18.01.2015 Views

Laser 56 - Zibro

Laser 56 - Zibro

Laser 56 - Zibro

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

®<br />

<strong>Laser</strong> <strong>56</strong><br />

6<br />

3<br />

4<br />

><br />

1<br />

BRUGSANVISNING<br />

MANUEL D’UTILISATION<br />

OPERATING INSTRUCTIONS<br />

ISTRUZIONI D’USO<br />

GEBRUIKSAANWIJZING<br />

3<br />

29<br />

55<br />

81<br />

107


1 GEBRUIKSAANWIJZING<br />

Geachte mevrouw, meneer,<br />

Van harte gefeliciteerd met de aankoop van uw kachel. U hebt een kwaliteitsproduct<br />

aangeschaft, waar u nog vele, vele jaren plezier van zult hebben, mits<br />

u de kachel verantwoord gebruikt. Lees daarom eerst deze gebruiksaanwijzing,<br />

voor een optimale levensduur van uw kachel.<br />

Wij geven u namens de fabrikant 24 maanden garantie op alle optredende<br />

materiaal- en fabricagefouten.<br />

We wensen u veel warmte en comfort met uw kachel.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

PVG International B.V.<br />

Afdeling klantenservice<br />

1 LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING.<br />

2 RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW DEALER.<br />

107


WAT U VOORAF MOET WETEN<br />

DE JUISTE BRANDSTOF<br />

Uw kachel is ontworpen voor het gebruik van watervrije, zuivere kerosine van hoge kwaliteit. Wanneer u<br />

stookt met <strong>Zibro</strong> Plus, bent u verzekerd van de juiste kwaliteit brandstof. Brandstof van mindere kwaliteit<br />

kan leiden tot:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

verhoogde kans op storingen<br />

onvolledige verbranding<br />

beperkte levensduur van de kachel<br />

aanslag op rooster of mantel<br />

De juiste brandstof is dus essentieel voor een veilig, efficiënt en comfortabel gebruik van uw kachel.<br />

Overleg altijd met de dichtstbijzijnde dealer over de juiste brandstof voor uw kachel.<br />

• De eerste keer zal uw kachel tijdens het branden even naar ‘nieuw’ ruiken.<br />

• Bewaar uw brandstof op een koele, donkere plaats.<br />

• Brandstof veroudert: Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.<br />

• Wanneer u stookt met <strong>Zibro</strong> Plus, bent u verzekerd van de juiste kwaliteit brandstof.<br />

TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK<br />

1 Wijs kinderen altijd op de aanwezigheid van een brandende kachel.<br />

2 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van muur, gordijnen en meubels.<br />

3 Gebruik de kachel niet in stoffige ruimtes en niet op plaatsen waar het sterk tocht. In beide gevallen<br />

krijgt u geen optimale verbranding. Gebruik de kachel nooit in natte ruimtes zoals in de nabijheid van<br />

een bad, douche of zwembad.<br />

4 Zet de kachel uit voordat u vertrekt of naar bed gaat. Bent u langere tijd weg (bv. vakantie), trek dan<br />

ook de stekker uit het stopcontact.<br />

5 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde tankjes en jerrycans.<br />

6 Zorg ervoor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme temperatuurverschillen. Bewaar de<br />

brandstof altijd op een koele, droge en donkere plaats (zonlicht tast de kwaliteit aan).<br />

