Handleiding voor leerkrachten - Natuurpunt
Handleiding voor leerkrachten - Natuurpunt
Handleiding voor leerkrachten - Natuurpunt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
NATUUR .TENTOONSTELLING<br />
Over klimaatkanaries en hittestress<br />
Het klimaat verandert, verander jij het klimaat?<br />
Tot 31 december 2009<br />
<strong>Handleiding</strong> <strong>voor</strong> <strong>leerkrachten</strong>
<strong>Handleiding</strong> <strong>voor</strong> <strong>leerkrachten</strong><br />
Over klimaatkanaries en hittestress<br />
Inleiding ...................................................................................................................2<br />
DEEL I WAT ZIEN WE? .......................................................................................3<br />
Zaal 1: seizoenen veranderen...................................................................................3<br />
Zaal 2: kan iedereen een beetje opschuiven?.........................................................5<br />
Zaal 3: De aarde redden ............................................................................................7<br />
Zaal 4: Wat de mens doet met de mens...................................................................8<br />
DEEL II WAT NU GEDAAN? ............................................................................10<br />
Zaal 5: Adaptatie......................................................................................................10<br />
Zaal 6: Mitigatie........................................................................................................12<br />
TUIN.........................................................................................................................15<br />
Extra informatie...................................................................................................17<br />
1
Inleiding<br />
De laatste jaren is het klimaat een brandend actueel thema geworden. Je kan er niet meer omheen.<br />
De film van Al Gore, An Inconvenient Truth, schudde <strong>voor</strong> het eerst op grote schaal mensen wakker.<br />
In een meer recent verleden herinneren we ons de verkiezingsthema’s uit 2007. Ook hier zien we<br />
duidelijk dat klimaat en natuur hete hangijzers zijn geworden. Denk maar aan de discussie rond het<br />
sluiten van kerncentrales en hiermee samenhangend de zoektocht naar hernieuwbare,<br />
milieuvriendelijke energiebronnen.<br />
Het beste bewijs dat over de klimaatverandering gesproken wordt, levert het jaarboek Taal van Van<br />
Dale. Daarin staan in 2008 maar liefst een honderdtal nieuwe woorden die iets met de opwarming van<br />
de aarde en haar gevolgen te maken heeft. Een teken aan de wand, maar ook een goed begin! Je<br />
leest alle nieuwe ‘klimaat’woorden op een groot paneel in de inkomhal. In Van Dale haalden we onze<br />
inspiratie <strong>voor</strong> de titel: over klimaatkanaries en hittestress.<br />
Vroeger namen mijnwerkers een kanarie mee in de mijnschachten. Als er gas in de mijngangen liep,<br />
stierven kanaries het eerst. Hierdoor hadden mijnwerkers nog net de tijd om zich uit de voeten te<br />
maken. Vandaag heeft het begrip klimaatkanarie een ruimere betekenis. Het is de term <strong>voor</strong> een dier<br />
waarvan het naderende verdwijnen of uitsterven duidt op klimaatveranderingen. De klimaatkanarie<br />
neemt je mee op weg door de tentoonstelling, je zal verschillende <strong>voor</strong>beelden zien van<br />
‘klimaatkanaries’ in onze regio.<br />
Over klimaatkanaries en hittestress gaat op zoek naar de effecten van de klimaatverandering op de<br />
natuur en de mens. Wat verandert er in onze natuur? Welke gevolgen brengt dit mee <strong>voor</strong> dieren en<br />
planten en wat doet dit met de mens? In het tweede deel van de tentoonstelling komen verschillende<br />
scenario’s aan bod met betrekking tot de aanpak van de klimaatproblematiek. Wat nu gedaan?<br />
Op het einde van de tentoonstelling kan je rustig naar enkele websites surfen die je heel wat<br />
informatie aanbieden en je vindt er brochures die je kan meenemen om thuis in te kijken en uit te<br />
pluizen. Maak ook een wandeling in de tuin. Op je weg zal je tips vinden om de schoolomgeving om te<br />
vormen tot een oase van groen waar dier, plant én mens zich goed voelen.<br />
Over klimaatkanaries en hittestress wil jou en je leerlingen attent maken op zowel gekende als<br />
ongekende problemen rond klimaat en natuur. Het is niet onze bedoeling om enkel de negatieve<br />
kanten te belichten. Doorheen je bezoek zal je merken dat er zowel bruikbare tips als oplossingen<br />
worden aangereikt. Deze kunnen <strong>voor</strong> ieder van ons een hulpinstrument zijn in het groeien naar een<br />
aangename samenleving waarin iedereen zijn steentje bijdraagt.<br />
Om je zo goed mogelijk <strong>voor</strong> te bereiden op een bezoek aan de tentoonstelling hebben we een<br />
handleiding <strong>voor</strong> <strong>leerkrachten</strong> gemaakt, die je nu in handen hebt. Daarnaast hebben we<br />
werkbladen <strong>voor</strong> de leerlingen die je kan gebruiken tijdens een bezoek en doe-opdrachten <strong>voor</strong><br />
een <strong>voor</strong>-of nabespreking in de klas. Al dit materiaal werd samengesteld door Ellen Vercammen en<br />
