07.07.2012 Views

“Ik merk veel positieve energie”

“Ik merk veel positieve energie”

“Ik merk veel positieve energie”

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

SHELL VENSTER<br />

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND B.V. • JANUARI / FEBRUARI 2006<br />

JEROEN VAN DER VEER<br />

KIJKT TERUG EN VOORUIT<br />

<strong>“Ik</strong> <strong>merk</strong> <strong>veel</strong><br />

<strong>positieve</strong> <strong>energie”</strong><br />

DE MENS EIST VERANDERING, BIJ DE BUREN<br />

VERMOGENSBEHEER PENSIOENFONDSEN VANUIT RIJSWIJK<br />

PENSIOEN MET 55? MISSCHIEN NIET ZO’N GEZOND IDEE!<br />

TECHNIEK WORDT WEER HOOFDDOEL BIJ SHELL<br />

NIEUWE BOORTECHNIEK: KLEIN MAAR DAPPER


V O O R W O O R D<br />

Een piek in olie of in angst?<br />

Met de bekende zachtzinnigheid die vooral gereserveerd is voor de voorpagina, had het<br />

Duitse blad Stern afgelopen najaar weinig woorden nodig: “Die Erdöl-Lüge, Warum die Konzerne<br />

die Wahrheit verschweigen.” Zelfs studiehuisleerlingen zonder Duits in het pakket<br />

moeten dit alarmsignaal kunnen begrijpen.<br />

Binnenin het zo<strong>veel</strong>ste verhaal over een gelovige in de theorie van ‘Peak Oil’, die zegt dat<br />

op zeer afzienbare termijn, over zo’n jaar of tien, de wereldolieproductie op haar top is waarna<br />

een woeste prijsslag gaat losbreken omdat de wereldvraag naar energie doorstijgt en dus<br />

botst op een gelimiteerd aanbod.<br />

De echte gelovige in Peak Oil meent ook zeker te weten dat de olie-industrie volledig op de<br />

hoogte is van de aanstaande klap, maar hierover zwijgt in een groot complot, waarin ook<br />

het IEA betrokken is. Wat het voordeel van dit zwijgen voor oliemaatschappijen zou kunnen<br />

zijn, wordt ook bij wat langer nadenken niet duidelijk, maar zij zijn van oudsher al van zo<strong>veel</strong><br />

complotten beschuldigd dat deze er ook nog wel bij past.<br />

Zoals vaker dekt de kop het verhaal niet helemaal; want niet de olieconcerns, aldus het<br />

Stern-verhaal, dat de mening weergeeft van de Britse ex-olie-industriemedewerker Colin<br />

Campbell (74), verzwijgen de aanstaande ramp, maar het zijn vooral de sjeiks, met name die<br />

uit Saoedi-Arabië. Zij hebben zo<strong>veel</strong> geld op Wall Street belegd dat ze zich geen beurscrash<br />

kunnen veroorloven. Dus strooien ze, aldus de exgeoloog<br />

bij BP en Texaco, voortdurend het<br />

sprookje rond dat de oliereserves nog heel erg<br />

groot zijn.<br />

Peak Oil heeft tal van aanhangers, met als oervader<br />

van alle piekolie-theoretici de (inmiddels overleden)<br />

Amerikaanse ex-Shell werknemer M. King<br />

Hubbert, de geofysicus die al in 1956 - achteraf<br />

correct - stelde dat de olieproductie in de Verenigde<br />

Staten in de eerste helft van de jaren<br />

zeventig haar top zou bereiken. Hij voorspelde<br />

toen ook dat de wereldolieproductie rond 2000<br />

zou pieken.<br />

Dit jaar is Peak Oil dus precies een halve eeuw<br />

oud, en in zijn theoretisch-filosofische basis vrijwel<br />

onveranderd: de wereld heeft geen grote nog<br />

te ontdekken olievelden meer; wat gevonden<br />

wordt is in feite ‘klein spul’, en de natuurlijke productiedaling<br />

uit bestaande velden zal binnenkort<br />

nog nauwelijks gecompenseerd kunnen worden<br />

door de extra opbrengsten van geavanceerde<br />

nieuwe winningstechnieken. Gelijktijdig loopt de<br />

vraag naar olie gestaag verder op. Het snijpunt waarop de vraag het aanbod inhaalt, is volgens<br />

mensen als Campbell nu zeer nabij en levert een ongehoorde prijsexplosie op en daardoor<br />

een economische noodremming op wereldschaal. Mits? Mits de wereld in een crashtempo<br />

haar afhankelijkheid van olie vermindert met dwingende reductiemaatregelen naar<br />

het model van het Kyoto-akkoord over CO2-emissies. Aldus de aanhangers van Peak Oil.<br />

En, volgen de oliemaatschappijen, sjeiks en het IEA deze raad op? Als er al sprake zou zijn<br />

van een complot, dan volhardt men daarin. Overal schakelt momenteel de investeringsmachine<br />

in een hogere versnelling: de ene na de andere oliemaatschappij, particulier en staatseigendom,<br />

meldt voor 2006 en later groeiende investeringen in met name Exploratie en Productie.<br />

Deels om ‘achterstallig onderhoud’ in te halen (de reserveproductiecapaciteit was<br />

inderdaad erg dun geworden als gevolg van onderinvesteringen in reactie op de lage prijzen<br />

aan het eind van de jaren negentig), deels ook om meer te gaan produceren aan onconventionele<br />

olie, zoals oliezanden en straks ook schalie.<br />

Er is daarbij geen angst voor een aanstaand acuut gebrek aan voorraden: volgens het IEA<br />

(het in Parijs gevestigde ‘administratiekantoor’ van de grote energiegebruikende landen) is<br />

er nog zo’n 4.500 miljard vaten voorraad (bij een wereldgebruik nu van ongeveer 30 mld<br />

vaten/jaar), waarin ongeveer 2.000 mld vaten olie zitten uit onconventionele reserves. Sjeiks<br />

en oliemaatschappijen onderstrepen allemaal deze relatief ruime getallen en trekken de<br />

beurs om de productie uit die voorraden op te voeren.<br />

In Nederland is recentelijk een ‘filiaal’ van de Peak Oil Beweging gestart; het eerste rapport<br />

is geschreven door een 20-jarige student. Het voordeel van zo’n leeftijd is de grote kans om<br />

zelfs meerdere keren mee te maken dat voorspellingen altijd sneuvelen in de confrontatie<br />

met de werkelijkheid.<br />

Piet de Wit<br />

Hoofdredacteur Shell Venster<br />

2 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

I N H O U D<br />

HET JAAR VAN ROYAL DUTCH SHELL Een nieuwe<br />

bedrijfsstructuur, een heldere strategie en betere uitkomsten.<br />

Maar Chief Executive Jeroen van der Veer erkent ook dat<br />

in 2005 nog niet alles even<br />

goed ging. PAGINA 4<br />

VERMOGENSBEHEER PENSIOENFONDSEN<br />

Alleen het Amerikaanse pensioenfonds van Shell blijft er buiten,<br />

maar de andere fondsen hebben hun vermogensbeheer gebundeld<br />

in Rijswijk: een pot van<br />

zo’n 35 miljard euro. PAGINA 14<br />

CHIEF SCIENTISTS DRAGEN TECHNIEKVLAG<br />

Met de benoeming van Chief Scientists als ambassadeurs en<br />

vlaggendragers van hun wetenschappelijke richting wil Shell<br />

ook uitdragen dat techniek<br />

een grotere rol bij haar krijgt.<br />

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND BV<br />

Adres Carel van Bylandtlaan 30, 2596 HR Den Haag. Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />

Telefoon: 070-377 87 00. Hoofdredactie Piet de Wit Vormgeving Toon Beekman<br />

(De Fabriek, Communicatie- advies & uitvoering) Medewerkers Wim Blom, Wouter<br />

Eenhorst, Oscar Hofman, Hanco Kolk, Zoltan Korai, Hans Lagendaal, Caspar van Loo, Pieter<br />

Nouwen. Druk Roto Smeets GrafiServices<br />

Gratis voor geïnteresseerden Shell Venster wordt verspreid onder geïnteresseerden in de<br />

activiteiten van Shell Nederland en Royal Dutch Shell. Het blad is gratis verkrijgbaar.<br />

Abonnementen kunnen of via onze fax (070-377 87 45) of e-mail-adres<br />

shellvenster@shell.com worden aangevraagd en via: Administratie Shell Venster<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag<br />

Tweemaandelijkse publicatie Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken<br />

van artikelen dient men toestemming van de redactie te vragen. In de meeste gevallen zal<br />

die graag worden gegeven.<br />

Benaming Shell-Maatschappijen Hoewel Shell-maatschappijen een eigen identiteit<br />

hebben, worden zij in deze publicatie soms gemakshalve met de collectieve benaming<br />

‘Shell’ of ‘Groep’ aangeduid in passages die betrekking hebben op maatschappijen van<br />

Royal Dutch Shell, of wanneer vermelding van de naam van de maatschappij(en) gevoeglijk<br />

achterwege kan blijven.<br />

COVER FOTOGRAFIE: ERNST BODE<br />

PAGINA 20<br />

KLEINE BOORTOREN, VOL KRACHT Nu de gemiddelde<br />

olie- en gasvelden steeds kleiner worden, is het belangrijk<br />

om de boorkosten te drukken. De NAM heeft daarvoor de<br />

hydraulisch gespierde Drill-<br />

Tech-toren ingezet. Klein, maar<br />

heel dapper. PAGINA 25<br />

EN VERDER Met een speciale aandeelhoudersvergadering<br />

waarop de Koninklijke werd opgeheven, werd de unificatie tot<br />

Royal Dutch Shell voltooid PAGINA 9. Filosofen Kinneging en Verbrugge<br />

praten over het schizofrene in de mens als het over<br />

milieugedrag gaat PAGINA 10. Duitse herders zijn dol op Shell - we<br />

hebben het over locomotieven PAGINA 17. Met 55 met pensioen?<br />

Dat blijkt niet zo gezond te zijn, leert een studie bij Shell PAGINA 18.<br />

Shell-medewerker Steven de Bie is ook hoogleraar in Wageningen<br />

PAGINA 23. Inspecteur Netjes, wereldberoemd misdaadspeurder, en<br />

toch geen politieke ambities PAGINA 31. En natuurlijk Shell Actueel,<br />

nieuwtjes uit Shell en de energiewereld. PAGINA’S 3, 23 en 30


VERDERE WINSTGROEI ONDANKS ORKAANSCHADE<br />

De bijzondere marktomstandigheden<br />

(hoge gas- en olieprijzen,<br />

hoge raffinagemarges)<br />

plus goede operationele resultaten<br />

hebben het Shell-resultaat over<br />

het derde kwartaal naar een recordhoogte<br />

gevoerd. Inclusief boekwinsten<br />

op voorraden en eenmalige<br />

baten (met name de verkoop van<br />

het Shell-aandeel in het transportbedrijf<br />

van de Gasunie in Nederland)<br />

kwam de aan aandeelhouders toerekenbare<br />

winst uit op $9,03 miljard,<br />

68% meer dan in het vergelijkbare<br />

kwartaal in 2004. Daarmee groeide<br />

de nettowinst over de eerste negen<br />

maanden van dit jaar tot $20,9 miljard,<br />

50% meer dan in 2004.<br />

Geschoond voor de boekwinsten op<br />

voorraden bedroeg de winst in het<br />

derde kwartaal $7,37 mld en $17,5<br />

mld over de eerste negen maanden.<br />

De bijzondere marktomstandigheden<br />

hadden ook hun effect op de kas-<br />

RAFFINAGERUIL<br />

ITALIË - FRANKRIJK<br />

Shell en Total ruilen belangen<br />

in twee raffinaderijen. Shell<br />

staat haar 20%-belang in de<br />

Italiaanse raffinaderij Pantano di<br />

Grano (verwerkingscapaciteit<br />

87.000 vaten ruwe olie per dag) af<br />

aan Total en neemt daarvoor het<br />

18%-belang van Total in de Franse<br />

raffinaderij Reichstett (78.000<br />

vaten/dag) over. Omdat Shell al<br />

aandeelhouder was in Reichstett<br />

groeit haar belang met deze ruil tot<br />

83%.<br />

stroom: uit bedrijfsactiviteiten werd<br />

voor de periode juli t/m september<br />

$6,65 mld gerealiseerd. Op 30 september<br />

telde Shell geldmiddelen en<br />

kasequivalenten tot een waarde van<br />

SAMENVATTING RESULTATEN<br />

S H E L L A C T U E E L<br />

$16 miljard tegen een kleine $4 mld<br />

een jaar eerder.<br />

De winst in het derde kwartaal werd<br />

gedrukt door orkaanschade in de<br />

Derde kwartaal Negen maanden<br />

2005 2004 $ miljoen 2005 2004<br />

9.032 5.371 Winst toerekenbaar aan aandeelhouders 20.943 13.969<br />

1.663 990 Voorraadeffecten olieproducten 3.398 1.594<br />

7.369 4.381 Resultaat op basis van geschatte actuele kosten 17.545 12.375<br />

4.105 3.548 Investeringen en exploratiekosten 11.480 10.090<br />

3.207 3.608 Upstreamproductie (duizend vaten olie-equivalent per dag) 3.523 3.749<br />

Segmentresultaten<br />

Golf van Mexico. Daardoor viel productie<br />

van olie en gas weg (door<br />

schade aan platforms) en lagen raffinaderijen<br />

een periode stil.Als gevolg<br />

van de orkanen daalde de olie- en<br />

gasproductie van Shell in het derde<br />

kwartaal wereldwijd tot 3,2 mln<br />

vaten olie-equivalent per dag tegen<br />

3,6 mln/dag een jaar eerder.<br />

Naar verwachting hebben de orkanen<br />

in het derde kwartaal voor een<br />

productie-uitval gezorgd van circa 15<br />

miljoen vaten olie-equivalent en in<br />

het vierde kwartaal van 18 mln<br />

vaten.<br />

In de raffinagesector miste Shell in<br />

het derde kwartaal de verwerking<br />

van zo’n 4,9 mln vaten en circa 4,5<br />

mln vaten in het vierde kwartaal.<br />

Het herstel van de orkaanschade<br />

vergt ongeveer $300 mln na belasting<br />

en vóór vergoeding door de verzekeraars.<br />

4.977 2.343 Exploratie en Productie 10.677 6.905<br />

556 354 Gas en Elektriciteit 1.043 1.210<br />

1.726 1.525 Olieproducten (geschatte actuele kosten) 5.634 4.254<br />

321 572 Chemie 1.029 1.168<br />

(211) (413) Overig (838) (1.162)<br />

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />

EERSTE SHELL-TANKSTATION IN INDONESIË<br />

Rob Routs, Group Executive Director Downstream (foto), was er helemaal<br />

voor naar Indonesië gevlogen, wat wel aangeeft dat er op de<br />

Lippo Karawaci Boulevard in Tanggerang meer aan de hand was dan<br />

de opening van ‘zomaar’ een nieuw tankstation. In deze voorstad van Jakarta<br />

vierde Shell de terugkeer naar een markt die 40 jaar geleden was verlaten<br />

toen de staatsmaatschappij Pertamina het alleenrecht kreeg brandstoffen te<br />

verkopen. Recentelijk is deze ‘public service obligation’ voor Pertamina echter<br />

opgeheven en Shell was op 31 oktober de eerste buitenlandse oliemaatschappij<br />

die daar gebruik van maakte.<br />

De Indonesische markt is in potentie een heel interessante, het land telt inmiddels<br />

ruim 220 miljoen inwoners en kent een gezonde economische groei.<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 3


TEKST: PIET DE WIT<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

Volgens Jeroen van der Veer zet de nieuwe structuur van Royal<br />

Dutch Shell een heldere strategie neer. <strong>“Ik</strong> zie betere resultaten,<br />

ook al ging niet alles even goed in 2005.” Hij ziet de top sneller<br />

werken, en weet dat dat het hele bedrijf inspireert.<br />

TEMPO MAKEN<br />

In 2005 ontstond het ‘Nieuwe Shell’, één bedrijf, één aandeel, één Board, één hoofdkantoor en Jeroen<br />

van der Veer in de rol van de ene Chief Executive. Hij kijkt terug en analyseert de betekenis van de verandering<br />

voor de toekomst. “Het gaat duidelijk beter, maar bescheidenheid blijft voorop staan, want niet<br />

alles is vorig jaar even goed gegaan.”<br />

Het was het eerste jaar met een<br />

eenhoofdige leiding. Royal<br />

Dutch Shell met een Chief Executive<br />

inplaats van een voorzitter<br />

van een op consensus gerichte<br />

meerhoofdige directiegroep. Is<br />

het systeem er al aan gewend?<br />

“Mensen vinden eenhoofdige leiding<br />

wel prettig, <strong>merk</strong> ik. Ze houden van<br />

de helderheid die het betekent. Ze<br />

hebben liever iemand aan de top die<br />

duidelijk vertelt wat de ideeën en<br />

plannen zijn dan een vertolker van<br />

een of ander consensuscompromis<br />

dat is uitgekookt door een hele groep<br />

mensen.”<br />

Is het ook leuk om als eenhoofdige<br />

leider te werken?<br />

“Het is vooral aantrekkelijk omdat<br />

het zo<strong>veel</strong> efficiënter werkt. Je kunt<br />

makkelijker zeggen ‘zo denk ik<br />

erover’. Het werkt <strong>veel</strong> prettiger met<br />

een team van vijf mensen aan de top<br />

omdat je sneller tot beslissingen<br />

komt.Als je kijkt naar de historie van<br />

Shell zie je dat wij vaak de eerste<br />

waren met de inspiratie en de<br />

gedachten, maar dat we het vervolgens<br />

te langzaam uitvoerden. Met de<br />

nieuwe structuur kunnen we tempo<br />

maken. En als de top sneller werkt,<br />

werkt dat ook inspirerend op de<br />

mensen daaronder.”<br />

Sneller beslissen, maar ook beter<br />

beslissen?<br />

“Ja.Want een ander belangrijk punt is<br />

dat we door de nieuwe structuur<br />

beter focus kunnen aanbrengen.<br />

Beter begrenzen wat je wel en niet<br />

doet, en vervolgens tempo maken<br />

met die dingen waar de focus op ligt.”<br />

Is een eenhoofdige leiding het<br />

allesgenezende wondermiddel?<br />

“Wij moeten ons blijven realiseren<br />

dat de sterkte van dit bedrijf de lokale<br />

invulling is. Dat was zo, en blijft zo.<br />

4 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

Daarom ook zoeken we altijd naar<br />

zo<strong>veel</strong> mogelijk mensen uit de landen<br />

waarin we werken. Dat brengt het<br />

element van bottom-up in je<br />

bestuursvorm. Maar te<strong>veel</strong> bottom-up<br />

kan niet; dan ga je te langzaam en<br />

raak je de focus kwijt. Vroeger heeft<br />

dat geleid tot situaties waarin we te<br />

kleine en te dure systemen en fabrieken<br />

bouwden op te<strong>veel</strong> plaatsen. Een<br />

bedrijf moet een goed evenwicht<br />

hebben tussen bottom-up en topdown.<br />

Dat laatste element is nu versterkt,<br />

waarbij het mijn taak en die<br />

van mijn collega’s in het Executive<br />

Committee is om goed na te denken<br />

over wat top-down moet worden<br />

gedaan.”<br />

Bij herhaling en met grote<br />

nadruk hebt u afgelopen jaar<br />

‘Enterprise First’ uitgedragen<br />

als de nieuwe interne bedrijfscultuur<br />

bij Shell. Is er al wat van<br />

te <strong>merk</strong>en?<br />

“Het begrip wordt <strong>veel</strong> gebruikt, ik<br />

hoor het overal, en is dus breed<br />

bekend. Enterprise First inplaats van<br />

een cultuur van Me First. Je mag overigens<br />

best voor jezelf blijven opkomen,<br />

maar je zet je eerst in voor het<br />

bedrijf. Dat zegt het begrip. Eerst het<br />

bedrijf en als gevolg daarvan kun je<br />

jezelf ontwikkelen.”<br />

Maar nog het voorbije voorjaar<br />

moest u intern even flink de stem<br />

verheffen om mensen ervan te<br />

overtuigen dat Enterprise First<br />

serieus is, bijvoorbeeld met het<br />

element dat mensen voortaan langer<br />

in hun baan moeten blijven.<br />

<strong>“Ik</strong> heb gezegd dat ik daar nog <strong>veel</strong> te<br />

weinig van <strong>merk</strong>te. Ik heb de mensen<br />

toen gevraagd:‘Bent u doof of eigenwijs?’<br />

Daar heb ik <strong>veel</strong> reacties op<br />

gehad, maar het heeft geholpen. Hierbij<br />

is eenhoofdig leiderschap heel<br />

effectief.”<br />

“Langer in je baan zitten is zeer essentieel.<br />

Een probleem uit het verleden<br />

bij Shell is dat mensen net lang<br />

genoeg in een baan zaten om een<br />

plan te maken en dat briljant te presenteren,<br />

waarna de uitvoering echter<br />

aan iemand anders toeviel omdat<br />

ze zelf alweer naar een nieuwe baan<br />

waren vertrokken. Het gaat er om<br />

hoe een plan wordt uitgevoerd, niet<br />

hoe het wordt verkocht. Als mensen<br />

langer in banen zitten, zie je vanzelf<br />

wie de betere en de slechtere uitvoerders<br />

zijn.”<br />

Een jaar geleden zei u dat de<br />

dag zou komen waarop het<br />

‘stoute jongetje’ Shell weer in de<br />

klas mocht komen omdat hij<br />

voor straf nu wel lang genoeg<br />

op de gang had gestaan. Is dat<br />

al gebeurd?<br />

“Nog steeds geldt dat je een reputatie<br />

niet terugkrijgt omdat je zegt dat je je<br />

best gaat doen. We zijn terug. En om<br />

de metafoor te volgen, het jongetje<br />

laat zien dat hij heel hard werkt. Maar<br />

nu wil iedereen zien wat dat harde<br />

werken oplevert.”<br />

En? Levert het al wat op?<br />

<strong>“Ik</strong> <strong>merk</strong> <strong>veel</strong> <strong>positieve</strong> energie, en ik<br />

