05.02.2015 Views

Docentenhandleiding - Nibud

Docentenhandleiding - Nibud

Docentenhandleiding - Nibud

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

In & Out! voor scholieren<br />

<strong>Docentenhandleiding</strong>


In & Out voor scholieren<br />

<strong>Docentenhandleiding</strong><br />

<strong>Nibud</strong><br />

Het <strong>Nibud</strong> (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) is een onafhankelijke stichting die<br />

consumenten adviseert over hun inkomsten en uitgaven. Het doel is consumenten inzicht te geven in<br />

hun bestedingspatroon, en vaardigheid te laten opdoen in het planmatig omgaan met geld. Het<br />

<strong>Nibud</strong> geeft rechtstreeks voorlichting, zowel via de pers als via eigen publicaties over diverse<br />

onderwerpen, zoals gebruik maken van inkomensondersteunende maatregelen, begroten, en<br />

verstandig lenen. De benodigde kennis en vaardigheden ontleent het <strong>Nibud</strong> aan feitelijke informatie,<br />

ervaringskennis en eigen wetenschappelijk onderzoek naar de inkomsten en uitgaven van iedere<br />

denkbare groep in de samenleving.<br />

Colofon<br />

In & Out! Omgaan met geld voor scholieren is samengesteld door het <strong>Nibud</strong>, Postbus 19250, 3501 DG<br />

Utrecht.<br />

De regelingen, bedragen en cijfers in het docentenmateriaal zijn gebaseerd op gegevens zoals die op<br />

1 januari 2011 bekend waren. Er kunnen zich sindsdien veranderingen hebben voorgedaan. Het<br />

<strong>Nibud</strong> kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele gevolgen van verkeerd gebruik of van<br />

opgetreden veranderingen, noch voor eventuele (druk)fouten en/of onvolledigheden.<br />

© NIBUD, 2011<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,<br />

fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het<br />

<strong>Nibud</strong>.


Inhoud<br />

1. Aanleiding voor het lesmateriaal ........................................................................................................ 4<br />

2. Aansluiting lesmateriaal bij het onderwijs .......................................................................................... 5<br />

Aansluiting bij de eindtermen onderbouw ......................................................................................... 5<br />

Aansluiting bij de eindtermen bovenbouw ......................................................................................... 5<br />

Extra opdrachten ................................................................................................................................. 5<br />

3. <strong>Nibud</strong>-leerdoelen................................................................................................................................. 6<br />

Hoofddoel van het <strong>Nibud</strong> .................................................................................................................... 6<br />

<strong>Nibud</strong>-leerdoelen en -competenties per leeftijdscategorie ................................................................ 6<br />

4. Geldgedrag van scholieren ................................................................................................................ 10<br />

Wat zeggen de cijfers ...................................................................................................................... 10<br />

Sparen en Lenen ................................................................................................................................ 12<br />

Bijbaantjes ......................................................................................................................................... 13<br />

Reclame ............................................................................................................................................. 15<br />

5. Werken met In&Out! ......................................................................................................................... 17<br />

5.1 In&Out! in de onderbouw ........................................................................................................... 17<br />

5.2 In&Out! in de bovenbouw ........................................................................................................... 23


1. Aanleiding voor het lesmateriaal<br />

Jong geleerd, is oud gedaan. Dat geldt zeker voor omgaan met geld, zo blijkt uit <strong>Nibud</strong>-onderzoek.<br />

Het <strong>Nibud</strong> ziet het als één van zijn belangrijkste taken om ouders te helpen bij de financiële<br />

opvoeding van hun kinderen. Het financiële leven van particuliere huishoudens is er in de loop van de<br />

jaren niet gemakkelijker op geworden. Als volwassene moet je steeds meer keuzes maken die<br />

financiële consequenties hebben, waarvoor je over steeds meer financiële kennis moet beschikken.<br />

Je kinderen die kennis bijbrengen, is geen eenvoudige opdracht. Ouders kunnen daarbij wel wat hulp<br />

gebruiken, bijvoorbeeld van het onderwijs. Volgens het <strong>Nibud</strong> is het feit dat scholieren zo makkelijk<br />

geld lenen, één van de oorzaken voor de alsmaar groeiende groep jongeren die bij de<br />

schuldhulpverleningsbureaus aankloppen.<br />

In & Out! Omgaan met geld voor het scholieren is in 2003 ontwikkeld door het <strong>Nibud</strong>. Aanleiding was<br />

destijds dat veel jongeren gemakkelijk geld uitgeven; ze staan niet of nauwelijks stil bij de gevolgen<br />

daarvan. Ruim de helft van alle scholieren leent wel eens geld, zo blijkt uit het meest recente <strong>Nibud</strong><br />

Scholierenonderzoek (2010-2011). Scholieren geven zelf ook aan behoefte te hebben aan<br />

informatie. Slechts een kwart van de scholieren zegt dat ze niets lastig vinden als het gaat over<br />

omgaan met geld. Een vijfde van de jongeren zegt zelf moeite te hebben met overzicht houden.<br />

In 2011 is In & Out! in een volledig herziene editie verschenen. De eerste editie was destijds één van<br />

de eerste (na de Zakgeldkrant) lesmaterialen die het <strong>Nibud</strong> heeft ontwikkeld. Sinds die tijd zijn de<br />

inzichten over het ontwikkelen van lesmaterialen veranderd. Zo zijn er competenties en leerdoelen<br />

geformuleerd voor goed omgaan met geld. Ook is er nu meer behoefte aan digitale leermiddelen. Dit<br />

zijn dan ook de belangrijkste aanpassingen in het materiaal.<br />

De inhoud van In & Out! is gebaseerd op de <strong>Nibud</strong>-leerdoelen voor 12- tot 17-jarigen en het<br />

materiaal is uitgebreid met digitale werkbladen. Die laatste zijn bedoeld om het materiaal actueel te<br />

houden en om de leerlingen verdieping van de lesstof aan te kunnen bieden. Andere aanpassingen<br />

zijn dat het taalgebruik beter is afgestemd op de leesvaardigheid van scholieren en dat de<br />

vormgeving is opgefrist. Het materiaal bestaat uit twee magazines: één voor de onderbouw en één<br />

voor de bovenbouw.<br />

4


2. Aansluiting lesmateriaal bij het onderwijs<br />

Dit lespakket heeft als doel scholieren te stimuleren een gezonde financiële huishouding te voeren.<br />

De scholieren krijgen inzicht in hun inkomsten- en uitgavenpatroon en leren de verleidingen van de<br />

commercie te doorzien. De scholieren kunnen individueel en in groepjes aan de slag met het<br />

materiaal. U kunt een aantal lessen besteden aan de verschillende thema’s uit het materiaal; u kunt<br />

ook een complete themaweek organiseren over geld.<br />

Aansluiting bij de eindtermen onderbouw<br />

Het materiaal voor de onderbouw sluit aan bij het vak Verzorging. Daarnaast kan het gebruikt<br />

worden tijdens de mentoruren, omdat geld voor veel leerlingen een belangrijk onderwerp is.<br />

In het onderbouwmagazine worden de volgende thema’s behandeld:<br />

Papierwerk, Wat doe je met post (magazine pagina 3)<br />

Jouw geld, Over geld en hoe je eraan komt (magazine pagina 4-7)<br />

Wat kost het, Prijsbewust zijn (magazine pagina 8-9)<br />

Reclame, De invloed van merken (magazine pagina 10-11)<br />

De bank, Je rekeningen betalen (magazine pagina 12-13)<br />

Sparen of lenen , Over uitstellen of meteen kopen (magazine pagina 14-15)<br />

In de problemen, Over schulden en oplossingen (magazine pagina 16-17)<br />

Je mobiel, Hoe houd je de kosten in de hand (magazine pagina 17)<br />

Dromen over later, Je toekomst en je geld (magazine pagina 18-19)<br />

Aansluiting bij de eindtermen bovenbouw<br />

Het materiaal voor de bovenbouw sluit aan bij de vakken Economie (K/4/ consumptief) en<br />

