20.11.2014 Views

1. Anselmus van Canterbury - Stichting Bodhisattva

1. Anselmus van Canterbury - Stichting Bodhisattva

1. Anselmus van Canterbury - Stichting Bodhisattva

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Oost –West In Dialoog<br />

Dorien Quik<br />

Boeddha en <strong>Anselmus</strong> <strong>van</strong> <strong>Canterbury</strong><br />

Op de avond <strong>van</strong> 11 mei 2006 richtte de vijfde dialoog zich op de vergelijking <strong>van</strong><br />

de uitspraken <strong>van</strong> Boeddha en <strong>Anselmus</strong> <strong>van</strong> <strong>Canterbury</strong><br />

Boedha zei:<br />

‘Door de leer te ervaren begrijp je<br />

deze als <strong>van</strong>zelf’.<br />

<strong>Anselmus</strong> <strong>van</strong> <strong>Canterbury</strong> zei:<br />

‘Geloof de leer om te begrijpen’.<br />

1


Introductie <strong>van</strong> Boeddha<br />

Boeddha is geboren 625 v. Christus in India. Hij is een koningszoon, Siddharta<br />

genaamd en is voorbestemd om zijn vader op te volgen. Door de geboorte <strong>van</strong> zijn<br />

zoon vindt er in zijn geest een dusdanige verandering plaats dat hij op een nacht<br />

het paleis in alle stilte verlaat. Siddharta komt tot de volgende vraagstelling: hoe<br />

kan de mens uit zijn lijden komen, of anders gezegd hoe kan de mens loskomen<br />

<strong>van</strong> de cyclus <strong>van</strong> geboorte en dood. Om antwoord op deze vraag te krijgen ging<br />

Siddharta in eerste instantie het pad <strong>van</strong> ascese. Na zes jaar kwam hij erachter<br />

dat het onmogelijk was om zijn geest zo krachtig te maken dat hij door zuivere<br />

wilskracht uit het lichaam kon stappen zoals je een jas uittrekt indien je deze niet<br />

meer nodig hebt. Hij moest erkennen dat de band tussen geest en lichaam vele<br />

malen krachtiger was dan zijn wilskracht. Deze conclusie had grote<br />

consequenties: hij kon alleen maar in samenwerking met het lichaam verandering<br />

in de idee ‘lijden’ aanbrengen. Door deze gedachte moest hij het pad <strong>van</strong> ascese<br />

verlaten en het pad <strong>van</strong> de ervaring opgaan.<br />

Het staat prachtig mooi beschreven in het levensverhaal <strong>van</strong> Boeddha: hij ging<br />

terug naar de wereld en er kwam een vrouw die hem rijstewater en voedsel<br />

schonk, zodat het lichaam weer op krachten kon komen. Deze zin is het<br />

belangrijkste moment <strong>van</strong> heel de boeddhistische filosofie. Zonder materie, die<br />

hier vertegenwoordigd wordt door de vrouw, is verlichting niet mogelijk. Een<br />

prachtig mooi en zuiver beeld. Mannelijke en vrouwelijke energie zijn samen nodig<br />

om de geest te leren kennen en daardoor de cyclus <strong>van</strong> geboorte en dood, het<br />

lijden, te kunnen doorbreken. Alleen als beide energieën in relatie zijn is het<br />

mogelijk om de geest in al zijn facetten te doorgronden.<br />

Een mooi moment om dit even te laten doordringen.<br />

Introductie <strong>van</strong> <strong>Anselmus</strong> <strong>van</strong> <strong>Canterbury</strong><br />

<strong>Anselmus</strong> <strong>van</strong> <strong>Canterbury</strong> 1033 – 1109 na Christus.<br />

Dat we over het leven <strong>van</strong> <strong>Anselmus</strong> vrij goed op de hoogte zijn, danken we vooral<br />

aan de biografie geschreven door Eadmus, zijn leerling en gezel. <strong>Anselmus</strong> werd<br />

geboren in de buurt <strong>van</strong> Aosta, Italië. Zijn vader bekleedde een hoge functie en<br />

2


zijn moeder was zeer religieus. De dood <strong>van</strong> zijn moeder, aan wie hij erg gehecht<br />

was, betekende een zware schok voor hem. De moeilijke verstandhouding met<br />

zijn vader werd hierdoor nog slechter en na een fikse ruzie verliet <strong>Anselmus</strong> zijn<br />

familie en geboortestreek. Hij was toen ongeveer drieëntwintig jaar. Hij trok enkele<br />

jaren door verschillende gebieden <strong>van</strong> het huidige Frankrijk en kwam uiteindelijk in<br />

