29.11.2014 Views

Bestrijding van incidenten met pijpleidingen - Infopunt Veiligheid

Bestrijding van incidenten met pijpleidingen - Infopunt Veiligheid

Bestrijding van incidenten met pijpleidingen - Infopunt Veiligheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> de Civiele <strong>Veiligheid</strong><br />

Handleiding<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong><br />

<strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />

Algemene actiekaarten<br />

&<br />

Actiekaart Aardgas<br />

juni 2007 - versie 2.1


Algemene inleiding<br />

Na de gasramp <strong>van</strong> Gellingen werd een werkgroep aangesteld waarin naast<br />

afgevaardigden <strong>van</strong> de brandweer eveneens medewerkers <strong>van</strong> de pijpleidingbeheerders<br />

vertegenwoordigd waren. Fetrapi heeft de gasleidingen in<br />

kaart gebracht en de digitale bestanden overgedragen aan de Algemene<br />

Directie Crisiscentrum <strong>van</strong> de Federale Overheidsdienst Binnenlandse<br />

Zaken. De ligging <strong>van</strong> de leidingen kennen is één ding, weten wat te doen bij<br />

een incident is nog wat anders.<br />

Eén <strong>van</strong> de hoofddoelstellingen <strong>van</strong> de werkgroep bestond in de opstelling<br />

<strong>van</strong> de ‘Actiekaart: Interventies bij HD (>14,7 bar) aardgas<strong>pijpleidingen</strong>’. De<br />

‘Actiekaart’ vormt dan ook het centraal gegeven <strong>van</strong> deze cursus, die tot<br />

doel heeft bevelvoerders (en andere betrokkenen) een beter inzicht te<br />

geven in de risico’s <strong>van</strong> en het omgaan <strong>met</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong> waarbij<br />

gas of andere gevaarlijke producten betrokken zijn. Het is de bedoeling om<br />

voor alle gevaarlijke producten actiekaarten te creëren.<br />

De makers <strong>van</strong> deze cursus hebben er bewust voor gekozen om niet te<br />

verzanden in al te theoretische bespiegelingen maar om een praktijkgerichte<br />

en bruikbare ‘tool’ te creëren. Het hoofddoel <strong>van</strong> dit werk bestaat erin<br />

om te ‘leren omgaan <strong>met</strong> de Actiekaart(en)’ en om paraat te zijn en snel de<br />

juiste beslissingen te kunnen nemen bij een incident. Het bepalen <strong>van</strong> de<br />

juiste peri<strong>met</strong>ers is in zulke gevallen <strong>van</strong> het grootste belang.<br />

Deze cursus richt zich naar de brandweerdiensten, de civiele bescherming en<br />

de hulpdiensten en bevat interessante informatie voor andere betrokkenen,<br />

zoals onder meer de leden <strong>van</strong> Fetrapi. De handleiding en de Actiekaart<br />

werden opgesteld voor operationele doeleinden en niet voor preventie.<br />

Het mag duidelijk zijn dat het er bij deze cursus niet op aan komt om ‘een<br />

beetje inzicht te verwerven in de problematiek’. Wie geconfronteerd wordt<br />

<strong>met</strong> een gaspijpleidingincident, waarbij gas of andere gevaarlijke stoffen<br />

betrokken zijn, moet snel maatregelen nemen die kunnen beslissen over<br />

leven en dood.<br />

Leer daarom deze cursus grondig en streef ernaar om de techniek <strong>van</strong> de<br />

‘Actiekaarten’ volledig onder de knie te krijgen. Neem de cursus af en toe<br />

opnieuw ter hand om je eigen parate kennis op te frissen en vergeet nooit<br />

dat iedereen, op om het even welk moment, oog in oog kan staan <strong>met</strong> de<br />

‘kiem’ <strong>van</strong> een mogelijke ramp.<br />

auteur: Ludwig Janssens<br />

Werkten mee aan de realisatie <strong>van</strong> deze cursus:<br />

Jan Jorissen (brandweer Lommel), Eddy Goossens (brandweer Geel), Stéphane Heuschling (Fluxys),<br />

Guy De Schrijver (NMP), Luc Faes (FOD Binnenlandse Zaken - ADCV - Redactiecomité), Steven Colpin<br />

(Fluxys), Jurgen Volckaert (FOD Binnenlandse Zaken - ADCV - Directie <strong>van</strong> de operaties), Brandweer<br />

Vereniging Vlaanderen, Provinciaal Instituut voor Brandweer- en Ambulanciersopleiding (PIBA) en vele<br />

anderen die zich belangeloos hebben ingezet om deze cursus te realiseren.<br />

<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Inhoud<br />

Deel I: Pijpleidingen algemeen 6-17<br />

I.1. Pijpleidingen versus weg, spoor-, watervervoer 7-9<br />

I.1.1. Pijpleidingen in het kader <strong>van</strong> de mobiliteitsproblematiek 7<br />

I.1.2. Pijpleidingen en het milieu 7<br />

I.1.3. Pijpleidingen en veiligheid 7<br />

I.1.4. Pijpleidingen economisch bekeken 9<br />

I.2. Pijpleidingen in ons land 10-11<br />

I.2.1. Producten getransporteerd via <strong>pijpleidingen</strong> 10<br />

I.2.2. De Belgische Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleidingen 11<br />

I.3. Wetgeving m.b.t. transport via <strong>pijpleidingen</strong> 12-17<br />

I.3.1. Federale wetgeving: basiswetgeving 12<br />

I.3.2. Federale wetgeving: het aspect ‘erfdienstbaarheid’ 13<br />

I.3.3. Federale wetgeving: informatieplicht en verbodsbepalingen 14<br />

I.3.4. Federale wetgeving: vergunnings- en toelatingsplicht 15<br />

I.3.5. Seveso-II richtlijn 15<br />

I.3.6. Gewestelijke regelgeving 16<br />

Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> 18-23<br />

II.1. Soorten <strong>incidenten</strong> en hun oorzaken 19-20<br />

II.1.1. Statistische informatie oorzaken <strong>incidenten</strong> 19<br />

II.1.2. Soorten lekkages 19<br />

II.1.3. Mogelijke effecten <strong>van</strong> lekkages bij <strong>pijpleidingen</strong> 20<br />

II.2. Het voorkomen <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong> 21-23<br />

II.2.1. Preventie door de overheid 21<br />

- II.2.1.1. Wetgevende initiatieven<br />

- II.2.1.2. Informatie naar de hulpdiensten toe<br />

II.2.2. Preventie door de leidingbeheerders 22<br />

II.2.3. Preventie m.b.t. de aannemers 23<br />

Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong> 24-31<br />

Introductie: iedere actiekaart = identiek stramien<br />

III.1. Omschrijving <strong>van</strong> de zones 25<br />

III.1.1. Zone-indeling in het KB-Noodplan 25<br />

III.1.2. Zone-indeling <strong>van</strong> de actiekaart 25<br />

<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


III.2. Optreden bij <strong>incidenten</strong>: the basic ‘6’ 26-31<br />

Basic 1: identificatie en alarmering 26<br />

Basic 2: bepalen effectafstand 27<br />

Basic 3: brandweeroptreden = 0GS 28<br />

Basic 4: afkondiging <strong>van</strong> het noodplan 29<br />

Basic 5: beheersmaatregelen 29<br />

Basic 6: het meetplan activeren<br />

1<br />

Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België 32-38<br />

IV.1. Aardgas: definitie, samenstelling en eigenschappen 33-34<br />

IV.1.1. Definitie en samenstelling <strong>van</strong> aardgas<br />

IV.1.2. De eigenschappen <strong>van</strong> aardgas<br />

IV.1.3. Risico’s verbonden aan aardgas<br />

<br />

<br />

4<br />

IV.2. Structuur <strong>van</strong> het transport <strong>van</strong> aardgas 35-38<br />

IV.2.1. Het traject <strong>van</strong> aardgas<br />

IV.2.2. Odorisatie <strong>van</strong> aardgas<br />

IV.2.3. Verschillen vervoer/distributie en indeling drukklassen aardgas<br />

IV.2.4. Regelgeving en betrokken partijen<br />

- IV.2.4.1. Vóór 1 juli 2003<br />

- IV.2.4.2. Liberalisering <strong>van</strong> de aardgasmarkt<br />

- IV.2.4.3. Betrokkenen in ons land<br />

5<br />

6<br />

7<br />

7<br />

Deel V: Specifieke Actiekaart aardgas 39-55<br />

V.1. Randvoorwaarden voor de opstelling Actiekaart aardgas 40<br />

V.1.1. Aannames algemeen 40<br />

V.1.2. Aannames brandscenario’s 40<br />

V.2. Inleidende informatie over aardgas en aardgasleidingen 40-41<br />

V.2.1. Informatie m.b.t. de risico’s 40<br />

V.2.2. Informatie m.b.t. het product ‘aardgas’ 41<br />

V.2.3. Informatie m.b.t. de leidingen 41<br />

V.3. De opbouw <strong>van</strong> de actiekaart aardgas 42<br />

V.4. De omschrijving <strong>van</strong> de zones in de Actiekaart aardgas 42<br />

(herhaling)<br />

<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Inhoud<br />

V.5. Algemene acties bij de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het incident 43-44<br />

V.5.1. Tekenen die een gasincident doen vermoeden 43<br />

V.5.2. Directe maatregelen 43<br />

V.5.3. Acties specifiek aardgas 44<br />

V.6. Toelichtingen bij de effectafstanden 44-52<br />

V.6.1. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij brand 44<br />

- V.6.1.1. De tabel<br />

- V.6.1.2. Interpretatie <strong>van</strong> de zones<br />

V.6.2. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij gasontsnapping (geen brand) 47<br />

- V.6.2.1. De tabel<br />

- V.6.2.2. Toelichtingen bij de zones<br />

V.6.3. Ontstekingsgevaar bij gasontsnapping 48<br />

- V.6.3.1. De tabel<br />

- V.6.3.2. Toelichtingen bij de zones<br />

V.6.4. Drukeffecten bij gasontsnapping 50<br />

- V.6.4.1. De tabel<br />

- V.6.4.2. Toelichtingen bij de zones<br />

V.6.5. Geluidseffecten bij gasontsnapping 52<br />

- V.6.5.1. De tabel<br />

- V.6.5.2. Toelichtingen bij de zones<br />

V.7. De actiekaart aardgas > 14,7 bar 53-54<br />

V.7.1. Uitgangspunten die de uiteindelijke vorm hebben bepaald 52<br />

V.7.2. Presentatie <strong>van</strong> de actiekaart recto/verso 53-54<br />

V.7.3. Illustratie 55<br />

Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> 56-65<br />

VI.1. Voorbeeld: uitgewerkte fictieve case 56<br />

VI.2. Case 1: breuk <strong>van</strong> een gastransportleiding nabij een flatgebouw 61<br />

VI.3. Case 2: breuk <strong>van</strong> een gaspijpleiding als gevolg <strong>van</strong> een slechte las 63<br />

VI.4. Case 3: doorboring <strong>van</strong> een aardgaspijpleiding bij werken 64<br />

VI.5. Case 4: breuk <strong>van</strong> een aardgastransportleiding door graafwerken 65<br />

Lijst <strong>met</strong> afkortingen 66<br />

<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


DEEL I: PIJPLEIDINGEN ALGEMEEN<br />

Introductie<br />

Dit eerste gedeelte heeft tot doel een beter inzicht te bieden in het transport <strong>van</strong> ‘producten’ via<br />

<strong>pijpleidingen</strong> en in het maatschappelijk debat dat sinds de gasramp <strong>van</strong> Gellingen hieromtrent<br />

weer opgelaaid is. Het is niet de bedoeling om in deze cursus deel te nemen aan dat debat. Dit<br />

inleidend gedeelte strekt er dan ook alleen toe om een bredere context te schetsen.<br />

Wanneer we spreken <strong>van</strong> ‘transport’ moet het duidelijk zijn dat <strong>pijpleidingen</strong> doorheen deze<br />

cursus benaderd worden als een vervoerwijze die als alternatief geldt voor transport via de weg,<br />

het spoor, de waterwegen en de lucht. Transport via <strong>pijpleidingen</strong> onderscheidt zich onder meer<br />

<strong>van</strong> de andere vervoerwijzen doordat het vervoerkanaal en het vervoermiddel identiek zijn wat,<br />

zoals verder zal blijken, een belangrijke invloed heeft op de totale transportkost. Het is duidelijk<br />

dat bij transport over de weg het vervoerkanaal ‘de weg’ zelf is en het vervoermiddel bijvoorbeeld<br />

‘de vrachtwagen’. Het is ook duidelijk dat zowel aan de vrachtwagen als aan het wegennetwerk<br />

een bepaalde kost verbonden is. Terwijl de verdeling <strong>van</strong> deze kosten m.b.t. transport via de weg<br />

min of meer duidelijk afgebakend en verdeeld worden, is dat bij het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />

zeker niet het geval. Bij het wegtransport betaalt de ‘gemeenschap’ de aanleg <strong>van</strong>, het onderhoud<br />

<strong>van</strong> en de controle over het wegennetwerk en betaalt de eigenaar <strong>van</strong> de vrachtwagen de aankoop<br />

en de kosten er<strong>van</strong> en deelt hij in de kosten voor het gebruik <strong>van</strong> het wegennetwerk. Bij<br />

transport via <strong>pijpleidingen</strong> bestaat er een contractueel vastgelegde verdeling <strong>van</strong> de rechten en<br />

plichten verbonden aan het gebruik <strong>van</strong> de leiding tussen de eigenaar, de beheerder en de gebruiker<br />

er<strong>van</strong>. De ‘gemeenschap’ speelt hier slechts een geringe (meestal onbestaande) rol. De gebruiker<br />

<strong>van</strong> de pijpleiding moet voor de kosten instaan.<br />

Sinds de ramp <strong>van</strong> Gellingen is rond het transport via <strong>pijpleidingen</strong> heel wat commotie ontstaan.<br />

Deze vervoerwijze wordt in ons land immers niet erkend als een volwaardig alternatief voor het<br />

weg-, spoor- en watervervoer terwijl nochtans heel wat argumenten in het voordeel pleiten <strong>van</strong><br />

pijpleidingtransport. We zullen verder in dit eerste gedeelte enkele afwegingen naar voren schuiven.<br />

Feit is dat de ‘gemeenschap’ ten aanzien <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> een subjectief onveiligheidsgevoel<br />

tentoon spreidt en daardoor het transport via <strong>pijpleidingen</strong> eerder afremt dan stimuleert. De<br />

gasramp in Gellingen heeft er mee voor gezorgd dat ‘het publiek’ een negatieve perceptie heeft<br />

<strong>van</strong> het transport via <strong>pijpleidingen</strong>. Dit eerste gedeelte is belangrijk omdat het begrijpen <strong>van</strong> de<br />

mogelijke <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> en het leren om zowel de risico’s op <strong>incidenten</strong> als eventuele<br />

<strong>incidenten</strong> te beheersen, moet vertrekken <strong>van</strong>uit een open en neutrale houding <strong>van</strong>wege de<br />

cursisten. De economische en maatschappelijke voordelen die aan het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />

verbonden zijn, geven aan dat die vervoerwijze in de toekomst wellicht zal toenemen. We relativeren<br />

de risico’s en bereiden er ons op voor.<br />

<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />

I.1.<br />

Pijpleidingen versus weg-, spoor-, watervervoer<br />

In dit gedeelte maken we een vergelijking tussen de drie ‘traditionele’ vervoerwijzen en het<br />

transport via <strong>pijpleidingen</strong>. We vergelijken <strong>van</strong>uit 4 onderscheiden invalshoeken: de mobiliteitsproblematiek,<br />

het milieu, de veiligheid en het economisch aspect.<br />

I.1.1<br />

Pijpleidingen in het kader <strong>van</strong> de mobiliteitsproblematiek<br />

Het verzadigingspunt <strong>van</strong> ons nochtans erg uitgebreide autowegennetwerk komt steeds dichterbij.<br />

De belangrijke verkeersaders en -knooppunten slibben dagelijks almaar vroeger dicht en de<br />

files duren steeds langer. Door het feit dat België een belangrijke transitfunctie heeft, neemt het<br />

verkeer nog toe. Meer vervoer via <strong>pijpleidingen</strong> zou de druk op het wegennetwerk aanzienlijk<br />

kunnen verminderen. Dit kunnen we illustreren <strong>met</strong> enkele concrete voorbeelden.<br />

ß voorbeeld 1: de kerosine, bestemd voor de luchthaven <strong>van</strong> Zaventem, werd tot 1993 geleverd<br />

<strong>met</strong> tankwagens. Sinds dat jaar gebeuren die leveringen via pijpleiding. Voor 2003<br />

werd becijferd dat dankzij het pijpleidingvervoer 30.000 tankwagenbewegingen werden<br />

vermeden.<br />

ß voorbeeld 2: een productiecentrum <strong>van</strong> benzine en diesel in Antwerpen levert via <strong>pijpleidingen</strong><br />

aan een distributiecentrum in Feluy. Berekend op de leveringen <strong>van</strong> 2003 worden<br />

daardoor 100.000 tankwagenbewegingen vermeden.<br />

I.1.2. Pijpleidingen en het milieu<br />

Uit een studie blijkt dat transport via <strong>pijpleidingen</strong> slechts 20 à 25 % <strong>van</strong> de energie verbruikt die<br />

vrachtwagens zouden verbruiken om dezelfde lading op zijn bestemming te brengen. Uiteraard<br />

verminderen daardoor ook de CO 2<br />

emissies aanzienlijk. Er is aan <strong>pijpleidingen</strong> nagenoeg geen<br />

geluidshinder verbonden noch enige luchtvervuiling of ontsiering <strong>van</strong> het landschap. In 1994<br />

bedroeg de sociale kost veroorzaakt door geluidshinder en luchtvervuiling door vrachtwagens respectievelijk<br />

12,2 en 22,9 miljard euro. De enige ‘visuele’ hinder <strong>van</strong> ondergrondse leidingen komt<br />

voort <strong>van</strong> paaltjes en <strong>van</strong> de luchtbakens voor de helikopters. Bij de plaatsing <strong>van</strong> nieuwe ondergrondse<br />

leidingen is de hinder slechts tijdelijk. Pijpleidingen nemen weinig plaats in en de grond<br />

boven een pijpleiding kan nog steeds gebruikt worden voor andere doeleinden zoals landbouw of<br />

recreatie.<br />

I.1.3. Pijpleidingen en veiligheid<br />

Volgens de cijfers, verzameld door EGIG, (European Gas Pipeline Incident Data Group), vonden er<br />

tussen 1970 en 2004, 1123 <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> aardgas<strong>pijpleidingen</strong> plaats in Europa. In correlatie tot<br />

het aantal km/jaar betekent dat een frequentie <strong>van</strong> 0,41 <strong>incidenten</strong> per 1000 km/jaar. Tussen<br />

2000 en 2004 lag die frequentie op 0,17. De Trail Onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur<br />

en Logistiek uit 1996 zette het gemiddeld aantal ongevallen per miljoen ton goederen <strong>van</strong> wegtransport,<br />

spoorvervoer, vervoer via de binnenvaart en transport via <strong>pijpleidingen</strong> naast elkaar<br />

voor de periode <strong>van</strong> 1986 tot 1991. Pijpleidingen scoren het best, gevolgd door achtereenvolgens<br />

watertransport, de weg en het spoor.<br />

<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


Frequentie per duizend kilo<strong>met</strong>er per jaar<br />

Jaar<br />

Hele Periode<br />

Laatste 5 jaar<br />

(bron: Egig laatste rapport/ december 2005)<br />

Gemiddeld aantal<br />

<strong>incidenten</strong> per miljoen<br />

ton goederen:<br />

(onder <strong>incidenten</strong><br />

worden ‘alle’ geregistreerde<br />

<strong>incidenten</strong><br />

begrepen, ongeacht<br />

hun om<strong>van</strong>g)<br />

JAARTAL WEG WATER SPOOR BUIS<br />

1986 0,89 0,22 2,39 0<br />

1987 1,47 0,27 1,16 0,1<br />

1988 0,38 0,07 1 0<br />

1989 0,25 0,02 0,26 0<br />

1990 0,41 0,26 1,58 0<br />

1991 0,64 0,03 1,08 0<br />

Gemiddeld 0,66 0,15 1,26 0,02<br />

(Bron: Trail Onderzoeksschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek 1996)<br />

<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />

I.1.4. Pijpleidingen economisch bekeken<br />

Vanuit economisch standpunt is het transport via <strong>pijpleidingen</strong> zeker aan te moedigen en dat om<br />

verschillende redenen:<br />

ß door het transport via <strong>pijpleidingen</strong> te stimuleren zouden de investeringen en onkosten aan<br />

de wegeninfrastructuur fors verminderen als gevolg <strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> het vrachtverkeer;<br />

