De Bijbel Open 2013 7 (16-02) De vraag die wij vanmorgen ...
De Bijbel Open 2013 7 (16-02) De vraag die wij vanmorgen ...
De Bijbel Open 2013 7 (16-02) De vraag die wij vanmorgen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4 <br />
wegzinken. God komt hen steeds dichterbij. Hij haalt hen in en grijpt hen<br />
vast. Tot hiertoe en niet verder. Dit zoeken van God is het hart van het<br />
Evangelie. Geen zoeken om te veroordelen, maar een zoeken om het<br />
oordeel zelf op Zich te nemen.<br />
Toen God zijn schuldige kinderen vond, heeft Hij hen niet gedood, maar<br />
zijn arm om hen heengeslagen. Dat is werkelijk boven alle verwachting.<br />
Troosten is iemand grond onder de voeten geven. Dat deed God met<br />
Adam en Eva. Troosten is iemands verdriet verzachten. Dat deed God<br />
dus. Grondeloos en troosteloos was hun leven geworden. Het was geen<br />
leven meer. Het was één donker doemscenario. Maar God verandert<br />
deze situatie in hoop.<br />
God roept zijn kinderen zeker ter verantwoording. Maar hij belooft hen<br />
ook te verlossen uit de ellende waarin zij terecht gekomen zijn. We horen<br />
de bekende moederbelofte: Ik zal vijandschap zetten tussen de duivel en<br />
de mens. Er zal een Verlosser komen <strong>die</strong> de macht van de duivel zal<br />
verbreken en de mens daaruit zal bevrijden. En <strong>wij</strong> mogen <strong>die</strong> Verlosser<br />
kennen. Hij is onze Here Jezus Christus. <strong>De</strong> Zoon van God. Op Hem valt<br />
nu het licht. Hij zelf is ook in de verzoeking gekomen waarin <strong>wij</strong> ons<br />
gebracht hebben. Jezus wordt in de woestijn gevoerd. We kunnen er<br />
over lezen in Lukas 4. Daar komt de duivel naar Hem toe en begint Hem<br />
tot drie keer toe te verzoeken om ongehoorzaam te zijn aan zijn roeping.<br />
Maar - anders dan de eerste Adam, blijft Hij als de tweede Adam<br />
staande. Hij doorziet de list van de duivel en blijft gehoorzaam aan het<br />
gebod van zijn Vader. We mogen het zo zien dat Hij dat in onze plaats<br />
gedaan heeft. En dat Hij het ook voor ons gedaan heeft. Vanuit Genesis<br />
2 en 3 mogen we gaan naar Lukas 4. Als mensen <strong>die</strong> gevallen zijn in<br />
zonden en schuldig zijn, mogen we geloven dat Jezus onze Verlosser<br />
van de duivel is. Hij blijft staande en doet over wat er in het paradijs<br />
allemaal mis ging.<br />
Wat heel belangrijk is, is dat we Genesis 2 en 3 niet als een los verhaal<br />
lezen. Maar vanuit onze eigen relatie met de Here Jezus, <strong>die</strong> goed<br />
gemaakt heeft wat <strong>wij</strong> misdeden. Als je Gen. 2 en 3 niet leest vanuit je<br />
relatie met Jezus, loop je vast in een doolhof van vragen, zonder<br />
antwoorden. God zelf heeft het antwoord gegeven in zijn Zoon Jezus<br />
Christus. Hij zelf is het antwoord. Daarin klinkt het appel om ons aan<br />
Hem over te geven. Dan kunnen we Gen. 2 en 3 zo lezen dat we een