Bestrijding van incidenten met pijpleidingen - Infopunt Veiligheid
Bestrijding van incidenten met pijpleidingen - Infopunt Veiligheid
Bestrijding van incidenten met pijpleidingen - Infopunt Veiligheid
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
FOD Binnenlandse Zaken<br />
Algemene Directie <strong>van</strong> de Civiele <strong>Veiligheid</strong><br />
Handleiding<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong><br />
<strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />
Algemene actiekaarten<br />
&<br />
Actiekaart Aardgas<br />
juni 2007 - versie 2.1
Algemene inleiding<br />
Na de gasramp <strong>van</strong> Gellingen werd een werkgroep aangesteld waarin naast<br />
afgevaardigden <strong>van</strong> de brandweer eveneens medewerkers <strong>van</strong> de pijpleidingbeheerders<br />
vertegenwoordigd waren. Fetrapi heeft de gasleidingen in<br />
kaart gebracht en de digitale bestanden overgedragen aan de Algemene<br />
Directie Crisiscentrum <strong>van</strong> de Federale Overheidsdienst Binnenlandse<br />
Zaken. De ligging <strong>van</strong> de leidingen kennen is één ding, weten wat te doen bij<br />
een incident is nog wat anders.<br />
Eén <strong>van</strong> de hoofddoelstellingen <strong>van</strong> de werkgroep bestond in de opstelling<br />
<strong>van</strong> de ‘Actiekaart: Interventies bij HD (>14,7 bar) aardgas<strong>pijpleidingen</strong>’. De<br />
‘Actiekaart’ vormt dan ook het centraal gegeven <strong>van</strong> deze cursus, die tot<br />
doel heeft bevelvoerders (en andere betrokkenen) een beter inzicht te<br />
geven in de risico’s <strong>van</strong> en het omgaan <strong>met</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong> waarbij<br />
gas of andere gevaarlijke producten betrokken zijn. Het is de bedoeling om<br />
voor alle gevaarlijke producten actiekaarten te creëren.<br />
De makers <strong>van</strong> deze cursus hebben er bewust voor gekozen om niet te<br />
verzanden in al te theoretische bespiegelingen maar om een praktijkgerichte<br />
en bruikbare ‘tool’ te creëren. Het hoofddoel <strong>van</strong> dit werk bestaat erin<br />
om te ‘leren omgaan <strong>met</strong> de Actiekaart(en)’ en om paraat te zijn en snel de<br />
juiste beslissingen te kunnen nemen bij een incident. Het bepalen <strong>van</strong> de<br />
juiste peri<strong>met</strong>ers is in zulke gevallen <strong>van</strong> het grootste belang.<br />
Deze cursus richt zich naar de brandweerdiensten, de civiele bescherming en<br />
de hulpdiensten en bevat interessante informatie voor andere betrokkenen,<br />
zoals onder meer de leden <strong>van</strong> Fetrapi. De handleiding en de Actiekaart<br />
werden opgesteld voor operationele doeleinden en niet voor preventie.<br />
Het mag duidelijk zijn dat het er bij deze cursus niet op aan komt om ‘een<br />
beetje inzicht te verwerven in de problematiek’. Wie geconfronteerd wordt<br />
<strong>met</strong> een gaspijpleidingincident, waarbij gas of andere gevaarlijke stoffen<br />
betrokken zijn, moet snel maatregelen nemen die kunnen beslissen over<br />
leven en dood.<br />
Leer daarom deze cursus grondig en streef ernaar om de techniek <strong>van</strong> de<br />
‘Actiekaarten’ volledig onder de knie te krijgen. Neem de cursus af en toe<br />
opnieuw ter hand om je eigen parate kennis op te frissen en vergeet nooit<br />
dat iedereen, op om het even welk moment, oog in oog kan staan <strong>met</strong> de<br />
‘kiem’ <strong>van</strong> een mogelijke ramp.<br />
auteur: Ludwig Janssens<br />
Werkten mee aan de realisatie <strong>van</strong> deze cursus:<br />
Jan Jorissen (brandweer Lommel), Eddy Goossens (brandweer Geel), Stéphane Heuschling (Fluxys),<br />
Guy De Schrijver (NMP), Luc Faes (FOD Binnenlandse Zaken - ADCV - Redactiecomité), Steven Colpin<br />
(Fluxys), Jurgen Volckaert (FOD Binnenlandse Zaken - ADCV - Directie <strong>van</strong> de operaties), Brandweer<br />
Vereniging Vlaanderen, Provinciaal Instituut voor Brandweer- en Ambulanciersopleiding (PIBA) en vele<br />
anderen die zich belangeloos hebben ingezet om deze cursus te realiseren.<br />
<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Inhoud<br />
Deel I: Pijpleidingen algemeen 6-17<br />
I.1. Pijpleidingen versus weg, spoor-, watervervoer 7-9<br />
I.1.1. Pijpleidingen in het kader <strong>van</strong> de mobiliteitsproblematiek 7<br />
I.1.2. Pijpleidingen en het milieu 7<br />
I.1.3. Pijpleidingen en veiligheid 7<br />
I.1.4. Pijpleidingen economisch bekeken 9<br />
I.2. Pijpleidingen in ons land 10-11<br />
I.2.1. Producten getransporteerd via <strong>pijpleidingen</strong> 10<br />
I.2.2. De Belgische Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleidingen 11<br />
I.3. Wetgeving m.b.t. transport via <strong>pijpleidingen</strong> 12-17<br />
I.3.1. Federale wetgeving: basiswetgeving 12<br />
I.3.2. Federale wetgeving: het aspect ‘erfdienstbaarheid’ 13<br />
I.3.3. Federale wetgeving: informatieplicht en verbodsbepalingen 14<br />
I.3.4. Federale wetgeving: vergunnings- en toelatingsplicht 15<br />
I.3.5. Seveso-II richtlijn 15<br />
I.3.6. Gewestelijke regelgeving 16<br />
Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> 18-23<br />
II.1. Soorten <strong>incidenten</strong> en hun oorzaken 19-20<br />
II.1.1. Statistische informatie oorzaken <strong>incidenten</strong> 19<br />
II.1.2. Soorten lekkages 19<br />
II.1.3. Mogelijke effecten <strong>van</strong> lekkages bij <strong>pijpleidingen</strong> 20<br />
II.2. Het voorkomen <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong> 21-23<br />
II.2.1. Preventie door de overheid 21<br />
- II.2.1.1. Wetgevende initiatieven<br />
- II.2.1.2. Informatie naar de hulpdiensten toe<br />
II.2.2. Preventie door de leidingbeheerders 22<br />
II.2.3. Preventie m.b.t. de aannemers 23<br />
Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong> 24-31<br />
Introductie: iedere actiekaart = identiek stramien<br />
III.1. Omschrijving <strong>van</strong> de zones 25<br />
III.1.1. Zone-indeling in het KB-Noodplan 25<br />
III.1.2. Zone-indeling <strong>van</strong> de actiekaart 25<br />
<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
III.2. Optreden bij <strong>incidenten</strong>: the basic ‘6’ 26-31<br />
Basic 1: identificatie en alarmering 26<br />
Basic 2: bepalen effectafstand 27<br />
Basic 3: brandweeroptreden = 0GS 28<br />
Basic 4: afkondiging <strong>van</strong> het noodplan 29<br />
Basic 5: beheersmaatregelen 29<br />
Basic 6: het meetplan activeren<br />
1<br />
Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België 32-38<br />
IV.1. Aardgas: definitie, samenstelling en eigenschappen 33-34<br />
IV.1.1. Definitie en samenstelling <strong>van</strong> aardgas<br />
IV.1.2. De eigenschappen <strong>van</strong> aardgas<br />
IV.1.3. Risico’s verbonden aan aardgas<br />
<br />
<br />
4<br />
IV.2. Structuur <strong>van</strong> het transport <strong>van</strong> aardgas 35-38<br />
IV.2.1. Het traject <strong>van</strong> aardgas<br />
IV.2.2. Odorisatie <strong>van</strong> aardgas<br />
IV.2.3. Verschillen vervoer/distributie en indeling drukklassen aardgas<br />
IV.2.4. Regelgeving en betrokken partijen<br />
- IV.2.4.1. Vóór 1 juli 2003<br />
- IV.2.4.2. Liberalisering <strong>van</strong> de aardgasmarkt<br />
- IV.2.4.3. Betrokkenen in ons land<br />
5<br />
6<br />
7<br />
7<br />
Deel V: Specifieke Actiekaart aardgas 39-55<br />
V.1. Randvoorwaarden voor de opstelling Actiekaart aardgas 40<br />
V.1.1. Aannames algemeen 40<br />
V.1.2. Aannames brandscenario’s 40<br />
V.2. Inleidende informatie over aardgas en aardgasleidingen 40-41<br />
V.2.1. Informatie m.b.t. de risico’s 40<br />
V.2.2. Informatie m.b.t. het product ‘aardgas’ 41<br />
V.2.3. Informatie m.b.t. de leidingen 41<br />
V.3. De opbouw <strong>van</strong> de actiekaart aardgas 42<br />
V.4. De omschrijving <strong>van</strong> de zones in de Actiekaart aardgas 42<br />
(herhaling)<br />
<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Inhoud<br />
V.5. Algemene acties bij de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het incident 43-44<br />
V.5.1. Tekenen die een gasincident doen vermoeden 43<br />
V.5.2. Directe maatregelen 43<br />
V.5.3. Acties specifiek aardgas 44<br />
V.6. Toelichtingen bij de effectafstanden 44-52<br />
V.6.1. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij brand 44<br />
- V.6.1.1. De tabel<br />
- V.6.1.2. Interpretatie <strong>van</strong> de zones<br />
V.6.2. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij gasontsnapping (geen brand) 47<br />
- V.6.2.1. De tabel<br />
- V.6.2.2. Toelichtingen bij de zones<br />
V.6.3. Ontstekingsgevaar bij gasontsnapping 48<br />
- V.6.3.1. De tabel<br />
- V.6.3.2. Toelichtingen bij de zones<br />
V.6.4. Drukeffecten bij gasontsnapping 50<br />
- V.6.4.1. De tabel<br />
- V.6.4.2. Toelichtingen bij de zones<br />
V.6.5. Geluidseffecten bij gasontsnapping 52<br />
- V.6.5.1. De tabel<br />
- V.6.5.2. Toelichtingen bij de zones<br />
V.7. De actiekaart aardgas > 14,7 bar 53-54<br />
V.7.1. Uitgangspunten die de uiteindelijke vorm hebben bepaald 52<br />
V.7.2. Presentatie <strong>van</strong> de actiekaart recto/verso 53-54<br />
V.7.3. Illustratie 55<br />
Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> 56-65<br />
VI.1. Voorbeeld: uitgewerkte fictieve case 56<br />
VI.2. Case 1: breuk <strong>van</strong> een gastransportleiding nabij een flatgebouw 61<br />
VI.3. Case 2: breuk <strong>van</strong> een gaspijpleiding als gevolg <strong>van</strong> een slechte las 63<br />
VI.4. Case 3: doorboring <strong>van</strong> een aardgaspijpleiding bij werken 64<br />
VI.5. Case 4: breuk <strong>van</strong> een aardgastransportleiding door graafwerken 65<br />
Lijst <strong>met</strong> afkortingen 66<br />
<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
DEEL I: PIJPLEIDINGEN ALGEMEEN<br />
Introductie<br />
Dit eerste gedeelte heeft tot doel een beter inzicht te bieden in het transport <strong>van</strong> ‘producten’ via<br />
<strong>pijpleidingen</strong> en in het maatschappelijk debat dat sinds de gasramp <strong>van</strong> Gellingen hieromtrent<br />
weer opgelaaid is. Het is niet de bedoeling om in deze cursus deel te nemen aan dat debat. Dit<br />
inleidend gedeelte strekt er dan ook alleen toe om een bredere context te schetsen.<br />
Wanneer we spreken <strong>van</strong> ‘transport’ moet het duidelijk zijn dat <strong>pijpleidingen</strong> doorheen deze<br />
cursus benaderd worden als een vervoerwijze die als alternatief geldt voor transport via de weg,<br />
het spoor, de waterwegen en de lucht. Transport via <strong>pijpleidingen</strong> onderscheidt zich onder meer<br />
<strong>van</strong> de andere vervoerwijzen doordat het vervoerkanaal en het vervoermiddel identiek zijn wat,<br />
zoals verder zal blijken, een belangrijke invloed heeft op de totale transportkost. Het is duidelijk<br />
dat bij transport over de weg het vervoerkanaal ‘de weg’ zelf is en het vervoermiddel bijvoorbeeld<br />
‘de vrachtwagen’. Het is ook duidelijk dat zowel aan de vrachtwagen als aan het wegennetwerk<br />
een bepaalde kost verbonden is. Terwijl de verdeling <strong>van</strong> deze kosten m.b.t. transport via de weg<br />
min of meer duidelijk afgebakend en verdeeld worden, is dat bij het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />
zeker niet het geval. Bij het wegtransport betaalt de ‘gemeenschap’ de aanleg <strong>van</strong>, het onderhoud<br />
<strong>van</strong> en de controle over het wegennetwerk en betaalt de eigenaar <strong>van</strong> de vrachtwagen de aankoop<br />
en de kosten er<strong>van</strong> en deelt hij in de kosten voor het gebruik <strong>van</strong> het wegennetwerk. Bij<br />
transport via <strong>pijpleidingen</strong> bestaat er een contractueel vastgelegde verdeling <strong>van</strong> de rechten en<br />
plichten verbonden aan het gebruik <strong>van</strong> de leiding tussen de eigenaar, de beheerder en de gebruiker<br />
er<strong>van</strong>. De ‘gemeenschap’ speelt hier slechts een geringe (meestal onbestaande) rol. De gebruiker<br />
<strong>van</strong> de pijpleiding moet voor de kosten instaan.<br />
Sinds de ramp <strong>van</strong> Gellingen is rond het transport via <strong>pijpleidingen</strong> heel wat commotie ontstaan.<br />
Deze vervoerwijze wordt in ons land immers niet erkend als een volwaardig alternatief voor het<br />
weg-, spoor- en watervervoer terwijl nochtans heel wat argumenten in het voordeel pleiten <strong>van</strong><br />
pijpleidingtransport. We zullen verder in dit eerste gedeelte enkele afwegingen naar voren schuiven.<br />
Feit is dat de ‘gemeenschap’ ten aanzien <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> een subjectief onveiligheidsgevoel<br />
tentoon spreidt en daardoor het transport via <strong>pijpleidingen</strong> eerder afremt dan stimuleert. De<br />
gasramp in Gellingen heeft er mee voor gezorgd dat ‘het publiek’ een negatieve perceptie heeft<br />
<strong>van</strong> het transport via <strong>pijpleidingen</strong>. Dit eerste gedeelte is belangrijk omdat het begrijpen <strong>van</strong> de<br />
mogelijke <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> en het leren om zowel de risico’s op <strong>incidenten</strong> als eventuele<br />
<strong>incidenten</strong> te beheersen, moet vertrekken <strong>van</strong>uit een open en neutrale houding <strong>van</strong>wege de<br />
cursisten. De economische en maatschappelijke voordelen die aan het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />
verbonden zijn, geven aan dat die vervoerwijze in de toekomst wellicht zal toenemen. We relativeren<br />
de risico’s en bereiden er ons op voor.<br />
<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />
I.1.<br />
Pijpleidingen versus weg-, spoor-, watervervoer<br />
In dit gedeelte maken we een vergelijking tussen de drie ‘traditionele’ vervoerwijzen en het<br />
transport via <strong>pijpleidingen</strong>. We vergelijken <strong>van</strong>uit 4 onderscheiden invalshoeken: de mobiliteitsproblematiek,<br />
het milieu, de veiligheid en het economisch aspect.<br />
I.1.1<br />
Pijpleidingen in het kader <strong>van</strong> de mobiliteitsproblematiek<br />
Het verzadigingspunt <strong>van</strong> ons nochtans erg uitgebreide autowegennetwerk komt steeds dichterbij.<br />
De belangrijke verkeersaders en -knooppunten slibben dagelijks almaar vroeger dicht en de<br />
files duren steeds langer. Door het feit dat België een belangrijke transitfunctie heeft, neemt het<br />
verkeer nog toe. Meer vervoer via <strong>pijpleidingen</strong> zou de druk op het wegennetwerk aanzienlijk<br />
kunnen verminderen. Dit kunnen we illustreren <strong>met</strong> enkele concrete voorbeelden.<br />
ß voorbeeld 1: de kerosine, bestemd voor de luchthaven <strong>van</strong> Zaventem, werd tot 1993 geleverd<br />
<strong>met</strong> tankwagens. Sinds dat jaar gebeuren die leveringen via pijpleiding. Voor 2003<br />
werd becijferd dat dankzij het pijpleidingvervoer 30.000 tankwagenbewegingen werden<br />
vermeden.<br />
ß voorbeeld 2: een productiecentrum <strong>van</strong> benzine en diesel in Antwerpen levert via <strong>pijpleidingen</strong><br />
aan een distributiecentrum in Feluy. Berekend op de leveringen <strong>van</strong> 2003 worden<br />
daardoor 100.000 tankwagenbewegingen vermeden.<br />
I.1.2. Pijpleidingen en het milieu<br />
Uit een studie blijkt dat transport via <strong>pijpleidingen</strong> slechts 20 à 25 % <strong>van</strong> de energie verbruikt die<br />
vrachtwagens zouden verbruiken om dezelfde lading op zijn bestemming te brengen. Uiteraard<br />
verminderen daardoor ook de CO 2<br />
emissies aanzienlijk. Er is aan <strong>pijpleidingen</strong> nagenoeg geen<br />
geluidshinder verbonden noch enige luchtvervuiling of ontsiering <strong>van</strong> het landschap. In 1994<br />
bedroeg de sociale kost veroorzaakt door geluidshinder en luchtvervuiling door vrachtwagens respectievelijk<br />
12,2 en 22,9 miljard euro. De enige ‘visuele’ hinder <strong>van</strong> ondergrondse leidingen komt<br />
voort <strong>van</strong> paaltjes en <strong>van</strong> de luchtbakens voor de helikopters. Bij de plaatsing <strong>van</strong> nieuwe ondergrondse<br />
leidingen is de hinder slechts tijdelijk. Pijpleidingen nemen weinig plaats in en de grond<br />
boven een pijpleiding kan nog steeds gebruikt worden voor andere doeleinden zoals landbouw of<br />
recreatie.<br />
I.1.3. Pijpleidingen en veiligheid<br />
Volgens de cijfers, verzameld door EGIG, (European Gas Pipeline Incident Data Group), vonden er<br />
tussen 1970 en 2004, 1123 <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> aardgas<strong>pijpleidingen</strong> plaats in Europa. In correlatie tot<br />
het aantal km/jaar betekent dat een frequentie <strong>van</strong> 0,41 <strong>incidenten</strong> per 1000 km/jaar. Tussen<br />
2000 en 2004 lag die frequentie op 0,17. De Trail Onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur<br />
en Logistiek uit 1996 zette het gemiddeld aantal ongevallen per miljoen ton goederen <strong>van</strong> wegtransport,<br />
spoorvervoer, vervoer via de binnenvaart en transport via <strong>pijpleidingen</strong> naast elkaar<br />
voor de periode <strong>van</strong> 1986 tot 1991. Pijpleidingen scoren het best, gevolgd door achtereenvolgens<br />
watertransport, de weg en het spoor.<br />
<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
Frequentie per duizend kilo<strong>met</strong>er per jaar<br />
Jaar<br />
Hele Periode<br />
Laatste 5 jaar<br />
(bron: Egig laatste rapport/ december 2005)<br />
Gemiddeld aantal<br />
<strong>incidenten</strong> per miljoen<br />
ton goederen:<br />
(onder <strong>incidenten</strong><br />
worden ‘alle’ geregistreerde<br />
<strong>incidenten</strong><br />
begrepen, ongeacht<br />
hun om<strong>van</strong>g)<br />
JAARTAL WEG WATER SPOOR BUIS<br />
1986 0,89 0,22 2,39 0<br />
1987 1,47 0,27 1,16 0,1<br />
1988 0,38 0,07 1 0<br />
1989 0,25 0,02 0,26 0<br />
1990 0,41 0,26 1,58 0<br />
1991 0,64 0,03 1,08 0<br />
Gemiddeld 0,66 0,15 1,26 0,02<br />
(Bron: Trail Onderzoeksschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek 1996)<br />
<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />
I.1.4. Pijpleidingen economisch bekeken<br />
Vanuit economisch standpunt is het transport via <strong>pijpleidingen</strong> zeker aan te moedigen en dat om<br />
