You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
‘Interesting, that a writer would even attempt to <strong>de</strong>scribe the creative process,<br />
because it would take as long as the creative process itself,<br />
as long as it takes to write a book<br />
to <strong>de</strong>scribe how it was ma<strong>de</strong>.’<br />
HET SCHAAP GENAAMD VERBAZEND<br />
BART MOEYAERT<br />
M.J. Hyland<br />
in een interview met Three Monkeys Online<br />
Ik heb twee kin<strong>de</strong>ren nodig om dit verhaal te beginnen. Het ene kind is het dunste<br />
jongetje <strong>van</strong> zijn klas — hij is zo dun en klein dat ik geneigd ben om over klasje te<br />
spreken als ik aan hem <strong>de</strong>nk.<br />
Het an<strong>de</strong>re kind is het bloe<strong>de</strong>rnstigste meisje <strong>van</strong> haar groep, natuurlijk draagt ze<br />
een bril.<br />
Het jongetje hangt geduren<strong>de</strong> het hele verhaal dat ik aan zijn klas vertel<br />
ongemakkelijk en roerloos tussen twee stoelen in. Hij kijkt als betoverd naar me op.<br />
Soms vertel ik alleen aan hem een stuk <strong>van</strong> mijn verhaal, en ook dan vertrekt er geen<br />
spier in zijn gezicht, maar ik kan zien dat er in zijn hoofd <strong>van</strong>alles wordt verschoven<br />
en verhangen.<br />
Het ernstige meisje is een oud vrouwtje <strong>van</strong> zeven. Ze kruist haar armen en<br />
bestu<strong>de</strong>ert me terwijl ik aan het vertellen ben. Ze haalt informatie uit mijn schoenen,<br />
mijn haar, ze vergelijkt mijn hoofd met mijn knieën, en vormt zich ook een i<strong>de</strong>e over<br />
<strong>de</strong> kleur <strong>van</strong> mijn kleren en wat die over mij zegt. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vragenron<strong>de</strong> steekt ze<br />
haar hand op. Ze zegt dat ze niks te vragen heeft, ze wil graag iets vertellen. Er komt<br />
- 1 -
een verhaal over een tekening en geld en een aardbeving in Haïti, ik leg zelf <strong>de</strong><br />
puzzelstukken bij elkaar, omdat haar stem als het ware in haar mond blijft zitten en<br />
ze haar verhaal niet aan mij of <strong>de</strong> groep, maar aan zichzelf doet. Dat kan ik aan haar<br />
glazige blik zien, aan <strong>de</strong> bewegingen <strong>van</strong> haar han<strong>de</strong>n die ze voortdurend naar haar<br />
lichaam toebrengt.<br />
Deze twee kin<strong>de</strong>ren zijn een goed begin <strong>van</strong> mijn betoog over het creatieve proces<br />
<strong>van</strong> het schrijven <strong>van</strong> een roman. Ik laat ze op u los. U <strong>de</strong>nkt over ze na, of u laat het.<br />
U ziet ze voor u, of niet, en in het mooiste geval komen ze in beweging en krijgen ze<br />
een leven, want zo gaat dat ongeveer bij het creatieve proces <strong>van</strong> het schrijven.<br />
Bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren horen drie volwassenen.<br />
De klas <strong>van</strong> het jongetje wordt naar <strong>de</strong> zaal begeleid door een on<strong>de</strong>rwijzer die<br />
moe is. Het blijkt dat <strong>de</strong> zevenjarige kin<strong>de</strong>ren niet weten waar ze naartoe komen, ze<br />
weten niet wie ik ben of wat ik doe, misschien ga ik goochelen of een taart bakken. De<br />
man kiest een stoel en gaat zitten. Er is een clown die <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren zal bezighou<strong>de</strong>n.<br />
Hij pakt iets te lezen. Na drie kwartier neemt hij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren weer mee. Een paar<br />
kin<strong>de</strong>ren knikken me bij het afscheid toe, dat geeft een prettig gevoel. De on<strong>de</strong>rwijzer<br />
vergeet te groeten. Nee, het is erger dan dat: ik heb niet bestaan.<br />
De klas <strong>van</strong> het bloe<strong>de</strong>rnstige meisje wordt door twee on<strong>de</strong>rwijzeressen naar het<br />
tekenlokaal gebracht, waar <strong>de</strong> stoelen nog omgekeerd op <strong>de</strong> banken staan. De jongste<br />
on<strong>de</strong>rwijzeres is het grappigst: ze zegt dat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren misschien maar beter kunnen<br />
blijven staan, dan hoeft dat gedoe met die stoelen niet. De oudste on<strong>de</strong>rwijzeres<br />
draait verveeld met haar ogen. Als ik durf op te merken dat ik <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren het liefste<br />
dicht bij me heb, spuwt ze vuur. Zie ik dan niet dat <strong>de</strong> tafels in <strong>de</strong> weg staan?<br />
- 2 -
Als <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren zitten, op een stoel of op <strong>de</strong> tafel, dichtbij, maar ook erg veraf,<br />
zoals je een zaal nooit zou opstellen als je zelf een <strong>lezing</strong> zou moeten geven, gaan <strong>de</strong><br />
dames achterin zitten en doen wat er vaak in <strong>de</strong> verhalen <strong>van</strong> schrijvers die <strong>lezing</strong>en<br />
geven opduikt: ze verbeteren schoolwerk.<br />
Ik gebruik <strong>de</strong> drie volwassenen niet om het over het leeson<strong>de</strong>rwijs of het<br />
ontbreken <strong>van</strong> passie of het ontbreken <strong>van</strong> professionaliteit te hebben. Ik heb ze<br />
nodig omdat ik iets aan <strong>de</strong> twee kin<strong>de</strong>ren wil toevoegen. Iets prettigs heeft een<br />
keerzij<strong>de</strong>. Ondanks <strong>de</strong> drie volwassenen die niets met mijn <strong>lezing</strong> doen, maken <strong>de</strong><br />
jongen en het meisje geheel zelfstandig in dat ene uur toch iets bijzon<strong>de</strong>rs mee. De<br />
bewegen<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n die u al (of nog niet) in uw hoofd zag, krijgen een extra dimensie.<br />
