting invetten met siliconenspray 

(ook spijsolie is geschikt). 

Doseersluiting gedurende de hele overwintering 

verwijderd laten, zodat de cassette 

belucht wordt. 

Koelkast 

Koelkast compleet leegruimen. 

Deur met behulp van de vergrendeling iets 

geopend laten, zodat geen schimmelvorming 

kan ontstaan. 

Uitzetraam 

Ramen en dakramen van de camper reinigen 

met veel water en een gebruikelijk 

huishoudelijk reinigingsmiddel of met een 

bij uw dealer verkrijgbare speciale 

reiniger. 

Talkpoeder of silicone op de kunststof 

afdichtingen aanbreng 

Draaipunten en scharnieren invetten. 

Geen schuurmiddelen (schuurpapier, 

schuurspons enz.) of alcoholhoudende 

middelen gebruiken. 

Deksels van de ventilatieopeningen 

aanbrengen. 

Deksels van de ventilatieopeningen aanbrengen. 

Kussens, dekens en matrassen verwijderen 

en op een droge plaats bewaren. Deuren 

van bergruimten iets geopend laten, zodat 

een natuurlijke beluchting mogelijk is. 

Ramen en dakramen goed sluiten. 

Alle rolgordijnen geopend laten. 

Gedurende de hele overwintering 

eenmaal per maand alle deuren en 

ramen ongeveer 10 minuten lang 

ver openen en het interieur van de camper 

goed luchten. Daardoor wordt het risico voor 

stank- en schimmelvorming voorkomen. 

Opmerking: als het voertuig in een garage 

wordt ondergebracht, kunnen een of 

meerdere ramen op de ventilatiestand worden 

gehouden voor een natuurlijke beluchtin

REINIGING 14-1 

Sanitaire inrichting 

Alle sanitaire inrichtingen moeten regelmatig 

gereinigd worden om elk gevaar voor schimmelvorming 

te voorkomen. Gebruik een 

vochtige spons en een afwasmiddel of zeepsop 

voor de wastafel, de douche en de toiletpot. 

Voor de spoelbak in de keuken moeten 

een spons en rvs-reiniger worden gebruikt. 




bevatten. 

Elektrische apparaten 

Koelkast 

De koelkast reinigen met een spons en een 

gebruikelijke huishoudreiniger. 

Gebruik geen schuurmiddel. 

Kookveld 


worden. Het kookveld wordt gereinigd met 

een huishoudelijke rvs-reiniger. 

Gebruik géén schuurmiddelen. 

Laat het rooster afkoelen voordat u 

het wegneemt. 

Ramen 

Ramen 

Ramen en dakramen van de camper reinigen 

met water en een gebruikelijk huishoudelijk 

reinigingsmiddel of met een bij uw dealer 

verkrijgbare speciale reiniger. 

Geen schuurmiddelen (schuurpapier, 

schuurspons enz.) of alcoholhoudende 

middelen gebruiken. 

Dichtingen 

Dichtingen reinigen met een spons en een 

gebruikelijk afwasmiddel. Goed afwassen en 

na de reiniging drogen. Talkpoeder of silicone 

op de kunststof afdichtingen aanbrengen. 

NL 

Controleer of alle gasbranders uitgeschakeld 

zijn voordat u het deksel 

weer sluit.

14-2 

REINIGING 

Bekledingen/overtrekken 

NL 

Sprei 

De sprei voor het bed mag alleen 

droog gereinigd worden. Niet 

strijken. Vlekken niet behandelen 

met agressieve vlekkenverwijderaars 

zoals benzine of aceton. Kies een 

geschikt middel (en probeer het eerst uit op 

een niet zichtbare plek). 

Matras en kussens 

Kussens uit de overtrekken halen en luchten. 

Kussens en matrassen buiten het voertuig 

uitkloppen om het stof te verwijderen. 

Kussens en matrassen niet 

wassen. 