verschillende redenen:<br />
ß door het transport via <strong>pijpleidingen</strong> te stimuleren zouden de investeringen en onkosten aan<br />
de wegeninfrastructuur fors verminderen als gevolg <strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> het vrachtverkeer;<br />
ß door het hoger genoemde veiligheidsaspect is de sociale kost ingevolge ongevallen eveneens<br />
veel kleiner. In 1994 was deze kost verwaarloosbaar terwijl de sociale kost als gevolg<br />
<strong>van</strong> ongevallen <strong>met</strong> vrachtwagens datzelfde jaar € 530 miljoen bedroeg;<br />
ß de ruimte die door <strong>pijpleidingen</strong> gebruikt wordt, blijft bovendien ook ter beschikking voor<br />
andere bestemmingen;<br />
ß <strong>pijpleidingen</strong> komen in aanmerking voor het gebruik door verschillende bedrijven (<strong>met</strong><br />
hetzelfde product);<br />
ß in vergelijking <strong>met</strong> de aanleg <strong>van</strong> wegen of spoorlijnen veroorzaakt het plaatsen <strong>van</strong><br />
<strong>pijpleidingen</strong> slechts gedurende zeer beperkte tijd hinder voor de omgeving.<br />
<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
I.2. Pijpleidingen in ons land<br />
I.2.1. Producten getransporteerd via <strong>pijpleidingen</strong><br />
Pijpleidingen worden zowel in Europa als elders in de wereld vooral ingezet voor het transport <strong>van</strong><br />
gevaarlijke stoffen. In ons land en in de rest <strong>van</strong> Europa neemt het transport <strong>van</strong> aardgas het<br />
leeuwenaandeel <strong>van</strong> het pijpleidingtransport voor zijn rekening. In West-Europa wordt de lengte<br />
<strong>van</strong> het netwerk voor aardgas geraamd op 180.000 km, voor olieproducten op 31.000 km en voor<br />
andere chemische stoffen op 10.000 km. In ons land is het totale netwerk aan <strong>pijpleidingen</strong><br />
6867,14 km lang (in 2003) en wordt ongeveer 3.800 km gebruikt voor aardgas (= Fluxys).<br />
ß Het totaal aantal getransporteerde goederen bedraagt 100.993.900,36 ton/jaar.<br />
ß Aardgas neemt + 1/3 de <strong>van</strong> het totale volume voor zijn rekening: 35.352.888 ton/jaar.<br />
ß Andere belangrijke producten zijn (in volgorde <strong>van</strong> belangrijkheid): ethyleen, propyleen,<br />
vloeibaar koolwaterstof, zuurstof, stikstof, zoutzuur, ammoniak, chloor, waterstof<br />
(cijfers: Fetrapi)<br />
Onderstaande tabel geeft een overzicht <strong>van</strong> de voornaamste producten die via <strong>pijpleidingen</strong><br />
worden getransporteerd <strong>met</strong> een aantal (voor de hulpdiensten) belangrijke eigenschappen.<br />
Product<br />
atmosferische<br />
toestand brandbaar explosief*<br />
t.o.v.<br />
lucht geur giftig<br />
bijtend<br />
irriterend<br />
<strong>met</strong>haan gas ja ja licht neen - -<br />
aceton vloeibaar ja ja zwaar ja - irriterend<br />
ammoniak gas ja ja licht ja giftig bijtend<br />
butaan gas ja ja zwaar ja - -<br />
chloor gas neen neen zwaar ja giftig bijtend<br />
crude vloeibaar ja ja zwaar ja giftig irriterend<br />
etheen gas ja ja = ja - -<br />
fenol vast ja indirect zwaar ja giftig bijtend<br />
butadieen gas ja ja zwaar ja giftig -<br />
koolmonoxyde gas ja ja = neen giftig -<br />
monovinylchloride<br />
gas ja ja zwaar ja giftig<br />
nafta vloeibaar ja ja zwaar ja giftig irriterend<br />
pekel vloeibaar neen neen - neen - irriterend<br />
propaan gas ja ja zwaar ja - -<br />
propeen gas ja ja zwaar ja - -<br />
stikstof gas neen neen = neen - -<br />
vloeibare KWS vloeibaar ja ja zwaar ja (giftig) (irriterend)<br />
waterstof gas ja ja licht neen - -<br />
zuurstof gas neen neen = neen - -<br />
(* in een besloten omgeving) (bron: Brandweerinformatiecentrum Gevaarlijke Stoffen)<br />
10<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
I.2.2. De ‘Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleiding’<br />
Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />
De ondernemingen die gebruik maken <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> voor het transport <strong>van</strong> producten hebben<br />
zich verenigd in de ‘Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleiding’, kortweg Fetrapi. De VZW<br />
Fetrapi werd opgericht in 1993 en vertegenwoordigt <strong>van</strong>daag 16 bedrijven die eigenaar of exploitant<br />
zijn <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> in ons land. Deze ondernemingen zijn vooral actief in de chemische<br />
industrie, de oliesector en de (aard)gassector. De leden-ondernemingen hebben een grensoverschrijdend<br />
actieterrein.<br />
Fetrapi heeft tot doel de behartiging en de verdediging <strong>van</strong> de belangen <strong>van</strong> de leden ten aanzien<br />
<strong>van</strong> de overheid en <strong>van</strong> andere belangengroepen. De federatie moedigt echter ook het onderzoek<br />
naar de veiligheid en de goede werking <strong>van</strong> de <strong>pijpleidingen</strong> aan. Eén <strong>van</strong> de belangrijke doelstellingen<br />
<strong>van</strong> de sector is het bekomen <strong>van</strong> een erkenning <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> als een volwaardige<br />
transportwijze en een opname <strong>van</strong> het <strong>pijpleidingen</strong>transport in het mobiliteitsbeleid <strong>van</strong> de<br />
overheid.<br />
De huidige leden (2006) <strong>van</strong> Fetrapi zijn:<br />
ß Air Liquide N.V.<br />
ß Air Products N.V.<br />
ß BASF Antwerpen N.V.<br />
ß Belgian Pipeline Organisation (NATO)<br />
ß Cockerill Sambre N.V.<br />
ß Dow Benelux N.V.<br />
ß EPM N.V.<br />
ß Fina Antwerp Olefins N.V.<br />
ß Fluxys N.V.<br />
ß LVM N.V.<br />
ß NMP N.V.<br />
ß Praxair<br />
ß RAPL N.V.<br />
ß Sabic Pipeline<br />
ß Solvay N.V.<br />
ß Statoil Belgium<br />
(NB. Deze lijst is een momentopname op het ogenblik <strong>van</strong> de redactie <strong>van</strong> deze cursus. Eventuele wijzigingen zijn altijd<br />
mogelijk.)<br />
11<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
I.3. Wetgeving m.b.t. transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />
De bestaande regelgeving m.b.t. vervoer door middel <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> kan in zekere zin ingedeeld<br />
worden in basiswetgeving (Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 1 ), Koninklijke besluiten door dewelke de toepassing<br />
<strong>van</strong> de wet wordt uitgebreid, een aantal uitvoeringsbesluiten en Koninklijke Besluiten m.b.t.<br />
de veiligheidsmaatregelen.<br />
I.3.1. Federale Wetgeving: basiswetgeving<br />
ß Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het vervoer <strong>van</strong> gasachtige producten en andere<br />
door middel <strong>van</strong> leidingen: hier worden de algemene regels vastgelegd voor genoemde<br />
producten. In deze wet worden o.a. de voorwaarden bepaald om een vervoervergunning te<br />
krijgen. Naast het bepalen <strong>van</strong> de rechten en plichten <strong>van</strong> de houder <strong>van</strong> een vervoervergunning<br />
bepaalt de wet ook de strafbepalingen bij overtreding. Het KB <strong>van</strong> 15 juni 1967 2<br />
preciseert dat sommige maatregelen (deze beschreven in artikel 2, 2° evenals deze in de<br />
hoofdstukken II, IV, V, VI, VII <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965) uitgebreid worden tot het transport<br />
<strong>van</strong> koolwaterstoffen en/of vloeibaar gemaakte koolwaterstoffen, andere dan deze<br />
bedoeld in art. 1 a (elke brandstof die gasvormig is bij een temperatuur <strong>van</strong> 15°C en onder<br />
een druk <strong>van</strong> 1,01325 bar). Het KB <strong>van</strong> 15 juni 1967 3 heeft deze wet uitgebreid tot het transport<br />
<strong>van</strong> pekel, natronloog en afvalvloeistoffen en het KB <strong>van</strong> 14 maart 1969 4 heeft de<br />
toepassing <strong>van</strong> dezelfde wet nog verder uitgebreid tot het vervoer <strong>van</strong> zuurstof in vloeibare<br />
toestand.<br />
ß KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting<br />
en exploitatie <strong>van</strong> installaties <strong>van</strong> gasvervoer door middel <strong>van</strong> leidingen 5 : In dit KB<br />
worden onder meer de veiligheidsmaatregelen bepaald die moeten genomen worden bij de<br />
oprichting en de exploitatie <strong>van</strong> installaties <strong>van</strong> gasvervoer door leidingen. Naast dit KB zijn<br />
er verschillende bijzondere besluiten die de toepassing <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 uitbreiden<br />
tot andere stoffen (koolwaterstoffen, vloeibare koolwaterstoffen andere dan deze<br />
beoogd in (art. 1,a), pekel, natronloog en afvalstoffen). Het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 bepaalt de<br />
veiligheidsmaatregelen die moeten genomen worden, bij de oprichting en de exploitatie <strong>van</strong><br />
een installatie voor het transport <strong>van</strong> gas via <strong>pijpleidingen</strong>, door de houders <strong>van</strong> een<br />
vervoerstoelating conform de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 onverminderd de plicht om deze<br />
installatie(s) ten allen tijde in goede werkingsstaat te onderhouden. Het KB omschrijft<br />
onder meer welke proeven en controles moeten uitgevoerd worden en door wie, en dat in<br />
de verschillende fasen <strong>van</strong> de oprichting (fabriek, werf...).<br />
1. Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong>, B.S., <strong>van</strong> 5 mei 1965.<br />
2. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 15 juni 1967 waarin sommige bepalingen <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het<br />
transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong> worden uitgebreid tot het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />
<strong>van</strong> koolwaterstoffen en/of vloeibaar gemaakte koolwaterstoffen, andere dan deze bedoeld in art. 1 a <strong>van</strong> deze<br />
wet, B.S., <strong>van</strong> 22 juni 1967.<br />
3. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 15 juni 1967 waarin sommige bepalingen <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het<br />
transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong> worden uitgebreid tot het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />
<strong>van</strong> pekel, natronloog en afvalvloeistoffen, B.S., <strong>van</strong> 22 juni 1967.<br />
4. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 14 maart 1969 waarin sommige bepalingen <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 betreffende het<br />
transport <strong>van</strong> gasachtige producten en andere via <strong>pijpleidingen</strong> worden uitgebreid tot het transport via <strong>pijpleidingen</strong><br />
<strong>van</strong> zuurstof in vloeibare toestand, B.S., 14 mei 1969.<br />
5. Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 11 maart 1966 waarin de veiligheidsmaatregelen worden bepaald die moeten genomen worden<br />
bij de oprichting en de exploitatie <strong>van</strong> installaties voor het transport <strong>van</strong> gas via <strong>pijpleidingen</strong>, B.S., 16 maart 1966.<br />
12<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />
ß Verder bevat het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 bepalingen m.b.t. de gebruikte materialen voor het<br />
aanleggen <strong>van</strong> hogedrukleidingen en de toe te passen bouwwijze op basis <strong>van</strong> ligginggebieden.<br />
Het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966 bepaalt eveneens de ingravingsdiepte <strong>van</strong> de leidingen<br />
(gaande <strong>van</strong> minimum 0,80 m tot 1,20 m ingeval de leiding onder de railvoet <strong>van</strong> de spoorbanen<br />
of onder wegen <strong>met</strong> druk verkeer ligt) evenals de exploitatievoorwaarden. Tot de<br />
exploitatievoorwaarden behoren onder meer het uitrusten <strong>van</strong> de leidingen <strong>met</strong> gasdruken<br />
gastemperatuur<strong>met</strong>ers, het aanwezig zijn <strong>van</strong> overdrukbeveiligingen, de afstand tussen<br />
de afsluiters, het opstellen en bijhouden <strong>van</strong> plannen en bepalingen m.b.t. het uitvoeren <strong>van</strong><br />
werken, onderhoud en controles.<br />
I.3.2. Federale Wetgeving: het aspect ‘erfdienstbaarheid’<br />
ß De gasvervoerleidingen maken niet alleen het voorwerp uit <strong>van</strong> een KB betreffende een<br />
gasvervoervergunning maar maken eveneens het voorwerp uit <strong>van</strong> een KB <strong>van</strong> verklaring<br />
<strong>van</strong> openbaar nut (11 maart 1966). In het KB <strong>van</strong> verklaring <strong>van</strong> openbaar nut wordt elk<br />
perceel waarop deze verklaring <strong>van</strong> toepassing is vernoemd. Gasvervoerleidingen genieten<br />
een ‘wettelijke erfdienstbaarheid’ waaraan rechten en plichten verbonden zijn.<br />
ß Luidens artikel 11 <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 12 april 1965 moet het gebruik, waartoe het openbaar of<br />
het privaat domein dat gedeeltelijk wordt bezet, is bestemd, worden eerbiedigd en brengt<br />
die bezetting generlei bezitsberoving <strong>met</strong> zich mee, maar vormt zij een wettelijke erfdienstbaarheid<br />
<strong>van</strong> openbaar nut die elke daad verbiedt welke de installatie of de exploitatie<br />
er<strong>van</strong> kan schaden.<br />
ß De eigenaars <strong>van</strong> de percelen waardoor gasvervoerleidingen lopen, ont<strong>van</strong>gen betekening<br />
<strong>van</strong> het KB en worden door de gasvervoeronderneming vóór, tijdens en na de aanlegwerkzaamheden<br />
gecontacteerd. Na de aanleg worden de eigenaars <strong>van</strong> de percelen regelmatig<br />
herinnerd aan de aanwezigheid <strong>van</strong> de leiding en aan de gevolgen (en inhoud) <strong>van</strong> de<br />
bestaande erfdienstbaarheid. De eigenaars <strong>van</strong> de percelen krijgen een vergoeding waar<strong>van</strong><br />
de minima in het KB <strong>van</strong> 15 maart 1966 bepaald worden. De overheid heft retributies<br />
voor de bezetting <strong>van</strong> het openbaar of privaat domein <strong>van</strong> de Staat, de provinciën of de<br />
gemeenten door installaties voor gasvervoer middels <strong>pijpleidingen</strong>. Ook die retributies<br />
werden bij KB <strong>van</strong> 15 maart 1966 bepaald en gewijzigd <strong>met</strong> het KB <strong>van</strong> 23 november 1984.<br />
ß Uit de wettelijke erfdienstbaarheden vloeien voor de eigenaars <strong>van</strong> de percelen ook een<br />
aantal verplichtingen voort. Zo moet er onder meer doorgang verleend worden tijdens<br />
werken, onderhoudswerken en aan patrouilles. Daarnaast is er een informatieplicht voorzien<br />
bij werken door de eigenaar of door derden en bestaat een verbod voor bepaalde<br />
activiteiten, zoals het oprichten <strong>van</strong> gebouwen, alle andere bouwwerkzaamheden, het<br />
opstapelen <strong>van</strong> materialen, het wijzigen <strong>van</strong> het reliëf <strong>van</strong> de bodem en de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> bomen.<br />
13<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
I.3.3. Federale Wetgeving: informatieplicht en verbodsbepalingen<br />
(belangrijke wijzigingen aan het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966)<br />
ß KB <strong>van</strong> 28 maart 1974: Dit KB handelt over bijkomende bepalingen omtrent het verbinden<br />
<strong>van</strong> beproefde gedeelten <strong>van</strong> een leiding.<br />
ß KB <strong>van</strong> 21 september 1988: Het KB <strong>van</strong> 21 september 1988 betreffende de voorschriften<br />
en de verplichting <strong>van</strong> raadpleging en informatie bij het uitvoeren <strong>van</strong> werken in de nabijheid<br />
<strong>van</strong> installaties <strong>van</strong> vervoer <strong>van</strong> gasachtige en andere producten door middel <strong>van</strong><br />
leidingen bepaalt dat de gasvervoernetbeheerder altijd moet verwittigd worden in geval<br />
<strong>van</strong> werken op minder dan 15 m <strong>van</strong> de gasvervoerleiding.<br />
BESCHERMDE ZONE ROND<br />
VERVOERSLEIDINGEN (KB 1988)<br />
Hoe te weten komen ?<br />
1. Lijst operatoren bij gemeente + brief<br />
2. Nieuw : melding via KLIM (zie pag. 23)<br />
BESCHERMDE ZONE:<br />
GEEN WERKEN ZONDER AKKOORD VAN FLUXYS<br />
15 m 15 m<br />
AARDGASVERVOERSLEIDING<br />
ß KB <strong>van</strong> 24 januari 1991: Het KB <strong>van</strong> 24 januari 1991 vermeldt een aantal verbodsbepalingen<br />
voor activiteiten binnen de ‘voorbehouden zone’. Die zone varieert <strong>van</strong> 4 m tot 10 m en<br />
is afhankelijk <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de leiding. De bedoeling er<strong>van</strong> is preventief: zij moet<br />
voorkomen dat er schade aan de leiding komt door werken in de omgeving er<strong>van</strong>. Binnen<br />
de voorbehouden zone zijn werken ter oprichting <strong>van</strong> gebouwen dan ook verboden. Net als<br />
alle andere bouwwerkzaamheden zijn eveneens verboden: het opstapelen <strong>van</strong> materialen,<br />
het wijzigen <strong>van</strong> het reliëf <strong>van</strong> de bodem en het planten <strong>van</strong> bomen. Openbare nutsvoorzieningen<br />
en openbare of private infrastructuurwerken mogen wel gerealiseerd worden in de<br />
voorbehouden zone en omheiningen mogen er eveneens geplaatst worden, mits het in acht<br />
nemen <strong>van</strong> voormeld KB <strong>van</strong> 21 september 1988.<br />
14<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />
VOORBEHOUDEN ZONE ROND<br />
VERVOERSLEIDINGEN (KB 1991)<br />
VOORBEHOUDEN ZONE<br />
• Geen gebouwen oprichten<br />
• Geen materialen opstapelen<br />
• Reliëf bodem niet wijzigen<br />
• Geen bomen<br />
5 m<br />
5 m<br />
BEPERKING FLUXYS:<br />
EERST SONDEREN MET DE HAND,<br />
DAN UITGRAVEN ONDER BEGELEIDING<br />
1 m 1 m<br />
AARDGASVERVOERSLEIDING<br />
I.3.4. Federale Wetgeving: vergunnings- en toelatingsplicht<br />
ß Voor het vervoer <strong>van</strong> gas door middel <strong>van</strong> leidingen is een vergunning vereist. Wanneer de<br />
gasleiding gebruik zal maken <strong>van</strong> het openbaar domein of <strong>van</strong> een privaat erf, dat niet aan<br />
de vervoerdienst, aan de vervoerder of aan de onderneming toebehoort, is eveneens een<br />