U ervaart hoe dat gaat, het creatieve proces. Het broeit en gist al. Maar het is nog niet<br />
genoeg.<br />
Ik ben een man <strong>van</strong> vijfenveertig die aan zijn tafel in zijn werkkamer zit, een man die<br />
op zijn tweeënveertigste een operatie aan zijn rug heeft on<strong>de</strong>rgaan, zodat langdurig<br />
zitten niet meer mogelijk is zon<strong>de</strong>r nevenverschijnselen, zoals rusteloze benen. De<br />
rugoperatie helpt u <strong>van</strong> het romantische beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> stille, peinzen<strong>de</strong> schrijver af, en<br />
mijn leeftijd geef ik u mee, omdat ik niet geloof dat kin<strong>de</strong>r- en jeugdboekenschrijvers<br />
zo oud als hun personage uit hun kin<strong>de</strong>r- of jeugdboek wor<strong>de</strong>n, want dat hoor je ze<br />
wel eens zeggen. Diep <strong>van</strong>binnen ben ik nog steeds die jongen <strong>van</strong> negen. Dat klinkt<br />
goed, maar we moeten het niet te gek maken.<br />
Pas op: ik ben er<strong>van</strong> overtuigd dat er mensen zijn die om <strong>de</strong> één of an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> verwon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> hun negen<strong>de</strong> of veertien<strong>de</strong> hebben vastgehou<strong>de</strong>n. Hun<br />
kin<strong>de</strong>rtijd en hun puberteit gingen voorbij, <strong>de</strong> dingen liepen zoals ze moesten lopen<br />
- 3 -
en er is blijkbaar geen re<strong>de</strong>n geweest om <strong>de</strong> schaar in hun evolutie te zetten,<br />
waardoor ze na hun achttien<strong>de</strong> gewoon ver<strong>de</strong>r zijn opgegroeid en zon<strong>de</strong>r enig<br />
probleem kunnen omkijken en zich precies herinneren hoe ze zich als kind of als<br />
jongere voel<strong>de</strong>n.<br />
Veel volwassenen kennen dat voorrecht niet. Ze hebben op hun achttien<strong>de</strong> net<br />
iets te lang naar <strong>de</strong> vloer gekeken, naar <strong>de</strong> plek waar ze ston<strong>de</strong>n. Ze hebben zich<br />
vragen gesteld over wie ze al waren en wie ze nog wil<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, en om hun leven<br />
gemakkelijker te maken, hebben ze hun kin<strong>de</strong>rtijd en puberteit in clichés verpakt,<br />
zodat ze daarover alvast niet meer hoeven na te <strong>de</strong>nken. Meisjes hou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> rose en<br />
prinsessen en ze verzamelen Robert Pattinson in plakboeken en jongens hebben<br />
pukkels en hangen over <strong>de</strong> bank met hun Playstation.<br />
Veel volwassenen kijken niet ver<strong>de</strong>r dan hun neus lang is, als het over kin<strong>de</strong>ren<br />
en jongeren gaat. Ze gaan er eigenlijk <strong>van</strong>uit dat het leven pas echt begint op je<br />
negentien<strong>de</strong>. De jaren voor <strong>de</strong> volwassenheid waren zomaar wat gedoe. Ze<br />
beschouwen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>r- en jeugdliteratuur niet als literatuur, maar als een<br />
verschijnsel. Als ze kin<strong>de</strong>r- of jeugdboeken zou<strong>de</strong>n schrijven, zou<strong>de</strong>n ze heel slechte<br />
kin<strong>de</strong>r- en jeugdboekenschrijvers zijn. Je mag er niet aan <strong>de</strong>nken wat er zou gebeuren<br />
als ze on<strong>de</strong>rwijzer zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n.<br />
Hoe groot is uw vermogen om met <strong>de</strong> verwon<strong>de</strong>ring en openheid <strong>van</strong> een pakweg<br />
negenjarige naar <strong>de</strong> dingen te kijken?<br />
Van mijn huis in Antwerpen bestaat een foto uit 1933. Naast <strong>de</strong> stoep staat een<br />
Ford, bij <strong>de</strong> buren belt een man aan. Hij draagt een hoed en een lange jas. Ik <strong>de</strong>nk<br />
- 4 -
graag dat het <strong>de</strong> schrijver <strong>van</strong> Kaas en Villa <strong>de</strong>s Roses is, Willem Elsschot. Boven zijn<br />
hoofd hangt een bord met reclame voor een motoroliemerk.<br />
Ik kan erg lang naar <strong>de</strong> foto kijken. Ik kan erg lang naar <strong>de</strong> bouwstijl <strong>van</strong> mijn<br />
huis kijken. Ik verlies me wel eens in een verhaal dat er niet staat.<br />
De kleine prins uit het boek <strong>van</strong> Antoine <strong>de</strong> Saint-Exupéry zou zich verbazen over<br />
<strong>de</strong> manier waarop ik als groot mens naar <strong>de</strong> wereld kijk. Uit <strong>de</strong> verhalen die <strong>de</strong><br />
jongen over <strong>de</strong> bewoners <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re planeten vertelt, blijkt altijd dat hij grote<br />
mensen ‘won<strong>de</strong>rlijk’ vindt. Zo is er een vuurro<strong>de</strong> man ‘die nooit aan een bloem heeft<br />
geroken, nooit naar een ster heeft gekeken. Hij heeft nooit <strong>van</strong> iemand gehou<strong>de</strong>n,<br />
altijd alleen maar optelsommen gemaakt. “Hij zegt <strong>de</strong> hele dag: ‘Ik ben een serieus<br />
man.’ En dan zwelt hij <strong>van</strong> trots.” De kleine prins begrijpt die man niet. Het jongetje<br />
zegt: “Hij is geen man, maar een pad<strong>de</strong>nstoel.”<br />
Wat het jongetje waarschijnlijk won<strong>de</strong>rlijk aan mij zou vin<strong>de</strong>n, is dat ik zijn<br />
manier <strong>van</strong> kijken heel goed begrijp. Ik heb me net als <strong>de</strong> kleine prins ook al eens<br />
afgevraagd waarvoor doornen dienen. En soms <strong>de</strong>nk ik net als hij: kin<strong>de</strong>ren weten<br />
beter dan volwassenen wat ze zoeken.<br />