Gordijnen 

Gordijnen in de wasmachine 

wassen bij 40 °C. Niet centrifugeren 

en niet in de droger drogen. 

Niet strijken. 

Vlekken niet behandelen met agressieve 

vlekkenverwijderaars zoals benzine of aceton. 

Kies een geschikt middel (en probeer het 

eerst uit op een niet zichtbare plek). . 

Meubels 

Meubels met een zachte, droge, antistatische 

stofdoek reinigen. Werkbladen en de gecoate 

tafel reinigen met een spons en een 

huishoudelijk afwasmiddel. Vervolgens 

afwassen en de coating goed drogen. 

Nooit schuurmiddelen (schuurpapier, 

messen enz.) gebruiken. 

Een schone spons gebruiken om 

krassen te vermijden. 

Buiten 

De carrosserie regelmatig reinigen met water, 

een autospons en een schone doek. Vervolgens 

goed afspoelen. 

Niet vergeten om vóór het wassen 

de deksels van de luchtopeningen 

aan te brengen. 

Was uw voertuig niet in een 

wasstraat met walsen. Daardoor 

zouden buitenvoorzieningen 

beschadigd kunnen raken.

DIVERSEN EN EXTRA ONDERDELEN 15-1 

Tafels in het woongedeelte 

NL 

De 650 

De tafel in de zijzitgroep kan worden verwijderd. 

Hij is verschuifbaar op een onder het 

raam aangebrachte houderrail gemonteerd. 

Til daartoe het tafelblad iets op. Het tafelblad 

kan door een uittrekgedeelte vergroot worden. 

Bij de De 595 en de 560 kan de tafel ook aan 

de ophanging bevestigd worden die zich aan 

de buitenzijde van de zitbank bij de deur 

bevindt. 

De tafel in het achterste woongedeelte van 

de De 650 kan in de lengte- en de dwarsrichting 

verschoven worden om beter bij de zitbank 

te komen. Voor de ontgrendeling de 

grendelsloten naar beneden zetten en dan de 

tafel verschuiven.

15-2 


Hoogslaper De 550 en De 595 

NL 

C 

A 

D 

B 

B 

Voor het gebruik van het bovenste stapelbed 

voor 2 personen in de De 550 en 595 wordt de 

gordel A aan het voeteneinde van het bed 

verwijderd.. Dan wordt de matras C langzaam 

naar beneden geklapt tot in de definitieve 

positie. 

Een (bijgeleverde) ladder B wordt bij de De 

550 bovenaan de kledingkast en bij de De 595 

aan het voeteneinde van het bed bevestigd 

om de instap te vergemakkelijken. 

Vergeet niet om het veiligheidsnet D bij gebruik 

van het bed aan te brengen.


Elektrisch verstelbaar bed (De 650) 

NL 

De De 650 beschikt over een elektrisch in 

hoogte verstelbaar bed. 

Op het bedieningspaneel naast de badruimte 

drukt u 6 - 8 seconden lang op de pijl naar 

boven om het systeem te activeren. Stuur het 

bed vervolgens met de pijl naar boven of 

beneden om het bed omhoog of omlaag te 

sturen. 

Een afneembare ladder vergemakkelijkt de 

instap. 

Vergeet niet om alle deuren van de boven 

aangebrachte kasten te sluiten en te vergrendelen, 

zodat zij het bed niet belemmeren 

bij het omlaag sturen.

15-4 

NL 


Bedden in de zitgroep De 550 

1 2 3 

A 

4 5 6 

B 

De zitgroep van de De 550 is zodanig geconcipieerd 

dat ze kan worden omgebouwd tot 

tweepersoonsbed voor volwassenen. 

Verwijder de hoofdsteunen en de armleuningen. 

(3) 

Schuif de zitkussens naar voren (4) 

Klap de bank met behulp van de hendels A 

open en klap de rugleuning omlaag. (5) 

Klap het bed met behulp van de hendels A 

open en trek het naar u. 