vervoervergunning nodig. De vergunning <strong>van</strong> gasvervoer is een vergunning <strong>van</strong> openbare<br />
dienst waar<strong>van</strong> de criteria en procedures werden vastgelegd in het KB <strong>van</strong> 14 mei 2002. De<br />
vergunning wordt verleend voor beperkte duur door de federale minister tot wiens bevoegdheid<br />
energie behoort. Het KB <strong>van</strong> 14 mei 2002 heeft deze duurtijd vastgelegd op<br />
maximum 50 jaar.<br />
I.3.5. Seveso-II richtlijn (ter info)<br />
ß Seveso-II richtlijn: De Europese Seveso-II richtlijn is in ons land in de nationale wetgeving<br />
geïmplementeerd via het zogeheten ‘Samenwerkingsakkoord’. Ook al vallen zeker een<br />
aantal via pijpleiding vervoerde goederen onder de Seveso-II richtlijn, de transportleidingssystemen<br />
vallen niet onder de Seveso-richtlijn en werden niet in het Samenwerkingsakkoord<br />
opgenomen. Vervoer <strong>van</strong> aardgas via <strong>pijpleidingen</strong> betreft immers uitsluitend transport,<br />
wat is voorzien in andere regelgeving. Enkel de <strong>pijpleidingen</strong> gelegen in de Seveso-site,<br />
vallen wel onder de richtlijn.<br />
15<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
I.3.6. Gewestelijke regelgeving:<br />
In ons land kunnen ook bouwvergunningen, verkavelingsvoorschriften, stedenbouwkundige<br />
plannen of aankoopakten voorschriften bevatten ter bescherming <strong>van</strong> de leidingen. Zowel het<br />
Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als het Vlaams Gewest voorzien in bijkomende<br />
regelgeving.<br />
ß Waals Gewest: Artikel 287 <strong>van</strong> het Waalse Wetboek <strong>van</strong> Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw<br />
en Patrimonium (CWATUP in het Frans) voorziet dat bijkomende exemplaren <strong>van</strong> de plannen<br />
verstrekt moeten worden in de dossiers voor de aanvraag <strong>van</strong> bouwvergunningen indien<br />
het bouwterrein aan een gemeenteweg gelegen is. Artikel 7 <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> 3 juni 2004<br />
<strong>van</strong> de Waalse Regering tot uitvoering <strong>van</strong> het decreet <strong>van</strong> 29 april 2004 betreffende de<br />
gesubsidieerde werken voorziet dat de aanvrager o.a. de concessiehouders <strong>van</strong> kabels en<br />
leidingen uitnodigt op een plenaire voorontwerpvergadering, waar<strong>van</strong> de agenda eveneens<br />
de omstandige analyse <strong>van</strong> de ligging <strong>van</strong> de kabels en de leidingen in de omgeving <strong>van</strong> de<br />
werken bevat.<br />
ß Brussels Hoofdstedelijk Gewest: De ordonnantie <strong>van</strong> 5 maart 1998 betreffende de coördinatie<br />
en de organisatie <strong>van</strong> de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk<br />
Gewest bepaalt dat een voorafgaandelijke coördinatie en een vergunning verplicht zijn. Het<br />
Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakte de omzendbrief 512-107 toepasselijk in zijn eigen<br />
‘Praktische leidraad voor het plaatsen <strong>van</strong> nutsleidingen in het Brussels Hoofdstedelijk<br />
Gewest’. De omzendbrief 512-107, <strong>van</strong> 11 maart 1985, gaat uit <strong>van</strong> de vroegere Minister <strong>van</strong><br />
Openbare Werken: ‘Praktische leidraad ter voorkoming <strong>van</strong> schade aan ondergrondse<br />
installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken’.<br />
ß Vlaams Gewest: Het Besluit <strong>van</strong> de Vlaamse Regering <strong>van</strong> 4 november 1997 tot vaststelling<br />
<strong>van</strong> de samenstelling <strong>van</strong> het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning bevat een<br />
aantal bepalingen die de aanvrager verplichten de bestaande leidingen in te tekenen op zijn<br />
bouwaanvraag.<br />
- Zo bepaalt artikel 2 voor de aanvragen waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling<br />
volstaat en voor een aanvraag om terreinaanlegwerken dat een inplantingsplan moet<br />
verstrekt worden op een gebruikelijke schaal groter dan of gelijk aan 1/1000 ste <strong>met</strong>, als ze<br />
voorkomen, de weergave of vermelding <strong>van</strong> bestaande erfdienstbaarheden.<br />
- Volgens artikel 7 moet een aanvraagdossier voor technische werken o.a. op een inplantingsplan<br />
op een gebruikelijke schaal groter of gelijk aan 1/2500 ste minstens de gekende<br />
of vermoedelijke ligging <strong>van</strong> de te dwarsen ondergrondse en bovengrondse infrastructuren<br />
aanduiden <strong>met</strong> vermelding <strong>van</strong> hun beheerders en de weergave of vermelding <strong>van</strong> de<br />
bestaande erfdienstbaarheden.<br />
- Het uitgebreide aanvraagdossier moet op een inplantingsplan op een gebruikelijke schaal<br />
groter dan of gelijk aan 1/500 ste minstens de voorkomende nutsvoorzieningen en de<br />
bestaande erfdienstbaarheden opgeven.<br />
- Artikel 23 vermeldt dat de gemeentelijk overheid evenals de gemachtigde ambtenaar<br />
kunnen eisen om extra aantallen <strong>van</strong> welbepaalde dossierstukken toe te voegen aan het<br />
dossier. De gemeentelijk overheid houdt een lijst bij <strong>van</strong> die gevallen waar extra aantallen<br />
of bijkomende documenten of dossierstukken worden gevraagd.<br />
16<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel I: Pijpleidingen algemeen<br />
- Omzendbrief 512-107 (zie hoger): in het Vlaams Gewest werd deze leidraad herzien in 2001<br />
en opgenomen in de Praktische leidraad ter voorkoming <strong>van</strong> schade aan ondergrondse<br />
installaties bij werken.<br />
- Richtlijn <strong>van</strong> Fluxys: “Werken in de nabijheid <strong>van</strong> Fluxysleidingen”. Zie ook op www.fluxys.net<br />
17<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
DEEL II: INCIDENTEN MET PIJPLEIDINGEN<br />
Introductie<br />
Incidenten zoals de gasramp in Gellingen inspireren telkens tot de vraagstelling naar het ‘kansenpercentage<br />
op herhaling’. Soms zien we dat na zulke rampen in zekere mate aan over-reacting<br />
wordt gedaan en dat de risico’s veel kleiner zijn dan de emoties willen accepteren. We toonden<br />
eerder in deze cursus (zie pagina 8) een vergelijking tussen het aantal ongevallen <strong>met</strong> gevaarlijke<br />
stoffen tijdens transporten via respectievelijk het spoorwegnetwerk, de binnenwateren, het<br />
wegennet en <strong>pijpleidingen</strong>. De <strong>pijpleidingen</strong> scoorden daarbij het best. De statistieken die door de<br />
beheerders <strong>van</strong> gas<strong>pijpleidingen</strong> worden bijgehouden, bevestigen dit. Uit die cijfers blijkt dat er in<br />
heel West-Europa sinds 1970 goed 1200 <strong>incidenten</strong> hebben plaatsgevonden. De gasramp in<br />
Gellingen was de eerste waarbij slachtoffers onder de omwonenden te betreuren vielen. Uit het<br />
statistisch materiaal blijkt dat er (in de periode 1970-2004) 0,41 ongevallen gebeurden per 1000<br />
km/jaar. In ons land lopen 3.800 km aardgas<strong>pijpleidingen</strong>. Dat geeft ons dus 1,5 <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong><br />
gasontsnapping per jaar, alle lekken in beschouwing genomen. De statistieken <strong>van</strong> de afgelopen 5<br />
jaar brengen het gemiddelde aantal per 1000 km zelfs op 0,17 ongevallen, een forse daling dus.<br />
Van die <strong>incidenten</strong> dient gezegd dat ongevallen, waarbij een totale breuk optreedt, slechts een<br />
fractie uitmaken.<br />
18<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />
II.1. Soorten <strong>incidenten</strong> en hun oorzaken<br />
II.1.1. Statistische informatie oorzaken <strong>incidenten</strong><br />
De gasramp in Gellingen leert ons dat ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> vergelijkbare gevolgen kunnen<br />
hebben als ongevallen in procesinstallaties. In opdracht <strong>van</strong> het Frans Ministerie <strong>van</strong> Economie,<br />
Financiën en Industrie voerde Ineris een studie uit naar ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> <strong>van</strong> de<br />
afgelopen dertig jaar in Europa, Noord-Amerika en de voormalige Sovjet-Unie. Uit de studie leerde<br />
men dat zowel gas- als olie<strong>pijpleidingen</strong> belangrijke <strong>incidenten</strong> kunnen veroorzaken. De studie liet<br />
echter ook toe om de belangrijkste oorzaken <strong>van</strong> ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> te detecteren. Het<br />
resultaat <strong>van</strong> de studie:<br />
Oorzaak <strong>van</strong> het ongeval<br />
Mechanische breuk door constructie- of<br />
materiaalfouten<br />
Bedrijfsfouten (te hoge druk of slecht<br />
functioneren apparatuur)<br />
Inwendige of uitwendige corrosie (veroudering<br />
netwerk)<br />
% ongevallen<br />
28%<br />
4%<br />
16%<br />
Natuurlijke oorzaken 2%<br />
Activiteiten door derden (graafwerken,<br />
bouwwerken..)<br />
41%<br />
Overige 9%<br />
We bespreken verder in deel II.2. een aantal preventiemogelijkheden die er kunnen toe leiden dat<br />
het risico op ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> nog wordt verminderd. De preventieve maatregelen<br />
situeren zich op verschillende niveaus: bij de aanleg <strong>van</strong> de leidingen, bij de controle over de<br />
leidingen, bij de communicatie rond de locatie <strong>van</strong> de leidingen etc...<br />
II.1.2. Soorten lekkages<br />
Zoals gezegd wordt het merendeel <strong>van</strong> de lekkages in <strong>pijpleidingen</strong> veroorzaakt door grond- en<br />
graafwerken. De schade die aan de buisleidingen kan ontstaan betreft ofwel een gat, dat verschillende<br />
dia<strong>met</strong>ers kan hebben, ofwel een totale breuk <strong>van</strong> de leiding. In het laatste geval spreken we<br />
<strong>van</strong> een guillotinebreuk. Niet alleen de aard <strong>van</strong> het lek maar ook tal <strong>van</strong> andere para<strong>met</strong>ers<br />
bepalen het verder verloop en de ernst <strong>van</strong> het incident:<br />
ß de aard <strong>van</strong> de gevaarlijke stof<br />
ß de hoeveelheid stof die per tijdseenheid vrijkomt<br />
ß de omgeving <strong>van</strong> de leiding<br />
ß de soort <strong>van</strong> leiding<br />
ß de druk<br />
ß de temperatuur<br />
Kleine lekken impliceren het risico dat ze lange tijd niet opgemerkt worden. Wanneer het lek<br />
uiteindelijk toch ontdekt wordt kunnen de hulpdiensten geconfronteerd worden <strong>met</strong> belangrijke<br />
bodemverontreiniging (niet bij aardgas) of <strong>met</strong> een onverwacht gevaarlijke situatie (bijvoorbeeld<br />
ophoping <strong>van</strong> brandbare gassen).<br />
19<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
II.1.3. Mogelijke effecten <strong>van</strong> lekkages bij <strong>pijpleidingen</strong><br />
Bij een lek in een pijpleiding zal het product dat in de pijpleiding loopt naar buiten stromen. Het is<br />
mogelijk dat de aggregatietoestand in de buitenlucht dezelfde is als deze in de pijpleiding maar<br />
dat is niet noodzakelijk zo. Er bestaan drie vormen <strong>van</strong> uitstroming:<br />
ß vloeistof in de leiding blijft vloeistof buiten de leiding (vb. ruwe olie)<br />
ß vloeistof in de leiding wordt gedeeltelijk gas buiten de leiding (vb.ethyleen)<br />
ß gas in de leiding blijft gas buiten de leiding (vb. aardgas)<br />
Overzicht denkbare scenario’s <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong>:<br />
Categorie Scenario Effecten/Schadebeeld<br />
Brandbaar gas onder druk uitstroming zonder ontsteking -gehinderde communicatie<br />
-gehoorbeschadiging<br />
-longbeschadiging<br />
-(mogelijk drukeffecten)<br />
Brandbaar tot vloeistof<br />
verdicht gas<br />
uitstroming <strong>met</strong> directe<br />
ontsteking: fakkelbrand <strong>met</strong><br />
vuurbal<br />
uitstroming <strong>met</strong> vertraagde<br />
ontsteking: gaswolk, gasbrand<br />
en fakkelbrand<br />
uitstroming zonder ontsteking<br />
uitstroming <strong>met</strong> directe<br />
ontsteking: fakkelbrand <strong>met</strong><br />
vuurbal<br />
uitstroming <strong>met</strong> vertraagde<br />
ontsteking: plasbrand, gaswolk,<br />
gaswolkontbranding<br />
-brandwonden<br />
-secundaire branden<br />
-brandwonden<br />
-secundaire branden<br />
-longbeschadiging<br />
-(mogelijk drukeffecten)<br />
-bevriezing<br />
-(mogelijk drukeffecten)<br />
-brandwonden<br />
-secundaire branden<br />
-brandwonden<br />
-secundaire branden<br />
-longbeschadiging<br />
-mogelijke drukbelasting<br />
Brandbare vloeistof plasvorming -verzakking grond<br />
-verontreiniging <strong>van</strong> bodem en<br />
oppervlaktewater<br />
damp/gaswolkontbranding,<br />
gevolgd door plasbrand<br />
-brandwonden<br />
-secundaire branden<br />
-longbeschadiging<br />
-mogelijk drukbelasting<br />
Inert gas vorming inerte gaswolk -verstikking<br />
-verminderde zuurstofopname<br />
-stoppen <strong>van</strong> verbrandingsmotoren<br />
mogelijk<br />
Toxisch gas vorming toxische gaswolk -vergiftiging<br />
-bijtend<br />
Toxische vloeistof uitstroming <strong>met</strong> verdamping -vergiftiging<br />
-bijtend<br />
-milieuverontreiniging<br />
Zuurstof vorming gaswolk -stimulans spontane<br />
ontbranding<br />
20<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
II.2. Het voorkomen <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />
Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />
Het voorkomen <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> is een verantwoordelijkheid die zowel berust bij<br />
de leidingbeheerders als bij de overheid maar ook (en vooral) bij de aannemersbedrijven.<br />
II.2.1. Preventie door de overheid<br />
Het preventiebeleid waar de overheid de hand in heeft, situeert zich op twee belangrijke niveaus:<br />
er zijn enerzijds de wetgevende initiatieven die de kans op <strong>incidenten</strong> willen verminderen en<br />
anderzijds zijn er de communicatie en richtlijnen naar de hulpdiensten toe die voortdurend op<br />
mogelijke <strong>incidenten</strong> moeten voorbereid zijn.<br />
II.2.1.1. Wetgevende initiatieven<br />
Voor dit deel verwijzen we naar de wetgeving ter zake (zie Hoofdstuk I.3 pag 12). De wetgever<br />
heeft onder meer concrete regels opgelegd voor de aanleg <strong>van</strong> de <strong>pijpleidingen</strong> (bvb. de diepte)<br />
en dit volgens duidelijke veiligheidsvoorschriften (KB 11 maart 1966). De meldingsplicht beoogt<br />
vooral het voorkomen <strong>van</strong> het aanbrengen <strong>van</strong> schade aan <strong>pijpleidingen</strong> door derden, zoals<br />
gezegd de belangrijkste oorzaak <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> (KB 21 september 1988) terwijl de ‘voorbehouden<br />
zone’ erop gericht is ieder risico <strong>van</strong> schade door derden aangebracht aan de leidingen uit te<br />
sluiten (KB 24 januari 1991).<br />
II.2.1.2. Informatie naar de hulpdiensten toe<br />
Het volledig uitsluiten <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> is natuurlijk niet mogelijk. Het is aan de<br />
overheid om de hulpdiensten voldoende te ‘wapenen’ <strong>met</strong> informatie omtrent <strong>pijpleidingen</strong>,<br />
locaties <strong>van</strong> <strong>pijpleidingen</strong> op hun terrein, en informatie omtrent de vervoerde stoffen en risico’s.<br />
Op die manier kan vermeden worden dat een ongeval <strong>met</strong> een pijpleiding ‘noodzakelijk’ uitmondt<br />
in een grote calamiteit. Een aantal vuistregels kunnen daar bij zijn:<br />
ß de hulpdiensten moeten zowel de locatie als de inhoud <strong>van</strong> de <strong>pijpleidingen</strong> in hun beschermd<br />
grondgebied kennen;<br />
ß procedures dienen opgesteld te worden op multidisciplinair niveau;<br />
ß oefeningen dienen gehouden op multidisciplinair niveau;<br />
ß de brandweer is op de hoogte <strong>van</strong> de aanpak <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> de stoffen die door de <strong>pijpleidingen</strong><br />
lopen;<br />
ß de brandweer moet beschikken over algemene actiekaarten en over specifieke actiekaarten<br />
voor iedere stof;<br />
21<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
II.2.2. Preventie door de leidingbeheerders<br />
Ook de leidingbeheerders hebben een belangrijke verantwoordelijkheid op het vlak <strong>van</strong> preventie.<br />
Het doel is tweevoudig: enerzijds wordt getracht om ongevallen te voorkomen, anderzijds beschikt<br />
de leidingbeheerder over de mensen en middelen om bij een eventuele lekkage snel te reageren<br />
en erger te voorkomen.<br />
Het voorkomen <strong>van</strong> ongevallen wordt in de eerste plaats betracht door het uitvoeren <strong>van</strong> periodieke<br />
controles. Bij wijze <strong>van</strong> voorbeeld geven we hieronder een overzicht <strong>van</strong> de controles die<br />
Fluxys uitvoert. De wetgever bepaalt m.b.t. de periodieke controles (in het KB <strong>van</strong> 11 maart 1966<br />
en het KB <strong>van</strong> 24 januari 1991) duidelijk opgelegde frequenties. Meer bepaald wat gas<strong>pijpleidingen</strong><br />
betreft, zien we dat de leidingnetbeheerder zichzelf een hogere frequentie oplegt dan deze die de<br />
wetgever in ons land heeft bepaald:<br />
Wettelijke voorschriften<br />
Minimum om de twee maanden controle<br />
<strong>van</strong> de voorbehouden zone<br />
Jaarlijkse controle op aanwezigheid <strong>van</strong><br />
aardgas<br />
Voor de hoofdassen: controle per helikopter<br />
om de twee maanden + controle ter plaatse<br />
<strong>van</strong> de belangrijkste punten om de twee<br />
maanden<br />
Om de twee maanden controle <strong>van</strong> de apparatuur<br />
voor kathodische bescherming<br />
Jaarlijkse controle <strong>van</strong> het potentiaalverschil<br />
tussen leiding en ondergrond<br />
Controles door Fluxys uitgevoerd<br />
Patrouille per voertuig controleert om de twee<br />
weken de voorbehouden zone<br />
Patrouille te voet controleert jaarlijks<br />
Fluxys controleerde altijd al om de twee weken<br />
<strong>met</strong> helikopter.<br />
De hoofdleidingen worden door Fluxys dagelijks<br />
gecontroleerd <strong>van</strong>uit de lucht<br />
Fluxys controleert 1 keer per maand<br />
Jaarlijkse controle<br />
Een andere manier om lekken te voorkomen bestaat erin om ‘derden’ ertoe aan te zetten beschadigingen<br />
