27.03.2015 Views

Voortgezet Onderwijs - Prinses Christina School

Voortgezet Onderwijs - Prinses Christina School

Voortgezet Onderwijs - Prinses Christina School

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

gids voor ouders, verzorgers<br />

en leerlingen<br />

2006-2007<br />

STUDEREN BELEVEN WETEN


V O O R W O O R D<br />

Welkom op de internetpagina van de<br />

onderwijsgids die uitgebreide informatie<br />

geeft over het voortgezet onderwijs.<br />

Bijvoorbeeld over de kosten, de<br />

regels, de gang van zaken op school en<br />

het examen. Ook kunt u hier lezen hoe<br />

u als ouder of verzorger invloed kunt<br />

hebben op het beleid van de school.<br />

Deze onderwijsgids helpt u een eind op<br />

weg, maar scholen voor voortgezet<br />

onderwijs verschillen van elkaar. Het is<br />

daarom belangrijk een school te kiezen<br />

die bij uw kind past. Scholen voldoen<br />

allemaal aan dezelfde kwaliteitseisen,<br />

maar hebben ieder een eigen aanpak.<br />

Scholen krijgen bovendien vanaf dit<br />

schooljaar meer mogelijkheden om hun<br />

onderwijs in de onderbouw (klas 1 en 2,<br />

bij havo/vwo ook klas 3) naar eigen<br />

inzicht te organiseren. Daardoor kunt<br />

u naast de bekende vakken (of in plaats<br />

daarvan) ook nieuwe onderwijsvormen<br />

op het lesrooster van uw zoon of<br />

dochter aantreffen.<br />

Voor algemene vragen over de rijksoverheid<br />

kunt u terecht bij postbus 51.<br />

Ik hoop dat u met deze gids snel en<br />

gemakkelijk een antwoord vindt op uw<br />

vragen over het voortgezet onderwijs.<br />

Maar bovenal wens ik uw dochter of<br />

zoon een succesvolle en prettige<br />

schooltijd toe!<br />

De minister van <strong>Onderwijs</strong>, Cultuur en<br />

Wetenschap<br />

Maria J.A. van der Hoeven<br />

Meer informatie over de school in uw<br />

omgeving is te vinden in de schoolgids<br />

die elke school heeft en op de internetpagina<br />

van de onderwijsinspectie. Het<br />

is handig om bij meerdere scholen die u<br />

op het oog heeft een schoolgids aan te<br />

vragen, zodat u ze onderling kunt<br />

vergelijken.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Als u nog vragen heeft na het lezen van<br />

deze gids, bel dan het gratis telefoonnummer<br />

0800-5010 van het Landelijk<br />

Informatiecentrum voor ouders. Hun<br />

medewerkers kunnen informatie geven,<br />

adviseren en eventueel doorverwijzen.<br />

Ook kunt u via de website:<br />

www.50tien.nl per e-mail vragen<br />

stellen.


I N H O U D S O P G A V E<br />

1<br />

7<br />

Inleiding<br />

Het Nederlandse voortgezet onderwijs:<br />

kennen en kiezen<br />

De verschillende schoolsoorten<br />

Het praktijkonderwijs<br />

Vmbo<br />

Havo en vwo<br />

Schema Nederlands onderwijssysteem<br />

Openbare en bijzondere scholen<br />

Grote en kleine scholen<br />

Informatie over een school<br />

Wet op het onderwijstoezicht<br />

De juiste schoolkeuze<br />

Het advies van de basisschool<br />

Kennismaken met de school<br />

Weigeren van een leerling<br />

Bezwaarmogelijkheden bij weigering<br />

7<br />

7<br />

8<br />

10<br />

11<br />

12<br />

12<br />

13<br />

14<br />

14<br />

15<br />

15<br />

16<br />

16<br />

5<br />

Zijn ouders en leerlingen aan het schooladvies<br />

gebonden?<br />

Adviezen na het tweede leerjaar<br />

Op weg naar het examen<br />

Het globale eindexamenprogramma<br />

Het examenreglement<br />

Het programma van toetsing en afsluiting<br />

Het schoolexamen<br />

Op een andere manier examen doen<br />

Het centraal examen<br />

Het vmbo-examen<br />

Doorstromen<br />

Gecommitteerden bij het centraal examen<br />

De eindcijfers<br />

Wanneer is een leerling geslaagd?<br />

Alsnog het diploma behalen<br />

Vragen en klachten over het centraal examen<br />

33<br />

33<br />

35<br />

35<br />

35<br />

36<br />

36<br />

37<br />

37<br />

37<br />

37<br />

38<br />

38<br />

38<br />

38<br />

39<br />

2<br />

3<br />

Kosten en regels<br />

Wat kost onderwijs eigenlijk?<br />

De vrijwillige ouderbijdrage<br />

Wie kan in de studiekosten bijdragen?<br />

De bijdrage voor culturele activiteiten via<br />

school<br />

De aanschaf van boeken<br />

De leerplicht<br />

Het aantal lesuren<br />

Overblijven tussen de middag<br />

De verantwoordelijkheid voor de leerling<br />

De zomervakantie<br />

Schorsing of verwijdering<br />

De gang van zaken op school en in de les<br />

De medewerkers op school<br />

De kerndoelen van de onderbouw: wat leren<br />

leerlingen?<br />

Het programma in de onderbouw: hoe leren<br />

leerlingen?<br />

De brugperiode<br />

<strong>Onderwijs</strong>tijd<br />

Lesuitval en tussenuren<br />

De differentiële ruimte<br />

Extra begeleiding door de school<br />

Het rapport<br />

18<br />

18<br />

18<br />

19<br />

19<br />

20<br />

20<br />

21<br />

22<br />

22<br />

22<br />

23<br />

25<br />

25<br />

26<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

29<br />

30<br />

30<br />

6<br />

7<br />

De stem van ouders en leerlingen<br />

Invloed van ouders en leerlingen op het<br />

beleid van de school<br />

De medezeggenschapsraad<br />

Rechten medezeggenschapsraad<br />

De ouderraad<br />

Andere vormen van oudervertegenwoordiging<br />

De leerlingenraad<br />

Het leerlingenstatuut<br />

Een veilig schoolklimaat<br />

De vorderingen op school<br />

Een goed contact met school<br />

Begeleiding van leerlingen op school<br />

Verschillen in begeleiding tussen scholen<br />

De vorderingen bijhouden<br />

Helpen met het huiswerk<br />

Leerproblemen<br />

Gedragsproblemen<br />

Extra aandacht en speciale hulp<br />

De Rugzak/ Gehandicapte leerling<br />

Hulp bij het zoeken naar een school<br />

Als de school geen oplossing heeft<br />

Waar kunnen ouders en leerlingen terecht<br />

met klachten?<br />

41<br />

41<br />

42<br />

42<br />

42<br />

43<br />

43<br />

43<br />

44<br />

47<br />

47<br />

47<br />

48<br />

48<br />

48<br />

49<br />

49<br />

49<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

4<br />

Keuzes en adviezen tijdens de rit<br />

De studie- of kiezen<br />

Het advies aan het eind van het<br />

tweede leerjaar<br />

De invloed van de ouders<br />

32<br />

32<br />

32<br />

32<br />

32<br />

Bijlagen<br />

Belangrijke adressen en telefoonnummers<br />

Lijst met vragen<br />

Trefwoordenlijst<br />

3<br />

52<br />

52<br />

57<br />

59


I N L E I D I N G<br />

Deze gids is geschreven voor de<br />

ouder(s), verzorger(s) en leerlingen<br />

in het voortgezet onderwijs. Hij<br />

geeft antwoord op vragen die<br />

ouders en leerlingen hebben, bijvoorbeeld<br />

over zaken als de schoolvakanties,<br />

de verschillende soorten<br />

onderwijs, de examens en reglementen,<br />

de sfeer op school of over<br />

kosten. Met andere woorden: de<br />

gids informeert u over rechten,<br />

Achter in de gids vindt u een uitgebreide<br />

lijst met namen, adressen en telefoonnummers<br />

van organisaties, waar u over<br />

bepaalde onderwerpen meer informatie<br />

kunt aanvragen. Eveneens achterin de<br />

gids treft u een lijst met vragen, die u<br />

behulpzaam kan zijn bij het zoeken naar<br />

een geschikte school voor uw zoon of<br />

dochter.<br />

U kunt de gids op verschillende manieren<br />

gebruiken: lezen van de eerste tot de<br />

laatste bladzijde of zoeken in de trefwoordenlijst<br />

naar de bladzijde met de<br />

gewenste informatie.<br />

Hoe u de gids ook gebruikt, wij hopen<br />

dat hij u de antwoorden geeft op uw<br />

vragen over het voortgezet onderwijs,<br />

en u uitnodigt tot gesprekken daarover,<br />

thuis en op school.<br />

In deze onderwijsgids zijn teksten<br />

opgenomen die informeren over wet- en<br />

regelgeving. Aan deze onderwijsgids als<br />

zodanig kunnen geen rechten worden<br />

ontleend.<br />

In vergelijking met vorige uitgaven is de<br />

tekst van de onderwijsgids 2006-2007 op<br />

kleine onderdelen veranderd.<br />

plichten en mogelijkheden in het<br />

onderwijs.<br />

5


Een groot deel van wat leerlingen<br />

in de onderbouw van het<br />

voortgezet onderwijs leren, is voor<br />

alle leerlingen hetzelfde.


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

In dit hoofdstuk treft u informatie<br />

aan over de verschillende schoolsoorten,<br />

het verschil tussen<br />

openbare en bijzondere scholen,<br />

grote en kleine scholen. Ook staan<br />

De verschillende schoolsoorten<br />

Aan het einde van de basisschool maken<br />

u en uw kind samen een keuze voor een<br />

van de soorten voortgezet onderwijs.<br />

U kunt hierbij kiezen uit:<br />

• praktijkonderwijs<br />

• vmbo (voorbereidend middelbaar<br />

beroepsonderwijs);<br />

• havo (hoger algemeen voortgezet<br />

onderwijs);<br />

• vwo (voorbereidend wetenschappelijk<br />

onderwijs).<br />

in dit hoofdstuk onderwerpen als<br />

het advies van de basisschool, hoe u<br />

kunt kiezen uit de verschillende<br />

scholen in het voortgezet onderwijs<br />

Deze drie soorten voortgezet onderwijs<br />

zijn bedoeld voor leerlingen vanaf<br />

ongeveer12 jaar. Alle leerlingen krijgen in<br />

de onderbouw grotendeels dezelfde<br />

lesstof. Hoe die lesstof wordt gegeven,<br />

verschilt per schoolsoort. Afgezien van de<br />

inhoudelijke overeenkomst tussen de<br />

programma's in de onderbouw verschillen<br />

de schoolsoorten flink. In opleidingsduur<br />

bijvoorbeeld, en ook in eindniveau (de<br />

examenprogramma's).<br />

en de kennismaking met de school<br />

van uw keuze.<br />

Het praktijkonderwijs<br />

Het praktijkonderwijs is bedoeld voor<br />

leerlingen van wie duidelijk niet kan<br />

worden verwacht, dat ze op het vmbo een<br />

diploma zullen behalen. Dit onderwijs is<br />

op de individuele leerling gericht. De<br />

school maakt voor elke leerling een individueel<br />

ontwikkelingsplan. Dit geeft aan<br />

wat er wordt gedaan om leerlingen zo<br />

goed mogelijk op het latere leven voor te<br />

bereiden (wonen, werken, vrije tijd en<br />

burgerschap). Dit ontwikkelingsplan<br />

wordt met de ouders of de wettelijke<br />

vertegenwoordigers van de leerling<br />

besproken.<br />

Leerlingen komen op een school voor<br />

praktijkonderwijs als zij daarvoor een<br />

indicatie hebben gekregen. Een school<br />

voor praktijkonderwijs mag alléén leerlingen<br />

toelaten die twaalf jaar of ouder zijn<br />

én de indicatie voor praktijkonderwijs<br />

hebben. Als leerlingen in het leerweg-<br />

7


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

ondersteunend onderwijs de lessen door<br />

omstandigheden niet kunnen volgen,<br />

mogen ze onder bepaalde voorwaarden<br />

naar het praktijkonderwijs.<br />

Omdat de individuele behoefte van de<br />

leerlingen centraal staat, zijn er weinig<br />

voorschriften voor het praktijkonderwijs.<br />

Op school moet wél onderwijs worden<br />

gegeven in taal, rekenen/wiskunde, informatiekunde<br />

en lichamelijke oefening,<br />

maar hiervoor zijn geen programma’s<br />

vastgelegd. Het onderwijs kan daardoor<br />

beter worden aangepast aan de mogelijkheden<br />

en het niveau van de leerling.<br />

Scholen voor praktijkonderwijs leiden<br />

vooral op voor functies binnen de regionale<br />

arbeidsmarkt. Zij bieden daarom een<br />

verscheidenheid aan beroepsgerichte<br />

programma’s aan om hun leerlingen zo<br />

goed mogelijk voor te bereiden. Welke<br />

programma’s dat precies zijn, bepaalt de<br />

school. De school overlegt hierover met<br />

de gemeente. Het gaat om uiteenlopende<br />

beroepsgerichte programma,s bijvoorbeeld<br />

voor magazijnmedewerker, de<br />

horeca, vorkheftruckchauffeur, de bouw<br />

en het grootwinkelbedrijf.Daarnaast zijn<br />

er nog andere programma’s, die voor elke<br />

school verschillend zijn. De mogelijkheden<br />

van de bedrijven in de omgeving<br />

bepalen doorgaans welke programma’s<br />

het beste kunnen worden aangeboden.<br />

Met elke leerling wordt gesproken over<br />

zijn/haar beroepswensen en de mogelijkheden<br />

die hij/zij heeft. Als de leerlingen<br />

ouder zijn, doen zij tijdens stages veel<br />

praktijkervaring op om zich voor te bereiden<br />

op een plaats op de arbeidsmarkt. De<br />

scholen doen hun best om voor hun leerlingen<br />

een geschikte functie te vinden.<br />

Vmbo<br />

Het vmbo bestaat uit zogenaamde 'leerwegen',<br />

die aansluiten op het middelbaar<br />

beroepsonderwijs (mbo). Het vmbo kent<br />

vier sectoren, met vaste vakkenpakketten.<br />

Leerlingen in het vmbo kiezen voor<br />

8<br />

een van die sectoren. De keuze voor een<br />

sector maken leerlingen op zijn vroegst<br />

aan het eind van het tweede leerjaar. Een<br />

leerweg is de route die een leerling volgt<br />

na de tweejarige onderbouw naar het<br />

onderwijs dat daarop aansluit. Alle vier de<br />

leerroutes leiden dus naar het middelbaar<br />

beroepsonderwijs. De vier leerwegen zijn:<br />

• de theoretische leerweg;<br />

• de gemengde leerweg;<br />

• de kaderberoepsgerichte leerweg;<br />

• de basisberoepsgerichte leerweg.<br />

Binnen de basisberoepsgerichte leerweg<br />

is een nieuw traject ingevoerd, het leerwerktraject.<br />

Dit is een leerwijze met<br />

meer ruimte voor stage of werk.<br />

Als we kijken naar de doorstroommogelijkheden,<br />

liggen de eerste drie leerwegen<br />

dicht bij elkaar. De theoretische<br />

leerweg kan het beste worden vergeleken<br />

met het vroegere mavo. Deze leerweg<br />

geeft toegang tot de vakopleidingen<br />

(niveau 3) en middenkader-opleidingen<br />

(niveau 4) in het middelbaar beroepsonderwijs.<br />

De theoretische leerweg geeft<br />

bovendien de mogelijkheid om door te<br />

stromen naar het havo. De leerling heeft<br />

dan wel wiskunde én Frans of Duits in het<br />

pakket nodig.<br />

De gemengde leerweg ligt qua niveau<br />

dicht bij de theoretische leerweg en<br />

bereidt de leerlingen voor op de vak- en<br />

middenkaderopleidingen in het middelbaar<br />

beroepsonderwijs.<br />

De kaderberoepsgerichte leerweg richt<br />

zich op de praktijk en bereidt de leerlingen<br />

voor op de vak- en middenkaderopleidingen<br />

in het middelbaar beroepsonderwijs.<br />

De vierde leerweg, de basisberoepsgerichte<br />

leerweg, bereidt uitsluitend voor<br />

op de basisberoepsopleidingen (niveau 2)<br />

in het middelbaar beroepsonderwijs.


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

Een leerwerktraject geeft doorstroomrechten<br />

naar een niveau 2 opleiding in<br />

het mbo als deze verwant is. Is die niet<br />

verwant, dan kunnen eventueel nadere<br />

eisen door het mbo worden gesteld.<br />

Elke leerweg kent een keuze uit vier sectoren,<br />

namelijk:<br />

• techniek;<br />

• zorg en welzijn;<br />

• economie;<br />

• landbouw.<br />

Voor scholen met vmbo geldt dat er binnen<br />

de sectoren verschillende afdelingen<br />

bestaan. Er zijn veertien afdelingen:<br />

• bouwtechniek;<br />

• metaaltechniek;<br />

• elektrotechniek;<br />

• voertuigentechniek;<br />

• installatietechniek;<br />

• grafische techniek (grafimedia);<br />

• transport en logistiek;<br />

• verzorging;<br />

• uiterlijke verzorging;<br />

• administratie;<br />

• handel en verkoop;<br />

• mode en commercie;<br />

• consumptief;<br />

• landbouw en natuurlijke omgeving.<br />

Sommige scholen bieden een gecombineerd<br />

programma aan: het intrasectorale<br />

programma. Het intrasectorale programma<br />

is opgebouwd uit onderdelen van verschillende<br />

afdelingen binnen één sector.<br />

In het vmbo is de zogeheten zorgstructuur<br />

ingevoerd. Een van de doelen in het<br />

vmbo is dat zoveel mogelijk leerlingen<br />

een van de leerwegen met een vmbodiploma<br />

afsluiten. De meeste leerlingen<br />

zullen dat doel op eigen kracht en zonder<br />

bijzondere voorzieningen kunnen<br />

bereiken. Maar er zijn ook leerlingen die<br />

daarbij wat extra hulp nodig hebben.<br />

Voor leerlingen die bij het volgen van een<br />

van de leerwegen tijdelijke ondersteuning<br />

nodig hebben, is er het leerwegondersteunend<br />

onderwijs (lwoo). Leerlingen<br />

krijgen dan extra (orthodidactische of<br />

orthopedagogische) hulp. Sommige<br />

vmbo-scholen hebben een aparte<br />

voorziening voor leerlingen die leerwegondersteunend<br />

onderwijs krijgen. De<br />

leerlingen krijgen daar onder andere les<br />

in kleinere groepen en kunnen daardoor<br />

meer hun eigen tempo volgen. In het leerwegondersteunend<br />

onderwijs volgen de<br />

leerlingen hetzelfde programma als in de<br />

reguliere leerwegen.<br />

Daarnaast is er een groep leerlingen van<br />

wie wordt verwacht dat zij de leerwegen<br />

niet met een diploma zullen afsluiten, ook<br />

niet met langdurige extra ondersteuning.<br />

Voor die leerlingen is er het praktijkonderwijs.<br />

Dit is een speciale vorm van<br />

onderwijs, die leerlingen voorbereidt op<br />

een plaats op de regionale arbeidsmarkt.<br />

Niet elke school heeft alle afdelingen in<br />

huis. Een leerling kan dus bijvoorbeeld<br />

niet overal 'voertuigentechniek' of 'uiterlijke<br />

verzorging' volgen. Het is daarom<br />

raadzaam om bij de vmbo-scholen bij u in<br />

de omgeving na te vragen welke opleidingen<br />

zij aanbieden.<br />

Ouders en leerlingen doen er goed aan<br />

om bij de overgang van het basisonderwijs<br />

naar het vmbo de zwaarte van de<br />

leerwegen goed in het oog te houden.<br />

9


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Een regionale verwijzingscommissie<br />

bepaalt of een leerling wordt toegelaten<br />

tot het praktijkonderwijs. Deze commissie<br />

bekijkt aan de hand van landelijke<br />

criteria het dossier van de leerling en<br />

bepaalt daarna of de leerling in aanmerking<br />

komt voor praktijkonderwijs.<br />

De beslissing of uw kind leerwegondersteunend<br />

onderwijs ontvangt is een<br />

beslissing van de school. De middelbare<br />

school bepaalt zelf of een leerling extra<br />

ondersteuning krijgt of niet. Daar laat de<br />

regionale verwijzingscommissie zich niet<br />

over uit. Wél beslist de commissie op<br />

basis van de aanmeldingen of de school<br />

extra geld ontvangt voor de verzorging<br />

van uw kind.<br />

Ook niet-geïndiceerde leerlingen zijn door<br />

scholen toelaatbaar tot de verschillende<br />

vormen en mogelijkheden van leerwegondersteuning<br />

in het vmbo. De school is<br />

wel verplicht om voor elke leerling met<br />

een beschikking voor leerwegondersteunend<br />

onderwijs of praktijkonderwijs<br />

een individueel handelingsplan op te<br />

stellen. U kunt de school hiernaar vragen.<br />

De zorgstructuur zoals die hierboven is<br />

beschreven, is sinds 1 augustus 2002 een<br />

feit. Het doel van deze structuur is om<br />

leerlingen met verschillende hulpvragen<br />

passende opleidingen aan te bieden.<br />

Daarmee krijgen ze meer mogelijkheden<br />

om een schooldiploma te halen of later<br />

een beroep te leren.<br />

Daarnaast zijn er scholen voor speciaal<br />

voortgezet onderwijs. Deze zijn ingericht<br />

op lichamelijk gehandicapte kinderen,<br />

slechthorende of slechtziende kinderen of<br />

langdurig zieke kinderen.<br />

havo en vwo<br />

Het havo duurt vijf jaar en is vooral bedoeld<br />

als voorbereiding op het hbo (hoger<br />

beroepsonderwijs). Met een bewijs dat de<br />

eerste drie leerjaren havo met gunstig<br />

gevolg zijn doorlopen, kan een leerling<br />

doorstromen naar een vakopleiding of<br />

een middenkaderopleiding in het middelbaar<br />

beroepsonderwijs.<br />

Het vwo ten slotte duurt zes jaar en is<br />

vooral bedoeld als voorbereiding op het<br />

wetenschappelijk onderwijs. Met een<br />

bewijs dat de eerste drie leerjaren van<br />

het vwo met gunstig gevolg zijn doorlopen,<br />

kan een leerling doorstromen naar<br />

een vakopleiding of een middenkaderopleiding<br />

in het middelbaar beroepsonderwijs.<br />

Tot het vwo behoren het atheneum en het<br />

gymnasium. Op het gymnasium krijgen<br />

alle leerlingen Grieks en Latijn in de<br />

onderbouw en Grieks en/of Latijn in de<br />

bovenbouw. Op het atheneum wordt soms<br />

Latijn of Grieks gegeven als keuzevak.<br />

Er bestaat ook een lyceum. Hier kunnen<br />

leerlingen zelf kiezen voor het gymnasium<br />

of het atheneum.<br />

In het havo en het vwo heeft een leerling<br />

de keuze uit vier profielen. Een profiel<br />

bestaat uit een samenhangend onderwijsprogramma<br />

dat de leerling in havo en vwo<br />

voorbereidt op een opleiding aan een<br />

hogeschool of universiteit. Door die<br />

aansluiting kan ook het aantal studenten<br />

dat het hoger onderwijs voortijdig verlaat,<br />

beperkt blijven.<br />

Er zijn vier profielen:<br />

• natuur en techniek;<br />

• natuur en gezondheid;<br />

• economie en maatschappij;<br />

• cultuur en maatschappij.<br />

Elk profiel heeft een gemeenschappelijk<br />

deel, dat voor alle profielen gelijk is.<br />

Daarnaast is er een profieldeel dat elk<br />

van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er<br />

een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de<br />

leerling gebruiken om vakken te volgen<br />

uit een ander profieldeel. Dat vergroot de<br />

mogelijkheden van leerlingen om door te<br />

stromen naar het hoger onderwijs.<br />

10


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

Schema<br />

Nederlands onderwijssysteem<br />

Post-initieel hoger <strong>Onderwijs</strong><br />

In dit schema kunt u zien hoe het<br />

Nederlandse onderwijssysteem er<br />

uitziet:<br />

Open Universiteit (ou) 3<br />

Wetenschappelijk <strong>Onderwijs</strong> (wo) 3 4 jaar<br />

Hoger Beroepsonderwijs (hbo) 3 4 jaar<br />

Specialisten Opleiding 2<br />

1-2 jaar<br />

Middelkaderopleiding 2 3-4 jaar<br />

Vakopleiding 2 2-4 jaar<br />

Basisberoepsopleiding 2 2-3 jaar<br />

Ass.Opl 2<br />

0,5-1 jaar<br />

1. De schoolsoorten vwo, havo,<br />

Niveau 6<br />

vmbo en praktijkonderwijs<br />

behoren tot het voortgezet<br />

onderwijs.<br />

2. Assistentopleiding, basisberoepsopleiding,<br />

vakopleiding, middenkaderopleiding<br />

en specialistenopleiding<br />

behoren tot het<br />

middelbaar beroepsonderwijs.<br />

3. Hbo, wo en de Open Universiteit<br />

behoren tot het hoger onderwijs.<br />

4. Volwassenonderwijs kent vier<br />

soorten opleidingen: voortgezet<br />

algemeen volwassenonderwijs<br />

(vavo), Nederlands als tweede<br />

taal (NT2), breed maatschappelijk<br />

functioneren en sociale redzaamheid.<br />

Deze opleidingen<br />

worden niet op alle niveaus aangeboden.<br />

Speciaal <strong>Onderwijs</strong> en <strong>Voortgezet</strong> Speciaal <strong>Onderwijs</strong><br />