Tot slot plaatst u de armleuningen aan het 

hoofdeinde en de hoofdsteunen aan het 

voeteneinde van het bed. (B)


1 

2 


3 

4 

NL 

B 

A 

De zitgroep van de De 580 kan worden omgebouwd 

tot een derde bed. 

Schuif het uitschuifblad onder het tafelblad 

(afb. 1). 

5 

Til de tafel op en haak hem uit de houderrail 

aan de wand (afb. 2). 

Druk op de knop A aan de tafelpoot en 

klap de poot naar binnen weg (afb. 3). 

Haak het tafelblad in de onderste houderrail 

(afb. 4). 

6 7 

Trek het onderstel van het keukenblok 

eruit. 

Neem het aanvullende bed uit de kast 

naast de doucheruimte (afb. 5) en leg het 

op de lijsten B (afb. 6). 

Positioneer de kussen van de zitgroep 

zoals getoond op afb. 7.

15-6 

NL 



1 3 

2 4 5 

B 

A 

De zitgroep van de De 595 is zodanig geconcipieerd 

dat ze kan worden omgebouwd tot 

tweepersoonsbed voor volwassenen. 

Til de tafel op en haak hem uit de houderrail 

aan de wand (zie ook afb. 2, 3 en 4 op 

pagina 15-2).). 

Druk op de knop aan de tafelpoot en klap 

de poot naar binnen weg. 

Haak het tafelblad in de onderste houderrail 

(afb. 1). 

Trek de houten steun A onder de zitbank 

naar voren (afb. 2). 

Trek de metalen drager B onder de zitbank 

aan de deurzijde uit en schuif de tafelverlenging 

erop (de verlenging wordt ontgrendeld 

met behulp van de draaigreep 

onder de tafel) (afb. 3). 

Schuif de kussens vervolgens tegen elkaar 

tot een matras (het kussen dat achter 

de bestuurdersstoel komt te liggen en het 

kussen voor de houten steun bevinden 

zich in de kledingkast) (afb. 4 en 5).


Slaapplaatsen achterin (De 650) 

NL 

Het achterste woongedeelte van de Dexter 

650 is zodanig geconcipieerd dat het kan 

worden omgebouwd tot een tweepersoonsbed. 

Trek de onder de tafel aangebrachtehandgreep 

naar u toe, zodat u de tafel tot op de 

hoogte van de zitbank kunt verlagen. 

Neem de in de kledingkast voorhanden 

plaat en leg deze vóór de tafel in het 

woongedeelte. 

Verwijder de kussens van het ruggedeelte 

van de achterbank en de beide hoeken. 

Leg de beide zijdelingse rugkussens van 

de zitbank in het woongedeelte tegen 

elkaar tot een matras.

15-8 

NL 


Bedden in de De 560 

1 2 

3 4 

De zitgroep in de De 560 is zodanig geconcipieerd 

dat ze tot een derde bed voor volwassenenkan 

worden omgebouwd. 

Verwijder de kussens van de passagiersbank. 

Knik de poot van de tafel om en bevestig 

hem aan de onderste steun (afb.1). 

Klap de verlenging om tot op de metalen 

drager (afb. 1). 

Klap het zitvlak van de zitbank naast de zijdeur 

open (afb. 2). 

Neem de scheidingsplaat die zich tussen 

het woon-. en slaapgedeelte bevindt en 

leg deze op de nog vrije plaats om het 

slaapoppervlak te completeren (afb. 3). 

Leg de kussens op de platen voor een 

slaapplaats (afb. 4). 

Het achterste bed van de De 560 kan worden 

opgetild (afb. 5 t/m 8) voor de toegang naar 

de bergruimte. Til het matrasonderstel van 

het matras op en let op dat het tegen het 

rechter zijkussen ligt. Sjor het matrasonderstel 

vast met behulp van de veiligheidsbevestiging. 

