20.01.2015 Views

TIST: Toetsbladen

TIST: Toetsbladen

TIST: Toetsbladen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>TIST</strong>: <strong>Toetsbladen</strong><br />

Naam: ..............................................................................................................<br />

Voornaam: ..............................................................................................................<br />

School: ..............................................................................................................<br />

Richting: ..............................................................................................................<br />

Jongen/meisje: ..............................................................................................................


SURVIVAL OP ZEE<br />

7 minuten<br />

Opdracht:<br />

Je maakt een reis op een schip en er breekt brand uit op het schip. Je moet zo snel<br />

mogelijk van het schip weg, in een reddingsboot of, in het ergste geval, door in zee<br />

te springen. En dan, wat doe je dan Hoe zorg je dat je lang genoeg in leven blijft<br />

om gered te worden Luister goed naar de tekst: hij geeft aan wat je wel en niet<br />

moet doen om in leven te blijven.<br />

Vraag 1<br />

In de uitleg krijg je te horen wat je moet doen om van de boot weg te geraken.<br />

Welke houding moet je aannemen om veilig in het water terecht te komen als je van<br />

het schip springt<br />

Hieronder vind je vier afbeeldingen. Slechts één ervan geeft de juiste houding weer.<br />

Duid deze aan met een kruisje in een vierkantje bij de tekening.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ..............................................................................................<br />

3


Vraag 2<br />

De tekst vertelt ook iets over de houding die je moet aannemen als je in het water<br />

ligt.<br />

Luister goed en kijk aandachtig naar de afbeelding die je hieronder ziet.<br />

Schrijf daarna op wat de persoon op de afbeelding verkeerd doet.<br />

De persoon op de afbeelding doet het volgende verkeerd:<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

Vraag 3<br />

Er kan nog veel mislopen op het moment dat het reddingsvlot bij je komt.<br />

Luister goed en kruis aan wat volgens de tekst dan kan gebeuren. Het zou kunnen<br />

dat je meerdere antwoorden moet aanduiden:<br />

De golven zijn zo hoog dat je steeds terugvalt.<br />

De boot van de redders vaart over je heen.<br />

Je armen hebben geen kracht meer om uit het water op het vlot te raken.<br />

Je haren raken vast in het net dat de redders uitgooien.<br />

Het vlot drijft steeds weer van je weg.<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ..............................................................................................<br />

4


Vraag 4<br />

Het is beter voor je veiligheid dat je niet in het water hoeft te springen. Probeer een<br />

plaatsje te vinden in de reddingsboot als dat kan.<br />

Hieronder vind je 2 afbeeldingen. De eerste toont iemand die van het schip in een<br />

reddingsboot springt en de tweede enkele personen in een reddingsboot.<br />

Luister goed en kijk aandachtig naar de afbeeldingen.<br />

Schrijf daarna op wat de personen op de afbeelding verkeerd doen.<br />

De persoon op de afbeelding doet het volgende verkeerd:<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

De persoon/personen op de afbeelding doet/doen het volgende verkeerd:<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ..............................................................................................<br />

5


SPINNEN EN DRUGS<br />

12 minuten<br />

Opdracht:<br />

Spinnen en drugs, wat zouden die met elkaar te maken kunnen hebben Je komt<br />

het te weten als je onderstaande tekst leest.<br />

Los nadien de vragen op die onder de tekst staan.<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

Spinnen maken webben met kleverige draden. Die draden maken ze zelf met<br />

speciaal daartoe bestemde klieren aan de onderkant van hun achterlijf. Wanneer<br />

muggen of vliegjes tegen een web vliegen, blijven ze erin plakken. De spin, die in het<br />

midden van haar web of op een verborgen plekje op de loer ligt, komt dan<br />

onmiddellijk in beweging. Als ze op het moment van de vangst geen honger heeft,<br />

spuit ze een verlammend gif in het lichaam van het insect en pakt het in draden in.<br />

De prooi blijft dus leven tot de spin besluit ze op te eten. Meestal eten spinnen niet<br />

meer dan één insect per dag. Vele spinnen maken bijna iedere dag een nieuw web.<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