7 Gebruik de kachel nooit op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen aanwezig kunnen zijn (bv.<br />

uitlaatgassen of verfdampen).<br />

8 Het rooster van de kachel wordt heet. De kachel mag niet afgedekt worden (brandgevaar).<br />

108


☞<br />

☞<br />

Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

1. Inleiding<br />

Dit hoofdstuk bevat alle relevante informatie,<br />

met name:<br />

• Installatiespecificaties<br />

• Lijst van installatiegereedschap<br />

• Basisvereisten voor installatie van brandstoftank<br />

• Instructies voor installatie van het <strong>Laser</strong> System<br />

De kachel kan overal worden geïnstalleerd, op voorwaarde<br />

dat aan de elektrische, brandstof- en uitlaatvoorschriften<br />

wordt voldaan.<br />

Voor u het verwarmingssysteem (inclusief eventuele<br />

elektrische bedrading en brandstoftoevoeruitrusting)<br />

begint te installeren, moet u de plaatselijke bouw-, en<br />

brandveiligheidregelementen nagaan. De vereisten<br />

hiervan moeten worden gerespecteerd om een wettelijk<br />

goedgekeurde installatie en een correct gebruik te<br />

waarborgen.<br />

De kachel is ontworpen voor gebruik<br />

maximum 1000 m boven zeeniveau.<br />

Bij gebruik op grotere hoogte dient u<br />

contact op te nemen met uw dealer voor de<br />

nodige aanpassingen.<br />

2. Verplaatsen van de kachel<br />

Naast de door de kachel ingenomen ruimte moet ook<br />

enige extra ruimte worden vrijgehouden voor luchtcirculatie.<br />

Wij raden u aan brandstoffen elders op te<br />

slaan. Tenzij brandstof- of brandveiligheidregelementen<br />

dit anders bepalen, kan het <strong>Laser</strong> System op elk<br />

vloeroppervlak (inclusief vast tapijt of ander brandbaar<br />

materiaal) worden geplaatst en aldus een veilige werking<br />

bieden. Controleer de tussenruimtes volgens de<br />

instructies in de gebruikershandleiding.<br />

Aanbevolen gereedschapskit<br />

1) Kruiskopschroevendraaier<br />

2) Stalen meetlint<br />

3) Viltpen of potlood<br />

4) Kit voor buitengebruik<br />

5) Elektrische boor (aanbevolen links- en<br />

rechtsdraaiend)<br />

6) Gatenzaag, figuurzaag of ander gepast<br />

gereedschap voor het uitsnijden van een gat<br />

van 83 mm voor afvoerpijp<br />

7) Lange boor<br />

8) Standaard schroevendraaiers<br />

9) Verstelbare sleutels (verschillende maten)<br />

10) Koperbuissnijder<br />

11) Ruimer<br />

12) Volt-, Ohmmeter<br />

13) Waterpas<br />

14) Loodgieterstape voor buisschroefdraad<br />

15) Klein assortiment zelftappende schroeven<br />

16) Reeks tangen (schuiftang, kabeltang,<br />

snijtang, opsluittang)<br />

17) Geïsoleerde schroevendraaier<br />

18) Beschermingsmateriaal voor uw vloer<br />

19) Opvangbak voor aftappen van brandstof<br />

3. Het voedingssysteem<br />

Het elektrisch systeem moet beschermd worden tegen<br />

overbelasting door ten minste een 16 ampère zekering<br />

of onderbreker.<br />

Bij sommige installaties (zoals voor<br />

gebruik in mobilhomes) moet een vaste verbinding<br />

met de huisstroomkringen voorzien<br />

worden. Laat dit door een erkende<br />

elektricien uitvoeren.<br />

4. Brandstoftank<br />

Kachelbrandstof (uitsluitend watervrije, zuivere petroleum)<br />

kan worden opgeslagen in buiten opgestelde<br />

brandstoftanks van 200/1000-liter. Bij gebruik van grote<br />

tanks moet een drukregelaar met een max. van 2,5 PSI<br />

(is ± 0,17 bar) bij de inlaat van de kachel worden geïnstalleerd.<br />

Hierbij moet worden voldaan aan alle<br />

plaatselijke normen en/of bouwreglementen.<br />

109


☞<br />

☞<br />

Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

5. Bedrading voor kamertemperatuursensor<br />

Een temperatuursensor meet de kamertemperatuur om<br />

de verwarming automatisch te regelen en kan tegen<br />

een wand worden gemonteerd. De standaard sensordraad<br />

is ca. 2,5 m lang.<br />

De sensor mag niet geplaatst worden in de<br />

tocht, direct zonlicht of de warme luchtstroom<br />

van de kachel. Dit kan een onjuiste<br />

temperatuuraanduiding veroorzaken.<br />

6. Uitpakken<br />

Bewaar alle verpakkingsmaterialen voor eventueel<br />

transport.<br />

A) Haal de kartonnen (boor)mal en de gebruikershandleiding<br />

uit de verpakking.<br />

B) Haal de onderplaat en de doos met de installatiekit<br />

uit de verpakking.<br />

C) Haal het toestel uit de verpakking.<br />

D) Verwijder de plastic zak van de kachel.<br />

E) Verwijder de plastic zak met de onderdelen.<br />

F) Neem de afvoerpijp van de bodem van de doos.<br />

G) Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn.<br />

Enkel het standaard toe- en afvoersysteem<br />

wordt samen met de kachel verzonden.<br />

Meer dan 60 cm<br />

Meer dan 10 cm<br />

Meer dan 30 cm<br />

Meer dan 30 cm<br />

Meer dan 1,5 m<br />

<strong>Laser</strong> <strong>56</strong><br />

Afbeelding 1-1: Tussenruimtes kachel / afvoerpijp<br />

110


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

Brandbaar object<br />

Brandbaar object<br />

Niet minder dan 60 cm<br />

Onbrandbaar<br />

object<br />

Niet minder<br />

dan 45 cm<br />

Niet minder<br />

dan 45 cm<br />

45°C<br />

Niet minder dan 60 cm<br />

Niet minder dan 30 cm<br />

Afvoerpijp<br />

Niet minder dan 20 cm<br />

Afbeelding 1-1 (vervolg) Tussenruimtes kachel/afvoerpijp<br />

Frontale hindernis<br />

45 cm of meer<br />

50 cm of meer<br />

Sneeuwoppervlak of grond<br />

Belangrijk: In gebieden met zware sneeuwval,<br />

moet de tussenruimte met de grond worden vergroot.<br />

Belangrijk: In open gebieden met sterke wind kan een<br />

windbreker noodzakelijk zijn.<br />

Sterke wind<br />

Verlengbuis van<br />

max 2,5 meter<br />

Moet hoger zijn<br />

Afstand afvoerpijp<br />

tot windbreker<br />

minimaal 45 cm.<br />

Niet<br />

minder<br />

dan<br />

45 cm<br />

Windbreker<br />

Sneeuw<br />

Afbeelding 1-2 Tussenruimtes kachel/afvoerpijp<br />

111


☞<br />

Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

Na de installatiemal als richtlijn te hebben gebruikt<br />

voor het boren van het gat voor de afvoerpijp kan de<br />

<strong>Laser</strong> normaal worden geïnstalleerd volgens de afgebeelde<br />

procedure.<br />

Voor het geval dat de mal verloren raakt of het<br />

toestel moet worden verplaatst, geven we hier de<br />

maten en locatie van de gaten voor de brandstofleiding<br />

en afvoerpijp.<br />

Achterkant kachel<br />

Middelpunt van<br />

doorvoerstuk<br />

Brandstofinlaat<br />

(305 mm)<br />

(82 mm)<br />

(31 mm)<br />

(127 mm)<br />

Vloer<br />

<strong>Laser</strong> <strong>56</strong><br />

Afbeelding 1-3 Mal<br />

Verwijder zelf geen onderdelen van de<br />

kachel. Neem voor een eventuele<br />

reparatie altijd contact op met uw dealer.<br />

Indien het elektriciteitssnoer beschadigd is,<br />

mag alleen een erkend installateur dit<br />

vervangen door het type H05 VV-F.<br />

112


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

Standaard installatieonderdelen<br />

De volgende lijst met standaard installatieonderdelen<br />

wordt met uw kachel meegeleverd. Voor afwijkende<br />

installatiemethoden kan het nodig zijn om bij uw <strong>Zibro</strong><br />

Kamin dealer extra onderdelen te bestellen.<br />

Onderplaat (1)<br />

Muurhaken (2 stel)<br />

Pijphouder (2) Pijpvergrendeling (1)<br />

Afvoerpijp (1)<br />

Muurdoorvoer en sluitstuk (1 van elk)<br />

113


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

Haakse afvoerbocht (1)<br />

Binnen- en buitenroset (1 van elk) met schroeven<br />

Uitlooptrechter (1) Afvoerpijppakking (1)<br />

Rosetpakking (2) Haakse luchtslang (2)<br />

Flexi-luchtslang (1) Slangklem (2)<br />

114


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

1. Voor een standaardinstallatie gebruikt u de<br />

bijgeleverde mal om het gat voor de afvoerpijp op de<br />

juiste plaats te krijgen. Gebruik plakband of spijkertjes<br />

om de mal op de gewenste plaats op de muur te<br />

bevestigen (zie fig. 4).<br />

Plakband<br />