ß door het hoger genoemde veiligheidsaspect is de sociale kost ingevolge ongevallen eveneens<br />

veel kleiner. In 1994 was deze kost verwaarloosbaar terwijl de sociale kost als gevolg<br />

<strong>van</strong> ongevallen <strong>met</strong> vrachtwagens datzelfde jaar € 530 miljoen bedroeg;<br />

ß de ruimte die door <strong>pijpleidingen</strong> gebruikt wordt, blijft bovendien ook ter beschikking voor<br />

andere bestemmingen;<br />

ß <strong>pijpleidingen</strong> komen in aanmerking voor het gebruik door verschillende bedrijven (<strong>met</strong><br />

hetzelfde product);<br />

ß in vergelijking <strong>met</strong> de aanleg <strong>van</strong> wegen of spoorlijnen veroorzaakt het plaatsen <strong>van</strong><br />

<strong>pijpleidingen</strong> slechts gedurende zeer beperkte tijd hinder voor de omgeving.<br />

<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


I.2. Pijpleidingen in ons land<br />

I.2.1. Producten getransporteerd via <strong>pijpleidingen</strong><br />

Pijpleidingen worden zowel in Europa als elders in de wereld vooral ingezet voor het transport <strong>van</strong><br />

gevaarlijke stoffen. In ons land en in de rest <strong>van</strong> Europa neemt het transport <strong>van</strong> aardgas het<br />

leeuwenaandeel <strong>van</strong> het pijpleidingtransport voor zijn rekening. In West-Europa wordt de lengte<br />

<strong>van</strong> het netwerk voor aardgas geraamd op 180.000 km, voor olieproducten op 31.000 km en voor<br />

andere chemische stoffen op 10.000 km. In ons land is het totale netwerk aan <strong>pijpleidingen</strong><br />

6867,14 km lang (in 2003) en wordt ongeveer 3.800 km gebruikt voor aardgas (= Fluxys).<br />

ß Het totaal aantal getransporteerde goederen bedraagt 100.993.900,36 ton/jaar.<br />

ß Aardgas neemt + 1/3 de <strong>van</strong> het totale volume voor zijn rekening: 35.352.888 ton/jaar.<br />

ß Andere belangrijke producten zijn (in volgorde <strong>van</strong> belangrijkheid): ethyleen, propyleen,<br />

vloeibaar koolwaterstof, zuurstof, stikstof, zoutzuur, ammoniak, chloor, waterstof<br />

(cijfers: Fetrapi)<br />

Onderstaande tabel geeft een overzicht <strong>van</strong> de voornaamste producten die via <strong>pijpleidingen</strong><br />

worden getransporteerd <strong>met</strong> een aantal (voor de hulpdiensten) belangrijke eigenschappen.<br />

Product<br />

atmosferische<br />

toestand brandbaar explosief*<br />

t.o.v.<br />

lucht geur giftig<br />

bijtend<br />

irriterend<br />

<strong>met</strong>haan gas ja ja licht neen - -<br />

aceton vloeibaar ja ja zwaar ja - irriterend<br />

ammoniak gas ja ja licht ja giftig bijtend<br />

butaan gas ja ja zwaar ja - -<br />

chloor gas neen neen zwaar ja giftig bijtend<br />

crude vloeibaar ja ja zwaar ja giftig irriterend<br />

etheen gas ja ja = ja - -<br />

fenol vast ja indirect zwaar ja giftig bijtend<br />

butadieen gas ja ja zwaar ja giftig -<br />

koolmonoxyde gas ja ja = neen giftig -<br />

monovinylchloride<br />

gas ja ja zwaar ja giftig<br />

nafta vloeibaar ja ja zwaar ja giftig irriterend<br />

pekel vloeibaar neen neen - neen - irriterend<br />

propaan gas ja ja zwaar ja - -<br />

propeen gas ja ja zwaar ja - -<br />

stikstof gas neen neen = neen - -<br />

vloeibare KWS vloeibaar ja ja zwaar ja (giftig) (irriterend)<br />

waterstof gas ja ja licht neen - -<br />

zuurstof gas neen neen = neen - -<br />

(* in een besloten omgeving) (bron: Brandweerinformatiecentrum Gevaarlijke Stoffen)<br />

10<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


I.2.2. De ‘Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleiding’<br />

Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />

De ondernemingen die gebruik maken <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> voor het transport <strong>van</strong> producten hebben<br />

zich verenigd in de ‘Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleiding’, kortweg Fetrapi. De VZW<br />

Fetrapi werd opgericht in 1993 en vertegenwoordigt <strong>van</strong>daag 16 bedrijven die eigenaar of exploitant<br />

zijn <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> in ons land. Deze ondernemingen zijn vooral actief in de chemische<br />

industrie, de oliesector en de (aard)gassector. De leden-ondernemingen hebben een grensoverschrijdend<br />

actieterrein.<br />

Fetrapi heeft tot doel de behartiging en de verdediging <strong>van</strong> de belangen <strong>van</strong> de leden ten aanzien<br />

<strong>van</strong> de overheid en <strong>van</strong> andere belangengroepen. De federatie moedigt echter ook het onderzoek<br />

naar de veiligheid en de goede werking <strong>van</strong> de <strong>pijpleidingen</strong> aan. Eén <strong>van</strong> de belangrijke doelstellingen<br />

<strong>van</strong> de sector is het bekomen <strong>van</strong> een erkenning <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> als een volwaardige<br />

transportwijze en een opname <strong>van</strong> het <strong>pijpleidingen</strong>transport in het mobiliteitsbeleid <strong>van</strong> de<br />

overheid.<br />

De huidige leden (2006) <strong>van</strong> Fetrapi zijn:<br />

ß Air Liquide N.V.<br />

ß Air Products N.V.<br />

ß BASF Antwerpen N.V.<br />

ß Belgian Pipeline Organisation (NATO)<br />

ß Cockerill Sambre N.V.<br />

ß Dow Benelux N.V.<br />

ß EPM N.V.<br />

ß Fina Antwerp Olefins N.V.<br />

ß Fluxys N.V.<br />

ß LVM N.V.<br />

ß NMP N.V.<br />

ß Praxair<br />

ß RAPL N.V.<br />

ß Sabic Pipeline<br />

ß Solvay N.V.<br />

ß Statoil Belgium<br />

(NB. Deze lijst is een momentopname op het ogenblik <strong>van</strong> de redactie <strong>van</strong> deze cursus. Eventuele wijzigingen zijn altijd<br />

mogelijk.)<br />

11<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


I.3. Wetgeving m.b.t. transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />

De bestaande regelgeving m.b.t. vervoer door middel <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> kan in zekere zin ingedeeld<br />

worden in basiswetgeving (Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 1 ), Koninklijke besluiten door dewelke de toepassing<br />

<strong>van</strong> de wet wordt uitgebreid, een aantal uitvoeringsbesluiten en Koninklijke Besluiten m.b.t.<br />

de veiligheidsmaatregelen.<br />

I.3.1. Federale Wetgeving: basiswetgeving<br />

ß Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het vervoer <strong>van</strong> gasachtige producten en andere<br />

door middel <strong>van</strong> leidingen: hier worden de algemene regels vastgelegd voor genoemde<br />

producten. In deze wet worden o.a. de voorwaarden bepaald om een vervoervergunning te<br />

krijgen. Naast het bepalen <strong>van</strong> de rechten en plichten <strong>van</strong> de houder <strong>van</strong> een vervoervergunning<br />

bepaalt de wet ook de strafbepalingen bij overtreding. Het KB <strong>van</strong> 15 juni 1967 2<br />

preciseert dat sommige maatregelen (deze beschreven in artikel 2, 2° evenals deze in de<br />

hoofdstukken II, IV, V, VI, VII <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965) uitgebreid worden tot het transport<br />

<strong>van</strong> koolwaterstoffen en/of vloeibaar gemaakte koolwaterstoffen, andere dan deze<br />

bedoeld in art. 1 a (elke brandstof die gasvormig is bij een temperatuur <strong>van</strong> 15°C en onder<br />

een druk <strong>van</strong> 1,01325 bar). Het KB <strong>van</strong> 15 juni 1967 3 heeft deze wet uitgebreid tot het transport<br />

<strong>van</strong> pekel, natronloog en afvalvloeistoffen en het KB <strong>van</strong> 14 maart 1969 4 heeft de<br />

toepassing <strong>van</strong> dezelfde wet nog verder uitgebreid tot het vervoer <strong>van</strong> zuurstof in vloeibare<br />

toestand.<br />

ß KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting<br />

en exploitatie <strong>van</strong> installaties <strong>van</strong> gasvervoer door middel <strong>van</strong> leidingen 5 : In dit KB<br />

worden onder meer de veiligheidsmaatregelen bepaald die moeten genomen worden bij de<br />

oprichting en de exploitatie <strong>van</strong> installaties <strong>van</strong> gasvervoer door leidingen. Naast dit KB zijn<br />

er verschillende bijzondere besluiten die de toepassing <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 uitbreiden<br />

tot andere stoffen (koolwaterstoffen, vloeibare koolwaterstoffen andere dan deze<br />

beoogd in (art. 1,a), pekel, natronloog en afvalstoffen). Het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 bepaalt de<br />

veiligheidsmaatregelen die moeten genomen worden, bij de oprichting en de exploitatie <strong>van</strong><br />

een installatie voor het transport <strong>van</strong> gas via <strong>pijpleidingen</strong>, door de houders <strong>van</strong> een<br />

vervoerstoelating conform de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 onverminderd de plicht om deze<br />

installatie(s) ten allen tijde in goede werkingsstaat te onderhouden. Het KB omschrijft<br />

onder meer welke proeven en controles moeten uitgevoerd worden en door wie, en dat in<br />

de verschillende fasen <strong>van</strong> de oprichting (fabriek, werf...).<br />

1. Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong>, B.S., <strong>van</strong> 5 mei 1965.<br />

2. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 15 juni 1967 waarin sommige bepalingen <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het<br />

transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong> worden uitgebreid tot het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />

<strong>van</strong> koolwaterstoffen en/of vloeibaar gemaakte koolwaterstoffen, andere dan deze bedoeld in art. 1 a <strong>van</strong> deze<br />

wet, B.S., <strong>van</strong> 22 juni 1967.<br />

3. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 15 juni 1967 waarin sommige bepalingen <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het<br />

transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong> worden uitgebreid tot het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />

<strong>van</strong> pekel, natronloog en afvalvloeistoffen, B.S., <strong>van</strong> 22 juni 1967.<br />

4. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 14 maart 1969 waarin sommige bepalingen <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het<br />

transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong> worden uitgebreid tot het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />

<strong>van</strong> zuurstof in vloeibare toestand, B.S., 14 mei 1969.<br />

5. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 11 maart 1966 waarin de veiligheidsmaatregelen worden bepaald die moeten genomen worden<br />

bij de oprichting en de exploitatie <strong>van</strong> installaties voor het transport <strong>van</strong> gas via <strong>pijpleidingen</strong>, B.S., 16 maart 1966.<br />

12<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />

ß Verder bevat het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 bepalingen m.b.t. de gebruikte materialen voor het<br />

aanleggen <strong>van</strong> hogedrukleidingen en de toe te passen bouwwijze op basis <strong>van</strong> ligginggebieden.<br />

Het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 bepaalt eveneens de ingravingsdiepte <strong>van</strong> de leidingen<br />

(gaande <strong>van</strong> minimum 0,80 m tot 1,20 m ingeval de leiding onder de railvoet <strong>van</strong> de spoorbanen<br />

of onder wegen <strong>met</strong> druk verkeer ligt) evenals de exploitatievoorwaarden. Tot de<br />

exploitatievoorwaarden behoren onder meer het uitrusten <strong>van</strong> de leidingen <strong>met</strong> gasdruken<br />

gastemperatuur<strong>met</strong>ers, het aanwezig zijn <strong>van</strong> overdrukbeveiligingen, de afstand tussen<br />

de afsluiters, het opstellen en bijhouden <strong>van</strong> plannen en bepalingen m.b.t. het uitvoeren <strong>van</strong><br />

werken, onderhoud en controles.<br />

I.3.2. Federale Wetgeving: het aspect ‘erfdienstbaarheid’<br />

ß De gasvervoerleidingen maken niet alleen het voorwerp uit <strong>van</strong> een KB betreffende een<br />

gasvervoervergunning maar maken eveneens het voorwerp uit <strong>van</strong> een KB <strong>van</strong> verklaring<br />

<strong>van</strong> openbaar nut (11 maart 1966). In het KB <strong>van</strong> verklaring <strong>van</strong> openbaar nut wordt elk<br />

perceel waarop deze verklaring <strong>van</strong> toepassing is vernoemd. Gasvervoerleidingen genieten<br />

een ‘wettelijke erfdienstbaarheid’ waaraan rechten en plichten verbonden zijn.<br />

ß Luidens artikel 11 <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 moet het gebruik, waartoe het openbaar of<br />

het privaat domein dat gedeeltelijk wordt bezet, is bestemd, worden eerbiedigd en brengt<br />

die bezetting generlei bezitsberoving <strong>met</strong> zich mee, maar vormt zij een wettelijke erfdienstbaarheid<br />

<strong>van</strong> openbaar nut die elke daad verbiedt welke de installatie of de exploitatie<br />

er<strong>van</strong> kan schaden.<br />

ß De eigenaars <strong>van</strong> de percelen waardoor gasvervoerleidingen lopen, ont<strong>van</strong>gen betekening<br />

<strong>van</strong> het KB en worden door de gasvervoeronderneming vóór, tijdens en na de aanlegwerkzaamheden<br />

gecontacteerd. Na de aanleg worden de eigenaars <strong>van</strong> de percelen regelmatig<br />

herinnerd aan de aanwezigheid <strong>van</strong> de leiding en aan de gevolgen (en inhoud) <strong>van</strong> de<br />

bestaande erfdienstbaarheid. De eigenaars <strong>van</strong> de percelen krijgen een vergoeding waar<strong>van</strong><br />

de minima in het KB <strong>van</strong> 15 maart 1966 bepaald worden. De overheid heft retributies<br />

voor de bezetting <strong>van</strong> het openbaar of privaat domein <strong>van</strong> de Staat, de provinciën of de<br />

gemeenten door installaties voor gasvervoer middels <strong>pijpleidingen</strong>. Ook die retributies<br />

werden bij KB <strong>van</strong> 15 maart 1966 bepaald en gewijzigd <strong>met</strong> het KB <strong>van</strong> 23 november 1984.<br />

ß Uit de wettelijke erfdienstbaarheden vloeien voor de eigenaars <strong>van</strong> de percelen ook een<br />

aantal verplichtingen voort. Zo moet er onder meer doorgang verleend worden tijdens<br />

werken, onderhoudswerken en aan patrouilles. Daarnaast is er een informatieplicht voorzien<br />

bij werken door de eigenaar of door derden en bestaat een verbod voor bepaalde<br />

activiteiten, zoals het oprichten <strong>van</strong> gebouwen, alle andere bouwwerkzaamheden, het<br />

opstapelen <strong>van</strong> materialen, het wijzigen <strong>van</strong> het reliëf <strong>van</strong> de bodem en de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> bomen.<br />

13<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


I.3.3. Federale Wetgeving: informatieplicht en verbodsbepalingen<br />

(belangrijke wijzigingen aan het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966)<br />

ß KB <strong>van</strong> 28 maart 1974: Dit KB handelt over bijkomende bepalingen omtrent het verbinden<br />

<strong>van</strong> beproefde gedeelten <strong>van</strong> een leiding.<br />

ß KB <strong>van</strong> 21 september 1988: Het KB <strong>van</strong> 21 september 1988 betreffende de voorschriften<br />

en de verplichting <strong>van</strong> raadpleging en informatie bij het uitvoeren <strong>van</strong> werken in de nabijheid<br />

<strong>van</strong> installaties <strong>van</strong> vervoer <strong>van</strong> gasachtige en andere producten door middel <strong>van</strong><br />

leidingen bepaalt dat de gasvervoernetbeheerder altijd moet verwittigd worden in geval<br />

<strong>van</strong> werken op minder dan 15 m <strong>van</strong> de gasvervoerleiding.<br />

BESCHERMDE ZONE ROND<br />

VERVOERSLEIDINGEN (KB 1988)<br />

Hoe te weten komen ?<br />

1. Lijst operatoren bij gemeente + brief<br />

2. Nieuw : melding via KLIM (zie pag. 23)<br />

BESCHERMDE ZONE:<br />

GEEN WERKEN ZONDER AKKOORD VAN FLUXYS<br />

15 m 15 m<br />

AARDGASVERVOERSLEIDING<br />

ß KB <strong>van</strong> 24 januari 1991: Het KB <strong>van</strong> 24 januari 1991 vermeldt een aantal verbodsbepalingen<br />

voor activiteiten binnen de ‘voorbehouden zone’. Die zone varieert <strong>van</strong> 4 m tot 10 m en<br />

is afhankelijk <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de leiding. De bedoeling er<strong>van</strong> is preventief: zij moet<br />

voorkomen dat er schade aan de leiding komt door werken in de omgeving er<strong>van</strong>. Binnen<br />

de voorbehouden zone zijn werken ter oprichting <strong>van</strong> gebouwen dan ook verboden. Net als<br />

alle andere bouwwerkzaamheden zijn eveneens verboden: het opstapelen <strong>van</strong> materialen,<br />

het wijzigen <strong>van</strong> het reliëf <strong>van</strong> de bodem en het planten <strong>van</strong> bomen. Openbare nutsvoorzieningen<br />

en openbare of private infrastructuurwerken mogen wel gerealiseerd worden in de<br />

voorbehouden zone en omheiningen mogen er eveneens geplaatst worden, mits het in acht<br />

nemen <strong>van</strong> voormeld KB <strong>van</strong> 21 september 1988.<br />

14<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />

VOORBEHOUDEN ZONE ROND<br />

VERVOERSLEIDINGEN (KB 1991)<br />

VOORBEHOUDEN ZONE<br />

• Geen gebouwen oprichten<br />

• Geen materialen opstapelen<br />

• Reliëf bodem niet wijzigen<br />

• Geen bomen<br />

5 m<br />

5 m<br />

BEPERKING FLUXYS:<br />

EERST SONDEREN MET DE HAND,<br />

DAN UITGRAVEN ONDER BEGELEIDING<br />

1 m 1 m<br />

AARDGASVERVOERSLEIDING<br />

I.3.4. Federale Wetgeving: vergunnings- en toelatingsplicht<br />

ß Voor het vervoer <strong>van</strong> gas door middel <strong>van</strong> leidingen is een vergunning vereist. Wanneer de<br />

gasleiding gebruik zal maken <strong>van</strong> het openbaar domein of <strong>van</strong> een privaat erf, dat niet aan<br />

de vervoerdienst, aan de vervoerder of aan de onderneming toebehoort, is eveneens een<br />

vervoervergunning nodig. De vergunning <strong>van</strong> gasvervoer is een vergunning <strong>van</strong> openbare<br />

dienst waar<strong>van</strong> de criteria en procedures werden vastgelegd in het KB <strong>van</strong> 14 mei 2002. De<br />

vergunning wordt verleend voor beperkte duur door de federale minister tot wiens bevoegdheid<br />

energie behoort. Het KB <strong>van</strong> 14 mei 2002 heeft deze duurtijd vastgelegd op<br />

maximum 50 jaar.<br />

I.3.5. Seveso-II richtlijn (ter info)<br />

ß Seveso-II richtlijn: De Europese Seveso-II richtlijn is in ons land in de nationale wetgeving<br />

geïmplementeerd via het zogeheten ‘Samenwerkingsakkoord’. Ook al vallen zeker een<br />

aantal via pijpleiding vervoerde goederen onder de Seveso-II richtlijn, de transportleidingssystemen<br />

vallen niet onder de Seveso-richtlijn en werden niet in het Samenwerkingsakkoord<br />

opgenomen. Vervoer <strong>van</strong> aardgas via <strong>pijpleidingen</strong> betreft immers uitsluitend transport,<br />

wat is voorzien in andere regelgeving. Enkel de <strong>pijpleidingen</strong> gelegen in de Seveso-site,<br />

vallen wel onder de richtlijn.<br />

15<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


I.3.6. Gewestelijke regelgeving:<br />

In ons land kunnen ook bouwvergunningen, verkavelingsvoorschriften, stedenbouwkundige<br />

plannen of aankoopakten voorschriften bevatten ter bescherming <strong>van</strong> de leidingen. Zowel het<br />

Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als het Vlaams Gewest voorzien in bijkomende<br />

regelgeving.<br />

ß Waals Gewest: Artikel 287 <strong>van</strong> het Waalse Wetboek <strong>van</strong> Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw<br />

en Patrimonium (CWATUP in het Frans) voorziet dat bijkomende exemplaren <strong>van</strong> de plannen<br />

verstrekt moeten worden in de dossiers voor de aanvraag <strong>van</strong> bouwvergunningen indien<br />

het bouwterrein aan een gemeenteweg gelegen is. Artikel 7 <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> 3 juni 2004<br />

