You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SHELL VENSTER<br />
UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND B.V. • JANUARI / FEBRUARI 2006<br />
JEROEN VAN DER VEER<br />
KIJKT TERUG EN VOORUIT<br />
<strong>“Ik</strong> <strong>merk</strong> <strong>veel</strong><br />
<strong>positieve</strong> <strong>energie”</strong><br />
DE MENS EIST VERANDERING, BIJ DE BUREN<br />
VERMOGENSBEHEER PENSIOENFONDSEN VANUIT RIJSWIJK<br />
PENSIOEN MET 55? MISSCHIEN NIET ZO’N GEZOND IDEE!<br />
TECHNIEK WORDT WEER HOOFDDOEL BIJ SHELL<br />
NIEUWE BOORTECHNIEK: KLEIN MAAR DAPPER
V O O R W O O R D<br />
Een piek in olie of in angst?<br />
Met de bekende zachtzinnigheid die vooral gereserveerd is voor de voorpagina, had het<br />
Duitse blad Stern afgelopen najaar weinig woorden nodig: “Die Erdöl-Lüge, Warum die Konzerne<br />
die Wahrheit verschweigen.” Zelfs studiehuisleerlingen zonder Duits in het pakket<br />
moeten dit alarmsignaal kunnen begrijpen.<br />
Binnenin het zo<strong>veel</strong>ste verhaal over een gelovige in de theorie van ‘Peak Oil’, die zegt dat<br />
op zeer afzienbare termijn, over zo’n jaar of tien, de wereldolieproductie op haar top is waarna<br />
een woeste prijsslag gaat losbreken omdat de wereldvraag naar energie doorstijgt en dus<br />
botst op een gelimiteerd aanbod.<br />
De echte gelovige in Peak Oil meent ook zeker te weten dat de olie-industrie volledig op de<br />
hoogte is van de aanstaande klap, maar hierover zwijgt in een groot complot, waarin ook<br />
het IEA betrokken is. Wat het voordeel van dit zwijgen voor oliemaatschappijen zou kunnen<br />
zijn, wordt ook bij wat langer nadenken niet duidelijk, maar zij zijn van oudsher al van zo<strong>veel</strong><br />
complotten beschuldigd dat deze er ook nog wel bij past.<br />
Zoals vaker dekt de kop het verhaal niet helemaal; want niet de olieconcerns, aldus het<br />
Stern-verhaal, dat de mening weergeeft van de Britse ex-olie-industriemedewerker Colin<br />
Campbell (74), verzwijgen de aanstaande ramp, maar het zijn vooral de sjeiks, met name die<br />
uit Saoedi-Arabië. Zij hebben zo<strong>veel</strong> geld op Wall Street belegd dat ze zich geen beurscrash<br />
kunnen veroorloven. Dus strooien ze, aldus de exgeoloog<br />
bij BP en Texaco, voortdurend het<br />
sprookje rond dat de oliereserves nog heel erg<br />
groot zijn.<br />
Peak Oil heeft tal van aanhangers, met als oervader<br />
van alle piekolie-theoretici de (inmiddels overleden)<br />
Amerikaanse ex-Shell werknemer M. King<br />
Hubbert, de geofysicus die al in 1956 - achteraf<br />
correct - stelde dat de olieproductie in de Verenigde<br />
Staten in de eerste helft van de jaren<br />
zeventig haar top zou bereiken. Hij voorspelde<br />
toen ook dat de wereldolieproductie rond 2000<br />
zou pieken.<br />
Dit jaar is Peak Oil dus precies een halve eeuw<br />
oud, en in zijn theoretisch-filosofische basis vrijwel<br />
onveranderd: de wereld heeft geen grote nog<br />
te ontdekken olievelden meer; wat gevonden<br />
wordt is in feite ‘klein spul’, en de natuurlijke productiedaling<br />
uit bestaande velden zal binnenkort<br />
nog nauwelijks gecompenseerd kunnen worden<br />
door de extra opbrengsten van geavanceerde<br />
nieuwe winningstechnieken. Gelijktijdig loopt de<br />
vraag naar olie gestaag verder op. Het snijpunt waarop de vraag het aanbod inhaalt, is volgens<br />
mensen als Campbell nu zeer nabij en levert een ongehoorde prijsexplosie op en daardoor<br />
een economische noodremming op wereldschaal. Mits? Mits de wereld in een crashtempo<br />
haar afhankelijkheid van olie vermindert met dwingende reductiemaatregelen naar<br />
het model van het Kyoto-akkoord over CO2-emissies. Aldus de aanhangers van Peak Oil.<br />
En, volgen de oliemaatschappijen, sjeiks en het IEA deze raad op? Als er al sprake zou zijn<br />
van een complot, dan volhardt men daarin. Overal schakelt momenteel de investeringsmachine<br />
in een hogere versnelling: de ene na de andere oliemaatschappij, particulier en staatseigendom,<br />
meldt voor 2006 en later groeiende investeringen in met name Exploratie en Productie.<br />
Deels om ‘achterstallig onderhoud’ in te halen (de reserveproductiecapaciteit was<br />
inderdaad erg dun geworden als gevolg van onderinvesteringen in reactie op de lage prijzen<br />
aan het eind van de jaren negentig), deels ook om meer te gaan produceren aan onconventionele<br />
olie, zoals oliezanden en straks ook schalie.<br />
Er is daarbij geen angst voor een aanstaand acuut gebrek aan voorraden: volgens het IEA<br />
(het in Parijs gevestigde ‘administratiekantoor’ van de grote energiegebruikende landen) is<br />
er nog zo’n 4.500 miljard vaten voorraad (bij een wereldgebruik nu van ongeveer 30 mld<br />
vaten/jaar), waarin ongeveer 2.000 mld vaten olie zitten uit onconventionele reserves. Sjeiks<br />
en oliemaatschappijen onderstrepen allemaal deze relatief ruime getallen en trekken de<br />
beurs om de productie uit die voorraden op te voeren.<br />
In Nederland is recentelijk een ‘filiaal’ van de Peak Oil Beweging gestart; het eerste rapport<br />
is geschreven door een 20-jarige student. Het voordeel van zo’n leeftijd is de grote kans om<br />
zelfs meerdere keren mee te maken dat voorspellingen altijd sneuvelen in de confrontatie<br />
met de werkelijkheid.<br />
Piet de Wit<br />
Hoofdredacteur Shell Venster<br />
2 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
FOTO: ERNST BODE<br />
I N H O U D<br />
HET JAAR VAN ROYAL DUTCH SHELL Een nieuwe<br />
bedrijfsstructuur, een heldere strategie en betere uitkomsten.<br />
Maar Chief Executive Jeroen van der Veer erkent ook dat<br />
in 2005 nog niet alles even<br />
goed ging. PAGINA 4<br />
VERMOGENSBEHEER PENSIOENFONDSEN<br />
Alleen het Amerikaanse pensioenfonds van Shell blijft er buiten,<br />
maar de andere fondsen hebben hun vermogensbeheer gebundeld<br />
in Rijswijk: een pot van<br />
zo’n 35 miljard euro. PAGINA 14<br />
CHIEF SCIENTISTS DRAGEN TECHNIEKVLAG<br />
Met de benoeming van Chief Scientists als ambassadeurs en<br />
vlaggendragers van hun wetenschappelijke richting wil Shell<br />
ook uitdragen dat techniek<br />
een grotere rol bij haar krijgt.<br />
UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND BV<br />
Adres Carel van Bylandtlaan 30, 2596 HR Den Haag. Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />
Telefoon: 070-377 87 00. Hoofdredactie Piet de Wit Vormgeving Toon Beekman<br />
(De Fabriek, Communicatie- advies & uitvoering) Medewerkers Wim Blom, Wouter<br />
Eenhorst, Oscar Hofman, Hanco Kolk, Zoltan Korai, Hans Lagendaal, Caspar van Loo, Pieter<br />
Nouwen. Druk Roto Smeets GrafiServices<br />
Gratis voor geïnteresseerden Shell Venster wordt verspreid onder geïnteresseerden in de<br />
activiteiten van Shell Nederland en Royal Dutch Shell. Het blad is gratis verkrijgbaar.<br />
Abonnementen kunnen of via onze fax (070-377 87 45) of e-mail-adres<br />
shellvenster@shell.com worden aangevraagd en via: Administratie Shell Venster<br />
Postbus 444, 2501 CK Den Haag<br />
Tweemaandelijkse publicatie Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken<br />
van artikelen dient men toestemming van de redactie te vragen. In de meeste gevallen zal<br />
die graag worden gegeven.<br />
Benaming Shell-Maatschappijen Hoewel Shell-maatschappijen een eigen identiteit<br />
hebben, worden zij in deze publicatie soms gemakshalve met de collectieve benaming<br />
‘Shell’ of ‘Groep’ aangeduid in passages die betrekking hebben op maatschappijen van<br />
Royal Dutch Shell, of wanneer vermelding van de naam van de maatschappij(en) gevoeglijk<br />
achterwege kan blijven.<br />
COVER FOTOGRAFIE: ERNST BODE<br />
PAGINA 20<br />
KLEINE BOORTOREN, VOL KRACHT Nu de gemiddelde<br />
olie- en gasvelden steeds kleiner worden, is het belangrijk<br />
om de boorkosten te drukken. De NAM heeft daarvoor de<br />
hydraulisch gespierde Drill-<br />
Tech-toren ingezet. Klein, maar<br />
heel dapper. PAGINA 25<br />
EN VERDER Met een speciale aandeelhoudersvergadering<br />
waarop de Koninklijke werd opgeheven, werd de unificatie tot<br />
Royal Dutch Shell voltooid PAGINA 9. Filosofen Kinneging en Verbrugge<br />
praten over het schizofrene in de mens als het over<br />
milieugedrag gaat PAGINA 10. Duitse herders zijn dol op Shell - we<br />
hebben het over locomotieven PAGINA 17. Met 55 met pensioen?<br />
Dat blijkt niet zo gezond te zijn, leert een studie bij Shell PAGINA 18.<br />
Shell-medewerker Steven de Bie is ook hoogleraar in Wageningen<br />
PAGINA 23. Inspecteur Netjes, wereldberoemd misdaadspeurder, en<br />
toch geen politieke ambities PAGINA 31. En natuurlijk Shell Actueel,<br />
nieuwtjes uit Shell en de energiewereld. PAGINA’S 3, 23 en 30
VERDERE WINSTGROEI ONDANKS ORKAANSCHADE<br />
De bijzondere marktomstandigheden<br />
(hoge gas- en olieprijzen,<br />
hoge raffinagemarges)<br />
plus goede operationele resultaten<br />
hebben het Shell-resultaat over<br />
het derde kwartaal naar een recordhoogte<br />
gevoerd. Inclusief boekwinsten<br />
op voorraden en eenmalige<br />
baten (met name de verkoop van<br />
het Shell-aandeel in het transportbedrijf<br />
van de Gasunie in Nederland)<br />
kwam de aan aandeelhouders toerekenbare<br />
winst uit op $9,03 miljard,<br />
68% meer dan in het vergelijkbare<br />
kwartaal in 2004. Daarmee groeide<br />
de nettowinst over de eerste negen<br />
maanden van dit jaar tot $20,9 miljard,<br />
50% meer dan in 2004.<br />
Geschoond voor de boekwinsten op<br />
voorraden bedroeg de winst in het<br />
derde kwartaal $7,37 mld en $17,5<br />
mld over de eerste negen maanden.<br />
De bijzondere marktomstandigheden<br />
hadden ook hun effect op de kas-<br />
RAFFINAGERUIL<br />
ITALIË - FRANKRIJK<br />
Shell en Total ruilen belangen<br />
in twee raffinaderijen. Shell<br />
staat haar 20%-belang in de<br />
Italiaanse raffinaderij Pantano di<br />
Grano (verwerkingscapaciteit<br />
87.000 vaten ruwe olie per dag) af<br />
aan Total en neemt daarvoor het<br />
18%-belang van Total in de Franse<br />
raffinaderij Reichstett (78.000<br />
vaten/dag) over. Omdat Shell al<br />
aandeelhouder was in Reichstett<br />
groeit haar belang met deze ruil tot<br />
83%.<br />
stroom: uit bedrijfsactiviteiten werd<br />
voor de periode juli t/m september<br />
$6,65 mld gerealiseerd. Op 30 september<br />
telde Shell geldmiddelen en<br />
kasequivalenten tot een waarde van<br />
SAMENVATTING RESULTATEN<br />
S H E L L A C T U E E L<br />
$16 miljard tegen een kleine $4 mld<br />
een jaar eerder.<br />
De winst in het derde kwartaal werd<br />
gedrukt door orkaanschade in de<br />
Derde kwartaal Negen maanden<br />
2005 2004 $ miljoen 2005 2004<br />
9.032 5.371 Winst toerekenbaar aan aandeelhouders 20.943 13.969<br />
1.663 990 Voorraadeffecten olieproducten 3.398 1.594<br />
7.369 4.381 Resultaat op basis van geschatte actuele kosten 17.545 12.375<br />
4.105 3.548 Investeringen en exploratiekosten 11.480 10.090<br />
3.207 3.608 Upstreamproductie (duizend vaten olie-equivalent per dag) 3.523 3.749<br />
Segmentresultaten<br />
Golf van Mexico. Daardoor viel productie<br />
van olie en gas weg (door<br />
schade aan platforms) en lagen raffinaderijen<br />
een periode stil.Als gevolg<br />
van de orkanen daalde de olie- en<br />
gasproductie van Shell in het derde<br />
kwartaal wereldwijd tot 3,2 mln<br />
vaten olie-equivalent per dag tegen<br />
3,6 mln/dag een jaar eerder.<br />
Naar verwachting hebben de orkanen<br />
in het derde kwartaal voor een<br />
productie-uitval gezorgd van circa 15<br />
miljoen vaten olie-equivalent en in<br />
het vierde kwartaal van 18 mln<br />
vaten.<br />
In de raffinagesector miste Shell in<br />
het derde kwartaal de verwerking<br />
van zo’n 4,9 mln vaten en circa 4,5<br />
mln vaten in het vierde kwartaal.<br />
Het herstel van de orkaanschade<br />
vergt ongeveer $300 mln na belasting<br />
en vóór vergoeding door de verzekeraars.<br />
4.977 2.343 Exploratie en Productie 10.677 6.905<br />
556 354 Gas en Elektriciteit 1.043 1.210<br />
1.726 1.525 Olieproducten (geschatte actuele kosten) 5.634 4.254<br />
321 572 Chemie 1.029 1.168<br />
(211) (413) Overig (838) (1.162)<br />
FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />
EERSTE SHELL-TANKSTATION IN INDONESIË<br />
Rob Routs, Group Executive Director Downstream (foto), was er helemaal<br />
voor naar Indonesië gevlogen, wat wel aangeeft dat er op de<br />
Lippo Karawaci Boulevard in Tanggerang meer aan de hand was dan<br />
de opening van ‘zomaar’ een nieuw tankstation. In deze voorstad van Jakarta<br />
vierde Shell de terugkeer naar een markt die 40 jaar geleden was verlaten<br />
toen de staatsmaatschappij Pertamina het alleenrecht kreeg brandstoffen te<br />
verkopen. Recentelijk is deze ‘public service obligation’ voor Pertamina echter<br />
opgeheven en Shell was op 31 oktober de eerste buitenlandse oliemaatschappij<br />
die daar gebruik van maakte.<br />
De Indonesische markt is in potentie een heel interessante, het land telt inmiddels<br />
ruim 220 miljoen inwoners en kent een gezonde economische groei.<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 3
TEKST: PIET DE WIT<br />
FOTO’S: ERNST BODE<br />
Volgens Jeroen van der Veer zet de nieuwe structuur van Royal<br />
Dutch Shell een heldere strategie neer. <strong>“Ik</strong> zie betere resultaten,<br />
ook al ging niet alles even goed in 2005.” Hij ziet de top sneller<br />
werken, en weet dat dat het hele bedrijf inspireert.<br />
TEMPO MAKEN<br />
In 2005 ontstond het ‘Nieuwe Shell’, één bedrijf, één aandeel, één Board, één hoofdkantoor en Jeroen<br />
van der Veer in de rol van de ene Chief Executive. Hij kijkt terug en analyseert de betekenis van de verandering<br />
voor de toekomst. “Het gaat duidelijk beter, maar bescheidenheid blijft voorop staan, want niet<br />
alles is vorig jaar even goed gegaan.”<br />
Het was het eerste jaar met een<br />
eenhoofdige leiding. Royal<br />
Dutch Shell met een Chief Executive<br />
inplaats van een voorzitter<br />
van een op consensus gerichte<br />
meerhoofdige directiegroep. Is<br />
het systeem er al aan gewend?<br />
“Mensen vinden eenhoofdige leiding<br />
wel prettig, <strong>merk</strong> ik. Ze houden van<br />
de helderheid die het betekent. Ze<br />
hebben liever iemand aan de top die<br />
duidelijk vertelt wat de ideeën en<br />
plannen zijn dan een vertolker van<br />
een of ander consensuscompromis<br />
dat is uitgekookt door een hele groep<br />
mensen.”<br />
Is het ook leuk om als eenhoofdige<br />
leider te werken?<br />
“Het is vooral aantrekkelijk omdat<br />
het zo<strong>veel</strong> efficiënter werkt. Je kunt<br />
makkelijker zeggen ‘zo denk ik<br />
erover’. Het werkt <strong>veel</strong> prettiger met<br />
een team van vijf mensen aan de top<br />
omdat je sneller tot beslissingen<br />
komt.Als je kijkt naar de historie van<br />
Shell zie je dat wij vaak de eerste<br />
waren met de inspiratie en de<br />
gedachten, maar dat we het vervolgens<br />
te langzaam uitvoerden. Met de<br />
nieuwe structuur kunnen we tempo<br />
maken. En als de top sneller werkt,<br />
werkt dat ook inspirerend op de<br />
mensen daaronder.”<br />
Sneller beslissen, maar ook beter<br />
beslissen?<br />
“Ja.Want een ander belangrijk punt is<br />
dat we door de nieuwe structuur<br />
beter focus kunnen aanbrengen.<br />
Beter begrenzen wat je wel en niet<br />
doet, en vervolgens tempo maken<br />
met die dingen waar de focus op ligt.”<br />
Is een eenhoofdige leiding het<br />
allesgenezende wondermiddel?<br />
“Wij moeten ons blijven realiseren<br />
dat de sterkte van dit bedrijf de lokale<br />
invulling is. Dat was zo, en blijft zo.<br />
4 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
Daarom ook zoeken we altijd naar<br />
zo<strong>veel</strong> mogelijk mensen uit de landen<br />
waarin we werken. Dat brengt het<br />
element van bottom-up in je<br />
bestuursvorm. Maar te<strong>veel</strong> bottom-up<br />
kan niet; dan ga je te langzaam en<br />
raak je de focus kwijt. Vroeger heeft<br />
dat geleid tot situaties waarin we te<br />
kleine en te dure systemen en fabrieken<br />
bouwden op te<strong>veel</strong> plaatsen. Een<br />
bedrijf moet een goed evenwicht<br />
hebben tussen bottom-up en topdown.<br />
Dat laatste element is nu versterkt,<br />
waarbij het mijn taak en die<br />
van mijn collega’s in het Executive<br />
Committee is om goed na te denken<br />
over wat top-down moet worden<br />
gedaan.”<br />
Bij herhaling en met grote<br />
nadruk hebt u afgelopen jaar<br />
‘Enterprise First’ uitgedragen<br />
als de nieuwe interne bedrijfscultuur<br />
bij Shell. Is er al wat van<br />
te <strong>merk</strong>en?<br />
“Het begrip wordt <strong>veel</strong> gebruikt, ik<br />
hoor het overal, en is dus breed<br />
bekend. Enterprise First inplaats van<br />
een cultuur van Me First. Je mag overigens<br />
best voor jezelf blijven opkomen,<br />
maar je zet je eerst in voor het<br />
bedrijf. Dat zegt het begrip. Eerst het<br />
bedrijf en als gevolg daarvan kun je<br />
jezelf ontwikkelen.”<br />
Maar nog het voorbije voorjaar<br />
moest u intern even flink de stem<br />
verheffen om mensen ervan te<br />
overtuigen dat Enterprise First<br />
serieus is, bijvoorbeeld met het<br />
element dat mensen voortaan langer<br />
in hun baan moeten blijven.<br />
<strong>“Ik</strong> heb gezegd dat ik daar nog <strong>veel</strong> te<br />
weinig van <strong>merk</strong>te. Ik heb de mensen<br />
toen gevraagd:‘Bent u doof of eigenwijs?’<br />
Daar heb ik <strong>veel</strong> reacties op<br />
gehad, maar het heeft geholpen. Hierbij<br />
is eenhoofdig leiderschap heel<br />
effectief.”<br />
“Langer in je baan zitten is zeer essentieel.<br />
Een probleem uit het verleden<br />
bij Shell is dat mensen net lang<br />
genoeg in een baan zaten om een<br />
plan te maken en dat briljant te presenteren,<br />
waarna de uitvoering echter<br />
aan iemand anders toeviel omdat<br />
ze zelf alweer naar een nieuwe baan<br />
waren vertrokken. Het gaat er om<br />
hoe een plan wordt uitgevoerd, niet<br />
hoe het wordt verkocht. Als mensen<br />
langer in banen zitten, zie je vanzelf<br />
wie de betere en de slechtere uitvoerders<br />
zijn.”<br />
Een jaar geleden zei u dat de<br />
dag zou komen waarop het<br />
‘stoute jongetje’ Shell weer in de<br />
klas mocht komen omdat hij<br />
voor straf nu wel lang genoeg<br />
op de gang had gestaan. Is dat<br />
al gebeurd?<br />
“Nog steeds geldt dat je een reputatie<br />
niet terugkrijgt omdat je zegt dat je je<br />
best gaat doen. We zijn terug. En om<br />
de metafoor te volgen, het jongetje<br />
laat zien dat hij heel hard werkt. Maar<br />
nu wil iedereen zien wat dat harde<br />
werken oplevert.”<br />
En? Levert het al wat op?<br />
<strong>“Ik</strong> <strong>merk</strong> <strong>veel</strong> <strong>positieve</strong> energie, en ik<br />
krijg ook een <strong>positieve</strong> feedback, van<br />
buiten en van binnen. Het gaat duidelijk<br />
beter, kijk bijvoorbeeld naar de<br />
resultaten over de eerste drie kwartalen,<br />
maar bescheidenheid blijft voorop<br />
staan, want bepaald niet alles is<br />
vorig jaar even goed gegaan.”<br />
En daarom blijft de ontwikkeling<br />
van de beurskoers nog steeds<br />
achter bij die van de concurrenten?<br />
“De beurskoers is een resultante van<br />
performance, vooruitzichten en de<br />
geloofwaardigheid van het leiderschap.<br />
Maar ook van portfolioverschillen.<br />
Sommige producenten profi-<br />
teren meer van hogere olie- en gasprijzen<br />
omdat zij <strong>veel</strong> meer van de<br />
upside meekrijgen dan wij. Als je in<br />
de Verenigde Staten produceert, is<br />
<strong>veel</strong> van de extra opbrengst bij hoge<br />
prijzen voor het bedrijf. Maar Shell<br />
werkt relatief <strong>veel</strong> in gebieden waar<br />
de overheid het overgrote deel ontvangt<br />
van de hogere prijs, bijvoorbeeld<br />
Nigeria. Ik denk dat we dit jaar<br />
goede vooruitgang hebben geboekt,<br />
maar dat we meer moeten doen om<br />
het vertrouwen van de financiële<br />
markten te versterken.”<br />
Nog plannen om op korte termijn<br />
de beurskoers op te krikken?<br />
“Dat is een dubbele denkfout. Ten<br />
eerste is een beurskoers een gevolg<br />
van, en valt dus niet ‘op te krikken’.<br />
De markt bepaalt de beurswaarde.<br />
Ten tweede bestaat ‘korte termijn’<br />
niet in de olie- en gasindustrie, het<br />
gaat altijd om lange-termijnprojecten.<br />
Vaak duurt het vele jaren voordat duidelijk<br />
wordt of een investering inderdaad<br />
oplevert wat je ervan had verwacht.<br />
Goed investeren, goed opereren,<br />
dienstbaar zijn aan je klanten, op<br />
de kosten letten, dat alles leidt uiteindelijk<br />
tot een beurskoers. Je moet je<br />
niet gek laten maken door kwartaaldenken,<br />
integendeel zelfs.”<br />
Toch, de unificatie van de<br />
Koninklijke en Shell Transport<br />
vorig jaar tot Royal Dutch Shell,<br />
kwam er mede op aandringen<br />
vanuit de markt. Men eiste<br />
onder andere eenhoofdig leiderschap,<br />
en heeft dat gekregen.<br />
Maar nogmaals, in de koersontwikkeling<br />