zo snel mogelijk te melden. De pijpleidingbeheerders dringen er bij de aannemers op aan<br />
om ook kleine ongevalletjes (zelfs zonder noemenswaardige beschadiging) te melden. Sommigen<br />
gaan zover om de kosten <strong>van</strong> kleine herstellingen (na een gemeld incident) gewoon niet aan te<br />
rekenen aan diegene die de schade heeft veroorzaakt en dat om toch maar zeker te zijn dat het<br />
geringste incident zou gemeld worden.<br />
22<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel II: Incidenten <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong><br />
II.2.3. Preventie door de aannemers<br />
KLIM<br />
Sedert 2006 is het platform KLIM (Kabels- en Leidingen Informatie Meldpunt) actief. Het KLIM is<br />
een website die fungeert als centraal meldpunt voor iedereen die werken wil uitvoeren in de nabijheid<br />
<strong>van</strong> hoogspanningsverbindingen en <strong>van</strong> installaties voor vervoer per pijpleiding <strong>van</strong> gasachtige<br />
producten. KLIM vloeit voort uit het memorandum dat in juli 2005 werd ondertekend tussen verschillende<br />
ministers, Fetrapi, hoogspanningsnetbeheerder Elia en de federaties <strong>van</strong> de bouwnijverheid.<br />
De opzet bestaat erin om de website te doen evolueren naar een portaalsite om werken te<br />
melden aan het geheel <strong>van</strong> nutsbedrijven. (meer info op: www.klim-cicc.be)<br />
KLIP<br />
Het AGIV (Agentschap voor Geografische informatie Vlaanderen) ontwikkelde het KLIP (Kabelsen<br />
Leidingen Informatie Portaal), dat als Vlaams initiatief aansluit bij het federaal initiatief KLIM.<br />
Dankzij KLIP wordt de decentraal aanwezige kabel- en leidinginformatie beter en sneller ontsloten.<br />
De planaanvrager (aannemer graafwerken, opdrachtgever, nutsbedrijf, particulier) krijgt <strong>met</strong><br />
KLIP een overzicht <strong>van</strong> alle KLB’s (kabel- en leidingbeheerders) die aanwezig zijn in het door hem<br />
geselecteerd interessegebied en automatisch een informatievraag kunnen induceren bij deze<br />
partijen. De beheerders <strong>van</strong> het openbaar domein kunnen nakijken welke planaanvragen door wie<br />
zijn aangevraagd en welke KLB’s er aanwezig zijn op het domein in zijn beheer. Zo kunnen de<br />
gemeenten nagaan welke maatschappijen er allemaal aanwezig zijn op hun grondgebied. De KLB’s<br />
ont<strong>van</strong>gen gestandaardiseerde planaanvragen. Het blijft echter de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de<br />
individuele KLB om de door hem decentraal beheerde informatie te ontsluiten. Net zoals <strong>van</strong>daag<br />
worden de detailplannen door de KLB’s opgestuurd naar de planaanvrager (afhandelen <strong>van</strong> de<br />
planaanvraag).<br />
(meer info op: www.agiv.be)<br />
Kabel- en<br />
Leidingbeheer<br />
Versturen planaanvraag @<br />
Afhandelen<br />
planaanvraag<br />
Overlay-operatie<br />
KLB-zones<br />
Uitvoeren planaanvraag<br />
Opslaan planaanvraag<br />
Planaanvrager<br />
Bevestiging @<br />
Aanmaken rapport<br />
Raadplegen rapport<br />
KLIP<br />
website<br />
Planaanvragen<br />
Beheerder<br />
Openbaar Domein<br />
23<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
DEEL III: ALGEMENE ACTIEKAART<br />
PIJPLEIDINGINCIDENTEN<br />
Introductie<br />
In de benaming ligt duidelijk vervat waarvoor de ‘actiekaarten’ dienen: zij bevatten richtlijnen die<br />
de brandweer kunnen helpen bij de ‘actie’ in geval <strong>van</strong> pijpleiding<strong>incidenten</strong>. Het is de bedoeling<br />
dat voor alle gevaarlijke producten, die vervoerd worden door <strong>pijpleidingen</strong>, specifieke actiekaarten<br />
zullen ontwikkeld worden. Die specifieke actiekaarten kunnen maar gebruikt worden wanneer<br />
ze beschikbaar zijn en wanneer het product dat voorwerp uitmaakt <strong>van</strong> een pijpleidingincident<br />
gekend is. De algemene actiekaart bepaalt het actieplan dat bij <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> <strong>van</strong><br />
toepassing is wanneer er geen specifieke actiekaart bestaat en/of wanneer het product in de<br />
pijpleiding niet gekend is, bijvoorbeeld wanneer er meerdere <strong>pijpleidingen</strong> samen liggen. De<br />
algemene actiekaart bepaalt in zekere zin de standaardprocedure. De actie die ondernomen wordt<br />
bij ongevallen <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> is gebaseerd op de procedure ‘ongevallen gevaarlijke stoffen’.<br />
24<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
III.1. De omschrijving <strong>van</strong> de zones in de Actiekaart<br />
III.1.1. Zone-indeling in het KB Noodplan<br />
Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />
In het KB <strong>van</strong> 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen is de ‘interventiezone’<br />
een zone die, in functie <strong>van</strong> de concrete noodsituatie, wordt afgebakend en waarbinnen de nodige<br />
maatregelen genomen worden om de noodsituatie te beheren.<br />
Voor de indeling <strong>van</strong> de interventiezone worden de reeds vroeger toegepaste, maar nu duidelijker<br />
omschreven, kleurenindelingen gebruikt. De kleuren bepalen de graad <strong>van</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> de<br />
betreffende zone. De indeling ziet er als volgt uit:<br />
1. De rode zone: deze wordt begrensd door de uitsluitingsperi<strong>met</strong>er en is uitsluitend toegankelijk<br />
voor de interveniërende hulpdiensten, deskundigen en technici, mits akkoord <strong>van</strong> de<br />
directeur CP-Ops, overeenkomstig de door hem gegeven richtlijnen;<br />
2. De oranje zone: wordt begrensd door de isolatieperi<strong>met</strong>er waarbinnen de logistieke steun<br />
<strong>van</strong> de hulpdiensten wordt georganiseerd en is toegankelijk voor mensen die binnen die<br />
zone werken of wonen, mits akkoord <strong>van</strong> de directeur CP-Ops en naleving <strong>van</strong> de door hem<br />
gegeven richtlijnen;<br />
3. De gele zone: wordt begrensd door de ontradingsperi<strong>met</strong>er. In deze zone wordt de toegang<br />
ontraden aan personen die er niet wonen of werken en waar de nodige maatregelen<br />
genomen worden voor een vlotte toegang <strong>van</strong> de hulpdiensten en het vlot verloop <strong>van</strong> de<br />
hulpoperaties.<br />
III.1.2. Zone-indeling op de actiekaart<br />
Er worden in de actiekaart 3 zones onderscheiden waar<strong>van</strong> er 2 corresponderen <strong>met</strong> deze uit het KB<br />
<strong>van</strong> 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (zie verwijzing tussen haakjes).<br />
1. ZONE 1: de verboden zone wordt omschreven als de zone <strong>met</strong> een hoge kans op letaliteit,<br />
die enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risico-afweging en <strong>met</strong> de<br />
vereiste beschermende kledij mag betreden worden.<br />
2. ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende<br />
kledij en <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid (= Rode zone KB - uitsluitingsperi<strong>met</strong>er).<br />
3. ZONE 3: de isolatiezone: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen <strong>van</strong> buitenaf naar<br />
binnengaan. Wie zich binnen deze zone in een schuilplaats bevindt, mag er blijven.<br />
Personen die uit binnengelegen zones geëvacueerd werden moeten minstens tot buiten<br />
deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB - isolatieperi<strong>met</strong>er)<br />
Gevaarskwotering zeer hoog hoog matig hoog stabiel<br />
KB Noodplan NIET VOORZIEN Rode zone Oranje zone Gele zone<br />
Actiekaart Gas ZONE 1 ZONE 2 ZONE 3 NIET VOORZIEN<br />
25<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
III.2. Optreden bij <strong>incidenten</strong>: the basic ‘6’<br />
De standaardprocedure doorloopt de 6 gebruikelijke fasen bij een incident:<br />
1. Identificatie en alarmering<br />
2. Bepalen effectafstanden<br />
3. Brandweeroptreden: ongevallen gevaarlijke stoffen<br />
4. Afkondiging gemeentelijke fase <strong>van</strong> het noodplan<br />
5. Beheersmaatregelen<br />
6. Activeren meetplan<br />
Basic 1 : identificatie en alarmering<br />
De melding <strong>van</strong> een incident <strong>met</strong> een pijpleiding kan <strong>van</strong>uit verschillende hoeken binnenkomen. In<br />
de eerste fase komt het erop aan om zo snel mogelijk te achterhalen welk(e) product(en) betrokken<br />
is (zijn) bij het incident. Wanneer de leidingbeheerder zelf het incident meldt, zal men gauw<br />
over de nodige informatie beschikken maar de melding kan ook <strong>van</strong> derden komen.<br />
Alarmering door een derde<br />
Een incident <strong>met</strong> een pijpleiding kan gemeld worden door een toevallige passant die een vloeistof<br />
of gas uit de grond ziet borrelen of spuiten of die gewoon iets abnormaals bemerkt en via het<br />
noodnummer de politie (101) of de brandweer (100/112) verwittigt. Het komt er nu op aan zoveel<br />
mogelijk informatie in te winnen m.b.t. de algemene situatie en te achterhalen om welk product<br />
het gaat. Daarom worden aan de persoon die het incident gemeld heeft, gerichte vragen gesteld:<br />
ß Zijn er slachtoffers op de plek <strong>van</strong> het incident?<br />
ß Omschrijf zo precies mogelijk de locatie (straat, kruispunt, huisnummer...?)<br />
ß Staat er een luchtbaken of is er een paalnummer te zien?<br />
ß Beschrijf de nabijgelegen gebouwen. Zijn er zichtbare specifieke gevaren?<br />
ß Hoe ziet het landschap eruit? Heuvelachtig of vlak?<br />
ß Beschrijf zo goed mogelijk wat je ziet: plas, wolk, gas-, vloeistofafstroom, geluid, brand...?<br />
ß Zijn er werkzaamheden aan de gang? Is er zichtbare beschadiging aan een leiding?<br />
Actie <strong>van</strong> de brandweer naar de leidingbeheerders toe<br />
1. Het product is gekend ongeacht of er meerdere leidingen liggen: waarschuw de betreffende<br />
leidingbeheerder en nadien alle andere <strong>van</strong> in de buurt liggende leidingen<br />
2. Het product is niet gekend of onzeker omdat er meerdere leidingen liggen: waarschuw alle<br />
leidingbeheerders (<strong>van</strong> leidingen in de omgeving <strong>van</strong> de meldplaats).<br />
Wees voorbereid!<br />
Het is <strong>van</strong> kapitaal belang dat de algemene actiekaarten voor ieder individueel korps een duidelijk<br />
overzicht bevatten <strong>van</strong> de specifieke leidingen en de getransporteerde stoffen op het grondgebied<br />
waarvoor dat korps bevoegd is. Dit overzicht moet melding maken <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> het gevaar én<br />
<strong>van</strong> het specifieke gas of de specifieke vloeistof. Aan iedere in de tabel opgenomen stof wordt dan<br />
ook het noodnummer <strong>van</strong> de respectieve leidingbeheerder toegevoegd volgens voorbeeld op<br />
volgende pagina.<br />
26<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />
GEVAAR GAS VLOEISTOF<br />
brandbaar aardgas nafta<br />
0800 90 102 of 02/282 70 03 telefoonnummer X<br />
ethyleen<br />
vloeibare KWS<br />
telefoonnummer X<br />
telefoonnummer X<br />
propyleen<br />
telefoonnummer X<br />
brandbaar- toxisch -------------<br />
inert<br />
stikstof<br />
telefoonnummer X<br />
oxiderend<br />
zuurstof<br />
telefoonnummer X<br />
Alarmering door de leidingbeheerder<br />
Het is mogelijk dat de leidingbeheerder als eerste op de hoogte is <strong>van</strong> een lek in een leiding<br />
doordat bijvoorbeeld de druk in de leiding afneemt of doordat een ‘derde’ de leidingbeheerder<br />
heeft gewaarschuwd. Die ‘derde’ kan dan een grondwerker zijn die mogelijk zelf de schade heeft<br />
veroorzaakt of een toevallige passant die het telefoonnummer <strong>van</strong> de leidingbeheerder op de<br />
merkpaal heeft opgemerkt. Wanneer de melding bij de brandweer binnenkomt via de leidingbeheerder<br />
beschikken we al over gegevens zoals UN-nummers, druk, dia<strong>met</strong>er, traject tussen de<br />
afsluiters...<br />
Bijkomend stellen we een aantal gerichte vragen om zoveel mogelijk informatie over de situatie te<br />
bekomen:<br />
ß Is er een vertegenwoordiger <strong>van</strong> de exploitant ter plaatse of op komst?<br />
ß Wanneer komt hij ter plaatse en waar wordt afgesproken?<br />
ß Zijn er suggesties voor het nemen <strong>van</strong> directe maatregelen?<br />
Basic 2 : bepalen effectafstand<br />
Voor het bepalen <strong>van</strong> de effectafstand zijn er twee mogelijkheden:<br />
1. Het product is gekend én er is een specifieke actiekaart:<br />
gebruik de specifieke actiekaart!<br />
2. Het product is niet gekend of er is geen specifieke actiekaart:<br />
bovenwinds (!) benaderen tot:<br />
ß 500 m bij mogelijk explosiegevaar<br />
ß 100 m bij onoverzichtelijke situatie of als het windstil is<br />
ß 50 m altijd minimaal!<br />
27<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
Basic 3 : brandweeroptreden = ongevallen gevaarlijke stoffen<br />
Doorgaans beperkt het optreden <strong>van</strong> de brandweer zich tot het veilig stellen <strong>van</strong> de omgeving.<br />
Het onder controle brengen <strong>van</strong> de situatie kan enkel gebeuren door de leidingbeheerder. De<br />
brandweer heeft de operationele leiding over de incidentbestrijding tot op het moment dat de<br />
situatie stabiel is. Terwijl het lek beheersen een taak is <strong>van</strong> de leidingbeheerder heeft de brandweer<br />
als hoofdtaak het ontsnapte product te beheersen.<br />
Vuistregels bij de interventie:<br />
ß Blijf op een veilige afstand zoals bepaald door de actiekaarten, rekening houdend <strong>met</strong> winden<br />
terreinkarakteristieken zoals hellingen, riolen, waterlopen, ondergrond...<br />
ß Organiseer de <strong>met</strong>ingen.<br />
ß Gebruik enkel noodzakelijke en gepaste elektrische apparatuur en laat de rest in het<br />
brandweervoertuig.<br />
ß Gebruik gehoorbescherming.<br />
ß Zet een gebied af voor de veiligheid in functie <strong>van</strong> het risico.<br />
ß Verwijder alle mensen (ook hulpverleners) uit de onmiddellijke omgeving <strong>van</strong> het lek.<br />
ß Houd iedereen zonder persoonlijke beschermingsmiddelen (ook hulpverleners) op een<br />
voldoende ruime afstand.<br />
Twee regels gelden altijd:<br />
ß Draag een adembeschermingstoestel en gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen!<br />
ß Blijf bovenwinds!<br />
Daarnaast is de aanpak incidentspecifiek:<br />
Scenario Gevaar Aanpak<br />
Brandbaar gas<br />
Brandbare vloeistof<br />
Stikstof<br />
Zuurstof<br />
-brand / explosie<br />
-hitte bij brand<br />
-geluid (hoge druk)<br />
-bevriezing<br />
-brand (spontaan)<br />
-explosie<br />
-hitte bij brand<br />
-milieuverontreiniging<br />
-grondverzakking<br />
-verstikking<br />
-bevriezing<br />
-spontane ontbranding <strong>van</strong><br />
brandbare stoffen in de<br />
omgeving mogelijk<br />
-bij brand: laten branden<br />
-ontstekingsbronnen<br />
verwijderen<br />
-indien zwaarder dan lucht:<br />
verdunnen of neerslaan<br />
-indammen<br />
-ontstekingsbronnen<br />
verwijderen<br />
-afdekken<br />
-verdunnen<br />
-ventileren<br />
-ontstekingsbronnen<br />
verwijderen<br />
-verdunnen<br />
Toxisch gas -vergiftiging -verdunnen of sla de wolk neer<br />
28<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />
Basic 4 : afkondiging <strong>van</strong> het noodplan<br />
Kondig de gemeentelijke fase <strong>van</strong> het noodplan af: de hele keten <strong>van</strong> alle betrokken diensten kan<br />
opgezet worden. De verschillende disciplines worden ingeschakeld. Daarnaast zijn er belangrijke<br />
taken voor de leidingbeheerder.<br />
Leidingbeheerder<br />
-alarmeren en informeren brandweer<br />
-verantwoordelijke ter plaatse sturen<br />
-deelnemen aan overleg in commandopost<br />
-het bestrijden <strong>van</strong> de bron <strong>van</strong> het lek<br />
-opruimen <strong>van</strong> gelekt product en herstel <strong>van</strong> de schade<br />
De ‘disciplines’ en hun ‘hoofdtaken’ kunnen als volgt samengevat worden:<br />
Discipline 1. Brandweer<br />
Discipline 2.<br />
Medische hulpverleners<br />
Discipline 3. Politie<br />
Discipline 4. Logistiek<br />
Discipline 5. Informatie<br />
-redden<br />
-effectbestrijding<br />
-waarnemen en <strong>met</strong>en<br />
-desgevallend onts<strong>met</strong>ten <strong>van</strong> mensen en dieren<br />
-leiding <strong>van</strong> de commandopost<br />
-medische verzorging slachtoffers<br />
-verlenen <strong>van</strong> psychosociale ondersteuning<br />
-medisch adviseren m.b.t. gevolgen <strong>van</strong> de stof na overleg <strong>met</strong><br />
de AGS (Adviseur Gevaarlijke Stoffen)<br />
-deelnemen aan overleg in de commandopost<br />
-op<strong>van</strong>g <strong>van</strong> door de brandweer aangebrachte slachtoffers<br />
-ontruimen en evacueren op advies <strong>van</strong> de brandweer<br />
-afzetten bedreigd gebied<br />
-waarschuwen <strong>van</strong> de bevolking<br />
-omleiden verkeer en handhaven <strong>van</strong> de orde<br />
-identificeren <strong>van</strong> slachtoffers<br />
-begeleiden <strong>van</strong> hulpverleners en specialisten<br />
-eventueel strafrechtelijk onderzoek starten<br />
-deelnemen aan het overleg in de commandopost<br />
-alle denkbare ondersteunende logistieke taken<br />
-opnemen <strong>van</strong> de bestuurlijke leiding (burgemeester)<br />
-coördineren <strong>van</strong> de voorlichting naar pers en bevolking toe<br />
Basic 5 : beheersmaatregelen<br />
Voor het beheersen <strong>van</strong> het lek zelf hebben de leidingbeheerders hun eigen instructies en gespecialiseerde<br />
medewerkers. Dat is dus niet de taak <strong>van</strong> de brandweer. De hoofdtaak <strong>van</strong> de brandweer<br />
bestaat erin het ontsnapt product te beheersen. Ook de opruimwerkzaamheden achteraf<br />
zijn de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de leidingbeheerder zodra de situatie stabiel is.<br />
29<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
De afsluiters die in de stations gebruikt worden, doen hier niet echt terzake aangezien de hulpdiensten<br />
daar nooit mee te maken krijgen. De afsluiters ‘in lijn’, ttz, de afsluiters die rechtstreeks<br />
op de leidingen geplaatst worden, zijn voor ons land overwegend ‘bolafsluiters’.<br />
