Voortgezet Onderwijs - Prinses Christina School
Voortgezet Onderwijs - Prinses Christina School
Voortgezet Onderwijs - Prinses Christina School
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
gids voor ouders, verzorgers<br />
en leerlingen<br />
2006-2007<br />
STUDEREN BELEVEN WETEN
V O O R W O O R D<br />
Welkom op de internetpagina van de<br />
onderwijsgids die uitgebreide informatie<br />
geeft over het voortgezet onderwijs.<br />
Bijvoorbeeld over de kosten, de<br />
regels, de gang van zaken op school en<br />
het examen. Ook kunt u hier lezen hoe<br />
u als ouder of verzorger invloed kunt<br />
hebben op het beleid van de school.<br />
Deze onderwijsgids helpt u een eind op<br />
weg, maar scholen voor voortgezet<br />
onderwijs verschillen van elkaar. Het is<br />
daarom belangrijk een school te kiezen<br />
die bij uw kind past. Scholen voldoen<br />
allemaal aan dezelfde kwaliteitseisen,<br />
maar hebben ieder een eigen aanpak.<br />
Scholen krijgen bovendien vanaf dit<br />
schooljaar meer mogelijkheden om hun<br />
onderwijs in de onderbouw (klas 1 en 2,<br />
bij havo/vwo ook klas 3) naar eigen<br />
inzicht te organiseren. Daardoor kunt<br />
u naast de bekende vakken (of in plaats<br />
daarvan) ook nieuwe onderwijsvormen<br />
op het lesrooster van uw zoon of<br />
dochter aantreffen.<br />
Voor algemene vragen over de rijksoverheid<br />
kunt u terecht bij postbus 51.<br />
Ik hoop dat u met deze gids snel en<br />
gemakkelijk een antwoord vindt op uw<br />
vragen over het voortgezet onderwijs.<br />
Maar bovenal wens ik uw dochter of<br />
zoon een succesvolle en prettige<br />
schooltijd toe!<br />
De minister van <strong>Onderwijs</strong>, Cultuur en<br />
Wetenschap<br />
Maria J.A. van der Hoeven<br />
Meer informatie over de school in uw<br />
omgeving is te vinden in de schoolgids<br />
die elke school heeft en op de internetpagina<br />
van de onderwijsinspectie. Het<br />
is handig om bij meerdere scholen die u<br />
op het oog heeft een schoolgids aan te<br />
vragen, zodat u ze onderling kunt<br />
vergelijken.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Als u nog vragen heeft na het lezen van<br />
deze gids, bel dan het gratis telefoonnummer<br />
0800-5010 van het Landelijk<br />
Informatiecentrum voor ouders. Hun<br />
medewerkers kunnen informatie geven,<br />
adviseren en eventueel doorverwijzen.<br />
Ook kunt u via de website:<br />
www.50tien.nl per e-mail vragen<br />
stellen.
I N H O U D S O P G A V E<br />
1<br />
7<br />
Inleiding<br />
Het Nederlandse voortgezet onderwijs:<br />
kennen en kiezen<br />
De verschillende schoolsoorten<br />
Het praktijkonderwijs<br />
Vmbo<br />
Havo en vwo<br />
Schema Nederlands onderwijssysteem<br />
Openbare en bijzondere scholen<br />
Grote en kleine scholen<br />
Informatie over een school<br />
Wet op het onderwijstoezicht<br />
De juiste schoolkeuze<br />
Het advies van de basisschool<br />
Kennismaken met de school<br />
Weigeren van een leerling<br />
Bezwaarmogelijkheden bij weigering<br />
7<br />
7<br />
8<br />
10<br />
11<br />
12<br />
12<br />
13<br />
14<br />
14<br />
15<br />
15<br />
16<br />
16<br />
5<br />
Zijn ouders en leerlingen aan het schooladvies<br />
gebonden?<br />
Adviezen na het tweede leerjaar<br />
Op weg naar het examen<br />
Het globale eindexamenprogramma<br />
Het examenreglement<br />
Het programma van toetsing en afsluiting<br />
Het schoolexamen<br />
Op een andere manier examen doen<br />
Het centraal examen<br />
Het vmbo-examen<br />
Doorstromen<br />
Gecommitteerden bij het centraal examen<br />
De eindcijfers<br />
Wanneer is een leerling geslaagd?<br />
Alsnog het diploma behalen<br />
Vragen en klachten over het centraal examen<br />
33<br />
33<br />
35<br />
35<br />
35<br />
36<br />
36<br />
37<br />
37<br />
37<br />
37<br />
38<br />
38<br />
38<br />
38<br />
39<br />
2<br />
3<br />
Kosten en regels<br />
Wat kost onderwijs eigenlijk?<br />
De vrijwillige ouderbijdrage<br />
Wie kan in de studiekosten bijdragen?<br />
De bijdrage voor culturele activiteiten via<br />
school<br />
De aanschaf van boeken<br />
De leerplicht<br />
Het aantal lesuren<br />
Overblijven tussen de middag<br />
De verantwoordelijkheid voor de leerling<br />
De zomervakantie<br />
Schorsing of verwijdering<br />
De gang van zaken op school en in de les<br />
De medewerkers op school<br />
De kerndoelen van de onderbouw: wat leren<br />
leerlingen?<br />
Het programma in de onderbouw: hoe leren<br />
leerlingen?<br />
De brugperiode<br />
<strong>Onderwijs</strong>tijd<br />
Lesuitval en tussenuren<br />
De differentiële ruimte<br />
Extra begeleiding door de school<br />
Het rapport<br />
18<br />
18<br />
18<br />
19<br />
19<br />
20<br />
20<br />
21<br />
22<br />
22<br />
22<br />
23<br />
25<br />
25<br />
26<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
29<br />
30<br />
30<br />
6<br />
7<br />
De stem van ouders en leerlingen<br />
Invloed van ouders en leerlingen op het<br />
beleid van de school<br />
De medezeggenschapsraad<br />
Rechten medezeggenschapsraad<br />
De ouderraad<br />
Andere vormen van oudervertegenwoordiging<br />
De leerlingenraad<br />
Het leerlingenstatuut<br />
Een veilig schoolklimaat<br />
De vorderingen op school<br />
Een goed contact met school<br />
Begeleiding van leerlingen op school<br />
Verschillen in begeleiding tussen scholen<br />
De vorderingen bijhouden<br />
Helpen met het huiswerk<br />
Leerproblemen<br />
Gedragsproblemen<br />
Extra aandacht en speciale hulp<br />
De Rugzak/ Gehandicapte leerling<br />
Hulp bij het zoeken naar een school<br />
Als de school geen oplossing heeft<br />
Waar kunnen ouders en leerlingen terecht<br />
met klachten?<br />
41<br />
41<br />
42<br />
42<br />
42<br />
43<br />
43<br />
43<br />
44<br />
47<br />
47<br />
47<br />
48<br />
48<br />
48<br />
49<br />
49<br />
49<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
4<br />
Keuzes en adviezen tijdens de rit<br />
De studie- of kiezen<br />
Het advies aan het eind van het<br />
tweede leerjaar<br />
De invloed van de ouders<br />
32<br />
32<br />
32<br />
32<br />
32<br />
Bijlagen<br />
Belangrijke adressen en telefoonnummers<br />
Lijst met vragen<br />
Trefwoordenlijst<br />
3<br />
52<br />
52<br />
57<br />
59
I N L E I D I N G<br />
Deze gids is geschreven voor de<br />
ouder(s), verzorger(s) en leerlingen<br />
in het voortgezet onderwijs. Hij<br />
geeft antwoord op vragen die<br />
ouders en leerlingen hebben, bijvoorbeeld<br />
over zaken als de schoolvakanties,<br />
de verschillende soorten<br />
onderwijs, de examens en reglementen,<br />
de sfeer op school of over<br />
kosten. Met andere woorden: de<br />
gids informeert u over rechten,<br />
Achter in de gids vindt u een uitgebreide<br />
lijst met namen, adressen en telefoonnummers<br />
van organisaties, waar u over<br />
bepaalde onderwerpen meer informatie<br />
kunt aanvragen. Eveneens achterin de<br />
gids treft u een lijst met vragen, die u<br />
behulpzaam kan zijn bij het zoeken naar<br />
een geschikte school voor uw zoon of<br />
dochter.<br />
U kunt de gids op verschillende manieren<br />
gebruiken: lezen van de eerste tot de<br />
laatste bladzijde of zoeken in de trefwoordenlijst<br />
naar de bladzijde met de<br />
gewenste informatie.<br />
Hoe u de gids ook gebruikt, wij hopen<br />
dat hij u de antwoorden geeft op uw<br />
vragen over het voortgezet onderwijs,<br />
en u uitnodigt tot gesprekken daarover,<br />
thuis en op school.<br />
In deze onderwijsgids zijn teksten<br />
opgenomen die informeren over wet- en<br />
regelgeving. Aan deze onderwijsgids als<br />
zodanig kunnen geen rechten worden<br />
ontleend.<br />
In vergelijking met vorige uitgaven is de<br />
tekst van de onderwijsgids 2006-2007 op<br />
kleine onderdelen veranderd.<br />
plichten en mogelijkheden in het<br />
onderwijs.<br />
5
Een groot deel van wat leerlingen<br />
in de onderbouw van het<br />
voortgezet onderwijs leren, is voor<br />
alle leerlingen hetzelfde.