Kristof Kerkhofs, studenten aan de Katholieke Hogeschool Leuven | Bachelor leerkracht secundair<br />
onderwijs.<br />
Als extra informatie kunnen we je de inhoud van de tekstpanelen bezorgen alsook de<br />
bezoekersbrochure <strong>voor</strong> de individuele bezoeker. Vraag ernaar.<br />
We wensen je een vruchtbaar bezoek toe!<br />
2
DEEL I WAT ZIEN WE?<br />
Zaal 1: Seizoenen veranderen<br />
Leerlingen leren in deze zaal ontdekken welke invloed de klimaatopwarming heeft op<br />
natuurverschijnselen. Ook in onze achtertuin kunnen we heel wat veranderingen opmerken. Hier<br />
staan we vaak te weinig bij stil omdat het niet zo erg opvalt. Om deze veranderingen bij te houden is<br />
een website opgestart waar mensen hun waarnemingen kunnen achterlaten:<br />
www.natuur-kalender.be.<br />
In de tentoonstelling: tekstpanelen<br />
• Seizoenen veranderen<br />
• Over bloemetjes…<br />
• … en bijtjes<br />
• Vroege vogels<br />
• Amfibieën ontwaken: te vroeg opstaan is dodelijk<br />
In de tentoonstelling: extra<br />
• visualisatie www.natuurkalender.be<br />
• opgespelde vlinders waarvan de vliegperiode de laatste 20 jaar vervroegd is<br />
• draaischijf die de veranderende relatie tussen de koolmees en de rups aangeeft<br />
Doe-opdrachten <strong>voor</strong> in de klas<br />
• Opdracht 1: Natuurkalender<br />
• Opdracht 2: Waarnemen van vogels tijdens koude dagen<br />
• Opdracht 3: Op zoek naar biodiversiteit | bodemvaltechniek<br />
• Opdracht 4: Effecten van de temperatuur<br />
Werkblad <strong>voor</strong> leerlingen<br />
• Vraag 1: Koolmees-rups paneel: wat vertelt ons dit?<br />
• Vraag 2: Welk probleem treedt er op bij de relatie tussen bloem en bestuiver als de<br />
temperatuur stijgt?<br />
• Vraag 3: Woorden <strong>voor</strong> de woordpuzzel.<br />
Fenologie is het bestuderen van jaarlijks terugkerende<br />
verschijnselen in de natuur. Op basis van waarnemingen van<br />
terugkerende trekvogels, ontwakende egels, amfibieën, insecten<br />
en <strong>voor</strong>jaarsbloeiers in bloei, gespreid over een lange tijdsspanne<br />
van liefst verschillende decennia, kunnen we uitspraken doen<br />
over het vervroegen of verlaten van dergelijke<br />
natuurverschijnselen. Studies op lange termijn tonen aan dat de<br />
lente anno 2007 twee tot drie weken vroeger valt dan ongeveer<br />
een halve eeuw geleden.<br />
Eén van de meest onrustwekkende gevolgen van het vervroegen<br />
of verlaten van natuurverschijnselen is het feit dat van nature op<br />
elkaar afgestemde processen van elkaar ontkoppeld<br />
geraken. Soorten reageren immers niet allemaal in dezelfde<br />
mate op klimaatverandering. De ene soort verschuift zijn<br />
activiteitspiek sneller dan de andere.<br />
(foto:gierzwaluw)<br />
3
Een <strong>voor</strong>beeld hiervan is de bonte vliegenvanger. Tot eind jaren ‘80 liep het aantal bonte<br />
vliegenvangers in Vlaanderen in de duizenden, vorig jaar werden nog maar 600 à 1000 broedparen<br />
van deze vogel geteld. Het probleem betreft ook hier de ontregelde voedselketen. Wanneer de bonte<br />
vliegenvanger in mei terugkeert uit het zuiden zitten op de beuken bijna geen rupsen meer. Als er nog<br />
zitten, zijn ze al volop aan het ontpoppen. Het dwarsbomen van deze minivoedselketen heeft ook<br />
gevolgen <strong>voor</strong> de beuk. Deze boom heeft in Vlaanderen immers eeuwenlang overleefd, mede dankzij<br />
de bonte vliegenvanger die elke lente op hetzelfde tijdstip een ravage aanrichtte onder de rupsen. Nu<br />
hebben de rupsen vrij spel! Het gevolg is minder bladeren en dus minder gezonde beuken.<br />
Een ander <strong>voor</strong>beeld zijn de vleermuizen. Vleermuizen paren in het najaar. Die paring leidt niet<br />
onmiddellijk tot een bevruchting: het sperma blijft bewaard in het lichaam van het vrouwtje. Pas als zij,<br />
ten gevolge van hogere temperaturen, ontwaakt uit haar winterslaap vindt de bevruchting plaats en<br />
start de ontwikkeling van het embryo. Vleermuizen vermijden zo dat het jong geboren wordt in een<br />
ongeschikte periode zoals de winter of het vroege <strong>voor</strong>jaar wanneer het vrouwtje verzwakt uit de<br />
winterslaap komt. Als het vrouwtje tijdens de zwangerschap geconfronteerd wordt met ongunstige<br />
temperaturen en voedselschaarste, dan wordt de ontwikkeling tijdelijk stopgezet. Temperaturen<br />
spelen dus een belangrijke rol in de <strong>voor</strong>tplantingscyclus van vleermuizen. Hoewel ook op dit vlak nog<br />
geen Europees onderzoek gebeurde, kunnen we op zijn minst vermoeden dat klimaatverandering ook<br />
een weerslag zal hebben op de levenswijze van vleermuizen.<br />
Het bekendste <strong>voor</strong>beeld is dat van de voedselketen koolmees-wintervlinderrupsen-eik.<br />
In de tentoonstelling kunnen leerlingen zelf ontdekken welke gevolgen de opwarming <strong>voor</strong> de<br />
koolmees heeft door een eenvoudige draaischijf in beweging te brengen. Koolmezen zijn afhankelijk<br />
van wintervlinderrupsen <strong>voor</strong> het voederen van hun jongen. Die rupsen leven dan weer van<br />
eikenbladeren. Wat gebeurt er nu als rupsen door warm lenteweer vroeger verschijnen, maar de<br />
mezen niet vroeger aan hun broedsel beginnen? De jonge mees heeft voedsel te kort. Hoe is dit<br />