<strong>van</strong> de Waalse Regering tot uitvoering <strong>van</strong> het decreet <strong>van</strong> 29 april 2004 betreffende de<br />

gesubsidieerde werken voorziet dat de aanvrager o.a. de concessiehouders <strong>van</strong> kabels en<br />

leidingen uitnodigt op een plenaire voorontwerpvergadering, waar<strong>van</strong> de agenda eveneens<br />

de omstandige analyse <strong>van</strong> de ligging <strong>van</strong> de kabels en de leidingen in de omgeving <strong>van</strong> de<br />

werken bevat.<br />

ß Brussels Hoofdstedelijk Gewest: De ordonnantie <strong>van</strong> 5 maart 1998 betreffende de coördinatie<br />

en de organisatie <strong>van</strong> de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk<br />

Gewest bepaalt dat een voorafgaandelijke coördinatie en een vergunning verplicht zijn. Het<br />

Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakte de omzendbrief 512-107 toepasselijk in zijn eigen<br />

‘Praktische leidraad voor het plaatsen <strong>van</strong> nutsleidingen in het Brussels Hoofdstedelijk<br />

Gewest’. De omzendbrief 512-107, <strong>van</strong> 11 maart 1985, gaat uit <strong>van</strong> de vroegere Minister <strong>van</strong><br />

Openbare Werken: ‘Praktische leidraad ter voorkoming <strong>van</strong> schade aan ondergrondse<br />

installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken’.<br />

ß Vlaams Gewest: Het Besluit <strong>van</strong> de Vlaamse Regering <strong>van</strong> 4 november 1997 tot vaststelling<br />

<strong>van</strong> de samenstelling <strong>van</strong> het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning bevat een<br />

aantal bepalingen die de aanvrager verplichten de bestaande leidingen in te tekenen op zijn<br />

bouwaanvraag.<br />

- Zo bepaalt artikel 2 voor de aanvragen waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling<br />

volstaat en voor een aanvraag om terreinaanlegwerken dat een inplantingsplan moet<br />

verstrekt worden op een gebruikelijke schaal groter dan of gelijk aan 1/1000 ste <strong>met</strong>, als ze<br />

voorkomen, de weergave of vermelding <strong>van</strong> bestaande erfdienstbaarheden.<br />

- Volgens artikel 7 moet een aanvraagdossier voor technische werken o.a. op een inplantingsplan<br />

op een gebruikelijke schaal groter of gelijk aan 1/2500 ste minstens de gekende<br />

of vermoedelijke ligging <strong>van</strong> de te dwarsen ondergrondse en bovengrondse infrastructuren<br />

aanduiden <strong>met</strong> vermelding <strong>van</strong> hun beheerders en de weergave of vermelding <strong>van</strong> de<br />

bestaande erfdienstbaarheden.<br />

- Het uitgebreide aanvraagdossier moet op een inplantingsplan op een gebruikelijke schaal<br />

groter dan of gelijk aan 1/500 ste minstens de voorkomende nutsvoorzieningen en de<br />

bestaande erfdienstbaarheden opgeven.<br />

- Artikel 23 vermeldt dat de gemeentelijk overheid evenals de gemachtigde ambtenaar<br />

kunnen eisen om extra aantallen <strong>van</strong> welbepaalde dossierstukken toe te voegen aan het<br />

dossier. De gemeentelijk overheid houdt een lijst bij <strong>van</strong> die gevallen waar extra aantallen<br />

of bijkomende documenten of dossierstukken worden gevraagd.<br />

16<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />

- Omzendbrief 512-107 (zie hoger): in het Vlaams Gewest werd deze leidraad herzien in 2001<br />

en opgenomen in de Praktische leidraad ter voorkoming <strong>van</strong> schade aan ondergrondse<br />

installaties bij werken.<br />

- Richtlijn <strong>van</strong> Fluxys: “Werken in de nabijheid <strong>van</strong> Fluxysleidingen”. Zie ook op www.fluxys.net<br />

17<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


DEEL II: INCIDENTEN MET PIJPLEIDINGEN<br />

Introductie<br />

Incidenten zoals de gasramp in Gellingen inspireren telkens tot de vraagstelling naar het ‘kansenpercentage<br />

op herhaling’. Soms zien we dat na zulke rampen in zekere mate aan over-reacting<br />

wordt gedaan en dat de risico’s veel kleiner zijn dan de emoties willen accepteren. We toonden<br />

eerder in deze cursus (zie pagina 8) een vergelijking tussen het aantal ongevallen <strong>met</strong> gevaarlijke<br />

stoffen tijdens transporten via respectievelijk het spoorwegnetwerk, de binnenwateren, het<br />

wegennet en <strong>pijpleidingen</strong>. De <strong>pijpleidingen</strong> scoorden daarbij het best. De statistieken die door de<br />

beheerders <strong>van</strong> gas<strong>pijpleidingen</strong> worden bijgehouden, bevestigen dit. Uit die cijfers blijkt dat er in<br />

heel West-Europa sinds 1970 goed 1200 <strong>incidenten</strong> hebben plaatsgevonden. De gasramp in<br />

Gellingen was de eerste waarbij slachtoffers onder de omwonenden te betreuren vielen. Uit het<br />

statistisch materiaal blijkt dat er (in de periode 1970-2004) 0,41 ongevallen gebeurden per 1000<br />

km/jaar. In ons land lopen 3.800 km aardgas<strong>pijpleidingen</strong>. Dat geeft ons dus 1,5 <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong><br />

gasontsnapping per jaar, alle lekken in beschouwing genomen. De statistieken <strong>van</strong> de afgelopen 5<br />

jaar brengen het gemiddelde aantal per 1000 km zelfs op 0,17 ongevallen, een forse daling dus.<br />

Van die <strong>incidenten</strong> dient gezegd dat ongevallen, waarbij een totale breuk optreedt, slechts een<br />

fractie uitmaken.<br />

18<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />

II.1. Soorten <strong>incidenten</strong> en hun oorzaken<br />

II.1.1. Statistische informatie oorzaken <strong>incidenten</strong><br />

De gasramp in Gellingen leert ons dat ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> vergelijkbare gevolgen kunnen<br />

hebben als ongevallen in procesinstallaties. In opdracht <strong>van</strong> het Frans Ministerie <strong>van</strong> Economie,<br />

Financiën en Industrie voerde Ineris een studie uit naar ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> <strong>van</strong> de<br />

afgelopen dertig jaar in Europa, Noord-Amerika en de voormalige Sovjet-Unie. Uit de studie leerde<br />

men dat zowel gas- als olie<strong>pijpleidingen</strong> belangrijke <strong>incidenten</strong> kunnen veroorzaken. De studie liet<br />

echter ook toe om de belangrijkste oorzaken <strong>van</strong> ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> te detecteren. Het<br />

resultaat <strong>van</strong> de studie:<br />

Oorzaak <strong>van</strong> het ongeval<br />

Mechanische breuk door constructie- of<br />

materiaalfouten<br />

Bedrijfsfouten (te hoge druk of slecht<br />

functioneren apparatuur)<br />

Inwendige of uitwendige corrosie (veroudering<br />

netwerk)<br />

% ongevallen<br />

28%<br />

4%<br />

16%<br />

Natuurlijke oorzaken 2%<br />

Activiteiten door derden (graafwerken,<br />

bouwwerken..)<br />

41%<br />

Overige 9%<br />

We bespreken verder in deel II.2. een aantal preventiemogelijkheden die er kunnen toe leiden dat<br />

het risico op ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> nog wordt verminderd. De preventieve maatregelen<br />

situeren zich op verschillende niveaus: bij de aanleg <strong>van</strong> de leidingen, bij de controle over de<br />

leidingen, bij de communicatie rond de locatie <strong>van</strong> de leidingen etc...<br />

II.1.2. Soorten lekkages<br />

Zoals gezegd wordt het merendeel <strong>van</strong> de lekkages in <strong>pijpleidingen</strong> veroorzaakt door grond- en<br />

graafwerken. De schade die aan de buisleidingen kan ontstaan betreft ofwel een gat, dat verschillende<br />

dia<strong>met</strong>ers kan hebben, ofwel een totale breuk <strong>van</strong> de leiding. In het laatste geval spreken we<br />

<strong>van</strong> een guillotinebreuk. Niet alleen de aard <strong>van</strong> het lek maar ook tal <strong>van</strong> andere para<strong>met</strong>ers<br />

bepalen het verder verloop en de ernst <strong>van</strong> het incident:<br />

ß de aard <strong>van</strong> de gevaarlijke stof<br />

ß de hoeveelheid stof die per tijdseenheid vrijkomt<br />

ß de omgeving <strong>van</strong> de leiding<br />

ß de soort <strong>van</strong> leiding<br />

ß de druk<br />

ß de temperatuur<br />

Kleine lekken impliceren het risico dat ze lange tijd niet opgemerkt worden. Wanneer het lek<br />

uiteindelijk toch ontdekt wordt kunnen de hulpdiensten geconfronteerd worden <strong>met</strong> belangrijke<br />

bodemverontreiniging (niet bij aardgas) of <strong>met</strong> een onverwacht gevaarlijke situatie (bijvoorbeeld<br />

ophoping <strong>van</strong> brandbare gassen).<br />

19<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


II.1.3. Mogelijke effecten <strong>van</strong> lekkages bij <strong>pijpleidingen</strong><br />

Bij een lek in een pijpleiding zal het product dat in de pijpleiding loopt naar buiten stromen. Het is<br />

mogelijk dat de aggregatietoestand in de buitenlucht dezelfde is als deze in de pijpleiding maar<br />

dat is niet noodzakelijk zo. Er bestaan drie vormen <strong>van</strong> uitstroming:<br />

ß vloeistof in de leiding blijft vloeistof buiten de leiding (vb. ruwe olie)<br />

ß vloeistof in de leiding wordt gedeeltelijk gas buiten de leiding (vb.ethyleen)<br />

ß gas in de leiding blijft gas buiten de leiding (vb. aardgas)<br />

Overzicht denkbare scenario’s <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong>:<br />

Categorie Scenario Effecten/Schadebeeld<br />

Brandbaar gas onder druk uitstroming zonder ontsteking -gehinderde communicatie<br />

-gehoorbeschadiging<br />

-longbeschadiging<br />

-(mogelijk drukeffecten)<br />

Brandbaar tot vloeistof<br />

verdicht gas<br />

uitstroming <strong>met</strong> directe<br />

ontsteking: fakkelbrand <strong>met</strong><br />

vuurbal<br />

uitstroming <strong>met</strong> vertraagde<br />

ontsteking: gaswolk, gasbrand<br />

en fakkelbrand<br />

uitstroming zonder ontsteking<br />

uitstroming <strong>met</strong> directe<br />

ontsteking: fakkelbrand <strong>met</strong><br />

vuurbal<br />

uitstroming <strong>met</strong> vertraagde<br />

ontsteking: plasbrand, gaswolk,<br />

gaswolkontbranding<br />

-brandwonden<br />

-secundaire branden<br />

-brandwonden<br />

-secundaire branden<br />

-longbeschadiging<br />

-(mogelijk drukeffecten)<br />

-bevriezing<br />

-(mogelijk drukeffecten)<br />

-brandwonden<br />

-secundaire branden<br />

-brandwonden<br />

-secundaire branden<br />

-longbeschadiging<br />

-mogelijke drukbelasting<br />

Brandbare vloeistof plasvorming -verzakking grond<br />

-verontreiniging <strong>van</strong> bodem en<br />

oppervlaktewater<br />

damp/gaswolkontbranding,<br />

gevolgd door plasbrand<br />

-brandwonden<br />

-secundaire branden<br />

-longbeschadiging<br />

-mogelijk drukbelasting<br />

Inert gas vorming inerte gaswolk -verstikking<br />

-verminderde zuurstofopname<br />

-stoppen <strong>van</strong> verbrandingsmotoren<br />

mogelijk<br />

Toxisch gas vorming toxische gaswolk -vergiftiging<br />

-bijtend<br />

Toxische vloeistof uitstroming <strong>met</strong> verdamping -vergiftiging<br />

-bijtend<br />

-milieuverontreiniging<br />

Zuurstof vorming gaswolk -stimulans spontane<br />

ontbranding<br />

20<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


II.2. Het voorkomen <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />

Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />

Het voorkomen <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> is een verantwoordelijkheid die zowel berust bij<br />

de leidingbeheerders als bij de overheid maar ook (en vooral) bij de aannemersbedrijven.<br />

II.2.1. Preventie door de overheid<br />

Het preventiebeleid waar de overheid de hand in heeft, situeert zich op twee belangrijke niveaus:<br />

er zijn enerzijds de wetgevende initiatieven die de kans op <strong>incidenten</strong> willen verminderen en<br />

anderzijds zijn er de communicatie en richtlijnen naar de hulpdiensten toe die voortdurend op<br />

mogelijke <strong>incidenten</strong> moeten voorbereid zijn.<br />

II.2.1.1. Wetgevende initiatieven<br />

Voor dit deel verwijzen we naar de wetgeving ter zake (zie Hoofdstuk I.3 pag 12). De wetgever<br />

heeft onder meer concrete regels opgelegd voor de aanleg <strong>van</strong> de <strong>pijpleidingen</strong> (bvb. de diepte)<br />

en dit volgens duidelijke veiligheidsvoorschriften (KB 11 maart 1966). De meldingsplicht beoogt<br />

vooral het voorkomen <strong>van</strong> het aanbrengen <strong>van</strong> schade aan <strong>pijpleidingen</strong> door derden, zoals<br />

gezegd de belangrijkste oorzaak <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> (KB 21 september 1988) terwijl de ‘voorbehouden<br />

zone’ erop gericht is ieder risico <strong>van</strong> schade door derden aangebracht aan de leidingen uit te<br />

sluiten (KB 24 januari 1991).<br />

II.2.1.2. Informatie naar de hulpdiensten toe<br />

Het volledig uitsluiten <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> is natuurlijk niet mogelijk. Het is aan de<br />

overheid om de hulpdiensten voldoende te ‘wapenen’ <strong>met</strong> informatie omtrent <strong>pijpleidingen</strong>,<br />

locaties <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> op hun terrein, en informatie omtrent de vervoerde stoffen en risico’s.<br />

Op die manier kan vermeden worden dat een ongeval <strong>met</strong> een pijpleiding ‘noodzakelijk’ uitmondt<br />

in een grote calamiteit. Een aantal vuistregels kunnen daar bij zijn:<br />

ß de hulpdiensten moeten zowel de locatie als de inhoud <strong>van</strong> de <strong>pijpleidingen</strong> in hun beschermd<br />

grondgebied kennen;<br />

ß procedures dienen opgesteld te worden op multidisciplinair niveau;<br />

ß oefeningen dienen gehouden op multidisciplinair niveau;<br />

ß de brandweer is op de hoogte <strong>van</strong> de aanpak <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> de stoffen die door de <strong>pijpleidingen</strong><br />

lopen;<br />

ß de brandweer moet beschikken over algemene actiekaarten en over specifieke actiekaarten<br />

voor iedere stof;<br />

21<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


II.2.2. Preventie door de leidingbeheerders<br />

Ook de leidingbeheerders hebben een belangrijke verantwoordelijkheid op het vlak <strong>van</strong> preventie.<br />

Het doel is tweevoudig: enerzijds wordt getracht om ongevallen te voorkomen, anderzijds beschikt<br />

de leidingbeheerder over de mensen en middelen om bij een eventuele lekkage snel te reageren<br />

en erger te voorkomen.<br />

Het voorkomen <strong>van</strong> ongevallen wordt in de eerste plaats betracht door het uitvoeren <strong>van</strong> periodieke<br />

controles. Bij wijze <strong>van</strong> voorbeeld geven we hieronder een overzicht <strong>van</strong> de controles die<br />

Fluxys uitvoert. De wetgever bepaalt m.b.t. de periodieke controles (in het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966<br />

en het KB <strong>van</strong> 24 januari 1991) duidelijk opgelegde frequenties. Meer bepaald wat gas<strong>pijpleidingen</strong><br />

betreft, zien we dat de leidingnetbeheerder zichzelf een hogere frequentie oplegt dan deze die de<br />

wetgever in ons land heeft bepaald:<br />

Wettelijke voorschriften<br />

Minimum om de twee maanden controle<br />

<strong>van</strong> de voorbehouden zone<br />

Jaarlijkse controle op aanwezigheid <strong>van</strong><br />

aardgas<br />

Voor de hoofdassen: controle per helikopter<br />

om de twee maanden + controle ter plaatse<br />

<strong>van</strong> de belangrijkste punten om de twee<br />

maanden<br />

Om de twee maanden controle <strong>van</strong> de apparatuur<br />

voor kathodische bescherming<br />

Jaarlijkse controle <strong>van</strong> het potentiaalverschil<br />

tussen leiding en ondergrond<br />

Controles door Fluxys uitgevoerd<br />

Patrouille per voertuig controleert om de twee<br />

weken de voorbehouden zone<br />

Patrouille te voet controleert jaarlijks<br />

Fluxys controleerde altijd al om de twee weken<br />

<strong>met</strong> helikopter.<br />

De hoofdleidingen worden door Fluxys dagelijks<br />

gecontroleerd <strong>van</strong>uit de lucht<br />

Fluxys controleert 1 keer per maand<br />

Jaarlijkse controle<br />

Een andere manier om lekken te voorkomen bestaat erin om ‘derden’ ertoe aan te zetten beschadigingen<br />

zo snel mogelijk te melden. De pijpleidingbeheerders dringen er bij de aannemers op aan<br />

om ook kleine ongevalletjes (zelfs zonder noemenswaardige beschadiging) te melden. Sommigen<br />

gaan zover om de kosten <strong>van</strong> kleine herstellingen (na een gemeld incident) gewoon niet aan te<br />

rekenen aan diegene die de schade heeft veroorzaakt en dat om toch maar zeker te zijn dat het<br />

geringste incident zou gemeld worden.<br />

22<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />

II.2.3. Preventie door de aannemers<br />

KLIM<br />

Sedert 2006 is het platform KLIM (Kabels- en Leidingen Informatie Meldpunt) actief. Het KLIM is<br />

een website die fungeert als centraal meldpunt voor iedereen die werken wil uitvoeren in de nabijheid<br />

<strong>van</strong> hoogspanningsverbindingen en <strong>van</strong> installaties voor vervoer per pijpleiding <strong>van</strong> gasachtige<br />

producten. KLIM vloeit voort uit het memorandum dat in juli 2005 werd ondertekend tussen verschillende<br />

ministers, Fetrapi, hoogspanningsnetbeheerder Elia en de federaties <strong>van</strong> de bouwnijverheid.<br />

De opzet bestaat erin om de website te doen evolueren naar een portaalsite om werken te<br />

melden aan het geheel <strong>van</strong> nutsbedrijven. (meer info op: www.klim-cicc.be)<br />

KLIP<br />

Het AGIV (Agentschap voor Geografische informatie Vlaanderen) ontwikkelde het KLIP (Kabelsen<br />

Leidingen Informatie Portaal), dat als Vlaams initiatief aansluit bij het federaal initiatief KLIM.<br />

Dankzij KLIP wordt de decentraal aanwezige kabel- en leidinginformatie beter en sneller ontsloten.<br />

De planaanvrager (aannemer graafwerken, opdrachtgever, nutsbedrijf, particulier) krijgt <strong>met</strong><br />

