30.01.2015 Views

Duurzame onbestendigheid: Deel 1 - 2 - Packed

Duurzame onbestendigheid: Deel 1 - 2 - Packed

Duurzame onbestendigheid: Deel 1 - 2 - Packed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2. Digitale archivering<br />

2.1. technologisch drijfzand<br />

“Our time is the Golden Age of Deadmedia, most of them with the working lifespan of a pack of Twinkies.”<br />

Bruce Sterling 1<br />

“While many arguments for digitization are propagated by vendors and corporate technocrats (who may have<br />

other agendas of their own), the reality is that there is no "one" form of digitization, just as there is no one "truth"<br />

Jim Lindner 2<br />

“Whether we like it or not, we are today on the doorstep of an all-digital world” 3 , zo stelt professor Aleksandar<br />

Todorovic in zijn paper New Tendencies in television technology. De mogelijkheid om beeld en geluid te<br />

representeren in een stroom van bits en bytes, met nieuwe mogelijkheden voor productie, consultatie, distributie<br />

en reproductie als gevolg, heeft grote implicaties op alle vlakken van de culturele ordening. Digitale archivering –<br />

dat refereert naar verschillende methodes om digitaal materiaal levend te houden voor de toekomst 4 - lijkt een<br />

evident en onafwendbaar uitvloeisel van het ‘mediaonafhankelijke’ digitale tijdperk. Het komt er op aan om er op<br />

een efficiënte manier mee om te gaan – en net op dat vlak zijn er nog heel wat barrières te overbruggen. De<br />

wrijving tussen het idee van een veilig en weerbaar archief en het technologisch drijfzand dat digitalisering met<br />

zich meebrengt is een van de belangrijkste kwesties voor mediacollecties. Het centrale thema bij het cultureel<br />

gebruik van deze technologieën is de lange termijn overleving en overlevering van informatie en de vraag hoe die<br />

weelde aan tekst, beeld en klank efficiënt kan gestructureerd en gerelateerd worden. Parallel groeit echter ook<br />

een algemene verontrusting dat cultureel waardevol materiaal reeds verloren is gegaan of op dit eigenste moment<br />

verdwijnt en meer nog, dat de informatie die vandaag aan een steeds sneller tempo wordt aangemaakt nog veel<br />

complexer is om consequent en consistent te archiveren.<br />

Bruce Sterling : “Bits have no archival medium. We haven’t invented one yet. If you print something on acid-free<br />

paper with stable ink, and you put it in a dry dark closet, you can read it in 200 years. We have no way to archive<br />

bits that we know will be readable in even 50 years. Tape demagnetizes. CDs delaminate. Networks go down.” 5<br />

Digitale archivering beoogt idealiter het behoud en beheer van data voor decennia, eeuwen en zelf langer. De<br />

opslagmedia, input en output elementen, programmeertalen, software applicaties en standaarden, noodzakelijk<br />

om informatie te vinden en interpreteren worden echter om de zoveel jaar herzien of vervangen. Lange termijn<br />

perspectieven zijn in die zin relatief en onvatbaar. Met die wetenschap definieert het invloedrijke OAIS<br />

referentiemodel ‘lange termijn’ als volgt:<br />

“A period of time long enough for there to be a concern about the impacts of changing technologies, including<br />

support for new media and data formats, and of a changing user community, on the information being held in a<br />

repository. This period extends into the indefinite future.” 6<br />

De voortdurend aangroeiende archiefcollecties en creatie van content en de evoluerende complexiteit van digitale<br />

informatiebronnen zorgen ervoor dat de bestaande archiveringsmethodes drastisch moeten herzien worden.<br />

Digitale objecten vergen immers een complexer apparatus om gebruikt te kunnen worden: ze moeten zowel door<br />

1 The Dead Media Project (http://www.wps.com/dead-media/index.html)<br />

2 Lindner, J., ‘Digitization Reconsidered’, AMIA Newsletter 33, 22-23, 29-30, 1996<br />

(http://palimpsest.stanford.edu/byauth/lindner/digirecon.html).<br />

3 Todorovic, A., New Tendencies in television technology, 2003. (http://161.58.124.223/todorovic.pdf)<br />

4 Waters, D. , ‘Digital Preservation’, CLIR Issues, november/December 1998.<br />

(http://www.clir.org/pubs/issues/issues.html)<br />

5 Sterling, B., ‘Digital Decay’ in Depocas, A., Ippolito, J. , Caitlin J. (Ed.), Permanence Through Change, The<br />

Variable Media approach, 2003, p. 20. (http://variablemedia.net/e/preserving/html/var_pub_index.html)<br />

6 OAIS Resources (http://www.rlg.org/longterm/oais.html)<br />

73


machines als door mensen kunnen gelezen worden. In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen is digitale<br />

informatie allesbehalve secuur, maar in grote mate efemeer. Filip Boudrez van het David project van Stadsarchief<br />

Antwerpen: “Pas wanneer men vanaf het digitaliseringsmoment met digitale archivering op lange termijn rekening<br />

houdt, is het mogelijk om gedigitaliseerde documenten in de toekomst te blijven raadplegen en de kwaliteit ervan<br />

intact te houden. Zonder een duidelijke bewaarstrategie voor digitale documenten loopt men het risico meer<br />

informatie en kwaliteit te verliezen in vergelijking met het 'generatieverlies' in de analoge wereld, of zelfs het hele<br />

document kwijt te raken. Niet meer raadpleegbare gedigitaliseerde audio-visuele opnamen worden immers als<br />

verloren beschouwd” 7 .<br />

Digitalisering is dus absoluut geen oplossing voor de technologische veroudering van analoge afspeelapparatuur,<br />

wel integendeel. Door te digitaliseren wordt men afhankelijk van hard- en software voor de reconstructie van<br />

geluid- en beeldopnamen. Bovendien evolueren de formaten, standaarden, software etc. voor de verschillende<br />

types van digitale (net als elektronische) informatie aan verschillende tempo’s, wat de complexiteit voor het<br />

ontwikkelen van efficiënte lange termijn preservatiestrategieën nog bemoeilijkt. Dit probleem berust op twee<br />

belangrijke punten 8 :<br />

• Product life cycle: de snelle en continue ontwikkeling van technologie in alle domeinen vergroot de nood om<br />

nieuwe producten te ontwikkelen, met betere karakteristieken. Dit betekent dat de levensduur van producten in<br />

de toekomst steeds korter wordt.<br />

• Product support cycle: de technische ondersteuning van een product verandert ook in termen van tijd. In het<br />

verleden werd steeds een garantie gegeven van meer dan tien jaar. Vandaag is dat tussen vijf en tien jaar en<br />

dalend.<br />

Figuur 1: preservatie in de digitale wereld, “the irony of modern media” 9<br />

Paul Conwey schetste in de bovenstaande figuur de grote paradox: de mogelijkheden op het gebied van opslag en<br />

ontsluiting worden groter, de levensduur wordt schrikwekkend kleiner. De grote afhankelijkheid van complexe<br />

systemen die om de zoveel jaar aan een upgrade of vervanging toe zijn, brengen aldus een constant en<br />

7 Boudrez, F., Videoarchivering: bruggen bouwen op technologisch drijfzand, DAVID/Stadsarchief Antwerpen, 2004<br />

(http://www.antwerpen.be/david/website/teksten/Presentaties/Abstract_Technologisch_Drijfzand.pdf)<br />

8 FIRST, State of the art reports, 2003, p. 205 (http://www.film-first.org)<br />

9 Conway, P., Preservation in the Digital World, Washington, D.C.: Commission on Preservation and Access, 1996.<br />

(http://www.clir.org/cpa/reports/conway2/)<br />

74


perpetueel onderhoud in het vooruitzicht.<br />

Paul Conway: “Future access depends on an unbroken chain of such migrations frequent enough to prevent<br />

media from becoming physically unreadable or obsolete before they are copied. (…) A single break in this chain<br />

renders digital information inaccessible, short of heroic effort. 10 "<br />

Een veel geciteerd voorbeeld in dit verband is BBC’s Contemporary Doomsday Project. In 1986 publiceerde de<br />

BBC een laserdisk met een multimediale database die een statistisch en visueel beeld schetste van het<br />

toenmalige Groot-Brittannië. Amper 15 jaar na de beëindiging van het project bleek de data niet meer leesbaar<br />

zijn, door een gebrek aan de nodige apparatuur en technologische ondersteuning. Het document moest gered<br />

worden met behulp van emulatietechnieken, ontwikkeld door verschillende universiteiten.<br />

Digitalisering en digitale archivering bieden dus veel mogelijkheden en voordelen, maar minstens evenveel<br />

gevaren. In de Guidelines for the preservation of digital heritage, een rapport dat de UNESCO opstelde in 2003,<br />

worden een aantal gevaren aangegeven, zoals de natuurlijke foutengeneratie, het verval van de drager, het gevaar<br />

van hacking en virussen, natuurrampen en, niet te vergeten, “business failure” 11 . Zoals Jeff Rothenberg stelt<br />

“Digital Records last forever – or five years, whichever comes first.”. Hij stelde een shortlist van grote gevaren van<br />

digitale archivering op 12 :<br />

• Verval of ‘evaporatie’ van bits door fysieke, chemische en magnetische effecten<br />

• Gelimiteerde levensduur van media<br />

= fysieke en logische formaat incompatibiliteit<br />

= onbeschikbaarheid van geschikte ‘drives’ of ‘controllers’<br />

• Afhankelijkheid van incompatibele of gedateerde software. Digitale (=gecodeerde) data kan immers maar<br />

geïnterpreteerd worden met behulp van een software programma<br />

• Afhankelijkheid van gedateerde software omgevingen: I/O drivers etc. voor de software<br />

• Afhankelijkheid van gedateerde hardware. Je hebt hardware nodig om de geschikte software te kunnen<br />

draaien<br />

Tot zover een beeld van de doemscenario’s, die echter zowel voor digital-born documenten als gedigitaliseerd<br />

materiaal in bedwang kunnen worden gehouden mits het consequent implementeren en hanteren van digitale<br />

archiveringsprocedures en bewaarstrategieën.<br />

2.2. digitale archiveringsprocedures 13<br />

Voor de archivering van digitale archiefdocumenten zijn in principe diverse archiveringsprocedures toepasbaar.<br />

Voor de archiefbeheerder is het van belang om de archiveringsprocedure te kiezen die het meest efficiënt is voor<br />

haar organisatie en haar archiefdocumenten. Het uittekenen van een goede archiveringsprocedure is een proces<br />

dat globaal gezien in twee stappen opsplitsbaar is:<br />

1. het definiëren van de algemene criteria waaraan een archiveringsprocedure moet beantwoorden<br />

2. het concreet invullen van de archiveringsprocedure op basis van een beslissingsmodel<br />

10 In Rothenberg, J., Ensuring the longevity of digital information, Santa Monica, 1999<br />

(http://www.clir.org/pubs/archives/ensuring.pdf)<br />

11 UNESCO, Guidelines for the preservation of digital heritage, 2003<br />

(http://unesdoc.unesco.org/images/0013/001300/130071e.pdf)<br />

12 Rothenberg, J., Digital Preservation Summary, presentatie, april 2003<br />

(http://www.pro.gov.uk/about/preservation/ digital/conference/slides/rothenberg.pdf)<br />

13 Dit deel werd in grote mate overgenomen uit Boudrez, F., Dekeyser, H., DAVID. Digitaal Archiveren in de<br />

Praktijk. Handboek, Stadsarchief Antwerpen/ICRI, Antwerpen – Leuven, 2003. (http://www.antwerpen.be/david/)<br />

75


2.2.1. Het OAIS Model<br />

Een invloedrijk preservatiemodel voor digitale documenten werd door de NASA geconstrueerd: het OAIS (Open<br />

Archival Information Systems) model 14 , niet opgemaakt als blauwdruk voor een werksysteem maar als een<br />

conceptuele structuur. Het model werd inmiddels als ISO-standaard vastgelegd en staat aan de wieg van het gros<br />

van de huidige modellen voor digitale archivering. De belangrijkste realisering van OAIS is het sensibiliseren van<br />

het begrip van de fundamentele voorwaarden die moeten voorzien worden bij de lange termijn bewaring van<br />

digitaal materiaal. Het complexe model kan gesimplificeerd weergegeven worden in een overzicht van de primaire<br />

onderdelen van een archiveringssysteem:<br />

• inname (‘ingest’): kwaliteitscontrole, registratie, beschrijving, extractie metadata, transformatie<br />

archiefdocumenten, enz.<br />

• lange termijn opslag (‘archival storage’) (fysiek beheer): goede materiële omstandigheden voorzien, vervangen<br />

dragers, foutopsporing (checksums), rampenplan, back-ups maken, leesbaar houden, enz.<br />

• toegankelijk maken (‘Acces’)(intellectueel beheer): beheren en bijwerken beschrijvingen en metadata,<br />

zoekmogelijkheden voorzien<br />

• beheer (‘data management’): formuleren beleid, overleggen met archiefvormers, standaarden vastleggen,<br />

beheer digitaal depot, bijhouden documentatie, opvolgen technologische veranderingen, enz.<br />

• ter beschikking stelling: archieftoegangen en archiefdocumenten beschikbaar stellen<br />

Figuur 2: schematische voorstelling van het OAIS model<br />

AIP = Archival Information Package: de metadata structuur voor langetermijnopslag.<br />