kunnen gebeuren? Omwille van hoge <strong>voor</strong>jaarstemperaturen ontluikt de eik zijn bladerdek nu vroeger<br />
dan 30 jaar geleden. Ook de rupsen zijn temperatuurgevoelig en komen vroeger te <strong>voor</strong>schijn. De<br />
koolmees stemt het begin van haar broedseizoen af op het lengen van de dagen en begon dus niet<br />
vroeger te broeden. Intussen is gebleken dat ook de mezen zich aanpassen aan de steeds vroegere<br />
lente.<br />
Andere <strong>voor</strong>beelden die in de tentoonstelling aan bod<br />
komen zijn de dagpauwoog, hommels en bijen,<br />
gierzwaluw en amfibieën.<br />
(foto: dagpauwoog)<br />
4
Zaal 2: kan iedereen een beetje opschuiven?!<br />
Leerlingen zien hier hoe moeilijk dieren en planten zich kunnen verplaatsen naar gebieden met<br />
betere omstandigheden. Zo zien ze ook dat er iets moet veranderen aan de manier waarop we met<br />
onze natuur omgaan. Leerlingen krijgen inzicht in het fenomeen van de exoten. Iedereen kan<br />
uitheemse soorten in een tuincentrum kopen maar weinigen kennen de gevolgen ervan.<br />
In de tentoonstelling: tekstpanelen<br />
• Kan iedereen een beetje opschuiven?!<br />
• Een blik in de glazen vogelbol<br />
• Snelle vliegers en trage kruipers<br />
• Korstmossen: het staat in de bomen geschreven<br />
• Versnipperd Vlaanderen<br />
• Biodiversiteit in beweging: verrijking of verarming?<br />
• Exoten en klimaat<br />
In de tentoonstelling: extra<br />
• Vitrine met opgezette vogels: klimaatkanaries en nieuwkomers<br />
• Vitrine met korstmossen<br />
• Foto’s van verdwijnende soorten en nieuwkomers in onze regio<br />
• DVD met korte documentaires (Opgewarmd Nederland)<br />
Doe-opdrachten <strong>voor</strong> in de klas:<br />
• Opdracht 5: Waarnemen van korstmossen<br />
Werkblad <strong>voor</strong> leerlingen:<br />
• Vraag 4: Dieren worden genoodzaakt om noordwaarts op te schuiven.<br />
o 4.1: Geef een <strong>voor</strong>beeld van een diersoort dat zich makkelijk verplaatst en leg uit<br />
waarom<br />
o 4.2: Geef een <strong>voor</strong>beeld van een diersoort dat zich moeilijk verplaatst en leg uit<br />
waarom<br />
o 4.3: Geef een <strong>voor</strong>beeld van een probleem dat optreedt wanneer diersoorten op<br />
deze manier met nieuwe soorten in contact komen<br />
• Vraag 5: Versnippering van natuurgebieden<br />
o 5.1: Welk probleem stelt zich wanneer natuurgebieden slechts (kleine) eilanden zijn?<br />
o 5.2: Hoe kunnen we dit oplossen?<br />
• Vraag 6: Zet volgende soorten in de juiste kolom<br />
• Vraag 7: Woorden <strong>voor</strong> de woordpuzzel<br />
Naast fenologische verschuivingen behoren areaalveranderingen tot de best bestudeerde effecten<br />
van klimaatverandering. Het areaal is het verspreidingsgebied van een soort. Zuidelijke soorten<br />
breiden hun leefgebied noordwaarts uit, noordelijke soorten moeten de zuidgrens van hun areaal naar<br />
het noorden verleggen en worden zo in het nauw gedreven. Verschuivingen van<br />
verspreidingsgebieden kunnen er <strong>voor</strong> zorgen dat soorten die <strong>voor</strong>dien in een verschillende regio<br />
<strong>voor</strong>kwamen, nu wel met elkaar in contact komen. Zo kunnen nieuwe prooi-predator-relaties ontstaan.<br />
5
Een ander probleem dat areaalverschuivingen in onze contreien bemoeilijkt is de versnippering. In<br />
het verstedelijkte Vlaanderen is de natuur sterk versnipperd: veel soorten moeten het stellen met (te)<br />
kleine leefgebieden. Vaak is de afstand tot een ander geschikt leefgebied te groot of bevinden er zich<br />
onoverbrugbare barrières tussen die leefgebieden. Voorbeelden van barrières zijn autowegen,<br />
spoorwegen, woon- en industriegebieden. Dit heeft tot gevolg dat enkel mobiele soorten in staat zijn<br />
hun areaal te verleggen. Gespecialiseerde kleine dagvlinders die allesbehalve mobiel zijn, zijn tot<br />
uitsterven gedoemd, indien zij zich niet kunnen aanpassen aan een warmer klimaat. Aldus zullen<br />
gespecialiseerde soorten van bijzondere biotopen verdwijnen terwijl algemene en weinig kieskeurige<br />
soorten zullen toenemen. Dat leidt uiteindelijk tot een vervlakking van de biodiversiteit.<br />
In de tentoonstelling besteden we aandacht aan veranderingen per soortengroep: vogels, insecten en<br />
korstmossen. Korstmossen zijn heel gevoelige<br />
organismen die als echte snuffelpalen fungeren <strong>voor</strong><br />
de luchtkwaliteit. Zowel verontreiniging met ammoniak<br />
als de opwarming van het klimaat kunnen op<br />
korstmossen afgelezen worden. Specialisten merken<br />
heel wat beweging in de soortenrijkdom in onze regio.<br />
De laatste jaren duiken zelfs tropische<br />
korstmossoorten in Vlaanderen op. Ze kunnen zich<br />
gemakkelijk verspreiden: via sporen (zoals bij<br />
zwammen) of via kleine afgebroken stukjes korstmos<br />
die zich met de wind laten meevoeren. Daarnaast<br />
blazen koudeminnende korstmossen, zoals groot<br />
boerenkoolmos, de aftocht.<br />
(foto: poedergeelkorstmos)<br />
De binnenlandse soorten krijgen ook concurrentie van exoten. Exoten zijn organismen die van nature<br />
niet in een ecosysteem <strong>voor</strong>komen, maar er door toedoen van de mens (bewust of onbewust) geraakt<br />