De bolafsluiters worden bediend <strong>met</strong> een sleutel, een wiel of aangestuurd <strong>van</strong>uit de dispatching.<br />
Bij het manipuleren <strong>van</strong> de afsluiter, sluit een bol de opening in de pijp af. Men moet weten dat het<br />
heel normaal is dat de sleutel een hoog aantal keren moet rondgedraaid worden, omdat er grote<br />
krachten overwonnen moeten worden (afhankelijk <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de buis en dus de grootte<br />
<strong>van</strong> de afsluiter) en het mogelijk moet blijven voor een persoon om de afsluiter te sluiten.<br />
Specifiek wat aardgas betreft, is Fluxys wettelijk verplicht om per 30 km een afsluiter te voorzien.<br />
Nochtans zijn de secties tussen de afsluiters meestal minder lang. De automatische afsluiters<br />
kunnen <strong>van</strong> op afstand bediend worden. De aanleiding kan zijn dat Fluxys zelf een drukdaling<br />
merkt of dat er een melding binnenkomt. In beide gevallen start er een snelle procedure waarbij<br />
een medewerker ter plaatse komt en verifieert of Fluxys al dan niet betrokken is bij het probleem.<br />
Ook moeten steeds de aangesloten bedrijven verwittigd worden.<br />
Het is zeker het vermelden waard dat Fluxys weliswaar veel oproepen krijgt maar het aantal<br />
lekken aan transportleidingen beperkt zich tot 1 per jaar.<br />
30<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel III: Algemene actiekaart pijpleiding<strong>incidenten</strong><br />
Basic 6 : het meetplan activeren<br />
Organiseer concentratie<strong>met</strong>ingen in:<br />
1. de interventiezone zelf<br />
2. de omgeving<br />
31<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
DEEL IV: AARDGASPIJPLEIDINGEN IN BELGIË<br />
Introductie<br />
Wat vooraf gaat over <strong>pijpleidingen</strong> in het algemeen geldt <strong>van</strong>zelfsprekend ook voor de gas<strong>pijpleidingen</strong><br />
in het bijzonder. We herinneren eraan dat het transport <strong>van</strong> aardgas het grootste aandeel<br />
voor zijn rekening neemt in het totale transport <strong>van</strong> goederen via <strong>pijpleidingen</strong>. In dit gedeelte<br />
gaan we dieper in op een aantal thema’s die specifiek betrekking hebben op het transport <strong>van</strong><br />
aardgas. We leggen onder meer het verschil uit tussen het vervoer en de distributie <strong>van</strong> aardgas<br />
en gaan dieper in op de eigenschappen en de mogelijke risico’s <strong>van</strong> aardgas als ‘product’. Heel<br />
wat <strong>van</strong> de hier besproken informatie wordt beschouwd als herhaling <strong>van</strong> wat de cursisten al<br />
weten. In de context <strong>van</strong> de ‘actiekaarten gas’ lijkt deze ‘opfrissing’ echter onontbeerlijk.<br />
32<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
IV.1. Aardgas: definitie, samenstelling en eigenschappen<br />
IV.1.1. Definitie en samenstelling <strong>van</strong> aardgas<br />
Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België<br />
Aardgas is een natuurlijk product waar<strong>van</strong> de samenstelling en de eigenschappen verschillen<br />
naargelang de vindplaats. Het aardgas in ons land komt hoofdzakelijk uit Nederland, Noorwegen,<br />
Algerije, Verenigd Koninkrijk en Rusland. We maken een onderscheid tussen laagcalorisch en<br />
hoogcalorisch aardgas. Laagcalorisch aardgas is afkomstig uit Nederland, hoogcalorisch aardgas<br />
uit de andere landen. Hoogcalorisch aardgas bevat aanzienlijk meer ethaan en <strong>met</strong>haan en veel<br />
minder stikstof. Het onderscheid is slechts rele<strong>van</strong>t in functie <strong>van</strong> de specificiteit <strong>van</strong> de gebruikte<br />
aardgasbrander die moet afgestemd zijn op laag- of hoogcalorisch gas. Onderstaand schema<br />
geeft een overzicht <strong>van</strong> de samenstelling <strong>van</strong> aardgas, de samenstelling <strong>van</strong> hoogcalorisch gas is<br />
licht veranderlijk naargelang de oorsprong, om dit te verduidelijken worden de samenstelling <strong>van</strong><br />
het Noors en Algerijns aardgas gegeven:<br />
Belangrijkste<br />
elementen<br />
Laagcalorisch<br />
aardgas<br />
Hoogcalorisch<br />
aardgas<br />
Noors<br />
Algerijns<br />
Methaan CH 4<br />
83,40% 88,10% 89,00%<br />
Ethaan C 2<br />
H 6<br />
3,70% 5,30% 8,30%<br />
Propaan C 3<br />
H 8<br />
0,7% 1,20% 1,30%<br />
Butaan C 4<br />
H 10<br />
0,30% 0,40% 0,50%<br />
Stikstof N 2<br />
10,50% 3,20% 0,90%<br />
Koolstofdioxide CO 2<br />
1,20% 1,50% --<br />
(Bron: K.V.G.B. - Informatiesessie voor Brandweer en Politie <strong>van</strong> de Provincie Antwerpen)<br />
IV.1.2. De eigenschappen <strong>van</strong> aardgas<br />
ß Aardgas is lichter dan lucht: aardgas heeft een relatieve dichtheid <strong>van</strong> 0,55 ten overstaan<br />
<strong>van</strong> lucht en beweegt bij hoge concentraties steeds spontaan naar boven. Ontsnapt aardgas<br />
in een gesloten ruimte kan zeer snel geëvacueerd worden via verluchting, in tegenstelling<br />
tot butaan of propaan die zwaarder zijn dan lucht en verluchting langs onderen moeten<br />
hebben. Ook bij afkoeling door ontspanning blijft aardgas lichter dan lucht.<br />
ß Aardgas is niet giftig: aardgas is niet schadelijk voor menselijke, dierlijke en plantaardige<br />
organismen. Alleen bij onvolledige verbranding <strong>van</strong> aardgas kan CO ontstaan dat wel giftig<br />
is. In hoge concentraties moet opgelet worden voor de schadelijke werking <strong>van</strong> de nevenproducten.<br />
ß Aardgas is nagenoeg reukloos: aardgas is, op het moment dat het ‘gewonnen en vervoerd’<br />
wordt, niet geodoriseerd maar bij hoge gasconcentraties worden bepaalde onzuiverheden<br />
wel geroken. Het wordt bij de overgang <strong>van</strong> ‘vervoer’ naar ‘distributie’ geodoriseerd precies<br />
om een eventuele ontsnapping <strong>van</strong> aardgas waarneembaar te maken (zie verder).<br />
ß Aardgas is brandbaar: in combinatie <strong>met</strong> zuurstof en <strong>van</strong>af een bepaalde ontstekingstemperatuur<br />
ontbrandt aardgas. Onder 5% gas is het mengsel te arm en boven 15% is het te<br />
rijk om te ontbranden.<br />
33<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
Anvers<br />
Aachen<br />
FLUXYS-AARDGASVERVOERSNET<br />
VERENIGD<br />
KONINKRIJK<br />
LNG-BRONNEN<br />
3800 km <strong>pijpleidingen</strong><br />
Hoogcalorisch<br />
aardgas<br />
Laagcalorisch<br />
aardgas<br />
LNG-terminal<br />
Compressiestation<br />
Opslag<br />
INTERCONNECTOR<br />
ZEEPIPE<br />
Zeebrugge<br />
Kortrijk<br />
NOORWEGEN<br />
Doornik<br />
NEDERLAND<br />
Zelzate<br />
Gent<br />
Brakel<br />
Blaregnies<br />
FRANKRIJK<br />
SPANJE<br />
ITALIE<br />
Zandvliet<br />
Loenhout<br />
Antwerpen<br />
Charleroi<br />
Brussel<br />
NEDERLAND<br />
Winksele<br />
Namen<br />
Poppel<br />
Weelde<br />
NOORWEGEN<br />
DUITSLAND<br />
Genk<br />
Bastogne<br />
<strong>van</strong> Emden<br />
Obbicht<br />
's-Gravenvoeren<br />
Sinsin<br />
Berneau<br />
Luik Eynatten<br />
Aarlen<br />
Pétange<br />
WEDAL<br />
TENP<br />
RUSSISCHE<br />
FEDERATIE<br />
DUITSLAND<br />
G.H. LUXEMBURG<br />
NB. Vloeibaar aardgas komt niet voor in <strong>pijpleidingen</strong> en wordt uitsluitend getransporteerd per<br />
schip of tankwagen.<br />
IV.1.3. Risico’s verbonden aan aardgas<br />
ß Brandwonden: Wanneer aardgas tot ontbranding komt, kan dit aanleiding geven tot brandwonden<br />
en dit door vlamcontact of door warmtestraling.<br />
ß Vergiftiging: Bij onvolledige verbranding door gebrek aan lucht of wanneer de verbranding<br />
gestoord wordt door onvoldoende afvoer <strong>van</strong> de verbrandingsgassen kan het giftige<br />
koolmonoxide (CO) gevormd worden.<br />
ß Explosiegevaar: Bij verbranding <strong>van</strong> een gas-luchtmengsel in het brandbaarheidsgebied en<br />
in een (deels) gesloten ruimte kan een explosie ontstaan door de verhoging <strong>van</strong> de vlamsnelheid<br />
door turbulentie en kan een plotse drukstijging zich voordoen door de snelle<br />
volu<strong>met</strong>oename. In de vrije atmosfeer zal het mengsel opbranden zonder significante<br />
overdruk.<br />
ß Verstikking: De omgevingslucht dient voldoende zuurstof te bevatten (min. 17%).<br />
Verdringing <strong>van</strong> zuurstof door aardgas kan leiden tot verstikking.<br />
ß Verwondingen: Afhankelijk <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> het gaslek en <strong>van</strong> de druk op de leiding kan<br />
uitstromend gas leiden tot ernstige verwondingen.<br />
34<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België<br />
IV.2. Structuur <strong>van</strong> het transport <strong>van</strong> aardgas<br />
Aardgasdistributie<br />
Principe gasdistributie<br />
67 bar<br />
Compressiestation Grootverbruik Ont<strong>van</strong>gstation<br />
Grootverbruik Drukbeperker Grootverbruik<br />
Distributiecabine<br />
Bron: K.V.B.G.<br />
Aardgas legt een hele weg af die begint bij de ontginning en eindigt bij de eindafnemer. Vooraleer<br />
het aardgas de eindafnemer bereikt, passeert het een keten <strong>van</strong> ‘betrokkenen’ en ondergaat de<br />
hoedanigheid waarin het gas vervoerd wordt een aantal wijzigingen.<br />
IV.2.1. Het traject <strong>van</strong> aardgas<br />
Het traject <strong>van</strong> aardgas wordt ingedeeld in twee hoofdfasen:<br />
ß Vervoer <strong>van</strong> aardgas: het vervoer <strong>van</strong> aardgas noemen<br />
we dat gedeelte <strong>van</strong> het traject <strong>van</strong>af de grensstations<br />
(intredepunten in het transportnet) waarbij gas door<br />
ondergrondse leidingen vervoerd wordt via compressiestations<br />
naar grote industriële afnemers en naar de<br />
ont<strong>van</strong>gststations <strong>van</strong> de distributienetbeheerders. Het<br />
gas heeft tijdens het vervoer een werkdruk hoofdzakelijk<br />
hoger dan 14,7 bar (in sommige leidingen is de druk<br />
slechts 8 bar). In ons land ligt de maximale druk op<br />
ongeveer 84 bar.<br />
Decompressiestation - Berneau<br />
35<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
ß Distributie <strong>van</strong> aardgas: de distributie<br />
<strong>van</strong> aardgas start <strong>van</strong>af de ont<strong>van</strong>gststations<br />
en gaat naar de<br />
eindafnemers (groot- en kleinverbruikers)<br />
en dat in verschillende druktrappen<br />
die weliswaar bijna steeds onder<br />
14,7 bar liggen.<br />
Station <strong>van</strong> Zandvoorde<br />
ß Opslag <strong>van</strong> aardgas: er wordt ook<br />
aardgas gestockeerd in bijvoorbeeld<br />
de ondergrondse opslag <strong>van</strong><br />
Loenhout en de zeeterminal.<br />
Voor de distributie wordt de druk verlaagd<br />
in een drukreduceerinstallatie die zich soms<br />
in het ont<strong>van</strong>gststation kan bevinden. De<br />
druk wordt verlaagd tot 5 bar. In deze fase<br />
kan er nog steeds geleverd worden aan<br />
grootverbruikers (industrie). In de distributiecabines<br />
wordt tenslotte de druk <strong>van</strong> 5 bar<br />
verlaagd tot een druk voor het gebruik in<br />
particuliere woningen.<br />
Terminal <strong>van</strong> Zeebrugge<br />
De drukreduceerinstallatie werkt volgens een relatief eenvoudig principe: door minder gas door<br />
een buis te sturen, verlaagt de druk. De afsluiter fungeert daarbij in zekere zin als een weerstand.<br />
Omdat een drukverlaging <strong>van</strong> het gas het gas ook afkoelt, wordt het voor de drukreduceerinstallatie<br />
licht opgewarmd.<br />
IV.2.2. Odorisatie <strong>van</strong> aardgas<br />
Bij de overgang <strong>van</strong> vervoer naar distributie wordt aan het gas de geursubstantie (Tetra Hydro<br />
Thiofeen) toegevoegd (of een mercaptaan)”. De bedoeling daar<strong>van</strong> is duidelijk: aangezien gas<br />
reukloos is, moet de odorisatie er voor zorgen dat bij een ongewilde ontsnapping het gas toch in<br />
kleine en ongevaarlijke hoeveelheden kan waargenomen worden. De odorisatie gebeurt meestal in<br />
de ont<strong>van</strong>gststations (NB. concentratie <strong>van</strong> aardgas <strong>van</strong>af 20% LEL moet waargenomen kunnen<br />
worden).<br />
Hier zou men zich kunnen afvragen waarom de odorisatie ook niet wordt toegepast voor het<br />
vervoer <strong>van</strong> aardgas (gebeurt in België sporadisch). De reden is tweevoudig. Vooreerst maakt de<br />
toevoeging <strong>van</strong> geurstoffen het aardgas onbruikbaar voor sommige grootverbruikers (die vóór de<br />
ont<strong>van</strong>gstations beleverd worden). Daarnaast is ontsnapping <strong>van</strong> gas bij een hoge drukleiding<br />
waarneembaar op een aantal andere manieren: afkoeling (door expansie), lawaai en zichtbare<br />
wolkvorming (condensatie <strong>van</strong> waterdamp door afkoeling).<br />
Eventuele odorisatie <strong>van</strong> aardgas over het hele traject (vervoer en distributie) zou maar mogelijk<br />
zijn wanneer hierover Europese wetgeving zou bestaan en de odorisatie zou plaatsvinden bij het<br />
binnenkomen <strong>van</strong> Europa.<br />
36<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
IV.2.3. Verschillen vervoer/distributie en indeling drukklassen aardgas<br />
Pro memorie: belangrijkste verschillen tussen vervoer en distributie<br />
Deel IV: Aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in België<br />
Vervoer<br />
Distributie<br />
drukniveau meestal >_ 14,7 bar < 14,7 bar<br />
geur meestal geurloos geodoriseerd<br />
netconfiguratie ruggengraat vermaasd<br />
eindafnemers honderden honderdduizenden<br />
ligging leidingen<br />
publiek en privaat<br />
domein<br />
publiek en privaat<br />
domein<br />
(Bron: K.V.G.B. – Informatiesessie voor Brandweer en Politie <strong>van</strong> de Provincie Antwerpen)<br />
Pro memorie: de verschillende drukklassen <strong>van</strong> aardgas t.o.v. transport<br />
Omschrijving Druk Trajectfase<br />
Lage druk druk tot 100 mbar distributie<br />
Middendruk MD/A<br />
Middendruk MD/B<br />
Middendruk MD/C<br />
druk <strong>van</strong> 100 mbar tot<br />
0,5 bar<br />
druk <strong>van</strong> 0,5 bar tot<br />
5 bar<br />
druk <strong>van</strong> 5 bar tot<br />
14,7 bar<br />
distributie<br />
distributie<br />
distributie<br />
Hoge druk druk hoger dan 14,7 bar vervoer<br />
IV.2.4. Regelgeving en betrokken partijen<br />
IV.2.4.1. Vóór 10 augustus 2000<br />
Tot 10 augustus 2000 verliep het transport <strong>van</strong> aardgas in ons land als volgt:<br />
ß Distrigas zorgde in ons land voor het vervoer <strong>van</strong> aardgas en leverde dit aan enerzijds de<br />
zware industrie (grootverbruikers) en anderzijds aan de intercommunales (zuivere of<br />
gemengde);<br />
ß de intercommunales namen de distributie voor hun rekening en leverden aan de eindafnemers:<br />
residentieel, KMO’s en industrie.<br />
37<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
IV.2.4.2. Liberalisering <strong>van</strong> de aardgasmarkt<br />
Vanaf 10 augustus 2000 treedt de Europese Richtlijn 98/30/EG geleidelijk in werking. Deze<br />
Richtlijn regelt de liberalisering <strong>van</strong> de aardgasmarkt en heeft als belangrijkste bepalingen:<br />
ß de eindafnemer moet de vrije keuze <strong>van</strong> leverancier hebben;<br />
ß het beheer <strong>van</strong> de netten enerzijds en de handel in aardgas anderzijds mag niet gebeuren<br />
door dezelfde onderneming;<br />
ß netbeheerders moeten op niet discriminerende wijze toegang bieden aan iedere houder <strong>van</strong><br />
een leveringsvergunning.<br />
IV.2.4.2. De betrokkenen in ons land<br />
De betrokkenen bij het vervoer en de distributie <strong>van</strong> aardgas in België zijn <strong>van</strong>daag:<br />
ß de eindafnemers: huishoudelijk, KMO en industrie, elektriciteitscentrales;<br />
ß distributienetbeheerders: IGAO, IVEG, IVEKA, IVERLEK, WVEM;<br />
ß leveranciers: er zijn er in totaal ongeveer 16 waaronder Distrigas, Electrabel C.S., EBEM,<br />
Energo, Essent, Gaz de France, Nuon, Luminus...;<br />
ß vervoernetgebruikers: Distrigas, Gaz de France, Wingas...;<br />
ß vervoernetbeheerder: Fluxys;<br />
ß Synergrid: de distributienetbeerders (DNB’s) zijn samen <strong>met</strong> de transmissienetbeheerder<br />
(Elektriciteit/Elia) en de vervoeronderneming <strong>van</strong> gas (Fluxys) gegroepeerd in de federatie<br />
SYNERGRID.<br />
38<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
DEEL V: SPECIFIEKE ACTIEKAART AARDGAS<br />
Introductie<br />
Tot op heden hadden de hulpverleners (brandweer) maar weinig houvast wanneer zich een<br />
incident <strong>met</strong> een gastransportleiding voordeed, ook al beschikten sommige korpsen reeds over<br />
enige informatie <strong>met</strong> betrekking tot de effecten <strong>van</strong> een gasontsnapping bij hoge drukleidingen.<br />
De ‘Actiekaart Aardgas > 14,7 bar’ moet duidelijkheid scheppen. Deze actiekaart is de eerste <strong>van</strong><br />
een reeks actiekaarten die voor de verschillende gevaarlijke stoffen, getransporteerd via <strong>pijpleidingen</strong>,<br />
zullen opgesteld worden. De actiekaarten zullen opgemaakt worden volgens een steeds<br />
identiek stramien en bevatten uitsluitend rele<strong>van</strong>te informatie.<br />
IEDERE ACTIEKAART = HETZELFDE STRAMIEN!!!<br />
ALARMERING<br />
Het eerste deel vermeldt wie allemaal dient gewaarschuwd en geeft ook alle contactgegevens<br />
mee.<br />
ACTIES<br />
Het tweede deel indiceert de punten <strong>van</strong> onmiddellijke actie m.b.t.<br />
ß uitrusting<br />
ß gevaarsinschatting<br />
ß bepalen <strong>van</strong> veiligheidsperi<strong>met</strong>ers<br />
ß specifieke acties ingevolge het betreffende gevaarlijk product<br />
EFFECTAFSTANDEN<br />
Het derde deel is een overzicht <strong>van</strong> de rele<strong>van</strong>te effectafstanden die aan de basis liggen <strong>van</strong><br />
het bepalen <strong>van</strong> de veiligheidsperi<strong>met</strong>ers en geeft een direct bruikbaar overzicht <strong>van</strong> de<br />
afstanden die de verschillende zones begrenzen.<br />
DIVERSE GEGEVENS<br />
In het vierde deel worden diverse gegevens opgenomen m.b.t. het betreffende product:<br />
ß mogelijke risico’s<br />
ß eigenschappen <strong>van</strong> het product<br />
ß typische waarnemingsgegevens<br />
REGIOGEBONDEN GEGEVENS<br />
Het laatste deel moet ingevuld worden door de bevelvoerder <strong>van</strong> het korps en bevat informatie<br />