SIP = Submission Information Package: wat opgeslagen moet worden<br />

DIP = Dissemination Information Package: wat op vraag ontsloten wordt.<br />

Deze vijf functies vormen de sleutelprocessen in elke archiveringsprocedure voor digitale archiefdocumenten en<br />

overbruggen de documentenstroom tussen archiefvormer en archiefgebruiker. Hoe deze processen vorm krijgen<br />

is afhankelijk van de concrete invulling van de archiveringsprocedures.<br />

2.2.2. Het DAVID-beslissingsmodel<br />

Het David project, gestart onder de vleugels van het Stadsarchief Antwerpen geeft drie soorten criteria waaraan<br />

elke archiveringsprocedure moet beantwoorden:<br />

14 http://ssdoo.gsfc.nasa.gov/nost/isoas/<br />

76


1. juridisch: het juridisch kader waarbinnen de archiveringsprocedure plaats vindt, houdt doorgaans een aantal<br />

beperkingen en/of verplichtingen in waaraan moet voldaan worden. In het algemeen dient rekening gehouden<br />

te worden met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de openbaarheidsverplichtingen, de<br />

bescherming van het auteursrecht. Bovendien kan voor elk type archiefdocument nog andere specifieke weten<br />

regelgeving gelden.<br />

2. archiefwetenschappelijk: de digitale archiefdocumenten dienen te beantwoorden aan een aantal<br />

archivistische kwaliteitsvereisten zoals digitale duurzaamheid, zo autonoom en zelfvoorzienig mogelijk,<br />

voorzien van de nodige metadata, gecontextualiseerd, enz.<br />

3. implementatie: technologische infrastructuur, schaalbaarheid, gebruiksvriendelijkheid, medewerking en<br />

bereidwilligheid gebruikers, enz.<br />

Figuur 3: het DAVID beslissingsmodel<br />

Eens de algemene criteria gedefinieerd zijn, legt men in een volgende stap de bouwstenen van de eigenlijke<br />

archiveringsprocedure vast. Het DAVID-beslissingsmodel kan hierbij als leidraad dienen. Dit beslissingsmodel kan<br />

worden toegepast voor de archivering van allerlei soorten digitale archiefdocumenten.<br />

Op basis van het beslissingsmodel worden concrete keuzes gemaakt en wordt een antwoord geformuleerd op vier<br />

vragen:<br />

- WAT archiveren<br />

- HOE archiveren<br />

- WIE archiveert<br />

- WANNEER archiveren<br />

77


Figuur 4: het DAVID beslissingsmodel 2<br />

De vertrekbasis voor het beantwoorden van deze vier vragen is het informatiesysteem waarbinnen de<br />

archiefdocumenten worden opgemaakt, ontvangen of beheerd. Typisch voor het beslissingsmodel is dat het<br />

antwoord op één van de deelvragen mee het antwoord van de andere deelvragen zal/kan bepalen. Een antwoord<br />

op de HOE-vraag – de keuze van een bewaarstrategie en formaat – zal mee vastleggen WAT wordt gearchiveerd.<br />

2.3. Bewaarstrategieën 15<br />

“When all data are recorded as 0s and 1s, there is, essentially, no object that exists outside the act of retrieval.<br />

The demand for access creates the 'object', that is, the act of retrieval precipitates the temporary reassembling of<br />

0s and 1s into a meaningful sequence that can be decoded by software and hardware.”<br />

Abby Smith, Preservation in the Future Tense 16<br />

De laatste jaren werden een aantal uitgebreide initiatieven opgestart om het probleem van preservatie van digitale<br />

content te ontwarren. Het Library of Congress in de VS heeft recent 100 miljoen dollar ter beschikking gekregen<br />

voor het uitwerken van een National Digital Information Infrastructure and Preservation Program (NDIIPP) 17 . Het<br />

eerste onderdeel van het programma was een survey van de status van digitale preservatie binnen de<br />

Amerikaanse archieven. Tegelijk werden een aantal experts aangezocht om papers te schrijven over de<br />

preservatie van web sites, elektronische tijdschriften, digitaal opgenomen klank, digitaal bewegend beeld en<br />

digitale televisie 18 . Ook andere initiatieven zoals het CEDARS project 19 , CAMiLEON 20 , NEDLIB 21 , de OCLC/RLG 22<br />

15 het grootste deel van dit hoofdstuk werd letterlijk overgenomen uit Boudrez, Filip, Digitale archivering: bruggen<br />

bouwen op technologisch drijfzand, Studiedag 'Video in Vraag: van analoge naar digitale beeldconservering',<br />

SMAK, 19 maart 2004. (http://www.antwerpen.be/david/website/teksten/Presentaties/<br />

Abstract_Technologisch_Drijfzand.pdf)<br />

16 Smith, A., Preservation in the Future Tense, Council on Library and Information Resources, 1998.<br />

(http://www.clir.org/)<br />

17 http://www.digitalpreservation.gov/ndiipp<br />

18 Building a National Strategy for Preservation: Issues in Digital Media Archiving, commissioned for and<br />

sponsored by the National Digital Information Infrastructure and Preservation Program, Library of Congress, 2002<br />

(http://www.clir.org/pubs/reports/pub106/contents.html)<br />

19 CEDARS, CURL Exemplars in Digital Archives. (http:/:www.leeds.ac.uk/cedars/)<br />

20 CAMiLEON (http:/:www.si.umich.edu/CAMILEON/)<br />

21 Networked European Deposits Library (NEDLIB) (http://www.kb.nl/coop/nedlib/)<br />

22 OCLC/RLG Working Group on Preservation Metadata (http://www.oclc.org/research/pmwg/)<br />

78


werkgroepen en in Vlaanderen, het DAVID project hebben gewerkt aan onderzoek rond preservatiestrategieën,<br />

voornamelijk gefocust op twee pistes: emulatie en migratie – of een amalgaam daarvan.<br />

2.3.1. Migratie<br />

Auteur: Filip Boudrez, DAVID project, Stadsarchief Antwerpen 23<br />

Migratie is de bewaarstrategie waarbij digitale documenten naar een geschikt archiveringsformaat worden<br />

omgezet. Op die manier verzekert men zich ervan dat de digitale documenten kunnen geraadpleegd worden met<br />

andere hard- en software dan diegene waarmee ze werden gecreëerd. Aangezien geschikte<br />

archiveringsformaten bij voorkeur standaardformaten zijn, is dit de bewaarstrategie waarbij de digitale<br />

documenten naar een standaardformaat worden omgezet. Standaarden zijn in principe gedocumenteerd, stabiel<br />

en niet afhankelijk van één producent. Migratie wordt soms ook wel aangeduid met ‘transformatie’ of<br />

‘normalisatie’ wanneer standaarden als doelformaat worden gebruikt.<br />

Voordelen van migratie als bewaarstrategie zijn onder meer:<br />

• archiefbeherende instellingen kunnen zelfstandig de migratiestrategie toepassen<br />

• digitale archiefdocumenten worden niet in een producent-, software- of versiegebonden bestand formaat<br />

bewaard<br />

• de specificatie van het bestandsformaat is beschikbaar: op basis van deze documentatie kan ten allen tijd een<br />

nieuwe viewer geprogrammeerd worden<br />

• beschikbaarheid van omzettingstools: er zijn niet alleen veel omzettingstools op de markt, migraties zijn ook<br />

gemakkelijk te realiseren met behulp van wijdverspreide computerprogramma’s<br />

De migratiestrategie heeft ook een aantal nadelen:<br />

• afhankelijkheid van beschikbare standaarden<br />

• kans op informatieverlies (bijv. wanneer het doelformaat bepaalde componenten van het oorspronkelijk formaat<br />

niet kan overnemen)<br />

Tot op heden is migratie de meest toegepaste bewaarstrategie voor digitale<br />

archiefdocumenten.Archiefinstellingen hebben ondertussen al een vrij veel expertise en ervaring inzake het<br />

gebruik van migratie opgebouwd zodat de risico's en de minpunten vrij goed ingeschat kunnen worden.<br />

2.3.2. Emulatie<br />

Auteur: Filip Boudrez, DAVID project, Stadsarchief Antwerpen 24<br />

Bij emulatie wordt niet de originele hard- en software bewaard, maar wordt het vereiste platform op een<br />

toekomstige computerconfiguratie gereconstrueerd zodat de computerbestanden in hun oorspronkelijk formaat<br />

raadpleegbaar zijn. Emulatie kan op diverse niveaus worden toegepast. Men kan computerhardware,<br />

besturingssystemen, specifieke software of een combinatie van dit alles nabootsen. Emulatie is mogelijk op basis<br />

van configureerbare chips (emulatie door hardware) of op basis van computerprogramma’s (emulatie door<br />

software).<br />

Inmiddels bestaan verschillende visies op de wijze waarop emulatie voor digitale archivering kan worden<br />

toegepast:<br />

- Jeff Rohenberg: Emulation Virtual Machine 25<br />

23 verscheen eerder in Boudrez, F., Dekeyser, H., DAVID. Digitaal Archiveren in de praktijk. Een handboek,<br />

Stadsarchief Antwerpen/ICRI, Antwerpen/Leuven, 2003.<br />

24 Ibid.<br />

79


- Steve Gilheany: Turing Machine 26<br />

- Raymond Lorie: Universal Virtual Machine (data preservatie, programma preservatie 27 )<br />

- Cedars & Camileon project: Migration on request 28<br />

Emulatie heeft een aantal interessante voordelen:<br />

• in theorie kunnen de documenten in hun oorspronkelijk formaat gearchiveerd worden<br />

• alle originele eigenschappen en functionaliteiten blijven behouden<br />

• er gaan geen elementen verloren ten gevolge van omzettingen<br />

• de authenticiteit van de digitale archiefdocumenten is gemakkelijker te garanderen<br />

• documenten hoeven niet omgezet te worden telkens hun formaat in onbruik raakt<br />

• de kostprijs is niet afhankelijk van het aantal gearchiveerde digitale documenten<br />

Anderzijds zijn er ook een aantal nadelen aan emulatie verbonden:<br />

• emulatie is technisch complex: de nodige know-how en expertise voor ontwikkeling en onderhoud zijn niet<br />

intern aanwezig. Archiefbeherende instellingen zijn bijgevolg afhankelijk van externe diensten en partners.<br />

• emulatie heeft hoge ontwikkeling- en onderhoudskosten: kunnen archieven die nu voor deze benadering<br />

kiezen de financiële inspanningen in de toekomst blijven leveren<br />

• de platformen waarop emulatieprogramma’s draaien, evolueren, wat op termijn omzettingen van of<br />

aanpassingen aan emulatieprogramma’s zal vergen<br />

• overkill: bepaalde emulatiebenaderingen gaan uit van de volledige reconstructie van de oorspronkelijke<br />

applicaties met alle functionaliteiten, terwijl in principe een viewer volstaat om het (statisch) archiefdocument<br />

weer te geven. Emulatie richt zich hoofdzakelijk op de lange termijn bewaring van systemen en software,<br />

terwijl de archivaris in eerste plaats de archivering van het digitaal archiefdocument beoogt.<br />

• de bescherming van het auteursrecht op hard- en software houdt restricties in voor reverse engineering en het<br />

bouwen van emulatoren<br />

• archiefvormers maken gebruik van tal van verschillende informatiesystemen, waarvan een aantal op maat van<br />

de organisatie zijn gesneden of ad hoc ontwikkeld zijn: archieven dienen over tal van emulatoren te beschikken<br />

en kunnen bepaalde kosten niet delen met andere archieven<br />

• emulatie van viewers voor gesloten of niet gedocumenteerde bestandsformaten op basis van reverse<br />

engineering is risicovol. Emulatie van viewers voor gestandaardiseerde en gedocumenteerde formaten is<br />

gemakkelijker en veiliger, maar blijft hoe dan ook technisch complex. Wordt emulatie dan toch voorafgegaan<br />

door een migratie naar een open, gedocumenteerd en gestandaardiseerd archiveringsformaat<br />

• gebruikers werken met oude software en kunnen geen gebruik maken van technologische vernieuwingen<br />

• archieven beheren niet alleen digitale archiefdocumenten, maar ook emulatiehardware en -software en<br />

bijhorende documentatie de praktische haalbaarheid van bepaalde emulatiepistes zal pas in de toekomst<br />

blijken<br />

De promotoren van emulatie als digitale bewaarstrategie schuiven voornamelijk het behoud van het oorspronkelijk<br />

computerbestand met alle originele eigenschappen als belangrijkste argument naar voor. Men beklemtoont in het<br />

bijzonder de mogelijkheid tot bewaring van de ‘look and feel’ en de functionaliteiten, terwijl deze eigenschappen<br />

bij migratie veelal gewijzigd worden of verloren gaan. Ze stellen niet de vraag of alle ‘originele’ eigenschappen<br />

25 Rothenberg, J., Bikson, T., Digital preservation: carrying authentic, understandable and usable digital records<br />

hrough time. report to the dutch national archives and ministry of the interior, 1999.<br />

(http://www.digitaleduurzaamheid.nl/bibliotheek/docs/final-report_4.pdf); Rothenberg, J., An<br />

experiment in using emulation to preserve digital publications, Den Haag, 2000<br />

(http://www.kb.nl/coop/nedlib/results/emulationpreservationreport.pdf); Rothenberg, J., Avoiding technological<br />

quicksand: finding a viable technical foundation for digital preservation. a report to the council on library and<br />

information resources, Washington, 1999 (http://www.clir.org/pubs/reports/rothenberg/pub77.pdf); Rothenberg,<br />

J., Ensuring the longevity of digital information, Santa Monica, 1999<br />

(http://www.clir.org/pubs/archives/ensuring.pdf).<br />

26 http://www.archivebuilders.com/aba010.html<br />

27 http://www.rlg.org/preserv/diginews/diginews5-3.html#feature2<br />

28 http:/:www.rlg.org/preserv/diginews/diginews5-4.html#feature2<br />

80


wel bijdragen tot de archiefstatus van een digitaal object en bijgevolg wel dienen gearchiveerd te worden, hoe de<br />

originele ‘look and feel’ kan gedefinieerd worden en of het behouden van de oorspronkelijke functionaliteiten wel<br />

noodzakelijk is. Ze beschouwen digitale archiefdocumenten louter als digitale artefacten waarvan alle<br />

eigenschappen behouden dienen te worden. Het is niet toevallig dat de grote emulatievoorstanders in de eerste<br />

plaats computerwetenschappers zijn, maar ook binnen de hedendaagse kunstwereld wordt emulatie voor heel<br />

wat elektronische en digitale werken als de meest valabele methode aangewezen (zie verder, hoofdstuk 4).<br />