KLIP een overzicht <strong>van</strong> alle KLB’s (kabel- en leidingbeheerders) die aanwezig zijn in het door hem<br />

geselecteerd interessegebied en automatisch een informatievraag kunnen induceren bij deze<br />

partijen. De beheerders <strong>van</strong> het openbaar domein kunnen nakijken welke planaanvragen door wie<br />

zijn aangevraagd en welke KLB’s er aanwezig zijn op het domein in zijn beheer. Zo kunnen de<br />

gemeenten nagaan welke maatschappijen er allemaal aanwezig zijn op hun grondgebied. De KLB’s<br />

ont<strong>van</strong>gen gestandaardiseerde planaanvragen. Het blijft echter de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de<br />

individuele KLB om de door hem decentraal beheerde informatie te ontsluiten. Net zoals <strong>van</strong>daag<br />

worden de detailplannen door de KLB’s opgestuurd naar de planaanvrager (afhandelen <strong>van</strong> de<br />

planaanvraag).<br />

(meer info op: www.agiv.be)<br />

Kabel- en<br />

Leidingbeheer<br />

Versturen planaanvraag @<br />

Afhandelen<br />

planaanvraag<br />

Overlay-operatie<br />

KLB-zones<br />

Uitvoeren planaanvraag<br />

Opslaan planaanvraag<br />

Planaanvrager<br />

Bevestiging @<br />

Aanmaken rapport<br />

Raadplegen rapport<br />

KLIP<br />

website<br />

Planaanvragen<br />

Beheerder<br />

Openbaar Domein<br />

23<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


DEEL III: ALGEMENE ACTIEKAART<br />

PIJPLEIDINGINCIDENTEN<br />

Introductie<br />

In de benaming ligt duidelijk vervat waarvoor de ‘actiekaarten’ dienen: zij bevatten richtlijnen die<br />

de brandweer kunnen helpen bij de ‘actie’ in geval <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong>. Het is de bedoeling<br />

dat voor alle gevaarlijke producten, die vervoerd worden door <strong>pijpleidingen</strong>, specifieke actiekaarten<br />

zullen ontwikkeld worden. Die specifieke actiekaarten kunnen maar gebruikt worden wanneer<br />

ze beschikbaar zijn en wanneer het product dat voorwerp uitmaakt <strong>van</strong> een pijpleidingincident<br />

gekend is. De algemene actiekaart bepaalt het actieplan dat bij <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> <strong>van</strong><br />

toepassing is wanneer er geen specifieke actiekaart bestaat en/of wanneer het product in de<br />

pijpleiding niet gekend is, bijvoorbeeld wanneer er meerdere <strong>pijpleidingen</strong> samen liggen. De<br />

algemene actiekaart bepaalt in zekere zin de standaardprocedure. De actie die ondernomen wordt<br />

bij ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> is gebaseerd op de procedure ‘ongevallen gevaarlijke stoffen’.<br />

24<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


III.1. De omschrijving <strong>van</strong> de zones in de Actiekaart<br />

III.1.1. Zone-indeling in het KB Noodplan<br />

Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />

In het KB <strong>van</strong> 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen is de ‘interventiezone’<br />

een zone die, in functie <strong>van</strong> de concrete noodsituatie, wordt afgebakend en waarbinnen de nodige<br />

maatregelen genomen worden om de noodsituatie te beheren.<br />

Voor de indeling <strong>van</strong> de interventiezone worden de reeds vroeger toegepaste, maar nu duidelijker<br />

omschreven, kleurenindelingen gebruikt. De kleuren bepalen de graad <strong>van</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> de<br />

betreffende zone. De indeling ziet er als volgt uit:<br />

1. De rode zone: deze wordt begrensd door de uitsluitingsperi<strong>met</strong>er en is uitsluitend toegankelijk<br />

voor de interveniërende hulpdiensten, deskundigen en technici, mits akkoord <strong>van</strong> de<br />

directeur CP-Ops, overeenkomstig de door hem gegeven richtlijnen;<br />

2. De oranje zone: wordt begrensd door de isolatieperi<strong>met</strong>er waarbinnen de logistieke steun<br />

<strong>van</strong> de hulpdiensten wordt georganiseerd en is toegankelijk voor mensen die binnen die<br />

zone werken of wonen, mits akkoord <strong>van</strong> de directeur CP-Ops en naleving <strong>van</strong> de door hem<br />

gegeven richtlijnen;<br />

3. De gele zone: wordt begrensd door de ontradingsperi<strong>met</strong>er. In deze zone wordt de toegang<br />

ontraden aan personen die er niet wonen of werken en waar de nodige maatregelen<br />

genomen worden voor een vlotte toegang <strong>van</strong> de hulpdiensten en het vlot verloop <strong>van</strong> de<br />

hulpoperaties.<br />

III.1.2. Zone-indeling op de actiekaart<br />

Er worden in de actiekaart 3 zones onderscheiden waar<strong>van</strong> er 2 corresponderen <strong>met</strong> deze uit het KB<br />

<strong>van</strong> 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (zie verwijzing tussen haakjes).<br />

1. ZONE 1: de verboden zone wordt omschreven als de zone <strong>met</strong> een hoge kans op letaliteit,<br />

die enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risico-afweging en <strong>met</strong> de<br />

vereiste beschermende kledij mag betreden worden.<br />

2. ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende<br />

kledij en <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid (= Rode zone KB - uitsluitingsperi<strong>met</strong>er).<br />

3. ZONE 3: de isolatiezone: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen <strong>van</strong> buitenaf naar<br />

binnengaan. Wie zich binnen deze zone in een schuilplaats bevindt, mag er blijven.<br />

Personen die uit binnengelegen zones geëvacueerd werden moeten minstens tot buiten<br />

deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB - isolatieperi<strong>met</strong>er)<br />

Gevaarskwotering zeer hoog hoog matig hoog stabiel<br />

KB Noodplan NIET VOORZIEN Rode zone Oranje zone Gele zone<br />

Actiekaart Gas ZONE 1 ZONE 2 ZONE 3 NIET VOORZIEN<br />

25<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


III.2. Optreden bij <strong>incidenten</strong>: the basic ‘6’<br />

De standaardprocedure doorloopt de 6 gebruikelijke fasen bij een incident:<br />

1. Identificatie en alarmering<br />

2. Bepalen effectafstanden<br />

3. Brandweeroptreden: ongevallen gevaarlijke stoffen<br />

4. Afkondiging gemeentelijke fase <strong>van</strong> het noodplan<br />

5. Beheersmaatregelen<br />

6. Activeren meetplan<br />

Basic 1 : identificatie en alarmering<br />

De melding <strong>van</strong> een incident <strong>met</strong> een pijpleiding kan <strong>van</strong>uit verschillende hoeken binnenkomen. In<br />

de eerste fase komt het erop aan om zo snel mogelijk te achterhalen welk(e) product(en) betrokken<br />

is (zijn) bij het incident. Wanneer de leidingbeheerder zelf het incident meldt, zal men gauw<br />

over de nodige informatie beschikken maar de melding kan ook <strong>van</strong> derden komen.<br />

Alarmering door een derde<br />

Een incident <strong>met</strong> een pijpleiding kan gemeld worden door een toevallige passant die een vloeistof<br />

of gas uit de grond ziet borrelen of spuiten of die gewoon iets abnormaals bemerkt en via het<br />

noodnummer de politie (101) of de brandweer (100/112) verwittigt. Het komt er nu op aan zoveel<br />

mogelijk informatie in te winnen m.b.t. de algemene situatie en te achterhalen om welk product<br />

het gaat. Daarom worden aan de persoon die het incident gemeld heeft, gerichte vragen gesteld:<br />

ß Zijn er slachtoffers op de plek <strong>van</strong> het incident?<br />

ß Omschrijf zo precies mogelijk de locatie (straat, kruispunt, huisnummer...?)<br />

ß Staat er een luchtbaken of is er een paalnummer te zien?<br />

ß Beschrijf de nabijgelegen gebouwen. Zijn er zichtbare specifieke gevaren?<br />

ß Hoe ziet het landschap eruit? Heuvelachtig of vlak?<br />

ß Beschrijf zo goed mogelijk wat je ziet: plas, wolk, gas-, vloeistofafstroom, geluid, brand...?<br />

ß Zijn er werkzaamheden aan de gang? Is er zichtbare beschadiging aan een leiding?<br />

Actie <strong>van</strong> de brandweer naar de leidingbeheerders toe<br />

1. Het product is gekend ongeacht of er meerdere leidingen liggen: waarschuw de betreffende<br />

leidingbeheerder en nadien alle andere <strong>van</strong> in de buurt liggende leidingen<br />

2. Het product is niet gekend of onzeker omdat er meerdere leidingen liggen: waarschuw alle<br />

leidingbeheerders (<strong>van</strong> leidingen in de omgeving <strong>van</strong> de meldplaats).<br />

Wees voorbereid!<br />

Het is <strong>van</strong> kapitaal belang dat de algemene actiekaarten voor ieder individueel korps een duidelijk<br />

overzicht bevatten <strong>van</strong> de specifieke leidingen en de getransporteerde stoffen op het grondgebied<br />

waarvoor dat korps bevoegd is. Dit overzicht moet melding maken <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> het gevaar én<br />

<strong>van</strong> het specifieke gas of de specifieke vloeistof. Aan iedere in de tabel opgenomen stof wordt dan<br />

ook het noodnummer <strong>van</strong> de respectieve leidingbeheerder toegevoegd volgens voorbeeld op<br />

volgende pagina.<br />

26<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />

GEVAAR GAS VLOEISTOF<br />

brandbaar aardgas nafta<br />

0800 90 102 of 02/282 70 03 telefoonnummer X<br />

ethyleen<br />

vloeibare KWS<br />

telefoonnummer X<br />

telefoonnummer X<br />

propyleen<br />

telefoonnummer X<br />

brandbaar- toxisch -------------<br />

inert<br />

stikstof<br />

telefoonnummer X<br />

oxiderend<br />

zuurstof<br />

telefoonnummer X<br />

Alarmering door de leidingbeheerder<br />

Het is mogelijk dat de leidingbeheerder als eerste op de hoogte is <strong>van</strong> een lek in een leiding<br />

doordat bijvoorbeeld de druk in de leiding afneemt of doordat een ‘derde’ de leidingbeheerder<br />

heeft gewaarschuwd. Die ‘derde’ kan dan een grondwerker zijn die mogelijk zelf de schade heeft<br />

veroorzaakt of een toevallige passant die het telefoonnummer <strong>van</strong> de leidingbeheerder op de<br />

merkpaal heeft opgemerkt. Wanneer de melding bij de brandweer binnenkomt via de leidingbeheerder<br />

beschikken we al over gegevens zoals UN-nummers, druk, dia<strong>met</strong>er, traject tussen de<br />

afsluiters...<br />

Bijkomend stellen we een aantal gerichte vragen om zoveel mogelijk informatie over de situatie te<br />

bekomen:<br />

ß Is er een vertegenwoordiger <strong>van</strong> de exploitant ter plaatse of op komst?<br />

ß Wanneer komt hij ter plaatse en waar wordt afgesproken?<br />

ß Zijn er suggesties voor het nemen <strong>van</strong> directe maatregelen?<br />

Basic 2 : bepalen effectafstand<br />

Voor het bepalen <strong>van</strong> de effectafstand zijn er twee mogelijkheden:<br />

1. Het product is gekend én er is een specifieke actiekaart:<br />

gebruik de specifieke actiekaart!<br />

2. Het product is niet gekend of er is geen specifieke actiekaart:<br />

bovenwinds (!) benaderen tot:<br />

ß 500 m bij mogelijk explosiegevaar<br />

ß 100 m bij onoverzichtelijke situatie of als het windstil is<br />

ß 50 m altijd minimaal!<br />

27<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


Basic 3 : brandweeroptreden = ongevallen gevaarlijke stoffen<br />

Doorgaans beperkt het optreden <strong>van</strong> de brandweer zich tot het veilig stellen <strong>van</strong> de omgeving.<br />

Het onder controle brengen <strong>van</strong> de situatie kan enkel gebeuren door de leidingbeheerder. De<br />

brandweer heeft de operationele leiding over de incidentbestrijding tot op het moment dat de<br />

situatie stabiel is. Terwijl het lek beheersen een taak is <strong>van</strong> de leidingbeheerder heeft de brandweer<br />

als hoofdtaak het ontsnapte product te beheersen.<br />

Vuistregels bij de interventie:<br />

ß Blijf op een veilige afstand zoals bepaald door de actiekaarten, rekening houdend <strong>met</strong> winden<br />

terreinkarakteristieken zoals hellingen, riolen, waterlopen, ondergrond...<br />

ß Organiseer de <strong>met</strong>ingen.<br />

ß Gebruik enkel noodzakelijke en gepaste elektrische apparatuur en laat de rest in het<br />

brandweervoertuig.<br />

ß Gebruik gehoorbescherming.<br />

ß Zet een gebied af voor de veiligheid in functie <strong>van</strong> het risico.<br />

ß Verwijder alle mensen (ook hulpverleners) uit de onmiddellijke omgeving <strong>van</strong> het lek.<br />

ß Houd iedereen zonder persoonlijke beschermingsmiddelen (ook hulpverleners) op een<br />

voldoende ruime afstand.<br />

Twee regels gelden altijd:<br />

ß Draag een adembeschermingstoestel en gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen!<br />

ß Blijf bovenwinds!<br />

Daarnaast is de aanpak incidentspecifiek:<br />

Scenario Gevaar Aanpak<br />

Brandbaar gas<br />

Brandbare vloeistof<br />

Stikstof<br />

Zuurstof<br />

-brand / explosie<br />

-hitte bij brand<br />

-geluid (hoge druk)<br />

-bevriezing<br />

-brand (spontaan)<br />

-explosie<br />

-hitte bij brand<br />

-milieuverontreiniging<br />

-grondverzakking<br />

-verstikking<br />

-bevriezing<br />

-spontane ontbranding <strong>van</strong><br />

brandbare stoffen in de<br />

omgeving mogelijk<br />

-bij brand: laten branden<br />

-ontstekingsbronnen<br />

verwijderen<br />

-indien zwaarder dan lucht:<br />

verdunnen of neerslaan<br />

-indammen<br />

-ontstekingsbronnen<br />

verwijderen<br />

-afdekken<br />

-verdunnen<br />

-ventileren<br />

-ontstekingsbronnen<br />

verwijderen<br />

-verdunnen<br />

Toxisch gas -vergiftiging -verdunnen of sla de wolk neer<br />

28<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />

Basic 4 : afkondiging <strong>van</strong> het noodplan<br />

Kondig de gemeentelijke fase <strong>van</strong> het noodplan af: de hele keten <strong>van</strong> alle betrokken diensten kan<br />

opgezet worden. De verschillende disciplines worden ingeschakeld. Daarnaast zijn er belangrijke<br />

taken voor de leidingbeheerder.<br />

Leidingbeheerder<br />

-alarmeren en informeren brandweer<br />

-verantwoordelijke ter plaatse sturen<br />

-deelnemen aan overleg in commandopost<br />

-het bestrijden <strong>van</strong> de bron <strong>van</strong> het lek<br />

-opruimen <strong>van</strong> gelekt product en herstel <strong>van</strong> de schade<br />

De ‘disciplines’ en hun ‘hoofdtaken’ kunnen als volgt samengevat worden:<br />

Discipline 1. Brandweer<br />

Discipline 2.<br />

Medische hulpverleners<br />

Discipline 3. Politie<br />

Discipline 4. Logistiek<br />

Discipline 5. Informatie<br />

-redden<br />

-effectbestrijding<br />

-waarnemen en <strong>met</strong>en<br />

-desgevallend onts<strong>met</strong>ten <strong>van</strong> mensen en dieren<br />

-leiding <strong>van</strong> de commandopost<br />

-medische verzorging slachtoffers<br />

-verlenen <strong>van</strong> psychosociale ondersteuning<br />

-medisch adviseren m.b.t. gevolgen <strong>van</strong> de stof na overleg <strong>met</strong><br />

de AGS (Adviseur Gevaarlijke Stoffen)<br />

-deelnemen aan overleg in de commandopost<br />

-op<strong>van</strong>g <strong>van</strong> door de brandweer aangebrachte slachtoffers<br />

-ontruimen en evacueren op advies <strong>van</strong> de brandweer<br />

-afzetten bedreigd gebied<br />

-waarschuwen <strong>van</strong> de bevolking<br />

-omleiden verkeer en handhaven <strong>van</strong> de orde<br />

-identificeren <strong>van</strong> slachtoffers<br />

-begeleiden <strong>van</strong> hulpverleners en specialisten<br />

-eventueel strafrechtelijk onderzoek starten<br />

-deelnemen aan het overleg in de commandopost<br />

-alle denkbare ondersteunende logistieke taken<br />

-opnemen <strong>van</strong> de bestuurlijke leiding (burgemeester)<br />

-coördineren <strong>van</strong> de voorlichting naar pers en bevolking toe<br />

Basic 5 : beheersmaatregelen<br />

Voor het beheersen <strong>van</strong> het lek zelf hebben de leidingbeheerders hun eigen instructies en gespecialiseerde<br />

medewerkers. Dat is dus niet de taak <strong>van</strong> de brandweer. De hoofdtaak <strong>van</strong> de brandweer<br />

bestaat erin het ontsnapt product te beheersen. Ook de opruimwerkzaamheden achteraf<br />

zijn de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de leidingbeheerder zodra de situatie stabiel is.<br />

29<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


De afsluiters die in de stations gebruikt worden, doen hier niet echt terzake aangezien de hulpdiensten<br />

daar nooit mee te maken krijgen. De afsluiters ‘in lijn’, ttz, de afsluiters die rechtstreeks<br />

op de leidingen geplaatst worden, zijn voor ons land overwegend ‘bolafsluiters’.<br />

De bolafsluiters worden bediend <strong>met</strong> een sleutel, een wiel of aangestuurd <strong>van</strong>uit de dispatching.<br />

Bij het manipuleren <strong>van</strong> de afsluiter, sluit een bol de opening in de pijp af. Men moet weten dat het<br />

heel normaal is dat de sleutel een hoog aantal keren moet rondgedraaid worden, omdat er grote<br />

krachten overwonnen moeten worden (afhankelijk <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de buis en dus de grootte<br />

<strong>van</strong> de afsluiter) en het mogelijk moet blijven voor een persoon om de afsluiter te sluiten.<br />

Specifiek wat aardgas betreft, is Fluxys wettelijk verplicht om per 30 km een afsluiter te voorzien.<br />

Nochtans zijn de secties tussen de afsluiters meestal minder lang. De automatische afsluiters<br />

kunnen <strong>van</strong> op afstand bediend worden. De aanleiding kan zijn dat Fluxys zelf een drukdaling<br />

merkt of dat er een melding binnenkomt. In beide gevallen start er een snelle procedure waarbij<br />

een medewerker ter plaatse komt en verifieert of Fluxys al dan niet betrokken is bij het probleem.<br />

Ook moeten steeds de aangesloten bedrijven verwittigd worden.<br />

Het is zeker het vermelden waard dat Fluxys weliswaar veel oproepen krijgt maar het aantal<br />

lekken aan transportleidingen beperkt zich tot 1 per jaar.<br />

30<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />

Basic 6 : het meetplan activeren<br />

Organiseer concentratie<strong>met</strong>ingen in:<br />

1. de interventiezone zelf<br />

2. de omgeving<br />

31<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


DEEL IV: AARDGASPIJPLEIDINGEN IN BELGIË<br />

Introductie<br />

Wat vooraf gaat over <strong>pijpleidingen</strong> in het algemeen geldt <strong>van</strong>zelfsprekend ook voor de gas<strong>pijpleidingen</strong><br />

in het bijzonder. We herinneren eraan dat het transport <strong>van</strong> aardgas het grootste aandeel<br />

voor zijn rekening neemt in het totale transport <strong>van</strong> goederen via <strong>pijpleidingen</strong>. In dit gedeelte<br />

gaan we dieper in op een aantal thema’s die specifiek betrekking hebben op het transport <strong>van</strong><br />

aardgas. We leggen onder meer het verschil uit tussen het vervoer en de distributie <strong>van</strong> aardgas<br />

en gaan dieper in op de eigenschappen en de mogelijke risico’s <strong>van</strong> aardgas als ‘product’. Heel<br />

wat <strong>van</strong> de hier besproken informatie wordt beschouwd als herhaling <strong>van</strong> wat de cursisten al<br />

weten. In de context <strong>van</strong> de ‘actiekaarten gas’ lijkt deze ‘opfrissing’ echter onontbeerlijk.<br />

32<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


IV.1. Aardgas: definitie, samenstelling en eigenschappen<br />

IV.1.1. Definitie en samenstelling <strong>van</strong> aardgas<br />

Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België<br />

Aardgas is een natuurlijk product waar<strong>van</strong> de samenstelling en de eigenschappen verschillen<br />

naargelang de vindplaats. Het aardgas in ons land komt hoofdzakelijk uit Nederland, Noorwegen,<br />

Algerije, Verenigd Koninkrijk en Rusland. We maken een onderscheid tussen laagcalorisch en<br />

hoogcalorisch aardgas. Laagcalorisch aardgas is afkomstig uit Nederland, hoogcalorisch aardgas<br />

uit de andere landen. Hoogcalorisch aardgas bevat aanzienlijk meer ethaan en <strong>met</strong>haan en veel<br />

minder stikstof. Het onderscheid is slechts rele<strong>van</strong>t in functie <strong>van</strong> de specificiteit <strong>van</strong> de gebruikte<br />

aardgasbrander die moet afgestemd zijn op laag- of hoogcalorisch gas. Onderstaand schema<br />

geeft een overzicht <strong>van</strong> de samenstelling <strong>van</strong> aardgas, de samenstelling <strong>van</strong> hoogcalorisch gas is<br />

licht veranderlijk naargelang de oorsprong, om dit te verduidelijken worden de samenstelling <strong>van</strong><br />

het Noors en Algerijns aardgas gegeven:<br />

Belangrijkste<br />

elementen<br />

Laagcalorisch<br />

aardgas<br />

Hoogcalorisch<br />

aardgas<br />

Noors<br />

Algerijns<br />

Methaan CH 4<br />

83,40% 88,10% 89,00%<br />

Ethaan C 2<br />

H 6<br />

3,70% 5,30% 8,30%<br />

Propaan C 3<br />

H 8<br />

0,7% 1,20% 1,30%<br />

Butaan C 4<br />

H 10<br />

0,30% 0,40% 0,50%<br />

Stikstof N 2<br />

10,50% 3,20% 0,90%<br />

Koolstofdioxide CO 2<br />

1,20% 1,50% --<br />

(Bron: K.V.G.B. - Informatiesessie voor Brandweer en Politie <strong>van</strong> de Provincie Antwerpen)<br />

