pendelautomaat voor 3-rail wisselspanning - Treinelektronika.com
pendelautomaat voor 3-rail wisselspanning - Treinelektronika.com
pendelautomaat voor 3-rail wisselspanning - Treinelektronika.com
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TREINELEKTRONIKA<br />
Postbus 894<br />
NL-5700 AW HELMOND<br />
Nederland<br />
E-mail: info@treinelektronika.<strong>com</strong><br />
www.treinelektronika.<strong>com</strong><br />
PENDELAUTOMAAT VOOR 3-RAIL WISSELSPANNING<br />
Technische gegevens:<br />
Voedingsspanning elektronika : 16 V AC / b.v. de GELE BUS van de Märklin trafo<br />
Voedingsspanning van de baan : uw eigen regelaar / b.v. de RODE BUS van de Märklin trafo<br />
Wachttijden instelbaar met ruiters : 25sec - 3 min / 3 - 6 min. / 6 - 9 min / 9 - 12 min.<br />
Wachttijd kopstation regelbaar binnen gekozen tijdsgrenzen<br />
Wachttijd tussenstop apart regelbaar binnen gekozen tijdsgrenzen<br />
Aansluitingen:<br />
Zie fig.1 t/m 4<br />
Fig. 1: Kopstation<br />
Fig. 2: Tussen twee kopstations pendelen, zonder tussenstop.<br />
Fig. 3: “Driehoeken” als alternatief <strong>voor</strong> een draaischijf<br />
Fig. 4: Behalve een kopstation is hier ook een tussenstop/halteplaats [C] getekend.<br />
Ook is ingang RS (reset) aangesloten op schakelaar RS. Hiermee kunt u het wachten<br />
van de lok afbreken.<br />
Afregelen wachttijd:<br />
Opmerking:<br />
! De ruiters bepalen de tijdsgrenzen waarbinnen de wachttijd <strong>voor</strong> zowel het kopstation als<br />
de tussenstop instelbaar is.<br />
! Met instelpotmeter P1 stelt u de wachttijd op de kopstations in.<br />
! Met instelpotmeter P2 stelt u de wachttijd op de tussenstops in.<br />
! Is de schakeling aktief, dan brandt de rode led.<br />
! De andere led gaat even aan als de schakeling een omschakelpuls geeft.<br />
! Als de schakelpuls reeds geweest is <strong>voor</strong>dat de lok het kopstation in rijdt, zal deze na<br />
het wachten gewoon door rijden. U moet de schakel<strong>rail</strong> of het reedkontakt direkt <strong>voor</strong><br />
het stopstuk plaatsen.<br />
ACPENnl 200501
Vorkschakeling:<br />
Met toevoeging van 4 dioden en een hulprelais is het ook mogelijk om treinen elkaar te laten<br />
afwisselen.<br />
De trein die binnenkomt in het kopstation stopt en een andere trein vertrekt van een ander spoor in<br />
tegengestelde richting. Zie Fig.5. De tekst bij aansluitingen van het hulprelais verwijzen baar de<br />
Bi-stabiele-relais-print van <strong>Treinelektronika</strong>. Zie Fig. 6. Ieder ander bistabielrelais dat geschikt is <strong>voor</strong><br />
16 V <strong>wisselspanning</strong> kan hier<strong>voor</strong> gebruikt worden.<br />
Werking van deze “vorkschakeling”.<br />
Er staat een trein te wachten<br />
op spoor B met rijrichting<br />
naar het stootblok. Het wissel<br />
staat “recht”.<br />
Een tweede trein komt binnen<br />
op spoor A en bedient<br />
SR1. Hierdoor gaat de wissel<br />
om en staat deze nu “afbuigend”.<br />
Ook schakelt het<br />
hulprelais uitgang H van de<br />
<strong>pendelautomaat</strong> van A naar<br />
B om.<br />
De binnenkomende trein<br />
stopt nu op spoor A.<br />
SR1 heeft via diode D1 ook<br />
een startpuls ( S=set) gegeven<br />
aan de pendelauto-maat<br />
en de trein op spoor B staat<br />
nu te wachten op de omschakelpuls<br />
en vervolgens op de<br />
rijspanning als de ingestelde<br />
wachttijd is verstreken.<br />
De trein op spoor B vertrekt.<br />
Deze procedure herhaalt zich<br />
als er weer een trein<br />
binnenkomt, echter nu op<br />
spoor B.<br />
Nu staat er een trein te wachten op spoor A met rijrichting naar het stootblok. Het wissel staat<br />
“gebogen”. Een tweede trein komt binnen op spoor B en bedient SR2. Hierdoor gaat de wissel om en<br />
staat deze nu “recht”. Ook schakelt het hulprelais uitgang H van de <strong>pendelautomaat</strong> van B naar A om.<br />
De binnenkomende trein stopt nu op spoor B. SR2 heeft via diode D2 ook een startpuls ( S=set)<br />
gegeven aan de <strong>pendelautomaat</strong> en de trein op spoor A staat nu te wachten op de omschakelpuls en<br />
vervolgens op de rijspanning als de ingestelde wachttijd is verstreken. De trein op spoor A vertrekt.<br />
De dioden D3 en D4 <strong>voor</strong> de wisselspoelen hebben tot doel “storing” te <strong>voor</strong>komen. Een wissel heeft<br />
twee spoelen, die als een (slechte) transformator kunnen werken. Zet je spanningspuls op de ene spoel,<br />
dan komt er uit de andere spoel ook weer een puls. Hoewel deze spanning veel kleiner is dan de 14 of<br />
16 volt van je voedingstrafo kan deze spanning, die ook naar het hulprelais gaat, het omschakelen<br />
blokkeren. Voorbeeld: Komt op aansluiting A van het hulprelais een spanning van 16[V] en via het<br />
wissel op aansluiting B van het hulprelais een spanning van 6[V]is het resultaat vergelijkbaar met een<br />
spanning van 16[V]-[6]V= 10[V] op een relais dat tenminste 12[V] nodig heeft om te schakelen. Er<br />
gebeurt dan niets.<br />
SR1 en SR2 zijn Märklin schakel<strong>rail</strong>s die richting afhankelijk schakelen, in de richting van de pijl.<br />
Dioden D 1t/m 4 zijn dioden van 1 Amp. Bv 1N4001 t/m 1N4007.<br />
ACPENnl 200508