is dat nog niet<br />
beloond.<br />
“Wij hebben nu één bedrijf, één aandeel,<br />
één hoofdkantoor en één Chief<br />
Executive, dat is helder, eenvoudig en<br />
efficiënt. Maar het zijn slechts midde-
“Het gaat er om hoe een plan<br />
wordt uitgevoerd, niet hoe het<br />
wordt verkocht. Als mensen<br />
langer in banen zitten, zie je<br />
vanzelf wie de betere en de<br />
slechtere uitvoerders zijn.”<br />
len die je in staat moeten stellen om<br />
betere resultaten te behalen. Die<br />
resultaten wil men zien, en daar gaat<br />
een beurskoers dan op reageren. De<br />
unificatie is absoluut zinvol geweest,<br />
anders hadden we die middelen om<br />
beter te kunnen presteren nu niet<br />
gehad.”<br />
Of is die terughoudende koersontwikkeling<br />
een reactie van de<br />
beurs omdat Shell relatief weinig<br />
eigen aandelen inkoopt?<br />
“Als dit verhaal wordt gepubliceerd,<br />
zitten we denk ik op zo’n $15 miljard<br />
die we over 2005 hebben uitgekeerd<br />
aan aandeelhouders. Een historisch<br />
record voor ons. Het is de optelsom<br />
van dividend en van de inkoop<br />
van eigen aandelen. Bovendien komt<br />
daar bovenop een bedrag voor de<br />
inkoop van de resterende aandelen<br />
Koninklijke.”<br />
2005 was niet alleen het jaar<br />
van de unificatie, maar ook van<br />
de onverwachte aankondiging<br />
dat het grote Russische gas- en<br />
olieproject Sakhalin gevoelig<br />
duurder gaat worden. Hoe is<br />
dat nu toch mogelijk?<br />
“Laat me beginnen te zeggen dat Sakhalin<br />
een belangrijk bezit is voor ons<br />
bedrijf en een aantrekkelijk project<br />
blijft. Maar het is ook duidelijk dat we<br />
het project in de beginfase niet zo<br />
goed hebben uitgevoerd. Door een<br />
combinatie van factoren. Zoals een<br />
onderschatting van het frontier<br />
karakter van het project, het is onbetreden<br />
gebied. Ook zijn er additionele<br />
milieu-eisen gesteld, de geologische<br />
structuur van de bodem pakte<br />
ingewikkelder uit dan we dachten, de<br />
staalprijzen zijn enorm gestegen en<br />
overal ter wereld zijn contractors<br />
<strong>veel</strong> duurder geworden.Maar wij hadden<br />
ook de voorbereiding beter kunnen<br />
doen en we hadden meer<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 5
“‘More upstream and profitable downstream’.<br />
Het beste gereedschap om die strategie<br />
in te vullen vormen technologie en innovatie,<br />
en in ons geval ook excellent<br />
projectmanagement.”<br />
6 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
‘onvoorziene uitgaven’ in het plan<br />
moeten opnemen.”<br />
Zijn er wat betreft de oorzaak<br />
van de kostenoverschrijding<br />
parallellen te trekken met de<br />
reservekwestie?<br />
“Als we een betere professionele<br />
voorbereiding en beter projectmanagement<br />
hadden gehad - en dan<br />
kom ik terug op dat element van langer<br />
in je baan zitten - met ook duidelijker<br />
gedefinieerde aansprakelijkheden,<br />
dan zou een deel van de overschrijding<br />
niet zijn opgetreden.”<br />
Bij zo’n groot project, dat al<br />
zo<strong>veel</strong> jaren loopt, hadden toch<br />
<strong>veel</strong> eerder signalen naar de top<br />
moeten gaan dat er een enorme<br />
kostenoverschrijding stond aan<br />
te komen?<br />
“Er waren signalen, maar niet voor de<br />
volle omvang. De eerste aanname<br />
was dat het olie- en LNG-project $10<br />
miljard zou kosten. Al vrij snel hebben<br />
wij toen gezegd dat het meer zou<br />
worden. De harde verrassing was dat<br />
het zó<strong>veel</strong> meer is.”<br />
Maar hoe nu verder? Kan het<br />
project voor die $20 miljard of<br />
misschien minder worden opgeleverd?<br />
“Er worden nu allerlei analyses<br />
gemaakt die worden doorgesproken<br />
met de Russische overheid en de<br />
andere aandeelhouders. Het succesvol<br />
opleveren van dit project heeft<br />
vanzelfsprekend mijn grootste aandacht.<br />
We hebben diverse maatregelen<br />
genomen om de zaak in de hand<br />
te houden: beter contractmanagement<br />
en budget- en controlesystemen<br />
en er zijn extra managers en uitvoerders<br />
naar toe gebracht.”<br />
Is Sakhalin bij deze kostprijs<br />
nog wel een rendabel project?<br />
“Als je kijkt naar de zogeheten forward<br />
economics, dus de vraag hoe<strong>veel</strong><br />
geld je er nu nog aan moet uitgeven<br />
tegenover de verwachte verdiensten,<br />
dan is het nog steeds positief.<br />
Maar duidelijk minder positief. Hoe<br />
de economics precies komen te liggen<br />
over de hele levensduur van het<br />
project, zal de toekomst leren. Dat zal<br />
ook afhangen van de toekomstige<br />
olie- en gasprijzen.”<br />
Het is ook een grote tegenvaller<br />
voor de Russische overheid die<br />
minder inkomsten uit het project<br />
zal hebben dan waarop oorspronkelijk<br />
was gerekend.<br />
“De vraag die niemand kan beantwoorden,<br />
is of Sakhalin, als we vanaf<br />
het begin hadden geweten dat het<br />
project $20 miljard zou kosten, überhaupt<br />
ter hand genomen zou zijn. Als<br />
je antwoord op deze vraag nee<br />
geweest zou zijn, had de Russische<br />
overheid helemaal geen inkomsten<br />
gehad. En bij een ja ontstaan dezelfde<br />
inkomsten als bij een eerste begroting<br />
van direct $20 miljard. In elk<br />
geval geldt dat de olie- en gasprijzen<br />
nu <strong>veel</strong> hoger zijn dan ze aan het<br />
begin waren gedacht. Dit geeft aanzienlijke<br />
opbrengsten voor de Russische<br />
overheid.”<br />
Welke consequenties heeft het<br />
duurder worden van Sakhalin<br />
voor de voorgenomen ruilovereenkomst<br />
met Gazprom voor de<br />
helft van het Siberische gas- en<br />
condensaatveld Zapolyarnoye-<br />
Neocomian?<br />
“We willen een kwart deelname in<br />
Sakhalin voor Gazprom ruilen met de<br />
halve deelname door Shell in het<br />
tweede Zapo-veld. De afspraak is dat<br />
we gelijke waarden gaan ruilen. Het<br />
was al heel gecompliceerd om de<br />
waarde van beide bezittingen te vergelijken,<br />
maar nu Sakhalin zo<strong>veel</strong><br />
duurder is geworden, zullen de<br />
besprekingen wel lastig zijn. Ik heb<br />
het vertrouwen dat we ergens in<br />
2006 tot een <strong>positieve</strong> beslissing zullen<br />
komen.”<br />
De onthulling van de kostenoverschrijding<br />
van Sakhalin kwam<br />
maar luttele weken na het tekenen<br />
in Londen van de swap-overeenkomst<br />
met Gazprom. Het<br />
moet een licht ontredderd gevoel<br />
hebben gegeven.<br />
“Toen ik de overschrijding zag, besefte<br />
ik direct twee dingen. Ten eerste<br />
dat hij zó groot was dat ons dit een<br />
geweldig probleem op zou leveren,<br />
en ten tweede dat we het dus ook<br />
direct bekend moesten maken. Dat<br />
eisen de beursregels. Je kunt niet<br />
eerst bij iedereen langs gaan om rustig<br />
met een dik pakket slides toelichting<br />
te geven op het preciese hoe en<br />
waarom.Dat hebben we natuurlijk na<br />
de bekendmaking wel gedaan, we<br />
hebben alle stakeholders geïnformeerd<br />
en ze verteld hoe het is, niet<br />
positief en niet negatief gekleurd.<br />
Zonder opsmuk of emotie, anders<br />
heb je geen enkele kans op acceptatie.”<br />
Wat is het belang van die ruilovereenkomst<br />
tussen Shell en<br />
Gazprom?<br />
<strong>“Ik</strong> kan natuurlijk alleen praten over<br />
het strategisch belang voor Shell.Wij<br />
vinden het belangrijk om in Sakhalin<br />
een partner te hebben, Gazprom,<br />
waarin de Russische staat een belangrijke<br />
aandeelhouder is. De Russen<br />
zijn erg kien op het beheer van de
nationale grondstoffen, dat is gewoon<br />
een realiteit. En met zo’n indirecte<br />
staatsdeelname vragen ze in feite<br />
niets bijzonders, zo hebben we in<br />
Nederland ook altijd gewerkt met de<br />
Gasunie waarin de staat aandeelhouder<br />
is.Ten aanzien van Zapo geldt het<br />
omgekeerde; daar krijgen wij een<br />
deelname in een veld dat op lange<br />
termijn belangrijk is voor de gasleveranties<br />
aan Europa. Het is een typisch<br />
voorbeeld van een beslissing die je<br />
nu neemt en waarvan je over tien of<br />
twintig jaar plezier hebt.”<br />
Een ander onderwerp: Shell<br />
moet weer een bedrijf worden<br />
met een hoog zelfscheppend<br />
niveau aan technologie en innovatie,<br />
hebt u bepaald. Om dat te<br />
benadrukken zijn er inmiddels<br />
Chief Scientists aangesteld,<br />
Shell-mensen die in hun wetenschappelijke<br />
disciplines ambassadeurs<br />
naar buiten en rolmodellen<br />
naar binnen zijn. Gaat<br />
daarmee de geldkraan nu wijd<br />
open voor R&D?<br />
“We hebben een heel heldere<br />
bedrijfsstrategie,‘More upstream and<br />
profitable downstream’. Het beste<br />
gereedschap om die strategie in te<br />
vullen vormen technologie en innovatie,<br />
en in ons geval ook excellent<br />
projectmanagement. We leveren op<br />
tal van plaatsen grote projecten op,<br />
binnen budget en op tijd; alleen<br />
horen we dat voor álle projecten te<br />
doen. Daarvoor ook hebben we<br />
inmiddels de Shell Project Academy<br />
opgericht, om mensen op topniveau<br />
te trainen in projectmanagement en<br />
voorbereiding van projecten. Dit<br />
gaan we nog uitbreiden met een<br />
Commercial Academy om betere<br />
voorstellen te kunnen maken voor<br />
bijvoorbeeld het binnenhalen van<br />
nieuwe exploratie- en productieconcessies.”<br />
<strong>“Ik</strong> heb intern aangekondigd dat we<br />
vanaf rond 2015 telkens zo’n tien<br />
‘mammoetprojecten’ tegelijk onder<br />
handen moeten hebben.Technologie<br />
en innovatie moeten helpen dat die<br />
pijplijn aan projecten gevuld wordt<br />
en blijft. Dat moet een enorme duw<br />
naar voren krijgen. Onze chief scientists<br />
moeten dat mede stimuleren. Ik<br />
ga twee maal per jaar met ze om de<br />
tafel zitten om te zien of we voldoende<br />
tempo blijven maken bij het creëren<br />
van ideeën.Technologie en innovaties<br />
zullen ons helpen onze operaties<br />
qua kwaliteit en opbrengst in het<br />
‘eerste kwartiel’ van de industrie te<br />
krijgen of te houden.”<br />
En dan zijn er ook het geld en<br />
de mensen om die ideeën te realiseren?<br />
“Het gaat er primair om of het goede<br />
ideeën zijn en of ze binnen onze strategie<br />
passen. Als dat het geval is,is het<br />
de taak van de leiding om de fondsen<br />
ervoor te vinden. Ik zet er dus geen<br />
financieel plafond op. Wij zoeken<br />
ideeën voor projecten in olie en gas,<br />
“De unificatie is absoluut<br />
zinvol geweest, anders<br />
hadden we de middelen om<br />
beter te kunnen presteren<br />
nu niet gehad.”<br />
conventioneel en onconventioneel,<br />
in downstream, in basischemie, in de<br />
technologie van kolenvergassing en<br />
we willen in elk geval één renewables-poot<br />
echt groot en rendabel van<br />
de grond krijgen.”<br />
Maar de mensen? Waar komen<br />
die vandaan? Wereldwijd wordt<br />
door alle oliemaatschappijen<br />
getrokken aan dezelfde technische<br />
mensen en in Europa en<br />
Noord-Amerika staat de ‘big<br />
crew change’ voor de deur, de<br />
massale pensionering en de<br />
opvolging van deze mensen.<br />
“Mensen zouden inderdaad wel eens<br />
een serieuze bottleneck kunnen worden.<br />
Iedereen roept dat de energiesector<br />
de investeringen fors moet verhogen,<br />
maar je loopt op een gegeven<br />
moment op tegen hoe goed je mensen<br />
zijn en hoe<strong>veel</strong> je ervan hebt. In de<br />
eerste negen maanden van 2005 heeft<br />
Shell zo’n duizend nieuwe technische<br />
mensen binnengehaald. Dat is heel<br />
mooi gedaan. Als begin.”<br />
Dus ook geen ‘boom and bust<br />
cycli’ meer in R&D bij Shell?<br />
<strong>“Ik</strong> heb uit mijn tijd bij chemie<br />
geleerd dat het beste beleid in investeringen<br />
en R&D is om die zo constant<br />
mogelijk te ontwikkelen. Volgens<br />
de theorie moet je meer uitgeven<br />
als de prijzen beroerd zijn, anticyclisch<br />
investeren. Dat is leuk voor<br />
de economiehandboeken, in de praktijk<br />
werkt het niet. Je bent naïef als je<br />
denkt de cyclus te kunnen voorspellen<br />
en verslaan. Een constante ontwikkeling<br />
is ook de beste manier om<br />
je mensen mee vast te houden. Dit is<br />
ook de bijdrage die het bedrijf kan<br />
leveren aan het principe dat mensen<br />
langer in hun baan moeten zitten.”<br />
‘Eén sterke renewables-poot’<br />
zegt u zojuist. Niet alles wat nu<br />
binnen Shell in deze sector in<br />
ontwikkeling is, zal het dus<br />
overleven. Betekent dat ook dat<br />
het bedrijf op de rem gaat trappen<br />
bij investeringen in renewables?<br />
<strong>“Ik</strong> heb me nooit zo comfortabel<br />
gevoeld met het noemen van concrete<br />
vijf-jaars investeringsplannen in<br />
renewables, zelfs al zitten we nog<br />
steeds in de buurt van die miljard dollar<br />
die we destijds noemden. Ik redeneer<br />
omgekeerd: niet eerst een<br />
bedrag noemen en dan daar projecten<br />
voor zoeken; ik wil dat we met<br />
projecten komen die leiden tot een<br />
renewable-poot die groot kan worden<br />
omdat hij economisch op eigen<br />
benen kan staan. En ‘één poot’? Nou,<br />
twee misschien, als die poten het elk<br />
in zich hebben om sterk te worden.”<br />
En die kunnen bestaan zonder<br />
subsidies? Of is Shell bereid om<br />
een renewable-poot te kiezen die<br />
blijvend aan het subsidie-infuus<br />
moet liggen?<br />
“Zonder blijvende subsidies. De<br />
markt als ordeningssysteem werkt<br />
behoorlijk goed. Je kan via subsidiewegen<br />
wel een ontwikkeling versnellen,<br />
maar ik zet grote vraagtekens bij<br />
de lange-termijn levensvatbaarheid<br />
van iets dat alleen via subsidies kan<br />
bestaan. Een samenleving is in mijn<br />
ogen ook niet gebaat bij energiebronnen<br />
die niet op eigen benen in de<br />
markt kunnen staan.”<br />
Shell heeft zo vaak en met zo<strong>veel</strong><br />
passie verteld over haar investeringen<br />
in renewables, dat je je<br />
afvraagt of het moreel wel haalbaar<br />
is om op een dag toch een<br />
deel van die <strong>veel</strong>genoemde potten<br />
van het vuur te nemen?<br />
“Dat kan wel degelijk. Ook vanwege<br />
het uitgangspunt dat de samenleving<br />
gediend is bij renewables die groot<br />
worden omdat ze op eigen benen<br />
commercieel kunnen zijn. Het is zeer<br />
“Dat de olieprijs vanaf nu<br />
opeens op een constant<br />
niveau zou blijven, is een<br />
onjuiste gedachte.<br />
Maar terug naar $10 lijkt mij<br />
zeer onwaarschijnlijk.”<br />
verdedigbaar om díe potten van het<br />
vuur te halen die deze status niet<br />
bereiken.”<br />
“Vergeet overigens niet dat renewables<br />
op zich mooi zijn,maar als je een<br />
oplossing vindt voor de CO 2 -emissie,<br />
dat je dan ook ‘groen fossiel’ kunt<br />
maken. Daar zie ik een goede toekomst<br />
in. Mede daarom is bij Shell nu<br />
een ‘mr. CO 2 ’ benoemd. Een van zijn<br />
hoofdtaken wordt het om werkzame<br />
sequestratietechnieken voor CO 2 te<br />
ontwikkelen.”<br />
Een van de gevolgen van groeiende<br />
vraag naar olie en de huidige<br />
krapte in vrije productiecapaciteit,<br />
is een grotere aandacht<br />
voor de ontwikkeling van onconventionele<br />
olie, zoals het oliezandenproject<br />
van Shell in Canada.<br />
Maar de winning en verwerking<br />
daarvan betekent een groeiende<br />
CO 2 -emissie. Terwijl Shell<br />
beloofd heeft haar CO 2 -uitstoot<br />
te reduceren.<br />
“Dat zijn inderdaad ontwikkelingen<br />
die haaks op elkaar staan. Als de<br />
wereld meer energie wil, op een<br />
moment dat renewables nog <strong>veel</strong> te<br />
klein en te duur zijn, zal de extra olie<br />
vooral zware olie zijn, en dat betekent<br />
meer CO 2 . Het bedrijf dat in<br />
staat is om oplossingen te vinden<br />
voor CO 2 , verschaft zichzelf kansen<br />
op groei.Wij willen het denken over<br />
oplossingen versnellen. Een beproefd<br />
managementconcept is dan om er<br />
een heel senior persoon op te zetten,<br />
en dat hebben we inmiddels gedaan<br />
met de benoeming van onze ‘mr.<br />
CO 2 ’, Graeme Sweeney.”<br />
Hoe gaat het verder met de olieen<br />
gasprijzen? Zijn we aanbeland<br />
in een tijdvak met fundamenteel<br />
hogere prijzen, of is het<br />
een tijdelijke hik en kunnen we,<br />
net als in 1998, ook weer eens<br />
$10 voor een vat gaan betalen?<br />
<strong>“Ik</strong> heb net een hoofdstuk gelezen uit<br />
het eeuwboek van Shell dat in voorbereiding<br />
is, en zag daarin dat die<br />
vraag al in de eerste jaren van de vorige<br />
eeuw werd gesteld. De prijs blijft<br />
op en neer gaan. Dat de olieprijs<br />
vanaf nu opeens op een constant<br />
niveau zou blijven, is een onjuiste<br />
gedachte. Maar terug naar $10 lijkt<br />
mij zeer onwaarschijnlijk. Zelfs al zou<br />
het gebeuren, dan zal het absoluut<br />
niet duurzaam zijn omdat de kosten<br />
van het vinden en tot productie brengen<br />
van nieuwe olievelden stijgen, en<br />
voor <strong>veel</strong> gebieden nu al ruim boven<br />
die $10 per vat liggen. Bij prijzen in<br />
de buurt van $10 zouden <strong>veel</strong> nieuwe<br />
projecten direct stoppen, waarna een<br />
tekort ontstaat en de prijs snel weer<br />
omhoog gaat. De grote uitdaging aan<br />
ons bedrijf is om bij elke olieprijs<br />
goed te draaien.”<br />
Dat Shell geen overnames doet,<br />
mag worden gezien als bewijs<br />
dat wordt geloofd dat de huidige<br />
olieprijs naar beneden gaat?<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 7
“Het laat eerder zien dat we genoeg<br />
projecten in de pijplijn hebben die<br />
meer waarde creëren dan een grote<br />
acquisitie bij de huidige olieprijs.Wij<br />
kunnen momenteel betere dingen<br />
met ons geld doen dan grote bedrijven<br />
overnemen.”<br />
Een paar weken geleden heeft<br />
Shell aangekondigd dat haar<br />
investeringen in 2006 op zo’n<br />
$19 miljard uitkomen terwijl<br />
begin vorig jaar nog $15 miljard<br />
was gezegd. Waarom deze ‘grote<br />
sprong voorwaarts’?<br />
“Mede omdat we de laatste tijd<br />
behoorlijk succesvol zijn geweest<br />
met het verkrijgen van nieuwe deals.<br />
Denk aan Alaska,Algerije, Libië, Qatar<br />
en Saoedi-Arabië,en we kunnen weer<br />
lang vooruit in Brunei en Oman.<br />
Bovendien zijn we succesvol in het<br />
recruteren van de mensen die deze<br />
nieuwe projecten uit kunnen voeren.<br />
Dat zijn twee <strong>positieve</strong> dingen die de<br />
groei veroorzaken. Er is nog een<br />
derde, minder <strong>positieve</strong> factor, namelijk<br />
de forse prijsstijgingen bij contractors<br />
en van staal, pijpleidingen,<br />
turbines, compressoren, etc. Dat is<br />
het gevolg van de snel groeiende<br />
wereldeconomie in het algemeen en<br />
die van investeringen in de olie- en<br />
gassector in het bijzonder.”<br />
In de publieke opinie en politiek<br />
weerklinken soms complottheorieën;<br />
de oliemaatschappijen<br />
zouden helemaal geen zin hebben<br />
in groei van de investeringen<br />
omdat de krapte tot hoge<br />
marges leidt en dus tot hoge<br />
winsten.<br />
“Dat is echt niet waar. Zodra marges<br />
goed zijn duurt het maar even en dan<br />
komt de hele investeringsmachine<br />
weer op gang,op naar het nieuwe dal<br />
van de cyclus, zeg ik dan maar.Als ik<br />
alleen naar Shell kijk, zie ik een<br />
enorm snelle groei van de investeringen.<br />
In 2000 investeerden wij $8,5<br />
miljard en in 2006 zal dat dus zo’n<br />
$19 miljard worden.Wij kunnen echt<br />
niet sneller en we willen ook geen<br />
zigzagbeleid in onze investeringen.”<br />
Toch wordt in de Verenigde Staten<br />
in de politiek geroepen dat<br />
oliemaatschappijen een extra<br />
belasting opgelegd moeten krijgen<br />
over hun ‘overwinsten’, als<br />
‘straf’ voor te weinig groei in<br />
investeringen.<br />
<strong>“Ik</strong> hoop echt dat men eerst heel goed<br />
nadenkt. Mijn logica zegt dat als er<br />
krapte is in productie- en verwerkingscapaciteit<br />
het aantrekkelijk is om<br />
meer te investeren. Maar er is ook de<br />
logica dat als je meer belasting heft, er<br />
minder geld bij bedrijven achterblijft<br />
om te investeren. Zo’n Windfall Profits<br />
Tax remt de groei in investeringen<br />
inplaats dat het die bevordert.”<br />
Maar oliemaatschappijen, ook<br />
Shell, kopen gelijktijdig voor miljardenbedragen<br />
eigen aandelen<br />
8 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
“In 2000 investeerden wij<br />
$8,5 miljard en in 2006 zal dat<br />
zo’n $19 miljard worden.<br />
Wij kunnen echt<br />
niet sneller en we willen geen<br />
zigzagbeleid in onze<br />
investeringen.”<br />
in. Dat is extra geld voor aandeelhouders<br />
dat dus niet geïnvesteerd<br />
kan worden in capaciteitsgroei<br />
bij productie en raffinage.<br />
<strong>“Ik</strong> kan alleen herhalen dat het<br />
tempo waarin wij onze investeringen<br />
laten groeien gewoon niet hoger kan,<br />
het is al ongekend in de historie.Wij<br />
investeren per jaar ongeveer vijftien<br />
procent van ons hele kapitaal. Hoe<strong>veel</strong><br />
bedrijven of bedrijfstakken kennen<br />
