Uitgave mei 2011 - Thema: Ontzorgen - Sportfondsen

Sportfondsen
Optimaal
Jaargang 7, nr. 1 Mei 2011
Sportfondsen Shared Services Center
Clémence Ross– van Dorp
Einde aan verwarring aanbestedingsplicht
Nieuw hoofdkantoor
Ontzorgen

Colofon
Inhoud
Sportfondsen Optimaal
De Optimaal is een relatiemagazine
van Sportfondsen Nederland
voor beleidsbepalers in de sport,
welzijns- en recreatiebranche. De
Optimaal wordt 2x per jaar uitgebracht.
De Optimaal informeert
over nieuwe ontwikkelingen binnen
de sport, welzijns- en recreatiebranche.
Sportfondsen Shared Services Center
4
“Voor de hele publiek private sector!”
Uitgave van
Sportfondsen Nederland
Postbus 12324
1100 AH Amsterdam
T: +31(0)20 3550 555
E: info@sportfondsen.nl
www.sportfondsen.nl
Redactieraad
Han Witvoet, Bert Verkoelen,
Jeroen van den Akker,
Danny Verhoef
Clémence Ross-van Dorp
8
“Investering in sport en bewegen betaalt
zich vele malen terug”
Tekst
Hans Nieuwenburg
Sibylle Moning
Beeld
Wim Hollemans
Dick Rooks
Vormgeving
Erwin Spruit
Einde aan verwarring rond aanbestedingsplicht
bij de exploitatie
“Gemeenten zijn in beginsel vrij om overeenkomsten
te gunnen aan de onderneming
naar keuze”
12
Productie en druk
Oranje van Loon Drukkers
Publicaties of delen daarvan uit
deze uitgave mogen uitsluitend
worden overgenomen na toestemming
van Sportfondsen Nederland
N.V.
En verder
Henk Blok Ik ga op reis en neem mee 13
Schagen Geen zorgen over de Wiel 14
Rotterdam Noord Ligweide wordt speel- en beweegplek 17
Nieuw hoofdkantoor Het voelt gewoon goed 18
Aquaslank Niet alleen om af te vallen 20
Sportfondsen kort 22
2

Voorwoord
Ontzorgen
Het exploiteren van sportaccommodaties, het onderhouden van sportparken, het managen van multifunctionele centra
en ondersteunen van dorpshuizen en andere maatschappelijke voorzieningen, het klinkt zo eenvoudig maar het is nogal
wat. De zorg om alles op een rij te hebben, het bijhouden van de nieuwste ontwikkelingen, het naleven van relevante
wet- en regelgeving, de verantwoording van ter beschikking gestelde subsidies, de juiste keuzes maken. Dat alles kunnen
gemeenten en bestuurders tegenwoordig overlaten aan specialisten: de ontzorgers van Sportfondsen. Zij kunnen
de zorgen met betrekking tot het exploiteren en ondersteunen van accommodaties binnen het werkveld van sport,
welzijn, recreatie en cultuur overnemen. Gemeenten en bestuurders worden ontzorgd.
In deze Optimaal worden een aantal voorbeelden op
het gebied van “Ontzorgen” in beeld gebracht. Het is
slechts een greep uit een veelheid aan best practices
in de relatie tussen de verschillende opdrachtgevers en
Sportfondsen. Daarbij blijft het “Ontzorgen” niet beperkt
tot de ondersteuning door de afdelingen van het Sportfondsen
Shared Services Center. Nee, de lokale Sportfondsen
accommodatie is bij uitstek de verbindende
factor in het totaalpakket van ontzorgen als het gaat om
de uitvoering van gemeentelijk sport- en welzijnsbeleid
of het behalen van lokale speerpunten in relatie tot de
culturele agenda.
Het op gang brengen van nieuwe verbindingen of het
versterken van bestaande relaties maken de lokale
Sportfondsenorganisatie tot een spin in het web, die
een integrale uitvoering van tal van activiteiten mogelijk
maakt. Vooral die geïntegreerde aanpak leidt vaak tot
meer en grotere successen: of het nu gaat om meer
jongeren met overgewicht aan het bewegen te krijgen of
meer senioren uit een isolement te halen met sport of
bewegen als aanjager.
Sportfondsen heeft het tot haar kerntaak verheven:
gemeenten en besturen ontzorgen in de ruimste zin
van het woord. Iets wat verwacht mag worden van een
organisatie die als missie heeft de beste dienstverlener
en exploitant te willen zijn in de sport-, welzijns en
recreatie-branche. Dat Sportfondsen hierbij een sterk
maatschappelijke focus heeft, hoeft niet vreemd gevonden
te worden omdat wij al sinds 1923 werken binnen
het krachtenveld van publiek/private samenwerking.
Daar waar de strikt private markt te weinig commerciële
mogelijkheden ziet, maar gemeenten tegelijkertijd
bepaalde activiteiten niet meer tot haar kerntaken vinden
behoren, op die snijlijn opereert Sportfondsen. Onze
medewerkers geven daar dagelijks invulling aan. Dat
Sportfondsen daar steeds efficiënter en succesvoller in
wordt, bewijzen op lokaal niveau de vele behaalde keurmerken
Veilig en Schoon waarover onze accommodaties
beschikken en waarmee Sportfondsen toonaangevend is
in de branche.
Maar ook met het in december 2010 op centraal niveau
behaalde ISO9001 certificaat voor het kwaliteitssysteem
van het Shared Services Center van de Sportfondsen
Groep heeft Sportfondsen een primeur behaald. Sportfondsen
is klaar om bestaande markten te blijven bedienen,
maar tegelijkertijd ook nieuwe te betreden! Wij
nodigen hen die ons nog altijd zien als een pure zwembadexploitant
graag uit opnieuw kennis te maken met
een professionele ontzorger in de sport-, welzijns- en
recreatiebranche die ruime ervaring en kennis heeft
weten om te zetten in succesvolle exploitatieconcepten
met toekomstmogelijkheden.
Bert Verkoelen
Manager Exploitatie en Expertise
Sportfondsen Nederland N.V.
3

Sportfondsen Shared Services Center
voor de hele publiek private sector
In 1923 werd het eerste Sportfondsenbad opgericht in Amsterdam. Dat bad met jaarlijks 250.000 bezoekers, gehuisvest
in het stookhuis van de Oostergasfabriek, bestaat nog steeds onder de naam Sportfondsenbad Amsterdam-Oost
en vormt in feite het beste bewijs van de duurzame kwaliteit die Sportfondsen als exploitant van zwembaden biedt.
Anno 2011 exploiteert Sportfondsen voor negentig gemeenten ruim driehonderd accommodaties in de sport-,
recreatie- en welzijnssector: van kleinschalige sportvoorzieningen tot multifunctionele centra. Het bedrijf heeft door de
jaren heen een schat aan kennis en ervaring opgebouwd in het bieden van ‘beleving aan bezoekers’ en daar wil
Sportfondsen méér mee doen. Kort gezegd zet Sportfondsen vooral in op ontzorgen.
“Wij willen gemeenten en de door haar op afstand gezette stichtingen of ondernemingen zo veel mogelijk zorg uit
handen nemen teneinde het totale lokale maatschappelijk klimaat te verbeteren”, aldus Han Witvoet, algemeen
directeur van de Sportfondsen Groep.
4