krijg ook een <strong>positieve</strong> feedback, van<br />

buiten en van binnen. Het gaat duidelijk<br />

beter, kijk bijvoorbeeld naar de<br />

resultaten over de eerste drie kwartalen,<br />

maar bescheidenheid blijft voorop<br />

staan, want bepaald niet alles is<br />

vorig jaar even goed gegaan.”<br />

En daarom blijft de ontwikkeling<br />

van de beurskoers nog steeds<br />

achter bij die van de concurrenten?<br />

“De beurskoers is een resultante van<br />

performance, vooruitzichten en de<br />

geloofwaardigheid van het leiderschap.<br />

Maar ook van portfolioverschillen.<br />

Sommige producenten profi-<br />

teren meer van hogere olie- en gasprijzen<br />

omdat zij <strong>veel</strong> meer van de<br />

upside meekrijgen dan wij. Als je in<br />

de Verenigde Staten produceert, is<br />

<strong>veel</strong> van de extra opbrengst bij hoge<br />

prijzen voor het bedrijf. Maar Shell<br />

werkt relatief <strong>veel</strong> in gebieden waar<br />

de overheid het overgrote deel ontvangt<br />

van de hogere prijs, bijvoorbeeld<br />

Nigeria. Ik denk dat we dit jaar<br />

goede vooruitgang hebben geboekt,<br />

maar dat we meer moeten doen om<br />

het vertrouwen van de financiële<br />

markten te versterken.”<br />

Nog plannen om op korte termijn<br />

de beurskoers op te krikken?<br />

“Dat is een dubbele denkfout. Ten<br />

eerste is een beurskoers een gevolg<br />

van, en valt dus niet ‘op te krikken’.<br />

De markt bepaalt de beurswaarde.<br />

Ten tweede bestaat ‘korte termijn’<br />

niet in de olie- en gasindustrie, het<br />

gaat altijd om lange-termijnprojecten.<br />

Vaak duurt het vele jaren voordat duidelijk<br />

wordt of een investering inderdaad<br />

oplevert wat je ervan had verwacht.<br />

Goed investeren, goed opereren,<br />

dienstbaar zijn aan je klanten, op<br />

de kosten letten, dat alles leidt uiteindelijk<br />

tot een beurskoers. Je moet je<br />

niet gek laten maken door kwartaaldenken,<br />

integendeel zelfs.”<br />

Toch, de unificatie van de<br />

Koninklijke en Shell Transport<br />

vorig jaar tot Royal Dutch Shell,<br />

kwam er mede op aandringen<br />

vanuit de markt. Men eiste<br />

onder andere eenhoofdig leiderschap,<br />

en heeft dat gekregen.<br />

Maar nogmaals, in de koersontwikkeling<br />

is dat nog niet<br />

beloond.<br />

“Wij hebben nu één bedrijf, één aandeel,<br />

één hoofdkantoor en één Chief<br />

Executive, dat is helder, eenvoudig en<br />

efficiënt. Maar het zijn slechts midde-


“Het gaat er om hoe een plan<br />

wordt uitgevoerd, niet hoe het<br />

wordt verkocht. Als mensen<br />

langer in banen zitten, zie je<br />

vanzelf wie de betere en de<br />

slechtere uitvoerders zijn.”<br />

len die je in staat moeten stellen om<br />

betere resultaten te behalen. Die<br />

resultaten wil men zien, en daar gaat<br />

een beurskoers dan op reageren. De<br />

unificatie is absoluut zinvol geweest,<br />

anders hadden we die middelen om<br />

beter te kunnen presteren nu niet<br />

gehad.”<br />

Of is die terughoudende koersontwikkeling<br />

een reactie van de<br />

beurs omdat Shell relatief weinig<br />

eigen aandelen inkoopt?<br />

“Als dit verhaal wordt gepubliceerd,<br />

zitten we denk ik op zo’n $15 miljard<br />

die we over 2005 hebben uitgekeerd<br />

aan aandeelhouders. Een historisch<br />

record voor ons. Het is de optelsom<br />

van dividend en van de inkoop<br />

van eigen aandelen. Bovendien komt<br />

daar bovenop een bedrag voor de<br />

inkoop van de resterende aandelen<br />

Koninklijke.”<br />

2005 was niet alleen het jaar<br />

van de unificatie, maar ook van<br />

de onverwachte aankondiging<br />

dat het grote Russische gas- en<br />

olieproject Sakhalin gevoelig<br />

duurder gaat worden. Hoe is<br />

dat nu toch mogelijk?<br />

“Laat me beginnen te zeggen dat Sakhalin<br />

een belangrijk bezit is voor ons<br />

bedrijf en een aantrekkelijk project<br />

blijft. Maar het is ook duidelijk dat we<br />

het project in de beginfase niet zo<br />

goed hebben uitgevoerd. Door een<br />

combinatie van factoren. Zoals een<br />

onderschatting van het frontier<br />

karakter van het project, het is onbetreden<br />

gebied. Ook zijn er additionele<br />

milieu-eisen gesteld, de geologische<br />

structuur van de bodem pakte<br />

ingewikkelder uit dan we dachten, de<br />

staalprijzen zijn enorm gestegen en<br />

overal ter wereld zijn contractors<br />

<strong>veel</strong> duurder geworden.Maar wij hadden<br />

ook de voorbereiding beter kunnen<br />

doen en we hadden meer<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 5


“‘More upstream and profitable downstream’.<br />

Het beste gereedschap om die strategie<br />

in te vullen vormen technologie en innovatie,<br />

en in ons geval ook excellent<br />

projectmanagement.”<br />

6 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

‘onvoorziene uitgaven’ in het plan<br />

moeten opnemen.”<br />

Zijn er wat betreft de oorzaak<br />

van de kostenoverschrijding<br />

parallellen te trekken met de<br />

reservekwestie?<br />

“Als we een betere professionele<br />

voorbereiding en beter projectmanagement<br />

hadden gehad - en dan<br />

kom ik terug op dat element van langer<br />

in je baan zitten - met ook duidelijker<br />

gedefinieerde aansprakelijkheden,<br />

dan zou een deel van de overschrijding<br />

niet zijn opgetreden.”<br />

Bij zo’n groot project, dat al<br />

zo<strong>veel</strong> jaren loopt, hadden toch<br />

<strong>veel</strong> eerder signalen naar de top<br />

moeten gaan dat er een enorme<br />

kostenoverschrijding stond aan<br />

te komen?<br />

“Er waren signalen, maar niet voor de<br />

volle omvang. De eerste aanname<br />

was dat het olie- en LNG-project $10<br />

miljard zou kosten. Al vrij snel hebben<br />

wij toen gezegd dat het meer zou<br />

worden. De harde verrassing was dat<br />

het zó<strong>veel</strong> meer is.”<br />

Maar hoe nu verder? Kan het<br />

project voor die $20 miljard of<br />

misschien minder worden opgeleverd?<br />

“Er worden nu allerlei analyses<br />

gemaakt die worden doorgesproken<br />

met de Russische overheid en de<br />

andere aandeelhouders. Het succesvol<br />

opleveren van dit project heeft<br />

vanzelfsprekend mijn grootste aandacht.<br />

We hebben diverse maatregelen<br />

genomen om de zaak in de hand<br />

te houden: beter contractmanagement<br />

en budget- en controlesystemen<br />

en er zijn extra managers en uitvoerders<br />

naar toe gebracht.”<br />

Is Sakhalin bij deze kostprijs<br />

nog wel een rendabel project?<br />

“Als je kijkt naar de zogeheten forward<br />

economics, dus de vraag hoe<strong>veel</strong><br />

geld je er nu nog aan moet uitgeven<br />

tegenover de verwachte verdiensten,<br />

dan is het nog steeds positief.<br />

Maar duidelijk minder positief. Hoe<br />

de economics precies komen te liggen<br />

over de hele levensduur van het<br />

project, zal de toekomst leren. Dat zal<br />

ook afhangen van de toekomstige<br />

olie- en gasprijzen.”<br />

Het is ook een grote tegenvaller<br />

voor de Russische overheid die<br />

minder inkomsten uit het project<br />

zal hebben dan waarop oorspronkelijk<br />

was gerekend.<br />

“De vraag die niemand kan beantwoorden,<br />

is of Sakhalin, als we vanaf<br />

het begin hadden geweten dat het<br />

project $20 miljard zou kosten, überhaupt<br />

ter hand genomen zou zijn. Als<br />

je antwoord op deze vraag nee<br />

geweest zou zijn, had de Russische<br />

overheid helemaal geen inkomsten<br />

gehad. En bij een ja ontstaan dezelfde<br />

inkomsten als bij een eerste begroting<br />

van direct $20 miljard. In elk<br />

geval geldt dat de olie- en gasprijzen<br />

nu <strong>veel</strong> hoger zijn dan ze aan het<br />

begin waren gedacht. Dit geeft aanzienlijke<br />

opbrengsten voor de Russische<br />

overheid.”<br />

Welke consequenties heeft het<br />

duurder worden van Sakhalin<br />

voor de voorgenomen ruilovereenkomst<br />

met Gazprom voor de<br />

helft van het Siberische gas- en<br />

condensaatveld Zapolyarnoye-<br />

Neocomian?<br />

“We willen een kwart deelname in<br />

Sakhalin voor Gazprom ruilen met de<br />

halve deelname door Shell in het<br />

tweede Zapo-veld. De afspraak is dat<br />

we gelijke waarden gaan ruilen. Het<br />

was al heel gecompliceerd om de<br />

waarde van beide bezittingen te vergelijken,<br />

maar nu Sakhalin zo<strong>veel</strong><br />

duurder is geworden, zullen de<br />

besprekingen wel lastig zijn. Ik heb<br />

het vertrouwen dat we ergens in<br />

2006 tot een <strong>positieve</strong> beslissing zullen<br />

komen.”<br />

De onthulling van de kostenoverschrijding<br />

van Sakhalin kwam<br />

maar luttele weken na het tekenen<br />

in Londen van de swap-overeenkomst<br />

met Gazprom. Het<br />

moet een licht ontredderd gevoel<br />

hebben gegeven.<br />

“Toen ik de overschrijding zag, besefte<br />

ik direct twee dingen. Ten eerste<br />

dat hij zó groot was dat ons dit een<br />

geweldig probleem op zou leveren,<br />

en ten tweede dat we het dus ook<br />

direct bekend moesten maken. Dat<br />

eisen de beursregels. Je kunt niet<br />

eerst bij iedereen langs gaan om rustig<br />

met een dik pakket slides toelichting<br />

te geven op het preciese hoe en<br />

waarom.Dat hebben we natuurlijk na<br />

de bekendmaking wel gedaan, we<br />

hebben alle stakeholders geïnformeerd<br />

en ze verteld hoe het is, niet<br />

positief en niet negatief gekleurd.<br />

Zonder opsmuk of emotie, anders<br />

heb je geen enkele kans op acceptatie.”<br />

Wat is het belang van die ruilovereenkomst<br />

tussen Shell en<br />

Gazprom?<br />

<strong>“Ik</strong> kan natuurlijk alleen praten over<br />

het strategisch belang voor Shell.Wij<br />

vinden het belangrijk om in Sakhalin<br />

een partner te hebben, Gazprom,<br />

waarin de Russische staat een belangrijke<br />

aandeelhouder is. De Russen<br />

zijn erg kien op het beheer van de


nationale grondstoffen, dat is gewoon<br />

een realiteit. En met zo’n indirecte<br />

staatsdeelname vragen ze in feite<br />

niets bijzonders, zo hebben we in<br />

Nederland ook altijd gewerkt met de<br />

Gasunie waarin de staat aandeelhouder<br />

is.Ten aanzien van Zapo geldt het<br />

omgekeerde; daar krijgen wij een<br />

deelname in een veld dat op lange<br />

termijn belangrijk is voor de gasleveranties<br />

aan Europa. Het is een typisch<br />

voorbeeld van een beslissing die je<br />

nu neemt en waarvan je over tien of<br />

twintig jaar plezier hebt.”<br />

Een ander onderwerp: Shell<br />

moet weer een bedrijf worden<br />

met een hoog zelfscheppend<br />

niveau aan technologie en innovatie,<br />

hebt u bepaald. Om dat te<br />

benadrukken zijn er inmiddels<br />

Chief Scientists aangesteld,<br />

Shell-mensen die in hun wetenschappelijke<br />

disciplines ambassadeurs<br />

naar buiten en rolmodellen<br />

naar binnen zijn. Gaat<br />

daarmee de geldkraan nu wijd<br />

open voor R&D?<br />

“We hebben een heel heldere<br />

bedrijfsstrategie,‘More upstream and<br />

profitable downstream’. Het beste<br />

gereedschap om die strategie in te<br />

vullen vormen technologie en innovatie,<br />

en in ons geval ook excellent<br />

projectmanagement. We leveren op<br />

tal van plaatsen grote projecten op,<br />

binnen budget en op tijd; alleen<br />

horen we dat voor álle projecten te<br />

doen. Daarvoor ook hebben we<br />

inmiddels de Shell Project Academy<br />

opgericht, om mensen op topniveau<br />

te trainen in projectmanagement en<br />

voorbereiding van projecten. Dit<br />

gaan we nog uitbreiden met een<br />

Commercial Academy om betere<br />

voorstellen te kunnen maken voor<br />

bijvoorbeeld het binnenhalen van<br />

nieuwe exploratie- en productieconcessies.”<br />

<strong>“Ik</strong> heb intern aangekondigd dat we<br />

vanaf rond 2015 telkens zo’n tien<br />

‘mammoetprojecten’ tegelijk onder<br />

handen moeten hebben.Technologie<br />

en innovatie moeten helpen dat die<br />

pijplijn aan projecten gevuld wordt<br />

en blijft. Dat moet een enorme duw<br />

naar voren krijgen. Onze chief scientists<br />

moeten dat mede stimuleren. Ik<br />

ga twee maal per jaar met ze om de<br />

tafel zitten om te zien of we voldoende<br />

tempo blijven maken bij het creëren<br />

van ideeën.Technologie en innovaties<br />

zullen ons helpen onze operaties<br />

qua kwaliteit en opbrengst in het<br />

‘eerste kwartiel’ van de industrie te<br />

krijgen of te houden.”<br />

En dan zijn er ook het geld en<br />

de mensen om die ideeën te realiseren?<br />

“Het gaat er primair om of het goede<br />

ideeën zijn en of ze binnen onze strategie<br />

passen. Als dat het geval is,is het<br />

de taak van de leiding om de fondsen<br />

ervoor te vinden. Ik zet er dus geen<br />

financieel plafond op. Wij zoeken<br />

ideeën voor projecten in olie en gas,<br />

“De unificatie is absoluut<br />

zinvol geweest, anders<br />

hadden we de middelen om<br />

beter te kunnen presteren<br />

nu niet gehad.”<br />

conventioneel en onconventioneel,<br />

in downstream, in basischemie, in de<br />

technologie van kolenvergassing en<br />

we willen in elk geval één renewables-poot<br />

echt groot en rendabel van<br />

de grond krijgen.”<br />

Maar de mensen? Waar komen<br />

die vandaan? Wereldwijd wordt<br />

door alle oliemaatschappijen<br />

getrokken aan dezelfde technische<br />

mensen en in Europa en<br />

Noord-Amerika staat de ‘big<br />

crew change’ voor de deur, de<br />

massale pensionering en de<br />

opvolging van deze mensen.<br />

“Mensen zouden inderdaad wel eens<br />

een serieuze bottleneck kunnen worden.<br />

Iedereen roept dat de energiesector<br />

de investeringen fors moet verhogen,<br />

maar je loopt op een gegeven<br />

moment op tegen hoe goed je mensen<br />

zijn en hoe<strong>veel</strong> je ervan hebt. In de<br />

eerste negen maanden van 2005 heeft<br />

Shell zo’n duizend nieuwe technische<br />

mensen binnengehaald. Dat is heel<br />

mooi gedaan. Als begin.”<br />

Dus ook geen ‘boom and bust<br />

cycli’ meer in R&D bij Shell?<br />

<strong>“Ik</strong> heb uit mijn tijd bij chemie<br />

geleerd dat het beste beleid in investeringen<br />

en R&D is om die zo constant<br />

mogelijk te ontwikkelen. Volgens<br />

de theorie moet je meer uitgeven<br />

als de prijzen beroerd zijn, anticyclisch<br />

investeren. Dat is leuk voor<br />

de economiehandboeken, in de praktijk<br />

werkt het niet. Je bent naïef als je<br />

denkt de cyclus te kunnen voorspellen<br />

en verslaan. Een constante ontwikkeling<br />

is ook de beste manier om<br />

je mensen mee vast te houden. Dit is<br />

ook de bijdrage die het bedrijf kan<br />

leveren aan het principe dat mensen<br />

langer in hun baan moeten zitten.”<br />

‘Eén sterke renewables-poot’<br />

zegt u zojuist. Niet alles wat nu<br />

binnen Shell in deze sector in<br />

ontwikkeling is, zal het dus<br />

overleven. Betekent dat ook dat<br />

het bedrijf op de rem gaat trappen<br />

bij investeringen in renewables?<br />

<strong>“Ik</strong> heb me nooit zo comfortabel<br />

gevoeld met het noemen van concrete<br />

vijf-jaars investeringsplannen in<br />

renewables, zelfs al zitten we nog<br />

steeds in de buurt van die miljard dollar<br />

die we destijds noemden. Ik redeneer<br />

omgekeerd: niet eerst een<br />

bedrag noemen en dan daar projecten<br />

voor zoeken; ik wil dat we met<br />

projecten komen die leiden tot een<br />

renewable-poot die groot kan worden<br />

omdat hij economisch op eigen<br />

benen kan staan. En ‘één poot’? Nou,<br />

twee misschien, als die poten het elk<br />

in zich hebben om sterk te worden.”<br />

En die kunnen bestaan zonder<br />

subsidies? Of is Shell bereid om<br />

een renewable-poot te kiezen die<br />

blijvend aan het subsidie-infuus<br />

moet liggen?<br />

“Zonder blijvende subsidies. De<br />

markt als ordeningssysteem werkt<br />

behoorlijk goed. Je kan via subsidiewegen<br />

wel een ontwikkeling versnellen,<br />

maar ik zet grote vraagtekens bij<br />

de lange-termijn levensvatbaarheid<br />

van iets dat alleen via subsidies kan<br />

bestaan. Een samenleving is in mijn<br />

ogen ook niet gebaat bij energiebronnen<br />

die niet op eigen benen in de<br />

markt kunnen staan.”<br />

Shell heeft zo vaak en met zo<strong>veel</strong><br />

passie verteld over haar investeringen<br />

in renewables, dat je je<br />

afvraagt of het moreel wel haalbaar<br />

is om op een dag toch een<br />

deel van die <strong>veel</strong>genoemde potten<br />

van het vuur te nemen?<br />

“Dat kan wel degelijk. Ook vanwege<br />

het uitgangspunt dat de samenleving<br />

gediend is bij renewables die groot<br />

worden omdat ze op eigen benen<br />

commercieel kunnen zijn. Het is zeer<br />

“Dat de olieprijs vanaf nu<br />

opeens op een constant<br />

niveau zou blijven, is een<br />

onjuiste gedachte.<br />

Maar terug naar $10 lijkt mij<br />

zeer onwaarschijnlijk.”<br />

verdedigbaar om díe potten van het<br />

vuur te halen die deze status niet<br />

bereiken.”<br />

“Vergeet overigens niet dat renewables<br />

op zich mooi zijn,maar als je een<br />

oplossing vindt voor de CO 2 -emissie,<br />

dat je dan ook ‘groen fossiel’ kunt<br />

maken. Daar zie ik een goede toekomst<br />

in. Mede daarom is bij Shell nu<br />

een ‘mr. CO 2 ’ benoemd. Een van zijn<br />

hoofdtaken wordt het om werkzame<br />

sequestratietechnieken voor CO 2 te<br />

ontwikkelen.”<br />

Een van de gevolgen van groeiende<br />

vraag naar olie en de huidige<br />

krapte in vrije productiecapaciteit,<br />

is een grotere aandacht<br />

voor de ontwikkeling van onconventionele<br />

olie, zoals het oliezandenproject<br />

van Shell in Canada.<br />

Maar de winning en verwerking<br />

daarvan betekent een groeiende<br />

CO 2 -emissie. Terwijl Shell<br />

beloofd heeft haar CO 2 -uitstoot<br />

te reduceren.<br />

“Dat zijn inderdaad ontwikkelingen<br />

die haaks op elkaar staan. Als de<br />

wereld meer energie wil, op een<br />

moment dat renewables nog <strong>veel</strong> te<br />

klein en te duur zijn, zal de extra olie<br />

vooral zware olie zijn, en dat betekent<br />

meer CO 2 . Het bedrijf dat in<br />

staat is om oplossingen te vinden<br />

voor CO 2 , verschaft zichzelf kansen<br />

op groei.Wij willen het denken over<br />

oplossingen versnellen. Een beproefd<br />

managementconcept is dan om er<br />

een heel senior persoon op te zetten,<br />

en dat hebben we inmiddels gedaan<br />

met de benoeming van onze ‘mr.<br />

CO 2 ’, Graeme Sweeney.”<br />

Hoe gaat het verder met de olieen<br />

gasprijzen? Zijn we aanbeland<br />

in een tijdvak met fundamenteel<br />

hogere prijzen, of is het<br />

een tijdelijke hik en kunnen we,<br />

net als in 1998, ook weer eens<br />

$10 voor een vat gaan betalen?<br />

<strong>“Ik</strong> heb net een hoofdstuk gelezen uit<br />

het eeuwboek van Shell dat in voorbereiding<br />

is, en zag daarin dat die<br />

vraag al in de eerste jaren van de vorige<br />

eeuw werd gesteld. De prijs blijft<br />

op en neer gaan. Dat de olieprijs<br />

vanaf nu opeens op een constant<br />

niveau zou blijven, is een onjuiste<br />

gedachte. Maar terug naar $10 lijkt<br />

mij zeer onwaarschijnlijk. Zelfs al zou<br />

het gebeuren, dan zal het absoluut<br />

niet duurzaam zijn omdat de kosten<br />

van het vinden en tot productie brengen<br />

van nieuwe olievelden stijgen, en<br />

voor <strong>veel</strong> gebieden nu al ruim boven<br />

die $10 per vat liggen. Bij prijzen in<br />

de buurt van $10 zouden <strong>veel</strong> nieuwe<br />

projecten direct stoppen, waarna een<br />

tekort ontstaat en de prijs snel weer<br />

omhoog gaat. De grote uitdaging aan<br />

ons bedrijf is om bij elke olieprijs<br />

goed te draaien.”<br />

Dat Shell geen overnames doet,<br />

mag worden gezien als bewijs<br />

dat wordt geloofd dat de huidige<br />

olieprijs naar beneden gaat?<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 7