Fig. 4<br />

Opmerking: De kachel moet op een stevige vloer worden<br />

geïnstalleerd. De vloer dient vlak en waterpas te<br />

zijn. Zoniet dan kan de kachel middels verstelbare<br />

pootjes waterpas worden gesteld. Dit is te controleren<br />

met het schietloodje.<br />

2. Boor het gat voor de afvoerpijp. Gebruik een op een<br />

boormachine bevestigde gatenzaag met een diameter<br />

van 83 mm (3-1/4 inch) (Zie fig. 5). De opening aan de<br />

binnenzijde van de muur moet iets hoger zijn dan de<br />

opening aan de buitenzijde, zodat de muurdoorvoer<br />

en de afvoerpijp na installatie iets naar beneden hellen<br />

(ongeveer 3°) (Zie fig. 6). Dit zorgt ervoor dat condenswater<br />

van de afvoerpijp naar buiten kan worden afgevoerd<br />

en voorkomt het binnendringen van regenwater<br />

en sneeuw na installatie.<br />

Fig. 5 Fig. 6<br />

115


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

3a. Maak de binnenroset en de rosetpakking vast aan<br />

de muur-doorvoer. Steek de muur-doorvoer van<br />

binnenuit door het gat in de muur. Controleer of de<br />

pijl op de binnenroset naar boven wijst. Bevestig de<br />

binnenroset aan de muur met de bijgeleverde schroeven<br />

(zie fig. 7).<br />

Pijl<br />

Rosetpakking<br />

Muur-doorvoer<br />

schroeven<br />

Binnenroset<br />

Fig. 7<br />

3b. Maak aan de buitenzijde de buitenroset en de<br />

rosetpakking vast aan de muur-doorvoer. Zet de muurdoorvoer<br />

en de buitenroset stevig vast met het sluitstuk.<br />

Controleer of de pijl op de buitenroset naar<br />

boven wijst (zie fig. 8).<br />

Pijl<br />

Buitenroset<br />

Muur-doorvoer<br />

Sluitstuk<br />

Rosetpakking<br />

Fig. 8<br />

116


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

3c. Zaag aan de buitenzijde het uitstekende stuk van<br />

de muur-doorvoer af. Laat 2 of 3 windingen vanaf het<br />

sluitstuk uitsteken (zie fig. 9 & 10). Gebruik een zaag<br />

met een fijn zaagblad (32 tanden per inch).<br />

IJzerzaag<br />

Buitenroset<br />

2 of 3 windingen vanaf sluitstuk<br />

Muur-doorvoer<br />

Muur-doorvoer<br />

Sluitstuk<br />

Fig. 9 Fig. 10<br />

4a. Steek de afvoerpijp, met de pakking hieraan<br />

bevestigd, vanuit de kamer door de muur-doorvoer.<br />

Maak de afvoerpijp vast aan de binnenroset met de<br />

drie bijgeleverde schroeven (zie fig. 11).<br />

Afvoerpijppakking<br />

Binnenroset<br />

Schroeven<br />

Afvoerpijp<br />

Fig. 11<br />

117


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

4b. Verstel aan de buitenzijde de lengte van de afvoerpijp<br />

zodanig, dat deze voldoende ver uit de muurdoorvoer<br />

steekt (zie fig. 12 en 13).<br />

Ongeveer 25 mm<br />

Fig. 12<br />

Muur-doorvoer<br />

Belangrijk: De muur-doorvoer mag geen gaten van de<br />

afvoerpijp bedekken omdat dit kan leiden tot weigering<br />

van de ontsteking, problemen bij het aanzetten,<br />

abnormale verbranding en explosiegevaar in de verbrandingskamer<br />

en de warmtewisselaar van de kachel.<br />

Het is mogelijk dat de kachel tijdens het branden een<br />

fluitend geluid maakt. Dit geeft aan dat er te weinig<br />

luchtaanvoer voor de verbranding is. Controleer of de<br />

luchtgaten van de afvoerpijp verstopt zijn, of de flexiluchtslang<br />

geknikt is, of dat de afvoerpijp buiten is<br />

blootgesteld aan harde wind.<br />

Ongeveer 25 mm<br />

Standaard buis<br />

Fig. 13<br />

118


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

5. Bevestig de haakse afvoerbocht aan het uitlaatstuk<br />

van de afvoerpijp. Snij, indien nodig, de flexi-luchtslang<br />

op maat. Bevestig de haakse luchtslang aan beide uiteinden<br />

van de flexi-luchtslang: bevestig vervolgens de<br />

haakse luchtslang aan het inlaatstuk van de afvoerpijp.<br />

Zet de haakse luchtslang aan beide uiteinden van de<br />

flexi-luchtslang: bevestig vervolgens de haakse luchtslang<br />

aan het inlaatstuk van de afvoerpijp.<br />

Zet de haakse luchtslang met een slangklem op het<br />

inlaatstuk vast. Dicht de in- en uitlaatstukken die niet<br />

worden gebruikt af met de bijgeleverde doppen.<br />

Controleer of de doppen stevig vastzitten (zie fig. 14).<br />

Gebruik water of zeepsop wanneer de haakse luchtslang<br />

niet soepel op de flexi-luchtslang past. De totale<br />

lengte van de afvoerpijp mag max. 2,5 m bedragen<br />

(max. 3 bochten).<br />

Slangklem<br />

Dop<br />

Flexi-luchtslang<br />

Uitlaatstuk<br />

Haakse luchtslang<br />

Fig. 14<br />

Haakse afvoerbocht<br />

6. Zet de kachel op zijn plaats. Bevestig de haakse<br />

afvoerbocht aan het uitlaatstuk (de bovenste opening)<br />

en bevestig de haakse luchtslang aan het inlaatstuk.<br />

Controleer of alles goed vastzit (zie fig. 16).<br />

Haakse afvoerbocht<br />

Uitlaatstuk<br />

Inlaatstuk<br />

Haakse luchtslang<br />

Fig. 16<br />

119


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

7. Bevestig de haakse luchtslang aan het inlaatstuk met<br />

de slangklem. Bevestig de haakse afvoerbocht aan de<br />

afvoerpijp met de pijphouder (bevestig ook de pijphouder<br />

aan de verbinding van de haakse afvoerbocht).<br />

Bevestig de haakse afvoerbocht aan het uitlaatstuk<br />

door pijpvergrendeling in de klem van het uitlaatstuk<br />

te schuiven (zie fig. 17).<br />

Pijpvergrendeling<br />

Pijphouder<br />

Fig. 17<br />

8. Installatie van een externe brandstoftank<br />

De installatie van een externe brandstoftank is weergegeven<br />

op een tekening (afbeelding 1-11). Omdat de<br />

installatietechnieken voor brandstoftanks variëren, kan<br />

geen specifieke installatieprocedure worden opgegeven.<br />

Bepaalde criteria bepalen echter de brandstofvoorzieningswijze<br />

voor de kachel. Gebruik de volgende<br />

controlelijst als richtlijn voor de installatie van een<br />

externe tank.<br />

120


☞<br />

Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

CONTROLELIJST<br />

• Controleer of de kachel op een gepast stopcontact is<br />

aangesloten.<br />

• Controleer dat een gepaste hoeveelheid kerosine in<br />

de brandstoftank beschikbaar is.<br />

• Verzeker u er van dat de brandstof vrij van water of<br />

andere contaminanten is.<br />

• Controleer of de brandstoftank in goede bedrijfsstaat<br />

is; ze moet vrij van roest, corrosie en lekken zijn.<br />

• Inspecteer de brandstofleiding op tekenen van lekken,<br />

losse aansluitingen, scheurtjes, luchtzakken of<br />

blokkeringen.<br />

• Controleer of de brandstofkleppen op de brandstoftank<br />

en de brandbeveiligingsklep open zijn, zodat de<br />

brandstof vrij kan stromen.<br />

• Controleer buiten het gebouw of het gebied<br />

onmiddellijk rond de afvoerpijp geen brandstof of<br />

belemmeringen voor een vrije luchtcirculatie bevat.<br />

• Inspecteer de inlaatluchtleiding op scheuren, losse<br />

aansluitingen of blokkering.<br />

• Controleer de uitlaatluchtleiding op scheuren, losse<br />

aansluitingen of blokkering.<br />

• Controleer aan de achterkant van de kachel of de<br />

luchtstroom naar de luchtcirculatieventilator niet<br />

geblokkeerd is.<br />

• Inspecteer binnen in het gebouw of het gebied<br />

onmiddellijk rond de kachel wel vrij is van brandstoffen<br />

en objecten die de vrije luchtstroom kunnen<br />

belemmeren.<br />

• Controleer of de kamersensor niet is blootgesteld aan<br />

tocht, direct zonlicht of directe warmte van de<br />

kachel.<br />

• Controleer met behulp van de waterpas of de kachel<br />

waterpas staat.<br />

Als deze inspectie enige systeemgebreken aan het licht<br />

brengt, moet u de problemen verhelpen voor u de<br />

kachel in gebruik neemt.<br />

Gebruik uitsluitend watervrije kerosine van<br />

hoogwaardige kwaliteit. Gebruik nooit benzine,<br />

LPG, campinggas of andere ontvlambare<br />

vloeistoffen. Het gebruik van dergelijke<br />

brandstoffen kan ontploffing en brand veroorzaken.<br />

Beschikbare brandstoftoevoermogelijkheden<br />

De brandstoftoevoer van de <strong>Laser</strong> <strong>56</strong> kan als volgt<br />