zijn. In Vlaanderen komen tientallen exoten <strong>voor</strong>. Voorbeelden hiervan zijn de reuzenberenklauw,<br />
Amerikaanse vogelkers en de veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes. Exoten zijn niet per definitie<br />
slecht <strong>voor</strong> de inheemse natuur. Er zijn invasieve exoten en niet-invasie exoten. De eerste groep<br />
bevat soorten die zich in onze regio vestigen en zich exponentieel uitbreiden, meestal ten koste van<br />
de inheemse soorten. In oevervegetaties die door de reuzenbalsemien worden gedomineerd, zijn<br />
doorgaans niet veel inheemse soorten meer te vinden. Daarnaast komen ook niet-invasieve soorten<br />
<strong>voor</strong>, zoals de lork, die zelden massale <strong>voor</strong>tplanting kennen en totnogtoe geen gevaar vormen <strong>voor</strong><br />
de inheemse biodiversiteit. Van een aantal tot op heden niet-invasieve soorten vreest men dat ze in<br />
een veranderend klimaat wel een invasief karakter zouden kunnen aannemen.<br />
Klimaatverandering kan nooit los van andere milieustressfactoren gezien worden. Het is vaak een<br />
bijkomende bedreiging <strong>voor</strong> soorten die al te kampen hebben met habitatverlies, gedegradeerde<br />
leefgebieden door onder andere vermesting en verzuring en/of genetische verarming door te kleine<br />
populaties.<br />
6
Zaal 3: De aarde redden<br />
We tonen in deze zaal de kortfilm ‘de aarde redden’ over de klimaatverandering van Dirk Barrez.<br />
Deze korte reportage maakt deel uit van een reeks van 12 web tv-reportages over onze<br />
geglobaliseerde wereld.<br />
Dirk Barrez is auteur, VRT televisiejournalist <strong>voor</strong> het programma Ter Zake, reportage- en<br />
documentairemaker. Je kan de film online bekijken op : www.globalisering.org<br />
(foto: Dieter Telemans)<br />
7
Zaal 4: Wat de mens doet met de mens<br />
In deze ruimte laten we fotografische beelden spreken, bijgestaan door een statement, een grafiek,…<br />
Een ruimte die aan het denken zet.<br />
In de tentoonstelling: thema’s<br />
• Stormschade | foto Dieter Telemans<br />
• Klimaatvluchtelingen | foto Dieter Telemans<br />
• Waterschaarste | foto Dieter Telemans<br />
• Hooikoorts | foto Rollin Verlinde (raaigras)<br />
Werkblad <strong>voor</strong> leerlingen<br />
• Vraag 8: Kijk naar de foto’s, welke problemen komen hier aan bod?<br />
• Vraag 9: Geef zelf een <strong>voor</strong>beeld van andere gevolgen van menselijk ingrijpen<br />
• Vraag 10: Woorden <strong>voor</strong> de woordpuzzel<br />
De effecten van de klimaatverandering laten zich ook voelen in een gewoon mensenleven. Hier laten<br />
we <strong>voor</strong>al de beelden spreken aan de hand van vier thema’s. Drie foto’s tonen sprekende beelden uit<br />
de wereld, gemaakt door Dieter Telemans. Als journalistiek fotograaf reist hij de hele wereld rond <strong>voor</strong><br />
kranten en tijdschriften, maar ook <strong>voor</strong> projecten in samenwerking met ngo’s.<br />
www.dietertelemans.com. De foto van Engels raaigras is van de hand van Rollin Verlinde, die ook het<br />
affichebeeld leverde. www.vildaphoto.net<br />
Stormschade<br />
Terwijl de VS in 2004 werd geteisterd door verscheidende grote orkanen, kreeg het weer in Japan in<br />
de westerse media minder aandacht. Toch kreeg Japan meer tyfoons dan ooit te verduren. In 2004<br />
moesten de wetenschappelijke werken herschreven worden. Daarin stond nog dat in het zuidelijk deel<br />
van de Atlantische oceaan geen orkanen konden <strong>voor</strong>komen. In 2004 werd Brazilië <strong>voor</strong> het eerst in<br />
de geschiedenis door een orkaan getroffen.<br />
Steeds meer wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat door de opwarming van de toplaag van het<br />
oceaanwater de stijgingsenergie groter wordt waardoor orkanen steeds krachtiger worden. De<br />
wetenschap is ook overtuigd van een verband tussen de opwarming van de aarde en de toename van<br />
duur en kracht van orkanen.<br />
Klimaatvluchtelingen<br />
Klimaatvluchtelingen zijn mensen die uit hun<br />
woongebied worden verdreven. Mensen vluchten<br />
<strong>voor</strong> overstromingen, de stijging van de<br />
zeespiegel en orkanen. Mensen die in<br />
dichtbevolkte, laaggelegen kustgebieden wonen,<br />
zullen het hardst getroffen worden. Men verwacht<br />
dat er wereldwijd in de komende eeuw maar liefst<br />
332 miljoen klimaatvluchtelingen zullen zijn. Het<br />
eerste land dat gaat verdwijnen door de stijging<br />
van het zeeniveau is het eilandenparadijs Tuvalu,<br />
tussen Hawaï en Australië. Het ligt nauwelijks<br />
boven zee. Door de stijgende zeespiegel dreigt<br />
de eilandengroep in zee te verdwijnen. Inwoners<br />
willen dat <strong>voor</strong> zijn en proberen te emigreren.<br />
(Foto: Een mogelijke oplossing zijn drijvende steden, maar in hoeverre is dit realiseerbaar?)<br />
8
Waterproblematiek<br />
We kunnen niet leven zonder water. Minder dan 1% van het water op onze planeet is meteen<br />
beschikbaar <strong>voor</strong> menselijke consumptie. We gebruiken water om te drinken, maar ook <strong>voor</strong><br />
landbouw, industrie, stroomopwekking, transport, huishoudens, …. De mens vervuilt het water enorm.<br />
In ontwikkelingslanden komt 90% van het gebruikte water rechtstreeks in de rivieren terecht.<br />