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
In dit hoofdstuk treft u informatie<br />
aan over de verschillende schoolsoorten,<br />
het verschil tussen<br />
openbare en bijzondere scholen,<br />
grote en kleine scholen. Ook staan<br />
De verschillende schoolsoorten<br />
Aan het einde van de basisschool maken<br />
u en uw kind samen een keuze voor een<br />
van de soorten voortgezet onderwijs.<br />
U kunt hierbij kiezen uit:<br />
• praktijkonderwijs<br />
• vmbo (voorbereidend middelbaar<br />
beroepsonderwijs);<br />
• havo (hoger algemeen voortgezet<br />
onderwijs);<br />
• vwo (voorbereidend wetenschappelijk<br />
onderwijs).<br />
in dit hoofdstuk onderwerpen als<br />
het advies van de basisschool, hoe u<br />
kunt kiezen uit de verschillende<br />
scholen in het voortgezet onderwijs<br />
Deze drie soorten voortgezet onderwijs<br />
zijn bedoeld voor leerlingen vanaf<br />
ongeveer12 jaar. Alle leerlingen krijgen in<br />
de onderbouw grotendeels dezelfde<br />
lesstof. Hoe die lesstof wordt gegeven,<br />
verschilt per schoolsoort. Afgezien van de<br />
inhoudelijke overeenkomst tussen de<br />
programma's in de onderbouw verschillen<br />
de schoolsoorten flink. In opleidingsduur<br />
bijvoorbeeld, en ook in eindniveau (de<br />
examenprogramma's).<br />
en de kennismaking met de school<br />
van uw keuze.<br />
Het praktijkonderwijs<br />
Het praktijkonderwijs is bedoeld voor<br />
leerlingen van wie duidelijk niet kan<br />
worden verwacht, dat ze op het vmbo een<br />
diploma zullen behalen. Dit onderwijs is<br />
op de individuele leerling gericht. De<br />
school maakt voor elke leerling een individueel<br />
ontwikkelingsplan. Dit geeft aan<br />
wat er wordt gedaan om leerlingen zo<br />
goed mogelijk op het latere leven voor te<br />
bereiden (wonen, werken, vrije tijd en<br />
burgerschap). Dit ontwikkelingsplan<br />
wordt met de ouders of de wettelijke<br />
vertegenwoordigers van de leerling<br />
besproken.<br />
Leerlingen komen op een school voor<br />
praktijkonderwijs als zij daarvoor een<br />
indicatie hebben gekregen. Een school<br />
voor praktijkonderwijs mag alléén leerlingen<br />
toelaten die twaalf jaar of ouder zijn<br />
én de indicatie voor praktijkonderwijs<br />
hebben. Als leerlingen in het leerweg-<br />
7
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
ondersteunend onderwijs de lessen door<br />
omstandigheden niet kunnen volgen,<br />
mogen ze onder bepaalde voorwaarden<br />
naar het praktijkonderwijs.<br />
Omdat de individuele behoefte van de<br />
leerlingen centraal staat, zijn er weinig<br />
voorschriften voor het praktijkonderwijs.<br />
Op school moet wél onderwijs worden<br />
gegeven in taal, rekenen/wiskunde, informatiekunde<br />
en lichamelijke oefening,<br />
maar hiervoor zijn geen programma’s<br />
vastgelegd. Het onderwijs kan daardoor<br />
beter worden aangepast aan de mogelijkheden<br />
en het niveau van de leerling.<br />
Scholen voor praktijkonderwijs leiden<br />
vooral op voor functies binnen de regionale<br />
arbeidsmarkt. Zij bieden daarom een<br />
verscheidenheid aan beroepsgerichte<br />
programma’s aan om hun leerlingen zo<br />
goed mogelijk voor te bereiden. Welke<br />
programma’s dat precies zijn, bepaalt de<br />
school. De school overlegt hierover met<br />
de gemeente. Het gaat om uiteenlopende<br />
beroepsgerichte programma,s bijvoorbeeld<br />
voor magazijnmedewerker, de<br />
horeca, vorkheftruckchauffeur, de bouw<br />
en het grootwinkelbedrijf.Daarnaast zijn<br />
er nog andere programma’s, die voor elke<br />
school verschillend zijn. De mogelijkheden<br />
van de bedrijven in de omgeving<br />
bepalen doorgaans welke programma’s<br />
het beste kunnen worden aangeboden.<br />
Met elke leerling wordt gesproken over<br />
zijn/haar beroepswensen en de mogelijkheden<br />
die hij/zij heeft. Als de leerlingen<br />
ouder zijn, doen zij tijdens stages veel<br />
praktijkervaring op om zich voor te bereiden<br />
op een plaats op de arbeidsmarkt. De<br />
scholen doen hun best om voor hun leerlingen<br />
een geschikte functie te vinden.<br />
Vmbo<br />
Het vmbo bestaat uit zogenaamde 'leerwegen',<br />
die aansluiten op het middelbaar<br />
beroepsonderwijs (mbo). Het vmbo kent<br />
vier sectoren, met vaste vakkenpakketten.<br />
Leerlingen in het vmbo kiezen voor<br />
8<br />
een van die sectoren. De keuze voor een<br />
sector maken leerlingen op zijn vroegst<br />
aan het eind van het tweede leerjaar. Een<br />
leerweg is de route die een leerling volgt<br />
na de tweejarige onderbouw naar het<br />
onderwijs dat daarop aansluit. Alle vier de<br />
leerroutes leiden dus naar het middelbaar<br />
beroepsonderwijs. De vier leerwegen zijn:<br />
• de theoretische leerweg;<br />
• de gemengde leerweg;<br />
• de kaderberoepsgerichte leerweg;<br />
• de basisberoepsgerichte leerweg.<br />
Binnen de basisberoepsgerichte leerweg<br />
is een nieuw traject ingevoerd, het leerwerktraject.<br />
Dit is een leerwijze met<br />
meer ruimte voor stage of werk.<br />
Als we kijken naar de doorstroommogelijkheden,<br />
liggen de eerste drie leerwegen<br />
dicht bij elkaar. De theoretische<br />
leerweg kan het beste worden vergeleken<br />
met het vroegere mavo. Deze leerweg<br />
geeft toegang tot de vakopleidingen<br />
(niveau 3) en middenkader-opleidingen<br />
(niveau 4) in het middelbaar beroepsonderwijs.<br />
De theoretische leerweg geeft<br />
bovendien de mogelijkheid om door te<br />
stromen naar het havo. De leerling heeft<br />
dan wel wiskunde én Frans of Duits in het<br />
pakket nodig.<br />
De gemengde leerweg ligt qua niveau<br />
dicht bij de theoretische leerweg en<br />
bereidt de leerlingen voor op de vak- en<br />
middenkaderopleidingen in het middelbaar<br />
beroepsonderwijs.<br />
De kaderberoepsgerichte leerweg richt<br />
zich op de praktijk en bereidt de leerlingen<br />
voor op de vak- en middenkaderopleidingen<br />
in het middelbaar beroepsonderwijs.<br />
De vierde leerweg, de basisberoepsgerichte<br />
leerweg, bereidt uitsluitend voor<br />
op de basisberoepsopleidingen (niveau 2)<br />
in het middelbaar beroepsonderwijs.
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
Een leerwerktraject geeft doorstroomrechten<br />
naar een niveau 2 opleiding in<br />
het mbo als deze verwant is. Is die niet<br />
verwant, dan kunnen eventueel nadere<br />
eisen door het mbo worden gesteld.<br />
Elke leerweg kent een keuze uit vier sectoren,<br />
namelijk:<br />
• techniek;<br />
• zorg en welzijn;<br />
• economie;<br />
• landbouw.<br />
Voor scholen met vmbo geldt dat er binnen<br />
de sectoren verschillende afdelingen<br />
bestaan. Er zijn veertien afdelingen:<br />
• bouwtechniek;<br />
• metaaltechniek;<br />
• elektrotechniek;<br />
• voertuigentechniek;<br />
• installatietechniek;<br />
• grafische techniek (grafimedia);<br />
• transport en logistiek;<br />
• verzorging;<br />
• uiterlijke verzorging;<br />
• administratie;<br />
• handel en verkoop;<br />
• mode en commercie;<br />
• consumptief;<br />
• landbouw en natuurlijke omgeving.<br />
Sommige scholen bieden een gecombineerd<br />
programma aan: het intrasectorale<br />
programma. Het intrasectorale programma<br />
is opgebouwd uit onderdelen van verschillende<br />
afdelingen binnen één sector.<br />
In het vmbo is de zogeheten zorgstructuur<br />
ingevoerd. Een van de doelen in het<br />
vmbo is dat zoveel mogelijk leerlingen<br />
een van de leerwegen met een vmbodiploma<br />
afsluiten. De meeste leerlingen<br />
zullen dat doel op eigen kracht en zonder<br />
bijzondere voorzieningen kunnen<br />
bereiken. Maar er zijn ook leerlingen die<br />
daarbij wat extra hulp nodig hebben.<br />
Voor leerlingen die bij het volgen van een<br />
van de leerwegen tijdelijke ondersteuning<br />
nodig hebben, is er het leerwegondersteunend<br />
onderwijs (lwoo). Leerlingen<br />
krijgen dan extra (orthodidactische of<br />
orthopedagogische) hulp. Sommige<br />
vmbo-scholen hebben een aparte<br />
voorziening voor leerlingen die leerwegondersteunend<br />
onderwijs krijgen. De<br />
leerlingen krijgen daar onder andere les<br />
in kleinere groepen en kunnen daardoor<br />
meer hun eigen tempo volgen. In het leerwegondersteunend<br />
onderwijs volgen de<br />
leerlingen hetzelfde programma als in de<br />
reguliere leerwegen.<br />
Daarnaast is er een groep leerlingen van<br />
wie wordt verwacht dat zij de leerwegen<br />
niet met een diploma zullen afsluiten, ook<br />
niet met langdurige extra ondersteuning.<br />
Voor die leerlingen is er het praktijkonderwijs.<br />
Dit is een speciale vorm van<br />
onderwijs, die leerlingen voorbereidt op<br />
een plaats op de regionale arbeidsmarkt.<br />
Niet elke school heeft alle afdelingen in<br />
huis. Een leerling kan dus bijvoorbeeld<br />
niet overal 'voertuigentechniek' of 'uiterlijke<br />
verzorging' volgen. Het is daarom<br />
raadzaam om bij de vmbo-scholen bij u in<br />
de omgeving na te vragen welke opleidingen<br />
zij aanbieden.<br />
Ouders en leerlingen doen er goed aan<br />
om bij de overgang van het basisonderwijs<br />
naar het vmbo de zwaarte van de<br />
leerwegen goed in het oog te houden.<br />
9
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Een regionale verwijzingscommissie<br />
bepaalt of een leerling wordt toegelaten<br />
tot het praktijkonderwijs. Deze commissie<br />
bekijkt aan de hand van landelijke<br />
criteria het dossier van de leerling en<br />
bepaalt daarna of de leerling in aanmerking<br />
komt voor praktijkonderwijs.<br />
De beslissing of uw kind leerwegondersteunend<br />
onderwijs ontvangt is een<br />
beslissing van de school. De middelbare<br />
school bepaalt zelf of een leerling extra<br />
ondersteuning krijgt of niet. Daar laat de<br />
regionale verwijzingscommissie zich niet<br />
over uit. Wél beslist de commissie op<br />
basis van de aanmeldingen of de school<br />
extra geld ontvangt voor de verzorging<br />
van uw kind.<br />
Ook niet-geïndiceerde leerlingen zijn door<br />
scholen toelaatbaar tot de verschillende<br />
vormen en mogelijkheden van leerwegondersteuning<br />
in het vmbo. De school is<br />
wel verplicht om voor elke leerling met<br />
een beschikking voor leerwegondersteunend<br />