Tussen twee ou<strong>de</strong> luie stoelen in mijn huis staat een boer<strong>de</strong>rij uit <strong>de</strong> jaren zestig.<br />
Er zitten vochtvlekken op het bordkarton. De hooizol<strong>de</strong>r is volgestouwd met koeien,<br />
geiten, kippen, katten, een nijlpaard, een tractor en <strong>de</strong> boer en <strong>de</strong> boerin. Ik zie <strong>de</strong><br />
boer<strong>de</strong>rij graag staan. Het is alsof mijn kin<strong>de</strong>rtijd tussen <strong>de</strong> luie stoelen staat.<br />
Ik heb geen kin<strong>de</strong>ren.<br />
Onze beste vrien<strong>de</strong>n hebben er vier. Die kin<strong>de</strong>ren kunnen erg goed neerstrijken.<br />
Als ze op bezoek komen, verdwijnen ze naar het platteland tussen <strong>de</strong> stoelen. Niet<br />
veel later rijdt <strong>de</strong> tractor uit. Er moet wor<strong>de</strong>n gemaaid of gedorst. De katten gaan<br />
- 5 -
achter <strong>de</strong> kippen aan, <strong>de</strong> schapen wor<strong>de</strong>n in rijen gezet. Soms kalft een koe, soms<br />
kalft het nijlpaard.<br />
De kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> onze beste vrien<strong>de</strong>n zijn goe<strong>de</strong> kleine prinsen. Hun fantasie<br />
spreekt niet het Engels <strong>van</strong> MTV, hun verbeelding werkt niet op batterijen. Met een<br />
half oor hang ik boven <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij. Ik <strong>van</strong>g dui<strong>de</strong>lijke klanknabootsingen op,<br />
diepzinnige gesprekken tussen <strong>de</strong> boer en een koe.<br />
Als ze <strong>de</strong> vloer moe zijn, vragen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren om oud papier en kleurpotlo<strong>de</strong>n.<br />
Dan haal ik <strong>de</strong> kist die ik al tij<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> kast heb staan en door <strong>de</strong> jaren heen heb<br />
gevuld met kleurgoed. Zelf ben ik een tekenkind geweest, en nog steeds ben ik gek op<br />
potlo<strong>de</strong>n als schrijfgerief. Het is prettig dat ik vrien<strong>de</strong>n heb gevon<strong>de</strong>n met kin<strong>de</strong>ren<br />
die graag tekenen.<br />
In De Kleine Prins vraagt <strong>de</strong> kleine prins aan <strong>de</strong> verteller of hij een schaap wil<br />
tekenen. De man doet dat, maar <strong>de</strong> kleine prins is niet snel tevre<strong>de</strong>n. Het eerste<br />
schaap vindt hij ziek, het twee<strong>de</strong> ziet eruit als een ram, het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> is te oud — hij wil<br />
een schaap dat nog lang leeft. Pas bij <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> poging is het goed. De verteller heeft<br />
een kist getekend met drie gaten erin. In <strong>de</strong> kist zit het schaap dat het moest zijn.<br />
Als onze beste vrien<strong>de</strong>n naar huis gaan en hun kin<strong>de</strong>ren meenemen, blijven er<br />
erg veel potlo<strong>de</strong>n en oud papier achter. De potlo<strong>de</strong>n zijn snel opgeruimd, <strong>de</strong><br />
tekeningen stel ik lang tentoon. Het is mooi om te zien dat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren graag kisten<br />
met schapen erin tekenen. Ze noemen hun werk Vallen<strong>de</strong> Sneeuw, of Sterren Boven<br />
Het Bed. Soms tekenen ze <strong>de</strong> vliegen<strong>de</strong> man uit het schil<strong>de</strong>rij Over Vitebsk <strong>van</strong><br />
Chagall.<br />
Ik kan erg lang naar <strong>de</strong> foto <strong>van</strong> mijn straat kijken. Naar <strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> mijn<br />
huis. Naar <strong>de</strong> tekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren. Ik word er blij <strong>van</strong>. Mijn gedachten krijgen<br />
<strong>de</strong> ruimte.<br />
- 6 -
Als <strong>de</strong> verteller aan <strong>de</strong> kleine prins vraagt of hij een paaltje en een touw moet<br />
tekenen om het schaap overdag aan vast te leggen, ziet <strong>de</strong> kleine prins daar het nut<br />
niet <strong>van</strong> in. ‘Vastbin<strong>de</strong>n! Wat een gek i<strong>de</strong>e.’<br />
De kleine prins is een erg pientere jongen. Het is een fijne gedachte dat <strong>de</strong><br />
beel<strong>de</strong>n in een mensenhoofd in principe geen grenzen kennen — en dat we ervoor<br />
moeten opletten dat we geen muurtjes bouwen.<br />
Ik herinner me dat ik <strong>van</strong> mijn va<strong>de</strong>r een schoolboek kreeg met grote aanwijsprenten<br />
in kleur. Het boek rook lekker. Het was een schoolboek waarmee kin<strong>de</strong>ren taal leren.<br />
Later hoor<strong>de</strong> ik <strong>van</strong> mijn broers dat ik wekenlang rondzeul<strong>de</strong> met het boek en het<br />
meestal on<strong>de</strong>rsteboven hield. Een schoolboek was ook on<strong>de</strong>rsteboven leerzaam. Een<br />
banaan blijft een banaan, een peer blijft een peer, en op z’n kop was ook rechtop.<br />
De leeslessen uit <strong>de</strong> eerste klas oefen<strong>de</strong> ik in een boek. In het openingshoofdstuk<br />
<strong>van</strong> Pietertje Broms Jeugdjaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r onbeken<strong>de</strong> J.P. Baljé on<strong>de</strong>rstreepte ik<br />
elk woord met potlood, alsof ik elk woord een gewicht wil<strong>de</strong> geven. Woor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> drie<br />
lettergrepen liet ik ongemoeid, wegens te moeilijk. Ik beleef<strong>de</strong> plezier aan het<br />
uitspellen.<br />
Het alfabet had macht, dat ont<strong>de</strong>kte ik al snel. Naar het voorbeeld <strong>van</strong> Pietertje<br />
Brom ging ik kikkers <strong>van</strong>gen in <strong>de</strong> sloot, gewapend met een veel te grote emmer. Ik<br />