“Het laat eerder zien dat we genoeg<br />

projecten in de pijplijn hebben die<br />

meer waarde creëren dan een grote<br />

acquisitie bij de huidige olieprijs.Wij<br />

kunnen momenteel betere dingen<br />

met ons geld doen dan grote bedrijven<br />

overnemen.”<br />

Een paar weken geleden heeft<br />

Shell aangekondigd dat haar<br />

investeringen in 2006 op zo’n<br />

$19 miljard uitkomen terwijl<br />

begin vorig jaar nog $15 miljard<br />

was gezegd. Waarom deze ‘grote<br />

sprong voorwaarts’?<br />

“Mede omdat we de laatste tijd<br />

behoorlijk succesvol zijn geweest<br />

met het verkrijgen van nieuwe deals.<br />

Denk aan Alaska,Algerije, Libië, Qatar<br />

en Saoedi-Arabië,en we kunnen weer<br />

lang vooruit in Brunei en Oman.<br />

Bovendien zijn we succesvol in het<br />

recruteren van de mensen die deze<br />

nieuwe projecten uit kunnen voeren.<br />

Dat zijn twee <strong>positieve</strong> dingen die de<br />

groei veroorzaken. Er is nog een<br />

derde, minder <strong>positieve</strong> factor, namelijk<br />

de forse prijsstijgingen bij contractors<br />

en van staal, pijpleidingen,<br />

turbines, compressoren, etc. Dat is<br />

het gevolg van de snel groeiende<br />

wereldeconomie in het algemeen en<br />

die van investeringen in de olie- en<br />

gassector in het bijzonder.”<br />

In de publieke opinie en politiek<br />

weerklinken soms complottheorieën;<br />

de oliemaatschappijen<br />

zouden helemaal geen zin hebben<br />

in groei van de investeringen<br />

omdat de krapte tot hoge<br />

marges leidt en dus tot hoge<br />

winsten.<br />

“Dat is echt niet waar. Zodra marges<br />

goed zijn duurt het maar even en dan<br />

komt de hele investeringsmachine<br />

weer op gang,op naar het nieuwe dal<br />

van de cyclus, zeg ik dan maar.Als ik<br />

alleen naar Shell kijk, zie ik een<br />

enorm snelle groei van de investeringen.<br />

In 2000 investeerden wij $8,5<br />

miljard en in 2006 zal dat dus zo’n<br />

$19 miljard worden.Wij kunnen echt<br />

niet sneller en we willen ook geen<br />

zigzagbeleid in onze investeringen.”<br />

Toch wordt in de Verenigde Staten<br />

in de politiek geroepen dat<br />

oliemaatschappijen een extra<br />

belasting opgelegd moeten krijgen<br />

over hun ‘overwinsten’, als<br />

‘straf’ voor te weinig groei in<br />

investeringen.<br />

<strong>“Ik</strong> hoop echt dat men eerst heel goed<br />

nadenkt. Mijn logica zegt dat als er<br />

krapte is in productie- en verwerkingscapaciteit<br />

het aantrekkelijk is om<br />

meer te investeren. Maar er is ook de<br />

logica dat als je meer belasting heft, er<br />

minder geld bij bedrijven achterblijft<br />

om te investeren. Zo’n Windfall Profits<br />

Tax remt de groei in investeringen<br />

inplaats dat het die bevordert.”<br />

Maar oliemaatschappijen, ook<br />

Shell, kopen gelijktijdig voor miljardenbedragen<br />

eigen aandelen<br />

8 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

“In 2000 investeerden wij<br />

$8,5 miljard en in 2006 zal dat<br />

zo’n $19 miljard worden.<br />

Wij kunnen echt<br />

niet sneller en we willen geen<br />

zigzagbeleid in onze<br />

investeringen.”<br />

in. Dat is extra geld voor aandeelhouders<br />

dat dus niet geïnvesteerd<br />

kan worden in capaciteitsgroei<br />

bij productie en raffinage.<br />

<strong>“Ik</strong> kan alleen herhalen dat het<br />

tempo waarin wij onze investeringen<br />

laten groeien gewoon niet hoger kan,<br />

het is al ongekend in de historie.Wij<br />

investeren per jaar ongeveer vijftien<br />

procent van ons hele kapitaal. Hoe<strong>veel</strong><br />

bedrijven of bedrijfstakken kennen<br />

dit soort getallen? Wij doen het<br />

maximale.”<br />

“Je moet de winst en de uitbetaling<br />

aan aandeelhouders ook relateren<br />

aan de omvang van je bedrijf. Onze<br />

omzet zal in 2005 ex-accijns etc. zo’n<br />

$300 miljard zijn.Kijk eens naar andere<br />

bedrijfstakken voor de verhouding<br />

tussen omzet en winst. Het Amerikaanse<br />

Business Week vergeleek de<br />

cijfers voor de eerste helft van 2005<br />

en toen stonden olie- en gasmaatschappijen<br />

op de vijftiende plaats.<br />

Banken, farmaceuten, softwarebedrijven<br />

en chipmakers scoorden het dubbele<br />

tot drievoudige aan winst per<br />

omgezette dollar.”<br />

Nu we toch over grote bedragen<br />

praten, aan het eind van het<br />

derde kwartaal 2005 zat er bij<br />

Shell zo’n $16 miljard in kas en<br />

bedroeg de gearing slechts 9,7<br />

procent tegen een zelfgewenst<br />

niveau van rond 20 procent.<br />

Waarom wordt zo’n enorm<br />

bedrag aangehouden, is het een<br />

soort ‘oorlogskas’?<br />

“Het is <strong>veel</strong> geld, maar is ook slechts<br />

enkele weken omzet. Voorts kent de<br />

olie- en gasindustrie hoge risico’s en<br />

grote schommelingen in de resultaten.<br />

Een sterke financiële balans is dus een<br />

noodzaak. Je moet daarom geen<br />

momentopnamen maken in deze sector,<br />

en zeker niet oordelen over de<br />

situatie op het moment van hoge prijzen.Gezien<br />

onze grote geplande investeringen<br />

en de onzekere olieprijs,is de<br />

sterke financiële positie van het<br />

bedrijf juist een kracht.”<br />

Wanneer gaan alle investeringen<br />

er voor zorgen dat de bewezen<br />

reserves van Shell weer op het<br />

niveau staan van voor de herclassificatie<br />

in begin 2004?<br />

“Wij hebben gezegd dat we 13 miljard<br />

vaten olie-equivalent gaan ontsluiten<br />

zodat ze uiteindelijk geteld<br />

kunnen worden als bewezen reserves.<br />

Maar dat gaat beetje bij beetje.<br />

Volgens de SEC-regels mag je bijvoorbeeld<br />

alleen bewezen reserves boeken<br />

op basis van redelijke zekerheid<br />

dat de volumes ook geproduceerd<br />

worden. Het boren van nieuwe putten<br />

in in productie zijnde velden zal<br />

vaak de hoe<strong>veel</strong>heid bewezen reserves<br />

laten groeien. Dus elke productieput<br />

in een bestaand veld voegt weer<br />

een beetje toe. Je kunt ook kijken<br />

naar onze verwachting van het productieprofiel.<br />

Ik heb gezegd dat we<br />

voor 2015 de ambitie hebben om tussen<br />

de 4,5 en 5 miljoen vaten olieequivalent<br />

per dag te produceren.<br />

Over de eerste drie kwartalen van<br />

2005 was dat 3,5 miljoen vaten olieequivalent<br />

per dag.Deze cijfers tonen<br />

dus hoge ambities aan. Als we dit alles<br />

voor elkaar krijgen, ziet de toekomst<br />

er goed uit voor het bedrijf.”<br />

Wat klopt er van het verhaal dat<br />

presentaties aan de Chief Executive<br />

en het Executive Committee<br />

niet langer mogen zijn dan<br />

vier velletjes tekst en een paar<br />

slides?<br />

“Zo strikt ligt het niet vast. Maar de<br />

algemene boodschap is wel ‘heel weinig<br />

tekst en slides’. Het ergste is een<br />

hele slideshow waar iemand eindeloos<br />

op geoefend heeft en waarna hij<br />

dan hoopvol staat te wachten tot wij<br />

allemaal stralend ‘ja’ zeggen. Zo mag<br />

het niet meer. Wij doen vooraf ons<br />

huiswerk, dus een uitputtende presentatie<br />

is niet nodig.Wat we wel willen<br />

is een discussie om alle plussen<br />

en minnen te begrijpen.”<br />

Is ook de drempel verhoogd van<br />

de projecten die de instemming<br />

nodig hebben van het Executive<br />

Committee?<br />

“Het niveau voor afzegening is flink<br />

opgetrokken. Enerzijds is er een versterking<br />

geweest van top-down<br />

beslissingen, maar ook hebben we de<br />

beslissingsruimte voor allerlei senior<br />

leiders verhoogd. Wij krijgen minder<br />

projecten onder ogen, waardoor we<br />

er wel diepgaander over kunnen<br />

nadenken en waardoor wij ook duidelijker<br />

aansprakelijk zijn voor de uitvoering<br />

van vooral de grote projecten.<br />

De focus op Project Excellence<br />

voor het hele bedrijf houdt dus niet<br />

op voor onze deur.”


Het was volgens Michiel<br />

Brandjes, company<br />

secretary Royal Dutch<br />

Shell, de grootste<br />

bedrijfsunificatie ooit<br />

uitgevoerd in de wereld. En de samenvoeging<br />

van de N.V. Koninklijke<br />

Nederlandsche Petroleum Maatschappij<br />

en The Shell Transport and Trading<br />

Company Limited tot Royal Dutch<br />

Shell plc zal waarschijnlijk ook altijd<br />

de grootste blijven,“Want er zijn geen<br />

grotere dual headers die nog kunnen<br />

besluiten om te unificeren”, aldus<br />

Brandjes. “Unilever heeft het in overweging<br />

gehad, maar is qua beurswaarde<br />

<strong>veel</strong> kleiner.”<br />

Brandjes is als company secretary van<br />

de Koninklijke zeer nauw betrokken<br />

geweest bij deze mega-operatie die<br />

enorm <strong>veel</strong> werk heeft gevergd, zeker<br />

ook van adviseurs en uitvoerders. Dus<br />

heeft de eenwording ook flink in de<br />

papieren gelopen. “De operatie heeft<br />

meer dan $115 miljoen gekost aan<br />

fees van investment bankers, accountants<br />

en advocatenkantoren en aan<br />

belastingen”, vertelt hij.<br />

Het startschot voor de unificatie-operatie<br />

viel in april 2004 en op 20 juli<br />

van dit jaar was de eerste handelsdag<br />

van het nieuwe beursfonds Royal<br />

Dutch Shell.<br />

Bescheiden bordje<br />

Vergeleken met de activiteiten die<br />

nodig waren om de Koninklijke en<br />

Shell Transport te unificeren en Royal<br />

Dutch Shell op te richten, was de handeling<br />

die op vrijdag 28 oktober werd<br />

verricht van een haast ontroerende<br />

eenvoud: Michiel Brandjes schroefde<br />

samen met zijn rechterhand in het unificatieproces,<br />

bedrijfsjuriste Josien<br />

Vegter,een bescheiden koperen naambordje<br />

op de gevel van het Haagse<br />

Shell-kantoor, ‘Royal Dutch Shell plc’.<br />

“Grote oorzaak, klein bordje”, stelde<br />

hij vast.<br />

Het naambordje is een verplichting<br />

opgelegd in de Engelse vennootschapswetgeving;<br />

op het hoofdkantoor<br />

van elke Engelse plc (public limited<br />

company) hoort een naambord te<br />

staan. En omdat Royal Dutch Shell een<br />

vennootschap is naar Engels recht,<br />

waarvan het hoofdkantoor is gevestigd<br />

in Nederland, staat het naambord<br />

nu aan de gevel van het kantoor aan<br />

de Haagse Carel van Bylandtlaan 30.<br />

Een beetje symboliek, want gekozen<br />

is voor het oudste kantoor van Shell,<br />

gebouwd in 1917, tien jaar nadat de<br />

Koninklijke en Shell Transport besloten<br />

te gaan samenwerken in de<br />

Koninklijke/Shell Groep.<br />

TEKST: HANS LAGENDAAL<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

Michiel Brandjes en Josien Vegter met<br />

het naambordje dat de officiële vestigingsplaats<br />

van het hoofdkantoor van<br />

Royal Dutch Shell aangeeft.<br />

De laatste hindernis<br />

Het opschroeven van dit kleine naambord<br />

was de op een na laatste hindernis<br />

in het unificatieproces.De allerlaatste<br />

barrage was het officieel opheffen<br />

van de Koninklijke. Dit werd noodzakelijk<br />

door het feit dat niet de volle<br />

honderd procent van de aandelen<br />

Koninklijke was aangemeld voor<br />

omruiling in aandelen Royal Dutch<br />

Shell. Michiel Brandjes. “Uiteindelijk<br />

was anderhalf procent van de aandelen<br />

Koninklijke niet aangemeld voor<br />

omwisseling. Een deel ervan zat bij<br />

mensen die het zijn vergeten,er zullen<br />

ook mensen zijn die niet eens weten<br />

dat ze aandelen Koninklijke in hun<br />

bezit hadden, maar de meerderheid<br />

van die anderhalf procent was in handen<br />

van een groep mensen die of te<br />

laat waren of zich verzetten vanwege<br />

een belastingheffing, met name Britse<br />

bezitters van aandelen Koninklijke.”<br />

Om de unificatie helemaal schoon af<br />

te ronden, koos het bedrijf voor de<br />

oplossing om de Koninklijke te fuseren<br />

met Shell Petroleum N.V. Voor<br />

deze structuurwijziging onder Royal<br />

Dutch Shell werd op 16 december een<br />

buitengewone aandeelhoudersvergadering<br />

belegd met als voornaamste<br />

agendapunt die fusie.Vrijwel unaniem<br />

werden alle agendapunten goedgekeurd<br />

waardoor op 21 december de<br />

fusie formeel een feit werd. De bezitters<br />

van een aandeel Koninklijke konden<br />

daarna kiezen uit loan notes die<br />

inwisselbaar zijn in aandelen Royal<br />

Dutch Shell, of een betaling van 52,21<br />

euro per aandeel.<br />

In een later stadium zal de Ondernemingskamer<br />

nog oordelen of de uitkoop<br />

van minderheidsaandeelhouders<br />

in het kader van een fusie geoorloofd<br />

is, en of in het geval van Koninklijnke<br />

en Shell Petroleum de betaalde vergoeding<br />

op een redelijke manier is<br />

vastgesteld. Maar dit heeft geen consequenties<br />

meer voor de fusie.<br />

Zo werd eind december 2005 ook de<br />

allerlaatste stap gezet van de unificatieprocedure.<br />

Er is nu één aandeel,<br />

Royal Dutch Shell, dat vanwege verschillen<br />

in dividendbelasting tussen<br />

Nederland en de rest van de wereld,<br />

dan nog wel op de beurs verhandeld<br />

wordt in een A- en een B-uitvoering.<br />

De A-aandelen zijn de voormalige<br />

Koninklijke-aandelen, de ‘B’s’ zijn ontstaan<br />

uit omruiling van oude aandelen<br />

Shell Transport. Als Royal Dutch Shell<br />

eigen aandelen inkoopt en daarna<br />

intrekt, zullen het uitsluitend A-aandelen<br />

zijn.<br />

Heeft Michiel Brandjes een trots<br />

gevoel nu de hele operatie dan eindelijk<br />

is afgerond? “Trots voel ik me er<br />

niet bij, wel is er het goede gevoel dat<br />

het dan af is en het bevoorrechte<br />

gevoel dat ik er aan heb mogen meewerken.”<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 9


DE MENS MOET<br />

VERANDEREN,<br />

DE BUREN EERST<br />

Zeven op de tien Europeanen vrezen dat pas een wereldwijde milieuramp<br />

burgers en overheden daadwerkelijk in actie laat komen. Tweederde denkt<br />

echter ook dat de wereld over vijftig jaar nog leefbaar is, mits we nu actie<br />

ondernemen. Dat zijn resultaten van een Europese online enquête die<br />

onderzoekbureau TNS in maart uitvoerde in zes Europese landen, waaronder<br />

Nederland. Maar gelijktijdig zou bijna een kwart van de Nederlanders<br />

graag in een Sports Utility Vehicle rijden als ze daar het geld voor hadden,<br />

peilde TNS NIPO. Volgens het blad Autoweek stijgt het marktaandeel van<br />

SUV’s dit jaar naar 5 procent, tegen 4 procent in 2004. Terwijl TNO toch<br />

vaststelt dat SUV’s het milieu zwaarder belasten dan andere auto’s.<br />

Motorrijders trekken<br />

er graag in het weekend<br />

op uit; hun aantal<br />

is de afgelopen<br />

jaren gestaag toegenomen<br />

en bedraagt nu meer dan een<br />

half miljoen. Sterk stijgt ook het aantal<br />

mensen dat het vliegtuig neemt,<br />

niet het minst voor een weekend<br />

shoppen in Londen of Rome. Zo zijn<br />

er meer voorbeelden te geven van<br />

wat wel ‘recreatief – of volgens anderen<br />

‘nutteloos’ – energieverbruik’<br />

wordt genoemd.<br />

In het algemeen gesproken tonen<br />

mensen individueel weinig animo het<br />

milieu minder te belasten.Tegelijkertijd<br />

heerst breed het gevoel – zie de<br />

TNS-enquête – dat maatregelen voor<br />

milieubehoud onontbeerlijk zijn om<br />

de wereld leefbaar te houden. Mits<br />

die maatregelen allereerst de buren<br />

betreffen.<br />

Waar toch komt het verschil vandaan<br />

tussen doen en denken bij energiegebruik?<br />

De visie daarop van twee mensen<br />

die zich hebben verdiept in de<br />

morele betrekkingen tussen individuele<br />

burgers en de samenleving.<br />

De eerste is Andreas Kinneging<br />

(1962), hoogleraar rechtsfilosofie<br />

aan de faculteit der rechtsgeleerdheid<br />

van de Universiteit van Leiden.<br />

Hij promoveerde op het proefschrift<br />

Aristocracy, Antiquity and History -<br />

An Essay on Classicism in Political<br />

Thought. Dit jaar riep hij <strong>veel</strong> reacties<br />

op met zijn boek Geografie van<br />

goed en kwaad.<br />

TEKST: PIETER NOUWEN<br />

ILLUSTRATIE: ZOLTAN KORAI<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

De tweede is Ad Verbrugge (1967),<br />

universitair hoofddocent in de sociaal-culturele<br />

wijsbegeerte aan de<br />

faculteit wijsbegeerte van de Vrije<br />

Universiteit. Zijn kritische proefschrift<br />

over Heidegger heeft De verwaarlozing<br />

van het zijnde als titel.<br />

Zijn boek Tijd van Onbehagen is<br />

inmiddels toe aan een vijfde druk.<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 11