onderwijs of praktijkonderwijs<br />
een individueel handelingsplan op te<br />
stellen. U kunt de school hiernaar vragen.<br />
De zorgstructuur zoals die hierboven is<br />
beschreven, is sinds 1 augustus 2002 een<br />
feit. Het doel van deze structuur is om<br />
leerlingen met verschillende hulpvragen<br />
passende opleidingen aan te bieden.<br />
Daarmee krijgen ze meer mogelijkheden<br />
om een schooldiploma te halen of later<br />
een beroep te leren.<br />
Daarnaast zijn er scholen voor speciaal<br />
voortgezet onderwijs. Deze zijn ingericht<br />
op lichamelijk gehandicapte kinderen,<br />
slechthorende of slechtziende kinderen of<br />
langdurig zieke kinderen.<br />
havo en vwo<br />
Het havo duurt vijf jaar en is vooral bedoeld<br />
als voorbereiding op het hbo (hoger<br />
beroepsonderwijs). Met een bewijs dat de<br />
eerste drie leerjaren havo met gunstig<br />
gevolg zijn doorlopen, kan een leerling<br />
doorstromen naar een vakopleiding of<br />
een middenkaderopleiding in het middelbaar<br />
beroepsonderwijs.<br />
Het vwo ten slotte duurt zes jaar en is<br />
vooral bedoeld als voorbereiding op het<br />
wetenschappelijk onderwijs. Met een<br />
bewijs dat de eerste drie leerjaren van<br />
het vwo met gunstig gevolg zijn doorlopen,<br />
kan een leerling doorstromen naar<br />
een vakopleiding of een middenkaderopleiding<br />
in het middelbaar beroepsonderwijs.<br />
Tot het vwo behoren het atheneum en het<br />
gymnasium. Op het gymnasium krijgen<br />
alle leerlingen Grieks en Latijn in de<br />
onderbouw en Grieks en/of Latijn in de<br />
bovenbouw. Op het atheneum wordt soms<br />
Latijn of Grieks gegeven als keuzevak.<br />
Er bestaat ook een lyceum. Hier kunnen<br />
leerlingen zelf kiezen voor het gymnasium<br />
of het atheneum.<br />
In het havo en het vwo heeft een leerling<br />
de keuze uit vier profielen. Een profiel<br />
bestaat uit een samenhangend onderwijsprogramma<br />
dat de leerling in havo en vwo<br />
voorbereidt op een opleiding aan een<br />
hogeschool of universiteit. Door die<br />
aansluiting kan ook het aantal studenten<br />
dat het hoger onderwijs voortijdig verlaat,<br />
beperkt blijven.<br />
Er zijn vier profielen:<br />
• natuur en techniek;<br />
• natuur en gezondheid;<br />
• economie en maatschappij;<br />
• cultuur en maatschappij.<br />
Elk profiel heeft een gemeenschappelijk<br />
deel, dat voor alle profielen gelijk is.<br />
Daarnaast is er een profieldeel dat elk<br />
van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er<br />
een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de<br />
leerling gebruiken om vakken te volgen<br />
uit een ander profieldeel. Dat vergroot de<br />
mogelijkheden van leerlingen om door te<br />
stromen naar het hoger onderwijs.<br />
10
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
Schema<br />
Nederlands onderwijssysteem<br />
Post-initieel hoger <strong>Onderwijs</strong><br />
In dit schema kunt u zien hoe het<br />
Nederlandse onderwijssysteem er<br />
uitziet:<br />
Open Universiteit (ou) 3<br />
Wetenschappelijk <strong>Onderwijs</strong> (wo) 3 4 jaar<br />
Hoger Beroepsonderwijs (hbo) 3 4 jaar<br />
Specialisten Opleiding 2<br />
1-2 jaar<br />
Middelkaderopleiding 2 3-4 jaar<br />
Vakopleiding 2 2-4 jaar<br />
Basisberoepsopleiding 2 2-3 jaar<br />
Ass.Opl 2<br />
0,5-1 jaar<br />
1. De schoolsoorten vwo, havo,<br />
Niveau 6<br />
vmbo en praktijkonderwijs<br />
behoren tot het voortgezet<br />
onderwijs.<br />
2. Assistentopleiding, basisberoepsopleiding,<br />
vakopleiding, middenkaderopleiding<br />
en specialistenopleiding<br />
behoren tot het<br />
middelbaar beroepsonderwijs.<br />
3. Hbo, wo en de Open Universiteit<br />
behoren tot het hoger onderwijs.<br />
4. Volwassenonderwijs kent vier<br />
soorten opleidingen: voortgezet<br />
algemeen volwassenonderwijs<br />
(vavo), Nederlands als tweede<br />
taal (NT2), breed maatschappelijk<br />
functioneren en sociale redzaamheid.<br />
Deze opleidingen<br />
worden niet op alle niveaus aangeboden.<br />
Speciaal <strong>Onderwijs</strong> en <strong>Voortgezet</strong> Speciaal <strong>Onderwijs</strong><br />
Voorbereidend Wetenschappelijk <strong>Onderwijs</strong> (VWO) 1 6 jaar<br />
Hoger Algemeen <strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong> (havo) 1 5 jaar<br />
Theoretische leerweg<br />
Gemengde leerweg<br />
Kader beroepsgerichte leerweg<br />
Basisberoepsgerichte leerweg<br />
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) 1 4 jaar<br />
Onderbouw<br />
BASISONDERWIJS 8 JAAR<br />
Praktijk <strong>Onderwijs</strong> 1 6 jaar<br />
Niveau 5<br />
Niveau 4<br />
Niveau 3<br />
Niveau 2<br />
Niveau 1<br />
Volwassen<br />
<strong>Onderwijs</strong> 4<br />
11
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
Het studiehuis:<br />
zelfstandig werken op havo en vwo zorgt<br />
voor een betere aansluiting op het hoger en<br />
wetenschappelijk<br />
onderwijs.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
In havo en vwo is het onderwijs opgebouwd<br />
rond het 'studiehuis'. Daarbij<br />
gaat het niet om een gebouw. Met het<br />
begrip 'studiehuis' doelen we vooral op<br />
begeleiding door de docent, die erop is<br />
gericht de leerlingen in toenemende mate<br />
zelfstandig hun werk te laten doen.<br />
De hoeveelheid werk voor de leerlingen<br />
wordt uitgedrukt met het begrip<br />
'studielast'. Met studielast wordt de<br />
hoeveelheid tijd bedoeld die de gemiddelde<br />
leerling nodig heeft om zich een<br />
bepaalde hoeveelheid leerstof eigen te<br />
maken. Het gaat niet alleen om het volgen<br />
van de lessen op school, maar ook om<br />
de voorbereiding daarvan thuis.<br />
Werkstukken schrijven, boeken lezen, een<br />
mediatheek gebruiken en deelnemen aan<br />
excursies horen ook bij de studielast.<br />
De studielast is gebaseerd op de volgende<br />
rekensom: een leerling besteedt<br />
gedurende 40 weken per jaar 40 uur per<br />
week aan zijn of haar opleiding. Dat komt<br />
neer op een studielast van 1600 uur per<br />
jaar. De studielast voor de tweede fase<br />
van het havo is dus 3200 uur (verspreid<br />
over twee jaren) en voor het vwo 4800<br />
uur (verspreid over drie jaren).<br />
Openbare en bijzondere scholen<br />
Nederland kent ongeveer 700 scholen<br />
voor voortgezet onderwijs die betaald<br />
worden met belastinggeld. En net als in<br />
het basisonderwijs zijn er openbare en<br />
bijzondere scholen.<br />
Een openbare school wordt bestuurd door<br />
het gemeentebestuur of door een bestuurscommissie<br />
die de gemeente heeft<br />
ingesteld. In zo'n bestuurscommissie kunnen<br />
ouders zitten. Verder kan de<br />
gemeente het bestuur van een openbare<br />
school verzelfstandigen door het over te<br />
dragen aan een openbare rechtspersoon<br />
of het onder te brengen in een stichting.<br />
Openbare scholen staan open voor alle<br />
leerlingen, van welke godsdienst of<br />
levensovertuiging dan ook. Er zijn ook<br />
openbare scholen die volgens bepaalde<br />
opvoedings- en onderwijsmethoden<br />
werken, zoals Montessori, Jenaplan,<br />
Freinet en Dalton.<br />
Een bijzondere school wordt bestuurd<br />
door een verenigings- of stichtingsbestuur.<br />
Meestal zitten ouders zelf in het<br />
bestuur van zo'n school. Er zijn allerlei<br />
bijzondere scholen. Confessioneel bijzondere<br />
scholen zijn rooms-katholieke,<br />
protestants-christelijke, joodse of islamitische<br />
scholen. Zij werken vanuit een<br />
godsdienst en wereldbeschouwing en<br />
combineren dit met een bepaalde opvoedings-<br />
en onderwijsmethode. Dat kan<br />
ook Montessori of Jenaplan zijn.<br />
Algemeen bijzondere scholen gaan uit van<br />
de gelijkwaardigheid van levensbeschouwingen<br />
en combineren dit in de<br />
regel met bepaalde opvoedings- en onderwijsmethoden<br />
zoals Montessori, Jenaplan<br />
en Dalton. Er zijn ook Vrije scholen, die<br />
een eigen mensvisie combineren met een<br />
opvoedingsmethode.<br />
Godsdienstonderwijs kan als een verplicht<br />
vak op de confessioneel bijzondere<br />
scholen worden gegeven. Als ouders dit<br />
wensen, kan godsdienstonderwijs als een<br />
niet-verplicht vak worden gegeven op de<br />
algemeen bijzondere en openbare<br />
scholen.<br />
Wilt u meer weten over openbaar onderwijs,<br />
bijzonder onderwijs of over speciale<br />
opvoedings- en onderwijsmethoden, dan<br />
kunt u contact opnemen met een van de<br />
organisaties die achterin deze gids<br />
vermeld staan.<br />
Grote en kleine scholen<br />
Vroeger waren scholen voor vbo, mavo,<br />
havo en vwo meestal apart. Tegenwoordig<br />
zijn veel van die aparte scholen gefuseerd<br />
tot brede scholengemeenschappen.<br />
Hierdoor kunnen leerlingen op een school<br />
12
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
(meestal met meer dan één gebouw)<br />
terecht voor alle soorten voortgezet<br />
onderwijs. Als ze van het vmbo naar het<br />
havo willen, hoeven ze dus niet naar een<br />
andere school. Een groot verschil met het<br />
basisonderwijs is dat op deze scholen veel<br />
meer leerlingen zitten; ook werken er<br />
veel meer leraren. Brede scholengemeenschappen<br />
zijn vaak georganiseerd in leerlingenstromen,<br />
afdelingen of sectoren.<br />
Door deze manier van organiseren wordt<br />
de band tussen leerlingen en leraren<br />
onderling versterkt.<br />
Daarnaast bestaan er scholen die een<br />
aantal, maar niet alle schoolsoorten<br />
bieden. Dit zijn de zogenaamde smalle<br />
scholengemeenschappen voor bijvoorbeeld<br />
vmbo, vmbo theoretisch-havo-vwo<br />
of voor havo-vwo. Tot slot kennen we nog<br />
categoriale scholen. Deze scholen hebben<br />
maar één soort onderwijs, bijvoorbeeld<br />
alleen vmbo theoretisch of alleen gymnasium.<br />
Het kan zijn dat een leerling op een<br />
bepaald moment beter ander onderwijs<br />
kan volgen dan de categoriale school<br />
biedt. De meeste scholen hebben in een<br />
regio afspraken gemaakt om een soepele<br />
overgang naar een andere school<br />
mogelijk te maken.<br />
Informatie over een school<br />
Als u meer wilt weten over een school,<br />
dan kunt u de schoolgids van de school<br />
aanvragen. Ook kunt u de kwaliteitskaart<br />