5 6 7 8


Opstapje 

NL 

Uw voertuig is uitgerust met een elektrisch 

bediend opstapje dat de toegang naar de voertuigcabine 

vereenvoudigt. Aan de deur 

naar de voertuigcabine bevindt zich een 

schakelaar. Druk op de schakelaar met de pijl 

naar beneden om het opstapje uit te sturen. 

Druk op de schakelaar met de pijl naar boven 

om het opstapje weer in te sturen.

15-10 

NL 


Zonwering (optioneel) 

Gebruik de bijgeleverde zwengel om de zonwering 

te openen. 

Trek de beide houdersteunen eruit en stel de 

hoogte van de zonwering in via de 

vastzetinrichting. 

Stuur de zonwering in bij sterke wind. 

Vergeet niet om de zonwering in te sturen voordat 

u wegrijdt. 

Reinig de zonwering met een zeepsopje. 

Droog de zonwering goed af als deze 

gedurende een langere periode niet wordt 

uitgestuurd.


Fietsendrager (optioneel) 

C 

NL 

A 

B 

Trek aan de vergrendelingshaak B om de fietsendrager 

A uit te klappen. 

Met behulp van de verschillende bijgeleverde 

toebehoren C kunnen de fietsen veilig met de 

drager worden verbonden, zodat de veiligheid 

tijdens de rit gewaarborgd is. 

Let op het draagververmogen van 

de fietsendrager (ca. 20 kg inclusief 

fietsendrager). 

Transporteer nooit meer dan het geoorloofde 

aantal fietsen (draagrails bevinden zich een 

vak in de kledingkast). 

De fietsendrager is uitsluitend bedoeld 

voor het transport van fietsen. 

Gebruik hem in geen geval als 

bagagedrager. 

Transporteer nooit meer dan het 

geoorloofde aantal fietsen.

15-12 


NL 

Tv-installatie (optioneel) 

Veiligheidsinstructies speciale uitrusting 

A 

B 

C 

De flatscreen tv functioneert zowel op 12 V 

als op 230 V. 

Hij kan zowel worden aangesloten op een antenne 

A als op een satellietreceiver B (in een 

vak in de kledingkast). De aansluitingen worden 

gelegd overeenkomstig de gebruiksaanwijzingen 

van de fabrikant. 

Met behulp van een scharnierarm C, die opzij 

van de kledingkast wordt aangebracht, is de 

televisie bij geringe plaatsbehoefte vanuit 

verschillende plaatsen in de binnenruimte te 

zien. 

Bij de bepaling van het leeggewicht werd 

geen rekening gehouden met de speciale 

uitrusting. Bij de belading van het voertuig 

moet deze speciale uitrusting met het oog op 

de nuttige last in acht worden genomen. 

Voorbeeld: 

Externe zonwering: tussen 20 en 30 kg 

Fietsendrager: 5 kilogram 

De toebehoren mogen op grond 

van het gevaar voor ongevallen niet 

ondoelmatig worden gebruikt.. 

De maximale belading van de 

bergruimte en de andere 

bergvakken moet in acht worden 

genomen. 

De lasten moeten gelijkmatig 

verdeeld worden. Voorwerpen met 

een gewicht van meer dan 20 kilogram 

moeten strikt volgens de voorschriften 

worden opgeborgen.

STORINGSOORZAKEN 16-1 

Onderstaand vindt u een lijst met mogelijke 

storingen die bij de verschillende apparaten 

van uw voertuig kunnen optreden. De mogelijke 

oorzaken worden eveneens vermeld. 

Neem contact op met de technische 

dienst van uw dealer als u het 

probleem niet zelf kunt oplossen. 

Om veiligheidsredenen en voor het 

behoud van uw recht op garantieverlening 

dient u veranderingen aan 

de installaties – in het bijzonder aan de 

gasinstallaties, de watervoorziening en de 

elektrische installaties – uit te laten voeren 

door uw dealer. 

Waterverzorging 

Uit de kranen komt geen water: 

De boiler is leeg. 

