Basis warmtepompen - Sabvba
Basis warmtepompen - Sabvba
Basis warmtepompen - Sabvba
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
WARMTEAFGIFTE<br />
6<br />
Warmteafgifte<br />
Een veel gebruikte methode om een woning te<br />
verwarmen is een centraal verwarmingssysteem<br />
met een wateraanvoertemperatuur van 90°C<br />
en een retourtemperatuur van 70°C. Bij een<br />
verwarmingssysteem op lage temperatuur is<br />
de temperatuur van het water (of lucht) niet<br />
hoger dan 55°C.<br />
Een verwarmingssysteem op lage temperatuur is een voorwaarde<br />
voor de toepassing van een monovalent werkende<br />
(zie hoofdstuk 7) warmtepomp. De wateraanvoertemperatuur<br />
is bij voorkeur zelfs niet hoger dan 45°C en de waterretourtemperatuur<br />
maximum 35°C. In sommige systemen wordt<br />
directe expansie van het warmtedragend medium (bijvoorbeeld<br />
R134a en R407c) van de warmtepomp toegepast (zie<br />
hoofdstuk 7) in plaats van water. Om een woning te verwarmen<br />
met een verwarmingssysteem op lage temperatuur is wel<br />
een warmteafgiftesysteem nodig met een groot warmteafgevend<br />
oppervlak (vloerverwarming, muurverwarming, plafondverwarming,<br />
overgedimensioneerde radiatoren) of warmeluchtverwarming<br />
of convectoren met geforceerde ventilatie.<br />
Vermits het energieverbruik van de warmtepomp rechtstreeks<br />
afhankelijk is van het temperatuursverschil tussen warmtebron<br />
en warmteafgiftesysteem zal een zo laag mogelijke<br />
temperatuur van het warmteafgiftesysteem het beste rendement<br />
opleveren.<br />
Immers per °C temperatuursverlaging van het warmteafgiftesysteem<br />
verhoogt de COP met 2%.<br />
6.1. Vloerverwarming<br />
6.1.1. Principes, kenmerken<br />
en uitvoering<br />
Bij klassieke vloerverwarming wordt een buizennet (ook leidingregister<br />
genoemd), waardoor water op lage temperatuur<br />
circuleert, ingebed in de vloeropbouw. De door het buizennet<br />
afgestane warmte wordt eerst in de vloeropbouw opgestapeld<br />
en vervolgens in hoofdzaak afgegeven aan de ruimten<br />
boven de vloer. De warmteafgifte van een vloerverwarming<br />
gebeurt in hoofdzaak door straling.<br />
°C<br />
mediumaanvoertemperatuur<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
LTV<br />
55°C<br />
radiatoren + convectoren<br />
+ ventiloconvectoren<br />
plafondverwarming<br />
Vloerafwerking<br />
Dekvloer<br />
Wapening of<br />
versterkingsnet<br />
Polyetheenfolie<br />
Isolatielaag<br />
Polyetheenfolie<br />
Draagvloer (eventueel<br />
voorzien van een<br />
vullaag en een folie<br />
tegen opstijgend vocht)<br />
wandverwarming<br />
vloerverwarming<br />
Verwarmingsbuis +<br />
bevestigingsmiddel<br />
Werkingsgebied van de wateraanvoertemperatuur van<br />
verschillende warmteafgiftesystemen.<br />
Type A<br />
21 - Warmtepompen