Maatschappijleer. Daarnaast kan het materiaal ook in de bovenbouw gebruikt worden tijdens de<br />

mentoruren.<br />

In het bovenbouwmagazine worden de volgende thema’s behandeld:<br />

Baantjes, Over zelf geld verdienen (magazine pagina 3-5)<br />

Alles op een rijtje, Jouw inkomsten en uitgaven (magazine pagina 6-9)<br />

Alles kost geld, Het leven is duur (magazine pagina 10-11)<br />

Dure smaak, Over reclame en geld (magazine pagina 12-13)<br />

Je eigen bankrekening, Manieren om te betalen (magazine pagina 14-15)<br />

Sparen en lenen, Meteen kopen (magazine pagina 16-19)<br />

Schulden, Tekorten en terugbetalen (magazine pagina 20-22)<br />

Webshoppen, Let op veiligheid (magazine pagina 23)<br />

Op zeker, Over risico's en verzekeringen (magazine pagina 24-26)<br />

Later!, Je financiële toekomst (magazine pagina 27)<br />

Extra opdrachten<br />

Op www.nibud.nl/scholieren vindt u een aantal pdf's met extra opdrachten. Deze opdrachten kunt u<br />

gebruiken in plaats van of naast de opdrachten in het magazine. Het <strong>Nibud</strong> ontwikkelt regelmatig<br />

nieuwe extra opdrachten.<br />

5


3. <strong>Nibud</strong>-leerdoelen<br />

In & Out! is net als andere voorlichtingsproducten en -methodieken gebaseerd op de leerdoelen en<br />

competenties die het <strong>Nibud</strong> heeft geformuleerd. Door de jaren heen zijn deze steeds aangepast aan<br />

de maatschappelijke ontwikkelingen, ook op basis van feedback van het onderwijs.<br />

Hoofddoel van het <strong>Nibud</strong><br />

Kinderen en jongeren leren omgaan met geld, zodat zij als volwassene zelfstandig kunnen leven en<br />

wonen, waarbij zij op korte en lange termijn alle betalingsverplichtingen nakomen, de<br />

huishoudfinanciën in balans houden en beschikken over een positief eigen vermogen zonder<br />

problematische schulden.<br />

Leren omgaan met geld betreft de volgende onderwerpen:<br />

Kennismaken met financiële begrippen<br />

Leren keuzes maken<br />

Reclame de baas blijven<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

Zelf geld verdienen<br />

Sparen<br />

Lenen<br />

Verzekeren<br />

Bankzaken regelen<br />

<strong>Nibud</strong>-leerdoelen en -competenties per leeftijdscategorie<br />

Per leeftijdscategorie verschillen de doeleinden, omdat kinderen van verschillende leeftijden andere<br />

vaardigheden hebben. Bovendien houden kinderen zich op 6-jarige leeftijd met andere dingen bezig<br />

dan 16-jarigen. De <strong>Nibud</strong>-leerdoelen houden met deze verschillen rekening.<br />

De onderwerpen zijn voor alle leeftijdscategorieën vergelijkbaar. De leerdoelen die gelden voor de<br />

diverse leeftijden, sluiten dan ook op elkaar aan. Bovendien hebben de leerdoelen een doorgaande<br />

lijn: de leerdoelen en competenties voor de oudere leeftijden zijn een uitbreiding en/of een<br />

verdieping van de leerdoelen die voor de jongere leeftijden gelden.<br />

We onderscheiden de volgende leeftijdscategorieën:<br />

6-9 jaar: middenbouw primair onderwijs<br />

10-12 jaar: bovenbouw primair onderwijs<br />

12-15 jaar: onderbouw voortgezet onderwijs<br />

16-18 jaar: bovenbouw voortgezet onderwijs<br />

19-23 jaar: jongvolwassenen<br />

In deze handleiding geven we slechts de leerdoelen voor scholieren in de onderbouw en die in de<br />

bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Een volledig overzicht van de leerdoelen vindt u op<br />

www.nibud.nl.<br />

Bij de bespreking van de lesonderdelen vermelden we steeds welke leerdoelen erin behandeld<br />

worden. Zie verder hoofdstuk 5.<br />

6


<strong>Nibud</strong>-leerdoelen onderbouw (13 t/m 15 jaar)<br />

Leren keuzes maken<br />

De scholieren geven niet meer geld uit dan ze hebben.<br />

De scholieren besteden hun kleedgeld aan het doel waarvoor het bestemd is.<br />

De scholieren besteden hun belgeld aan het doel waarvoor het bestemd is.<br />

De scholieren kunnen met een steeds groter budget omgaan.<br />

De scholieren weten wat het verschil is tussen uitgaven die moeten en uitgaven die<br />

mogen.<br />

Reclame de baas blijven<br />

De scholieren herkennen reclame, commercie en sociale druk.<br />

De scholieren maken onderscheid tussen hun eigen wensen en wensen die hun door<br />

reclame zijn ingegeven.<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

De scholieren betalen hun rekeningen op tijd.<br />

De scholieren bewaren hun belangrijke papieren.<br />

De scholieren weten dat je bij sommige aankopen nog bijkomende kosten hebt.<br />

De scholieren vergelijken verschillende producten voordat ze iets kopen.<br />

De scholieren kunnen een inschatting maken van de prijs van een product en kunnen<br />

inschatten of een bepaalde aanbieding echt een voordeel oplevert.<br />

Zelf geld verdienen<br />

De scholieren weten dat zij en de werkgever zich moeten houden aan bepaalde regels<br />

als ze werken.<br />

De scholieren weten wat wit en wat zwart werk is en wat belasting is.<br />

De scholieren weten dat zij belasting terug kunnen vragen als ze werken.<br />

Sparen<br />

<br />

De scholieren kunnen langere tijd geld opzij zetten voor een bepaald doel.<br />

Lenen<br />

<br />

<br />

De scholieren weten wat de voor- en nadelen zijn van lenen en sparen, en nemen die<br />

mee bij hun keuzes en beslissingen.<br />

De scholieren betalen geleend geld terug.<br />

Bankzaken regelen<br />

De scholieren weten wat een bank is en voor welke zaken ze daar terecht kunnen.<br />

De scholieren pinnen op een veilige manier.<br />

De scholieren weten wat internetbankieren is.<br />

Achtergrond<br />

Vanaf ongeveer 12 jaar zijn scholieren in staat met een groter budget om te gaan. Ze kunnen meer<br />

verantwoordelijkheden dragen. Daarom is 12 of 13 jaar ook een goede leeftijd om met kleedgeld en<br />

belgeld te beginnen.<br />

7


Middelbare scholieren zijn ook beter in staat om abstract te denken. Daardoor kunnen ze ook voor<br />

een langere termijn sparen. Ook zijn ze dan in staat om te gaan met geld op een bankrekening.<br />

Vanaf de middelbare school krijgen jongeren meer belangstelling voor kleding, sportartikelen en<br />

muziek. Scholieren zijn daardoor een interessante doelgroep voor reclamemakers, ook omdat zij<br />

invloed hebben op het bestedingsgedrag van hun ouders. Zij proberen scholieren te binden aan hun<br />

merk.<br />

Ook de mening van leeftijdgenoten is voor pubers belangrijk. Pubers zijn bezig met het ontwikkelen<br />

van een eigen persoonlijkheid. Ze trekken zich erg aan wat anderen van hen vinden en ze willen er<br />

graag ‘bij horen’.<br />

Vanaf 13 jaar mogen scholieren in loondienst werken. Er gelden bepaalde regels voor arbeidstijden<br />

en voor het werk dat scholieren mogen doen. Elke werkgever is verplicht zich hieraan te houden.<br />

<strong>Nibud</strong>-leerdoelen bovenbouw (16 t/m 18 jaar)<br />

Leren keuzes maken<br />

De scholieren geven niet meer geld uit dan ze hebben.<br />

De scholieren voldoen aan hun verplichte uitgaven.<br />

Reclame de baas blijven<br />

De scholieren maken onderscheid tussen hun eigen wensen en wensen die hun door<br />

reclame, commercie of onder sociale druk zijn ingegeven.<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

De scholieren zijn in staat al hun geldzaken zelfstandig te beheren.<br />

De scholieren houden bij hun keuzes rekening met de bijkomende kosten van een<br />

aankoop.<br />

De scholieren vergelijken prijzen voordat ze een aankoop doen en letten daarbij zowel<br />

op prijs als kwaliteit.<br />

De scholieren hebben hun administratie op orde en betalen rekeningen op tijd.<br />

De scholieren bewaren belangrijke papieren overzichtelijk.<br />

De scholieren hebben een overzicht van hun inkomsten en uitgaven.<br />

Zelf geld verdienen<br />

De scholieren controleren of ze minimaal het minimumjeugdloon krijgen als ze werken.<br />