van de school of het toezichtrapport van<br />
de inspectie raadplegen op de internetpagina<br />
van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl).<br />
Daarnaast hebben de<br />
meeste scholen een eigen internetsite<br />
waar u veel informatie vindt. Veel scholen<br />
organiseren bovendien speciale informatieavonden<br />
of -dagen voor nieuwe<br />
leerlingen en ouders.<br />
belang zijn: de uitgangspunten en doelstellingen<br />
van een school, de manier van<br />
lesgeven, maar ook lestijden en<br />
vakantieroosters. De gids vertelt u daarnaast<br />
of de school speciale programma's<br />
heeft voor bijvoorbeeld topsporters,<br />
hoogbegaafde leerlingen, tweetalig onderwijs<br />
of muziek en dans. De speciale toelatingsregels<br />
die daarvoor gelden, staan<br />
ook in de gids vermeld. In een schoolgids<br />
vindt u onder meer informatie over de<br />
volgende onderwerpen:<br />
• De doelen van het onderwijs en de<br />
resultaten die ermee zijn bereikt.<br />
Hieronder vallen percentages leerlingen<br />
die doorstromen naar een<br />
hoger leerjaar of een ander soort<br />
onderwijs, percentages van leerlingen<br />
die de school zonder diploma verlaten<br />
en percentages leerlingen die voor het<br />
eindexamen slagen.<br />
• De zorg voor leerlingen met speciale<br />
onderwijsbehoeften.<br />
• De invulling van de verplichte<br />
onderwijstijd.<br />
• De besteding van de vrijwillige ouderbijdrage<br />
en een ontwerp van de overeenkomst<br />
die de school over de ouderbijdrage<br />
sluit met de ouders.<br />
• De rechten en plichten van de ouders<br />
en verzorgers, de leerlingen en het<br />
bevoegd gezag van de school.<br />
Hieronder valt informatie over de<br />
klachtenregeling van de school en<br />
over het leerlingenstatuut.<br />
Scholen zijn verplicht een schoolgids uit<br />
te brengen voor ouders, verzorgers en<br />
leerlingen. In zo'n gids staan veel zaken<br />
die bij het kiezen van een school van<br />
13
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
De schoolgids moet jaarlijks gecontroleerd<br />
en zonodig vernieuwd worden.<br />
Daarna wordt hij uitgereikt aan de ouders.<br />
Ouders krijgen de gids ook als ze<br />
hun kind inschrijven op een school.<br />
De schoolgids geeft waardevolle informatie<br />
over het reilen en zeilen op de<br />
school. Vraag de school gerust naar zo’n<br />
schoolgids!<br />
Vanaf 1998 brengt de inspectie van het<br />
onderwijs jaarlijks in september<br />
kwaliteitskaarten uit met de resultaten<br />
van scholen voor voortgezet onderwijs.<br />
Deze kaarten zijn speciaal bedoeld voor<br />
ouders die voor en met hun kind een<br />
school voor voortgezet onderwijs willen<br />
kiezen. De kaarten worden gepubliceerd<br />
op internet (www.onderwijsinspectie.nl).<br />
De kwaliteitskaarten bestaan nu uit een<br />
overzicht van de oordelen van de inspectie<br />
over een school, zoals die door de<br />
inspectie na een periodiek schoolbezoek<br />
zijn vastgesteld.<br />
Het gaat om resultaten van leerlingen<br />
(examens en zittenblijven), de kwaliteit<br />
van leraren, de begeleiding van leerlingen,<br />
het klimaat op de school en de<br />
wijze hoe de school zelf nagaat of ze nog<br />
onderwijs van voldoende kwaliteit<br />
leveren.<br />
Ouders kunnen met deze kaarten de<br />
resultaten van scholen onderling<br />
vergelijken en zien hoe een school het<br />
doet in vergelijking met het landelijke<br />
gemiddelde.<br />
Wet op het onderwijstoezicht<br />
In juni 2002 is er een wet vastgesteld die<br />
regelt dat de kwaliteit van alle scholen<br />
door de inspectie wordt doorgelicht.<br />
De inspectie komt eens in de vier jaar bij<br />
elke school met een team op bezoek,<br />
spreekt dan met directie leraren leerlingen<br />
en ouders en bezoekt lessen.<br />
14<br />
Daarna schrijft de inspectie een rapport<br />
over de kwaliteit van het onderwijs op de<br />
school. De rapporten de resultaten van de<br />
scholen zien en wat de inspectie vindt van<br />
de kwaliteit van de lessen, de veiligheid,<br />
gebruik van computers en dergelijke.<br />
Deze rapporten zijn openbaar en kunnen<br />
door iedereen op internet geraadpleegd<br />
worden. Een aantal is al te vinden op<br />
www.onderwijsinspectie.nl<br />
De juiste schoolkeuze<br />
U kunt uiteraard zelf beslissen of u uw<br />
kind bij een openbare of een bijzondere<br />
school voor voortgezet onderwijs wilt<br />
aanmelden. In principe heeft u een vrije<br />
schoolkeuze. In de praktijk wordt de<br />
keuze alleen beperkt door het advies van<br />
de basisschool en de toelatingseisen voor<br />
de leerwegen in het vmbo en voor havo<br />
en vwo. Leerlingen moeten het onderwijs<br />
immers 'aankunnen'. Het is in het algemeen<br />
niet verstandig een leerling aan<br />
een hogere of lagere opleiding in het<br />
voortgezet onderwijs te laten beginnen<br />
dan het advies van de basisschool<br />
aangeeft. Een school mag een leerling<br />
niet voorwaardelijk toelaten.<br />
Achterin de gids hebben we een lijst<br />
opgenomen met vragen die u kunnen<br />
helpen als u scholen wilt vergelijken. U<br />
kunt de lijst met vragen gebruiken als u<br />
zich wilt voorbereiden op een gesprek<br />
met een school.<br />
Wanneer ouders hun kind bij een school<br />
inschrijven, moeten zij het sociaal-fiscaal<br />
nummer (sofi-nummer) van hun kind<br />
opgeven. Dit nummer ontvangen zij van<br />
de belastingdienst. Leerlingen zonder<br />
sofi-nummer krijgen van de Informatie<br />
Beheer Groep een speciaal nummer, het<br />
zogenaamde onderwijsnummer. Als een<br />
leerling zo'n nummer heeft, moeten de<br />
ouders dat bij inschrijving aan de school<br />
melden.
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
Voor de leerlingen is er meestal<br />
aan het begin van het eerste<br />
schooljaar een kennismakingsperiode.<br />
Het advies van de basisschool<br />
Als u gaat bepalen welke school voor<br />
voortgezet onderwijs het meest geschikt<br />
is, heeft u te maken met in ieder geval<br />
twee zaken:<br />
• het advies van de basisschool;<br />
• de toelatingseisen bij vmbo,<br />
havo en vwo.<br />
laatste jaar van de basisschool (de eindtoets).<br />
Een schoolbestuur kan voor toelating<br />
ook een minimumscore eisen op de<br />
eindtoets van de basisschool. Soms laten<br />
scholen een psychologisch onderzoek<br />
uitvoeren. Maar dat gebeurt alleen als de<br />
ouders het daarmee eens zijn.<br />
Kennismaken met de school<br />
De directeur en de groepsleraar van<br />
groep 8 van de basisschool geven, na<br />
overleg met het team, in de loop van het<br />
laatste basisschooljaar een schooladvies<br />
(officieel: het onderwijskundig rapport).<br />
Vaak baseert de basisschool het advies op<br />
de eindtoetsen die door veel scholen worden<br />
afgenomen. Maar dat is zeker niet<br />
het enige. Ook de andere leerprestaties<br />
wegen mee, en natuurlijk de interesses<br />
en motivatie van de leerling. Het geheel<br />
moet in onderlinge samenhang worden<br />
bekeken. Op grond van al deze gegevens<br />
schat de school in welk niveau de leerling<br />
waarschijnlijk met succes kan volgen:<br />
vmbo, havo of vwo. Als de basisschool<br />
vindt dat uw kind leerwegondersteunendonderwijs<br />
of praktijkonderwijs nodig<br />
heeft, is een indicatiestelling nodig. Zie<br />
voor meer informatie de paragraaf over<br />
het vmbo.<br />
De meeste scholen voor voortgezet<br />
onderwijs hebben kennismakingsavonden<br />
of -middagen voor ouders, zogenaamde<br />
open dagen. Daar worden ouders (en<br />
leerlingen) in grote lijnen voorgelicht over<br />
de mogelijkheden die de school biedt, de<br />
manier waarop men onderwijs geeft en<br />
wat de school verder doet aan extra<br />
activiteiten. Is de keuze eenmaal gemaakt<br />
en wordt de leerling toegelaten, dan volgt<br />
vaak nog een informatiebijeenkomst<br />
waarin ouders nader worden geïnformeerd<br />
over wat de leerling in de eerste<br />
klas te wachten staat. Voor de leerlingen<br />
is er meestal aan het begin van het eerste<br />
schooljaar een kennismakingsperiode.<br />
Alle basisscholen moeten het schooladvies<br />
op papier zetten en aan de ouders<br />
geven. De meeste scholen geven een uitgebreide<br />
- mondelinge - toelichting op de<br />
eindtoets en het advies. Ook geven ze<br />
voorlichting over de keuzemogelijkheden<br />
in het voortgezet onderwijs bij u in de<br />
omgeving. Uiteraard hechten scholen<br />
voor voortgezet onderwijs veel waarde<br />
aan het schooladvies (het 'onderwijskundig<br />
rapport') van de basisschool. Dit<br />
advies is bij wet voorgeschreven.<br />
Toelating tot vmbo theoretisch, havo of<br />
vwo moet op basis van geschiktheidsonderzoek.<br />
Dat kan op verschillende<br />
manieren: een toelatingsexamen laten<br />
afleggen, proefklassen vormen of onderzoek<br />
doen naar kennis en inzicht in het<br />
15
1<br />
H E T N E D E R L A N D S E V O O R T G E Z E T<br />
O N D E R W I J S : K E N N E N E N K I E Z E N<br />
Weigeren van een leerling<br />
In principe beslist het bestuur van de school<br />
voor voortgezet onderwijs of een leerling<br />
wordt toegelaten. Een school mag een leerling<br />
dus weigeren. Maar hiervoor moeten<br />
wel goede redenen zijn, bijvoorbeeld dat<br />
een school vol is. De school mag de leerling<br />
niet willekeurig weigeren, bijvoorbeeld door<br />
toelating afhankelijk te stellen van de aanvullende<br />
ouderbijdrage. Bijzondere scholen<br />
mogen leerlingen weigeren als de godsdienst<br />
of levensbeschouwing van de ouders<br />
of leerling niet past bij die van de school.<br />
Maar ze mogen leerlingen niet weigeren als<br />
er binnen redelijke afstand van de woning<br />
van de leerling geen openbare school is.<br />
Bezwaarmogelijkheden bij weigering<br />
De schoolbesturen zijn verplicht om<br />
schriftelijk aan ouders uit te leggen waarom<br />
hun kind geweigerd wordt.De ouders kunnen<br />
dan binnen zes weken, eveneens<br />
schriftelijk, bezwaar maken. Het<br />
schoolbestuur moet daarna binnen vier<br />
weken een nieuwe beslissing nemen, nadat<br />
de ouders en de leerling zijn gehoord.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
16
Het onderwijs in Nederland is gratis.