dit soort getallen? Wij doen het<br />
maximale.”<br />
“Je moet de winst en de uitbetaling<br />
aan aandeelhouders ook relateren<br />
aan de omvang van je bedrijf. Onze<br />
omzet zal in 2005 ex-accijns etc. zo’n<br />
$300 miljard zijn.Kijk eens naar andere<br />
bedrijfstakken voor de verhouding<br />
tussen omzet en winst. Het Amerikaanse<br />
Business Week vergeleek de<br />
cijfers voor de eerste helft van 2005<br />
en toen stonden olie- en gasmaatschappijen<br />
op de vijftiende plaats.<br />
Banken, farmaceuten, softwarebedrijven<br />
en chipmakers scoorden het dubbele<br />
tot drievoudige aan winst per<br />
omgezette dollar.”<br />
Nu we toch over grote bedragen<br />
praten, aan het eind van het<br />
derde kwartaal 2005 zat er bij<br />
Shell zo’n $16 miljard in kas en<br />
bedroeg de gearing slechts 9,7<br />
procent tegen een zelfgewenst<br />
niveau van rond 20 procent.<br />
Waarom wordt zo’n enorm<br />
bedrag aangehouden, is het een<br />
soort ‘oorlogskas’?<br />
“Het is <strong>veel</strong> geld, maar is ook slechts<br />
enkele weken omzet. Voorts kent de<br />
olie- en gasindustrie hoge risico’s en<br />
grote schommelingen in de resultaten.<br />
Een sterke financiële balans is dus een<br />
noodzaak. Je moet daarom geen<br />
momentopnamen maken in deze sector,<br />
en zeker niet oordelen over de<br />
situatie op het moment van hoge prijzen.Gezien<br />
onze grote geplande investeringen<br />
en de onzekere olieprijs,is de<br />
sterke financiële positie van het<br />
bedrijf juist een kracht.”<br />
Wanneer gaan alle investeringen<br />
er voor zorgen dat de bewezen<br />
reserves van Shell weer op het<br />
niveau staan van voor de herclassificatie<br />
in begin 2004?<br />
“Wij hebben gezegd dat we 13 miljard<br />
vaten olie-equivalent gaan ontsluiten<br />
zodat ze uiteindelijk geteld<br />
kunnen worden als bewezen reserves.<br />
Maar dat gaat beetje bij beetje.<br />
Volgens de SEC-regels mag je bijvoorbeeld<br />
alleen bewezen reserves boeken<br />
op basis van redelijke zekerheid<br />
dat de volumes ook geproduceerd<br />
worden. Het boren van nieuwe putten<br />
in in productie zijnde velden zal<br />
vaak de hoe<strong>veel</strong>heid bewezen reserves<br />
laten groeien. Dus elke productieput<br />
in een bestaand veld voegt weer<br />
een beetje toe. Je kunt ook kijken<br />
naar onze verwachting van het productieprofiel.<br />
Ik heb gezegd dat we<br />
voor 2015 de ambitie hebben om tussen<br />
de 4,5 en 5 miljoen vaten olieequivalent<br />
per dag te produceren.<br />
Over de eerste drie kwartalen van<br />
2005 was dat 3,5 miljoen vaten olieequivalent<br />
per dag.Deze cijfers tonen<br />
dus hoge ambities aan. Als we dit alles<br />
voor elkaar krijgen, ziet de toekomst<br />
er goed uit voor het bedrijf.”<br />
Wat klopt er van het verhaal dat<br />
presentaties aan de Chief Executive<br />
en het Executive Committee<br />
niet langer mogen zijn dan<br />
vier velletjes tekst en een paar<br />
slides?<br />
“Zo strikt ligt het niet vast. Maar de<br />
algemene boodschap is wel ‘heel weinig<br />
tekst en slides’. Het ergste is een<br />
hele slideshow waar iemand eindeloos<br />
op geoefend heeft en waarna hij<br />
dan hoopvol staat te wachten tot wij<br />
allemaal stralend ‘ja’ zeggen. Zo mag<br />
het niet meer. Wij doen vooraf ons<br />
huiswerk, dus een uitputtende presentatie<br />
is niet nodig.Wat we wel willen<br />
is een discussie om alle plussen<br />
en minnen te begrijpen.”<br />
Is ook de drempel verhoogd van<br />
de projecten die de instemming<br />
nodig hebben van het Executive<br />
Committee?<br />
“Het niveau voor afzegening is flink<br />
opgetrokken. Enerzijds is er een versterking<br />
geweest van top-down<br />
beslissingen, maar ook hebben we de<br />
beslissingsruimte voor allerlei senior<br />
leiders verhoogd. Wij krijgen minder<br />
projecten onder ogen, waardoor we<br />
er wel diepgaander over kunnen<br />
nadenken en waardoor wij ook duidelijker<br />
aansprakelijk zijn voor de uitvoering<br />
van vooral de grote projecten.<br />
De focus op Project Excellence<br />
voor het hele bedrijf houdt dus niet<br />
op voor onze deur.”
Het was volgens Michiel<br />
Brandjes, company<br />
secretary Royal Dutch<br />
Shell, de grootste<br />
bedrijfsunificatie ooit<br />
uitgevoerd in de wereld. En de samenvoeging<br />
van de N.V. Koninklijke<br />
Nederlandsche Petroleum Maatschappij<br />
en The Shell Transport and Trading<br />
Company Limited tot Royal Dutch<br />
Shell plc zal waarschijnlijk ook altijd<br />
de grootste blijven,“Want er zijn geen<br />
grotere dual headers die nog kunnen<br />
besluiten om te unificeren”, aldus<br />
Brandjes. “Unilever heeft het in overweging<br />
gehad, maar is qua beurswaarde<br />
<strong>veel</strong> kleiner.”<br />
Brandjes is als company secretary van<br />
de Koninklijke zeer nauw betrokken<br />
geweest bij deze mega-operatie die<br />
enorm <strong>veel</strong> werk heeft gevergd, zeker<br />
ook van adviseurs en uitvoerders. Dus<br />
heeft de eenwording ook flink in de<br />
papieren gelopen. “De operatie heeft<br />
meer dan $115 miljoen gekost aan<br />
fees van investment bankers, accountants<br />
en advocatenkantoren en aan<br />
belastingen”, vertelt hij.<br />
Het startschot voor de unificatie-operatie<br />
viel in april 2004 en op 20 juli<br />
van dit jaar was de eerste handelsdag<br />
van het nieuwe beursfonds Royal<br />
Dutch Shell.<br />
Bescheiden bordje<br />
Vergeleken met de activiteiten die<br />
nodig waren om de Koninklijke en<br />
Shell Transport te unificeren en Royal<br />
Dutch Shell op te richten, was de handeling<br />
die op vrijdag 28 oktober werd<br />
verricht van een haast ontroerende<br />
eenvoud: Michiel Brandjes schroefde<br />
samen met zijn rechterhand in het unificatieproces,<br />
bedrijfsjuriste Josien<br />
Vegter,een bescheiden koperen naambordje<br />
op de gevel van het Haagse<br />
Shell-kantoor, ‘Royal Dutch Shell plc’.<br />
“Grote oorzaak, klein bordje”, stelde<br />
hij vast.<br />
Het naambordje is een verplichting<br />
opgelegd in de Engelse vennootschapswetgeving;<br />
op het hoofdkantoor<br />
van elke Engelse plc (public limited<br />
company) hoort een naambord te<br />
staan. En omdat Royal Dutch Shell een<br />
vennootschap is naar Engels recht,<br />
waarvan het hoofdkantoor is gevestigd<br />
in Nederland, staat het naambord<br />
nu aan de gevel van het kantoor aan<br />
de Haagse Carel van Bylandtlaan 30.<br />
Een beetje symboliek, want gekozen<br />
is voor het oudste kantoor van Shell,<br />
gebouwd in 1917, tien jaar nadat de<br />
Koninklijke en Shell Transport besloten<br />
te gaan samenwerken in de<br />
Koninklijke/Shell Groep.<br />
TEKST: HANS LAGENDAAL<br />
FOTO: ERNST BODE<br />
Michiel Brandjes en Josien Vegter met<br />
het naambordje dat de officiële vestigingsplaats<br />
van het hoofdkantoor van<br />
Royal Dutch Shell aangeeft.<br />
De laatste hindernis<br />
Het opschroeven van dit kleine naambord<br />
was de op een na laatste hindernis<br />
in het unificatieproces.De allerlaatste<br />
barrage was het officieel opheffen<br />
van de Koninklijke. Dit werd noodzakelijk<br />
door het feit dat niet de volle<br />
honderd procent van de aandelen<br />
Koninklijke was aangemeld voor<br />
omruiling in aandelen Royal Dutch<br />
Shell. Michiel Brandjes. “Uiteindelijk<br />
was anderhalf procent van de aandelen<br />
Koninklijke niet aangemeld voor<br />
omwisseling. Een deel ervan zat bij<br />
mensen die het zijn vergeten,er zullen<br />
ook mensen zijn die niet eens weten<br />
dat ze aandelen Koninklijke in hun<br />
bezit hadden, maar de meerderheid<br />
van die anderhalf procent was in handen<br />
van een groep mensen die of te<br />
laat waren of zich verzetten vanwege<br />
een belastingheffing, met name Britse<br />
bezitters van aandelen Koninklijke.”<br />
Om de unificatie helemaal schoon af<br />
te ronden, koos het bedrijf voor de<br />
oplossing om de Koninklijke te fuseren<br />
met Shell Petroleum N.V. Voor<br />
deze structuurwijziging onder Royal<br />
Dutch Shell werd op 16 december een<br />
buitengewone aandeelhoudersvergadering<br />
belegd met als voornaamste<br />
agendapunt die fusie.Vrijwel unaniem<br />
werden alle agendapunten goedgekeurd<br />
waardoor op 21 december de<br />
fusie formeel een feit werd. De bezitters<br />
van een aandeel Koninklijke konden<br />
daarna kiezen uit loan notes die<br />
inwisselbaar zijn in aandelen Royal<br />
Dutch Shell, of een betaling van 52,21<br />
euro per aandeel.<br />
In een later stadium zal de Ondernemingskamer<br />
nog oordelen of de uitkoop<br />
van minderheidsaandeelhouders<br />
in het kader van een fusie geoorloofd<br />
is, en of in het geval van Koninklijnke<br />
en Shell Petroleum de betaalde vergoeding<br />
op een redelijke manier is<br />
vastgesteld. Maar dit heeft geen consequenties<br />
meer voor de fusie.<br />
Zo werd eind december 2005 ook de<br />
allerlaatste stap gezet van de unificatieprocedure.<br />
Er is nu één aandeel,<br />
Royal Dutch Shell, dat vanwege verschillen<br />
in dividendbelasting tussen<br />
Nederland en de rest van de wereld,<br />
dan nog wel op de beurs verhandeld<br />
wordt in een A- en een B-uitvoering.<br />
De A-aandelen zijn de voormalige<br />
Koninklijke-aandelen, de ‘B’s’ zijn ontstaan<br />
uit omruiling van oude aandelen<br />
Shell Transport. Als Royal Dutch Shell<br />
eigen aandelen inkoopt en daarna<br />
intrekt, zullen het uitsluitend A-aandelen<br />
zijn.<br />
Heeft Michiel Brandjes een trots<br />
gevoel nu de hele operatie dan eindelijk<br />
is afgerond? “Trots voel ik me er<br />
niet bij, wel is er het goede gevoel dat<br />
het dan af is en het bevoorrechte<br />
gevoel dat ik er aan heb mogen meewerken.”<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 9
DE MENS MOET<br />
VERANDEREN,<br />
DE BUREN EERST<br />
Zeven op de tien Europeanen vrezen dat pas een wereldwijde milieuramp<br />
burgers en overheden daadwerkelijk in actie laat komen. Tweederde denkt<br />
echter ook dat de wereld over vijftig jaar nog leefbaar is, mits we nu actie<br />
ondernemen. Dat zijn resultaten van een Europese online enquête die<br />
onderzoekbureau TNS in maart uitvoerde in zes Europese landen, waaronder<br />
Nederland. Maar gelijktijdig zou bijna een kwart van de Nederlanders<br />
graag in een Sports Utility Vehicle rijden als ze daar het geld voor hadden,<br />
peilde TNS NIPO. Volgens het blad Autoweek stijgt het marktaandeel van<br />
SUV’s dit jaar naar 5 procent, tegen 4 procent in 2004. Terwijl TNO toch<br />
vaststelt dat SUV’s het milieu zwaarder belasten dan andere auto’s.<br />
Motorrijders trekken<br />
er graag in het weekend<br />
op uit; hun aantal<br />
is de afgelopen<br />
jaren gestaag toegenomen<br />
en bedraagt nu meer dan een<br />
half miljoen. Sterk stijgt ook het aantal<br />
mensen dat het vliegtuig neemt,<br />
niet het minst voor een weekend<br />
shoppen in Londen of Rome. Zo zijn<br />
er meer voorbeelden te geven van<br />
wat wel ‘recreatief – of volgens anderen<br />
‘nutteloos’ – energieverbruik’<br />
wordt genoemd.<br />
In het algemeen gesproken tonen<br />
mensen individueel weinig animo het<br />
milieu minder te belasten.Tegelijkertijd<br />
heerst breed het gevoel – zie de<br />
TNS-enquête – dat maatregelen voor<br />
milieubehoud onontbeerlijk zijn om<br />
de wereld leefbaar te houden. Mits<br />
die maatregelen allereerst de buren<br />
betreffen.<br />
Waar toch komt het verschil vandaan<br />
tussen doen en denken bij energiegebruik?<br />
De visie daarop van twee mensen<br />
die zich hebben verdiept in de<br />
morele betrekkingen tussen individuele<br />
burgers en de samenleving.<br />
De eerste is Andreas Kinneging<br />
(1962), hoogleraar rechtsfilosofie<br />
aan de faculteit der rechtsgeleerdheid<br />
van de Universiteit van Leiden.<br />
Hij promoveerde op het proefschrift<br />
Aristocracy, Antiquity and History -<br />
An Essay on Classicism in Political<br />
Thought. Dit jaar riep hij <strong>veel</strong> reacties<br />
op met zijn boek Geografie van<br />
goed en kwaad.<br />
TEKST: PIETER NOUWEN<br />
ILLUSTRATIE: ZOLTAN KORAI<br />
FOTO’S: ERNST BODE<br />
De tweede is Ad Verbrugge (1967),<br />
universitair hoofddocent in de sociaal-culturele<br />
wijsbegeerte aan de<br />
faculteit wijsbegeerte van de Vrije<br />
Universiteit. Zijn kritische proefschrift<br />
over Heidegger heeft De verwaarlozing<br />
van het zijnde als titel.<br />
Zijn boek Tijd van Onbehagen is<br />
inmiddels toe aan een vijfde druk.<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 11
ANDREAS KINNEGING:<br />
“DE MENS IS EEN<br />
PROBLEEMOPLOSSEND DIER”<br />
“Laat ik vooropstellen dat ik me<br />
beschouw als een amateur op milieugebied<br />
in die zin, dat ik zeker geen<br />
specialist ben maar wel een liefhebber”,<br />
begint Andreas Kinneging zijn<br />
antwoord op de inleidende vraag hoe<br />
groot en acuut hij het mondiale<br />
milieuprobleem acht.<br />
“Wat me al jaren opvalt”, zegt hij vervolgens,“is<br />
de betrekkelijk grote mate<br />
van politiek partizanendom in de<br />
milieudiscussie. Daardoor krijg ik<br />
vaak het gevoel dat de argumenten<br />
van de milieusceptici, die menen dat<br />
het milieu op punten vooruitgaat,<br />
niet serieus worden genomen. Ik<br />
denk aan mensen als Julian Simon,<br />
Björn Lomborg en ook aan onze<br />
Nederlandse Huib van Heel, wiens<br />
recente boek helemaal geen aandacht<br />
heeft gekregen.”<br />
“Over het klimaat worden heel tegenstrijdige<br />
dingen gezegd. Ik kan niet<br />
beoordelen wie gelijk heeft, want de<br />
tegenstrijdigheid gaat heel ver:ze is al<br />
basaal waar het gaat om fact finding<br />
en neemt exponentieel toe bij de<br />
extrapolatie van de feiten. Ik vraag<br />
me af of er echt iets aan de hand is.<br />
De milieuproblemen lossen we grotendeels<br />
op, zoals we ook het probleem<br />
van de ziektekosten oplossen.”<br />
“Wat energie betreft is de zaak duidelijk:<br />
ooit raakt de olie op. En hoewel<br />
de voorspellingen over de vraag wanneer<br />
dat gebeurt zeer uit elkaar<br />
lopen, lijdt het geen twijfel dat we<br />
12 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
manicheïstische strijd tussen goed en<br />
kwaad aan de goede kant staan. Hun<br />
houding is een remplaçant voor religie.<br />
Dat verklaart ook hun reactie op<br />
de sceptici: dat zijn ongelovigen, ketters,<br />
die op de figuurlijke brandstapel<br />
moeten. Een dergelijke houding staat<br />
in de weg van een zakelijk debat, terwijl<br />
alleen dát tot een oplossing kan<br />
leiden.”<br />
Gevraagd naar zijn mening over de<br />
resultaten van de Europese TNSenquête<br />
zegt Kinneging:“Dat mensen<br />
dat vinden verbaast me niets, want<br />
dat is het enige verhaal dat ze via de<br />
media te horen krijgen. Het gaat hier<br />
niet om een beredeneerde opvatting,<br />
dus zeggen die uitkomsten me niet zo<br />
<strong>veel</strong>.”<br />
Over de tegenspraak tussen denken<br />
en doen <strong>merk</strong>t hij glimlachend op:<br />
“Het had me verbaasd als men consequent<br />
was geweest. Mensen willen<br />
een schone auto en tegelijk 200 kilometer<br />
per uur rijden.Ze willen lekker<br />
eten en toch slank blijven. Ze willen<br />
jong en aantrekkelijk blijven én oud<br />
en wijs worden. Het verbaast me ook<br />
niet dat de meeste mensen vinden<br />
dat er wel iets moet gebeuren, maar<br />
dat vooral anderen daarvoor moeten<br />
zorgen. Zo is de mens.”<br />
Beach Boys liberalisme<br />
De constatering dat deze menselijke<br />
houding een feit is, impliceert voor<br />
Kinneging niet dat ze ook moreel<br />
juist is.“Er dreigt in onze samenleving<br />
iets verloren te gaan en dat is de notie<br />
“Mensen willen een schone<br />
auto en tegelijk 200 kilometer<br />
per uur rijden.”<br />
ons uiterste best moeten doen om<br />
alternatieve bronnen te vinden. Als<br />
dat niet zou lukken, krijgen we een<br />
enorme reductie in welvaart en koopkracht<br />
en een politieke instabiliteit<br />
met het gevaar van Hitleriaanse<br />
regimes. Maar zo ver komt het denk<br />
ik niet, want ik geloof in de inventiviteit<br />
van mensen.‘De mens is een probleemoplossend<br />
dier’, zeg ik in een<br />
variant op Aristoteles.”<br />
Onbewust opportunisme<br />
Dan noemt Kinneging een van de<br />
belemmeringen voor het zoeken naar<br />
oplossingen.<strong>“Ik</strong> beschouw hysterie -<br />
en zeker milieuhysterie - als een<br />
gevaar,want angst is geen goede raadgever.<br />
Er zijn heel wat mensen die<br />
hun brood verdienen dankzij een<br />
doemverhaal; mensen bij Greenpeace,<br />
Milieudefensie, bij ministeries.<br />
Voor hen móet het fout gaan, anders<br />
hebben ze geen reden van bestaan<br />
meer. Dat is overigens vaak geen<br />
bewust, maar een onbewust opportunisme.Voor<br />
<strong>veel</strong> mensen emotioneert<br />
het hun levensvervulling wanneer ze<br />
ervan overtuigd zijn dat ze in een<br />
van rentmeesterschap. Dat is een<br />
samenwerkingscontract van opeenvolgende<br />
generaties dat inhoudt dat<br />
je niet kapot maakt wat je voorouders<br />
tot stand hebben gebracht en<br />
dat je iets doet voor de generaties die<br />
na je komen. Deze gedachte verdwijnt<br />
heel snel om plaats te maken<br />
voor die van Jefferson: ‘The earth<br />
belongs to the living.’ Laten we alles<br />
opmaken. Na ons de zondvloed. Die<br />
gedachte vormt ook een van de<br />
grondbeginselen van het liberalisme,<br />
dat is gericht op het eigen ‘ik’; op persoonlijk<br />
welzijn en genot.”<br />
“Het is een zeer verwerpelijke<br />
gedachte. Ze is tegengesteld aan de<br />
Grieks/Romeins/christelijke traditie,<br />
waarin het rentmeesterschap een<br />
grote rol speelt. De Romeinen vonden<br />
het concept van de ‘gens’ - de<br />
familie, de clan, het volk - belangrijk,<br />
inclusief de plicht het bezit van de<br />
gens ongeschonden door te geven<br />
aan de nakomelingen. Verder is ‘rentmeesterschap’,<br />
zoals bekend, ook een<br />
christelijk begrip. Als de notie daarvan<br />
uit onze samenleving verdwijnt,<br />
dan verdwijnt daarmee ook de zorg<br />
voor het milieu. Wat je vervolgens<br />
overhoudt is pure decadentie: ‘eet,<br />
drink, want het leven is kort en na<br />
ons de zondvloed’.Wat je dan krijgt is<br />
het macho-hedonisme van de SUV; is<br />
een Beach Boys liberalisme met een<br />
verenging van de geest en een verproletisering<br />
van de cultuur die eindigen<br />
in seks en geweld.”<br />
Poneert Kinneging hier toch niet de<br />
noodzaak van enigerlei religieus<br />
besef voor het overeind houden van<br />
zowel een redelijke samenleving als<br />
het milieu? En dat, terwijl hij de<br />
milieubeweging eerder haar ‘religiositeit’<br />
verweet?<br />
“In navolging van Tocqueville”, antwoordt<br />
hij,“vind ik religie erg belangrijk<br />
voor een samenleving. Waar ik<br />
bezwaar tegen maak is wanneer<br />
milieuzorg een vorm van religieus<br />
fanatisme wordt, want dan tellen de<br />
feiten niet meer.”<br />
Na een korte pauze gaat hij verder:<br />
“Het Beach Boys liberalisme en het<br />
milieufundamentalisme zijn verschijningsvormen<br />
van twee heel oude<br />
gevaren: het nihilisme en het religieuze<br />
fundamentalisme. Daar moeten we<br />
al millennia tussen schipperen. De<br />
vraag is welke van de twee ons het<br />
meest bedreigt. Nietzsche en Dostojevski<br />
hebben gewaarschuwd voor<br />
een volle ontplooiing van het nihilisme.Wat<br />
het religieuze fundamentalisme<br />
kan brengen weten we, waarbij<br />
we overigens niet moeten vergeten<br />
dat het ook een reactie is op het<br />
hedendaagse nihilistische hedonisme.”<br />
Geluk is innerlijke rust<br />
Kinneging ziet hoe het hedendaagse<br />
hedonisme er toe leidt dat mensen<br />
“<strong>veel</strong> te <strong>veel</strong>” aandacht besteden aan<br />
de groei van hun koopkracht. “Plato<br />
heeft al gezegd dat geluk daarin niet<br />
ligt, maar in innerlijke rust en harmonie.<br />
Maar als je als politicus een<br />
beleid zou voorstaan waardoor de<br />
koopkracht zou teruglopen, dan gaat<br />
je kop eraf.”<br />
Het lijkt dus niet waarschijnlijk dat<br />
overheden kunnen zorgen voor de<br />
mentaliteitsverandering die Andreas<br />
Kinneging nodig acht. Theoretisch<br />
zouden ze volgens hem kunnen streven<br />
naar een privatisering van delen<br />
van het milieu:“Als je bijvoorbeeld de<br />
zee en de binnenwateren zou privatiseren,<br />
dan zouden de vissers er zelf<br />
belang bij hebben overbevissing te<br />
voorkomen. Maar in de praktijk lijkt<br />
dat onmogelijk. Wel zal er een<br />
moment komen dat bedrijven ruime<br />
winst gaan maken op het ontwikkelen<br />
van alternatieve energiebronnen.<br />
Waar we zeker niet naar toe moeten,<br />
is een overheid die alles dichtregelt<br />
met wetgeving, want dat staat een<br />
oplossing alleen maar in de weg.<br />
Oplossingen vragen om creativiteit<br />
en zoals ik al zei, geloof ik in de creativiteit<br />
en in de wilskracht van mensen.”