1059 terecht in de abdij te Bec in Normandië. Deze abdij was pas in 1040 gesticht,<br />

maar door het fantastische onderricht <strong>van</strong> Lafranc, werd de abdij snel zeer<br />

beroemd. <strong>Anselmus</strong> besloot zelf ook in te treden, en hij maakte er een snelle<br />

opgang. In 1063 volgde hij Lafranc op en werd prior en hoofd <strong>van</strong> de school.<br />

Lafranc had het geloof opgebouwd uit de Heilige Schrift en <strong>Anselmus</strong> maakte<br />

gebruik <strong>van</strong> de rede om het geloof te verdedigen. Onder deze impuls en door zijn<br />

onderwijsmethode kreeg de school een steeds grotere vermaardheid als centrum<br />

<strong>van</strong> intellectuele bezinning.<br />

Naast monnik, priester, theoloog en filosoof wordt <strong>Anselmus</strong> door de koning <strong>van</strong><br />

Engeland tot Bisschop <strong>van</strong> <strong>Canterbury</strong> benoemd. Volgens <strong>Anselmus</strong> kon je alleen<br />

maar praktiserend christen zijn als je je terug zou trekken in een klooster omdat<br />

dat de enige plaats is waar je God kunt vinden. In die zin zou dit het enige, op<br />

aarde te realiseren, Rijk Gods zijn. Ook hield hij zich stipt aan de kloostergeloften<br />

<strong>van</strong> armoede, gehoorzaamheid en kuisheid. 1<br />

In de middeleeuwen, <strong>van</strong> 500 tot ongeveer 1500 na Chr., zijn er twee grote<br />

filosofische stromingen aan te wijzen. De eerste is de scholastiek waartoe<br />

<strong>Anselmus</strong> gerekend kan worden. Hij wordt ook vaak als de grondlegger <strong>van</strong> deze<br />

stroming gezien.<br />

De tweede stroming is de mystiek 2 .<br />

De scholastiek poogt aan te tonen dat de geloofswaarheden <strong>van</strong> de godsdienst<br />

waarheden <strong>van</strong> de rede zijn. 3 Met andere woorden dat je God kunt begrijpen, dat<br />

God te beredeneren is. Voor <strong>Anselmus</strong> is dit ook zo. Maar voor dat je over kunt<br />

1<br />

Groenewoud, G. Antieke, patristische en middeleeuwse filosofie, collegereader Vu,<br />

januari<br />

2002<br />

2 Mystiek. Dit woord is afgeleid <strong>van</strong> het woord myein hetgeen het sluiten <strong>van</strong> ogen of<br />

lippen<br />

betekent. Vrij vertaald is dit het pad <strong>van</strong> contemplatie.<br />

3 Aufenanger, Jörg, beknopte inleiding in de filosofie,Het Spectrum B.V. Utrecht 1998<br />

3


gaan op het beredeneren <strong>van</strong> het bestaan <strong>van</strong> God zul je eerst moeten geloven.<br />

Geloven is voor hem het naar binnen kijken in je eigen hart of zoals hij het heel<br />

mooi zegt in zijn boek Proslogion 4 : ‘Ga in de binnenkamer <strong>van</strong> uw geest, sluit alles<br />

uit, behalve God, en datgene wat u helpen kan Hem te zoeken, en zoek hem<br />

nadat u uw deur gesloten heeft’. <strong>Anselmus</strong> richt zich in dit boek rechtstreeks tot<br />

God, en gaat in dialoog met God. Dit is zeer ongebruikelijk daar de mens veel te<br />

laag is om rechtstreeks met God te kunnen communiceren. Naderhand heeft hij<br />

zich voor deze hoogmoedige daad moeten verantwoorden en heeft hij zijn dialoog<br />

met God moeten ver<strong>van</strong>gen door het aanspreken <strong>van</strong> God.<br />

Voor <strong>Anselmus</strong> is de rede ondergeschikt aan het geloof. In zijn inleiding in het<br />

boek Proslogion zegt <strong>Anselmus</strong>: ‘ik wens niet te begrijpen dat ik kan geloven,<br />

maar ik geloof om te begrijpen. Hierom geloof ik dat als ik niet geloofde ik niet zou<br />

kunnen begrijpen. Dan neemt <strong>Anselmus</strong> het voorbeeld <strong>van</strong> de dwaas uit psalm 53:<br />

<strong>1.</strong> Volgens <strong>Anselmus</strong> zal de dwaas die het bestaan <strong>van</strong> God ontkent zelfs kunnen<br />

inzien dat het bestaan <strong>van</strong> het meest volmaakte in de geest te beredeneren is. 5<br />