Emulatie blijft globaal gezien een potentiële strategie die zijn nut voor de archivering van digitale<br />

archiefdocumenten kan hebben. In ieder geval heeft men nog maar beperkte ervaringen met emulatie als digitale<br />

bewaarstrategie. Er zijn nog maar weinig praktische en grootschalige emulatietoepassingen voor digitale<br />

archivering operationeel<br />

2.4. Formaten<br />

Het Library of Congress definieert formaten als<br />

“packages of information that can be stored as data files or sent via network as datastreams (aka bitstreams, byte<br />

streams).” 29<br />

Deze omschrijving omvat<br />

• alle bestandsformaten<br />

- aangeduid door bestandsextensies (bvb.mp3 )<br />

- aangeduid als Internet MediaType (bvb. text/html)<br />

- versies die evolueren over tijd (bvb. TIFF)<br />

- afleidingen voor meer specifieke doeleinden (bvb. TIFF-EP voor elektronische fotografie)<br />

• De gerelateerde formaten waarvan de familiale karakteristieken belangrijk zijn (bvb. WAVE als deel van<br />

de RIFF klasse)<br />

• De “wrappers” of containers, te onderscheiden op basis van hun onderliggende bitstreams (bvb. WAVE kan<br />

zowel LPCM audio (Linear Pulse Code Modulated, zoals op een CD) bevatten als meer gecompresseerde audio<br />

(zoals voor digitale telefonie))<br />

• Gebundelde formaten, die verschillende bestanden bundelen tot een digitaal, multimediaal werkstuk (bvb.<br />

MPEG21, MXF en AAF)<br />

The Library of Congress werkt aan een theoretisch referentiekader dat alle digitale formaten identificeert en<br />

documenteert die veelbelovend zijn voor langetermijnbewaring.<br />

Er zijn zeven belangrijke factoren geïdentificeerd die in rekening moeten gebracht te worden bij de keuze van<br />

doelformaten. Ze gelden voor alle soorten digitale informatie, onafhankelijk van de gebruikte bewaarstrategie:<br />

migratie, emulatie of een hybride aanpak 30 .<br />

• Ontsluiting: Zijn specificaties en tools om technische integriteit te valideren beschikbaar voor de producenten<br />

en bewaarders van digitale content Preservatie is afhankelijk van het begrip hoe informatie in digitale<br />

bestanden wordt gerepresenteerd in bits en bytes. Hier komt het belang van open formaten en Open Source<br />

naar voren en dan vooral de documentatie ervan.<br />

• Adoptie: Wordt dit formaat reeds gebruikt door de initiële producenten en gebruikers van informatiebronnen<br />

Als een formaat wijdverbreid is, is de kans kleiner dat het formaat op korte termijn verdwijnt en zijn tools voor<br />

migratie en emulatie sneller voorhanden.<br />

• Transparatie: Is de digitale representatie of codering open voor directe analyse Digitale formaten waarbij de<br />

onderliggende informatie simpel en direct beschikbaar is, zijn gemakkelijker om te migreren. Compressie<br />

onderdrukt transparantie.<br />

• Zelfdocumentatie: Bevat het bestandsformaat metadata om de data te lezen of zijn context te begrijpen<br />

Zelfdocumenterende formaten, die descriptieve, technische en administratieve bevatten zijn duurzamer en<br />

minder kwetsbaar dan diegenen die gescheiden zijn van hun belangrijkste metadata.<br />

29 http://www.digitalpreservation.gov/formats/intro/format_eval_rel.shtml<br />

30 zie http://www.digitalpreservation.gov/formats en http://www.loc.gov/rr/mopic/avprot/SoundSavings03.ppt<br />

81


• Externe afhankelijkheden: refereert naar de mate waarin een specifiek formaat afhangt van specifieke hard-<br />

en software en bestuurssysteem en de complexiteit om daar in toekomstige technische omgevingen mee om te<br />

gaan. Voor dynamische content (interactief bvb.) is dit nog een stuk moeilijk en kostelijker dan statische<br />

content.<br />

• Impact van patenten: dit houdt verband met de softwarepatenten die in de V.S worden gehandhaafd en waar<br />

nu ook in Europa fel voor gelobbyd wordt (zie 2.6). Het bestaan van die patenten kan de ontwikkeling van Open<br />

Source encoders en decoders gevoelig dwarsliggen. Bovendien kunnen de prijzen voor commerciële software<br />

om content te transcoderen hoge licensiekosten incorporeren. Wanneer die licenties gebruiksroyalties<br />

aanrekenen, kan dat prijskaartje onvoorspelbaar en uitgebreid worden.<br />

• Technische beschermingmaatregelen: zoals reeds gesteld vormen technische DRM systemen zoals encryptie<br />

een hinderpaal voor archiveringspraktijk. Content mag niet beschermd worden door DRM systemen zoals<br />

encryptie. Formaten die gebonden zijn aan een fysieke drager of enkele kunnen gebruikt worden door een<br />

specifiek instrument zijn niet gepast voor preservatie, net als formaten die beperkt zijn in gebruik qua tijd of<br />

netwerkgebruik. Het gebruik van dit soort mechanismen is in de meeste gevallen optioneel en eerder gebonden<br />

aan de manier waarop een formaat wordt gebruikt in een commerciële context dan aan het formaat zelf.<br />

Afhankelijk van de karakteristieken, de verwachte kwaliteit en de functionaliteit van de content, zijn nog<br />

additionele factoren van toepassing. Voor klank en video zijn dit o.a. ook de ondersteuning van hoge resolutie,<br />

stereo en surround sound. Enkele formaten hebben speciale kenmerken die door wordt aangeduid als<br />

“functionality beyond normal rendering”, waarmee wordt verwezen naar de mogelijkheden om uitzonderlijke<br />

versies aan te maken van bepaalde informatietypes, afhankelijk van de noden van de gebruiker. Dit is bijvoorbeeld<br />

het geval voor MIDI files die nieuwe tonen en timbres mogelijk maken. Ook de zogenaamde rich-data content valt<br />

onder deze categorie: wanneer een bestand als master dienst doet, als basis voor verder gebruik. Dit is mogelijk<br />

van toepassing op klank en video.Op een rich-data klankopname is via normale afspeelapparatuur niet alle<br />

informatie hoorbaar, maar zo’n bestand kan wel worden aangepast of uitgebreid met minder kans op fouten dan<br />

wanneer ‘normale’ geluidskwaliteit zou toegepast zijn. In het geval van video kunnen bepaalde formaten (zoals<br />

MXF en Motion JPEG) ongecompresseerde video opslaan, wat voor preservatiedoeleinden de beste oplossing is.<br />

Maar de hoge datarate maakt dat de meeste computers dat bestand niet kunnen lezen. In een opslagsysteem<br />

zouden dergelijke bestanden beheerd worden in minder dan real-time en overgezet worden naar<br />

gecompreseerde files vooraleer ze te kunnen afspelen.<br />

Voor verdere richtlijnen en formaten voor het digitaliseren van tekst, afbeeldingen, websites, emails etc. verwijzen<br />

we naar de Digital Formats Web site van het Library of Congress en de richtlijnen van Filip Boudrez van het DAVID<br />

project 31 . Voor audio en video verwijzen we naar 3.1.<br />

2.5. Economische en beleidsmatige aspecten van digitale preservatie<br />

“data archives do not do well with budget interruptions.”<br />

Richard L. Hess 32<br />

Digitaal archiveren vergt een uitgebreide onderbouw van technische oplossingen, standaarden, businessmodellen<br />

en personeel. Zonder betaalbare economische modellen kunnen evenwel zelfs de meest efficiënte technische<br />

oplossingen niet ingezet worden. Het grootste deel van het internationaal onderzoek is gefocust op de technische<br />

en technologische kwesties, slechts weinig aandacht wordt besteed aan de analyse van de sociale en<br />

economische mechanismen die digitale archivering moeten mogelijk maken. Een referentiemodel zoals OASIS<br />

toont wel de meeste inherente activiteiten, maar niet hoe dit alles moet georganiseerd worden of welke financiële<br />

implicaties dit heeft. De ervaringen met digitale archivering zijn nog jong en nog steeds in volle ontwikkeling, er is<br />

dan ook nog geen sprake van een eenduidig kader van ‘best practices’. Empirische data over de kosten van<br />

31 zie o.a. http://www.antwerpen.be/david/website/teksten/Richtlijn9.pdf en<br />

http://www.antwerpen.be/david/website/teksten/DAVIDbijdragen/Standaarden.pdf<br />

32 http://palimpsest.stanford.edu/byform/mailing-lists/amia-l/2004/01/msg00244.html<br />

82


digitale preservatie zijn tot op heden niet beschikbaar, alhoewel instellingen zoals The Library of Congress 33 en<br />

het Europese PrestoSpace project daar sinds kort werk van maken. Zeker is dat de kostcomponenten van digitale<br />

preservatie in meer dan een opzicht verschillen van ‘fysieke’ preservatie. De levensduur van fysieke documenten<br />

kan mits omzichtige behandeling of migratie naar stabiele dragers verlengd worden wanneer nodig, digitale<br />

informatie vraagt echter een perpetueel onderhoud. De continuïteit van digitale collecties kan zelfs door korte<br />

storingen in management en financiering bedreigd worden. Het Interpares project (International Research on<br />

Permanent Authentic Records in Electronic Systems) heeft het in dit verband over het belang van het<br />

ononderbroken archiefbeheer (‘unbroken custody’), naast de betrouwbare kwaliteiten van het archiefpersoneel<br />

(‘trusted custodian’), als voorwaarden voor (het vertrouwen in) een lange termijn bewaring van digitale objecten 34 .<br />

Figuur 5: de context van digitale preservatie 35<br />

33 It’s about time, research challenges in digital archiving and long-term preservation, The National Science<br />

Foundation / The Library of Congress, augustus 2003.<br />

(http://www.digitalpreservation.gov/repor/NSF_LC_Final_Report.pdf)<br />

34 http://www.interpares.org/<br />

35 http://www.library.cornell.edu/iris/tutorial/dpm/foundation/oais/<br />

83


Figuur 6: het digitale preservatieproces 36<br />

Figuur 7: management en uitvoering van het preservatieproces 37<br />

Zoals uit bovenstaande figuren - uit een studie van Interpares - blijkt, moet voor digitale preservatie heel wat<br />

elementen in rekening genomen worden. Bovendien zijn er heel wat indicaties dat preservatie activiteiten in het<br />

digitale tijdperk in stijgende mate niet alleen perpetueel maar ook acuut en grootschalig zullen zijn. Brian Lovoie<br />

geeft in zijn rapport Of Mice and Memory: Economically Sustainable Preservation for the Twenty-first Century 38<br />

drie sleuteldomeinen waarin preservatie vanuit een economisch oogpunt zal geredefinieerd worden.<br />

36 Ibid.<br />

37 Ibid.<br />

38 Lovoie, B., ‘Of Mice and Memory: Economically Sustainable Preservation for the Twenty-first Century’, in:<br />

Access in the Future Tense, Council on Library and Information Resources, Washington, D.C., april 2004.<br />

(http://www.clir.org/pubs/abstract/pub126abst.html)<br />

84


1. Verantwoordelijkheden: De nieuwe informatietechnologieën hebben gezorgd voor nieuwe beslissingsmodellen<br />

binnen het preservatieproces. Dit heeft o.a. te maken met de diffusie tussen bewaarinstellingen en content<br />

providers.<br />

2. Begrotingen: digitale preservatie moet gebeuren met kennis van IT en het bewustzijn dat preservatie eerder<br />

een ‘proces’ wordt dan een ‘event’. Dit heeft heel wat impact op de investeringspolitiek van instellingen en de<br />

overheid.<br />

3. Organisatie: de tijdshorizon van preservatie krimpt - in het extreemste geval begint het preservatieproces al bij<br />

de creatie – met alle gevolgen vandien voor het collectiemanagement.<br />

Een digitale omgeving heeft onmiskenbaar een indringende invloed op de beheersprocessen, van selectie tot<br />

descriptie en kwaliteitszorg. Enkele traditionele procedures kunnen overbodig worden, andere kunnen<br />

geautomatiseerd of aangepast worden. Voor digitale documenten is de link tussen creatie en preservatie, zoals<br />

gesteld, veel belangrijker: de manier waarop een document is aangemaakt heeft een grote invloed op de<br />

preservatiemethode. Op dezelfde manier hebben de beslissingen die op het moment van het conserveren worden<br />

gemaakt een grote impact op de toegang tot de data.<br />

Instellingen met verantwoordelijkheden op het vlak van lange-termijn preservatie hebben dus efficiënte modellen<br />

nodig om het beheer en onderhoud van collecties richting te geven, om strategieën uit te bouwen en<br />

ontsluitingsniveau’s te definiëren. Het feit dat de technologieën voor digitale preservatie nog niet op punt staan en<br />

nog steeds in volle vaart evolueren maakt het echter moeilijk om over de nodige investeringen en kostenmodellen<br />

te beslissen. In een rapport van het Erpanet project worden volgende belangrijke kwesties aangehaald 39 :<br />

• De kosten beslaan alle activiteiten van creatie, registratie en ontsluiting.<br />