AD VERBRUGGE:<br />
“HET LIJKT ALSOF WE<br />
VERDOOFD ZIJN”<br />
Aan het begin van het gesprek wil Ad<br />
Verbrugge net als Andreas Kinneging<br />
vaststellen dat hij geen milieu-expert<br />
is.“Bij het inschatten van de ernst van<br />
de situatie moet ik gebruik maken<br />
van empirische gegevens die door<br />
anderen worden aangeleverd. Als ik<br />
afga op de heersende opinie dreigt<br />
bijvoorbeeld het broeikaseffect een<br />
point of no return te bereiken, maar<br />
een minderheid maakt daar weer<br />
relativerende op<strong>merk</strong>ingen over. Dat<br />
maakt een inschatting er voor een<br />
buitenstaander niet gemakkelijker<br />
op.”<br />
“Wat we in ieder geval zien is dat de<br />
geciviliseerde mens enorme veranderingen<br />
in het natuurlijk leven teweegbrengt.<br />
Complete bossen worden<br />
gekapt, de biodiversiteit wordt ernstig<br />
aangetast; wij mensen leggen een<br />
enorm geweld aan de dag. Geweld zit<br />
uiteraard ook in de natuur met haar<br />
aardbevingen, vulkaanuitbarstingen<br />
en meteoorinslagen, maar er is in de<br />
geschiedenis van de aarde nooit een<br />
species geweest die zo’n enorme<br />
weerslag had op de natuurlijke ordening<br />
als de mens.De mens is blijkbaar<br />
een wezen met een titaans vermogen:<br />
hij heeft zelfs een atoombom -<br />
een kleine zon zogezegd - kunnen<br />
creëren.”<br />
Dat vermogen werd, zegt Verbrugge,<br />
vooral ontwikkeld in de Noordwest-<br />
Europese cultuur.“Je ziet het al in de<br />
Faustische ziel zoals Spengler die<br />
beschrijft; in het gevecht met de<br />
materie waarin wij al sinds de middeleeuwen<br />
verkeren. Uit dat alles naar<br />
de hand willen zetten, blijkt een<br />
ongehoorde wil tot macht. Het niet<br />
accepteren van grenzen dat daaraan<br />
“Het nare is natuurlijk dat je,<br />
wanneer de pleuris eenmaal is<br />
uitgebroken, niet <strong>veel</strong> meer<br />
kunt veranderen.”<br />
eigen is, blijkt ook uit de kruistochten,<br />
de ontdekkingsreizen en nu uit<br />
de ruimtereizen.Wat ik bedoel wordt<br />
samengevat in die prachtige openingszin<br />
van Star Trek - The Next<br />
Generation: ‘To boldly go where no<br />
one has gone before.’”<br />
Maximaliseren van geluk<br />
“De vraag is nu, of die titaanse krachten<br />
zó sterk zullen worden dat we<br />
daarmee de voedingsbodem wegslaan<br />
die ons leven als mensen - ik<br />
zeg dus niet ál het leven - mogelijk<br />
maakt. De verhalen over de doos van<br />
Pandora en het Prometheïsche vuur<br />
laten zien dat de mens de maten uit<br />
het oog kan laten verliezen en dat<br />
blind kan maken voor het feit dat hij<br />
is aangewezen op iets waarvan hij<br />
zelf bestaat. Na de oorlog was er de<br />
vrees voor de allesverwoestende<br />
kracht van de kernbom; vervolgens<br />
hebben de rapporten aan de Club<br />
van Rome erop gewezen dat destructie<br />
naast een directe, ook een geleidelijke<br />
vorm kan hebben.”<br />
“Toch begrijpen we de steeds verdere<br />
technische verandering van de<br />
wereld als vooruitgang tot heil van de<br />
mensheid. Ook dit idee is naar voren<br />
gekomen in het middeleeuwse Europa.<br />
Onder invloed van het christelijk<br />
heilsdenken, dat uitgaat van Christus’<br />
wederkomst op aarde, deelde Joachim<br />
van Floris de geschiedenis van<br />
de mensheid in drieën: het Rijk van<br />
de Vader, van de Zoon en van de Heilige<br />
Geest.Volgens Joachim leefde hij<br />
in het derde moment, waarin de volheid<br />
van Gods heil in de wereld werd<br />
verwerkelijkt.”<br />
“Deze driedeling keert vanaf de Verlichting<br />
terug in het bekende schema<br />
Oudheid, Middeleeuwen en Nieuwe<br />
Tijd en ook daarin was het derde<br />
moment er een van heil en ‘voleinding’.<br />
Gaandeweg ging het niet meer<br />
om een religieuze maar om een materialistisch<br />
opgevatte heilstoestand,<br />
die dankzij een wetenschappelijk,<br />
technisch en economisch bestel kon<br />
worden vervolmaakt.”<br />
“Het nutsdenken, het utilitarisme,<br />
wordt geken<strong>merk</strong>t door het kwantitatieve<br />
streven naar ‘the greatest happiness<br />
for the greatest number’; naar<br />
het maximaliseren van geluk en het<br />
minimaliseren van pijn. In economische<br />
context werd ‘geluk’ voornamelijk<br />
beschouwd als het kunnen genieten<br />
van zo <strong>veel</strong> mogelijk uitwendige<br />
goederen. Het is een opvatting van<br />
geluk die uiteindelijk heeft geleid tot<br />
bijvoorbeeld de toeristenindustrie,<br />
die nu een van de grootste takken<br />
van economische activiteit vormt en<br />
die het milieu enorm belast. Alles wat<br />
de wereld heeft te bieden is er<br />
omwille van jouw genot, waaraan<br />
principieel geen enkele grens is<br />
gesteld.”<br />
“Is dit ‘geluk’ interessant? Dat zou<br />
iemand als Aristoteles betwisten. Hij<br />
definieert ‘geluk’ als ‘het in werking<br />
zijn van de ziel krachtens een volkomen<br />
deugd’. Zoals een musicus in<br />
zijn element is als hij musiceert, zo is<br />
de mens volgens Aristoteles gelukkig<br />
als hij deugdelijk handelt.”<br />
Alsof we verdoofd zijn<br />
“Sinds de negentiende eeuw vinden<br />
we het vanzelfsprekend dat we een<br />
enorme hoe<strong>veel</strong>heid energie gebruiken<br />
om ons grenzeloos te verplaatsen<br />
in schepen, auto’s en vliegtuigen. Dat<br />
energiegebruik is in onze ontgrensde<br />
wereld gebruikelijk geworden. Tegelijk<br />
worden we nu op zijn minst<br />
geconfronteerd met de overduidelijke<br />
schade die we berokkenen aan talloze<br />
levensvormen.”<br />
“Dit dilemma vraagt om het zoeken<br />
naar een evenwicht, maar zijn we<br />
daartoe in staat? Weliswaar zijn de<br />
machines onze slaven, maar: de heer<br />
is ook afhankelijk van zijn slaven.<br />
Onze levensstijl is dermate afhanke-<br />
lijk van techniek en economische<br />
groei, en is zo overheersend geworden,<br />
dat je er met nationale overheidsmaatregelen<br />
of een lokale mentaliteitsomslag<br />
niet komt.Het gaat om<br />
een probleem dat de mensheid als<br />
geheel betreft.”<br />
“Het heeft me enorm verbaasd dat<br />
we - nu in het Westen al geruime tijd<br />
aan de basisbehoeften wordt voldaan<br />
- onze techniek niet in dienst stellen<br />
van een belang dat groter is dan ons<br />
eigen consumptieve genot; dat we<br />
ons niet richten op een evenwichtiger<br />
omgang met de natuur en haar<br />
energiebronnen. Als alternatief zou<br />
het kunnen uitdraaien op een mondiale<br />
strijd om die bronnen, politiek<br />
of gewapend.”<br />
“Iedereen weet dat het zo niet verder<br />
kan en tegelijkertijd lijkt het alsof we<br />
verdoofd zijn.Het lijkt erop dat we de<br />
situatie niet meer beheersen, wat<br />
betekent dat iets anders heerst.Wat is<br />
dat? Het is die extreme gerichtheid<br />
op uitwendige goederen. Hoe doorbreek<br />
je die?”<br />
Met een ironische glimlach zegt Verbrugge<br />
dan:“Als de nood het hoogst<br />
is, is de redding nabij. Kennelijk is de<br />
nood nog niet hoog genoeg, want er<br />
leven <strong>veel</strong> mensen onder het motto<br />
‘na ons de zondvloed’. Ik heb de neiging<br />
de mening van de meerderheid<br />
in de enquête te delen: er zullen zich<br />
waarschijnlijk rampen moeten voordoen<br />
wil er een ommekeer komen.<br />
Maar het nare is natuurlijk dat je,<br />
wanneer de pleuris eenmaal is uitgebroken,<br />
niet <strong>veel</strong> meer kunt veranderen.”<br />
Leiderschap is nodig<br />
Als we niet op rampen willen wachten,<br />
dienen we dan ons concept van<br />
‘geluk’ niet te wijzigen? Ad Verbrugge<br />
knikt. “Daarbij is een spirituele<br />
dimensie in het geding.In mijn essays<br />
schrijf ik over de betekenis van de<br />
ervaring dat je als mens niet de hoogste<br />
maatstaf bent; dat dingen een<br />
waarde hebben die wijst op een<br />
hogere macht. Het gaat dan bijvoorbeeld<br />
om het idee dat de mens mede<br />
verantwoordelijk is voor iets dat niet<br />
van hem is, maar dat hij heeft gekrégen<br />
en waarover hij als schepsel<br />
Gods ook dient te hoeden.”<br />
“De gezamenlijke overheden zullen<br />
door scholing en wetgeving de problematiek<br />
voelbaar moeten maken<br />
zodat de bezieling kan ontstaan die<br />
nodig is om haar op te lossen. Daarvoor<br />
is leiderschap nodig van politici<br />
die bereid zijn mensen te overtuigen<br />
van het gemeenschappelijk belang<br />
van milieubehoud en hun een weg<br />
wijzen. De problematiek is planetair<br />
geworden en mensen zijn nu mondiaal<br />
op elkaar aangewezen. Dat laatste<br />
is fascinerend en op een bepaalde<br />
manier ook hoopgevend: zou de globalisering<br />
er ook niet toe kunnen leiden<br />
dat we ons als mensheid druk<br />
gaan maken om de natuur en om de<br />
komende generaties?”<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 13
TEKST: PIETER NOUWEN<br />
FOTO’S: ERNST BODE<br />
VERMOGENSBEHEER<br />
MET UITZICHT<br />
Een nieuw gebouw, een nieuwe naam en een in omvang verdubbelde<br />
beleggingsportefeuille; sinds 1 januari draait voor het vermogensbeheer<br />
van de meeste pensioenfondsen van de Shell Groep in Rijswijk de Shell<br />
Asset Management Company (SAMCo). Directeur Peter Bronkhorst licht de<br />
verandering toe.<br />
Shell Groep<br />
hecht er groot<br />
belang aan dat<br />
de pensioenen “De<br />
van haar<br />
medewerkers goed zijn geregeld.<br />
Daarbij hoort uiteraard ook een zo<br />
goed mogelijk vermogensbeheer<br />
voor de pensioenfondsen. Dat beheer<br />
wordt steeds specialistischer en complexer,waardoor<br />
de vraag opkwam of<br />
de manier waarop we onze zaken<br />
hadden georganiseerd wel de beste<br />
was om aan de eisen te blijven voldoen.<br />
Het antwoord was dat het<br />
zeker niet slecht ging, maar dat een<br />
concentratie van activiteiten voor<br />
een duurzamer en robuuster asset<br />
management zou kunnen zorgen.”<br />
Zo leidt Peter Bronkhorst zijn verhaal<br />
in over de achtergronden van een<br />
reorganisatie die afgelopen zomer is<br />
ingezet en die hem per 1 januari van<br />
directeur van Shell Pensioenfonds<br />
Beheer B.V. (SPB) tot directeur van de<br />
Shell Asset Management Company<br />
(SAMCo) heeft gemaakt. Bescheiden:<br />
“Maar dat laatste is natuurlijk niet de<br />
hoofdzaak.”Waarna hij vertelt wat er<br />
gaat veranderen. Dat doet hij op de<br />
achttiende verdieping van de Rijswijkse<br />
Winston Churchill Tower,<br />
waarnaar SPB en het Pensioenbureau<br />
Nederland half september zijn ver-<br />
14 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
huisd. Zee, wind en zon zorgen voor<br />
een zo boeiend uitzicht dat je je<br />
afvraagt of het de vermogensbeheerders<br />
niet zal afleiden van hun nobele<br />
taak om beleggingsrendement te scoren.<br />
Geen garantie voor toekomst<br />
“In de oude structuur”, zegt Bronkhorst,<br />
“waren er drie plaatsen waar<br />
het vermogensbeheer voor de pensioenfondsen<br />
van Shell plaatsvond: in<br />
Houston, in Londen en in Rijswijk.<br />
Het in Londen uitgevoerde vermogensbeheer<br />
wordt nu aan Rijswijk<br />
toegevoegd, wat betekent dat het<br />
hier te beheren vermogen van 15,5<br />
miljard euro stijgt tot circa 35 miljard<br />
euro. Met SPB operereerden we sinds<br />
afgelopen najaar al onder de naam<br />
SAMCo; per 1 januari 2006 is SAMCo<br />
formeel opgericht.”<br />
Dat Houston buiten de samenvoeging<br />
is gebleven, heeft volgens Bronkhorst<br />
onder andere te maken met het feit<br />
dat het asset management daar compleet<br />
is uitbesteed. Londen deed<br />
alleen aan intern management en<br />
Rijswijk werkte met zowel interne als<br />
externe managers.“Onze team based<br />
approach, onze sterke strategie- en<br />
adviesgroep, onze ervaring op het<br />
gebied van alternatieve investeringen,<br />
onze gecentraliseerde treasury<br />
and trading execution unit en onze<br />
ervaring met het selecteren van<br />
externe managers zijn de belangrijkste<br />
redenen geweest waarom SPB als<br />
basis voor de nieuwe organisatie is<br />
gekozen.”<br />
Op de vraag of de keuze soms ook op<br />
Rijswijk is gevallen omdat SPB de<br />
afgelopen twee jaar zulke plezierige<br />
rendementen op haar beleggingen<br />
heeft laten zien, schudt Bronkhorst<br />
het hoofd.“‘In het verleden behaalde<br />
resultaten bieden geen garantie voor<br />
de toekomst’;die bekende kreet geldt<br />
ook voor ons”, zegt hij. “Voor een<br />
lange-termijnproject zoals deze reorganisatie<br />
konden die recente resultaten<br />
alleen dus geen overweging zijn.”<br />
Bij SAMCo gaan minder en ten dele<br />
ook andere mensen werken dan er<br />
bij Londen en Rijswijk samen in<br />
totaal in dienst waren, waardoor er in<br />
Engeland banen zullen vervallen.<br />
Bronkhorst:“Dat kwam deels doordat<br />
mensen niet van vestigingsplaats wilden<br />
veranderen. Hier stijgt het aantal<br />
medewerkers van 52 naar 85,wat een<br />
goed aantal is tot de omvang van het<br />
vermogen dat we gaan beheren.”<br />
Duurzaam en robuust<br />
“Geen misverstand”, aldus Peter<br />
Bronkhorst, “de operatie had beslist<br />
níet tot doel om te bezuinigen.”
