Aangifte in het kader van de heffing op de waterverontreiniging en ...

2
Gegevens betreffende de activiteit, de lozingsplaats en de
waterverbruiken Dit deel moet door iedere heffingsplichtige ingevuld worden.
2
2.1. Hoofdactiviteit (6)
Sector 28 Land- en Tuinbouwbedrijven
a- Pluimveebedrijven
Welke hoeveelheid water werd in 2006 gebruikt voor uw pluimvee
b- Varkenshouderijen
Welke hoeveelheid water werd in 2006 gebruikt voor uw varkens
c- Rundveebedrijven
Welke hoeveelheid water werd in 2006 gebruikt voor uw rundvee
d- Veehouderijen niet in sub a, b en c begrepen (oa. paarden, schapen, ...)
Welke hoeveelheid water werd in 2006 gebruikt voor uw andere dieren
e- Overige bedrijven (oa. tuinbouw, akkerbouw, ...)
Welke hoeveelheid water werd in 2006 gebruikt voor tuin-, akkerbouw, ...
Sector 55 Niet hoger vermelde bedrijfsactiviteiten
Welke hoeveelheid water werd in 2006 gebruikt door uw werknemers
aantal werknemers
Voor het sanitair waterverbruik van de werknemers wordt 30 m³ per werknemer gerekend
Sector 56 Huishoudelijke activiteiten
Welke hoeveelheid water werd in 2006 gebruikt door uw gezin
aantal gedomicilieerde gezinsleden op 01/01/2007
Voor het huishoudelijk waterverbruik wordt 30 m³ per gedomicilieerd gezinslid op 01/01/2007 gerekend
Andere (7)
Nummer:
Productiegegevens 2006 (soort + hoeveelheid)
Omschrijving activiteit:
2.2. Het afvalwater wordt geloosd in (8)
Aangifte 2007
in m³
2.1.
2.1.
2.1.
2.1.
2.1.
2.1.
2.1.
2.1.
2.1.
Oppervlaktewater (naam) 2.2.
Kunstmatige afvoerweg voor regenwater
In een openbare of privaatrechterlijke effluentleiding
Riolering gelegen in zuiveringszone C met lozingsnormen in de gewone
oppervlaktewateren
Riolering of collector
Nullozer (zie deel VI)
Andere:
Voetnoten
Voorbehouden
VMM
(1) Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.
(2) Decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer.
(3) Enkel voor wie over één of meerdere mestbanknummers beschikt.
(4) Aanduiden wat van toepassing is.
(5) Informatie over wie vrijgesteld is van heffing vindt u in de toelichtingsnota.
(6) Gelieve voor de landbouwactiviteiten de van toepassing zijnde subsectoren aan te duiden. Het totaal van het waterverbruik voor de land- en tuinbouwactiviteit, het sanitair waterverbruik
van de werknemers en het huishoudelijk waterverbruik van het gezin moet gelijk zijn aan het in deel 2.3. opgegeven jaarwaterverbruik. Meer informatie over de verdeling van het
waterverbruik over de verschillende subsectoren vindt u in de toelichtingsnota.
(7) Indien uw activiteit niet ressorteert onder vermelde activiteiten, gelieve de volgens u juiste sector voor te stellen.
De volledige lijst met hoofdactiviteiten vindt u als bijlage bij de toelichtingsnota. Voor de sectoren waarbij de grondslag niet uitgedrukt is in m 3 waterverbruik moeten ook de productiegegevens,
uitgedrukt in vermelde grondslag, ingevuld worden.
(8) Aanduiden wat van toepassing is.
(9) Eén lijn per putnummer. Indien er op verschillende putten slechts één debietmeter staat, moeten bij het putnummer alle putnummers worden opgegeven die aangesloten zijn op deze
debietmeter.
(10) Informatie over de wijze waarop het grondwaterverbruik vastgesteld wordt indien de grondwaterwinning niet voorzien is van een debietmeter is terug te vinden in de toelichtingsnota.
AANGIFTE IN HET KADER VAN DE HEFFING OP DE WATERVERONTREINIGING EN OP DE WINNING VAN GRONDWATER