die betrekking heeft op het beschermd gebied: aangesloten bedrijven, afsluiters, luchtbakens,<br />
merkpalen, cartografie....<br />
39<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
V.1. Randvoorwaarden voor de opstelling ‘Actiekaart Aardgas > 14,7 bar<br />
Para<strong>met</strong>ers voor aardgas<br />
Aannames algemeen:<br />
ß Temperatuur: temperatuur product in leiding: 280 K<br />
ß RV: relatieve vochtigheid: 60%<br />
ß Uitstroming: steeds in open lucht, uit een krater<br />
ß Weertype: Conservatief wordt er weertype D, neutrale atmosfeer, zonder wind verondersteld.<br />
Dit resulteert in de ruimste effectenafstanden.<br />
ß Ruwheid omgeving: voor de verspreiding <strong>van</strong> het gas die mee bepaald wordt door de<br />
ruwheid <strong>van</strong> het landschap wordt uitgegaan <strong>van</strong> een landelijk gebied <strong>met</strong> een ruwheid <strong>van</strong><br />
0,10 m. De ruwheid bepaalt mee het windprofiel en heeft o.a. invloed op de opmenging <strong>van</strong><br />
gassen in verticale richting.<br />
ß Ruwheid pijpleiding: voor de interne ruwheid <strong>van</strong> de pijpleiding wordt uitgegaan <strong>van</strong> de<br />
standaardwaarde voor staal. Elementen zoals bochten, die tot wrijvingsverliezen kunnen<br />
leiden, werden niet in rekening gebracht.<br />
ß Lengte leiding en plaats lek: Er wordt uitgegaan <strong>van</strong> een leidingsectie <strong>van</strong> 30 km <strong>met</strong> een<br />
lek of breuk in het midden <strong>van</strong> de sectie, de afsluiters worden gesloten na 60 seconden. Dit<br />
geeft een realistisch beeld voor crosscountry leidingen.<br />
ß Uitstroomdebiet: Het uitstroomdebiet verandert in de tijd. Voor de effectenafstanden <strong>met</strong><br />
een bepaalde grenswaarde dient dus ook een tijdstip bepaald te worden. Deze tijdstippen zijn<br />
30 s en 300 s na het optreden <strong>van</strong> het lek. De uitstroomdebieten op die tijdstippen waarop de<br />
effectberekeningen gebaseerd zijn, werden eveneens opgenomen bij de resultaten.<br />
ß Effectenduur: Effecten worden berekend rekening houdend <strong>met</strong> een maximale blootstelling<br />
<strong>van</strong> 15 min.<br />
Aannames brandscenario’s<br />
ß Ontsteking: De ontsteking wordt onmiddellijk verondersteld, zodat een fakkelbrand ontstaat.<br />
ß Fakkelbrand: Voor een fakkelbrand wordt uitgegaan <strong>van</strong> een verticale uitstroming uit een<br />
krater (ondergrondse leidingen).<br />
V.2. Inleidende informatie over aardgas en aardgasleidingen<br />
V.2.1. Informatie m.b.t. de risico’s<br />
De risico’s waarmee de interventiediensten in het geval <strong>van</strong> een incident <strong>met</strong> een aardgaspijpleiding<br />
dienen rekening te houden zijn samengevat:<br />
ß hitte<br />
ß drukeffecten (bij gaswolkontbranding enkel betekenisvol in besloten ruimtes)<br />
ß scherfwerking<br />
ß lawaai<br />
ß verstikking<br />
ß bevriezing<br />
Detonatie <strong>van</strong> een vrije wolk wordt onwaarschijnlijk geacht voor aardgas.<br />
40<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
V.2.2. Informatie m.b.t. het product aardgas<br />
ß Gasvormig in de leiding en gasvormig bij ontsnapping uit de leiding<br />
ß UN nr 1971 Casnr. 74-82-8 Gevi 23<br />
ß Explosiegrenzen 5-15 vol %<br />
ß Explosie<strong>met</strong>er: minimaal type IIC T1<br />
ß minimale ontstekingsenergie: 0,28 mJ<br />
ß Effect bij explosie: jetfire geel-blauwe vlam<br />
ß Afkoeling bij ontspanning: ongeveer 1°C per 2 bar drukdaling<br />
ß Ophoping in lagere delen zeer uitzonderlijk<br />
ß Waarneming: kleurloos bij kleine lek, witte wolk bij grote lek<br />
ß Waarneming: geurloos (gas > 14,7 bar = meestal niet geodoriseerd) Bij grote hoeveelheden<br />
kunnen onzuiverheden geroken worden.<br />
V.2.3. Informatie m.b.t. de leidingen<br />
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
Met betrekking tot de leidingen zijn een aantal informatiegegevens afhankelijk <strong>van</strong> het bevoegdheidsgebied<br />
<strong>van</strong> de betreffende brandweerdienst:<br />
ß Dia<strong>met</strong>ers: mogelijke dia<strong>met</strong>ers <strong>van</strong> de leidingen<br />
ß Afsluitposten: overzicht <strong>van</strong> de afstanden tussen de afsluiters en de mogelijke afsluittijd.<br />
Vermelding type afsluiter: manueel, afstandbediend, automatisch (zie ook pagina 30-31)<br />
ß Traject: beschrijving <strong>van</strong> het leidingtraject binnen het beschermd gebied<br />
ß Bedrijven: lijst <strong>van</strong> de aangesloten bedrijven<br />
De hogedruk gas<strong>pijpleidingen</strong> worden ondergronds voorzien <strong>van</strong> een waarschuwingslint.<br />
Bovengronds zijn ze altijd herkenbaar doordat ze gemarkeerd worden:<br />
ß elke aardgaspijpleiding is gemarkeerd door oranje betonnen of plastieken merkpalen;<br />
ß op iedere merkpaal staat het gratis telefoonnummer <strong>van</strong> Fluxys: 0800-90102;<br />
ß naast de merkpalen worden ook luchtbakens geplaatst <strong>met</strong> een nummer op: aan de hand<br />
<strong>van</strong> dat unieke nummer kan Fluxys de exacte locatie bepalen.<br />
Elke aardgaspijpleiding is<br />
gemarkeerd door merkpalen.<br />
Op de luchtbakens komt een uniek<br />
cijfer voor.<br />
41<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
V.3. De opbouw <strong>van</strong> de actiekaart<br />
De actiekaart is opgebouwd volgens de effecten die zich kunnen voordoen bij een ontsnapping<br />
<strong>van</strong> gas uit een ondergrondse hoge druk aardgaspijpleiding. Het doel <strong>van</strong> de kaart is om, op basis<br />
<strong>van</strong> vooraf berekende (mogelijke) effecten, snel en zonder veel extra rekenwerk de beste veiligheidsafstanden<br />
te bepalen voor zowel mogelijke aanwezige omwonenden als voor de hulpverleners.<br />
De actiekaart vermeldt in de eerste plaats de algemenere maatregelen die <strong>met</strong>een moeten<br />
genomen worden. Vervolgens worden de effectafstanden gegeven m.b.t.:<br />
ß mogelijke stralingseffecten bij brand;<br />
ß wolkvorming <strong>van</strong> het gas;<br />
ß drukeffecten;<br />
ß geluidsoverlast.<br />
Te weten!<br />
De zones worden aangeduid in <strong>met</strong>er (m) en de leidingdia<strong>met</strong>ers worden aangeduid in<br />
milli<strong>met</strong>er (mm). In de regel wordt gesteld dat er bij twijfel over de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de leiding<br />
best gekeken wordt naar de waarde <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er hoger.<br />
De effectafstanden worden ge<strong>met</strong>en <strong>van</strong>af de plaats <strong>van</strong> de breuk of de lekopening.<br />
V.4. De omschrijving <strong>van</strong> de zones in de Actiekaart aardgas<br />
De indeling <strong>van</strong> de zones voor de actiekaarten en deze in het KB <strong>van</strong> 16 februari 2006 betreffende<br />
de nood- en interventieplannen, worden uitgelegd op pagina 25. Ter herinnering geven we nog<br />
even de zonebepaling <strong>van</strong> de actiekaarten:<br />
ZONE 1: wordt omschreven als de zone <strong>met</strong> een hoge kans op letaliteit, die enkel in zeer<br />
uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risico-afweging en <strong>met</strong> de vereiste beschermende<br />
kledij mag betreden worden, enkel wanneer er nog geen ontsteking is <strong>van</strong> het gas.<br />
ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende<br />
kledij en <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid (= Rode zone KB - uitsluitingsperi<strong>met</strong>er).<br />
ZONE 3: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen <strong>van</strong> buitenaf naar binnengaan. Wie<br />
binnen deze zone is mag er blijven. Personen die uit binnengelegen zones geëvacueerd werden<br />
moeten minstens tot buiten deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB - isolatieperi<strong>met</strong>er)<br />
42<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
V.5. Algemene acties bij aan<strong>van</strong>g incident<br />
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
Wanneer zich een incident voordoet m.b.t. een hoge druk aardgaspijpleiding zijn er een aantal<br />
maatregelen die <strong>met</strong>een moeten genomen worden en een aantal acties die typisch zijn bij aardgas.<br />
Een aantal indicaties kunnen helpen om een mogelijk incident <strong>met</strong> een pijpleiding te herkennen.<br />
V.5.1. Tekenen <strong>van</strong> een mogelijk incident <strong>met</strong> gas<br />
1. Wat je ziet:<br />
ß bruine of verdorde vegetatie rond een pijpleiding<br />
ß een wolk of mist rond de pijpleiding<br />
ß opstijgend vuil<br />
ß luchtbellen uit een meer of een rivier<br />
ß vlammen<br />
ß ijsvorming rond de pijpleiding<br />
ß dode insecten<br />
2. Wat je ruikt:<br />
ß indien geur <strong>van</strong> de onzuiverheden wordt waargenomen, wordt de onderste explosiegrens<br />
benaderd.<br />
3. Wat je hoort:<br />
ß een sissend of rommelend geluid nabij een pijpleiding<br />
V.5.2. Directe maatregelen<br />
1. Alarmeer de ploegen en de officier volgens de vastgelegde procedure<br />
2. Schaal op bij twijfel over de in te zetten middelen<br />
3. Verwittig:<br />
ß Fluxys: 0800-90102<br />
ß HC 100 en AGS: 100 / 112<br />
ß Politie: 101<br />
ß De rechtstreeks aangesloten bedrijven<br />
4. Geef de juiste locatie door en zoveel mogelijk informatie (merkpaal, adres...)<br />
5. Als het gaat om een groot lek aan midden of hoge druk aardgaspijpleiding: kondig de<br />
gemeentelijke fase <strong>van</strong> het NIP af<br />
6. Pas de procedure ‘ongevallen gevaarlijke stoffen’ toe.<br />
43<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
V.5.3. Acties: specifiek aardgas<br />
1. Blijf bovenwinds<br />
2. Voer explosiegevaars- en zuurstof<strong>met</strong>ingen uit (adembescherming en volledige uitrusting)<br />
3. Ontstekingsbronnen verwijderen (ook de elektrostatische)<br />
4. Laat alle elektrische apparatuur in de auto<br />
5. In geval <strong>van</strong> brand: niet blussen!<br />
6. Nevenbranden buiten zone 1: wel blussen!<br />
7. Aangestraalde structuren beschermen <strong>met</strong> nevelstralen<br />
V.6. Toelichtingen bij de effectafstanden<br />
V.6.1. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij brand (effectief ontsteking)<br />
V.6.1.1. De tabel<br />
Tabel 1: veiligheidsafstanden (bij brand): binnenhuis en voor ‘door structuren beschermde’<br />
personen<br />
Berekeningen bij startdruk <strong>van</strong> 80 bar / vrije, verticale uitstroom / geen wind<br />
Leidingdia<strong>met</strong>er<br />
in mm<br />
opening<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
ZONE 1<br />
Straal in m<br />
HBD<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
ZONE 2<br />
Straal in m<br />
3 kW/m 2 na 300 s<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
ZONE 3<br />
Straal in m<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
100 30 5 60 11 100 50<br />
200 60 7 140 24 200 50<br />
300 80 10 220 37 300 50<br />
400 110 12 290 49 400 100<br />
500 130 15 360 64 500 100<br />
600 140 16 430 78 600 100<br />
700 160 19 500 92 700 150<br />
800 180 21 570 106 800 150<br />
900 190 23 640 121 900 150<br />
1000 210 25 710 135 1000 150<br />
1200 230 29 800 160 1200 200<br />
V.6.1.2. Interpretatie <strong>van</strong> de zones<br />
De tabel geeft de veiligheidsafstanden weer in geval er ontsteking <strong>van</strong> een gasontsnapping<br />
geweest is. De verticale uitstroom <strong>van</strong> gas voedt een fakkelbrand waar<strong>van</strong> de stralingseffecten op<br />
de tabel zijn terug te vinden. De zones werden als volgt bepaald:<br />
ZONE 1:<br />
De grens wordt vastgelegd op basis <strong>van</strong> de HBD (House Burning Distance), de integratie over<br />
totaaltijd <strong>van</strong> de straling die een beschermende structuur in brand kan steken. Deze ZONE 1 mag<br />
nooit betreden worden gezien het hoge kanspercentage op levensgevaarlijke verwondingen en<br />
zelfs doodsgevaar.<br />
44<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
ZONE 2:<br />
Voor ZONE 2 wordt de grens daar geplaatst waar de straling na 300 s nog 3 kW/m 2 bedraagt. Die<br />
tijdspanne komt overeen <strong>met</strong> een geschat minimaal tijdsverloop tussen de breuk en de aankomst<br />
<strong>van</strong> de brandweer. Ga alleen indien strikt noodzakelijk in zone 2 <strong>met</strong> interventiekledij, adembescherming<br />
en hittewerende kledij voor specifieke acties zoals:<br />
ß reddingen: <strong>met</strong> inachtname <strong>van</strong> eigen veiligheid en minimale personeelssterkte<br />
ß beheersen <strong>van</strong> ontsnapt product: de brandweer draait nooit zelf de afsluiter dicht maar<br />
kan wel helpen<br />
ß uitgestelde evacuatie: personen die zich binnen zone 2 (de zone tussen de HBD en de<br />
3 kW/m 2 na 300 s) bevinden en beschermd zijn door een gebouw worden binnen gehouden.<br />
De evacuatie wordt dan uitgesteld tot de stralingsintensiteit beduidend lager is. De personen<br />
die zich buiten bevinden binnen zone 2 worden naar een schuilplaats gebracht of<br />
buiten zone 2.<br />
Volgende grafieken tonen achtereenvolgens het verloop <strong>van</strong> de straling na 300 s voor leidingen<br />
<strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> respectievelijk 100, 400 en 1000 mm.<br />
1. Straling voor een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 100 mm<br />
Straling t.o.v. afstand voor een dia<strong>met</strong>er 100 mm, 80 bar<br />
onmiddellijke ontsteking, volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km,<br />
kleppen gesloten na 60 s<br />
20<br />
18<br />
16<br />
Straling [kW/m 2 ]<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
10<br />
20<br />
30<br />
40<br />
50<br />
60<br />
70<br />
80<br />
90<br />
100<br />
Afstand [m]<br />
Straling [kW/m 2 ] 900 s<br />
Straling [kW/m 2 ] 300 s<br />
45<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
2. Straling voor een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 400 mm 3. Straling voor een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 1000 mm<br />
Straling t.o.v. afstand voor een dia<strong>met</strong>er 400 mm, 80 bar<br />
onmiddellijke ontsteking, volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km,<br />
kleppen gesloten na 60 s<br />
20<br />
Straling t.o.v. afstand voor een dia<strong>met</strong>er 1000 mm, 80 bar<br />
onmiddellijke ontsteking, volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km,<br />
kleppen gesloten na 60 s<br />
20<br />
18<br />
18<br />
16<br />
16<br />
Straling [kW/m 2 ]<br />
14<br />
12<br />
10<br />
Straling [kW/m 2 ]<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
8<br />
6<br />
6<br />
4<br />
4<br />
2<br />
0<br />
100<br />
200<br />
300<br />
400<br />
500<br />
600<br />
2<br />
0<br />
100<br />
200<br />
300<br />
400<br />
500<br />
600<br />
700<br />
800<br />
900<br />
1000<br />
Afstand [m]<br />
Afstand [m]<br />
Straling [kW/m 2 ] 900 s<br />
Straling [kW/m 2 ] 300 s<br />
Straling [kW/m 2 ] 900 s<br />
Straling [kW/m 2 ] 300 s<br />
Richtwaarden voor hittestraling:<br />
0,8 kW/m 2 Warme zomerdag België<br />
1 kW/m 2 Warme zomerdag Zuiderse landen<br />
20<br />
3 kW/m 2 Gedurende 10 s = pijngrens (onbeschermde huid), men is (afhankelijk <strong>van</strong><br />
18<br />
de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het vuur en eventuele verwondingen) nog juist in staat<br />
16<br />
om zich in deze 10 s voldoende ver <strong>van</strong> de brandhaard te verwijderen<br />
5 kW/m 2 Gedurende 5 s = pijngrens 14 (onbeschermde huid)<br />
Gedurende enkele minuten 12 = 2° en 3° graads brandwonden<br />
10 kW/m 2 Grenswaarde voor maximaal aanvaardbare warmtestralingsintensiteit<br />
10<br />
voor onbeschermde structuren<br />
8<br />
Koelen <strong>van</strong> installaties noodzakelijk om bezwijken te voorkomen<br />
6<br />
Schroeischade hout.<br />
1% kans op letaliteit bij 20<br />
4<br />
s blootstelling<br />
12,5 kW/m 2 Gedurende enkele seconden 2 = 2° en 3° graads brandwonden<br />
0 10 20 30 40 50 60 70 80<br />
7% kans op lethaliteit bij 20 s blootstelling<br />
20 kW/m 2 Secundaire branden door straling Straling bij [kW/m secondenlange 2 ] 900 blootstelling<br />
Straling [kW/m 2 ] 300 sec<br />
35 kW/m 2 > 97% kans op letaliteit bij 20 s blootstelling<br />
Grenswaarde voor maximaal aanvaardbare warmtestralingsintensiteit<br />
voor beschermde structuren<br />
60 kW/m 2 Benzinebrand (rand vlammen) bij een plasbrand <strong>met</strong> 10 m dia<strong>met</strong>er<br />
90<br />
100<br />
20<br />
18<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
Grenswaarden warmtestraling voor ontbranding <strong>van</strong> organische materialen<br />
Materiaal Zonder Met<br />
Ontstekingsbron in kW/m 2<br />
Hout 32 14<br />
Geverfd hout 33 21<br />
Hardboard 29 10<br />
PVC - 20<br />
Schroeischade hout 8 - 12<br />
46<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
V.6.2. <strong>Veiligheid</strong>safstanden bij gasontsnapping (nog geen ontsteking)<br />
V.6.2.1. De tabel<br />
Tabel 2 : veiligheidsafstanden (nog geen ontsteking): voor hulpdiensten en voor ‘niet door<br />
structuren beschermde’ personen. (Er werd rekening gehouden <strong>met</strong> maximale<br />
waarden (na 30 seconden) bij mogelijke ontsteking!)<br />
ß preventieve evacuaties: evacuatie <strong>van</strong> alle personen binnen de HBD (tabel 1) en <strong>van</strong> alle,<br />
niet door gebouwen of structuren beschermde personen binnen 3 kW/m 2 na 30 s (tabel 2).<br />
Evacuatie gebeurt <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid en <strong>met</strong> minimale personeelssterkte.<br />
Leidingdia<strong>met</strong>er<br />
in mm<br />
opening<br />
ZONE 1<br />
Straal in m<br />
10 kW/m 2 na 30 s<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
ZONE 2<br />
Straal in m<br />
3 kW/m 2 na 30 s<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
ZONE 3<br />
Straal in m<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
100 50 6 90 11 100 50<br />
200 100 11 210 24 200 50<br />
300 150 16 320 37 300 50<br />
400 200 21 430 49 400 100<br />
500 240 27 520 64 500 100<br />
600 290 33 610 78 600 100<br />
700 340 39 700 92 700 150<br />
800 380 45 780 106 800 150<br />
900 430 51 870 121 900 150<br />
1000 470 57 960 135 1000 150<br />