De pomp is niet ingeschakeld (indicator op 

het bedieningspaneel brandt niet) 

Houd de waterkraan gedurende een paar 

seconden geopend om eventueel 

voorhanden lucht uit de waterleidingen te 

laten ontwijken. 

De aftapkleppen zijn geopend. 

Het water loopt niet af uit de wasbak, de 

wastafel of de douche: 

De afvalwatertank is vol. 

Water loopt onder het voertuig: 

De verswatertank stroomt over. Wacht 

een paar minuten totdat het overtollige 

water is weggelopen. 

De aftapklep van de verswatertank is 

geopend. 

De afvalwatertank is vol. 

De aftapklep van de verswatertank is 

geopend. 

De aftapklep van de boiler is geopend. 


Als één of meerdere gastoestel(len) niet functioneren: 

De gastoevoer aan de gasfles is onderbroken. 

De gaskranen zijn gesloten. 

De gasfles is leeg. 

Controleer de Piëzo-ontsteking. 

U dient te waarborgen dat er geen 

lekkage in de gasinstallatie 

voorhanden is. Een lekkage 

herkent u het beste aan de gasgeur. Indien 

bij afdichtingen die in zeepsop werden ondergedompeld, 

voortdurend blaasjes 

vrijkomen, wijst dit op een lekkage. Gebruik 

nooit open vuur. 

Elektro-installatie 

Als één of meerdere elektrisch(e) toestel(len) 

niet functioneren: 

De apparaten zijn niet ingeschakeld. Controleer 

de spanningstoestand aan het bedieningspaneel. 

De zekering is doorgebrand. 

De zekering van het betreffende apparaat 

moet worden vervangen. 

Voordat u de zekering vervangt, moet u de 

stroomvoorziening uitschakelen. 

De accu B2 is niet aangesloten. 

De accu-aansluitingen zijn verontreinigd 

(sulfaatvorming). 

Controleer de zekering van de stroomonderbreker 

die zich achter de afdekking 

rechtsonder de passagiersstoel bevindt. 

Bij de De GO! 560 bevindt zich de zekering 

in het achterste gedeelte van het voertuig 

onder het bed in het bereik van de zekeringen. 

NL

16-2 

STORINGSOORZAKEN 

NL 

Verwarming 

De verwarming functioneert niet: 

de zekering moet worden vervangen. Deze 

bevindt zich in de bergruimte onderin de 

kledingkast. Een andere zekering bevindt 

zich in de zekeringkast. 

Waarborg dat voldoende brandstof of gas 

voorhanden is en / of dat de met de temperatuurregelaar 

gekozen temperatuur niet 

lager dan de ruimtetemperatuur is. 

Waarborg dat de aanzuigaansluiting voor 

de koude lucht niet verstopt is. 

Toilet 

De schuif van het toilet laat zich niet bedienen. 

De cassette is vol. 

De cassette is niet correct geplaatst. 

De waterspoeling functioneert niet: 

De verswatertank is leeg. 

De pomp heeft leeg gedraaid omdat zich 

lucht in de kringloop bevindt. 

De cassette is niet correct geplaatst. 

De zekering in het vak van de toiletcassette 

of de zekering in de zekeringkast 

moet vervangen worden.

TECHNISCHE GEGEVENS 17-1 

Waarden in kg 

Techn. geoorl. totaalgewicht 

in beladen 

toestand 1) 

Gewicht in rijklare toestand 2) 

96 KW / 110 KW / 132 KW 

Aanhangerlast, 

geremd 

Gewichten 

NL 

Dexter 550 

3.500 kg 

3.063 kg / 3.063 kg / 3.113 kg 

bis 2.300 kg 

Dexter 580 

3.500 kg 

3.059 kg / 3.059 kg / 3.109 kg 

bis 2.500 kg 

Dexter 595 

3.500 kg 

3.055 kg / 3.055 kg / 3.105 kg 

bis 2.500 kg 

Dexter 650 

3.500 kg 

3.089 kg / 3.089 kg / 3.139 kg 

bis 3.000 kg 

Dexter GO! 560 

3.500 kg 

2.730 kg 

bis 2.000 kg 

1) Het in kenteken deel 1 en 2 aangegeven 'technisch 

geoorloofd totaalgewicht in beladen toestand' mag om 

veiligheidstechnische redenen in géén geval overschreden 

worden. 