worden verwezenlijkt:<br />

Uitneembare brandstoftank<br />

Steek de uitneembare brandstoftank boven in het<br />

toestel.<br />

Sluit het vrije uiteinde van de brandstofslang aan op<br />

het koppelstuk van de uitneembare brandstoftank en<br />

druk deze stevig aan tot u een klik hoort.<br />

Controleer het geheel op eventuele brandstoflekken.<br />

Voer wekelijkse controles uit.<br />

Door zwaartekracht gevoede externe tank met grote<br />

capaciteit:<br />

Om een grote, door zwaartekracht gevoede externe<br />

tank te installeren moet u onderstaande instructies uitvoeren.<br />

Het is aan te raden hiervoor de hulp van een<br />

erkende installateur in te roepen.<br />

De inlaatdruk naar de kachel mag niet meer dan 2,5 psi<br />

bedragen. Gebruik een drukreduceerklep met een<br />

max. stuwkracht van 2,5 psi (is ± 0,17 bar).<br />

De installatiehoogte van de bodem van de brandstoftank<br />

moet 40 cm of meer zijn boven het vloeroppervlak<br />

waarop de kachel staat. Dit staat borg voor voldoende<br />

brandstofinlaatdruk. De afstand tussen het vloeroppervlak<br />

waarop de kachel staat en de bovenkant van de<br />

brandstoftank mag niet meer dan 2,6 m bedragen. Dit<br />

zorgt ervoor dat de brandstofinlaatdruk niet te hoog<br />

kan zijn.<br />

De horizontale buislengte van de brandstoftoevoerleiding<br />

mag niet meer dan 30 m bedragen en moet vrij<br />

van scherpe bochten en obstakels zijn.<br />

De leiding mag geen omgekeerde U-bochten bevatten<br />

(om luchtzakken te vermijden die brandstoftoevoer<br />

kunnen blokkeren).<br />

Een waterblokkeerfilter is aanbevolen voor gebruik op<br />

de brandstofleiding bij de tank. Er moet een afsluitklep<br />

op de tank worden geïnstalleerd.<br />

Het is aan te bevelen om in de brandstofleiding<br />

een brandbeveiligingsklep en een brandstoffilter<br />

te installeren.<br />

121


Hoofdstuk 1, INSTALLATIE<br />

Het gebruik van een afsluitklep, geplaatst net voordat<br />

de leiding het gebouw binnenkomt, zal de af te tappen<br />

hoeveelheid brandstof bij eventueel aan de kachel vereiste<br />

werkzaamheden tot een minimum beperken.<br />

Als een brandstofleiding binnen het gebouw meer dan<br />

90 cm lang is, moet u een bijkomende afsluitklep<br />

gebruiken.<br />

De externe brandstoftank moet minstens op 2 meter<br />

van een eventuele warmtebron worden geplaatst.<br />

Belangrijk: Zorg dat brandstofleiding vrij is van stof en<br />

afvaldeeltjes. Deze deeltjes kunnen problemen<br />

veroorzaken in de brandstofopvangbak.<br />

Koperbuis met een buitendiameter van 3/8” moet<br />

worden gebruikt voor de brandstofleiding.<br />

De installatie van de externe tank moet voldoen aan<br />

brandveiligheidsregelement NFPA31 en/of plaatselijk<br />

toepasselijke regelementen. Raadpleeg hiervoor de<br />

plaatselijke verantwoordelijken.<br />

De externe brandstoftank moet een vulopening aan de<br />

bovenkant hebben en een ontluchtingsopening met<br />

een weersbestendige kap aan de zijkant. Bij sommige<br />

tanks wordt voor ontluchting en vulling dezelfde opening<br />

gebruikt.<br />

<strong>Laser</strong> <strong>56</strong><br />

Brandstoftank<br />

buitenshuis<br />

Brandstofopvangbak<br />

met<br />

ontgrendelknop<br />

Brandstoffilter:<br />

Voorkeurtype watervang<br />

Brandbeveiligingsklep<br />

(aan te bevelen)<br />

2,6 m (max.)<br />

Afsluiter (aan te bevelen)<br />

40 cm (min.)<br />

Afsluitklep<br />

Lus<br />

Koperbuis met 3/8”<br />

buitendiameter<br />

30 m (max.)<br />

Afbeelding 1-11 Aansluiting brandstofleiding<br />

122


Hoofdstuk 2, BEDIENING<br />

1. Inleiding<br />

De <strong>Laser</strong> is een makkelijk te bedienen geventileerde<br />

petroleumkachel. Deze biedt een grote warmteopbrengst,<br />

automatische regeling van de kamertemperatuur,<br />

laag brandstof- en stroomverbruik en keuze tussen<br />

automatische of manuele kachelbediening.<br />

Dit hoofdstuk verstrekt alle vereiste informatie voor<br />

het gebruik van het <strong>Laser</strong> kachel systeem. Alle gespecificeerde<br />