31<br />

32<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

Een normaal spinnenweb ziet eruit als een fietswiel. Maar als een spin drugs heeft<br />

gekregen, neemt het web dat ze weeft heel andere vormen aan. Dat stelden<br />

Amerikaanse onderzoekers vast toen ze een aantal proeven deden met stimulerende<br />

en verdovende middelen om het effect ervan te bepalen.<br />

Spinnen die onder invloed zijn van marihuana beginnen hun web te weven op de<br />

gewone manier, maar na een poosje verliezen ze hun concentratie en tenslotte raken<br />

de proefdieren echt verdoofd. Het web ziet er in het midden uit als een normaal web,<br />

maar zit aan de buitenkant vol gaten.<br />

Als spinnen amfetamines krijgen toegediend werken ze vlugger, net zoals<br />

sportmensen die amfetamines nemen beter presteren (sneller lopen, fietsen of<br />

zwemmen en daarbij minder gauw vermoeid raken). Het spinnenweb is dus op<br />

minder dan geen tijd klaar, maar zit vol gaten, zowel in het midden als aan de<br />

uiteinden.<br />

Als spinnen cafeïne krijgen, een drug die je ook in koffie of cola vindt, loopt het<br />

weven vanaf het begin helemaal mis. De ronde structuur van een normaal web is er<br />

niet meer in te herkennen. De draden lopen scheef en door elkaar en er zitten overal<br />

gaten, het ene gat al groter dan het andere.<br />

Krijgen spinnen een slaapmiddel toegediend, dan raken ze vrijwel onmiddellijk<br />

verdoofd. Ze slagen er enkel in de basisstructuur van het web te weven: de cirkel in<br />

het midden en de hoofddraden die vanuit die cirkel vertrekken. Hierdoor wordt het<br />

risico dat de spin zelf uit het net valt wel erg groot en insecten vangen lukt al<br />

helemaal niet.<br />

Uit de proeven met de spinnen konden de onderzoekers de nodige besluiten trekken<br />

over de effecten van drugs op het gedrag van de mens. Het onderzoek geeft aan dat<br />

bepaalde drugs schadelijker zijn dan andere. Cafeïne blijkt uiteindelijk de meest<br />

schadelijke invloed te hebben. Oppassen dus met koffie en cola!<br />

6


Vraag 1<br />

Welke van de onderstaande zinnen geeft de beste samenvatting van de regels 14-<br />

31 Kruis die zin aan.<br />

Uit onderzoek blijkt dat amfetamines, marihuana, cafeïne en slaapmiddelen<br />

niet gezond zijn voor spinnen.<br />

Uit onderzoek blijkt dat de vorm van een spinnenweb afhankelijk is van het<br />

soort drug dat de spin krijgt toegediend.<br />

Uit onderzoek blijkt dat spinnenwebben gemaakt door spinnen die onder<br />

invloed zijn van drugs, vol gaten zitten.<br />

Uit onderzoek blijkt dat het nemen van drugs bij mensen en spinnen tot<br />

dezelfde resultaten leiden.<br />

Vraag 2<br />

Op welke van de onderstaande vragen vind je het antwoord in de tekst<br />

Kruis deze vragen aan en geef het nummer van de regel(s) waar je het antwoord op<br />

die vraag terugvindt.<br />

Bij vragen waarop de tekst geen antwoord geeft, zet je geen kruisje en schrijf je NIET<br />

op de stippellijn.<br />

Voorbeeld:<br />

Welke vorm heeft een normaal spinnenweb regel(s): ..........<br />

Wat voor prooien vangt een spin regel(s): ..........<br />

Hoe gaat een spin te werk als een prooi in haar web<br />

terechtkomt regel(s): ..........<br />

Welke soorten spinnen zijn er regel(s): ..........<br />

Op welk moment van de dag weeft een spin haar web regel(s): ..........<br />

Is het gif van spinnen gevaarlijk voor de mens regel(s): ..........<br />

In welke streken of in welke klimaten tref je spinnen aan regel(s): ..........<br />

Vraag 3<br />

Duid aan of de uitspraak waar is of niet waar. Leg ook kort uit waarom je dat denkt.<br />