ANDREAS KINNEGING:<br />

“DE MENS IS EEN<br />

PROBLEEMOPLOSSEND DIER”<br />

“Laat ik vooropstellen dat ik me<br />

beschouw als een amateur op milieugebied<br />

in die zin, dat ik zeker geen<br />

specialist ben maar wel een liefhebber”,<br />

begint Andreas Kinneging zijn<br />

antwoord op de inleidende vraag hoe<br />

groot en acuut hij het mondiale<br />

milieuprobleem acht.<br />

“Wat me al jaren opvalt”, zegt hij vervolgens,“is<br />

de betrekkelijk grote mate<br />

van politiek partizanendom in de<br />

milieudiscussie. Daardoor krijg ik<br />

vaak het gevoel dat de argumenten<br />

van de milieusceptici, die menen dat<br />

het milieu op punten vooruitgaat,<br />

niet serieus worden genomen. Ik<br />

denk aan mensen als Julian Simon,<br />

Björn Lomborg en ook aan onze<br />

Nederlandse Huib van Heel, wiens<br />

recente boek helemaal geen aandacht<br />

heeft gekregen.”<br />

“Over het klimaat worden heel tegenstrijdige<br />

dingen gezegd. Ik kan niet<br />

beoordelen wie gelijk heeft, want de<br />

tegenstrijdigheid gaat heel ver:ze is al<br />

basaal waar het gaat om fact finding<br />

en neemt exponentieel toe bij de<br />

extrapolatie van de feiten. Ik vraag<br />

me af of er echt iets aan de hand is.<br />

De milieuproblemen lossen we grotendeels<br />

op, zoals we ook het probleem<br />

van de ziektekosten oplossen.”<br />

“Wat energie betreft is de zaak duidelijk:<br />

ooit raakt de olie op. En hoewel<br />

de voorspellingen over de vraag wanneer<br />

dat gebeurt zeer uit elkaar<br />

lopen, lijdt het geen twijfel dat we<br />

12 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

manicheïstische strijd tussen goed en<br />

kwaad aan de goede kant staan. Hun<br />

houding is een remplaçant voor religie.<br />

Dat verklaart ook hun reactie op<br />

de sceptici: dat zijn ongelovigen, ketters,<br />

die op de figuurlijke brandstapel<br />

moeten. Een dergelijke houding staat<br />

in de weg van een zakelijk debat, terwijl<br />

alleen dát tot een oplossing kan<br />

leiden.”<br />

Gevraagd naar zijn mening over de<br />

resultaten van de Europese TNSenquête<br />

zegt Kinneging:“Dat mensen<br />

dat vinden verbaast me niets, want<br />

dat is het enige verhaal dat ze via de<br />

media te horen krijgen. Het gaat hier<br />

niet om een beredeneerde opvatting,<br />

dus zeggen die uitkomsten me niet zo<br />

<strong>veel</strong>.”<br />

Over de tegenspraak tussen denken<br />

en doen <strong>merk</strong>t hij glimlachend op:<br />

“Het had me verbaasd als men consequent<br />

was geweest. Mensen willen<br />

een schone auto en tegelijk 200 kilometer<br />

per uur rijden.Ze willen lekker<br />

eten en toch slank blijven. Ze willen<br />

jong en aantrekkelijk blijven én oud<br />

en wijs worden. Het verbaast me ook<br />

niet dat de meeste mensen vinden<br />

dat er wel iets moet gebeuren, maar<br />

dat vooral anderen daarvoor moeten<br />

zorgen. Zo is de mens.”<br />

Beach Boys liberalisme<br />

De constatering dat deze menselijke<br />

houding een feit is, impliceert voor<br />

Kinneging niet dat ze ook moreel<br />

juist is.“Er dreigt in onze samenleving<br />

iets verloren te gaan en dat is de notie<br />

“Mensen willen een schone<br />

auto en tegelijk 200 kilometer<br />

per uur rijden.”<br />

ons uiterste best moeten doen om<br />

alternatieve bronnen te vinden. Als<br />

dat niet zou lukken, krijgen we een<br />

enorme reductie in welvaart en koopkracht<br />

en een politieke instabiliteit<br />

met het gevaar van Hitleriaanse<br />

regimes. Maar zo ver komt het denk<br />

ik niet, want ik geloof in de inventiviteit<br />

van mensen.‘De mens is een probleemoplossend<br />

dier’, zeg ik in een<br />

variant op Aristoteles.”<br />

Onbewust opportunisme<br />

Dan noemt Kinneging een van de<br />

belemmeringen voor het zoeken naar<br />

oplossingen.<strong>“Ik</strong> beschouw hysterie -<br />

en zeker milieuhysterie - als een<br />

gevaar,want angst is geen goede raadgever.<br />

Er zijn heel wat mensen die<br />

hun brood verdienen dankzij een<br />

doemverhaal; mensen bij Greenpeace,<br />

Milieudefensie, bij ministeries.<br />

Voor hen móet het fout gaan, anders<br />

hebben ze geen reden van bestaan<br />

meer. Dat is overigens vaak geen<br />

bewust, maar een onbewust opportunisme.Voor<br />

<strong>veel</strong> mensen emotioneert<br />

het hun levensvervulling wanneer ze<br />

ervan overtuigd zijn dat ze in een<br />

van rentmeesterschap. Dat is een<br />

samenwerkingscontract van opeenvolgende<br />

generaties dat inhoudt dat<br />

je niet kapot maakt wat je voorouders<br />

tot stand hebben gebracht en<br />

dat je iets doet voor de generaties die<br />

na je komen. Deze gedachte verdwijnt<br />

heel snel om plaats te maken<br />

voor die van Jefferson: ‘The earth<br />

belongs to the living.’ Laten we alles<br />

opmaken. Na ons de zondvloed. Die<br />

gedachte vormt ook een van de<br />

grondbeginselen van het liberalisme,<br />

dat is gericht op het eigen ‘ik’; op persoonlijk<br />

welzijn en genot.”<br />

“Het is een zeer verwerpelijke<br />

gedachte. Ze is tegengesteld aan de<br />

Grieks/Romeins/christelijke traditie,<br />

waarin het rentmeesterschap een<br />

grote rol speelt. De Romeinen vonden<br />

het concept van de ‘gens’ - de<br />

familie, de clan, het volk - belangrijk,<br />

inclusief de plicht het bezit van de<br />

gens ongeschonden door te geven<br />

aan de nakomelingen. Verder is ‘rentmeesterschap’,<br />

zoals bekend, ook een<br />

christelijk begrip. Als de notie daarvan<br />

uit onze samenleving verdwijnt,<br />

dan verdwijnt daarmee ook de zorg<br />

voor het milieu. Wat je vervolgens<br />

overhoudt is pure decadentie: ‘eet,<br />

drink, want het leven is kort en na<br />

ons de zondvloed’.Wat je dan krijgt is<br />

het macho-hedonisme van de SUV; is<br />

een Beach Boys liberalisme met een<br />

verenging van de geest en een verproletisering<br />

van de cultuur die eindigen<br />

in seks en geweld.”<br />

Poneert Kinneging hier toch niet de<br />

noodzaak van enigerlei religieus<br />

besef voor het overeind houden van<br />

zowel een redelijke samenleving als<br />

het milieu? En dat, terwijl hij de<br />

milieubeweging eerder haar ‘religiositeit’<br />

verweet?<br />

“In navolging van Tocqueville”, antwoordt<br />

hij,“vind ik religie erg belangrijk<br />

voor een samenleving. Waar ik<br />

bezwaar tegen maak is wanneer<br />

milieuzorg een vorm van religieus<br />

fanatisme wordt, want dan tellen de<br />

feiten niet meer.”<br />

Na een korte pauze gaat hij verder:<br />

“Het Beach Boys liberalisme en het<br />

milieufundamentalisme zijn verschijningsvormen<br />

van twee heel oude<br />

gevaren: het nihilisme en het religieuze<br />

fundamentalisme. Daar moeten we<br />

al millennia tussen schipperen. De<br />

vraag is welke van de twee ons het<br />

meest bedreigt. Nietzsche en Dostojevski<br />

hebben gewaarschuwd voor<br />

een volle ontplooiing van het nihilisme.Wat<br />

het religieuze fundamentalisme<br />

kan brengen weten we, waarbij<br />

we overigens niet moeten vergeten<br />

dat het ook een reactie is op het<br />

hedendaagse nihilistische hedonisme.”<br />

Geluk is innerlijke rust<br />

Kinneging ziet hoe het hedendaagse<br />

hedonisme er toe leidt dat mensen<br />

“<strong>veel</strong> te <strong>veel</strong>” aandacht besteden aan<br />

de groei van hun koopkracht. “Plato<br />

heeft al gezegd dat geluk daarin niet<br />

ligt, maar in innerlijke rust en harmonie.<br />

Maar als je als politicus een<br />

beleid zou voorstaan waardoor de<br />

koopkracht zou teruglopen, dan gaat<br />

je kop eraf.”<br />

Het lijkt dus niet waarschijnlijk dat<br />

overheden kunnen zorgen voor de<br />

mentaliteitsverandering die Andreas<br />

Kinneging nodig acht. Theoretisch<br />

zouden ze volgens hem kunnen streven<br />

naar een privatisering van delen<br />

van het milieu:“Als je bijvoorbeeld de<br />

zee en de binnenwateren zou privatiseren,<br />

dan zouden de vissers er zelf<br />

belang bij hebben overbevissing te<br />

voorkomen. Maar in de praktijk lijkt<br />

dat onmogelijk. Wel zal er een<br />

moment komen dat bedrijven ruime<br />

winst gaan maken op het ontwikkelen<br />

van alternatieve energiebronnen.<br />

Waar we zeker niet naar toe moeten,<br />

is een overheid die alles dichtregelt<br />

met wetgeving, want dat staat een<br />

oplossing alleen maar in de weg.<br />

Oplossingen vragen om creativiteit<br />

en zoals ik al zei, geloof ik in de creativiteit<br />

en in de wilskracht van mensen.”


AD VERBRUGGE:<br />

“HET LIJKT ALSOF WE<br />

VERDOOFD ZIJN”<br />

Aan het begin van het gesprek wil Ad<br />

Verbrugge net als Andreas Kinneging<br />

vaststellen dat hij geen milieu-expert<br />

is.“Bij het inschatten van de ernst van<br />

de situatie moet ik gebruik maken<br />

van empirische gegevens die door<br />

anderen worden aangeleverd. Als ik<br />

afga op de heersende opinie dreigt<br />

bijvoorbeeld het broeikaseffect een<br />

point of no return te bereiken, maar<br />

een minderheid maakt daar weer<br />

relativerende op<strong>merk</strong>ingen over. Dat<br />

maakt een inschatting er voor een<br />

buitenstaander niet gemakkelijker<br />

op.”<br />

“Wat we in ieder geval zien is dat de<br />

geciviliseerde mens enorme veranderingen<br />

in het natuurlijk leven teweegbrengt.<br />

Complete bossen worden<br />

gekapt, de biodiversiteit wordt ernstig<br />

aangetast; wij mensen leggen een<br />

enorm geweld aan de dag. Geweld zit<br />

uiteraard ook in de natuur met haar<br />

aardbevingen, vulkaanuitbarstingen<br />

en meteoorinslagen, maar er is in de<br />

geschiedenis van de aarde nooit een<br />

species geweest die zo’n enorme<br />

weerslag had op de natuurlijke ordening<br />

als de mens.De mens is blijkbaar<br />

een wezen met een titaans vermogen:<br />

hij heeft zelfs een atoombom -<br />

een kleine zon zogezegd - kunnen<br />

creëren.”<br />

Dat vermogen werd, zegt Verbrugge,<br />

vooral ontwikkeld in de Noordwest-<br />

Europese cultuur.“Je ziet het al in de<br />

Faustische ziel zoals Spengler die<br />

beschrijft; in het gevecht met de<br />

materie waarin wij al sinds de middeleeuwen<br />

verkeren. Uit dat alles naar<br />

de hand willen zetten, blijkt een<br />

ongehoorde wil tot macht. Het niet<br />

accepteren van grenzen dat daaraan<br />

“Het nare is natuurlijk dat je,<br />

wanneer de pleuris eenmaal is<br />

uitgebroken, niet <strong>veel</strong> meer<br />

kunt veranderen.”<br />

eigen is, blijkt ook uit de kruistochten,<br />

de ontdekkingsreizen en nu uit<br />

de ruimtereizen.Wat ik bedoel wordt<br />

samengevat in die prachtige openingszin<br />

van Star Trek - The Next<br />

Generation: ‘To boldly go where no<br />

one has gone before.’”<br />

Maximaliseren van geluk<br />

“De vraag is nu, of die titaanse krachten<br />

zó sterk zullen worden dat we<br />

daarmee de voedingsbodem wegslaan<br />

die ons leven als mensen - ik<br />

zeg dus niet ál het leven - mogelijk<br />

maakt. De verhalen over de doos van<br />

Pandora en het Prometheïsche vuur<br />

laten zien dat de mens de maten uit<br />

het oog kan laten verliezen en dat<br />

blind kan maken voor het feit dat hij<br />

is aangewezen op iets waarvan hij<br />

zelf bestaat. Na de oorlog was er de<br />

vrees voor de allesverwoestende<br />

kracht van de kernbom; vervolgens<br />

hebben de rapporten aan de Club<br />

van Rome erop gewezen dat destructie<br />

naast een directe, ook een geleidelijke<br />

vorm kan hebben.”<br />

“Toch begrijpen we de steeds verdere<br />

technische verandering van de<br />

wereld als vooruitgang tot heil van de<br />

mensheid. Ook dit idee is naar voren<br />

gekomen in het middeleeuwse Europa.<br />

Onder invloed van het christelijk<br />

heilsdenken, dat uitgaat van Christus’<br />

wederkomst op aarde, deelde Joachim<br />

van Floris de geschiedenis van<br />

de mensheid in drieën: het Rijk van<br />

de Vader, van de Zoon en van de Heilige<br />

Geest.Volgens Joachim leefde hij<br />

in het derde moment, waarin de volheid<br />

van Gods heil in de wereld werd<br />

verwerkelijkt.”<br />

“Deze driedeling keert vanaf de Verlichting<br />

terug in het bekende schema<br />

Oudheid, Middeleeuwen en Nieuwe<br />

Tijd en ook daarin was het derde<br />

moment er een van heil en ‘voleinding’.<br />

Gaandeweg ging het niet meer<br />

om een religieuze maar om een materialistisch<br />

opgevatte heilstoestand,<br />

die dankzij een wetenschappelijk,<br />

technisch en economisch bestel kon<br />

worden vervolmaakt.”<br />

“Het nutsdenken, het utilitarisme,<br />

wordt geken<strong>merk</strong>t door het kwantitatieve<br />

streven naar ‘the greatest happiness<br />

for the greatest number’; naar<br />

het maximaliseren van geluk en het<br />

minimaliseren van pijn. In economische<br />

context werd ‘geluk’ voornamelijk<br />

beschouwd als het kunnen genieten<br />

van zo <strong>veel</strong> mogelijk uitwendige<br />

goederen. Het is een opvatting van<br />

geluk die uiteindelijk heeft geleid tot<br />

bijvoorbeeld de toeristenindustrie,<br />

die nu een van de grootste takken<br />

van economische activiteit vormt en<br />

die het milieu enorm belast. Alles wat<br />

de wereld heeft te bieden is er<br />

omwille van jouw genot, waaraan<br />

principieel geen enkele grens is<br />

gesteld.”<br />

“Is dit ‘geluk’ interessant? Dat zou<br />

iemand als Aristoteles betwisten. Hij<br />

definieert ‘geluk’ als ‘het in werking<br />

zijn van de ziel krachtens een volkomen<br />

deugd’. Zoals een musicus in<br />

zijn element is als hij musiceert, zo is<br />

de mens volgens Aristoteles gelukkig<br />

als hij deugdelijk handelt.”<br />

Alsof we verdoofd zijn<br />

“Sinds de negentiende eeuw vinden<br />

we het vanzelfsprekend dat we een<br />

enorme hoe<strong>veel</strong>heid energie gebruiken<br />

om ons grenzeloos te verplaatsen<br />

in schepen, auto’s en vliegtuigen. Dat<br />

energiegebruik is in onze ontgrensde<br />

wereld gebruikelijk geworden. Tegelijk<br />

worden we nu op zijn minst<br />

geconfronteerd met de overduidelijke<br />

schade die we berokkenen aan talloze<br />

levensvormen.”<br />

“Dit dilemma vraagt om het zoeken<br />

naar een evenwicht, maar zijn we<br />

daartoe in staat? Weliswaar zijn de<br />

machines onze slaven, maar: de heer<br />

is ook afhankelijk van zijn slaven.<br />

Onze levensstijl is dermate afhanke-<br />

lijk van techniek en economische<br />

groei, en is zo overheersend geworden,<br />

dat je er met nationale overheidsmaatregelen<br />

of een lokale mentaliteitsomslag<br />

niet komt.Het gaat om<br />

een probleem dat de mensheid als<br />

geheel betreft.”<br />

“Het heeft me enorm verbaasd dat<br />

we - nu in het Westen al geruime tijd<br />

aan de basisbehoeften wordt voldaan<br />

- onze techniek niet in dienst stellen<br />

van een belang dat groter is dan ons<br />

eigen consumptieve genot; dat we<br />

ons niet richten op een evenwichtiger<br />

omgang met de natuur en haar<br />

energiebronnen. Als alternatief zou<br />

het kunnen uitdraaien op een mondiale<br />

strijd om die bronnen, politiek<br />

of gewapend.”<br />

“Iedereen weet dat het zo niet verder<br />

kan en tegelijkertijd lijkt het alsof we<br />

verdoofd zijn.Het lijkt erop dat we de<br />

situatie niet meer beheersen, wat<br />

betekent dat iets anders heerst.Wat is<br />

dat? Het is die extreme gerichtheid<br />

op uitwendige goederen. Hoe doorbreek<br />

je die?”<br />

Met een ironische glimlach zegt Verbrugge<br />

dan:“Als de nood het hoogst<br />

is, is de redding nabij. Kennelijk is de<br />

nood nog niet hoog genoeg, want er<br />

leven <strong>veel</strong> mensen onder het motto<br />

‘na ons de zondvloed’. Ik heb de neiging<br />

de mening van de meerderheid<br />

in de enquête te delen: er zullen zich<br />

waarschijnlijk rampen moeten voordoen<br />

wil er een ommekeer komen.<br />

Maar het nare is natuurlijk dat je,<br />

wanneer de pleuris eenmaal is uitgebroken,<br />

niet <strong>veel</strong> meer kunt veranderen.”<br />

Leiderschap is nodig<br />

Als we niet op rampen willen wachten,<br />

dienen we dan ons concept van<br />

‘geluk’ niet te wijzigen? Ad Verbrugge<br />

knikt. “Daarbij is een spirituele<br />

dimensie in het geding.In mijn essays<br />

schrijf ik over de betekenis van de<br />

ervaring dat je als mens niet de hoogste<br />

maatstaf bent; dat dingen een<br />

waarde hebben die wijst op een<br />

hogere macht. Het gaat dan bijvoorbeeld<br />

om het idee dat de mens mede<br />

verantwoordelijk is voor iets dat niet<br />

van hem is, maar dat hij heeft gekrégen<br />

en waarover hij als schepsel<br />

Gods ook dient te hoeden.”<br />

“De gezamenlijke overheden zullen<br />

door scholing en wetgeving de problematiek<br />

voelbaar moeten maken<br />

zodat de bezieling kan ontstaan die<br />

nodig is om haar op te lossen. Daarvoor<br />

is leiderschap nodig van politici<br />

die bereid zijn mensen te overtuigen<br />

van het gemeenschappelijk belang<br />

van milieubehoud en hun een weg<br />

wijzen. De problematiek is planetair<br />

geworden en mensen zijn nu mondiaal<br />

op elkaar aangewezen. Dat laatste<br />

is fascinerend en op een bepaalde<br />

manier ook hoopgevend: zou de globalisering<br />

er ook niet toe kunnen leiden<br />

dat we ons als mensheid druk<br />

gaan maken om de natuur en om de<br />

komende generaties?”<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 13


TEKST: PIETER NOUWEN<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

VERMOGENSBEHEER<br />

MET UITZICHT<br />

Een nieuw gebouw, een nieuwe naam en een in omvang verdubbelde<br />

beleggingsportefeuille; sinds 1 januari draait voor het vermogensbeheer<br />

van de meeste pensioenfondsen van de Shell Groep in Rijswijk de Shell<br />

Asset Management Company (SAMCo). Directeur Peter Bronkhorst licht de<br />

verandering toe.<br />

Shell Groep<br />

hecht er groot<br />

belang aan dat<br />

de pensioenen “De<br />

van haar<br />

medewerkers goed zijn geregeld.<br />

Daarbij hoort uiteraard ook een zo<br />

goed mogelijk vermogensbeheer<br />

voor de pensioenfondsen. Dat beheer<br />

wordt steeds specialistischer en complexer,waardoor<br />

de vraag opkwam of<br />

de manier waarop we onze zaken<br />

hadden georganiseerd wel de beste<br />

was om aan de eisen te blijven voldoen.<br />

Het antwoord was dat het<br />

zeker niet slecht ging, maar dat een<br />

concentratie van activiteiten voor<br />

een duurzamer en robuuster asset<br />

management zou kunnen zorgen.”<br />

Zo leidt Peter Bronkhorst zijn verhaal<br />

in over de achtergronden van een<br />

reorganisatie die afgelopen zomer is<br />

ingezet en die hem per 1 januari van<br />

directeur van Shell Pensioenfonds<br />

Beheer B.V. (SPB) tot directeur van de<br />

Shell Asset Management Company<br />

(SAMCo) heeft gemaakt. Bescheiden:<br />

“Maar dat laatste is natuurlijk niet de<br />

hoofdzaak.”Waarna hij vertelt wat er<br />

gaat veranderen. Dat doet hij op de<br />

achttiende verdieping van de Rijswijkse<br />

Winston Churchill Tower,<br />

waarnaar SPB en het Pensioenbureau<br />

Nederland half september zijn ver-<br />

14 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

huisd. Zee, wind en zon zorgen voor<br />

een zo boeiend uitzicht dat je je<br />

afvraagt of het de vermogensbeheerders<br />

niet zal afleiden van hun nobele<br />

taak om beleggingsrendement te scoren.<br />

Geen garantie voor toekomst<br />

“In de oude structuur”, zegt Bronkhorst,<br />

“waren er drie plaatsen waar<br />

het vermogensbeheer voor de pensioenfondsen<br />

van Shell plaatsvond: in<br />

Houston, in Londen en in Rijswijk.<br />

Het in Londen uitgevoerde vermogensbeheer<br />

wordt nu aan Rijswijk<br />

toegevoegd, wat betekent dat het<br />

hier te beheren vermogen van 15,5<br />

miljard euro stijgt tot circa 35 miljard<br />

euro. Met SPB operereerden we sinds<br />

afgelopen najaar al onder de naam<br />

SAMCo; per 1 januari 2006 is SAMCo<br />

formeel opgericht.”<br />

Dat Houston buiten de samenvoeging<br />

is gebleven, heeft volgens Bronkhorst<br />

onder andere te maken met het feit<br />

dat het asset management daar compleet<br />

is uitbesteed. Londen deed<br />

alleen aan intern management en<br />

Rijswijk werkte met zowel interne als<br />

externe managers.“Onze team based<br />

approach, onze sterke strategie- en<br />

adviesgroep, onze ervaring op het<br />

gebied van alternatieve investeringen,<br />

onze gecentraliseerde treasury<br />

and trading execution unit en onze<br />

ervaring met het selecteren van<br />

externe managers zijn de belangrijkste<br />

redenen geweest waarom SPB als<br />

basis voor de nieuwe organisatie is<br />

gekozen.”<br />

Op de vraag of de keuze soms ook op<br />

Rijswijk is gevallen omdat SPB de<br />

afgelopen twee jaar zulke plezierige<br />

rendementen op haar beleggingen<br />

heeft laten zien, schudt Bronkhorst<br />

het hoofd.“‘In het verleden behaalde<br />

resultaten bieden geen garantie voor<br />

de toekomst’;die bekende kreet geldt<br />

ook voor ons”, zegt hij. “Voor een<br />

lange-termijnproject zoals deze reorganisatie<br />

konden die recente resultaten<br />

alleen dus geen overweging zijn.”<br />

Bij SAMCo gaan minder en ten dele<br />

ook andere mensen werken dan er<br />

bij Londen en Rijswijk samen in<br />

totaal in dienst waren, waardoor er in<br />

Engeland banen zullen vervallen.<br />

Bronkhorst:“Dat kwam deels doordat<br />

mensen niet van vestigingsplaats wilden<br />

veranderen. Hier stijgt het aantal<br />

medewerkers van 52 naar 85,wat een<br />

goed aantal is tot de omvang van het<br />

vermogen dat we gaan beheren.”<br />

Duurzaam en robuust<br />

“Geen misverstand”, aldus Peter<br />

Bronkhorst, “de operatie had beslist<br />

níet tot doel om te bezuinigen.”