4 Proslogion : logion betekent spreuk of uitspraak<br />

5 Dat God waarlijk bestaat, uit de Proslogion<br />

Daarom, Heer, Gij die aan het geloof inzicht verleent, laat mij inzien, in de mate dat Gij het<br />

heilzaam acht, dat Gij zijt gelijk wij geloven en dat zijt wat wij geloven. Welnu, wij geloven<br />

dat Gij iets zijt waarboven niets groter gedacht kan worden.<br />

Of bestaat een dergelijke natuur dan niet aangezien de dwaas in zijn hart heeft gezegd: er<br />

is geen God? Nochtans diezelfde dwaas, wanneer hij juist dit wat ik zeg 'iets waarboven<br />

niets groter gedacht<br />

( vervolg zie bladzijde 5)<br />

VERVOLG 5 : kan worden' hoort, verstaat stellig wat hij hoort; en wat hij verstaat, is in<br />

zijn verstand, ook al ziet hij niet dat dit 'is'. Want dat een ding in het verstand is, is niet<br />

hetzelfde als inzien dat dit ding bestaat.<br />

Want wanneer een schilder <strong>van</strong> tevoren bedenkt wat hij maken zal, dan heeft hij dit wel in<br />

zijn verstand, maar hij ziet nog niet in dat datgene wat hij nog niet gemaakt heeft,<br />

bestaat. Wanneer hij het evenwel al geschilderd heeft, dan heeft hij het in zijn verstand en<br />

ziet hij ook in dat wat hij al gemaakt heeft, bestaat. Zo dan wordt ook de dwaas er<strong>van</strong><br />

overtuigd dat 'iets waarboven niets groter gedacht kan worden' op zijn minst in het<br />

verstand is, omdat hij dat, wanneer hij het hoort, verstaat, en al wat verstaan wordt in het<br />

verstand is. En zeker kan 'datgene waarboven niets groter gedacht kan worden' niet in het<br />

verstand alleen zijn. Want indien het uitsluitend in het verstand is, dan kan men denken<br />

dat het ook in werkelijkheid is, hetgeen groter is. Indien dus 'datgene waarboven niets<br />

groter gedacht kan worden' alleen in het verstand is, dan is precies 'datgene waarboven<br />

niets groter gedacht kan worden' datgene waarboven wel iets groter gedacht kan worden.<br />

Maar dat is zeker onmogelijk.<br />

Bijgevolg bestaat zonder enige twijfel 'iets waarboven niets groter gedacht kan worden'<br />

zowel in het verstand als in werkelijkheid.<br />

4


Hoe belangrijk, hoe 'wonderbaarlijk' deze ontdekking was, blijkt ook uit het<br />

uitvoerige verhaal dat Eadmer hieraan wijdt in zijn Vita Anselmi. Eadmer vertelt er<br />

hoe <strong>Anselmus</strong>, toen hij na lang zoeken het argument gevonden had, het dadelijk<br />

neerschreef op een wastafeltje om het toch niet weer te vergeten, en hoe hij het<br />

aan een broeder gaf om het te bewaren. Toen <strong>Anselmus</strong> het na enkele dagen<br />

terugvroeg, kon deze broeder het niet meer vinden.<br />

Daarop dicteerde <strong>Anselmus</strong> zijn argumentatie opnieuw en gaf deze aan een<br />

andere broeder. Die vond ze de volgende morgen in stukken naast zijn bed.<br />

<strong>Anselmus</strong> plakte de stukken aan elkaar en zorgde er meteen voor dat de tekst op<br />

duurzaam perkament werd overgeschreven. De inkleding <strong>van</strong> het verhaal (tot<br />

driemaal toe…) en ook <strong>Anselmus</strong>' eigen woorden in het voorwoord wijzen erop<br />

hoezeer zijn argument door zijn medebroeders bewonderd werd als een<br />

uitzonderlijke vondst, bijna als een soort 'ingeving' <strong>van</strong> Godswege.<br />

<strong>Anselmus</strong> is beroemd geworden <strong>van</strong>wege dit ontologisch 6 bewijs voor het bestaan<br />

<strong>van</strong> God.<br />

Over het ontologische bewijs<br />

Wat is een ontologisch bewijs?<br />

Er is een argument, God bestaat. Dit is een a priori overtuiging daar de waarheid<br />

onafhankelijk <strong>van</strong> waarneming kan worden gekend. Het is in de geest<br />

geconstrueerd zonder onderzoek, zonder ervaring. De vraag is of alle religies op<br />

deze basis zijn opgebouwd. In ieder geval wordt aangenomen dat de meeste<br />

wetenschappelijke kennis eveneens a priori is opgebouwd 7 .<br />

Het ontologische bewijs kent drie aspecten:<br />

<strong>1.</strong> Het begin <strong>van</strong> de zoektocht is het pad naar binnen: geloven.<br />

2. Het bestaan <strong>van</strong> God is als concept, als definitie in het denken aanwezig.<br />

3. God moet dan noodzakelijkerwijs ook in de realiteit aanwezig zijn.<br />

6 Ontologie komt <strong>van</strong> het woord ‘on’, ‘het zijnde’ en’ logos’, ‘het woord’, ‘de leer’.<br />

7<br />

Palmer, Donald, filosofie voor beginners,Spectrum Utrecht 2002<br />

5


Deze gedachtegang is volkomen nieuw, <strong>Anselmus</strong> trachtte een sprong te maken<br />