Peter Bronkhorst: “Nu we op grotere schaal<br />
en geconcentreerd op één plek gaan<br />
werken, zal dat onze aantrekkelijkheid<br />
[voor personeel] vergroten.”<br />
‘In het verleden behaalde<br />
resultaten bieden geen<br />
garantie voor de toekomst’<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 15
Vervolgens gaat hij dieper in op de<br />
belangrijkste redenen voor de samenvoeging,<br />
die hij eerder al noemde:<br />
‘duurzaam en robuust in het vermogensbeheer’.“Wat<br />
je in het algemeen<br />
ziet, is dat de regelgeving rond pensioenen<br />
en beleggingen steeds ingewikkelder<br />
wordt. Om een goed rendement<br />
te kunnen halen, heb je al<br />
maar meer gecompliceerde strategieën<br />
nodig terwijl de gespecialiseerde<br />
mensen die daarmee kunnen<br />
omgaan schaars zijn. Die ontwikkeling<br />
zorgt bij grote concerns voor de<br />
tendens dat ze met minder mensen<br />
grotere vermogens willen beheren.<br />
Iedereen zit te kijken hoe je door<br />
schaalvergroting op de langere termijn<br />
aan je rendementseisen kunt<br />
blijven voldoen.”<br />
“Op die vraag zoeken verschillende<br />
bedrijven naar verschillende antwoorden.<br />
Je hebt er die hun vermogensbeheer<br />
intern gaan concentreren;andere<br />
streven ernaar alles uit te besteden.<br />
Dat Shell in de pers in deze ontwikkeling<br />
een ‘voorloper’ kon worden<br />
genoemd, is denk ik vooral te danken<br />
aan het feit dat wij twee beheerders<br />
van behoorlijke bedragen hadden -<br />
Londen en Rijswijk - waarvan de<br />
samenvoeging meteen leidt tot een<br />
aanzienlijke schaalvergroting.”<br />
Uit deze op<strong>merk</strong>ingen zou de lezer<br />
kunnen concluderen dat de factor<br />
‘personeel’ in de wereld van het vermogensbeheer<br />
een cruciale factor is.<br />
16 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
Bronkhorst bevestigt dat meteen.<br />
“Vergeleken met de grote spelers in<br />
deze sector, zoals in Nederland ING,<br />
ABN AMRO of Robeco, zijn wij qua<br />
omvang bescheiden. Toch zijn we<br />
samen met dat soort clubs in de<br />
markt bij het zoeken naar beleggerstalent.<br />
Tot nu toe is het ons goed<br />
gelukt getalenteerde mensen aan te<br />
trekken en te behouden, maar nu we<br />
op grotere schaal en geconcentreerd<br />
op één plek gaan werken zal dat onze<br />
aantrekkelijkheid nog vergroten. Dat<br />
is het belangrijkste aspect van wat ik<br />
‘duurzaamheid’ noem.”<br />
Mensen en ideeën<br />
Als hij dat aspect verder wil toelichten,<br />
komt het cliché dat vermogensbeheer<br />
‘a people’s business’ is slechts<br />
met moeite over zijn lippen. “Maar<br />
het is wel wáár”, zegt hij.“Het is een<br />
business van ideeën - en dus van<br />
mensen. Dat we in SAMCo gaan werken<br />
met meer experts,die hier samen<br />
Beheer centraal,<br />
beleid decentraal<br />
Dat we in SAMCo gaan<br />
werken met meer experts, die<br />
hier samen ideeën kunnen<br />
opdoen en uitwisselen, is van<br />
essentiële waarde<br />
Voor de diverse pensioenfondsen van de Shell Groep dient er in totaal zo’n<br />
40 miljard euro aan vermogen te worden beheerd. In de oude structuur<br />
gebeurde dat voor een dozijn grotere fondsen in Houston (5,1 miljard), Rijswijk<br />
(15,5 miljard) en Londen (17,5 miljard), waar ook de advisering van zo’n<br />
55 kleinere fondsen berustte (2,9 miljard euro).<br />
Met de reorganisatie wordt het vermogensbeer in Rijswijk en Londen<br />
samengevoegd tot Shell Asset Management Company B.V. (SAMCo), die<br />
daarmee circa 35 miljard euro onder haar hoede krijgt. SAMCo is een nieuwe<br />
organisatie, die wordt geënt op de filosofie en processen van het huidige<br />
Shell Pensioenfonds Beheer B.V. (SPB) in Rijswijk.<br />
Omdat SAMCo zich exclusief gaat bezighouden met vermogensbeheer, zullen<br />
de andere taken van SPB worden overgedragen aan Shell Pensioenbureau<br />
Nederland (SPN). SPN voert het dagelijks beheer over het pensioenfonds<br />
en blijft als vanouds de pensioenadministratie doen en fungeren als<br />
interface met de Raad van Bestuur van de Stichting Shell Pensioenfonds en<br />
de Nederlandse gepensioneerden en deelnemers. Het Engelse pensioenbureau<br />
gaat die taken vervullen voor de Engelse fondsen.<br />
Bronkhorst wil een punt benadrukken waarover misverstanden zouden kunnen<br />
ontstaan: “Het is niet zo dat de pensioenfondsen zélf worden samengevoegd.<br />
Wij beheren de vermogens van de pensioenfondsen; de Raden van<br />
Bestuur van die fondsen blijven verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid,<br />
dat wij bij SAMCo vervolgens uitvoeren. De vermogens van de verschillende<br />
fondsen worden dan ook aan de hand van de verschillende criteria van hun<br />
besturen beheerd.”<br />
ideeën kunnen opdoen en uitwisselen,<br />
is van essentiële waarde. Bovendien<br />
kunnen we goede ideeën nu<br />
aanbieden aan een groter aantal pensioenfondsbesturen,<br />
die daardoor<br />
hopelijk betere rendementen op hun<br />
vermogens zullen halen. Het aangaan<br />
van de dialoog met die nieuwe besturen<br />
is niet de minste van de uitdagingen<br />
die ons te wachten staan.”<br />
Over het werkklimaat bij SAMCo zegt<br />
Bronkhorst:“Van hoog tot laag stimuleren<br />
we mensen om over de volle<br />
breedte van ons werkterrein initiatieven<br />
te ontwikkelen; we bieden een<br />
diverse, internationale omgeving<br />
waarin alle aspecten van het beleggersvak<br />
aan de orde komen. De organisatie<br />
is plat en niet hiërarchisch en<br />
kent een dynamische en informele<br />
cultuur. Net als bij SPB zal het ook bij<br />
SAMCo gaan om respect voor elkaar,<br />
creativiteit en plezier in het werk.”<br />
Het begrip ‘robuust’ illustreert Bronkhorst<br />
met een eenvoudig voorbeeld:<br />
“Stel dat je een portefeuille hebt die<br />
wordt beheerd door drie mensen.Als<br />
er dan eens iemand ziek wordt of met<br />
vakantie gaat, ben je meteen kwetsbaar.<br />
Met een portefeuille die drie<br />
keer zo groot is en die wordt beheerd<br />
door zes mensen, sta je een stuk steviger.<br />
Die robuustheid kunnen we<br />
binnen SAMCo bereiken. Verder denken<br />
we dat een omvang van 35 miljard<br />
euro een goede maat is om in<br />
nichemarkten te opereren - iets wat<br />
SPB de afgelopen jaren al steeds<br />
vaker met overwegend succes heeft<br />
gedaan. Ook zullen de kosten voor<br />
bepaalde activiteiten in totaal lager<br />
worden.”<br />
Tot slot de vraag aan Peter Bronkhorst<br />
hoe hij zelf aankijkt tegen de<br />
‘promotie’ van SPB tot SAMCo.“Het is<br />
natuurlijk een eervolle opdracht voor<br />
onze club de basis te mogen vormen<br />
voor het ontwikkelen van het nieuwe<br />
bedrijf”, reageert hij.“Het is een hele<br />
verantwoordelijkheid: het gaat tenslotte<br />
om het beheer van het pensioengeld<br />
van een groot deel van de<br />
Shell-medewerkers. Dat is niet niks,<br />
maar ik weet zeker dat we er een succes<br />
van zullen maken. Persoonlijk<br />
heb ik er buitengewoon <strong>veel</strong> zin in,<br />
maar dat wel in het besef dat we onze<br />
verantwoordelijkheid dag na dag naar<br />
alle mensen moeten waarmaken.”
DUITSE HERDERS<br />
HOUDEN VAN SHELL<br />
Bijna alle diesellocomotieven en dieseltreinen in<br />
Nederland tanken Shell. Want al kunnen railbedrijven<br />
tegenwoordig elkaars concurrent zijn, ze<br />
kopen wel gezamenlijk in.<br />
Ze boemelen brommend<br />
tussen haltes met exotische<br />
namen als Molkwerum,<br />
Hurdegaryp en<br />
Usquert door het Friese<br />
en Groningse land, of ze trekken<br />
dreunend aan vierduizend ton steenkool<br />
of ijzererts tussen de Maasvlakte<br />
en Duitsland; dieseltreinen, de qua<br />
aandacht ondergeschoven kindjes<br />
van het railbedrijf. Maar samen slikken<br />
ze in een jaar toch altijd nog zo’n<br />
40 miljoen liter gasolie. Gasolie? Nou,<br />
gewoon diesel eigenlijk, maar vallend<br />
onder een apart accijnssysteem en<br />
met ook een hoger zwavelpercentage<br />
dan dat voor wegverkeer, dus voorzien<br />
van een ander kleurtje en een<br />
andere naam.<br />
Al enige tijd rijden vrijwel alle Nederlandse<br />
personentreinen en locomotieven<br />
op Shell-product, en in het net<br />
voorbije najaar is dat contract weer<br />
met twee jaar verlengd.<br />
Op zo’n dertig tankplaatsen in het<br />
land levert Shell product voor bedrij-<br />
ven als NS Reizigers, Noordnet en<br />
Synthus, maar ook voor goederenvervoerder<br />
Railion en enkele spoorwegbouwbedrijven.<br />
Roland Pechtold,<br />
manager Commercial Bulk Fuels in de<br />
Benelux voor Shell,is trots op het contract.<br />
“Gewonnen doordat we in een<br />
combinatie van criteria de beste<br />
waren, waaronder leveringsbetrouwbaarheid,<br />
productkwaliteit, imago,<br />
flexibiliteit en natuurlijk ook de prijs.”<br />
Aan de spoorwegkant wordt al enige<br />
tijd gezamenlijk ingekocht, ondanks -<br />
of misschien wel juist door - de<br />
opsplitsing in zelfstandige spoorbedrijven<br />
die toegang hebben tot het<br />
staatsrailnetwerk.<br />
Groei in vrachtverkeer<br />
De grootste hoe<strong>veel</strong>heid spoorweggasolie<br />
gaat naar het goederenvervoer.<br />
Een diesel-personentrein is een<br />
relatief nipte gebruiker en bovendien<br />
zit het overgrote deel van het nationale<br />
netwerk voor personenvervoer<br />
‘onder de draad’, zoals de vakterm<br />
luidt voor elektrische tractie. En een<br />
echt grote vervoersgroei op het rurale<br />
dieselnetwerk in Noord- en Oost-<br />
Nederland is niet te verwachten.<br />
Bij het goederenvervoer over de rails<br />
is het dieselbeeld gevarieerder; er<br />
wordt een duidelijk groeiende hoe<strong>veel</strong>heid<br />
vracht vervoerd, maar als<br />
straks de Betuwelijn open is, kunnen<br />
daar ook elektrische locomotieven<br />
gaan rijden en daalt missschien het<br />
aantal ritten met dieseltractie.<br />
De grote groei van het railgoederenvervoer<br />
in ons land is op<strong>merk</strong>elijk.De<br />
landelijke toename met ruim 50 procent<br />
tussen 1990 en 2003 was in elk<br />
geval de hoogste in alle Europese landen.<br />
Het gaat met name om <strong>veel</strong> ijzererts,<br />
steenkool, staal, kalk, chemicaliën,<br />
nieuwe auto’s en natuurlijk containers.<br />
Goederenvervoer over de rail is in<br />
Nederland met name internationaal<br />
vervoer: een kleine tachtig procent<br />
van de tonkilometers was in 2003<br />
internationaal, en in dat segment zat<br />
ook vrijwel de hele groei sinds 1990.<br />
De zwaarste vervoersstromen lopen<br />
tussen de haven van Rotterdam en<br />
Duitsland, en daar dan met name het<br />
Ruhrgebied.<br />
TEKST: HANS LAGENDAAL<br />
FOTO: ERNST BODE<br />
Locomotief met dorst<br />
Een diesellocomotief heeft dorst,<br />
zeker als hij met twee collega’s een<br />
trein met kolen of erts van de Rotterdamse<br />
Maasvlakte of de Amsterdamse<br />
haven naar het Ruhrgebied rijdt. Zo’n<br />
optocht heeft een totaalgewicht van<br />
ongeveer 4.200 ton en wordt getrokken<br />
door een set van drie diesellocomotieven<br />
uit de 6400-serie, die door<br />
de Railion-machinisten liefkozend<br />
‘Duitse herders’ worden genoemd.<br />
Omdat de beveiligingssystemen zijn<br />
aangepast hoeven de locomotieven<br />
niet aan de grens gewisseld te worden<br />
en maakt de ene benodigde<br />
machinist de hele rit.<br />
Een diesellocomotief uit de 6400serie<br />
heeft een tankinhoud van 3.500<br />
liter gasolie. Dat is genoeg voor een<br />
rit heen en terug naar het Ruhrgebied.<br />
Bij vol vermogen verbruikt zo’n<br />
locomotief circa vier liter gasolie per<br />
kilometer. Railion heeft daarom ook<br />
een speciaal programma om machinisten<br />
te stimuleren zuinig te rijden.<br />
Maar men blijft daarbij in belangrijke<br />
mate afhankelijk van de railverkeersleiding.<br />
Als deze organisatie besluit<br />
een beladen kolentrein te laten stoppen<br />
omdat een andere trein voorrang<br />
krijgt, kost het zo’n 200 liter extra<br />
gasolie om de karavaan weer in volle<br />
beweging te krijgen.<br />
Op het rangeerterrein op de Rotterdamse<br />
Maasvlakte wordt een ‘Duitse<br />
herder’ van Railion volgetankt met<br />
3.500 liter Shell-gasolie.<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 17
TEKST: PIET DE WIT<br />
FOTO: ERNST BODE<br />
Televisiebeeld van acties bij Pernis:<br />
‘geen pensioen op 65’, maar is dat<br />
eigenlijk wel zo’n ‘gezonde’ eis?<br />
WERKEN IS GEZOND<br />
Hoera, gepensioneerd, al op zijn 55ste, en hij leefde nog lang en gelukkig. De werkelijkheid blijkt<br />
echter een andere te zijn. Een uitgebreide studie onder Shell-werknemers in de Verenigde Staten<br />
leert dat pensioen op je 55ste gemiddeld vijf levensjaren kost.<br />
De vraag ontstond her<br />
en der in Nederland,<br />
ingegeven door de discussie<br />
over plannen<br />
van overheid en werkgevers<br />
om de pensioenleeftijd te verlengen.<br />
Ook bij Shell Health Services<br />
stelde men zich de vraag: is langer<br />
werken niet ongezond, betekent het<br />
zelfs niet een kans op eerder overlijden?<br />
Het antwoord bleek in de Verenigde<br />
Staten te liggen, waar Shell al sinds<br />
1973 nauwkeurig informatie bijhoudt<br />
over leeftijd en oorzaken van<br />
overlijden. Een studie naar een eventueel<br />
verband tussen pensioenleeftijd<br />
en tijdstip van overlijden werd dan<br />
ook opgezet samen met onderzoekers<br />
van Shell Health Services in de<br />
USA (Houston). De uitkomst, heel<br />
kort samengevat:op je 55ste met pensioen<br />
gaan is niet gezond; je leeft<br />
daarna gemiddeld vijf jaar korter dan<br />
diegenen die op hun 60ste of 65ste<br />
met werken stoppen.<br />
De studie had nog een andere op<strong>merk</strong>elijke<br />
uitkomst: het maakt niet uit of<br />
je met 60 of 65 opstapt; het sterfterisico<br />
gaat bij beide pensioendata niet<br />
omhoog.<br />
Geert de Jong, senior health advisor<br />
bij Shell Health Services, was een van<br />
de mensen met vragen over de<br />
wetenschappelijke houdbaarheid van<br />
het populaire volksgeloof dat vroeg<br />
stoppen met werken het voorportaal<br />
is van een lang en gelukkig leven, en<br />
dat doorwerken afgestraft wordt met<br />
18 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
een vervroegde overlijdensdag. “Het<br />
klinkt misschien zo logisch, en iedereen<br />
kent ook wel verhalen van mensen<br />
die een paar dagen of weken na<br />
hun pensionering volkomen onverwacht<br />
overleden, maar ik vond het<br />
op<strong>merk</strong>elijk dat je in de vakliteratuur<br />
niets kunt vinden dat de claim wetenschappelijk<br />
onderbouwt.Dus hebben<br />
we bij Health Services de koppen bij<br />
elkaar gestoken om te zien of wij wél<br />
een wetenschappelijk gefundeerde<br />
uitspraak konden doen.”<br />
Onbetreden studieterrein<br />
De Jong, die in het verleden is gepromoveerd<br />
op een groot epidemiologisch<br />
onderzoek naar de gezondheid<br />
van mensen die ooit bij Shell Pernis<br />
in de toenmalige gewasbeschermingsfabrieken<br />
hadden gewerkt,<br />
zocht contact de afdeling epidemiologie<br />
van Shell Health Services in<br />
Houston.“Onze collega’s daar hebben<br />
een lange traditie van statistisch<br />
gezondheidsonderzoek, ofwel epidemiologie,<br />
onder werknemers van de<br />
Shell-bedrijven in de VS. Werknemers<br />
en alle ex-werknemers worden over<br />
lange tijd gevolgd wat betreft hun<br />
gezondheidstoestand. De resultaten<br />
worden gepubliceerd in de externe<br />
wetenschappelijke literatuur en hebben<br />
een belangrijke bijdrage geleverd<br />
aan de kennis over eventuele langetermijn<br />
gezondheidseffecten van<br />
onze werknemers in de verschillende<br />
productiebedrijven. Voor deze studie<br />
werd statistisch onderzoek gedaan bij<br />
een groep van 3.500 werknemers die<br />
bij Shell Oil in dienst waren tussen<br />
1973 en 2003, fabriekspersoneel en<br />
kantoormensen.”<br />
Met een team van vijf mensen, onder<br />
wie in Houston ook Shell-epidemioloog<br />
Shan Tsai, werd het immense<br />
databestand uit het Shell Health Surveillance<br />
System geanalyseerd en vervolgens<br />
verwerkt tot een ‘cohort<br />
study’ die eind oktober vorig jaar is<br />
gepubliceerd in de British Medical<br />
Journal.Door de publicatie in een van<br />
de meest vooraanstaande medische<br />
tijdschriften van de wereld wisten De<br />
Jong en Tsai c.s. helemaal zeker dat<br />
hun studie een nog leeg studieterrein<br />
had betreden, want de BMJ neemt<br />
alleen stukken op over oorspronkelijke<br />
onderwerpen.<br />
Shan Tsai: “Wie op zijn 55ste met<br />
pensioen ging, had een 37% hoger<br />
sterftecijfer dan wie met 65 ophield<br />
met werken.”<br />
Vijf jaar verlies<br />
Toen de eerste resultaten uit de computer<br />
rolden, was er verbazing. Bij de<br />
vergelijking van de levensverwachting<br />
van mensen die op respectievelijk<br />
hun 55ste, 60ste en 65ste bij Shell<br />
in de Verenigde Staten waren gepensioneerd,<br />
sprong de groep van 55 er<br />
namelijk duidelijk negatief uit. Shan<br />
Tsai: “Na verrekening van potentieel<br />
verstorende factoren als geslacht,<br />
kalenderjaar van de pensionering en<br />
het soort werk dat men deed, bleek<br />
dat mensen die in de periode 1973 -<br />
2003 op hun 55ste met pensioen gingen<br />
een 37 procent hoger sterftecijfer<br />
hadden dan de werknemers die<br />
op hun 65ste met pensioen gingen.<br />
Voor de op hun 60ste gepensioneerde<br />
werknemers kwam het sterftecijfer<br />
overeen met dat van hen die op<br />
hun 65ste waren uitgewerkt.”<br />
Wat betekent een 37 procent hoger<br />
sterftecijfer nu concreet? Shan Tsai<br />
heeft in 1992 een uitgebreide studie<br />
gedaan onder mannelijke Amerikanen<br />
en daaruit geconstateerd dat een<br />
verhoging van de sterfteratio met 1<br />
procent (waarbij het sterftecijfer van<br />
diegenen die op hun 65ste met pensioen<br />
gingen op 1 werd gesteld) een<br />
verlaging van de levensverwachting<br />
betekent met 0,1373 jaar. Tsai: “Een<br />
sterfteratio van 1,37 betekent dus 37<br />
maal 0,1373 jaar, is vijf jaar korter<br />
leven.”<br />
Voor mannen blijkt de negatieve<br />
sterfteratio bovendien groter te zijn<br />
dan voor vrouwen, terwijl gepensio
neerden uit de lagere socio-economische<br />
categorie weer slechter scoren<br />
dan pensio’s uit de hogere welvaartsgroep.<br />
Dat laatste feit doet zich overigens<br />
over alle leeftijdscategorieën<br />
voor.<br />
Rol, status en structuur<br />
Wat de studie niet heeft opgeleverd,<br />
is een wetenschappelijk antwoord op<br />
de vraag waarom pensionering op<br />
55-jarige leeftijd zo’n groot negatief<br />
effect heeft op de verdere levensverwachting.<br />
Geert de Jong:“We hebben<br />
alleen statistisch materiaal over pensioenleeftijd<br />
en overlijden in onze studie<br />
betrokken, we hebben geen specifieke<br />
analyse gedaan van de doodsoorzaak.”<br />
De Jong heeft dan ook niet meer dan<br />
wat algemene gedachten over een<br />
mogelijke verklaring voor het significante<br />
verschil in sterfteratio. “Werk<br />
neemt een belangrijke plaats in in het<br />
leven van mensen. Het geeft ze een<br />
rol en een status in de samenleving<br />
en zorgt voor structuur in de dagelijkse<br />
routine. Dat zijn belangrijke factoren<br />
voor lichamelijke en geestelijke<br />
gezondheid”, stelt hij vast.“Onze studie<br />
doet vermoeden dat werk een<br />
zeker heilzaam effect heeft.Bij de vergrijzing<br />
van het arbeidspotentieel die<br />
in <strong>veel</strong> landen en bedrijven optreedt,<br />
hoeven we dus geen angst te hebben<br />
dat het tot latere leeftijd doorwerken<br />
een nadelig effect zal hebben op de<br />
gezondheid.”<br />
Maar waarom zo’n groot verhoogd<br />
sterftecijfer onder hen die met 55<br />
met pensioen gaan terwijl de pensioenleeftijden<br />
60 en 65 op dit punt<br />
niet afwijken? De Jong:“Het is speculatie,<br />
maar misschien hebben mensen<br />
die op hun 55ste besluiten met pensioen<br />
te gaan een minder goede<br />
gezondheid. Daar staat tegenover dat<br />
we in onze statistische analyse met<br />
deze effecten juist rekening hebben<br />
gehouden.”<br />
Met tot slot nog een ‘advies van de<br />
dokter’: “Je kunt ook vaststellen dat<br />
wie er toch voor kiest om vroeger<br />
met pensioen te gaan, er het beste<br />
een geestelijk en lichamelijk actieve<br />
levensstijl op na kan houden. Op die<br />
manier kun je het gezondheidsvoordeel<br />
dat we kennelijk ondervinden<br />
van werken het beste nabootsen.”<br />
“Onze studie doet vermoeden<br />
dat werk een zeker heilzaam<br />
effect heeft”<br />
Het volledige artikel in het British<br />