• Preservatie is een continu en actief proces<br />

• Preservatie is een lange termijn aangelegenheid die financieel consistent en consequent moet onderhouden<br />

worden<br />

In hetzelfde rapport wordt een overzicht gegeven van kostfactoren.<br />

Objecten<br />

Factoren/Aandachtspunten Financiële gevolgen Overwegingen<br />

Invloed op de creatie<br />

Bestaande objecten<br />

Minder invloed betekent meestal<br />

hogere kosten<br />

Bestaande objecten vragen meer<br />

voorbereidend werk voor<br />

verwerking en opslag<br />

Binnen een organisatie is het<br />

eenvoudiger om de creatie van<br />

documenten/informatieobjecten te<br />

beïnvloeden dan van buitenaf.<br />

Beleidsvoeringen, standaarden en<br />

procedures kunnen ondersteunend<br />

werken bij de creatie en het<br />

beheer<br />

Bestaande objecten, die vb.<br />

gemaakt werden met<br />

standaardsoftware vragen grotere<br />

inspanning naar voorbereiding en<br />

verwerking toe. Er bestaat ook<br />

meer risico dat de contextuele<br />

metadata ontoereikend zijn of zelfs<br />

ontbreken<br />

39 http://www.erpanet.org/www/products/tools/ERPANETCostingTool.pdf. Van 20 tot 22 september organiseert<br />

Erpanet een nieuwe seminarie, deze keer met de focus op businessmodellen voor digitale preservatie.<br />

85


Complexiteit<br />

Groeiende complexiteit van<br />

Complexe objecten zijn vaak<br />

objecten vragen meer onderhoud<br />

multimedia objecten of<br />

samengestelde objecten die<br />

bestaan uit diverse soorten<br />

formaten. Ze kunnen ook<br />

dynamisch gedrag vertonen<br />

Bewaarperiode<br />

Objecten langer bijhouden brengt<br />

meer onderhoud met zich mee<br />

Het is van belang om objecten niet<br />

langer dan nodig bij te houden<br />

Evaluatie/waarde<br />

De intrinsieke waarde van de<br />

informatieobjecten moet bepaald<br />

worden. Consequente en<br />

Dit gaat samen met de bepaling<br />

van het risico dat het object<br />

verloren gaat<br />

betrouwbare evaluatie helpt ook<br />

om kosten te reduceren<br />

Een consequent evaluatiebeleid<br />

helpt ook om alleen het<br />

hoogstnoodzakelijke over te<br />

houden<br />

Vaardigheden<br />

Specifieke vaardigheiden vereist<br />

Voorbeelden van specifieke<br />

vaardigheden:<br />

- begrip van de specifieke aard<br />

van digitale objecten<br />

- begrip van de beschikbare<br />

conservatiemethodes<br />

- Enz.<br />

Beschikbare vaardigheden moeten<br />

multidisciplinair zijn<br />

Mensen<br />

Kwaliteit<br />

Goed getrainde, bekwame en<br />

ervaren mensen zijn duur, maar<br />

reduceren de totale kost<br />

Kwaliteit valt moeilijk te definiëren<br />

en is sterk afhankelijk van de<br />

vereisten en de bedrijfscontext (i.e.<br />

conservatie die van toepassing is.<br />

Dit kan onder meer een voldoende<br />

aantal mensen inhouden, nodig<br />

om de vooropgestelde<br />

kwaliteitsnormen te halen<br />

Training<br />

Training moet up-to-date zijn en<br />

Snelle IT-ontwikkelingen en<br />

afgestemd op de specifieke<br />

functies van de job. Hiervoor zijn<br />

de nodige fondsen vereist<br />

nieuwe inzichten op het gebied<br />

van digitale bewaring en<br />

strategieën vereisen doorlopende<br />

training<br />

Ervaring<br />

Naarmate de ervaring toeneemt,<br />

De<br />

kunnen minder onvoorziene<br />

tegenslagen voorvallen<br />

informatieconserveringsdiscipline<br />

gaat voor op de technologie. Maar<br />

zonder technologie is conservatie<br />

onmogelijk<br />

Standaarden<br />

Standaarden<br />

Door het gebruik van<br />

standaarden is minder eigen<br />

ontwikkeling nodig, dit maakt<br />

tegelijk duurzame oplossingen<br />

mogelijk<br />

Standaarden blijven niet eeuwig<br />

bestaan, en er is een wijd<br />

keuzeaanbod<br />

Toch helpen standaarden om de<br />

kosten lager te houden<br />

86


Standaardformaten vereisen ook<br />

Metadata vormen een domein dat<br />

minder onderhoud en ze maken<br />

migratieprocedures eenvoudiger<br />

speciale aandacht vraagt.<br />

Algemeen gesproken: hoe minder<br />

metadata, des te lager de kosten.<br />

Standaardisering op het vlak van<br />

metadata (zowel op het vlak van<br />

syntax als semantiek) maken ook<br />

onderlinge bruikbaarheid mogelijk<br />

en efficiënte onderlinge<br />

bruikbaarheid maken eenvoudige<br />

en efficiënte uitwisseling,<br />

interactie en handel mogelijk<br />

Workflow<br />

Moet coherent en consequent<br />

zijn<br />

Procedures en<br />

conservatiestrategieën komen<br />

samen in een workflow. Helpt om<br />

een goed tijdschema op te stellen<br />

Praktijk<br />

Uitvoering<br />

Kosten omvatten mensen,<br />

materiaal. Geschikte en efficiënte<br />

softwaretools minimaliseren<br />

menselijke tussenkomst en laten<br />

de processen sneller verlopen<br />

Uitvoering en prestaties moeten<br />

geëvalueerd en regelmatig<br />

gecontroleerd worden<br />

Processen<br />

Elk proces zou op zich rendabel<br />

moeten zijn<br />

Dit veronderstelt een analyse van<br />

te nemen stappen binnen elk<br />

proces en een evaluatie van de<br />

noodzakelijke vaardigheden en<br />

tools (de geschiktheid van de<br />

hulpbronnen)<br />

Conservatiemethode<br />

Elk type zal een ander<br />

Mogelijke types methodes zijn<br />

kostenprofiel hebben<br />

Het kan nodig zijn om<br />

verschillende<br />

conservatiemethodes naast<br />

elkaar te gebruiken<br />

migratie, het gebruik van XML of<br />

andere standaarden, procedures<br />

voor harvesting of capture, UVCmethode,<br />

enz. Redenen voor een<br />

gamma van methodes zijn vb. een<br />

heterogene verzameling van<br />

Systemen, Methodes en Technologieën<br />

Validering van de methodes<br />

Validatie van de potentiële<br />

slaagkans van een methode is<br />

noodzakelijk voor er gebruik van<br />

gemaakt wordt<br />

verschillende objecttypes, of de<br />

noodzaak om de slaagkans bij<br />

conservatie te verhogen<br />

Opvolging en validering moeten<br />

voortdurend plaatsvinden. Dit zal<br />

de kwaliteit van de conservatie van<br />

objecten bevorderen. Op dit<br />

moment staan de<br />

conservatiemethodes nog in hun<br />

kinderschoenen en ze zullen<br />

evolueren<br />

Duurzaamheid<br />

Methodes moeten gekozen<br />

worden vanuit de gedachte dat<br />

ze verschillende IT-generaties<br />

overleven<br />

Essentieel om kosten te<br />

reduceren. Het ligt voor de hand<br />

dat methodes na verloop van tijd<br />

zullen evolueren door allerlei<br />

nieuwe inzichten, Het moet in zo'n<br />

gevallen eenvoudig zijn om ze in<br />

de praktijk aan te passen<br />

87


Overdraagbaarheid<br />

De gekozen<br />

conservatiemethodes moeten<br />

eenvoudige overdraagbaarheid<br />

naar andere of nieuwe<br />

systeemplatformen toelaten<br />

Dit geldt zowel voor de methode<br />

zelf als voor de objecten die ze<br />

ondersteunen<br />

Onderdelen<br />

Onderhoud<br />

Uitvoering<br />

Technische infrastructuur moet<br />

geïmplementeerd en<br />

onderhouden worden<br />

Het onderhoud van systemen,<br />

zowel om ze operationeel te<br />

houden als om ze actueel te<br />

houden<br />

Kosten omvatten mensen,<br />

materiaal. Geschikte en efficiënte<br />

softwaretools minimaliseren<br />

menselijke tussenkomst en laten<br />

de processen sneller verlopen<br />

Welke componenten nodig zijn<br />

hangt af van:<br />

- De aspiraties<br />

- De complexiteit van de objecten<br />

- De gekozen<br />

conservatiemethodes<br />

- Topologie<br />

Soms lijken standaardsystemen<br />

goedkoper, maar op termijn zijn ze<br />

duurder (vb. leveranciers proberen<br />

eerst klanten van zich afhankelijk<br />

te maken)<br />

Flexibiliteit<br />

Naar onderhoud op langere<br />

termijn toe en door de evoluties<br />

op het vlak van IT. Snelle evolutie<br />

op IT-vlak vraagt flexibiliteit in<br />

de toepassing<br />

Het moet mogelijk zijn om tegen<br />

een lage kostprijs nieuwe<br />

componenten toe te voegen<br />

Voorzieningen<br />

Locatie, beveiliging,<br />

veiligheidsvoorzieningen, backup<br />

(beschikbare opslagruimte)<br />

Conservatieklasse<br />

Modulariteit<br />

Er kan een onderscheid gemaakt<br />

worden tussen het bewaren van<br />

bitstreams en van functionaliteit<br />

(dat het bewaren van bitstreams<br />

mee omvat)<br />

Tijdens het onderhoud en bij<br />

vervanging van (delen van) de<br />

infrastructuur kan modulariteit<br />

het financiële rendement<br />

verhogen<br />

Het conserveren van bitstreams is<br />

goedkoper en eenvoudiger te<br />

realiseren dan het conserveren van<br />

functionaliteit. Functionaliteit kan<br />

tot op verschillende niveaus<br />

geconserveerd worden (vb.<br />

volledige functionaliteit<br />

veronderstelt emulatie van de<br />

originele technische omgeving)<br />

88


Wetgeving<br />

Organisaties en hun zaken<br />

kunnen onderworpen zijn aan<br />

specifieke wetgeving, mogelijk<br />

moeten ze zich verantwoorden<br />

Dit kan inhouden: verantwoording,<br />

toegankelijkheid, auteursrecht en<br />

privacykwesties<br />

Wetgeving en beleid<br />

Organisatie<br />

Beleid<br />

Relaties opbouwen<br />

Capaciteit uitbouwen<br />

Verantwoordelijkheden<br />

Elke organisatie moet een<br />

conservatiebeleid beleid hebben<br />

om een consequent en financieel<br />

efficiënt beheer mogelijk te<br />

maken.<br />

Samenwerking met andere<br />

organisaties kan kostenverlagend<br />

werken door synergieën en<br />

economy-of-scale<br />

Beleidsvoering moet ingebed<br />

worden in en verbonden worden<br />

aan de ondernemingsactiviteiten<br />

(incl. risk management)<br />

Ze moeten geactualiseerd worden<br />

volgens nieuwe inzichten en de<br />

evolutie van technologieën en<br />

conservatiemethodes<br />

Interne of externe audits kunnen er<br />

toe bijdragen om beleid actueel te<br />

houden<br />

Samenwerking kan bereikt worden<br />

via gezamenlijk onderzoek,<br />

gemeenschappelijk<br />

ondernemen,het delen van<br />

technische tools, infrastructuur,<br />

zowel als kennis. Vanuit een<br />

commerciëler standpunt kunnen<br />

activiteiten uitbesteed worden<br />

Uitbouwen van capaciteit is<br />

afhankelijk van de behoeftes van<br />

de organisatie, haar rol en<br />

verantwoordelijkheden<br />

Omvat ook identificatie van alle<br />

betrokkenen<br />

Figuur 8: kostfactoren van digitale preservatie 40<br />

Om deze factoren in te kunnen passen in een beleid, moet iedere organisatie zijn eigen behoeftes identificeren,<br />

afhankelijk van de economische en culturele context:<br />

• Behoeftes op institutioneel vlak en de conserverings- en archiveringsschaal<br />

• Juridisch kader<br />

• Types van documenten die gepreserveerd moeten worden<br />

• Consequenties voor organisatie, structuur en beleid<br />

• Te gebruiken methodes, standaarden, technologieën, systemen<br />

De kosten voor digitale preservatie zullen afhangen van de invulling van deze vijf factoren. Stephen Chapman<br />

stelde in een studie voor de Harvard University dat de inhoudelijke eigenschappen van het materiaal zelf in<br />

principe niet van belang zijn in termen van kosten 41 , refererend naar Kevin Ashley van the University of London<br />

Computer Centre die vaststelde dat preservatiekosten niet gelijk zullen zijn voor dezelfde materialen in<br />

verschillende archieven met verschillende functies. Wat wel een grote invloed heeft is de keuze van datakwaliteit:<br />

hoe meer compressie, hoe goedkoper. Hierdoor moeten vaak ook pragmatische curatoriale keuzes worden<br />

gemaakt: hoeveel materiaal kan je veroorloven om niet te bewaren Moet er, ondanks grote risico’s, toch<br />

compressie gebruikt worden om zoveel mogelijk materiaal te kunnen behouden Deze vragen spelen momenteel<br />

40 http://www.erpanet.org/guidance/index.php<br />

41 http://jodi.ecs.soton.ac.uk/Articles/v04/i02/Chapman/<br />

89


vooral voor audiovisueel materiaal, waar overigens bij het overzetten van analoog naar digitaal ook een hoge<br />

meerkost voor reiniging en restauratie meespeelt. Met digitaal archiveren wordt ongetwijfeld bespaard op ruimte<br />

en onderhoud (klimaatscontrole etc.), maar momenteel wegen die kosten nog niet op tegen perpetuele<br />

operationele kosten vanuit het perspectief van opslagmedia, IT management etc..<br />