De scholieren die werken, weten wanneer ze mogen werken en welk werk ze mogen<br />

doen.<br />

De scholieren vragen belasting terug als zij hebben gewerkt.<br />

Sparen<br />

<br />

De scholieren houden bij hun huidige uitgaven rekening met toekomstige uitgaven.<br />

Lenen<br />

<br />

De scholieren die rood staan, weten wat dat betekent en welke rente ze betalen over de<br />

roodstand.<br />

8


De scholieren nemen de alternatieven voor lenen mee in hun overweging, voordat ze<br />

gaan lenen.<br />

De scholieren zijn op de hoogte van de rente, het bedrag aan aflossing en de<br />

aflosperiode voordat zij gaan lenen.<br />

De scholieren sluiten alleen een lening af als dit past binnen hun toekomstige budget.<br />

De scholieren beoordelen de verschillende kredietvormen aan de hand van hun eigen<br />

situatie.<br />

Verzekeren<br />

De scholieren sluiten een bepaalde verzekering af als de situatie daar om vraagt.<br />

Bankzaken regelen<br />

De scholieren beheren hun eigen bankzaken.<br />

De scholieren doen overboekingen via het internetbankieren. Via het internetbankieren<br />

houden ze hun transacties bij en doen ze, indien nodig, automatisch overboekingen.<br />

Achtergrond<br />

Veel scholieren van 16 tot 18 jaar hebben een (bij-)baantje. Daardoor hebben ze vrij veel geld te<br />

besteden, terwijl ze relatief weinig verplichte uitgaven hebben. Vaak wonen zij immers nog bij hun<br />

ouders.<br />

Vanaf 15 jaar geldt het minimumjeugdloon. Dit is het loon dat werkgevers minimaal moeten betalen.<br />

Met de leeftijd nemen zowel het aantal uitgaven en de hoogte daarvan, toe. Jongeren van deze<br />

leeftijd nemen uitgaven voor zichzelf steeds vaker over van hun ouders, zoals hun eigen vakantie,<br />

een nieuwe computer of een brommer. Hoewel deze jongeren ook meer te besteden hebben, wordt<br />

de kans dat ze gaan lenen en een schuld krijgen wel groter. Dan gaat het vaak om grotere bedragen<br />

dan het geld dat zij in de eerste klassen van de middelbare school lenen.<br />

Bij sommige banken kunnen jongeren vanaf 16 jaar al rood staan. Hiervoor moeten ouders wel<br />

toestemming geven. Ouders zijn aansprakelijk voor de schulden van kinderen tot 18 jaar.<br />

Veel jongeren gaan op deze leeftijd niet meer met hun ouders op vakantie. Dit betekent dat zij meer<br />

zelf moeten regelen, bijvoorbeeld ook een reisverzekering. Bovendien krijgen ze bij een vakantie met<br />

meer en grotere uitgaven te maken.<br />

9


4. Geldgedrag van scholieren<br />

Het <strong>Nibud</strong> publiceert iedere twee jaar het <strong>Nibud</strong> Scholierenonderzoek: de resultaten van een<br />

onderzoek naar de inkomsten en uitgaven van scholieren. Het meest recente rapport dateert<br />

van april 2011. Hieronder vindt u enkele resultaten uit het rapport. Het volledige rapport is te<br />

downloaden op www.nibud.nl.<br />

Daarnaast vindt u in dit hoofdstuk inhoudelijke informatie die u kan helpen bij het voorbereiden<br />

van de les. De teksten sluiten qua inhoud en vorm aan op de belevingswereld van scholieren.<br />

De drie basisregels voor jongeren voor goed geldgedrag zijn:<br />

Weet wat je hebt<br />

Zorg dat je weet hoeveel geld je hebt, zet daarom je inkomsten en uitgaven op een rij. Je weet dan<br />

precies wat je nog kunt uit geven zonder in de problemen te komen<br />

Blijf reclame de baas<br />

Laat reclame niet bepalen wat je koopt, bepaal zelf wat je echt nodig hebt. Reclame is overal en<br />

heeft op alle mensen invloed. Bedenk voor jezelf waardoor jij je wilt laten verleiden, en wanneer<br />

niet. Dan ben je de reclame de baas.<br />

OP=OP<br />

Weet dat je je geld maar één keer kunt uitgeven, er zitten grenzen aan je budget.<br />

Wat zeggen de cijfers<br />

Scholieren op het voortgezet onderwijs hebben veel geld te besteden. Ze krijgen geld van hun ouders<br />

en verdienen geld met een bijbaantje. Vmbo-ers en scholieren op de havo hebben meer te besteden<br />

in vergelijking met hun leeftijdsgenoten op het vwo. Zo heeft een vmbo-er tussen de 15 en 16 jaar<br />

€ 155 per maand te besteden, een scholier op de havo € 165 en een vwo-er € 138 per maand. Vmboers<br />

in deze leeftijd komen al eerder in aanraking met het volwassen leven dan hun leeftijdsgenoten<br />

op de havo en het vwo. Ze moeten al op jonge leeftijd kiezen welke vervolgstudie ze gaan doen, ze<br />

verlaten school eerder en stappen eerder het volwassen leven binnen. In de volgende tabel staan de<br />

inkomsten naar leeftijd.<br />

Gemiddeld inkomsten per maand, naar leeftijd (inclusief 0)<br />

jongens<br />

(€)<br />

meisjes<br />

(€)<br />

totaal<br />

(€)<br />

12 jaar 46 46 46<br />

13 jaar 57 66 61<br />

14 jaar 76 76 76<br />

15 jaar 124 120 122<br />

16 jaar 173 179 176<br />

17 jaar 203 209 206<br />

18 jaar 226 227 226<br />

totaal 99 108 103<br />

Bron: <strong>Nibud</strong> 2011<br />

10


In de volgende tabel zien we de gemiddelde uitgaven per maand naar geslacht en leeftijd. Er zijn ook<br />

verschillen naar schooltype. Gemiddeld geven jongens iets meer geld uit dan meisjes. Dit verschil<br />

neemt toe met de leeftijd. Jongens van 14 jaar geven gemiddeld 20 euro per maand meer uit dan<br />

meisjes van 14 jaar. Op 17-jarige leeftijd geven jongens 50 euro per maand meer uit dan meisjes.<br />

Leerlingenop het vwo geven duidelijk minder geld uit dan vmbo’ers van dezelfde leeftijd.<br />

Gemiddelde uitgaven per maand, naar leeftijd (inclusief 0)<br />

Gemiddelde<br />

(€)<br />

Leeftijd 12 jaar 93<br />

13 jaar 80<br />

14 jaar 92<br />

15 jaar 112<br />

16 jaar 151<br />

17 jaar 172<br />

18 jaar 268<br />

Geslacht Jongens 125<br />

Meisjes 101<br />

Totaal 113<br />

Bron: <strong>Nibud</strong> 2011<br />

Scholieren hebben nog nauwelijks vast lasten; zij kunnen hun geld voornamelijk uitgeven aan leuke<br />

dingen. Snoep en snacks, cadeaus, uitgaan, kleding en schoenen zijn bij jongeren favoriete<br />

uitgavenposten.<br />

Top 10 uitgavenposten van scholieren<br />

Scholieren die hier geld aan<br />

uitgeven<br />

(%)<br />

Snoep en snacks 79 16<br />

Cadeaus 64 9<br />

Persoonlijke verzorging 50 10<br />

Uitgaan, bioscoop, café 50 18<br />

Kleding en schoenen 48 43<br />

Prepaid mobiel 48 10<br />

Sieraden en accessoires 44 7<br />

Frisdrank 43 13<br />

Kleine gadgets en accessoires 42 7<br />

Dagje weg 35 9<br />

Gemiddelde uitgaven<br />

per maand (excl. 0)<br />

(€)<br />

Bron: <strong>Nibud</strong> 2011<br />

11


Sparen en Lenen<br />

Sparen<br />

Veel jongeren sparen. Zo’n 88 procent van de jongeren spaart. Leren sparen kan je kinderen al vroeg<br />

aanleren. Kinderen op de basisschool zijn vaak spaarzaam, als kinderen wat ouder worden wordt<br />

geld uitgeven steeds belangrijker. Om jongeren ook in deze fase bewust te maken van sparen, volgen<br />

hier enkele tips:<br />

Spaartips voor jongeren<br />

Zet extra inkomsten direct op een spaarrekening. Dan geef je het niet te snel uit.<br />