Industrielanden zuiveren het water <strong>voor</strong> het grootste deel <strong>voor</strong> het in de rivieren wordt geloosd.<br />
De mens exploiteert vandaag zo'n 54% van het water (rivieren, meren, grondwater etc.). Dat zou<br />
volgens schattingen tegen 2025 kunnen oplopen tot 70%. Van het zoet water in de wereld verbruikt de<br />
landbouw 70 %, de industrie 20% en de gezinnen 10%.<br />
De wereldwijde waterhonger heeft verstrekkende gevolgen. Enkele <strong>voor</strong>beelden hiervan zijn:<br />
• Zuiver water wordt schaarser.<br />
• Bijna 3 miljard mensen wereldwijd hebben geen toegang tot zuiver water of beschikken niet<br />
over een degelijke sanitaire infrastructuur.<br />
• Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie sterven jaarlijks meer dan 5 tot 10 miljoen mensen<br />
aan ziekten veroorzaakt door onzuiver water.<br />
• Soorten in zoetwaterhabitats (vissen, vogels, zoogdieren, reptielen, amfibieën,…) gaan er<br />
sterker op achteruit dan soorten die in zee of in boshabitats leven. Van de 10.000 beschreven<br />
soorten zoetwatervissen is 20% bedreigd of al verdwenen.<br />
• Op 30 jaar tijd is het Aralmeer - vroeger het 4de grootste meer ter wereld en een belangrijk<br />
visserijgebied – gekrompen tot minder dan de helft van zijn oorspronkelijke oppervlakte en is<br />
het bovendien verzilt. Menselijke ingrepen <strong>voor</strong> de irrigatie van landbouwgebied en<br />
stroomopwekking leidden tot een drastische afname van de watertoevoer.<br />
Water is al decennialang een probleem in het Zuiden. Dit is een gevolg van de onrechtvaardige<br />
verdeling van water. De opwarming van de aarde maakt het probleem er niet makkelijker op. Er valt<br />
teveel water op een korte periode op één plaats, of te weinig water gedurende langere periodes.<br />
Geïndustrialiseerde en groeilanden liggen aan de basis van het klimaatprobleem. Toch zijn de<br />
ontwikkelingslanden het ergst getroffen door de gevolgen van de klimaatopwarming. Zij hebben<br />
minder financiële en technologische mogelijkheden om zich (tijdig) op klimaatverandering <strong>voor</strong> te<br />
bereiden.<br />
Hooikoorts & Alsemambrosia<br />
Hooikoorts is een allergische reactie die wordt veroorzaakt door pollen (stuifmeel) van gras, bomen en<br />
allerlei kruidachtige planten die door de wind worden meegevoerd. In feite is de term 'hooikoorts' dus<br />
nogal ongelukkig, want het heeft absoluut niets met hooi, noch met koorts te maken. 1 op de 10<br />
mensen heeft last van hooikoorts.<br />
Door de klimaatopwarming wordt het hooikoortsseizoen langer: een verlenging van 3 weken is al<br />
vastgesteld. Bovendien gaan bomen als berken meer pollen produceren, zodat het probleem groter<br />
wordt. Daar komt nog bij dat een exotische plant als de Alsemambrosia aan het oprukken is. Deze<br />
soort staat bekend als een echte probleemplant <strong>voor</strong> hooikoortspatiënten.<br />
9
DEEL II WAT NU GEDAAN?<br />
Zaal 5: adaptatie<br />
In de volgende zalen wil de tentoonstelling inzicht geven in mogelijke oplossingen om de<br />
klimaatverandering tegen te gaan, alsook om zo goed mogelijk te kunnen anticiperen op wat komen<br />
zal.<br />
In de tentoonstelling: tekstpanelen<br />
• Wat nu gedaan?<br />
• Adaptatie: aanpassen is de boodschap<br />
• Uitdagingen <strong>voor</strong> het beleid<br />
• Organiseer de natuur<br />
• Gradiënten en stapstenen<br />
• Over bomen en bossen<br />
• Meer kansen <strong>voor</strong> water<br />
In de tentoonstelling: extra<br />
• Elektrospel dat de moeilijkheid aantoont <strong>voor</strong> een oranjetipje om te migreren<br />
Doe-opdrachten <strong>voor</strong> in de klas<br />
• Opdracht 6: Discussie over krantenartikel<br />
Werkblad <strong>voor</strong> leerlingen<br />
• Vraag 11: Wat is adaptatie<br />
• Vraag 12: Bespreek 3 oplossingen die de mens wil verwezenlijken<br />
• Vraag 13: Woorden <strong>voor</strong> de woordpuzzel<br />
(foto: versnippering van natuureilanden)<br />
De klimaatverandering is een feit. De gevolgen<br />
zijn nu al zichtbaar. Dit is echter geen reden om<br />
bij de pakken te blijven neerzitten. Er zijn<br />
immers diverse manieren om op de <strong>voor</strong>spelde<br />
veranderingen te anticiperen. In de<br />
tentoonstelling spreken we over adapterende en<br />
mitigerende maatregelen. Mitigerende<br />
maatregelen zijn gericht op het verminderen<br />
van de uitstoot van broeikasgassen. (zie zaal 6)<br />
Een andere mogelijkheid is dat we de<br />
bestaande natuur zoveel mogelijk aanpassen<br />
zodat ze beter bestand is tegen veranderingen<br />
die hoe dan ook op ons afkomen. Dit proces<br />
noemen we adaptatie. In deze zaal laten we<br />
zien op welke domeinen we kunnen ingrijpen.<br />
10
Natuur als buffer<br />
Net nu de natuur onder druk staat, dringt door hoe belangrijk natuur en natuurgebieden zijn om ons te<br />
beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Bossen houden de temperatuur vast en<br />
temperen dus de temperatuurschommelingen. Laaggelegen weidelandschappen zijn ideale<br />
overstromingsgebieden. Meanderde beken kunnen veel meer water opslaan dan rechtgetrokken en<br />
ingebuisde sloten. Zandbanken vormen een natuurlijke golfbreker en <strong>voor</strong>komen kusterosie,….<br />
