Basis warmtepompen - Sabvba
Basis warmtepompen - Sabvba
Basis warmtepompen - Sabvba
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
WARMTEBRONNEN<br />
prijsgunstig. De anulaire ruimte naast de sonde wordt terug<br />
aangevuld met zand, grind of een speciale grout. Doorboorde<br />
kleilagen moeten terug afgedicht worden met een mengsel<br />
van bentoniet en kleikorrels om te vermijden dat via het boorgat<br />
verschillende waterlagen met elkaar in contact komen.<br />
De afstand tussen de verschillende boringen ligt tussen 5 en<br />
10 m. De diepte van de boringen varieert tussen 25 en 150 m.<br />
Doorsnede verticale<br />
bodemwarmtewisselaar<br />
collector gevuld met water en weer afgeperst. Soms wordt<br />
rond elke boring een betonnen ring ter bescherming van de<br />
verbindingen geplaatst.<br />
Ten slotte wordt de volledige kringloop gevuld met water +<br />
antivries (vb. propyleen-glycol).<br />
De circulatiepomp wordt gekozen in functie van het nodige<br />
debiet en de leidingverliezen. Bij juiste dimensionering van<br />
de leidingdiameter en toebehoren kan het energieverbruik<br />
van de circulatiepomp laag worden gehouden. Bijkomend<br />
wordt nog een expansievat met ontluchter en vulgroep<br />
geplaatst om de uitzetting van het water op te vangen.<br />
De circulatiepomp wordt gestuurd door de warmtepomp.<br />
5.1.2. Horizontale<br />
grondwarmtewisselaar<br />
De kringloop verdamperbodemwarmtewisselaar<br />
Boorkop<br />
De verschillende sondeboringen worden met elkaar verbonden<br />
en gekoppeld aan de primaire warmtewisselaar van de<br />
warmtepomp. Een waterpomp zorgt voor de circulatie. De<br />
sondes moeten eerst apart afgeperst worden om eventuele<br />
lekkages op te sporen.<br />
Om elke lus thermisch gelijkmatig te belasten moeten de<br />
sondes volgens Tichelman aangesloten worden of met een<br />
centrale collectorput.<br />
Horizontale grondwarmtewisselaars bestaan uit een netwerk<br />
van buizen, een captatienet dat op een diepte van 1 meter<br />
(onder de vorstgrens) of meer in de bodem wordt ingegraven.<br />
Op kleinere diepte is de temperatuur van de bodem te sterk<br />
afhankelijk van de buitentemperatuur. In de winter, bij de<br />
hoogste warmtevraag zal de brontemperatuur bijgevolg laag<br />
zijn. De regeneratie van de bodem treedt pas in op het einde<br />
van het stookseizoen.<br />
Indien mogelijk plaatst men het netwerk onder het waterpeil.<br />
Dit systeem kan alleen worden toegepast indien men over voldoende<br />
grondoppervlakte beschikt.<br />
‘Tichelman’ aansluiting<br />
Aansluiting met centrale collectorput<br />
De diameter van de collectorleidingen wordt bepaald in<br />
functie van de leidingverliezen en bedraagt meestal 40, 50<br />
of 63 mm. Nadat de lasverbindingen gemaakt zijn wordt de<br />
15 - Warmtepompen