ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie
ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie
ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />
<strong>Nederlands</strong> onderzoek in internationale tijdschriften<br />
Similar TKA designs with differences in clinical outcome, Acta<br />
Orthopaedica 2011; 82 (6): 685-691<br />
Huub J. Meijerink, Nico Verdonschot, Corné J.M. van Loon, Gerjon Hannink en Maarten C. De Waal Malefijt<br />
Vol<br />
19<br />
mrt<br />
’12<br />
Vraagstelling: Er wordt een prospectief gerandomiseerd<br />
vergelijk gemaakt tussen twee typen knieprothesen,<br />
de PFC prothese en de CKS prothese met als<br />
doel aan te tonen dat beiden gelijkwaardig zijn.<br />
Locatie: UMCN St Radboud, Nijmegen en Rijnstate<br />
ziekenhuis Arnhem<br />
Patiënten De gemaakt power analyse toonde een<br />
benodigd aantal van 37 knieën per groep <strong>voor</strong> een<br />
gevalideerde vergelijking. Uiteindelijk 38 (PFC<br />
groep) en 39 (CKS groep) geïncludeerd.<br />
Interventie: Totale knie prothese, cruciate retaining,<br />
zonder patellacomponent.<br />
Uitkomstmaten: Knee Society Scores (KSS), VAS<br />
scores en WOMAC, complicaties en loslating.<br />
Resultaten: Op het moment van de laatste<br />
evaluatie van follow-up (PFC 5,7 jaar en CKS 5,6<br />
jaar) worden significante verschillen gezien bij<br />
het aantal re-operaties (meer bij CKS, 8 vs. 1), de<br />
gemeten extensie beperking (PFC -0.8 vs CKS -3.3),<br />
de Knee subscore van de KSS (PFC 88 vs CKS ), en de<br />
VAS tevredenheid score (PFC 83 vs CKS 71). Hierbij<br />
blijkt de PFC prothese dus in het <strong>voor</strong>deel.<br />
Conclusies: De inferioriteit van de CKS prothese is<br />
multifactorieel<br />
Commentaar: Dat in het Universitair Medisch<br />
Centrum St Radboud op de afdeling orthopedie<br />
lang niet alleen onderzoek wordt verricht naar<br />
heupprothesiologie wordt weer eens bewezen door<br />
een prima artikel van collega Meijerink et al. De<br />
gepubliceerde studie verscheen onlangs in de Acta<br />
Orthopedica, hetgeen de onderzoeksgroep een<br />
compliment waard is.<br />
De achtergrond van dit onderzoek behelst de situatie<br />
waarbij vanuit dezelfde onderzoeksgroep eerdere<br />
publicaties zijn verschenen. Barink et al publiceerde<br />
in 2006 dat de natieve patella geen laterale oriëntatie<br />
heeft. Dit komt terug in de gebruikte CKS<br />
prothese. Terwijl eerder al eerde werd beschreven<br />
dat deze prothese slechtere Knee Society Scores<br />
(KSS) oplevert, is nu een gerandomiseerde vergelijking<br />
gemaakt de de gouden standaard, de PFC<br />
prothese, die juist wel een laterale oriëntatie van<br />
de trochlea groeve heeft.<br />
Na goedkeuring van de ethische commissie werd<br />
volgens werd een prospectief gerandomiseerde<br />
studie volgens de CONSORT richtlijnen opgezet.<br />
De gemaakt power analyse werd gericht op een<br />
verschil van 10 punten in de KSS. Tevens werden<br />
VAS scores en WOMAC bijgehouden.<br />
De significante verschillen spreken <strong>voor</strong> zich, lijkt<br />
het, maar zijn krap. Een hogere inclusie had dit<br />
kunnen versterken. Hierbij blijkt de PFC prothese<br />
dus in het <strong>voor</strong>deel. Echter is het de vraag of het<br />
gebruik van parametrisch toetsen is gerechtvaardigd.<br />
De KSS is over het algemeen niet normaal<br />
verdeel en niet-parametrische toetsen zijn minder<br />
discriminerend, hetgeen de significatie zou kunnen<br />
beïnvloeden. Het neemt niet weg dat het aantal<br />
re-operaties in de CKS groep buitengewoon hoog is.<br />
Andere redenen behalve het implantaat zou redelijkerwijs<br />
door de randomisatie <strong>voor</strong> beide groepen<br />
gelijk geacht mogen worden.<br />
Gelukkig behandelen de auteurs in de discussie ook<br />
meer oorzaken van deze verschillen dan de oriëntatie<br />
van de trochlea groeve en patello-femorale invloeden<br />
van dien. De verklaringen <strong>voor</strong> het hoge aantal reoperaties<br />
wordt gevonden in de loslating. Er zijn 2<br />
septische en 3 aseptische loslatingen. De interface van<br />
de CKS prothese met het cement wordt niet afdoende<br />
geacht door de auteurs. Blijkens eigen onderzoek<br />
heeft deze prothese een minder ruw oppervlak dan<br />
de PFC prothese zodat de hectingscapaciteit zwakker<br />
wordt geacht. Het toevoegen van literatuur referenties<br />
had deze bevinding nog sterker kunnen maken,<br />
immers dit lijkt de clue van de studie!<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 19, Nr 1, maart 2012 ■ 24