Vaak komt Sportfondsen al in beeld voordat
er een zwembad, sporthal of andere
maatschappelijke voorziening staat. Han
Witvoet: “Veel gemeenten betrekken onze
bouwkundige specialisten al bij de bestemmingsplannen.
Dan begint eigenlijk al het
meedenken over een gezonde financiële
exploitatie, want een sportorganisatie
efficiënt inrichten is nu eenmaal ingewikkelde
materie. Hoe bereik je bezoekers
en hoe houd je ze vast Hoe haal je het
meeste rendement uit je medewerkers
Hoe zorg je voor een doeltreffende organisatie
Dit zijn vragen waar Sportfondsen
dagelijks de balans in vindt.”
5

Vernieuwend
Sportfondsen is altijd al vernieuwend geweest. Dankzij
Sportfondsen maakte Nederland in de vorige eeuw
kennis met het eerste ‘hypermoderne’ golfslagbad, de
eerste zonnebanken en whirlpools. Maar het bedrijf liep
in de branche ook voorop met tal van initiatieven om de
veiligheid, hygiëne en klantvriendelijkheid te verbeteren.
In dat kader doet Sportfondsen regelmatig onderzoek
naar de tevredenheid van haar klanten en medewerkers.
“Wij hebben geleerd hoe we de markt kunnen
benaderen en bedienen met een breed scala van
bedrijfskundige, technische en financiële diensten. De
Sportfondsen Groep deelt haar kennis en kunde graag
met iedereen die in deze maatschappelijke
branche actief is” aldus Han Witvoet.
Het werven, selecteren én behouden van gekwalificeerd
personeel is ook een van de bewezen kwaliteiten van het
bedrijf, dat via de Sportfondsen Academie opleidingen
op maat heeft ontwikkeld in samenwerking met erkende
opleidingsinstituten als NHTV en Endurance.
Voor veel stichtingen en gemeenten die een accommodatie
beheren is het natuurlijk toch vooral zaak om
de exploitatie rond te krijgen. Han Witvoet: “Op
financieel, bedrijfskundig en technisch gebied worden er
steeds meer eisen gesteld. Maatschappelijke voorzieningen
bestaan mede bij de gratie van gemeenschapsgeld
en daarom moet de financiële verantwoording
transparant zijn. Sportfondsen kan gemeenten
helpen met het opstellen van een realistische exploitatiebegroting,
dé basis van een goede bedrijfsvoering. Via
maandrapportages geven wij alle betrokkenen inzicht in
de financiële voortgang van de voorziening. Daarnaast
kan ervoor gekozen worden om het complete beheer
en de exploitatie van de accommodatie bij Sportfondsen
onder te brengen. Voor ons is dat immers dagelijkse
kost en wij beschikken over een prachtig online
management-informatie-systeem, dat efficiënt ondernemen
stimuleert.”
6

Continu verbeteren
Om ervoor te zorgen dat de accommodaties zich blijven verbeteren, heeft Sportfondsen twee handige middelen
ontwikkeld. Witvoet: “Met de Sportfondsen Benchmark en via het Sportfondsen Dashboard kunnen sportaccommodaties
hun eigen financiële gegevens afzetten tegen die van andere accommodaties. Daaruit kan een manager afleiden
hoe zijn accommodatie presteert en op welke punten er nog verbetermogelijkheden zijn. Daarnaast kan iedere manager
via een roosteranalyse beter zien waar besparingen mogelijk zijn.”
Veel accommodaties hebben met dezelfde ‘problemen’
te maken. Zo nemen de administratie en het technisch
beheer veel tijd in beslag, moet het energieverbruik
zorgvuldig beheerd worden en is het vaak lastig om in
te schatten welke risico’s verzekerd moeten worden.
“Ik zou iedere individuele accommodatie willen uitdagen
zijn verzekeringsportfolio bij ons te laten toetsen. Het
zou me verbazen als wij niet een betere dekking kunnen
bieden tegen aanzienlijk lagere kosten”, aldus Witvoet.
Daarnaast verzorgt Sportfondsen de collectieve inkoop
voor een gezamenlijk energieportfolio ter grootte van
ongeveer tien miljoen euro. Hier worden voor de aangesloten
ondernemingen substantiële voordelen bewerkstelligd.
Ontzorgen
“Wij willen gemeenten alle zorgen die betrekking hebben
op hun accommodaties uit handen nemen. Per
saldo levert dat altijd voordeel op. Minder kosten, meer
efficiency. De overheid zal zich meer en meer op haar
kerntaken moeten concentreren, dit geeft ruimte om op
een moderne manier inhoud te geven aan publiek-private
samenwerking. Uiteindelijk zal het algehele klimaat in
een gemeente hierdoor alleen maar kunnen verbeteren.
Vroeger was het de liefde voor het water en de noodzaak
om Nederland te leren zwemmen wat ons bewoog.
Tegenwoordig hebben wij ook de ‘drive’ om andere
maatschappelijke voorzieningen te optimaliseren”, legt
Han Witvoet de attitudeverandering uit die in de loop
der jaren binnen Sportfondsen heeft plaatsgevonden.
“Natuurlijk gaat ons hart bij het zien van een zwembad
sneller kloppen, maar we zijn net zo enthousiast om
met onze ervaring een museum of een multifunctioneel
centrum te exploiteren.”
7

Clémence Ross-van Dorp
Investeren in sport en beweging
In 2009 formuleerde de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van
maart 2010 zes krachtige bouwstenen voor lokaal sportbeleid. De VSG beoogde hiermee dat politieke partijen deze
bouwstenen zouden opnemen in hun verkiezingsprogramma’s, Directeur van het Nationaal Instituut voor Sport en
Bewegen (NISB) Clémence Ross-van Dorp kan zich in grote lijnen vinden in de voorzet van de VSG, maar ze constateert
tegelijkertijd dat er in veel gemeenten nog heel wat werk aan de winkel is. “Men is zich nog steeds onvoldoende bewust
van de inverdieneffecten van sport en bewegen!”
Het in Ede gevestigde NISB is het kennis- en innovatieinstituut
op het gebied van sport en bewegen. Niet
dat het ‘geheim’ is wat er in de Edese bossen wordt
bedacht, maar veel van het werk gebeurt achter de
schermen. Ross-van Dorp: “Onze aanpak is er juist op
gericht om anderen te laten schitteren. Welke jongere
op het vmbo weet dat hij is gaan sporten dankzij methodieken
van NISB Welke trucker denkt aan ons als hij bij
het wegrestaurant voor een salade kiest en een wandelingetje
maakt in plaats van, hangend aan een statafel
in de shop van een benzinepomp, een broodje bal weg
te werken” NISB is weliswaar niet altijd zichtbaar, maar
toch zijn de kennis, methodieken en instrumenten van
het instituut niet meer weg te denken voor al die professionals
die mensen in beweging brengen, zo blijkt uit de
jaarlijkse Monitor Professionals van TNO.
Leren van elkaar
“NISB wil graag een vliegwiel zijn voor een gezonder
Nederland en een leefbare samenleving waarin iedereen
meedoet”, gaat Ross-van Dorp dieper op de dienstverlening
van haar organisatie in. “Het is zonneklaar dat
sport en bewegen bijdragen aan de gezondheid en het
welzijn van ieder mens, van jong tot oud. Maar het leidt
er bijvoorbeeld ook toe, dat er verbindingen ontstaan
tussen mensen en organisaties die elkaar eerder niet
kenden. Wij zorgen ervoor dat de organisaties achter
lokale initiatieven op het gebied van sport en onderwijs
hun kennis delen en van elkaar leren. Onze professionals
bouwen netwerken op waarbinnen mensen gezamenlijk
kunnen werken aan duurzame gedragsverandering en
uiteraard promoten we op alle mogelijke manieren dat
mensen meer gaan sporten en bewegen.”
8