bedieningsprocedures moeten worden uitgevoerd<br />

in de volgorde waarin ze beschreven worden.<br />

2. Kachelspecificaties <strong>Laser</strong> <strong>56</strong><br />

laag midden hoog<br />

Warmte opbrengst (W) 2400 4300 6400<br />

Brandstofverbruik (l/u) 0,23 0,42 0,63<br />

• Nominaal rendement<br />

(zoals toegepast op petroleumkachels): 93%<br />

• Stroomverbruik:<br />

Ontsteking Hoge stand Midden stand Lage stand Uit<br />

275 W 60 W 42 W 35 W 4 W<br />

Ventilatorcapaciteit: 5,7/4,2/2,8 kubieke meter/min.)<br />

• Brandstofbron: uitneembare tank van 7 liter of<br />

externe tank<br />

• Verwarmingsgebied als hoofdverwarming:<br />

95 –270 m 3 123


Hoofdstuk 2, BEDIENING<br />

3. Bedieningselementen en -lampjes<br />

6. Informatiedisplay<br />

7. Bedrijfsstandlampjes<br />

7. Bedrijfsstandlampjes<br />

1. AAN/UIT toets<br />

(ON/OFF)<br />

7. Bedrijfsstandlampjes<br />

2. Toets voor in/uitschakelen<br />

geprogrammeerde timer<br />

(auto-schakelaar)<br />

7. Bedrijfsstandlampjes<br />

7. Bedrijfsstandlampjes<br />

3. Toets voor instellen<br />

temperatuur<br />

4. Toetsen voor instellen<br />

klok en timer<br />

5. Tijdkeuzeschakelaar<br />

Afbeelding 2-1 Bedieningspaneel<br />

1. AAN/UIT toets:<br />

Hoofdschakelaar om kachelbrander aan en uit te zetten.<br />

Als deze op “ON” wordt gezet, treedt de kachel<br />

in werking en de verbranding begint na 3-9 minuten<br />

voorverwarmingsperiode. De kachel werkt in 4 trappen<br />

“HIGH” (hoog), “MEDIUM” (midden), “LOW”<br />

(laag) en “OFF” (uit).<br />

2. Toets voor in/uitschakelen geprogrammeerde timer.<br />

De schakelaar zet de automatische-werkingsstand<br />

aan en uit zoals deze in de timer werd geprogrammeerd.<br />

3. Toets voor instellen temperatuur<br />

“NORMAL”- en “SET-BACK”-temperatuurkeuzeschakelaars<br />

bieden de gebruiker de mogelijkheid de<br />

gewenste temperatuur te kiezen tijdens manuele of<br />

automatische bediening. Aanpassingen verlopen<br />

uiterst eenvoudig.<br />

4. Toetsen voor instellen klok en timer<br />

Timer- en klokinstellingen kunnen worden ingesteld<br />

door op uren- en minutentoetsen te drukken.<br />

5. Tijdkeuzeschakelaar<br />

Als de timer en de klok programmeerd is en u wilt<br />

een tijdaanduiding moet u de keuzeschakelaar terug<br />

zetten in de “normal” stand. Begin- en eindtijdstip<br />

van “SET-BACK” (timer) worden ook met deze schakelaar<br />

ingesteld.<br />

6. Informatiedisplay<br />

Geeft klok, insteltemperatuur, kamertemperatuur en<br />

foutcode weer.<br />

7. Bedrijfsstandlampjes<br />

- Geven aan of de kachel in “HIGH”, “MEDIUM” of<br />

“LOW” bedrijfsstand staat.<br />

- Geven aan wanneer de kachel in bedrijf is en knipperen<br />

wanneer de kachel in reinigingsstand staat.<br />

- Gaan aan bij automatisch bedrijf.<br />

- Gaan aan wanneer de kachel manueel werkt of in<br />

“NORMAL”-stand van de automatische werking<br />

staat.<br />

- Gaan aan wanneer de kachel in “SET-BACK”-stand<br />

van automatische werking staat.<br />

124


Hoofdstuk 2, BEDIENING<br />

4. Voor ingebruikname<br />

Stap 1: Open de klep(pen)<br />

Schroef de klep aan de bovenzijde van de uitneembare tank<br />

open of open de klep voor de externe brandstoftank en de<br />

brandbeveiligingsklep (indien aanwezig) van de kachel.<br />

Stap 2: Start de brandstofstroom<br />

Druk eenmaal gedurende een seconde voorzichtig op<br />

de rode ontgrendelknop om de vlotter van de brandstofopvangbak<br />

vrij te maken.<br />

De brandstofopvangbak hoeft slechts te worden ontgrendeld<br />

als de kachel voor het eerst wordt aangezet of nadat hij zonder<br />

brandstof was gevallen, of als de kachel gedurende langere<br />

periode niet werd gebruikt. Het ontgrendelen kan ook<br />

vereist zijn als de brandstofinlaatdruk boven 2,5 psi (is ± 0,17<br />

bar) stijgt. In dit geval moet een drukreduceerklep worden<br />

geïnstalleerd.<br />

Stap 3: Stel de klok in<br />

Belangrijk: De klok op de kachel moet steeds op de<br />

juiste tijd zijn ingesteld.<br />

A. Zet de tijdkeuzeschakelaar op “CLOCK SET”<br />

(klok instellen).<br />

B. Druk op de “HOUR” (uur)- en de “MINUTE”<br />

(minuten)-toets om respectievelijk de uren en de<br />

minuten aan te passen.Bij eenmaal drukken op de<br />

“HOUR”- of “MINUTE” (minuten)-toets zal de tijd<br />

aanpassen per eenheid (resp. per uur, per minuut).<br />

Als u de toets continu ingedrukt houdt, dan kan de<br />

tijdsaanduiding versneld veranderd worden.<br />

Bij een stroomuitval van meer dan tien seconden worden<br />

alle klok- en timerinstellingen gewist. Het informatiedisplay<br />

laat een knipperende “PM 12:00” zien wanneer<br />

de kachel uit staat. Men moet dan de klok en de<br />

timer herprogrammeren.<br />

C. Zet de timerkeuzeschakelaar op “(NORMAL-stand)”<br />

na het voltooien van de klokinstelling. De huidige<br />

tijd wordt dan weergegeven op de digitale indicator.<br />

5. Manuele werking<br />

De werking van de kachel wordt rechtstreeks gestuurd<br />

door de gebruiker. De warmteopbrengst wordt echter<br />

automatisch geregeld in overeenstemming met de door<br />

de temperatuursensor geregistreerde kamertemperatuur.<br />

Stap 1: Selecteer manuele werking<br />

Als de kachel in “AUTO”-bedrijf staat, moet u de<br />

“AUTO”-schakelaar op “OFF” (uit) zetten om over te<br />

schakelen op “MANUAL”-bedrijf.<br />

Stap 2: Zet de kachel AAN<br />

Zet de ON/OFF-schakelaar op “ON” (aan). De huidige<br />

kamertemperatuur en de ingestelde temperatuur worden<br />

weergegeven op het informatiedisplay.<br />

De ON/OFF-lamp begint te knipperen waarna de kachel<br />

zal opstarten. De kachel treedt niet in werking wanneer<br />

de kampertemperatuur hoger is dan de gewenste<br />

temperatuurinstelling.<br />

Noot: (*) De opstarttijd is afhankelijk van de kamertemperatuur.<br />

Na 9-15 minuten zal de kachel automatisch de juiste<br />

bedrijfsstand kiezen en de ON/OFF knop zal nu continu<br />

branden.<br />

Kamertemperatuur:<br />

onder 0°C - 15 minuten<br />

0°C - 15°C - 12 minuten<br />

15°C - 9 minuten<br />

Als er geen vlam zichtbaar wordt na de opstarttijd, valt<br />

de kachel stil en wordt vervolgens automatisch herstart.<br />

Als dan nog geen vlam wordt gedetecteerd, valt<br />

de kachel stil en moet ze manueel worden herstart<br />

(foutcode EE-2 op informatiedisplay).<br />

Stap 3: De kampertemperatuur instellen<br />

Schuif de “NORMAL”-temperatuurkiezer in de gekozen<br />

stand om de gewenste kamertemperatuur in te stellen.<br />

De gewenste temperatuurinstelling wordt weergegeven<br />

op het informatiedisplay wanneer u de kamertemperatuur<br />

instelt. De schaal op de temperatuurkiezer<br />

dient slechts als referentiepunt. De cijfers op het informatiedisplay<br />

en op de schaal kunnen afwijken, dit is<br />

normaal.<br />

De bedrijfsstand wordt automatisch geregeld in overeenstemming<br />

met de door de kamertemperatuursensor<br />