Als men het bovendien heeft over digitale archieven van ettelijk terabytes (wat voor video niet ondenkbaar is)<br />

moet men vaststellen dat dit tot op dit moment het monopolie is van grote omroepen en IT departementen van<br />

grote bedrijven, met goed opgeleid personeel en degelijke infrastructuur. De grote noden van videocollecties en<br />

de komst van digitale opslagmethodes hebben als gevolg dat kleinschalige instellingen nu ook voor grootschalige<br />

taken worden geplaatst en moeten beslissen uit de plethora van methodes, factoren en bijhorende (hoge) kosten<br />

welke nu het meest opportuun en waardevol zijn op korte, middellange en lange termijn. Gerelateerd is de vraag<br />

in hoeverre kan samengewerkt worden om kosten te besparen door het delen van bepaalde activiteiten,<br />

faciliteiten – opslag, migratie, … - en referentieservices, binnen dezelfde sector en misschien zelfs tussen<br />

verschillende sectoren. En dat zijn wellicht de moeilijkste beslissingen, ook omdat de keuzes een impact kunnen<br />

hebben op het organisatieproces en de verantwoordelijkheden binnen de instelling zelf. Niemand wil nu eenmaal<br />

macht of identiteit verliezen.<br />

2.6. Juridische kwesties bij digitale archivering en ontsluiting<br />

“Libraries want to share content; publishers want to sell it. Museums strive to preserve culture, and artists to<br />

create it. Musicians compose and perform, but must license and collect. Users want access, regardless of where<br />

or how content is held. What all of these stakeholders (and more) share is the need to identify content and its<br />

owner, to agree on the terms and conditions of its use and reuse, and to be able to share this information in<br />

reliable ways that make it easier to find.”<br />

David Baerman 42<br />

Digitale archivering komt op verschillende manieren in het vaarwater van het auteursrecht – of omgekeerd. Een<br />

digitaal werk moet gekopieerd worden om in het archief opgenomen te kunnen worden, documenten moeten<br />

gereformateerd worden om toegankelijk te blijven en ten slotte is het ook de bedoeling het werk aan het publiek<br />

ter beschikking te stellen. Archiverende instellingen worden dus voor twee hamvragen gesteld:<br />

1. hoe kun je op een legale manier documenten digitaliseren, reformatteren of digitaal ontsluiten<br />

2. Hoe kun je garanderen dat niemand de gedigitaliseerde documenten kan gebruiken zonder toestemming<br />

De complexe problematiek van digitale archivering en de realiteit van de voorgestelde bewaarstrategieën zorgen<br />

voor heel wat juridische problemen en onduidelijkheden, zowel bij de digitalisering van analoog of ander<br />

materiaal, als de reformattering van digital-born data. Zowel bij migratie als emulatie is het origineel materiaal<br />

immers onderhevig aan manipulatie, waardoor de presentatie en de functionaliteit veranderd kunnen worden. De<br />

intellectuele rechten – in de eerste plaats auteursrechten - verbonden aan de content of de gebruikte software<br />

kunnen toebehoren aan verschillende individuen of organisaties. Digitale informatie kan beschermd zijn door een<br />

Digital Rights Management systeem - ontwikkeld om het ongeoorloofd kopiëren of distribueren te verhinderen –<br />

dat echter ook een hinderpaal kan zijn voor preservatie. In de Verenigde Staten is het hek reeds van de dam met<br />

de Digital Millenium Copyright Act), die het omzeilen van DRM bescherming strafbaar maakt. Zelfs het onderzoek<br />

naar de veiligheid van DRM systemen wordt strikt aan banden gelegd, waardoor ‘reverse engineering’ strafbaar<br />

wordt. De Europese Commissie lijkt dezelfde weg op te gaan. In de meeste gevallen geldt dat als de archiverende<br />

instelling niet over de toestemming beschikt van de rechtenhouders (auteur, producent of diegene bij wie de<br />

rechten zich bevinden) of ze niet vallen onder juridische statutaire uitzonderingen, ze niet kan overzetten op een<br />

digitaal formaat, migreren, emuleren of ontsluiten. Vooraleer gedigitaliseerd of gereformateerd kan worden moet<br />

42 Bearman, D., G. Rust, S. Weibel, E. Miller, Trant, J., ‘A Common Model to Support Interoperable Metadata.<br />

Progress Report on Reconciling Metadata Requirements from the Dublin Core and INDECS/DOI Communities’, D-<br />

Lib Magazine 5, no. 1, Januari 1999. (http://www.dlib.org/dlib/january99/bearman/01bearman.html)<br />

90


dus eerst de status van de auteursrechten van de documenten bepaald worden. Bij elke digitale bewaarstrategie<br />

moeten juridische kwesties in rekening genomen worden 43 :<br />

Juridische kwesties<br />

Migratie<br />

Emulatie of<br />

regeneratie<br />

Alle<br />

bewaarstrategieën<br />

Mogelijke alteratie van ‘look & feel’, functionaliteit of content.<br />

Het maken van een nieuwe versie kan beschouwd worden als een vorm van<br />

herpublicatie. Ook is het proces van ‘Reverse Engineering’ (uitzoeken hoe bvb.<br />

een formaat werkt en op basis van die functies een nieuw formaat<br />

construeren) in sommige wetgevingen (bvb. in de VS) en voor sommige<br />

toepassingen uitdrukkelijk verboden.<br />

Voor het herhaaldelijk kopiëren van bitstreams moet de<br />

toestemming gevraagd worden aan de rechthebbende<br />

‘Copy protected’ media kunnen het kopiëren of<br />

preserveren belemmeren.<br />

Het regelen van de rechten kan gecompliceerd worden<br />

als de content verschillende rechthebbenden heeft of de rechten van de<br />

software in handen zijn van een derde partij.<br />

Figuur 9: juridische kwesties bij digitale bewaarstrategieën<br />

Voor traditioneel archiefmateriaal bestaan er gevestigde juridische en institutionele kaders, wat in de meeste<br />

landen niet het geval is voor digitale documenten. Daarbij komt dat er meestal ook geen legale regelingen – lees:<br />

uitzonderingen - zijn bepaald voor archieven en bibliotheken (dit is bijvoorbeeld wel het geval voor het Koninklijk<br />

Belgisch Filmarchief, maar ook beperkt). De noodzakelijke toestemming moet dus nog gevraagd worden bij de<br />

houders van de auteursrechten. Alle twijfels kunnen uit de weg geruimd worden aan de hand van een licentie,<br />

voor zover de titularis van het auteursrecht identificeerbaar is en bereid een licentie af te sluiten. In andere<br />

gevallen kan het archief zich in sommige gevallen beroepen op de uitzondering voor wetenschappelijk onderzoek<br />

om een beschermd werk in de collectie op te nemen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat een archief zich ooit voor een<br />

rechtbank zal moeten verantwoorden louter omdat het een werk opneemt in het archief. Het belang van de houder<br />

van een auteursrecht om een archief voor de rechter te slepen is vrij beperkt. Welke schade lijdt hij wanneer zijn<br />

werk geconserveerd wordt voor de toekomst In welk opzicht verstoort de archivering de normale exploitatie van<br />

een werk<br />

Het enig teer punt vormt de terbeschikkingstelling aan het publiek, aangezien dit eventueel wel de exploitatie van<br />

het werk in het gedrang kan brengen. Consultatie ter plaatse lijkt in elk geval tot de mogelijkheden te behoren,<br />

aangezien openbare uitlening expliciet buiten het monopolie van het auteursrecht valt, terbeschikkingstelling via<br />

het internet daarentegen ligt gevoeliger 44 . Soms wordt gekozen voor een pragmatische aanpak, als de<br />

rechthebbenden niet geïdentificeerd kunnen worden bijvoorbeeld. Er wordt in dergelijke gevallen een<br />

belangenafweging gemaakt tussen de belangen van de auteur (de exploitatierechten) en de belangen van het<br />

archief. Het eerder vermelde Internet Archive is een uitstekend voorbeeld van deze pragmatische aanpak. Dit<br />

archief verzamelt audio, video, software, teksten en websites die vrij beschikbaar gemaakt worden via het<br />

internet, tenzij de eigenaar aangeeft dat hij dit niet wenst. De bezoeker van de site moet zich aan de<br />

gebruiksvoorwaarden houden: het archief mag uitsluitend voor eigen studie en wetenschappelijke doeleinden<br />

gebruikt worden, bovendien moet de gebruiker alle toepasselijke wetten naleven. Strikt genomen gaat het hier om<br />

illegale kopies en illegale mededeling aan het publiek, maar omdat met ieders belangen rekening wordt<br />

43 Schema op basis van Ayre, C., Muir, A., Right to Preserve, Department of Information Science, Loughborough<br />

University. 2004. (http://www.lboro.ac.uk/departments/ls/disresearch/CLDP/DOCUMENTS/Final%20report.doc)<br />

44 Dekeyser, H., Digitale Archivering: een juridische stand van zaken vanuit Belgisch perspectief, <strong>Deel</strong> 2:<br />

Auteursrecht, technische beschermingsmaatregelen en wettelijk depot, Antwerpen-Leuven, 2003.<br />

(http://www.antwerpen.be/david/website/nl/text_rapporten.htm)<br />

91


gehouden, zijn er nog geen grote conflicten ontstaan 45 . De bestaande Open Acces en Open content-modellen<br />

bieden naar de toekomst toe zeker mogelijkheden om schemerzone uit te klaren (zie 1.4.3).<br />

In enkele landen werden reeds stappen ondernomen om uitzonderingen op te nemen in het auteursrecht. Uit het<br />

onderzoek van Michael Norris 46 naar preservatieclausules in 25 landen, afgerond in juni 2004, kwamen enkele<br />

relevante initiatieven naar voren.<br />

• In Groot-Brittanië is er de Copyright, Designs and Patents Act van 1998,die stelt dat bibliotheken en archieven<br />

kopieën mogen maken om te preserveren of herstellen, van elk item, ook digitaal. Echter slechts in het geval<br />

dat de stukken eigendom zijn van de "permanent collection" en enkel "where it is not reasonably practicable to<br />

purchase a copy of the item". Deze lancunes werden onderzocht door het Copyright and Licensing for Digital<br />

Preservation Project (september 2002 – maart 2004), die mogelijke oplossingen voor de geïdentificeerde<br />

problemen aangaf 47 .<br />

• De US Digital Millennium Copyright Act van 1998 (DMCA) 48 maakt het mogelijk voor publieke archieven om drie<br />

digitale kopieën te maken voor preservatie doeleinden en te kopiëren naar nieuwe formaten, maar enkel als de<br />

originele formaten gedateerd zijn. Tegelijk wordt echter het omzeilen van DRM bescherming en ‘reverse<br />

engineering’ verboden.De implicaties van de DMCA werden in 2003 onderzocht door Besek 49 .<br />

• Door de Canadian Copyright Act 50 van 1997 kunnen archieven preservatiekopieën maken in andere formaten,<br />

"if the original is currently in an obsolete format or the technology required to use the original is unavailable".<br />

• Het auteursrecht in Australia 51 van 1968 laat archieven toe kopieën te maken van documenten die beschadigd<br />

of in verval zijn, zonder vermelding van formaten. Digitale kopieën kunnen "[made] available online to be<br />

accessed through the use of a computer terminal installed within the premises of the library or archives".<br />

• In Nieuw Zeeland werd recent een verandering in de Copyright Act van 1994 voorgesteld 52 , om verheldering te<br />

brengen over de bestaande "technology-neutral" archiveringsuitzondering. Er wordt aanbevolen om dit te<br />

verduidelijken om digitale archivering door migratie of emulatie mogelijk te maken.<br />

• De database rechten in de lidstaten van de Europese Unie die de Europese richtlijn 96/9/EC betreffende de<br />

bescherming van databases hebben overgenomen maken het wettelijke gebruikers mogelijk om alles op een<br />

database toe te passen "which is necessary for the purposes of access to the contents of the databases and<br />

normal use of the contents by the lawful user"<br />

• De Europese richtlijn 2001/29/EG auteursrecht in de informatiemaatschappij bepaalt dat de Europese lidstaten<br />

een facultatieve uitzondering kunnen opnemen in het auteursrecht voor “de reproductie voor publiek<br />

toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen of musea, of door archieven die niet het behalen van een<br />

direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven”, maar “die beperking of restrictie dient<br />

evenwel beperkt te blijven tot bijzondere gevallen welke onder het reproductierecht vallen. Die beperking of<br />

restrictie mag zich niet uitstrekken tot het gebruik in het kader van de onlinelevering van beschermde werken<br />

en ander materiaal (..). Het is derhalve wenselijk specifieke contracten en licenties te bevorderen die op een<br />

evenwichtige wijze deze instellingen begunstigen, evenals de doelstellingen die zij met deze verspreiding<br />

nastreven.” Er worden een aantal mogelijke uitzonderingen op het exclusief recht gegeven, waarvan slechts<br />

45 Ibid.<br />

46 Norris, M., An International Survey of Archival, Preservation and Related Clauses in Copyright Law, 2004.<br />

(http://www.lboro.ac.uk/departments/ls/disresearch/CLDP/DOCUMENTS/Copyright%20survey.doc)<br />

47 Ayre, C., Muir, A., Right to Preserve, 2004.<br />

(http://www.lboro.ac.uk/departments/ls/disresearch/CLDP/DOCUMENTS/Final%20report.doc)<br />

48 United States, 1998. The Digital Millennium Copyright Act of 1998: U.S. Copyright Office Summary.<br />

(http://www.copyright.gov/legislation/dmca.pdf)<br />

49 Besek, J., 2003. Copyright issues relevant to the creation of a digital archive: a preliminary assessment.<br />

(http://www.clir.org/pubs/reports/pub112/contents.html)<br />

50 Canada, 1997. Statutes Of Canada, 1997. C. 24 An Act to amend the Copyright Act, Second Session, Thirtyfifth<br />

Parliament, 45- 46 Elizabeth II. (http://laws.justice.gc.ca/en/C-42/)<br />

51 Australia, 1968. Copyright Act 1968 (Act No. 63 of June 7, 1968 as amended in 2002). (http://clea.wipo.int/)<br />

52 Tizard, J., Digital Technology and the Copyright Act 1994 : Policy Recommendations : Cabinet Paper, 2003.<br />

(http://www.med.govt.nz/buslt/int_prop/digital/cabinet/index.html)<br />

92


een enkele verplicht is en twintig andere facultatief. De lidstaten kunnen zelf bepalen of ze die uitzonderingen<br />

al dan niet zullen opnemen in de nationale wetgeving.<br />

Geen enkele van de vermelde auteursrechtwetten laten echter toe om alle acties te ondernemen die nodig zijn<br />

voor de preservatie van gedigitaliseerde of digitale collecties. Bestaande uitzonderingen zijn beperkt in waarde,<br />

omdat ze slechts migratie of emulatie toelaten als de documenten in kwestie reeds verouderd of gedateerd zijn.<br />

