Thermostatisch inregelventiel voor circulatieleidingen
Thermostatisch inregelventiel voor circulatieleidingen
Thermostatisch inregelventiel voor circulatieleidingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Datasheet 1/2002<br />
„Aquastrom T plus”<br />
<strong>Thermostatisch</strong> <strong>inregelventiel</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>circulatieleidingen</strong><br />
Beschrijving:<br />
<strong>Thermostatisch</strong> „Aquastrom T plus”-<strong>inregelventiel</strong> van Oventrop<br />
<strong>voor</strong> <strong>circulatieleidingen</strong> conform DVGW-werkblad W551,<br />
W552 en W553<br />
Thermische regeling:<br />
Aanbevolen regelbereik 55°C tot 60°C<br />
(max. regelbereik 38°C tot 60°C; regelnauwkeurigheid ±2°C);<br />
Het ventiel zorgt automatisch <strong>voor</strong> thermische desinfectie in<br />
het temperatuurbereik T>70°C, onafhankelijk van de ingestelde<br />
regeltemperatuur.<br />
Temperatuurregeling buiten het medium om;<br />
Maximale volumestroom kan via afzonderlijke ventielkegel<br />
worden begrensd en afgesloten, <strong>voor</strong>instelwaarden afleesbaar;<br />
Delen die in aanraking komen met medium zijn vrij van messing;<br />
bronzen huis; O-ringen van EPDM;<br />
Mogelijkheid tot aanbrengen thermometer (optioneel) of<br />
voeler <strong>voor</strong> temperatuurbewaking; aftapgelegenheid G 1 ⁄4<br />
afgesloten met stop (aftapkraan optioneel).<br />
De temperatuurinstelling kan worden beveiligd tegen wijziging<br />
door een verzegeldop. De ingestelde temperatuurwaarde<br />
blijft afleesbaar.<br />
Max. bedrijfstemperatuur: 90°C<br />
Nominale druk:<br />
16 bar<br />
Fabrieksinstellingen:<br />
– Temperatuurregeling 57°C<br />
– Instelwaarde volumestroom DN 15: 1.5<br />
DN 20: 2.5<br />
Voordelen:<br />
– automatische thermische volumestroomregeling;<br />
– zorgt <strong>voor</strong> thermische desinfectie door<br />
desinfectievolumestroom;<br />
– boven de desinfectietemperatuur wordt de volumestroom<br />
opnieuw afgesteld;<br />
– regelgedrag tijdens desinfectiefase is onafhankelijk van de<br />
gekozen temperatuurinstelling;<br />
– bestand tegen corrosie door toepassing van brons;<br />
– aftapkraan (als toebehoren);<br />
– temperatuurinstelling kan ook bij gebruik van verzegeldop<br />
worden afgelezen;<br />
– huis is <strong>voor</strong>zien van uitsparing ten behoeve van<br />
verzegeling;<br />
– mogelijkheid tot temperatuurbewaking;<br />
– ventiel kan worden afgesloten <strong>voor</strong><br />
onderhoudswerkzaamheden.<br />
Montage<strong>voor</strong>schriften:<br />
Monteer het ventiel in de richting van het debiet (let op pijl<br />
op huis).<br />
Afmetingen:<br />
D<br />
L<br />
H<br />
Art.nr. DN L H D<br />
420 61 04 15 110 95 G 3 ⁄4<br />
420 61 06 20 123 95 G 1<br />
H<br />
13<br />
D<br />
L<br />
Art.nr. DN L H D<br />
420 51 04 15 110 95 Rp 1 ⁄2<br />
420 51 06 20 123 95 Rp 3 ⁄4<br />
1/2002 13.2-1
Gewenste temperatuur instellen:<br />
– Trek de verzegeldop los.<br />
– Draai met de draaiknop de temperatuurregeleenheid net<br />
zover in of uit totdat de gewenste temperatuurwaarde op<br />
de temperatuurschaal overeenkomt met de markering op<br />
het huis.<br />
Als u de draaiknop uitdraait (hogere temperatuur) tot aan<br />
de bovenste aanslag wordt een temperatuur van 60°C<br />
bereikt. De onderste aanslag (indraaien zorgt <strong>voor</strong> lagere<br />
temperatuur) ligt bij ca. 38°C.<br />
Aanbevolen temperatuurbereik 55°C – 60°C (zie markering).<br />
– Plaats de verzegeldop weer terug door de gleuf in de verzegeldop<br />