“Om lokaal het verschil te maken, is de vorming van
lokale netwerken tussen mensen en organisaties essentieel.
NISB is inmiddels een specialist in het opbouwen
van dit soort netwerken en we leveren onze expertise op
dat gebied ook in veel projecten. Daarbij ondersteunen
we de professionals op sport- en beweeggebied. We
bieden praktische hulp als cursussen, handvatten en
kennis en overzicht om een kwaliteitsslag te maken”,
aldus Ross-van Dorp, die ook de zwembadbranche
oproept om zo veel mogelijk op lokaal niveau samen te
werken met mensen en organisaties in de wijk. Daarbij
kunnen zij gebruik maken van de expertise die bij NISB
voorhanden is.
“Je moet niet allemaal opnieuw het wiel opnieuw willen
uitvinden. Wij hebben de kennis van wat wel en niet
werkt al in huis en baseren ons op tal van cijfers en
ervaringen in binnen- en buitenland. Zo weten wij
heel goed waarom mensen naar een zwembad gaan om
banen te trekken.
Wij weten wat hen beweegt, waar ze behoefte aan
hebben, enzovoort. Dat hebben we allemaal al uitvoerig
onderzocht en in kaart gebracht. Daarnaast kunnen
we helpen een netwerk van welzijn, zorg en onderwijs
op te bouwen dat met het zwembad in de buurt gaat
samenwerken. Vaak zie je dat mensen hier weer ontzettend
veel energie van krijgen om nieuw sportaanbod te
ontwikkelen. Wat wij vooral doen is mensen wijzen op
de kansen die ze zelf misschien niet (meer) zien, naar
ze moeten ze in de uitvoering wel zélf zien te verzilveren!
Een voorbeeld Zwembaden zouden nog veel
meer gebruik kunnen maken van vrijwilligers. Er is in
ons land een echte vrijwilligerscultuur die je vooral bij
sportclubs terugziet. Maar waarom zouden vrijwilligers
ook iets voor of in de zwembaden kunnen doen Los
van de personeelskosten die je kunt besparen, heeft het
ongetwijfeld ook positieve effecten op de samenwerking
met de verenigingen, scholen en andere gebruikers van
het bad.”
BeweegKuur
De voormalige staatssecretaris van sport, sinds 2007
directeur van NISB en sinds 2010 tevens voorzitter
van voetbalclub De Graafschap, lepelt per doelgroep de
ene na de andere beproefde methode op om kinderen,
jongeren en ouderen in beweging te krijgen. Ross haalt
onder meer succesvolle initiatieven aan als ‘Beweegkriebels’
en ‘Beweegplezier’ (voor kinderen vanaf vier
jaar) tot FitforLife (voor 50-plussers), maar is ook vooral
trots op de BeweegKuur. Ze vertelt: “Hierin vormen
duizenden huisartsen, praktijkondersteuners, fysiotherapeuten,
diëtisten en wijkverpleegkundigen lokale netwerken
in 120 gemeenten, samen met sportverenigingen
en andere sportaanbieders. Ruim 3.000 deelnemers
in de pilots hebben hierdoor de stap gezet naar een
actieve en gezonde leefstijl. Deze keten van zorg en
sport biedt maatschappelijk enorm veel kansen, zoals
meer leefbaarheid in de wijken, het terugdringen van
eenzaamheid bij ouderen én de groei van verenigingen.”
9

De BeweegKuur, die maximaal een jaar duurt, is een
kwalitatief hoogwaardige en toegankelijke interventie
die gericht is op gezonde voeding en meer bewegen
voor mensen met obesitas of diabetes type 2. Rossvan
Dorp: “We zouden graag zien dat de BeweegKuur
bij wijze van preventie in de basisverzekering wordt
opgenomen. Het is inmiddels door TNO doorgerekend
dat we praten over een investering van 50 miljoen euro
in vijf jaar tijd. Een schijntje vergeleken bij de gezondheidswinst
die hiermee in tien jaar is te behalen. Die is
namelijk becijferd op een miljard euro! En toch willen de
verzekeraars er nog niet aan. Onbegrijpelijk eigenlijk.”
Lef en visie
Je hoeft bepaald geen wiskundige te zijn om te berekenen,
dat je op de lange termijn vele tientallen of misschien
zelfs wel honderden miljarden kunt besparen als
ieder kind van jongs af aan gaat sporten en bewegen en
dat zijn hele leven blijft doen. Ook de huidige initiatieven
van NISB en haar partners om de 4,5 miljoen mensen
in Nederland met een chronische aandoening (weer)
duurzaam in beweging te krijgen, kunnen op termijn
aanzienlijke besparingen opleveren als het gaat om
bijvoorbeeld behandelingen van specialisten en ziekenhuisopnames.
“Maar jammer genoeg is hier ook vanuit
de lokale overheid nog veel te weinig oog voor. Althans,
men wéét het vaak wel, maar er zijn maar weinig gemeenten
die in sport en bewegen durven te investeren
om daar pas later enorm veel winst mee te boeken op
het gebied van gezondheid. En sport kan ook heel goed
als middel worden ingezet om bijvoorbeeld de sociale
cohesie in wijken te verbeteren of om criminaliteit terug
te dringen. Maar dan moet je niet teveel in hokjes en
afgekaderde budgetten blijven denken!”
Wellicht heeft de terughoudendheid van veel gemeenten met de beperkte duur van ambtstermijnen te maken, denkt
Ross-van Dorp. “Een wethouder ‘tekent’ voor vier jaar, maar in die periode zijn de écht grote effecten van investeringen
in sport en bewegen vaak nog niet zichtbaar. Problemen oplossen is nu eenmaal ‘sexier’ dan problemen voorkomen.
Maar het zou van lef en visie getuigen als wethouders over hun eigen regeerperiode heen durven te kijken en de kracht
van sport en bewegen daadwerkelijk gaan inzetten en benutten om tal van maatschappelijke issues aan te pakken!”
aldus Ross-van Dorp, die in dit verband Enschede met tal van ‘best practices’ als een voorbeeldgemeente bestempelt
en ook naar de ambities van het Olympisch Plan verwijst. “Met organisaties als NOC*NSF, VNG/VSG, IPO en provinciale
sportraden werken we aan meer sportdeelname in achterstandswijken en aan meer senioren die sporten en bewegen.
Accommodaties als sporthallen en zwembaden moeten zich ervan bewust zijn, dat ook zij hier – in samenwerking met
de gemeente en organisaties in de directe omgeving - een belangrijke rol in kunnen spelen als faciliteit voor lokale initiatieven
om sport en bewegen te stimuleren!”
Meer informatie: www.nisb.nl.
10

