De Bijbel Open 2013 7 (16-02) De vraag die wij vanmorgen ...
De Bijbel Open 2013 7 (16-02) De vraag die wij vanmorgen ...
De Bijbel Open 2013 7 (16-02) De vraag die wij vanmorgen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1 <br />
<strong>De</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Open</strong> <strong>2013</strong> 7 (<strong>16</strong>-<strong>02</strong>)<br />
<strong>De</strong> <strong>vraag</strong> <strong>die</strong> <strong>wij</strong> <strong>vanmorgen</strong> bespreken neemt ons mee naar de eerste<br />
hoofdstukken van de <strong>Bijbel</strong>, Gen. 1 tot en met 3. Daarin lezen we over<br />
de goede schepping van God en de manier waarop dit verandert doordat<br />
het kwaad de goede schepping binnendringt. Genesis legt het verband<br />
tussen de overtreding van Gods gebod en het kwaad. U zult van alle<br />
bomen in deze hof mogen eten, maar niet van de boom van kennis van<br />
goed en kwaad, zegt God (Gen.2:17). Door de overtreding van dit gebod<br />
is het misgegaan in de wereld. <strong>De</strong> <strong>vraag</strong> <strong>die</strong> ik kreeg luidt: waarom heeft<br />
God dit zo gedaan Als er geen boom van kennis van goed en kwaad<br />
geweest was, dan zou er ook geen overtreding hebben kunnen komen<br />
en dan zou de ellende nooit in deze wereld binnen gedrongen zijn. Ik zal<br />
proberen hierop in te gaan, maar het zal niet eenvoudig zijn om een<br />
antwoord op de <strong>vraag</strong> te geven. Nog moeilijker zal het zijn om een<br />
overtuigend antwoord te geven. Eerlijk gezegd denk ik dat me dat niet<br />
zal lukken, want meestal zitten er achter de <strong>vraag</strong> van <strong>vanmorgen</strong><br />
andere, <strong>die</strong>pere levensvragen, waarmee mensen worstelen als het gaat<br />
om Gods leiding in de wereld en in je eigen leven. Ik stel voor dat we<br />
proberen op onbevangen <strong>wij</strong>ze te lezen wat er staat in Genesis 2 en 3.<br />
God heeft de eerste mensen, Adam en Eva, geschapen, zonder zonde<br />
en hen geplaatst in de hof van Eden, ook wel het paradijs genoemd. Wat<br />
is dat een gouden tijd van harmonie en vrede, sjaloom. Vrede met God,<br />
met elkaar en met de hele schepping. Niet voor niets lezen we van God:<br />
en Hij zag alles wat Hij gemaakt had en ziet het was zeer goed. <strong>De</strong><br />
relatie tussen God en mens zouden we heel goed kunnen weergeven<br />
met een liefdesrelatie. We spreken ook wel over een verbond tussen<br />
God en mens. Een relatie van een hemelse Vader en zijn kinderen.<br />
Binnen <strong>die</strong> liefdesrelatie moeten we het verbod zien dat God aan zijn<br />
kinderen geeft. Namelijk om te eten van de boom van kennis van goed<br />
en kwaad. Daarmee is de mogelijkheid geschapen om God niet te<br />
vertrouwen en Hem niet lief te hebben. Die mogelijkheid behoort bij<br />
liefde. Als er geen mogelijkheid is om niet lief te hebben, kunnen we niet<br />
over liefde, laat staan vrijwillige liefde spreken. Dan zou je niet anders<br />
kunnen, dan zouden we van dwang moeten spreken. En dwang en liefde<br />
sluiten elkaar uit. Dat is eigenlijk heel gewoon. Dat is ook bij ons mensen<br />
onderling het geval. Liefde veronderstelt de mogelijkheid om te kiezen.