over het markeringsteken op het huis te schuiven.<br />
Hierdoor blijft het ook als de verzegeldop is aangebracht<br />
mogelijk de temperatuur af te lezen.<br />
– De temperatuurwaarde kan worden beveiligd tegen ongewenste<br />
wijziging door de verzegeldop met verzegeldraad<br />
aan de uitsparing in het huis te bevestigen.<br />
Fabrieksinstelling temperatuurwaarde: 57°C<br />
Temperatuurinstelling<br />
De begrenzing van de ingestelde maximale<br />
volumestroom wijzigen:<br />
Met behulp van diagram 4 kunt u aan de gewenste maximale<br />
volumestroom een bijbehorende <strong>voor</strong>instelwaarde toekennen.<br />
De ventielkegel van de afsluiting wordt met een inbussleutel<br />
SW10 via de binnenzeskant van de afsluiting ingesteld. De<br />
instelschaal is in stappen van 1 ⁄10 verdeeld.<br />
Fabrieksinstelling: <strong>voor</strong>instelwaarde 1.5 bij DN15<br />
<strong>voor</strong>instelwaarde 2.5 bij DN20<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld: <strong>voor</strong>instelwaarde 2.3 instellen.<br />
Waarde 2.3 betekent dat de afsluitspindel met de inbussleutel<br />
2.3 slagen uit de „gesloten stand” wordt gedraaid.<br />
Instelwaarde 2.3 aflezen<br />
– Aan de hand van de aan de buitenkant van de spindel<br />
zichtbare groeven kunt u de plaats <strong>voor</strong> de komma bepalen.<br />
Dit aantal is synoniem met het aantal volledige slagen<br />
vanuit de „gesloten positie”. In dit <strong>voor</strong>beeld zijn twee<br />
rondgaande groeven zichtbaar.<br />
– De gleuf aan de bovenkant van het binnenzeskant van de<br />
afsluitspindel ligt op een lijn met waarde 3 op de rondgaande<br />
schaal (hieruit wordt de positie na de komma afgeleid).<br />
Volumestroombegrenzing<br />
Montage<strong>voor</strong>schriften <strong>voor</strong> toebehoren:<br />
Bij het „Aquastrom T” ventiel zijn optioneel een thermometer<br />
(art.nr. 420 51 81) en een aftapkogelkraan (art.nr 420 01 91)<br />
los verkrijgbaar. De thermometer plaatst u tot aan de aanslag<br />
in de daar<strong>voor</strong> bestemde uitsparing in de afsluiting (onderin<br />
bevindt zich een warmtegeleidende pasta). Schuif de thermometer<br />
langzaam door het midden in de uitsparing.<br />
Verwijder de stop van de aftapafsluiting <strong>voor</strong>dat u de aftapkogelkraan<br />
monteert.<br />
13<br />
Instelwaarde aflezen aan de hand van het <strong>voor</strong>beeld van<br />
<strong>voor</strong>instelwaarde 2.3<br />
13.2-2 1/2002
Beschrijving van het thermische regelgedrag<br />
In het afgebeelde diagram wordt het thermische regelgedrag<br />
van het circulatieventiel beschreven. et circulatieventiel ver-<br />
mindert bij een normale werking (temperatuurbereik tot 60°C)<br />
de volumestroom tot een restvolumestroom zodra de ingestelde<br />
wenstemperatuur is bereikt.<br />
Diagram 1: Karakteristiek <strong>voor</strong> verschillende temperatuurinstelwaarden<br />
Instelbaar regelbereik<br />
38°C – 60°C<br />
Desinfectiebereik<br />
>70°C<br />
Volumestroom [l/h]<br />
Het circulatieventiel vermindert<br />
de volumestroom tot een<br />
restvolumestroom zodra de<br />
ingestelde temperatuur is bereikt.<br />
Ventiel wordt geopend<br />
vanaf 63°C en bereikt de<br />
maximale desinfectievolumestroom<br />
bij 70°C.<br />
Ventiel vermindert<br />
volumestroom opnieuw<br />
tot restvolumestroom.<br />
Het „Aquastrom T plus”-ventiel van Oventrop zorgt er<strong>voor</strong> dat<br />
tijdens de thermische desinfectiefase bij een stijgende watertemperatuur<br />