stond er niet bij stil dat ik het boek on<strong>de</strong>r het stof op zol<strong>de</strong>r <strong>van</strong>daan had gehaald. Ik<br />
had niet door dat het verhaal uit <strong>de</strong> tijd was toen het in sloten nog stikte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
kikkers en <strong>de</strong> stekelbaarzen. De sloot vlak bij ons huis was zwart en dood. Mijn <strong>van</strong>gst<br />
<strong>van</strong> niks bewees het: het leven in boeken is rijk en groot en dikwijls beter dan het<br />
leven in het echt.<br />
- 7 -
Op zondag maakte mijn va<strong>de</strong>r tijd. Hij trommel<strong>de</strong> zijn zonen bij elkaar, zette mij<br />
in zijn nek, pakte <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> mijn ene broer en <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> mijn an<strong>de</strong>re broer, en<br />
wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> met ons over <strong>de</strong> brug, via <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij, via <strong>de</strong> manege, langs het kanaal<br />
terug naar huis. We noem<strong>de</strong>n het <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> De Grote Blok.<br />
Mijn va<strong>de</strong>r was inspecteur <strong>van</strong> scholen. On<strong>de</strong>rweg hield hij een quiz. Voor elk<br />
goed antwoord kregen we een Belgische frank, wat veel geld was. Toch vond ik <strong>de</strong><br />
quiz min<strong>de</strong>r belangrijk dan <strong>de</strong> holle boom. De wilg stond halverwege. Als we er vlak<br />
bij waren, kwam <strong>de</strong> toneelspeler in mijn va<strong>de</strong>r boven. Hij beeld<strong>de</strong> <strong>de</strong> angst uit, zoals<br />
ze dat in Griekse tragedies doen. Hij speel<strong>de</strong> <strong>de</strong> nieuwsgierigheid met een gezicht uit<br />
<strong>de</strong> cursus mime. Elke emotie lag er vingerdik op, en ik pikte het. In <strong>de</strong> holle boom<br />
woon<strong>de</strong> een klein volk dat alleen mijn va<strong>de</strong>r hoor<strong>de</strong> en zag. Hij loog erg overtuigend,<br />
hij fluister<strong>de</strong>, hij verhief zijn stem. Dat elk gevoel zo dik was aangezet maakte het juist<br />
spannend. Hij loog net lang genoeg. Als hij merkte dat we vragen zou<strong>de</strong>n gaan<br />
stellen, zei hij dat we maar beter weer kon<strong>de</strong>n doorstappen, en hup, daar liep hij voor<br />
ons uit, als <strong>de</strong> Ratten<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> Hamelen.<br />
Ik kan me voorstellen dat mensen <strong>de</strong>nken dat kin<strong>de</strong>r- en jeugdboekenschrijvers<br />
ratten<strong>van</strong>gers zijn. Het is waar: er zijn schrijvers die weten welk muziekje ze moeten<br />
spelen om kin<strong>de</strong>ren achter ze aan te laten lopen. Er zijn schrijvers die precies weten<br />
hoe ze het moeten aanleggen om veel kin<strong>de</strong>ren te <strong>van</strong>gen, en dat doen ze dan niet één<br />
keer, maar vaak, en ze doen het goed.<br />
Het spijtige is dat volwassenen vaak <strong>de</strong>nken dat alleen <strong>de</strong> liedjes waarop <strong>de</strong><br />
meeste kin<strong>de</strong>ren enthousiast reageren <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rcultuur uitmaken. Dat is een<br />
misvatting die is ingegeven door economische motieven. Cultuur is bre<strong>de</strong>r dan een<br />
- 8 -
paar hits. Kin<strong>de</strong>rcultuur wordt gevormd door álle liedjes die er bestaan, <strong>de</strong><br />
meezingers en <strong>de</strong> liedjes waar kin<strong>de</strong>ren niet meteen achteraan gaan.<br />
Ik ben sowieso niet goed in wijsjes en melodietjes. Van liedjes die zich in het oor<br />
<strong>van</strong> ie<strong>de</strong>reen wurmen, word ik al snel gekker dan <strong>de</strong> Mad Hatter, en ver<strong>de</strong>r ben ik<br />
iemand die <strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ring en vooral <strong>van</strong> verrassingen houdt. Aan mij is eenzijdig<br />
getwie<strong>de</strong>liedie niet besteed.<br />
Omdat ik al zowat acht jaar docent Creatief Schrijven ben aan een<br />
kunsthogeschool in Antwerpen, lees ik betrekkelijk veel boeken over het creatieve<br />
proces <strong>van</strong> het schrijven. Veel <strong>van</strong> die boeken wor<strong>de</strong>n gemaakt door mensen die doen<br />
alsof ze goed weten hoe het moet, maar het zelf nog nooit goed gedaan hebben. Zij<br />
leveren boeken af als Hoe schrijf ik een bestseller? of Hoe schrijf ik een verdomd<br />
goe<strong>de</strong> roman?. Zelf zijn ze nog niet steenrijk gewor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> hun bestsellers. De<br />
Nobelprijs hebben ze ook nog niet gewonnen.<br />
Er zijn mensen die uit jarenlange ervaring spreken. Ze geven les in schrijven, ze<br />
begelei<strong>de</strong>n en redigeren auteurs, ze hebben <strong>de</strong> literatuur en alle schrijfmetho<strong>de</strong>s<br />
grondig bestu<strong>de</strong>erd. Van How Fiction Works <strong>van</strong> James Wood heb ik veel<br />
opgestoken, en Story <strong>van</strong> Robert McKee is een standaardwerk.<br />
Tenslotte zijn er ook <strong>de</strong> auteurs die een boek gepubliceerd hebben over het<br />
creatieve proces. Dat boek hebben ze niet per se geschreven om schrijvers in <strong>de</strong> dop<br />
te helpen, ze schrijven het in <strong>de</strong> eerste plaats om zichzelf te begrijpen en begrepen te<br />
wor<strong>de</strong>n. Van John Steinbeck werd Journal of a novel gepubliceerd, brieven die nooit<br />
bedoeld zijn geweest om verstuurd te wor<strong>de</strong>n, maar in zekere zin toch verstuurd<br />