“Investering in sport en bewegen
betaalt zich vele malen terug”
11

Einde aan verwarring
rond aanbestedingsplicht bij de exploitatie
“Gemeenten zijn in beginsel vrij om overeenkomsten te gunnen aan de
onderneming naar keuze”
Onduidelijkheid over de geldende verplichtingen bij het verstrekken van overheidsopdrachten die niet- of niet volledig
onder het bereik van de Europese algemene aanbestedingsrichtlijn vallen, leidt bij veel gemeenten nog veelvuldig tot
aarzelingen bij het aangaan of verlengen van exploitatieovereenkomsten. De exploitatie van sportaccommodaties, zoals
zwembaden, is zo’n categorie van opdrachten waarvoor geen Europese aanbestedingsplicht geldt, maar die uit onzekerheid
over de toepasselijke regelgeving zekerheidshalve toch wordt aanbesteed.
Relevante opdracht
Tot voor kort werd algemeen aangenomen dat opdrachten
die buiten de werkingssfeer van de aanbestedingsrichtlijnen
vielen, toch nog op enigerlei wijze openbaar in
de markt moesten worden gezet, wanneer die
opdrachten relevant zouden kunnen zijn voor ondernemers
uit de ons omringende Europese lidstaten.
Daarbij werd niet concreet getoetst of een ondernemer
uit een andere lidstaat daadwerkelijk in de opdracht
geïnteresseerd was, maar veeleer of de opdracht in
theorie interessant zou kunnen zijn voor potentiële
gegadigden in andere lidstaten. Aan dit laatste criterium
werd dan al snel voldaan.
Uitzonderingscategorie
Niet lang geleden heeft het Europese Hof van Justitie
echter ten aanzien van een specifieke categorie uitgezonderde
opdrachten, de zogenaamde bijlage II
B-diensten waartoe ook de exploitatie van sportaccommodaties
behoort, benadrukt dat zij vanwege hun
specifieke aard juist van de Europese aanbestedingsplicht
waren uitgezonderd, omdat werd uitgegaan van
het vermoeden dat zij geen grensoverschrijdend belang
vertoonden. Daarmee is het gebrek aan grensoverschrijdend
belang van opdrachten tot de exploitatie van
zwembaden in beginsel dus al gegeven.
Het voorgaande betekent dat gemeenten in beginsel vrij
zijn om overeenkomsten in verband met de exploitatie
van sportaccommodaties onderhands te gunnen aan
de onderneming van hun keuze, zonder daarvoor op
enigerlei wijze een aanbestedingsprocedure te houden.
Dat is alleen anders wanneer aangetoond wordt dat de
betreffende overeenkomst - ondanks het feit dat sprake
is van een bijlage II B-dienst – toch duidelijk belang heeft
voor een onderneming die is gevestigd in een andere
lidstaat.
In dat kader is van belang dat de private exploitatie van
sportaccommodaties, en van zwembaden in het bijzonder,
een overwegend nationale aangelegenheid is. Op de
Nederlandse markt van de private exploitatie van sportaccommodaties
zijn tot op heden geen buitenlandse
partijen actief. Van een aantoonbaar duidelijk grensoverschrijdend
belang zal bij het aangaan van overeenkomsten
voor de exploitatie van zwembaden in de huidige
praktijk dan ook niet snel sprake zijn.
12

Ik ga op reis en ik neem mee…
Sportfondsen!
Na zes jaar wisselde accommodatiemanager Henk Blok Sportfondsenbad De Waterdam in Volendam in voor Stichting
Binnensportaccommodaties Heerhugowaard (SBH). Blok werkte in Volendam met een raad van beheer. Nu heeft hij te
maken met een stichtings-bestuur. In Heerhugowaard schakelde hij Sportfondsen in voor ondersteuning.
Blok is algemeen manager van zwembad De Waardergolf,
vier sporthallen, elf gymlokalen en twee horecagelegenheden.
In Volendam had Blok te maken met een
raad van beheer. Nu legt hij verantwoording af aan een
stichtingsbestuur. Blok: “De verantwoording, financiën
en administratie werken hetzelfde. Het verschil is dat
ons stichtingsbestuur bestaat uit burgerlijke vrijwilligers
en de raad van beheer in Volendam afgevaardigden zijn
namens de gemeente en Sportfondsen Nederland.
“Dat betekent dat de bestuursleden van een stichting
goed thuis kunnen raken in bepaalde onderwerpen.
Overigens mogen de leden van het bestuur van SBH
tegenwoordig voor een periode van maximaal twee keer
vier jaar aanblijven.”
Overstap naar Heerhugowaard
Voor Blok was de overstap van Volendam naar Heerhugowaard
wennen: “Van een Sportfondsenorganisatie
stapte ik over naar een stichting. Ik moest hier echt de
weg vinden. Boekhoudkundig was het voor mij minder
inzichtelijk dan in Volendam. Daarom heb ik mijn stichtingsbestuur
ervan overtuigd dat we Sportfondsen
moesten inhuren om de boekhouding inzichtelijker te
maken en daarmee te professionaliseren.”
Bestuurswisselingen
De raad van beheer in Volendam had een zwaar politieke
bezetting: “In Volendam had ik te maken met twee
wethouders, een gemeenteambtenaar, een burger en
de districtsmanager van Sport-fondsen. In Heerhugowaard
heb ik alleen te maken met vrijwilligers. Het
verschil is dat na verkiezingen steeds nieuwe bestuursleden
ingewerkt moeten worden. Bovendien hebben niet
alle vertegenwoordigers kijk op zwembaden. Dat moet je
afwachten.” Bij een stichting kunnen de leden soms lang
in een bestuur blijven zitten. SBH had zelfs een bestuurder
die er al dertig jaar als vertegenwoordiger zat.
Nu verzorgt Sportfondsen een aantal diensten voor
Blok, waaronder de salarisadministratie en de exploitatiebegroting.
“Dat scheelt want ik heb hier te maken
met vier verschillende bedrijven en vier aparte subsidies.
Dat is soms lastig vertalen naar de begroting.” Daarnaast
heeft Blok een minimale basislicentie sinds begin
2011: “Dat houdt in dat ik weer bij landelijke managersdagen
of districtsvergaderingen aanwezig kan zijn. Erg
nuttig: ik kan dan informatie uitwisselen en kennis delen
met collega’s. Dat geldt trouwens ook voor onze technische
dienst. Zij bezoeken nu de technische dagen van
Sportfondsen Nederland.”
De juiste keuze
“Het bevalt goed dat we hebben gekozen voor Sportfondsen.
We nemen alleen die diensten af die we nodig
hebben, en dat is prettig. Zonder dat je een totaal
Sportfondsenbad hoeft te worden, kun je de kracht van
Sportfondsen gebruiken.”
13