Je hoeft geen volledige zinnen te schrijven.<br />

Voorbeeld:<br />

Een normaal spinnenweb heeft de vorm van een driehoek<br />

o WAAR; de tekst zegt: ………<br />

x NIET WAAR; de tekst zegt: "een normaal spinnenweb heeft de vorm van een<br />

fietswiel"<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

7


3.1 Marihuana heeft een onmiddellijk effect op de spin<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

3.2 Een slaapmiddel begint pas na een tijdje te werken.<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

3.3 Spinnen eten meerdere maaltijden per dag.<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

Vraag 4<br />

Welk van de volgende afbeeldingen stelt een web voor van een spin die onder<br />

invloed is van cafeïne<br />

Zet een kruis in het vierkantje onder de juiste tekening.<br />

<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

8


VOOR DE SCHOOLKRANT<br />

15 minuten<br />

Opdracht<br />

De schoolkrantredactie is op zoek naar nieuwe medewerkers en heeft aan jou<br />

gevraagd om een artikeltje te schrijven van ongeveer een halve bladzijde waarin je<br />

de lezers van de schoolkrant uitlegt hoe ze onderstaand proefje kunnen uitvoeren.<br />

Het verloop van het proefje is in prenten afgebeeld.<br />

Bekijk de afbeeldingen zeer aandachtig.<br />

Je taak bestaat erin een tekst te schrijven waarin de lezers precies te weten komen<br />

hoe ze het proefje moeten uitvoeren. De afbeeldingen worden niet mee afgedrukt.<br />

Wees dus heel duidelijk en volledig.<br />

Haal in je beschrijving zeker de volgende elementen aan:<br />

- de materialen die nodig zijn voor de proef<br />

- de handelingen die nodig zijn<br />

- de vaststelling aan het eind van de proef<br />

- je conclusie<br />

Zorg ervoor dat de lezer zin krijgt om het proefje uit te voeren en maak er een tekst<br />

van die aangenaam is om te lezen.<br />

aluminiumfolie jampotjes zwarte verf<br />

chronometer verfborstel thermometer maatbeker<br />

9


25 ° C<br />

20 ° C<br />

15 ° C<br />

Voor dit proefje heb je het volgende materiaal nodig:<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

....................................................................................................................................................<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

11


12 minuten<br />

WAAROM ZWEMMEN VISSEN IN SCHOLEN<br />

Opdracht:<br />

‘Een school vissen’. Heb je die<br />

uitdrukking al eens gehoord<br />

‘School’ betekent hier hetzelfde als<br />

‘groep’. Je spreekt van een school<br />

vissen zoals je spreekt van een<br />

vlucht vogels of een zwerm bijen. Niet alle soorten vissen leven in scholen, maar er<br />

zijn er heel wat die dat wel doen. In de onderstaande tekst kan je vinden waarom ze<br />

dat doen. Lees de tekst en los daarna de vragen op.<br />

Heel veel soorten vissen leven in scholen. Binnen de school is elke vis gelijk – er is<br />

dus geen leider. De bewegingen van de vissen in de school zijn zeer goed op elkaar<br />

afgestemd: ze zwemmen heel gelijkmatig, als een groep soldaten die marcheren in<br />

een optocht. Ze hebben voldoende ruimte om te zwemmen, maar niet om zich om te<br />

draaien. Om niet tegen elkaar op te botsen, hebben vissen een extra zintuig: een<br />

zijlijn die over hun flank loopt en waarmee ze kleine trillingen in het water kunnen<br />

detecteren. Hierdoor weten ze precies wat de vissen doen die naast hen zwemmen.<br />

Zonder die zijlijn zou het in een school vaak tot aanvaringen komen.<br />

Waarom doen vissen zoveel moeite om gelijkmatig in scholen te zwemmen In groep<br />

zwemmen heeft blijkbaar een aantal voordelen.<br />

Voor kleine vissen is de meest voorkomende reden<br />

de veiligheid die schoolzwemmen biedt.<br />

Roofvissen gaan dan namelijk denken dat de<br />

school vissen eigenlijk één grote vis is. In vele<br />

gevallen is de roofvis niet echt een held en slaat hij<br />

op de vlucht of beseft hij dat hij die grote vis toch<br />

niet doorgeslikt krijgt. Jammer genoeg doorzien slimme roofvissen de truc: zij weten<br />

dat die grote vis een school kleine visjes is. Maar zelfs voor die slimme vis blijkt het<br />

moeilijk te zijn om in zo’n reusachtige school één visje te pakken te krijgen: in de<br />

wirwar van vissen kun je je immers moeilijk op een enkel visje concentreren.<br />