vanaf 63°C het minimale smoorvolumestroom<br />
automatisch wordt verhoogd naar hogere debietwaarden. Dit<br />
gebeurt onafhankelijk van de ingestelde temperatuurwaarde<br />
altijd in hetzelfde temperatuurbereik. Bij ca. 70°C wordt een<br />
maximale desinfectievolumestroom bereikt.<br />
Bij temperaturen boven ca. 70°C wordt de doorstroming<br />
opnieuw verminderd. Doordat het drukverschil opnieuw wordt<br />
opgebouwd, worden bij installaties met meerdere leidingen de<br />
vanuit hydraulisch oogpunt minder gunstig gelegen leidingen<br />
ondersteund, omdat deze nog niet de temperatuur hebben<br />
bereikt van de hydraulisch gunstiger geplaatste leidingen. Zodra<br />
de desinfectiefase is beëindigd en de watertemperatuur weer<br />
daalt, hervat de „Aquastrom T plus” de normale werking en<br />
keert weer terug naar de <strong>voor</strong>af ingestelde temperatuurwaarde.<br />
Volumestroombegrenzing:<br />
Met het „Aquastrom T plus”-circulatieventiel is het mogelijk<br />
de maximale volumestroom (dat ligt in het temperatuurbereik<br />
van de ingestelde temperatuurwaarde) te begrenzen.<br />
Daardoor is hydraulisch evenwicht van de <strong>circulatieleidingen</strong><br />
mogelijk, met name bij sterke temperatuurdalingen door<br />
bij<strong>voor</strong>beeld het uitvallen van de ketel of een te hoog waterverbruik.<br />
De temperatuurregeling zorgt dat de volumestroom binnen<br />
het <strong>voor</strong>af ingestelde volumestroombereik wordt gereduceerd<br />
volgens de in het diagram afgebeelde regelkarakteristiek.<br />
In geval van zeer kleine <strong>voor</strong>instelwaarden is de<br />
begrenzing ook merkbaar in het desinfectiebereik omdat de<br />
begrenzing en de temperatuurregeling in serie zijn geschakeld.<br />
In diagram 4 ziet u welke <strong>voor</strong>instelwaarden corresponderen<br />
met welke debietwaarden.<br />
Diagram 2: Karakteristiek <strong>voor</strong> verschillende begrensde volumestromen<br />
Volumestroom 1<br />
Volumestroom [l/h]<br />
Volumestroom 2<br />
Volumestroom 3<br />
13<br />
Tw [°C]<br />
1/2002 13.2-3
Uitleg:<br />
De rechtstreeks levering van warm water aan de tappunten<br />
van een drinkwaterleidingnet vindt plaats door de distributie<br />
van het warme water uit de warmwaterbereider via een of<br />
meer <strong>circulatieleidingen</strong>. Elke circulatieleiding leidt hierbij het<br />
warme water naar een op de hoofdleiding aangesloten aanvoerleiding<br />
tot aan het tappunt, waarna het water in een<br />
retourleiding weer terug naar de warmwaterbereider wordt<br />
geleid.<br />
Bij het ontwerpen van een dergelijk drinkwaterleidingnet<br />
moet zodanig rekening worden gehouden met de hydraulische<br />
balans dat de watertemperatuur in alle <strong>circulatieleidingen</strong><br />
voldoende hoog is. De leidinginstallaties moeten voldoen<br />
aan <strong>voor</strong>waarden die vermeerdering tegengaan van<br />
ziekteverwekkers die een risico vormen <strong>voor</strong> de gezondheid<br />
(met name de legionella-bacterie). De ontwerper staan hier<strong>voor</strong><br />
een aantal technische <strong>voor</strong>schriften ter beschikking (zie<br />
literatuurlijst, pagina 6).<br />
De hydraulische balans wordt aan de ene kant bepaald door<br />
het stroomverlies in de buizen van de <strong>circulatieleidingen</strong> en<br />
aan de andere kant door het warmteverlies dat optreedt als<br />
het warme water door de <strong>circulatieleidingen</strong> stroomt. Dit<br />
warmteverlies is afhankelijk van verschillende factoren (lengte<br />
