Eindrapportage gele rozeluis in de teelt van aardbei onder glas
Eindrapportage gele rozeluis in de teelt van aardbei onder glas
Eindrapportage gele rozeluis in de teelt van aardbei onder glas
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
10<br />
900<br />
800<br />
aantal bladluizen na twee weken<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
controle B. bassiana vl P. fumosoroseus<br />
8 -16C 10-18C<br />
Figuur 4.1.<br />
Aantal bladluizen na twee weken bij <strong>de</strong> controle behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en na behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>sectpathogene<br />
schimmels. (# bij <strong>in</strong>zet =100 bladluizen).<br />
4.2.2 Sluipwespen<br />
De activiteit <strong>van</strong>Aphidius ervi is getest bij 20 o C (hoge temperatuur), 16 o C (lage temperatuur) en 8-16 o C<br />
(<strong>teelt</strong>temperatuur <strong>aardbei</strong>). Na vier weken was <strong>de</strong> parasiter<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> sluipwesp <strong>in</strong> alle behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong>imaal. Er<br />
wer<strong>de</strong>n geen of enkele mummies terug gevon<strong>de</strong>n (Tabel 3.3). De afname <strong>van</strong> het aantal bladluizen is dus te wijten<br />
aan verstor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> bladluispopulatie door volwassen sluipwespen. De concentratie <strong>van</strong> alarmferomoon,<br />
afgeschei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> aangeprikte bladluizen, kan <strong>in</strong> een kooi zo hoog oplopen dat <strong>de</strong> bladluizen massaal <strong>de</strong> plant<br />
verlaten. De lage nachttemperatuur <strong>van</strong> 8 o C werkte blijkbaar <strong>in</strong> het voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> bladluis.<br />
Een oriënteren<strong>de</strong> test <strong>van</strong> drie weken met A. rhopalosiphi laat zien dat ook <strong>de</strong>ze sluipwesp nauwelijks parasiteert op<br />
<strong>gele</strong> <strong>rozeluis</strong> (Tabel 4.3).<br />
In een directe vergelijk<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n drie Aphidius-soorten (A. ervi, A. rhopalosiphi en A. matricariae) getest bij twee<br />
temperatuurregimes (Figuur 4.2). Na drie weken rem<strong>de</strong>n alle drie <strong>de</strong> sluipwespen <strong>de</strong> groei <strong>van</strong> <strong>de</strong> bladluispopulatie,<br />
maar alleen ‘A. ervi bij <strong>de</strong> hogere temperatuur’ resulteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> een afname <strong>van</strong> <strong>de</strong> bladluispopulatie. Bij A. ervi wer<strong>de</strong>n<br />
slechts enkele en bij <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re soorten wer<strong>de</strong>n nauwelijks mummies teruggevon<strong>de</strong>n (Bijlage I, Tabel 3).<br />
De sluipwesp Aphl<strong>in</strong>is mali was alleen bij <strong>de</strong> hogere temperatuur <strong>in</strong> staat <strong>gele</strong> <strong>rozeluis</strong> te parasiteren. Het aantal<br />
teruggevon<strong>de</strong>n was opnieuw laag. De bladluispopulatie nam na vier weken <strong>in</strong> ger<strong>in</strong>ge mate af (Tabel 4.4), mogelijk<br />
veroorzaakt door verstor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> kolonies.