Overigens zwemmen kleine vissen niet altijd in groep. Vaak vormen ze pas een<br />

school als ze zich bedreigd voelen. Probeer dat maar eens uit met vissen in een<br />

aquarium. Zolang je ze met rust laat, hebben ze geen reden om bang te zijn en<br />

zwemmen ze kriskras door elkaar. Tik je echter tegen de ruit van het aquarium, dan<br />

schrikken ze en vormen ze prompt een school. Vissen die vooraan in de school<br />

zwemmen hebben geluk: zij krijgen het meeste voedsel van de hele school. Dat komt<br />

omdat vissen steeds met hun bek open zwemmen en op die manier voortdurend<br />

plankton opeten, d.i. de kleine voedseldeeltjes die in het water zitten. Voor de vissen<br />

die achter hen zwemmen blijft er dan natuurlijk niet veel lekkers meer over. Gelukkig<br />

heeft niet elke vis een vaste plaats in de school, en krijgen alle vissen op gepaste<br />

tijden de kans om een plaatsje vooraan te bemachtigen.<br />

Niet alleen kleine, bange vissen zwemmen in groep. Ook sommige grote roofvissen<br />

vormen een school, tonijnen bijvoorbeeld. Die doen dat niet uit schrik, maar om<br />

economische redenen. In gesloten formatie, d.w.z. dicht bij elkaar, kunnen ze immers<br />

12


veel sneller zwemmen dan op hun eentje zonder daarom meer inspanningen te<br />

moeten doen. Er is nog een andere reden waarom roofvissen schoolzwemmen:<br />

samen kun je dingen doen die je in je eentje niet kunt, de prooi van verschillende<br />

kanten tegelijk aanvallen bijvoorbeeld. Dat kan met je soortgenoten, maar ook met<br />

vissen van een andere familie. Daarom hebben sommige vissen de ‘gemengde<br />

school’ uitgevonden, waarin verschillende vissoorten elkaar helpen. Zo gaan tonijnen<br />

soms samen met dolfijnen op ‘kleinevisjesjacht’.<br />

Niet alle vissen kunnen in scholen leven. Ook onder de vissen heb je van die<br />

moeilijke karakters die elkaar niet kunnen verdragen. Snoeken bijvoorbeeld vreten<br />

elkaar nog liever op dan samen te zwemmen.<br />

13


Vraag 1<br />

Waarom zwemmen vissen in scholen<br />

Kruis alleen de redenen aan die je in de tekst terugvindt. Je mag dus meerdere<br />

antwoorden aankruisen.<br />

om elkaar te kunnen helpen bij het jagen.<br />

om niet tegen andere vissen aan te zwemmen.<br />

omdat vissen in groep beter de hindernissen in het water kunnen opsporen<br />

dan wanneer ze alleen zwemmen.<br />

om zonder extra moeite sneller te zwemmen.<br />

om minder kans te lopen om gedood te worden door andere vissen.<br />

om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.<br />

Vraag 2<br />

Schoolzwemmen heeft veel voordelen, maar er zijn altijd vissen in de school voor wie<br />

het een beetje nadelig is. Voor welke vissen is dit het geval en waarom<br />

Schrijf je antwoord op de stippellijn.<br />

Je hoeft geen volledige zinnen te schrijven.<br />

2.1 Welke vissen in de school hebben nadeel van het schoolzwemmen<br />

........................................................................................................................................<br />

2.2 Waarom<br />

........................................................................................................................................<br />

Vraag 3<br />

Duid aan of de uitspraak waar is of niet waar. Leg ook kort uit waarom je dat denkt.<br />

Je hoeft geen volledige zinnen te schrijven.<br />

3.1 Alle vissen leven in scholen.<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

14


3.2 Een school met twee soorten vissen, bijvoorbeeld haringen en kabeljauw,<br />

bestaat niet, omdat alleen vissen van dezelfde soort een school kunnen<br />

vormen.<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

.................................................................................................................................<br />

.................................................................................................................................<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

15


7 minuten<br />

LACHEN, GIEREN, BRULLEN<br />

Opdracht<br />

Gieren, grinniken, brullen, schateren, bulderen, hinniken, grijnzen en<br />

giechelen: je kunt op veel manieren lachen. Maar waarom lachen we<br />

eigenlijk En is lachen goed of slecht voor je De uitleg hierover krijg je<br />

zo dadelijk te horen. Luister aandachtig om op de onderstaande vragen<br />

een antwoord te kunnen geven.<br />

Vraag 1<br />

Waarom lachen mensen In de uitleg die je te horen krijgt, worden daarvoor een aantal<br />