1200 560 68 1130 160 1200 200<br />
V.6.2.2. Toelichtingen bij de zones<br />
In tabel 2 worden de veiligheidsperi<strong>met</strong>ers aangeduid voor een situatie waarbij zich een lek<br />
voordoet maar er nog geen ontsteking heeft plaatsgevonden. De zones zijn er op gericht om, in<br />
geval <strong>van</strong> ontsteking, de veiligheid te garanderen <strong>van</strong> bevolking en hulpverleners.<br />
ZONE 1:<br />
De grens <strong>van</strong> ZONE 1 wordt vastgelegd waar de straling minimaal 10 kW/m 2 is na 30 s. De warmtestraling<br />
30 s na de breuk is een goede aanname voor de piekwaarde. De gekozen tijd <strong>van</strong> 30 s is<br />
de tijd nodig om de gaswolk en bijgevolg een eventuele brand tot zijn maximale om<strong>van</strong>g te laten<br />
ontwikkelen. De grens <strong>van</strong> zone 1 ligt dus op een piekmoment. Ga nooit in zone 1 tenzij <strong>met</strong><br />
interventiekledij, adembescherming en hittewerende kledij voor specifieke acties zoals:<br />
ß uitgestelde evacuatie : evacuatie in de zone tussen de HBD (tabel 1) en de 3 kW/m 2 na 30 s<br />
(tabel 2)<br />
ß beheersen <strong>van</strong> ontsnapt product: de brandweer draait nooit zelf de afsluiter dicht maar<br />
kan wel helpen.<br />
47<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
ZONE 2:<br />
Voor zone 2 wordt de grens daar geplaatst waar de straling na 30 s nog minimaal 3 kW/m 2 bedraagt.<br />
Voor het betreden <strong>van</strong> deze zone gelden dezelfde restricties als voor de zone 1.<br />
Onderstaande grafiek toont de stralingsafstanden na 30 s voor verschillende leidingdia<strong>met</strong>ers<br />
voor zowel 10 kW/m 2 (ZONE 1) als voor 3 kW/m 2 (ZONE 2)<br />
Afstand [m]<br />
1000<br />
900<br />
800<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
Radiatie - na 30 s<br />
3 kW/m 2 en 10 kW/m 2 - in geval <strong>van</strong> totale breuk <strong>van</strong><br />
een aardgasleiding (Pmax - 80 bar)<br />
0<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1100<br />
3 kW/m 2 10 kW/m 2<br />
Dia<strong>met</strong>er [mm]<br />
V.6.3. Ontstekingsgevaar bij gasontsnapping<br />
V.6.3.1.: Tabel 3<br />
Leidingdia<strong>met</strong>er<br />
in mm<br />
Opening<br />
ZONE 1<br />
Lengte Dispersiezone<br />
bij LEL = 5 vol%<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
Bronsterkte<br />
in kg/s bij<br />
guillotinebreuk.*<br />
na 1 s na 300 s Guillotine<br />
breuk<br />
ZONE 2<br />
Lengte Dispersiezone<br />
bij ERPG-2**<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
Weertype F2 D5 F2 D5 F2 D5 F2 D5<br />
100<br />
60 15<br />
200 300 60<br />
300 750 150<br />
400 1500 300<br />
500 De ontstekingsgrens ligt ruim 2500 420<br />
De gevarengrens ligt ruim binnen<br />
600 binnen de gevarengrenzen bij 3800 650<br />
de gevarengrenzen bij brand.<br />
700 brand.<br />
5200 900<br />
800 7100 1200<br />
900 9300 1600<br />
1000 12000 2000<br />
1200 16500 2750<br />
* Opmerking: LEL is de onderste explosiegrens en de bronsterkte voor een gat <strong>van</strong> 10 mm is maximaal 1 kg/s en relatief<br />
constant in de tijd.<br />
** ERPG-2: The ERPG-2 is the maximum airborne concentration below which it is believed that nearly all individuals could<br />
be exposed for up to 1 hr without experiencing or developing irreversible or other serious health effects or symptoms<br />
which could impair an individual’s ability to take protective action.<br />
48<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
V.6.3.2. Toelichtingen bij de zones<br />
Door het grote stijgvermogen <strong>van</strong> aardgas (relatieve dichtheid ten opzichte <strong>van</strong> lucht is 0.55)<br />
zullen de effecten <strong>van</strong> de gaswolk op grondniveau binnen een smal gebied blijven. Om deze reden<br />
zijn de waarden niet rele<strong>van</strong>t aangezien ze steeds zeer ruim binnen de effectgebieden vallen <strong>van</strong><br />
straling.<br />
Dit wordt in onderstaande figuur duidelijk geïllustreerd.<br />
1 0 0 0<br />
Dispersiecontouren na 30 s (~5800 kg/s), wind 0 m/s,<br />
krater 10.2 m, 1000 mm, 80 bar<br />
9 0 0<br />
8 0 0<br />
7 0 0<br />
hoogte [m]<br />
6 0 0<br />
5 0 0<br />
4 0 0<br />
3 0 0<br />
2 0 0<br />
1 0 0<br />
0<br />
- 140 - 1 20 - 100 - 80 - 60 - 40 - 20 0 20 40 60 80 100 120 140<br />
afstand [m]<br />
0 % 5 % 1 5 %<br />
Voor andere, zwaardere gassen, is deze tabel echter zeer belangrijk. Voor brandbare gassen<br />
bijvoorbeeld geeft Zone 1 de gaswolk aan waar de onderste explosiegrens bereikt werd. Bij ontsteking<br />
zullen de personen in deze zone in de vuurzee zitten en zeer ernstig gewond zijn <strong>met</strong> een<br />
grote kans op overlijden.<br />
Zone 2 geeft de gaswolk aan waar de explosie<strong>met</strong>er in alarm gaat, bijvoorbeeld bij 20% LEL.<br />
Verder wordt in de tabel een onderscheid gemaakt tussen een dagsituatie (weertype D5*) en een<br />
nachtsituatie (weertype F2*) evenals voor een guillotinebreuk en voor een gat <strong>van</strong> 10% <strong>van</strong> de<br />
20<br />
dia<strong>met</strong>er.<br />
18<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
* Weertype F heeft betrekking op zeer stabiele atmosfeer. Weertype D heeft betrekking op<br />
neutrale atmosfeer. De cijfers 2 en 5 verwijzen naar de windsnelheid in m/s.<br />
2<br />
0<br />
10<br />
20<br />
30 40<br />
Straling [kW/m 2 ] 900 sec<br />
50<br />
60<br />
70<br />
Strali<br />
49<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
V.6.4. Drukeffecten bij gasontsnapping<br />
V.6.4.1. Tabel 4<br />
ZONE 1<br />
ZONE 2<br />
ZONE 3<br />
Leidingdia<strong>met</strong>er<br />
in mm<br />
Straal in m<br />
1 bar overdruk<br />
Straal in m<br />
0.1 bar overdruk<br />
Straal in m<br />
0.02 bar overdruk<br />
Opening<br />
Guillotine 10% Guillotine 10% Guillotine 10%<br />
breuk dia<strong>met</strong>er breuk dia<strong>met</strong>er breuk dia<strong>met</strong>er<br />
100 2<br />
3<br />
20<br />
200 2 10 100<br />
300 2 10 100<br />
400 2 10 100<br />
500 4 20 185<br />
600 4 Niet rele<strong>van</strong>t 20 Niet rele<strong>van</strong>t 185 Niet rele<strong>van</strong>t<br />
700 4 20 185<br />
800 4 20 185<br />
900 4 20 185<br />
1000 4 20 185<br />
1200 5 22 210<br />
V.6.4.2. Toelichtingen bij de zones<br />
De drukeffecten zijn op te splitsen in de effecten <strong>van</strong> de fysische explosie <strong>van</strong> de pijp en deze <strong>van</strong><br />
de gaswolkverbranding. De eerste zijn veel groter dan de tweede maar hebben slechts binnen<br />
zeer kleine afstanden <strong>van</strong> de breuk een aanzienlijk effect.<br />
Enkel de effecten bij 0.02 bar komen over een iets grotere afstand voor, doch steeds binnen de<br />
effecten <strong>van</strong> een brand. De gevolgen <strong>van</strong> een dergelijke overdruk zijn glasbreuk zonder echter<br />
scherfwerking te veroorzaken. Zonder dit effect te minimaliseren mogen we stellen dat het <strong>van</strong><br />
ondergeschikt belang is.<br />
Overdruk t.o.v. afstand, 1000 mm, 80 bar<br />
Volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km, kleppen gesloten na 60 s<br />
1000<br />
900<br />
800<br />
Overdruk [mbar]<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
0<br />
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
25<br />
30<br />
35<br />
40<br />
Afstand [m]<br />
Max. ontstekingsdruk t.o.v. de afstand<br />
Bij breuk: druk t.o.v. de afstand (nog geen onsteking)<br />
50<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
Overdruk t.o.v. afstand, 100 mm, 80 bar<br />
Volledige breuk in het midden <strong>van</strong> een sectie <strong>van</strong> 30 km, kleppen gesloten na 60 s<br />
1000<br />
900<br />
800<br />
Overdruk [mbar]<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
0<br />
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
25<br />
30<br />
35<br />
40<br />
Afstand [m]<br />
Max. ontstekingsdruk t.o.v. de afstand<br />
Bij breuk: druk t.o.v. de afstand (nog geen onsteking)<br />
Tabel 5:<br />
De gevolgen <strong>van</strong> drukschade op mens en materieel.<br />
Druk in bar Schade<br />
Mens<br />
Materieel<br />
0.01 Incidentele ruitbreuk<br />
0.02 Tijdelijke gehoorschade<br />
0.03 Ruitbreuk (kans op dodelijke scherfwerking)<br />
1000<br />
900<br />
800<br />
700<br />
0.05 - 0.1 Vernieling daken en puien<br />
0.1 - 0.2 Omvallen Vernieling bakstenen muren 400<br />
0.2 Atmosferische opslagtanks beschadigd<br />
0.3 Scheuren trommelvlies Apparatuur beschadigd<br />
0.4 Vernieling betonmuur (20 cm)<br />
0.5 Omvallen volle ketelwagon<br />
1.0 Longschade<br />
2.0 Dood<br />
Overdruk [mbar]<br />
600<br />
500<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
0 5 10 15 20 25<br />
Afstand [m]<br />
Max. Ignition Pressure vs. distance<br />
Rupture Pressure vs. distance (no fire)<br />
30<br />
51<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
V.6.5. Geluidseffecten bij gasontsnapping<br />
V.6.5.1. Tabel 6<br />
90 dBA<br />
Straal in m<br />
90 dBA<br />
Straal in m<br />
Leidingdia<strong>met</strong>er<br />
Leidingdia<strong>met</strong>er<br />
Leidingdia<strong>met</strong>er<br />
90 dBA<br />
Straal in m<br />
in mm<br />
in mm<br />
in mm<br />
100 75 500 150 900 250<br />
200 75 600 150 1000 250<br />
300 75 700 150 1200 250<br />
400 150 800 250<br />
V.6.5.2 Toelichting bij de waarden<br />
Het is belangrijk om weten dat het ontsnappen <strong>van</strong> gas bij een betekenisvol lek een enorm geluid<br />
kan geven:<br />
ß <strong>van</strong>af 80 dBA en hoger wordt communiceren op een afstand <strong>van</strong> 1 <strong>met</strong>er reeds moeilijk;<br />
ß <strong>van</strong>af 85 dBA moet gehoorsbescherming gedragen worden;<br />
ß 90 dBA is voor sommige frequenties reeds op de grens <strong>van</strong> de beschadigingslimiet <strong>van</strong> het<br />
gehoor.<br />
Op de gekozen grens <strong>van</strong> 90 dBA (dit is een 10 maal harder geluid dan 80 dBA) zullen de communicatie<br />
tussen de hulpverleners en de interventie sterk gehinderd worden door dit geluid. Het<br />
geluid is zelfs <strong>van</strong> die aard dat een paniekreactie kan optreden bij de bevolking waardoor ze zich<br />
in grotere gevaren gaat storten.<br />
V.7. De Actiekaart aardgas Pijpleidingen > 14,7 bar<br />
Uitgangspunten die de finale opstelling <strong>van</strong> de Actiekaart Aardgas hebben beïnvloed:<br />
ß de actiekaart is wat de naam zegt: zij is bestemd voor directe actie en de makers hebben er<br />
voor gekozen om uitsluitend rele<strong>van</strong>te en direct bruikbare informatie op de actiekaart te<br />
vermelden;<br />
ß grafisch werd ervoor gezorgd dat het onderscheid tussen een situatie bij brand en een<br />
situatie waarop er nog geen ontsteking is <strong>met</strong>een duidelijk is en dat de in overweging te<br />
nemen waarden ook visueel worden uitgebeeld;<br />
ß drukeffecten werden niet op de kaart weerhouden aangezien ze steeds ruim binnen de<br />
effectafstanden bij gasontsnapping (brand of geen brand) vallen.<br />
52<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
3 Effectafstanden<br />
Actiekaart 1: aardgas<br />
Interventies bij HD (> 14,7 bar) ondergrondse aardgas<strong>pijpleidingen</strong><br />
3 Acties<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de leidingdia<strong>met</strong>er die indien nodig op te vragen is bij Fluxys.<br />
Neem bij onzekerheid de afstand behorende bij de eerstvolgende grotere leidingdia<strong>met</strong>er<br />
Stralingseffecten: Berekeningen bij startdruk <strong>van</strong> 80 bar, vrije, verticale uitstroom! Geen wind!<br />
Tabel 1 :<br />
opening<br />
Leiding- Geluid<br />
dia<strong>met</strong>er 90 dbA<br />
in mm Straal in m<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
Zone 1<br />
Straal in m<br />
HBD<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
Zone 2<br />
Straal in m<br />
3 kW/m 2 na 300 s<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
B r a n d<br />
Guillotine<br />
breuk<br />
Zone 3<br />
Straal in m<br />
10%<br />
dia<strong>met</strong>er<br />
100 75 30 50 5 6 60 90 11 11 100 100 50 50<br />
200 75 60 100 7 11 140 210 24 24 200 200 50 50<br />
300 75 80 150 10 16 220 320 37 37 300 300 50 50<br />
400 150 110 200 12 21 290 430 49 49 400 400 100 100<br />
500 150 130 240 15 27 360 520 64 64 500 500 100 100<br />
600 150 140 290 16 33 430 610 78 78 600 600 100 100<br />
700 150 160 340 19 39 500 700 92 92 700 700 150 150<br />
800 250 180 380 21 45 570 780 106 106 800 800 150 150<br />
900 250 190 430 23 51 640 870 121 121 900 900 150 150<br />
1000 250 210 470 25 57 710 960 135 135 1000 1000 150 150<br />
1200 250 230 560 29 68 800 1130 160 160 1200 1200 200 200<br />
Zone 1 10 kW/m 2 na 30 s Zone 2 3 kW/m 2 na 30 s Zone 3<br />
G e e n b r a n d<br />
n Blijf bovenwinds<br />
n Voer explosiegevaars- en zuurstof<strong>met</strong>ingen uit <strong>met</strong> adembescherming<br />
en volledige interventiekledij, en activeer indien mogelijk het meetplan.<br />
Specifieke acties voor aardgas<br />
n Ontstekingsbronnen indien mogelijk verwijderen<br />
n Laat bij aankomst alle elektrische apparatuur achter in de auto.<br />
n In geval het gas brandt: niet blussen.<br />
n Nevenbranden buiten de zone 1 (<strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> eigen<br />
veiligheid) blussen.<br />
n Bescherming bieden aan aangestraalde structuren <strong>met</strong> nevelstralen.<br />
Ontsteking <strong>van</strong> het gas (fakkelbrand)!<br />
Ga nooit in Zone 1!<br />
Ga, indien strikt noodzakelijk, enkel in de zone 2 <strong>met</strong> interventiekledij, adembescherming<br />
en hittewerende kledij voor specifieke actie zoals<br />
- reddingen <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> eigen veiligheid en <strong>met</strong> minimale personeelssterkte!<br />
- acties teneinde het ontsnapt product te beheersen (o.a. hulp bij dichtdraaien<br />
afsluiter–brandweer doet dit nooit zelf!)<br />
Uitgestelde evacuatie = personen die zich binnen zone 2 bevinden en beschermd<br />
zijn door een gebouw worden binnen gehouden (De evacuatie wordt<br />
uitgesteld totdat de stralingsintensiteit beduidend gedaald is!)<br />
Nog geen ontsteking <strong>van</strong> het gas!<br />
Ga nooit in zone 1 tenzij <strong>met</strong> interventiekledij, adembescherming en<br />
eventueel hittewerende kledij om<br />
- preventieve evacuaties en<br />
- acties teneinde het ontsnapt product te beheersen (o.a. hulp bij dichtdraaien<br />
afsluiter–brandweer doet dit nooit zelf!)<br />
i. preventieve evacuaties = evacuatie <strong>van</strong> alle personen binnen de HBD en <strong>van</strong><br />
de niet door gebouwen en structuren beschermde personen in zone 2, <strong>met</strong><br />
inachtneming <strong>van</strong> eigen veiligheid en <strong>met</strong> minimale personeelssterkte!<br />
ii. uitgestelde evacuatie = personen die zich binnen zone 2, maar buiten de HBD,<br />
bevinden en beschermd zijn door een gebouw worden binnen gehouden (De<br />
evacuatie wordt uitgesteld totdat de stralingsintensiteit beduidend gedaald is!)<br />
Bij gasontsnapping: De ontstekingsgrens ligt ruim binnen de gevarengrenzen bij brand.<br />
Drukeffecten: Liggen binnen de gevarengrenzen bij brand.<br />
ZONE 1: de verboden zone wordt omschreven als de zone <strong>met</strong> een hoge kans op letaliteit, die enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risico-afweging en <strong>met</strong> de vereiste<br />
beschermende kledij mag betreden worden.<br />
ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende kledij en <strong>met</strong> inachtneming <strong>van</strong> de eigen veiligheid (= Rode zone KB).<br />
ZONE 3: de isolatiezone: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen <strong>van</strong> buitenaf naar binnengaan. Wie binnen deze zone is mag er blijven. Personen die uit binnengelegen zones<br />
geëvacueerd werden moeten minstens tot buiten deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB)
Actiekaart 1: aardgas<br />
Interventies bij HD (> 14,7 bar) ondergrondse aardgas<strong>pijpleidingen</strong><br />
3 Verwittig<br />
3 In te vullen door het korps<br />
n Alarmeer de ploegen en de officieren volgens de lokale procedure.<br />
n Schaal op bij twijfel inzake in te zetten middelen<br />
0800 90102 100 / 112 101<br />
Fluxys HC 100 en AGS Politie<br />
n Geef de juiste locatie door: Merkpaal, adres ....<br />
n Groot lek aan hoge/middendrukleiding : ‡ Kondig het Nood- en InterventiePlan<br />
af (gemeentelijke niveau)!<br />
n Procedure ongevallen gevaarlijke stoffen toepassen!<br />
n Verwittig buurbedrijven of rechtstreeks aangesloten bedrijven.<br />
Druk:<br />
Dia<strong>met</strong>er: .......................................................................................................................<br />
Afsluitpost:<br />
variabele afstanden, sluit op ............. s, manueel/afstandsbediend/automatisch<br />
te sluiten<br />
Aangesloten bedrijven: ..............................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
3 Informatie Gas<br />
Mogelijke Risico’s<br />
n Hitte<br />
n Drukeffecten Enkel significant in besloten ruimten of op korte afstanden<br />
n Scherfwerking<br />
n Lawaai<br />
n Verstikking<br />
n Bevriezing<br />
..........................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
Luchtbaken en merkpaal: ..........................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
Product : Aardgas<br />
n gasvormig in de leiding - gasvormig bij ontsnappen uit de leiding<br />
n UN nr. 1971 Casnr. 74-82-8 Gevi 23<br />
n explosiegrenzen 5-15 vol%- explosie<strong>met</strong>er type IIC T1 - minimum<br />
ontstekingsenergie 0.28 mJ<br />
n zal fakkelbrand geven. geelrood gekleurde vlam <strong>met</strong> roetvorming<br />
n afkoeling bij ontspanning: ong. 1°C per 2 bar drukdaling - ophopen in<br />
lagere delen uitzonderlijk mogelijk bij nevelig, koud en rustig weer.<br />
Waarnemingen<br />
n kleurloos bij klein lek - witte opstijgende wolk bij groot lek<br />
n geurloos - bij midden- en hoge druk zijn geen geurstoffen toegevoegd<br />
onzuiverheden kunnen geroken worden bij hoge concentraties<br />
Traject en cartografie: ................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
Andere informatie<br />
..........................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................