IV.1.2. De eigenschappen <strong>van</strong> aardgas<br />

ß Aardgas is lichter dan lucht: aardgas heeft een relatieve dichtheid <strong>van</strong> 0,55 ten overstaan<br />

<strong>van</strong> lucht en beweegt bij hoge concentraties steeds spontaan naar boven. Ontsnapt aardgas<br />

in een gesloten ruimte kan zeer snel geëvacueerd worden via verluchting, in tegenstelling<br />

tot butaan of propaan die zwaarder zijn dan lucht en verluchting langs onderen moeten<br />

hebben. Ook bij afkoeling door ontspanning blijft aardgas lichter dan lucht.<br />

ß Aardgas is niet giftig: aardgas is niet schadelijk voor menselijke, dierlijke en plantaardige<br />

organismen. Alleen bij onvolledige verbranding <strong>van</strong> aardgas kan CO ontstaan dat wel giftig<br />

is. In hoge concentraties moet opgelet worden voor de schadelijke werking <strong>van</strong> de nevenproducten.<br />

ß Aardgas is nagenoeg reukloos: aardgas is, op het moment dat het ‘gewonnen en vervoerd’<br />

wordt, niet geodoriseerd maar bij hoge gasconcentraties worden bepaalde onzuiverheden<br />

wel geroken. Het wordt bij de overgang <strong>van</strong> ‘vervoer’ naar ‘distributie’ geodoriseerd precies<br />

om een eventuele ontsnapping <strong>van</strong> aardgas waarneembaar te maken (zie verder).<br />

ß Aardgas is brandbaar: in combinatie <strong>met</strong> zuurstof en <strong>van</strong>af een bepaalde ontstekingstemperatuur<br />

ontbrandt aardgas. Onder 5% gas is het mengsel te arm en boven 15% is het te<br />

rijk om te ontbranden.<br />

33<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


Anvers<br />

Aachen<br />

FLUXYS-AARDGASVERVOERSNET<br />

VERENIGD<br />

KONINKRIJK<br />

LNG-BRONNEN<br />

3800 km <strong>pijpleidingen</strong><br />

Hoogcalorisch<br />

aardgas<br />

Laagcalorisch<br />

aardgas<br />

LNG-terminal<br />

Compressiestation<br />

Opslag<br />

INTERCONNECTOR<br />

ZEEPIPE<br />

Zeebrugge<br />

Kortrijk<br />

NOORWEGEN<br />

Doornik<br />

NEDERLAND<br />

Zelzate<br />

Gent<br />

Brakel<br />

Blaregnies<br />

FRANKRIJK<br />

SPANJE<br />

ITALIE<br />

Zandvliet<br />

Loenhout<br />

Antwerpen<br />

Charleroi<br />

Brussel<br />

NEDERLAND<br />

Winksele<br />

Namen<br />

Poppel<br />

Weelde<br />

NOORWEGEN<br />

DUITSLAND<br />

Genk<br />

Bastogne<br />

<strong>van</strong> Emden<br />

Obbicht<br />

's-Gravenvoeren<br />

Sinsin<br />

Berneau<br />

Luik Eynatten<br />

Aarlen<br />

Pétange<br />

WEDAL<br />

TENP<br />

RUSSISCHE<br />

FEDERATIE<br />

DUITSLAND<br />

G.H. LUXEMBURG<br />

NB. Vloeibaar aardgas komt niet voor in <strong>pijpleidingen</strong> en wordt uitsluitend getransporteerd per<br />

schip of tankwagen.<br />

IV.1.3. Risico’s verbonden aan aardgas<br />

ß Brandwonden: Wanneer aardgas tot ontbranding komt, kan dit aanleiding geven tot brandwonden<br />

en dit door vlamcontact of door warmtestraling.<br />

ß Vergiftiging: Bij onvolledige verbranding door gebrek aan lucht of wanneer de verbranding<br />

gestoord wordt door onvoldoende afvoer <strong>van</strong> de verbrandingsgassen kan het giftige<br />

koolmonoxide (CO) gevormd worden.<br />

ß Explosiegevaar: Bij verbranding <strong>van</strong> een gas-luchtmengsel in het brandbaarheidsgebied en<br />

in een (deels) gesloten ruimte kan een explosie ontstaan door de verhoging <strong>van</strong> de vlamsnelheid<br />

door turbulentie en kan een plotse drukstijging zich voordoen door de snelle<br />

volu<strong>met</strong>oename. In de vrije atmosfeer zal het mengsel opbranden zonder significante<br />

overdruk.<br />

ß Verstikking: De omgevingslucht dient voldoende zuurstof te bevatten (min. 17%).<br />

Verdringing <strong>van</strong> zuurstof door aardgas kan leiden tot verstikking.<br />

ß Verwondingen: Afhankelijk <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> het gaslek en <strong>van</strong> de druk op de leiding kan<br />

uitstromend gas leiden tot ernstige verwondingen.<br />

34<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België<br />

IV.2. Structuur <strong>van</strong> het transport <strong>van</strong> aardgas<br />

Aardgasdistributie<br />

Principe gasdistributie<br />

67 bar<br />

Compressiestation Grootverbruik Ont<strong>van</strong>gstation<br />

Grootverbruik Drukbeperker Grootverbruik<br />

Distributiecabine<br />

Bron: K.V.B.G.<br />

Aardgas legt een hele weg af die begint bij de ontginning en eindigt bij de eindafnemer. Vooraleer<br />

het aardgas de eindafnemer bereikt, passeert het een keten <strong>van</strong> ‘betrokkenen’ en ondergaat de<br />

hoedanigheid waarin het gas vervoerd wordt een aantal wijzigingen.<br />

IV.2.1. Het traject <strong>van</strong> aardgas<br />

Het traject <strong>van</strong> aardgas wordt ingedeeld in twee hoofdfasen:<br />

ß Vervoer <strong>van</strong> aardgas: het vervoer <strong>van</strong> aardgas noemen<br />

we dat gedeelte <strong>van</strong> het traject <strong>van</strong>af de grensstations<br />

(intredepunten in het transportnet) waarbij gas door<br />

ondergrondse leidingen vervoerd wordt via compressiestations<br />

naar grote industriële afnemers en naar de<br />

ont<strong>van</strong>gststations <strong>van</strong> de distributienetbeheerders. Het<br />

gas heeft tijdens het vervoer een werkdruk hoofdzakelijk<br />

hoger dan 14,7 bar (in sommige leidingen is de druk<br />

slechts 8 bar). In ons land ligt de maximale druk op<br />

ongeveer 84 bar.<br />

Decompressiestation - Berneau<br />

35<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


ß Distributie <strong>van</strong> aardgas: de distributie<br />

<strong>van</strong> aardgas start <strong>van</strong>af de ont<strong>van</strong>gststations<br />

en gaat naar de<br />

eindafnemers (groot- en kleinverbruikers)<br />

en dat in verschillende druktrappen<br />

die weliswaar bijna steeds onder<br />

14,7 bar liggen.<br />

Station <strong>van</strong> Zandvoorde<br />

ß Opslag <strong>van</strong> aardgas: er wordt ook<br />

aardgas gestockeerd in bijvoorbeeld<br />

de ondergrondse opslag <strong>van</strong><br />

Loenhout en de zeeterminal.<br />

Voor de distributie wordt de druk verlaagd<br />

in een drukreduceerinstallatie die zich soms<br />

in het ont<strong>van</strong>gststation kan bevinden. De<br />

druk wordt verlaagd tot 5 bar. In deze fase<br />

kan er nog steeds geleverd worden aan<br />

grootverbruikers (industrie). In de distributiecabines<br />

wordt tenslotte de druk <strong>van</strong> 5 bar<br />

verlaagd tot een druk voor het gebruik in<br />

particuliere woningen.<br />

Terminal <strong>van</strong> Zeebrugge<br />

De drukreduceerinstallatie werkt volgens een relatief eenvoudig principe: door minder gas door<br />

een buis te sturen, verlaagt de druk. De afsluiter fungeert daarbij in zekere zin als een weerstand.<br />

Omdat een drukverlaging <strong>van</strong> het gas het gas ook afkoelt, wordt het voor de drukreduceerinstallatie<br />

licht opgewarmd.<br />

IV.2.2. Odorisatie <strong>van</strong> aardgas<br />

Bij de overgang <strong>van</strong> vervoer naar distributie wordt aan het gas de geursubstantie (Tetra Hydro<br />

Thiofeen) toegevoegd (of een mercaptaan)”. De bedoeling daar<strong>van</strong> is duidelijk: aangezien gas<br />

reukloos is, moet de odorisatie er voor zorgen dat bij een ongewilde ontsnapping het gas toch in<br />

kleine en ongevaarlijke hoeveelheden kan waargenomen worden. De odorisatie gebeurt meestal in<br />

de ont<strong>van</strong>gststations (NB. concentratie <strong>van</strong> aardgas <strong>van</strong>af 20% LEL moet waargenomen kunnen<br />

worden).<br />

Hier zou men zich kunnen afvragen waarom de odorisatie ook niet wordt toegepast voor het<br />

vervoer <strong>van</strong> aardgas (gebeurt in België sporadisch). De reden is tweevoudig. Vooreerst maakt de<br />

toevoeging <strong>van</strong> geurstoffen het aardgas onbruikbaar voor sommige grootverbruikers (die vóór de<br />

ont<strong>van</strong>gstations beleverd worden). Daarnaast is ontsnapping <strong>van</strong> gas bij een hoge drukleiding<br />

waarneembaar op een aantal andere manieren: afkoeling (door expansie), lawaai en zichtbare<br />

wolkvorming (condensatie <strong>van</strong> waterdamp door afkoeling).<br />

Eventuele odorisatie <strong>van</strong> aardgas over het hele traject (vervoer en distributie) zou maar mogelijk<br />

zijn wanneer hierover Europese wetgeving zou bestaan en de odorisatie zou plaatsvinden bij het<br />

binnenkomen <strong>van</strong> Europa.<br />

36<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


IV.2.3. Verschillen vervoer/distributie en indeling drukklassen aardgas<br />

Pro memorie: belangrijkste verschillen tussen vervoer en distributie<br />

Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België<br />

Vervoer<br />

Distributie<br />

drukniveau meestal >_ 14,7 bar < 14,7 bar<br />

geur meestal geurloos geodoriseerd<br />

netconfiguratie ruggengraat vermaasd<br />

eindafnemers honderden honderdduizenden<br />

ligging leidingen<br />

publiek en privaat<br />

domein<br />

publiek en privaat<br />

domein<br />

(Bron: K.V.G.B. – Informatiesessie voor Brandweer en Politie <strong>van</strong> de Provincie Antwerpen)<br />

Pro memorie: de verschillende drukklassen <strong>van</strong> aardgas t.o.v. transport<br />

Omschrijving Druk Trajectfase<br />

Lage druk druk tot 100 mbar distributie<br />

Middendruk MD/A<br />

Middendruk MD/B<br />

Middendruk MD/C<br />

druk <strong>van</strong> 100 mbar tot<br />

0,5 bar<br />

druk <strong>van</strong> 0,5 bar tot<br />

5 bar<br />

druk <strong>van</strong> 5 bar tot<br />

14,7 bar<br />

distributie<br />

distributie<br />

distributie<br />

Hoge druk druk hoger dan 14,7 bar vervoer<br />

IV.2.4. Regelgeving en betrokken partijen<br />

IV.2.4.1. Vóór 10 augustus 2000<br />

Tot 10 augustus 2000 verliep het transport <strong>van</strong> aardgas in ons land als volgt:<br />

ß Distrigas zorgde in ons land voor het vervoer <strong>van</strong> aardgas en leverde dit aan enerzijds de<br />

zware industrie (grootverbruikers) en anderzijds aan de intercommunales (zuivere of<br />

gemengde);<br />

ß de intercommunales namen de distributie voor hun rekening en leverden aan de eindafnemers:<br />

residentieel, KMO’s en industrie.<br />

37<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


IV.2.4.2. Liberalisering <strong>van</strong> de aardgasmarkt<br />

Vanaf 10 augustus 2000 treedt de Europese Richtlijn 98/30/EG geleidelijk in werking. Deze<br />

Richtlijn regelt de liberalisering <strong>van</strong> de aardgasmarkt en heeft als belangrijkste bepalingen:<br />

ß de eindafnemer moet de vrije keuze <strong>van</strong> leverancier hebben;<br />

ß het beheer <strong>van</strong> de netten enerzijds en de handel in aardgas anderzijds mag niet gebeuren<br />

door dezelfde onderneming;<br />

ß netbeheerders moeten op niet discriminerende wijze toegang bieden aan iedere houder <strong>van</strong><br />

een leveringsvergunning.<br />

IV.2.4.2. De betrokkenen in ons land<br />

De betrokkenen bij het vervoer en de distributie <strong>van</strong> aardgas in België zijn <strong>van</strong>daag:<br />

ß de eindafnemers: huishoudelijk, KMO en industrie, elektriciteitscentrales;<br />

ß distributienetbeheerders: IGAO, IVEG, IVEKA, IVERLEK, WVEM;<br />

ß leveranciers: er zijn er in totaal ongeveer 16 waaronder Distrigas, Electrabel C.S., EBEM,<br />

Energo, Essent, Gaz de France, Nuon, Luminus...;<br />

ß vervoernetgebruikers: Distrigas, Gaz de France, Wingas...;<br />

ß vervoernetbeheerder: Fluxys;<br />

ß Synergrid: de distributienetbeerders (DNB’s) zijn samen <strong>met</strong> de transmissienetbeheerder<br />

(Elektriciteit/Elia) en de vervoeronderneming <strong>van</strong> gas (Fluxys) gegroepeerd in de federatie<br />

SYNERGRID.<br />

38<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

DEEL V: SPECIFIEKE ACTIEKAART AARDGAS<br />

Introductie<br />

Tot op heden hadden de hulpverleners (brandweer) maar weinig houvast wanneer zich een<br />

incident <strong>met</strong> een gastransportleiding voordeed, ook al beschikten sommige korpsen reeds over<br />

enige informatie <strong>met</strong> betrekking tot de effecten <strong>van</strong> een gasontsnapping bij hoge drukleidingen.<br />

De ‘Actiekaart Aardgas > 14,7 bar’ moet duidelijkheid scheppen. Deze actiekaart is de eerste <strong>van</strong><br />

een reeks actiekaarten die voor de verschillende gevaarlijke stoffen, getransporteerd via <strong>pijpleidingen</strong>,<br />

zullen opgesteld worden. De actiekaarten zullen opgemaakt worden volgens een steeds<br />

identiek stramien en bevatten uitsluitend rele<strong>van</strong>te informatie.<br />

IEDERE ACTIEKAART = HETZELFDE STRAMIEN!!!<br />

ALARMERING<br />

Het eerste deel vermeldt wie allemaal dient gewaarschuwd en geeft ook alle contactgegevens<br />

mee.<br />

ACTIES<br />

Het tweede deel indiceert de punten <strong>van</strong> onmiddellijke actie m.b.t.<br />

ß uitrusting<br />

ß gevaarsinschatting<br />

ß bepalen <strong>van</strong> veiligheidsperi<strong>met</strong>ers<br />

ß specifieke acties ingevolge het betreffende gevaarlijk product<br />

EFFECTAFSTANDEN<br />

Het derde deel is een overzicht <strong>van</strong> de rele<strong>van</strong>te effectafstanden die aan de basis liggen <strong>van</strong><br />

het bepalen <strong>van</strong> de veiligheidsperi<strong>met</strong>ers en geeft een direct bruikbaar overzicht <strong>van</strong> de<br />

afstanden die de verschillende zones begrenzen.<br />

DIVERSE GEGEVENS<br />

In het vierde deel worden diverse gegevens opgenomen m.b.t. het betreffende product:<br />

ß mogelijke risico’s<br />

ß eigenschappen <strong>van</strong> het product<br />

ß typische waarnemingsgegevens<br />

REGIOGEBONDEN GEGEVENS<br />

Het laatste deel moet ingevuld worden door de bevelvoerder <strong>van</strong> het korps en bevat informatie<br />

die betrekking heeft op het beschermd gebied: aangesloten bedrijven, afsluiters, luchtbakens,<br />

merkpalen, cartografie....<br />

39<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


V.1. Randvoorwaarden voor de opstelling ‘Actiekaart Aardgas > 14,7 bar<br />

Para<strong>met</strong>ers voor aardgas<br />

Aannames algemeen:<br />

ß Temperatuur: temperatuur product in leiding: 280 K<br />

ß RV: relatieve vochtigheid: 60%<br />

ß Uitstroming: steeds in open lucht, uit een krater<br />

ß Weertype: Conservatief wordt er weertype D, neutrale atmosfeer, zonder wind verondersteld.<br />

Dit resulteert in de ruimste effectenafstanden.<br />

ß Ruwheid omgeving: voor de verspreiding <strong>van</strong> het gas die mee bepaald wordt door de<br />

ruwheid <strong>van</strong> het landschap wordt uitgegaan <strong>van</strong> een landelijk gebied <strong>met</strong> een ruwheid <strong>van</strong><br />

0,10 m. De ruwheid bepaalt mee het windprofiel en heeft o.a. invloed op de opmenging <strong>van</strong><br />

gassen in verticale richting.<br />

ß Ruwheid pijpleiding: voor de interne ruwheid <strong>van</strong> de pijpleiding wordt uitgegaan <strong>van</strong> de<br />

standaardwaarde voor staal. Elementen zoals bochten, die tot wrijvingsverliezen kunnen<br />

leiden, werden niet in rekening gebracht.<br />

ß Lengte leiding en plaats lek: Er wordt uitgegaan <strong>van</strong> een leidingsectie <strong>van</strong> 30 km <strong>met</strong> een<br />

lek of breuk in het midden <strong>van</strong> de sectie, de afsluiters worden gesloten na 60 seconden. Dit<br />

geeft een realistisch beeld voor crosscountry leidingen.<br />

ß Uitstroomdebiet: Het uitstroomdebiet verandert in de tijd. Voor de effectenafstanden <strong>met</strong><br />

een bepaalde grenswaarde dient dus ook een tijdstip bepaald te worden. Deze tijdstippen zijn<br />

30 s en 300 s na het optreden <strong>van</strong> het lek. De uitstroomdebieten op die tijdstippen waarop de<br />

effectberekeningen gebaseerd zijn, werden eveneens opgenomen bij de resultaten.<br />

ß Effectenduur: Effecten worden berekend rekening houdend <strong>met</strong> een maximale blootstelling<br />

<strong>van</strong> 15 min.<br />

Aannames brandscenario’s<br />

ß Ontsteking: De ontsteking wordt onmiddellijk verondersteld, zodat een fakkelbrand ontstaat.<br />

ß Fakkelbrand: Voor een fakkelbrand wordt uitgegaan <strong>van</strong> een verticale uitstroming uit een<br />

krater (ondergrondse leidingen).<br />

V.2. Inleidende informatie over aardgas en aardgasleidingen<br />

V.2.1. Informatie m.b.t. de risico’s<br />

De risico’s waarmee de interventiediensten in het geval <strong>van</strong> een incident <strong>met</strong> een aardgaspijpleiding<br />

dienen rekening te houden zijn samengevat:<br />

ß hitte<br />

ß drukeffecten (bij gaswolkontbranding enkel betekenisvol in besloten ruimtes)<br />

ß scherfwerking<br />

ß lawaai<br />

ß verstikking<br />

ß bevriezing<br />

Detonatie <strong>van</strong> een vrije wolk wordt onwaarschijnlijk geacht voor aardgas.<br />

40<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


V.2.2. Informatie m.b.t. het product aardgas<br />

ß Gasvormig in de leiding en gasvormig bij ontsnapping uit de leiding<br />

ß UN nr 1971 Casnr. 74-82-8 Gevi 23<br />

ß Explosiegrenzen 5-15 vol %<br />

ß Explosie<strong>met</strong>er: minimaal type IIC T1<br />

ß minimale ontstekingsenergie: 0,28 mJ<br />

ß Effect bij explosie: jetfire geel-blauwe vlam<br />

ß Afkoeling bij ontspanning: ongeveer 1°C per 2 bar drukdaling<br />

ß Ophoping in lagere delen zeer uitzonderlijk<br />

ß Waarneming: kleurloos bij kleine lek, witte wolk bij grote lek<br />

ß Waarneming: geurloos (gas > 14,7 bar = meestal niet geodoriseerd) Bij grote hoeveelheden<br />

kunnen onzuiverheden geroken worden.<br />

V.2.3. Informatie m.b.t. de leidingen<br />

Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

Met betrekking tot de leidingen zijn een aantal informatiegegevens afhankelijk <strong>van</strong> het bevoegdheidsgebied<br />