geregistreerde kamertemperatuur. De kachel werkt in<br />

“HIGH”-bedrijfsstand tot de kamertemperatuur het<br />

gekozen temperatuurniveau bereikt.<br />

125


Hoofdstuk 2, BEDIENING<br />

Wanneer de kamertemperatuur de gekozen instelling<br />

bereikt, schakelt de kachel automatisch over op<br />

de “MED”- of “LOW”-bedrijfsstand om de gewenste<br />

temperatuur in stand te houden. Wanneer de kamertemperatuur<br />

de gekozen instelling overschrijdt met<br />

ongeveer 2°C, wordt de kachel automatisch uitgeschakeld.<br />

Als de kamertemperatuur daalt, zal de kachel<br />

automatisch herstarten om de gewenste temperatuur<br />

in stand te houden.<br />

Noot: De bedrijfsstandlampjes geven aan in welke<br />

bedrijfsstand de kachel op elk ogenblik werkt. De<br />

kachel schakelt automatisch over tussen de “HIGH”-,<br />

“MED”- en “LOW”-bedrijfsstanden om de gewenste<br />

temperatuur in stand te houden.<br />

Ongeveer 2°C<br />

Ongeveer 0,7°C<br />

Ga als volgt te werk voor het programmeren<br />

(nachtstand).<br />

Let erop dat de klok al wel geprogrammeerd is (zie<br />

stap 4 hoofdstuk 2-5).<br />

Stap 1: Stel de begintijd van de “SET-BACK”-stand in<br />

A. Schuif de tijdkeuzeschakelaar in de<br />

“START SET-BACK”-stand.<br />

B. Druk op “HOUR” en “MINUTE” om het gewenste<br />

begintijdstip in te stellen.<br />

(let hierbij op de keuze AM of PM)<br />

Bij het instellen van de “SET-BACK”-tijd zal de “MINU-<br />

TE”-toets de tijd per 10 minuten laten verspringen.<br />

(Bijv. 10:00, 10:10, 10:20 enzovoort).<br />

C. De begintijd van de “SET-BACK”-stand<br />

wordt dan weergegeven op het informatiedisplay<br />

(bijv. PM 10:00).<br />

Ingestelde<br />

temp.<br />

Hoog Midden Laag Uit<br />

Afbeelding 2-2<br />

Herontsteking<br />

Stap 2: Stel de eindtijd van de “SET-BACK”-stand in.<br />

Terwijl de tijdkeuzeschakelaar in de<br />

“END SET-BACK”-stand staat, moet u ook nu de eindtijd<br />

programmeren op dezelfde manier als hierboven<br />

beschreven (bijv. AM 6:00).<br />

Zet de tijdkeuzeschakelaar na het programmeren terug<br />

op NORMAL-stand.<br />

6. Automatische werking<br />

Automatische werking wordt tot stand gebracht door<br />

de tijd/temperatuurinstellingen voor een specifieke tijd<br />

te programmeren. Werking in “SET-BACK”-stand wordt<br />

geprogrammeerd in een 24-urenperiode. Deze stand is<br />

ontworpen voor energiebesparing door gebruik van<br />

een lagere temperatuurinstelling, meestal ’s nachts.<br />

PM 10:00<br />

(22:00)<br />

<br />

15°C<br />

(60°F)<br />

AM 6:00<br />

(06:00)<br />

Begin terugstelling<br />

20°C (75°F)<br />

<br />

15°C<br />

(60°F)<br />

PM 10:00<br />

(22:00)<br />

Einde terugstelling<br />

Stap 3: Stel de kamertemperatuur in<br />

Schuif de “SET-BACK”-temperatuurkiezer (nachttemperatuur)<br />

in de gewenste stand (bijv. 15°C)<br />

Zet de AUTO-schakelaar op “ON”.<br />

Stap 4: Zet de ON/OFF-schakelaar op ON<br />

Indien de kamertemperatuur lager is of wordt dan de<br />

gevraagde temperatuur zal de kachel automatisch<br />

opstarten.<br />

7. De kachel herprogrammeren<br />

Het kan in bepaalde omstandigheden (bijv. stroomuitval)<br />

noodzakelijk zijn de kachel te herprogrammeren.<br />

Bij het herprogrammeren van de timer moet u de hierboven<br />

beschreven stappen volgen. Vergeet hierbij niet<br />

de klok in te stellen (stap 4 hoofdstuk 2-5).<br />

Afbeelding 2-3<br />

126


☞<br />

☞<br />

Hoofdstuk 2, BEDIENING<br />

8. Reinigingssysteem voor de ontstekingsstaaf<br />

Automatisch reinigingssysteem van de ontstekingsstaaf<br />

De kachel zal iedere dag om 2:00 ’s morgens<br />

automatisch in de off-stand springen en de<br />

ontstekingsstaaf zal gedurende 10 minuten zichzelf<br />

reinigen. Op de display zal dan CL:10 verschijnen en<br />

iedere minuut aftellen CL:09 enz…<br />

Manueel reinigingssysteem<br />

Hierbij dient de kachel uit te staan.<br />

De ontstekingsstaaf kan manueel gereinigd worden (10<br />

minuten) op de volgende manier:<br />

Druk gedurende 3 seconden tegelijkertijd op de ‘Hour’-<br />

en de ‘Minute’-knop.<br />

Op het informatiediplay zal dan CL:10 verschijnen. Het<br />

reinigen begint dan automatisch zonder enige andere<br />

input.<br />

Opgelet: Het reinigen van de ontsteking is belangrijk<br />

om de levensduur van de ontstekingsstaaf te verlengen.<br />

Het is aan te raden de ontstekingsstaaf minstens<br />

1x per week te reinigen.<br />

9. Kamertemperatuursensor<br />

De kamertemperatuursensor is voorzien van een kabel<br />

van 2,5 m. Deze bevindt zich aan de achterkant van de<br />

kachel. Zorg dat de kabel de uitlaatbuis niet raakt. De<br />

kamertemperatuursensor kan worden geïnstalleerd met<br />

plakband of met een houtschroef.<br />

Kies de installatieplaats voor de sensor zo dat deze zich<br />

niet in het pad van direct zonlicht, tocht of de warmtestroom<br />

van de kachel bevindt.<br />

10. De kachel uitzetten<br />

Zet de ON/OFF-schakelaar op “OFF” (Auto-lamp, temperatuurlamp<br />

gaat uit). De bedrijfsstandlamp begint te<br />

knipperen tot de vlam verdwijnt. De luchtcirculatieventilator<br />

en de ventilatormotor blijven draaien gedurende<br />

ongeveer drie (3) minuten om de kachel af te koelen.<br />

Controleer of de ON/OFF-lamp wel uitgaat wanneer<br />

de ventilator tot stilstand komt.<br />

Als u de ON/OFF-toets op “ON” zet tijdens de afkoelperiode,<br />

zal de kachel automatisch herstarten op het<br />

einde van de afkoelperiode.<br />

Haal de stekker uit het stopcontact nadat de<br />

aan/uit-lamp is uitgegaan, als de kachel<br />

gedurende langere periode niet zal worden<br />

gebruikt.<br />

11. Stroomuitval-herstelsysteem<br />

Als een stroomuitval optreedt terwijl de kachel in<br />

bedrijf is, worden alle elektrische systemen automatisch<br />

uitgeschakeld. Wanneer de stroomvoorziening terugkeert,<br />

zal de kachel automatisch opnieuw worden ontstoken<br />

echter alleen op manuele werking.<br />

Het klokinstelling- en Set-Back-timerprogramma worden<br />

gewist wanneer de stroomuitval langer dan 10<br />

seconden duurt. De AUTO-lamp zal knipperen wanneer<br />

de stroomvoorziening hersteld wordt. Hierna dient<br />

men de kachel opnieuw te programmeren.<br />

Als een korte stroomonderbreking optreedt en de<br />

vlamsensor blijft een vlam detecteren, dan zullen bij de<br />

herstelling van de stroomvoorziening alleen de blazeren<br />

circulatieventilatoren opnieuw in werking treden.<br />

De “HIGH”-, “MED”- en “LOW”-bedrijfsstandlampjes<br />

beginnen tegelijk te knipperen (de ontsteker wordt<br />

niet geactiveerd). De kachel even uit en aanzetten<br />

om een normale werking te verkrijgen.<br />

12. Herstel na oververhitting<br />

De kachel is beveiligd tegen schade ten gevolge van<br />

oververhitting.<br />

Een sensor zal in werking treden als de temperatuur in<br />

de mantel tot boven 90°C stijgt.<br />

Stap 1:<br />

Stap 2:<br />