wer<strong>de</strong>n toen er een boek <strong>van</strong> werd gemaakt. Steinbeck laat <strong>de</strong> lezer over zijn schou<strong>de</strong>r<br />
meekijken, hoe zijn literaire tour <strong>de</strong> force East of E<strong>de</strong>n is ontstaan. Door Aspects of<br />
the Novel weten we wat E. M. Forster over <strong>de</strong> roman dacht, Amos Oz schreef Zo<br />
- 9 -
eginnen verhalen, Virginia Woolf laat over haar schou<strong>de</strong>r meekijken in haar<br />
Schrijversdagboek, <strong>van</strong> Astrid Lindgren weten we dankzij Het land dat verdween<br />
hoe ze over kin<strong>de</strong>ren en boeken <strong>de</strong>nkt. Zulke essays en schrijfdagboeken zijn nog het<br />
leerrijkst <strong>van</strong> allemaal, niet alleen als je schrijfdocent ben. Natuurlijk begint vorming<br />
op het moment dat er iemand met een mening komt waartegen je je af kunt zetten,<br />
iemand om het mee eens te zijn, iemand die je ne<strong>de</strong>rig maakt of juist het gevoel geeft<br />
dat je <strong>de</strong> waarheid hebt gesproken.<br />
Ik heb lezers gekregen toen ik nog maar net negentien was. Dat was wennen. Mijn<br />
<strong>de</strong>buut verscheen in het jaar dat ik in Brussel Ne<strong>de</strong>rlands, Duits en geschie<strong>de</strong>nis ging<br />
stu<strong>de</strong>ren en moest beslissen wat mijn afstu<strong>de</strong>erproject zou wor<strong>de</strong>n. Lang twijfel<strong>de</strong> ik<br />
niet: ik wijd<strong>de</strong> mijn scriptie aan <strong>de</strong> Britse auteur Aidan Chambers, die toen net met<br />
Dance on my grave furore maakte. Twee jaar lang vergeleek ik Chambers’ boeken<br />
met elkaar, ook <strong>de</strong> nog niet vertaal<strong>de</strong>, ik keer<strong>de</strong> ze binnenstebuiten, reis<strong>de</strong> in 1986<br />
naar <strong>de</strong> schrijver toe, verbleef dagenlang bij hem thuis, kreeg antwoord op al mijn<br />
vragen. Als masterclass voor een beginnen<strong>de</strong> schrijver kon dat tellen.<br />
Twee jaar lang vergaar<strong>de</strong> ik niet alleen informatie voor mijn scriptie, ik kreeg<br />
vooral ook bagage voor mijn eigen leven en mijn eigen werk mee. Ik constateer<strong>de</strong> dat<br />
ik meestal viel voor auteurs met een welomlijnd universum (in mijn geval toen:<br />
Lindgren, Salinger, McCullers, Chambers). Ik moest vaststellen dat er<br />
leeftijdsgenoten waren die altijd stilston<strong>de</strong>n bij maar één boek <strong>van</strong> een schrijver, en<br />
dat vond ik vreemd. Van Chambers begreep ik waarom ‘the body of work’<br />
interessanter was dan ‘another book’.<br />
- 10 -
Ik zag als stu<strong>de</strong>nt en als lezer hoe Chambers met zichzelf en zijn boeken omging.<br />
Biografische gegevens kreeg je alleen als ze iets met een bepaald boek te maken<br />
had<strong>de</strong>n. Zijn leven was zijn werk was zijn leven, maar dat beteken<strong>de</strong> niet dat je alles<br />
<strong>van</strong> hem mocht weten. Hij gooi<strong>de</strong> zich niet zomaar te grabbel. Hij leg<strong>de</strong> zich alleen te<br />
von<strong>de</strong>ling voor wie hem wil<strong>de</strong> vin<strong>de</strong>n.<br />
Mijn studie kreeg <strong>de</strong> titel De wereld volgens Chambers, naar analogie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
bestseller uit die jaren, The World According to Garp <strong>van</strong> John Irving, en pas later<br />
besefte ik dat ik het woord ‘wereld’ of beter nog: ‘universum’ alsmaar belangrijker<br />
was gaan vin<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong> jaren na mijn <strong>de</strong>buut was <strong>de</strong> papieren post nog ‘in’. Ik ontving steeds meer<br />
brieven, hield eraan ze persoonlijk te beantwoor<strong>de</strong>n (omdat ik als twaalfjarige ooit<br />
een brief naar een beken<strong>de</strong> schrijver heb gestuurd en nooit antwoord heb gekregen),<br />
maar op <strong>de</strong>n duur was het onhoudbaar. Toen het internettijdperk zich aandien<strong>de</strong>,<br />
begreep ik <strong>van</strong> <strong>de</strong> ene op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re dag dat ik met een eigen website <strong>de</strong> vragen in <strong>de</strong><br />
brieven vóór kon zijn, en vooral: een site was <strong>de</strong> beste manier om mijn universum te<br />
laten zien aan wie dat wenste. Ik vond het nodig om een site te ontwikkelen, niet<br />
omdat ik mezelf belangrijk wil<strong>de</strong> maken, maar om te on<strong>de</strong>rstrepen dat een schrijver<br />
‘a body of work’ is en geen boekenplankje waar elk jaar ‘another book’ aan toegevoegd<br />
wordt. Een site is een afspiegeling <strong>van</strong> je wereld. Een site dringt zich niet op, want hij<br />
wordt alleen bezocht door wie er <strong>de</strong> moeite voor doet.<br />
Voor het eerst dacht ik bewust na over <strong>de</strong> wereld <strong>van</strong> <strong>Moeyaert</strong>. Ik maakte mijn<br />
scriptie opnieuw, maar dan over mijn eigen werk. Wat wil<strong>de</strong> ik laten zien? Wat had er<br />
wel te maken met mijn werk, wat niets? Waar lag <strong>de</strong> grens tussen te grabbel en te<br />
von<strong>de</strong>ling?<br />
- 11 -
In <strong>de</strong> literaire wereld wordt het woord fans smalend gebruikt, waarschijnlijk<br />
omdat het te veel naar <strong>de</strong> popcultuur ruikt. Ik lig er niet wakker <strong>van</strong>. Ik noem lezers<br />
bij voorkeur lezers, omdat het nog steeds om het boek gaat, en niet om <strong>de</strong> auteur. Na<br />
al die jaren sinds mijn eerste boek en mijn scriptie over Chambers ben ik er nog<br />