Internationaal wordt verder onderzoek gevoerd en initiatief genomen: de Zweedse overheid heeft een decreet<br />

uitgevaardigd waarin de Koninklijke Bibliotheek gewettigd wordt om Zweedse websites te archiveren en de hele<br />

collectie publiek te ontsluiten 53 . De Franse overheid heeft een wet gestemd waarin gesteld wordt dat elke Franse<br />

website gearchiveerd moet worden. ‘The Joint Information Systems Committee’ (JISC) heeft ook een studie<br />

uitgevaardigd betreffende internet archivering in de Groot-Brittanië, EU , VS en Australië 54 . Er worden dus<br />

belangrijke signalen gegeven, maar er moet nog heel wat duidelijkheid komen vooraleer er kan sprake zijn van<br />

een systematisch en continu digitaal archiveringsbeleid.<br />

Ondanks of juist als gevolg van de manifestatie van Open Source en Open Content licenties, hebben enkele<br />

evoluties in de internationale wetgeving een verdere obstructie van digitale preservatie teweeg te brengen: de<br />

eerder vermelde bekrachtiging en bescherming van DRM systemen en de softwarepatenten. Vanuit de<br />

commerciële cultuursectoren is de druk om technische beveiligingsmaatregelen juridisch te beschermen de<br />

laatste jaren enorm opgevoerd. In hun visie moet de marktwerking het toetsingskader worden van het<br />

auteursrecht in plaats van andersom. De wetgever heeft door halsstarrig vast te houden aan bestaande wetten en<br />

zodoende het auteursrecht te drijven naar de hoogste mogelijke bescherming, alvast deze visie het voordeel van<br />

de twijfel gegeven. Het evenwicht tussen de rechten en de interesses van de auteur en die van het grote publiek<br />

is vervaarlijk aan het wankelen. Bovendien – maar dat is een ander verhaal – wordt de verhouding tussen het<br />

auteursrecht en het privacyrecht in een digitale omgeving door allerlei maatregelen en beperkingen wel erg<br />

fragiel. De rationaliteit van het recht op privacy kan immers doorgetrokken worden naar het toelaten van de<br />

consumptie van beschermde werken 55 . De Europese richtlijnen 2001/29/EG en vooral 2004/48/EC, omtrent de<br />

bekrachtiging van intellectuele eigendomsrechten (dient voor 29 april 2006 omgezet te worden) verbieden, net<br />

zoals US Digital Millennium Copyright Act, het omzeilen van technische beschermingsmaatregelen, ongeacht of de<br />

dader zich kan beroepen op een uitzondering van het auteursrecht. De lidstaten moeten er wel op toezien dat die<br />

beveiligingsmaatregelen geen onwenselijke gevolgen heeft voor de uitoefening van de uitzonderingen. Er worden<br />

momenteel nog discussies gevoerd rond privacykwesties, uitzonderingen en juridische standaardisering, maar de<br />

voorgestelde maatregelen zouden er in praktijk op neerkomen dat archiverende instellingen vaak geen andere<br />

keuze zullen hebben dan een licentie af te sluiten met de rechthebbenden. In sommige gevallen, wanneer content<br />

bijvoorbeeld beperkt is in tijd of afhankelijk is van specifieke hardware, is het probleem vanuit preservatiehoek<br />

nog wat complexer.<br />

Momenteel woedt op Europees niveau een hevig debat rond de legalisering van software patenten. De European<br />

Patent Office (EPO) is momenteel aan het lobbyen om in navolging van de Verenigde Staten en Japan ook in<br />

Europa deze patenten toe te passen. Op 18 mei 2004 is door de Europese Commissie een voorstel goedgekeurd,<br />

dat nog door het Europees Parlement moet worden gevaloriseerd. Het voorstel werd onthaald op een storm van<br />

protest. Het fundamentele probleem met software patenten is dat ze, in tegenstelling tot traditionele patenten niet<br />

gelden voor fysieke en concrete uitvindingen, maar voor ideeën. Een concept voor software is meestal heel breed<br />

en triviaal, zoals bijvoorbeeld “Organizing and displaying photographs based on time” - waar op 29 juli 2004<br />

effectief een patent voor toegekend werd door de Amerikaanse Patent Office. De implementatie ervan vereist<br />

geen productielijnen, integendeel: een paar degelijke programmeurs kunnen in een beperkte tijd software<br />

applicaties ontwikkelen en zo alle verdere ontwikkelingen en vernieuwingen die onder dat bepaald concept<br />

53 New decree for Kulturarw3, 2002:287 (http://www.kb.se/Info/Pressmed/Arkiv/2002/020605_eng.htm)<br />

54 Charlesworth, A., Legal issues relating to the archiving of internet resources in the UK, EU, USA and Australia: a<br />

study undertaken for the Jisc and Wellcome Trust. Jisc; Wellcome Trust, 2003.<br />

(http://www.jisc.ac.uk/uploaded_documents/archiving_legal.pdf)<br />

55 Thijm, C.A., Privacy vs. Auteursrecht in een Digitale Omgeving, ITeR, Nationaal Programma<br />

Informatietechnologie en Recht, den Haag, 2001. (http://www.ivir.nl/publicaties/overig/alberdingk_thijm/ITeRprivacy-v-auteursrecht.pdf)<br />

93


huizen, blokkeren 56 . Software patenten hebben vooral zware gevolgen voor de Open Source gemeenschap, maar<br />

ook voor elke kleine ontwikkelaar of gebruiker van software en het internet. Het gebruik van simpele JPEG<br />

bestanden bvb. kan een inbreuk op patenten betekenen, aangezien enkele JPEG extensies en codeerprincipes<br />

reeds gepatenteerd zijn. Na een agressieve campagne van de patenteigenaar om zijn monopolierechten te<br />

claimen, reageerde het JPEG Consortium met het statement dat JPEG niet langer een standaard is 57 . Ook voor de<br />

archiefwereld staan de sofware patenten in de weg van een efficiënte digitale preservatiepraktijk. Het is niet<br />

zozeer het bestaan va de patenten die een rol speelt, maar de voorwaarden die de patenteigenaar kiest op te<br />

leggen, die de kosten voor het gebruik van bepaalde formaten of tools kunnen opdrijven en de ontwikkeling van<br />

encoders en decoders kan bemoeilijken. De kerncomponenten van nieuwe standaarden zoals JPEG2000 en<br />

MPEG4 zijn geassocieerd met zogenaamde ‘pools’ die licenties bieden in naam van een aantal patenteigenaars.<br />

Dit simplificeert het licentieproces en verkleint de kans dat het ene patent agressiever zal worden uitgebuit dan de<br />

andere. Maar met de uitbreiding van formaten kunnen wel telkens nieuwe patenten worden bijgevoegd, zodat het<br />

risico bestaat dat die ‘pool’ langer bestaat dan de levensduur van de bevattende patenten. De ontwikkeling van<br />

nieuwe tools (voor emulatie bvb.) wordt op die manier wel heel moeilijk.<br />

2.7. Digitale archivering in een internationaal perspectief<br />

2.7.1. Nationale initiatieven<br />

Uit een studie naar nationale digitale archiveringsinitiatieven, in opdracht van het NDIIPP (National Digital<br />

Information Infrastructure and Preservation Program) van de Library of Congress 58 , blijkt dat er in geen enkele van<br />

de onderzochte landen een enkel nationaal initiatief bestaat, laat staan een ultieme oplossing. In de plaats zijn er<br />

verschillende afzonderlijke institutionele missies die uitgebreid worden naar het digitale domein, in sommige<br />

gevallen gecoördineerd door overkoepelende instellingen, zoals de Digital Preservation Coalition in Groot-<br />

Brittannië, het Digitale Erfgoed Nederland (DEN) en vooral het NDIIPP programma 59 . Ongeacht de vele verschillen<br />

in aanpak en visie, wijst Neil Beagrie in zijn rapport op enkele internationale tendensen:<br />

• Het bewustzijn van de kwesties rond digitale preservatie in het publiek, het beleid en de betrokken instellingen<br />

is laag.<br />

• Het is gemakkelijker om financiering te verkrijgen voor digitalisering voor toegang dan voor preservatie. De<br />

langtermijn behoeftes worden overschaduwd door het directe nut van ontsluitingsinitiatieven. In veel landen<br />

worden de nadruk gelegd op kortetermijn financiering, terwijl verhogingen van structurele subsidiëring<br />

noodzakelijk zullen zijn om digitale collecties te archiveren.<br />

• Er wordt op verschillende niveaus samengewerkt tussen instellingen, vooral op het vlak van onderzoek.<br />

Collaboratie en coördinatie van collectiebeleid blijkt moeilijker. Dergelijke overeenkomsten werken het best als<br />

de verschillende instituties kunnen terugvallen op hun eigen initiatieven en expertise en als alle partijen een<br />

win-win situatie kunnen bekomen. Het is zowel belangrijk om in-house expertise te ontwikkelen als om<br />

externe ervaring in te roepen.<br />

• Veranderende distributiepatronen. Steeds meer instellingen hebben geen fysieke kopieën meer, maar zorgen<br />

via digitale weg voor toegang. Het vertrouwen in de toekomstperspectieven is onzeker.<br />

• Een veranderende tijdshorizon voor preservatie. In het digitale domein moeten archiefinstellingen een veel<br />

nauwere relatie aangaan met producenten en distributeurs dan voordien noodzakelijk was. De selectie is veel<br />

56 zie http://swpat.ffii.org/<br />

http://www.softwarepatenten.be/<br />

http://eff.org/Patent/<br />

57 Meer horrorverhalen op de website van de Foundation for a Free Information Infrastructure: http://www.ffii.org/)<br />

58 Beagrie, N., National Digital Preservation Initiatives: An Overview of Developments in Australia, France, the<br />

Netherlands, and the United Kingdom and of Related International Activity. Washington, D.C.: Council on Library<br />

and Information Resources and Library of Congress, 2003. 51p.<br />

(http://www.clir.org/pubs/reports/pub116/contents.html)<br />

59 http://www.digitalpreservation.gov/<br />

94


moeilijker omdat het vroeger moet gebeuren, zonder het voordeel van de tijd, die het historische belang van<br />

documenten en trends verheldert.<br />

• Zoals ook uit vorig hoofdstuk blijkt, heeft geen enkel onderzocht land eenduidige juridische oplossingen voor<br />

het digitaal archiveren. De auteursrechten hebben in het algemeen aan belang gewonnen en de economische<br />

waarde van de intellectuele rechten is gevoelig gestegen. De commerciële behoefte om die rechten te<br />

beschermen kan dus in de weg staan van de noodzakelijke juridische uitzonderingen om digitaal te archiveren<br />

en ontsluiten.<br />

• Globalisatie. Steeds meer preservatie initiatieven worden genomen buiten het nationale kader. Ook de IT<br />

industrie werkt op een globale schaal en speelt in op verschillende sectoren. Er zijn dus meer substantiële<br />

gemeenschappelijke kenmerken en noden tussen instituties en sectoren, wat internationale samenwerking<br />

meer potentieel bezorgt.<br />

• Explosie van informatie. Het volume en de breedte van informatie vergroten drastisch. Digitale documenten<br />

hebben de traditionele documenten niet vervangen, zodat er een continue aangroei is van beiden.<br />

• In de digitale omgeving is het niet langer nodig om verschillende kopieën te maken om documenten te<br />

publiceren. Een enkele kopie kan via een netwerk toegankelijk gemaakt worden voor iedereen met een PC en<br />

een internetconnectie. De grenzen tussen een ‘document’, ‘publicatie’ of ‘archiefkopie’ zijn vervaagd.<br />

• Private verzamelaars spelen vaak een vitale rol in de preservatie van materiaal, meestal efemere media die<br />

niet gecureerd zijn in hedendaagse collecties, bijvoorbeeld het eerder aangehaalde Internet Archive of het<br />

bewaren van vroege computergames en emulators. De uitdagingen die digitale preservatie met zich meebrengt<br />

en de mechanismen tot bescherming van het auteursrecht kunnen dit in de toekomst vermoeilijken. Dit kan<br />

resulteren in een grotere verantwoordelijkheid bij institutionele selecties of het ontwikkelen van instrumenten<br />

ter ondersteuning van persoonlijke archieven.<br />

Deze tendensen zullen op termijn een grote invloed hebben op verscheidene instellingen en sectoren en kunnen<br />

een ingrijpend effect hebben op de individuen en de maatschappij waarin ze fungeren. Digitale preservatie, aldus<br />

Beagrie, is niet enkel een kwestie van het cultureel erfgoed. Op lange termijn zal het ook het karakter van de<br />

informatiemaatschappij beïnvloeden. Overheden stimuleren dan ook wereldwijd ontwikkelingen naar de<br />

zogenaamde ‘eCultuur’, maar terwijl veel aandacht wordt besteed aan digitale ontsluiting en digitale<br />

werkprocedures, worden lange termijn kwesties over het hoofd gezien. Het nationale digitaliseringprogramma in<br />

Nederland is hier een uitzondering op. Sinds het verschijnen in 2002 van duidelijke, maar erg ambitieuze<br />

beleidslijnen, is het erfgoedveld in Nederland nagenoeg volledig gemobiliseerd om een digitale inhaalslag aan te<br />

vatten, waarbij vooral het idee van ‘interoperabiliteit’ en ‘samenwerking’ als fundamenteel gezien wordt.<br />

Belangrijke impulsen werden gegeven door de projecten Het Geheugen van Nederland, dat zorgt voor de<br />

gecentraliseerde digitalisering en ontsluiting van verschillende collecties van cultureel erfgoed en de<br />