Geen zorgen over De Wiel
“De Wiel is anno 2011 een oase van rust”
Van oppasser naar ondernemer met als doelstelling Win-Win
Zwembad De Wiel in Schagen wordt al sinds 1992 door Sportfondsen geëxploiteerd. Het in 1970 gebouwde complex
werd aanvankelijk gerund via een open eind-constructie. Elk jaar opnieuw moest de verantwoordelijke wethouder aan de
gemeenteraad tekst en uitleg geven over de bedrijfsvoering van het bad. Dat was bepaald geen fijne klus, want er
waren altijd wel een of meerdere raadsleden of inwoners, meestal niet gehinderd door kennis van zaken, die in de lokale
media allerlei vraagtekens zetten bij de hoogte van het exploitatietekort. Sinds de gemeente en Sportfondsen met
elkaar op 1 januari 2006 een meerjarige onderhoudsovereenkomst zijn aangegaan, is er echter rust in de tent.
En – nog veel belangrijker – de exploitatie is aanzienlijk verbeterd. “De Wiel is voor ons nu een hele zorg minder”, zegt
wethouder Hans Heddes.
14

Heddes, bezig aan zijn tweede ambtstermijn, draait er niet omheen. Tot 1 januari 2006 was Zwembad De Wiel voor
de gemeente Schagen een jaarlijks terugkerend ‘hoofdpijndossier’. “Het bad vervult een belangrijke functie voor de
gemeente Schagen en zelfs voor de regio, dus het mág de gemeenschap ook best iets kosten. Maar het werkt gewoon
erg lastig als alles onder een vergrootglas ligt. Werkelijk iedereen bemoeide zich met het zwembad en meestal werd er
alleen maar in een negatieve sfeer over gesproken.”
Geld terug
Hoe anders is het tegenwoordig. De Wiel is anno 2011
een oase van rust. Hans Heddes ligt nog net niet achterover
geleund in een luie stoel, met zijn handen in zijn
nek en zijn benen op tafel, als hij in het kantoor van De
Wiel manager Roel Koops vertelt over de samenwerking
met de Sportfondsen-accommodatie. “We wilden af van
de jaarlijkse discussie over hoeveel geld er bij moest en
waarom. Daarom hebben we met De Wiel voor tien jaar
afspraken gemaakt over onderhoudsplannen en investeringen.
Dat heeft voor rust en duidelijkheid gezorgd.
Sportfondsen krijgt van de gemeente een vaste bijdrage
voor die tien jaar, waarin ook een bedrag voor de exploitatie
is opgenomen. Als er van dit laatste bedrag iets
overblijft, dan mag het bad daarvan naar eigen inzicht
50% gebruiken voor investeringen of verbeteringen en
moet ze 50% worden reserveren voor een ‘stroppenpot’.
Dan hoeven ze bij eventuele tegenvallers ook niet elke
keer opnieuw bij de gemeente aan te kloppen. Met het
contract dat stimuleert tot ondernemen is het aan het
Sportfondsen Schagen om de exploitatie zo gunstig
mogelijk te exploiteren voor de gemeente. Het streven
is van Sportfondsen Schagen is om zo veel als mogelijk
kostendekkend te exploiteren en daardoor aan het einde
van de contractperiode een gevulde stroppenpot aan de
gemeente te kunnen overhandigen.
“Vroeger pasten we eigenlijk alleen op de winkel, maar
in de huidige constructie zijn we veel meer ondernemer.
Die ruimte krijgen we van de gemeente ook en dat begint
zich nu uit te betalen”, aldus Koops, die, voordat hij
in 2005 naar Schagen kwam, bij Sportfondsenbad De
Waterakkers in Heemskerk allerlei innovaties mede-initieerde
(o.a. zwembad van het jaar, eerste zwembad met
het keurmerk Veilig en Schoon en eerste Sportboulevard
van Nederland). Koops geeft lachend toe dat het een
‘beetje in hem zit om het beste jongetje van de klas te
willen zijn’. Een eigenschap die hem goed van pas komt
om van De Wiel een florerende onderneming te maken.
Ook het verbeteren van de horecavoorzieningen in de
zomer van 2010 en de realisatie van de bijna 75 meter
lange glijbaan met verschillende lichteffecten en een
transparant tussenstuk passen helemaal bij de dadendrang
van Koops en zijn medewerkers. “Die doorkijk in
de glijbaan is uniek in Nederland en volgens mij zijn de
interactieve lichteffecten zelfs een wereldprimeur”, vertelt
een trotse Koops. “Misschien wel net zo bijzonder
is, dat we ‘m hebben kunnen aanschaffen dankzij het
exploitatiecontract dat we met de gemeente hebben.
Mede door de glijbaan en een aantal gerichte wervingsacties
in de regio, is het aantal bezoekers dit jaar flink
gestegen. Het eerste half jaar na de glijbaan verkochten
we – tegen de landelijke tendens in - bijna 50% meer
losse badenkaartjes!”
15