2<br />
K O S T E N E N R E G E L S<br />
Dit hoofdstuk gaat over de kosten<br />
Wat kost onderwijs eigenlijk?<br />
Het voortgezet onderwijs in Nederland is<br />
vanaf 1 augustus 2005 gratis. Ook voor<br />
kinderen boven de 16 jaar. Maar dat<br />
betekent natuurlijk niet dat onderwijs<br />
niets kost. Gemiddeld betaalt de<br />
Nederlandse overheid € 5.600 per jaar<br />
voor elke leerling in het voortgezet<br />
onderwijs. En ook de ouders hebben kosten<br />
voor schoolboeken, lesmateriaal<br />
/lesactiviteiten, diensten die de school<br />
aanbiedt en eventueel reiskosten.<br />
van het onderwijs en de regels in<br />
het onderwijs. Het gaat hier om<br />
informatie over de ouderbijdrage,<br />
de studiekosten, de leerplicht, overblijven,<br />
buitenschoolse activiteiten,<br />
vakanties, enzovoort. Met ingang<br />
van 1 september 2005 heeft de<br />
regering het lesgeld voor leerlingen<br />
in het voortgezet onderwijs<br />
afgeschaft.<br />
De vrijwillige ouderbijdrage<br />
Scholen mogen ouders vragen mee te<br />
betalen aan bepaalde activiteiten of voorzieningen:<br />
de zogenaamde ouderbijdrage.<br />
Die ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage,<br />
d.w.z. dat u als ouder kunt kiezen<br />
of u wel of niet betaalt voor een bepaalde<br />
activiteit of voorziening. Scholen mogen<br />
een leerling de toegang tot de school dus<br />
niet weigeren als u deze bijdrage niet<br />
kunt of wilt betalen. Maar als u niet bijdraagt,<br />
mag uw kind misschien niet meedoen<br />
aan bepaalde festiviteiten of uitstapjes.<br />
Die worden namelijk vaak uit de<br />
ouderbijdrage betaald. Wanneer excursies<br />
een onderdeel vormen van het<br />
schoolplan, kan de school leerlingen de<br />
deelname niet weigeren.<br />
Het geld van de ouderbijdragen wordt<br />
meestal gebruikt voor festiviteiten, culturele<br />
activiteiten en extra leermiddelen.<br />
Sommige scholen vragen één bedrag per<br />
jaar, andere vragen per keer geld voor<br />
een speciale activiteit. Weer andere<br />
scholen gebruiken beide mogelijkheden.<br />
De school moet met de ouders een schriftelijke<br />
overeenkomst sluiten over de<br />
ouderbijdrage. Eerst moet echter vaststaan<br />
dat de leerling wordt toegelaten tot<br />
de school. In de overeenkomst moet de<br />
school duidelijk maken wat er met het<br />
geld van de ouderbijdrage gebeurt.<br />
Daarnaast moet in de overeenkomst<br />
18
2<br />
K O S T E N E N R E G E L S<br />
staan welke regels gelden voor vermindering<br />
of kwijtschelding van deze bijdrage.<br />
De hoogte van de ouderbijdrage verschilt<br />
per school. Nadat u akkoord bent gegaan<br />
met de ouderbijdrage, bent u natuurlijk<br />
verplicht deze te betalen. Dat geldt ook<br />
voor verhogingen van de ouderbijdrage<br />
waarmee de medezeggenschapsraad in<br />
een later stadium kan instemmen. U kunt<br />
via de medezeggenschapsraad invloed<br />
uitoefenen op de hoogte en de besteding<br />
van de ouderbijdrage.<br />
Er is een gedragscode <strong>School</strong>kosten<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong> die beschrijft hoe<br />
scholen op een zorgvuldige en heldere<br />
manier met ouders kunnen communiceren<br />
over de schoolkosten. Deze gedragscode<br />
is opgesteld door vertegenwoordigers van<br />
besturen- en ouderorganisaties en<br />
<strong>School</strong>managers-VO. U kunt de school<br />
vragen of zij deze gedragscode toepast.<br />
U kunt de gedragscode downloaden op<br />
www.schoolmanagersvo.nl.<br />
jaar of ouder die onderwijs volgt in het<br />
voortgezet algemeen volwassenenonderwijs<br />
kan voor deze tegemoetkoming<br />
studiekosten in aanmerking komen,<br />
afhankelijk van het aantal uren dat<br />
onderwijs wordt gevolgd. Hierover kunt u<br />
meer lezen in de brochure 'Informatie<br />
voor scholieren in het vo, (v)so en vavo'.<br />
Deze brochure kunt u aanvragen bij het<br />
Centraal Distributiepunt van de IB-<br />
Groep, telefoonnummer: 050 - 599 77 55<br />
of downloaden via de internetsite van de<br />
IB-Groep (www.ib-groep.nl). U kunt de<br />
brochure ook bij de school en bij de<br />
steunpunten van de IB-Groep krijgen.<br />
Ouders blijven wettelijk verantwoordelijk<br />
voor de kosten van levensonderhoud en<br />
studie totdat hun zoon of dochter 21 jaar<br />
is, ook al ontvangt hij of zij na zijn of<br />
haar 18de verjaardag een basistoelage<br />
en eventueel een tegemoetkoming in de<br />
schoolkosten (volgens de WTOS).<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Bijzondere scholen vragen soms ook nog<br />
contributie voor het lidmaatschap van de<br />
vereniging waar de school van uitgaat. U<br />
bent echter meestal niet verplicht om lid<br />
te worden van zo'n vereniging.<br />
Wie kan in de studiekosten bijdragen?<br />
In sommige gevallen kunnen ouders van<br />
leerlingen die jonger zijn dan 18 jaar een<br />
tegemoetkoming in de kosten te krijgen.<br />
Dat is geregeld in de Wet tegemoetkoming<br />
onderwijsbijdrage en schoolkosten:<br />
WTOS. Daarover verschijnen speciale<br />
brochures. De WTOS is ook van toepassing<br />
op leerlingen van leerwegondersteunend<br />
onderwijs en praktijkonderwijs.<br />
Een leerling die 18 jaar of ouder is en<br />
onderwijs volgt in het voortgezet onderwijs,<br />
het voortgezet speciaal onderwijs of<br />
het speciaal voortgezet onderwijs, ontvangt<br />
een basistoelage en kan soms ook<br />
in aanmerking komen voor een aanvullende<br />
toelage. Ook een leerling van 18<br />
Voor leerlingen met een lichamelijke,<br />
verstandelijke, of zintuiglijke handicap is<br />
het onder bepaalde voorwaarden mogelijk<br />
via de gemeente een vergoeding te<br />
krijgen voor de kosten van het vervoer<br />
van en naar school. De school en de<br />
gemeente kunnen u hierover informatie<br />
geven.<br />
De bijdrage voor culturele activiteiten<br />
via school<br />
In de bovenbouw van vmbo, havo en vwo<br />
krijgen leerlingen het vak Culturele en<br />
Kunstzinnige Vorming (CKV); in het gymnasium<br />
krijgen ze Klassieke Culturele<br />
vorming (KCV). Deze vakken bestaan uit<br />
drie delen, waarvan CKV1 (KCV1) voor<br />
alle leerlingen verplicht is.<br />
In het kader van CKV (KCV) nemen leerlingen<br />
deel aan een aantal culturele activiteiten.<br />
Daarom ontvangen leerlingen<br />
van vmbo, havo en vwo die met het vak<br />
CKV beginnen een Cultureel Jongeren<br />
19
2<br />
K O S T E N E N R E G E L S<br />
Veel scholen hebben een<br />
boekenfonds ingesteld.<br />
De school koopt boeken en<br />
verhuurt die<br />
aan de ouders.<br />
Paspoort (CJP) en een aantal CKV-bonnen.<br />
Ook voor leerlingen van praktijkonderwijs<br />
en scholen voor voortgezet speciaal<br />
onderwijs zijn bonnen beschikbaar.<br />
Het CJP geeft een jaar lang recht op<br />
korting op de toegangsprijs van culturele<br />
instellingen. Met de CKV-bonnen kan<br />
betaald worden bij culturele instellingen.<br />
De CKV bonnen worden via de school<br />
verstrekt. De school kan ervoor kiezen<br />
om de bonnen rechtstreeks aan de leerlingen<br />
te geven, die daarmee de CKVactiviteiten<br />
van hun keuze kunnen betalen.<br />
De school kan ook besluiten om<br />
(een deel van) de bonnen te reserveren<br />
voor collectieve activiteiten voor CKV.<br />
De aanschaf van boeken<br />
Veel scholen hebben een boekenfonds<br />
ingesteld. De school koopt de boeken en<br />
verhuurt die aan de ouders. Zo hoeft u<br />
niet altijd nieuwe boeken aan te schaffen.<br />
Sommige scholen hebben geen boekenfonds,<br />
maar organiseren boekenmarkten.<br />
Leerlingen kunnen daar hun boeken verkopen<br />
en weer andere aanschaffen die ze<br />
voor een volgend jaar nodig hebben.<br />
Meestal wordt een uitzondering gemaakt<br />
voor woordenboeken, atlassen en werkboeken.<br />
Die moet u dus zelf kopen.<br />
De leerplicht<br />
Iedereen heeft na de basisschool nog een<br />
tijd recht op gratis onderwijs. Bovendien<br />
bestaat er tot een bepaalde leeftijd een<br />
leerplicht voor alle kinderen. Die leerplicht<br />
is vastgelegd in de Leerplichtwet<br />
1969 waar ouders én leerlingen zich aan<br />
moeten houden. De wet gaat er namelijk<br />
vanuit dat leerlingen vanaf hun 12de zelf<br />
de verantwoordelijkheid hebben om naar<br />
school te gaan. Als zij dat niet doen (en<br />
langdurig spijbelen), dan kunnen ze een<br />
boete krijgen. In het ergste geval riskeren<br />
ze zelfs een gevangenisstraf.<br />
Als een leerling volgens de directeur van<br />
de basisschool voldoende geschikt is voor<br />
aansluitend voortgezet onderwijs, kan de<br />
leerling worden toegelaten tot het eerste<br />
jaar van een school voor voortgezet<br />
onderwijs.<br />
Als een leerling volgens de basisschool<br />
nog ongeschikt is voor de overgang naar<br />
het voortgezet onderwijs, kan deze op de<br />
basisschool blijven tot en met het schooljaar<br />
waarin hij 14 jaar wordt.<br />
Onder bepaalde voorwaarden kunnen<br />
leerlingen vanaf hun 14de jaar een alternatief<br />
leertraject volgen. Ze gaan dan<br />
naar school, maar werken daarnaast ook<br />
in de praktijk.<br />
In het laatste schooljaar dat zij leerplichtig<br />
zijn, kunnen leerlingen ingeschreven<br />
worden bij een instelling voor gedeeltelijke<br />
leerplicht. Dat houdt in dat ze ten<br />
minste twee dagen per week naar school<br />
gaan. Als ze een beroepspraktijkovereenkomst<br />
hebben in een bepaalde bedrijfstak<br />
(in het kader van de beroepsbegeleidende<br />
leerweg van de Wet Educatie en<br />
Beroepsonderwijs), dan zijn ze één dag<br />
per week leerplichtig.<br />
Na het schooljaar waarin ze 16 jaar worden,<br />
zijn leerlingen niet meer volledig<br />
leerplichtig. Ze zijn dan nog één jaar<br />
gedeeltelijk leerplichtig voor ten minste<br />
één of twee dagen in de week. De volledige<br />
leerplicht eindigt ook als de leerling<br />
twaalf volledige schooljaren één of meer<br />
scholen heeft bezocht.<br />