‘Cultuurwijzer’ van het DEN (Digitaal Erfgoed Nederland). Interoperabiliteit betekent idealiter dat de verschillende<br />

systemen - gegevensstructuren, thesauri, fysieke koppelingen, bandbreedtes, transactiesnelheden, veiligheid,<br />

privacy en intellectuele eigendomsrechten, metadata, software, …- op elkaar afgestemd worden, maar dat gaat<br />

echter steeds gepaard met een gering verlies aan zichtbaarheid, dat samen met het gevoel van autonomieverlies,<br />

het grootste obstakel vormt. In een studierapport van het Telematica Instituut wordt daarom een daadkrachtige<br />

overheidsaansturing en een goed gecoördineerde voorlichtings- en trainingscampagne aanbevolen, om een<br />

optimale interoperabiliteit te verkrijgen die het karakter en de behoeftes van gebruikers, aanbieders en<br />

subsidiegevers zo goed mogelijk integreert. Seb Herman besluit in zijn studierapport Digitalisering van cultureel<br />

erfgoed in Nederland dat “Nederland redelijk ver staat wat betreft het ontwikkelen van een nationaal sturend<br />

beleid en het opstarten van verscheidene overkoepelende of integreerbare digitaliseringinitiatieven. Toch is de<br />

kloof tussen beleid en onderzoek enerzijds en de dagelijkse problematiek van het praktijkveld anderzijds nog lang<br />

niet gedicht, en is er van een goed gesmeerde en gestroomlijnde nationale digitaliseringinspanning nog geen<br />

sprake.” 60<br />

60 http://www.culturelestudies.be/student/portal/cultureelerfgoed/index.htm<br />

95


2.7.2. Europees en internationaal onderzoek naar preservatie van<br />

audiovisuele media en digitale archivering<br />

”Europe’s cultural and memory institutions are facing very rapid and dramatic transformations.These<br />

transformations are not only due to the use of increasingly sophisticated technologies, which become obsolete<br />

more and more rapidly, but also due to a re-examination of the role of modern public institutions in today’s<br />

society and to related fast changing user demands. These trends affect all the functions of the modern cultural<br />

institution, from collection management and scholarly study, through restoration and preservation, to providing<br />

new forms of universal and dynamic access to their holdings.” 61<br />

Digicult rapport, 2002<br />

Op internationaal gebied neemt UNESCO 62 (‘United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization’) een<br />

coördinerende functie in met betrekking tot behoud en beheer van cultureel erfgoed. In november 2001 werd de<br />

European Convention for the protection of Audiovisual Heritage boven het doopvont gehouden, in Oktober 2003<br />

was het de beurt aan het Charter on the Preservation of Digital Heritage. Beide documenten werden opgemaakt<br />

als declaraties van principes, gebaseerd op een consensus. De opgestelde richtlijnen zijn niet bindend voor de<br />

lidstaten maar zijn voornamelijk bedoeld om initiatieven te inspireren en ondersteunen. Er wordt aangegeven dat<br />

niet alle documenten bewaard kunnen worden maar dat het verlies van erfgoedmateriaal “would waste much of<br />

the economic, social, intellectual and cultural potential that is inherent in ongoing use of these resources. It would<br />

also deny posterity the opportunity to build on current knowledge, and offer the future a distorted view of<br />

history.” 63<br />

Onder auspiciën van UNESCO wordt sinds 1983 ook het JTS Symposium georganiseerd, een internationale<br />

vergadering voor alle specialisten op het gebied van audiovisueel erfgoed, cinema en klank. De zeven<br />

organiserende ledenorganisaties zijn de op dit gebied internationaal hoogst aangeschreven instellingen, die<br />

verzameld zijn in het CCAAA (Co-ordinating Council of Audiovisual Archives Associations) 64 platform, dat de taak<br />

op zich heeft genomen om beleidsvoorbereidend werk te verrichten in het belang van audiovisuele archivering.<br />

• AMIA - Association of Moving Image Archivists 65<br />

AMIA is sinds 1991 de grootste non-profit professionele ledenorganisatie voor individuen en organisaties die<br />

actief zijn op het gebied van preservatie van bewegend beeld. De activiteiten – o.a. publicaties, educatieve<br />

programma’s, conferenties, ..- zijn gericht op samenwerking op het vlak van acquisitie, preservatie en<br />

exhibitie, het ontwikkelen en promoten van standaarden en het organiseren en implementeren van nationale<br />

preservatiestrategieën en –initiatieven in de V.S..<br />

• FIAF - International Federation of Film Archives 66<br />

Het FIAF verenigt de international meest vooraanstaande instellingen in het veld van audiovisueel erfgoed en is<br />

gericht op het verzamelen, conserveren en vertonen van bewegend beeldmateriaal. Dit omhelst o.a. de<br />

ethische en juridische context, het promoten van filmcultuur en –studie en het stimuleren van samenwerking<br />

tussen de leden "to ensure the international availability of films and documents".<br />

• FIAT/IFTA - Internationale des Archives de Télévision 67<br />

Een internationale organisatie opgericht als een instrument om samenwerking te bekomen tussen omroepen en<br />

nationale audiovisuele archieven en bibliotheken, voor preservatie en exploitatie van bewegend beeld en<br />

klankmateriaal en geassocieerde documentatie.<br />

61 The DigiCULT Report - Technological landscapes for tomorrow’s cultural economy - Unlocking the value of<br />

cultural heritage, Executive summary, Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities,<br />

2002, p.5. (http://www.medicif.org/events/MEDICI_events/Www10/DigiCult%20findings.htm)<br />

62 http://portal.unesco.or<br />

63 http://www.nla.gov.au/ntwkpubs/gw/61/p04a01.html<br />

64 http://www.ccaaa.org/<br />

65 http://www.amianet.org/<br />

66 http://www.fiafnet.org<br />

67 http://www.www.fiatifta.org/<br />

96


• IASA - International Association of Sound and Audiovisual Archives 68<br />

Het IASA functioneert als een medium voor internationale samenwerking tussen archieven die klank- en<br />

audiovisuele documenten bewaren, op het gebied van acquisitie en uitwisseling, documentatie en metadata,<br />

toegang en distributie, rechten, conservatie en preservatie. IASA is lid van het coördinerende Council of<br />

Audiovisual Archives Associations (CCAAA), een internationale alliantie die de belangen van overheden en<br />

internationale instellingen wil representeren.<br />

• ICA - International Council on Archives 69<br />

Een professionele organisatie voor de internationale archiefgemeenschap, gericht op het promoten van de<br />

preservatie, ontwikkeling en gebruik van het archieferfgoed.<br />

• IFLA - International Federation of Library Associations and Institutions 70<br />

De international leidende instelling die de belangen van de bibliotheken en informatieservices representeert.<br />

• SEAPAVAA - Southeast Asia-Pacific Audiovisual Archive Association 71<br />

Een forum voor kwesties rond preservatie en ontsluiting van audiovisueel erfgoed, gericht op de regio Zuidoost<br />

Azië.<br />

Betreffende digitale archivering dragen vooral het in de V.S. gebaseerde InterPARES (The International Research<br />

on Permanent Authentic Records in Electronic Systems) 72 en het aan The National Library of Australia verbonden<br />

PADI ( Preserving Access to Digital Information) 73 in belangrijke mate bij tot theoretische en methodologische<br />

knowhow. Het consortium International Internet Preservation Consoritum richt zich specifiek op de preservatie van<br />

websites 74 .<br />

In Europa verzorgt het ECPA (European Commission on Preservation and Access) 75 een coördinerende functie als<br />

platform gericht op overleg en samenwerking van bibliotheken, archieven en internationale instellingen en het<br />

sensibiliseren van overheden en gebruikers. Een eerste stap met betrekking tot de coördinatie van<br />

digitaliseringsprogramma's en beleid binnen de EU-lidstaten werd ondernomen in het kader van eEurope op de<br />

Europese top van Ministers in Feira (juni 2000). Dit werd in april 2001 onder Zweeds voorzitterschap uitgewerkt<br />

tot de zogenaamde Lund-afspraken 76 , die op hun beurt hebben geleid tot de oprichting van een Europees<br />

ministerieel netwerk, in de schoot van IST (Information Society Technologies programme) programma van de<br />

Europese commissie, Minerva en later MinervaPLUS 77 , gericht op het discussiëren, correleren en harmoniseren<br />

van activiteiten in de digitalisering van culturele en wetenschappelijke content. Het uiteindelijke doel is het<br />

ontwikkelen van een Europees platform voor het uitvaardigen van adviezen en richtlijnen over digitalisering,<br />

metadata, ontsluiting en conservering coördineren van nationale programma’s.<br />

Binnen datzelfde IST programma - vooral in het kader van het Fifth Framework Programme (1998-2002) en het<br />

Sixth Framework Programme (2002-2006) - en andere programma’s onder de vleugels van de Europese<br />

commissie werden onderzoeksprojecten gesubsidieerd die, zowel voor digitale archivering als preservatie van<br />

audiovisuele media tot belangrijke en invloedrijke resultaten hebben geleid 78 .<br />

• AURORA (AUtomated Restoration of ORiginal film and video Archives) | 1994 – 1999<br />

voerde onderzoek naar tools om televisie archieven te restaureren.<br />

• BRAVA (BRoadcast Archives trough Video Analysis) | 2000 - 2002<br />

Het vervolg op Aurora, gericht op de ontwikkeling van tools voor digitale restauratie van grote<br />

broadcastarchieven (video en film), voor herexploitatie doeleinden.<br />

68 http://www.iasa-web.org/<br />

69 http://www.ica.org/<br />

70 http://www.ifla.org<br />

71 http://www.geocities.com/seapavaa/<br />

72 http://www.interpares.org<br />

73 http://www.nla.gov.au/padi/<br />

74 http://netpreserve.org<br />

75 http://www.knaw.nl/ecpa/<br />

76 http://www.cordis.lu/ist/ka3/digicult/lund_principles.htm<br />

77 http://www.amitie.it/minerva<br />

78 vanaf oktober 2004 lanceert Euclid International een on-line databank van projecten ondersteund met<br />

Europese middelen. (http://www.cupid.culture.info)<br />

97


Het project werd gecoördineerd door het Franse INA (Institut National de L'Audiovisuel), in samenwerking met<br />

andere omroepen (RTP, RAI, BBC), universiteiten en expertisecentra op het gebied van audiovisuele media<br />

(Snell&Wilcox en VidiPax).<br />

• PRESTO 79 (Preservation Technology for European Archives) | 2000 - 2003<br />

Aanleiding voor het project waren de grote conserveringsachterstanden bij audiovisuele archieven en de<br />

daaraan verbonden technische, operationele en financiële problemen. Binnen het project werden<br />

gereedschappen ontwikkeld die het mogelijk maken kostenbesparend en effectiever verouderde audio- en<br />

videoformaten te digitaliseren. De gereedschappen hebben betrekking op alle aspecten van dit proces: selectie,<br />

handling, conversie, distributie, toegangsautorisatie en lange-termijn opslag. De bedoeling was onderdelen<br />

van de verschillende ‘conserveringsketens’ te optimaliseren of waar mogelijk te automatiseren. In PRESTO<br />

hadden drie grote AV-archieven, BBC, INA en RAI de leiding. Zes andere AV-archieven (SWR, NRK, SVT, YLE,<br />

ORF en Beeld en Geluid) namen deel als lid van de Broadcast Archive User Group, oftewel de ‘BAUG’. In 2001<br />

werd een uitgebreid onderzoeksrapport vrijgegeven over ‘existing and emerging technologies’ 80 .<br />

• Diamant 81 (Digital Film Manipulation System) | 2000 –2002<br />

Diamant onderzocht en ontwikkelde digitale restauratietechnieken voor film, die momenteel wereldwijd in<br />

prakrijk gebruikt worden, bijvoorbeeld voor de restauratie van Metrolopis en een recent ontdekte print van een<br />

vroege John Ford Western.<br />

• AMICITIA 82 (Management Integration of Cultural heritage In The Interexchange between Archives) | 2000 –<br />

2002<br />

Drie Europese omroepen (SWR, ORF en BBC) werkten samen met het Nederlands archief Beeld en Geluid en<br />

drie technische partners aan de bouw van een asset management systeem dat het mogelijk maakt met één<br />

zoekvraag snel en gelijktijdig de vier deelnemende archieven te doorzoeken en AV-materiaal uit deze collecties<br />

opnieuw te gebruiken. Een van de doelstellingen van dit project was het faciliteren van toegang tot elkaars<br />

audiovisuele collecties en het uitwisselen van gedigitaliseerde content, o.a. via een veeltalige thesaurus.<br />

Aangezien voor hergebruik een correcte en uitgebreide registratie van auteursrecht een eerste vereiste is, werd<br />

rechtenmanagement een speerpunt.<br />

• OAF 83 : Open Archives Forum | 2001 - 2003<br />

Een Europees informatie- en disseminatienetwerk rond open archieven en OAI (Open Archives Initiative) in het<br />

bijzonder. Het doel is om de clustering van verschillende actieve of geïnteresseerde IST en nationale initiatieven<br />

te faciliteren. Er werd o.a. een informatieve website ontwikkeld en vergelijkende studies van technische en<br />

organisationele kwesties ondernomen. De partners zijn de University of Bath-UKOLN (U.K.), Instituto di Scienza<br />

e Tecnologie dell'Informazione -CNR (Italië) en de Computer- and Media Service (Computing Center) van de<br />