2) het gewicht in rijklare toestand komt overeen met het 

gewicht van het lege, rijklare voertuig inclusief alle in 

Opmerkingen 

Door bijzondere modeluitvoeringen en extra 

uitrustingen - bijvoorbeeld automatische 

transmissie, airco, aanhangkoppeling - en 

door latere inbouw van toebehoren wordt het 

leeggewicht hoger, zodat de nuttige last dienovereenkomstig 

moet worden verminderd. 

Bij zware lasten dient de last om wille van 

de fabriek ingebouwde standaarduitvoeringen, vermeerderd 

met 75 kg voor de bestuurder en de volgende 

basisuitrusting: brandstof, gas en water, elk 90 %, 

inhoud van de boiler, kabeltrommel voor 230 volt. Speciale 

uitvoeringen zijn in de regel niet inbegrepen. 

goede rij-eigenschappen zo diep mogelijk 

tussen de assen te worden getransporteerd. 

De geoorloofde aslasten en het technisch 

geoorloofde totaalgewicht mogen in geen geval 

worden overschreden. Houd er in ieder 

geval rekening mee dat de rij-eigenschappen 

door belading veranderen. Rijgedrag en snelheid 

moeten daarom op het gewicht worden 

afgestemd. Een gewichtsverschil van ± 5 % 

blijft voorbehouden. Bij uitvoeringen zoals 

automatische transmissie of vierwielaandrijving 

kunnen de aangegeven gewichten variëren.

17-2 

TECHNISCHE GEGEVENS 

NL 

Afmetingen 1) 

Waarden in mm Wielbasis 

Totale lengte 3) 

Totale breedte Totale hoogte 2) 

Binnenbreedte 

Stahoogte 

Hoogslaper 

Bed achterin 

Dexter 550 

3.450 mm 

5.480 mm 

2.050 mm 

2.780 mm 

1.940 mm 

1.950 mm 

1.920x1.550 mm 

- 

Dexter 580 

4.035 mm 

5.990 mm 

2.050 mm 

2.570 mm 

1.940 mm 

1.890 mm 

- 

1.900x1.340 mm 

Dexter 595 

4.035 mm 

5.990 mm 

2.050 mm 

2.880 mm 

1.940 mm 

1.850-2.100 mm 

1.900x1.300mm 

- 

Dexter 650 

4.035 mm 

6.360 mm 

2.050 mm 

2.880 mm 

1.940 mm 

1.850-2.100 mm 

1.900x1.400 mm 

1.900x1.770 mm 

Dexter GO! 560 

3.750 mm 

5.680 mm 

1.974 mm 

2.740 mm 

1.870 mm 

2.040 mm 

- 

1.870x1.250 mm 

Alle andere afmetingen staan vermeld in de 

handleiding voor het basischassis. 

1) De gegevens hebben betrekking op het 

basismodel Dexter. Door bepaalde 

modeluitvoeringen en extra uitrustingen 

- bijv. andere wielgrootten - kunnen 

afwijkingen optreden. 

2) Zonder extra houders voor surfplanken, 

kajak enz.. 

3) Zonder fietsendrager.