Voorbereidend Wetenschappelijk <strong>Onderwijs</strong> (VWO) 1 6 jaar<br />

Hoger Algemeen <strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong> (havo) 1 5 jaar<br />

Theoretische leerweg<br />

Gemengde leerweg<br />

Kader beroepsgerichte leerweg<br />

Basisberoepsgerichte leerweg<br />

Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) 1 4 jaar<br />

Onderbouw<br />

BASISONDERWIJS 8 JAAR<br />

Praktijk <strong>Onderwijs</strong> 1 6 jaar<br />

Niveau 5<br />

Niveau 4<br />

Niveau 3<br />

Niveau 2<br />

Niveau 1<br />

Volwassen<br />

<strong>Onderwijs</strong> 4<br />

11


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

Het studiehuis:<br />

zelfstandig werken op havo en vwo zorgt<br />

voor een betere aansluiting op het hoger en<br />

wetenschappelijk<br />

onderwijs.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

In havo en vwo is het onderwijs opgebouwd<br />

rond het 'studiehuis'. Daarbij<br />

gaat het niet om een gebouw. Met het<br />

begrip 'studiehuis' doelen we vooral op<br />

begeleiding door de docent, die erop is<br />

gericht de leerlingen in toenemende mate<br />

zelfstandig hun werk te laten doen.<br />

De hoeveelheid werk voor de leerlingen<br />

wordt uitgedrukt met het begrip<br />

'studielast'. Met studielast wordt de<br />

hoeveelheid tijd bedoeld die de gemiddelde<br />

leerling nodig heeft om zich een<br />

bepaalde hoeveelheid leerstof eigen te<br />

maken. Het gaat niet alleen om het volgen<br />

van de lessen op school, maar ook om<br />

de voorbereiding daarvan thuis.<br />

Werkstukken schrijven, boeken lezen, een<br />

mediatheek gebruiken en deelnemen aan<br />

excursies horen ook bij de studielast.<br />

De studielast is gebaseerd op de volgende<br />

rekensom: een leerling besteedt<br />

gedurende 40 weken per jaar 40 uur per<br />

week aan zijn of haar opleiding. Dat komt<br />

neer op een studielast van 1600 uur per<br />

jaar. De studielast voor de tweede fase<br />

van het havo is dus 3200 uur (verspreid<br />

over twee jaren) en voor het vwo 4800<br />

uur (verspreid over drie jaren).<br />

Openbare en bijzondere scholen<br />

Nederland kent ongeveer 700 scholen<br />

voor voortgezet onderwijs die betaald<br />

worden met belastinggeld. En net als in<br />

het basisonderwijs zijn er openbare en<br />

bijzondere scholen.<br />

Een openbare school wordt bestuurd door<br />

het gemeentebestuur of door een bestuurscommissie<br />

die de gemeente heeft<br />

ingesteld. In zo'n bestuurscommissie kunnen<br />

ouders zitten. Verder kan de<br />

gemeente het bestuur van een openbare<br />

school verzelfstandigen door het over te<br />

dragen aan een openbare rechtspersoon<br />

of het onder te brengen in een stichting.<br />

Openbare scholen staan open voor alle<br />

leerlingen, van welke godsdienst of<br />

levensovertuiging dan ook. Er zijn ook<br />

openbare scholen die volgens bepaalde<br />

opvoedings- en onderwijsmethoden<br />

werken, zoals Montessori, Jenaplan,<br />

Freinet en Dalton.<br />

Een bijzondere school wordt bestuurd<br />

door een verenigings- of stichtingsbestuur.<br />

Meestal zitten ouders zelf in het<br />

bestuur van zo'n school. Er zijn allerlei<br />

bijzondere scholen. Confessioneel bijzondere<br />

scholen zijn rooms-katholieke,<br />

protestants-christelijke, joodse of islamitische<br />

scholen. Zij werken vanuit een<br />

godsdienst en wereldbeschouwing en<br />

combineren dit met een bepaalde opvoedings-<br />

en onderwijsmethode. Dat kan<br />

ook Montessori of Jenaplan zijn.<br />

Algemeen bijzondere scholen gaan uit van<br />

de gelijkwaardigheid van levensbeschouwingen<br />

en combineren dit in de<br />

regel met bepaalde opvoedings- en onderwijsmethoden<br />

zoals Montessori, Jenaplan<br />

en Dalton. Er zijn ook Vrije scholen, die<br />

een eigen mensvisie combineren met een<br />

opvoedingsmethode.<br />

Godsdienstonderwijs kan als een verplicht<br />

vak op de confessioneel bijzondere<br />

scholen worden gegeven. Als ouders dit<br />

wensen, kan godsdienstonderwijs als een<br />

niet-verplicht vak worden gegeven op de<br />

algemeen bijzondere en openbare<br />

scholen.<br />

Wilt u meer weten over openbaar onderwijs,<br />

bijzonder onderwijs of over speciale<br />

opvoedings- en onderwijsmethoden, dan<br />

kunt u contact opnemen met een van de<br />

organisaties die achterin deze gids<br />

vermeld staan.<br />

Grote en kleine scholen<br />

Vroeger waren scholen voor vbo, mavo,<br />

havo en vwo meestal apart. Tegenwoordig<br />

zijn veel van die aparte scholen gefuseerd<br />

tot brede scholengemeenschappen.<br />

Hierdoor kunnen leerlingen op een school<br />

12


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

(meestal met meer dan één gebouw)<br />

terecht voor alle soorten voortgezet<br />

onderwijs. Als ze van het vmbo naar het<br />

havo willen, hoeven ze dus niet naar een<br />

andere school. Een groot verschil met het<br />

basisonderwijs is dat op deze scholen veel<br />

meer leerlingen zitten; ook werken er<br />

veel meer leraren. Brede scholengemeenschappen<br />

zijn vaak georganiseerd in leerlingenstromen,<br />

afdelingen of sectoren.<br />

Door deze manier van organiseren wordt<br />

de band tussen leerlingen en leraren<br />

onderling versterkt.<br />

Daarnaast bestaan er scholen die een<br />

aantal, maar niet alle schoolsoorten<br />

bieden. Dit zijn de zogenaamde smalle<br />

scholengemeenschappen voor bijvoorbeeld<br />

vmbo, vmbo theoretisch-havo-vwo<br />

of voor havo-vwo. Tot slot kennen we nog<br />

categoriale scholen. Deze scholen hebben<br />

maar één soort onderwijs, bijvoorbeeld<br />

alleen vmbo theoretisch of alleen gymnasium.<br />

Het kan zijn dat een leerling op een<br />

bepaald moment beter ander onderwijs<br />

kan volgen dan de categoriale school<br />

biedt. De meeste scholen hebben in een<br />

regio afspraken gemaakt om een soepele<br />

overgang naar een andere school<br />

mogelijk te maken.<br />

Informatie over een school<br />

Als u meer wilt weten over een school,<br />

dan kunt u de schoolgids van de school<br />

aanvragen. Ook kunt u de kwaliteitskaart<br />

van de school of het toezichtrapport van<br />

de inspectie raadplegen op de internetpagina<br />

van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl).<br />

Daarnaast hebben de<br />

meeste scholen een eigen internetsite<br />

waar u veel informatie vindt. Veel scholen<br />

organiseren bovendien speciale informatieavonden<br />

of -dagen voor nieuwe<br />

leerlingen en ouders.<br />

belang zijn: de uitgangspunten en doelstellingen<br />

van een school, de manier van<br />

lesgeven, maar ook lestijden en<br />

vakantieroosters. De gids vertelt u daarnaast<br />

of de school speciale programma's<br />

heeft voor bijvoorbeeld topsporters,<br />

hoogbegaafde leerlingen, tweetalig onderwijs<br />

of muziek en dans. De speciale toelatingsregels<br />

die daarvoor gelden, staan<br />

ook in de gids vermeld. In een schoolgids<br />

vindt u onder meer informatie over de<br />

volgende onderwerpen:<br />

• De doelen van het onderwijs en de<br />

resultaten die ermee zijn bereikt.<br />

Hieronder vallen percentages leerlingen<br />

die doorstromen naar een<br />

hoger leerjaar of een ander soort<br />

onderwijs, percentages van leerlingen<br />

die de school zonder diploma verlaten<br />

en percentages leerlingen die voor het<br />

eindexamen slagen.<br />

• De zorg voor leerlingen met speciale<br />

onderwijsbehoeften.<br />

• De invulling van de verplichte<br />

onderwijstijd.<br />

• De besteding van de vrijwillige ouderbijdrage<br />

en een ontwerp van de overeenkomst<br />

die de school over de ouderbijdrage<br />

sluit met de ouders.<br />

• De rechten en plichten van de ouders<br />

en verzorgers, de leerlingen en het<br />

bevoegd gezag van de school.<br />

Hieronder valt informatie over de<br />

klachtenregeling van de school en<br />

over het leerlingenstatuut.<br />

Scholen zijn verplicht een schoolgids uit<br />

te brengen voor ouders, verzorgers en<br />

leerlingen. In zo'n gids staan veel zaken<br />

die bij het kiezen van een school van<br />

13


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

De schoolgids moet jaarlijks gecontroleerd<br />

en zonodig vernieuwd worden.<br />

Daarna wordt hij uitgereikt aan de ouders.<br />

Ouders krijgen de gids ook als ze<br />

hun kind inschrijven op een school.<br />

De schoolgids geeft waardevolle informatie<br />

over het reilen en zeilen op de<br />

school. Vraag de school gerust naar zo’n<br />

schoolgids!<br />

Vanaf 1998 brengt de inspectie van het<br />

onderwijs jaarlijks in september<br />

kwaliteitskaarten uit met de resultaten<br />

van scholen voor voortgezet onderwijs.<br />

Deze kaarten zijn speciaal bedoeld voor<br />

ouders die voor en met hun kind een<br />

school voor voortgezet onderwijs willen<br />

kiezen. De kaarten worden gepubliceerd<br />

op internet (www.onderwijsinspectie.nl).<br />

De kwaliteitskaarten bestaan nu uit een<br />

overzicht van de oordelen van de inspectie<br />

over een school, zoals die door de<br />

inspectie na een periodiek schoolbezoek<br />

zijn vastgesteld.<br />

Het gaat om resultaten van leerlingen<br />

(examens en zittenblijven), de kwaliteit<br />

van leraren, de begeleiding van leerlingen,<br />

het klimaat op de school en de<br />

wijze hoe de school zelf nagaat of ze nog<br />

onderwijs van voldoende kwaliteit<br />

leveren.<br />

Ouders kunnen met deze kaarten de<br />

resultaten van scholen onderling<br />

vergelijken en zien hoe een school het<br />

doet in vergelijking met het landelijke<br />

gemiddelde.<br />

Wet op het onderwijstoezicht<br />

In juni 2002 is er een wet vastgesteld die<br />

regelt dat de kwaliteit van alle scholen<br />

door de inspectie wordt doorgelicht.<br />

De inspectie komt eens in de vier jaar bij<br />

elke school met een team op bezoek,<br />

spreekt dan met directie leraren leerlingen<br />

en ouders en bezoekt lessen.<br />

14<br />

Daarna schrijft de inspectie een rapport<br />

over de kwaliteit van het onderwijs op de<br />

school. De rapporten de resultaten van de<br />

scholen zien en wat de inspectie vindt van<br />

de kwaliteit van de lessen, de veiligheid,<br />

gebruik van computers en dergelijke.<br />

Deze rapporten zijn openbaar en kunnen<br />

door iedereen op internet geraadpleegd<br />

worden. Een aantal is al te vinden op<br />

www.onderwijsinspectie.nl<br />

De juiste schoolkeuze<br />

U kunt uiteraard zelf beslissen of u uw<br />

kind bij een openbare of een bijzondere<br />

school voor voortgezet onderwijs wilt<br />

aanmelden. In principe heeft u een vrije<br />

schoolkeuze. In de praktijk wordt de<br />

keuze alleen beperkt door het advies van<br />

de basisschool en de toelatingseisen voor<br />

de leerwegen in het vmbo en voor havo<br />

en vwo. Leerlingen moeten het onderwijs<br />

immers 'aankunnen'. Het is in het algemeen<br />

niet verstandig een leerling aan<br />

een hogere of lagere opleiding in het<br />

voortgezet onderwijs te laten beginnen<br />

dan het advies van de basisschool<br />

aangeeft. Een school mag een leerling<br />

niet voorwaardelijk toelaten.<br />

Achterin de gids hebben we een lijst<br />

opgenomen met vragen die u kunnen<br />

helpen als u scholen wilt vergelijken. U<br />

kunt de lijst met vragen gebruiken als u<br />

zich wilt voorbereiden op een gesprek<br />

met een school.<br />

Wanneer ouders hun kind bij een school<br />

inschrijven, moeten zij het sociaal-fiscaal<br />

nummer (sofi-nummer) van hun kind<br />

opgeven. Dit nummer ontvangen zij van<br />

de belastingdienst. Leerlingen zonder<br />

sofi-nummer krijgen van de Informatie<br />

Beheer Groep een speciaal nummer, het<br />

zogenaamde onderwijsnummer. Als een<br />

leerling zo'n nummer heeft, moeten de<br />

ouders dat bij inschrijving aan de school<br />

melden.


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

Voor de leerlingen is er meestal<br />

aan het begin van het eerste<br />

schooljaar een kennismakingsperiode.<br />

Het advies van de basisschool<br />

Als u gaat bepalen welke school voor<br />

voortgezet onderwijs het meest geschikt<br />

is, heeft u te maken met in ieder geval<br />

twee zaken:<br />

• het advies van de basisschool;<br />

• de toelatingseisen bij vmbo,<br />

havo en vwo.<br />

laatste jaar van de basisschool (de eindtoets).<br />

Een schoolbestuur kan voor toelating<br />

ook een minimumscore eisen op de<br />

eindtoets van de basisschool. Soms laten<br />

scholen een psychologisch onderzoek<br />

uitvoeren. Maar dat gebeurt alleen als de<br />

ouders het daarmee eens zijn.<br />

Kennismaken met de school<br />

De directeur en de groepsleraar van<br />

groep 8 van de basisschool geven, na<br />

overleg met het team, in de loop van het<br />

laatste basisschooljaar een schooladvies<br />

(officieel: het onderwijskundig rapport).<br />

Vaak baseert de basisschool het advies op<br />

de eindtoetsen die door veel scholen worden<br />

afgenomen. Maar dat is zeker niet<br />

het enige. Ook de andere leerprestaties<br />

wegen mee, en natuurlijk de interesses<br />

en motivatie van de leerling. Het geheel<br />

moet in onderlinge samenhang worden<br />

bekeken. Op grond van al deze gegevens<br />

schat de school in welk niveau de leerling<br />

waarschijnlijk met succes kan volgen:<br />

vmbo, havo of vwo. Als de basisschool<br />

vindt dat uw kind leerwegondersteunendonderwijs<br />

of praktijkonderwijs nodig<br />

heeft, is een indicatiestelling nodig. Zie<br />

voor meer informatie de paragraaf over<br />

het vmbo.<br />

De meeste scholen voor voortgezet<br />

onderwijs hebben kennismakingsavonden<br />

of -middagen voor ouders, zogenaamde<br />

open dagen. Daar worden ouders (en<br />

leerlingen) in grote lijnen voorgelicht over<br />

de mogelijkheden die de school biedt, de<br />

manier waarop men onderwijs geeft en<br />

wat de school verder doet aan extra<br />

activiteiten. Is de keuze eenmaal gemaakt<br />

en wordt de leerling toegelaten, dan volgt<br />

vaak nog een informatiebijeenkomst<br />

waarin ouders nader worden geïnformeerd<br />

over wat de leerling in de eerste<br />

klas te wachten staat. Voor de leerlingen<br />

is er meestal aan het begin van het eerste<br />

schooljaar een kennismakingsperiode.<br />

Alle basisscholen moeten het schooladvies<br />

op papier zetten en aan de ouders<br />

geven. De meeste scholen geven een uitgebreide<br />

- mondelinge - toelichting op de<br />

eindtoets en het advies. Ook geven ze<br />

voorlichting over de keuzemogelijkheden<br />

in het voortgezet onderwijs bij u in de<br />

omgeving. Uiteraard hechten scholen<br />

voor voortgezet onderwijs veel waarde<br />

aan het schooladvies (het 'onderwijskundig<br />

rapport') van de basisschool. Dit<br />

advies is bij wet voorgeschreven.<br />

Toelating tot vmbo theoretisch, havo of<br />

vwo moet op basis van geschiktheidsonderzoek.<br />

Dat kan op verschillende<br />

manieren: een toelatingsexamen laten<br />

afleggen, proefklassen vormen of onderzoek<br />

doen naar kennis en inzicht in het<br />

15


1<br />

H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />

O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />

Weigeren van een leerling<br />

In principe beslist het bestuur van de school<br />

voor voortgezet onderwijs of een leerling<br />

wordt toegelaten. Een school mag een leerling<br />

dus weigeren. Maar hiervoor moeten<br />

wel goede redenen zijn, bijvoorbeeld dat<br />

een school vol is. De school mag de leerling<br />

niet willekeurig weigeren, bijvoorbeeld door<br />

toelating afhankelijk te stellen van de aanvullende<br />

ouderbijdrage. Bijzondere scholen<br />

mogen leerlingen weigeren als de godsdienst<br />

of levensbeschouwing van de ouders<br />

of leerling niet past bij die van de school.<br />

Maar ze mogen leerlingen niet weigeren als<br />

er binnen redelijke afstand van de woning<br />

van de leerling geen openbare school is.<br />

Bezwaarmogelijkheden bij weigering<br />

De schoolbesturen zijn verplicht om<br />

schriftelijk aan ouders uit te leggen waarom<br />

hun kind geweigerd wordt.De ouders kunnen<br />

dan binnen zes weken, eveneens<br />

schriftelijk, bezwaar maken. Het<br />

schoolbestuur moet daarna binnen vier<br />

weken een nieuwe beslissing nemen, nadat<br />

de ouders en de leerling zijn gehoord.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

16


Het onderwijs in Nederland is gratis.