Gezondheidswinst
De Wiel wordt dus alsmaar mooier en beter. In de zomervakantie
komen er nieuwe en vooral ruimere kleedkamers,
waarin mensen zich makkelijker kunnen
bewegen. Zo wil het bad nóg aantrekkelijker worden
voor gezinnen uit de wijde regio, een doelgroep waar De
Wiel zich de laatste jaren nadrukkelijk en met het nodige
succes op richt. En de plaatselijke en regionale jeugd
mag zich ook alvast verheugen op de komst van de
‘Pelican Drive’ (glijbaan met vrije val) later dit jaar en de
snelheidsmeter met scorebord die in 2012 op de
andere glijbaan wordt gemonteerd. Stuk voor stuk
investeringen die mogelijk zijn dankzij het huidige contract.
Koops: “Die gaan zich onherroepelijk terugbetalen
omdat ze meer bezoekers aantrekken. Dat is op den
duur dus ook goed voor de gemeente Schagen!”
Het is overigens niet alleen maar ‘fun’ wat de klok slaat
in Schagen. Wat te denken van de investering in nieuwe
zoutelektrolyse-apparatuur, die het gebruik van chloorbleekloog
overbodig maakt “Dat is beter en gezonder
voor de gebruikers en voor ons personeel. Bovendien
hoeven er geen vrachtwagens met chloor meer door
Schagen te rijden, dus het is ook goed voor de algehele
veiligheid”, vertelt Koops. Heddes vult aan: “We zetten
in onze gemeente zwaar in op het verbeteren van
gezondheid door meer te bewegen. Een van de grotere
projecten in dat kader is het terugdringen van obesitas
op de basisscholen.
Als we er gezamenlijk in slagen om te voorkomen dat
veel kinderen op hun 20ste Obesitas krijgen, dan levert
dat een enorme gezondheidswinst op die moeilijk in geld
is uit te drukken. Ook De Wiel speelt daarin een belangrijke
rol middels het aanbieden van schoolzwemmen,
maar óók met de glijbaan. Dat is voor kinderen een
mooie aanleiding om naar het zwembad te gaan, waar
ze spelenderwijs toch heel veel bewegen.”
Aquavitaal
“We zijn ook bezig met een landelijke pilot ‘Aquavitaal’ om ouderen langer vitaal te houden. Er is heel veel animo voor
recreatief zwemmen voor 50-plussers. Zwembad De Wiel heeft als eerste accommodatie onlangs met succes een
accommodatiescan uit laten voeren, waarin wordt bekeken hoe seniorproof de accommodatie is. De uitslag van de
scan was positief. Wij praten dan ook niet over de vergrijzing, maar eerder over de verzilvering van deze doelgroep”,
vertelt Koops. “Alles bij elkaar zijn wij ontzettend blij met de ruimte die we van de gemeente krijgen om te ondernemen.
Het aantal bezoekers blijft stijgen, de inkomsten gaan, onder andere door de succesvolle innovatieve investeringen,
omhoog en als het zo doorgaat kan de exploitatiebijdrage van Schagen voor de volgende periode misschien zelfs wel
naar beneden worden bijgesteld.”
Heddes hoort het allemaal goedkeurend aan. Hij is al net zo tevreden over de samenwerking als Roel Koops. “Natuurlijk
weten wij in grote lijnen wel wat hun plannen zijn, maar Sportfondsen moet zelf bepalen hoe en wanneer ze onze
bijdrage gebruiken. Als je vertrouwen geeft, krijg je dat ook terug. De gemeenteraad heeft ook al jaren geen kritische
vragen meer gesteld over het zwembad. De afspraken zijn voor iedereen glashelder!”
16

Ligweide wordt speel- en beweegplek
“Er komt een kunstgrasveld waar onder alle weersomstandigheden gesport kan
worden”
Sportfondsenbad Rotterdam-Noord, beter bekend als het Van Maanenbad, is misschien wel het bekendste zwembad
van de Havenstad. Het ligt in ieder geval op een unieke locatie, middenin de woonwijk Bergpolder, omringd door jaren
’dertig-woningen. Naast het binnenbad ligt een buitenbad – het enige van de stad - met een grote ligweide erbij. ‘Daar
moeten we toch meer mee kunnen doen’, dacht Daan Odijk, zwemonderwijzer in het bad.
Goed plan
Manager Jan Pott ging samen met hem aan de slag om
een plan te bedenken. Hun voorstel om de ‘binnentuin’ in
de wintermaanden te gaan gebruiken als multifunctionele
speel- en beweegplek voor de buurt, kreeg alom bijval.
Niet in de laatste plaats van de deelgemeente Rotterdam
Noord, die een investeringssubsidie van maar liefst
260.000 euro beschikbaar stelde van het geld, dat
vanuit het rijk vrij kwam in het kader van de zogenaamde
Vogelaarwijken. De toenmalige minister kwam zich
hoogstpersoonlijk op de hoogte stellen van het plan.
Rijksmomument
Het geld is inmiddels binnen en Pott en zijn collega’s
staan te popelen om de speel- en beweegplek te reali-seren.
Toch kan het nog wel enkele jaren duren voordat de
binnentuin is omgebouwd. Jan Pott legt uit: “We moeten
het combineren met de restauratie van het binnenbad
en dat is helaas door omstandigheden voorlopig uitgesteld.
Het Van Maanenbad is gebouwd in 1937 en is in
2002 tot Rijksmonument benoemd. Dat is hartstikke
mooi natuurlijk, maar het betekent wel dat we voor een
verbouwing aan allerlei extra regels moeten voldoen. In
de praktijk betekent dit voor ons onder meer dat we de
aanpassing van het buitenterrein moeten combineren
met de restauratie van het binnenbad. Anders moeten
we straks alles weer weghalen en dat zou zonde zijn.”
Verder zetten we allerlei multifunctionele toestellen
neer, waarop kinderen kunnen spelen en waar ouderen
op kunnen bewegen. Verder egaliseren we de rest van
de ligweide en voorzien deze van goed gras, zodat er
bijvoorbeeld ook op gevoetbald kan worden”, aldus Pott.
“Maar het is straks ook mogelijk om bijvoorbeeld te volleyballen,
frisbeeën, golfen of te hockeyen.”
Voldoen aan behoefte
Bureau Buurtlab heeft veel potentiële gebruikers in de
buurt geïnterviewd en daaruit blijkt dat een schone en
veilige speel- en beweegplek aan de Van Maanenstraat
in een grote behoefte voorziet. Opbouwwerk, buitenschoolse
opvang, scholen en wijkorganisaties; ze kunnen
haast niet wachten tot de eerste schop de grond in
gaat. Nog even geduld.
Uitstel
Pott schat in dat de speel- en beweegplek uiteindelijk
pas in 2015 of 2016 gereed is. Dan kunnen bewoners
en scholen naar hartenlust gebruikmaken van het circa
5.000 m 2 grote terrein. “We gaan onder meer een
kunstgrasveld aanleggen van 20 x 10 meter, waar onder
alle weersomstandigheden op gesport kan worden.
17

Nieuw hoofdkantoor
“Het voelt gewoon goed!”
Vanaf medio 2009 zocht Sportfondsen naar een nieuwe locatie voor haar hoofdkantoor. Er werden vele locaties
bekeken, maar nergens was er een echte “klik”. Totdat het pand aan de Paasheuvelweg 33 in Amsterdam Zuidoost
werd betreden.
Nieuw contract
Liefst 20 jaar was Sportfondsen Nederland gevestigd in
het bekende kantoor aan de Postjesweg 175 in Amsterdam
West. “We zaten daar met meerdere bedrijven
in een gebouw en het huurcontract liep af per 31
december 2010”, vertelt Willem Staal, hoofd facilitaire
zaken bij Sportfondsen. “Ons vorige hoofdkantoor was
echt een beetje uit de tijd. We konden ervoor kiezen om
weer een nieuwe huurperiode aan te gaan en dan het
pand grondig te laten verbouwen, maar dat hadden we
in 2000 ook al een keer gedaan. Een verhuizing naar
een moderner pand was een betere optie, zo was de
algehele opinie.”
Vernieuwingen
Makkelijker gezegd dan gedaan, zo bleek uit de zoektocht,
maar bij het gebouw aan de Paasheuvelweg was
het uiteindelijk ‘liefde op het eerste gezicht’. Het in 2000
gebouwde pand voldeed in alle opzichten aan de wensen
en eisen van Sportfondsen. Bovendien werd er een
scherpe huurprijs bedongen, zodat er budget overbleef
voor de nodige vernieuwingen.
Er werd een projectteam samengesteld, waar Willem
Staal en Nathalie Kist deel van uitmaakten. Dit team
kreeg de taak om samen met Rietmeijer Huisvestingsadviseurs
het ontwerp, de volledige nieuwe inrichting en
de verhuizing te verzorgen. Willem Staal vertelt: “We
mochten er op 16 augustus 2010 in en toen is de aannemer
direct begonnen met het ‘strippen’ en het herindelen
van de begane grond en de eerste verdieping. Op
de tweede verdieping konden alle wanden blijven staan.
Er is alleen een nieuwe vloerbedekking neergelegd en de
wanden zijn opnieuw in de moderne kleurstelling geschilderd.”
18