Medical Journal is te lezen op webadres<br />
http://bmj.bmjjournals.com/<br />
cgi/content/full/331/7523/995<br />
Geert de Jong: “Als je toch vroeger<br />
met pensioen gaat, kun je er het beste<br />
een geestelijk en lichamelijk actieve<br />
levensstijl op nahouden.”<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 19
TEKST: PIETER NOUWEN / PIET DE WIT<br />
FOTO’S: ERNST BODE<br />
VLAGGENDRAGER VAN SHELL<br />
TECHNOLOGIE<br />
Technologie en innovatie zijn weer sleutelwaarden binnen Royal Dutch Shell. Om dat te benadrukken<br />
zijn Chief Scientists aangesteld; Shell-wetenschappers die intern en internationaal als ‘vlaggendragers<br />
en rolmodellen’ gaan optreden voor hun specifieke vakgebieden. “De consistentie moet<br />
terug in het onderzoek zodat wij kunnen leveren wat er van ons wordt verwacht”, zegt in<br />
Amsterdam Carl Mesters, een van die vlaggendragers.<br />
gaat van techniek<br />
weer een van<br />
haar hoofddoelen<br />
maken; een ver-<br />
“Shell<br />
schuiving in het<br />
evenwicht van de onderneming die<br />
van meer invloed zal zijn dan de aankoop<br />
of verkoop van enige miljarden<br />
aandelen.[..] Shell wil een bedrijf zijn<br />
dat wordt gedreven door technologie<br />
en waar de wetenschap in aanzien<br />
staat. [..] Jeroen van der Veer, chief<br />
executive van Shell,vindt dat de technologen<br />
een stimulans moeten krijgen.<br />
Hij gaat tien chief scientists<br />
benoemen - een voor elke hoofddiscipline<br />
- en een persoon, net onder het<br />
niveau van de Board, die de initiatieven<br />
op het gebied van CO2-verwijde ring moet gaan leiden.”<br />
Deze regels stonden eind juni vorig<br />
jaar in de Londense Times en afgelopen<br />
herfst kwamen de namen los van<br />
de eerste acht vers benoemde chief<br />
scientists, ofwel excellente wetenschappers.<br />
Zes van hen werken bij<br />
Shell in Houston en twee in Amsterdam.<br />
Aan het IJ vinden we Carl Mesters,<br />
voor de categorie ‘chemie en katalyse’.<br />
Het gesprek vindt plaats op zijn<br />
kamer in een van de klassieke laboratoriumgebouwen<br />
van het Shell<br />
Research and Technology Centre, van<br />
waaruit al vele generaties wordt bijgedragen<br />
aan - zoals de Times het<br />
omschrijft - “good old Royal Dutch<br />
engineering”. Bij het SRTCA is Mesters<br />
senior principal scientist, verantwoordelijk<br />
voor exploratief onderzoek<br />
op de terreinen van chemie en<br />
katalyse ten behoeve van Shell Global<br />
Solutions.<br />
“Wat wij als chief scientists gaan<br />
doen?”, reageert hij op de openingsvraag.<strong>“Ik</strong><br />
denk dat wij geacht worden<br />
20 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
CARL MESTERS IS EEN VAN ACHT<br />
CHIEF SCIENTISTS BIJ SHELL<br />
de technologie van Shell meer over<br />
het voetlicht te brengen - en dat niet<br />
alleen in woorden. We kunnen ook<br />
laten zíen dat technologie bij Shell<br />
het verschil maakt, een zogeheten<br />
key differentiator is: ‘Kijk eens wat<br />
voor mensen hier werken’. Verder<br />
zullen we twee keer per jaar via een<br />
Group Innovation Panel direct aan<br />
Jeroen van der Veer rapporteren over<br />
de voortgang van de technologie binnen<br />
het bedrijf.”<br />
En een ambassadeursrol spelen? “Ja,<br />
zowel binnen als buiten het bedrijf,<br />
en we moeten ook ‘rolmodellen’ worden,<br />
maar wat dat precies inhoudt<br />
weet ik nog niet”, zegt hij lachend,<br />
“als het maar niet betekent dat ik me<br />
moet gaan aanpassen.”<br />
Na een pauze voegt hij toe: “Wat ik<br />
werkelijk hoop, is dat wij er intern in<br />
zullen slagen het bewustzijn te wekken<br />
hoe je als wetenschapper het<br />
meest productief kan zijn. Het<br />
belangrijkste is, dat het bedrijf ons in<br />
staat zal stellen op een consistente<br />
manier aan lange-termijndoelen te<br />
werken.”<br />
De scheikundedoos<br />
Carl Mesters werd in 1956 geboren in<br />
het Limburgse Meerssen en is een<br />
van die mensen die nooit hebben<br />
hoeven nadenken over wat ze wilden<br />
worden.<strong>“Ik</strong> heb het altijd leuk gevonden<br />
dingen te zien veranderen. Als<br />
klein jongetje had ik niet de bekende<br />
kant-en-klare scheikundedoos, maar<br />
wel een doos waarin ik allerlei gerei<br />
en chemicaliën verzamelde. Die<br />
kreeg ik van familieleden die bij de<br />
Staatsmijnen werkten of ik kocht ze<br />
bij de drogist. Wat je daar toen allemaal<br />
vrij kon krijgen! Natriumsulfide<br />
bijvoorbeeld.Als je tegenwoordig dat<br />
soort spullen zou verzamelen, zit je
innen de kortste keren als potentiële<br />
terrorist in de cel.”<br />
Na de middelbare school in Maastricht<br />
ging Carl scheikunde studeren<br />
in Utrecht, waar hij zich specialiseerde<br />
in de fysische- en colloïdchemie.<br />
“Die heeft meestal betrekking op het<br />
gedrag van kleine vaste deeltjes in<br />
vloeistoffen, maar wij hielden ons<br />
vooral bezig met de interactie tussen<br />
vaste stoffen en gassen bij drukken<br />
tot tien-tot-de-macht-min-tien bar.<br />
Mijn proefschrift ging over het<br />
maken van koper-nikkellegeringen.”<br />
Carl’s interesse in katalyse maakte het<br />
min of meer logisch dat hij na zijn<br />
studie - het was toen 1984 - bij Shell<br />
in Amsterdam solliciteerde.“De reden<br />
was eenvoudig”, licht hij toe. “Het<br />
laboratorium was toen heel sterk in<br />
katalyse, mede dankzij het werk van<br />
onder andere Tiong Sie en Rutger van<br />
Santen. Ook wilde ik werken bij een<br />
bedrijf met een internationale uitstraling.”<br />
(Hier een kleine toelichting voor de<br />
niet-chemici: chemie is het veranderen<br />
van de eigenschappen van stoffen,<br />
zowel vaste stoffen, vloeistoffen<br />
als gassen, door het veranderen van<br />
“We moeten ‘rolmodellen’<br />
worden, maar wat dat precies<br />
inhoudt weet ik nog niet.<br />
Als het maar niet betekent dat<br />
ik me moet gaan aanpassen.”<br />
de samenstelling. Katalyse heeft<br />
betrekking op materialen. Katalysatoren<br />
- <strong>veel</strong>al vaste stoffen waarbij een<br />
fijn verdeelde actieve component,bijvoorbeeld<br />
een metaal of een metaallegering,<br />
is aangebracht op een keramische<br />
drager - sturen deze chemische<br />
veranderingen in de gewenste<br />
richting zonder dat ze daarbij zelf veranderen.<br />
Katalysatoren zijn essentieel<br />
in de meeste petrochemische productieprocessen:<br />
ze verhogen de<br />
opbrengsten van de gewenste producten<br />
en reduceren de hoe<strong>veel</strong>heid<br />
ongewenste bijproducten. Carl Mesters<br />
is een expert op het gebied van<br />
de heterogene katalyse.Daarbij maakt<br />
de katalysator geen deel uit van het<br />
reactiemengsel en kan na de reactie<br />
ook teruggewonnen worden voor<br />
hergebruik.)<br />
Hoogselectieve katalysator<br />
Mesters begon in Amsterdam op de<br />
afdeling Catalysis and General Processes.<br />
Hij werkte ook een periode in<br />
Houston, waar hij als lid van de katalyseclub<br />
aan verschillende projecten<br />
deelnam. Een daarvan was een verbetering<br />
van het katalytisch proces om<br />
een optimale reactie van etheen met<br />
zuurstof te krijgen. Daarbij ontstaat<br />
ethyleenoxide (EO), een product dat<br />
de basis vormt voor een hoop chemicaliën.<br />
Shell is een van ’s werelds<br />
grootste producenten van EO.<br />
Vanuit Amsterdam was hij ook<br />
betrokken bij het creëren van een<br />
‘tweede generatie’ van een essentiële<br />
katalysator voor het Gas to Liquids<br />
proces (GTL) van Shell in de Maleisische<br />
deelstaat Serawak. Deze katalysator<br />
zet synthesegas (een mengsel<br />
van waterstof en koolmonoxide) om<br />
in zware paraffineketens. Dit gebeurt<br />
in een HPS-reactor, waarbij HPS staat<br />
voor Heavy Paraffin Synthesis. Hoe<br />
selectiever deze katalysator is hoe<br />
meer en hoe goedkoper een GTLfabriek<br />
produceert.<br />
“In de katalysatorfabriek van Shell in<br />
Gent was ik betrokken bij de eerste<br />
pogingen om op fabrieksmatige<br />
schaal deze nieuwe HPS-katalysator<br />
te maken. Het maakt namelijk nogal<br />
wat verschil of je een katalysator in je<br />
laboratorium maakt, of in een grootschalig<br />
industrieel proces.”<br />
De creatie van deze hoogselectieve<br />
‘HPS-katalysator’ betekende de doorbraak<br />
die leidde tot de beslissing om<br />
in Qatar een GTL-fabriek te gaan bouwen<br />
die tien maal zo groot wordt als<br />
de eenheid die nu in Serawak operationeel<br />
is. Het eerste deel van deze<br />
fabriek moet in 2009/10 worden<br />
opgestart.<br />
Mesters zou nog <strong>veel</strong> meer projecten<br />
kunnen noemen, maar beperkt zich<br />
tot de selectieve katalysator die<br />
ervoor zorgt dat bij verbranding of<br />
chemische reacties de emissie van<br />
stikstofoxiden sterk wordt gereduceerd.<br />
“Die denox-katalysator die<br />
onder andere bij raffinaderijen en<br />
overige industriële fornuizen kan<br />
worden gebruikt,heb ik met mijn collega<br />
Michiel Groeneveld ontwikkeld<br />
en daar ben ik nog steeds trots op.<br />
Dat was tevens mijn eerste ervaring<br />
in het werken met katalysatoren op<br />
grote schaal.”<br />
Een van de actuele studierichtingen<br />
van Mesters en zijn groep is het uitproberen<br />
van verschillende vormpjes<br />
voor katalysatoren. Die komen nu<br />
bijna alleen voor in de vormen van<br />
‘miniballetjes’ of ‘hagelslag’. “Maar<br />
een optimale vorm blijkt hun activiteit<br />
te verhogen en de selectiviteit te<br />
vergroten”, vertelt hij.<br />
Mijlpalen slaan<br />
“Shell gaat van techniek weer een<br />
van haar hoofddoelen maken”,<br />
schreef de Londense Times. Wat verderop<br />
in het verhaal staat: “Van der<br />
Veer wil de schade herstellen die is<br />
ontstaan in een decennium waarin<br />
oliemaatschappijen hun ware aard<br />
probeerden te verbergen en net<br />
deden alsof het uit de bodem oppompen<br />
van onfrisse chemicaliën eerder<br />
een bij- dan een hoofdzaak was.”<br />
In ditzelfde tijdperk moesten wetenschappers,<br />
onderzoekers en technici<br />
vooral geldgrage ondernemers worden,<br />
die eerder te motiveren waren<br />
door bonussen voor korte-termijnsuccessen<br />
dan voor het gestaag, langjarig<br />
zoeken naar nieuwe technologie.<br />
Carl Mesters: “Toen ik hier binnenkwam,<br />
was het laboratorium nog<br />
volop bezig met nieuwe, baanbrekende<br />
ontwikkelingen. Bij GTL heeft<br />
Tiong Sie een hoofdrol gespeeld. Het<br />
hele proces is hier in Amsterdam uitgedacht,<br />
net als dat van de hydroconversie,<br />
dat is het via katalyse en met<br />
toevoeging van waterstof omzetten<br />
van zware stookolie in lichte motorbrandstoffen.<br />
Dat heeft uiteindelijk<br />
geleid tot de bouw van de Hyconfabriek<br />
op Pernis. Maar nadat ik in<br />
1991 uit Houston in Amsterdam<br />
terugkwam, begon die sfeer te veranderen.Tiong<br />
Sie had nog de visie om<br />
te gaan werken aan ‘groenere’ benzine:<br />
minder aromaten, minder olefinen,<br />
minder zwavel, allemaal via katalytische<br />
processen. Maar er was<br />
onvoldoende interesse voor; het<br />
werd ‘te duur’ en ‘te<strong>veel</strong> lange termijn’<br />
gevonden. Research diende<br />
voortaan te volgen wat de business<br />
wilde: op korte termijn geld verdienen,<br />
werd het primaire doel. Eenmaal<br />
begonnen onderzoek werd binnen<br />
de kortste keren weer ter discussie<br />
gesteld.”<br />
“Als je bezig was aan een project,<br />
moest je om de drie maanden melden<br />
welke stappen je de volgende periode<br />
zou gaan zetten en welke mijlpaal<br />
je zou bereiken.” Maar zo werkt dat<br />
niet,bezweert Mesters.“Als je aan een<br />
onderzoek begint, weet je waar je<br />
bent en weet je wat je einddoel is: je<br />
wilt bijvoorbeeld van zo <strong>veel</strong> mogelijk<br />
CO 2 af. De weg naar dat doel ken<br />
je echter niet; die ontstaat terwijl je<br />
als wetenschapper aan het werk<br />
bent. Dan kun je niet vooraf bepalen<br />
welke mijlpaal je in drie maanden<br />
gaat bereiken. Je kúnt simpelweg<br />
geen mijlpalen slaan langs een weg<br />
die er nog niet is.”<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 21
En:“We moeten af van een vorm van<br />
researchmanagement waarbij je meer<br />
procesbewakers hebt dan mensen<br />
die het werk doen. Die lijkt op de<br />
situatie in het Nederlandse onderwijs,<br />
waar je onderhand ook meer<br />
beleidsfiguren hebt dan onderwijskrachten.<br />
Ik bepleit dat onderzoekers<br />
zo ongestoord mogelijk hun werk<br />
kunnen doen. Mensen die vijftien,<br />
twintig jaar in het vak zitten, zijn zeer<br />
wel in staat de weg naar het einddoel<br />
te vinden. Daarop moet je kunnen<br />
vertrouwen. Maar goed, het gaat nu<br />
allemaal veranderen, en daarvan<br />
getuigen de chief scientists.”<br />
Gezonde technologie<br />
Na deze korte aanduiding van de<br />
manier waarop wetenschappers werken,<br />
benadrukt Mesters hoe belangrijk<br />
het is dat daarvoor elders in het<br />
bedrijf begrip bestaat. “Mensen hebben<br />
de mond vol over innovatie,maar<br />
dat is allemaal <strong>veel</strong> te ingewikkeld.<br />
Innovatie is een hele keten van al dan<br />
niet samenhangende veranderingen.<br />
Wat we als basis daarvoor nodig hebben<br />
is het hebben en houden van<br />
gezonde technologie. Als we daarop<br />
afgaan, dan teken ik daarvoor. Natuurlijk<br />
zijn wij er ook voor het verlenen<br />
van technische ondersteuning: als er<br />
bijvoorbeeld op Pernis een technisch<br />
probleem ontstaat, dan roep je ons<br />
erbij en wij lossen het op. Ook als ’n<br />
fabriek een technisch advies nodig<br />
heeft, kunnen ze daarvoor bij ons<br />
terecht. Een collega noemde dat<br />
laatst een ‘cash transactie’. Maar als<br />
het over onderzoek op de lange termijn<br />
gaat, dient er geen sprake te zijn<br />
van cash transacties. Daarvoor hebben<br />
we een credit card nodig, die ons<br />
in staat stelt die lange-termijndoelen<br />
te bereiken, zonder dat we om de<br />
drie maanden moeten vragen of die<br />
card nog weer een keer opgeladen<br />
kan worden. Er moet vooraf worden<br />
geaccepteerd dat het geld kost als je<br />
ergens instapt,vooral als je laboratori-<br />
22 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
um experimenten op grotere schaal<br />
moet gaan demonstreren. Natuurlijk<br />
moet je de dingen waarmee je bezig<br />
bent geregeld tegen het licht houden.<br />
Je moet ze kunnen bijstellen, maar<br />
dat is iets anders dan dat je de doelen<br />
telkens weer ter discussie stelt.”<br />
“Welk lange-termijnonderzoek we<br />
gaan doen moet voortvloeien uit strategische<br />
beslissingen op corporate<br />
niveau, waarna een Chief Technology<br />
Officer op datzelfde niveau de middelen<br />
heeft gekregen om ten aanzien<br />
van dat onderzoek consistentie af te<br />
dwingen.Want wat we nodig hebben<br />
is consistentie, ook als de conjunctuur<br />
eens tegen zit of als de olieprijs<br />
zakt. Technologie is een noodzaak.<br />
Waarom heeft Shell die megaprojecten<br />
in bijvoorbeeld Qatar, Rusland,<br />
Nigeria en China gekregen? Het enige<br />
antwoord dat ik op die vraag kan verzinnen<br />
is: dankzij onze technologiepositie.”<br />
Beste waar voor je geld<br />
Het antwoord op de vraag welke<br />
lange-termijnonderzoeken hij voor<br />
zichzelf en zijn groep voor ogen<br />
heeft, begint Mesters met een referentie<br />
aan het nieuwe Leitmotiv van<br />
Shell dat vorig jaar werd geïntroduceerd:‘More<br />
upstream and profitable<br />
downstream’.<br />
“Hoe kunnen we daar met research<br />
toe bijdragen? In 2004 hebben we<br />
daartoe voor ‘downstream’ negentien<br />
grote gebieden in kaart gebracht die<br />
een grote toekomstige uitdaging<br />
betekenen voor een energiemaatschappij.<br />
Die zijn daarna onderverdeeld<br />
in vijftig subthema’s en die<br />
weer in vijfhonderd onderzoeksvoorstellen.Wij<br />
moeten uit al die mogelijkheden<br />
keuzes maken om in die selectie<br />
vervolgens te gaan investeren.<br />
Ook voor ‘upstream’ gaat het erom<br />
dat we over tien jaar voldoende nieuwe<br />
technologie hebben ontwikkeld<br />
om overheden en staatsoliemaatschappijen<br />
in de grote-reservelanden<br />
“We moeten af van een vorm<br />
van researchmanagement<br />
waarbij je meer<br />
procesbewakers hebt dan<br />
mensen die het werk doen.”<br />
ervan te overtuigen dat je speciaal<br />
met Shell zaken moet doen wil je de<br />
beste waar voor je geld krijgen.”<br />
Als eerste voorbeeld van een onderzoeksdoel<br />
noemt Mesters “het vinden<br />
van een manier om energie in de<br />
vorm van een vaste stof op een<br />
ordentelijke manier in een vloeistof<br />
te veranderen.”De zoektocht kan met<br />
name leiden tot Coal to Liquids technologie,<br />
waarbij steenkool met schone<br />
processen en tegen een economisch<br />
concurrerende prijs wordt<br />
omgezet in motorbrandstoffen. De<br />
huidige processen daarvoor voldoen<br />
niet aan beide eisen. Een ideaal is het<br />
vinden van middelen waarin elke willekeurige<br />
koolstofhoudende grondstof<br />
opgelost kan worden als voorbereiding<br />
voor de conversie ervan naar<br />
vloeibare motorbrandstoffen. Dit<br />
opent in theorie de weg naar goedkopere<br />
omzetting van bijvoorbeeld<br />
zware olie, oliezanden en biomassa.<br />
Andere richtingen waar Mesters met<br />
zijn mensen aan wil werken zijn bijvoorbeeld<br />
betere reinigingsmethoden<br />
voor zwavelwaterstof en kooldioxide<br />
die in <strong>veel</strong> van de nieuwere<br />
aardgasvelden worden aangetroffen.<br />
“En verder probeer ik hier al tijdenlang<br />
een brandstofcel op H 2 S te laten<br />
lopen. Ik weet inmiddels precies<br />
waarom het nu nog niet gaat, maar ik<br />
weet ook dat het wél kan werken.”<br />
Tegen het slot van het gesprek<br />
bekent Carl Mesters dat hij de afgelopen<br />
jaren wel eens heeft overwogen<br />
Shell te verlaten om hoogleraar te<br />
worden.“Maar dan had ik het werken<br />
op grote schaal moeten missen.<br />
Bovendien beleef ik vooral lol in het<br />
iets voor elkaar krijgen en niet in het<br />
uitzoeken hoe iets in elkaar zit.Ik ben<br />
iemand die toch altijd zelf proefjes<br />
wil blijven doen. Als ik zie hoe<strong>veel</strong><br />
papierwerk en organisatie er tegenwoordig<br />
vast zit aan het hoogleraarschap,<br />
dan weet ik dat dat niet mijn<br />
sterkste punt is. Ik ben bij Shell ook<br />
wel eens naar een managementcursus<br />
geweest. Daarna wist ik het helemaal<br />
zeker, ik ben geen manager, ik<br />
wil wetenschapper zijn.”<br />
Waarna de verse chief scientist besluit:<br />
“Nu ben ik uiteraard blij dat ik niet<br />
ben weggegaan. Nu we hier weer uitdagend<br />
onderzoek gaan doen, zal dat<br />
een enorme stimulans zijn om te presteren.<br />
Het zal het ook gemakkelijker<br />
maken goede nieuwe mensen aan te<br />
trekken. Als het management er voor<br />
zorgt dat de consistentie terugkomt in<br />
het onderzoek, kunnen wij leveren<br />
wat er van ons wordt verwacht.”<br />
Acht<br />
innovators<br />
De chief scientists vertegenwoordigen<br />
hun vakgebied in het eveneens<br />
nieuw opgerichte Group Innovation<br />
Panel. Zij komen niet in de plaats<br />
van de Global Technical Experts die<br />
al bij Shell bestaan, maar vullen hen<br />
aan doordat ze de openbare woordvoerder<br />
worden voor hun kennisgebied.<br />
Hun rol omvat ook het onderhouden<br />
van nauwe contacten met<br />
universiteiten en zij zullen researchresultaten<br />
publiceren. Twee maal<br />
per jaar rapporteert het Innovation<br />
Panel direct aan het Executive<br />
Committee van Royal Dutch Shell<br />
over ontwikkelingen in hun vakgebieden.<br />
De benoeming van chief scientists<br />
is samengegaan met een verhoging<br />
van de budgetten voor research en<br />
technologie-ontwikkeling, de<br />
benoeming van een ‘mijnheer CO 2’<br />
(Graeme Sweeny) die verantwoordelijk<br />
wordt voor kooldioxidemanagement,<br />
en de formatie van<br />
een Future Energy Forum, een topniveau<br />
beslissers over nieuwe<br />
brandstofontwikkelingen en grondstoffenconversie.<br />
De acht chief scientists en hun vakgebieden<br />
zijn:<br />
■ Jose Bravo<br />
Natuurkunde en fysische scheiding<br />
(Houston);<br />
■ Rodney Calvert<br />
Geofysica (Houston);<br />
■ Dick Horvath<br />
Materialen (Houston);<br />
■ Carl Mesters<br />
Katalyse en chemie (Amsterdam);<br />
■ Leo Petrus<br />
Biowetenschappen (Amsterdam);<br />
■ Joe Powell<br />
Chemische werktuigbouw (Houston);<br />
■ Harold Vinegar<br />
In situ conversie processen<br />
(Houston);<br />
■ Charlie Williams<br />
Boorputontwerp en productietechnologie<br />
(Houston).