2<br />

K O S T E N E N R E G E L S<br />

Dit hoofdstuk gaat over de kosten<br />

Wat kost onderwijs eigenlijk?<br />

Het voortgezet onderwijs in Nederland is<br />

vanaf 1 augustus 2005 gratis. Ook voor<br />

kinderen boven de 16 jaar. Maar dat<br />

betekent natuurlijk niet dat onderwijs<br />

niets kost. Gemiddeld betaalt de<br />

Nederlandse overheid € 5.600 per jaar<br />

voor elke leerling in het voortgezet<br />

onderwijs. En ook de ouders hebben kosten<br />

voor schoolboeken, lesmateriaal<br />

/lesactiviteiten, diensten die de school<br />

aanbiedt en eventueel reiskosten.<br />

van het onderwijs en de regels in<br />

het onderwijs. Het gaat hier om<br />

informatie over de ouderbijdrage,<br />

de studiekosten, de leerplicht, overblijven,<br />

buitenschoolse activiteiten,<br />

vakanties, enzovoort. Met ingang<br />

van 1 september 2005 heeft de<br />

regering het lesgeld voor leerlingen<br />

in het voortgezet onderwijs<br />

afgeschaft.<br />

De vrijwillige ouderbijdrage<br />

Scholen mogen ouders vragen mee te<br />

betalen aan bepaalde activiteiten of voorzieningen:<br />

de zogenaamde ouderbijdrage.<br />

Die ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage,<br />

d.w.z. dat u als ouder kunt kiezen<br />

of u wel of niet betaalt voor een bepaalde<br />

activiteit of voorziening. Scholen mogen<br />

een leerling de toegang tot de school dus<br />

niet weigeren als u deze bijdrage niet<br />

kunt of wilt betalen. Maar als u niet bijdraagt,<br />

mag uw kind misschien niet meedoen<br />

aan bepaalde festiviteiten of uitstapjes.<br />

Die worden namelijk vaak uit de<br />

ouderbijdrage betaald. Wanneer excursies<br />

een onderdeel vormen van het<br />

schoolplan, kan de school leerlingen de<br />

deelname niet weigeren.<br />

Het geld van de ouderbijdragen wordt<br />

meestal gebruikt voor festiviteiten, culturele<br />

activiteiten en extra leermiddelen.<br />

Sommige scholen vragen één bedrag per<br />

jaar, andere vragen per keer geld voor<br />

een speciale activiteit. Weer andere<br />

scholen gebruiken beide mogelijkheden.<br />

De school moet met de ouders een schriftelijke<br />

overeenkomst sluiten over de<br />

ouderbijdrage. Eerst moet echter vaststaan<br />

dat de leerling wordt toegelaten tot<br />

de school. In de overeenkomst moet de<br />

school duidelijk maken wat er met het<br />

geld van de ouderbijdrage gebeurt.<br />

Daarnaast moet in de overeenkomst<br />

18


2<br />

K O S T E N E N R E G E L S<br />

staan welke regels gelden voor vermindering<br />

of kwijtschelding van deze bijdrage.<br />

De hoogte van de ouderbijdrage verschilt<br />

per school. Nadat u akkoord bent gegaan<br />

met de ouderbijdrage, bent u natuurlijk<br />

verplicht deze te betalen. Dat geldt ook<br />

voor verhogingen van de ouderbijdrage<br />

waarmee de medezeggenschapsraad in<br />

een later stadium kan instemmen. U kunt<br />

via de medezeggenschapsraad invloed<br />

uitoefenen op de hoogte en de besteding<br />

van de ouderbijdrage.<br />

Er is een gedragscode <strong>School</strong>kosten<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong> die beschrijft hoe<br />

scholen op een zorgvuldige en heldere<br />

manier met ouders kunnen communiceren<br />

over de schoolkosten. Deze gedragscode<br />

is opgesteld door vertegenwoordigers van<br />

besturen- en ouderorganisaties en<br />

<strong>School</strong>managers-VO. U kunt de school<br />

vragen of zij deze gedragscode toepast.<br />

U kunt de gedragscode downloaden op<br />

www.schoolmanagersvo.nl.<br />

jaar of ouder die onderwijs volgt in het<br />

voortgezet algemeen volwassenenonderwijs<br />

kan voor deze tegemoetkoming<br />

studiekosten in aanmerking komen,<br />

afhankelijk van het aantal uren dat<br />

onderwijs wordt gevolgd. Hierover kunt u<br />

meer lezen in de brochure 'Informatie<br />

voor scholieren in het vo, (v)so en vavo'.<br />

Deze brochure kunt u aanvragen bij het<br />

Centraal Distributiepunt van de IB-<br />

Groep, telefoonnummer: 050 - 599 77 55<br />

of downloaden via de internetsite van de<br />

IB-Groep (www.ib-groep.nl). U kunt de<br />

brochure ook bij de school en bij de<br />

steunpunten van de IB-Groep krijgen.<br />

Ouders blijven wettelijk verantwoordelijk<br />

voor de kosten van levensonderhoud en<br />

studie totdat hun zoon of dochter 21 jaar<br />

is, ook al ontvangt hij of zij na zijn of<br />

haar 18de verjaardag een basistoelage<br />

en eventueel een tegemoetkoming in de<br />

schoolkosten (volgens de WTOS).<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Bijzondere scholen vragen soms ook nog<br />

contributie voor het lidmaatschap van de<br />

vereniging waar de school van uitgaat. U<br />

bent echter meestal niet verplicht om lid<br />

te worden van zo'n vereniging.<br />

Wie kan in de studiekosten bijdragen?<br />

In sommige gevallen kunnen ouders van<br />

leerlingen die jonger zijn dan 18 jaar een<br />

tegemoetkoming in de kosten te krijgen.<br />

Dat is geregeld in de Wet tegemoetkoming<br />

onderwijsbijdrage en schoolkosten:<br />

WTOS. Daarover verschijnen speciale<br />

brochures. De WTOS is ook van toepassing<br />

op leerlingen van leerwegondersteunend<br />

onderwijs en praktijkonderwijs.<br />

Een leerling die 18 jaar of ouder is en<br />

onderwijs volgt in het voortgezet onderwijs,<br />

het voortgezet speciaal onderwijs of<br />

het speciaal voortgezet onderwijs, ontvangt<br />

een basistoelage en kan soms ook<br />

in aanmerking komen voor een aanvullende<br />

toelage. Ook een leerling van 18<br />

Voor leerlingen met een lichamelijke,<br />

verstandelijke, of zintuiglijke handicap is<br />

het onder bepaalde voorwaarden mogelijk<br />

via de gemeente een vergoeding te<br />

krijgen voor de kosten van het vervoer<br />

van en naar school. De school en de<br />

gemeente kunnen u hierover informatie<br />

geven.<br />

De bijdrage voor culturele activiteiten<br />

via school<br />

In de bovenbouw van vmbo, havo en vwo<br />

krijgen leerlingen het vak Culturele en<br />

Kunstzinnige Vorming (CKV); in het gymnasium<br />

krijgen ze Klassieke Culturele<br />

vorming (KCV). Deze vakken bestaan uit<br />

drie delen, waarvan CKV1 (KCV1) voor<br />

alle leerlingen verplicht is.<br />

In het kader van CKV (KCV) nemen leerlingen<br />

deel aan een aantal culturele activiteiten.<br />

Daarom ontvangen leerlingen<br />

van vmbo, havo en vwo die met het vak<br />

CKV beginnen een Cultureel Jongeren<br />

19


2<br />

K O S T E N E N R E G E L S<br />

Veel scholen hebben een<br />

boekenfonds ingesteld.<br />

De school koopt boeken en<br />

verhuurt die<br />

aan de ouders.<br />

Paspoort (CJP) en een aantal CKV-bonnen.<br />

Ook voor leerlingen van praktijkonderwijs<br />

en scholen voor voortgezet speciaal<br />

onderwijs zijn bonnen beschikbaar.<br />

Het CJP geeft een jaar lang recht op<br />

korting op de toegangsprijs van culturele<br />

instellingen. Met de CKV-bonnen kan<br />

betaald worden bij culturele instellingen.<br />

De CKV bonnen worden via de school<br />

verstrekt. De school kan ervoor kiezen<br />

om de bonnen rechtstreeks aan de leerlingen<br />

te geven, die daarmee de CKVactiviteiten<br />

van hun keuze kunnen betalen.<br />

De school kan ook besluiten om<br />

(een deel van) de bonnen te reserveren<br />

voor collectieve activiteiten voor CKV.<br />

De aanschaf van boeken<br />

Veel scholen hebben een boekenfonds<br />

ingesteld. De school koopt de boeken en<br />

verhuurt die aan de ouders. Zo hoeft u<br />

niet altijd nieuwe boeken aan te schaffen.<br />

Sommige scholen hebben geen boekenfonds,<br />

maar organiseren boekenmarkten.<br />

Leerlingen kunnen daar hun boeken verkopen<br />

en weer andere aanschaffen die ze<br />

voor een volgend jaar nodig hebben.<br />

Meestal wordt een uitzondering gemaakt<br />

voor woordenboeken, atlassen en werkboeken.<br />

Die moet u dus zelf kopen.<br />

De leerplicht<br />

Iedereen heeft na de basisschool nog een<br />

tijd recht op gratis onderwijs. Bovendien<br />

bestaat er tot een bepaalde leeftijd een<br />

leerplicht voor alle kinderen. Die leerplicht<br />

is vastgelegd in de Leerplichtwet<br />

1969 waar ouders én leerlingen zich aan<br />

moeten houden. De wet gaat er namelijk<br />

vanuit dat leerlingen vanaf hun 12de zelf<br />

de verantwoordelijkheid hebben om naar<br />

school te gaan. Als zij dat niet doen (en<br />

langdurig spijbelen), dan kunnen ze een<br />

boete krijgen. In het ergste geval riskeren<br />

ze zelfs een gevangenisstraf.<br />

Als een leerling volgens de directeur van<br />

de basisschool voldoende geschikt is voor<br />

aansluitend voortgezet onderwijs, kan de<br />

leerling worden toegelaten tot het eerste<br />

jaar van een school voor voortgezet<br />

onderwijs.<br />

Als een leerling volgens de basisschool<br />

nog ongeschikt is voor de overgang naar<br />

het voortgezet onderwijs, kan deze op de<br />

basisschool blijven tot en met het schooljaar<br />

waarin hij 14 jaar wordt.<br />

Onder bepaalde voorwaarden kunnen<br />

leerlingen vanaf hun 14de jaar een alternatief<br />

leertraject volgen. Ze gaan dan<br />

naar school, maar werken daarnaast ook<br />

in de praktijk.<br />

In het laatste schooljaar dat zij leerplichtig<br />

zijn, kunnen leerlingen ingeschreven<br />

worden bij een instelling voor gedeeltelijke<br />

leerplicht. Dat houdt in dat ze ten<br />

minste twee dagen per week naar school<br />

gaan. Als ze een beroepspraktijkovereenkomst<br />

hebben in een bepaalde bedrijfstak<br />

(in het kader van de beroepsbegeleidende<br />

leerweg van de Wet Educatie en<br />

Beroepsonderwijs), dan zijn ze één dag<br />

per week leerplichtig.<br />

Na het schooljaar waarin ze 16 jaar worden,<br />

zijn leerlingen niet meer volledig<br />

leerplichtig. Ze zijn dan nog één jaar<br />

gedeeltelijk leerplichtig voor ten minste<br />

één of twee dagen in de week. De volledige<br />

leerplicht eindigt ook als de leerling<br />

twaalf volledige schooljaren één of meer<br />

scholen heeft bezocht.<br />

Leerlingen tot 16 jaar die door een vroeg<br />

huwelijk wettelijk meerderjarig zijn, blijven<br />

toch leerplichtig. Scholen moeten<br />

leerlingen vrij geven voor dagen waarop<br />

zij vanwege de geloofs- of levensovertuiging<br />

van de ouders niet op school kunnen<br />

zijn. Dat geldt ook voor dagen met<br />

belangrijke familieverplichtingen, zoals<br />

begrafenissen of huwelijken.<br />

20


2<br />

K O S T E N E N R E G E L S<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

De directeur of rector mag buiten de<br />

schoolvakanties geen vrij geven voor een<br />

wintersportvakantie of bezoek van buitenlandse<br />

leerlingen aan het land van<br />

herkomst.<br />

De directeur of rector van de school mag<br />

in heel bijzondere gevallen de leerling<br />

voor ten hoogste tien dagen per jaar vrij<br />

geven om met zijn ouders of verzorgers<br />

op vakantie te gaan. Maar dat geldt<br />

alleen voor ouders die door hun beroep<br />

niet in de schoolvakanties weg kunnen<br />

gaan. De directeur of rector mag geen<br />

toestemming geven voor vakanties in de<br />

eerste twee weken na de grote vakantie.<br />

Een leerling die ziek is, kan niet naar<br />

school. De ouders moeten de school tijdig<br />

op de hoogte stellen van de ziekte, want<br />

de school moet weten waarom de leerling<br />

er niet is. Kunt u de school niet direct<br />

bellen? Zorg dan dat de school toch zo<br />

snel mogelijk weet dat de leerling ziek is.<br />

Als een leerling heel lang ziek is of in het<br />

ziekenhuis moet blijven, dan worden er<br />

veel lessen gemist. De school is dan verplicht<br />

om afspraken te maken met de<br />

ouders over de lessen van de leerling.<br />

Want het is belangrijk dat het onderwijs<br />

doorgaat, ook als de leerling ziek is.<br />

Anders krijgt de leerling een leerachterstand.<br />

Daarnaast is het belangrijk dat de<br />

leerling sociale contacten blijft houden.<br />

Als de leerling in het ziekenhuis ligt, kan<br />

de school hulp vragen aan een ‘consulent<br />

onderwijsondersteuning zieke leerlingen’.<br />

Deze consulenten werken bij academische<br />

ziekenhuizen en bij de onderwijsbegeleidingsdiensten.Meer<br />

informatie<br />

hierover is beschikbaar bij mentor of op<br />

internet. Bijvoorbeeld op de website van<br />

het landelijk netwerk Ziek Zijn en<br />

<strong>Onderwijs</strong> (Ziezon), www.ziezon.nl.<br />

Op deze website staat informatie van de<br />

gezamenlijke onderwijsbegeleidingsdiensten<br />

en academische ziekenhuizen.<br />

De gemeente controleert of ouders en<br />

leerlingen zich aan de leerplicht houden.<br />

Daarvoor zijn speciale mensen aangesteld:<br />

de leerplichtambtenaren. Zij kunnen<br />

- in bijzondere gevallen - de leerling<br />

toestemming geven om school te verzuimen.<br />

Bijvoorbeeld omdat de leerling niet<br />

naar school kan door ernstige lichamelijke<br />

of psychische problemen, of omdat<br />

ouders met de leerling voor langere tijd<br />

naar het buitenland gaan.<br />

De school let erop dat leerlingen niet<br />

zonder duidelijke redenen van school<br />

wegblijven. Ouders of de leerlingen moeten<br />

elk verzuim - om welke reden dan ook<br />

- aan de school melden. Als ouders toestemming<br />

willen krijgen voor extra vrij,<br />

dan moeten ze dat in de regel ten minste<br />

twee dagen voordat de gebeurtenis<br />

plaatsvindt, vragen aan de school.<br />

Ouders die hun kinderen moedwillig van<br />

school houden en leerlingen die van<br />

school wegblijven zonder dat de ouders<br />

dat te verwijten valt, kunnen een boete<br />

krijgen. In het ergste geval riskeren<br />

ouders een gevangenisstraf.<br />

Elke leerling heeft weleens een dag geen<br />

zin om naar school te gaan. Dat moet<br />

echter wel. De Leerplichtwet 1969 verplicht<br />

ouders om ervoor te zorgen dat<br />

hun kinderen naar school gaan. Maar ook<br />

de leerlingen zélf zijn vanaf hun 12de<br />

jaar verantwoordelijk voor hun aanwezigheid<br />

op school. Bij herhaalde afwezigheid<br />

van een leerling of na drie dagen afwezigheid<br />

zonder dat daarvoor een redelijke<br />

verklaring wordt gegeven, waarschuwt<br />

de school de gemeente. De leerplichtambtenaar<br />

zal dan een onderzoek instellen<br />

en controleren of de school, de ouders en<br />

de leerling zich aan de wet houden.<br />

Het aantal lesuren<br />

In de eerste twee jaar van het voortgezet<br />

onderwijs en ook in het derde leerjaar<br />

havo / vwo, moet de school per jaar<br />

21


2<br />

K O S T E N E N R E G E L S<br />

minstens 1040 uur verzorgen. In de<br />

bovenbouw is er jaarlijks ten minste<br />

1000 uur onderwijs per jaar, en in het<br />

examenjaar 700 uur. Scholen mogen op<br />

grond van hun eigen ideeën over het<br />

onderwijs zelf - binnen bepaalde grenzen<br />

natuurlijk - het lesrooster bepalen. Als<br />

een school uitgaat van een rooster van<br />

50 minuten per les zijn er in de onderbouw<br />

ongeveer 32 lessen per week, terwijl<br />

het er bij een 70-minutenrooster zo’n<br />

23 zijn. Uiteindelijk bepalen de schoolbesturen<br />

de lesroosters voor de verschillende<br />

jaren. Ook stellen zij de schooltijden<br />

vast. Aan het begin van het schooljaar<br />

krijgt elke leerling het lesrooster voor dat<br />

jaar.<br />

Overblijven tussen de middag<br />

aansprakelijkheid namelijk om de vraag<br />

wat redelijk en billijk is. Met andere<br />

woorden is er een situatie waarin de<br />

ouder of de leerling aansprakelijk is of is<br />

de school tekortgeschoten in het toezicht<br />

of vereiste handelen?<br />

In dat geval brengt de eigen verzekering<br />

voor wettelijke aansprakelijkheid (WAverzekering)<br />

meestal uitkomst.<br />

Bovendien kan een schoolongevallenverzekering<br />

nuttig zijn. Doorgaans wordt<br />

zo'n verzekering via de school aangeboden.<br />

Scholen kunnen voor hun leerlingen<br />

een collectieve ongevallenverzekering<br />

afsluiten. Dat is vooral van belang als er<br />

buitenschoolse activiteiten worden<br />

ondernomen. Vraag de school hoe dat<br />

geregeld is.<br />

Alle scholen voor voortgezet onderwijs<br />

hebben een aula of een kantine waar de<br />

leerlingen kunnen overblijven. Dat overblijven<br />

is gratis, maar het eten en drinken<br />

niet. De kosten daarvoor komen voor<br />

rekening van de ouders en leerlingen.<br />

De verantwoordelijkheid voor de<br />

leerling<br />

De verantwoordelijkheid van de school<br />

begint officieel op het tijdstip dat de leerling<br />

op school moet zijn. Dat kan zijn als<br />

de lessen beginnen, maar ook eerder als<br />

de school zelf heeft bepaald dat leerlingen<br />

eerder kunnen komen. De verantwoordelijkheid<br />

van de school eindigt als<br />

de lessen zijn afgelopen.<br />

Scholen organiseren ook zogenaamde<br />

buitenschoolse activiteiten. Zoals de<br />

naam al aangeeft, gaat het dan om reisjes,<br />

excursies en dergelijke buiten het<br />

schoolterrein. De school is dan eveneens<br />

verantwoordelijk voor uw kind.<br />

De vraag of de school altijd aansprakelijk<br />

is voor eventuele schade die de leerling<br />

oploopt of een ander toebrengt, is niet<br />

zomaar te beantwoorden. Het gaat bij<br />

De zomervakantie<br />

Wanneer de zomervakantie valt, verschilt<br />

per regio. Om de vakantiedrukte te spreiden<br />

is Nederland in drie regio's verdeeld<br />

(noord, midden en zuid). Een van de<br />

regio's krijgt als eerste vakantie, een<br />

week later volgt een tweede regio en<br />

weer een week later is de laatste regio<br />

aan de beurt. De zomervakanties duren<br />

in alle regio's wel even lang.<br />

Wanneer de andere vakanties beginnen<br />

en hoe lang die duren, bepaalt het<br />

bestuur van de school. De minister<br />

bepaalt alleen de zomervakantie en geeft<br />

voor de andere vakanties een advies.<br />

22


2<br />

K O S T E N E N R E G E L S<br />

De meeste scholen volgen dat advies<br />

overigens wel op. De school zal u in het<br />

begin van het jaar vertellen wanneer de<br />

vakanties zijn en hoe lang ze duren.<br />

Leerlingen die vijf dagen per week naar<br />

school gaan, krijgen maximaal 60 dagen<br />

vrij.<br />

Binnen zes weken kan schriftelijk<br />

bezwaar worden gemaakt bij het schoolbestuur.<br />

Dat moet daarna binnen vier<br />

weken opnieuw beslissen nadat de leerling<br />

en - als deze nog geen 18 jaar is -<br />

ook de ouders zijn gehoord.<br />

Schorsing of verwijdering<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Als leerlingen zich ernstig misdragen,<br />

dan kunnen ze van school worden<br />

gestuurd. De school kan met opgave van<br />

reden een leerling voor maximaal een<br />

week schorsen. De school is verplicht om<br />

een schorsing van langer dan één dag te<br />

melden bij de <strong>Onderwijs</strong>inspectie. Is de<br />

schorsing voorgoed, dan spreken we van<br />

verwijdering. Verwijdering gebeurt maar<br />

hoogst zelden en ook niet van de ene dag<br />

op de andere. Voordat een leerling verwijderd<br />

wordt, is er meestal al heel wat<br />

voorgevallen. De beslissing over verwijdering<br />

van een leerling wordt genomen<br />

door het schoolbestuur. Voordat zo'n<br />

besluit kan worden genomen, moet eerst<br />

de leerling worden gehoord. Als deze nog<br />

geen 18 jaar is, moeten ook zijn ouders<br />

de gelegenheid krijgen te worden<br />

gehoord. Als het om een leerplichtige<br />

leerling gaat, moet het schoolbestuur er<br />

bovendien voor zorgen dat een andere<br />

school de leerling toelaat. Een beslissing<br />

over verwijdering moet het schoolbestuur<br />

meteen melden aan de leerplichtambtenaar.<br />

Ook moet er dan worden<br />

overlegd met de inspectie. Gedurende<br />

deze periode kan de leerling worden<br />

geschorst. De schoolbesturen zijn verplicht<br />

aan de leerling, en als deze nog<br />

geen 21 jaar is ook aan zijn ouders,<br />

schriftelijk uit te leggen waarom de leerling<br />

wordt verwijderd.<br />

23


Veel leraren<br />

geven niet<br />

alleen les, maar<br />

hebben ook nog een<br />

andere taak.