verklaringen (theorieën) gegeven.<br />

Kruis de theorieën die je te horen krijgt aan in het rijtje hieronder. Wat niet in de tekst wordt<br />

gezegd, mag je niet aankruisen.<br />

Mensen lachen<br />

om duidelijk te maken dat ze gelukkig zijn.<br />

om hun angst te verbergen.<br />

uit opluchting.<br />

als er iets gebeurt dat ze niet hadden voorzien.<br />

om duidelijk te maken dat zij denken meer te weten en te kunnen dan andere mensen.<br />

om aan anderen duidelijk te maken dat ze hen aardig vinden.<br />

om duidelijk te maken dat ze iets fijn vinden.<br />

Vraag 2<br />

Kruis aan of de volgende uitspraken volgens de tekst waar zijn of niet waar.<br />

2.1 Door veel te lachen worden mensen minder vlug ziek.<br />

waar<br />

niet waar<br />

2.2 Mensen die veel lachen hebben niet veel energie meer over om andere dingen te<br />

doen.<br />

waar<br />

niet waar<br />

2.3 Vrolijke mensen sterven eerder dan ongelukkige mensen.<br />

waar<br />

niet waar<br />

1 NAAM: .................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

16


30 minuten<br />

DIEREN IN HET WILD<br />

Opdracht<br />

Onderstaande artikeltjes komen uit een natuurtijdschrift. Ze geven<br />

informatie over enkele dieren die in het wild leven: de springbok, de<br />

schildpad, de gems, de steenvis en het stinkdier.<br />

Lees deze artikels aandachtig en probeer de informatie te begrijpen.<br />

De springbok is een klein hert waar leeuwen graag<br />

op jagen. Je kunt springbokken vinden in de drogere<br />

streken van Afrika. Springbokken eten gras en ook<br />

jonge bladeren. Zowel mannetjes als vrouwtjes<br />

hebben horens, maar de horens van de vrouwtjes<br />

zijn kleiner, lichter en minder gebogen. Met deze<br />

horens kunnen springbokken zich uitstekend<br />

verweren tegen jagende leeuwen. Je vindt<br />

springbokken steeds in kuddes, die in grootte kunnen variëren van 2 dieren<br />

tot een paar honderd.<br />

Schildpadden kwamen al 2000 miljoen jaar geleden<br />

op aarde voor; ze leefden dus al in de tijd van de<br />

dinosauriërs. Er zijn meer dan 250 soorten<br />

schildpadden. Sommige soorten leven in het water,<br />

andere op het land, nog andere zowel in het water<br />

als op het land. Landschildpadden kunnen 100 jaar of ouder worden.<br />

Kenmerkend voor de schildpad zijn zijn twee schilden: een rugschild en<br />

een buikschild. Samen vormen deze schilden een veilig pantser waarin de<br />

schildpad zich terug kan trekken als hij zich bedreigd voelt. Zijn kop, staart<br />

en zijn vier poten verdwijnen tussen het buikschild en het rugschild, zodat<br />

deze kwetsbare lichaamsdelen goed beschermd zijn. Het schild van een<br />

schildpad is opgebouwd uit twee stevige lagen. De buitenste laag van het<br />

schild bestaat uit hele sterke hoornplaatjes. De binnenste laag van het<br />

schild is gemaakt van bot.<br />

Gemzen leven in de Alpen en andere<br />

hooggebergten van Zuid-Europa en hebben<br />

ongeveer het formaat van een tamme geit. Ze<br />

hebben achterwaarts gebogen horens, die zo’n 30<br />

cm lang kunnen worden. In noodgevallen zijn<br />

gemzen in staat om in zeer nauwe rotskloven snel<br />

te vluchten: gemzen zijn immers uitstekende<br />

klimmers, die langs de steilste rotswanden<br />

razendsnel omhoog kunnen galopperen. Met<br />

gemak springen zij over kloven van vijf tot zes<br />

meter, om daarna te landen op een stukje rots<br />

met een oppervlakte zo groot als een vloertegel.<br />

In de zomer, als ze in de alpenweides en tussen<br />

de rotsen leven, is de kleur van hun pels rossig bruin. In de winter zoeken<br />