<strong>van</strong> het denken naar het Zijn. Deze redenering is een afgeleide <strong>van</strong> Plato’s ideeën<br />

wereld 8 .<br />

Boeddha en de eerste oorzaak <strong>van</strong> het bestaan.<br />

Volgens Boeddha is er geen eerste oorzaak <strong>van</strong> ons bestaan aan te wijzen, ons<br />

verstand is hiervoor te beperkt. Dit impliceert dat we niet weten waarom we hier op<br />

aarde zijn, niet weten wat we hier moeten doen en ook niet in staat zijn om ons<br />

huidige bestaan te verklaren; er is geen rede aan te wijzen.<br />

Boeddha zei: weet dat je onwetend bent. Binnen de boeddhistische filosofie wordt<br />

ook niet naar verklaringen gezocht. In die zin is het een ontologische 9 filosofie. Je<br />

bent hier in de tegenwoordige tijd, niet meer en ook niet minder wat je in staat stelt<br />

het huidige moment te ervaren.<br />

Geest of bewustzijn heeft twee karakteristieken: a. het is helder, dit betekent dat<br />

de geest niet stoffelijk is en zelfs niet uit de aller-subtielste energie bestaat, b. de<br />

oorzaak <strong>van</strong> het huidige bewustzijnsmoment is het vorige bewustzijnsmoment. Op<br />

deze wijze vormt het zijn eigen continuüm, zonder begin zonder einde 10 .<br />

De functie <strong>van</strong> de geest is het kennen <strong>van</strong> een object. Het kennen <strong>van</strong> een object<br />

is enerzijds het innerlijk ervaren <strong>van</strong> een object zoals gedachten, gevoelens,<br />

emoties, neigingen, reflexen en intuïtie en anderzijds ervaren <strong>van</strong> concrete<br />

objecten, zoals het eigen lichaam en objecten in de buitenwereld. Het bewustzijn<br />

is volkomen gekoppeld aan ervaringen. Dit maakt het interessant om eerst vast te<br />

stellen wat ervaringen zijn.<br />

Ervaringen volgens de boeddhistische filosofie.<br />

Een ervaring is een reactie in de geest op een actie <strong>van</strong> de geest; een bewuste<br />

verandering. Veranderingen kunnen zowel op het zintuiglijke niveau als het op het<br />

8<br />

Zie: ‘In Dialoog’ met Boeddha en Plato. Tweede openbare avond,9 februari 2006,<br />

9 Ontologische filosofie is een tak <strong>van</strong> de filosofie binnen de metafysica. Het beschrijft de<br />

eigenschappen, het houdt zich bezig met vraagstellingen zoals: wat is echt, wat is het<br />

verschil tussen schijn en werkelijkheid enz.<br />

10 Geshe Sonam Gyaltsen, Geest en cognitie, Uitgeverij Maitreya , Emst, 2000<br />

6


mentale vlak voorkomen Dit kan zich zowel in de geest, als in het lichaam als in<br />

beide voordoen. Binnen het boeddhisme wordt over verschillende soorten <strong>van</strong><br />

bewustzijn gesproken. Zintuiglijk bewustzijn, mentaal bewustzijn en een mix <strong>van</strong><br />

beide een zeer subtiele niet materie gebonden bewustzijn.<br />

Ervaringen doen zich alleen maar in het huidige moment voor. Echter doordat we<br />

ons kunnen herinneren worden ervaringen herinneringen en geen ervaringen. Het<br />

lichaam herinnert zich alles, maar dan ook alles, en binnen de boeddhistische<br />

filosofie wordt deze herinnering vaak uitgebeeld als een grijze olifant. Zodra het<br />

lichaam al zijn herinneringen in meditatie heeft losgelaten en heeft<br />

getransformeerd wordt de olifant wit en is de geest in staat los te komen <strong>van</strong> het<br />

lichaam en zeer subtiele ervaringen op te doen. Pas dan zijn we in staat om in het<br />