Schakel de kachel UIT.<br />

Laat de kachel afkoelen.<br />

Zorg dat de metalen mantel voldoende is<br />

afgekoeld alvorens deze aan te raken.<br />

Een periode van 30 tot 45 minuten is onder normale<br />

omstandigheden voldoende om de kachel volledig te<br />

laten afkoelen.<br />

Stap 3:<br />

Haal de stekker van de kachel uit het stopcontact.<br />

127


☞<br />

Hoofdstuk 2, BEDIENING<br />

Stap 4:<br />

Stap 5:<br />

Stap 6:<br />

Stap 7:<br />

Stap 8:<br />

Zoek de oorzaak van de oververhitting.<br />

Deze wordt meestel veroorzaakt door voorwerpen<br />

die de vrije luchtcirculatie belemmeren.<br />

Controleer of de circulatieventilator niet<br />

geblokkeerd wordt en kijk na of de afvoerpijp<br />

niet verstopt is. Controleer of er geen<br />

objecten het uitlaatsysteem belemmeren (zie<br />

ook installatie fig 1-1 en 1-2).<br />

Verwijder het frontpaneel.<br />

Maak de kachel aan de binnenkant schoon.<br />

Voor u de kachel begint schoon te maken,<br />

moet u zeker zijn dat de binnenkant voldoende<br />

koel is om aan te raken.<br />

Veeg alle stof en vuil aan de buitenkant van<br />

de mantel met behulp van een schone, nietpluizende<br />

vochtige doek of een ander<br />

geschikt reinigingsmateriaal en vergeet<br />

daarbij de buitenkant van de warmtekamer<br />

en de warmtewisselaar niet.<br />

Breng het frontpaneel weer aan.<br />

Steek de stekker van de kachel weer in het<br />

stopcontact.<br />

Zet de kachel AAN.<br />

Stap 9:<br />

Stap 10: Herprogrammeer de kachel<br />

(klok en set back timer).<br />

13. Schoonmaken van de filter (maandelijks)<br />

De filter van de brandstofpomp dient maandelijks én<br />

aan het einde van het stookseizoen schoongemaakt te<br />

worden.<br />

a) Maak het klepje aan de rechterzijde van de kachel<br />

open.<br />

b) Draai de afsluiter van de brandstofleiding dicht.<br />

c) Plaats het brandstof-opvanggootje onder het<br />

vlotterhuis om morsen van brandstof te voorkomen.<br />

Vang de brandstof op in een bakje.<br />

d) Schroef het afdekplaatje waarachter de filter<br />

gemonteerd is los.<br />

e) Neem de filter uit en reinig deze voorzichtig met<br />

perslucht.<br />

f) Plaats de filter terug en schroef het afdekplaatje<br />

weer vast.<br />

g) Veeg gemorste brandstof weg.<br />

h) Draai de afsluiter van de brandstofleiding weer<br />

open. Verzeker u ervan dat er geen<br />

brandstoflekkage is.<br />

Noot: Aan het einde van het stookseizoen dient u met<br />

behulp van de aftapplug de in het vlotterhuis<br />

achtergebleven brandstof te verwijderen.<br />

Let op: Als de kachel na voltooiing van een herstelprocedure<br />

opnieuw oververhit raakt, neem dan contact op<br />

met uw dealer en stel de kachel niet in werking tot de<br />

oorzaak van de storing is verholpen.<br />

128


Hoofdstuk 2, BEDIENING<br />

14. Alvorens een vakman te raadplegen<br />

De volgende situaties duiden niet op een defect.<br />

Tijdens het starten of uitschakelen van de kachel:<br />

Er is witte rook zichtbaar wanneer de kachel voor het<br />

eerst gestart wordt.<br />

Machine-olie of stof op de branderpot of<br />

warmtewisselaar verbranden.<br />

Na het ontsteken van de kachel flakkeren de vlammen<br />

enige minuten.<br />

Wanneer de kachel koud is blijft de ontstekingsstaaf<br />

functioneren, ook enkele minuten na het ontsteken.<br />

Dit kan iets hogere vlammen geven.<br />

Wanneer de kachel opwarmt of afkoelt maakt deze<br />

incidenteel een licht krakend geluid.<br />

Expansie en krimpen van metalen delen kunnen een<br />

licht krakend geluid veroorzaken.<br />

Wanneer de kachel ontstoken is wordt de circulatie van<br />

de lucht in de ruimte niet direct gestart.<br />

Om onaangename koude luchtstromen te vermijden<br />

gaat de ventilator pas draaien wanneer de kachel<br />

enigszins opgewarmd is.<br />

Tijdens het eerste gebruik of na het leegbranden van<br />

de kachel is een hard tikkend geluid hoorbaar.<br />

Er zit lucht in de brandstofpomp. Dit moet binnen ca. 1<br />

minuut verdwenen zijn.<br />

Wanneer het tikkend geluid van de brandstofpomp<br />

niet verdwijnt binnen ca. 1 minuut, duw dan de rode<br />

"reset"-knop op de vlotterkamer even in (niet<br />

vasthouden). Controleer tevens of alle<br />

brandstofafsluiters open staan, de brandstoffilters<br />

schoon zijn en of er voldoende brandstof aanwezig is.<br />

NB: Tijdens normaal bedrijf kan de brandstofpomp een<br />

zeer licht tikkend geluid maken. Dit duidt niet op een<br />

probleem.<br />

Tijdens het branden van de kachel:<br />

Een deel van de branderpot en/of warmtewisselaar<br />

licht rood op tijdens bedrijf.<br />

Dit is normaal en duidt niet op een probleem.<br />

129


Hoofdstuk 3, FOUTMELDINGEN<br />

Foutcode Probleem Oorzaak Oplossing<br />

Powerlampje brandt niet Stekker uit het stopcontact. Steek stekker in stopcontact.<br />

Slecht functioneren<br />

Controleer zekering of neem<br />

van de printplaat.<br />

contact op met uw dealer.<br />

EE2 Geen ontsteking Geen brandstof. Controleer brandstofmeter;<br />

eventueel bijvullen.<br />

Klep van brandstoftank<br />

Open de klep door deze tegen<br />

is afgesloten.<br />

de klokrichting in te draaien.<br />

Luchtbel in brandstofleiding. Druk op de rode resetknop.<br />

Verstopte afvoerpijp.<br />

Reinig de afvoerpijp.<br />

Verstopte brandstoffilter.<br />

Reinig het brandstoffilter.<br />

Defecte ontsteking, printplaat Neem contact op met de dealer.<br />

of brandstofpomp.<br />

EE6 Vlam dooft direct Luchtbel in brandstofleiding. Druk op de rode reset-knop.<br />

na ontsteking<br />

Geen brandstof meer.<br />

Controleer de brandstofmeter<br />

op de tank; bijvullen indien nodig.<br />

Overhittingsbeveiliging<br />

Reinig de beschermkap van de<br />

is geactiveerd.<br />

ventilator, verwijder stof en obstakels.<br />

Defect van vlamsensor.<br />

Neem contact op met uw dealer.<br />

Brandstoftoevoer is geblokkeerd. Neem contact op met uw dealer.<br />

Druk brandstoftoevoer is niet juist. Stel druk brandstoftoevoer af op<br />

max. 2,5 PSI (is ± 0,17 bar).<br />

Vlottermechanisme functioneert niet. Neem contact op met uw dealer.<br />

Slechte/luidruchtige Roetvorming in afvoerpijp. Verwijder roet uit afvoerpijp.<br />

verbranding.<br />

Branderring is onjuist gemonteerd.<br />

Hoogte boven zeeniveau te hoog.<br />

Neem contact op met uw dealer.<br />

Neem contact op met uw dealer.<br />

Te hoge winddruk in afvoerbuis. Plaats een windbreker.<br />

Geurvorming Lekkende afvoerpijp. Controleer/herstel de afvoerbuis<br />

(let vooral op de verbinding van de<br />

verschillende delen).<br />

Brandstoflekkage.<br />

Controleer/herstel alle koppelingen<br />

van de brandstoftoevoerleiding.<br />

Slechte afdichting in/bij branderpot. Neem contact op met uw dealer.<br />

EE8 Defect aanjaagmotor. Neem contact op met uw dealer.<br />

EE10 Dooft niet meer Te veel brandstof in brander. Neem contact op met uw dealer.<br />

