December - Gemeente glabbeek

Politie
11
3. Wijze van gebruik
De veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem worden gebruikt op een wijze die de beschermende
werking ervan niet negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden.
4. Verplichting
Aan de passagiers van voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met meer dan acht zitplaatsen,
die van de bestuurder niet meegerekend, wordt de verplichting om de veiligheidsgordel te dragen
op minstens één van de volgende manieren meegedeeld:
• door de bestuurder;
• door de controleur, de reisleider of een als groepsleider aangewezen persoon;
• met behulp van audiovisuele middelen;
• door opschriften en/of het onderstaande pictogram, duidelijk aangebracht op iedere zitplaats.
5. Vrijstellingen
In enkele welbepaalde gevallen is het gebruik van de veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem
niet verplicht. Een vrijstelling geldt voor:
• bestuurders die achteruit rijden;
• bestuurders van taxi’s wanneer zij een klant vervoeren;
• bestuurders en passagiers van prioritaire voertuigen, wanneer de aard van hun opdracht het
rechtvaardigt;
• bestuurders of passagiers die in het bezit zijn van een vrijstelling op grond van gewichtige medische
redenen afgeleverd door de Minister bevoegd voor verkeersveiligheid of zijn gemachtigde, of,
indien zij in het buitenland wonen, door de bevoegde instanties van dat land. (zie ook 7)
6. Opheffing vrijstellingen
Vanaf 01 september 2006 worden de bestaande vrijstellingen opgeheven voor:
• bezorgers wanneer zij op dicht bij elkaar gelegen plaatsen, goederen afleveren of ophalen;
• bestuurders met een lichaamslengte van minder dan 1,50 m.
Deze bestuurders moeten dus vanaf 01 september 2006 de veiligheidsgordel dragen.
7. Vrijstelling op grond van gewichtige medische redenen
7.1. Controle
De vrijstelling moet worden getoond telkens wanneer een bevoegd persoon hierom verzoekt.
7.2. Aanvraag
De vrijstelling moet schriftelijk worden aangevraagd bij de «Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
– Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid – City Atrium – Vooruitgangstraat 56, 1210
Brussel ».
Bij de aanvraag moet een doktersattest gevoegd worden. De aanvrager is vrij in de keuze van een arts.
Het attest moet overeenstemmen met het model dat hieronder weergegeven is.
7.3. Modaliteiten
De vrijstelling is strikt persoonlijk.
De titularis van de vrijstelling kan een duplicaat krijgen wanneer het originele document verloren, gestolen,
vernietigd, beschadigd of onleesbaar is.
Dit duplicaat moet schriftelijk worden aangevraagd bij de “Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer,
Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, City Atrium, Vooruitgangstraat 56, 1210 Brussel”.
De beschadigde of onleesbare vrijstelling moet aan hetzelfde adres worden teruggezonden.
Indien de vrijstelling voor een beperkte termijn werd afgeleverd, moet zij aan de Federale Overheidsdienst
Mobiliteit en Vervoer – Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid» worden teruggezonden
ten laatste acht dagen na het verstrijken van die termijn.
Vrijstellingen die werden uitgereikt vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven geldig.
8. Overgangsbepaling
Kinderbeveiligingssystemen die vóór 1 september 2006 werden goedgekeurd en die niet beantwoorden
aan de normen die gelden sinds 01 september 2006, mogen worden gebruikt tot 9 mei 2008.
Wijkkantoor GLABBEEK, Insp. Luc CAUWENBERGHS