Houd je elke maand wat geld over, spaar dan automatisch. Laat de bank elke maand geld<br />

naar je spaarrekening storten.<br />

Open een spaarrekening speciaal voor het artikel dat je wilt kopen. Dan weet je waarvoor je<br />

spaart, en hoeveel je al hebt.<br />

Over geld op een spaarrekening ontvang je rente.<br />

Maak een spaarplan<br />

Als je wilt gaan sparen voor iets, dan kun je het beste een spaarplan maken. Hoeveel geld heb je<br />

nodig om het product te kunnen kopen. Hoeveel geld heb je per week te besteden En hoeveel geld<br />

kun je daarvan opzij leggen Als je weet hoeveel geld je per week kunt missen, dan kun je uitrekenen<br />

hoelang het duurt voor je het geld hebt gespaard.<br />

Lenen<br />

Uit het <strong>Nibud</strong>-Scholierenonderzoek 2010-2011 blijkt dat 52 procent van de scholieren ‘soms’<br />

geld leent. 44 procent leent nooit geld van anderen.<br />

Leen je wel eens geld van anderen, naar geslacht<br />

Jongens<br />

(%)<br />

Meisjes<br />

(%)<br />

Totaal<br />

(%)<br />

Vaak 4 4 4<br />

Soms 47 56 52<br />

Nooit 49 40 44<br />

Bron: <strong>Nibud</strong> 2011<br />

Veel scholieren lenen geld, maar het gaat vaak om kleine bedragen voor eten, drinken en uitgaan.<br />

Scholieren mogen nog niet bij formele instellingen geld lenen. Bij sommige banken mogen scholieren<br />

onder de 18 jaar een lening afsluiten met toestemming van de ouders. Scholieren lenen voornamelijk<br />

bij vrienden en ouders.<br />

We zien dat problematische schulden steeds vaker voorkomen bij jong-volwassenen. Problematische<br />

schulden ontstaan onder andere doordat jongeren niet weten dat het leven kost. Ook kunnen zij de<br />

risico’s van hun financiële gedrag niet goed inschatten. Scholieren moeten juist in deze fase leren wat<br />

de risico’s zijn van lenen. Een lening is een schuld. Lenen hoeft geen probleem te zijn, maar de lening<br />

moet wel terugbetaald worden.<br />

12


Lenen kan heel handig zijn. Maar als je gaat lenen, zijn er wel een paar regels waar je je aan moet<br />

houden. De belangrijkste is, dat je uitrekent of je geld hebt om iedere maand de aflossing te betalen.<br />

Je betaalt iedere maand een deel van het geleende geld terug en betaalt ook rente. Een lening moet<br />

je immers ook kunnen afbetalen. Als je de lening niet afbetaalt, kun je in de problemen komen.<br />

Schulden zijn vaak moeilijk op te lossen en je bent dan lang bezig met afbetalen. Dat betekent dat je<br />

een groot deel van je inkomen meteen moet inleveren.<br />

Andere nadelen van schulden:<br />

Geen huis kunnen kopen… met zoveel leningen krijg je geen hypotheek<br />

Je krijgt loonbeslag… en het gaat direct naar je schulden<br />

Je salaris is net gestort….maar je hebt geen geld om de rest van de maand door te komen<br />

Je kunt geen leuke dingen doen met je geld… je moet afbetalen<br />

Het lukt niet meer om een rekening te krijgen bij de bank… ze vertrouwen je niet meer<br />

Je kunt niet meer op vakantie… je moet je vakantiegeld gebruiken voor de rekeningen<br />

Je kunt niet zelfstandig gaan wonen… te duur met al die afbetalingen<br />

Je moet altijd fulltime werken… als je minder werkt kun je niet rondkomen.<br />

Dus als je gaat lenen, zorg dan dat je weet waar je mee bezig bent.<br />

Lenen van je ouders<br />

Een lening van je ouders kan makkelijk zijn. Je betaalt hen dan elke week of maand een bedrag terug.<br />

In plaats van lenen, kun je een voorschot op je zak- of kleedgeld vragen. Houd er rekening dan mee<br />

dat je een tijd lang geen zak- of kleedgeld hebt.<br />

Spreek altijd met je ouders af wanneer en hoe je het geld gaat terugbetalen<br />

Schrijf je afspraken op, dan weet je waar je aan toe bent<br />

Als je vaak moet lenen, geef je te veel geld uit. Je moet dan gaan bezuinigen.<br />

Lenen van vrienden<br />

Veel scholieren lenen van elkaar. Kleine bedragen voor een blikje fris, maar ook grotere bedragen.<br />

Spreek af wanneer je het geld terugbetaalt en houd je aan die afspraak<br />

Heb je geld uitgeleend maar niet teruggekregen Vraag er om en maak duidelijk dat je je geld terug<br />

wilt.<br />

Lenen van de bank of financieringsmaatschappij<br />

Je moet de lening kunnen afbetalen aan de bank of de financieringsmaatschappij. Je betaalt veel<br />

rente. Kijk dus eerst of je genoeg geld hebt om de lening elke maand te kunnen betalen. Anders kun<br />

je je aankoop beter uitstellen<br />

Let ook op hoe lang je bezig bent met afbetalen. Leen je geld voor een artikel dat je maar twee jaar<br />

kunt gebruiken Zorg dan dat je de lening binnen die twee jaar hebt afbetaald.<br />

Bijbaantjes<br />

Tijdens de schoolweken heeft bijna de helft van de scholieren een bijbaantje (42%), 49 procent heeft<br />

een vakantiebaantje, zo blijkt uit het <strong>Nibud</strong> Scholierenonderzoek. Voor jongeren is het belangrijk om<br />

te weten wat belasting is, wat het verschil is tussen wit en zwart werken en dat de werkgever zich<br />

aan bepaalde regels moet houden.<br />

13


Scholieren met een bijbaan naar leeftijd<br />

14<br />

Baantje<br />

(%)<br />

Vakantiewerk<br />

(%)<br />

Leeftijd 12 jaar 15 31<br />

13-14 jaar 32 41<br />

15-16 jaar 60 60<br />

17-18 jaar 73 75<br />

Totaal 42 49<br />

Bron: <strong>Nibud</strong> 2011<br />

Als je werkt betaal je belasting en sociale premies. Deze worden ingehouden op je bruto loon.<br />

Wat overblijft, is je netto loon. Dit is het bedrag dat op je bankrekening wordt gestort. Op je<br />

loonstrookje kun je zien wat je bruto loon is, hoeveel belasting er is ingehouden en hoeveel je<br />

netto overhoudt. Betaal je belasting en sociale premies, dan werk je wit. Je hebt dan ook recht<br />

op betaling bij vakantie en ziekte, als je een vast aantal uren werkt.<br />

Zwart werken betekent dat je geen belasting en sociale premies betaalt. Meestal ontvang je je<br />

geld dan cash. Als je zwart werkt, ben je niet verzekerd voor de sociale zekerheidswetten. Je<br />

krijgt bij ziekte en vakantie dan niet betaald. Zwart werken is verboden. Als je zwart werkt en<br />

een ongeluk krijgt op je werk, dan hoeft je baas niks voor je te doen. Als je zwart werkt, krijg je<br />

geen loon als je ziek bent en ook geen vakantiegeld!<br />

Loonstrook en jaaropgaaf<br />

Als je een bijbaan hebt of al werkt krijg je een loonstrookje.<br />

Een hele hoop cijfers waar je niet direct iets mee moet. Toch is het de moeite waard er eens<br />

naar te kijken. Bijvoorbeeld of je uren wel kloppen. En welk bedrag krijg je aan vakantiegeld<br />

Bij ieder bedrijf ziet een loonstrookje er weer anders uit. Elk bedrijf heeft namelijk andere<br />

arbeidsvoorwaarden. In sommige functies krijg je bijvoorbeeld onregelmatigheidstoeslag omdat<br />

je in de avond of het weekend werkt. Ook verschilt de lay-out van een loonstrookje per bedrijf,<br />

en worden andere termen gebruikt.<br />

In het eerste deel van je loonstrook staan gegevens over jezelf en je werkgever zoals adressen<br />

en je sofinummer. Daarnaast staan er gegevens over hoeveel uren je werkt, het fulltime<br />

brutosalaris, de maand waarvoor het loonstrookje geldt en de gebruikte belastingtabel (zie<br />

loonstrookje: witte tabel).<br />

De betalingen beginnen met het brutoloon. Daarbij komen dan eventuele extra toeslagen en<br />

vergoedingen die er worden afgetrokken of erbij worden geteld. Het bedrag dat dan overblijft is<br />

het SVW-loon (zie loonstrookje: Bruto SVW). SVW staat voor Sociale Verzekerings Wetten. Over<br />

dat bedrag betaal je werknemersverzekeringen, inkomensafhankelijke ziektekostenpremie en<br />

WW-premie.<br />

Naast de premie voor de basisverzekering, betaal je een nog een premie die afhankelijk is van je<br />

inkomen. Deze premie bedraagt 6,9 procent van je bruto inkomen. Je werkgever is verplicht<br />

deze premie aan je te vergoeden.<br />

Je kunt in aanmerking komen voor de zorgtoeslag, als je ouder dan 18 bent. Deze toeslag is<br />

afhankelijk van je belastbaar loon.