3<br />

D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />

E N I N D E L E S<br />

Hoe het toegaat op school en<br />

De medewerkers op school<br />

tijdens de les, staat allemaal in dit<br />

hoofdstuk. Het gaat dan om zaken<br />

als de vakken die worden gegeven,<br />

hoe de school met tussenuren<br />

Op de school voor voortgezet onderwijs<br />

krijgen de leerlingen voor ieder vak<br />

meestal een andere leraar. Dat is wel het<br />

grootste verschil met het basisonderwijs:<br />

niet meer één leraar per groep, maar een<br />

leraar per vak. Soms is het een team van<br />

leraren die samen een deel van het<br />

onderwijs verzorgen. Het is in ieder geval<br />

niet meer zo als op de basisschool, waar<br />

leerlingen het hele jaar meestal met maar<br />

één leraar optrekken.<br />

omgaat, wat een brugperiode is.<br />

Ook kunt u lezen hoe de school<br />

omgaat met het geven van cijfers<br />

Leerlingen kunnen dus op een dag wel vijf<br />

of zes verschillende leraren hebben. Veel<br />

leraren geven niet alleen les, maar hebben<br />

ook nog een andere taak. Ze zijn bijvoorbeeld<br />

mentor of klassenleraar, decaan,<br />

leerlingbegeleider of brugklascoördinator.<br />

Het komt ook voor dat docenten volledig<br />

zijn vrijgesteld van het lesgeven en alleen<br />

als decaan of brugklascoördinator werken.<br />

en met de rapporten.<br />

De mentor of klassenleraar zorgt voor<br />

één klas. Meestal komt de klas één keer<br />

per week met de mentor bij elkaar. De<br />

mentor houdt in ieder geval de resultaten<br />

van de leerlingen in de gaten en bespreekt<br />

deze met hen. De mentor is meestal ook<br />

degene bij wie een leerling terecht kan<br />

met allerlei vragen of met een probleem<br />

dat vertrouwelijk moet worden besproken.<br />

Natuurlijk kan dat ook met een<br />

andere leraar. Er is altijd wel een leraar<br />

die een luisterend oor heeft voor problemen<br />

waar een leerling mee zit. Samen<br />

kunnen ze dan bekijken hoe een probleem<br />

het beste aangepakt kan worden.<br />

Daarmee wordt wellicht voorkomen dat<br />

een leerling de school voortijdig verlaat.<br />

Om allerlei redenen kan een leerling van<br />

school gaan zonder een diploma behaald<br />

te hebben. Zonder diploma is een goede<br />

baan vinden, carrière maken of hogerop<br />

komen vrijwel onmogelijk. Ouders en<br />

school kunnen op allerlei manieren actie<br />

ondernemen om te voorkomen dat een<br />

leerling voortijdig van school gaat.<br />

25


3<br />

D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />

E N I N D E L E S<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Het Ministerie van <strong>Onderwijs</strong>, Cultuur en<br />

Wetenschap heeft een website op internet<br />

over voortijdig schoolverlaten. Op<br />

deze site kunt u regelgeving en wetenswaardigheden<br />

vinden over voortijdig<br />

schoolverlaten. Het adres is:<br />

www.voortijdigschoolverlaten.nl. Of lees<br />

de brochure 'Iedereen naar school'. Deze<br />

brochure is op school verkrijgbaar.<br />

De decaan helpt de leerlingen een beroep<br />

of vervolgstudie te kiezen. De decaan<br />

geeft adviezen over de aanpak van de studie<br />

en helpt een speciaal studietraject uit<br />

te zetten als een leerling dat nodig heeft.<br />

Op school werken niet alleen leraren,<br />

maar ook mensen die zich niet direct met<br />

lesgeven bezighouden: het niet-onderwijzend<br />

personeel. Dit zijn bijvoorbeeld de<br />

conciërge, de kantinebeheerder, administratieve<br />

medewerkers, de amanuensis die<br />

onder andere helpt bij proeven in de<br />

natuurkunde- of scheikundeles, de systeembeheerder<br />

en mediatheekmedewerkers.<br />

Al deze mensen werken in dienst<br />

van het onderwijs en zijn dus heel belangrijk<br />

voor een goede organisatie van de<br />

school en de lessen.<br />

De dagelijkse leiding van een school voor<br />

voortgezet onderwijs is in handen van een<br />

directeur of rector. Grote scholen hebben<br />

één of meer adjunct-directeuren of conrectoren,<br />

die ieder een speciale taak hebben.<br />

Er kan ook een centrale directie worden<br />

gevormd met maximaal vijf personen.<br />

De kerndoelen van de onderbouw:<br />

wat leren leerlingen?<br />

De eerste twee leerjaren van het voortgezet<br />

onderwijs worden samen ‘onderbouw<br />

voortgezet onderwijs’ genoemd.<br />

Ook het derde leerjaar havo en vwo wordt<br />

doorgaans gerekend tot de onderbouw.<br />

De zogenaamde kerndoelen beschrijven<br />

wat alle leerlingen in de onderbouw moeten<br />

leren. In de onderbouw leren leerlingen<br />

wat iedereen moet kennen en kunnen<br />

om later in de maatschappij goed te<br />

kunnen functioneren, zowel als persoon,<br />

als burger en als werknemer. Ook wordt<br />

in de onderbouw de basis gelegd voor het<br />

vervolgonderwijs, om te beginnen voor de<br />

bovenbouw van het voortgezet onderwijs.<br />

De kerndoelen zijn te vinden op<br />

http://www.minocw.nl/documenten/kerndoelenonderbouwvo.pdf.<br />

Ongeveer tweederde van de eerste twee<br />

leerjaren moeten worden besteed aan<br />

onderwijs dat is gericht op de kerndoelen.<br />

Daarnaast moeten havoërs en<br />

vwo’ers naast het Engels twee andere<br />

moderne vreemde talen volgen (in principe<br />

Frans of Duits). Vmbo’ers (met uitzondering<br />

van de leerlingen die de basisberoepsgerichte<br />

leerweg volgen) moeten<br />

naast het Engels ten minste één moderne<br />

vreemde taal volgen. Klassieke talen zijn<br />

verplicht voor leerlingen die het gymnasium<br />

doen.<br />

Het programma in de onderbouw: hoe<br />

leren leerlingen?<br />

Alle leerlingen leren dus in de onderbouw<br />

voor een groot deel dezelfde dingen. De<br />

manier waarop zij dit leren verschilt echter.<br />

Leerlingen verschillen nu eenmaal in<br />

aanleg, interesses en leerstijl. Scholen<br />

werken daarom de kerndoelen op verschillende<br />

manieren uit in concrete<br />

onderwijsprogramma’s. Dat kan praktisch<br />

of theoretisch, abstract of concreet, op<br />

het niveau van de basisberoepsgerichte<br />

leerweg of op dat van het vwo, disciplinair<br />

of vakoverstijgend, enzovoorts. Scholen<br />

en leraren zullen de onderwijsvormen kiezen<br />

die bij verschillende groepen leerlingen<br />

en bij de verschillende lesstof passen.<br />

Een groot deel van wat leerlingen in de<br />

onderbouw van het voortgezet onderwijs<br />

leren, is voor alle leerlingen hetzelfde.<br />

De nieuwe wettelijke kaders voor de<br />

onderbouw bieden scholen vanaf schooljaar<br />

2006 – 2007 meer mogelijkheden<br />

26


3<br />

D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />

E N I N D E L E S<br />

voor eigen schoolbeleid dan vroeger.<br />

Belangrijke doelen van de onderbouw zijn<br />

meer aandacht voor verschillen tussen<br />

leerlingen en meer aandacht voor samenhang<br />

in het curriculum. Om deze doelen<br />

te realiseren, kiezen veel scholen ervoor<br />

het onderwijs op een andere manier te<br />

organiseren dan u gewend bent uit uw<br />

eigen schooltijd.<br />

In de kerndoelen wordt aandacht besteed<br />

aan aspecten van: Nederlands, Engels,<br />

geschiedenis en staatsinrichting,<br />

aardrijkskunde, economie, wiskunde,<br />

natuur- en scheikunde, biologie, verzorging,<br />

informatiekunde, techniek, lichamelijke<br />

opvoeding en beeldende vorming,<br />

muziek, drama en dans. Daarnaast zijn<br />

één of twee andere moderne vreemde<br />

talen (veelal Frans en / of Duits) verplicht.<br />

Het onderbouwprogramma kan, net als in<br />

de traditionele situatie, bestaan uit deze<br />

vakken, maar ook bijvoorbeeld uit een<br />

aantal vakken, aangevuld met projecten<br />

of ‘leergebieden’ waarin bijvoorbeeld de<br />

lesstof van een aantal vakken in samenhang<br />

wordt onderwezen.<br />

Scholen laten in de onderbouw zien hoe<br />

de verschillende vakken samenhangen.<br />

Dat kan op verschillen manieren. Zo<br />

kunnen ze bepaalde onderwerpen bij<br />

verschillende vakken laten terugkomen.<br />

Maar scholen mogen ook vakken bundelen.<br />

Ze kunnen dan bijvoorbeeld lesgeven<br />

over 'natuur'. Zo'n vak bestaat dan uit een<br />

combinatie van natuur- en scheikunde en<br />

biologie. En in een leergebied 'mens en<br />

maatschappij' kunnen bijvoorbeeld<br />

geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde<br />

en economie worden gecombineerd.<br />

De school mag ook informatiekunde<br />

combineren met andere vakken.<br />

Kortom, er is nogal wat mogelijk. Voor<br />

ouders en leerlingen is het dan ook van<br />

belang om te weten hoe de school met die<br />

vakken uit de onderbouw omgaat. Vraag<br />

daarnaar bij de school.<br />

27<br />

In Friesland wordt ook les gegeven in de<br />

Friese taal, tenzij de school hiervoor ontheffing<br />

heeft gekregen.<br />

De meeste scholen willen de vakkenstructuur,<br />

zoals die tot en met<br />

schooljaar 2005/2006 vrijwel overal<br />

gehanteerd werd, deels loslaten en<br />

overgaan tot een combinatie van vakken<br />

en projecten of tot het clusteren<br />

van kerndoelen in leergebieden. Vooral<br />

vmbo-scholen kiezen voor leergebieden.<br />

Niet alle scholen kiezen voor een<br />

projecten- of leergebiedenscenario. Er<br />

zijn ook scholen die het werken in de<br />

vakkenstructuur willen optimaliseren<br />

door de afstemming tussen de verschillende<br />

vakken te verbeteren.<br />

Daarnaast wil een aantal scholen<br />

(zowel havo/vwo als vmbo) het onderwijsleerproces<br />

op een geheel nieuwe<br />

manier inrichten, waarbij de ontwikkeling<br />

van de competenties van de leerlingen<br />

centraal staat.<br />

(Bron: Projectgroep Onderbouw VO<br />

(2005), Monitor 2005, Volop in beweging,<br />

rapportage over de ontwikkeling<br />

in de onderbouw van het voortgezet<br />

onderwijs).<br />

De overheid schrijft dus alleen het 'wat'<br />

(de kerndoelen) voor, niet het 'hoe'. Op<br />

basis van professionele inzichten kunnen<br />

scholen zelf bij de leerstof, de leerlingen<br />

en de school passende werkvormen kiezen.<br />

Ouders, leerlingen en personeel kunnen<br />

hierover via de<br />

Medezeggenschapsraad invloed op uitoefenen.<br />

Wat uw kind in de onderbouw leert<br />

is landelijk vastgesteld en kunt u vinden<br />

in de kerndoelen. Om precies te weten te<br />

komen hoe uw kind in zíjn of háár onderbouw<br />

van het voortgezet onderwijs les<br />

krijgt, kunt u het beste de schoolgids van<br />

uw school raadplegen.<br />

De brugperiode<br />

De meeste scholen voor voortgezet<br />

onderwijs met meer dan één onderwijssoort<br />

kennen een brugperiode van één of<br />

twee jaar. Die brugklas of brugperiode is


3<br />

D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />

E N I N D E L E S<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

onder andere bedoeld om de keuze -<br />

vmbo-beroepsgericht of theoretisch,<br />

vmbo theoretisch of havo en havo of vwo<br />

nog een tijdje uit te stellen. In die periode<br />

gaat de school na wat voor de leerling de<br />

meest passende onderwijssoort is.<br />

Scholen verschillen van elkaar in de<br />

manier waarop ze groepen indelen. Veel<br />

scholen stellen brugklassen samen waarin<br />

leerlingen zitten met ongeveer hetzelfde<br />

schooladvies, bijvoorbeeld vmbo<br />

beroepsgericht-theoretisch, vmbo theoretisch-havo,<br />

havo-vwo. Dat worden wel<br />

'dakpanklassen' genoemd. Andere scholen<br />

zetten alle leerlingen door elkaar in de<br />

brugperiode.<br />

Moet elke leerling alle vakken volgen?<br />

Eén van de doelen van het aanbieden van<br />

een breed vakkenpakket in de onderbouw<br />

is leerlingen niet te snel in een bepaalde<br />

richting te sturen, maar alle leerlingen<br />

een brede basis te bieden voor het vervolgonderwijs.<br />

Maar niet in alle gevallen<br />

biedt dat de beste kansen op succes.<br />

Waar de breedte van het vakkenpakket<br />

een belemmering vormt, zijn er mogelijkheden<br />

voor vrijstellingen.<br />

Soms vormt een bepaald vak van de<br />

onderbouw voor een leerling een te grote<br />

hindernis. Scholen kunnen die leerling in<br />

overleg met de ouders een vrijstelling<br />

voor dat vak geven. De tijd die vrijkomt<br />

vanwege de vrijstelling moet aan andere<br />

vakken worden besteed.<br />

Voor leerlingen in het leerwegondersteunend<br />

onderwijs of leerlingen die na twee<br />

jaar waarschijnlijk het leer-werktraject<br />

zullen volgen, kunnen scholen groepen<br />

vormen die een programma met minder<br />

vakken volgen. Daardoor is er meer tijd<br />

en aandacht voor de overige vakken. De<br />

manier waarop dit gebeurt kan per school<br />

verschillen. In de schoolgids geeft de<br />

school u hierover meer informatie. Als<br />

ouders het niet eens zijn met de beslissing<br />

van de school om hun kind in een<br />

groep met een aangepast programma te<br />

plaatsen, kunnen zij daarover een klacht<br />

indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie<br />

van de school (zie blz. 50).<br />

Ook voor andere leerlingen kan de school<br />

groepen vormen met een programma dat<br />

voor één of meer vakken afwijkt van de<br />

voorschriften. De school stelt daarvoor<br />

een commissie in die bekijkt voor welke<br />

leerlingen kan worden afgeweken. Het<br />

bestuur besluit op basis van het advies<br />

van de commissie.<br />

<strong>Onderwijs</strong>tijd<br />

In de eerste twee leerjaren (en in het<br />

derde leerjaar havo /vwo) moet per jaar<br />

ten minste 1040 (klok)uur onderwijs worden<br />

geprogrammeerd. Ervan uitgaande<br />

dat er maximaal 68 dagen vakantie zijn<br />

(dat is inclusief acht feestdagen, zoals<br />

Kerst, Oud en Nieuw en nationale feestdagen),<br />

zijn er per jaar ongeveer 38,5<br />

weken onderwijs. Gemiddeld is er dus<br />

ongeveer 27 uur onderwijs per week. In<br />

de eerste twee leerjaren moet in totaal<br />

ten minste 1425 uur worden besteed aan<br />

onderwijs gericht op de kerndoelen.<br />

Gemiddeld is dat, uitgaande van 38,5<br />

weken onderwijs, ongeveer 18,5 uur per<br />

week.<br />

Onder ‘onderwijs’ wordt verstaan: begeleid<br />

onderwijs dat deel uitmaakt van het<br />

door de school geplande en voor alle leerlingen<br />

verplichte onderwijsprogramma.<br />

Verder moet de activiteit worden uitgevoerd<br />

onder verantwoordelijkheid van een<br />

daartoe bekwame leraar.<br />

Hoe het lesrooster eruit ziet, kan verschillen.<br />

Sommige scholen bieden lessen<br />

aan van 50 minuten. In dat geval zijn er<br />

per week 32 lessen. Andere scholen gaan<br />

uit van kortere of langere lesuren, of<br />

gebruiken andere onderwijsvormen, zoals<br />

praktische opdrachten of projecten. De<br />

totale tijd blijft wel gelijk: 1040 uur per<br />

jaar.<br />

28


3<br />

Op de meeste scholen voor het<br />

voortgezet onderwijs krijgen de leerlingen<br />

drie à vier keer per jaar een rapport<br />

waarop u de resultaten kunt aflezen.<br />

D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />

E N I N D E L E S<br />

Scholen bepalen zelf aan aan welke kerndoelen<br />

zij in welk leerjaar aandacht<br />

besteden, en hoeveel uren ze eraan<br />

besteden. Bij dat laatste moeten ze zich<br />

wel houden aan het minimum van 2 lesuren<br />

per week gedurende een jaar (of 1<br />

lesuur per week gedurende twee jaar).<br />

Een school kan bijvoorbeeld een bepaald<br />

deel van het programma in het eerste<br />

leerjaar al helemaal afronden. Of het vak<br />

economie pas vanaf het tweede leerjaar<br />

geven. Ook hier is het aan te raden om de<br />

schoolgids te raadplegen om te weten te<br />

komen hoe uw school de verschillende<br />

onderwijsonderdelen organiseert.<br />

Voor de leerlingen die naar verwachting<br />

de basisberoepsgerichte leerweg en het<br />

leerwegondersteunend onderwijs zullen<br />

gaan volgen, hebben de scholen meer<br />

ruimte voor eigen invulling en voor onderwijs<br />

op maat voor specifieke leerlingengroepen.<br />

In de schoolgids biedt de school<br />

informatie hierover.<br />

Lesuitval en tussenuren<br />

Als een leraar ziek wordt of plotseling weg<br />

moet, valt er weleens een les uit. Leraren<br />

volgen bijscholingscursussen en vergaderen<br />

soms. Dan vallen er ook lessen uit.<br />

Scholen kunnen leerlingen dan een alternatief<br />

programma aanbieden of lesvervangende<br />

activiteiten organiseren, bijvoorbeeld<br />

huiswerk maken. Ook kan het<br />

rooster aangepast worden of een les in<br />

een ander vak gegeven worden. Iedere<br />

school geeft in het schoolplan aan wat<br />

gedaan wordt tegen het uitvallen van lessen.<br />

Meestal worden tussenuren zoveel<br />

mogelijk voorkomen, maar dat is niet<br />

altijd mogelijk. Het is belangrijk dat u<br />

weet hoe de school omgaat met lesuitval<br />

en tussenuren in verband met het toezicht<br />

op de leerlingen, de verantwoordelijkheid,<br />

de aansprakelijkheid en de veiligheid.<br />

De school moet in de schoolgids<br />

aangeven hoe de verplichte onderwijstijd<br />

wordt benut en wat er gedaan wordt als<br />

er onverhoopt lessen uitvallen.<br />

De differentiële ruimte<br />

Ten minste tweederde van de beschikbare<br />

onderwijstijd in de onderbouw moet worden<br />

besteed aan onderwijs dat is gericht<br />

op de kerndoelen. Dat betekent dat eenderde<br />

van de tijd beschikbaar is voor<br />

maatwerk en eigen keuzes. Een deel van<br />

die ‘differentiële ruimte’ is al gevuld met<br />

aanvullende eisen. Zo moeten de meeste<br />

vmbo’ers een tweede moderne vreemde<br />

taal volgen en havoërs en vwo’ers een<br />

tweede én een derde moderne vreemde<br />

taal. In het gymnasium moeten bovendien<br />

de klassieke talen worden verzorgd.<br />

Daarnaast kunnen in het vmbo meer<br />

praktische en beroepsgerichte programma's<br />

worden aangeboden. Ook kan er bijvoorbeeld<br />

meer aandacht worden besteed<br />

aan Nederlands of Wiskunde of aan<br />

kunstvakken en lichamelijke opvoeding.<br />

Of er kunnen uitdagende programma’s<br />

worden aangeboden voor hoogbegaafden,<br />

dan wel remediërende programma’s voor<br />

leerlingen die net even een extra zetje<br />

nodig hebben. Een school kan er ook voor<br />

kiezen andere talen te geven, zoals<br />

Portugees, Italiaans, Nieuwgrieks,<br />

Spaans en Hindi. Ook wordt op sommige<br />

scholen godsdienstles of levensbeschouwelijke<br />

vorming gegeven in de vrije ruimte.<br />

Weer andere scholen besteden die tijd<br />

aan extra begeleiding van de leerlingen,<br />

in de vorm van mentoruren en studiebegeleiding.<br />

Voor ouders en leerlingen is het belangrijk<br />

te weten wat de school met de differentiële<br />

ruimte doet. Juist de invulling<br />

van deze ruimte laat zien wat de school<br />

belangrijk vindt naast het verplichte<br />

onderwijs. Vraag ernaar op een informatiebijeenkomst.<br />

De school moet aan de<br />

inspectie verantwoorden dat ze alle kerndoelen<br />

aanbiedt en alle leerlingen goed<br />

voorbereidt op de bovenbouw. Zeker zo<br />

belangrijk is dat de school - via schoolplan<br />

en schoolgids - aan de directe omgeving<br />

van de school verantwoording aflegt: aan<br />

29


3<br />

D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />

E N I N D E L E S<br />

ouders, leerlingen en personeel.. Via de<br />

medezeggenschapsraad kunnen ouders<br />

invloed uitoefenen op de invulling van de<br />

vrije ruimte.<br />

Extra begeleiding door de school<br />

De meeste scholen zijn zich goed bewust<br />

van de problemen die leerlingen kunnen<br />

hebben bij de overgang van de basisschool<br />

naar het voortgezet onderwijs. Daarom bieden<br />

ze speciale hulp om die verandering<br />

goed te kunnen verwerken. Dit gebeurt<br />

onder meer in de vorm van studielessen en<br />

huiswerkbegeleiding op school.<br />

Studielessen zijn bedoeld om leerlingen te<br />

leren hoe ze moeten studeren en hoe ze dat<br />

zelf kunnen organiseren. Bovendien maken<br />

mentoren leerlingen wegwijs op hun nieuwe<br />

school. Huiswerkbegeleiding bestaat meestal<br />

uit het maken van huiswerk op school.<br />

Daarbij wordt hulp geboden door een leraar.<br />

U doet er goed aan na te gaan welke extra<br />

begeleiding een school biedt.<br />

Het rapport<br />

Op de meeste scholen voor voortgezet<br />

onderwijs krijgen de leerlingen drie à vier<br />

keer per jaar een rapport waarop u de<br />

resultaten kunt aflezen. Sommige scholen<br />

geven ook nog zogenaamde tussenrapporten,<br />

zodat u ongeveer om de zes weken<br />

kunt zien wat de vorderingen zijn.<br />

De cijfers worden gebaseerd op een groot<br />

aantal gegevens over de prestaties van de<br />

verschillende leerlingen. Scholen hebben<br />

daar allemaal hun eigen systeem voor,<br />

maar in grote lijnen gaat het om de<br />

gecombineerde resultaten van:<br />

• schriftelijke en mondelinge overhoringen<br />

van huiswerk;<br />

• schriftelijke toetsen of proefwerken;<br />

• beoordelingen van werkstukken.<br />

Vraag bij de school naar de manier waarop<br />

de resultaten van de leerlingen worden<br />

gemeten en hoe cijfers worden bepaald.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

30


Aan het eind van het<br />

tweede leerjaar brengen<br />

de scholen een advies uit.