2 <br />
Daarin lijken <strong>wij</strong> mensen op God. Wij zijn dan ook naar Gods beeld<br />
geschapen. Er bestaat zo bezien geen enkel probleem dat God de<br />
mogelijkheid heeft open gehouden om Hem niet lief te hebben. Hij geeft<br />
Adam en Eva immers alle mogelijkheid om het wel te doen. En dat is<br />
helemaal niet moeilijk, want de mens mag van alle andere bomen in de<br />
hof naar hartenlust eten. God laat daarmee blijken dat Hij het goed<br />
voorheeft met ons mensen. Dat Hij niets liever wil dan in een<br />
liefdesrelatie met ons leven en ook dat Hij volledig te vertrouwen is.<br />
Maar dan komt de duivel de schepping binnen in de gedaante van een<br />
slang. En met hem doet het kwaad een aanslag op de goede schepping<br />
van God. Waar dat kwaad vandaan komt weten we niet. Daar zullen we<br />
ook wel nooit achter komen. Maar het kwaad komt op een gegeven<br />
moment het paradijs binnen. <strong>De</strong> duivel begint de mens Eva aan te<br />
spreken. En van meet af aan begint hij te liegen. Is het echt waar Eva,<br />
dat je van geen enkele boom van deze hof mag eten Wat een God<br />
hebben jullie. Wat liefdeloos. Heb je er geen erg in dat Hij een tiran is.<br />
Nou, dat is dus gewoon een leugen. <strong>De</strong> duivel begint God in een kwaad<br />
daglicht te stellen. Ja, daar heeft hij al wat succes mee gehad. Eva<br />
antwoordt dat het genuanceerder ligt. God heeft hen inderdaad een<br />
verbod gegeven, maar dat geldt alleen voor de boom van kennis van<br />
goed en kwaad. Precies, repliceert de duivel, heb je je nooit afge<strong>vraag</strong>d<br />
Eva, waarom <strong>die</strong> boom zo heet Omdat je inderdaad het goed en het<br />
kwaad kent, als je van <strong>die</strong> vrucht eet. En dan ben je dus als God. Dat<br />
heb je het hoogste geluk. En dat wil God niet. Dat zit er allemaal achter<br />
Eva. Dat je dat toch niet door hebt.<br />
Wat listig allemaal. Want wat de duivel zegt is nu juist niet het geval. Als<br />
je alleen het goed zou kennen, ja…………………. Maar je kunt het goed<br />
niet kennen zonder het kwaad te kennen. En het kwaad kennen, dat<br />
betekent dat je in de greep van het kwaad komt. Een schepsel kan de<br />
kennis van het kwaad helemaal niet aan. Dat wist God van zijn kinderen<br />
en daarom gaf Hij het bevel om Hem te gehoorzamen en de kennis van<br />
goed en kwaad aan Hem over te laten. Het was dus pure liefde dat God<br />
dit had gezegd.<br />
Hoe waar dit is en hoe leugenachtig het verhaal van de duivel is, blijkt<br />
onmiddellijk na het eten van de verboden vrucht. Het kennen van het
3 <br />
kwaad betekent meteen dat Adam en Eva door het kwaad overmeesterd<br />
worden. En daarmee is de liefdesrelatie kapot, de vertrouwensrelatie<br />
stuk. <strong>De</strong> onschuld verloren. En dat is precies de bedoeling van de<br />
duivel. We zien het dan ook meteen gebeuren. Adam en Eva hebben<br />
zich nog nooit geschaamd voor God en voor elkaar. Maar dat verandert<br />
op slag. Ze kruipen weg voor God en ze kruipen ook weg voor elkaar.<br />
Het leven wordt een bedreigd leven. <strong>De</strong> meest wrange vrucht van de<br />
breuk met God is de dood. Op allerlei manieren.<br />
Maar wat is nu de eigenlijke zonde van Adam en Eva In de eerste<br />
plaats dat zij geen genoegen meer nemen met hun positie als schepsel<br />
van God. Zij willen het principiële onderscheid tussen Schepper en<br />
schepsel niet langer aanvaarden. Ze willen dus inderdaad als God zijn.<br />
Sinds<strong>die</strong>n is het zo waar wat de dichter Kloos eens dichtte van de mens:<br />
ik ben een god in het <strong>die</strong>pst van mijn gedachten. Zondigen betekent<br />
letterlijk: je doel missen. Inderdaad, de zonde van Adam en Eva is dat zij<br />
het doel waarvoor God ze geschapen had, veranderen in een eigen doel.<br />
Ja, en dan de manier waarop dit alles gebeurt. Hier past geen enkele<br />
verontschuldiging. Adam en Eva zijn gewoon ongehoorzaam, hoe je ook<br />
wendt of keert. Ik vergeet nooit hoe de meester ons dat vroeger op de<br />
zondagsschool duidelijk maakte. Hij zei: Eva had gewoon tegen de slang<br />
moeten zeggen: ik zal het eerst eens even aan Vader vragen of het waar<br />