INVESTEREN IN RETAIL TURKIJE<br />
Shell en Turcas Petrol gaan via een joint venture de activiteiten<br />
in Turkije uitbouwen op de terreinen van marketing en verkoop<br />
bij retail, commercial en smeermiddelen. Ook worden distributieactiviteiten<br />
ondergebracht in de nieuwe onderneming die een<br />
eigendomsverhouding krijgt van 70/30 (Shell/Turcas). Turcas exploiteert<br />
in Turkije al een netwerk van zo’n 700 tankstations onder de<br />
naam Türkpetrol.<br />
Afgelopen najaar sloot Shell een joint venture overeenkomst met de<br />
Turkse onderneming Koç voor een deelneming in de staatsraffinagemaatschappij<br />
Tüpras. De bereidheid van Shell om in Turkije te investeren<br />
komt voort uit de snelle economische groei van het land.<br />
EXPLORATIEOPBRENGST DAALT<br />
Volgens energieconsultant Wood Mackenzie is sinds 2000 de vervangingsratio<br />
van de 28 grootste oliemaatschappijen gedaald beneden de 100%. Bij 100%<br />
voegt een oliemaatschappij in een jaar net zo<strong>veel</strong> nieuwe bewezen reserves<br />
toe als zij in dat jaar produceert.<br />
Volgens Wood Mackenzie lag de vervangingsratio<br />
voor de groep van 28<br />
tot het jaar 2000 telkens iets boven<br />
de 100%, maar is het de laatste jaren<br />
gedaald tot 50 à 60%.<br />
Volgens de consultant zullen de<br />
exploratieuitgaven van de groep in<br />
zowel 2005 als 2006 groeien met 30<br />
à 40%, maar men denkt niet dat dit<br />
direct tot significant hogere vervangingsratio’s<br />
gaat leiden, <strong>veel</strong> van het<br />
extra geld wordt namelijk opgegeten<br />
door de sterk stijgende kosten in de<br />
exploratiesector. Het huren van mensen<br />
en uitrusting (zoals boorinstallaties)<br />
is duurder geworden door de<br />
toegenomen vraag ernaar.<br />
SHELL-PRIJS VOOR KOKOSNOOTNET<br />
Ondernemingszin en innovatie, maar dan zo kleinschalig dat gemeenschappen<br />
de projecten zelf kunnen bedenken en ook uitvoeren om er hun lokale economie<br />
duurzaam mee te versterken. Dat is het doel van The World Challenge, een<br />
initiatief van BBC World en Newsweek, in samenwerking met Shell. Met een<br />
wedstrijd tussen de projecten (de jury ontving bijna 500 nominaties) om het<br />
gedachtegoed van World Challenge te stimuleren.<br />
Op 17 november reikte Roxanne Decyk, directeur Corporate Affairs van Royal<br />
Dutch Shell, op een speciale bijeenkomst in Londen de prijzen uit. De jury had<br />
twaalf projecten op de shortlist gezet, waarna het wereldpubliek via het web<br />
kon stemmen; 120.000 mensen hebben dat gedaan.<br />
De door Shell beschikbaar gestelde hoofdprijs (van $20.000) ging naar een activiteit<br />
op de Filippijnen van Juboken Enterprises.Bij hun project ‘Coconets’worden<br />
de kokosnootvezels, afval afkomstig van plantages, verwerkt tot matten die<br />
vervolgens worden gebruikt als surrogaat-boomwortels<br />
om losse grond,<br />
ontstaan door de kap van het oerwoud,<br />
te beschermen tegen erosie.<br />
Inmiddels wordt per maand al 30.000<br />
m 2 ‘kokosnootnet’ geproduceerd en<br />
het project heeft het leven verbeterd<br />
van meer dan 1.500 gezinnen op de<br />
Filippijnen.<br />
Roxanne Decyk reikte de prijs uit aan<br />
Justino Arboleda (foto), oprichter van<br />
Juboken. “Shell vindt het fantastisch<br />
om betrokken te zijn bij The World<br />
Challenge”, zei ze.“In deze wedstrijd<br />
valt de passie en het doorzettingsvermogen<br />
op van alle betrokkenen.”<br />
FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />
S H E L L A C T U E E L<br />
OPEC-KASSA’S RINKELEN<br />
Na drie kwartalen kan het niet anders dan dat de OPEC-groep in 2005<br />
recordinkomsten haalt uit de export van ruwe olie.Volgens het gezaghebbende<br />
Petroleum Intelligence Weekly zullen de kassa’s in de elf<br />
aangesloten landen in 2005 zijn volgelopen met zo’n $435 miljard door de<br />
export van olie en gas, tegen $350 mld in 2004 en $250 mld in 2003.<br />
De grootste inkomstenstroom is voor Saoedi-Arabië met naar verwachting<br />
$140 miljard over 2005. Op podiumplaats twee verwacht PIW Nigeria ($46<br />
mld) en voor drie een gedeelde plaats voor Koeweit en Iran met elk zo’n $39<br />
mld inkomsten.<br />
De elf OPEC-lidstaten zijn (in volgorde van hun geschatte inkomsten uit de<br />
export van ruwe olie in 2005): Saoedi-Arabië, Nigeria, Iran, Koeweit,Verenigde<br />
Arabische Emiraten,Venezuela, Libië, Irak,Algerije, Qatar en Indonesië. Indonesië<br />
(geschat jaarinkomen over 2005 $8,2 mld) was in 2005 het enige OPECland<br />
met dalende opbrengsten.<br />
SAOEDI’S INVESTEREN IN PRODUCTIEGROEI<br />
Saoedi-Arabië stopt momenteel groot geld in het uitbreiden van de productiecapaciteit.<br />
Het land produceerde in het derde kwartaal van 2005<br />
ongeveer 9,3 mln vaten ruwe olie per dag en had een technische capaciteit<br />
van ruim 10 mln b/d. Doel van de regering in Riyadh is om de productiecapaciteit<br />
in 2009 te hebben uitgebreid tot 12,5 mln b/d, met nog niet concreet<br />
ingevulde plannen om ook daarna te groeien. Op dit moment is Saoedi-<br />
Arabië het enige land ter wereld met een noemenswaardige reserve-productiecapaciteit.Alle<br />
andere landen pompen op maximumvermogen.Wel wordt<br />
door <strong>veel</strong> staats- en particuliere oliemaatschappijen gewerkt aan uitbreiding<br />
van de productiecapaciteit.<br />
Staatsoliemaatschappij Aramco heeft recentelijk een overzicht gegeven van de<br />
nieuwe velden die in Saoedi-Arabië in gebruik genomen gaan worden. Qua<br />
reserves zal de productiegroei geen probleem zijn: het land staat in de boeken<br />
voor een bewezen reserve van 265 miljard vaten ruwe olie, maar olieminister<br />
Ali Naimi zei dit najaar dat het koninkrijk zeker nog 200 mld vaten<br />
aan die bewezen reserves kan toevoegen.<br />
GASRUIL IN<br />
VERENIGDE STATEN<br />
In ruil voor haar 17%-aandeel in<br />
het in ontwikkeling zijnde diepzee<br />
olie- en gasveld Tahiti in de<br />
Golf van Mexico neemt Shell van<br />
Total de belangen over in vier gasvelden<br />
in het zuiden van Texas. In<br />
de vier velden wordt Shell operator.<br />
De velden sluiten aan bij bestaande<br />
Shell-productie in dit gebied. Na de<br />
ruil produceert Shell in Zuid-Texas<br />
zo’n 8,5 mln m 3 gas per dag.<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 23
De DrillTec Synergy boortoren dit<br />
najaar in actie in het Groninger land<br />
bij het dorpje Lauwerzijl tussen<br />
Zoutkamp en Grijpskerk.<br />
24 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER
KLEIN MAAR<br />
DAPPER<br />
In de historie van de landboringen<br />
in Nederland (er zijn hier<br />
zo’n 2.500 putten geboord)<br />
hadden kosten nooit de hoogste<br />
prioriteit. Los nog van het<br />
superveld Groningen waren de<br />
Nederlandse gasreservoirs in het<br />
algemeen ruim aan de maat, dus een<br />
productieput moest ten eerste groot<br />
zijn en ten tweede lang mee gaan. En<br />
omdat de velden toch zo fors waren,<br />
vielen de exploratiekosten bovendien<br />
in het niet bij de langjarige<br />
opbrengsten.<br />
Maar inmiddels zijn in ons land de<br />
grote en ook middelgrote velden<br />
gevonden, zodat de resterende prospects<br />
(vermoede, nog aan te boren<br />
gasvoorkomens) gemiddeld telkens<br />
kleiner worden. Daarmee is ook de<br />
aandacht verschoven naar goedkoper<br />
boren. Boren is namelijk nog steeds<br />
het duurste onderdeel van het tot<br />
productie brengen van een reservoir,<br />
en dus beslissend voor de vraag of<br />
het al of niet economisch verant-<br />
TEKST: WOUTER EENHORST<br />
FOTO’S: ERNST BODE<br />
Nu nog enkel kleinere gasvelden zijn te vinden<br />
onder de Nederlandse bodem, heeft de NAM<br />
verlaging van de boorkosten de hoogste<br />
prioriteit gegeven. Een nieuwe ‘lichtgewicht’<br />
boortoren moet een belangrijke bijdrage leveren<br />
om de kosten van een gemiddelde landboring<br />
te halveren.<br />
woord is een prospect aan te boren.<br />
Er is immers ook altijd nog het risico<br />
dat een nieuw reservoir droog blijkt<br />
te zijn. En dan zijn de 5 tot 8 miljoen<br />
euro die een gemiddelde landboring<br />
hier tot voor kort kostte weggegooid<br />
geld.<br />
Voor de niet ‘boordeskundigen’onder<br />
de lezers: exploratie- en productiemaatschappijen<br />
zoals de NAM hebben<br />
als norm geen eigen boorinstallaties<br />
meer. Die worden op tijdsbasis<br />
gehuurd van gespecialiseerde boormaatschappijen,<br />
inclusief het personeel.<br />
In het algemeen worden daarvoor<br />
contracten getekend met dagprijzen;<br />
hoe langer een boring duurt,<br />
hoe duurder het wordt. Het risico is<br />
niet voor de boormaatschappij maar<br />
voor de opdrachtgever. De laatste is<br />
op de boorlocatie vertegenwoordigd<br />
met eigen toezichthouders.<br />
De huurkosten van ‘rig and crew’<br />
worden sterk beïnvloed door wereldmarktontwikkelingen.<br />
Op dit moment,<br />
met een groeiend exploratieprogram-<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 25
ma over de hele olie- en gassector, liggen<br />
de huurprijzen op historisch<br />
gezien een zeer hoog niveau.<br />
Slim en eenvoudig<br />
Ook de NAM heeft al jaren geleden<br />
afscheid genomen van eigen boorploegen<br />
en boortorens, maar ontwikkelt<br />
wel steeds nieuwe technologie,<br />
vaak in directe samenwerking met<br />
boorbedrijven. En daarmee zijn we<br />
aanbeland bij de ‘hoofdrolspeler’ in<br />
dit verhaal, de ‘Synergy’-boortoren<br />
van het Duitse bedrijf DrillTec. Deze<br />
toren draait sinds begin 2005 twee<br />
jaar op proef om te zien of de doelstelling<br />
van halvering van de boorkosten<br />
(ten opzichte van het prijspeil<br />
2002) inderdaad realiseerbaar is.<br />
Op het hoofdkantoor van de NAM in<br />
Assen vertelt Rob van der Vegt over<br />
het door hem geleide ‘Low Cost Land<br />
Drilling Project’, en hoe dat project<br />
de aanleiding was tot het ontwikke-<br />
26 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
len van de Synergy-boortoren. Allereerst<br />
haalt hij een uitspraak aan van<br />
Albert Einstein: “Als je doet wat je<br />
deed, krijg je wat je had.” Een niet<br />
ongelukkig gekozen citaat want lang<br />
is het boren naar olie- en gasvelden<br />
een overheersend ambachtelijke<br />
bezigheid geweest. Er veranderde<br />
<strong>veel</strong> meer aan bijvoorbeeld seismiek,<br />
reservoirmodellering, het kunnen<br />
sturen van de beitel tijdens de boring<br />
en het loggen van de doorboorde<br />
gesteentelagen, dan dat er grote doorbraken<br />
kwamen op en om de boortoren.<br />
En als er al sprake was van automatisering<br />
van processen, dan vond<br />
dit met name in de offshore plaats<br />
(vooral gedreven door ruimtegebrek<br />
op een platform) en niet op land.<br />
Van der Vegt:“Daardoor ontstond een<br />
situatie waarin landboringen steeds<br />
duurder werden terwijl gelijktijdig de<br />
omvang van de prospects kromp.<br />
Daardoor verslechterde de economi-<br />
sche haalbaarheid van de kleine veldjes<br />
waarvan we er als NAM juist nog<br />
erg <strong>veel</strong> als prospect op de plank<br />
hebben liggen.”<br />
Nu kun je als concessiehouder in het<br />
geval van marginale velden gaan zitten<br />
wachten tot een hoge olie- en gasprijs<br />
de economie ervan boven water<br />
tilt, maar dat is ongeveer hetzelfde als<br />
wachten tot je rijk wordt in het casino.Een<br />
betere strategie is om structureel<br />
de kosten te reduceren. Daarom<br />
startte NAM in 2003 een Low Cost<br />
Land Drilling Project. Van der Vegt:<br />
“De basis ervan was het KISS-concept<br />
dat binnen Shell toen net in opkomst<br />
kwam,‘Keep It Smart and Simple’.”<br />
Rivierkruisingen<br />
Helemaal passend in KISS was de ontdekking<br />
van het bestaan van een<br />
nieuw model boortoren. In Oostenrijk,<br />
waar slechts heel kleine olie- en<br />
gasveldjes gevonden worden,werd er<br />
Olie (in vaten) als onderdeel van de<br />
receptuur om boorspoeling te maken.<br />
al langer mee gewerkt door Rohöl<br />
Aufsuchungs AG (RAG) die lage-kosten<br />
landboringen als specialisatie<br />
heeft. Na gesprekken werd duidelijk<br />
dat het geheim mede school in een<br />
lichtgewicht installatie die het Duitse<br />
bedrijf DrillTec vooral had ontwikkeld<br />
voor horizontale boringen onder<br />
wegen of rivieren om leidingen en<br />
kabels te leggen en voor het doen<br />
van geothermische boringen, dus om<br />
warm water uit de diepere bodem te<br />
pompen. Maar ook was al eens een<br />
aangepaste toren gebruikt voor een<br />
lange horizontale boring onder de<br />
Duitse Waddenzee naar het al langer<br />
geproduceerde olieveld Mittelplate<br />
voor de kust van Sleeswijk-Holstein.<br />
“Wij realiseerden ons dat je die toren<br />
ook rechtop kon zetten en dat hij na<br />
verdere aanpassing dan heel geschikt<br />
kon zijn om olie- en gasputten te<br />
boren”, aldus Van der Vegt.Waarna de<br />
Duitse moeder van DrillTec, techno
logie- en constructiebedrijf Streicher,<br />
besloot om drie torens voor gas- en<br />
olieboringen te bouwen in antwoord<br />
op de toezegging van EP Europe<br />
(EPE), de coördinerende EP-organisatie<br />
van Shell, waar ook NAM onder<br />
valt, om de toren op proef te nemen<br />
voor landactiviteiten binnen EPE.<br />
“Misschien klein, maar dapper”, aldus<br />
NAM’s drilling supervisor Berend<br />
Ziengs op de boorlocatie Lauwerzijl.<br />
In oktober werd daar geboord naar<br />
een klein prospect tussen Zoutkamp<br />
en Grijpskerk, een ‘scherfje’ tussen<br />
twee grotere gasvelden in, waarvan<br />
het veld onder Grijpskerk al een aantal<br />
jaren wordt gebruikt als ondergrondseberging-voor-koude-Europese-dagen.<br />
Klein, want de Synergy-toren steekt<br />
niet meer dan 34 meter boven het<br />
Groninger maaiveld uit, maar ook<br />
dapper want het hydraulisch systeem<br />
is zo krachtig dat 370 ton druk<br />
(zowel om te trekken als om te drukken)<br />
op de boorstang gezet kan worden.“Bij<br />
het boren is de neerwaartse<br />
kracht sterk gelimiteerd omdat de<br />
toren anders zichzelf omhoog zou<br />
kunnen drukken”, aldus Ziengs.<br />
Klein boorgat<br />
De klus bij Lauwerzijl is een schoolvoorbeeld<br />
van waarvoor het Low<br />
Cost Land Drilling Project is opgezet:<br />
een prospect waarin geologen 0,8<br />
miljard kubieke meter gas verwachtten<br />
op zo’n 3.600 meter diepte.<br />
Geschatte boortijd een week of vijf.<br />
Twaalf uur op, twaalf uur af (als<br />
onderdeel van twee weken werk,<br />
twee weken vrij) is het werkritme<br />
van de uit vijf mensen bestaande<br />
boorploegen. Het oppakken, wegleggen<br />
en in- en uit elkaar schroeven van<br />
de elk 13 meter lange boorstangen is<br />
geautomatiseerd.<br />
Een andere grote winst van de Syner-<br />
STANDAARD BOORTOREN DRILLTEC SYNERGY<br />
Speciaal transport voor nodig Modulair opgebouwd: alles past<br />
op 40 standaard vrachtauto’s<br />
Dieselelektrisch aangedreven Hydraulisch aangedreven<br />
Werkt met boorpijplengten Boorpijplengte 13 meter<br />
van 18 of 27 meter<br />
Boorploeg 7 mensen Boorploeg 5 mensen<br />
Trekkracht 110 - 500 ton Trekkracht 370 ton<br />
Boort als standaard een put Boort als standaard een put<br />
die boven 40 cm diameter die boven 24,4 cm diameter<br />
heeft en in reservoir 21,6 cm heeft en in reservoir 10,5 cm<br />
Berend Ziengs (boven): “Misschien<br />
klein, maar dapper.”<br />
Rob van der Vegt: “Landboringen<br />
werden steeds duurder terwijl gelijktijdig<br />
de omvang van de prospects<br />
kromp.”<br />
gy-toren is vanaf de boorvloer<br />
onzichtbaar, namelijk het relatief kleine<br />
boorgat.Waar een standaard-boortoren<br />
bovenaan begint met een gat<br />
van 40 centimeter doorsnede om<br />
ruim 3,5 kilometer dieper te eindigen<br />
met een putdiameter van bijna 22<br />
cm, is het boorgat van de Synergy<br />
ongeveer de helft daarvan in diameter.<br />
“Deze technologie van ‘slim well<br />
design’ levert een zeer aanzienlijke<br />
reductie op van de hoe<strong>veel</strong>heid boorgruis<br />
die moet worden verwerkt, en<br />
de hoe<strong>veel</strong>heid staal en cement die<br />
gebruikt wordt in de boorwand”,<br />
aldus Rob van der Vegt.<br />
Nog een paar in geld uit te drukken<br />
voordelen: minder grondoppervlakte<br />
voor de boorlocatie en minder<br />
geluidsproductie bij het boren, dus<br />
ook een sneller vergunningentraject.<br />
En dan tot slot misschien wel de<br />
grootste culturele verandering bij<br />
NAM: “Bij ons waren we altijd<br />
Is qua capaciteit geschikt voor<br />
65-70 procent van de landboringen<br />
in het lopende vijfjarenprogramma<br />
van NAM<br />
gewend om maatwerk te leveren,<br />
elke boring werd als een uniek geval<br />
gezien met dan ook telkens weer een<br />
uniek boorprogramma”,aldus Van der<br />
Vegt.“Nu gaan we toe naar zo groot<br />
mogelijke standaardisatie.”<br />
Eén boortoren voor alle werk? “Voor<br />
misschien 65 of 70 procent van ons<br />
lopende werkprogramma op land”, is<br />
de inschatting van Van der Vegt.“Voor<br />
zware putten,heel erg diepe putten,of<br />
putten die over grote afstanden horizontaal<br />
worden geboord,is de Synergy<br />
niet geschikt. Je zult hem geen hogecapaciteitsputten<br />
zien boren op het<br />
Groningenveld of in onze ondergrondse<br />
gasbergingen. En als we in de toekomst<br />
weer gaan boren in het olieveld<br />
van Schoonebeek, waarvoor redelijk<br />
ondiepe putten nodig zijn, is de Synergy-toren<br />
zelfs te zwaar. Maar voor de<br />
bulk van de landputten van NAM is dit<br />
de ideale dimensie om slim en eenvoudig<br />
te werken.”<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 27
Shell in Nederland telt bijna<br />
elfduizend medewerkers.<br />
Wat doen ze? En wat<br />
hebben ze te vertellen?<br />
In aflevering 30 Steven de<br />
Bie van Shell International.<br />
Hij is werkzaam als adviseur<br />
van de afdeling Sustainable<br />
Development/HSE & Social<br />
Performance. De komende<br />
vijf jaar is hij ook bijzonder<br />
hoogleraar aan de<br />
Wageningen Universiteit<br />
met de leeropdracht:<br />
duurzaam gebruik van<br />
levende hulpbronnen.<br />
Naam<br />
Steven de Bie<br />
