Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
OVERLEVEN IN HET WILD<br />
Opdracht:<br />
Hieronder vind je een tekst uit een schoolboek. De tekst geeft een overzicht<br />
van de verschillende manieren waarop dieren proberen te voorkomen dat<br />
zij door andere dieren worden gedood en opgegeten. Voor elke manier vind<br />
je in de tekst ook een of meer voorbeelden.<br />
Lees de tekst aandachtig.<br />
Voor veel dieren in het wild is het leven<br />
heel zwaar. Planteneters (zebra’s,<br />
giraffen, konijnen) worden opgegeten<br />
door vleeseters (leeuwen, luipaarden,<br />
vossen). Maar er zijn ook vleeseters die<br />
op hun beurt worden opgegeten door<br />
grotere dieren. Dieren die als voedsel dienen voor andere dieren worden<br />
prooidieren genoemd. Om te voorkomen dat ze door hun vijanden worden<br />
opgegeten, hebben prooidieren in de loop van de tijd allerlei vaardigheden<br />
en eigenschappen ontwikkeld.<br />
DEEL 1<br />
Sommige prooidieren hebben geleerd heel snel en handig te lopen, vliegen<br />
of zwemmen en slagen er dus vaak in aan hun vijand te ontsnappen als die<br />
hen achterna zit. Zo kunnen bijvoorbeeld herten en wilde paarden in minder<br />
dan geen tijd een hoge snelheid ontwikkelen; konijnen kunnen grote<br />
sprongen maken en brengen hun achtervolger in verwarring door snelle<br />
zigzagbewegingen; ook duiven weten door snel zigzaggen te ontkomen<br />
aan roofvogels als valken en haviken.<br />
DEEL 2<br />
Andere prooidieren beschikken dan weer over speciale<br />
verdedigingsmiddelen zoals onder meer slagtanden, gif, hoorns, poten of<br />
klauwen, en gaan daarmee in de tegenaanval. Denk aan de hoorns van de<br />
antiloop, het hert of de bizon of aan de stevige poten van de zebra.<br />
DEEL 3<br />
Er zijn ook prooidieren die helemaal niet hoeven te vluchten of in de<br />
tegenaanval te gaan omdat ze voorzien zijn van een natuurlijke<br />
bescherming tegen tanden of klauwen: stekelvarkens en egels hebben<br />
harde stekels, gordeldieren zijn ingepakt in een soort van harnas en<br />
slakken zitten veilig in een huisje.<br />
DEEL 4<br />
En dan heb je tenslotte nog de prooidieren die in staat zijn om te<br />
voorkomen dat hun vijanden hen in het oog krijgen. Bepaalde diersoorten<br />
hebben namelijk zo’n sterk ontwikkelde zintuigen dat ze de vijand kunnen<br />
horen, zien of ruiken voordat hij hen heeft opgemerkt. Denk bijvoorbeeld<br />
aan dolfijnen en bruinvissen: zij kunnen van op zeer grote afstand de<br />
kleinste geluiden onderscheiden en komen dus ruim op tijd te weten dat er<br />
gevaar dreigt. Andere diersoorten zijn niet zo’n goede hoorders, kijkers of<br />
ruikers, maar hebben het vermogen ontwikkeld om zich op één of andere<br />
manier onzichtbaar te maken voor de vijand. Zij hebben hun<br />
onzichtbaarheid te danken aan de kleur van hun huid of hun vacht. Doordat<br />
de ijsbeer en de sneeuwuil wit zijn, kan je hen moeilijk onderscheiden van<br />
de sneeuwvelden waar ze leven. Ook de kikker is onopvallend in zijn vijver:<br />
van boven is hij immers net zo groen als de planten en het kroos die op het<br />
water drijven, en zijn buik is even bleek als het licht dat door water schijnt.<br />
In de Afrikaanse vlakte, vol met schaduw- en kleurvlekken, vallen de<br />
gevlekte giraffen of de gestreepte zebra’s vaak helemaal niet op. Het<br />
vermogen om niet op te vallen in de omgeving noemt men camouflage.<br />
Een dier dat de technieken van camouflage het best beheerst is de<br />
kameleon. Hij is namelijk in staat van kleur te veranderen: als hij op een<br />
kale tak gaat zitten, wordt hij al heel gauw bruin van kleur; kruipt hij even<br />
later op een tak met bladeren, dan geeft hij zichzelf prompt een groen<br />
kleurtje.<br />
18