TECHNISCHE GEGEVENS 17-3 

Vloeibaar-gas-installatie 

2 gasflessen ...............................................à 5 kg 

Drukregelaar ...........................................30 mbar 

230volt-net 

Frequentie ....................................................50 Hz 

Opgenomen vermogen 

- koelkast ..............................125 watt - 190 watt 

(al naargelang de ingebouwde uitvoering) 

-laadstroom laadtoestel......................max. 12 A 

Waterverzorging 

Verswatertank met elektrische drukpompen 

indicator voor het waterpeil 

Legingsklep voor verswatertank 

Legingsklep leidingen 

Verswatertank: .......................................100 liter 

Boiler: .........................................................10 liter 

Verbruikswaarden 

Waterafvoer 

Afvalwatertank met indicator voor vulpeil 

Legingsklep onder bodemplaat. 

Afvalwatertank.......................................100 liter 

Afvalwatertank DE 550..........................120 liter 

Toilet 

Fecaliëntank..............................................17 liter 

Elektrische waterspoeling 

NL 

Bovenbouwaccu 

2 x 100 AH

18-1 

OVERZICHT TREFWOORDEN 

NL 

A 

Accu, bovenbouw ………………………5-3 

Acculaadtoestel …………………………5-4 

Afmetingen ……………………………17-2 

Afmetingen ……………………………17-2 

Aftapkraan, afvalwater ……………3-9, 13-2 

Aftaphende, vers water ……………3-3, 13-1 

Aftaphendel, warm water …………3-4, 13-1 

Afvalwatertank …………………………3-8 

B 

Verlichting ………………………………5-8 

Bedden …………………………………15-2 

Boiler, warm water ………………………3-4 

Breedte …………………………………17-2 

C 

Cassettetoilet ……………………………7-3 

Chassis …………………………………17-1 

Controle-/bedieningspaneel ……………5-5 

D 

Dakraam ………………………………10-3 

-rolgordijn ………………………………10-6 

Douche …………………………………3-8 

F 

Fietsendrager …………………………15-11 

Fecaliëntank ……………………………7-3 

Filter, verswaterpomp …………………3-3 

G 

Garantie …………………………………2-2 

Gasinstallaties ……………………………4-1 

-drukregelaar ……………………………4-2 

-Gasflessenkast …………………………4-2 

-Gasverdeelblok …………………………4-2 

Gaskoker, kookveld ………………………8-1 

Gaskookveld ……………………………8-1 

Geoorloofd totaalgewicht ………………17-1 

Gewichten ………………………………17-1 

Gordels …………………………………2-2 

H 

Hoogte …………………………………17-2 

Hoogslaper ……………………………15-2 

Hoogslaper, elektrisch …………………15-3 

I 

Insectenhor ……………………………10-6 

Insectenhor aan de dakramen …………10-6 

K 

Kasten …………………………………12-1 

-push-lock-slot …………………………12-1 

Koelkast, ………………………………… 9-1 

- ontdooien ………………………………9-7 

- frameverwarming ……………………… 9-6 

L 

Laadtoestel, accu ………………………5-4 

Ladder …………………………… 15-2, 15-3 

Lading ……………………………………2-1 

Lampen ………………………………… 5-8 

Legen 

-Afvalwatertank ……………………3-8, 13-2 

-Verswatertank ……………………3-3, 13-1 

-Toilet …………………………………… 7-5 

-Boiler ……………………………3-6, 13-1 

Leeggewicht ……………………………17-1 

Luchten (Overwintering) ………………13-4 

M 

Milieu 

-afvalwaterafvoer ……2-3, 3-1, 3-7, 3-9, 13-2 

-Toilet …………………………………… 7-5 

Meubelsloten …………………………12-1 

N 

Nuttige last 

……………………………17-1 

O 

Ombouwen tot 

slaapplaats ………15-4, 15-5, 15-6, 15-7, 15-8 

Opstapje…………………………………15-9 

Overzicht van uitrustingskenmerken 

-Dexter 550 ……………………………….1-1 