Brutoloon omrekenen naar netto Dat kan op www.jeugdloonwijzer.nl.<br />

Minimumlonen per maand per 1 januari 2011 (netto globale bedragen)<br />

inkomen vakantiegeld totaal<br />

per maand bruto netto bruto netto netto<br />

€ € € € €<br />

vanaf 23 jaar* 1.424,40 1.190,- 1.13,95 79,- 1.269,-<br />

22 jaar 1.210,75 1.024,- 96,86 75,- 1.099,-<br />

21 jaar 1.032,70 886,- 82,62 64,- 950,-<br />

20 jaar 876,00 765,- 70,08 54,- 819,-<br />

19 jaar 747,80 665,- 59,82 47,- 712,-<br />

18 jaar 648,10 595,- 51,85 35,- 630,-<br />

17 jaar 562,65 539,- 45,01 29,- 568,-<br />

16 jaar** 491,40 491,- 39,31 26,- 517,-<br />

15 jaar** 427,30 427,- 34,18 34,- 461,-<br />

Reclame<br />

Vanaf de middelbare school krijgen jongeren steeds meer belangstelling voor kleding, muziek,<br />

sportartikelen, etc. Dit is voornamelijk omdat ze er graag 'bij willen horen'. De meningen van<br />

vrienden zijn tijdens deze periode over het algemeen het belangrijkst.<br />

Overal reclame!<br />

Een advertentie in je tijdschrift, reclame op tv, die leuke game op een site: reclame is overal. De<br />

invloed van reclame is groot. Reclamemakers vertellen ons wie we kunnen zijn en hoe we ons<br />

kunnen voelen. We moeten dan natuurlijk wel hun product kopen. Reclame haalt je over om te<br />

kopen.<br />

Bedrijven geven veel geld uit aan reclame. Slimme koppen bedenken hoe ze een product het best<br />

kunnen verkopen. Zo verdient het bedrijf zijn geld. Veel reclame wordt speciaal gemaakt voor<br />

jongeren. De reclame vertelt jou welke kleding je moet dragen en met welk mobieltje je moet bellen.<br />

Of je dat doet is natuurlijk jouw keuze.<br />

Waarom richt reclame zich op jongeren<br />

Waarom richten bedrijven hun reclame op jongeren Jongeren zijn beïnvloedbaar en hebben aardig<br />

wat geld te besteden. Jongeren denken na over wie zij zijn en wat zij belangrijk vinden. Dat laten zij<br />

zien door bepaalde merken wel of juist niet te kopen. Veel jongeren vinden dat een merk iets<br />

toevoegt aan hun persoonlijkheid. En daar maken reclamemakers gebruik van.<br />

Blijf reclame de baas!<br />

Reclame is dus vooral uit op jouw geld. Misschien handig om te onthouden als je volgende keer in de<br />

stad loopt. Je kunt best kiezen voor een spijkerbroek van een bepaald merk. Maar bedenk wel dat<br />

reclame een trucje is om jou iets te laten kopen. De reclame belooft jou dat je er helemaal bijhoort<br />

als je dat speciale product koopt. Maar de reclame noemt meestal alleen de voordelen van een<br />

15


product. Wat ze niet vertellen, zijn de nadelen. Bijvoorbeeld dat een computerspel in werkelijkheid<br />

lang niet zo spannend is als het in de reclame lijkt. Of dat je na de aanschafprijs ook nog elke maand<br />

abonnementsgeld moet betalen. Ga zelf ook eens op zoek naar de minpunten van een product.<br />

Koop alleen een product als je het kunt betalen en als dat product voor jou de beste keuze is. Zo blijf<br />

je reclame de baas.<br />

Tips om reclame de baas te blijven<br />

- Vergelijk producten. Wat is precies het verschil tussen die merkspijkerbroek en die goedkopere<br />

- Bedenk voor je een product koopt wat de nadelen zijn.<br />

- Probeer te bedenken waarom je het product graag wil hebben. Heb je het echt nodig<br />

16


5. Werken met In&Out!<br />

5.1 In&Out! in de onderbouw<br />

Het onderbouwmagazine bestaat uit de volgende lesonderdelen:<br />

Papierwerk<br />

Wat doe je met post<br />

magazine pagina 3<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 15 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Op deze bladzijde staan foto's van allerlei soorten post en belangrijke papieren.<br />

Welke herken je Noem er vijf.<br />

Rekeningafschriften/bankafschriften.<br />

Rekening/factuur.<br />

Aanslag van de gemeentelijke belastingen.<br />

Loonstrook.<br />

Folders/reclame.<br />

Brief van de Belastingdienst over je aangifte.<br />

Welke soorten post krijg je zelf Noem er drie.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Sommige post kun je meteen weggooien, met andere post moet je iets doen. Rekeningen moet je<br />

betalen en belangrijke papieren opruimen. Hoe pak jij dat aan Vertel je klas wat jij met jouw post<br />

doet vanaf het moment dat het bij jou bezorgd wordt. Misschien krijg je sommige rekeningen per<br />

mail. Vertel ook wat je hiermee doet.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Jouw geld<br />

Over geld en hoe je eraan komt<br />

magazine pagina 4-7<br />

In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod:<br />

Leren keuzes maken<br />

Zelf geld verdienen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 30 minuten<br />

17


Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Welke soorten inkomsten heb jij En wat betaal je ervan<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Wat heb jij het liefst: één bedrag voor zakgeld, kleedgeld en belgeld Of toch liever drie aparte<br />

bedragen Waarom<br />

Het voordeel van één bedrag is dat je zelf kunt kiezen waar je het geld aan uitgeeft. Heb je<br />

bijvoorbeeld een jas nodig, dan kun je die als je je totale budget als één bedrag krijgt misschien wel<br />

kopen; krijg je je kleedgeld apart, dan is dat een lager bedrag en moet je langer sparen. Nadeel van<br />

één bedrag is dat je je uitgaven veel beter moet plannen en dat je minder overzicht hebt. Het is vaak<br />

moeilijk om te achterhalen hoe je je geld hebt besteed. Tot slot loop je het risico dat je je totale<br />

budget verbruikt voor bijvoorbeeld bellen en je vervolgens geen geld meer hebt voor kleding.<br />

Welke afspraken heb jij met je ouders gemaakt over kleedgeld<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Welke afspraken wil je na vandaag nog maken<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Wat zijn de voordelen van een baantje En de nadelen<br />

Mogelijke voordelen: geld, ervaring, sociale contacten.<br />

Mogelijke nadelen: het kost tijd, je verdient relatief weinig geld: je moet veel werken om een<br />

redelijk bedrag te verdienen, je gaat een verplichting aan: je moet het werk ook echt doen.<br />

Wat vind jij het leukste bijbaantje<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Wat kost het<br />

Prijsbewust zijn<br />

magazine pagina 8-9<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Leren keuzes maken<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 50 minuten (incl. een bezoek aan een winkel)<br />

18


Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Wat kosten de dingen die hieronder staan Zoek de prijzen niet op, schrijf ze uit je hoofd op.<br />

1 SMS-je versturen sim-only minimaal € 0,02, prepaid.<br />

Minimaal 8 cent maar bij de grotere<br />

providers ook wel 23 cent<br />

10 minuten bellen met de vaste telefoon € 1,40<br />

een bioscoopkaartje € 8,80<br />

een jaarabonnement op een tijdschrift € 100 (weekblad) € 35 (maandblad)<br />

10 minuten bellen met de mobiele telefoon € 0,26 sim-only, € 4,10 prepaid<br />

een dvd € 9,00<br />

de spijkerbroek die jij wilt hebben € 30 tot € 120<br />

de gymschoenen die jij wilt hebben € 30 tot € 100<br />

Reclame<br />

De invloed van merken<br />

magazine pagina 10-11<br />

In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod:<br />

Leren keuzes maken<br />

Reclame de baas blijven<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 30 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Voor welk product wordt reclame gemaakt op dit reclamebord<br />