ze de bescherming van lagergelegen wouden op en verandert de kleur van<br />

hun pels naar zwartbruin. Gemzen leven in kudden die bestaan uit geiten<br />

met hun jongen en uit jonge bokken. Oudere bokken leven op hun eentje,<br />

maar sluiten zich in de paartijd bij de kudde aan.<br />

De steenvis leeft in het warme, ondiepe water van de<br />

Indische Oceaan. Hij heeft een ruwe, wrattige en<br />

gerimpelde gevlekte huid die precies de grijsbruine kleur<br />

heeft van de koraalriffen waarop hij leeft.<br />

Wordt hij toch ontdekt door een roofvis, dan beschikt de<br />

steenvis over een heel efficiënt verdedigingsmiddel: op zijn rug zit namelijk<br />

een harde en stekelige vin die hij kan opzetten om zijn aanvaller giftige<br />

steken toe te brengen. De steek is erg pijnlijk, dat weten we van zwemmers<br />

die de pech hadden op een steenvis te trappen. Onmiddellijke behandeling<br />

van de wonde is noodzakelijk, want het gif is snel en dodelijk.<br />

Stinkdieren komen voor in Noord- en Zuid-Amerika. Hun maaltijd bestaat<br />

uit kleine zoogdieren, vogels, eieren en vruchten.<br />

Ze zijn berucht omwille van het slecht ruikend vocht dat ze produceren en<br />

opslaan in klieren onder de staart. In gevaarlijke situaties draait<br />

het dier zich om, doet zijn staart omhoog en spuit een straal<br />

bijtende en verschrikkelijk stinkende vloeistof naar zijn aanvaller.<br />

Als deze vloeistof in de ogen terechtkomt, kan het de aanvaller<br />

tijdelijk blind maken. Een stinkdier kan zijn doel bereiken over<br />

een afstand van 3,5 meter.<br />

17


OVERLEVEN IN HET WILD<br />

Opdracht:<br />

Hieronder vind je een tekst uit een schoolboek. De tekst geeft een overzicht<br />

van de verschillende manieren waarop dieren proberen te voorkomen dat<br />

zij door andere dieren worden gedood en opgegeten. Voor elke manier vind<br />

je in de tekst ook een of meer voorbeelden.<br />

Lees de tekst aandachtig.<br />

Voor veel dieren in het wild is het leven<br />

heel zwaar. Planteneters (zebra’s,<br />

giraffen, konijnen) worden opgegeten<br />

door vleeseters (leeuwen, luipaarden,<br />

vossen). Maar er zijn ook vleeseters die<br />

op hun beurt worden opgegeten door<br />

grotere dieren. Dieren die als voedsel dienen voor andere dieren worden<br />

prooidieren genoemd. Om te voorkomen dat ze door hun vijanden worden<br />

opgegeten, hebben prooidieren in de loop van de tijd allerlei vaardigheden<br />

en eigenschappen ontwikkeld.<br />

DEEL 1<br />

Sommige prooidieren hebben geleerd heel snel en handig te lopen, vliegen<br />

of zwemmen en slagen er dus vaak in aan hun vijand te ontsnappen als die<br />

hen achterna zit. Zo kunnen bijvoorbeeld herten en wilde paarden in minder<br />

dan geen tijd een hoge snelheid ontwikkelen; konijnen kunnen grote<br />

sprongen maken en brengen hun achtervolger in verwarring door snelle<br />

zigzagbewegingen; ook duiven weten door snel zigzaggen te ontkomen<br />

aan roofvogels als valken en haviken.<br />

DEEL 2<br />

Andere prooidieren beschikken dan weer over speciale<br />

verdedigingsmiddelen zoals onder meer slagtanden, gif, hoorns, poten of<br />

klauwen, en gaan daarmee in de tegenaanval. Denk aan de hoorns van de<br />

antiloop, het hert of de bizon of aan de stevige poten van de zebra.<br />

DEEL 3<br />

Er zijn ook prooidieren die helemaal niet hoeven te vluchten of in de<br />

tegenaanval te gaan omdat ze voorzien zijn van een natuurlijke<br />

bescherming tegen tanden of klauwen: stekelvarkens en egels hebben<br />

harde stekels, gordeldieren zijn ingepakt in een soort van harnas en<br />

slakken zitten veilig in een huisje.<br />

DEEL 4<br />

En dan heb je tenslotte nog de prooidieren die in staat zijn om te<br />

voorkomen dat hun vijanden hen in het oog krijgen. Bepaalde diersoorten<br />

hebben namelijk zo’n sterk ontwikkelde zintuigen dat ze de vijand kunnen<br />

horen, zien of ruiken voordat hij hen heeft opgemerkt. Denk bijvoorbeeld<br />

aan dolfijnen en bruinvissen: zij kunnen van op zeer grote afstand de<br />

kleinste geluiden onderscheiden en komen dus ruim op tijd te weten dat er<br />

gevaar dreigt. Andere diersoorten zijn niet zo’n goede hoorders, kijkers of<br />