Peter Bronkhorst: “Nu we op grotere schaal<br />

en geconcentreerd op één plek gaan<br />

werken, zal dat onze aantrekkelijkheid<br />

[voor personeel] vergroten.”<br />

‘In het verleden behaalde<br />

resultaten bieden geen<br />

garantie voor de toekomst’<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 15


Vervolgens gaat hij dieper in op de<br />

belangrijkste redenen voor de samenvoeging,<br />

die hij eerder al noemde:<br />

‘duurzaam en robuust in het vermogensbeheer’.“Wat<br />

je in het algemeen<br />

ziet, is dat de regelgeving rond pensioenen<br />

en beleggingen steeds ingewikkelder<br />

wordt. Om een goed rendement<br />

te kunnen halen, heb je al<br />

maar meer gecompliceerde strategieën<br />

nodig terwijl de gespecialiseerde<br />

mensen die daarmee kunnen<br />

omgaan schaars zijn. Die ontwikkeling<br />

zorgt bij grote concerns voor de<br />

tendens dat ze met minder mensen<br />

grotere vermogens willen beheren.<br />

Iedereen zit te kijken hoe je door<br />

schaalvergroting op de langere termijn<br />

aan je rendementseisen kunt<br />

blijven voldoen.”<br />

“Op die vraag zoeken verschillende<br />

bedrijven naar verschillende antwoorden.<br />

Je hebt er die hun vermogensbeheer<br />

intern gaan concentreren;andere<br />

streven ernaar alles uit te besteden.<br />

Dat Shell in de pers in deze ontwikkeling<br />

een ‘voorloper’ kon worden<br />

genoemd, is denk ik vooral te danken<br />

aan het feit dat wij twee beheerders<br />

van behoorlijke bedragen hadden -<br />

Londen en Rijswijk - waarvan de<br />

samenvoeging meteen leidt tot een<br />

aanzienlijke schaalvergroting.”<br />

Uit deze op<strong>merk</strong>ingen zou de lezer<br />

kunnen concluderen dat de factor<br />

‘personeel’ in de wereld van het vermogensbeheer<br />

een cruciale factor is.<br />

16 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

Bronkhorst bevestigt dat meteen.<br />

“Vergeleken met de grote spelers in<br />

deze sector, zoals in Nederland ING,<br />

ABN AMRO of Robeco, zijn wij qua<br />

omvang bescheiden. Toch zijn we<br />

samen met dat soort clubs in de<br />

markt bij het zoeken naar beleggerstalent.<br />

Tot nu toe is het ons goed<br />

gelukt getalenteerde mensen aan te<br />

trekken en te behouden, maar nu we<br />

op grotere schaal en geconcentreerd<br />

op één plek gaan werken zal dat onze<br />

aantrekkelijkheid nog vergroten. Dat<br />

is het belangrijkste aspect van wat ik<br />

‘duurzaamheid’ noem.”<br />

Mensen en ideeën<br />

Als hij dat aspect verder wil toelichten,<br />

komt het cliché dat vermogensbeheer<br />

‘a people’s business’ is slechts<br />

met moeite over zijn lippen. “Maar<br />

het is wel wáár”, zegt hij.“Het is een<br />

business van ideeën - en dus van<br />

mensen. Dat we in SAMCo gaan werken<br />

met meer experts,die hier samen<br />

Beheer centraal,<br />

beleid decentraal<br />

Dat we in SAMCo gaan<br />

werken met meer experts, die<br />

hier samen ideeën kunnen<br />

opdoen en uitwisselen, is van<br />

essentiële waarde<br />

Voor de diverse pensioenfondsen van de Shell Groep dient er in totaal zo’n<br />

40 miljard euro aan vermogen te worden beheerd. In de oude structuur<br />

gebeurde dat voor een dozijn grotere fondsen in Houston (5,1 miljard), Rijswijk<br />

(15,5 miljard) en Londen (17,5 miljard), waar ook de advisering van zo’n<br />

55 kleinere fondsen berustte (2,9 miljard euro).<br />

Met de reorganisatie wordt het vermogensbeer in Rijswijk en Londen<br />

samengevoegd tot Shell Asset Management Company B.V. (SAMCo), die<br />

daarmee circa 35 miljard euro onder haar hoede krijgt. SAMCo is een nieuwe<br />

organisatie, die wordt geënt op de filosofie en processen van het huidige<br />

Shell Pensioenfonds Beheer B.V. (SPB) in Rijswijk.<br />

Omdat SAMCo zich exclusief gaat bezighouden met vermogensbeheer, zullen<br />

de andere taken van SPB worden overgedragen aan Shell Pensioenbureau<br />

Nederland (SPN). SPN voert het dagelijks beheer over het pensioenfonds<br />

en blijft als vanouds de pensioenadministratie doen en fungeren als<br />

interface met de Raad van Bestuur van de Stichting Shell Pensioenfonds en<br />

de Nederlandse gepensioneerden en deelnemers. Het Engelse pensioenbureau<br />

gaat die taken vervullen voor de Engelse fondsen.<br />

Bronkhorst wil een punt benadrukken waarover misverstanden zouden kunnen<br />

ontstaan: “Het is niet zo dat de pensioenfondsen zélf worden samengevoegd.<br />

Wij beheren de vermogens van de pensioenfondsen; de Raden van<br />

Bestuur van die fondsen blijven verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid,<br />

dat wij bij SAMCo vervolgens uitvoeren. De vermogens van de verschillende<br />

fondsen worden dan ook aan de hand van de verschillende criteria van hun<br />

besturen beheerd.”<br />

ideeën kunnen opdoen en uitwisselen,<br />

is van essentiële waarde. Bovendien<br />

kunnen we goede ideeën nu<br />

aanbieden aan een groter aantal pensioenfondsbesturen,<br />

die daardoor<br />

hopelijk betere rendementen op hun<br />

vermogens zullen halen. Het aangaan<br />

van de dialoog met die nieuwe besturen<br />

is niet de minste van de uitdagingen<br />

die ons te wachten staan.”<br />

Over het werkklimaat bij SAMCo zegt<br />

Bronkhorst:“Van hoog tot laag stimuleren<br />

we mensen om over de volle<br />

breedte van ons werkterrein initiatieven<br />

te ontwikkelen; we bieden een<br />

diverse, internationale omgeving<br />

waarin alle aspecten van het beleggersvak<br />

aan de orde komen. De organisatie<br />

is plat en niet hiërarchisch en<br />

kent een dynamische en informele<br />

cultuur. Net als bij SPB zal het ook bij<br />

SAMCo gaan om respect voor elkaar,<br />

creativiteit en plezier in het werk.”<br />

Het begrip ‘robuust’ illustreert Bronkhorst<br />

met een eenvoudig voorbeeld:<br />

“Stel dat je een portefeuille hebt die<br />

wordt beheerd door drie mensen.Als<br />

er dan eens iemand ziek wordt of met<br />

vakantie gaat, ben je meteen kwetsbaar.<br />

Met een portefeuille die drie<br />

keer zo groot is en die wordt beheerd<br />

door zes mensen, sta je een stuk steviger.<br />

Die robuustheid kunnen we<br />

binnen SAMCo bereiken. Verder denken<br />

we dat een omvang van 35 miljard<br />

euro een goede maat is om in<br />

nichemarkten te opereren - iets wat<br />

SPB de afgelopen jaren al steeds<br />

vaker met overwegend succes heeft<br />

gedaan. Ook zullen de kosten voor<br />

bepaalde activiteiten in totaal lager<br />

worden.”<br />

Tot slot de vraag aan Peter Bronkhorst<br />

hoe hij zelf aankijkt tegen de<br />

‘promotie’ van SPB tot SAMCo.“Het is<br />

natuurlijk een eervolle opdracht voor<br />

onze club de basis te mogen vormen<br />

voor het ontwikkelen van het nieuwe<br />

bedrijf”, reageert hij.“Het is een hele<br />

verantwoordelijkheid: het gaat tenslotte<br />

om het beheer van het pensioengeld<br />

van een groot deel van de<br />

Shell-medewerkers. Dat is niet niks,<br />

maar ik weet zeker dat we er een succes<br />

van zullen maken. Persoonlijk<br />

heb ik er buitengewoon <strong>veel</strong> zin in,<br />

maar dat wel in het besef dat we onze<br />

verantwoordelijkheid dag na dag naar<br />

alle mensen moeten waarmaken.”


DUITSE HERDERS<br />

HOUDEN VAN SHELL<br />

Bijna alle diesellocomotieven en dieseltreinen in<br />

Nederland tanken Shell. Want al kunnen railbedrijven<br />

tegenwoordig elkaars concurrent zijn, ze<br />

kopen wel gezamenlijk in.<br />

Ze boemelen brommend<br />

tussen haltes met exotische<br />

namen als Molkwerum,<br />

Hurdegaryp en<br />

Usquert door het Friese<br />

en Groningse land, of ze trekken<br />

dreunend aan vierduizend ton steenkool<br />

of ijzererts tussen de Maasvlakte<br />

en Duitsland; dieseltreinen, de qua<br />

aandacht ondergeschoven kindjes<br />

van het railbedrijf. Maar samen slikken<br />

ze in een jaar toch altijd nog zo’n<br />

40 miljoen liter gasolie. Gasolie? Nou,<br />

gewoon diesel eigenlijk, maar vallend<br />

onder een apart accijnssysteem en<br />

met ook een hoger zwavelpercentage<br />

dan dat voor wegverkeer, dus voorzien<br />

van een ander kleurtje en een<br />

andere naam.<br />

Al enige tijd rijden vrijwel alle Nederlandse<br />

personentreinen en locomotieven<br />

op Shell-product, en in het net<br />

voorbije najaar is dat contract weer<br />

met twee jaar verlengd.<br />

Op zo’n dertig tankplaatsen in het<br />

land levert Shell product voor bedrij-<br />

ven als NS Reizigers, Noordnet en<br />

Synthus, maar ook voor goederenvervoerder<br />

Railion en enkele spoorwegbouwbedrijven.<br />

Roland Pechtold,<br />

manager Commercial Bulk Fuels in de<br />

Benelux voor Shell,is trots op het contract.<br />

“Gewonnen doordat we in een<br />

combinatie van criteria de beste<br />

waren, waaronder leveringsbetrouwbaarheid,<br />

productkwaliteit, imago,<br />

flexibiliteit en natuurlijk ook de prijs.”<br />

Aan de spoorwegkant wordt al enige<br />

tijd gezamenlijk ingekocht, ondanks -<br />

of misschien wel juist door - de<br />

opsplitsing in zelfstandige spoorbedrijven<br />

die toegang hebben tot het<br />

staatsrailnetwerk.<br />

Groei in vrachtverkeer<br />

De grootste hoe<strong>veel</strong>heid spoorweggasolie<br />

gaat naar het goederenvervoer.<br />

Een diesel-personentrein is een<br />

relatief nipte gebruiker en bovendien<br />

zit het overgrote deel van het nationale<br />

netwerk voor personenvervoer<br />

‘onder de draad’, zoals de vakterm<br />

luidt voor elektrische tractie. En een<br />

echt grote vervoersgroei op het rurale<br />

dieselnetwerk in Noord- en Oost-<br />

Nederland is niet te verwachten.<br />

Bij het goederenvervoer over de rails<br />

is het dieselbeeld gevarieerder; er<br />

wordt een duidelijk groeiende hoe<strong>veel</strong>heid<br />

vracht vervoerd, maar als<br />

straks de Betuwelijn open is, kunnen<br />

daar ook elektrische locomotieven<br />

gaan rijden en daalt missschien het<br />

aantal ritten met dieseltractie.<br />

De grote groei van het railgoederenvervoer<br />

in ons land is op<strong>merk</strong>elijk.De<br />

landelijke toename met ruim 50 procent<br />

tussen 1990 en 2003 was in elk<br />

geval de hoogste in alle Europese landen.<br />

Het gaat met name om <strong>veel</strong> ijzererts,<br />

steenkool, staal, kalk, chemicaliën,<br />

nieuwe auto’s en natuurlijk containers.<br />

Goederenvervoer over de rail is in<br />

Nederland met name internationaal<br />

vervoer: een kleine tachtig procent<br />

van de tonkilometers was in 2003<br />

internationaal, en in dat segment zat<br />

ook vrijwel de hele groei sinds 1990.<br />

De zwaarste vervoersstromen lopen<br />

tussen de haven van Rotterdam en<br />

Duitsland, en daar dan met name het<br />

Ruhrgebied.<br />

TEKST: HANS LAGENDAAL<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

Locomotief met dorst<br />

Een diesellocomotief heeft dorst,<br />

zeker als hij met twee collega’s een<br />

trein met kolen of erts van de Rotterdamse<br />

Maasvlakte of de Amsterdamse<br />

haven naar het Ruhrgebied rijdt. Zo’n<br />

optocht heeft een totaalgewicht van<br />

ongeveer 4.200 ton en wordt getrokken<br />

door een set van drie diesellocomotieven<br />

uit de 6400-serie, die door<br />

de Railion-machinisten liefkozend<br />

‘Duitse herders’ worden genoemd.<br />

Omdat de beveiligingssystemen zijn<br />

aangepast hoeven de locomotieven<br />

niet aan de grens gewisseld te worden<br />

en maakt de ene benodigde<br />

machinist de hele rit.<br />

Een diesellocomotief uit de 6400serie<br />

heeft een tankinhoud van 3.500<br />

liter gasolie. Dat is genoeg voor een<br />

rit heen en terug naar het Ruhrgebied.<br />

Bij vol vermogen verbruikt zo’n<br />

locomotief circa vier liter gasolie per<br />

kilometer. Railion heeft daarom ook<br />

een speciaal programma om machinisten<br />

te stimuleren zuinig te rijden.<br />

Maar men blijft daarbij in belangrijke<br />

mate afhankelijk van de railverkeersleiding.<br />

Als deze organisatie besluit<br />

een beladen kolentrein te laten stoppen<br />

omdat een andere trein voorrang<br />

krijgt, kost het zo’n 200 liter extra<br />

gasolie om de karavaan weer in volle<br />

beweging te krijgen.<br />

Op het rangeerterrein op de Rotterdamse<br />

Maasvlakte wordt een ‘Duitse<br />

herder’ van Railion volgetankt met<br />

3.500 liter Shell-gasolie.<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 17


TEKST: PIET DE WIT<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

Televisiebeeld van acties bij Pernis:<br />

‘geen pensioen op 65’, maar is dat<br />

eigenlijk wel zo’n ‘gezonde’ eis?<br />

WERKEN IS GEZOND<br />

Hoera, gepensioneerd, al op zijn 55ste, en hij leefde nog lang en gelukkig. De werkelijkheid blijkt<br />

echter een andere te zijn. Een uitgebreide studie onder Shell-werknemers in de Verenigde Staten<br />

leert dat pensioen op je 55ste gemiddeld vijf levensjaren kost.<br />

De vraag ontstond her<br />

en der in Nederland,<br />

ingegeven door de discussie<br />

over plannen<br />

van overheid en werkgevers<br />

om de pensioenleeftijd te verlengen.<br />

Ook bij Shell Health Services<br />

stelde men zich de vraag: is langer<br />

werken niet ongezond, betekent het<br />

zelfs niet een kans op eerder overlijden?<br />

Het antwoord bleek in de Verenigde<br />

Staten te liggen, waar Shell al sinds<br />

1973 nauwkeurig informatie bijhoudt<br />

over leeftijd en oorzaken van<br />

overlijden. Een studie naar een eventueel<br />

verband tussen pensioenleeftijd<br />

en tijdstip van overlijden werd dan<br />

ook opgezet samen met onderzoekers<br />

van Shell Health Services in de<br />

USA (Houston). De uitkomst, heel<br />

kort samengevat:op je 55ste met pensioen<br />

gaan is niet gezond; je leeft<br />

daarna gemiddeld vijf jaar korter dan<br />

diegenen die op hun 60ste of 65ste<br />

met werken stoppen.<br />

De studie had nog een andere op<strong>merk</strong>elijke<br />

uitkomst: het maakt niet uit of<br />

je met 60 of 65 opstapt; het sterfterisico<br />

gaat bij beide pensioendata niet<br />

omhoog.<br />

Geert de Jong, senior health advisor<br />

bij Shell Health Services, was een van<br />

de mensen met vragen over de<br />

wetenschappelijke houdbaarheid van<br />

het populaire volksgeloof dat vroeg<br />

stoppen met werken het voorportaal<br />

is van een lang en gelukkig leven, en<br />

dat doorwerken afgestraft wordt met<br />

18 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

een vervroegde overlijdensdag. “Het<br />

klinkt misschien zo logisch, en iedereen<br />

kent ook wel verhalen van mensen<br />

die een paar dagen of weken na<br />

hun pensionering volkomen onverwacht<br />

overleden, maar ik vond het<br />

op<strong>merk</strong>elijk dat je in de vakliteratuur<br />

niets kunt vinden dat de claim wetenschappelijk<br />

onderbouwt.Dus hebben<br />

we bij Health Services de koppen bij<br />

elkaar gestoken om te zien of wij wél<br />

een wetenschappelijk gefundeerde<br />

uitspraak konden doen.”<br />

Onbetreden studieterrein<br />

De Jong, die in het verleden is gepromoveerd<br />

op een groot epidemiologisch<br />

onderzoek naar de gezondheid<br />

van mensen die ooit bij Shell Pernis<br />

in de toenmalige gewasbeschermingsfabrieken<br />

hadden gewerkt,<br />

zocht contact de afdeling epidemiologie<br />

van Shell Health Services in<br />

Houston.“Onze collega’s daar hebben<br />

een lange traditie van statistisch<br />

gezondheidsonderzoek, ofwel epidemiologie,<br />

onder werknemers van de<br />

Shell-bedrijven in de VS. Werknemers<br />

en alle ex-werknemers worden over<br />

lange tijd gevolgd wat betreft hun<br />

gezondheidstoestand. De resultaten<br />

worden gepubliceerd in de externe<br />

wetenschappelijke literatuur en hebben<br />

een belangrijke bijdrage geleverd<br />

aan de kennis over eventuele langetermijn<br />

gezondheidseffecten van<br />

onze werknemers in de verschillende<br />

productiebedrijven. Voor deze studie<br />

werd statistisch onderzoek gedaan bij<br />

een groep van 3.500 werknemers die<br />

bij Shell Oil in dienst waren tussen<br />

1973 en 2003, fabriekspersoneel en<br />

kantoormensen.”<br />

Met een team van vijf mensen, onder<br />

wie in Houston ook Shell-epidemioloog<br />

Shan Tsai, werd het immense<br />

databestand uit het Shell Health Surveillance<br />

System geanalyseerd en vervolgens<br />

verwerkt tot een ‘cohort<br />

study’ die eind oktober vorig jaar is<br />

gepubliceerd in de British Medical<br />

Journal.Door de publicatie in een van<br />

de meest vooraanstaande medische<br />

tijdschriften van de wereld wisten De<br />

Jong en Tsai c.s. helemaal zeker dat<br />

hun studie een nog leeg studieterrein<br />

had betreden, want de BMJ neemt<br />

alleen stukken op over oorspronkelijke<br />

onderwerpen.<br />

Shan Tsai: “Wie op zijn 55ste met<br />

pensioen ging, had een 37% hoger<br />

sterftecijfer dan wie met 65 ophield<br />

met werken.”<br />

Vijf jaar verlies<br />

Toen de eerste resultaten uit de computer<br />

rolden, was er verbazing. Bij de<br />

vergelijking van de levensverwachting<br />

van mensen die op respectievelijk<br />

hun 55ste, 60ste en 65ste bij Shell<br />

in de Verenigde Staten waren gepensioneerd,<br />

sprong de groep van 55 er<br />

namelijk duidelijk negatief uit. Shan<br />

Tsai: “Na verrekening van potentieel<br />

verstorende factoren als geslacht,<br />

kalenderjaar van de pensionering en<br />

het soort werk dat men deed, bleek<br />

dat mensen die in de periode 1973 -<br />

2003 op hun 55ste met pensioen gingen<br />

een 37 procent hoger sterftecijfer<br />

hadden dan de werknemers die<br />

op hun 65ste met pensioen gingen.<br />

Voor de op hun 60ste gepensioneerde<br />

werknemers kwam het sterftecijfer<br />

overeen met dat van hen die op<br />

hun 65ste waren uitgewerkt.”<br />

Wat betekent een 37 procent hoger<br />

sterftecijfer nu concreet? Shan Tsai<br />

heeft in 1992 een uitgebreide studie<br />

gedaan onder mannelijke Amerikanen<br />

en daaruit geconstateerd dat een<br />

verhoging van de sterfteratio met 1<br />

procent (waarbij het sterftecijfer van<br />

diegenen die op hun 65ste met pensioen<br />

gingen op 1 werd gesteld) een<br />

verlaging van de levensverwachting<br />

betekent met 0,1373 jaar. Tsai: “Een<br />

sterfteratio van 1,37 betekent dus 37<br />

maal 0,1373 jaar, is vijf jaar korter<br />

leven.”<br />

Voor mannen blijkt de negatieve<br />

sterfteratio bovendien groter te zijn<br />

dan voor vrouwen, terwijl gepensio


neerden uit de lagere socio-economische<br />

categorie weer slechter scoren<br />

dan pensio’s uit de hogere welvaartsgroep.<br />

Dat laatste feit doet zich overigens<br />

over alle leeftijdscategorieën<br />

voor.<br />

Rol, status en structuur<br />

Wat de studie niet heeft opgeleverd,<br />

is een wetenschappelijk antwoord op<br />

de vraag waarom pensionering op<br />

55-jarige leeftijd zo’n groot negatief<br />

effect heeft op de verdere levensverwachting.<br />

Geert de Jong:“We hebben<br />

alleen statistisch materiaal over pensioenleeftijd<br />

en overlijden in onze studie<br />

betrokken, we hebben geen specifieke<br />

analyse gedaan van de doodsoorzaak.”<br />

De Jong heeft dan ook niet meer dan<br />

wat algemene gedachten over een<br />

mogelijke verklaring voor het significante<br />

verschil in sterfteratio. “Werk<br />

neemt een belangrijke plaats in in het<br />

leven van mensen. Het geeft ze een<br />

rol en een status in de samenleving<br />

en zorgt voor structuur in de dagelijkse<br />

routine. Dat zijn belangrijke factoren<br />

voor lichamelijke en geestelijke<br />

gezondheid”, stelt hij vast.“Onze studie<br />

doet vermoeden dat werk een<br />

zeker heilzaam effect heeft.Bij de vergrijzing<br />

van het arbeidspotentieel die<br />

in <strong>veel</strong> landen en bedrijven optreedt,<br />

hoeven we dus geen angst te hebben<br />

dat het tot latere leeftijd doorwerken<br />

een nadelig effect zal hebben op de<br />

gezondheid.”<br />

Maar waarom zo’n groot verhoogd<br />

sterftecijfer onder hen die met 55<br />

met pensioen gaan terwijl de pensioenleeftijden<br />

60 en 65 op dit punt<br />

niet afwijken? De Jong:“Het is speculatie,<br />

maar misschien hebben mensen<br />

die op hun 55ste besluiten met pensioen<br />

te gaan een minder goede<br />

gezondheid. Daar staat tegenover dat<br />

we in onze statistische analyse met<br />

deze effecten juist rekening hebben<br />

gehouden.”<br />

Met tot slot nog een ‘advies van de<br />

dokter’: “Je kunt ook vaststellen dat<br />

wie er toch voor kiest om vroeger<br />

met pensioen te gaan, er het beste<br />

een geestelijk en lichamelijk actieve<br />

levensstijl op na kan houden. Op die<br />

manier kun je het gezondheidsvoordeel<br />

dat we kennelijk ondervinden<br />

van werken het beste nabootsen.”<br />

“Onze studie doet vermoeden<br />

dat werk een zeker heilzaam<br />

effect heeft”<br />

Het volledige artikel in het British<br />

Medical Journal is te lezen op webadres<br />

http://bmj.bmjjournals.com/<br />

cgi/content/full/331/7523/995<br />

Geert de Jong: “Als je toch vroeger<br />

met pensioen gaat, kun je er het beste<br />

een geestelijk en lichamelijk actieve<br />

levensstijl op nahouden.”<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 19