is wat je zegt. Ja, dat klinkt simpel, maar zo eenvoudig liggen de dingen.<br />
We kunnen dus God niet de schuld geven voor wat er misgegaan is in<br />
het paradijs. Dan doen we eigenlijk hetzelfde als de duivel. Met alle<br />
gevolgen van <strong>die</strong>n.<br />
Maar is dit nu alles wat we hierover kunnen zeggen Nee, gelukkig niet.<br />
Inderdaad, God had kunnen zeggen tegen zijn kinderen: hebben jullie<br />
deze keus gemaakt Hebben jullie mijn liefde ingeruild voor <strong>die</strong> van de<br />
duivel Dan moeten jullie ook maar de gevolgen dragen. Maar dat<br />
gebeurt niet. Wij mensen hebben de relatie van liefde en vertrouwen met<br />
God verbroken. Maar dat heeft God niet gedaan. Hij heeft zijn<br />
ongehoorzame, schuldige en ook doodsbange schepselen opgezocht.<br />
Nergens wordt dat naar mijn gevoel ontroerender gezegd dan in de<br />
NGB, artikel 17. Daar lezen we over het drama in het paradijs. Adam wil<br />
weg van God, Eva denkt met ontzetting aan God. Maar God zoekt hen<br />
op, God daalt af in de <strong>die</strong>pe verlorenheid, waarin zijn kinderen
4 <br />
wegzinken. God komt hen steeds dichterbij. Hij haalt hen in en grijpt hen<br />
vast. Tot hiertoe en niet verder. Dit zoeken van God is het hart van het<br />
Evangelie. Geen zoeken om te veroordelen, maar een zoeken om het<br />
oordeel zelf op Zich te nemen.<br />
Toen God zijn schuldige kinderen vond, heeft Hij hen niet gedood, maar<br />
zijn arm om hen heengeslagen. Dat is werkelijk boven alle verwachting.<br />
Troosten is iemand grond onder de voeten geven. Dat deed God met<br />
Adam en Eva. Troosten is iemands verdriet verzachten. Dat deed God<br />
dus. Grondeloos en troosteloos was hun leven geworden. Het was geen<br />
leven meer. Het was één donker doemscenario. Maar God verandert<br />
deze situatie in hoop.<br />
God roept zijn kinderen zeker ter verantwoording. Maar hij belooft hen<br />
ook te verlossen uit de ellende waarin zij terecht gekomen zijn. We horen<br />
de bekende moederbelofte: Ik zal vijandschap zetten tussen de duivel en<br />
de mens. Er zal een Verlosser komen <strong>die</strong> de macht van de duivel zal<br />
verbreken en de mens daaruit zal bevrijden. En <strong>wij</strong> mogen <strong>die</strong> Verlosser<br />
kennen. Hij is onze Here Jezus Christus. <strong>De</strong> Zoon van God. Op Hem valt<br />
nu het licht. Hij zelf is ook in de verzoeking gekomen waarin <strong>wij</strong> ons<br />
gebracht hebben. Jezus wordt in de woestijn gevoerd. We kunnen er<br />
over lezen in Lukas 4. Daar komt de duivel naar Hem toe en begint Hem<br />
tot drie keer toe te verzoeken om ongehoorzaam te zijn aan zijn roeping.<br />
Maar - anders dan de eerste Adam, blijft Hij als de tweede Adam<br />
staande. Hij doorziet de list van de duivel en blijft gehoorzaam aan het<br />
gebod van zijn Vader. We mogen het zo zien dat Hij dat in onze plaats<br />
gedaan heeft. En dat Hij het ook voor ons gedaan heeft. Vanuit Genesis<br />
2 en 3 mogen we gaan naar Lukas 4. Als mensen <strong>die</strong> gevallen zijn in<br />
zonden en schuldig zijn, mogen we geloven dat Jezus onze Verlosser<br />
van de duivel is. Hij blijft staande en doet over wat er in het paradijs<br />
allemaal mis ging.<br />
Wat heel belangrijk is, is dat we Genesis 2 en 3 niet als een los verhaal<br />
lezen. Maar vanuit onze eigen relatie met de Here Jezus, <strong>die</strong> goed<br />
gemaakt heeft wat <strong>wij</strong> misdeden. Als je Gen. 2 en 3 niet leest vanuit je<br />
relatie met Jezus, loop je vast in een doolhof van vragen, zonder<br />
antwoorden. God zelf heeft het antwoord gegeven in zijn Zoon Jezus<br />
Christus. Hij zelf is het antwoord. Daarin klinkt het appel om ons aan<br />
Hem over te geven. Dan kunnen we Gen. 2 en 3 zo lezen dat we een
nieuw perspectief zien oplichten. Namelijk van de herschepping,<br />
waarmee de bijbel eindigt in het boek <strong>Open</strong>baring. Die herschepping<br />
betekent het einde van de macht van de duivel, van de zonde en het<br />
begin van de totale vrijheid om God als Vader lief te hebben, omdat Hij<br />
ons eerst zo heeft liefgehad.<br />
5