-Dexter 580 ……………………………….1-3 

-Dexter595 ……………………………….1-5 

-Dexter 650 ……………………………….1-7 

-Dexter 560 GO! ………………………….1-9 

Overzicht, indeling 

-Dexter 550 ……………………………….1-2

OVERZICHT TREFWOORDEN 18-2 

-Dexter 580 ……………………………….1-4 

-Dexter595 ……………………………….1-6 

-Dexter 650 ……………………………….1-8 

-Dexter 560 GO!………………………….1-10 

P 

Pomp, Vers water 

………………………3-3 

R 

Reiniging 

-Sanitaire inrichting ……………………14-1 

-Elektrische apparaten …………………14-1 

-Ramen …………………………………14-1 

-Bekledingen / overtrekken ……………14-2 

-Meubels ………………………………14-2 

-Buiten …………………………………14-2 

Reisvoorbereidingen ……………………2-1 

Rij-instructies ……………………………2-3 

Rolgordijnen ……………………………10-6 

S 

Sjorriemen, zitgroep ……………………2-2 

Spoelbak …………………………………3-7 

Storingsoorzaken ………………………16-1 

Stilleggen voor de winter ………………13-1 

Stroominstallatie …………………………5-1 

Stroomonderbrekers ……………………5-4 

T 

Tafel ……………………………………15-1 

Technische Gegevens …………………17-1 

Thermostaat, verwarming……………6-2, 6-3 

Toilet ……………………………………7-1 

-Fecaliëntank ……………………………7-3 

-Vulpeilindicator …………………………7-5 

Toiletpot …………………………………7-2 

TV-installatie …………………………15-12 

U 

Uitzetraam ………………………………10-2 

V 

Vensters…………………………………10-1 

Verbruikswaarden ………………………17-3 

Verdeeleenheid …………………………5-7 

Verduistering 

- Voorruitgordijn ………………………11-1 

- Zijruitgordijnen ………………………11-1 

- Achterde urgordijnen …………………11-1 

Verduisteringsrolgordijnen woongedeelte 

…………………………………………10-6 

Verkeersveiligheid ………………………2-2 

Verlichting ………………………………5-8 

Verswatertank ……………………………3-2 

-reinigen …………………………………3-3 

Verwarming ………………………………6-1 

-thermostaat ………………………6-2, 6-3 

-temperatuursensor………………………6-5 

Voeding 230 volt ………………………… 5-2 

Voertuigreiniging/-onderhoud …………14-1 

Vulhoeveelheden ………………………17-3 

Vulpeilindicator toilet ……………………7-5 

W 

Warm water………………………………3-4 

Wastafel, …………………………………3-7 

Waterverzorging …………………………3-1 

-Aftapkraan, afvalwater ……………3-9, 13-2 

-aftapklep, leidingen ……………………3-3 

-vulaansluiting …………1-1, 1-3 , 1-5, 1-7, 1-9 

-Verswatertank …………………………3-2 

-warm water ……………………………3-4 

Z 

Zekeringautomaat 230 volt 

(veiligheidsschakelaar) …………………5-2 

Zekeringen 12 Volt ………………………5-7 

Zonwering ……………………………15-10 

NL

Karmann-Mobil Vertriebs GmbH werkt voortdurend aan de doorontwikkeling van alle types en modellen. 

Wij vragen om uw begrip voor het feit dat daarom te allen tijden wijzigingen van de leveringsomvang in vorm, uitrusting en techniek mogelijk 

zijn. Uit de gegevens, de afbeeldingen en de beschrijvingen van deze handleiding kunnen dan ook geen aanspraken worden afgeleid. 

Reproductie, verveelvuldiging of vertaling, ook in uittreksels, zijn zonder nadrukkelijke schriftelijke toestemming van Karmann-Mobil Vertriebs 

GmbH verboden. Alle rechten volgens de wet op auteursrechten blijven uitdrukkelijk voorbehouden aan Karmann-Mobil Vertriebs 

GmbH. Wijzigingen voorbehouden. Alleen geldig in verbinding met de handleiding voor het basischassis. 

02/2013 Karmann-Mobil Vertriebs GmbH

NEDERLANDS - bei Karmann Mobil

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?