Kleding (G-Star Raw).<br />

Zou jij dit product kopen<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Waarom wel of waarom niet<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Welke reclamefilmpjes heb jij vandaag gezien<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Vertel van één reclamefilmpje wat de bedoeling ervan was.<br />

Mogelijke antwoorden: bewustwording (bijvoorbeeld bij een spotje van Postbus 51), proberen iets te<br />

verkopen.<br />

Ben je het eens met de inhoud van dat filmpje Waarom wel of waarom niet<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Welke groepen zijn er op jullie school Noem er drie.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

19


Welke merken horen bij die groepen<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Ben jij gevoelig voor merken Waarom wel of niet<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Van welke merken draag je vandaag kleding<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

En van welke andere merken heb je spullen bij je Denk aan je mobieltje, mp3-speler, je tas, agenda,<br />

iets lekkers voor in de pauze, etc.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

De bank<br />

Je rekeningen betalen<br />

magazine pagina 12-13<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Bankzaken regelen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 15 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Bij een bankrekening krijg je een pinpas. Met een pinpas kun je overal betalen. Schrijf hieronder twee<br />

voordelen en twee nadelen op van betalen met een pinpas.<br />

Mogelijke voordelen: je pinpas is gemakkelijk mee te nemen, je hoeft vooraf niet te bedenken<br />

hoeveel geld je gaat uitgeven, je kan je geld niet verliezen, je hebt minder kleingeld in je<br />

portemonnee, je kan op je rekening precies zien waar je geld hebt uitgegeven<br />

Mogelijke nadelen: je geeft geld gemakkelijker uit omdat je niet ziet dat je geld uitgeeft (i.t.t. contant<br />

geld, dan zie je dat je portemonnee leeg raakt), je moet oppassen voor skimmen.<br />

Welke inkomsten had Jim<br />

van Bizz Folders € 40, geld van zijn opa € 40 en zakgeld € 20<br />

Wat heeft Jim allemaal uitgegeven<br />

Bij de Compumarkt € 49, totaal € 40 gepind en bij de NS € 10.<br />

Hoe duur was het computerspel van Jim<br />

€ 49.<br />

Welk bedrag heeft hij op 20 november gepind bij de geldautomaat<br />

€ 20.<br />

Hoeveel geld staat er op Jims rekening<br />

€ 26.<br />

20


Sparen of lenen<br />

Over uitstellen of meteen kopen<br />

magazine pagina 14-15<br />

In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod:<br />

Sparen<br />

Lenen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 20 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Bedenk iets wat je wilt kopen, maar waarvoor je geen geld hebt. Dat is je spaardoel. Maak hiervoor<br />

een spaarplan.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

In de problemen<br />

Over schulden en oplossingen<br />

magazine pagina 16-17<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Lenen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 15 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Als je problemen hebt met geld, bij wie kun jij dan terecht<br />

Mogelijke antwoorden: ouders, leraren, mentor, vrienden.<br />

Hoe wordt jij dan geholpen<br />

Mogelijke antwoorden: geld lenen, afspraken over afbetalen, voorschot op zak- en kleedgeld.<br />

Voor volwassenen bestaan er instanties die hun helpen met geldproblemen. Zoek uit waar<br />

volwassenen in jouw woonplaats terecht kunnen als zij schulden hebben. Hoe worden zij dan<br />

geholpen<br />

Volwassenen kunnen terecht bij de kredietbank, de gemeente of het maatschappelijk werk. Dit<br />

verschilt per gemeente. Dit kunnen de scholieren opzoeken op www.nvvk.eu. De persoon die in de<br />

schulden zit krijgt dan een intake: er wordt dan gevraagd welke schulden er zijn en welke inkomsten<br />

iemand heeft. Vervolgens proberen de schuldhulpverleners een betalingsregeling te treffen met de<br />

schuldeisers. Zij geven dan aan hoeveel de schuldenaar per maand zou kunnen aflossen. Soms kan<br />

iemand alles aflossen, maar als de schulden hoger zijn dan de afloscapaciteit toelaat, wordt een deel<br />

van de schulden kwijtgescholden. De afloscapaciteit zijn de inkomsten min de vaste lasten en een<br />

bedrag voor levensonderhoud. De schuldenaar krijgt dan een minimum bedrag om van te leven.<br />

Omdat zit zwaar is voor schuldenaar, is afgesproken dat dit traject maximaal 36 maanden duurt.<br />

21


Stel dat jouw beste vriend geld leent aan andere jongeren. Je merkt dat sommige jongeren hem niet<br />

terug betalen. Wat doe jij: ga je hem helpen Waarom wel of niet En als je hem wel gaat helpen,<br />

wat doe je dan precies<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Je mobiel<br />

Hoe houd je de kosten in de hand<br />

magazine pagina 17<br />

In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod:<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

Leren keuzes maken<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 15 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Met een mobiele telefoon kun je veel meer dan alleen bellen. Wat vind jij belangrijk aan je mobiele<br />

telefoon Noem drie punten:<br />

Mogelijke antwoorden: mogelijkheid voor mobiel internet, een goede camera, je agenda kunnen<br />

bijhouden op je mobiel.<br />

Geef drie tips om je belkosten in de hand te houden:<br />

Mogelijke antwoorden:<br />

Zet je voicemail uit. Dat bespaart je de kosten van het afluisteren én van het terugbellen. Je laten<br />

sms'en is veel goedkoper<br />

Stuur duidelijke sms'jes die geen nieuwe vragen oproepen, anders blijf je heen-en-weer sms'en.<br />

Handig bij afspraakjes: sms duidelijk de plek, tijd, met wie, hoe je er heen gaat, hoe laat je weer weg<br />

gaat e.d..<br />

Bellen via internet bellen, dat is vaak gratis.<br />

Spreek met je vrienden af dat je de telefoon alleen laat overgaan; gebruik dat als sein om te gaan<br />

MSN’en.<br />

Dromen over later<br />

Je toekomst en je geld<br />

magazine pagina 18-19<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Leren keuzes maken<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 15 minuten (excl. de benodigde tijd voor het maken van een filmpje) / ± 50 minuten (incl. de<br />

benodigde tijd voor het maken van een filmpje). Deze opdracht kunt u ook als huiswerkopdracht<br />

meegeven.<br />

22


5.2 In&Out! in de bovenbouw<br />

Het bovenbouwmagazine bestaat uit de volgende lesonderdelen:<br />

Baantjes<br />

Over zelf geld verdienen<br />

magazine pagina 3-5<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Zelf geld verdienen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 35 minuten (incl. de benodigde tijd voor het opzoeken van het minimum jeugdloon op internet).<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Met een baantje verdien je geld. Vanaf je 15-de heb je recht op het minimumjeugdloon. Op<br />

nibudjong.nl staat hoe hoog het minimumjeugdloon is. Zoek op hoe hoog het bedrag is per maand<br />

voor jongeren van jouw leeftijd.<br />

Het minimum(jeugd)loon voor 15-jarigen bedraagt € 2,44 bruto per uur (2011).<br />

Hoeveel meer ga je verdienen na je verjaardag<br />

Leeftijd<br />

Minimumloon (bruto)<br />

15 jaar 2,44 per uur<br />

16 jaar 2,80 per uur<br />

17 jaar 3,21 per uur<br />

18 jaar 3,70 per uur<br />

19 jaar 4,26 per uur<br />

20 jaar 5,05 per uur<br />

21 jaar 5,96 per uur<br />

22 jaar 6,99 per uur<br />

23 jaar of ouder 8,22 per uur<br />

Alles op een rijtje<br />

Jouw inkomsten en uitgaven<br />

magazine pagina 6-9<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 30 minuten<br />

23


Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Welke soorten post krijg je Noem er drie.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Veel bedrijven versturen hun rekeningen per mail. Weet je zeker dat je die rekeningen altijd op tijd<br />

betaalt Bedenk een systeem om hiervan overzicht te houden.<br />

Mogelijke antwoorden: automatisch incasso gebruiken, mail printen en bij je administratie leggen,<br />

één keer per weekje mail checken op rekeningen, speciaal mapje in je mail maken.<br />