Hier en Nu te ervaren.<br />

Er zijn twee soorten ervaringen te onderkennen:<br />

<strong>1.</strong> Evaringen die terugvoeren naar de kosmische heelheid en die vreugde <strong>van</strong><br />

binnenuit schenken.<br />

2. Ervaringen die je afsplitsen <strong>van</strong> de kosmos, waardoor je veel dingen <strong>van</strong><br />

buitenaf nodig hebt om je prettig en goed te voelen.<br />

Deze twee soorten <strong>van</strong> ervaringen zijn eenvoudig op te merken. Bijvoorbeeld als<br />

ik ‘s avonds niet kan slapen <strong>van</strong>wege alle problemen die in mijn hoofd<br />

rondspoken, dan voel ik me de volgende dag erg vermoeid en opgejaagd.<br />

Hierdoor begint de dag niet open en spontaan, ik sluit me af voor alles wat kan<br />

gebeuren en ik probeer de dag zoveel mogelijk naar mijn hand te zetten en onder<br />

controle te houden. Dit maakt me nog vermoeider dan ik al was en vaak leiden dit<br />

soort cirkels naar stress en overspannenheid. Als ik daarentegen heerlijk, op<br />

natuurlijke wijze inslaap dan ben ik ‘s morgens weer helemaal opgefrist en open<br />

voor de nieuwe dag. Dan stroomt de dag en alles wat die dag plaatsvindt kan ik<br />

met een open vizier tegemoet treden. Dit leidt tot creativiteit in alles wat zich<br />

voordoet en schenkt een voldaan gevoel aan het einde <strong>van</strong> de dag.<br />

7


Als je in meditatie bent en je ervaart komt dat dan door je geest, of door je lichaam<br />

of door beide?<br />

Zodra je mediteert, zit het lichaam in volmaakte rust en toch alert. Hierdoor<br />

kunnen er allerlei soorten gedachten naar boven komen. Deze gedachten laat je<br />

komen en gaan, je bemoeit je er niet mee. Hierdoor wordt de geest, het bewustzijn<br />

heel langzamerhand rustiger, daar er geen aandacht aan voorbij- gaande zaken<br />

wordt besteed. Hoe meer je dit oefent hoe meer geest en lichaam één geheel<br />

vormen. Het lichaam buigt zich voor de zuivere geest, het Boeddhakind. Doordat<br />

de geest steeds langer in rust kan verwijlen, worden ervaringen die met behulp<br />

<strong>van</strong> het lichaam zich voordoen steeds subtieler. Door steeds meer open te staan<br />

voor alle ervaringen, en ze niet ogenblikkelijk te categoriseren, of te verklaren of<br />

ze als een groot wonder te zien, blijken alle ervaringen steeds universeler te<br />

worden. Ja, de elementen verliezen hun individuele kracht <strong>van</strong> pijn, vreugde,<br />

goed, slecht , mooi, lelijk etc.<br />

Vanaf dat we geboren zijn houden we zeer nauwkeurig onze leeftijd in de gaten.<br />

Deze geconditioneerdheid blijven we trouw en meten daaraan ons hele menselijke<br />

gedragingen af.<br />

Toch zouden we kunnen inzien dat de elementen zo oud zijn als de aarde en dat<br />

noodzakelijkerwijs de herinneringen <strong>van</strong> het lichaam ook zo oud zullen moeten zijn<br />

als de aarde. Dit geeft een totaal andere dimensie aan het lichaam in het<br />

algemeen en aan het individuele lichaam in het bijzonder.<br />

Dialoog<br />

Boeddhisme: de leer is te ervaren<br />

Wat wil dit zeggen? En wat is nu eigenlijk boeddhisme ?<br />

Boeddhisme is een levensfilosofie. Dit houdt in dat de leer onmiddellijk, in het Hier<br />

en Nu, te ervaren is. Door in interrelatie met het lichaam te zijn kan de leer <strong>van</strong> de<br />

Boeddha door de ervaring begrepen worden. De leer wordt hierdoor verdiept, daar<br />

het een samengaan is <strong>van</strong> methode en wijsheid, <strong>van</strong> geest en lichaam. Het<br />

8


oeddhisme is een wijsheidsfilosofie. Kort gezegd houdt dit in dat het omvattend is<br />

en niet uitsluitend. Alle opgedane ervaringen zijn ervaringen, die weer een<br />

beginpunt voor een volgende ervaring of bewustzijnsmoment vormt. Er zijn geen<br />

ervaringen die ontkent worden; ervaringen kunnen de mens dichter naar zijn<br />

zuiverheid brengt en ervaringen kunnen hem daar verder <strong>van</strong>af brengen. Dit houdt<br />

in dat er niets wordt uitgesloten. Boeddhisme is een filosofie en geen religie.<br />

Is er verschil tussen filosofie en religie?<br />

Ja, bij een levensfilosofie blijf je ZELF verantwoordelijk voor de verbinding met de<br />

kosmos. Het komt dan op de eigen ervaringen aan. Zijn deze universeel 11 of zijn<br />

het ego-ervaringen 12 . Welke <strong>van</strong> de twee varianten er ervaren wordt maakt in<br />

principe niets uit als de consequenties die getrokken worden voor volgende<br />

ervaringen ons dichter naar de heelheid of zuiverheid toe brengen. Er is niemand<br />

die dit voor ons kan doen. Dus in die zin ben je totaal op jezelf aangewezen. Door<br />

de Leer <strong>van</strong> de Boeddha, de dharma, te volgen wordt je langs het pad geleid<br />