In samenwerking met de ontwerper is besloten om al
het meubilair te vervangen. Hiervoor is intensief marktonderzoek
gedaan naar moderne en functionele oplossingen.
Ook hebben verschillende collega’s meegeholpen
het nieuwe meubilair op comfort te testen. Daarnaast is
de gehele automatisering vernieuwd en naar een hoger
niveau gebracht. De computers zijn vervangen door Thin
Clients, waardoor het netwerk efficiënter beheerd kan
worden. De projectgroep heeft zich bij de besluitvorming
laten inspireren door de ontwikkelingen op het gebied
van Het Nieuwe Werken.
Efficiënte verhuizing
Met precisie werkte het projectteam toe naar de
geplande grote verhuisdag. “Het weekend is gebruikt
om de laatste puntjes op de i te zetten. Op maandag 1
november 2010 konden we met z’n allen weer aan de
slag. Onze ICT-ers hebben werkelijk een topprestatie geleverd!
Op maandag functioneerden alle nieuwe computers
en servers weer perfect. Kortom: we zijn maar één
werkdag uit de lucht geweest!”
Transparant en licht
Wat bij een rondje door het gebouw gelijk opvalt is de
transparantie en lichtinval van de ruim opgezette afdelingen.
“Vergeleken met ons oude pand is alles hier
ruim, nieuw, fris en helder. Verder is het heel prettig
dat het pand alleen voor Sportfondsen is. De onderlinge
contacten zijn enorm toegenomen wat het werkplezier
vergoot.
De verhuizing was alles bij elkaar een enorme klus, want
er komt altijd weer bij kijken dan je denkt. Maar het was
wel ontzettend leuk om te doen en het geeft ook veel
voldoening als iedereen het zo goed naar z’n zin heeft en
je bovendien van veel bezoekers enthousiaste reacties
krijgt!”, aldus Staal.
Met dit moderne hoofdkantoor gaat Sportfondsen een
nieuwe fase in, die ruimte biedt aan verdere ontwikkelingen.
Drie verdiepingen
In het nieuwe pand zijn de afdeling Marketing en Communicatie,
de repro en het archief op de begane grond
gehuisvest, evenals de afdeling ICT-services, de serverruimte
en het restaurant. Daar lunchen de medewerkers
en de gasten met elkaar aan een grote lange tafel.
Ook zijn er diverse spreek- en vergaderruimtes gevestigd.
Op de eerste verdieping zijn de financiële afdelingen
te vinden en op de tweede verdieping de afdelingen
Bouw & Techniek, Personeelszaken, Exploitatie en de
directie.
19

20
Aquaslank
niet alléén om af te vallen

Het gaat wat ver om Gerard van Hal de nieuwe Sonja Bakker of Dr. Frank te noemen. Toch heeft de manager van
Sportfondsen Voorschoten al behoorlijk wat bezoekers in ‘zijn’ zwembad Het Wedde geholpen om de nodige pondjes
kwijt te raken. Ook Anja Veldman deed vorig seizoen mee aan Aquaslank en hoewel die activiteit niet meer als zodanig
benoemd wordt, bezoekt de inwoonster van Katwijk aan Zee nog altijd Het Wedde voor haar wekelijkse portie beweging.
Haar motivatie “Ik wil graag op gewicht blijven en het is daarnaast ook gewoon leuk en gezellig om te doen.”
Stimulans om af te vallen
Aquaslank was een activiteit die in Voorschoten in
2009 werd opgezet om vrouwen een duwtje in de rug
te geven om van hun overgewicht af te komen. “Tien
weken lang hebben we met een groep van circa
15 tot 20 vrouwen één keer in de week drie kwartier
zwemaerobics gedaan, gevolgd door een kwartier
‘voedingsleer’ van een diëtiste. De combinatie meer bewegen
en slimmer eten werkte bij mij uitstekend, want
ik ben in die periode liefst acht kilo kwijtgeraakt”, aldus
Anja Veldman.
Gezond en gezellig
Anja Veldman is na het stoppen van Aquaslank wel
gewoon doorgegaan met wandelen en zwemaerobics bij
Het Wedde. “Ik deed dat vroeger ook altijd, maar toen
de kinderen opgroeiden ben ik daarmee gestopt. Dankzij
Aquaslank heb ik eigenlijk herontdekt hoe leuk zwemaerobics
is. Ook al val je er geen grammetje van af, het is
gewoon goed voor je lijf en je gewrichten om lekker in
het water te bewegen. Daarbij hebben we het ook supergezellig
met z’n allen. Na de les drinken we meestal
nog een kopje koffie met elkaar.”
De hamvraag is natuurlijk of die kilo’s er inmiddels alweer
bij zijn gekomen, nu Aquaslank niet meer bestaat
“Nou, een paar wel, maar gelukkig niet alle acht”, lacht
de 49-jarige Katwijkse. “Ach, we weten allemaal dat
ieder pondje door het mondje komt. Ik volg geen
speciaal dieet meer, maar ik blijf wél een paar keer per
week bewegen en daarmee houd ik mijn gewicht goed
onder controle.”
21