steeds <strong>van</strong> overtuigd: ik, <strong>Bart</strong> <strong>Moeyaert</strong>, heb niets aan <strong>de</strong> lezer te zeggen. Niks te<br />
bevelen. De lezer kiest mij. Of nee: mijn boeken. Ik lig te von<strong>de</strong>ling. Het enige wat ik<br />
moet onthou<strong>de</strong>n is dat ik trouw moet blijven aan mezelf. Niemand wordt gelukkig<br />
<strong>van</strong> een liegend kind. Dit ben ik, dit is mijn wereld, te nemen of te laten.<br />
‘A good beginning means a good book,’ stelt schrijver John Braine in Writing a<br />
Novel. Ik hoor het hem graag zeggen.<br />
Ik ben een schrijver die <strong>van</strong> klein naar groot werkt. An<strong>de</strong>ren — die an<strong>de</strong>rsom te<br />
werk gaan, eerst <strong>de</strong> intrige ontwerpen om alles daarna in boekvorm, hoofdstuk na<br />
hoofdstuk, te gaan uitschrijven — vin<strong>de</strong>n het waarschijnlijk een onbelangrijke<br />
uitspraak. Ik heb er wél over nagedacht. Mijn eerste scène bevat in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> toon,<br />
<strong>de</strong> stem, <strong>de</strong> stijl, <strong>de</strong> <strong>de</strong>tails, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling die kenmerkend is voor het boek dat volgt.<br />
Sterker nog: <strong>de</strong> eerste scène kondigt <strong>de</strong> ontknoping al aan.<br />
Ik ben verknocht aan het scheppen <strong>van</strong>uit het (bijna) niets. Mijn prentenboek De<br />
schepping, geïllustreerd door Wolf Erlbruch, begint zo: “In het begin was er niets.<br />
Het is moeilijk om je dat voor te stellen. Je moet alles wat er nu is nog niet laten zijn.<br />
Je moet het licht uitdoen, en er zelf niet zijn. En dan ook nog eens al het donker<br />
vergeten, want in het begin was er niets, ook het donker niet. Als je het begin <strong>van</strong><br />
alles wil zien, moet je erg veel weglaten. Ook je moe<strong>de</strong>r.”<br />
Dit begin schreef ik op bierviltjes aan een tafeltje op een terras in <strong>de</strong> haven <strong>van</strong><br />
Göteborg. Ik had net een boottocht achter <strong>de</strong> rug, het was het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> een drukke<br />
- 12 -
<strong>lezing</strong>enreis, twee uur later zou ik naar <strong>de</strong> luchthaven vertrekken, en daar in <strong>de</strong> eerste<br />
lentezon dook geheel onverwacht <strong>de</strong> beginscène <strong>van</strong> mijn boek op. Maan<strong>de</strong>nlang al<br />
had ik op <strong>de</strong> Genesis gekauwd, wekenlang al brak ik me er het hoofd over hoe ik mijn<br />
versie <strong>van</strong> het scheppingsverhaal het beste kon beginnen, en zoals het me al vaker<br />
was overkomen, dien<strong>de</strong> <strong>de</strong> beginscène zich aan op het moment dat ik er niet op<br />
bedacht was. Het residu <strong>van</strong> mijn geprakkezeer kwam weliswaar niet meteen in die<br />
<strong>de</strong>finitieve bewoordingen op papier te staan, maar veel viel er niet meer aan te<br />
sleutelen. Daar lag ineens het (bijna) niets waaruit iets ontstaat.<br />
Het vernuft om in plotlijnen te <strong>de</strong>nken zit niet in mijn genen, daar<strong>van</strong> ben ik me<br />
bewust. Als het om vertellen gaat, heb ik <strong>van</strong> mijn va<strong>de</strong>r vooral <strong>de</strong> manier <strong>van</strong><br />
vertellen onthou<strong>de</strong>n — hoe hij bij <strong>de</strong> holle boom stond: hij koos doelbewust <strong>de</strong><br />
vertelinstantie die hij nodig had, <strong>de</strong> stemverheffing en het fluisteren, het versnellen<br />
en het net op tijd ophou<strong>de</strong>n. Van hem heb ik <strong>de</strong> klank <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n meegekregen, en<br />
wat een pauze tussen twee woor<strong>de</strong>n in doet.<br />
Het is geen toeval dat ik uit een klas net dat ene jongetje pik dat het niet gewend is<br />
om heel veel verschillen<strong>de</strong> indrukken in één keer te moeten verwerken, of net dat ene<br />
meisje kies dat informatie haalt uit <strong>de</strong> vorm. Het is ook geen toeval dat ik zo <strong>de</strong><br />
nadruk leg op <strong>de</strong> lezer — <strong>de</strong> lezer die ik zelf was en ben. De schrijver en <strong>de</strong> lezer zijn<br />
één. Ik ben <strong>de</strong> eerste lezer <strong>van</strong> wat ik zelf schrijf.<br />
De openingsscène <strong>van</strong> Blote han<strong>de</strong>n uit 1995 is op een nacht in een warme<br />
hotelkamer in Bologna ontstaan. Halfslapend zag ik in mijn hoofd twee jongens die<br />
op <strong>de</strong> vlucht waren voor een man met een lange jas en een plastic hand. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
winterjas <strong>van</strong> <strong>de</strong> ene jongen zat een do<strong>de</strong> eend, en om <strong>de</strong> jongens heen cirkel<strong>de</strong> een<br />
kleine hond. Ik heb het licht aangeknipt en die nacht heb ik <strong>de</strong> eerste bladzij<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />
- 13 -
het boek geschreven. Die eerste scène bevatte meteen alle elementen voor <strong>de</strong><br />
ontknoping: <strong>de</strong> woe<strong>de</strong> <strong>van</strong> het jongetje Bernie, het kou<strong>de</strong> hart <strong>van</strong> Betjeman en hun<br />
bei<strong>de</strong>r verlangen naar warmte. Het hoe en waarom heb ik na <strong>de</strong> openingsscène<br />
samen met <strong>de</strong> lezer die ik op dat moment zelf was moeten ont<strong>de</strong>kken. Vaag wist ik<br />
waarheen mijn verhaal me leid<strong>de</strong>. Scène na scène, hoofdstuk na hoofstuk, wer<strong>de</strong>n<br />
bepaal<strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>ns bevestigd, an<strong>de</strong>re bleken onzinnig, en soms verraste ik mezelf<br />