waarbinnen je zeker kunt zijn <strong>van</strong> juiste ervaringen. En met juiste ervaringen<br />

worden universele en toch persoonsgebonden ervaringen bedoeld. Dit worden ook<br />

wel authentieke ervaringen genoemd. Om weer de vergelijking met de olifant te<br />

maken: de grijze olifant wordt wit, een olifant blijft een olifant en toch is iedere<br />

olifant karakteristiek en uniek.<br />

<strong>Anselmus</strong>: geloof de leer<br />

Hoe is dat bij een religie? Wat is religie?<br />

Bij een religie is er sprake <strong>van</strong> ‘Iemand’ <strong>van</strong> buitenaf, die de eerste oorzaak is <strong>van</strong><br />

alles wat ooit geschapen is en ook wij zijn Zijn creaties. Hij neemt ons ook weer<br />

terug en kijkt naar ons als Zijn kinderen. Door deze gedachtegang ontstaat er een<br />

afhankelijke relatie, want die ‘Iemand’ kan zijn goedkeuring of afkeuring laten<br />

blijken door te straffen of te belonen. Bij alles wat er zich in ons leven voordoet<br />

zoeken we een verklaring waarom er gebeurt wat er gebeurt. Doordat we God als<br />

11<br />

Universeel = kosmisch<br />

12<br />

Ego-ervaringen: persoonsgebonden ervaringen<br />

9


een Macht/ Kracht buiten ons ervaren zullen we gaan marchanderen met God,<br />

zodra zaken anders lopen dan wij zelf hadden verwacht. In die zin proberen we<br />

met God net zo om te gaan als dat we met onze ouders, in het bijzonder met onze<br />

biologische vader deden. We blijven onze verantwoordelijkheid buiten onszelf<br />

zoeken.<br />

Echter, volgens <strong>Anselmus</strong> ben je in staat om God in je ziel te aanschouwen: Hij<br />

openbaart zich in jou als je gelooft. Nu is voor hem geloven geen loos woord, het<br />

is een bewuste daad om helemaal naar binnen te keren en religieus 13 te zijn en<br />

als het ware God te lezen in de ziel. Hiervoor moeten we diep naar binnen treden,<br />

mediteren, om deze openbaring te ervaren.<br />

Het is een voorwaarde om zuiver te kunnen denken. Door je te openen voor God<br />

verdwijnen de sluiers in het verstand en kun je God denken. Doordat je God denkt<br />

als het meest volmaakte meest perfecte, meest alwetende, meest almachtige en<br />

meest oneindige wat je ooit kunt bedenken dan moet God ook wel bestaan anders<br />

klopt je gedachte niet met de werkelijkheid en zul je moeten veronderstellen dat er<br />

‘iets’ nog meer volmaakt aanwezig kan zijn.<br />

<strong>Anselmus</strong> sluit alles buiten behalve God en Boeddha sluit juist niets uit.Hoe kan<br />

dit?<br />

<strong>Anselmus</strong> wil zich helemaal openstellen voor het goddelijke in hemzelf. Vandaar<br />

uit gaat hij denken. De openbaringen Gods zijn het fundament <strong>van</strong> waaruit hij de<br />

leer wenst te begrijpen. Het lijkt erop alsof hij niet zichzelf als mens wil leren<br />

kennen maar alleen God. Dit is interessant want je zou kunnen zeggen dat de<br />

Boeddha dit probeerde te doen toen hij bezig was met zijn pad <strong>van</strong> ascese. Het<br />

ging hem toen ook alleen om de geest, en niet om het lichaam. Toen de Boeddha<br />

inzag dat hij zonder lichaam niet kon ervaren en dus nooit zijn geest zou kunnen<br />

leren kennen daar deze onlosmakelijk verbonden zijn, kon hij naar zijn<br />

persoonlijkheid gaan. Deze is verbonden met het lichaam. Vervolgens kon hij<br />

inzien dat de persoonlijkheid 14 weliswaar een eenheid vormt maar dat deze<br />

13<br />

Religie komt <strong>van</strong> re= wederom en legere = lezen<br />

14<br />

Persoonlijkheid is in deze context de geconditioneerde geest.<br />

10


eenheid uit meerdere componenten bestaat, die allemaal onderling verbonden<br />

zijn( Zie onderstaande figuur <strong>1.</strong>).<br />

Als alles onderling met elkaar verbonden is, is de consequentie dat je niets maar<br />

dan ook niets kunt uitsluiten wil je de persoonlijkheid helemaal leren kennen, daar<br />

de geconditioneerde geest een onderdeel <strong>van</strong> het totale bewustzijn vormt.<br />

Over een kostbaar menselijk leven.<br />

Waarom is een mensenleven kostbaar?<br />

Een menselijk leven is kostbaar omdat het :<br />

<strong>1.</strong> Kort op aarde is en in die zin niet lang ervaringen op kan doen.<br />