TEKST: PIETER NOUWEN / PIET DE WIT<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

VLAGGENDRAGER VAN SHELL<br />

TECHNOLOGIE<br />

Technologie en innovatie zijn weer sleutelwaarden binnen Royal Dutch Shell. Om dat te benadrukken<br />

zijn Chief Scientists aangesteld; Shell-wetenschappers die intern en internationaal als ‘vlaggendragers<br />

en rolmodellen’ gaan optreden voor hun specifieke vakgebieden. “De consistentie moet<br />

terug in het onderzoek zodat wij kunnen leveren wat er van ons wordt verwacht”, zegt in<br />

Amsterdam Carl Mesters, een van die vlaggendragers.<br />

gaat van techniek<br />

weer een van<br />

haar hoofddoelen<br />

maken; een ver-<br />

“Shell<br />

schuiving in het<br />

evenwicht van de onderneming die<br />

van meer invloed zal zijn dan de aankoop<br />

of verkoop van enige miljarden<br />

aandelen.[..] Shell wil een bedrijf zijn<br />

dat wordt gedreven door technologie<br />

en waar de wetenschap in aanzien<br />

staat. [..] Jeroen van der Veer, chief<br />

executive van Shell,vindt dat de technologen<br />

een stimulans moeten krijgen.<br />

Hij gaat tien chief scientists<br />

benoemen - een voor elke hoofddiscipline<br />

- en een persoon, net onder het<br />

niveau van de Board, die de initiatieven<br />

op het gebied van CO2-verwijde ring moet gaan leiden.”<br />

Deze regels stonden eind juni vorig<br />

jaar in de Londense Times en afgelopen<br />

herfst kwamen de namen los van<br />

de eerste acht vers benoemde chief<br />

scientists, ofwel excellente wetenschappers.<br />

Zes van hen werken bij<br />

Shell in Houston en twee in Amsterdam.<br />

Aan het IJ vinden we Carl Mesters,<br />

voor de categorie ‘chemie en katalyse’.<br />

Het gesprek vindt plaats op zijn<br />

kamer in een van de klassieke laboratoriumgebouwen<br />

van het Shell<br />

Research and Technology Centre, van<br />

waaruit al vele generaties wordt bijgedragen<br />

aan - zoals de Times het<br />

omschrijft - “good old Royal Dutch<br />

engineering”. Bij het SRTCA is Mesters<br />

senior principal scientist, verantwoordelijk<br />

voor exploratief onderzoek<br />

op de terreinen van chemie en<br />

katalyse ten behoeve van Shell Global<br />

Solutions.<br />

“Wat wij als chief scientists gaan<br />

doen?”, reageert hij op de openingsvraag.<strong>“Ik</strong><br />

denk dat wij geacht worden<br />

20 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

CARL MESTERS IS EEN VAN ACHT<br />

CHIEF SCIENTISTS BIJ SHELL<br />

de technologie van Shell meer over<br />

het voetlicht te brengen - en dat niet<br />

alleen in woorden. We kunnen ook<br />

laten zíen dat technologie bij Shell<br />

het verschil maakt, een zogeheten<br />

key differentiator is: ‘Kijk eens wat<br />

voor mensen hier werken’. Verder<br />

zullen we twee keer per jaar via een<br />

Group Innovation Panel direct aan<br />

Jeroen van der Veer rapporteren over<br />

de voortgang van de technologie binnen<br />

het bedrijf.”<br />

En een ambassadeursrol spelen? “Ja,<br />

zowel binnen als buiten het bedrijf,<br />

en we moeten ook ‘rolmodellen’ worden,<br />

maar wat dat precies inhoudt<br />

weet ik nog niet”, zegt hij lachend,<br />

“als het maar niet betekent dat ik me<br />

moet gaan aanpassen.”<br />

Na een pauze voegt hij toe: “Wat ik<br />

werkelijk hoop, is dat wij er intern in<br />

zullen slagen het bewustzijn te wekken<br />

hoe je als wetenschapper het<br />

meest productief kan zijn. Het<br />

belangrijkste is, dat het bedrijf ons in<br />

staat zal stellen op een consistente<br />

manier aan lange-termijndoelen te<br />

werken.”<br />

De scheikundedoos<br />

Carl Mesters werd in 1956 geboren in<br />

het Limburgse Meerssen en is een<br />

van die mensen die nooit hebben<br />

hoeven nadenken over wat ze wilden<br />

worden.<strong>“Ik</strong> heb het altijd leuk gevonden<br />

dingen te zien veranderen. Als<br />

klein jongetje had ik niet de bekende<br />

kant-en-klare scheikundedoos, maar<br />

wel een doos waarin ik allerlei gerei<br />

en chemicaliën verzamelde. Die<br />

kreeg ik van familieleden die bij de<br />

Staatsmijnen werkten of ik kocht ze<br />

bij de drogist. Wat je daar toen allemaal<br />

vrij kon krijgen! Natriumsulfide<br />

bijvoorbeeld.Als je tegenwoordig dat<br />

soort spullen zou verzamelen, zit je


innen de kortste keren als potentiële<br />

terrorist in de cel.”<br />

Na de middelbare school in Maastricht<br />

ging Carl scheikunde studeren<br />

in Utrecht, waar hij zich specialiseerde<br />

in de fysische- en colloïdchemie.<br />

“Die heeft meestal betrekking op het<br />

gedrag van kleine vaste deeltjes in<br />

vloeistoffen, maar wij hielden ons<br />

vooral bezig met de interactie tussen<br />

vaste stoffen en gassen bij drukken<br />

tot tien-tot-de-macht-min-tien bar.<br />

Mijn proefschrift ging over het<br />

maken van koper-nikkellegeringen.”<br />

Carl’s interesse in katalyse maakte het<br />

min of meer logisch dat hij na zijn<br />

studie - het was toen 1984 - bij Shell<br />

in Amsterdam solliciteerde.“De reden<br />

was eenvoudig”, licht hij toe. “Het<br />

laboratorium was toen heel sterk in<br />

katalyse, mede dankzij het werk van<br />

onder andere Tiong Sie en Rutger van<br />

Santen. Ook wilde ik werken bij een<br />

bedrijf met een internationale uitstraling.”<br />

(Hier een kleine toelichting voor de<br />

niet-chemici: chemie is het veranderen<br />

van de eigenschappen van stoffen,<br />

zowel vaste stoffen, vloeistoffen<br />

als gassen, door het veranderen van<br />

“We moeten ‘rolmodellen’<br />

worden, maar wat dat precies<br />

inhoudt weet ik nog niet.<br />

Als het maar niet betekent dat<br />

ik me moet gaan aanpassen.”<br />

de samenstelling. Katalyse heeft<br />

betrekking op materialen. Katalysatoren<br />

- <strong>veel</strong>al vaste stoffen waarbij een<br />

fijn verdeelde actieve component,bijvoorbeeld<br />

een metaal of een metaallegering,<br />

is aangebracht op een keramische<br />

drager - sturen deze chemische<br />

veranderingen in de gewenste<br />

richting zonder dat ze daarbij zelf veranderen.<br />

Katalysatoren zijn essentieel<br />

in de meeste petrochemische productieprocessen:<br />

ze verhogen de<br />

opbrengsten van de gewenste producten<br />

en reduceren de hoe<strong>veel</strong>heid<br />

ongewenste bijproducten. Carl Mesters<br />

is een expert op het gebied van<br />

de heterogene katalyse.Daarbij maakt<br />

de katalysator geen deel uit van het<br />

reactiemengsel en kan na de reactie<br />

ook teruggewonnen worden voor<br />

hergebruik.)<br />

Hoogselectieve katalysator<br />

Mesters begon in Amsterdam op de<br />

afdeling Catalysis and General Processes.<br />

Hij werkte ook een periode in<br />

Houston, waar hij als lid van de katalyseclub<br />

aan verschillende projecten<br />

deelnam. Een daarvan was een verbetering<br />

van het katalytisch proces om<br />

een optimale reactie van etheen met<br />

zuurstof te krijgen. Daarbij ontstaat<br />

ethyleenoxide (EO), een product dat<br />

de basis vormt voor een hoop chemicaliën.<br />

Shell is een van ’s werelds<br />

grootste producenten van EO.<br />

Vanuit Amsterdam was hij ook<br />

betrokken bij het creëren van een<br />

‘tweede generatie’ van een essentiële<br />

katalysator voor het Gas to Liquids<br />

proces (GTL) van Shell in de Maleisische<br />

deelstaat Serawak. Deze katalysator<br />

zet synthesegas (een mengsel<br />

van waterstof en koolmonoxide) om<br />

in zware paraffineketens. Dit gebeurt<br />

in een HPS-reactor, waarbij HPS staat<br />

voor Heavy Paraffin Synthesis. Hoe<br />

selectiever deze katalysator is hoe<br />

meer en hoe goedkoper een GTLfabriek<br />

produceert.<br />

“In de katalysatorfabriek van Shell in<br />

Gent was ik betrokken bij de eerste<br />

pogingen om op fabrieksmatige<br />

schaal deze nieuwe HPS-katalysator<br />

te maken. Het maakt namelijk nogal<br />

wat verschil of je een katalysator in je<br />

laboratorium maakt, of in een grootschalig<br />

industrieel proces.”<br />

De creatie van deze hoogselectieve<br />

‘HPS-katalysator’ betekende de doorbraak<br />

die leidde tot de beslissing om<br />

in Qatar een GTL-fabriek te gaan bouwen<br />

die tien maal zo groot wordt als<br />

de eenheid die nu in Serawak operationeel<br />

is. Het eerste deel van deze<br />

fabriek moet in 2009/10 worden<br />

opgestart.<br />

Mesters zou nog <strong>veel</strong> meer projecten<br />

kunnen noemen, maar beperkt zich<br />

tot de selectieve katalysator die<br />

ervoor zorgt dat bij verbranding of<br />

chemische reacties de emissie van<br />

stikstofoxiden sterk wordt gereduceerd.<br />

“Die denox-katalysator die<br />

onder andere bij raffinaderijen en<br />

overige industriële fornuizen kan<br />

worden gebruikt,heb ik met mijn collega<br />

Michiel Groeneveld ontwikkeld<br />

en daar ben ik nog steeds trots op.<br />

Dat was tevens mijn eerste ervaring<br />

in het werken met katalysatoren op<br />

grote schaal.”<br />

Een van de actuele studierichtingen<br />

van Mesters en zijn groep is het uitproberen<br />

van verschillende vormpjes<br />

voor katalysatoren. Die komen nu<br />

bijna alleen voor in de vormen van<br />

‘miniballetjes’ of ‘hagelslag’. “Maar<br />

een optimale vorm blijkt hun activiteit<br />

te verhogen en de selectiviteit te<br />

vergroten”, vertelt hij.<br />

Mijlpalen slaan<br />

“Shell gaat van techniek weer een<br />

van haar hoofddoelen maken”,<br />

schreef de Londense Times. Wat verderop<br />

in het verhaal staat: “Van der<br />

Veer wil de schade herstellen die is<br />

ontstaan in een decennium waarin<br />

oliemaatschappijen hun ware aard<br />

probeerden te verbergen en net<br />

deden alsof het uit de bodem oppompen<br />

van onfrisse chemicaliën eerder<br />

een bij- dan een hoofdzaak was.”<br />

In ditzelfde tijdperk moesten wetenschappers,<br />

onderzoekers en technici<br />

vooral geldgrage ondernemers worden,<br />

die eerder te motiveren waren<br />

door bonussen voor korte-termijnsuccessen<br />

dan voor het gestaag, langjarig<br />

zoeken naar nieuwe technologie.<br />

Carl Mesters: “Toen ik hier binnenkwam,<br />

was het laboratorium nog<br />

volop bezig met nieuwe, baanbrekende<br />

ontwikkelingen. Bij GTL heeft<br />

Tiong Sie een hoofdrol gespeeld. Het<br />

hele proces is hier in Amsterdam uitgedacht,<br />

net als dat van de hydroconversie,<br />

dat is het via katalyse en met<br />

toevoeging van waterstof omzetten<br />

van zware stookolie in lichte motorbrandstoffen.<br />

Dat heeft uiteindelijk<br />

geleid tot de bouw van de Hyconfabriek<br />

op Pernis. Maar nadat ik in<br />

1991 uit Houston in Amsterdam<br />

terugkwam, begon die sfeer te veranderen.Tiong<br />

Sie had nog de visie om<br />

te gaan werken aan ‘groenere’ benzine:<br />

minder aromaten, minder olefinen,<br />

minder zwavel, allemaal via katalytische<br />

processen. Maar er was<br />

onvoldoende interesse voor; het<br />

werd ‘te duur’ en ‘te<strong>veel</strong> lange termijn’<br />

gevonden. Research diende<br />

voortaan te volgen wat de business<br />

wilde: op korte termijn geld verdienen,<br />

werd het primaire doel. Eenmaal<br />

begonnen onderzoek werd binnen<br />

de kortste keren weer ter discussie<br />

gesteld.”<br />

“Als je bezig was aan een project,<br />

moest je om de drie maanden melden<br />

welke stappen je de volgende periode<br />

zou gaan zetten en welke mijlpaal<br />

je zou bereiken.” Maar zo werkt dat<br />

niet,bezweert Mesters.“Als je aan een<br />

onderzoek begint, weet je waar je<br />

bent en weet je wat je einddoel is: je<br />

wilt bijvoorbeeld van zo <strong>veel</strong> mogelijk<br />

CO 2 af. De weg naar dat doel ken<br />

je echter niet; die ontstaat terwijl je<br />

als wetenschapper aan het werk<br />

bent. Dan kun je niet vooraf bepalen<br />

welke mijlpaal je in drie maanden<br />

gaat bereiken. Je kúnt simpelweg<br />

geen mijlpalen slaan langs een weg<br />

die er nog niet is.”<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 21


En:“We moeten af van een vorm van<br />

researchmanagement waarbij je meer<br />

procesbewakers hebt dan mensen<br />

die het werk doen. Die lijkt op de<br />

situatie in het Nederlandse onderwijs,<br />

waar je onderhand ook meer<br />

beleidsfiguren hebt dan onderwijskrachten.<br />

Ik bepleit dat onderzoekers<br />

zo ongestoord mogelijk hun werk<br />

kunnen doen. Mensen die vijftien,<br />

twintig jaar in het vak zitten, zijn zeer<br />

wel in staat de weg naar het einddoel<br />

te vinden. Daarop moet je kunnen<br />

vertrouwen. Maar goed, het gaat nu<br />

allemaal veranderen, en daarvan<br />

getuigen de chief scientists.”<br />

Gezonde technologie<br />

Na deze korte aanduiding van de<br />

manier waarop wetenschappers werken,<br />

benadrukt Mesters hoe belangrijk<br />

het is dat daarvoor elders in het<br />

bedrijf begrip bestaat. “Mensen hebben<br />

de mond vol over innovatie,maar<br />

dat is allemaal <strong>veel</strong> te ingewikkeld.<br />

Innovatie is een hele keten van al dan<br />

niet samenhangende veranderingen.<br />

Wat we als basis daarvoor nodig hebben<br />

is het hebben en houden van<br />

gezonde technologie. Als we daarop<br />

afgaan, dan teken ik daarvoor. Natuurlijk<br />

zijn wij er ook voor het verlenen<br />

van technische ondersteuning: als er<br />

bijvoorbeeld op Pernis een technisch<br />

probleem ontstaat, dan roep je ons<br />

erbij en wij lossen het op. Ook als ’n<br />

fabriek een technisch advies nodig<br />

heeft, kunnen ze daarvoor bij ons<br />

terecht. Een collega noemde dat<br />

laatst een ‘cash transactie’. Maar als<br />

het over onderzoek op de lange termijn<br />

gaat, dient er geen sprake te zijn<br />

van cash transacties. Daarvoor hebben<br />

we een credit card nodig, die ons<br />

in staat stelt die lange-termijndoelen<br />

te bereiken, zonder dat we om de<br />

drie maanden moeten vragen of die<br />

card nog weer een keer opgeladen<br />

kan worden. Er moet vooraf worden<br />

geaccepteerd dat het geld kost als je<br />

ergens instapt,vooral als je laboratori-<br />

22 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

um experimenten op grotere schaal<br />

moet gaan demonstreren. Natuurlijk<br />

moet je de dingen waarmee je bezig<br />

bent geregeld tegen het licht houden.<br />

Je moet ze kunnen bijstellen, maar<br />

dat is iets anders dan dat je de doelen<br />

telkens weer ter discussie stelt.”<br />

“Welk lange-termijnonderzoek we<br />

gaan doen moet voortvloeien uit strategische<br />

beslissingen op corporate<br />

niveau, waarna een Chief Technology<br />

Officer op datzelfde niveau de middelen<br />

heeft gekregen om ten aanzien<br />

van dat onderzoek consistentie af te<br />

dwingen.Want wat we nodig hebben<br />

is consistentie, ook als de conjunctuur<br />

eens tegen zit of als de olieprijs<br />

zakt. Technologie is een noodzaak.<br />

Waarom heeft Shell die megaprojecten<br />

in bijvoorbeeld Qatar, Rusland,<br />

Nigeria en China gekregen? Het enige<br />

antwoord dat ik op die vraag kan verzinnen<br />

is: dankzij onze technologiepositie.”<br />

Beste waar voor je geld<br />

Het antwoord op de vraag welke<br />

lange-termijnonderzoeken hij voor<br />

zichzelf en zijn groep voor ogen<br />

heeft, begint Mesters met een referentie<br />

aan het nieuwe Leitmotiv van<br />

Shell dat vorig jaar werd geïntroduceerd:‘More<br />

upstream and profitable<br />

downstream’.<br />

“Hoe kunnen we daar met research<br />

toe bijdragen? In 2004 hebben we<br />

daartoe voor ‘downstream’ negentien<br />

grote gebieden in kaart gebracht die<br />

een grote toekomstige uitdaging<br />

betekenen voor een energiemaatschappij.<br />

Die zijn daarna onderverdeeld<br />

in vijftig subthema’s en die<br />

weer in vijfhonderd onderzoeksvoorstellen.Wij<br />

moeten uit al die mogelijkheden<br />

keuzes maken om in die selectie<br />

vervolgens te gaan investeren.<br />

Ook voor ‘upstream’ gaat het erom<br />

dat we over tien jaar voldoende nieuwe<br />

technologie hebben ontwikkeld<br />

om overheden en staatsoliemaatschappijen<br />

in de grote-reservelanden<br />

“We moeten af van een vorm<br />

van researchmanagement<br />

waarbij je meer<br />

procesbewakers hebt dan<br />

mensen die het werk doen.”<br />

ervan te overtuigen dat je speciaal<br />

met Shell zaken moet doen wil je de<br />

beste waar voor je geld krijgen.”<br />

Als eerste voorbeeld van een onderzoeksdoel<br />

noemt Mesters “het vinden<br />

van een manier om energie in de<br />

vorm van een vaste stof op een<br />

ordentelijke manier in een vloeistof<br />

te veranderen.”De zoektocht kan met<br />

name leiden tot Coal to Liquids technologie,<br />

waarbij steenkool met schone<br />

processen en tegen een economisch<br />

concurrerende prijs wordt<br />

omgezet in motorbrandstoffen. De<br />

huidige processen daarvoor voldoen<br />

niet aan beide eisen. Een ideaal is het<br />

vinden van middelen waarin elke willekeurige<br />

koolstofhoudende grondstof<br />

opgelost kan worden als voorbereiding<br />

voor de conversie ervan naar<br />

vloeibare motorbrandstoffen. Dit<br />

opent in theorie de weg naar goedkopere<br />

omzetting van bijvoorbeeld<br />

zware olie, oliezanden en biomassa.<br />

Andere richtingen waar Mesters met<br />

zijn mensen aan wil werken zijn bijvoorbeeld<br />

betere reinigingsmethoden<br />

voor zwavelwaterstof en kooldioxide<br />

die in <strong>veel</strong> van de nieuwere<br />

aardgasvelden worden aangetroffen.<br />

“En verder probeer ik hier al tijdenlang<br />

een brandstofcel op H 2 S te laten<br />

lopen. Ik weet inmiddels precies<br />

waarom het nu nog niet gaat, maar ik<br />

weet ook dat het wél kan werken.”<br />

Tegen het slot van het gesprek<br />

bekent Carl Mesters dat hij de afgelopen<br />

jaren wel eens heeft overwogen<br />

Shell te verlaten om hoogleraar te<br />

worden.“Maar dan had ik het werken<br />

op grote schaal moeten missen.<br />

Bovendien beleef ik vooral lol in het<br />

iets voor elkaar krijgen en niet in het<br />

uitzoeken hoe iets in elkaar zit.Ik ben<br />

iemand die toch altijd zelf proefjes<br />

wil blijven doen. Als ik zie hoe<strong>veel</strong><br />

papierwerk en organisatie er tegenwoordig<br />

vast zit aan het hoogleraarschap,<br />

dan weet ik dat dat niet mijn<br />

sterkste punt is. Ik ben bij Shell ook<br />

wel eens naar een managementcursus<br />

geweest. Daarna wist ik het helemaal<br />

zeker, ik ben geen manager, ik<br />

wil wetenschapper zijn.”<br />

Waarna de verse chief scientist besluit:<br />

“Nu ben ik uiteraard blij dat ik niet<br />

ben weggegaan. Nu we hier weer uitdagend<br />

onderzoek gaan doen, zal dat<br />

een enorme stimulans zijn om te presteren.<br />

Het zal het ook gemakkelijker<br />

maken goede nieuwe mensen aan te<br />

trekken. Als het management er voor<br />

zorgt dat de consistentie terugkomt in<br />

het onderzoek, kunnen wij leveren<br />

wat er van ons wordt verwacht.”<br />

Acht<br />

innovators<br />

De chief scientists vertegenwoordigen<br />

hun vakgebied in het eveneens<br />

nieuw opgerichte Group Innovation<br />

Panel. Zij komen niet in de plaats<br />

van de Global Technical Experts die<br />

al bij Shell bestaan, maar vullen hen<br />

aan doordat ze de openbare woordvoerder<br />

worden voor hun kennisgebied.<br />

Hun rol omvat ook het onderhouden<br />

van nauwe contacten met<br />

universiteiten en zij zullen researchresultaten<br />

publiceren. Twee maal<br />

per jaar rapporteert het Innovation<br />

Panel direct aan het Executive<br />

Committee van Royal Dutch Shell<br />

over ontwikkelingen in hun vakgebieden.<br />

De benoeming van chief scientists<br />

is samengegaan met een verhoging<br />

van de budgetten voor research en<br />

technologie-ontwikkeling, de<br />

benoeming van een ‘mijnheer CO 2’<br />

(Graeme Sweeny) die verantwoordelijk<br />

wordt voor kooldioxidemanagement,<br />

en de formatie van<br />

een Future Energy Forum, een topniveau<br />

beslissers over nieuwe<br />

brandstofontwikkelingen en grondstoffenconversie.<br />

De acht chief scientists en hun vakgebieden<br />

zijn:<br />

■ Jose Bravo<br />

Natuurkunde en fysische scheiding<br />

(Houston);<br />

■ Rodney Calvert<br />

Geofysica (Houston);<br />

■ Dick Horvath<br />

Materialen (Houston);<br />

■ Carl Mesters<br />

Katalyse en chemie (Amsterdam);<br />

■ Leo Petrus<br />

Biowetenschappen (Amsterdam);<br />

■ Joe Powell<br />

Chemische werktuigbouw (Houston);<br />

■ Harold Vinegar<br />

In situ conversie processen<br />

(Houston);<br />

■ Charlie Williams<br />

Boorputontwerp en productietechnologie<br />

(Houston).