4<br />

K E U Z E S E N A D V I E Z E N T I J D E N S<br />

D E R I T<br />

Na de onderbouw moeten<br />

De studie- of kiezen<br />

leerlingen een keuze maken.<br />

Wanneer ze dat moeten doen en<br />

wat er verder bij komt kijken, leest<br />

u in dit hoofdstuk.<br />

In de onderbouw krijgen alle leerlingen in<br />

principe nog dezelfde vakken. Daarna<br />

moeten ze kiezen voor een studie- of een<br />

beroepsrichting. Leerlingen kiezen dus -<br />

anders dan vroeger - niet direct bij binnenkomst<br />

in het voortgezet onderwijs<br />

voor vmbo, havo of vwo. Wel bekijkt de<br />

school de mogelijkheden van iedere leerling.<br />

Daarnaast krijgen leerlingen een<br />

zogenoemde 'oriëntatie op studie of<br />

beroep'. Daarin leren ze meer over allerlei<br />

beroepen en de opleidingen die daarvoor<br />

nodig zijn. Deze oriëntatie vormt een vast<br />

onderdeel van de onderbouw. De school<br />

kan u hierover meer vertellen.<br />

Het advies aan het eind van het tweede<br />

leerjaar<br />

Aan het eind van het tweede leerjaar<br />

brengen de scholen in ieder geval een<br />

advies uit. Daarin staat meestal welke<br />

algemene richting de leerling het beste<br />

kan volgen: vmbo, havo of vwo. Als de<br />

school een leerling adviseert om naar het<br />

beroepsonderwijs te gaan, dan zal zij<br />

meestal ook aangeven welke het meest<br />

voor de hand ligt. Bijvoorbeeld: bouwtechniek,<br />

mode en commercie, voertuigentechniek,<br />

handel en verkoop, metaaltechniek,<br />

elektrotechniek of verzorging.<br />

De invloed van de ouders<br />

Zo'n beslissing over de verdere<br />

(school)loopbaan na de onderbouw is<br />

natuurlijk niet niks. Het is dan ook heel<br />

belangrijk dat leerlingen en ouders nauw<br />

betrokken zijn bij die keuze.<br />

Samen met de school moeten ze bepalen:<br />

• waar de leerling aanleg voor heeft;<br />

• wat de ambities van de leerling zijn;<br />

• welke capaciteiten de leerling heeft;<br />

• welke kans de leerling heeft om zijn<br />

of haar talenten maximaal te<br />

ontwikkelen.<br />

32


4<br />

K E U Z E S E N A D V I E Z E N T I J D E N S<br />

D E R I T<br />

Met de antwoorden op deze vier vragen<br />

in het achterhoofd kan een verstandige<br />

keuze worden gemaakt. Het is daarbij<br />

zaak om een goede balans te zoeken tussen<br />

'willen' aan de ene kant en 'kunnen'<br />

aan de andere.<br />

Zijn ouders en leerlingen aan het<br />

schooladvies gebonden?<br />

Niemand is verplicht om het advies van<br />

de school te volgen. Maar de school<br />

beslist wel of leerlingen overgaan naar<br />

een volgend leerjaar vmbo, havo of vwo.<br />

Als u zich om welke reden dan ook niet in<br />

het advies kunt vinden, dan is het zaak<br />

daar snel met de school over te praten.<br />

Bedenk daarbij dat een school bij de<br />

voorbereiding van zo'n advies zorgvuldig<br />

te werk gaat. In de meeste gevallen worden<br />

school en ouders het snel eens. Lukt<br />

dat niet, dan kunt u altijd nog overwegen<br />

van school te veranderen. Het is overigens<br />

wel zo, dat de ontvangende school<br />

rekening moet houden met het advies<br />

van de school van herkomst.<br />

De samenstelling van het vakkenpakket<br />

is daarom belangrijk. Het pakket vakken<br />

waarin eindexamen is gedaan, bepaalt<br />

namelijk grotendeels welke mogelijkheden<br />

er zijn om verder te studeren in vakopleidingen<br />

en middenkaderopleidingen<br />

van het middelbaar beroepsonderwijs,<br />

het hoger beroepsonderwijs of het<br />

wetenschappelijk onderwijs. Het is dan<br />

ook zaak dat ouders en leerlingen zich<br />

informeren over de eisen die vervolgopleidingen<br />

stellen aan het eindexamenpakket.<br />

Bij de schooldecaan kunt u hierover<br />

alle inlichtingen krijgen.<br />

Die keuze voor het eindexamenpakket<br />

hoeven leerlingen en ouders natuurlijk<br />

niet alleen te maken. De school zal u<br />

gericht adviseren en u informeren over<br />

de voors en tegens van de verschillende<br />

mogelijkheden.<br />

Adviezen na het tweede leerjaar<br />

De school begeleidt leerlingen van begin<br />

tot eind, en geeft ouders en leerlingen<br />

dan ook op verschillende momenten<br />

informatie en advies.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Zo moeten vmbo-leerlingen aan het<br />

einde van het tweede leerjaar weten wat<br />

de meest geschikte afdeling voor hen is.<br />

Havo- en vwo-leerlingen moeten aan het<br />

begin van het vierde leerjaar één van de<br />

profielen kiezen. Daarnaast kunnen zij<br />

ervoor kiezen hun opleiding voort te zetten<br />

in een vakopleiding of middenkaderopleiding<br />

van het middelbaar beroepsonderwijs.<br />

Op dat moment moet dus<br />

duidelijk zijn in welke beroeps- of studierichting<br />

ze zich verder kunnen en willen<br />

ontwikkelen.<br />

33


Het eindexamen bestaat in de regel<br />

uit twee delen:<br />

het schoolexamen en<br />

het centraal examen.


5<br />

O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />

In dit hoofdstuk leest u wat er<br />

Het globale eindexamenprogramma<br />

allemaal speelt rond het examen.<br />

Hier komen onderwerpen aan bod<br />

als hoe het eindexamenprogramma<br />

er globaal uitziet, wanneer<br />

leerlingen geslaagd of gezakt zijn,<br />

enzovoort.<br />

In de laatste twee jaar van het voortgezet<br />

onderwijs bereiden de leerlingen<br />

zich voor op het examen. Leerlingen in<br />

het vwo zijn hier de laatste drie jaar mee<br />

bezig. Het grootste deel van de lesuren in<br />

deze laatste jaren wordt besteed aan de<br />

examenvakken. De leerlingen van het<br />

vmbo gaan bovendien in het derde of<br />

vierde jaar meestal op stage.<br />

In welke vakken de leerlingen precies<br />

examen doen, hangt af van de schoolsoort<br />

(vmbo, havo, vwo) en de gekozen<br />

sector of het gekozen profiel.<br />

Het eindexamen bestaat in de regel uit<br />

twee delen: het schoolexamen en het<br />

centraal examen. Het centraal examen is<br />

hetzelfde voor alle leerlingen van dezelfde<br />

onderwijssoort. Alle leerlingen in<br />

Nederland moeten dus aan het einde van<br />

hun laatste jaar over hun verplichte en<br />

hun keuzevakken dezelfde examenvragen<br />

beantwoorden. De scholen stellen zelf<br />

het schoolexamen op, maar het ministerie<br />

van OCW bepaalt wél wat de onderwerpen<br />

zijn.<br />

Het ministerie bepaalt de programma's<br />

voor het gehele eindexamen. Hierin staat<br />

voor ieder vak wat de examenstof is en<br />

hoe de examenstof is verdeeld over het<br />

schoolexamen en het centraal examen. In<br />

het examenprogramma staat bovendien<br />

uit hoeveel toetsen het centraal examen<br />

bestaat en hoe lang deze toetsen duren.<br />

Voor het schoolexamen bepaalt de school<br />

zelf het aantal toetsen.<br />

Het examenreglement<br />

Iedere school heeft een examenreglement.<br />

Hierin staat onder andere hoe de<br />

gang van zaken is tijdens het examen:<br />

wat mag er wel en wat mag er niet? Ook<br />

staat er in het reglement welke maatregelen<br />

de directeur van de school kan<br />

nemen, als er zich 'onregelmatigheden'<br />

voordoen. Bijvoorbeeld: wat mag de<br />

35


5<br />

O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />

directeur doen als een leerling spiekt of<br />

te laat komt? Daarnaast vertelt het regelement<br />

welke beroepsmogelijkheden<br />

ouders en leerlingen hebben en hoe de<br />

commissie van beroep is samengesteld.<br />

Het programma van toetsing en<br />

afsluiting<br />

Naast het examenreglement heeft iedere<br />

school een programma van toetsing en<br />

afsluiting. Hierin staat onder andere hoe<br />

de examenstof is verdeeld over het<br />

schoolexamen en welke lesstof wanneer<br />

wordt getoetst. Er staat ook in hoe de cijfers<br />

voor het schoolexamen tot stand<br />

komen: hoe zwaar alles meetelt, het<br />

recht op herkansing, enzovoort.<br />

In het vmbo, havo en vwo bestaat het<br />

schoolexamen voor een deel uit toetsen<br />

met open en gesloten vragen, en voor<br />

een ander deel uit praktische opdrachten.<br />

Toetsen en praktische opdrachten worden<br />

beoordeeld met een cijfer. Er zijn ook<br />

'praktische' onderdelen waarvan slechts<br />

wordt beoordeeld of die wel of niet naar<br />

behoren zijn uitgevoerd. Dit zijn de zogenaamde<br />

'handelingsdelen'.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

De school moet het examenreglement en<br />

het programma van toetsing en afsluiting<br />

vóór 1 oktober naar de onderwijsinspectie<br />

sturen. De eindexamenkandidaten<br />

kunnen reglement en programma vanaf<br />

die datum op school inzien. Een aantal<br />

scholen geeft alle leerlingen zelf een<br />

exemplaar.<br />

Het schoolexamen<br />

De scholen maken zelf de toetsen voor<br />

het schoolexamen; ze moeten zich daarbij<br />

wel houden aan het officiële examenprogramma.<br />

Ook bepalen de scholen zelf<br />

wanneer ze welke vakken toetsen.<br />

Het schoolexamen bestaat doorgaans uit<br />

twee of meer toetsen per vak. Dit kunnen<br />

mondelinge, praktische en schriftelijke<br />

toetsen zijn. De toetsen worden nagekeken<br />

door docenten van de eigen school.<br />

Sommige vakken worden afgesloten met<br />

alleen een schoolexamen, deze kunnen al<br />

eerder dan de centrale examens worden<br />

geëxamineerd.<br />

Voordat het centraal examen begint,<br />

moeten de schoolexamens zijn afgerond<br />

en de resultaten zijn gemeld aan de<br />

onderwijsinspectie.<br />

Naast het diploma en de cijferlijst kan er<br />

ook een examendossier worden samengesteld.<br />

Zo'n dossier kan een cijferlijst of<br />

een examenboekje zijn, maar ook een<br />

map met werkstukken. Het schoolexamen<br />

in havo en vwo omvat ook een profielwerkstuk.<br />

Dit is een uitgebreide praktische<br />

opdracht waarbij in ieder geval<br />

één vak uit het profieldeel is betrokken.<br />

Het profielwerkstuk toetst vaardigheden<br />

in combinatie met kennis en inzicht.<br />

Hiernaast is het profielwerkstuk bedoeld<br />

om de samenhang en integratie van leerstofonderdelen<br />

binnen een profiel te<br />

bevorderen.<br />

Het schoolexamen in de theoretische en<br />

de gemengde leerweg in het vmbo omvat<br />

een sectorwerkstuk. Ook dit is een praktische<br />

opdracht. Hierbij is minimaal één<br />

vak uit het sectordeel betrokken.<br />

Als u precies wilt weten hoe uw school het<br />

schoolexamen heeft geregeld, dan kunt u<br />

altijd contact opnemen met de school.<br />

36


5<br />

O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />

Op een andere manier examen doen<br />

Sommige leerlingen kunnen op een<br />

andere manier examen doen. Leerlingen<br />

met een belemmering zoals visueel<br />

gehandicapten of leerlingen met woordblindheid<br />

(dyslexie), kunnen onder<br />

bepaalde voorwaarden extra faciliteiten<br />

krijgen. Daarvoor is in sommige gevallen<br />

een verklaring van een deskundige<br />

vereist . Dat moet dan wel door de school<br />

aan de inspectie gemeld worden.<br />

Overigens is daarvoor een verklaring van<br />

een deskundige vereist.<br />

Maar ook leerlingen voor wie Nederlands<br />

niet hun moedertaal is en die niet langer<br />

dan zes jaar onderwijs in Nederland hebben<br />

gevolgd, kunnen op een aangepaste<br />

manier examen doen.<br />

Leerlingen die in het laatste leerjaar lang<br />

ziek zijn geweest, kunnen het eindexamen<br />

spreiden over twee schooljaren.<br />

Dat geldt ook voor leerlingen die door<br />

bijzondere omstandigheden het laatste<br />

leerjaar niet naar school konden gaan. In<br />

al deze gevallen moet het bestuur van de<br />

school of de directeur beslissen of een<br />

leerling inderdaad voor zo'n aangepast<br />

examen in aanmerking komt.<br />

zelf nog twee vakken of een beroepsgericht<br />

programma. In de gemengde leerweg<br />

heeft een beroepsgericht programma<br />

in ieder geval de omvang van één<br />

vak, in de beroepsgerichte leerwegen<br />

heeft het de omvang van twee vakken.<br />

Zo ontstaat voor de meeste leerlingen<br />

een pakket van zes examenvakken.<br />

Doorstromen<br />

Vmbo-leerlingen theoretische en<br />

gemengde leerweg die hun eindexamen<br />

hebben gehaald, kunnen doorstromen<br />

naar het havo. Havo-leerlingen die hun<br />

eindexamen hebben gehaald kunnen<br />

doorstromen naar het vwo. Dat kan zowel<br />

binnen de school als op een andere<br />

school. De nieuwe school kan wel aanvullende<br />

eisen stellen, zoals goede cijfers.<br />

Scholen maken vaak onderling afspraken<br />

over het doorstromen van leerlingen. Ze<br />

weten vaak van elkaar welke eisen ze<br />

stellen aan leerlingen die willen doorstromen.<br />

U kunt daar uiteraard van tevoren<br />

naar informeren.<br />

Het centraal examen<br />

Het centraal examen wordt in het laatste<br />

schooljaar afgenomen en kent drie tijdvakken.<br />

Het eerste is in mei, het tweede<br />

in juni en het derde in augustus. In mei<br />

doen alle leerlingen examen. De andere<br />

tijdvakken zijn bestemd voor herkansers<br />

en inhalers.<br />

Het vmbo-examen<br />

Voor alle leerlingen die de leerwegen in<br />

het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs<br />

volgen, zijn Nederlands en<br />

Engels verplicht. Leerlingen moeten twee<br />

vakken kiezen die verband houden met<br />

hun sector. Ten slotte kiest de leerling<br />

37


5<br />

O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />

Gecommitteerden bij het centraal<br />

examen<br />

Voor iedere school wijst de minister zogeheten<br />

'gecommitteerden' aan. Dit zijn<br />

leraren van andere scholen. Deze gecommitteerden<br />

controleren of de centrale<br />

examens wel voldoende objectief worden<br />

nagekeken. Eerst kijkt de leraar van de<br />

eigen school de examens na en daarna<br />

doet de gecommitteerde dat. Wanneer<br />

het cijfer van de docent en dat van de<br />

gecommitteerde verschillen, dan bepalen<br />

deze in onderling overleg het uiteindelijke<br />

cijfer.<br />

De eindcijfers<br />

De directeur bepaalt voor iedere leerling<br />

de eindcijfers. Het eindcijfer is het<br />

gemiddelde van het cijfer voor het<br />

schoolexamen en het cijfer voor het<br />

centraal examen. Alle eindcijfers samen<br />

bepalen of een leerling is geslaagd voor<br />

het eindexamen. Voor vakken met alleen<br />

een schoolexamen is het cijfer voor het<br />

schoolexamen - na afronding - het eindcijfer.<br />

Wanneer is een leerling geslaagd?<br />

Bij examens in het vmbo mag een leerling<br />

één vijf hebben als alle andere eindcijfers<br />

6 of hoger zijn. Hij mag ten hoogste<br />

één vier of twee vijven hebben, als<br />

alle andere eindcijfers 6 of hoger zijn én<br />

ten minste één zeven of hoger. Daarbij<br />

geldt dat lichamelijke opvoeding, het<br />

kunstvak in het gemeenschappelijk deel<br />

en het sectorwerkstuk altijd 'voldoende'<br />

moeten zijn of 'goed'. Daarnaast is het zo,<br />

dat het eindcijfer van het afdelingsvak of<br />

intrasectorale programma in de beroepsgerichte<br />

leerwegen twee keer meetelt in<br />

de uitslagregeling. Voor de eindexamens<br />

is een speciale internetpagina ingericht:<br />

www.eindexamen.nl.<br />

De leerlingen die het eindexamen volledig<br />

hebben afgelegd, mogen na het vaststellen<br />

van de uitslag één vak herkansen<br />

in juni (tweede tijdvak) en eventueel in<br />

augustus (derde tijdvak). Het hoogste<br />

cijfer geldt dan als definitief cijfer voor<br />

het centraal examen. Iedere eindexamenkandidaat<br />

krijgt van de directeur van de<br />

school een cijferlijst. Op deze lijst staan<br />

de cijfers voor het schoolexamen, de<br />

cijfers voor het centraal examen en de<br />

eindcijfers. Ook de uitslag van het eindexamen<br />

staat hierop vermeld. Wie<br />

geslaagd is, krijgt daarnaast een diploma.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Leerlingen zijn in ieder geval geslaagd,<br />

als zij voor alle examenvakken eindcijfers<br />

van 6 of hoger hebben gehaald. Bij de<br />

examens in het havo en vwo mag een<br />

leerling niet meer dan twee onvoldoendes<br />

hebben, waarvan één vier en één vijf<br />

of twee vijven. Lager dan een vier mag<br />

niet. Bovendien mag voor de vakken in<br />

het profieldeel ten hoogste één onvoldoende<br />

zijn behaald. Het profielwerkstuk<br />

en de vakken culturele en kunstzinnige<br />

vorming 1 én lichamelijke opvoeding 1<br />

moeten 'voldoende' of 'goed' zijn.<br />

Alsnog het diploma behalen<br />

Als een leerling zakt voor het eindexamen,<br />

dan kan hij besluiten het eindexamenjaar<br />

nog een keer te doen. Ook<br />

kan een leerling ervoor kiezen alsnog een<br />

diploma te halen in het vavo, het voortgezet<br />

algemeen volwassenenonderwijs of bij<br />

de staatsexamencommissie. Daar kunnen<br />

mensen die nog geen diploma hebben,<br />

examen doen in de vakken die ze eerder<br />

niet hebben gehaald. De vakken die ze<br />

wel hebben gehaald hoeven ze niet<br />

opnieuw te doen. In het vavo gelden<br />

leeftijdsgrenzen.<br />

38


5<br />

O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />

De kandidaten kunnen hun diploma ook<br />

verkrijgen door in de nog 'ontbrekende'<br />

vakken staatsexamen af te leggen.<br />

Meer informatie over de staatsexamens<br />

is te verkrijgen bij de Informatie Beheer<br />

Groep (IB-groep), telefoonnummer 050 -<br />

599 77 55.<br />

Vragen en klachten over het centraal<br />

examen<br />

Bij vragen over het centraal examen<br />

(over de inhoud of de zwaarte van de<br />

vakken, over zakken en slagen, over<br />

mogelijke onregelmatigheden, enzovoort)<br />

kunt u het beste contact opnemen met<br />

de school. Als u een specifieke klacht<br />

heeft, bijvoorbeeld over vragen in het<br />

examen, en de school is het daarin met u<br />

eens, dan kan de school uw klacht doorgeven<br />

aan de Centrale Examencommissie<br />

Vaststelling Opgaven (CEVO). De CEVO<br />

zorgt dan voor de verdere behandeling.<br />

Als naar uw mening een examen niet volgens<br />

de regels is afgenomen, kunt u<br />

daarover contact opnemen met de<br />

schoolleiding. Deze gaat in overleg met<br />

de inspectie van het onderwijs na of de<br />

klacht gegrond is en of eventueel in het<br />

belang van de leerling een examen ongeldig<br />

moet worden verklaard. In dat geval<br />

moet het examen in een volgend examentijdvak<br />

opnieuw worden afgelegd.<br />

Tijdens de eindexamenperiode is de eindexamenklachtenlijn<br />

van het Landelijk<br />

Aktie Komitee Scholieren (LAKS) geopend.<br />

Het LAKS verzamelt de klachten en<br />

probeert problemen op te lossen. Het<br />

telefoonnummer van de klachtenlijn<br />

wordt ieder jaar bekendgemaakt via posters<br />

op de school en via de eindexamenkrant<br />

van het LAKS.<br />

39


Het leerlingenstatuut is<br />

een reglement van de school<br />

waarin de rechten<br />

en plichten van alle<br />

leerlingen staan.


6<br />

D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />

L E E R L I N G E N<br />

Hoe kunnen ouders en leerlingen<br />

invloed hebben op het beleid van de<br />

school? In dit hoofdstuk treft u de<br />

mogelijkheden aan waarmee ouders<br />

Invloed van ouders en leerlingen op<br />

het beleid van de school<br />

Ouders en leerlingen kunnen op verschillende<br />

manieren invloed uitoefenen op de<br />

gang van zaken op school. Elke school<br />

heeft verplicht een medezeggenschapsraad.<br />

De meeste scholen hebben bovendien<br />

een ouderraad, een leerlingenraad<br />

en een personeelsraad.<br />

en leerlingen hun stem kunnen<br />

laten horen: de medezeggenschapsraad,<br />

de ouderraad en de<br />

leerlingenraad.<br />

Via de medezeggenschapsraad hebben<br />

ouders en leerlingen de meest directe<br />

invloed. Sommige bijzondere scholen<br />

kennen geen medezeggenschapsraad. Ze<br />

zijn op grond van hun godsdienstige of<br />

levensbeschouwelijke overtuiging niet<br />

verplicht zo'n raad op te richten.<br />

Scholen voor bijzonder onderwijs gaan<br />

meestal uit van een vereniging waar<br />

ouders lid van kunnen zijn. Via hun lidmaatschap<br />

hebben zij een stem in de<br />

vereniging en kunnen zij het beleid van<br />

de school mede bepalen. Ouders kunnen<br />

ook gekozen worden in het bestuur van<br />

zo'n school en op die manier rechtstreeks<br />

invloed uitoefenen.<br />

Daarnaast zijn ouders vaak betrokken bij<br />

de organisatie van buitenschoolse activiteiten,<br />

zoals feesten, excursies, ondersteuning<br />

van de leerlingenvereniging,<br />

enzovoort.<br />

Sommige scholen betrekken de ouders<br />

ook direct bij het onderwijs. Daarbij gaat<br />

het vaak om projecten die de leerlingen<br />

moeten opzetten en waarin ouders meedraaien<br />

als informanten en ondersteuners.<br />

Ook hier geldt weer dat elke school vaak<br />

een eigen traditie heeft op dit punt. Voor<br />

ouders en leerlingen die actief willen zijn<br />

op de school, is het zaak te weten hoe de<br />

school hen bij het reilen en zeilen<br />

betrekt.<br />

41


6<br />

D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />

L E E R L I N G E N<br />

De medezeggenschapsraad<br />

onder meer de nascholing van personeel.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