2. De mens in staat stelt zijn geest te onderzoeken en te transformeren.<br />

3. De mens alleen dank zij zijn lichaam kan ervaren en in die zin in staat is de<br />

Verlichting te bereiken.<br />

4. De mens in staat stelt zijn vrije wil te onderzoeken. Hierdoor kan hij keuzes<br />

maken. Deze keuzes kunnen hem dichter bij de heelheid, de kosmos,<br />

brengen dan wel verder <strong>van</strong> de heelheid af komen te staan.<br />

Doordat de wijsheidsfilosofie er<strong>van</strong> uitgaat dat ervaren zonder lichaam niet<br />

mogelijk is, kom je in deze filosofie een heel mooie uitdrukking tegen: ieder levend<br />

wezen is kostbaar. Vandaar dat het doden <strong>van</strong> levende wezens niet binnen deze<br />

filosofie past; geweldloosheid is de drijfveer. En dit leidt ‘als <strong>van</strong>zelf’ naar<br />

mededogen.<br />

Bij Boeddha was zijn vrije wil het uitgangspunt <strong>van</strong> zijn onderzoek: uit vrije wil met<br />

of zonder lichaam zijn. Boeddha krijgt het niet voor elkaar om dit te<br />

bewerkstelligen en na het eten <strong>van</strong> voedsel gaat hij onder de boom zitten en<br />

mediteert. Op zich niet een heel bijzondere handeling. Zeker niet in India waar<br />

vele mensen hele dagen mediteren onder een boom. Echter bij Boeddha was het<br />

anders. Hij nam zich voor om nooit meer onder deze boom <strong>van</strong>daan te gaan totdat<br />

hij het pad, dat uit de cyclische dood en wedergeboorte leidt, gevonden had. Had<br />

hij eerst zijn wilskracht gebruikt om los te komen <strong>van</strong> het lichaam, nu zette hij deze<br />

kracht in om samen met zijn lichaam door zijn geconditioneerde gedachten heen<br />

te gaan. Hij ging hier 100% voor. Dan ontmoet hij de laatste hindernissen in zijn<br />

11


geest, overwint ze en is vrij. Vrij door het denken, vrij in de geest en vrij met een<br />

lichaam<br />

Wat ontdekt de Boeddha?<br />

<strong>1.</strong> Dat het woord ‘mens’ een referentiepunt is om bepaalde<br />

eigenschappen met de daarbij behorende elementaire<br />

karakteristieken aan te duiden. Zo bestaat een mens uit<br />

een lichaam dat is opgebouwd uit vijf elementen, aarde,<br />

water, vuur, lucht en ruimte.<br />

Vooral het vijfde element is belangrijk, daar wij dit in de<br />

westerse cultuur volkomen vergeten zijn, of niet benoemen.<br />

En het is juist door de ruimte dat wij ons bewust kunnen<br />

gaan<br />

worden <strong>van</strong> de schitterende capaciteiten <strong>van</strong> de geest.<br />

2. Daarnaast bestaat een mens uit bewustzijn. Het bewustzijn<br />

vormt met de elementen complexe bewustzijnsaggregaten.<br />

Deze proberen als zelfstandige units te functioneren,<br />

waardoor we denken dat ze de werkelijkheid vertegenwoordigen.<br />

3. Ook ontdekte Boeddha dat de geest al deze eigen creaties<br />

op heel andere wijze naar buiten toe projecteert. En deze<br />

projecties niet meer als een eigen creatie herkent als ze<br />

opnieuw in de geest verschijnen.<br />

4. Boeddha ontdekte dat alles in onderlinge verbondenheid<br />

met elkaar verweven is, waardoor er niets uit te sluiten valt<br />

maar er ook niets te bevoorrechten is.<br />

5. Boeddha ontdekte dat er maar een oplossing is om uit het<br />

rad <strong>van</strong> wedergeboorte te komen: door de geest als een<br />

lege spiegel te zien. Alle verschijnselen, mentaal of<br />

zintuiglijk, worden in deze spiegel gereflecteerd. Alle<br />

verschijnselen zijn ‘slechts’ een reflectie <strong>van</strong> de<br />

werkelijkheid, en in die zin een illusie. Vandaar de<br />

uitspraak <strong>van</strong> de Wijze: ‘Alles is niet zoals het lijkt’! Door<br />

12


deze bewustwording kan de mens in meditatie alle<br />

verschijnselen die op de spiegel blijven plakken, de<br />

aanhechting <strong>van</strong> de geest ten opzichte <strong>van</strong> een<br />

bepaald fenomeen, zuiveren. Zodat de spiegel iedere dag<br />

weer helemaal schoon is. Dan blijft het bewustzijn helder<br />

en cognitief; de werkelijkheid in het Hier en Nu wordt<br />

gekend.<br />

lucht<br />

vuur<br />

ruimte<br />

x<br />

aarde<br />

water<br />

Figuur <strong>1.</strong> Het menselijk lichaam in termen <strong>van</strong> de elementen.<br />