<strong>van</strong> de betreffende brandweerdienst:<br />

ß Dia<strong>met</strong>ers: mogelijke dia<strong>met</strong>ers <strong>van</strong> de leidingen<br />

ß Afsluitposten: overzicht <strong>van</strong> de afstanden tussen de afsluiters en de mogelijke afsluittijd.<br />

Vermelding type afsluiter: manueel, afstandbediend, automatisch (zie ook pagina 30-31)<br />

ß Traject: beschrijving <strong>van</strong> het leidingtraject binnen het beschermd gebied<br />

ß Bedrijven: lijst <strong>van</strong> de aangesloten bedrijven<br />

De hogedruk gas<strong>pijpleidingen</strong> worden ondergronds voorzien <strong>van</strong> een waarschuwingslint.<br />

Bovengronds zijn ze altijd herkenbaar doordat ze gemarkeerd worden:<br />

ß elke aardgaspijpleiding is gemarkeerd door oranje betonnen of plastieken merkpalen;<br />

ß op iedere merkpaal staat het gratis telefoonnummer <strong>van</strong> Fluxys: 0800-90102;<br />

ß naast de merkpalen worden ook luchtbakens geplaatst <strong>met</strong> een nummer op: aan de hand<br />

<strong>van</strong> dat unieke nummer kan Fluxys de exacte locatie bepalen.<br />

Elke aardgaspijpleiding is<br />

gemarkeerd door merkpalen.<br />

Op de luchtbakens komt een uniek<br />

cijfer voor.<br />

41<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


V.3. De opbouw <strong>van</strong> de actiekaart<br />

De actiekaart is opgebouwd volgens de effecten die zich kunnen voordoen bij een ontsnapping<br />

<strong>van</strong> gas uit een ondergrondse hoge druk aardgaspijpleiding. Het doel <strong>van</strong> de kaart is om, op basis<br />

<strong>van</strong> vooraf berekende (mogelijke) effecten, snel en zonder veel extra rekenwerk de beste veiligheidsafstanden<br />

te bepalen voor zowel mogelijke aanwezige omwonenden als voor de hulpverleners.<br />

De actiekaart vermeldt in de eerste plaats de algemenere maatregelen die <strong>met</strong>een moeten<br />

genomen worden. Vervolgens worden de effectafstanden gegeven m.b.t.:<br />

ß mogelijke stralingseffecten bij brand;<br />

ß wolkvorming <strong>van</strong> het gas;<br />

ß drukeffecten;<br />

ß geluidsoverlast.<br />

Te weten!<br />

De zones worden aangeduid in <strong>met</strong>er (m) en de leidingdia<strong>met</strong>ers worden aangeduid in<br />

milli<strong>met</strong>er (mm). In de regel wordt gesteld dat er bij twijfel over de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de leiding<br />

best gekeken wordt naar de waarde <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er hoger.<br />

De effectafstanden worden ge<strong>met</strong>en <strong>van</strong>af de plaats <strong>van</strong> de breuk of de lekopening.<br />

V.4. De omschrijving <strong>van</strong> de zones in de Actiekaart aardgas<br />

De indeling <strong>van</strong> de zones voor de actiekaarten en deze in het KB <strong>van</strong> 16 februari 2006 betreffende<br />

de nood- en interventieplannen, worden uitgelegd op pagina 25. Ter herinnering geven we nog<br />

even de zonebepaling <strong>van</strong> de actiekaarten:<br />

ZONE 1: wordt omschreven als de zone <strong>met</strong> een hoge kans op letaliteit, die enkel in zeer<br />

uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risico-afweging en <strong>met</strong> de vereiste beschermende<br />

kledij mag betreden worden, enkel wanneer er nog geen ontsteking is <strong>van</strong> het gas.<br />

ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende<br />

kledij en <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid (= Rode zone KB - uitsluitingsperi<strong>met</strong>er).<br />

ZONE 3: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen <strong>van</strong> buitenaf naar binnengaan. Wie<br />

binnen deze zone is mag er blijven. Personen die uit binnengelegen zones geëvacueerd werden<br />

moeten minstens tot buiten deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB - isolatieperi<strong>met</strong>er)<br />

42<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


V.5. Algemene acties bij aan<strong>van</strong>g incident<br />

Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

Wanneer zich een incident voordoet m.b.t. een hoge druk aardgaspijpleiding zijn er een aantal<br />

maatregelen die <strong>met</strong>een moeten genomen worden en een aantal acties die typisch zijn bij aardgas.<br />

Een aantal indicaties kunnen helpen om een mogelijk incident <strong>met</strong> een pijpleiding te herkennen.<br />

V.5.1. Tekenen <strong>van</strong> een mogelijk incident <strong>met</strong> gas<br />

1. Wat je ziet:<br />

ß bruine of verdorde vegetatie rond een pijpleiding<br />

ß een wolk of mist rond de pijpleiding<br />

ß opstijgend vuil<br />

ß luchtbellen uit een meer of een rivier<br />

ß vlammen<br />

ß ijsvorming rond de pijpleiding<br />

ß dode insecten<br />

2. Wat je ruikt:<br />

ß indien geur <strong>van</strong> de onzuiverheden wordt waargenomen, wordt de onderste explosiegrens<br />

benaderd.<br />

3. Wat je hoort:<br />

ß een sissend of rommelend geluid nabij een pijpleiding<br />

V.5.2. Directe maatregelen<br />

1. Alarmeer de ploegen en de officier volgens de vastgelegde procedure<br />

2. Schaal op bij twijfel over de in te zetten middelen<br />

3. Verwittig:<br />

ß Fluxys: 0800-90102<br />

ß HC 100 en AGS: 100 / 112<br />

ß Politie: 101<br />

ß De rechtstreeks aangesloten bedrijven<br />

4. Geef de juiste locatie door en zoveel mogelijk informatie (merkpaal, adres...)<br />

5. Als het gaat om een groot lek aan midden of hoge druk aardgaspijpleiding: kondig de<br />

gemeentelijke fase <strong>van</strong> het NIP af<br />

6. Pas de procedure ‘ongevallen gevaarlijke stoffen’ toe.<br />

43<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


V.5.3. Acties: specifiek aardgas<br />

1. Blijf bovenwinds<br />

2. Voer explosiegevaars- en zuurstof<strong>met</strong>ingen uit (adembescherming en volledige uitrusting)<br />

3. Ontstekingsbronnen verwijderen (ook de elektrostatische)<br />

4. Laat alle elektrische apparatuur in de auto<br />

5. In geval <strong>van</strong> brand: niet blussen!<br />

6. Nevenbranden buiten zone 1: wel blussen!<br />

7. Aangestraalde structuren beschermen <strong>met</strong> nevelstralen<br />

V.6. Toelichtingen bij de effectafstanden<br />

V.6.1. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij brand (effectief ontsteking)<br />

V.6.1.1. De tabel<br />

Tabel 1: veiligheidsafstanden (bij brand): binnenhuis en voor ‘door structuren beschermde’<br />

personen<br />

Berekeningen bij startdruk <strong>van</strong> 80 bar / vrije, verticale uitstroom / geen wind<br />

Leidingdia<strong>met</strong>er<br />

in mm<br />

opening<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

ZONE 1<br />

Straal in m<br />

HBD<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

ZONE 2<br />

Straal in m<br />

3 kW/m 2 na 300 s<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

ZONE 3<br />

Straal in m<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

100 30 5 60 11 100 50<br />

200 60 7 140 24 200 50<br />

300 80 10 220 37 300 50<br />

400 110 12 290 49 400 100<br />

500 130 15 360 64 500 100<br />

600 140 16 430 78 600 100<br />

700 160 19 500 92 700 150<br />

800 180 21 570 106 800 150<br />

900 190 23 640 121 900 150<br />

1000 210 25 710 135 1000 150<br />

1200 230 29 800 160 1200 200<br />

V.6.1.2. Interpretatie <strong>van</strong> de zones<br />

De tabel geeft de veiligheidsafstanden weer in geval er ontsteking <strong>van</strong> een gasontsnapping<br />

geweest is. De verticale uitstroom <strong>van</strong> gas voedt een fakkelbrand waar<strong>van</strong> de stralingseffecten op<br />

de tabel zijn terug te vinden. De zones werden als volgt bepaald:<br />

ZONE 1:<br />

De grens wordt vastgelegd op basis <strong>van</strong> de HBD (House Burning Distance), de integratie over<br />

totaaltijd <strong>van</strong> de straling die een beschermende structuur in brand kan steken. Deze ZONE 1 mag<br />

nooit betreden worden gezien het hoge kanspercentage op levensgevaarlijke verwondingen en<br />

zelfs doodsgevaar.<br />

44<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

ZONE 2:<br />

Voor ZONE 2 wordt de grens daar geplaatst waar de straling na 300 s nog 3 kW/m 2 bedraagt. Die<br />

tijdspanne komt overeen <strong>met</strong> een geschat minimaal tijdsverloop tussen de breuk en de aankomst<br />

<strong>van</strong> de brandweer. Ga alleen indien strikt noodzakelijk in zone 2 <strong>met</strong> interventiekledij, adembescherming<br />

en hittewerende kledij voor specifieke acties zoals:<br />

ß reddingen: <strong>met</strong> inachtname <strong>van</strong> eigen veiligheid en minimale personeelssterkte<br />

ß beheersen <strong>van</strong> ontsnapt product: de brandweer draait nooit zelf de afsluiter dicht maar<br />

kan wel helpen<br />

ß uitgestelde evacuatie: personen die zich binnen zone 2 (de zone tussen de HBD en de<br />

3 kW/m 2 na 300 s) bevinden en beschermd zijn door een gebouw worden binnen gehouden.<br />

De evacuatie wordt dan uitgesteld tot de stralingsintensiteit beduidend lager is. De personen<br />

die zich buiten bevinden binnen zone 2 worden naar een schuilplaats gebracht of<br />

buiten zone 2.<br />

Volgende grafieken tonen achtereenvolgens het verloop <strong>van</strong> de straling na 300 s voor leidingen<br />

<strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> respectievelijk 100, 400 en 1000 mm.<br />

1. Straling voor een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 100 mm<br />

Straling t.o.v. afstand voor een dia<strong>met</strong>er 100 mm, 80 bar<br />

onmiddellijke ontsteking, volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km,<br />

kleppen gesloten na 60 s<br />

20<br />

18<br />

16<br />

Straling [kW/m 2 ]<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

10<br />

20<br />

30<br />

40<br />

50<br />

60<br />

70<br />

80<br />

90<br />

100<br />

Afstand [m]<br />

Straling [kW/m 2 ] 900 s<br />

Straling [kW/m 2 ] 300 s<br />

45<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


2. Straling voor een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 400 mm 3. Straling voor een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 1000 mm<br />

Straling t.o.v. afstand voor een dia<strong>met</strong>er 400 mm, 80 bar<br />

onmiddellijke ontsteking, volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km,<br />

kleppen gesloten na 60 s<br />

20<br />

Straling t.o.v. afstand voor een dia<strong>met</strong>er 1000 mm, 80 bar<br />

onmiddellijke ontsteking, volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km,<br />

kleppen gesloten na 60 s<br />

20<br />

18<br />

18<br />

16<br />

16<br />

Straling [kW/m 2 ]<br />

14<br />

12<br />

10<br />

Straling [kW/m 2 ]<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

8<br />

6<br />

6<br />

4<br />

4<br />

2<br />

0<br />

100<br />

200<br />

300<br />

400<br />

500<br />

600<br />

2<br />

0<br />

100<br />

200<br />

300<br />

400<br />

500<br />

600<br />

700<br />

800<br />

900<br />

1000<br />

Afstand [m]<br />

Afstand [m]<br />

Straling [kW/m 2 ] 900 s<br />

Straling [kW/m 2 ] 300 s<br />

Straling [kW/m 2 ] 900 s<br />

Straling [kW/m 2 ] 300 s<br />

Richtwaarden voor hittestraling:<br />

0,8 kW/m 2 Warme zomerdag België<br />

1 kW/m 2 Warme zomerdag Zuiderse landen<br />

20<br />

3 kW/m 2 Gedurende 10 s = pijngrens (onbeschermde huid), men is (afhankelijk <strong>van</strong><br />

18<br />

de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het vuur en eventuele verwondingen) nog juist in staat<br />

16<br />

om zich in deze 10 s voldoende ver <strong>van</strong> de brandhaard te verwijderen<br />

5 kW/m 2 Gedurende 5 s = pijngrens 14 (onbeschermde huid)<br />

Gedurende enkele minuten 12 = 2° en 3° graads brandwonden<br />

10 kW/m 2 Grenswaarde voor maximaal aanvaardbare warmtestralingsintensiteit<br />

10<br />

voor onbeschermde structuren<br />

8<br />

Koelen <strong>van</strong> installaties noodzakelijk om bezwijken te voorkomen<br />

6<br />

Schroeischade hout.<br />

1% kans op letaliteit bij 20<br />

4<br />

s blootstelling<br />

12,5 kW/m 2 Gedurende enkele seconden 2 = 2° en 3° graads brandwonden<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80<br />

7% kans op lethaliteit bij 20 s blootstelling<br />

20 kW/m 2 Secundaire branden door straling Straling bij [kW/m secondenlange 2 ] 900 blootstelling<br />

Straling [kW/m 2 ] 300 sec<br />

35 kW/m 2 > 97% kans op letaliteit bij 20 s blootstelling<br />

Grenswaarde voor maximaal aanvaardbare warmtestralingsintensiteit<br />

voor beschermde structuren<br />

60 kW/m 2 Benzinebrand (rand vlammen) bij een plasbrand <strong>met</strong> 10 m dia<strong>met</strong>er<br />

90<br />

100<br />

20<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

Grenswaarden warmtestraling voor ontbranding <strong>van</strong> organische materialen<br />

Materiaal Zonder Met<br />

Ontstekingsbron in kW/m 2<br />

Hout 32 14<br />

Geverfd hout 33 21<br />

Hardboard 29 10<br />

PVC - 20<br />

Schroeischade hout 8 - 12<br />

46<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

V.6.2. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij gasontsnapping (nog geen ontsteking)<br />

V.6.2.1. De tabel<br />

Tabel 2 : veiligheidsafstanden (nog geen ontsteking): voor hulpdiensten en voor ‘niet door<br />

structuren beschermde’ personen. (Er werd rekening gehouden <strong>met</strong> maximale<br />

waarden (na 30 seconden) bij mogelijke ontsteking!)<br />

ß preventieve evacuaties: evacuatie <strong>van</strong> alle personen binnen de HBD (tabel 1) en <strong>van</strong> alle,<br />

niet door gebouwen of structuren beschermde personen binnen 3 kW/m 2 na 30 s (tabel 2).<br />

Evacuatie gebeurt <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid en <strong>met</strong> minimale personeelssterkte.<br />

Leidingdia<strong>met</strong>er<br />

in mm<br />

opening<br />

ZONE 1<br />

Straal in m<br />

10 kW/m 2 na 30 s<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

ZONE 2<br />

Straal in m<br />

3 kW/m 2 na 30 s<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

ZONE 3<br />

Straal in m<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

100 50 6 90 11 100 50<br />

200 100 11 210 24 200 50<br />

300 150 16 320 37 300 50<br />

400 200 21 430 49 400 100<br />

500 240 27 520 64 500 100<br />

600 290 33 610 78 600 100<br />

700 340 39 700 92 700 150<br />

800 380 45 780 106 800 150<br />

900 430 51 870 121 900 150<br />

1000 470 57 960 135 1000 150<br />

1200 560 68 1130 160 1200 200<br />

V.6.2.2. Toelichtingen bij de zones<br />

In tabel 2 worden de veiligheidsperi<strong>met</strong>ers aangeduid voor een situatie waarbij zich een lek<br />

voordoet maar er nog geen ontsteking heeft plaatsgevonden. De zones zijn er op gericht om, in<br />

geval <strong>van</strong> ontsteking, de veiligheid te garanderen <strong>van</strong> bevolking en hulpverleners.<br />

ZONE 1:<br />

De grens <strong>van</strong> ZONE 1 wordt vastgelegd waar de straling minimaal 10 kW/m 2 is na 30 s. De warmtestraling<br />

30 s na de breuk is een goede aanname voor de piekwaarde. De gekozen tijd <strong>van</strong> 30 s is<br />

de tijd nodig om de gaswolk en bijgevolg een eventuele brand tot zijn maximale om<strong>van</strong>g te laten<br />

ontwikkelen. De grens <strong>van</strong> zone 1 ligt dus op een piekmoment. Ga nooit in zone 1 tenzij <strong>met</strong><br />

interventiekledij, adembescherming en hittewerende kledij voor specifieke acties zoals:<br />

ß uitgestelde evacuatie : evacuatie in de zone tussen de HBD (tabel 1) en de 3 kW/m 2 na 30 s<br />

(tabel 2)<br />

ß beheersen <strong>van</strong> ontsnapt product: de brandweer draait nooit zelf de afsluiter dicht maar<br />

kan wel helpen.<br />

47<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


ZONE 2:<br />

Voor zone 2 wordt de grens daar geplaatst waar de straling na 30 s nog minimaal 3 kW/m 2 bedraagt.<br />

Voor het betreden <strong>van</strong> deze zone gelden dezelfde restricties als voor de zone 1.<br />

Onderstaande grafiek toont de stralingsafstanden na 30 s voor verschillende leidingdia<strong>met</strong>ers<br />

voor zowel 10 kW/m 2 (ZONE 1) als voor 3 kW/m 2 (ZONE 2)<br />

Afstand [m]<br />

1000<br />

900<br />

800<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

Radiatie - na 30 s<br />

3 kW/m 2 en 10 kW/m 2 - in geval <strong>van</strong> totale breuk <strong>van</strong><br />

een aardgasleiding (Pmax - 80 bar)<br />

0<br />

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1100<br />

3 kW/m 2 10 kW/m 2<br />

Dia<strong>met</strong>er [mm]<br />

V.6.3. Ontstekingsgevaar bij gasontsnapping<br />

V.6.3.1.: Tabel 3<br />

Leidingdia<strong>met</strong>er<br />

in mm<br />

Opening<br />

ZONE 1<br />

Lengte Dispersiezone<br />

bij LEL = 5 vol%<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

Bronsterkte<br />

in kg/s bij<br />

guillotinebreuk.*<br />

na 1 s na 300 s Guillotine<br />

breuk<br />

ZONE 2<br />

Lengte Dispersiezone<br />

bij ERPG-2**<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

Weertype F2 D5 F2 D5 F2 D5 F2 D5<br />

100<br />

60 15<br />

200 300 60<br />

300 750 150<br />

400 1500 300<br />

500 De ontstekingsgrens ligt ruim 2500 420<br />

De gevarengrens ligt ruim binnen<br />

600 binnen de gevarengrenzen bij 3800 650<br />

de gevarengrenzen bij brand.<br />

700 brand.<br />

5200 900<br />

800 7100 1200<br />

900 9300 1600<br />

1000 12000 2000<br />

1200 16500 2750<br />

* Opmerking: LEL is de onderste explosiegrens en de bronsterkte voor een gat <strong>van</strong> 10 mm is maximaal 1 kg/s en relatief<br />

constant in de tijd.<br />

** ERPG-2: The ERPG-2 is the maximum airborne concentration below which it is believed that nearly all individuals could<br />

be exposed for up to 1 hr without experiencing or developing irreversible or other serious health effects or symptoms<br />

which could impair an individual’s ability to take protective action.<br />

48<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

V.6.3.2. Toelichtingen bij de zones<br />

Door het grote stijgvermogen <strong>van</strong> aardgas (relatieve dichtheid ten opzichte <strong>van</strong> lucht is 0.55)<br />

zullen de effecten <strong>van</strong> de gaswolk op grondniveau binnen een smal gebied blijven. Om deze reden<br />

zijn de waarden niet rele<strong>van</strong>t aangezien ze steeds zeer ruim binnen de effectgebieden vallen <strong>van</strong><br />

straling.<br />

Dit wordt in onderstaande figuur duidelijk geïllustreerd.<br />

1 0 0 0<br />

Dispersiecontouren na 30 s (~5800 kg/s), wind 0 m/s,<br />

krater 10.2 m, 1000 mm, 80 bar<br />

9 0 0<br />

8 0 0<br />

7 0 0<br />

hoogte [m]<br />

6 0 0<br />

5 0 0<br />

4 0 0<br />

3 0 0<br />

2 0 0<br />

1 0 0<br />

0<br />

- 140 - 1 20 - 100 - 80 - 60 - 40 - 20 0 20 40 60 80 100 120 140<br />

afstand [m]<br />

0 % 5 % 1 5 %<br />

Voor andere, zwaardere gassen, is deze tabel echter zeer belangrijk. Voor brandbare gassen<br />

bijvoorbeeld geeft Zone 1 de gaswolk aan waar de onderste explosiegrens bereikt werd. Bij ontsteking<br />

zullen de personen in deze zone in de vuurzee zitten en zeer ernstig gewond zijn <strong>met</strong> een<br />

grote kans op overlijden.<br />

Zone 2 geeft de gaswolk aan waar de explosie<strong>met</strong>er in alarm gaat, bijvoorbeeld bij 20% LEL.<br />