De medezeggenschapsraad is in het<br />

onderwijs het enige vertegenwoordigende<br />

orgaan met wettelijke bevoegdheden.<br />

In het voortgezet onderwijs bestaat de<br />

medezeggenschapsraad uit<br />

twee geledingen:<br />

• ouders of leerlingen;<br />

• onderwijzend en onderwijsondersteunend<br />

personeel.<br />

In beginsel heeft elke school een medezeggenschapsraad.<br />

Het schoolbestuur is<br />

namelijk wettelijk verplicht deze in te<br />

stellen. In uitzonderlijke gevallen hoeft<br />

de school een medezeggenschapsraad<br />

niet in te stellen, namelijk als men<br />

bezwaar heeft om godsdienstige of<br />

levensbeschouwelijke redenen. Maar zo'n<br />

ontheffing krijgt een school alleen als<br />

tweederde van de leerkrachten en de<br />

ouders daarmee instemt. De medezeggenschapsraad<br />

moet ieder jaar schriftelijk<br />

verslag doen van zijn activiteiten. Dat<br />

verslag is openbaar en iedereen kan het<br />

dus inzien.<br />

Rechten medezeggenschapsraad<br />

De medezeggenschapsraad heeft twee<br />

soorten bevoegdheden: een algemene en<br />

een bijzondere. De algemene bevoegdheid<br />

is het recht op informatie en overleg.<br />

De raad - of een deel daarvan - kan<br />

hierom vragen. De medezeggenschapsraad<br />

heeft verder advies- en instemmingsrecht.<br />

Dat is de bijzondere<br />

bevoegdheid. De medezeggenschapsraad<br />

heeft instemmingsrecht over al die zaken<br />

die voor de raad van wezenlijk belang<br />

zijn. Ouders en leerlingen moeten bijvoorbeeld<br />

instemmen met de voorzieningen<br />

voor leerlingen. Ook hebben zij<br />

instemmingsrecht bij het vaststellen van<br />

het leerlingenstatuut en de gevolgen die<br />

een fusie van de school met een andere<br />

school heeft voor ouders en leerlingen.<br />

Daarnaast mogen zij adviseren over<br />

Elke medezeggenschapsraad heeft een<br />

reglement. Hierin staat onder meer hoeveel<br />

leden de raad telt, hoe de verkiezingen<br />

voor de raad zijn geregeld en welke<br />

bevoegdheden aan de eventuele deelraden<br />

zijn toegekend. Het reglement moet<br />

goedgekeurd zijn door tweederde van de<br />

raad. Het bevoegd gezag stelt het daarna<br />

vast. Voor besturen die meer dan één<br />

school onder hun hoede hebben, kan ook<br />

een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad<br />

(GMR) worden ingesteld. In<br />

de Wet medezeggenschap onderwijs 1992<br />

staat precies over welke zaken het<br />

schoolbestuur en de directie advies moeten<br />

vragen. En ook wanneer instemming<br />

nodig is van de medezeggenschapsraad<br />

of een geleding daarvan. Ouder- en<br />

besturenorganisaties hebben voorbeelden<br />

van reglementen die zij graag<br />

beschikbaar stellen. Met die voorbeelden<br />

kan de relatie met het bevoegd gezag<br />

goed geregeld worden.<br />

De ouderraad<br />

De meeste scholen hebben naast een<br />

medezeggenschapsraad ook een ouderraad.<br />

In de ouderraad zitten vertegenwoordigers<br />

van de ouders. De ouderraad<br />

kan - gevraagd of ongevraagd - de medezeggenschapsraad<br />

adviseren over onderwerpen<br />

die vooral voor de ouders belangrijk<br />

zijn. De ouderraad kan bovendien<br />

eisen dat de medezeggenschapsraad een<br />

42


6<br />

D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />

L E E R L I N G E N<br />

advies doorgeeft aan het schoolbestuur.<br />

Het schoolbestuur moet op zijn beurt<br />

binnen drie maanden een schriftelijk antwoord<br />

geven. De ouderraad belegt<br />

meestal eenmaal per jaar een vergadering<br />

voor alle ouders. In die vergadering<br />

legt de ouderraad verantwoording af over<br />

het gevoerde beleid en overlegt de raad<br />

met de ouders over het beleid voor de<br />

toekomst. De leden in de raad worden<br />

door en uit de ouders gekozen.<br />

Als er problemen op school zijn waarbij<br />

het nodig is dat alle ouders worden<br />

geraadpleegd, zal de ouderraad vaak het<br />

orgaan zijn dat de ouders bij elkaar<br />

roept.<br />

De ouderraad stimuleert activiteiten die<br />

bijdragen aan een goed schoolklimaat<br />

zoals culturele manifestaties, feesten en<br />

partijen. De raad betrekt andere ouders<br />

vaak bij de activiteiten binnen de school.<br />

Andere vormen van oudervertegenwoordiging<br />

Als een school voor bijzonder onderwijs<br />

uitgaat van een vereniging, kunnen<br />

ouders daarvan lid worden. Op grond van<br />

hun lidmaatschap kunnen ouders invloed<br />

uitoefenen op het beleid van de vereniging<br />

en dus van de school. Ouders kunnen<br />

ook gekozen worden in het bestuur<br />

van een bijzondere school.<br />

Als een openbare school uitgaat van een<br />

bestuurscommissie (artikel 82 van de<br />

Gemeentewet), een openbare rechtspersoon<br />

of een stichting, kunnen hiervan<br />

ook ouders deel uitmaken.<br />

leerlingen ten minste 13 jaar zijn.<br />

Daarnaast biedt de Wet medezeggenschap<br />

onderwijs 1992 de mogelijkheid<br />

een leerlingenraad op te richten. Een<br />

leerlingenraad vertegenwoordigt de<br />

mening van scholieren op een school.<br />

Bovendien kan de raad zich bezighouden<br />

met verbetering van de sfeer op een<br />

school en met de kwaliteit van het onderwijs.<br />

Het belangrijkste recht dat de leerlingenraad<br />

heeft, is het recht om advies uit te<br />

brengen aan de medezeggenschapsraad:<br />

gevraagd en ongevraagd. De leerlingenraad<br />

kan bovendien eisen dat de medezeggenschapsraad<br />

dat advies doorgeeft<br />

aan het schoolbestuur. Het schoolbestuur<br />

moet op zijn beurt binnen drie<br />

maanden een schriftelijk antwoord<br />

geven.<br />

Leerlingen die een leerlingenraad willen<br />

oprichten, kunnen daarover advies krijgen<br />

van het LAKS. Het adres staat achterin<br />

deze gids.<br />

Het leerlingenstatuut<br />

Het leerlingenstatuut is een reglement<br />

van de school waarin de rechten en<br />

plichten van alle leerlingen staan.<br />

Daarbij valt te denken aan regelingen<br />

rondom te laat komen, proefwerkplanning,<br />

straffen, in beroep gaan tegen cij-<br />

De leerlingenraad<br />

Ook leerlingen hebben de mogelijkheid<br />

zelf invloed uit te oefenen op de gang van<br />

zaken in en rond de school. Op de meeste<br />

scholen zijn leerlingen lid van de medezeggenschapsraad.<br />

Op een school voor<br />

voortgezet speciaal onderwijs moeten die<br />

43


6<br />

D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />

L E E R L I N G E N<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

fers, vrijheid van uiterlijk, mogelijkheden<br />

voor het uitgeven van de schoolkrant<br />

enzovoort.<br />

In het leerlingenstatuut moeten in ieder<br />

geval vier onderwerpen geregeld zijn,<br />

namelijk:<br />

• wat de schoolregels zijn;<br />

• hoe de school met geschillen tussen<br />

bijvoorbeeld leerkrachten en<br />

leerlingen omgaat;<br />

• hoe de school de gegevens van de<br />

individuele leerling beschermt<br />

('privacyregeling');<br />

• hoe de school de kwaliteit van het<br />

onderwijs bewaakt.<br />

Scholen zijn verplicht om een leerlingenstatuut<br />

op te stellen, dat bovendien elke<br />

twee jaar opnieuw moet worden vastgesteld<br />

door het schoolbestuur. Zowel de<br />

leerlingen als de ouders in de medezeggenschapsraad<br />

moeten met het statuut<br />

instemmen.<br />

Het leerlingenstatuut is een openbaar<br />

stuk. Het moet dan ook voor leerlingen<br />

op school ter inzage liggen.<br />

Een veilig schoolklimaat<br />

Ook op scholen komen leerlingen helaas<br />

weleens in aanraking met klasgenoten<br />

die zich misdragen of zelfs gewelddadig<br />

zijn. Dat geweld kan allerlei vormen hebben:<br />

van schelden, pesten, vernieling,<br />

diefstal tot en met (seksuele) intimidatie,<br />

discriminatie en vechtpartijen. Ook leraren<br />

en ouders maken zich soms schuldig<br />

aan vormen van geweld. Het is heel<br />

belangrijk dat scholen, leerlingen en<br />

ouders samen werken aan het voorkomen<br />

en bestrijden van alle vormen van<br />

geweld.<br />

en afspraken over de manier waarop<br />

leerlingen en leraren met elkaar omgaan.<br />

Die regels staan in het leerlingenstatuut.<br />

De school moet ervoor zorgen dat leerlingen<br />

op de hoogte zijn van die regels.<br />

Op de website (www.laks.nl) van het<br />

Landelijk Aktie Komité voor Scholieren<br />

(LAKS), staat een checklist 'leefbare<br />

school'. Hiermee kunnen leerlingen<br />

beoordelen of hun school voldoet aan de<br />

eisen voor een leefbare school.<br />

Scholen moeten een zogenaamd veiligheidsplan<br />

en een plan voor - goede -<br />

arbeidsomstandigheden opstellen. Het<br />

gaat niet alleen om technische veiligheid,<br />

zoals eisen aan de lokalen, verlichting, de<br />

stoelen en dergelijke. Het gaat ook om<br />

'beveiliging' tegen pesten, bedreiging,<br />

seksuele intimidatie en geweld. Scholen<br />

moeten daarvoor dus een plan maken.<br />

Daarin kunnen ze bijvoorbeeld de aanstelling<br />

van vertrouwenspersonen regelen,<br />

klachtenprocedures opstellen en een<br />

klachtencommissie in het leven roepen.<br />

Scholen zijn verplicht een klachtenregeling<br />

in te stellen. In het voortgezet onderwijs<br />

geldt deze regeling voor personeel,<br />

ouders en leerlingen. Het schoolbestuur<br />

moet een klachtencommissie instellen,<br />

waar de klachten kunnen worden ingediend.<br />

Zie voor verdere informatie hoofdstuk<br />

7 van deze gids.<br />

Scholen zijn verplicht te overleggen met<br />

de vertrouwensinspecteur zodra zij<br />

horen dat er misschien sprake is van seksueel<br />

misbruik van een minderjarige<br />

leerling door een personeelslid van de<br />

school.Als in dit overleg blijkt dat er een<br />

redelijk vermoeden van seksueel misbruik<br />

bestaat, is de school verplicht hiervan<br />

meteen aangifte te doen bij de politie.<br />

Het scheppen van een veilig leer- en<br />

werkklimaat is niet alleen een zaak van<br />

de school. Maar daar begint het vaak<br />

wel. Bijvoorbeeld met duidelijke regels<br />

44


6<br />

D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />

L E E R L I N G E N<br />

Behandeling van klachten over seksuele<br />

intimidatie kan ook een taak van de<br />

klachtencommissie ( zie hoofdstuk 7)<br />

zijn. Als het echter om (het vermoeden<br />

van) een zedenmisdrijf gaat, begaan door<br />

een aan de school verbonden volwassene<br />

ten opzichte van een leerling, moet het<br />

schoolbestuur na overleg met de vertrouwensinspecteur<br />

aangifte doen bij de<br />

politie.<br />

Voor ouders en leerlingen is het van<br />

groot belang om te weten wat de school<br />

doet op het terrein van veiligheid. Vanaf<br />

1 augustus 2006 zijn scholen daarom<br />

verplicht om in hun schoolgids een aparte<br />

paragraaf aan dit onderwerp te besteden.<br />

Ouders en leerlingen kunnen verder via<br />

de medezeggenschapsraad, de ouderraad<br />

of de leerlingenraad betrokken worden<br />

bij de voorlichting over het veiligheidsbeleid.<br />

En natuurlijk kunnen ze zo ook meewerken<br />

aan de uitvoering ervan.<br />

Leerlingen die gepest worden, maar ook<br />

ouders en leerlingen die vragen hebben<br />

over pesten, kunnen terecht op<br />

www.pestweb.nl. Pestweb biedt ook een<br />

hulplijn aan voor kinderen. Ze luisteren<br />

naar je en proberen samen met jou een<br />

antwoord of een oplossing te vinden<br />

tegen het pesten. Bellen kan elke schooldag<br />

tussen 14.00 en 17.00 uur op: 0800<br />

2828280.<br />

Informatie over medezeggenschap kunt u<br />

inwinnen bij de landelijke ouderorganisaties<br />

en het Landelijk Aktie Komitee<br />

Scholieren. Zie hiervoor de adressenlijst<br />

achterin deze gids.<br />

Ook de gemeenten dragen hun steentje<br />

bij. Bijvoorbeeld in de vorm van afspraken<br />

met de wijkpolitie, het buurthuis en<br />

het jongerenwerk. Maar ook moet de<br />

gemeente zorgen voor voorzieningen in<br />

de buurt van de school die de omgeving<br />

veiliger maken. U kunt daarbij denken<br />

aan meer verlichting, verkeerslichten,<br />

surveillance, verkeersdrempels,<br />

enzovoort.<br />

Bent u op zoek naar andere informatie<br />

over veiligheid op school, dan kunt u<br />

terecht bij het Centrum <strong>School</strong> en<br />

Veiligheid, www.schoolenveiligheid.nl of<br />

030-2856616, dagelijks tussen<br />

10.00 en 14.00 uur.<br />

45


7<br />

D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />

Maakt uw kind vorderingen op<br />

Een goed contact met school<br />

school? Hoe ontstaat een goed<br />

contact met school? Wat kunnen u<br />

en uw kind doen bij problemen op<br />

school? Dit zijn enkele voorbeelden<br />

van vragen die dit hoofdstuk<br />

beantwoordt.<br />

De praktijk leert dat leerlingen beter<br />

presteren als het 'thuisfront' nauw<br />

betrokken is bij het wel en wee op<br />

school. Het is dus van belang dat ouders<br />

weten wat er dagelijks voor hun kind op<br />

het programma staat, daar thuis over<br />

praten en er rekening mee houden. Wie<br />

actief betrokken is bij de schoolervaringen,<br />

kan daarmee tal van<br />

problemen op school voorkomen.<br />

Het contact met een school voor voortgezet<br />

onderwijs zal meestal minder<br />

regelmatig zijn dan ouders met de basisschool<br />

gewend waren. Omdat leerlingen<br />

ouder en zelfstandiger worden, onderhouden<br />

zij vooral zelf hun relatie met de<br />

school en met de docenten.<br />

De afstand tussen ouders en voortgezet<br />

onderwijs is daarom meestal iets groter<br />

en de contacten zijn zakelijker. Toch is<br />

het verstandig als ouders regelmatig<br />

contact hebben met de school. Ouders<br />

kunnen zo de vorderingen van hun kind<br />

volgen en meer te weten komen over de<br />

gang van zaken op school en in de klas.<br />

Begeleiding van leerlingen op school<br />

Scholen voor voortgezet onderwijs doen<br />

steeds meer aan individuele begeleiding<br />

van leerlingen die om welke reden dan<br />

ook extra aandacht nodig hebben. Elke<br />

school doet dat weer op zijn eigen<br />

manier.<br />

De meeste scholen wijzen mentoren aan.<br />

Dat zijn docenten die naast hun onderwijstaak<br />

leerlingen 'coachen'. Zij hebben<br />

veel contact met de andere leraren en<br />

weten daardoor in grote lijnen wat de<br />

leerlingen presteren in de verschillende<br />

vakken. Zij zijn dan ook uw eerste aanspreekpunt<br />

bij vragen en problemen. De<br />

mentoren hebben vaak een vast moment<br />

in de week of de maand (spreekuur)<br />

waarop ze beschikbaar zijn.<br />

47


7<br />

D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />

Het is natuurlijk ook mogelijk een aparte<br />

afspraak te maken, vooral als u veel te<br />

bespreken heeft.<br />

Daarnaast zijn er schooldecanen die de<br />

leerlingen adviseren over studieaanpak<br />

en over studie- en beroepsmogelijkheden.<br />

Sommige scholen hebben bovendien<br />

leerling- of studiebegeleiders die met<br />

leerlingen werken die wat extra aandacht<br />

kunnen gebruiken. Verder zijn bij de<br />

meeste scholen brugklascoördinatoren<br />

aangesteld die de gang van zaken in de<br />

eerste jaren in de gaten houden en vakgroepcoördinatoren<br />

die samen met de<br />

docenten in één vak verantwoordelijk zijn<br />

voor de leerstof en lesmethoden.<br />

Verschillen in begeleiding tussen<br />

scholen<br />

Er zijn overeenkomsten, maar ook verschillen<br />

in de manier waarop scholen<br />

voor voortgezet onderwijs de begeleiding<br />

van leerlingen aanpakken. Op sommige<br />

scholen zijn er naast de mentor en leerlingbegeleider<br />

ook nog anderen die zich<br />

hiermee bezighouden. Bijvoorbeeld speciale<br />

huiswerkbegeleiders, een vertrouwenspersoon,<br />

schoolcontactpersonen<br />

voor allochtone ouders enzovoort.<br />

Informeer daarom tijdig hoe uw school<br />

met de leerlingbegeleiding omgaat en hoe<br />

die taken zijn verdeeld.<br />

rapportavonden. Die worden meestal na<br />

het eerste en tweede rapport gehouden.<br />

Maar er zijn ook scholen die graag zien<br />

dat ouders (én leerlingen) de tussenrapporten<br />

komen bespreken. Het is dan ook<br />

goed om op school na te vragen wanneer<br />

de rapporten worden uitgedeeld en wanneer<br />

ouders en leraren met elkaar kunnen<br />

spreken over de leerprestaties van<br />

leerlingen. Ouders kunnen daartoe<br />

natuurlijk ook zelf het initiatief nemen.<br />

Ze kunnen bijvoorbeeld na elk<br />

(tussen)rapport een afspraak maken met<br />

de klassenleraar. En ook leerlingen kunnen<br />

hierin actief bemiddelen.<br />

Veel scholen voor voortgezet onderwijs<br />

brengen aan het einde van het tweede<br />

leerjaar een uitgebreid advies uit over de<br />

verdere studiemogelijkheden van de leerling.<br />

Daarbij gaat het onder meer om de<br />

keuze van de onderwijssoort: vmbo, havo<br />

of vwo. In hoofdstuk 4 vindt u hier meer<br />

over, en als u het precies wilt weten, kan<br />

de school u daarover informatie geven.<br />

De vorderingen bijhouden<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Ouders en leerlingen moeten op gezette<br />

tijden weten hoe het gaat op school. In<br />

de schoolgids vindt u doorgaans informatie<br />

over hoe de prestaties van de leerlingen<br />

worden gemeten en gerapporteerd.<br />

Scholen volgen hierin in principe een<br />

eigen weg. U mag er echter op rekenen<br />

dat de school u regelmatig (drie tot vier<br />

keer per jaar) op de hoogte houdt van de<br />

vorderingen.<br />

Net als de basisschool kennen de meeste<br />

scholen voor voortgezet onderwijs<br />

48<br />

Helpen met het huiswerk<br />

In het voortgezet onderwijs wordt het<br />

natuurlijk lastiger voor ouders om hun<br />

kinderen te helpen met huiswerk. Vooral<br />

wanneer zij zelf bepaalde vakken niet, of<br />

op een andere manier hebben gehad.<br />

Het onderwijs verandert immers vaak en<br />

snel.