als schrijver met een wending die ik als lezer niet had verwacht.<br />
Waar ik mezelf steeds weer mee verbaas is <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> dat enige, eerste beeld,<br />
waar<strong>van</strong> ik op slag weet dat het <strong>de</strong> beginscène is <strong>van</strong> mijn nieuwe verhaal. In het<br />
geval <strong>van</strong> Blote han<strong>de</strong>n was ik meteen Bernie en zijn vriend Ward, ik was Betjeman,<br />
maar ik was ook <strong>de</strong> kou en het landschap, ik was het kraken<strong>de</strong>, bevroren gras, ik was<br />
<strong>de</strong> geur <strong>van</strong> bran<strong>de</strong>nd hout uit een schoorsteen vlakbij, ik was een zes<strong>de</strong> zintuig dat<br />
aanvoel<strong>de</strong> dat het straks fout ging lopen. Ik was hon<strong>de</strong>rd camera’s tegelijk, ook <strong>de</strong><br />
camera die vooruitkeek.<br />
Waarschijnlijk heb ik <strong>de</strong>ze eigenschap in mijn kin<strong>de</strong>rtijd en mijn puberteit<br />
ontwikkeld. Ik ben altijd graag een toeschouwer geweest: ik keek, registreer<strong>de</strong> en in<br />
het grote gezin viel ik niet op. Ik nam <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> wereld, maar bleef tegelijk in mijn<br />
eigen wereld. Soms spéél<strong>de</strong> ik dat ik leef<strong>de</strong>. Ik zag veel, vooral dan <strong>de</strong> <strong>de</strong>tails die er<br />
eigenlijk niet toe <strong>de</strong><strong>de</strong>n, maar waaraan ik plezier beleef<strong>de</strong>.<br />
In mijn eerste boek, Duet met valse noten, dat ik tussen mijn veertien<strong>de</strong> en mijn<br />
zestien<strong>de</strong> schreef en op mijn negentien<strong>de</strong> gepubliceerd werd, beschrijft een meisje<br />
hoe ze <strong>de</strong> eerste dag na een vakantie terug op school komt. Het spel dat zij speelt is<br />
een spel dat ik als veertienjarige vaak speel<strong>de</strong>: “Toen ik <strong>de</strong> klas binnenging, dacht ik<br />
aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> zo’n Franse film: <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur gaat dicht, <strong>de</strong> camera zoomt in, en op het<br />
geverniste hout verschijnen sierlijke letters: Fin.”<br />
- 14 -
Mijn leven, een film.<br />
Toen ik twintig was en in Brussel woon<strong>de</strong>, is muziek — meer in het bijzon<strong>de</strong>r<br />
filmmuziek — een grotere rol in mijn leven gaan spelen. Muziek — zeker filmmuziek<br />
— is een bron <strong>van</strong> beel<strong>de</strong>n.<br />
Het waren eenzame dagen toen, en <strong>de</strong> film The Elephant Man blies me <strong>van</strong> mijn<br />
sokken. Om <strong>de</strong> film vast te hou<strong>de</strong>n, kocht ik <strong>de</strong> soundtrack. Met <strong>de</strong> muziek <strong>van</strong> John<br />
Morris kon ik <strong>de</strong> film terugzien, of nee: herbeleven. Voor het eerst kwam filmmuziek<br />
op me af als <strong>de</strong> kunstvorm die het is. Tot dan toe had ik <strong>de</strong> liedjes uit Chitty Chitty<br />
Bang Bang meegebruld, en bij een poppenkaststuk dat ik als negenjarige schreef, was<br />
ik ook eens creatief geweest met ‘The Lonely Goatherd’ uit The Sound of Music, maar<br />
<strong>de</strong> ervaringen na The Elephant man waren totaal an<strong>de</strong>rs.<br />
Die ene lp is het begin <strong>van</strong> een verzameling gewor<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> dagelijkse<br />
rommelmarkt en in een twee<strong>de</strong>hands platenzaak in Brussel tikte ik met mijn<br />
stu<strong>de</strong>ntenbudget voor heel weinig geld soundtracks op <strong>de</strong> kop. Muziek <strong>van</strong> films die<br />
ik doorgaans niet gezien had of nooit te zien zou krijgen. Muziek die een ont<strong>de</strong>kking<br />
was, of waar ik niks mee had. Hoe dan ook: muziek die mijn schrijversverbeelding<br />
wakkerschud<strong>de</strong>.<br />
U begrijpt wat ik bedoel: u mag het Neuriekoor uit Puccini’s Madama Butterfly<br />
niet horen, of Kate Winslet begaat <strong>de</strong> moord die ze in Heavenly Creatures pleegt. Een<br />
paar noten <strong>van</strong> Yann Tiersen, en Amélie Poulain gaat weer achter Nino Quincampoix<br />
aan. U weet heel goed welke muziek er zal weerklinken als u door een haai wordt<br />
aangevallen, of als u in <strong>de</strong> douche met een mes wordt neergestoken — daar hebben<br />
John Williams en Bernard Hermann voor gezorgd. Dat krachtige gevoel, dus, dat<br />
muziek en beeld samenhangen, maar dan net an<strong>de</strong>rsom: ik hoor muziek die ik nog<br />
nooit heb gehoord, en voor ik het weet wordt ze <strong>de</strong> soundtrack <strong>van</strong> mijn boek. Blote<br />
- 15 -
han<strong>de</strong>n heb ik geschreven op het thema <strong>van</strong> <strong>de</strong> film Fort Sagane, een film die ik nog<br />
nooit heb gezien.<br />
Natuurlijk valt het uitbouwen <strong>van</strong> een plot te leren. Ik hoef uit een <strong>van</strong> <strong>de</strong> boeken<br />
over het schrijven maar het schemaatje <strong>van</strong> Aristoteles te halen en naast mijn<br />
computerklavier te leggen, of daar begint het avontuur. Ik kan — net als Will Self —<br />
een wand <strong>van</strong> mijn werkkamer volplakken met post-it notes, zodat ik mijn boek in<br />
één oogopslag kan zien. Ik kan — net als Robert Leeson — hele schema’s maken met<br />
in kolom 1 alle namen <strong>van</strong> <strong>de</strong> personages en in kolom 2 alle scènes, en ik kan voor het<br />
hele boek al vooraf uitplannen waar elk personage zich in elke scène bevindt. Ik kan<br />