In al die gevallen vormt de natuur een buffer tegen de gevolgen van de klimaatverandering: extreme<br />
temperaturen, extreme neerslag,….<br />
Klimaatbuffers kunnen zowel bestaande natuurgebieden zijn waar de natuurlijke processen dienen te<br />
worden hersteld, als nieuwe gebieden waar de processen nu slechts onzichtbaar aanwezig zijn en<br />
waar de ruimte ontbreekt. Klimaatbuffers groeien best mee in het tempo waarin klimaatverandering<br />
zich voltrekt.<br />
Ook de zee is een belangrijke buffer. Plankton speelt een belangrijke rol bij het verminderen van het<br />
broeikaseffect, omdat fytoplankton door fotosynthese veel CO 2 kan opnemen. Dit is een delicaat<br />
evenwicht. Sommige soorten nemen veel meer CO 2 op dan andere en dus speelt de<br />
soortensamenstelling een belangrijke rol. Veranderingen van de temperatuur of vervuiling kunnen tot<br />
een verschuiving in de soortensamenstelling van plankton leiden, met alle gevolgen van dien. In het<br />
algemeen gedijt plankton beter in koud water. Opwarming van het oceaanwater zal waarschijnlijk<br />
minder fytoplankton en dus minder CO 2 -opname betekenen.<br />
Daarnaast moet er ook geïnvesteerd worden in het behoud van biodiversiteit. Natuurlijk hangt dit<br />
punt nauw samen met de oppervlakte. Hoe meer ruimte <strong>voor</strong> kwaliteitsvolle natuur, des te groter de<br />
biodiversiteit.<br />
Een eenzijdige inrichting van natuurgebieden als klimaatbuffer in een land waar de grond al zo<br />
schaars is, is niet evident. Het is daarom van belang dat buffergebieden ook plaats bieden aan<br />
bij<strong>voor</strong>beeld recreatie, wonen en werken, ... Het is de bedoeling dat ook die sectoren een duurzaam<br />
en klimaatbestendig karakter krijgen.<br />
11
Zaal 6: Mitigatie<br />
In deze zaal zijn de meest bruikbare en onmiddellijk toepasbare tips te vinden om zelf een bijdrage te<br />
leveren aan de vermindering van de uitstoot. Welke goede <strong>voor</strong>nemens kunnen leerlingen maken?<br />
Individueel of als klasgroep? Thuis of in de school?<br />
Industrielanden liggen aan de basis van het klimaatprobleem terwijl ontwikkelingslanden doorgaans<br />
de eerste slachtoffers zijn. Een vernieuwde solidariteit tussen noord en zuid is noodzakelijk. Hier kan<br />
je verwijzingen maken naar de mondiale vorming waar ook uw school ongetwijfeld mee bezig is.<br />
In de tentoonstelling: tekstpanelen<br />
• Mitigatie: uitstoot verminderen<br />
• Van hier tot in Kyoto<br />
• Over koetjes en kalfjes<br />
• Tweedehandsklimaat<br />
• De zin of onzin van geo-engineering<br />
• Dromen met de ogen open<br />
In de tentoonstelling: extra<br />
• Geluidsfragmenten van uitstoters van broeikasgassen (koe, trein, vliegtuig, auto)<br />
• Cijfers over de impact van de veeteelt op de opwarming van de aarde en het ruimtegebruik<br />
Doe-opdrachten <strong>voor</strong> in de klas<br />
• Opdracht 7: Waarnemen van stof in de lucht<br />
• Opdracht 8: Energiespellen rond duurzame energie<br />
• Opdracht 9: Verzamelen van actuele krantenartikels<br />
Werkblad <strong>voor</strong> leerlingen<br />
• Vraag 14: Wat is mitigatie<br />
Vraag 15: Kijk naar de grafiek. Wat is het aandeel van huishoudens waar we allen deel van<br />
uitmaken? Welke toestellen zorgen <strong>voor</strong> dit verbruik? Geef enkele <strong>voor</strong>beelden.<br />
• Vraag 16: Wat zou jij kunnen doen? Wat lijkt je haalbaar en betekenisvol?<br />
• Vraag 17: Woorden <strong>voor</strong> de woordpuzzel<br />
Maatregelen om de uitstoot te beperken noemen we mitigerende maatregelen.<br />
Wetenschappers zijn het erover eens dat de wereldwijde stijging van de temperatuur onder de 2°C<br />
moet gehouden worden, om desastreuze gevolgen van de klimaatverandering te beperken. Deze<br />
doelstelling, die door de EU onderschreven wordt, kan enkel bereikt worden door de uitstoot van<br />
De ‘ideale’ uitstoot-reductiecurve<br />
ziet er min of meer als volgt uit.<br />
broeikasgassen drastisch en snel te<br />
verminderen: de wereldwijde uitstoot moet<br />
gehalveerd worden tegen 2050.<br />
Er wordt streng gekeken in de richting van de<br />
industrielanden. Sinds de Industrialisering is<br />
de uitstoot van de rijkste landen exponentieel<br />
gestegen. Een klein deel van de<br />
wereldbevolking is zo verantwoordelijk <strong>voor</strong><br />
de mondiale klimaatproblematiek!<br />
Industrielanden moeten bijgevolg hun<br />
uitstoot verminderen met 80% tegen 2050.<br />
Dit zal de ontwikkelingslanden, die nog vrij<br />
lage emissies hebben, toelaten hun uitstoot<br />
per inwoner nog lichtjes te verhogen in<br />
functie van hun economische ontwikkeling.<br />
12
De beslissing om onze uitstoot te verminderen is een positieve keuze, zowel op sociaal als op<br />
economisch vlak. Energiebesparing en –efficiëntie, vormen samen met hernieuwbare energie de<br />
sleutel tot het beperken van klimaatveranderingen en haar gevolgen. Bovendien bieden ze ook een<br />
oplossing <strong>voor</strong> mensen in energiearmoede, zowel in het Zuiden als in het Noorden.<br />
Onlangs stelde de EU een ambitieus klimaatplan <strong>voor</strong> om het eigen CO 2 gehalte te verminderen met<br />
20% tegen 2020. Volgens sommigen is dat ‘enorm’. Op de internationale klimaatconferentie in Bali<br />