Deel V: Specifieke Actiekaart Aardgas<br />
Nog geen ontsteking!<br />
………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er<br />
<strong>Veiligheid</strong>safstanden bij gasontsnapping<br />
HBD 3 kW/m 2 na 30 s<br />
GEEN BRAND<br />
binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht<br />
Bescherming<br />
binnenshuis<br />
Personen binnen deze zone<br />
kunnen er blijven<br />
Preventieve evacuatie<br />
buiten zone<br />
3 kW/m 2 na 30 s<br />
Preventieve evacuatie<br />
buiten zone<br />
3 kW/m 2 na 30 s<br />
Uitgestelde evacuatie<br />
buiten zone<br />
3 kW/m 2 na 30 s<br />
Preventieve evacuatie<br />
buiten zone<br />
3 kW/m 2 na 30 s<br />
actie brandweer mits gepaste bescherming<br />
Effectief ontsteking!<br />
………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er ………........….. <strong>met</strong>er<br />
<strong>Veiligheid</strong>safstanden bij brand<br />
HBD 3 kW/m 2 na 300 s<br />
B R A N D<br />
binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht binnenshuis buiten in open lucht<br />
Bescherming<br />
binnenshuis<br />
Verboden zone<br />
Personen binnen deze zone<br />
kunnen er blijven<br />
Uitgestelde evacuatie<br />
buiten zone<br />
3 kW/m 2 na 300 s<br />
Evacuatie<br />
buiten zone<br />
3 kW/m 2 na 300 s<br />
actie brandweer mits gepaste bescherming<br />
Guillotinebreuk* / lek 10% <strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er* (* schrappen wat niet <strong>van</strong> toepassing is)<br />
Brandweerkorps :<br />
Product : Aardgas<br />
Dia<strong>met</strong>er leiding :<br />
Druk :<br />
Verwittig : Fluxys 0800 90102 HC 100 en AGS 100 / 112 Politie 101<br />
= actie brandweer mits gepaste bescherming<br />
LEGENDE<br />
55<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
DEEL VI: VOORBEELDEN VAN GASINCIDENTEN<br />
We geven eerst een uitgewerkt fictief voorbeeld. Daarna vatten we een aantal waar gebeurde<br />
cases samen ter illustratie. De eerste waar gebeurde case wordt volledig beschreven <strong>van</strong>uit het<br />
oogpunt <strong>van</strong> de hulpdiensten. De andere cases zijn een weergave <strong>van</strong> de feitelijke gegevens<br />
(oorzaak, technische informatie...).<br />
VI. 1. Fictief incident aan “HD aardgaspijpleiding” te Kasterlee<br />
VI.1.1. Informatie<br />
Om 9.00 u op een maandagmorgen in de zomer <strong>van</strong> 2006 rijdt een postbode <strong>met</strong> zijn voertuig in<br />
de straat genaamd “Lage Rielen” te Kasterlee. Ter hoogte <strong>van</strong> de gascabine ruikt hij een sterke<br />
gasgeur. Hij vervolgt zijn weg en een 100-tal <strong>met</strong>er verder stopt hij en belt <strong>met</strong> zijn gsm naar de<br />
100-centrale.<br />
Beeld 1<br />
De 100-centrale verwittigt om 9.02 u het territoriaal bevoegde brandweerkorps Kasterlee <strong>met</strong> de<br />
melding:<br />
56<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />
“Er wordt een sterke gasgeur waargenomen ter hoogte <strong>van</strong> de gascabine gelegen Lage Rielen<br />
te Kasterlee”<br />
Om 9.07 u vertrekt de brandweer Kasterlee <strong>met</strong> een halfzware autopomp <strong>met</strong> 6 personen aan<br />
boord waar<strong>van</strong> één de graad <strong>van</strong> sergeant heeft die optreedt als bevelvoerder.<br />
Cartografie ondergrondse leidingen<br />
Gezien op het grondgebied Cartographie Kasterlee des een conduites “HD-aardgaspijpleiding” sous-terraines ligt (dia<strong>met</strong>er 900 mm) <strong>met</strong> 2<br />
RIJKEVORSEL<br />
aftakkingen waar<strong>van</strong> één aftakking in de buurt ligt <strong>van</strong> de straat “Lage Rielen” is de bevelvoerder<br />
zeer alert en neemt zijn actiekaart “ondergrondse <strong>pijpleidingen</strong>: aardgas”.<br />
N<br />
N<br />
8/6 8/7<br />
REST<br />
ARENDONK<br />
S-Z<br />
S-Z<br />
OUD-TURNHOUT<br />
BEERSE<br />
VOSSELAAR<br />
TURNHOUT<br />
N<br />
N<br />
16/2 16/3<br />
8/8 S-Z<br />
S-Z<br />
S-Z<br />
RETIE<br />
N<br />
N<br />
16/6 16/7<br />
LILLE<br />
16/3 N<br />
16/4 N 17/1 N<br />
DESSEL<br />
Printed 8 x 5 km Maps<br />
Top10r 8 x 5 km Maps<br />
KASTERLEE<br />
Top10r 8 x 10 km Maps<br />
Fire Zone<br />
VORSELAAR<br />
16/3 S-Z<br />
MOL<br />
Operators of pipelines<br />
FLUXYS NV/SA<br />
HERENTALS<br />
OLEN<br />
GEEL<br />
HERENTHOUT<br />
Beeld 2<br />
MEERHOUT<br />
Brandweerdienst/Service d'incendie<br />
Kasterlee<br />
57<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
Beeld 3<br />
VI.1.2.Opeenvolging <strong>van</strong> de acties<br />
Wat moet de bevelvoerder doen of zeker niet doen?<br />
Welke acties moet hij ondernemen?<br />
Waar moet hij aandacht voor hebben?<br />
1. Voor het vertrek<br />
1.1. Verwittig officier <strong>van</strong> wacht en dienstchef<br />
1.2. Schaal op volgens de lokale procedure<br />
1.3. Verwittig Fluxys op het nummer 0800 90102 (Beeld 4-5)<br />
1.4. Verwittig HC 100 en vraag AGS te verwittigen<br />
58<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />
Beeld 4 Beeld 5<br />
2. Tijdens het aanrijden<br />
1.5. Briefing manschappen in het voertuig<br />
1.6. Vraag naar de windrichting<br />
1.7. Rijd bovenwinds aan; aanrijroute bepalen<br />
1.8. Schat afstand in waar er moet gestopt worden of maak gebruik <strong>van</strong> de op voorhand<br />
ingevulde fiche pagina 55.<br />
ß Zie actiekaart: dia<strong>met</strong>er leiding 900 mm<br />
ß Er is nog geen ontsteking gemeld<br />
ß We weten nog niet of het een lek betreft of het een guillotinebreuk is, dus uitgaan <strong>van</strong><br />
de worst-case: guillotinebreuk<br />
ß We kijken in de kolom <strong>van</strong> zone 2<br />
ß Resultaat: 900 m (aan de rand <strong>van</strong> zone 2)<br />
3. Ter plaatse (900 m bovenwinds)<br />
1.9. Geef de juiste locatie door aan het HC 100 en FLUXYS; dit a.d.h.v. de merkpaal en het<br />
juiste adres:<br />
straat: Lage Rielen te Kasterlee;<br />
merkpaal 130 (zie beeld 6-7)<br />
station nr. 4 01200 (zie beeld 5)<br />
59<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
Beeld 6 Beeld 7<br />
1.10. Neem contact <strong>met</strong> de burgemeester voor afkondiging gemeentelijke fase <strong>van</strong> het NIP<br />
1.11. Motorkapoverleg (opstart CP-OPS)<br />
1.12. Volledige interventiekledij <strong>met</strong> adembescherming<br />
1.13. Voer <strong>met</strong>ingen uit op explosiegevaar!<br />
1.14. Laat alle elektrische apparatuur in de wagen!<br />
1.15. Evacueer alle personen binnen zone 1 en zone 2 die niet beschermd zijn door gebouwen<br />
of structuren. (zie cirkels: beeld 8):<br />
Jeugdcentrum “de Hoge Rielen”, 3 de Bataljon Paracommando, Sportterreinen Prijstraat<br />
Beeld 8<br />
60<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />
4. Aankomst officier <strong>van</strong> wacht<br />
1.16. Briefing <strong>van</strong> de situatie<br />
1.17. Briefing <strong>van</strong> de reeds gedane acties<br />
1.18. Kondig preventief het MIP af<br />
1.19. Bespreking resultaten verkenning<br />
5. Aankomst AGS<br />
1.20. Vraag om advies ivm peri<strong>met</strong>ers<br />
1.21. Bijsturing <strong>van</strong> de vastgelegde peri<strong>met</strong>ers<br />
1.22. Advies ivm de nog te ondernemen acties in functie <strong>van</strong> evacuaties<br />
1.23. Advies ivm assistentie personen <strong>van</strong> Fluxys<br />
1.24. Contact <strong>met</strong> Fluxys ivm afsluiting leiding<br />
VI.2. Case 1: breuk <strong>van</strong> een gastransportleiding nabij een flatgebouw (VS)<br />
VI.2.1. Samenvatting incident<br />
In de aanloop <strong>van</strong>...<br />
Omstreeks 23 uur breekt een aardgastransportleiding <strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 904 mm en onder<br />
een druk <strong>van</strong> 62 bar in de buurt <strong>van</strong> een appartementsgebouw <strong>met</strong> 1.500 bewoners. Het ontsnappende<br />
gas ontstak en deed een vuurbal ontstaan <strong>van</strong> 300 m hoog en een krater <strong>van</strong> goed 6 m<br />
diep. Een stuk <strong>van</strong> de pijpleiding werd 80 m verder in een appartement gekatapulteerd en verwondde<br />
een volwassene en twee kinderen.<br />
Zeer snel bereikten tal <strong>van</strong> tegenstrijdige berichten de noodcentrale 911. Er werd gewag gemaakt<br />
<strong>van</strong> explosies, gebroken glas, tal <strong>van</strong> gewonden. Tegelijkertijd ontving de politie meldingen <strong>van</strong><br />
auto- en inbraakalarmen die afgingen. Doordat het vuur extreem groot was en zichtbaar <strong>van</strong> op<br />
grote afstand waren ook de meldingen tegenstrijdig m.b.t. de exacte locatie en rukten verschillende<br />
brandweerkorpsen uit in verkeerde richtingen. De bevelvoerder <strong>van</strong> de brandweer riep alle<br />
manschappen die niet <strong>van</strong> wacht waren op om zich aan te melden.<br />
Inmiddels werden technici <strong>van</strong> de pijpleidingbeheerder erop uitgestuurd omdat in het controlecentrum<br />
een drukdaling was vastgesteld aan een onbemand compressiestation, ongeveer 19 km ten<br />
westen <strong>van</strong> de breuk. Een medewerker <strong>van</strong> de gasmaatschappij, die naar het appartementsgebouw<br />
was gestuurd, begreep snel dat er iets mis was <strong>met</strong> een gastransportleiding.<br />
Actie <strong>van</strong> de brandweer<br />
De doelstellingen waren (in volgorde <strong>van</strong> belangrijkheid):<br />
ß de burgers in het appartementsgebouw redden en medische zorgen verstrekken;<br />
ß het complex ontruimen;<br />
ß de omgeving afsluiten als een verboden zone;<br />
ß de situatie onder controle houden tot de gasmaatschappij de brand kan isoleren.<br />
61<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
Toen hij een tweede alarm ontving, nam de bevelvoerder <strong>van</strong> de brandweer de leiding en richtte<br />
een CP-OPS op en dat op ongeveer 1.200 m <strong>van</strong> de plaats <strong>van</strong> het incident. Gezien de om<strong>van</strong>g en<br />
impact <strong>van</strong> het incident vroeg de bevelvoerder <strong>met</strong>een afgevaardigden <strong>van</strong> andere disciplines om<br />
zich naar de CP-OPS te begeven. De bevelvoerder besloot om voor de ramp twee operationele<br />
entiteiten op te richten: één om de evacuatie uit het appartementscomplex te organiseren en één<br />
om de brand onder controle te houden nabij de pijpleidingbreuk. Zodra de gasmaatschappij de<br />
juiste plaats <strong>van</strong> de breuk had gedetecteerd trad een standaard procedure in werking. Er werden<br />
ploegen samengesteld om de toevloed <strong>van</strong> gas te stoppen door stroomopwaarts af te sluiten.<br />
Nadat de leiding stroomopwaarts werd afgesloten bleef het vuur nog ongeveer 5 uur duren door<br />
resterend gas in de leiding. De operaties werden ongeveer 12 uur na de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het incident<br />
beëindigd.<br />
VI.2.2. Beoordelingen<br />
Uit een rapport <strong>van</strong> de National Transportation Safety Board (USA) dat werd gevoerd over de<br />
afgelopen tien jaar, blijkt dat bij heel wat pijpleiding<strong>incidenten</strong> een vertraagde reactie <strong>van</strong> de<br />
hulpdiensten werd gemerkt. De reden daarvoor is wellicht te vinden in het feit dat heel wat<br />
meldingen betrekking hebben op een “geur in de omgeving”. Wanneer de eerste hulpverleners ter<br />
plaatse komen voor een onderzoek, gebeurt het vaak dat de geur aan een andere (verkeerde)<br />
bron wordt toegeschreven, bijvoorbeeld een fabriek of een raffinaderij in de omgeving. In veel<br />
gevallen ging de brandweer meer dan eens naar dezelfde plaats zonder de geur te kunnen thuisbrengen.<br />
Het zou dus beter zijn dat bij meldingen m.b.t. een ‘geur’, de gasmaatschappij <strong>met</strong>een<br />
wordt gewaarschuwd.<br />
Zodra de reddingsacties werden ondernomen en beschermende maatregelen voor de bevolking<br />
werden genomen is dit incident eigenlijk niets meer dan een grote fakkelbrand, die zal afnemen<br />
en uiteindelijk doven nadat de gastoevoer is gestopt en wanneer het gas is opgebruikt. Afhankelijk<br />
<strong>van</strong> de dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> de pijpleiding en de afstand tussen het lek en het compressiestation kan het<br />
vuur nog lang blijven branden.<br />
Hulpdiensten mogen nooit proberen om een hoge druk aardgaspijpleiding zelf af te sluiten tenzij<br />
onder leiding en in aanwezigheid <strong>van</strong> personeel <strong>van</strong> pijpleidingbeheerder. Het afsluiten op een<br />
ondoordachte manier kan rampen doen ontstaan die veel groter zijn dan het oorspronkelijk<br />
incident. Incidenten <strong>van</strong> deze om<strong>van</strong>g vereisen een multidisciplinair optreden. Onder leiding <strong>van</strong><br />
de bevelvoerder moeten verschillende korpsen, disciplines en betrokkenen hun krachten bundelen.<br />
Aard<br />
substantie<br />
dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />
nominale wanddikte<br />
druk<br />
kraterdiepte<br />
ontstekingstijd<br />
vuurbal<br />
Waarde<br />
aardgas<br />
904 mm<br />
ongekend<br />
62 bar<br />
6 m<br />
vrijwel <strong>met</strong>een<br />
300 m hoog<br />
62<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />
VI.3. Case 2: breuk <strong>van</strong> een gaspijpleiding in Louisiana (2 maart 1974)<br />
VI.3.1. Samenvatting incident<br />
Op 2 maart 1974 ontstaat er een brand als gevolg <strong>van</strong> een pijpleidingbreuk in Monroe, Louisiana.<br />
Er vielen bij de brand geen slachtoffers. De breuk deed zich voor als gevolg <strong>van</strong> een ontoereikende<br />
lasverbinding die niet gedetecteerd werd. De pijpleiding liep onder een snelweg.<br />
Zodra de breuk zich voordeed, sloten de stroomopwaartse afsluitkleppen automatisch. De stroomafwaartse<br />
afsluitkleppen faalden o.a. omwille <strong>van</strong> de afstand ten aanzien <strong>van</strong> de breuk en de ruwe<br />
afstelling <strong>van</strong> de kleppen. Het gas ontstak nagenoeg onmiddellijk en het vuur werd gevoed door<br />
terugstromend gas. Stroomafwaarts bleef het pompstation actief om de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de gasontsnapping<br />
te beperken.<br />
De gaspijpleiding die vrij door een ommanteling liep, was herhaaldelijk onder druk gekomen door<br />
de kleigrond die telkens ging zwellen bij nat weer en kromp en brak bij droogte. Mogelijk zijn er<br />
ook beschadigingen opgetreden bij het ‘zich zetten’ <strong>van</strong> de pijpleiding.<br />
Na het incident rees de vraag of het nog wenselijk is om <strong>pijpleidingen</strong> in een mantel onder een<br />
autosnelweg toe te laten. In dit geval is de mantel zelf vermoedelijk mee verantwoordelijk voor<br />
het incident. Er werd geopperd dat het beter zou zijn om gebruik te maken <strong>van</strong> dubbelwandige<br />
<strong>pijpleidingen</strong> <strong>met</strong> een dikkere wand en 100 % <strong>met</strong> laser gelaste naden. De pijpleiding zou ook<br />
dieper onder het wegdek moeten liggen.<br />
VI.3.2. Beschikbare technische gegevens case 2<br />
Aard<br />
substantie<br />
dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />
nominale wanddikte<br />
druk<br />
ingraafdiepte<br />
lengte pijpleiding<br />
lengte breuk<br />
kraterlengte<br />
kraterbreedte<br />
kraterdiepte<br />
ontstekingstijd<br />
verbrande oppervlakte<br />
Waarde<br />
aardgas<br />
762 mm<br />
11 mm<br />
56 bar<br />
1,95 m<br />
71,6 km<br />
12 m lengte<br />
20 m<br />
15 m<br />
7,6 m<br />
vrijwel <strong>met</strong>een<br />
210 m zuidwaarts<br />
verhitte oppervlakte 40.500 m 2<br />
weersomstandigheden<br />
regenachtig<br />
63<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
VI.4. Case 3: doorboring <strong>van</strong> een aardgasleiding in Missouri (12 juni 1978)<br />
VI.4.1. Samenvatting incident<br />
Op 12 juni 1978 doorboort een graafwerker een aardgaspijpleiding in Kansas City. Het betrof een<br />
aardgasleiding <strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er <strong>van</strong> 273 mm en een wanddikte <strong>van</strong> 5,5 mm. De bediener <strong>van</strong> de<br />
graafmachine had nagelaten om de aardgasleiding te lokaliseren door vooraf testgaten te maken.<br />
Op het moment <strong>van</strong> het doorboren <strong>van</strong> de leiding kwam er niet <strong>met</strong>een een ontsteking. Het<br />
ontsteken gebeurde veel later, toen werkmannen aan de slag waren om het lek te herstellen. Het<br />
vuur ontstak als gevolg <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> handgereedschappen om klei <strong>van</strong> de pijpleiding te<br />
verwijderen. De ontsteking kwam er wellicht door een vonk uit het handgereedschap. Er vielen<br />
geen dodelijke slachtoffers maar twee werkmannen werden gewond.<br />
De evolutie <strong>van</strong> de druk in de leiding: de druk in de leiding bedroeg vóór de doorboring 9,1 bar.<br />
Goed 35 minuten voor de ontsteking was de druk gezakt tot 7,7 bar en daalde <strong>met</strong> 0,028 bar per<br />
minuut. Zodra de gas werd afgesloten doofde het vuur bijna onmiddellijk uit.<br />
Bij dit incident werden tal <strong>van</strong> verantwoordelijkheden aan de kaak gesteld. De bediener <strong>van</strong> het<br />
graaftoestel had nagelaten om de leiding precies te lokaliseren. De aannemer had geen goede<br />
instructies gegeven aan de bediener. De gasmaatschappij had gefaald in haar opdracht om haar<br />
medewerkers adequaat op te leiden, liet toe dat ongeschikt gereedschap werd gebruikt en beschikte<br />
niet over een procedure om te bepalen welke druk veilig is om werken uit te voeren.<br />
VI.4.2. Beschikbare technische gegevens case 3<br />
Aard<br />
substantie<br />
dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />
nominale wanddikte<br />
druk<br />
ingraafdiepte<br />
lengte pijpleiding<br />
lengte breuk<br />
kraterlengte<br />
kraterbreedte<br />
kraterdiepte<br />
ontstekingstijd<br />
tijd <strong>van</strong> afsluiten<br />
tijd om te doven (opbranden)<br />
weersomstandigheden<br />
vuurbal<br />
Waarde<br />
aardgas<br />
273 mm<br />
5,5 mm<br />
9,1 bar<br />
ongekend<br />
3200 m + 600 m<br />
127 mm lang<br />
geen<br />
geen<br />
geen<br />
1 u 45 min na breuk<br />
2 u 7 min<br />
vrijwel <strong>met</strong>een<br />
regenachtig<br />
15 m hoge vuurbal<br />
64<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
VI.5. Case 4: leidingbreuk in Jackson Louisiana (25 november 1984)<br />
VI.5.1. Samenvatting incident<br />
Deel VI: Voorbeelden <strong>van</strong> gas<strong>incidenten</strong><br />
Op 25 november 1984 werden werken uitgevoerd op een kruispunt <strong>van</strong> aardgas<strong>pijpleidingen</strong> in<br />
Jackson Louisiana. Een pijpleiding brak ingevolge graafwerken en op het moment dat delen <strong>van</strong><br />
twee bestaande parallelle <strong>pijpleidingen</strong> werden ver<strong>van</strong>gen. De oorspronkelijke <strong>pijpleidingen</strong><br />
werden anderhalve <strong>met</strong>er opgetild om de nieuwe stukken te kunnen lassen. Wanneer de pijpleiding<br />
teruggeplaatst werd, bleef ze echter op ongeveer 60 cm boven haar oorspronkelijke stand.<br />
De ruimte onder de pijpleiding was opgevuld <strong>met</strong> los zand. De pijpleiding werd opnieuw ingegraven.<br />
Vooraleer het ingraven voltooid was, werd opnieuw druk op de leiding gezet. De pijpleiding<br />
begaf het onder de druk <strong>van</strong> de graafmachines die op de amper ondersteunde pijpleiding stonden.<br />
5 medewerkers <strong>van</strong> de graaffirma kwamen om en 23 anderen werden ernstig gewond.<br />
De breuk vond plaats om 13 uur en de ontsteking volgde nagenoeg onmiddellijk. De kleppen<br />
werden gesloten op ongeveer 5 km zuidwaarts om 13.02 uur. Om 13.03 werd de brandweer verwittigd.<br />
Om 13.14 uur arriveerde de brandweer maar de hitte was te groot om de plaats <strong>van</strong> het<br />
incident te naderen. De oppervlakte die verbrandde naar aanleiding <strong>van</strong> de fakkelbrand was<br />
indrukwekkend: 290 m noordwaarts, 152 m zuidwaarts, 55 m oost- en westwaarts. De wind kwam<br />
uit het Zuid-Oosten.<br />
VI.5.2. Beschikbare technische gegevens case 4<br />
Aard<br />
substantie<br />
dia<strong>met</strong>er pijpleiding<br />
nominale wanddikte<br />
druk<br />
ingraafdiepte<br />
lengte pijpleiding<br />
lengte breuk<br />
kraterlengte<br />
kraterbreedte<br />
kraterdiepte<br />
ontstekingstijd<br />
tijd <strong>van</strong> afsluiten<br />
tijd om te doven (opbranden)<br />
weersomstandigheden<br />
fakkelbrand<br />
Waarde<br />
aardgas<br />
762 mm<br />
7,92 mm<br />
71,4 bar<br />
vermoedelijk 90 cm<br />
ongekend<br />
ongekend<br />
27,5 m<br />
7,6 m<br />
3 m<br />
vrijwel <strong>met</strong>een<br />
2 minuten<br />
zeer snel<br />
mistig<br />
100 m vlamlengte<br />
65<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
LIJST MET AFKORTINGEN<br />
Afkorting Verklaring<br />
°C graden Celcius<br />
ADCV<br />
Algemene Directie <strong>van</strong> de Civiele <strong>Veiligheid</strong><br />
AGIV<br />
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen<br />
AGS<br />
Adviseur Gevaarlijke Stoffen<br />
bar<br />
eenheid <strong>van</strong> druk: 100.000 Pascal<br />
BS<br />
Belgisch Staatsblad<br />
BVV<br />
Brandweer Vereniging Vlaanderen<br />
Cas nr<br />
Chemical Abstract Service nummer<br />
CP-Ops<br />
CommandoPost - Operaties<br />
CWATUP<br />
Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine<br />
dBA<br />
decibel A<br />
DNB<br />
Distributienetbeheerder<br />
EGIG<br />
European Gas Pipeline Incident Data Group<br />
ERPG<br />
Emergency Response and Planning Guidelines<br />
Fetrapi<br />
Federatie <strong>van</strong> Transporteurs d.m.v. Pijpleiding<br />
FOD<br />
Federale overheidsdienst<br />
GeVi<br />
Gevaarsidentificatie nummer<br />
HBD<br />
House Burning Distance<br />
HC 100 Hulpcentrum 100<br />
HD<br />
Hoge Druk (boven 14.7 bar)<br />
K<br />
Kelvin<br />
KB<br />
Koninklijk Besluit<br />
KLB<br />
Kabel- en Leidingbeheerder<br />
KLIM<br />
Kabels- en Leidingen Informatie Meldpunt<br />
KLIP<br />
Kabels- en Leidingen Informatie Portaal<br />
km<br />
kilo<strong>met</strong>er<br />
KMO<br />
Kleine en Middelgrote Ondernemingen<br />
KVGB<br />
Koninklijke Vereniging <strong>van</strong> Belgische Gasvaklieden<br />
kW/m 2<br />
kilowatt per vierkante <strong>met</strong>er<br />
KWS<br />
koolwaterstof<br />
LEL<br />
Lower Explosion Limit - Onderste explosiegrens<br />
m<br />
<strong>met</strong>er<br />
mbar<br />
millibar<br />
MD<br />
Midden Druk<br />
min.<br />
minuten<br />
MIP<br />
Medisch InterventiePlan<br />
mJ<br />
millijoule<br />
mm<br />
milli<strong>met</strong>er<br />
NIP<br />
Nood- en Interventieplan<br />
NMP<br />
Nationale Maatschappij <strong>van</strong> de Pijpleidingen<br />
OGS<br />
Ongeval Gevaarlijke Stoffen<br />
PIBA<br />
Provinciaal Instituut voor Brandweer- en Ambulanciersopleiding<br />
s<br />
seconde<br />
UN nr.<br />
UNO nummer<br />
66<br />
<strong>Bestrijding</strong> <strong>van</strong> <strong>incidenten</strong> <strong>met</strong> <strong>pijpleidingen</strong> - juni 2007 - versie 2.1
Notities<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
67<br />
Algemene actiekaarten & Actiekaart Aardgas - juni 2007 - versie 2.1
Verantwoordelijke uitgever: Christine Breyne, Directeur-generaal<br />
Algemene Directie <strong>van</strong> de Civiele <strong>Veiligheid</strong><br />
Leuvenseweg 1-3, 1000 Brussel