Verder wordt in de tabel een onderscheid gemaakt tussen een dagsituatie (weertype D5*) en een<br />

nachtsituatie (weertype F2*) evenals voor een guillotinebreuk en voor een gat <strong>van</strong> 10% <strong>van</strong> de<br />

20<br />

dia<strong>met</strong>er.<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

* Weertype F heeft betrekking op zeer stabiele atmosfeer. Weertype D heeft betrekking op<br />

neutrale atmosfeer. De cijfers 2 en 5 verwijzen naar de windsnelheid in m/s.<br />

2<br />

0<br />

10<br />

20<br />

30 40<br />

Straling [kW/m 2 ] 900 sec<br />

50<br />

60<br />

70<br />

Strali<br />

49<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


V.6.4. Drukeffecten bij gasontsnapping<br />

V.6.4.1. Tabel 4<br />

ZONE 1<br />

ZONE 2<br />

ZONE 3<br />

Leidingdia<strong>met</strong>er<br />

in mm<br />

Straal in m<br />

1 bar overdruk<br />

Straal in m<br />

0.1 bar overdruk<br />

Straal in m<br />

0.02 bar overdruk<br />

Opening<br />

Guillotine 10% Guillotine 10% Guillotine 10%<br />

breuk dia<strong>met</strong>er breuk dia<strong>met</strong>er breuk dia<strong>met</strong>er<br />

100 2<br />

3<br />

20<br />

200 2 10 100<br />

300 2 10 100<br />

400 2 10 100<br />

500 4 20 185<br />

600 4 Niet rele<strong>van</strong>t 20 Niet rele<strong>van</strong>t 185 Niet rele<strong>van</strong>t<br />

700 4 20 185<br />

800 4 20 185<br />

900 4 20 185<br />

1000 4 20 185<br />

1200 5 22 210<br />

V.6.4.2. Toelichtingen bij de zones<br />

De drukeffecten zijn op te splitsen in de effecten <strong>van</strong> de fysische explosie <strong>van</strong> de pijp en deze <strong>van</strong><br />

de gaswolkverbranding. De eerste zijn veel groter dan de tweede maar hebben slechts binnen<br />

zeer kleine afstanden <strong>van</strong> de breuk een aanzienlijk effect.<br />

Enkel de effecten bij 0.02 bar komen over een iets grotere afstand voor, doch steeds binnen de<br />

effecten <strong>van</strong> een brand. De gevolgen <strong>van</strong> een dergelijke overdruk zijn glasbreuk zonder echter<br />

scherfwerking te veroorzaken. Zonder dit effect te minimaliseren mogen we stellen dat het <strong>van</strong><br />

ondergeschikt belang is.<br />

Overdruk t.o.v. afstand, 1000 mm, 80 bar<br />

Volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km, kleppen gesloten na 60 s<br />

1000<br />

900<br />

800<br />

Overdruk [mbar]<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

0<br />

5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

Afstand [m]<br />

Max. ontstekingsdruk t.o.v. de afstand<br />

Bij breuk: druk t.o.v. de afstand (nog geen onsteking)<br />

50<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

Overdruk t.o.v. afstand, 100 mm, 80 bar<br />

Volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km, kleppen gesloten na 60 s<br />

1000<br />

900<br />

800<br />

Overdruk [mbar]<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

0<br />

5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

Afstand [m]<br />

Max. ontstekingsdruk t.o.v. de afstand<br />

Bij breuk: druk t.o.v. de afstand (nog geen onsteking)<br />

Tabel 5:<br />

De gevolgen <strong>van</strong> drukschade op mens en materieel.<br />

Druk in bar Schade<br />

Mens<br />

Materieel<br />

0.01 Incidentele ruitbreuk<br />

0.02 Tijdelijke gehoorschade<br />

0.03 Ruitbreuk (kans op dodelijke scherfwerking)<br />

1000<br />

900<br />

800<br />

700<br />

0.05 - 0.1 Vernieling daken en puien<br />

0.1 - 0.2 Omvallen Vernieling bakstenen muren 400<br />

0.2 Atmosferische opslagtanks beschadigd<br />

0.3 Scheuren trommelvlies Apparatuur beschadigd<br />

0.4 Vernieling betonmuur (20 cm)<br />

0.5 Omvallen volle ketelwagon<br />

1.0 Longschade<br />

2.0 Dood<br />

Overdruk [mbar]<br />

600<br />

500<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25<br />

Afstand [m]<br />

Max. Ignition Pressure vs. distance<br />

Rupture Pressure vs. distance (no fire)<br />

30<br />

51<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


V.6.5. Geluidseffecten bij gasontsnapping<br />

V.6.5.1. Tabel 6<br />

90 dBA<br />

Straal in m<br />

90 dBA<br />

Straal in m<br />

Leidingdia<strong>met</strong>er<br />

Leidingdia<strong>met</strong>er<br />

Leidingdia<strong>met</strong>er<br />

90 dBA<br />

Straal in m<br />

in mm<br />

in mm<br />

in mm<br />

100 75 500 150 900 250<br />

200 75 600 150 1000 250<br />

300 75 700 150 1200 250<br />

400 150 800 250<br />

V.6.5.2 Toelichting bij de waarden<br />

Het is belangrijk om weten dat het ontsnappen <strong>van</strong> gas bij een betekenisvol lek een enorm geluid<br />

kan geven:<br />

ß <strong>van</strong>af 80 dBA en hoger wordt communiceren op een afstand <strong>van</strong> 1 <strong>met</strong>er reeds moeilijk;<br />

ß <strong>van</strong>af 85 dBA moet gehoorsbescherming gedragen worden;<br />

ß 90 dBA is voor sommige frequenties reeds op de grens <strong>van</strong> de beschadigingslimiet <strong>van</strong> het<br />

gehoor.<br />

Op de gekozen grens <strong>van</strong> 90 dBA (dit is een 10 maal harder geluid dan 80 dBA) zullen de communicatie<br />

tussen de hulpverleners en de interventie sterk gehinderd worden door dit geluid. Het<br />

geluid is zelfs <strong>van</strong> die aard dat een paniekreactie kan optreden bij de bevolking waardoor ze zich<br />

in grotere gevaren gaat storten.<br />

V.7. De Actiekaart aardgas Pijpleidingen > 14,7 bar<br />

Uitgangspunten die de finale opstelling <strong>van</strong> de Actiekaart Aardgas hebben beïnvloed:<br />

ß de actiekaart is wat de naam zegt: zij is bestemd voor directe actie en de makers hebben er<br />

voor gekozen om uitsluitend rele<strong>van</strong>te en direct bruikbare informatie op de actiekaart te<br />

vermelden;<br />

ß grafisch werd ervoor gezorgd dat het onderscheid tussen een situatie bij brand en een<br />

situatie waarop er nog geen ontsteking is <strong>met</strong>een duidelijk is en dat de in overweging te<br />

nemen waarden ook visueel worden uitgebeeld;<br />

ß drukeffecten werden niet op de kaart weerhouden aangezien ze steeds ruim binnen de<br />

effectafstanden bij gasontsnapping (brand of geen brand) vallen.<br />

52<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


3 Effectafstanden<br />

Actiekaart 1: aardgas<br />

Interventies bij HD (> 14,7 bar) ondergrondse aardgas<strong>pijpleidingen</strong><br />

3 Acties<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de leidingdia<strong>met</strong>er die indien nodig op te vragen is bij Fluxys.<br />

Neem bij onzekerheid de afstand behorende bij de eerstvolgende grotere leidingdia<strong>met</strong>er<br />

Stralingseffecten: Berekeningen bij startdruk <strong>van</strong> 80 bar, vrije, verticale uitstroom! Geen wind!<br />

Tabel 1 :<br />

opening<br />

Leiding- Geluid<br />

dia<strong>met</strong>er 90 dbA<br />

in mm Straal in m<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

Zone 1<br />

Straal in m<br />

HBD<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

Zone 2<br />

Straal in m<br />

3 kW/m 2 na 300 s<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

B r a n d<br />

Guillotine<br />

breuk<br />

Zone 3<br />

Straal in m<br />

10%<br />

dia<strong>met</strong>er<br />

100 75 30 50 5 6 60 90 11 11 100 100 50 50<br />

200 75 60 100 7 11 140 210 24 24 200 200 50 50<br />

300 75 80 150 10 16 220 320 37 37 300 300 50 50<br />

400 150 110 200 12 21 290 430 49 49 400 400 100 100<br />

500 150 130 240 15 27 360 520 64 64 500 500 100 100<br />

600 150 140 290 16 33 430 610 78 78 600 600 100 100<br />

700 150 160 340 19 39 500 700 92 92 700 700 150 150<br />

800 250 180 380 21 45 570 780 106 106 800 800 150 150<br />

900 250 190 430 23 51 640 870 121 121 900 900 150 150<br />

1000 250 210 470 25 57 710 960 135 135 1000 1000 150 150<br />

1200 250 230 560 29 68 800 1130 160 160 1200 1200 200 200<br />

Zone 1 10 kW/m 2 na 30 s Zone 2 3 kW/m 2 na 30 s Zone 3<br />

G e e n b r a n d<br />

n Blijf bovenwinds<br />

n Voer explosiegevaars- en zuurstof<strong>met</strong>ingen uit <strong>met</strong> adembescherming<br />

en volledige interventiekledij, en activeer indien mogelijk het meetplan.<br />

Specifieke acties voor aardgas<br />

n Ontstekingsbronnen indien mogelijk verwijderen<br />

n Laat bij aankomst alle elektrische apparatuur achter in de auto.<br />

n In geval het gas brandt: niet blussen.<br />

n Nevenbranden buiten de zone 1 (<strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> eigen<br />

veiligheid) blussen.<br />

n Bescherming bieden aan aangestraalde structuren <strong>met</strong> nevelstralen.<br />

Ontsteking <strong>van</strong> het gas (fakkelbrand)!<br />

Ga nooit in Zone 1!<br />

Ga, indien strikt noodzakelijk, enkel in de zone 2 <strong>met</strong> interventiekledij, adembescherming<br />

en hittewerende kledij voor specifieke actie zoals<br />

- reddingen <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> eigen veiligheid en <strong>met</strong> minimale personeelssterkte!<br />

- acties teneinde het ontsnapt product te beheersen (o.a. hulp bij dichtdraaien<br />

afsluiter–brandweer doet dit nooit zelf!)<br />

Uitgestelde evacuatie = personen die zich binnen zone 2 bevinden en beschermd<br />

zijn door een gebouw worden binnen gehouden (De evacuatie wordt<br />

uitgesteld totdat de stralingsintensiteit beduidend gedaald is!)<br />

Nog geen ontsteking <strong>van</strong> het gas!<br />

Ga nooit in zone 1 tenzij <strong>met</strong> interventiekledij, adembescherming en<br />

eventueel hittewerende kledij om<br />

- preventieve evacuaties en<br />

- acties teneinde het ontsnapt product te beheersen (o.a. hulp bij dichtdraaien<br />

afsluiter–brandweer doet dit nooit zelf!)<br />

i. preventieve evacuaties = evacuatie <strong>van</strong> alle personen binnen de HBD en <strong>van</strong><br />

de niet door gebouwen en structuren beschermde personen in zone 2, <strong>met</strong><br />

inachtneming <strong>van</strong> eigen veiligheid en <strong>met</strong> minimale personeelssterkte!<br />

ii. uitgestelde evacuatie = personen die zich binnen zone 2, maar buiten de HBD,<br />

bevinden en beschermd zijn door een gebouw worden binnen gehouden (De<br />

evacuatie wordt uitgesteld totdat de stralingsintensiteit beduidend gedaald is!)<br />

Bij gasontsnapping: De ontstekingsgrens ligt ruim binnen de gevarengrenzen bij brand.<br />

Drukeffecten: Liggen binnen de gevarengrenzen bij brand.<br />

ZONE 1: de verboden zone wordt omschreven als de zone <strong>met</strong> een hoge kans op letaliteit, die enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risico-afweging en <strong>met</strong> de vereiste<br />

beschermende kledij mag betreden worden.<br />

ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende kledij en <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid (= Rode zone KB).<br />

ZONE 3: de isolatiezone: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen <strong>van</strong> buitenaf naar binnengaan. Wie binnen deze zone is mag er blijven. Personen die uit binnengelegen zones<br />

geëvacueerd werden moeten minstens tot buiten deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB)


Actiekaart 1: aardgas<br />

Interventies bij HD (> 14,7 bar) ondergrondse aardgas<strong>pijpleidingen</strong><br />

3 Verwittig<br />

3 In te vullen door het korps<br />

n Alarmeer de ploegen en de officieren volgens de lokale procedure.<br />

n Schaal op bij twijfel inzake in te zetten middelen<br />

0800 90102 100 / 112 101<br />

Fluxys HC 100 en AGS Politie<br />

n Geef de juiste locatie door: Merkpaal, adres ....<br />

n Groot lek aan hoge/middendrukleiding : ‡ Kondig het Nood- en InterventiePlan<br />

af (gemeentelijke niveau)!<br />

n Procedure ongevallen gevaarlijke stoffen toepassen!<br />

n Verwittig buurbedrijven of rechtstreeks aangesloten bedrijven.<br />

Druk:<br />

Dia<strong>met</strong>er: .......................................................................................................................<br />

Afsluitpost:<br />

variabele afstanden, sluit op ............. s, manueel/afstandsbediend/automatisch<br />

te sluiten<br />

Aangesloten bedrijven: ..............................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

3 Informatie Gas<br />

Mogelijke Risico’s<br />

n Hitte<br />

n Drukeffecten Enkel significant in besloten ruimten of op korte afstanden<br />

n Scherfwerking<br />

n Lawaai<br />

n Verstikking<br />

n Bevriezing<br />

..........................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

Luchtbaken en merkpaal: ..........................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

Product : Aardgas<br />

n gasvormig in de leiding - gasvormig bij ontsnappen uit de leiding<br />

n UN nr. 1971 Casnr. 74-82-8 Gevi 23<br />

n explosiegrenzen 5-15 vol%- explosie<strong>met</strong>er type IIC T1 - minimum<br />

ontstekingsenergie 0.28 mJ<br />

n zal fakkelbrand geven. geelrood gekleurde vlam <strong>met</strong> roetvorming<br />

n afkoeling bij ontspanning: ong. 1°C per 2 bar drukdaling - ophopen in<br />

lagere delen uitzonderlijk mogelijk bij nevelig, koud en rustig weer.<br />

Waarnemingen<br />

n kleurloos bij klein lek - witte opstijgende wolk bij groot lek<br />

n geurloos - bij midden- en hoge druk zijn geen geurstoffen toegevoegd<br />

onzuiverheden kunnen geroken worden bij hoge concentraties<br />

Traject en cartografie: ................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

Andere informatie<br />

..........................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................


Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />

Nog geen ontsteking!<br />

………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er<br />

<strong>Veiligheid</strong>safstanden bij gasontsnapping<br />

HBD 3 kW/m 2 na 30 s<br />

GEEN BRAND<br />

binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht<br />

Bescherming<br />

binnenshuis<br />

Personen binnen deze zone<br />

kunnen er blijven<br />

Preventieve evacuatie<br />

buiten zone<br />

3 kW/m 2 na 30 s<br />

Preventieve evacuatie<br />

buiten zone<br />

3 kW/m 2 na 30 s<br />

Uitgestelde evacuatie<br />

buiten zone<br />

3 kW/m 2 na 30 s<br />

Preventieve evacuatie<br />

buiten zone<br />

3 kW/m 2 na 30 s<br />

actie brandweer mits gepaste bescherming<br />

Effectief ontsteking!<br />

………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er<br />

<strong>Veiligheid</strong>safstanden bij brand<br />

HBD 3 kW/m 2 na 300 s<br />

B R A N D<br />

binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht<br />

Bescherming<br />

binnenshuis<br />

Verboden zone<br />

Personen binnen deze zone<br />

kunnen er blijven<br />

Uitgestelde evacuatie<br />

buiten zone<br />

3 kW/m 2 na 300 s<br />

Evacuatie<br />

buiten zone<br />

3 kW/m 2 na 300 s<br />

actie brandweer mits gepaste bescherming<br />

Guillotinebreuk* / lek 10% <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er* (* schrappen wat niet <strong>van</strong> toepassing is)<br />

Brandweerkorps :<br />

Product : Aardgas<br />

Dia<strong>met</strong>er leiding :<br />

Druk :<br />

Verwittig : Fluxys 0800 90102 HC 100 en AGS 100 / 112 Politie 101<br />

= actie brandweer mits gepaste bescherming<br />

LEGENDE<br />

55<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


DEEL VI: VOORBEELDEN VAN GASINCIDENTEN<br />

We geven eerst een uitgewerkt fictief voorbeeld. Daarna vatten we een aantal waar gebeurde<br />

cases samen ter illustratie. De eerste waar gebeurde case wordt volledig beschreven <strong>van</strong>uit het<br />

oogpunt <strong>van</strong> de hulpdiensten. De andere cases zijn een weergave <strong>van</strong> de feitelijke gegevens<br />

(oorzaak, technische informatie...).<br />

VI. 1. Fictief incident aan “HD aardgaspijpleiding” te Kasterlee<br />

VI.1.1. Informatie<br />

Om 9.00 u op een maandagmorgen in de zomer <strong>van</strong> 2006 rijdt een postbode <strong>met</strong> zijn voertuig in<br />

de straat genaamd “Lage Rielen” te Kasterlee. Ter hoogte <strong>van</strong> de gascabine ruikt hij een sterke<br />

gasgeur. Hij vervolgt zijn weg en een 100-tal <strong>met</strong>er verder stopt hij en belt <strong>met</strong> zijn gsm naar de<br />

100-centrale.<br />

Beeld 1<br />

De 100-centrale verwittigt om 9.02 u het territoriaal bevoegde brandweerkorps Kasterlee <strong>met</strong> de<br />

melding:<br />

56<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />

“Er wordt een sterke gasgeur waargenomen ter hoogte <strong>van</strong> de gascabine gelegen Lage Rielen<br />

te Kasterlee”<br />

Om 9.07 u vertrekt de brandweer Kasterlee <strong>met</strong> een halfzware autopomp <strong>met</strong> 6 personen aan<br />

boord waar<strong>van</strong> één de graad <strong>van</strong> sergeant heeft die optreedt als bevelvoerder.<br />

Cartografie ondergrondse leidingen<br />

Gezien op het grondgebied Cartographie Kasterlee des een conduites “HD-aardgaspijpleiding” sous-terraines ligt (dia<strong>met</strong>er 900 mm) <strong>met</strong> 2<br />

RIJKEVORSEL<br />

aftakkingen waar<strong>van</strong> één aftakking in de buurt ligt <strong>van</strong> de straat “Lage Rielen” is de bevelvoerder<br />

zeer alert en neemt zijn actiekaart “ondergrondse <strong>pijpleidingen</strong>: aardgas”.<br />