beloofden industrielanden zelfs om hun uistoot met 25 tot 40% te verminderen tegen 2020.<br />
Onhaalbaar? Volgens velen wel. Maar waar een wil is, is een weg. In het boek ‘Hitte’ onderzoekt<br />
George Monbiot hoe we onze uitstoot met 90% kunnen reduceren tegen 2030. Niet door terug te<br />
keren naar de 17 de eeuw, maar door de mogelijkheden van de 21 ste eeuw ten volle te benutten.<br />
Wie aan het milieu denkt, laat dus af en toe de auto staan, sorteert zijn afval, gaat met een<br />
herbruikbare tas naar de supermarkt en gebruikt recyclagepapier. Maar ook vlees eten heeft zeer<br />
grote gevolgen <strong>voor</strong> het milieu. Vleesproductie en -consumptie dragen onder meer bij aan de<br />
opwarming van de aarde, ontbossing, watervervuiling en verzuring.<br />
(foto: vleesindustrie heeft een grote impact op klimaatverandering)<br />
De consumptie van vlees is wereldwijd verantwoordelijk <strong>voor</strong> ongeveer een vijfde van de totale<br />
broeikasuitstoot. Dat betekent dat vlees in deze zaak een nog grotere schuldige is dan de<br />
transportsector.<br />
Het bekendste broeikasgas is CO 2 of koolstof, maar er zijn er nog andere. Methaan is zo'n gas, dat<br />
bovendien nog een veel ernstiger broeikaseffect heeft dan CO 2 . Methaan wordt massaal uitgestoten<br />
uit de maag- en darmgassen van herkauwers als koeien, geiten en schapen. Ook lachgas ontsnapt<br />
massaal uit dierlijke mest. Tenslotte wordt er <strong>voor</strong> veeteelt veel bos gekapt. Bossen zetten CO 2 om in<br />
zuurstof, en minder bossen betekent dus meer CO 2 .<br />
De nodige veerkracht <strong>voor</strong> een nieuwe levensstijl bouw je niet met zonnepanelen en technologie. Een<br />
mentaliteitswijziging én een gedragsverandering zijn noodzakelijk. Met onze goede wil zit het vaak<br />
wel goed, onze gewoonten veranderen ligt al heel wat moeilijker. Hier spelen onze waarden en<br />
normen, ons wereldbeeld én gewoonten en verwachtingen ons vaak parten. Als iedereen een<br />
inspanning levert, zullen we ook dit probleem overwinnen!<br />
13
Hal<br />
In de hal staan 2 computers opgesteld en er liggen boeken en tijdschriften ter inzage<br />
• op de eerste computer tonen we de film ‘The Big Ask’ van Nic Baltazar: www.thebigask.be<br />
• op de tweede computer kunnen bezoekers meer informatie vinden over onderwerpen die in<br />
de tentoonstelling aan bod komen (vb bereken je ecologische voetafdruk, …)<br />
• ook de boeken zijn een weg naar meer informatie<br />
• proefexemplaren kunnen meegenomen worden van o.a. Knack, MO*Magazine, EVA<br />
(ecologisch vegetarisch initiatief)<br />
(foto: The big ask)<br />
14
TUIN<br />
De tentoonstelling gaat verder in de tuin. De leerlingen worden in de tuin van het museum begeleid<br />
door panelen met tips over hoe je een tuin ecologisch kan aanpassen. De schooltuin kan immers een<br />
geschikt leefgebied vormen <strong>voor</strong> heel wat dieren en planten. Ook dieren die onderweg zijn van het<br />
ene gebied naar het andere kunnen van de schooltuin gebruik maken: als rustplaats, een plekje om<br />
even bij te tanken. Voor hen is zo’n groene oase een stapsteen in hun reis. Zonder stapstenen wordt<br />
het <strong>voor</strong> sommige dieren onmogelijk om afstanden te overbruggen.<br />
Tekstpanelen<br />
• Stille oase, groene stapsteen<br />
• Nectarplanten in je tuin<br />
• Een vijver als bron van leven<br />
• De beestentoren, een thuis <strong>voor</strong> kleine beestjes<br />
• Inheemse planten<br />
• Een schuilplaats <strong>voor</strong> kleine dieren<br />
• Variatie is de sleutel<br />
Heeft de school voldoende groen of kan het daarnaar evolueren? Wat kunnen leerlingen doen in de<br />
school? Wie hier echt werk van wil maken kan zich laten begeleiden door MOS:<br />
www.milieuzorgopschool.be<br />
Doe-opdrachten <strong>voor</strong> in de klas<br />
• Opdracht 10: Hoe maak je van je schoolomgeving een ecologisch stukje groen?<br />
Tien tips <strong>voor</strong> een groene schooltuin!<br />
Een ecologische tuin wordt nogal eens gelijkgesteld met een verwilderde of verwaarloosde tuin. Niets<br />
is minder waar! Iedereen kan, zonder veel moeite, van zijn tuin een natuurlijk, plant- en diervriendelijk<br />
hoekje maken. Hieronder vind je tien concrete tips!<br />
1. Plant nectarplanten in je tuin<br />
Vlinders en andere insecten voeden zich <strong>voor</strong>al met nectar. Plant daarom <strong>voor</strong>al bloemen die veel<br />
nectar produceren, zoals hemelsleutel, lavendel, wilde marjolein of verbena.<br />
2. Plant inheemse bomen en struiken in je tuin<br />
Inheemse bomen en struiken hebben <strong>voor</strong> vogels en insecten veel meer te bieden dan uitheemse. Ze<br />
zorgen zowel <strong>voor</strong> een uitgebreid voedselaanbod (o.a. bessen) als <strong>voor</strong> nestgelegenheid.<br />
3. Zorg <strong>voor</strong> gelaagdheid: kruidlaag, struiklaag, boomlaag<br />
In een natuurlijk bos zie je verschillende ‘lagen’. Die kan je ook in je tuin creëren: op de bodem laat je<br />
hier en daar bladeren liggen zodat een humuslaag ontstaat, plant kruiden en lage planten aan, wat<br />
struiken en - als je tuin groot genoeg is - hogere bomen.<br />
4. Zorg <strong>voor</strong> nestgelegenheid <strong>voor</strong> vogels en insecten<br />