7<br />

D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />

Het wiskundeonderwijs van nu bijvoorbeeld<br />

is niet meer te vergelijken met dat<br />

van twintig jaar geleden. Daar komt nog<br />

bij dat sommige leerlingen ouderlijke<br />

hulp bij huiswerk minder op prijs stellen.<br />

Dat alles wil echter nog niet zeggen dat<br />

ouders helemaal niets meer kunnen doen<br />

om het onderwijs thuis te ondersteunen.<br />

Naast die vakken waarin ouders zelf misschien<br />

niet zo thuis zijn, zullen leerlingen<br />

ook met onderwerpen aan de slag gaan<br />

waarbij ouders wel kunnen helpen. In de<br />

onderbouw moeten leerlingen zich vaak<br />

ook met praktische problemen en onderwerpen<br />

bezighouden, bijvoorbeeld op<br />

technisch en verzorgend gebied. Ouders<br />

kunnen hun kinderen daarbij een flink<br />

eind op weg helpen. Datzelfde geldt ook<br />

voor het maken van werkstukken, het<br />

voorbereiden van een spreekbeurt,<br />

opzoeken van documentatie enzovoort.<br />

Leerproblemen<br />

Aan het eind van de basisschool weten<br />

ouders meestal wel of hun kind specifieke<br />

leermoeilijkheden heeft. Meestal<br />

komen die ook ter sprake in het schooladvies<br />

en in de toelichting daarop van de<br />

directeur van de basisschool. U kunt dit<br />

dan vroegtijdig met de school voor voortgezet<br />

onderwijs bespreken, direct bij de<br />

aanmelding of in uw kennismakingsgesprek<br />

met de mentor. Alle partijen<br />

(ouders, leerlingen en school) weten dan<br />

waar ze aan toe zijn. Dan kunnen concrete<br />

afspraken worden gemaakt over eventuele<br />

extra hulp of begeleiding.<br />

Leerlingen die merken dat ze het niet<br />

aankunnen, geven dikwijls duidelijke<br />

signalen af, thuis en op school. Ze slapen<br />

slecht, zijn snel geïrriteerd, kunnen zich<br />

slecht concentreren in de les, spijbelen,<br />

enzovoort. Ouders die merken dat het<br />

een beetje tegenzit op school, doen er<br />

goed aan contact op te nemen met de<br />

mentor of mentrix, als die dit zelf al niet<br />

heeft gedaan. Docenten maken zulke<br />

individuele afspraken graag.<br />

Het is daarbij belangrijk dat leermoeilijkheden<br />

zo vroeg mogelijk gesignaleerd<br />

worden. Liever direct na het eerste rapport<br />

dan bij het eindrapport. Een schooljaar<br />

is snel voorbij. En ook leerlingen zelf<br />

doen er verstandig aan om er thuis over<br />

te praten als ze het idee hebben dat ze de<br />

school (even) niet meer aankunnen. Wie<br />

dat moeilijk vindt, kan altijd gaan praten<br />

met iemand op school, zoals de klassenleraar<br />

of een andere leraar.<br />

Gedragsproblemen<br />

Iedereen heeft het weleens een periode<br />

moeilijk met zichzelf of met mensen in de<br />

naaste omgeving. Op zichzelf is dat niet<br />

altijd iets om ongerust over te zijn. Maar<br />

als leerlingen bijvoorbeeld kampen met<br />

ernstige concentratieproblemen, zeer<br />

regelmatig spijbelen, agressief zijn tegen<br />

medeleerlingen of docenten, of geïsoleerd<br />

raken, dan is het verstandig na te<br />

denken over oplossingen. Ouders kunnen<br />

hiervoor contact opnemen met de<br />

school.<br />

Extra aandacht en speciale hulp<br />

In het voortgezet onderwijs wordt van<br />

alles ondernomen om leerlingen goed te<br />

begeleiden. Sommige leerlingen hebben<br />

echter extra of speciale aandacht of hulp<br />

nodig. Scholen krijgen daar extra geld<br />

voor van de overheid.<br />

De bedoeling is altijd leerlingen zo lang<br />

mogelijk op de 'gewone' school te houden.<br />

Daarom zijn veel scholen voor<br />

voortgezet onderwijs gaan samenwerken<br />

met scholen voor speciaal onderwijs. Op<br />

deze manier kan de deskundigheid van<br />

het speciaal onderwijs ook in het gewone<br />

voortgezet onderwijs worden ingezet.<br />

Bovendien stelt de overheid extra geld<br />

beschikbaar voor leerlingen uit groepen<br />

met een achterstand, zoals leerlingen die<br />

van huis uit een andere taal spreken.<br />

49


7<br />

D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

De Rugzak/ Gehandicapte leerling<br />

De Wet Leerling Gebonden Financiering<br />

is per 2003 in werking getreden. Voor het<br />

voortgezet onderwijs betekent dit het<br />

volgende. Gehandicapte leerlingen die op<br />

een reguliere VO-school zitten, worden<br />

vanaf nu geïndiceerd door de Commissie<br />

voor de Indicatiestelling (CvI). Deze is te<br />

vinden via het Regionaal Expertisecentrum<br />

(REC) bij u in de regio. Een geïndiceerde<br />

leerling komt in aanmerking<br />

voor leerling gebonden financiering, de<br />

zogenoemde rugzak. De 'rugzak' wordt<br />

aangevraagd en verstrekt aan de reguliere<br />

VO-school waar de leerling staat<br />

ingeschreven.<br />

In principe is het de ouder die zijn of<br />

haar kind aanmeldt bij een regionaal<br />

expertisecentrum (REC) in de buurt.<br />

Nederland telt er ruim dertig. De<br />

Commissie voor de Indicatiestelling die<br />

verbonden is aan het REC geeft vervolgens<br />

een positieve of negatieve indicatie<br />

af aan de ouders. Wanneer de ouders de<br />

positieve indicatie aan de school overhandigen,<br />

stuurt de school het registratieformulier<br />

van de geïndiceerde leerling<br />

naar Cfi. Cfi kent dan de corresponderende<br />

Rugzak toe aan de school.<br />

Als de school geen oplossing heeft<br />

In een enkel geval kunnen de leer- of<br />

gedragsproblemen zodanig zijn dat de<br />

school zelf geen goede oplossing meer<br />

voorhanden heeft. De school kan dan via<br />

het samenwerkingsverband waarbij zij is<br />

aangesloten, zoeken naar een passende<br />

oplossing. In zo'n situatie kan de school<br />

adviseren om een leerling over te plaatsen.<br />

consulent. Deze hulp is gratis.<br />

<strong>Onderwijs</strong>consulenten werken voor de<br />

Adviescommissie Toelating en Begeleiding<br />

(ACTB). Als een school een leerling weigert,<br />

kan een ouder schriftelijk bezwaar<br />

maken. De school moet dan advies vragen<br />

aan (of opvragen bij) de ACTB.<br />

Waar kunnen ouders en leerlingen<br />

terecht met klachten?<br />

Als u een klacht hebt over de gang van<br />

zaken op school, dan kunt u die het best<br />

eerst melden aan de groepsleerkracht of<br />

de directeur. Als dat niet helpt, kunt u<br />

met het schoolbestuur praten. Bij veel<br />

besturen is er een vertrouwenspersoon<br />

die u hierbij kan ondersteunen. Veelal zal<br />

een klacht toch nog in onderling overleg<br />

kunnen worden opgelost. Lukt dit niet,<br />

dan kunt u zich richten tot de klachtencommissie.<br />

(zie ook hoofdstuk 6, een<br />

veilig schoolklimaat)<br />

Elk schoolbestuur moet ervoor zorgen<br />

dat ouders/ verzorgers (maar ook de<br />

personeelsleden) een klacht kunnen<br />

indienen bij een klachtencommissie.<br />

Een klachtencommissie bestaat uit ten<br />

minste drie leden, onder wie de voorzitter<br />

die geen deel mag uitmaken van het<br />

schoolbestuur en ook niet bij dat bestuur<br />

werkzaam mag zijn. Een lid van het<br />

schoolbestuur of een personeelslid waarover<br />

wordt geklaagd, mag nooit deel uitmaken<br />

van de klachtencommissie die de<br />

klacht behandelt.<br />

Meestal is er sprake van een regionale of<br />

landelijke klachtencommissie, maar het<br />

kan ook een commissie zijn die alleen<br />

voor dat schoolbestuur is ingesteld.<br />

Hulp bij het zoeken naar een school<br />

Soms is het moeilijk om een school te<br />

vinden waar een leerling met zijn of haar<br />

handicap, ziekte of stoornis terecht kan.<br />

Vraag dan de hulp van een onderwijs-<br />

Scholen moeten in hun schoolgids aangeven<br />

bij welke commissie (met naam en<br />

adresgegevens) u een klacht kunt indienen<br />

en hoe de verdere procedure loopt.<br />

U hebt het recht de klacht zelf bij de<br />

commissie in te dienen zonder tussen-<br />

50


D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />

komst van de schoolleiding of het schoolbestuur.<br />

Het is niet verboden om direct naar de<br />

klachtencommissie te stappen, zonder<br />

dat de klacht eerst op school aan de orde<br />

is geweest. Als u dat doet, is het wel de<br />

bedoeling dat u het schoolbestuur daarover<br />

inlicht. Dat is niet alleen netjes,<br />

maar ook verstandig omdat u het schoolbestuur<br />

zo in staat stelt om uw klacht op<br />

te lossen.<br />

Bij de behandeling van een klacht kunt u<br />

zich door een persoon naar eigen keuze<br />

laten bijstaan. Zo kan de vertrouwenspersoon<br />

u bijstaan door voorlichting over<br />

de procedure of door u te helpen met het<br />

formuleren van uw klacht. Voor informatie<br />

over hoe u een klacht kunt indienen<br />

en over de gang van zaken daarna kunt u<br />

tevens bij (het secretariaat van) de<br />

klachtencommissie terecht of bij een van<br />

de landelijke ouderorganisaties. Bij het<br />

bericht van ontvangst van uw klacht door<br />

de klachtencommissie krijgt u deze informatie<br />

meestal al in de vorm van een<br />

reglement van deze commissie en een<br />

toelichting daarop. De meeste klachtencommissies<br />

hebben een website op het<br />

internet.<br />

De commissie zal na een bepaalde tijd<br />

aangeven of uw klacht (on)gegrond is.<br />

Binnen welke termijn dat moet gebeuren,<br />

staat in het reglement van de commissie.<br />

Als de klacht gegrond is, gaat de uitspraak<br />

meestal vergezeld van een advies<br />

aan het schoolbestuur hoe uw klacht<br />

opgelost kan worden en/of een herhaling<br />

in de toekomst kan worden voorkomen.<br />

Binnen vier weken na de datum van ontvangst<br />

van het advies moet het bestuur u<br />

melden of het zich kan vinden in de uitspraak<br />

en welke maatregelen het gaat<br />

nemen.<br />

Een uitspraak van een klachtencommissie<br />

is een advies aan het schoolbestuur.<br />

Dat heeft zijn voordelen en zijn nadelen.<br />

De adviesprocedure heeft het voordeel<br />

dat u als klager op een betrekkelijk snelle,<br />

gemakkelijke en goedkope wijze een<br />

uitspraak krijgt waarmee u en de school<br />

weer samen verder kunnen. Een nadeel<br />

is dat het om een eenmalige uitspraak<br />

gaat en dat deze niet wettelijk kan worden<br />

afgedwongen. Wilt u wel een bindende<br />

uitspraak, dan bent u op de rechter<br />

aangewezen.<br />

Uw klacht wordt altijd vertrouwelijk<br />

behandeld. U krijgt de gelegenheid om<br />

uw klacht voor de commissie toe te lichten.<br />

U wordt dan ‘gehoord’. Dat is voor<br />

ouders soms een (in)spannende zaak. U<br />

kunt zich daarbij echter ook laten bijstaan,<br />

bijvoorbeeld door de vertrouwenspersoon.<br />

51


B I J L A G E N<br />

B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />

T E L E F O O N N U M M E R S<br />

Als u vragen heeft, kunt u gebruik<br />

maken van deze adressenlijst.<br />

I<br />

Landelijke organisaties<br />

van en voor ouders<br />

Bijzonder onderwijs op algemene<br />

grondslag<br />

Landelijke Oudervereniging voor<br />

Bijzonder <strong>Onderwijs</strong> op algemene<br />

grondslag (LOBO)<br />

U kunt natuurlijk ook contact opnemen<br />

met de school. Daarnaast kunt u<br />

adres<br />

telefoon<br />

email<br />

internet<br />

Laan van N.O. Indië 277b<br />

2593 BS Den Haag<br />

070 - 385 08 66<br />

info@lobo.nl<br />

www.lobo.nl<br />

voor vragen terecht bij het landelijk<br />

Katholiek onderwijs<br />

Nederlandse Katholieke<br />

Oudervereniging (NKO)<br />

informatie centrum voor ouders via<br />

het gratis telefoonnummer 0800-<br />

adres<br />

telefoon<br />

email<br />

internet<br />

Postbus 97805<br />

2509 GE Den Haag<br />

070 - 328 28 82<br />

nko@nko.nl<br />

www.nko.nl<br />

5010. Ook kunt u via de website:<br />

Openbaar onderwijs<br />

Vereniging voor Openbaar <strong>Onderwijs</strong><br />

(VOO)<br />

www.50tien.nl per e-mail vragen stellen.<br />

Voor algemene vragen over de<br />

adres<br />

telefoon<br />

email<br />

internet<br />

Postbus 10241<br />

1320 AE Almere<br />

036 - 533 15 00<br />

voo@voo.nl<br />

www.voo.nl<br />

rijksoverheid kunt u terecht bij<br />

Protestants-christelijk onderwijs<br />

Ouders en COO<br />

postbus 51.<br />

adres<br />

telefoon<br />

email<br />

internet<br />

Postbus 125<br />

3970 AC Driebergen<br />

0343 - 51 34 34<br />

info@ouders.net<br />

www.ouders.net<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

52


B I J L A G E N<br />

B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />

T E L E F O O N N U M M E R S<br />

II<br />

Landelijke organisaties voor<br />

leerlingen in het voortgezet<br />

onderwijs<br />

III Adressen en telefoonnummers<br />

voor ouders en leerlingen die<br />

meer willen weten over:<br />

Landelijk Aktie Komitee Scholieren<br />

(LAKS)<br />

adres Postbus 17061<br />

1001 JB Amsterdam<br />

telefoon 020 - 638 17 92<br />

email laks@laks.nl<br />

internet www.laks.nl<br />

Het LAKS geeft de ‘Checklist om een<br />

Gouden <strong>School</strong> te worden’ uit.<br />

De checklist is beschikbaar via de internetsite<br />

van het LAKS: www.laks.nl, en<br />

kan eventueel ook telefonisch of schriftelijk<br />

besteld worden.<br />

Daltonscholen<br />

Nederlandse Dalton Vereniging<br />

adres Bezuidenhoutseweg<br />

251-253<br />

telefoon 2594 AM Den Haag<br />

070 - 331 52 81<br />

email bestuursbureau@dalton.nl<br />

internet www.dalton.nl<br />

Gereformeerde scholen<br />

Landelijk Verband van Gereformeerde<br />

<strong>School</strong>verenigingen<br />

adres Postbus 166<br />

8000 AD Zwolle<br />

telefoon 038 - 423 10 40<br />

email info@concent.nl<br />

internet www.concent.nl<br />

Reformatorische scholen<br />

Vereniging voor Gereformeerd<br />

<strong>School</strong>onderwijs<br />

adres Postbus 5<br />

2980 AA Ridderkerk<br />

telefoon 0180 - 442 26 75<br />

email secretariaat@vgs.nl<br />

internet www.vgs.nl<br />

Gymnasia<br />

Landelijke Ouderraad Zelfstandige<br />

Gymnasia<br />

adres Postbus 22808<br />

telefoon 020 - 690 08 72<br />

email LOZG@hetnet.nl<br />

IVO-scholen<br />

Secretariaat vereniging ivo<br />

(op het individu gericht voortgezet<br />

onderwijs op mavo-niveau)<br />

adres Stationsweg 49<br />

6861 EE Oosterbeek<br />

telefoon 026 - 339 64 64<br />

email i.v.o.@betuwe.net<br />

internet www.geldersmozaiek.nl<br />

Jenaplan-scholen<br />

NJPV, Nederlandse Jenaplan Vereniging<br />

adres Fie Carelsenstraat 5<br />

telefoon 0575 - 57 02 59<br />

email jenaplanbureau@hetnet.nl<br />

internet www.jenaplan.nl<br />

Montessori-scholen<br />

Nederlandse Montessori Vereniging<br />

adres Bezuidenhoutseweg<br />

251-253<br />

telefoon 7594 AM Den Haag<br />

070 - 331 52 82<br />

email nvm-secretariaat@<br />

montessori.nl<br />

internet www.montessori.nl<br />

Vrije scholen<br />

Ouderinformatiepunt van de<br />

Vereniging Bond van Vrije Scholen<br />

adres Hoofdstraat 14b<br />

telefoon 3972 LA Driebergen<br />

email 0343 - 53 60 60<br />

internet www.vrijescholen.nl<br />

<strong>Onderwijs</strong>vernieuwing algemeen<br />

Stichting Netwerk<br />

Samenwerkingsverband van organisaties<br />

van onderwijsvernieuwing (SOVO)<br />

adres Vlintweg 7<br />

7872 RE Valthe<br />

telefoon 0591 - 51 43 82<br />

email info@vernieuwingsonderwijs.nl<br />

internet www.vernieuwingsonderwijs.nl<br />

53


B I J L A G E N<br />

B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />

T E L E F O O N N U M M E R S<br />

IV Adressen en telefoonnummers<br />

voor ouders en leerlingen die<br />

meer willen weten over<br />

onderwijs aan:<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

Stichting Kennisnet<br />

Stichting Kennisnet is een internetorganisatie<br />

van en voor het Nederlandse<br />

onderwijs dat er naar streeft het online<br />

leren te stimuleren. Via de website:<br />

www.kennisnet.nl vindt u informatie<br />

voor o.a. leerlingen, docenten en<br />

ouders.<br />

Kinderen met ontwikkelings-,<br />

gedrags- en leerstoornissen<br />

Balans, Landelijke vereniging voor kinderen<br />

met ontwikkelings-, gedrags-, en<br />

leerproblemen waaronder A.D.H.D. en<br />

dyslexie<br />

adres De Kwinkelier 39<br />

3722 AR Bilthoven<br />

telefoon 030 - 225 50 50<br />

email info@balansdigitaal.nl<br />

internet www.balansdigitaal.nl<br />

Hulp en informatie-nummer:<br />

0900 -202 00 65<br />

(elke werkdag van 09.30-13.00 uur; 25<br />

eurocent per minuut)<br />

Steunpunt Dyslexie<br />

telefoon 030 - 225 20 52<br />

email steunpuntdyslexie@<br />

balansdigitaal.nl<br />

Verstandelijk gehandicapte kinderen<br />

Federatie van Ouderverenigingen (FVO)<br />

adres Postbus 85276<br />

3508 AG Utrecht<br />

telefoon 030 - 236 37 67<br />

email utrecht@fvo.nl<br />

internet www.fvo.nl<br />

Koepel Hoogbegaafdheid<br />

(de samenwerkende verenigingen<br />

Gochem, Hint Nederland, Mensa<br />

Nederland, Pharos)<br />

adres Postbus 32015<br />

2303 DA Leiden<br />

email info@koepelhb.nl<br />

internet www.koepelhb.nl<br />

Hoogbegaafde kinderen en<br />

informatiepunt hoogbegaafden<br />

Pharos, Landelijke vereniging van<br />

Ouders van hoogbegaafde kinderen<br />

adres Postbus 1340<br />

8001 BH Zwolle<br />

telefoon 0900 - 899 60 15 (20 eurocent<br />

per minuut) ma t/m<br />

vrijdag: 09.00-11.30 en<br />

13.00-15.00 ma t/m donderdag:<br />

19.00-21.00<br />

internet www.pharos.nl<br />

Informatiepunt Hoogbegaafden (CPS)<br />

adres Postbus 1592<br />

3800 BN Amersfoort<br />

telefoon 033 - 453 43 43<br />

033 - 453 43 53<br />

email cps@cps.nl<br />

internet www.cps.nl/hoogbegaafdheid<br />

Stichting Plato<br />

Landelijk informatiecentrum<br />

hoogbegaafdheid<br />

adres Postbus 177<br />

2290 AD Wateringen<br />

telefoon 0174 - 29 47 10<br />

0174 - 29 09 14<br />

email info@lich.nl<br />

internet www.lich.nl<br />

Motorisch gehandicapte kinderen<br />

BOSK, Vereniging van motorisch gehandicapten<br />

en hun ouders<br />

Churchilllaan 11<br />

adres Postbus 3359<br />

3502 GJ Utrecht<br />

telefoon 030 - 245 90 90<br />

030 - 231 38 72<br />

email info@bosk.nl<br />

internet www.bosk.nl<br />

Deze organisatie staat ook open voor<br />

ouders van kinderen met spraak- of<br />

taalmoeilijkheden.<br />

54


B I J L A G E N<br />

B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />

T E L E F O O N N U M M E R S<br />

Epilepsie Vereniging Nederland<br />

Landelijk Bureau<br />

adres Postbus 8105<br />

6710 AC Ede<br />

telefoon 0318 - 67 27 72<br />

0318 - 67 27 70<br />

email Info@epilepsie<br />

vereniging.nl<br />

internet www.epilepsievereniging.nl<br />

Dove kinderen<br />

FODOK, Nederlandse Federatie van<br />

Organisaties van Ouders en Dove<br />

Kinderen<br />

adres Postbus 754<br />

3500 AT Utrecht<br />

telefoon 030 - 290 03 60<br />

(ook teksttelefoon)<br />

030 - 290 03 80<br />

email info@fodok.nl<br />

internet www.fodok.nl<br />

Slechthorende kinderen en kinderen<br />

met spraak-taalmoeilijkheden<br />

FOSS, Nederlandse Federatie van<br />

Ouders van Slechthorende Kinderen en<br />

van kinderen met Spraak-taalmoeilijkheden<br />

adres Postbus 14<br />

3990 DA Houten<br />

telefoon 030 - 234 06 63<br />

(maandag t/m donderdag<br />

10.00 - 14.00 uur)<br />

030 - 636 06 89<br />

email fovig@planet.nl<br />

internet www.fofig.nl<br />

Kinderen met Downsyndroom<br />

VIM, Vereniging voor een geïntegreerde<br />

opvoeding van kinderen met het syndroom<br />

van Down<br />

adres Oudwijkerlaan 26<br />

3581 TD Utrecht<br />

telefoon 06-53449195<br />

(maandag, donderdag en<br />

vrijdag 10.00 - 13.00 uur)<br />

email vimmail@vim-online.nl<br />

internet www.vim-online.nl<br />

Visueel gehandicapte kinderen<br />

FOVIG, Federatie van Organisaties van<br />

Ouders van Visueel Gehandicapten<br />

adres Postbus 110<br />

telefoon 5120 AC Rijen<br />

01610 - 45 44 22<br />

email fovig@planet.nl<br />

internet www.fovig.nl<br />

SDS, Stichting Down Syndroom<br />

adres Hoogeveenseweg 38<br />

Gebouw U<br />

7934 KA Meppel<br />

telefoon 0522 - 28 13 37<br />

email info@downsyndroom.nl<br />

internet www.downsyndroom.nl<br />

Nederlandse vereniging voor Autisme<br />

(NVA)<br />

adres Prof. Bronkhorstlaan 10<br />

3723 MB Bilthoven<br />

telefoon 030 - 229 98 00<br />

030 - 266 23 00<br />

(25 eurocent per minuut)<br />

(Informatieadvieslijn:<br />

maandag, woensdag, donderdag:<br />

10.00-13.00)<br />

email info@autisme-nva.nl<br />

internet www.autisme-nva.nl<br />

Langdurig zieke kinderen/<br />

kinderen in ziekenhuizen<br />

Chronisch Zieken- en<br />

Gehandicaptenraad<br />

adres Postbus 169<br />

3500 AD Utrecht<br />

telefoon 030 - 291 66 00<br />

(ma t/m do: 08.30-17.00,<br />

vrijdag:08.30-12.30)<br />

email bureau@cg-raad.nl<br />

internet www.cg-raad.nl<br />

Ziezon, landelijk netwerk Ziek zijn en<br />

onderwijs secretariaat: Mevrouw H. van<br />

Krevel p/a. Marant educatieve diensten<br />

adres Postbus 10356501 BA<br />

Nijmegen<br />

telefoon 024 - 329 76 46<br />

email h.vankrevel@marant-ed.nl<br />

internet www.ziezon.nl<br />

55