N<br />

N<br />

8/6 8/7<br />

REST<br />

ARENDONK<br />

S-Z<br />

S-Z<br />

OUD-TURNHOUT<br />

BEERSE<br />

VOSSELAAR<br />

TURNHOUT<br />

N<br />

N<br />

16/2 16/3<br />

8/8 S-Z<br />

S-Z<br />

S-Z<br />

RETIE<br />

N<br />

N<br />

16/6 16/7<br />

LILLE<br />

16/3 N<br />

16/4 N 17/1 N<br />

DESSEL<br />

Printed 8 x 5 km Maps<br />

Top10r 8 x 5 km Maps<br />

KASTERLEE<br />

Top10r 8 x 10 km Maps<br />

Fire Zone<br />

VORSELAAR<br />

16/3 S-Z<br />

MOL<br />

Operators of pipelines<br />

FLUXYS NV/SA<br />

HERENTALS<br />

OLEN<br />

GEEL<br />

HERENTHOUT<br />

Beeld 2<br />

MEERHOUT<br />

Brandweerdienst/Service d'incendie<br />

Kasterlee<br />

57<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


Beeld 3<br />

VI.1.2.Opeenvolging <strong>van</strong> de acties<br />

Wat moet de bevelvoerder doen of zeker niet doen?<br />

Welke acties moet hij ondernemen?<br />

Waar moet hij aandacht voor hebben?<br />

1. Voor het vertrek<br />

1.1. Verwittig officier <strong>van</strong> wacht en dienstchef<br />

1.2. Schaal op volgens de lokale procedure<br />

1.3. Verwittig Fluxys op het nummer 0800 90102 (Beeld 4-5)<br />

1.4. Verwittig HC 100 en vraag AGS te verwittigen<br />

58<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />

Beeld 4 Beeld 5<br />

2. Tijdens het aanrijden<br />

1.5. Briefing manschappen in het voertuig<br />

1.6. Vraag naar de windrichting<br />

1.7. Rijd bovenwinds aan; aanrijroute bepalen<br />

1.8. Schat afstand in waar er moet gestopt worden of maak gebruik <strong>van</strong> de op voorhand<br />

ingevulde fiche pagina 55.<br />

ß Zie actiekaart: dia<strong>met</strong>er leiding 900 mm<br />

ß Er is nog geen ontsteking gemeld<br />

ß We weten nog niet of het een lek betreft of het een guillotinebreuk is, dus uitgaan <strong>van</strong><br />

de worst-case: guillotinebreuk<br />

ß We kijken in de kolom <strong>van</strong> zone 2<br />

ß Resultaat: 900 m (aan de rand <strong>van</strong> zone 2)<br />

3. Ter plaatse (900 m bovenwinds)<br />

1.9. Geef de juiste locatie door aan het HC 100 en FLUXYS; dit a.d.h.v. de merkpaal en het<br />

juiste adres:<br />

straat: Lage Rielen te Kasterlee;<br />

merkpaal 130 (zie beeld 6-7)<br />

station nr. 4 01200 (zie beeld 5)<br />

59<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


Beeld 6 Beeld 7<br />

1.10. Neem contact <strong>met</strong> de burgemeester voor afkondiging gemeentelijke fase <strong>van</strong> het NIP<br />

1.11. Motorkapoverleg (opstart CP-OPS)<br />

1.12. Volledige interventiekledij <strong>met</strong> adembescherming<br />

1.13. Voer <strong>met</strong>ingen uit op explosiegevaar!<br />

1.14. Laat alle elektrische apparatuur in de wagen!<br />

1.15. Evacueer alle personen binnen zone 1 en zone 2 die niet beschermd zijn door gebouwen<br />

of structuren. (zie cirkels: beeld 8):<br />

Jeugdcentrum “de Hoge Rielen”, 3 de Bataljon Paracommando, Sportterreinen Prijstraat<br />

Beeld 8<br />

60<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />

4. Aankomst officier <strong>van</strong> wacht<br />

1.16. Briefing <strong>van</strong> de situatie<br />

1.17. Briefing <strong>van</strong> de reeds gedane acties<br />

1.18. Kondig preventief het MIP af<br />

1.19. Bespreking resultaten verkenning<br />

5. Aankomst AGS<br />

1.20. Vraag om advies ivm peri<strong>met</strong>ers<br />

1.21. Bijsturing <strong>van</strong> de vastgelegde peri<strong>met</strong>ers<br />

1.22. Advies ivm de nog te ondernemen acties in functie <strong>van</strong> evacuaties<br />

1.23. Advies ivm assistentie personen <strong>van</strong> Fluxys<br />

1.24. Contact <strong>met</strong> Fluxys ivm afsluiting leiding<br />

VI.2. Case 1: breuk <strong>van</strong> een gastransportleiding nabij een flatgebouw (VS)<br />

VI.2.1. Samenvatting incident<br />

In de aanloop <strong>van</strong>...<br />

Omstreeks 23 uur breekt een aardgastransportleiding <strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 904 mm en onder<br />

een druk <strong>van</strong> 62 bar in de buurt <strong>van</strong> een appartementsgebouw <strong>met</strong> 1.500 bewoners. Het ontsnappende<br />

gas ontstak en deed een vuurbal ontstaan <strong>van</strong> 300 m hoog en een krater <strong>van</strong> goed 6 m<br />

diep. Een stuk <strong>van</strong> de pijpleiding werd 80 m verder in een appartement gekatapulteerd en verwondde<br />

een volwassene en twee kinderen.<br />

Zeer snel bereikten tal <strong>van</strong> tegenstrijdige berichten de noodcentrale 911. Er werd gewag gemaakt<br />

<strong>van</strong> explosies, gebroken glas, tal <strong>van</strong> gewonden. Tegelijkertijd ontving de politie meldingen <strong>van</strong><br />

auto- en inbraakalarmen die afgingen. Doordat het vuur extreem groot was en zichtbaar <strong>van</strong> op<br />

grote afstand waren ook de meldingen tegenstrijdig m.b.t. de exacte locatie en rukten verschillende<br />

brandweerkorpsen uit in verkeerde richtingen. De bevelvoerder <strong>van</strong> de brandweer riep alle<br />

manschappen die niet <strong>van</strong> wacht waren op om zich aan te melden.<br />

Inmiddels werden technici <strong>van</strong> de pijpleidingbeheerder erop uitgestuurd omdat in het controlecentrum<br />

een drukdaling was vastgesteld aan een onbemand compressiestation, ongeveer 19 km ten<br />

westen <strong>van</strong> de breuk. Een medewerker <strong>van</strong> de gasmaatschappij, die naar het appartementsgebouw<br />

was gestuurd, begreep snel dat er iets mis was <strong>met</strong> een gastransportleiding.<br />

Actie <strong>van</strong> de brandweer<br />

De doelstellingen waren (in volgorde <strong>van</strong> belangrijkheid):<br />

ß de burgers in het appartementsgebouw redden en medische zorgen verstrekken;<br />

ß het complex ontruimen;<br />

ß de omgeving afsluiten als een verboden zone;<br />

ß de situatie onder controle houden tot de gasmaatschappij de brand kan isoleren.<br />

61<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


Toen hij een tweede alarm ontving, nam de bevelvoerder <strong>van</strong> de brandweer de leiding en richtte<br />

een CP-OPS op en dat op ongeveer 1.200 m <strong>van</strong> de plaats <strong>van</strong> het incident. Gezien de om<strong>van</strong>g en<br />

impact <strong>van</strong> het incident vroeg de bevelvoerder <strong>met</strong>een afgevaardigden <strong>van</strong> andere disciplines om<br />

zich naar de CP-OPS te begeven. De bevelvoerder besloot om voor de ramp twee operationele<br />

entiteiten op te richten: één om de evacuatie uit het appartementscomplex te organiseren en één<br />

om de brand onder controle te houden nabij de pijpleidingbreuk. Zodra de gasmaatschappij de<br />

juiste plaats <strong>van</strong> de breuk had gedetecteerd trad een standaard procedure in werking. Er werden<br />

ploegen samengesteld om de toevloed <strong>van</strong> gas te stoppen door stroomopwaarts af te sluiten.<br />

Nadat de leiding stroomopwaarts werd afgesloten bleef het vuur nog ongeveer 5 uur duren door<br />

resterend gas in de leiding. De operaties werden ongeveer 12 uur na de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het incident<br />

beëindigd.<br />

VI.2.2. Beoordelingen<br />

Uit een rapport <strong>van</strong> de National Transportation Safety Board (USA) dat werd gevoerd over de<br />

afgelopen tien jaar, blijkt dat bij heel wat pijpleiding<strong>incidenten</strong> een vertraagde reactie <strong>van</strong> de<br />

hulpdiensten werd gemerkt. De reden daarvoor is wellicht te vinden in het feit dat heel wat<br />

meldingen betrekking hebben op een “geur in de omgeving”. Wanneer de eerste hulpverleners ter<br />

plaatse komen voor een onderzoek, gebeurt het vaak dat de geur aan een andere (verkeerde)<br />

bron wordt toegeschreven, bijvoorbeeld een fabriek of een raffinaderij in de omgeving. In veel<br />

gevallen ging de brandweer meer dan eens naar dezelfde plaats zonder de geur te kunnen thuisbrengen.<br />

Het zou dus beter zijn dat bij meldingen m.b.t. een ‘geur’, de gasmaatschappij <strong>met</strong>een<br />

wordt gewaarschuwd.<br />

Zodra de reddingsacties werden ondernomen en beschermende maatregelen voor de bevolking<br />

werden genomen is dit incident eigenlijk niets meer dan een grote fakkelbrand, die zal afnemen<br />

en uiteindelijk doven nadat de gastoevoer is gestopt en wanneer het gas is opgebruikt. Afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de pijpleiding en de afstand tussen het lek en het compressiestation kan het<br />

vuur nog lang blijven branden.<br />

Hulpdiensten mogen nooit proberen om een hoge druk aardgaspijpleiding zelf af te sluiten tenzij<br />

onder leiding en in aanwezigheid <strong>van</strong> personeel <strong>van</strong> pijpleidingbeheerder. Het afsluiten op een<br />

ondoordachte manier kan rampen doen ontstaan die veel groter zijn dan het oorspronkelijk<br />

incident. Incidenten <strong>van</strong> deze om<strong>van</strong>g vereisen een multidisciplinair optreden. Onder leiding <strong>van</strong><br />

de bevelvoerder moeten verschillende korpsen, disciplines en betrokkenen hun krachten bundelen.<br />

Aard<br />

substantie<br />

dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />

nominale wanddikte<br />

druk<br />

kraterdiepte<br />

ontstekingstijd<br />

vuurbal<br />

Waarde<br />

aardgas<br />

904 mm<br />

ongekend<br />

62 bar<br />

6 m<br />

vrijwel <strong>met</strong>een<br />

300 m hoog<br />

62<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />

VI.3. Case 2: breuk <strong>van</strong> een gaspijpleiding in Louisiana (2 maart 1974)<br />

VI.3.1. Samenvatting incident<br />

Op 2 maart 1974 ontstaat er een brand als gevolg <strong>van</strong> een pijpleidingbreuk in Monroe, Louisiana.<br />

Er vielen bij de brand geen slachtoffers. De breuk deed zich voor als gevolg <strong>van</strong> een ontoereikende<br />

lasverbinding die niet gedetecteerd werd. De pijpleiding liep onder een snelweg.<br />

Zodra de breuk zich voordeed, sloten de stroomopwaartse afsluitkleppen automatisch. De stroomafwaartse<br />

afsluitkleppen faalden o.a. omwille <strong>van</strong> de afstand ten aanzien <strong>van</strong> de breuk en de ruwe<br />

afstelling <strong>van</strong> de kleppen. Het gas ontstak nagenoeg onmiddellijk en het vuur werd gevoed door<br />

terugstromend gas. Stroomafwaarts bleef het pompstation actief om de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de gasontsnapping<br />

te beperken.<br />

De gaspijpleiding die vrij door een ommanteling liep, was herhaaldelijk onder druk gekomen door<br />

de kleigrond die telkens ging zwellen bij nat weer en kromp en brak bij droogte. Mogelijk zijn er<br />

ook beschadigingen opgetreden bij het ‘zich zetten’ <strong>van</strong> de pijpleiding.<br />

Na het incident rees de vraag of het nog wenselijk is om <strong>pijpleidingen</strong> in een mantel onder een<br />

autosnelweg toe te laten. In dit geval is de mantel zelf vermoedelijk mee verantwoordelijk voor<br />

het incident. Er werd geopperd dat het beter zou zijn om gebruik te maken <strong>van</strong> dubbelwandige<br />

<strong>pijpleidingen</strong> <strong>met</strong> een dikkere wand en 100 % <strong>met</strong> laser gelaste naden. De pijpleiding zou ook<br />

dieper onder het wegdek moeten liggen.<br />

VI.3.2. Beschikbare technische gegevens case 2<br />

Aard<br />

substantie<br />

dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />

nominale wanddikte<br />

druk<br />

ingraafdiepte<br />

lengte pijpleiding<br />

lengte breuk<br />

kraterlengte<br />

kraterbreedte<br />

kraterdiepte<br />

ontstekingstijd<br />

verbrande oppervlakte<br />

Waarde<br />

aardgas<br />

762 mm<br />

11 mm<br />

56 bar<br />

1,95 m<br />

71,6 km<br />

12 m lengte<br />

20 m<br />

15 m<br />

7,6 m<br />

vrijwel <strong>met</strong>een<br />

210 m zuidwaarts<br />

verhitte oppervlakte 40.500 m 2<br />

weersomstandigheden<br />

regenachtig<br />

63<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


VI.4. Case 3: doorboring <strong>van</strong> een aardgasleiding in Missouri (12 juni 1978)<br />

VI.4.1. Samenvatting incident<br />

Op 12 juni 1978 doorboort een graafwerker een aardgaspijpleiding in Kansas City. Het betrof een<br />

aardgasleiding <strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 273 mm en een wanddikte <strong>van</strong> 5,5 mm. De bediener <strong>van</strong> de<br />

graafmachine had nagelaten om de aardgasleiding te lokaliseren door vooraf testgaten te maken.<br />

Op het moment <strong>van</strong> het doorboren <strong>van</strong> de leiding kwam er niet <strong>met</strong>een een ontsteking. Het<br />

ontsteken gebeurde veel later, toen werkmannen aan de slag waren om het lek te herstellen. Het<br />

vuur ontstak als gevolg <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> handgereedschappen om klei <strong>van</strong> de pijpleiding te<br />

verwijderen. De ontsteking kwam er wellicht door een vonk uit het handgereedschap. Er vielen<br />

geen dodelijke slachtoffers maar twee werkmannen werden gewond.<br />

De evolutie <strong>van</strong> de druk in de leiding: de druk in de leiding bedroeg vóór de doorboring 9,1 bar.<br />

Goed 35 minuten voor de ontsteking was de druk gezakt tot 7,7 bar en daalde <strong>met</strong> 0,028 bar per<br />

minuut. Zodra de gas werd afgesloten doofde het vuur bijna onmiddellijk uit.<br />

Bij dit incident werden tal <strong>van</strong> verantwoordelijkheden aan de kaak gesteld. De bediener <strong>van</strong> het<br />

graaftoestel had nagelaten om de leiding precies te lokaliseren. De aannemer had geen goede<br />

instructies gegeven aan de bediener. De gasmaatschappij had gefaald in haar opdracht om haar<br />

medewerkers adequaat op te leiden, liet toe dat ongeschikt gereedschap werd gebruikt en beschikte<br />

niet over een procedure om te bepalen welke druk veilig is om werken uit te voeren.<br />

VI.4.2. Beschikbare technische gegevens case 3<br />

Aard<br />

substantie<br />

dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />

nominale wanddikte<br />

druk<br />

ingraafdiepte<br />

lengte pijpleiding<br />

lengte breuk<br />

kraterlengte<br />

kraterbreedte<br />

kraterdiepte<br />

ontstekingstijd<br />

tijd <strong>van</strong> afsluiten<br />

tijd om te doven (opbranden)<br />

weersomstandigheden<br />

vuurbal<br />

Waarde<br />

aardgas<br />

273 mm<br />

5,5 mm<br />

9,1 bar<br />

ongekend<br />

3200 m + 600 m<br />

127 mm lang<br />

geen<br />

geen<br />

geen<br />

1 u 45 min na breuk<br />

2 u 7 min<br />

vrijwel <strong>met</strong>een<br />

regenachtig<br />

15 m hoge vuurbal<br />

64<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


VI.5. Case 4: leidingbreuk in Jackson Louisiana (25 november 1984)<br />

VI.5.1. Samenvatting incident<br />

Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />

Op 25 november 1984 werden werken uitgevoerd op een kruispunt <strong>van</strong> aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in<br />

Jackson Louisiana. Een pijpleiding brak ingevolge graafwerken en op het moment dat delen <strong>van</strong><br />

twee bestaande parallelle <strong>pijpleidingen</strong> werden ver<strong>van</strong>gen. De oorspronkelijke <strong>pijpleidingen</strong><br />

werden anderhalve <strong>met</strong>er opgetild om de nieuwe stukken te kunnen lassen. Wanneer de pijpleiding<br />

teruggeplaatst werd, bleef ze echter op ongeveer 60 cm boven haar oorspronkelijke stand.<br />

De ruimte onder de pijpleiding was opgevuld <strong>met</strong> los zand. De pijpleiding werd opnieuw ingegraven.<br />

Vooraleer het ingraven voltooid was, werd opnieuw druk op de leiding gezet. De pijpleiding<br />

begaf het onder de druk <strong>van</strong> de graafmachines die op de amper ondersteunde pijpleiding stonden.<br />

5 medewerkers <strong>van</strong> de graaffirma kwamen om en 23 anderen werden ernstig gewond.<br />

De breuk vond plaats om 13 uur en de ontsteking volgde nagenoeg onmiddellijk. De kleppen<br />

werden gesloten op ongeveer 5 km zuidwaarts om 13.02 uur. Om 13.03 werd de brandweer verwittigd.<br />

Om 13.14 uur arriveerde de brandweer maar de hitte was te groot om de plaats <strong>van</strong> het<br />

incident te naderen. De oppervlakte die verbrandde naar aanleiding <strong>van</strong> de fakkelbrand was<br />

indrukwekkend: 290 m noordwaarts, 152 m zuidwaarts, 55 m oost- en westwaarts. De wind kwam<br />

uit het Zuid-Oosten.<br />

VI.5.2. Beschikbare technische gegevens case 4<br />

Aard<br />

substantie<br />

dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />

nominale wanddikte<br />

druk<br />

ingraafdiepte<br />

lengte pijpleiding<br />

lengte breuk<br />

kraterlengte<br />

kraterbreedte<br />

kraterdiepte<br />

ontstekingstijd<br />

tijd <strong>van</strong> afsluiten<br />

tijd om te doven (opbranden)<br />

weersomstandigheden<br />

fakkelbrand<br />

Waarde<br />

aardgas<br />

762 mm<br />

7,92 mm<br />

71,4 bar<br />

vermoedelijk 90 cm<br />

ongekend<br />

ongekend<br />

27,5 m<br />

7,6 m<br />

3 m<br />

vrijwel <strong>met</strong>een<br />

2 minuten<br />

zeer snel<br />

mistig<br />

100 m vlamlengte<br />

65<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


LIJST MET AFKORTINGEN<br />

Afkorting Verklaring<br />

°C graden Celcius<br />

ADCV<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> de Civiele <strong>Veiligheid</strong><br />

AGIV<br />

Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen<br />

AGS<br />

Adviseur Gevaarlijke Stoffen<br />

bar<br />

eenheid <strong>van</strong> druk: 100.000 Pascal<br />

BS<br />

Belgisch Staatsblad<br />

BVV<br />

Brandweer Vereniging Vlaanderen<br />

Cas nr<br />

Chemical Abstract Service nummer<br />

CP-Ops<br />

CommandoPost - Operaties<br />

CWATUP<br />

Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine<br />

dBA<br />

decibel A<br />

DNB<br />

Distributienetbeheerder<br />

EGIG<br />

European Gas Pipeline Incident Data Group<br />

ERPG<br />

Emergency Response and Planning Guidelines<br />

Fetrapi<br />

Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleiding<br />

FOD<br />

Federale overheidsdienst<br />

GeVi<br />

Gevaarsidentificatie nummer<br />

HBD<br />

House Burning Distance<br />

HC 100 Hulpcentrum 100<br />

HD<br />

Hoge Druk (boven 14.7 bar)<br />

K<br />

Kelvin<br />

KB<br />

Koninklijk Besluit<br />

KLB<br />

Kabel- en Leidingbeheerder<br />

KLIM<br />

Kabels- en Leidingen Informatie Meldpunt<br />

KLIP<br />

Kabels- en Leidingen Informatie Portaal<br />

km<br />

kilo<strong>met</strong>er<br />

KMO<br />

Kleine en Middelgrote Ondernemingen<br />

KVGB<br />

Koninklijke Vereniging <strong>van</strong> Belgische Gasvaklieden<br />

kW/m 2<br />

kilowatt per vierkante <strong>met</strong>er<br />

KWS<br />

koolwaterstof<br />

LEL<br />

Lower Explosion Limit - Onderste explosiegrens<br />

m<br />

<strong>met</strong>er<br />

mbar<br />

millibar<br />

MD<br />

Midden Druk<br />

min.<br />

minuten<br />

MIP<br />

Medisch InterventiePlan<br />

mJ<br />

millijoule<br />

mm<br />

milli<strong>met</strong>er<br />

NIP<br />

Nood- en Interventieplan<br />

NMP<br />

Nationale Maatschappij <strong>van</strong> de Pijpleidingen<br />

OGS<br />

Ongeval Gevaarlijke Stoffen<br />

PIBA<br />

Provinciaal Instituut voor Brandweer- en Ambulanciersopleiding<br />

s<br />

seconde<br />

UN nr.<br />

UNO nummer<br />

66<br />

<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1


Notities<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

67<br />

Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1


Verantwoordelijke uitgever: Christine Breyne, Directeur-generaal<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> de Civiele <strong>Veiligheid</strong><br />

Leuvenseweg 1-3, 1000 Brussel

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!