You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
10<br />
Politie<br />
Gordeldracht en kinderbeveiligingssystemen<br />
Op 01 september 2006 werd een nieuwe regelgeving van kracht in verband met het<br />
dragen van de autogordel en beveiligingssystemen voor kinderen in de wagen. We<br />
leggen hieronder uit waarmee u voortaan moet rekening houden.<br />
1. Auto ‘s<br />
1.1. Basisprincipe veiligheidsgordel<br />
De bestuurder en alle passagiers moeten steeds de veiligheidsgordel dragen wanneer<br />
die aanwezig is.<br />
1.2. Vervoer van kinderen<br />
Kinderen van minder dan 18 jaar en kleiner dan 135 cm moeten worden beschermd door een aangepast<br />
kinderbeveiligingssysteem.<br />
Een afwijking op deze regel kan worden toegestaan voor twee types van voertuigen:<br />
• wagens met ten hoogste acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend<br />
• voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen met een maximale toegelaten massa van ten<br />
hoogste 3,5 ton<br />
• Wanneer twee aanwezige kinderbeveiligingssystemen in gebruik zijn, en het is niet mogelijk<br />
nog een derde systeem te installeren, dan mag een derde kind van 3 jaar of ouder en kleiner<br />
dan 135 cm meerijden indien het de veiligheidsgordel draagt en niet vooraan plaats neemt.<br />
Tot 09 mei 2008 is deze afwijking ook van toepassing voor een derde kind van minder dan 3<br />
jaar en kleiner dan 135 cm.<br />
• Uitzonderlijk mogen kinderen van 3 jaar of ouder en kleiner dan 135 cm over een korte<br />
afstand worden meegenomen indien zij de veiligheidsgordel dragen en niet vooraan plaatsnemen.<br />
- Deze uitzondering geldt enkel wanneer er geen of een onvoldoend aantal kinderbeveiligingssystemen<br />
beschikbaar is, wanneer deze kinderen niet met een zekere regelmaat worden meegenomen<br />
en wanneer iemand anders dan een ouder van de kinderen de wagen bestuurt.<br />
Op zitplaatsen die niet zijn uitgerust met een veiligheidsgordel worden geen kinderen vervoerd van minder<br />
dan 3 jaar.<br />
Op zitplaatsen vooraan die niet zijn uitgerust met een veiligheidsgordel worden geen kinderen vervoerd<br />
van minder dan 18 jaar en kleiner dan 135 cm.<br />
1.2.1. Uitzonderingen met betrekking tot het vervoer van kinderen<br />
De vermelde reglementering (behoudens de afwijkingen) is niet van toepassing in:<br />
• voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met meer dan acht zitplaatsen, die van de<br />
bestuurder niet meegerekend;<br />
• voertuigen bestemd voor het geregeld vervoer van personen (bv. een Lijnbus);<br />
• voertuigen bestemd voor bijzondere vormen van geregeld vervoer van personen (bv. een schoolbus);<br />
• taxi’s.<br />
In taxi’s waarin geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is, mogen kinderen van minder dan 18 jaar en<br />
die kleiner zijn dan 135 cm niet vooraan gaan zitten.<br />
1.3. Voertuigen met een voorairbag<br />
Kinderen van minder dan 18 jaar worden niet vervoerd in een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem<br />
op een passagierszitplaats met een voorairbag, tenzij deze airbag handmatig of automatisch op<br />
toereikende wijze wordt uitgeschakeld.<br />
2. Andere motorvoertuigen<br />
De bestuurder en de passagier van elk motorvoertuig dat aan het verkeer deelneemt, moeten de<br />
veiligheidsgordel dragen op de plaatsen die ermee zijn uitgerust.<br />
Kinderen van minder dan 3 jaar moeten worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem.<br />
Kinderen van 3 jaar of meer en minder dan 12 jaar moeten worden vervoerd in een voor hen geschikt<br />
kinderbeveiligingssysteem, of de veiligheidsgordel dragen.