INVESTEREN IN RETAIL TURKIJE<br />

Shell en Turcas Petrol gaan via een joint venture de activiteiten<br />

in Turkije uitbouwen op de terreinen van marketing en verkoop<br />

bij retail, commercial en smeermiddelen. Ook worden distributieactiviteiten<br />

ondergebracht in de nieuwe onderneming die een<br />

eigendomsverhouding krijgt van 70/30 (Shell/Turcas). Turcas exploiteert<br />

in Turkije al een netwerk van zo’n 700 tankstations onder de<br />

naam Türkpetrol.<br />

Afgelopen najaar sloot Shell een joint venture overeenkomst met de<br />

Turkse onderneming Koç voor een deelneming in de staatsraffinagemaatschappij<br />

Tüpras. De bereidheid van Shell om in Turkije te investeren<br />

komt voort uit de snelle economische groei van het land.<br />

EXPLORATIEOPBRENGST DAALT<br />

Volgens energieconsultant Wood Mackenzie is sinds 2000 de vervangingsratio<br />

van de 28 grootste oliemaatschappijen gedaald beneden de 100%. Bij 100%<br />

voegt een oliemaatschappij in een jaar net zo<strong>veel</strong> nieuwe bewezen reserves<br />

toe als zij in dat jaar produceert.<br />

Volgens Wood Mackenzie lag de vervangingsratio<br />

voor de groep van 28<br />

tot het jaar 2000 telkens iets boven<br />

de 100%, maar is het de laatste jaren<br />

gedaald tot 50 à 60%.<br />

Volgens de consultant zullen de<br />

exploratieuitgaven van de groep in<br />

zowel 2005 als 2006 groeien met 30<br />

à 40%, maar men denkt niet dat dit<br />

direct tot significant hogere vervangingsratio’s<br />

gaat leiden, <strong>veel</strong> van het<br />

extra geld wordt namelijk opgegeten<br />

door de sterk stijgende kosten in de<br />

exploratiesector. Het huren van mensen<br />

en uitrusting (zoals boorinstallaties)<br />

is duurder geworden door de<br />

toegenomen vraag ernaar.<br />

SHELL-PRIJS VOOR KOKOSNOOTNET<br />

Ondernemingszin en innovatie, maar dan zo kleinschalig dat gemeenschappen<br />

de projecten zelf kunnen bedenken en ook uitvoeren om er hun lokale economie<br />

duurzaam mee te versterken. Dat is het doel van The World Challenge, een<br />

initiatief van BBC World en Newsweek, in samenwerking met Shell. Met een<br />

wedstrijd tussen de projecten (de jury ontving bijna 500 nominaties) om het<br />

gedachtegoed van World Challenge te stimuleren.<br />

Op 17 november reikte Roxanne Decyk, directeur Corporate Affairs van Royal<br />

Dutch Shell, op een speciale bijeenkomst in Londen de prijzen uit. De jury had<br />

twaalf projecten op de shortlist gezet, waarna het wereldpubliek via het web<br />

kon stemmen; 120.000 mensen hebben dat gedaan.<br />

De door Shell beschikbaar gestelde hoofdprijs (van $20.000) ging naar een activiteit<br />

op de Filippijnen van Juboken Enterprises.Bij hun project ‘Coconets’worden<br />

de kokosnootvezels, afval afkomstig van plantages, verwerkt tot matten die<br />

vervolgens worden gebruikt als surrogaat-boomwortels<br />

om losse grond,<br />

ontstaan door de kap van het oerwoud,<br />

te beschermen tegen erosie.<br />

Inmiddels wordt per maand al 30.000<br />

m 2 ‘kokosnootnet’ geproduceerd en<br />

het project heeft het leven verbeterd<br />

van meer dan 1.500 gezinnen op de<br />

Filippijnen.<br />

Roxanne Decyk reikte de prijs uit aan<br />

Justino Arboleda (foto), oprichter van<br />

Juboken. “Shell vindt het fantastisch<br />

om betrokken te zijn bij The World<br />

Challenge”, zei ze.“In deze wedstrijd<br />

valt de passie en het doorzettingsvermogen<br />

op van alle betrokkenen.”<br />

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />

S H E L L A C T U E E L<br />

OPEC-KASSA’S RINKELEN<br />

Na drie kwartalen kan het niet anders dan dat de OPEC-groep in 2005<br />

recordinkomsten haalt uit de export van ruwe olie.Volgens het gezaghebbende<br />

Petroleum Intelligence Weekly zullen de kassa’s in de elf<br />

aangesloten landen in 2005 zijn volgelopen met zo’n $435 miljard door de<br />

export van olie en gas, tegen $350 mld in 2004 en $250 mld in 2003.<br />

De grootste inkomstenstroom is voor Saoedi-Arabië met naar verwachting<br />

$140 miljard over 2005. Op podiumplaats twee verwacht PIW Nigeria ($46<br />

mld) en voor drie een gedeelde plaats voor Koeweit en Iran met elk zo’n $39<br />

mld inkomsten.<br />

De elf OPEC-lidstaten zijn (in volgorde van hun geschatte inkomsten uit de<br />

export van ruwe olie in 2005): Saoedi-Arabië, Nigeria, Iran, Koeweit,Verenigde<br />

Arabische Emiraten,Venezuela, Libië, Irak,Algerije, Qatar en Indonesië. Indonesië<br />

(geschat jaarinkomen over 2005 $8,2 mld) was in 2005 het enige OPECland<br />

met dalende opbrengsten.<br />

SAOEDI’S INVESTEREN IN PRODUCTIEGROEI<br />

Saoedi-Arabië stopt momenteel groot geld in het uitbreiden van de productiecapaciteit.<br />

Het land produceerde in het derde kwartaal van 2005<br />

ongeveer 9,3 mln vaten ruwe olie per dag en had een technische capaciteit<br />

van ruim 10 mln b/d. Doel van de regering in Riyadh is om de productiecapaciteit<br />

in 2009 te hebben uitgebreid tot 12,5 mln b/d, met nog niet concreet<br />

ingevulde plannen om ook daarna te groeien. Op dit moment is Saoedi-<br />

Arabië het enige land ter wereld met een noemenswaardige reserve-productiecapaciteit.Alle<br />

andere landen pompen op maximumvermogen.Wel wordt<br />

door <strong>veel</strong> staats- en particuliere oliemaatschappijen gewerkt aan uitbreiding<br />

van de productiecapaciteit.<br />

Staatsoliemaatschappij Aramco heeft recentelijk een overzicht gegeven van de<br />

nieuwe velden die in Saoedi-Arabië in gebruik genomen gaan worden. Qua<br />

reserves zal de productiegroei geen probleem zijn: het land staat in de boeken<br />

voor een bewezen reserve van 265 miljard vaten ruwe olie, maar olieminister<br />

Ali Naimi zei dit najaar dat het koninkrijk zeker nog 200 mld vaten<br />

aan die bewezen reserves kan toevoegen.<br />

GASRUIL IN<br />

VERENIGDE STATEN<br />

In ruil voor haar 17%-aandeel in<br />

het in ontwikkeling zijnde diepzee<br />

olie- en gasveld Tahiti in de<br />

Golf van Mexico neemt Shell van<br />

Total de belangen over in vier gasvelden<br />

in het zuiden van Texas. In<br />

de vier velden wordt Shell operator.<br />

De velden sluiten aan bij bestaande<br />

Shell-productie in dit gebied. Na de<br />

ruil produceert Shell in Zuid-Texas<br />

zo’n 8,5 mln m 3 gas per dag.<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 23


De DrillTec Synergy boortoren dit<br />

najaar in actie in het Groninger land<br />

bij het dorpje Lauwerzijl tussen<br />

Zoutkamp en Grijpskerk.<br />

24 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER


KLEIN MAAR<br />

DAPPER<br />

In de historie van de landboringen<br />

in Nederland (er zijn hier<br />

zo’n 2.500 putten geboord)<br />

hadden kosten nooit de hoogste<br />

prioriteit. Los nog van het<br />

superveld Groningen waren de<br />

Nederlandse gasreservoirs in het<br />

algemeen ruim aan de maat, dus een<br />

productieput moest ten eerste groot<br />

zijn en ten tweede lang mee gaan. En<br />

omdat de velden toch zo fors waren,<br />

vielen de exploratiekosten bovendien<br />

in het niet bij de langjarige<br />

opbrengsten.<br />

Maar inmiddels zijn in ons land de<br />

grote en ook middelgrote velden<br />

gevonden, zodat de resterende prospects<br />

(vermoede, nog aan te boren<br />

gasvoorkomens) gemiddeld telkens<br />

kleiner worden. Daarmee is ook de<br />

aandacht verschoven naar goedkoper<br />

boren. Boren is namelijk nog steeds<br />

het duurste onderdeel van het tot<br />

productie brengen van een reservoir,<br />

en dus beslissend voor de vraag of<br />

het al of niet economisch verant-<br />

TEKST: WOUTER EENHORST<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

Nu nog enkel kleinere gasvelden zijn te vinden<br />

onder de Nederlandse bodem, heeft de NAM<br />

verlaging van de boorkosten de hoogste<br />

prioriteit gegeven. Een nieuwe ‘lichtgewicht’<br />

boortoren moet een belangrijke bijdrage leveren<br />

om de kosten van een gemiddelde landboring<br />

te halveren.<br />

woord is een prospect aan te boren.<br />

Er is immers ook altijd nog het risico<br />

dat een nieuw reservoir droog blijkt<br />

te zijn. En dan zijn de 5 tot 8 miljoen<br />

euro die een gemiddelde landboring<br />

hier tot voor kort kostte weggegooid<br />

geld.<br />

Voor de niet ‘boordeskundigen’onder<br />

de lezers: exploratie- en productiemaatschappijen<br />

zoals de NAM hebben<br />

als norm geen eigen boorinstallaties<br />

meer. Die worden op tijdsbasis<br />

gehuurd van gespecialiseerde boormaatschappijen,<br />

inclusief het personeel.<br />

In het algemeen worden daarvoor<br />

contracten getekend met dagprijzen;<br />

hoe langer een boring duurt,<br />

hoe duurder het wordt. Het risico is<br />

niet voor de boormaatschappij maar<br />

voor de opdrachtgever. De laatste is<br />

op de boorlocatie vertegenwoordigd<br />

met eigen toezichthouders.<br />

De huurkosten van ‘rig and crew’<br />

worden sterk beïnvloed door wereldmarktontwikkelingen.<br />

Op dit moment,<br />

met een groeiend exploratieprogram-<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 25