Maak je kleedgeldbegroting voor de komende drie maanden.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Jongeren van 16 jaar krijgen € 50 tot € 55 euro kleedgeld per maand. Kun je hiervan alle kleding<br />

kopen die je nodig hebt<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Wanneer heb je meer geld nodig voor kleding: in de zomer of in de winter Wat betekent dat voor je<br />

kleedgeldbegroting<br />

Je zult daarvoor moeten sparen, dus zorgen dat je de maanden daarvoor minder geld aan kleding<br />

uitgeeft, zodat je die winterjas kan kopen.<br />

Wat kun je doen om beter uit te komen met je kleedgeld Bedenk drie acties.<br />

Mogelijke antwoorden:<br />

Als je graag nieuwe kleding wilt, kun je een kledingruil houden met je vriendinnen. Dingen die zij niet<br />

meer passen of leuk vinden, kun jij dan weer gewoon dragen!<br />

Koop kleding in de uitverkoop of bij een outletcenter. Zo houd je meer geld over.<br />

Koop kleding die je gemakkelijk met andere kleding kan combineren. Bijvoorbeeld een broek die past<br />

bij de shirts die je al in de kast hebt liggen. Zo kun je je overige geld besparen voor andere leuke<br />

kledingstukken.<br />

Samen met een vriend(in) letten op twee-voor-de-prijs-van-één- aanbiedingen. Dan betaal je de helft<br />

van de oorspronkelijke prijs!<br />

Koop niet altijd merkkleding, of mix merkkleding met goedkopere kleding.<br />

Alles kost geld<br />

Het leven is duur<br />

magazine pagina 10-11<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Leren keuzes maken<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 20 minuten<br />

24


Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Alles wat je doet, kost geld. Weet jij hoeveel je ouders voor jou betalen<br />

nummer uitgavenpost<br />

kosten<br />

afbeelding<br />

1 Onder de douche € 0,25<br />

2 Ontbijtje € 0,49<br />

3 Stroomverbruik koelkast per maand* € 5,25<br />

4 Een appel € 0,30<br />

5 Lunch uit de broodtrommel € 1,28<br />

6 Met vrienden thuis: 1 fles cola en 1 zak chips € 1,50<br />

7 Avondeten € 2,36<br />

8 Uurtje internetten** € 0,15<br />

9 Licht aan op je kamer €<br />

10 Trui in de wasmachine op 40° C € 0,83<br />

11 Tijdschrift € 2,30<br />

12 Anderhalf uur tv-kijken € 0,17<br />

13 Vriend bellen vast naar mobiel, 15 minuten € 1,40<br />

14 Een kaartje voor het zwembad € 3,75<br />

15 Shampoo, gel, deo, tandpasta per dag € 0,45<br />

* Zie http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspxonderwerp=Apparaten#Meer_informatie.<br />

** Pc gebruikt in 2 uur een kwh, http://www.energiekeuzes.nl/stroomverbruik/pc/<br />

Voor de prijs per KWH, zie milieucentraal link<br />

Met een mobiele telefoon kun je veel meer dan alleen bellen. Wat vind jij belangrijk aan je mobiele<br />

telefoon Noem drie punten:<br />

Mogelijke antwoorden: mogelijkheid voor mobiel internet, een goede camera, je agenda kunnen<br />

bijhouden op je mobiel.<br />

Geef drie tips om je belkosten in de hand te houden:<br />

Mogelijke antwoorden:<br />

Zet je voicemail uit. Dat bespaart je de kosten van het afluisteren én van het terugbellen. Je laten<br />

sms'en is veel goedkoper<br />

Stuur duidelijke sms'jes die geen nieuwe vragen oproepen, anders blijf je heen-en-weer sms'en.<br />

Handig bij afspraakjes: sms duidelijk de plek, tijd, met wie, hoe je er heen gaat, hoe laat je weer weg<br />

gaat e.d..<br />

Bellen via internet bellen, dat is vaak gratis.<br />

Spreek met je vrienden af dat je de telefoon alleen laat overgaan; gebruik dat als sein om te gaan<br />

MSN’en.<br />

Dure smaak<br />

Over reclame en geld<br />

magazine pagina 12-13<br />

In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod:<br />

Leren keuzes maken<br />

Reclame de baas blijven<br />

25


Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 50 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Welke kleren heb je nu aan Wat hebben die gekost Wie heeft ze betaald<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Maak groepjes van vier en verzin een reclamecampagne voor je klasgenoten over shoppen. Maak een<br />

filmpje, poster, advertentie of wat je maar wilt. Hierin vertel je je klasgenoten hoe zij superhip kunnen<br />

zijn zonder dure merkkleding te hoeven kopen.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Je eigen bankrekening<br />

Manieren om te betalen<br />

magazine pagina 14-15<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Bankzaken regelen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 20 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Op welke manieren kun je nog meer betalen Noem er twee:<br />

Mogelijke antwoorden: I-deal, Wallie-card, Rabo mobielbankieren, Natura, Mini-tix.<br />

Welke drie dingen moet je doen om veilig te internetbankieren<br />

1. Check of de beveiliging van je pc klopt.<br />

2. Check of de site van de bank klopt.<br />

3. Check de betaling.<br />

Criminelen zoeken altijd naar nieuwe manieren om fraude te plegen. Noem drie vormen van fraude.<br />

Welke technieken gebruiken fraudeurs<br />

1. Phishing. Dit is de verzamelnaam voor alle digitale activiteiten waarmee criminelen je proberen<br />

persoonlijke informatie te ontfutselen. Met deze informatie kan fraude met internetbankieren,<br />

pinpassen, creditcards of jouw identiteit worden gepleegd. Phishing is vaak gericht op een grote<br />

groep personen, maar kan ook specifiek op één persoon of een kleine groep zijn gericht. Hierbij<br />

wordt gebruik gemaakt van informatie die al van de persoon of groep bekend is, zoals het e-<br />

mailadres, de naam of de functie.<br />

2. Malware (kort voor malicious software) staat voor een veelheid aan vormen van vijandige,<br />

schadelijke of irritante software en programmacode. Deze worden speciaal ontworpen om een<br />

computer te infiltreren zonder dat de eigenaar daar toestemming voor heeft verleend, of er zelfs<br />

maar van op de hoogte is. Malware kan de computer binnenkomen via e-mail, afbeeldingen op<br />

websites, USB-sticks, etc.<br />

3. Social engeneering. Criminelen proberen vertrouwelijke informatie van jou te verkrijgen. Of je een<br />

bepaalde handeling te laten verrichten, zoals het invullen van persoonlijke gegevens,<br />

beveiligingscodes of creditcardgegevens, het indrukken van een knop of het installeren van malware.<br />

26


Identiteitsfraude is frauderen door iemands identiteit over te nemen. Vaak is dit het gevolg van<br />

identiteitsdiefstal. Bij identiteitsfraude misbruiken criminelen persoonlijke gegevens die ze hebben<br />

bemachtigd via social engineering of phishing. Bijvoorbeeld om bankrekeningen te openen op naam<br />

van deze persoon, waarnaar crimineel geld kan worden doorgesluisd. Of om aankopen op krediet te<br />

doen.<br />

Money Mules: Criminelen werven money mules via internet, e-mail, chat, brief of telefoon. Iemand<br />

vraagt je, vaak met een mooi verhaal, of jouw bankrekening gebruikt mag worden om geld op te<br />

storten. Ze geven je (vaak buitenlandse) rekeningnummers waarnaar je het geld vervolgens moet<br />

overmaken. Een percentage van het geld mag je houden als vergoeding.<br />

Goede money mules zijn schaars. De meesten kunnen hun rekening maar één keer gebruiken voor<br />

het doorsluizen van illegaal geld, voordat deze door de bank wordt afgesloten. Het werven van<br />

nieuwe money mules is van groot belang voor de crimineel.<br />

Bron: 3xkloppen.nl.<br />

Sparen en lenen<br />

Meteen kopen<br />

magazine pagina 16-19<br />

In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod:<br />

Sparen<br />

Lenen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 40 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Hoelang moet Malika nog sparen<br />

950 min 410 = 540.<br />

540 / 25 = 21,6, dus nog 22 maanden.<br />

Wat kan Malika doen om aan meer geld te komen<br />

Mogelijke antwoorden: besparen op haar uitgaven, meer uren gaan werken, geld vragen voor haar<br />

verjaardag etc.<br />

Met de aanschafkosten van een scooter ben je er niet. Een scooter kost je iedere maand geld. Wat is<br />