B I J L A G E N<br />

B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />

T E L E F O O N N U M M E R S<br />

Adviescommissie voor toelating en<br />

begeleiding (ACTB)en de onderwijsconsulenten<br />

adres Koninginnegracht 25<br />

2514 AB Den Haag<br />

telefoon 070 - 312 28 87<br />

internet www.onderwijsconsulenten.nl<br />

Dienst Kerkopbouw, Theologie en<br />

Opleiding Landelijk Diensten Centrum<br />

adres Postbus 8504<br />

3503 RM Utrecht<br />

telefoon 030 - 880 18 80<br />

030 - 880 13 00<br />

email info@sowkerken.nl<br />

internet www.pkn.nl<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

V<br />

Adressen van de Rijksinspecteurs<br />

voor het voortgezet onderwijs<br />

De inspecteurs bezoeken gemiddeld<br />

eenmaal per jaar alle scholen en<br />

hebben als taak om de kwalliteit van<br />

het onderwijs te beoordelen en te<br />

bevorderen. Ook stellen deze inspecteurs<br />

rapporten op en brengen aan de<br />

minister en de Tweede Kamer verslag<br />

uit over de staat van het onderwijs.<br />

Bereikbaarheid Inspectie van het<br />

<strong>Onderwijs</strong>: Voor meer vragen over de<br />

inspectie zie: www.onderwijsinspectie.nl<br />

Vragen over het onderwijs via Postbus<br />

51: 0800-8051 of via: info@owinsp.nl<br />

VI<br />

Centraal meldpunt<br />

Vertrouwensinspecteurs<br />

Leerlingen en ouders kunnen contact<br />

opnemen met de vertrouwensinspecteur<br />

als er sprake is van seksuele intimidatie.<br />

Algemeen nummer:<br />

0900 111 3 111 (€ 0,10 per minuut)<br />

(bereikbaar tijdens kantooruren)<br />

VII Instellingen die leraren opleiden<br />

en begeleiden die godsdienstonderwijs<br />

of levensbeschouwelijk<br />

onderwijs geven op een openbare<br />

school of daarover advies geven<br />

Pedagogisch Studiecentrum<br />

Humanistisch Vormingsonderwijs<br />

(HVO)<br />

adres Postbus 85475<br />

3508 AL Utrecht<br />

telefoon 030 - 285 68 56<br />

030 - 285 68 91<br />

email hvo@hvo.nl<br />

internet www.hvo.nl<br />

Stichting Platform Islamitische<br />

Organisaties Rijnmond (SPIOR)<br />

adres Postbus 3031<br />

3003 AA Rotterdam<br />

telefoon 010 - 466 69 89<br />

010 - 466 62 79<br />

email info@spior.nl<br />

internet www.spior.nl<br />

Vlll Informatie Beheer Groep<br />

telefoon 050 - 599 77 55<br />

internet www.ib-groep.nl<br />

lX<br />

Vragen en klachten van<br />

scholieren.<br />

Scholieren met klachten en vragen<br />

over alles wat hun dwarszit op school,<br />

kunnen op alle werkdagen van 14.00-<br />

17.00 uur gratis terecht bij<br />

telefoon 0800-2828280<br />

internet www.pestweb.nl<br />

Unie voor Christelijk <strong>Onderwijs</strong><br />

adres Postbus 1492<br />

3800 BL Amersfoort<br />

telefoon 033 - 460 60 25<br />

033 - 460 60 20<br />

email info@unienzv.nl<br />

internet www.uco.nl<br />

56


B I J L A G E N<br />

L I J S T M E T V R A G E N<br />

Hier volgen vragen die u bij de<br />

keuze van een school kunnen helpen.<br />

De vragen zijn per onderwerp<br />

bij elkaar gezet. Telkens is ruimte<br />

vrijgelaten voor uw eigen vragen of<br />

aantekeningen. U kunt de lijst<br />

gebruiken om na te denken en te<br />

praten over de meest geschikte<br />

school voor uw kind. Als u vóór het<br />

gebruik enkele kopieën maakt van<br />

de lijst, kunt u de lijst steeds<br />

opnieuw gebruiken. Dan krijgt u een<br />

goed zicht op uw persoonlijke<br />

indrukken van de verschillende<br />

scholen.<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

SCHOOLTYPE<br />

• Welke school zoekt u voor uw kind?<br />

• Vmbo, havo, vwo?<br />

• Om welke vmbo-afdeling gaat het?<br />

• Een openbare school of een bijzondere<br />

school?<br />

• Een kleine of grote school, scholengemeenschap<br />

of categoriale school?<br />

• Welke kwaliteit biedt de school in<br />

vergelijking met andere scholen?<br />

• Om welke school gaat het hier?<br />

Naam van de school:<br />

DE SCHOOLOMGEVING<br />

• Is er één schoolgebouw of zijn er<br />

meerdere gebouwen?<br />

• In wat voor omgeving liggen de<br />

lokalen en velden?<br />

• Is de school schoon?<br />

• Is het een ‘veilige’ school?<br />

• Is er een (bewaakte) fietsenstalling?<br />

DE SCHOOLORGANISATIE<br />

• Hebt u al een schoolgids?<br />

• Hoe hoog is de vrijwillige ouderbijdrage?<br />

• Heeft de school een internetsite?<br />

• Hoe wordt de onderbouw ingericht?<br />

• Welke vakken geeft de school naast<br />

de wettelijk verplichte vakken?<br />

• Wat wil de school bereiken bij de<br />

leerlingen?<br />

• Welke mogelijkheden kent de<br />

school voor extra (eindexamen)-<br />

vakken?<br />

• Hoe groot zijn de groepen/klassen?<br />

• Hoe wordt er lesgegeven?<br />

• Is er onderwijs in de eigen taal en<br />

cultuur?<br />

• Hoe gaat de school om met culturele<br />

verschillen (bijvoorbeeld met<br />

religieuze feestdagen)?<br />

DE LEERLINGEN IN HET EERSTE JAAR<br />

• Hoe worden de leerlingen in het<br />

eerste jaar begeleid?<br />

• Hoe worden de groepen samengesteld?<br />

• Kent de school een brugperiode en<br />

hoe lang duurt die, één of twee jaar?<br />

57<br />

• Is er op de school aandacht voor de<br />

overstap van de basisschool naar<br />

de nieuwe school?<br />

• Hoe laat men de leerlingen wennen<br />

aan het nieuwe onderwijs?<br />

DE VORDERINGEN EN RESULTATEN<br />

• Krijgen de leerlingen vaak repetities<br />

en toetsen?<br />

• Worden er cijfers gegeven of<br />

omschrijvingen?<br />

• Hoe moet ik die cijfers of omschrijvingen<br />

lezen?<br />

• Heeft de school een eigen leerlingvolgsysteem?<br />

• Hoe werkt zo’n leerlingvolgsysteem?<br />

• Hoe vaak krijgen de leerlingen een<br />

rapport?<br />

• Kunnen leerlingen blijven zitten?<br />

• Maakt de school vooraf de regels<br />

bekend die ze hanteert bij overgaan<br />

of zittenblijven?<br />

• Wanneer krijgt de leerling een<br />

advies voor de verdere studierichting?<br />

• Naar welke schoolsoorten gaan de<br />

meeste leerlingen vanuit deze<br />

school?<br />

• Wat zijn de examenresultaten van<br />

de school?<br />

DE BEGELEIDING VAN LEERLINGEN<br />

• Is er extra begeleiding voor achterblijvers?<br />

• Zijn er extra mogelijkheden voor<br />

zeer goede leerlingen?<br />

• Is er huiswerkbegeleiding en hoe<br />

gaat dat in zijn werk?<br />

• Zijn er klassenleraren en wat doen<br />

die?<br />

EXTRA ACTIVITEITEN VOOR DE LEER-<br />

LINGEN<br />

• Zijn er vaak excursies, workshops<br />

en werkweken?<br />

• Waar gaan de leerlingen met uitstapjes<br />

naartoe?<br />

• Wat zijn de kosten daarvan?


B I J L A G E N<br />

L I J S T M E T V R A G E N<br />

• Wie betaalt die excursies, werkweken<br />

en uitstapjes?<br />

• Zijn er bijzondere feesten en hoe<br />

vaak is dat?<br />

• Wat doet de school extra aan sport,<br />

culturele en andere activiteiten?<br />

• Is er een leerlingenraad?<br />

• Hoe staat het met die leerlingenraad?<br />

• Is er een schoolkrant?<br />

WAT ER GEBEURT VOOR, TIJDENS EN<br />

NA DE LESSEN<br />

• Hoe zitten de lesroosters in elkaar?<br />

• Hoe vroeg en tot hoe laat is er toezicht<br />

of opvang?<br />

• Hoe is de begeleiding van de leerlingen<br />

geregeld bij lesuitval of tussenuren?<br />

• Hoe is het overblijven geregeld?<br />

• Hoe is de school verzekerd tegen<br />

schade die door de kinderen wordt<br />

veroorzaakt?<br />

• Wat wordt er gedaan tegen pesten<br />

op school?<br />

• Hoe zit het met het spijbelen?<br />

• Wat doet de school als een leerling<br />

niet op school is gekomen?<br />

• Hoe staat het met het vandalisme<br />

en crimineel gedrag op school?<br />

• Is er een vertrouwensman of -<br />

vrouw?<br />

• Is er een klachtenregeling of klachtencommissie?<br />

• Zijn de leerkrachten vaak ziek?<br />

• Is er leerlingopvang bij lesuitval?<br />

• Wat wordt er op school gedaan aan<br />

de geloofs- of levensovertuiging?<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

HET CONTACT MET DE OUDERS<br />

• Gebruikt de school hulp van<br />

ouders?<br />

• Is er een actieve ouderraad en wat<br />

doet die?<br />

• Wie zitten er in de medezeggenschapsraad<br />

en wat doet die?<br />

• Hoe vaak zijn er activiteiten voor<br />

ouders en wat houden die in?<br />

• Hoe onderhoudt de school het contact<br />

met de ouders over de leerling?<br />

• Hoe worden ouders over problemen<br />

geraadpleegd?<br />

• Wanneer neemt de school contact<br />

op?<br />

• Wordt er rekening gehouden met<br />

ouders van niet-Nederlandse<br />

afkomst en hoe dan?<br />

HET SCHOOLKLIMAAT<br />

• Wat zijn de schoolregels, is er een<br />

schoolreglement?<br />

• Hoe gaat de school om met straffen<br />

en belonen?<br />

• Houdt de school rekening met<br />

andere culturele gebruiken (bijv.<br />

religieuze feestdagen)?<br />

58


B I J L A G E N<br />

T R E F W O O R D E N<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

A:<br />

aansprakelijkheid 22, 29<br />

aangifte te doen bij de poltitie 44<br />

aankunnen, niet 49<br />

activiteiten, culturele 18<br />

adjunct-directeur 26<br />

adviesrecht 32<br />

advies, uitgebreid 48<br />

advies van de basisschool 14<br />

afdeling(en) 9, 13, 33<br />

algemene bijzondere scholen 12<br />

arbeidsmarkt 9<br />

arbeidsomstandigheden 44<br />

alternatief leertraject 20<br />

atheneum 10<br />

B:<br />

basisberoepsgerichte leerweg 8, 26, 29<br />

basisberoepsopleiding(en) 8<br />

basisonderwijs 9, 12, 13, 25<br />

basisschool 7,15, 20, 25, 30, 49<br />

basistoelage 19<br />

basisvorming/onderbouw 11<br />

bedrijfstak 8<br />

begeleiding, individuele 47<br />

belastinggeld(en) 12<br />

beroepsbegeleidende<br />

leerweg/leerwegen 20, 37, 38<br />

beroepsgerichte programma's 8, 29<br />

beroepsmogelijkheden 36, 48<br />

beroepsonderwijs, hoger (hbo) 10, 11<br />

beroepsonderwijs, middelbaar (mbo) 8, 9<br />

beroepsonderwijs, voorbereidend<br />

middelbaar (vmbo) 7, 13, 19, 26, 32, 35,<br />

48, 57<br />

beroepsoriëntatie 8<br />

beroepspraktijkovereenkomst 20<br />

beroepsrichting 8<br />

besturen (organisatie) 42<br />

besturen-en ouderorganisaties 19<br />

bestuurscommissie 12<br />

bevoegd gezag 42<br />

bezwaar (procedure) 16, 23, 42<br />

bijdrage, vrijwillige 18<br />

boekenfonds 20<br />

boekenmarkt 20<br />

bonnen, CKV- 20<br />

brugklas 27<br />

brugklascoördinator(en) 48<br />

brugperiode 27<br />

buitenschoolse activiteiten 22<br />

C:<br />

centrale directie 26<br />

cijfers, cijferlijst 30, 38<br />

cijfers, voor het schoolexamen 36<br />

commissie van beroep 36<br />

(con)rector 21, 26<br />

contributie 19<br />

culturele en kunstzinnige vorming<br />

(CKV) 19<br />

cultuur en maatschappij 10<br />

curriculum, samenhang in het 27<br />

D:<br />

Dalton 12<br />

Decaan, schooldecaan 26, 33<br />

diploma (school-) 10, 25, 36, 38, 39<br />

directeur, directie 14, 20, 21, 35, 36,<br />

37,38, 42, 49, 51<br />

discriminatie 44<br />

documentatie, opzoeken van 49<br />

doelen van het onderwijs<br />

en de resultaten 13<br />

doorstromen 3, 10, 13, 37<br />

dyslexie 37<br />

E:<br />

economie, sector 9<br />

economie en maatschappij, profiel 10<br />

eindcijfer 38<br />

eindcijfers, examenvakken hoger als een<br />

zes hebben 38<br />

eindexamen, examen 13, 33, 35, 37, 38<br />

eindexamenbesluit 38<br />

eindexamenkandidaat 38<br />

eindexamenklachtenlijn 39<br />

eindexamenkrant 39<br />

eindexamenperiode 39<br />

eindexamenprogramma 35<br />

eindexamenvakken(pakket) 57<br />

eindtoets 15<br />

examen, centraal 35, 37<br />

examendossier 36<br />

examenpakket 33<br />

examenprogramma 35, 36<br />

examenreglement 35, 36<br />

examenresultaten (slagen, zakken) 14<br />

examenstof 35, 36<br />

examentijdvak 39<br />

59


B I J L A G E N<br />

T R E F W O O R D E N<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

examenvakken 35, 38<br />

examenvakken, zes 37<br />

examenvragen 35<br />

F:<br />

festiviteiten 18<br />

Friese taal 27<br />

fusie 42<br />

Freinet 12<br />

G:<br />

gecommitteerde 38<br />

gedragsproblemen 49<br />

gehandicapte kinderen 10, 50<br />

geloofsovertuiging 12<br />

geloofs- of levensovertuiging 20<br />

gemeenschappelijk deel 10<br />

gemeenschappelijke medezeggenschapsraad<br />

(GMR) 42<br />

gemeente(bestuur) 12, 19, 21, 45<br />

gemengde leerweg 8<br />

geweld 44<br />

godsdienst 12, 16<br />

godsdienst en wereldbeschouwing 12<br />

godsdienstonderwijs, godsdienstles 12<br />

Grieks 10<br />

gymnasium 10, 13, 19, 26, 29<br />

H:<br />

havo 7, 10, 13, 14, 15, 19, 28, 37<br />

havo-vwo 13<br />

havo en vwo 12, 15<br />

havo of vwo 28<br />

hbo 10, 33<br />

hogeschool 10<br />

huiswerk 29, 30<br />

huiswerkbegeleiding (-begeleiders) 30, 48<br />

hulpvragen 10<br />

I:<br />

IB-Groep 19, 39<br />

indicatie 7<br />

informatiebijeenkomst 15, 29<br />

inspectie(-onderwijs) 13, 14, 23, 29, 37,<br />

39<br />

instemmingsrecht 42<br />

intimidatie, seksuele 44, 45<br />

intrasectorale, programma 9, 38<br />

intresses en motivatie 15<br />

invulling 13<br />

J:<br />

Jenaplan 12<br />

K:<br />

kaderberoepsgerichte leerweg 8<br />

kennismakingsavonden of- middagen 15<br />

kennismakingsgesprek 49<br />

kennismakingsperiode 15<br />

kerndoelen 26, 27, 28, 29<br />

keuzevak(ken) 10, 35<br />

klachten(procedures) 44, 45, 51<br />

klachtencommissie 28, 44, 45, 50, 51, 58<br />

klachtenregeling 13, 44, 58<br />

klassenlera(a)r(en) 25<br />

klassieke culturele vorming (KCV) 19<br />

(klok)uur onderwijs, 1040 28<br />

kunstvak(ken) 38<br />

kwaliteitskaart(en) 13, 14<br />

L:<br />

Landelijk Aktie Komitee Scholieren<br />

(LAKS) 39<br />

landbouw 9<br />

langdurig zieke kinderen 10<br />

Latijn 10<br />

leeftijdsgrenzen 38<br />

leerjaar (-jaren) 8, 13, 26, 37<br />

leerjaar, tweede 48<br />

leer- en werkklimaat, veilig 44<br />

leerling(en), verschil tussen 27<br />

leerling of studiebegeleiders 48<br />

leerlingbegeleider(-begeleiding) 25, 48<br />

leerlingenraad 41, 43, 45<br />

leerlingenstatuut 13, 42, 43, 44<br />

leermiddelen, extra 18<br />

leermoeilijkheden 49<br />

leerplicht, gedeeltelijk 18, 20, 21<br />

leerplichtambtenaar (controle) 21, 23<br />

leerplichtwet 20, 21<br />

leerprestaties 15<br />

leerweg(en) 8, 9, 14<br />

leerweg, theoretische en<br />

gemengde in het VMBO 37<br />

leerwegondersteunend<br />

onderwijs (LWOO) 7, 9,10, 15, 19, 29<br />

leerwerktraject 9, 28<br />

lesrooster 22, 28<br />

lessen, van 50 minuten 28<br />

lesuitval 29<br />

lesuren 29, 35<br />

60


B I J L A G E N<br />

T R E F W O O R D E N<br />

lesuren, kortere of langere 28<br />

lesvervangende activiteiten 29<br />

levensbeschouwing 16<br />

levensovertuiging 12<br />

lyceum 10<br />

M:<br />

mavo 8, 12<br />

medezeggenschapsraad 19, 27, 41, 42,<br />

43, 44, 45<br />

meerderjarig 20<br />

mentor 21, 25, 48, 49<br />

middelbaar beroepsonderwijs<br />

(mbo) 8, 9,10<br />

middenkaderopleiding 8, 10, 11, 33<br />

Montessori 12<br />

N:<br />

natuur en gezondheid, profiel 10<br />

natuur en techniek, profiel 10<br />

Nederlands al tweede taal (NT2) 11<br />

O:<br />

onderbouw 7, 10, 22, 26, 32, 49<br />

onderwijs, 38,5 weken 28<br />

onderwijs, bijzonder 12, 41, 43<br />

onderwijs, openbaar 12<br />

onderwijs, speciaal 19, 20, 43, 49<br />

onderwijs, wetenschappelijk 7, 10, 33<br />

onderwijskundig rapport 15<br />

onderwijsmethoden 12<br />

onderwijsondersteuning zieke leerlingen,<br />

consulent 21<br />

onderwijsprogramma 26, 28<br />

onderwijssoort 27, 28, 35, 48<br />

onderwijstijd 13<br />

onderzoek, psychologisch 15<br />

open dagen 15<br />

opleidingen, vakken en middenkader 33<br />

opvoedings en onderwijsmethode 12<br />

ouderbijdrag 18<br />

ouderbijdrage, vrijwillige 13<br />

ouderbijdrage, vullende 16<br />

ouderorganisatie / ouderraad 41, 42, 43,<br />

45<br />

oudervertegenwoordiging 43<br />

overblijven 22<br />

overeenkomst, schriftelijk sluiten 18<br />

overgaan 33, 57<br />

overgang, van basisschool naar<br />

voortgezet onderwijs 30<br />

P:<br />

personeel, niet-onderwijzend 26<br />

personeel, onderwijsondersteunend 42<br />

personeelsraad 41<br />

pesten 45<br />

plan voor 44<br />

post-initieel hoger onderwijs 11<br />

projecten of leergebieden 27<br />

praktijkonderwijs 7, 8, 9, 10, 15, 19, 20<br />

profieldeel 10, 36, 38<br />

profielen 10, 33<br />

profielwerkstuk 36, 38<br />

programma, onderbouw 27<br />

programma van toetsing en afsluiting 36<br />

psychische problemen 21<br />

psychologisch onderzoek 15<br />

R:<br />

rapport 14, 15, 30, 49<br />

rapportavond(en) 48<br />

rechten en plichten van de ouders 13<br />

rector 21<br />

recht, op informatie en overleg 42<br />

regelement 42<br />

regionaal expertise centrum (REC) 50<br />

regionale arbeidsmarkt 8<br />

regionale of landelijke<br />

klachtencommisie 50<br />

regionale verwijzingscommissie 10<br />

rooster 22, 29<br />

Rugzak 50<br />

S:<br />

samenwerkingsverband 50<br />

scholengemeenschap, smalle/brede 12,13<br />

school, openbare 12, 16, 43<br />

school, bijzondere 12, 41, 43<br />

school, categoriale 13<br />

schooladvies 15, 28, 49<br />

schoolbestuur 15, 16, 23, 42, 43, 44, 45,<br />

51<br />

schoolexamen 34, 35, 36, 38<br />

schoolexamen, alleen een 36<br />

schoolgids 13, 14, 27, 28, 29, 45, 48, 50<br />

schoolkeuze 14<br />

schoolklimaat 43, 50<br />

schoolmanagers-VO 19<br />

schoolongevallenverzekering 22<br />

schoolplan 18, 29<br />

61


B I J L A G E N<br />

T R E F W O O R D E N<br />

<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007<br />

schoolsoorten(-typen) 7, 13<br />

schooltijden 22<br />

schoolverlaten, voortijdig 26<br />

schorsing 23<br />

schriftelijk 16<br />

sectoren 8, 9, 13<br />

sector-werkstuk 36<br />

signalen 49<br />

slechthorende kinderen 55<br />

slechthorende of<br />

slechtziende kinderen 10<br />

Spaans 29<br />

speciaal voortgezet<br />

onderwijs (svo) 10,19<br />

speciale hulp 30, 49<br />

spieken 36<br />

spijbelen 20<br />

spreekbeurt 49<br />

spreekuur 47<br />

staatsexamen 39<br />

staatsexamencommisie 38<br />

stage 8, 35<br />

stichtingsbestuur 12<br />

studieaanpak 48<br />

studiehuis 12<br />

studiekosten 18, 19<br />

studielast 12<br />

studielessen 30<br />

studiemogelijkheden 48<br />

studierichting 33<br />

studietraject 26<br />

T:<br />

techniek, sector 9, 10<br />

technische veiligheid 44<br />

theoretische leerweg 8<br />

theoretische en gemengde leerweg 37<br />

tijdvakken, drie 36<br />

toelating 15, 16<br />

toelatingseisen 14, 15<br />

toelatingsregels (speciale) 13<br />

toezicht 29<br />

toezichtrapport 13<br />

tussenuren 29<br />

tweede leerjaar 8<br />

tweede fase van het havo 12<br />

U:<br />

universiteit 10<br />

uit te leggen 16<br />

V:<br />

vakantie(school-) 21, 22, 28<br />

vakken 10, 25, 28, 32, 36, 38, 47<br />

vakken, samenhangen 27<br />

vakken, bundelen 27<br />

vakopleiding(en) 8, 10, 11, 33<br />

vavo 38<br />

vbo 12<br />

veiligheid 29, 45<br />

veiligheidsplan 44<br />

verantwoordelijkheid 20, 22, 28, 29<br />

vereniging 19, 41, 43<br />

verenigings of stichtingsbestuur 12<br />

vertrouwensinspecteur 44, 45<br />

vertrouwenspersoon 48, 51<br />

vervolgstudie 26<br />

verwijdering 23<br />

verzekering (WA, collectief) 22<br />

vmbo (voorbereidend middelbaar<br />

beroepsonderwijs) 7, 8, 9, 10, 13, 14, 15,<br />

26<br />

vmbo-beroepsgericht 28<br />

vmbo theoretisch 13, 15, 28<br />

vmbo theoretisch-havo-vwo 13<br />

volwassenenonderwijs (vavo) 19, 38<br />

voorbereidend middelbaar<br />

beroepsonderwijs 37<br />

voortgezet algemeen 11, 19, 38<br />

voortgezet onderwijs 12<br />

voortgezet onderwijs, schoolkosten 19<br />

voortgezet speciaal onderwijs (vso) 19,<br />

20, 43<br />

vorderingen 30, 47, 48<br />

vrije ruimte 10, 29, 30<br />

vrije scholen 12<br />

vrij, extra 21<br />

vrij deel 10<br />

vrijgeven 20<br />

vrijstelling, voor dat vak 28<br />

vrije school 12<br />

vwo-examen 35<br />

vwo 7, 10, 12, 14, 15, 19, 26, 35, 37<br />

W:<br />

wereldbeschouwing 12<br />

werkstuk(ken) 49<br />

Wet Educatie en Beroepsonderwijs 20<br />

Wetenschappelijk onderwijs (wo) 10<br />

Wet medezeggenschap onderwijs 42, 43<br />

62


B I J L A G E N<br />

T R E F W O O R D E N<br />

Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage<br />

en schoolkosten (WTOS) 19<br />

wettelijke bijdrage 3<br />

woordblindheid 37<br />

www.onderwijsinspectie.nl 13<br />

Z:<br />

ziekte (langdurig zieke kinderen) 10<br />

zorg en welzijn, sector 9<br />

zorgstructuur 9, 10<br />

zorg voor leerlingen 13<br />

63


<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />

2006 - 2007


Publicatie van het ministerie van <strong>Onderwijs</strong>,<br />

Cultuur en Wetenschap<br />

Productie:<br />

directie Communicatie,<br />

Mirjam Pliester / Leo Wijnhoven<br />

Uitgave:<br />

September 2006<br />

Deze uitgave staat op internet onder:<br />

www.minocw.nl/onderwijs/vogids<br />

Ontwerp & Fotografie:<br />

TMG Advertising<br />

Thijsen Media Group<br />

OCW35.028

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!