Jeugdplan IJ.V.V. de Zwervers

IJ.V.V. De Zwervers: Jeugdplan 2012 – 2015
Kenmerken:
Nog steeds snel afgeleid;
Een meer sociaal gedrag;
Leergierig;
Beter balgevoel;
Ziet verschil in niveau binnen de groep;
Speelt meer in teamverband (sportieve wedstrijdhouding en leren omgaan met medespelers);
Nog geringe kracht en prestatieduur.
Accenten voor de training:
Technische voetbalvaardigheden, zoals dribbelen, drijven, passeren, aannemen, hooghouden en
trappen van de bal en afwerken op het doel;
Oefenen in het spel en wedstrijdvormen, er moet in iedere oefening een mogelijkheid tot scoren
zitten;
Kleine partijtjes 3:3, 4:4 en positiespelletjes 3:1 en 5:2.
Als ze naar de D pupillen overgaan, moeten ze deze basisvaardigheden van het voetballen goed
beheersen. Ze moeten goed kunnen dribbelen en drijven, en met de bal aan de voet van spelrichting
kunnen wisselen. Ze moeten de bal goed aannemen, trappen en passen, zowel met de binnenkant van
de voet als met de wreef. Ook moeten ze (het doel van) een positiespelletje enigszins begrijpen en
uitvoeren. Na de winterstop worden de spelers voorbereid voor de overgang naar de D-pupillen.
5.3 D-Pupillen
Deze leeftijdsperiode is zeer belangrijk in de ontwikkeling van een jeugdvoetballer. Men moet in deze
periode leren om onder weerstand van ( een) tegenstander(s) de bal goed te verwerken en een tot
juiste voortzetting te kunnen komen.
Dit uit zich in aanvallend in:
Het vrijlopen en het aanbieden;
Het uitspelen van spelsituaties 2 – 1 en 3 – 2 en 1 – 1;
De individuele passeer (schijn) actie;
Doelgerichtheid.
Dit uit zich verdedigend in:
Het dekken van de tegenstander;
Het afpakken van de bal;
Het storen van de tegenstander;
Het opbouwen van het spel.
Dit uit zich in balbezit/balverlies en balverlies en balbezit:
Het snel kunnen omschakelen van aanvallen naar verdedigen en omgekeerd.
Tevens is het van belang dat in deze leeftijdsfase een correcte discipline wordt aangehouden t.a.v.:
Scheidrechters / grensrechters / trainers / leiders / medespelers / tegenstanders.
Kenmerken:
Erg leergierig;
Goed sociaal besef;
Goed gevoel voor de bal;
Redelijke kracht en duurbelasting mogelijk;
Zijn in staat speltechnische oefeningen uit te voeren;
Kunnen taken uitvoeren ( bijv. dekken van de tegenstander).
Accenten voor de training:
Technische vorming onder weerstand, dus in wedstrijdsituaties;
Positiespelen 3:1, 5:2, partijspelen 4:4, 8:8 en zelfs 11 tegen 11;
Begrippen als vrijlopen en dekken, kantelen, knijpen wordt nu duidelijk;
Veel spelsituaties trainen;
Looptechniek;
Versie 2.0 pagina 16