en afmeting van de leidingen, isolatie, omgevings- en leidingtemperatuur)<br />
en is <strong>voor</strong> iedere installatie anders.<br />
Om het warmteverlies te compenseren en de temperatuur<br />
voldoende hoog te houden, moet door de circulatieleiding<br />
een specifieke volumestroom of preciezer gezegd een specifieke<br />
warmtestroom vloeien. In <strong>circulatieleidingen</strong> die ver verwijderd<br />
liggen van de warmwaterbereider moet derhalve een<br />
grotere waterhoeveelheid stromen dan in dichterbij gelegen<br />
leidingen. Dit wordt bereikt door de volumestroom in de<br />
dichterbij gelegen <strong>circulatieleidingen</strong> te verminderen door<br />
met behulp van <strong>inregelventiel</strong>en het benodigde drukverschil<br />
op te bouwen.<br />
Het benodigde drukverschil met behoud van de <strong>voor</strong>ingestelde<br />
temperatuurgrenzen kan worden berekend met behulp<br />
van het DVGW-werkblad W553. De berekening van een circulatieleiding<br />
binnen een tapwaterinstallatie kan bij benadering<br />
worden uitgevoerd <strong>voor</strong> de stationaire werking (waarbij<br />
geen warm water wordt afgenomen). Aangezien tijdens de<br />
normale werking de opgenomen hoeveelheid water op de<br />
verschillende locaties (bad, keuken enzo<strong>voor</strong>t) varieert, is<br />
ook de benodigde hoeveelheid circulatiewater aan verandering<br />
onderhevig. Met het thermostatische <strong>inregelventiel</strong><br />
„Aquastrom T plus” vindt automatisch een optimale aanpassing<br />
aan deze wisselende hydraulische operationele eisen<br />
plaats.<br />
Systeembeschrijving: Circulatieleiding<br />
Systeem System mit met<br />
etagepunten<br />
GeschossabgÃngen<br />
Totale Gesamtzirkulation circulatie ohnezonder<br />
etagetappunten<br />
GeschossabgÃnge<br />
TWZ<br />
TWW<br />
13<br />
TW<br />
13.2-4 1/2002
Diagram 3: Debiet gerelateerd aan het drukverlies (p) van de minimale smoorvolumestroom en de maximale desinfectievolumestroom<br />
Restvolumestroom<br />
Maximale<br />
desinfectievolumestroom<br />
Drukverlies p [mbar]<br />
Drukverlies p [pascal]<br />
·<br />
Volumestroom V [l/h]<br />
gem. bij <strong>voor</strong>instelwaarde<br />
1,5 <strong>voor</strong> DN 15 of<br />
2,5 <strong>voor</strong> DN 20<br />
13<br />
1/2002 13.2-5
Diagram 4: Debiet gerelateerd aan het drukverlies (delta p) van de verschillende instelwaarden <strong>voor</strong> de volumestroom<br />
Voorinstelwaarden<br />
Drukverlies p [mbar]<br />
Drukverlies p [pascal]<br />
·<br />
Debiet V [l/h] gem. bij T = 20°C<br />
13<br />
Toebehoren:<br />
420 51 81 Wijzerthermometer 20°C – 100°C<br />
420 51 91 Isolatie wordt aangeraden<br />
420 01 91 Aftapkogelkraan met<br />
slangkoppelingaansluiting G 3 ⁄4<br />
Literatuur:<br />
– DVGW-werkblad W551 (03/93)<br />
„Trinkwassererwärmungs- und Leitungsanlagen;<br />
technische Maßnahmen zur Verminderung des<br />
Legionellenwachstums”<br />
– DVGW-werkblad W552 (04/96)<br />
„Trinkwassererwärmungs- und Leitungsanlagen;<br />
technsche Maßnahmen zur Verminderung des<br />
Legionellenwachstums; Sanierung und Betrieb”<br />
– DVGW-werkblad W553 (12/98<br />
„Bemessung von Zirkulationssystemen in zentralen<br />
Trinkwassererwärmungsanlagen”<br />
– ZVSHK-vakinformatie (01/99)<br />
„Zirkulation und Begleitheizung”<br />
– DIN 1988<br />
„Technische Regeln für Trinkwasserinstallationen”<br />
Technische wijzigingen <strong>voor</strong>behouden.<br />
Productserie 13<br />
ti 130-0/20/1.2002/MW<br />
Gedruckt auf chlorfrei<br />
gebleichtem Papier.<br />
13.2-6 1/2002