ma over de hele olie- en gassector, liggen<br />

de huurprijzen op historisch<br />

gezien een zeer hoog niveau.<br />

Slim en eenvoudig<br />

Ook de NAM heeft al jaren geleden<br />

afscheid genomen van eigen boorploegen<br />

en boortorens, maar ontwikkelt<br />

wel steeds nieuwe technologie,<br />

vaak in directe samenwerking met<br />

boorbedrijven. En daarmee zijn we<br />

aanbeland bij de ‘hoofdrolspeler’ in<br />

dit verhaal, de ‘Synergy’-boortoren<br />

van het Duitse bedrijf DrillTec. Deze<br />

toren draait sinds begin 2005 twee<br />

jaar op proef om te zien of de doelstelling<br />

van halvering van de boorkosten<br />

(ten opzichte van het prijspeil<br />

2002) inderdaad realiseerbaar is.<br />

Op het hoofdkantoor van de NAM in<br />

Assen vertelt Rob van der Vegt over<br />

het door hem geleide ‘Low Cost Land<br />

Drilling Project’, en hoe dat project<br />

de aanleiding was tot het ontwikke-<br />

26 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

len van de Synergy-boortoren. Allereerst<br />

haalt hij een uitspraak aan van<br />

Albert Einstein: “Als je doet wat je<br />

deed, krijg je wat je had.” Een niet<br />

ongelukkig gekozen citaat want lang<br />

is het boren naar olie- en gasvelden<br />

een overheersend ambachtelijke<br />

bezigheid geweest. Er veranderde<br />

<strong>veel</strong> meer aan bijvoorbeeld seismiek,<br />

reservoirmodellering, het kunnen<br />

sturen van de beitel tijdens de boring<br />

en het loggen van de doorboorde<br />

gesteentelagen, dan dat er grote doorbraken<br />

kwamen op en om de boortoren.<br />

En als er al sprake was van automatisering<br />

van processen, dan vond<br />

dit met name in de offshore plaats<br />

(vooral gedreven door ruimtegebrek<br />

op een platform) en niet op land.<br />

Van der Vegt:“Daardoor ontstond een<br />

situatie waarin landboringen steeds<br />

duurder werden terwijl gelijktijdig de<br />

omvang van de prospects kromp.<br />

Daardoor verslechterde de economi-<br />

sche haalbaarheid van de kleine veldjes<br />

waarvan we er als NAM juist nog<br />

erg <strong>veel</strong> als prospect op de plank<br />

hebben liggen.”<br />

Nu kun je als concessiehouder in het<br />

geval van marginale velden gaan zitten<br />

wachten tot een hoge olie- en gasprijs<br />

de economie ervan boven water<br />

tilt, maar dat is ongeveer hetzelfde als<br />

wachten tot je rijk wordt in het casino.Een<br />

betere strategie is om structureel<br />

de kosten te reduceren. Daarom<br />

startte NAM in 2003 een Low Cost<br />

Land Drilling Project. Van der Vegt:<br />

“De basis ervan was het KISS-concept<br />

dat binnen Shell toen net in opkomst<br />

kwam,‘Keep It Smart and Simple’.”<br />

Rivierkruisingen<br />

Helemaal passend in KISS was de ontdekking<br />

van het bestaan van een<br />

nieuw model boortoren. In Oostenrijk,<br />

waar slechts heel kleine olie- en<br />

gasveldjes gevonden worden,werd er<br />

Olie (in vaten) als onderdeel van de<br />

receptuur om boorspoeling te maken.<br />

al langer mee gewerkt door Rohöl<br />

Aufsuchungs AG (RAG) die lage-kosten<br />

landboringen als specialisatie<br />

heeft. Na gesprekken werd duidelijk<br />

dat het geheim mede school in een<br />

lichtgewicht installatie die het Duitse<br />

bedrijf DrillTec vooral had ontwikkeld<br />

voor horizontale boringen onder<br />

wegen of rivieren om leidingen en<br />

kabels te leggen en voor het doen<br />

van geothermische boringen, dus om<br />

warm water uit de diepere bodem te<br />

pompen. Maar ook was al eens een<br />

aangepaste toren gebruikt voor een<br />

lange horizontale boring onder de<br />

Duitse Waddenzee naar het al langer<br />

geproduceerde olieveld Mittelplate<br />

voor de kust van Sleeswijk-Holstein.<br />

“Wij realiseerden ons dat je die toren<br />

ook rechtop kon zetten en dat hij na<br />

verdere aanpassing dan heel geschikt<br />

kon zijn om olie- en gasputten te<br />

boren”, aldus Van der Vegt.Waarna de<br />

Duitse moeder van DrillTec, techno


logie- en constructiebedrijf Streicher,<br />

besloot om drie torens voor gas- en<br />

olieboringen te bouwen in antwoord<br />

op de toezegging van EP Europe<br />

(EPE), de coördinerende EP-organisatie<br />

van Shell, waar ook NAM onder<br />

valt, om de toren op proef te nemen<br />

voor landactiviteiten binnen EPE.<br />

“Misschien klein, maar dapper”, aldus<br />

NAM’s drilling supervisor Berend<br />

Ziengs op de boorlocatie Lauwerzijl.<br />

In oktober werd daar geboord naar<br />

een klein prospect tussen Zoutkamp<br />

en Grijpskerk, een ‘scherfje’ tussen<br />

twee grotere gasvelden in, waarvan<br />

het veld onder Grijpskerk al een aantal<br />

jaren wordt gebruikt als ondergrondseberging-voor-koude-Europese-dagen.<br />

Klein, want de Synergy-toren steekt<br />

niet meer dan 34 meter boven het<br />

Groninger maaiveld uit, maar ook<br />

dapper want het hydraulisch systeem<br />

is zo krachtig dat 370 ton druk<br />

(zowel om te trekken als om te drukken)<br />

op de boorstang gezet kan worden.“Bij<br />

het boren is de neerwaartse<br />

kracht sterk gelimiteerd omdat de<br />

toren anders zichzelf omhoog zou<br />

kunnen drukken”, aldus Ziengs.<br />

Klein boorgat<br />

De klus bij Lauwerzijl is een schoolvoorbeeld<br />

van waarvoor het Low<br />

Cost Land Drilling Project is opgezet:<br />

een prospect waarin geologen 0,8<br />

miljard kubieke meter gas verwachtten<br />

op zo’n 3.600 meter diepte.<br />

Geschatte boortijd een week of vijf.<br />

Twaalf uur op, twaalf uur af (als<br />

onderdeel van twee weken werk,<br />

twee weken vrij) is het werkritme<br />

van de uit vijf mensen bestaande<br />

boorploegen. Het oppakken, wegleggen<br />

en in- en uit elkaar schroeven van<br />

de elk 13 meter lange boorstangen is<br />

geautomatiseerd.<br />

Een andere grote winst van de Syner-<br />

STANDAARD BOORTOREN DRILLTEC SYNERGY<br />

Speciaal transport voor nodig Modulair opgebouwd: alles past<br />

op 40 standaard vrachtauto’s<br />

Dieselelektrisch aangedreven Hydraulisch aangedreven<br />

Werkt met boorpijplengten Boorpijplengte 13 meter<br />

van 18 of 27 meter<br />

Boorploeg 7 mensen Boorploeg 5 mensen<br />

Trekkracht 110 - 500 ton Trekkracht 370 ton<br />

Boort als standaard een put Boort als standaard een put<br />

die boven 40 cm diameter die boven 24,4 cm diameter<br />

heeft en in reservoir 21,6 cm heeft en in reservoir 10,5 cm<br />

Berend Ziengs (boven): “Misschien<br />

klein, maar dapper.”<br />

Rob van der Vegt: “Landboringen<br />

werden steeds duurder terwijl gelijktijdig<br />

de omvang van de prospects<br />

kromp.”<br />

gy-toren is vanaf de boorvloer<br />

onzichtbaar, namelijk het relatief kleine<br />

boorgat.Waar een standaard-boortoren<br />

bovenaan begint met een gat<br />

van 40 centimeter doorsnede om<br />

ruim 3,5 kilometer dieper te eindigen<br />

met een putdiameter van bijna 22<br />

cm, is het boorgat van de Synergy<br />

ongeveer de helft daarvan in diameter.<br />

“Deze technologie van ‘slim well<br />

design’ levert een zeer aanzienlijke<br />

reductie op van de hoe<strong>veel</strong>heid boorgruis<br />

die moet worden verwerkt, en<br />

de hoe<strong>veel</strong>heid staal en cement die<br />

gebruikt wordt in de boorwand”,<br />

aldus Rob van der Vegt.<br />

Nog een paar in geld uit te drukken<br />

voordelen: minder grondoppervlakte<br />

voor de boorlocatie en minder<br />

geluidsproductie bij het boren, dus<br />

ook een sneller vergunningentraject.<br />

En dan tot slot misschien wel de<br />

grootste culturele verandering bij<br />

NAM: “Bij ons waren we altijd<br />

Is qua capaciteit geschikt voor<br />

65-70 procent van de landboringen<br />

in het lopende vijfjarenprogramma<br />

van NAM<br />

gewend om maatwerk te leveren,<br />

elke boring werd als een uniek geval<br />

gezien met dan ook telkens weer een<br />

uniek boorprogramma”,aldus Van der<br />

Vegt.“Nu gaan we toe naar zo groot<br />

mogelijke standaardisatie.”<br />

Eén boortoren voor alle werk? “Voor<br />

misschien 65 of 70 procent van ons<br />

lopende werkprogramma op land”, is<br />

de inschatting van Van der Vegt.“Voor<br />

zware putten,heel erg diepe putten,of<br />

putten die over grote afstanden horizontaal<br />

worden geboord,is de Synergy<br />

niet geschikt. Je zult hem geen hogecapaciteitsputten<br />

zien boren op het<br />

Groningenveld of in onze ondergrondse<br />

gasbergingen. En als we in de toekomst<br />

weer gaan boren in het olieveld<br />

van Schoonebeek, waarvoor redelijk<br />

ondiepe putten nodig zijn, is de Synergy-toren<br />

zelfs te zwaar. Maar voor de<br />

bulk van de landputten van NAM is dit<br />

de ideale dimensie om slim en eenvoudig<br />

te werken.”<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 27


Shell in Nederland telt bijna<br />

elfduizend medewerkers.<br />

Wat doen ze? En wat<br />

hebben ze te vertellen?<br />

In aflevering 30 Steven de<br />

Bie van Shell International.<br />

Hij is werkzaam als adviseur<br />

van de afdeling Sustainable<br />

Development/HSE & Social<br />

Performance. De komende<br />

vijf jaar is hij ook bijzonder<br />

hoogleraar aan de<br />

Wageningen Universiteit<br />

met de leeropdracht:<br />

duurzaam gebruik van<br />

levende hulpbronnen.<br />

Naam<br />

Steven de Bie<br />

Leeftijd<br />

55<br />

In dienst<br />

1992<br />

Studie<br />

Biologie, Rijksuniversiteit Groningen;<br />

in Wageningen gepromoveerd op het<br />

proefschrift Wildlife Resources of<br />

the West African Savanna<br />

Functie<br />

Senior Environmental Advisor<br />

Locatie<br />

Den Haag<br />

Bijzonderheid<br />

Bijzonder hoogleraar Wageningen<br />

Universiteit<br />

28 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

DE MEDEWERKER<br />

“BIJDRAGEN AAN


OMWENTELING”<br />

Daags voor het interview<br />

had hij, op een<br />

vroege zondagmorgen,<br />

vier uur lang in alle<br />

stilte vanaf de trektelpost<br />

vogels geteld. Steven de Bie<br />

houdt dan daar de soorten trekvogels<br />

en hun aantallen nauwkeurig bij. Het<br />

afgelopen jaar turfden hij en zijn collega-vogelaars<br />

al meer dan honderdtien<br />

soorten bij de telpost in de<br />

omgeving van Zutphen.“Het tellen is<br />

een fascinerende bezigheid, zeker als<br />

we nieuwe soorten in Nederland ontdekken<br />

zoals de grote zilverreiger en<br />

de zeearend – nog even en dan gaat<br />

die zeearend hier broeden. De vraag<br />

is dan: hoe komt het dat sommige<br />

soorten verdwijnen en nieuwe opduiken?<br />

De veranderende omgeving is<br />

natuurlijk een van de oorzaken. Een<br />

andere zou eens te maken kunnen<br />

hebben met de gewijzigde genetische<br />

samenstelling van bepaalde soorten,<br />

waardoor zij nu wél in een andere<br />

omgeving kunnen leven.” De Bie zou<br />

daar als bioloog best eens onderzoek<br />

naar willen doen.<br />

Maar dat zal er voorlopig niet van<br />

komen. Ander interessant onderzoek<br />

wacht – in zijn hoedanigheid van bijzonder<br />

hoogleraar bij de Wageningen<br />

Universiteit is hij met vijf promovendi<br />

sinds 1 september van het vorige<br />

jaar bezig, als onderdeel van zijn<br />

Shell-werk, een aantal onderzoeken<br />

op te starten. Het duurzaam gebruik<br />

van levende hulpbronnen staat daarin<br />

centraal.<br />

Bij zijn Wageningse leeropdracht gaat<br />

het hem vooral om de ‘wilde’ flora en<br />

fauna, die dus van niemand zijn maar<br />

eigenlijk van ons allemaal. Deze planten,<br />

bomen en dieren worden<br />

bedreigd door onder meer overexploitatie,<br />

klimaatverandering, verstedelijking<br />

en ziektes. Hoe kun je een<br />

halt toeroepen aan deze destructieve<br />

ontwikkeling? Die vraag zal de<br />

komende vijf jaar ook terugkeren tijdens<br />

de colleges (twaalf per jaar en in<br />

één trimester) die De Bie zal geven<br />

aan de universiteit, waar hij in 1991<br />

zelf promoveerde.<br />

Geen leeuwen meer<br />

“Als je kijkt naar de grootste verstoorder<br />

in de natuur in de laatste decennia<br />

dan is dat de mens. Wij veranderen<br />

de biodiversiteit van ecosystemen<br />

door erin te werken, te jagen, te<br />

bouwen, noem maar op. Bijna steeds<br />

leidt dat tot verarming van de biodiversiteit.<br />

De biologische herstelreactie<br />

op deze stress is een kwestie van<br />

tijd, maar is die tijd er ook? We zullen<br />

vanuit de wetenschap een antwoord<br />

moeten bedenken op de vraag hoe<br />

de duurzaamheid van biodiversiteit<br />

te verlengen. Het maatschappelijke<br />

vizier zal gelijktijdig moeten worden<br />

gericht op het verstandig gebruiken<br />

van die levende hulpbronnen.”<br />

In het onderzoekswerk met de promovendi<br />

zal het accent liggen op het<br />

reactievermogen van een ecosysteem<br />

als een savanne of steppe op een eenmalige<br />

verstoring (houtkap, verontreiniging,<br />

terreingebruik). De kennis<br />

die daaruit voortkomt kan het inzicht<br />

verdiepen in het functioneren van<br />

verstoorde ecosystemen en vooral<br />

het herstel daarvan. De Bie licht toe:<br />

“De combinatie van deze kennis is de<br />

basis voor nieuwe mogelijkheden om<br />

het vraagstuk van het duurzaam<br />

gebruik van de biodiversiteit wetenschappelijk<br />

verder uit te bouwen en<br />

te verdiepen.”Deze aanpak is een van<br />

de manieren om het proces van achteruitgang<br />

van ecosystemen een halt<br />

toe te roepen. “Het verduurzamen<br />

van de natuurlijke hulpbronnen is<br />

toch één van de grote uitdagingen<br />

waarvoor overheden, het bedrijfsleven<br />

en lokale gemeenschappen zich<br />

zien geplaatst, en bevestigd in de<br />

internationale Conventie voor de Biologische<br />

Diversiteit”, aldus de bijzonder<br />

hoogleraar.“Als er straks bijvoorbeeld<br />

geen leeuwen meer zouden<br />

zijn – de mens kan best zonder dit<br />

vorstelijke roofdier – zegt dat <strong>veel</strong><br />

over hoe de mens omgaat met biodiversiteit!”<br />

Spitsbergen<br />

‘Duurzaamheid’ is geen begrip dat<br />

Steven de Bie op latere leeftijd pas<br />

heeft geadopteerd.Nee,Steven de Bie<br />

ís duurzaamheid. Het begrip past in<br />

zijn kijk op het leven, waarin respect<br />

voor anderen en oprechte belangstelling<br />

voor normen en waarden een<br />

maatschappelijke context hebben<br />

voor hem. Zijn studie biologie in<br />

1969 aan de Groninger rijksuniversiteit<br />

was in dat opzicht een logische<br />

stap. Dat hij zich vervolgens richtte<br />

op onderzoek naar de populatiedynamiek<br />

van rendieren op Spitsbergen<br />

was meer uit persoonlijke interesse.<br />

Na zijn studie deed De Bie een opleiding<br />

aan het ITC (International Trainings<br />

Centre) om zich te bekwamen<br />

in de analyse van landschappen en<br />

ecosystemen met behulp van ‘remote<br />

sensing’-technieken (luchtfoto’s en<br />

satellietbeelden).<br />

Als wildbioloog in een Malinees project<br />

kwam hij weer meer toe aan zijn<br />

beleving van duurzaamheid. Er werd<br />

in de tijd van de grote Sahel-droogte<br />

gewerkt aan het duurzaam gebruik<br />

van wild,als vervanging van vee.“Simpel<br />

gezegd levert onder bepaalde<br />

omstandigheden wild in de context<br />

van vlees en andere eiwitten meer op<br />

dan vee. In een tijd dat de omstandigheden<br />

slecht zijn, zoals bij droogte, is<br />

wild mits verstandig gebruikt een<br />

interessante optie voor de mens.”<br />

Na zijn terugkeer in Nederland compenseerde<br />

De Bie een periode van<br />

dreigende werkloosheid met een<br />

baan als zelfstandig technisch consulent.<br />

In 1987 lokte de wetenschap<br />

hem naar Wageningen waar hij met<br />

behulp van studenten tropische ecosystemen<br />

onderzocht, met name de<br />

daarin levende hoefdieren. Hij gaf<br />

ook colleges over onderwerpen die<br />

verband hielden met natuurbehoud<br />

in de tropen. ’s Avonds werkte De Bie<br />

aan de afronding van zijn promotieonderzoek,<br />

de ecologie van wildpopulaties<br />

in de West-Afrikaanse<br />

savanne.Hij was weer helemaal thuis.<br />

Waddenzee<br />

“En daarna kwam Shell. Het contact<br />

met het bedrijf liep via een environment<br />

impact assesment dat de Wageningen<br />

Universiteit voor Shell in<br />

Gabon uitvoerde – welk effect hebben<br />

de exploratieactiviteiten op de<br />

biologie ter plaatse? Ik kwam in<br />

dienst van Shell toen ik al de veertig<br />

was gepasseerd; dat vond ik wel bijzonder.<br />

Het werk gaf mij de mogelijkheid<br />

om bij te dragen aan duurzame<br />

ontwikkeling in de praktijk bij een<br />

bedrijf dat werkelijk de potentie<br />

heeft om een verschil te maken.”<br />

Via werkzaamheden voor onder andere<br />

Salym, Noord-Europees Rusland en<br />

Nigeria landde De Bie in 1995 bij de<br />

NAM in Assen, waar hij hoofd bij de<br />

afdeling Milieu werd.Weg uit het veld<br />

dus. Beviel dat? <strong>“Ik</strong> vond het een boeiende<br />

periode bij de NAM, en van<br />

groot belang om operationele ervaring<br />

op te doen. Er waren <strong>veel</strong> mogelijkheden<br />

om ondanks de managementfunctie<br />

praktisch aan de slag te<br />

gaan. In die tijd is er <strong>veel</strong> overleg met<br />

de overheid geweest over de gewijzigde,<br />

strengere wet- en regelgeving op<br />

milieugebied. In die tijd speelde ook<br />

nadrukkelijk de discussie over de<br />

Waddenzee. Ik moet zeggen dat in<br />

relatie tot de gaswinning uit de Waddenzee<br />

duurzame ontwikkeling zeker<br />

op de kaart is gezet.We spreken hier<br />

over raakvlakken tussen bedrijf en<br />

samenleving: in dit geval het zakelijke<br />

versus het landschappelijke.”<br />

TEKST: CASPAR VAN LOO<br />

FOTO: WILFRIED OVERWATER<br />

In de visie van De Bie houdt een<br />

duurzame oplossing met alle belangen<br />

rekening en kent daaraan vervolgens<br />

iets extra’s toe, een meerwaarde.<br />

<strong>“Ik</strong> denk dat Shell daar nog<br />

niet zo goed in is”, meent de bijzonder<br />

hoogleraar.“Shell is een technisch<br />

bedrijf,dat vooral technisch denkt.Ze<br />

is misschien wel een beetje bang<br />

voor de niet-technische kant van de<br />

zaken. Er zou nog meer met de rechterhersenhelft<br />

moeten worden<br />

gedacht: meer emotie, meer inleven.<br />

Bij de voorbereiding van een groot<br />

olie- en gasproject in een gevoelig<br />

gebied bijvoorbeeld zou Shell én<br />

eerst alle risico’s moeten inventariseren<br />

(inclusief die voor de biodiversiteit),<br />

én tegelijk dienen na te gaan<br />

welke belangen van ánderen in het<br />

geding zijn. Dat is geen nieuw evangelie<br />

in het bedrijf, maar een gedachte<br />

die uitgaat van het geïntegreerd<br />

managen van risico’s voor een duurzaam<br />

gebruik van het gebied. Kijken<br />

we bijvoorbeeld naar de Waddenzee<br />

dan wordt die uiteindelijke meerwaarde<br />

gevonden in onder het<br />

natuurgebied boren in plaats van er<br />

in.”<br />

Passie<br />

Het bijzonder hoogleraarschap van<br />

Steven de Bie wordt door Shell volledig<br />

gesteund – de interface tussen<br />

wetenschap en bedrijfsleven betekent<br />

<strong>veel</strong> en kan <strong>veel</strong> opleveren.<br />

“Voor mij is het een weg om mijn<br />

passie en motivatie voor beide bij<br />

elkaar te brengen. Er is bovendien<br />

een sterke relatie tussen mijn verantwoordelijkheden<br />

bij Shell en mijn<br />

leeropdracht. Ik kan de vergaarde<br />

wetenschappelijke inzichten meteen<br />

doorvertalen naar het beleid van<br />

Shell.”<br />

In zijn huidige werk als senior environmental<br />

advisor heeft hij <strong>veel</strong> te<br />

maken met de gevolgen van Shellactiviteiten<br />

op de (levende) omgeving.<br />

Onderzoek, beleid en strategie<br />

van zijn afdeling moeten ervoor zorgen<br />

dat het bedrijf, op het grensvlak<br />

met de samenleving, de juiste keuzes<br />

maakt in zijn operaties.En dat zal niet<br />

altijd het geval zijn.“We werken aan<br />

het implementeren van een andere,<br />

op duurzaamheid geënte cultuur in<br />

het bedrijf. Zo’n proces vraagt tijd,<br />

durf en geduld, en duurt misschien<br />

wel generaties. Maar ik lever in ieder<br />

geval op mijn manier met <strong>veel</strong> liefde<br />

een bijdrage aan de omwenteling.”<br />

SHELL VENSTER - JANUARI/FEBRUARI 2006 - 29


S H E L L A C T U E E L<br />

FORSE VERHOGING INVESTERINGEN<br />

Om de reservepositie uit te<br />

bouwen, de productie te verhogen,<br />

de sterke posities in<br />

de aardgasketen en in onconventionele<br />

olie uit te bouwen, en om de<br />

topplaats in downstream te versterken,<br />

voert Shell haar investeringsniveau<br />

fors op. Op 13 december<br />

maakte Chief Executive Jeroen van<br />

der Veer bekend dat de kapitaaluitgaven<br />

in 2006 naar ongeveer $19<br />

miljard zullen gaan. Daarvan is zo’n<br />

$15 miljard bestemd voor upstream.<br />

De belangrijkste punten uit het<br />

investeringsprogramma voor 2006<br />

zijn:<br />

• Voor de upstreamkant $15 mld,<br />

waar eerder als indicatie $11,5<br />

mld was aangegeven;<br />

• Binnen upstream gaat het<br />

exploratiebudget naar $2 mld<br />

(eerder genoemd $1,5 mld).<br />

• Naar de downstreamkant gaat<br />

ruim $4 mld, inplaats van $3,5<br />

mld.<br />

De kapitaaluitgaven in upstream zijn<br />

bedoeld om per eind 2009 13 miljard<br />

vaten olie-equivalent aan reserves<br />

ontsloten te hebben voor productie<br />

en om tegen het eind van<br />

2009 de definitieve investeringsbeslissing<br />

te kunnen nemen over projecten<br />

met een omvang van 5 miljard<br />

vaten o.e.<br />

Grote projecten in verschillende<br />

stadia van ontwikkeling zijn:<br />

• Bestaande olievelden en<br />

omvangrijke ‘nieuwe olie’:<br />

Salym (Rusland), Bonga en Ehra<br />

(Nigeria), Kashagan (Kazachstan),<br />

Deimos en Great White<br />

(VS, Golf van Mexico).<br />

• Geïntegreerde gasprojecten:<br />

Qatar LNG en Pearl GTL (eveneens<br />

Qatar), Nigeria LNG,<br />

Ormen Lange (Noorwegen) en<br />

exploratie-, productie- en LNGactiviteiten<br />

in Libië, Sachalin<br />

(Rusland) en Australië.<br />

BONGA BEGINT PRODUCTIE<br />

Honderdtwintig kilometer uit de kust, waar de oceaan ruim duizend<br />

meter diep is, produceert sinds eind november het drijvende productie-eiland<br />

Bonga olie en gas. Bonga is in zijn omvang (een 300.000 ton<br />

wegende romp met 22.000 ton installaties) en prijsklasse ($3,6 miljard voor<br />

het hele project) een zwaargewicht, passend bij de omvang van het olie- en<br />

gasveld dat wordt geproduceerd.<br />

De FPSO (Floating Production Storage and Offloading) Bonga zal zo snel als<br />

mogelijk haar productieplateau bereiken van 225.000 vaten olie en ruim vier<br />

miljoen kubieke meter gas per dag. Daarmee wordt de totale olieproductie<br />

van Nigeria met ongeveer tien procent uitgebreid.<br />

De olie wordt eerst opgeslagen in de romp van de Bonga FPSO (maximale<br />

inhoud twee miljoen vaten) waarna tankers de lading overnemen voor transport<br />

naar Europa en de VS. Het gas gaat met een 238 kilometer lange leiding<br />

naar de LNG-fabrieken op het eiland Bonny. Ook het vloeibaar gas heeft<br />

Europa en de VS als markt.<br />

30 - JANUARI/FEBRUARI 2006 - SHELL VENSTER<br />

• Onconventionele olie: uitbreiding<br />

productiecapaciteit Athabasca-oliezanden<br />

(Canada).<br />

Van de verhoging in 2006 van de<br />

upstreaminvesteringen met ongeveer<br />

$3,5 miljard, is 55% toe te<br />

schrijven aan hogere uitgaven voor<br />

nieuwe projecten en exploratie,<br />

20% aan hogere uitgaven in<br />

bestaande velden en een kwart –<br />

iets minder dan $1 miljard – aan wat<br />

samengevat wordt met ‘prijsinflatie,<br />

veranderende wisselkoersen en<br />

hogere servicekosten, bijvoorbeeld<br />

de huur van boorinstallaties.”<br />

Het grootste deel van de investeringen<br />

in de upstreamsector, zo’n $10-<br />

11 miljard, gaat naar ‘groeiprojecten’,<br />

waarmee wordt bedoeld projecten<br />

die nu nog niet produceren,<br />

plus de uitbreiding van de activiteiten<br />

bij Sachalin en Athabasca. In<br />

deze bedragen zit ook ongeveer $2<br />

miljard voor de divisie Gas & Power<br />

(hoofdzakelijk LNG-projecten) en<br />

ongeveer $2 miljard voor exploratie<br />

naar nieuwe olie- en gasreservoirs.<br />

Aan de downstreamkant zet Shell<br />

haar beleid voort om de grootste<br />

aandacht te geven aan ‘operational<br />

excellence’, het verder integreren<br />

van de raffinage- en chemie-activiteiten<br />

en het uitbreiden van de aanwezigheid<br />

in groeimarkten, met<br />

name raffinage, bevoorrading en<br />

distributie, retail, zakelijke markten,<br />

smeermiddelen en chemie.<br />

De kapitaaluitgaven worden verdeeld<br />

over aantrekkelijke groeimogelijkheden<br />

en schone brandstoffen<br />

(samen ongeveer $1,7 miljard),<br />

alternatieve energiebronnen, technologie-infrastructuur,structuurwijzigingen<br />

en het op kwaliteitsniveau<br />

houden van de belangrijkste<br />

bezittingen, zoals raffinaderijen en<br />

chemische fabrieken.<br />

KORTE STAKING BIJ SHELL<br />

NEDERLAND<br />

Vier dagen actievoeren door werknemers op Pernis en Moerdijk<br />

waren genoeg om een akkoord te bereiken over een nieuwe<br />

pensioenregeling bij Shell in Nederland. En zoals dat gaat, gaf<br />

het akkoord beide partijen een min of meer tevreden gevoel.<br />

De directie realiseerde als belangrijkste punten een eind aan de tot nu<br />

toe geldende pensioenleeftijd van 60 jaar (werknemers kunnen voortaan<br />

kiezen wanneer ze tussen de 55 en 65 jaar met pensioen gaan,<br />

waarbij een volledige pensioenopbouw na 40 jaar arbeid tot stand<br />

komt inplaats van na 35 jaar) en een pensioenbijdrage van iedereen,<br />

waar nu de loongroepen tot ongeveer 60.000 euro geen premie hoefden<br />

betalen.Tot dit inkomen wordt de premie 2% van het loon.<br />

De werknemers haalden bij het akkoord betere overgangsregelingen<br />

binnen voor huidige medewerkers plus een flinke bedrijfsbijdrage<br />

(3% van het loon) in de levensloopregeling voor huidige en nieuwe<br />

werknemers. Huidige werknemers krijgen nog eens maximaal 5%<br />

voor de levensloopregeling mits ze daarvoor dan wel twee (van de<br />

huidige elf) ADV-dagen inleveren.<br />

ÉÉN ACCOUNTANT VOOR<br />

ROYAL DUTCH SHELL<br />

Het draagt bij aan vereenvoudiging en<br />

standaardisatie van processen, dus<br />

heeft Royal Dutch Shell gekozen<br />

voor één accountant om de boeken te<br />

doen. Tot nu toe was KPMG werkzaam<br />

voor de Koninklijke en Pricewaterhouse-<br />

Coopers voor Shell Transport. Na de unificatie<br />

tot Royal Dutch Shell is PricewaterhouseCoopers<br />

gekozen voor de wereldwijde<br />

auditing. PWC is op 7 november 2005<br />

met de klus begonnen.


Kijken in schilderijen<br />

Shell, Partner in Science van het Van Gogh Museum<br />

Met een scalpel een flintertje verf van het schilderij peuteren. De minuscule hoe<strong>veel</strong>heid verf is<br />

genoeg om onder de elektronenmicroscoop onderzoekers een kijkje te gunnen in de schilderijen<br />

van Vincent van Gogh. Op zoek naar aanknopingspunten voor conservering, restauratie en opslag.<br />

Om te voorkomen dat de schilderijen uiteindelijk verwelken als bloemen. Vanwege de beperkte onder-<br />

zoeksmogelijkheden binnen zijn restauratieatelier werkt het Van Gogh Museum samen met Shell en het<br />

Instituut Collectie Nederland, een onafhankelijk kennisinstituut voor beheer en behoud van roerend cultu-<br />

reel erfgoed. Als Partner in Science heeft Shell zich tot 2010 aan dit project met het Van Gogh Museum in<br />

Amsterdam verbonden.<br />

www.shell.nl<br />

www.vangoghmuseum.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!