Door nestkastjes <strong>voor</strong> vogels aan te bieden, krijg je meer soorten vogels in je tuin. Leuk zijn<br />
nestblokken <strong>voor</strong> solitaire bijen, belangrijke bestuivers. Wist je dat er ook <strong>voor</strong> oorwormen en<br />
hommels ‘nest’kastjes bestaan?<br />
15
5. Creëer een ruig hoekje in je tuin<br />
Een hoekje in de tuin dat je laat verwilderen, kan <strong>voor</strong> veel dieren belangrijk zijn. Wist je dat de rupsen<br />
van de dagpauwoog, de atalanta, de kleine vos en het landkaartje, vier mooie dagvlinders, enkel<br />
bladeren van brandnetels eten?<br />
6. Dood hout zorgt <strong>voor</strong> leven<br />
Dode takken of stammen moet je niet meteen verbranden of weggooien. Snoeihout kan je verwerken<br />
in een mooie takkenwal die als afsluiting dienst kan doen. Onder een hoopje dode takken of<br />
houtblokken vinden salamanders en egels geschikte plekjes om de winter door te brengen.<br />
7. Maak van je gazon een hooiland<br />
Wie een groot gazon heeft, kan er<strong>voor</strong> kiezen om tenminste een deel ervan om te vormen tot<br />
bloemenweide of hooiland. Dat hoef je slechts één- of tweemaal per jaar te maaien. Door dit hooiland<br />
kan je wel netjes gemaaide paadjes aanleggen, zodat het toch een verzorgde aanblik geeft. Je zal<br />
zien dat sprinkhanen, wantsen en vlinders vanzelf zullen verschijnen.<br />
8. Een vijver als bron van leven<br />
Als je voldoende ruimte hebt in je tuin, kan je kiezen <strong>voor</strong> de aanleg van een tuinvijver. Zorg <strong>voor</strong> een<br />
geleidelijke oeverzone met inheemse waterplanten en weet dat vissen zich te goed zullen doen aan<br />
kikkervisjes en waterbeestjes.<br />
9. Gebruik geen pesticiden<br />
Het gebruik van pesticiden zorgt <strong>voor</strong> minder insecten in je tuin. Wist je dat bestrijdingsmiddelen één<br />
van de oorzaken van de achteruitgang van vlinders zijn?<br />
10. Bemesten hoeft niet<br />
Bemesten in de tuin is helemaal niet nodig. Voor ieder type grond - arm of rijk - bestaan voldoende<br />
diverse planten om je tuin op te fleuren. Wil je de grond verbeteren om met succes wat groenten te<br />
telen, kies dan <strong>voor</strong> natuurlijke meststoffen in plaats van kunstmeststof.<br />
16
Extra informatie<br />
Leerplandoelstellingen<br />
• In een biotoop een grote verscheidenheid van planten en dieren kunnen vaststellen.<br />
• Met <strong>voor</strong>beelden illustreren dat de omgeving het <strong>voor</strong>komen van levende wezens beïnvloedt<br />
en omgekeerd.<br />
• Onderlinge relaties tussen levende wezens kunnen vaststellen en verduidelijken dat de<br />
organismen een levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties <strong>voor</strong>komen.<br />
• Aan de hand van concrete <strong>voor</strong>beelden van een biotoop een eenvoudige voedselketen<br />
kunnen opstellen.<br />
• In de bestudeerde biotoop de invloed van de mens kunnen vaststellen en zijn invloed op het<br />
biologisch evenwicht kunnen verwoorden.<br />
• De invloed van de mens kunnen vaststellen en hierover een waardeoordeel kunnen<br />
uitspreken.<br />
• Invloed van organismen op het milieu aantonen.<br />
Eindtermen<br />
• Verduidelijken dat de organismen van een biotoop een levensgemeenschap vormen waarin<br />
voedselrelaties <strong>voor</strong>komen. Leerlingen kunnen in dit verband de begrippen voedselketen en<br />
voedselweb hanteren en kennen het belang van producenten, consumenten en reducenten.<br />
• Met <strong>voor</strong>beelden illustreren dat de omgeving het <strong>voor</strong>komen van levende wezens beïnvloedt<br />
en omgekeerd.<br />
• Voorbeelden geven waaruit blijkt dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor het<br />
biologisch evenwicht kan gewijzigd worden.<br />
• Aangeven welke factoren een rol kunnen spelen en hoe ze kunnen worden onderzocht.<br />
• Feiten kunnen onderscheiden van meningen of vermoedens.<br />
• Conclusies kunnen trekken en deze kunnen verantwoorden.<br />
• Aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn <strong>voor</strong> het<br />
milieu.<br />
• Een kritisch oordeel kunnen formuleren over de uitdagingen waar we <strong>voor</strong> staan.<br />
• Aandacht hebben <strong>voor</strong> de eigen gezondheid en die van anderen.<br />
• Voorbeelden kunnen geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van<br />
interacties tussen organismen onderling.<br />
• Met <strong>voor</strong>beelden kunnen illustreren dat micro-organismen uiteenlopende functies vervullen in<br />
de natuur.<br />
Voor specifieke leerplandoelstellingen en eindtermen verwijzen we naar<br />
• http://www.gemeenschapsonderwijs.be/sites/portaal_nieuw/SO/Leerplannen/Pages/default.as<br />
px<br />
• http://www.vvkso.be/<br />
Bronnen<br />
WWF, WWF België, 19/11/08,http://www.wwf.be/NL/?inc=page&pageid=106<br />
AL GORE, Global Warming, Het gevaar van het broeikaseffect en wat we eraan kunnen doen, De<br />
Morgen, 2006<br />
F. DE FACQ, e.a., Biologie 1, exploratie- experimentenschrift 2, De Sikkel, 1998<br />
17
<strong>Natuurpunt</strong> Educatie<br />
Graatakker 11 • 2300 Turnhout • tel 014-47 29 55 • www.natuureducatie.be<br />
Open van dinsdag tot zaterdag van 10 tot 17 uur