Leeftijd<br />
55<br />
In dienst<br />
1992<br />
Studie<br />
Biologie, Rijksuniversiteit Groningen;<br />
in Wageningen gepromoveerd op het<br />
proefschrift Wildlife Resources of<br />
the West African Savanna<br />
Functie<br />
Senior Environmental Advisor<br />
Locatie<br />
Den Haag<br />
Bijzonderheid<br />
Bijzonder hoogleraar Wageningen<br />
Universiteit<br />
28 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
DE MEDEWERKER<br />
“BIJDRAGEN AAN
OMWENTELING”<br />
Daags voor het interview<br />
had hij, op een<br />
vroege zondagmorgen,<br />
vier uur lang in alle<br />
stilte vanaf de trektelpost<br />
vogels geteld. Steven de Bie<br />
houdt dan daar de soorten trekvogels<br />
en hun aantallen nauwkeurig bij. Het<br />
afgelopen jaar turfden hij en zijn collega-vogelaars<br />
al meer dan honderdtien<br />
soorten bij de telpost in de<br />
omgeving van Zutphen.“Het tellen is<br />
een fascinerende bezigheid, zeker als<br />
we nieuwe soorten in Nederland ontdekken<br />
zoals de grote zilverreiger en<br />
de zeearend – nog even en dan gaat<br />
die zeearend hier broeden. De vraag<br />
is dan: hoe komt het dat sommige<br />
soorten verdwijnen en nieuwe opduiken?<br />
De veranderende omgeving is<br />
natuurlijk een van de oorzaken. Een<br />
andere zou eens te maken kunnen<br />
hebben met de gewijzigde genetische<br />
samenstelling van bepaalde soorten,<br />
waardoor zij nu wél in een andere<br />
omgeving kunnen leven.” De Bie zou<br />
daar als bioloog best eens onderzoek<br />
naar willen doen.<br />
Maar dat zal er voorlopig niet van<br />
komen. Ander interessant onderzoek<br />
wacht – in zijn hoedanigheid van bijzonder<br />
hoogleraar bij de Wageningen<br />
Universiteit is hij met vijf promovendi<br />
sinds 1 september van het vorige<br />
jaar bezig, als onderdeel van zijn<br />
Shell-werk, een aantal onderzoeken<br />
op te starten. Het duurzaam gebruik<br />
van levende hulpbronnen staat daarin<br />
centraal.<br />
Bij zijn Wageningse leeropdracht gaat<br />
het hem vooral om de ‘wilde’ flora en<br />
fauna, die dus van niemand zijn maar<br />
eigenlijk van ons allemaal. Deze planten,<br />
bomen en dieren worden<br />
bedreigd door onder meer overexploitatie,<br />
klimaatverandering, verstedelijking<br />
en ziektes. Hoe kun je een<br />
halt toeroepen aan deze destructieve<br />
ontwikkeling? Die vraag zal de<br />
komende vijf jaar ook terugkeren tijdens<br />
de colleges (twaalf per jaar en in<br />
één trimester) die De Bie zal geven<br />
aan de universiteit, waar hij in 1991<br />
zelf promoveerde.<br />
Geen leeuwen meer<br />
“Als je kijkt naar de grootste verstoorder<br />
in de natuur in de laatste decennia<br />
dan is dat de mens. Wij veranderen<br />
de biodiversiteit van ecosystemen<br />
door erin te werken, te jagen, te<br />
bouwen, noem maar op. Bijna steeds<br />
leidt dat tot verarming van de biodiversiteit.<br />
De biologische herstelreactie<br />
op deze stress is een kwestie van<br />
tijd, maar is die tijd er ook? We zullen<br />
vanuit de wetenschap een antwoord<br />
moeten bedenken op de vraag hoe<br />
de duurzaamheid van biodiversiteit<br />
te verlengen. Het maatschappelijke<br />
vizier zal gelijktijdig moeten worden<br />
gericht op het verstandig gebruiken<br />
van die levende hulpbronnen.”<br />
In het onderzoekswerk met de promovendi<br />
zal het accent liggen op het<br />
reactievermogen van een ecosysteem<br />
als een savanne of steppe op een eenmalige<br />
verstoring (houtkap, verontreiniging,<br />
terreingebruik). De kennis<br />
die daaruit voortkomt kan het inzicht<br />
verdiepen in het functioneren van<br />
verstoorde ecosystemen en vooral<br />
het herstel daarvan. De Bie licht toe:<br />
“De combinatie van deze kennis is de<br />
basis voor nieuwe mogelijkheden om<br />
het vraagstuk van het duurzaam<br />
gebruik van de biodiversiteit wetenschappelijk<br />
verder uit te bouwen en<br />
te verdiepen.”Deze aanpak is een van<br />
de manieren om het proces van achteruitgang<br />
van ecosystemen een halt<br />
toe te roepen. “Het verduurzamen<br />
van de natuurlijke hulpbronnen is<br />
toch één van de grote uitdagingen<br />
waarvoor overheden, het bedrijfsleven<br />
en lokale gemeenschappen zich<br />
zien geplaatst, en bevestigd in de<br />
internationale Conventie voor de Biologische<br />
Diversiteit”, aldus de bijzonder<br />
hoogleraar.“Als er straks bijvoorbeeld<br />
geen leeuwen meer zouden<br />
zijn – de mens kan best zonder dit<br />
vorstelijke roofdier – zegt dat <strong>veel</strong><br />
over hoe de mens omgaat met biodiversiteit!”<br />
Spitsbergen<br />
‘Duurzaamheid’ is geen begrip dat<br />
Steven de Bie op latere leeftijd pas<br />
heeft geadopteerd.Nee,Steven de Bie<br />
ís duurzaamheid. Het begrip past in<br />
zijn kijk op het leven, waarin respect<br />
voor anderen en oprechte belangstelling<br />
voor normen en waarden een<br />
maatschappelijke context hebben<br />
voor hem. Zijn studie biologie in<br />
1969 aan de Groninger rijksuniversiteit<br />
was in dat opzicht een logische<br />
stap. Dat hij zich vervolgens richtte<br />
op onderzoek naar de populatiedynamiek<br />
van rendieren op Spitsbergen<br />
was meer uit persoonlijke interesse.<br />
Na zijn studie deed De Bie een opleiding<br />
aan het ITC (International Trainings<br />
Centre) om zich te bekwamen<br />
in de analyse van landschappen en<br />
ecosystemen met behulp van ‘remote<br />
sensing’-technieken (luchtfoto’s en<br />
satellietbeelden).<br />
Als wildbioloog in een Malinees project<br />
kwam hij weer meer toe aan zijn<br />
beleving van duurzaamheid. Er werd<br />
in de tijd van de grote Sahel-droogte<br />
gewerkt aan het duurzaam gebruik<br />
van wild,als vervanging van vee.“Simpel<br />
gezegd levert onder bepaalde<br />
omstandigheden wild in de context<br />
van vlees en andere eiwitten meer op<br />
dan vee. In een tijd dat de omstandigheden<br />
slecht zijn, zoals bij droogte, is<br />
wild mits verstandig gebruikt een<br />
interessante optie voor de mens.”<br />
Na zijn terugkeer in Nederland compenseerde<br />
De Bie een periode van<br />
dreigende werkloosheid met een<br />
baan als zelfstandig technisch consulent.<br />
In 1987 lokte de wetenschap<br />
hem naar Wageningen waar hij met<br />
behulp van studenten tropische ecosystemen<br />
onderzocht, met name de<br />
daarin levende hoefdieren. Hij gaf<br />
ook colleges over onderwerpen die<br />
verband hielden met natuurbehoud<br />
in de tropen. ’s Avonds werkte De Bie<br />
aan de afronding van zijn promotieonderzoek,<br />
de ecologie van wildpopulaties<br />
in de West-Afrikaanse<br />
savanne.Hij was weer helemaal thuis.<br />
Waddenzee<br />
“En daarna kwam Shell. Het contact<br />
met het bedrijf liep via een environment<br />
impact assesment dat de Wageningen<br />
Universiteit voor Shell in<br />
Gabon uitvoerde – welk effect hebben<br />
de exploratieactiviteiten op de<br />
biologie ter plaatse? Ik kwam in<br />
dienst van Shell toen ik al de veertig<br />
was gepasseerd; dat vond ik wel bijzonder.<br />
Het werk gaf mij de mogelijkheid<br />
om bij te dragen aan duurzame<br />
ontwikkeling in de praktijk bij een<br />
bedrijf dat werkelijk de potentie<br />
heeft om een verschil te maken.”<br />
Via werkzaamheden voor onder andere<br />
Salym, Noord-Europees Rusland en<br />
Nigeria landde De Bie in 1995 bij de<br />
NAM in Assen, waar hij hoofd bij de<br />
afdeling Milieu werd.Weg uit het veld<br />
dus. Beviel dat? <strong>“Ik</strong> vond het een boeiende<br />
periode bij de NAM, en van<br />
groot belang om operationele ervaring<br />
op te doen. Er waren <strong>veel</strong> mogelijkheden<br />
om ondanks de managementfunctie<br />
praktisch aan de slag te<br />
gaan. In die tijd is er <strong>veel</strong> overleg met<br />
de overheid geweest over de gewijzigde,<br />
strengere wet- en regelgeving op<br />
milieugebied. In die tijd speelde ook<br />
nadrukkelijk de discussie over de<br />
Waddenzee. Ik moet zeggen dat in<br />
relatie tot de gaswinning uit de Waddenzee<br />
duurzame ontwikkeling zeker<br />
op de kaart is gezet.We spreken hier<br />
over raakvlakken tussen bedrijf en<br />
samenleving: in dit geval het zakelijke<br />
versus het landschappelijke.”<br />
TEKST: CASPAR VAN LOO<br />
FOTO: WILFRIED OVERWATER<br />
In de visie van De Bie houdt een<br />
duurzame oplossing met alle belangen<br />
rekening en kent daaraan vervolgens<br />
iets extra’s toe, een meerwaarde.<br />
<strong>“Ik</strong> denk dat Shell daar nog<br />
niet zo goed in is”, meent de bijzonder<br />
hoogleraar.“Shell is een technisch<br />
bedrijf,dat vooral technisch denkt.Ze<br />
is misschien wel een beetje bang<br />
voor de niet-technische kant van de<br />
zaken. Er zou nog meer met de rechterhersenhelft<br />
moeten worden<br />
gedacht: meer emotie, meer inleven.<br />
Bij de voorbereiding van een groot<br />
olie- en gasproject in een gevoelig<br />
gebied bijvoorbeeld zou Shell én<br />
eerst alle risico’s moeten inventariseren<br />
(inclusief die voor de biodiversiteit),<br />
én tegelijk dienen na te gaan<br />
welke belangen van ánderen in het<br />
geding zijn. Dat is geen nieuw evangelie<br />
in het bedrijf, maar een gedachte<br />
die uitgaat van het geïntegreerd<br />
managen van risico’s voor een duurzaam<br />
gebruik van het gebied. Kijken<br />
we bijvoorbeeld naar de Waddenzee<br />
dan wordt die uiteindelijke meerwaarde<br />
gevonden in onder het<br />
natuurgebied boren in plaats van er<br />
in.”<br />
Passie<br />
Het bijzonder hoogleraarschap van<br />
Steven de Bie wordt door Shell volledig<br />
gesteund – de interface tussen<br />
wetenschap en bedrijfsleven betekent<br />
<strong>veel</strong> en kan <strong>veel</strong> opleveren.<br />
“Voor mij is het een weg om mijn<br />
passie en motivatie voor beide bij<br />
elkaar te brengen. Er is bovendien<br />
een sterke relatie tussen mijn verantwoordelijkheden<br />
bij Shell en mijn<br />
leeropdracht. Ik kan de vergaarde<br />
wetenschappelijke inzichten meteen<br />
doorvertalen naar het beleid van<br />
Shell.”<br />
In zijn huidige werk als senior environmental<br />
advisor heeft hij <strong>veel</strong> te<br />
maken met de gevolgen van Shellactiviteiten<br />
op de (levende) omgeving.<br />
Onderzoek, beleid en strategie<br />
van zijn afdeling moeten ervoor zorgen<br />
dat het bedrijf, op het grensvlak<br />
met de samenleving, de juiste keuzes<br />
maakt in zijn operaties.En dat zal niet<br />
altijd het geval zijn.“We werken aan<br />
het implementeren van een andere,<br />
op duurzaamheid geënte cultuur in<br />
het bedrijf. Zo’n proces vraagt tijd,<br />
durf en geduld, en duurt misschien<br />
wel generaties. Maar ik lever in ieder<br />
geval op mijn manier met <strong>veel</strong> liefde<br />
een bijdrage aan de omwenteling.”<br />
SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 29
S H E L L A C T U E E L<br />
FORSE VERHOGING INVESTERINGEN<br />
Om de reservepositie uit te<br />
bouwen, de productie te verhogen,<br />
de sterke posities in<br />
de aardgasketen en in onconventionele<br />
olie uit te bouwen, en om de<br />
topplaats in downstream te versterken,<br />
voert Shell haar investeringsniveau<br />
fors op. Op 13 december<br />
maakte Chief Executive Jeroen van<br />
der Veer bekend dat de kapitaaluitgaven<br />
in 2006 naar ongeveer $19<br />
miljard zullen gaan. Daarvan is zo’n<br />
$15 miljard bestemd voor upstream.<br />
De belangrijkste punten uit het<br />
investeringsprogramma voor 2006<br />
zijn:<br />
• Voor de upstreamkant $15 mld,<br />
waar eerder als indicatie $11,5<br />
mld was aangegeven;<br />
• Binnen upstream gaat het<br />
exploratiebudget naar $2 mld<br />
(eerder genoemd $1,5 mld).<br />
• Naar de downstreamkant gaat<br />
ruim $4 mld, inplaats van $3,5<br />
mld.<br />
De kapitaaluitgaven in upstream zijn<br />
bedoeld om per eind 2009 13 miljard<br />
vaten olie-equivalent aan reserves<br />
ontsloten te hebben voor productie<br />
en om tegen het eind van<br />
2009 de definitieve investeringsbeslissing<br />
te kunnen nemen over projecten<br />
met een omvang van 5 miljard<br />
vaten o.e.<br />
Grote projecten in verschillende<br />
stadia van ontwikkeling zijn:<br />
• Bestaande olievelden en<br />
omvangrijke ‘nieuwe olie’:<br />
Salym (Rusland), Bonga en Ehra<br />
(Nigeria), Kashagan (Kazachstan),<br />
Deimos en Great White<br />
(VS, Golf van Mexico).<br />
• Geïntegreerde gasprojecten:<br />
Qatar LNG en Pearl GTL (eveneens<br />
Qatar), Nigeria LNG,<br />
Ormen Lange (Noorwegen) en<br />
exploratie-, productie- en LNGactiviteiten<br />
in Libië, Sachalin<br />
(Rusland) en Australië.<br />
BONGA BEGINT PRODUCTIE<br />
Honderdtwintig kilometer uit de kust, waar de oceaan ruim duizend<br />
meter diep is, produceert sinds eind november het drijvende productie-eiland<br />
Bonga olie en gas. Bonga is in zijn omvang (een 300.000 ton<br />
wegende romp met 22.000 ton installaties) en prijsklasse ($3,6 miljard voor<br />
het hele project) een zwaargewicht, passend bij de omvang van het olie- en<br />
gasveld dat wordt geproduceerd.<br />
De FPSO (Floating Production Storage and Offloading) Bonga zal zo snel als<br />
mogelijk haar productieplateau bereiken van 225.000 vaten olie en ruim vier<br />
miljoen kubieke meter gas per dag. Daarmee wordt de totale olieproductie<br />
van Nigeria met ongeveer tien procent uitgebreid.<br />
De olie wordt eerst opgeslagen in de romp van de Bonga FPSO (maximale<br />
inhoud twee miljoen vaten) waarna tankers de lading overnemen voor transport<br />
naar Europa en de VS. Het gas gaat met een 238 kilometer lange leiding<br />
naar de LNG-fabrieken op het eiland Bonny. Ook het vloeibaar gas heeft<br />
Europa en de VS als markt.<br />
30 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />
• Onconventionele olie: uitbreiding<br />
productiecapaciteit Athabasca-oliezanden<br />
(Canada).<br />
Van de verhoging in 2006 van de<br />
upstreaminvesteringen met ongeveer<br />
$3,5 miljard, is 55% toe te<br />
schrijven aan hogere uitgaven voor<br />
nieuwe projecten en exploratie,<br />
20% aan hogere uitgaven in<br />
bestaande velden en een kwart –<br />
iets minder dan $1 miljard – aan wat<br />
samengevat wordt met ‘prijsinflatie,<br />
veranderende wisselkoersen en<br />
hogere servicekosten, bijvoorbeeld<br />
de huur van boorinstallaties.”<br />
Het grootste deel van de investeringen<br />
in de upstreamsector, zo’n $10-<br />
11 miljard, gaat naar ‘groeiprojecten’,<br />
waarmee wordt bedoeld projecten<br />
die nu nog niet produceren,<br />
plus de uitbreiding van de activiteiten<br />
bij Sachalin en Athabasca. In<br />
deze bedragen zit ook ongeveer $2<br />
miljard voor de divisie Gas & Power<br />
(hoofdzakelijk LNG-projecten) en<br />
ongeveer $2 miljard voor exploratie<br />
naar nieuwe olie- en gasreservoirs.<br />
Aan de downstreamkant zet Shell<br />
haar beleid voort om de grootste<br />
aandacht te geven aan ‘operational<br />
excellence’, het verder integreren<br />
van de raffinage- en chemie-activiteiten<br />
en het uitbreiden van de aanwezigheid<br />
in groeimarkten, met<br />
name raffinage, bevoorrading en<br />
distributie, retail, zakelijke markten,<br />
smeermiddelen en chemie.<br />
De kapitaaluitgaven worden verdeeld<br />
over aantrekkelijke groeimogelijkheden<br />
en schone brandstoffen<br />
(samen ongeveer $1,7 miljard),<br />
alternatieve energiebronnen, technologie-infrastructuur,structuurwijzigingen<br />
en het op kwaliteitsniveau<br />
houden van de belangrijkste<br />
bezittingen, zoals raffinaderijen en<br />
chemische fabrieken.<br />
KORTE STAKING BIJ SHELL<br />
NEDERLAND<br />
Vier dagen actievoeren door werknemers op Pernis en Moerdijk<br />
waren genoeg om een akkoord te bereiken over een nieuwe<br />
pensioenregeling bij Shell in Nederland. En zoals dat gaat, gaf<br />
het akkoord beide partijen een min of meer tevreden gevoel.<br />
De directie realiseerde als belangrijkste punten een eind aan de tot nu<br />
toe geldende pensioenleeftijd van 60 jaar (werknemers kunnen voortaan<br />
kiezen wanneer ze tussen de 55 en 65 jaar met pensioen gaan,<br />
waarbij een volledige pensioenopbouw na 40 jaar arbeid tot stand<br />
komt inplaats van na 35 jaar) en een pensioenbijdrage van iedereen,<br />
waar nu de loongroepen tot ongeveer 60.000 euro geen premie hoefden<br />
betalen.Tot dit inkomen wordt de premie 2% van het loon.<br />
De werknemers haalden bij het akkoord betere overgangsregelingen<br />
binnen voor huidige medewerkers plus een flinke bedrijfsbijdrage<br />
(3% van het loon) in de levensloopregeling voor huidige en nieuwe<br />
werknemers. Huidige werknemers krijgen nog eens maximaal 5%<br />
voor de levensloopregeling mits ze daarvoor dan wel twee (van de<br />
huidige elf) ADV-dagen inleveren.<br />
ÉÉN ACCOUNTANT VOOR<br />
ROYAL DUTCH SHELL<br />
Het draagt bij aan vereenvoudiging en<br />
standaardisatie van processen, dus<br />
heeft Royal Dutch Shell gekozen<br />
voor één accountant om de boeken te<br />
doen. Tot nu toe was KPMG werkzaam<br />
voor de Koninklijke en Pricewaterhouse-<br />
Coopers voor Shell Transport. Na de unificatie<br />
tot Royal Dutch Shell is PricewaterhouseCoopers<br />
gekozen voor de wereldwijde<br />
auditing. PWC is op 7 november 2005<br />
met de klus begonnen.
Kijken in schilderijen<br />
Shell, Partner in Science van het Van Gogh Museum<br />
Met een scalpel een flintertje verf van het schilderij peuteren. De minuscule hoe<strong>veel</strong>heid verf is<br />
genoeg om onder de elektronenmicroscoop onderzoekers een kijkje te gunnen in de schilderijen<br />
van Vincent van Gogh. Op zoek naar aanknopingspunten voor conservering, restauratie en opslag.<br />
Om te voorkomen dat de schilderijen uiteindelijk verwelken als bloemen. Vanwege de beperkte onder-<br />
zoeksmogelijkheden binnen zijn restauratieatelier werkt het Van Gogh Museum samen met Shell en het<br />
Instituut Collectie Nederland, een onafhankelijk kennisinstituut voor beheer en behoud van roerend cultu-<br />
reel erfgoed. Als Partner in Science heeft Shell zich tot 2010 aan dit project met het Van Gogh Museum in<br />
Amsterdam verbonden.<br />
www.shell.nl<br />
www.vangoghmuseum.nl