Leerlingen tot 16 jaar die door een vroeg<br />
huwelijk wettelijk meerderjarig zijn, blijven<br />
toch leerplichtig. Scholen moeten<br />
leerlingen vrij geven voor dagen waarop<br />
zij vanwege de geloofs- of levensovertuiging<br />
van de ouders niet op school kunnen<br />
zijn. Dat geldt ook voor dagen met<br />
belangrijke familieverplichtingen, zoals<br />
begrafenissen of huwelijken.<br />
20
2<br />
K O S T E N E N R E G E L S<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
De directeur of rector mag buiten de<br />
schoolvakanties geen vrij geven voor een<br />
wintersportvakantie of bezoek van buitenlandse<br />
leerlingen aan het land van<br />
herkomst.<br />
De directeur of rector van de school mag<br />
in heel bijzondere gevallen de leerling<br />
voor ten hoogste tien dagen per jaar vrij<br />
geven om met zijn ouders of verzorgers<br />
op vakantie te gaan. Maar dat geldt<br />
alleen voor ouders die door hun beroep<br />
niet in de schoolvakanties weg kunnen<br />
gaan. De directeur of rector mag geen<br />
toestemming geven voor vakanties in de<br />
eerste twee weken na de grote vakantie.<br />
Een leerling die ziek is, kan niet naar<br />
school. De ouders moeten de school tijdig<br />
op de hoogte stellen van de ziekte, want<br />
de school moet weten waarom de leerling<br />
er niet is. Kunt u de school niet direct<br />
bellen? Zorg dan dat de school toch zo<br />
snel mogelijk weet dat de leerling ziek is.<br />
Als een leerling heel lang ziek is of in het<br />
ziekenhuis moet blijven, dan worden er<br />
veel lessen gemist. De school is dan verplicht<br />
om afspraken te maken met de<br />
ouders over de lessen van de leerling.<br />
Want het is belangrijk dat het onderwijs<br />
doorgaat, ook als de leerling ziek is.<br />
Anders krijgt de leerling een leerachterstand.<br />
Daarnaast is het belangrijk dat de<br />
leerling sociale contacten blijft houden.<br />
Als de leerling in het ziekenhuis ligt, kan<br />
de school hulp vragen aan een ‘consulent<br />
onderwijsondersteuning zieke leerlingen’.<br />
Deze consulenten werken bij academische<br />
ziekenhuizen en bij de onderwijsbegeleidingsdiensten.Meer<br />
informatie<br />
hierover is beschikbaar bij mentor of op<br />
internet. Bijvoorbeeld op de website van<br />
het landelijk netwerk Ziek Zijn en<br />
<strong>Onderwijs</strong> (Ziezon), www.ziezon.nl.<br />
Op deze website staat informatie van de<br />
gezamenlijke onderwijsbegeleidingsdiensten<br />
en academische ziekenhuizen.<br />
De gemeente controleert of ouders en<br />
leerlingen zich aan de leerplicht houden.<br />
Daarvoor zijn speciale mensen aangesteld:<br />
de leerplichtambtenaren. Zij kunnen<br />
- in bijzondere gevallen - de leerling<br />
toestemming geven om school te verzuimen.<br />
Bijvoorbeeld omdat de leerling niet<br />
naar school kan door ernstige lichamelijke<br />
of psychische problemen, of omdat<br />
ouders met de leerling voor langere tijd<br />
naar het buitenland gaan.<br />
De school let erop dat leerlingen niet<br />
zonder duidelijke redenen van school<br />
wegblijven. Ouders of de leerlingen moeten<br />
elk verzuim - om welke reden dan ook<br />
- aan de school melden. Als ouders toestemming<br />
willen krijgen voor extra vrij,<br />
dan moeten ze dat in de regel ten minste<br />
twee dagen voordat de gebeurtenis<br />
plaatsvindt, vragen aan de school.<br />
Ouders die hun kinderen moedwillig van<br />
school houden en leerlingen die van<br />
school wegblijven zonder dat de ouders<br />
dat te verwijten valt, kunnen een boete<br />
krijgen. In het ergste geval riskeren<br />
ouders een gevangenisstraf.<br />
Elke leerling heeft weleens een dag geen<br />
zin om naar school te gaan. Dat moet<br />
echter wel. De Leerplichtwet 1969 verplicht<br />
ouders om ervoor te zorgen dat<br />
hun kinderen naar school gaan. Maar ook<br />
de leerlingen zélf zijn vanaf hun 12de<br />
jaar verantwoordelijk voor hun aanwezigheid<br />
op school. Bij herhaalde afwezigheid<br />
van een leerling of na drie dagen afwezigheid<br />
zonder dat daarvoor een redelijke<br />
verklaring wordt gegeven, waarschuwt<br />
de school de gemeente. De leerplichtambtenaar<br />
zal dan een onderzoek instellen<br />
en controleren of de school, de ouders en<br />
de leerling zich aan de wet houden.<br />
Het aantal lesuren<br />
In de eerste twee jaar van het voortgezet<br />
onderwijs en ook in het derde leerjaar<br />
havo / vwo, moet de school per jaar<br />
21
2<br />
K O S T E N E N R E G E L S<br />
minstens 1040 uur verzorgen. In de<br />
bovenbouw is er jaarlijks ten minste<br />
1000 uur onderwijs per jaar, en in het<br />
examenjaar 700 uur. Scholen mogen op<br />
grond van hun eigen ideeën over het<br />
onderwijs zelf - binnen bepaalde grenzen<br />
natuurlijk - het lesrooster bepalen. Als<br />
een school uitgaat van een rooster van<br />
50 minuten per les zijn er in de onderbouw<br />
ongeveer 32 lessen per week, terwijl<br />
het er bij een 70-minutenrooster zo’n<br />
23 zijn. Uiteindelijk bepalen de schoolbesturen<br />
de lesroosters voor de verschillende<br />
jaren. Ook stellen zij de schooltijden<br />
vast. Aan het begin van het schooljaar<br />
krijgt elke leerling het lesrooster voor dat<br />
jaar.<br />
Overblijven tussen de middag<br />
aansprakelijkheid namelijk om de vraag<br />
wat redelijk en billijk is. Met andere<br />
woorden is er een situatie waarin de<br />
ouder of de leerling aansprakelijk is of is<br />
de school tekortgeschoten in het toezicht<br />
of vereiste handelen?<br />
In dat geval brengt de eigen verzekering<br />
voor wettelijke aansprakelijkheid (WAverzekering)<br />
meestal uitkomst.<br />
Bovendien kan een schoolongevallenverzekering<br />
nuttig zijn. Doorgaans wordt<br />
zo'n verzekering via de school aangeboden.<br />
Scholen kunnen voor hun leerlingen<br />
een collectieve ongevallenverzekering<br />
afsluiten. Dat is vooral van belang als er<br />
buitenschoolse activiteiten worden<br />
ondernomen. Vraag de school hoe dat<br />
geregeld is.<br />
Alle scholen voor voortgezet onderwijs<br />
hebben een aula of een kantine waar de<br />
leerlingen kunnen overblijven. Dat overblijven<br />
is gratis, maar het eten en drinken<br />
niet. De kosten daarvoor komen voor<br />
rekening van de ouders en leerlingen.<br />
De verantwoordelijkheid voor de<br />
leerling<br />
De verantwoordelijkheid van de school<br />
begint officieel op het tijdstip dat de leerling<br />
op school moet zijn. Dat kan zijn als<br />
de lessen beginnen, maar ook eerder als<br />
de school zelf heeft bepaald dat leerlingen<br />
eerder kunnen komen. De verantwoordelijkheid<br />
van de school eindigt als<br />
de lessen zijn afgelopen.<br />
Scholen organiseren ook zogenaamde<br />
buitenschoolse activiteiten. Zoals de<br />
naam al aangeeft, gaat het dan om reisjes,<br />
excursies en dergelijke buiten het<br />
schoolterrein. De school is dan eveneens<br />
verantwoordelijk voor uw kind.<br />
De vraag of de school altijd aansprakelijk<br />
is voor eventuele schade die de leerling<br />
oploopt of een ander toebrengt, is niet<br />
zomaar te beantwoorden. Het gaat bij<br />
De zomervakantie<br />
Wanneer de zomervakantie valt, verschilt<br />
per regio. Om de vakantiedrukte te spreiden<br />
is Nederland in drie regio's verdeeld<br />
(noord, midden en zuid). Een van de<br />
regio's krijgt als eerste vakantie, een<br />
week later volgt een tweede regio en<br />
weer een week later is de laatste regio<br />
aan de beurt. De zomervakanties duren<br />
in alle regio's wel even lang.<br />
Wanneer de andere vakanties beginnen<br />
en hoe lang die duren, bepaalt het<br />
bestuur van de school. De minister<br />
bepaalt alleen de zomervakantie en geeft<br />
voor de andere vakanties een advies.<br />
22
2<br />
K O S T E N E N R E G E L S<br />
De meeste scholen volgen dat advies<br />
overigens wel op. De school zal u in het<br />
begin van het jaar vertellen wanneer de<br />
vakanties zijn en hoe lang ze duren.<br />
Leerlingen die vijf dagen per week naar<br />
school gaan, krijgen maximaal 60 dagen<br />
vrij.<br />
Binnen zes weken kan schriftelijk<br />
bezwaar worden gemaakt bij het schoolbestuur.<br />
Dat moet daarna binnen vier<br />
weken opnieuw beslissen nadat de leerling<br />
en - als deze nog geen 18 jaar is -<br />
ook de ouders zijn gehoord.<br />
Schorsing of verwijdering<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Als leerlingen zich ernstig misdragen,<br />
dan kunnen ze van school worden<br />
gestuurd. De school kan met opgave van<br />
reden een leerling voor maximaal een<br />
week schorsen. De school is verplicht om<br />
een schorsing van langer dan één dag te<br />
melden bij de <strong>Onderwijs</strong>inspectie. Is de<br />
schorsing voorgoed, dan spreken we van<br />
verwijdering. Verwijdering gebeurt maar<br />
hoogst zelden en ook niet van de ene dag<br />
op de andere. Voordat een leerling verwijderd<br />
wordt, is er meestal al heel wat<br />
voorgevallen. De beslissing over verwijdering<br />
van een leerling wordt genomen<br />
door het schoolbestuur. Voordat zo'n<br />
besluit kan worden genomen, moet eerst<br />
de leerling worden gehoord. Als deze nog<br />
geen 18 jaar is, moeten ook zijn ouders<br />
de gelegenheid krijgen te worden<br />
gehoord. Als het om een leerplichtige<br />
leerling gaat, moet het schoolbestuur er<br />
bovendien voor zorgen dat een andere<br />
school de leerling toelaat. Een beslissing<br />
over verwijdering moet het schoolbestuur<br />
meteen melden aan de leerplichtambtenaar.<br />
Ook moet er dan worden<br />
overlegd met de inspectie. Gedurende<br />
deze periode kan de leerling worden<br />
geschorst. De schoolbesturen zijn verplicht<br />
aan de leerling, en als deze nog<br />
geen 21 jaar is ook aan zijn ouders,<br />
schriftelijk uit te leggen waarom de leerling<br />
wordt verwijderd.<br />
23
Veel leraren<br />
geven niet<br />
alleen les, maar<br />
hebben ook nog een<br />
andere taak.