Sportfondsen Kort
Aanbestedingen
Oud-Beijerland, Moordrecht en Made kiezen voor Sportfondsen
Sportfondsen beschikt in 2011 over drie nieuwe exploitaties. Na een periode van 10 jaar
is Sportfondsen weer terug als exploitant in Oud-Beijerland. Sportfondsen gaat de accommodaties
Sociaal Cultureel Centrum De Lindenhoeve, sportcentrum De Boogerd, sporthal
Carla De Liefde, sporthal Het Paradijs en sportzaal De Oosterse Gorzen beheren voor een
periode van vijf jaar, met eventuele verlenging van nog eens vijf jaar.
Ook in Moordrecht is Sportfondsen een terugkerende naam. Sportfondsen is, na
Optisport, de nieuwe exploitant van Multifunctioneel Centrum De Zuidplas, een veelzijdig
centrum met een zwembad, sporthal, sportzaal en bibliotheek. Voor Optisport was Sportfondsen
ook al exploitant van de accommodatie.
In de gemeente Made heeft Sportfondsen haar exploitaties uitgebreid met Sociaal Cultureel
Centrum De Mayboom. Sportfondsen exploiteert in Made naast de Mayboom ook
openlucht zwembad De Randoet.
Gemeente Leiderdorp verlengt exploitatie Sportfondsen
Sportfondsen Leiderdorp en de Gemeente Leiderdorp tekenden woensdag in december
2010 een nieuw exploitatiecontract voor een periode van vijf jaar. Met de ondertekening
blijft Sportfondsen de komende jaren verantwoordelijk voor de exploitatie van sportcomplex
De Does, sporthal De Bloemerd en diverse sportzalen in Leiderdorp.
Sportfondsenmanager Walter van Krieken gaf aan dat hij blij en trots is op de totstandkoming
van het contract. Daarbij benadrukte hij dat Sportfondsen Leiderdorp de komende
jaren ook veel aandacht blijft geven aan de binnensport in Leiderdorp.
Wethouder Herbert Zilverentant tekende het contract namens de Gemeente Leiderdorp
en zei dat hij in Sportfondsen Leiderdorp een betrouwbare partner heeft gevonden. Door
de integratie met Sportfondsen Leiderdorp is het voortbestaan van het servicepunt Sport
en Bewegen gegarandeerd, omdat Sportfondsen Leiderdorp de taken en, voor zo ver
mogelijk, de medewerkers van het bestaande Servicepunt heeft overgenomen.
ISO-certificering
Sportfondsen Nederland N.V. ISO 9001 gecertificeerd
Op 16 december 2010 heeft Sportfondsen Nederland N.V. uit handen van Ad Kaizer,
auditor van KEMA Quality, het certificaat ISO 9001:2008 in ontvangst genomen. Hierdoor
is Sportfondsen Nederland het enige shared services center in de branche van
sport, recreatie en welzijn dat een gecertificeerd kwaliteitssysteem heeft.
Han Witvoet , algemeen directeur van de Sportfondsen Groep, moederorganisatie van
Sportfondsen Nederland, is trots op het certificaat.
“De Sportfondsen Groep heeft veel op met kwaliteit. Het merendeel van de sportaccommodaties
in de aangesloten gemeenten beschikt bijvoorbeeld over het branchekeurmerk
Veilig & Schoon. Er wordt in de hele groep continue gewerkt aan verbeteringen en
vernieuwingen. Sportfondsen helpt het sportklimaat in gemeenten te verbeteren door te
sturen op efficiënt ondernemen en klantgerichtheid. Dit ISO-certificaat is een kroon op het
consequent gevoerde kwaliteitsbeleid. ISO 9001 helpt prestaties en servicegerichtheid
te toetsen en te verbeteren. Sportfondsen heeft haar zaken dus op orde en laat zien dat
klanten centraal staan. Dat wordt ook verwacht. Ook in Europese aanbestedingen wordt
vaak de eis gesteld ISO gecertificeerd te zijn.”
Het ISO 9001 certificaat is door KEMA Quality toegekend voor een periode van 3 jaar.
Jaarlijks wordt een controle uitgevoerd.
22

Sportfondsen Kort
ClubAquavitaal
Nederland vergrijst in een hoog tempo en ouderen vormen daarmee een steeds belangrijkere doelgroep. Onlangs is in een
aantal Sportfondsen-accommodaties ClubAqua vitaal zeer succesvol van start gegaan. ClubAqua vitaal is een nieuw concept
van Sportfondsen dat zich richt op de oudere bezoekers.
ClubAqua vitaal bestaat uit een aantal onderdelen. Eén daarvan is een accommodatiescan. Met deze scan lopen wij accommodaties
na op (bouwtechnische) eisen die senioren stellen aan veiligheid en aantrekkelijkheid. In een rapport geven we oplossingen voor de
punten waarop de accommodatie niet voldoet aan de eisen. Wij scannen bijvoorbeeld op grijpstangen, stroeve vloeren en de grote van
kleedkamers.
Een belangrijk onderdeel van ClubAquavitaal is een beweegprogramma. In samenwerking
met KatAqua heeft Sportfondsen een speciaal beweegprogramma voor senioren ontwikkeld.
Het format van dit beweegprogramma gaat uit van het stimuleren en oefenen van
de ADL’s (Activitys of Daily living). Om hiermee de fysiologische veranderingen die het
ouder worden met zich mee brengen te vertragen en terug te dringen. Het opleiden van
accommodatiemedewerker is ook een essentieel onderdeel van ClubAquavitaal. Met de
training ‘Gastgerichtheid zijn voor Senioren’ richten wij ons op de wensen en behoeften
van de oudere doelgroep. Naast de medewerkers van de zwemzaal, worden ook medewerkers
vanuit de receptie en horeca opgeleid om met name de gastgerichte communicatie
met de doelgroep een professionele invulling te geven. De trainingen zijn ontwikkeld
door Endurance en vallen onder de dekkingssfeer van SFRecreatie. Wilt u meer informatie
over ClubAquavitaal neem dan contact op met Jeroen van den Akker van Sportfondsen
Nederland op telefoonnummer 020-3550417 of stuur een email naar
j.vandenakker@sfn.nl.
NK-Bommetje!
Natuurlijk organiseert Sportfondsen ook dit jaar het NK-Bommetje.
Het NK Bommetje bestaat uit lokale voorrondes en uit een landelijke finale. De lokale
voorrondes worden in de zomermaanden in diverse Sportfondsen accommodaties georganiseerd.
De winnaars van deze voorrondes mogen meedoen aan de grote landelijke finale
in Kampen. Iedereen kan meedoen, want er wordt gesprongen in diverse leeftijdscategorieën.
Zelf een voorronde van dit ludieke evenement organiseren kan natuurlijk ook. Bezoekers
vinden het hartstikke leuk om te doen en het zorgt weer voor extra publiciteit voor het
zwembad. Een startblok of een duikplank is al genoeg. Kijk voor meer informatie op
www.nkbommetje.nl of neem contact op met Jeroen van den Akker, bereikbaar op 020-
3550417 en j.vandenakker@sfn.nl.
Landelijke Managers Dagen
Jaarlijks organiseert Sportfondsen Nederland de Landelijke Managers Dagen, kortweg
LMD genoemd. Tijdens dit tweedaagse evenement komen alle - bij Sportfondsen aangesloten
- managers bijeen om onder andere kennis op te doen en ervaringen uit
wisselen.
Dit jaar vindt deze bijeenkomst plaats op donderdag 26 mei en vrijdag 27 mei in de
bruisende metropool Rotterdam. De LMD heeft als thema “Geen woorden, maar daden”
en zal inzoomen op hoe we op creatieve wijze meer bezoekers naar onze accommodaties
kunnen trekken in een tijd waarin deze bezoeker zo veel alternatieven heeft. Daarbij staan
we tevens stil bij de resultaten van voorgaande managersbijeenkomsten en zullen als
nieuw item de invloed en gebruik van social media hieraan toevoegen.
23

NEDERLAND
NEDERLAND