Dit vormt het fundament <strong>van</strong> het menselijke lichaam. Het bijzondere is dat als je<br />

de x ook echt in de ruimte plaatst je ogenblikkelijk de bouw <strong>van</strong> de piramides <strong>van</strong><br />

Egypte daarin herkent. Elementen zijn energieën die zich laten ervaren met de<br />

zintuigen en het mentale bewustzijn.<br />

Conclusie:<br />

Er lijkt een groot verschil te bestaan tussen geloven en ervaren. Geloven is zeker<br />

zijn <strong>van</strong> dingen waar<strong>van</strong> je hoopt dat ze bestaan. Je bent overtuigd <strong>van</strong> iets, wat je<br />

niet ziet, dat dit toch bestaat.<br />

En dit heeft <strong>Anselmus</strong> in zijn ontologisch bewijs helemaal uitgewerkt. Geloven is<br />

ook een keuze die je met je verstand kunt maken. Hierdoor is het mogelijk om te<br />

geloven in jezelf, maar het kan ook een zuiver mentale overgave zijn. Geloven kun<br />

je niet ervaren, het is een mentale geestestoestand.<br />

13


Boeddha volgde in eerste instantie ook het pad <strong>van</strong> een vast geloof in zijn<br />

geestkracht. Toen dit mislukte kwam hij erachter dat er sprake is <strong>van</strong> een<br />

interrelatie <strong>van</strong> de geest met het lichaam en dat deze niet alleen geestelijk uit te<br />

werken is. Sterker nog geest en lichaam zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden<br />

zolang je hier op aarde bent, en juist door deze verbondenheid is de mens in staat<br />

te ervaren. Ervaren wordt nu het middel <strong>van</strong> het onderzoek. En om goed te<br />

kunnen onder- zoeken zal de ervaring moeten kloppen met de werkelijkheid. Dit<br />

vraagt om de geest in al zijn facetten goed te leren kennen. Niets uit te sluiten<br />

maar alles te omarmen omdat alles in interrelatie is. En volgens Boeddha ben je in<br />

staat om de Leer als <strong>van</strong>zelf te begrijpen als je kunt ervaren. Hierbij gaat het om<br />

juiste kosmische ervaringen, verschoont <strong>van</strong> herinneringen en vooropgestelde<br />

interpretaties. Het vraagt om een open ‘zijn’ eigenlijk zoals een kind, zonder<br />

vooropgestelde verwachtingen en interpretaties, echter wel met behoudt <strong>van</strong> de<br />

eigen verantwoording en zelfstandigheid. Door open te staan voor alle ervaringen,<br />

die tijdens meditatie verkregen zijn, vormen zij een prachtig pad naar de eigen<br />

zuivere geest, de Leraar, die in ons allemaal aanwezig is. Je zou kunnen zeggen<br />

dat door de ervaringen, waardoor de juistheid <strong>van</strong> de leer getoetst kan worden, het<br />

geloof in jezelf en in het pad dat je loopt, doet toenemen.<br />

Voor <strong>Anselmus</strong> is het geloof een openstellen <strong>van</strong> de geest om <strong>van</strong> daaruit<br />

verstandelijk te begrijpen. Hij probeert via de rede naar het Zijn te komen. Om in<br />

de allegorie <strong>van</strong> de grot <strong>van</strong> Plato te blijven kun je zeggen dat <strong>Anselmus</strong> gewoon<br />

in de grot blijft, de openbaring Gods, de Zon, in zich laat schijnen om vervolgens<br />

zichzelf uit de grot te redeneren, alhoewel hij gewoon blijft zitten waar hij zit. Om in<br />

te zien, te begrijpen dat wat binnen ons is ook buiten ons zal moeten bestaan.<br />

De Boeddha ontleedt de grot, ziet dat de grot niet is wat het lijkt. Ziet dat dit een<br />

creatie is <strong>van</strong> de geest, maar dat het eigenlijk alleen uit energie bestaat. Dus er is<br />

een grot, als referentiepunt, als benoeming, maar als we verder onder- zoeken<br />

zien we dat deze uit vele componenten bestaat. Hierdoor verandert er al zoveel in<br />

onze geest dat, of de grot er nu is of niet, de geest zich bewust is geworden <strong>van</strong><br />

het innerlijk licht en de daarbij behorende innerlijke vreugde. Er is geen binnen en<br />

er is geen buiten meer aanwezig.<br />

Samenvattend kun je stellen dat <strong>Anselmus</strong> aan het begin staat <strong>van</strong> wat voor<br />

Boeddha reeds een werkelijkheid is geworden.<br />

14

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!