3<br />
D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />
E N I N D E L E S<br />
Hoe het toegaat op school en<br />
De medewerkers op school<br />
tijdens de les, staat allemaal in dit<br />
hoofdstuk. Het gaat dan om zaken<br />
als de vakken die worden gegeven,<br />
hoe de school met tussenuren<br />
Op de school voor voortgezet onderwijs<br />
krijgen de leerlingen voor ieder vak<br />
meestal een andere leraar. Dat is wel het<br />
grootste verschil met het basisonderwijs:<br />
niet meer één leraar per groep, maar een<br />
leraar per vak. Soms is het een team van<br />
leraren die samen een deel van het<br />
onderwijs verzorgen. Het is in ieder geval<br />
niet meer zo als op de basisschool, waar<br />
leerlingen het hele jaar meestal met maar<br />
één leraar optrekken.<br />
omgaat, wat een brugperiode is.<br />
Ook kunt u lezen hoe de school<br />
omgaat met het geven van cijfers<br />
Leerlingen kunnen dus op een dag wel vijf<br />
of zes verschillende leraren hebben. Veel<br />
leraren geven niet alleen les, maar hebben<br />
ook nog een andere taak. Ze zijn bijvoorbeeld<br />
mentor of klassenleraar, decaan,<br />
leerlingbegeleider of brugklascoördinator.<br />
Het komt ook voor dat docenten volledig<br />
zijn vrijgesteld van het lesgeven en alleen<br />
als decaan of brugklascoördinator werken.<br />
en met de rapporten.<br />
De mentor of klassenleraar zorgt voor<br />
één klas. Meestal komt de klas één keer<br />
per week met de mentor bij elkaar. De<br />
mentor houdt in ieder geval de resultaten<br />
van de leerlingen in de gaten en bespreekt<br />
deze met hen. De mentor is meestal ook<br />
degene bij wie een leerling terecht kan<br />
met allerlei vragen of met een probleem<br />
dat vertrouwelijk moet worden besproken.<br />
Natuurlijk kan dat ook met een<br />
andere leraar. Er is altijd wel een leraar<br />
die een luisterend oor heeft voor problemen<br />
waar een leerling mee zit. Samen<br />
kunnen ze dan bekijken hoe een probleem<br />
het beste aangepakt kan worden.<br />
Daarmee wordt wellicht voorkomen dat<br />
een leerling de school voortijdig verlaat.<br />
Om allerlei redenen kan een leerling van<br />
school gaan zonder een diploma behaald<br />
te hebben. Zonder diploma is een goede<br />
baan vinden, carrière maken of hogerop<br />
komen vrijwel onmogelijk. Ouders en<br />
school kunnen op allerlei manieren actie<br />
ondernemen om te voorkomen dat een<br />
leerling voortijdig van school gaat.<br />
25
3<br />
D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />
E N I N D E L E S<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Het Ministerie van <strong>Onderwijs</strong>, Cultuur en<br />
Wetenschap heeft een website op internet<br />
over voortijdig schoolverlaten. Op<br />
deze site kunt u regelgeving en wetenswaardigheden<br />
vinden over voortijdig<br />
schoolverlaten. Het adres is:<br />
www.voortijdigschoolverlaten.nl. Of lees<br />
de brochure 'Iedereen naar school'. Deze<br />
brochure is op school verkrijgbaar.<br />
De decaan helpt de leerlingen een beroep<br />
of vervolgstudie te kiezen. De decaan<br />
geeft adviezen over de aanpak van de studie<br />
en helpt een speciaal studietraject uit<br />
te zetten als een leerling dat nodig heeft.<br />
Op school werken niet alleen leraren,<br />
maar ook mensen die zich niet direct met<br />
lesgeven bezighouden: het niet-onderwijzend<br />
personeel. Dit zijn bijvoorbeeld de<br />
conciërge, de kantinebeheerder, administratieve<br />
medewerkers, de amanuensis die<br />
onder andere helpt bij proeven in de<br />
natuurkunde- of scheikundeles, de systeembeheerder<br />
en mediatheekmedewerkers.<br />
Al deze mensen werken in dienst<br />
van het onderwijs en zijn dus heel belangrijk<br />
voor een goede organisatie van de<br />
school en de lessen.<br />
De dagelijkse leiding van een school voor<br />
voortgezet onderwijs is in handen van een<br />
directeur of rector. Grote scholen hebben<br />
één of meer adjunct-directeuren of conrectoren,<br />
die ieder een speciale taak hebben.<br />
Er kan ook een centrale directie worden<br />
gevormd met maximaal vijf personen.<br />
De kerndoelen van de onderbouw:<br />
wat leren leerlingen?<br />
De eerste twee leerjaren van het voortgezet<br />
onderwijs worden samen ‘onderbouw<br />
voortgezet onderwijs’ genoemd.<br />
Ook het derde leerjaar havo en vwo wordt<br />
doorgaans gerekend tot de onderbouw.<br />
De zogenaamde kerndoelen beschrijven<br />
wat alle leerlingen in de onderbouw moeten<br />
leren. In de onderbouw leren leerlingen<br />
wat iedereen moet kennen en kunnen<br />
om later in de maatschappij goed te<br />
kunnen functioneren, zowel als persoon,<br />
als burger en als werknemer. Ook wordt<br />
in de onderbouw de basis gelegd voor het<br />
vervolgonderwijs, om te beginnen voor de<br />
bovenbouw van het voortgezet onderwijs.<br />
De kerndoelen zijn te vinden op<br />
http://www.minocw.nl/documenten/kerndoelenonderbouwvo.pdf.<br />
Ongeveer tweederde van de eerste twee<br />
leerjaren moeten worden besteed aan<br />
onderwijs dat is gericht op de kerndoelen.<br />
Daarnaast moeten havoërs en<br />
vwo’ers naast het Engels twee andere<br />
moderne vreemde talen volgen (in principe<br />
Frans of Duits). Vmbo’ers (met uitzondering<br />
van de leerlingen die de basisberoepsgerichte<br />
leerweg volgen) moeten<br />
naast het Engels ten minste één moderne<br />
vreemde taal volgen. Klassieke talen zijn<br />
verplicht voor leerlingen die het gymnasium<br />
doen.<br />
Het programma in de onderbouw: hoe<br />
leren leerlingen?<br />
Alle leerlingen leren dus in de onderbouw<br />
voor een groot deel dezelfde dingen. De<br />
manier waarop zij dit leren verschilt echter.<br />
Leerlingen verschillen nu eenmaal in<br />
aanleg, interesses en leerstijl. Scholen<br />
werken daarom de kerndoelen op verschillende<br />
manieren uit in concrete<br />
onderwijsprogramma’s. Dat kan praktisch<br />
of theoretisch, abstract of concreet, op<br />
het niveau van de basisberoepsgerichte<br />
leerweg of op dat van het vwo, disciplinair<br />
of vakoverstijgend, enzovoorts. Scholen<br />
en leraren zullen de onderwijsvormen kiezen<br />
die bij verschillende groepen leerlingen<br />
en bij de verschillende lesstof passen.<br />
Een groot deel van wat leerlingen in de<br />
onderbouw van het voortgezet onderwijs<br />
leren, is voor alle leerlingen hetzelfde.<br />
De nieuwe wettelijke kaders voor de<br />
onderbouw bieden scholen vanaf schooljaar<br />
2006 – 2007 meer mogelijkheden<br />
26
3<br />
D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />
E N I N D E L E S<br />
voor eigen schoolbeleid dan vroeger.<br />
Belangrijke doelen van de onderbouw zijn<br />
meer aandacht voor verschillen tussen<br />
leerlingen en meer aandacht voor samenhang<br />
in het curriculum. Om deze doelen<br />
te realiseren, kiezen veel scholen ervoor<br />
het onderwijs op een andere manier te<br />
organiseren dan u gewend bent uit uw<br />
eigen schooltijd.<br />
In de kerndoelen wordt aandacht besteed<br />
aan aspecten van: Nederlands, Engels,<br />
geschiedenis en staatsinrichting,<br />
aardrijkskunde, economie, wiskunde,<br />
natuur- en scheikunde, biologie, verzorging,<br />
informatiekunde, techniek, lichamelijke<br />
opvoeding en beeldende vorming,<br />
muziek, drama en dans. Daarnaast zijn<br />
één of twee andere moderne vreemde<br />
talen (veelal Frans en / of Duits) verplicht.<br />
Het onderbouwprogramma kan, net als in<br />
de traditionele situatie, bestaan uit deze<br />
vakken, maar ook bijvoorbeeld uit een<br />
aantal vakken, aangevuld met projecten<br />
of ‘leergebieden’ waarin bijvoorbeeld de<br />
lesstof van een aantal vakken in samenhang<br />
wordt onderwezen.<br />
Scholen laten in de onderbouw zien hoe<br />
de verschillende vakken samenhangen.<br />
Dat kan op verschillen manieren. Zo<br />
kunnen ze bepaalde onderwerpen bij<br />
verschillende vakken laten terugkomen.<br />
Maar scholen mogen ook vakken bundelen.<br />
Ze kunnen dan bijvoorbeeld lesgeven<br />
over 'natuur'. Zo'n vak bestaat dan uit een<br />
combinatie van natuur- en scheikunde en<br />
biologie. En in een leergebied 'mens en<br />
maatschappij' kunnen bijvoorbeeld<br />
geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde<br />
en economie worden gecombineerd.<br />
De school mag ook informatiekunde<br />
combineren met andere vakken.<br />
Kortom, er is nogal wat mogelijk. Voor<br />
ouders en leerlingen is het dan ook van<br />
belang om te weten hoe de school met die<br />
vakken uit de onderbouw omgaat. Vraag<br />
daarnaar bij de school.<br />
27<br />
In Friesland wordt ook les gegeven in de<br />
Friese taal, tenzij de school hiervoor ontheffing<br />
heeft gekregen.<br />
De meeste scholen willen de vakkenstructuur,<br />
zoals die tot en met<br />
schooljaar 2005/2006 vrijwel overal<br />
gehanteerd werd, deels loslaten en<br />
overgaan tot een combinatie van vakken<br />
en projecten of tot het clusteren<br />
van kerndoelen in leergebieden. Vooral<br />
vmbo-scholen kiezen voor leergebieden.<br />
Niet alle scholen kiezen voor een<br />
projecten- of leergebiedenscenario. Er<br />
zijn ook scholen die het werken in de<br />
vakkenstructuur willen optimaliseren<br />
door de afstemming tussen de verschillende<br />
vakken te verbeteren.<br />
Daarnaast wil een aantal scholen<br />
(zowel havo/vwo als vmbo) het onderwijsleerproces<br />
op een geheel nieuwe<br />
manier inrichten, waarbij de ontwikkeling<br />
van de competenties van de leerlingen<br />
centraal staat.<br />
(Bron: Projectgroep Onderbouw VO<br />
(2005), Monitor 2005, Volop in beweging,<br />
rapportage over de ontwikkeling<br />