Malika per maand kwijt aan:<br />

In deze opdracht draait het om de bewustwording van de extra kosten. De bedragen kunnen<br />

verschillen per verzekering en de afstand die de scholier met een scooter rijdt. Hieronder staat een<br />

voorbeeld, uitgaande van een tweedehands scooter van € 950, die allrisk verzekerd is en waarmee<br />

een scholier rond de 5000 km per jaar rijdt:<br />

verzekering € 30 per maand<br />

benzine € 22 per maand<br />

onderhoud en reparatie € 10 per maand<br />

afschrijving € 20 per maand<br />

Bron: http://www.ioscooter.nl/bespaarcalculator.html.<br />

27


Tel alle kosten op. Wat kost Malika's scooter gemiddeld per maand<br />

€ 82.<br />

Kan Malika de scooter eigenlijk wel betalen<br />

Nee, ze heeft maar € 25 euro in de maand beschikbaar voor de scooter.<br />

Hoe zou jij Malika's probleem oplossen<br />

Mogelijke antwoorden: meer werken, de afschrijving niet meerekenen: je hoeft toch geen nieuwe<br />

scooter te kopen na deze scooter.<br />

Leen jij wel eens geld aan vrienden Denk ook aan een paar euro voorschieten op school.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Hoeveel geld heb je uitgeleend<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Aan hoeveel verschillende mensen<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Wat doe je als je je geld niet terugkrijgt<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Komt het voor dat je je geld niet terugvraagt Waarom niet<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Zoek de juiste omschrijving van het woord. Zet de juiste letter achter de cijfers hieronder:<br />

1. b, 2. a, 3. c.<br />

Er bestaan een heleboel soorten leningen. Kruis hieronder aan of de woorden in het linkerrijtje<br />

volgens jou leningen zijn.<br />

dit is wel een lening dit is geen lening<br />

hypotheek<br />

X<br />

huur<br />

X<br />

persoonlijke lening<br />

X<br />

rood staan bij de bank<br />

X<br />

pinpas<br />

X<br />

spaarkaart benzinepomp<br />

X<br />

vragen of iemand iets voor jou betaalt. je X<br />

belooft dat je het geld later terug geeft.<br />

boete<br />

X<br />

creditcard<br />

X<br />

doorlopend krediet<br />

X<br />

rekening die je nog moet betalen<br />

X<br />

klantenkaart<br />

Soms, ligt eraan of je<br />

er geld op kunt lenen.<br />

kopen op afbetaling<br />

x<br />

28


Schulden<br />

Tekorten en terugbetalen<br />

magazine pagina 20-22<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Lenen<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 30 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Tot je 18-de mag je niet rood staan bij de bank. Maar wat betekent 'rood staan' eigenlijk volgens jou<br />

De officiële betekenis is 'een negatief saldo hebben bij de bank'. Met andere woorden: je bent geld<br />

schuldig aan de bank.<br />

Over een roodstand betaal je rente aan de bank. Hoe hoog is die rente bij jouw bank<br />

Dat verschilt per bank en per periode.<br />

Wat zijn de voordelen van rood staan Noem er twee.<br />

Mogelijke antwoorden: het is een simpele manier om korte tijd geld te lenen, ook als je geen geld<br />

hebt, worden je vaste betalingen via je bankrekening betaald.<br />

Wat zijn de nadelen van rood staan Noem er twee.<br />

Mogelijke antwoorden: het kost geld, de rente is erg hoog, je moet het geld weer terugbetalen.<br />

Check of jij financieel gezond bent.<br />

Vraag naar het persoonlijke leven van de scholier.<br />

Zoek uit hoe schuldhulpverlening in jouw woonplaats voor jongeren geregeld is. Waar kun je terecht<br />

Dit verschilt erg per gemeente. Mogelijkheden zijn een jongerenloket, afdeling schuldhulpverlening,<br />

maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg.<br />

Zijn er speciale regelingen voor jongeren<br />

Ook verschilt erg per gemeente.<br />

Hoe zien die regelingen eruit<br />

Ook verschilt erg per gemeente.<br />

Wat moet je zelf doen<br />

Ook verschilt erg per gemeente.<br />

Webshoppen<br />

Let op veiligheid<br />

magazine pagina 23<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

29


Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 15 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Ga naar drie verschillende webwinkels. Op welke manieren kun je de producten betalen<br />

Mogelijke antwoorden: i-deal, Pay-pal, geld overmaken, automatische machtiging.<br />

Moet je verzendkosten betalen<br />

Dat verschilt per webwinkel, maar meestal wel.<br />

Hoeveel<br />

Opzoekvraag.<br />

Op zeker<br />

Over risico's en verzekeringen<br />

magazine pagina 24-26<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Verzekeren<br />

Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 25 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Welke verzekeringen ken je nog meer Noem er vijf.<br />

Mogelijke antwoorden:<br />

arbeidsongeschiktheidsverzekering, tandartsverzekering, aansprakelijkheidsverzekering voor<br />

particulieren, rechtsbijstandsverzekering, inboedelverzekering, gezinsongevallenverzekering,<br />

aanvullende zorgverzekering, uitvaartverzekering, annuleringsverzekering, reisverzekering.<br />

Welke verzekeringen zou jij wel afsluiten Waarom<br />

Bij deze vraag is het belangrijk dat de scholier afweegt of hij voordeel heeft bij de verzekering. Op<br />

deze leeftijd liggen een reisverzekering, annuleringsverzekering, een verzekering voor mobiel of<br />

scooter erg voor de hand.<br />

Welke verzekeringen zou je absoluut niet afsluiten Waarom niet<br />

Mogelijke antwoorden:<br />

tandartsverzekering: deze is gratis voor jongeren tot 18 jaar, verzekeringen zoals inboedel en<br />

aansprakelijkheid: scholieren zijn via hun ouders meeverzekerd.<br />

Later!<br />

Je financiële toekomst<br />

magazine pagina 27<br />

In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod:<br />

Geldzaken op orde hebben<br />

30


Benodigde tijd voor dit lesonderdeel:<br />

± 10 minuten<br />

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel:<br />

Verzin twee vaste lasten, twee reserveringsuitgaven en twee huishoudelijke uitgaven.<br />

Mogelijke antwoorden bij vaste lasten: huur, energie, telefoonabonnement, internet, tv,<br />

gemeentelijke heffingen, zorgverzekering etc.<br />

Mogelijke antwoorden bij reserveringsuitgaven: kleding, vakantie, uitgaan, vervanging van meubels.<br />

Mogelijke antwoorden bij huishoudelijke uitgaven: eten en drinken, persoonlijke verzorging, roken,<br />

kosten voor huisdieren, cadeaus.<br />

31


Meer informatie<br />

informatie over alle thema's in de magazines<br />

nibud.nl, nibudjong.nl (voor scholieren van 12 tot 18 jaar)<br />

informatie van de rijksoverheid.<br />

Postbus 51<br />

tel. 0800 8051 (gratis)<br />

rijksoverheid.nl<br />

informatie over werk en inkomen<br />

Belastingdienst<br />

tel. 0800 0543 (gratis)<br />

belastingdienst.nl<br />

UWV Werkbedrijf<br />

werk.nl<br />

loonwijzer.nl,<br />

prijzen vergelijken<br />

consumentenbond.nl , kieskeurig.nl, vergelijk.nl, prijsvergelijk.nl<br />

informatie over bankzaken<br />

websites van de banken, dnb.nl, 3xkloppen.nl (over veilig internetbankieren)<br />

vragen, klachten of opmerkingen over sparen, lenen, beleggen of verzekeren.<br />

Autoriteit Financiële Markten<br />

tel. 0900 5400 540 (€ 0,35 pm)<br />

afm.nl<br />

informatie over verzekeren<br />

allesoververzekeren.nl<br />

verzekeringspremies vergelijken<br />

independer.nl, vergelijk.nl<br />

informatie over shoppen via internet<br />

thuiswinkel.org<br />

informatie over betalingsverplichtingen.<br />

Bureau Krediet Registratie (BKR)<br />

tel. 0900 257 84 35 (€ 0,15 pm)<br />

bkr.nl<br />

informatie over schulden en schuldregelen<br />

zelfjeschuldenregelen.nl, nvvk.eu<br />

informatie over extra inkomsten via de overheid<br />

Berekenuwrecht.nl (welke regelingen zijn er en wanneer kom je er voor in aanmerking)<br />

32


toeslagen.nl<br />

informatie over Tegemoetkoming schoolkosten en studiefinanciering.<br />

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)<br />

tel. 050 599 77 55<br />

duo.nl<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!