— net als <strong>de</strong> jonge Philip Roth — dagenlang schrijven en schrijven, alles wat er maar<br />
in me opkomt, om daarna met een ro<strong>de</strong> balpen in <strong>de</strong> hand <strong>de</strong> hele tekst door te gaan<br />
en <strong>de</strong> bruikbare zinnen te on<strong>de</strong>rstrepen om het boek dat het gaat wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />
oppervlakte te brengen.<br />
Nee.<br />
Na al die jaren beperken <strong>de</strong> schema’s in mijn hoofd zich tot hoogstens een A4-tje,<br />
wat voor mij het bewijs is dat ik me veilig voel bij <strong>de</strong> organische groei <strong>van</strong> een verhaal<br />
<strong>van</strong>uit het bijna niets.<br />
Denk aan <strong>de</strong> film die ik gisteren zag en waarover ik zo enthousiast ben dat ik u<br />
<strong>van</strong>avond op een kaartje trakteer, maar vóór u binnengaat ga ik u wel <strong>van</strong> begin tot<br />
eind verklappen wat er gaat gebeuren. Veel kans dat u me het kaartje voor die<br />
prachtige film teruggeeft en me bedankt voor <strong>de</strong> moeite.<br />
In een Belgische krant had Emma Thompson het over haar va<strong>de</strong>r Eric Thompson<br />
die — ik citeer — ‘schrijven voor kin<strong>de</strong>ren een vreemd concept vond. Waarom zou er<br />
een verschil moeten zijn tussen schrijven voor volwassenen en schrijven voor<br />
- 16 -
kin<strong>de</strong>ren?’ Ik was blij dat ze dat zei. Dan horen <strong>de</strong> mensen het ook eens <strong>van</strong> een<br />
an<strong>de</strong>r.<br />
Schrijven is laten ontstaan: in <strong>de</strong> eerste scène <strong>van</strong> een nieuw boek <strong>van</strong> me komen<br />
geen kin<strong>de</strong>ren of jongeren voor omdat ik doelbewust het plan heb opgevat om nog<br />
maar eens een kin<strong>de</strong>rboek of jeugdroman te gaan schrijven. De eerste scène doet zich<br />
voor. Dient zich aan.<br />
Een veertigjarige apotheker stapt zijn <strong>de</strong>ur uit en constateert dat er net een<br />
ongeluk met een fietser is gebeurd. Dat is <strong>de</strong> beginscène <strong>van</strong> mijn roman Graz, die<br />
gaan<strong>de</strong>weg een roman voor volwassenen bleek te zijn. Ik zat niet an<strong>de</strong>rs in mijn vel<br />
toen ik het boek schreef, het was <strong>de</strong> toon die <strong>de</strong> muziek bepaal<strong>de</strong>. Het schrijfproces<br />
zelf was niet an<strong>de</strong>rs dan an<strong>de</strong>rs.<br />
In augustus 2005 zag ik drie kin<strong>de</strong>ren op een muur zitten. De verteller Oz en zijn<br />
broer Bossie en Geesje, hun vriendinnetje. Waar die kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong>daankwamen, wist<br />
ik niet. Waarom <strong>de</strong> broer Bossie heette, kon ik niet verklaren, en <strong>van</strong> Geesje wist ik<br />
alleen dat ik zelf als zevenjarige een vriendinnetje had dat Geeske heette.<br />
“We zou<strong>de</strong>n zelf een tent kunnen bouwen, geld gaan schooien om er een te<br />
kopen, geld verdienen om het daarna te ver<strong>de</strong>len, we zou<strong>de</strong>n nieuwe vrien<strong>de</strong>n<br />
kunnen zoeken aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad, vrien<strong>de</strong>n die een tent hebben, maar<br />
wat we ook verzinnen, het is alsof er nooit genoeg tijd voor is. Het past allemaal niet<br />
meer in <strong>de</strong> dagen die we nog hebben. Net nu mijn broer Bossie beslist heeft dat we <strong>de</strong><br />
plek waar we altijd zitten ook gewoon Ons Clubhuis kunnen noemen, net nu we aan<br />
spannen<strong>de</strong> avonturen kunnen beginnen, loopt <strong>de</strong> zomer op zijn laatste benen en<br />
moeten we al haast weer naar school.”<br />
Dat het hoofdpersonage Oz heette, wist ik al op pagina 7, maar dat hij voluit<br />
Oscar heette, hoor<strong>de</strong> ik pas op pagina 47, toen <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Geesje hem ineens zo<br />
- 17 -
noem<strong>de</strong>. Een onverklaarbare dwang was er om het boek De Melkweg te noemen,<br />
want zo heet <strong>de</strong> straat waar <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren zich graag ophou<strong>de</strong>n. Dezelf<strong>de</strong> Melkweg<br />
waarover Dante Alighieri heeft gezegd: “De Melkweg tekent zich af tussen <strong>de</strong> polen<br />
<strong>van</strong> het heelal met zwakkere en sterkere lichtvlekken en glanst zo hel<strong>de</strong>r dat ze<br />
geleer<strong>de</strong>n aan het <strong>de</strong>nken zet.” Dat vond ik <strong>van</strong>af het begin mooi en veelbetekenend,<br />
al had ik geen i<strong>de</strong>e wat het voor het boek zou betekenen. Maar die titel en <strong>de</strong><br />
beginscène, die eerst <strong>de</strong> sleutels <strong>van</strong> een zomers verhaal leken, bleken al op bladzij<strong>de</strong><br />
2 <strong>de</strong> waarheid bloot te leggen: het zou over gemis en dood gaan. Precies wat in <strong>de</strong><br />
allereerste zin al een beetje was aangekondigd: Wat we ook verzinnen, het is alsof er<br />
nooit genoeg tijd voor is.<br />
Zo gaat het creatieve proces <strong>van</strong> het schrijven. Ik ben 45, ik ken het kind dat ik<br />
was nog steeds goed, ik herinner me <strong>de</strong> pijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> puberteit en ik kijk en luister goed<br />
naar <strong>de</strong> wereld. Wat ik hoor en zie, sla ik op en probeer ik niet te vergeten. En als ik<br />
een schaap teken, vergeet ik het paaltje en het touw.<br />
Geesje is een bloe<strong>de</strong>rnstig meisje. Oz is een dun jongetje.<br />
Laat me nog eens goed naar u kijken voor ik weer ga zitten.<br />
- 18 -