ruikers, maar hebben het vermogen ontwikkeld om zich op één of andere<br />

manier onzichtbaar te maken voor de vijand. Zij hebben hun<br />

onzichtbaarheid te danken aan de kleur van hun huid of hun vacht. Doordat<br />

de ijsbeer en de sneeuwuil wit zijn, kan je hen moeilijk onderscheiden van<br />

de sneeuwvelden waar ze leven. Ook de kikker is onopvallend in zijn vijver:<br />

van boven is hij immers net zo groen als de planten en het kroos die op het<br />

water drijven, en zijn buik is even bleek als het licht dat door water schijnt.<br />

In de Afrikaanse vlakte, vol met schaduw- en kleurvlekken, vallen de<br />

gevlekte giraffen of de gestreepte zebra’s vaak helemaal niet op. Het<br />

vermogen om niet op te vallen in de omgeving noemt men camouflage.<br />

Een dier dat de technieken van camouflage het best beheerst is de<br />

kameleon. Hij is namelijk in staat van kleur te veranderen: als hij op een<br />

kale tak gaat zitten, wordt hij al heel gauw bruin van kleur; kruipt hij even<br />

later op een tak met bladeren, dan geeft hij zichzelf prompt een groen<br />

kleurtje.<br />

18


Opdracht:<br />

Duid in de 5 artikeltjes van p. 17 aan op welke manier de schildpad, de gems,<br />

de steenvis, het stinkdier en de springbok erin slagen om aan tanden en<br />

klauwen van roofdieren te ontsnappen.<br />

Voer daarna de volgende opdrachten uit:<br />

Vraag 1<br />

Welk dier hoort waar Geef aan in welk DEEL van de tekst van p. 18 de vijf<br />

dieren van p. 17 goed zouden passen. Schrijf het nummer van het DEEL in de<br />

kolom.<br />

Voorbeeld:<br />

De springbok<br />

Hoort bij<br />

DEEL ………….<br />

Doe nu hetzelfde voor de schildpad, de gems, de steenvis en het stinkdier.<br />

Opgelet, het is ook mogelijk dat een dier past bij twee of drie DELEN. Als dat<br />

zo is, schrijf dan het nummer van ALLE DELEN waar het dier bij past, mee in<br />

de kolom.<br />

De schildpad<br />

De gems<br />

De steenvis<br />

Het stinkdier<br />

Hoort bij<br />

DEEL ………….<br />

DEEL ………….<br />

DEEL ………….<br />

DEEL ………….<br />

Vraag 2<br />

Bepaalde diersoorten kunnen ervoor zorgen dat hun vijand hen niet opmerkt.<br />

Voor welke soorten zegt de tekst op p. 18 dat dit het geval is Je mag meerdere<br />

antwoorden aankruisen.<br />

dieren die heel snel kunnen lopen<br />

dieren met een scherp gehoor<br />

dieren die hun kleur kunnen aanpassen aan de plek waar ze zijn<br />

dieren met een ondergronds hol<br />

dieren met heel goede ogen<br />

dieren met een scherpe reukzin<br />

dieren met speciale poten<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

19


Vraag 3<br />

Duid aan of de uitspraak waar is of niet waar. Leg ook kort uit waarom je dat denkt.<br />

Je hoeft geen volledige zinnen te schrijven.<br />

3.1 Het schild van een schildpad bestaat uit twee verschillende soorten<br />

materialen<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

.............................................................................................................................<br />

.............................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

..........................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................<br />

3.2 Het stinkdier verdedigt zichzelf door speeksel in de richting van zijn<br />

tegenstander te spuwen.<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

..........................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

..........................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................<br />

3.3 Gemzen hebben niet veel plaats nodig om veilig neer te komen na het<br />

springen.<br />

WAAR, de tekst zegt:<br />

..........................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................<br />

NIET WAAR, de tekst zegt:<br />

..........................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................<br />

NAAM: ...................................................................................................<br />

KLAS: ....................................................................................................<br />

SCHOOL: ...............................................................................................<br />

20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!