Hi De kamertemperatuur is Controleer of de positie van de<br />

hoger dan 35°C.<br />

kamertemperatuursensor juist is.<br />

Lo De kamertemperatuur is Controleer of de positie van de<br />

lager dan –10°C.<br />

kamertemperatuursensor juist is.<br />

Waarschuwing: Gebruik de kachel niet meer wanneer de storing EE10 zich voordoet. Herstart de kachel pas nadat<br />

deze storing verholpen is.<br />

Noot: Wanneer u alle mogelijke oorzaken van de storing gecontroleerd/verholpen heeft en de kachel na 3x<br />

inschakelen nog niet start, neem dan contact op met uw dealer.<br />

130


Hoofdstuk 4, GARANTIEVOORWAARDEN<br />

U krijgt op uw kachel 24 maanden garantie vanaf de<br />

aankoopdatum. Binnen deze periode worden alle<br />

materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen.<br />

Hierbij gelden de volgende regels:<br />

6<br />

De garantie geldt niet bij schade ontstaan door<br />

handelingen die afwijken van de gebruiksaanwijzing,<br />

door verwaarlozing en door het<br />

gebruik van verkeerde of verouderde brandstof.<br />

Verkeerde brandstof kan zelfs gevaarlijk zijn*.<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

Alle verdere aanspraken op schadevergoeding,<br />

inclusief gevolgschade wijzenwij uitdrukkelijk af.<br />

Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de<br />

garantietermijn leidt niet tot verlenging van de<br />

garantie.<br />

De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn<br />

aangebracht, niet originele onderdelen zijn<br />

gemonteerd of reparaties aan de kachel zijn<br />

verricht door derden.<br />

Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig<br />

zijn, zoals het brandermatje en het brandstofhevelpompje,<br />

vallen buiten de garantie.<br />

De garantie geldt uitsluitend als u de originele,<br />

gedateerde aankoopbon overlegt en als daarop<br />

geen veranderingen zijn aangebracht.<br />

7<br />

De verzendkosten en het risico van het opsturen<br />

van de kachel of onderdelen daarvan, komen altijd<br />

voor rekening van de koper.<br />

Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan<br />

eerst altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing te<br />

raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, geef<br />

de kachel dan in reparatie bij uw dealer.<br />

* Licht ontvlambare stoffen kunnen bijvoorbeeld<br />

leiden tot een oncontroleerbare verbranding, met<br />

uitslaande vlammen als gevolg. Probeer in dat geval<br />

nooit de kachel te verplaatsen, maar zet de kachel<br />

onmiddellijk uit.<br />

In noodgevallen kunt u een brandblusser gebruiken,<br />

maar dan uitsluitend van het type B: een koolzuurof<br />

poederblusser.<br />

131


DISTRIBUTED IN EUROPE BY PVG INTERNATIONAL BV<br />

i ÖSTERREICH<br />

PVG Austria VertriebsgmbH<br />

Salaberg 49<br />

3350 HAAG<br />

tel: +43 7434/44867<br />

fax: +43 7434/44868<br />

email: pvgaustria@zibro.com<br />

e BELGIË<br />

PVG Belgium NV/SA<br />

Industrielaan 55<br />

2900 SCHOTEN<br />

tel: +32 3 326 39 39<br />

fax: +32 3 326 26 39<br />

email: pvgbelgium@zibro.com<br />

q SCHWEIZ<br />

PVG Schweiz AG<br />

Genuastrasse 15<br />

4142 MÜNCHENSTEIN<br />

tel: +41 61 337 26 51<br />

fax: +41 61 337 26 78<br />

email: pvgint@zibro.com<br />

2 DEUTSCHLAND<br />

PVG Deutschland GmbH<br />

Beiersdorfstraße 4<br />

46446 EMMERICH<br />

tel: +49 2821 76713<br />

fax: +31 412 648385<br />

email: pvgint@zibro.com<br />

6 DANMARK<br />

PVG Scandinavia A/S<br />

Niels Bohrsvej 10<br />

6100 HADERSLEV<br />

tel: +45 73 53 02 02<br />

fax: +45 73 53 02 04<br />

email: pvgdenmark@zibro.com<br />

5 ESPAÑA<br />

PVG España S.A.<br />

Pol. Ind. San José de Valderas II<br />

Comunidad ”La Alameda”<br />

C / Aurora Boreal, 19<br />

28918 LEGANÉS (Madrid)<br />

tel: +34 91 611 31 13<br />

fax: +34 91 612 73 04<br />

email: pvgspain@zibro.com<br />

3 FRANCE<br />

PVG France SARL<br />

4, Rue Jean Sibélius<br />

B.P. 185 - 76410<br />

SOTTEVILLE SOUS LE VAL<br />

tel: +33 2 32 96 07 47<br />

fax: +33 2 32 96 07 77<br />

email: pvgfrance@zibro.com<br />

4 UNITED KINGDOM<br />

Lister Gases<br />

Bridge Street<br />

Holloway Bank, Wednesbury<br />

West Midlands WS10 OAW<br />

Tel.: +44 121 506 1818<br />

Fax: +44 121 505 1744<br />

email: gases@lister.co.uk<br />

> ITALIA<br />

PVG Italy SRL<br />

Via Niccolò Copernico 5<br />

50051 CASTELFIORENTINO (FI)<br />

tel: +39 571 628500<br />

fax: +39 571 628504<br />

email: pvgitaly@zibro.com<br />

u NORGE<br />

Sunwind - Gylling A/S<br />

Rudsletta 71-75 / P.O. Box 64<br />

N-1309 RUD<br />

tel: +47 67 17 13 70<br />

fax: +47 67 17 13 80<br />

email: pvgint@zibro.com<br />

1 NEDERLAND<br />

PVG International b.v.<br />

P.O.Box 96<br />

5340 AB OSS<br />

tel: +31 412 694694<br />

fax: +31 412 622893<br />

email: pvgnl@zibro.com<br />

9 PORTUGAL<br />

Gardena, Lda<br />

Recta da Granja do Marquês<br />

ALGUEIRÃO<br />

2725-596 MEM MARTINS<br />

tel: + 35 21 92 28 530<br />

fax: + 35 21 92 28 536<br />

email: pvgint@zibro.com<br />

: POLSKA<br />

PVG Polska Sp. z. o. o.<br />

Kolonia Promna 58<br />

26-803 PROMNA<br />

tel: +48 48 615 16 33<br />

fax: +48 48 615 16 33<br />

email: pvgpoland@zibro.com<br />

PVG Traffic gsc©0309029 man_<strong>Laser</strong> <strong>56</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!