Humboldt University (Duitsland).<br />

• ECHO 84 (European Chronicles On Line) | 2000 – 2004<br />

Doelstelling van ECHO is het faciliteren van samenwerking tussen verschillende audiovisuele archieven door<br />

middel van een gezamenlijke zoekstructuur. Het geselecteerde materiaal zal via een webinterface toegankelijk<br />

zijn. Voor het automatisch extraheren van annotaties uit de content wordt gebruik gemaakt van een combinatie<br />

van spraakherkenning, taalinterpretatie en beeldherkenning. Voordat ECHO de content kan analyseren dient<br />

deze gedigitaliseerd te worden. Naast verschillende technische en academische organisaties participeren vier<br />

nationale audiovisuele archieven: Beeld en Geluid (Nederland), Memoriav (Zwitserland), Institut National de<br />

l'Audiovisuel (INA; Frankrijk) en Istituto di Luce (Italië).<br />

• BIRTH 85 | 2003 – 2006<br />

Diverse televisie-archiefdocumenten die tot op heden moeilijk toegankelijk zijn doordat de dragers verouderd<br />

zijn of documentatie incompleet is, worden op een geavanceerde web-portal voor het eerst bijeen gebracht.<br />

Gerichte diensten voor omroepprofessionals, academici en het grote publiek worden op de portal ingezet om de<br />

uiteenlopende bronnen – ook foto’s, academische teksten, programmagidsen, uitzendschema’s en<br />

79 http://presto.joanneum.ac.at<br />

80 beschikbaar op http://presto.joanneum.ac.at<br />

81 http://diamant.joanneum.at<br />

82 http://www.amicitia-project.de<br />

83 http://www.oaforum.org/<br />

84 http://pc-erato2.iei.pi.cnr.it/echo.<br />

85 http://www.birth-of-tv.org<br />

98


krantenartikelen - op een dynamische wijze te presenteren.BIRTH wordt financieel ondersteund door het<br />

MEDIA PLUS programma van de Europese Commissie. Onder leiding van het in Oostenrijk gevestigde<br />

Joanneum Research zullen instellingen uit zes Europese landen het meest waardevolle materiaal uit hun<br />

collecties digitaliseren: BBC, Sound & Vision, ORF, RTBF, Südwestrundfunk en Noterik Multimedia.<br />

• FIRST 86 (Film Restoration and Conservation Strategies) | 2002 – 2004<br />

FIRST wil de applicaties van digitale technieken voor het filmerfgoed onderzoeken, bestaande technieken<br />

evalueren, nieuwe onderzoeksvelden aanreiken, bijhorende economische, technische en structurele scenario’s<br />

schetsen en ‘best practices’ opstellen voor conservering, restauratie en distributie. Het consortium bestaat uit<br />

ACE (Association des Cinémathèques Européennes), Belgacom, RTBF, INA, ORF en EMF (European Multimedia<br />

Forum)<br />

• DigiCULT 87 | 2002 – 2004<br />

Digicult zorgt voor een “technology watch” met betrekking tot de digitalisering van culturele en<br />

wetenschappelijk erfgoed. DigiCULT zal de huidige en toekomstige trends in verschillende<br />

technologiedomeinen volgen en analyseren en toekomstig onderzoek stimuleren. Resultaten en aanbevelingen<br />

worden vrijgegeven en gedistribueerd via Technology Watch Reports en nieuwsbrieven.<br />

• ERPANET 88 (Electronic Resource Preservation and Acces Network) | 2002 – 2004<br />

Europees Consortiumgericht op het ontwikkelen van ‘best practices’ en een centralisering van kennis op het<br />

vlak van digitale preservatie van cultureel erfgoed en wetenschappelijke objecten. De partners zijn musea,<br />

bibliotheken, archieven, IT en software industrie, onderzoeksinstituten, overheidsinstellingen, creative<br />

industries, commerciële sectoren<br />

• SCULPTEUR 89 (Semantic and content-based multimedia exploitation for European benefit) | 2002 _ 2005<br />

Dit project is gericht op de ontwikkeling van technologie en expertise om verschillende culturele archieven te<br />

beheren en ontsluiten. Het wordt gestuurd door tien partners, zowel uit de industriële, academische, R&D en<br />

culturele sectoren. De focus ligt op 3D en semantische netwerken.<br />

• PORTAL (Production Organised Research Tool for Audio-visual Libraries ) en NODAL 90<br />

Het doel van Portal het spin-off project NODAL is het ontwikkelen van een pan-Europees netwerk die<br />

Europese audiovisuele archieven linkt in een gemeenschappelijke e-commerce platform: filmlibrary.tv.<br />

Partners zijn o.a. Belgavox, RTBF, RTL, ORF, INA en andere, technische partners.<br />

• PRESTOSPACE 91 | 2004 – 2007<br />

Dit project bouwt verder op de resultaten van een groot deel van de vernoemde initiatieven en beoogt<br />

"Standardised Practices for Audiovisual Contents in Europe” en een “integrated solution for Audio-visual<br />

preservation and access”. Het objectief is om technische oplossingen en geïntegreerde systemen te<br />

ontwikkelen voor digitale preservatie van alle types van audiovisuele collecties, voor conservering, restauratie,<br />

opslag, archiefmanagement, inhoudsbeschrijving, distributie en toegang. Ook worden economische modellen<br />

uitgewerkt. Het principiële doel is het wegbereiden van zogenaamde “conserveringsfabrieken” die services<br />

kunnen leveren voor het behoud, beheer en ontsluiting van collecties. Dit ambitieuze project wordt voornamelijk<br />

voortgestuwd door de BBC, INA, RAI, 7 andere AV-archieven en instellingen, 15 Europese technische partners<br />

uit de commerciële IT sector en 6 Europese universiteiten<br />

• EPOCH 92 (European Research Network on Excellence in Processing Open Cultural Heritage) | 2004 -2008<br />

EPOCH is een netwerk waar momenteel 85 Europese culturele instellingen (universiteitsdepartementen,<br />

onderzoekscentra, musea, commerciële bedrijven, ..) hun krachten bundelen om de kwaliteit en efficiëntie van<br />

het gebruik van informatie en communicatietechnologie voor het cultureel erfgoeddomein te verbeteren. Het<br />

netwerk zal werken aan de interdisciplinaire integratie van onderzoeksinitiatieven in vijf domeinen:<br />

- fieldrecording en datacapture<br />

- Metadata en standaarden<br />

- Reconstructie and Visualisatie<br />

86 http://www.film-first.org<br />

87 http://www.digicult.info<br />

88 http://www.erpanet.org/<br />

89 http://www.sculpteurweb.org<br />

90 http://www.filmlibrary.tv<br />

91 http://www.prestospace.org/<br />

92 http://www.epoch-net.org/<br />

99


- Onderwijs en communicatie van erfgoed<br />

- Duurzaamheid van erfgoedprojecten<br />

Belgische partners zijn Axell Communication scrlCulture, Heritage & Development – International, Ename<br />

Center for Public Archaeology and Heritage Presentation, Instituut voor het Archeologisch Patrimonium, het<br />

Sagalassos department van de K.U.L., de afdeling Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de<br />

Vlaamse Gemeenschap en Virtual and Augmented Reality Technologies NV<br />

2.8 Interoperabiliteit<br />

Zoals blijkt uit vorig hoofdstuk is niet enkel tussen de toenadering tussen de cultuursector en de IT industrie<br />

belangrijk om de problematiek rond digitale preservatie op te lossen, maar ook de relatie tussen de verschillende<br />

archiverende (en ontsluitende) instellingen. De uitbouw van overleg- en samenwerkingsmodellen kan leiden tot<br />

meer efficiëntie en slagkracht: een uitwisseling van expertise, een centralisatie van middelen en infrastructuur,<br />

een kostendeling of -verlaging. Interoperabiliteit tussen archieven komt uitgebreid aan bod in het<br />

toonaangevende OAIS referentiemodel (zie 2.2.1) 93 . Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vier conceptuele<br />

modellen.<br />

1. Onafhankelijke archieven<br />

Een onafhankelijk archief dient een enkele specifieke gebruikersgroep en het beleid is volkomen aangepast aan<br />

de behoeftes van die gebruikers, al dan niet met distributiemogelijkheden.<br />

2. Coöpererende archieven<br />

Op een minimaal niveau bestaat de mogelijkheid dat archieven informatie uitwisselen.<br />

Ing<br />

Acc<br />

Ing<br />

Acc<br />

OAIS<br />

OAIS<br />

Figuur 10: OAIS model, samenwerkende archieven met een wederzijds uitwisselingsovereenkomst. (Ing=Ingest, Acc=Acces)<br />

Dit houdt niet noodzakelijk in date er gemeenschappelijke methodes zijn voor ontsluiting en disseminatie. Een<br />

hoger niveau van samenwerking kan bereikt worden als er gemeenschappelijke ontsluiting- en ingestmethodes<br />

worden ontwikkeld:<br />

93 http://ssdoo.gsfc.nasa.gov/nost/isoas/<br />

100


Method B<br />

Ing<br />

OAIS<br />

Acc<br />

Method A<br />

Producer<br />

Adm Adm Adm<br />

Consumer<br />

Method B<br />

Ing<br />

Acc<br />

OAIS<br />

Adm Adm Adm<br />

Method A<br />

Figuur 11: OAIS model, samenwerkende archieven met gestandaardiseerde inname- en toegangsmethodes. (Ing=Ingest,<br />

Acc=Acces, Adm=Administration)<br />

3. Federatieve archieven<br />

Deze vorm van samenwerking zou het mogelijk kunnen maken om informatie uit de verschillende archieven te<br />

vinden via een enkele zoeksessie, via een gemeenschappelijk cataloogmanagement. Die activiteit kan beperkt zijn<br />

tot een zoektool of het kan een gemeenschappelijke disseminatie zijn. Hier zijn verschillende digitale niveaus te<br />

onderscheiden:<br />

• Syntax en datastructuren (bvb. XML)<br />

• Toegangsmechanismes (bvb. WSDL 94 )<br />

• Protocols (bvb. SRW 95 )<br />

• Taal van de query (bvb. CQL 96 )<br />

• Semantiek van de velden (bvb. Dublin Core)<br />

• Semantiek van de content (bvb. AAT 97 )<br />

• Zoekmogelijkheden (bvb. contentanalyse op basis van vorm, kleur, textuur)<br />

94 WSDL (Web Services Description Language) beschrijft web services met XML.<br />

95 SRW (Search/Retrieve Webservice) is een op XML gebaseerd protocol, ontwikkeld om laagdrempelige<br />

zoekopdrachten en andere informatieontsluiting via het internet mogelijk te maken. Zie<br />

http://www.loc.gov/z3950/agency/zing/srwu/<br />

96 CQL (Common Query Language) is een formele taal om queries te representeren voor ontsluitingssystemen<br />

zoals webindexen, bibliografische catalogen, museumcollecties etc. zie http://zing.z3950.org/cql/intro.html<br />

97 de Art & Architecture Thesaurus<br />

101


Local<br />

Consumer<br />

Dissemination Information Package (optional)<br />

Ing<br />

Acc<br />

OAIS 1<br />

Adm DM Acc<br />

Ing<br />

Acc<br />

OAIS 2<br />

Adm DM Acc<br />

Acc Ing Acc<br />

Common Catalogue<br />

Acc Adm<br />

Global<br />

Consumer<br />

Local<br />

Consumer<br />

Dissemination Information Package (optional)<br />

Figuur 12: een OAIS federatie gebruik makend van een gemeenschappelijke catalogus. (Ing=Ingest, Acc=Acces,<br />

Adm=Administration, DM= Data Management)<br />

4. Archieven met gedeelde functionele resources<br />

Het laatste conceptuele model heeft de hoogste graad van interoperabiliteit en laat het gemeenschappelijk<br />

gebruik van infrastructuur of informatiebronnen toe.<br />

Management<br />

~ OAIS 1<br />

Administration<br />

Producer<br />

Producer<br />

Ingest<br />

Ingest<br />

Archival<br />

Storage &<br />

Data<br />

Management<br />

Access<br />

Access<br />

Consumer<br />

Consumer<br />

~ OAIS 2<br />

Administration<br />

Figuur 13: OAIS model, archieven met gedeelde ressources.<br />

Het uitbouwen van dergelijke modellen in de praktijk is gebaseerd op onderzoek naar enerzijds<br />

gemeenschappelijke behoeftes, anderzijds gemeenschappelijke oplossingen. Die kunnen op verschillende<br />

102


niveaus, in verschillende mate worden ingebouwd. In de Digicult rapporten van 2003 98 wordt er in het licht van de<br />

huidige en toekomstige mogelijkheden voor kennisuitwisseling een grote mate van interoperabiliteit aanbevolen,<br />

vooral op het gebied van digitale ‘asset management’ systemen, semantische systemen en ontsluiting van<br />

informatie voor educationele en onderzoeksdoeleinden via het internet. De pertinente vraag is hoe verschillende<br />

informatie, heterogeen in inhoud, vorm en structuur, kan samengebracht en geharmoniseerd worden in een<br />

transparant model. Het eerder besproken OAI (Open Archives Initiative) is zo’n model, die het technisch mogelijk<br />

maakt om, platform- en gegevensonafhankelijk, informatie met betrekking tot in databases beheerd cultureel<br />

erfgoed online aan te bieden. Dit model is echter vooral toepasbaar voor collecties met een groot aantal, relatief<br />

simpele en statische documenten. Het DEN (Digitaal Erfgoed Nederland) bouwt bijvoorbeeld op basis van het OAI<br />

(mhp) – Metadata Harvesting Protocol - aan een nationale infrastructuur voor het sector- en<br />

instellingsoverstijgend toegankelijk maken van informatie over cultureel erfgoed 99 . Het eerder besproken<br />

semantische web (zie 1.4.4.2) biedt ook perspectieven voor interoperabiliteit, vooral dan voor meer complexere<br />

objecten. Dit wordt onder andere gebruikt door het CIDOC Conceptual Reference Model (CIDOC CRM) 100 , waarmee<br />

impliciete en expliciete concepten en relaties binnen cultureel erfgoed documentatie beschreven worden. (zie<br />

4.6.9).<br />

Figuur 14: Het OAI project van DEN<br />

98 http://www.digicult.info/textonly/publications.php<br />

99 http://www.den.nl/projecten/oai.html<br />

100 http://cidoc.ics.forth.gr<br />

103

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!