07.10.2014 Views

Eindrapportage gele rozeluis in de teelt van aardbei onder glas

Eindrapportage gele rozeluis in de teelt van aardbei onder glas

Eindrapportage gele rozeluis in de teelt van aardbei onder glas

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

9<br />

4 Effectiviteit antagonisten<br />

4.1 Materiaal en Metho<strong>de</strong><br />

In twee klimaatkasten (Sanyo Fitotrons) zijn commercieel verkrijgbare natuurlijke vijan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> bladluis en een aantal<br />

<strong>in</strong>sectpathogene schimmels getoetst bij twee temperatuurregimes: 8 -16 o C en 10 - 18 o C.<br />

De relatieve luchtvochtigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Fitotrons was <strong>in</strong>gesteld op 75%. Er is getoetst bij lichtperio<strong>de</strong>n <strong>van</strong> 16 uur of bij<br />

12 uur.<br />

Een oriënteren<strong>de</strong> proef met een commercieel <strong>in</strong>zetbare sluipwesp is uitgevoerd bij 16 o C, 20 o C en 8-16 o C.<br />

In elke kast werd een cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rvormige <strong>in</strong>sectendichte kooi geplaatst met daar<strong>in</strong> een <strong>aardbei</strong>plant, besmet met <strong>gele</strong><br />

<strong>rozeluis</strong>. De kooien had<strong>de</strong>n een doorsne<strong>de</strong> <strong>van</strong> 30 cm en een hoogte <strong>van</strong> 40 cm.<br />

Een oriënteren<strong>de</strong> proef met een nieuwe sluipwesp is uitgevoerd bij kamertemperatuur op het laboratorium.<br />

In Tabel 4.1 staat <strong>de</strong> antagonisten die getest zijn. De schimmelproducten zijn aangemaakt volgens voorschrift. De<br />

planten zijn bespoten met een plantenspuit, zodanig dat al het bladoppervlak geraakt werd. De sluipwespen en <strong>de</strong><br />

predator A. aphidymiza wer<strong>de</strong>n geïntroduceerd door een overmaat aan mummies <strong>in</strong> <strong>de</strong> kooi te leggen. De predator<br />

C. carnea werd geïntroduceerd door larven op <strong>de</strong> plant uit te zetten. Het aantal uitgezette antagonisten per proef<br />

staat vermeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> tabellen bij <strong>de</strong> resultaatbeschrijv<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke proeven en <strong>in</strong> <strong>de</strong> bijlagen.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikte antagonist werd één tot vier weken na <strong>in</strong>zet een e<strong>in</strong>dbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gedaan. Hierbij werd<br />

gescoord:<br />

1. Aantal leven<strong>de</strong> bladluizen<br />

2. Aantal do<strong>de</strong> bladluizen<br />

3. Aantal beschimmel<strong>de</strong> bladluizen<br />

4. Aantal mummies In tweeIn<br />

Tabel 4.1.<br />

De geteste antagonisten.<br />

Sluipwespen Predatoren Pathogene schimmels<br />

Aphidius ervi Aphidoletes aphidymiza Botanigard vloeibaar Beauveria bassiana<br />

Aphidius rhopalosiphi Chrysoperla carnea Botanigard vast Beauveria bassiana<br />

Aphidius matricariae Preferal Paecilomyces fumosoroseus<br />

Aphel<strong>in</strong>us mali<br />

De sluipwespen A. ervi, A. rhopalosiphi en A. matricariae wer<strong>de</strong>n <strong>gele</strong>verd door Viridaxis SA, een afsplits<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

universiteit <strong>van</strong> Louva<strong>in</strong>-la-Neuve. A. rhopalisiphi werd gekweekt op graanluis. De sluipwesp A. mali kwam uit eigen<br />

kweek op Myzus nicotianae, oorspronkelijk afkomstig uit Florida. A. aphidimyza en C. carnea wer<strong>de</strong>n <strong>gele</strong>verd door<br />

Koppert BV.<br />

Bij een bespuit<strong>in</strong>g met een <strong>in</strong>sectenpathogene schimmel werd <strong>de</strong> controlebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met water uitgevoerd.<br />

4.2 Resultaten en Discussie<br />

4.2.1 Insectepathogene schimmels<br />

Bei<strong>de</strong> <strong>in</strong>sectenpathogene schimmels remmen <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> bladluispopulatie. De populatie neemt echter<br />

nog steeds toe. Bij een vergelijk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> B. bassiana <strong>in</strong> vloeibare en vaste vorm vertoon<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> schimmels bij<br />

8-16 o C geen werk<strong>in</strong>g. Bij 10-18 o C werd alleen met <strong>de</strong> vloeibare vorm een remmen<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g gevon<strong>de</strong>n<br />

(Figuur 4.1).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!