in de onderbouw van het voortgezet<br />
onderwijs).<br />
De overheid schrijft dus alleen het 'wat'<br />
(de kerndoelen) voor, niet het 'hoe'. Op<br />
basis van professionele inzichten kunnen<br />
scholen zelf bij de leerstof, de leerlingen<br />
en de school passende werkvormen kiezen.<br />
Ouders, leerlingen en personeel kunnen<br />
hierover via de<br />
Medezeggenschapsraad invloed op uitoefenen.<br />
Wat uw kind in de onderbouw leert<br />
is landelijk vastgesteld en kunt u vinden<br />
in de kerndoelen. Om precies te weten te<br />
komen hoe uw kind in zíjn of háár onderbouw<br />
van het voortgezet onderwijs les<br />
krijgt, kunt u het beste de schoolgids van<br />
uw school raadplegen.<br />
De brugperiode<br />
De meeste scholen voor voortgezet<br />
onderwijs met meer dan één onderwijssoort<br />
kennen een brugperiode van één of<br />
twee jaar. Die brugklas of brugperiode is
3<br />
D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />
E N I N D E L E S<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
onder andere bedoeld om de keuze -<br />
vmbo-beroepsgericht of theoretisch,<br />
vmbo theoretisch of havo en havo of vwo<br />
nog een tijdje uit te stellen. In die periode<br />
gaat de school na wat voor de leerling de<br />
meest passende onderwijssoort is.<br />
Scholen verschillen van elkaar in de<br />
manier waarop ze groepen indelen. Veel<br />
scholen stellen brugklassen samen waarin<br />
leerlingen zitten met ongeveer hetzelfde<br />
schooladvies, bijvoorbeeld vmbo<br />
beroepsgericht-theoretisch, vmbo theoretisch-havo,<br />
havo-vwo. Dat worden wel<br />
'dakpanklassen' genoemd. Andere scholen<br />
zetten alle leerlingen door elkaar in de<br />
brugperiode.<br />
Moet elke leerling alle vakken volgen?<br />
Eén van de doelen van het aanbieden van<br />
een breed vakkenpakket in de onderbouw<br />
is leerlingen niet te snel in een bepaalde<br />
richting te sturen, maar alle leerlingen<br />
een brede basis te bieden voor het vervolgonderwijs.<br />
Maar niet in alle gevallen<br />
biedt dat de beste kansen op succes.<br />
Waar de breedte van het vakkenpakket<br />
een belemmering vormt, zijn er mogelijkheden<br />
voor vrijstellingen.<br />
Soms vormt een bepaald vak van de<br />
onderbouw voor een leerling een te grote<br />
hindernis. Scholen kunnen die leerling in<br />
overleg met de ouders een vrijstelling<br />
voor dat vak geven. De tijd die vrijkomt<br />
vanwege de vrijstelling moet aan andere<br />
vakken worden besteed.<br />
Voor leerlingen in het leerwegondersteunend<br />
onderwijs of leerlingen die na twee<br />
jaar waarschijnlijk het leer-werktraject<br />
zullen volgen, kunnen scholen groepen<br />
vormen die een programma met minder<br />
vakken volgen. Daardoor is er meer tijd<br />
en aandacht voor de overige vakken. De<br />
manier waarop dit gebeurt kan per school<br />
verschillen. In de schoolgids geeft de<br />
school u hierover meer informatie. Als<br />
ouders het niet eens zijn met de beslissing<br />
van de school om hun kind in een<br />
groep met een aangepast programma te<br />
plaatsen, kunnen zij daarover een klacht<br />
indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie<br />
van de school (zie blz. 50).<br />
Ook voor andere leerlingen kan de school<br />
groepen vormen met een programma dat<br />
voor één of meer vakken afwijkt van de<br />
voorschriften. De school stelt daarvoor<br />
een commissie in die bekijkt voor welke<br />
leerlingen kan worden afgeweken. Het<br />
bestuur besluit op basis van het advies<br />
van de commissie.<br />
<strong>Onderwijs</strong>tijd<br />
In de eerste twee leerjaren (en in het<br />
derde leerjaar havo /vwo) moet per jaar<br />
ten minste 1040 (klok)uur onderwijs worden<br />
geprogrammeerd. Ervan uitgaande<br />
dat er maximaal 68 dagen vakantie zijn<br />
(dat is inclusief acht feestdagen, zoals<br />
Kerst, Oud en Nieuw en nationale feestdagen),<br />
zijn er per jaar ongeveer 38,5<br />
weken onderwijs. Gemiddeld is er dus<br />
ongeveer 27 uur onderwijs per week. In<br />
de eerste twee leerjaren moet in totaal<br />
ten minste 1425 uur worden besteed aan<br />
onderwijs gericht op de kerndoelen.<br />
Gemiddeld is dat, uitgaande van 38,5<br />
weken onderwijs, ongeveer 18,5 uur per<br />
week.<br />
Onder ‘onderwijs’ wordt verstaan: begeleid<br />
onderwijs dat deel uitmaakt van het<br />
door de school geplande en voor alle leerlingen<br />
verplichte onderwijsprogramma.<br />
Verder moet de activiteit worden uitgevoerd<br />
onder verantwoordelijkheid van een<br />
daartoe bekwame leraar.<br />
Hoe het lesrooster eruit ziet, kan verschillen.<br />
Sommige scholen bieden lessen<br />
aan van 50 minuten. In dat geval zijn er<br />
per week 32 lessen. Andere scholen gaan<br />
uit van kortere of langere lesuren, of<br />
gebruiken andere onderwijsvormen, zoals<br />
praktische opdrachten of projecten. De<br />
totale tijd blijft wel gelijk: 1040 uur per<br />
jaar.<br />
28
3<br />
Op de meeste scholen voor het<br />
voortgezet onderwijs krijgen de leerlingen<br />
drie à vier keer per jaar een rapport<br />
waarop u de resultaten kunt aflezen.<br />
D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />
E N I N D E L E S<br />
Scholen bepalen zelf aan aan welke kerndoelen<br />
zij in welk leerjaar aandacht<br />
besteden, en hoeveel uren ze eraan<br />
besteden. Bij dat laatste moeten ze zich<br />
wel houden aan het minimum van 2 lesuren<br />
per week gedurende een jaar (of 1<br />
lesuur per week gedurende twee jaar).<br />
Een school kan bijvoorbeeld een bepaald<br />
deel van het programma in het eerste<br />
leerjaar al helemaal afronden. Of het vak<br />
economie pas vanaf het tweede leerjaar<br />
geven. Ook hier is het aan te raden om de<br />
schoolgids te raadplegen om te weten te<br />
komen hoe uw school de verschillende<br />
onderwijsonderdelen organiseert.<br />
Voor de leerlingen die naar verwachting<br />
de basisberoepsgerichte leerweg en het<br />
leerwegondersteunend onderwijs zullen<br />
gaan volgen, hebben de scholen meer<br />
ruimte voor eigen invulling en voor onderwijs<br />
op maat voor specifieke leerlingengroepen.<br />
In de schoolgids biedt de school<br />
informatie hierover.<br />
Lesuitval en tussenuren<br />
Als een leraar ziek wordt of plotseling weg<br />
moet, valt er weleens een les uit. Leraren<br />
volgen bijscholingscursussen en vergaderen<br />
soms. Dan vallen er ook lessen uit.<br />
Scholen kunnen leerlingen dan een alternatief<br />
programma aanbieden of lesvervangende<br />
activiteiten organiseren, bijvoorbeeld<br />
huiswerk maken. Ook kan het<br />
rooster aangepast worden of een les in<br />
een ander vak gegeven worden. Iedere<br />
school geeft in het schoolplan aan wat<br />
gedaan wordt tegen het uitvallen van lessen.<br />
Meestal worden tussenuren zoveel<br />
mogelijk voorkomen, maar dat is niet<br />
altijd mogelijk. Het is belangrijk dat u<br />
weet hoe de school omgaat met lesuitval<br />
en tussenuren in verband met het toezicht<br />
op de leerlingen, de verantwoordelijkheid,<br />
de aansprakelijkheid en de veiligheid.<br />
De school moet in de schoolgids<br />
aangeven hoe de verplichte onderwijstijd<br />
wordt benut en wat er gedaan wordt als<br />
er onverhoopt lessen uitvallen.<br />
De differentiële ruimte<br />
Ten minste tweederde van de beschikbare<br />
onderwijstijd in de onderbouw moet worden<br />
besteed aan onderwijs dat is gericht<br />
op de kerndoelen. Dat betekent dat eenderde<br />
van de tijd beschikbaar is voor<br />
maatwerk en eigen keuzes. Een deel van<br />
die ‘differentiële ruimte’ is al gevuld met<br />
aanvullende eisen. Zo moeten de meeste<br />
vmbo’ers een tweede moderne vreemde<br />
taal volgen en havoërs en vwo’ers een<br />
tweede én een derde moderne vreemde<br />
taal. In het gymnasium moeten bovendien<br />
de klassieke talen worden verzorgd.<br />
Daarnaast kunnen in het vmbo meer<br />
praktische en beroepsgerichte programma's<br />
worden aangeboden. Ook kan er bijvoorbeeld<br />
meer aandacht worden besteed<br />
aan Nederlands of Wiskunde of aan<br />
kunstvakken en lichamelijke opvoeding.<br />
Of er kunnen uitdagende programma’s<br />
worden aangeboden voor hoogbegaafden,<br />
dan wel remediërende programma’s voor<br />
leerlingen die net even een extra zetje<br />
nodig hebben. Een school kan er ook voor<br />
kiezen andere talen te geven, zoals<br />
Portugees, Italiaans, Nieuwgrieks,<br />
Spaans en Hindi. Ook wordt op sommige<br />
scholen godsdienstles of levensbeschouwelijke<br />
vorming gegeven in de vrije ruimte.<br />
Weer andere scholen besteden die tijd<br />
aan extra begeleiding van de leerlingen,<br />
in de vorm van mentoruren en studiebegeleiding.<br />
Voor ouders en leerlingen is het belangrijk<br />
te weten wat de school met de differentiële<br />
ruimte doet. Juist de invulling<br />
van deze ruimte laat zien wat de school<br />
belangrijk vindt naast het verplichte<br />
onderwijs. Vraag ernaar op een informatiebijeenkomst.<br />
De school moet aan de<br />
inspectie verantwoorden dat ze alle kerndoelen<br />
aanbiedt en alle leerlingen goed<br />
voorbereidt op de bovenbouw. Zeker zo<br />
belangrijk is dat de school - via schoolplan<br />
en schoolgids - aan de directe omgeving<br />
van de school verantwoording aflegt: aan<br />
29
3<br />
D E G A N G V A N Z A K E N O P S C H O O L<br />
E N I N D E L E S<br />
ouders, leerlingen en personeel.. Via de<br />
medezeggenschapsraad kunnen ouders<br />
invloed uitoefenen op de invulling van de<br />
vrije ruimte.<br />
Extra begeleiding door de school<br />
De meeste scholen zijn zich goed bewust<br />
van de problemen die leerlingen kunnen<br />
hebben bij de overgang van de basisschool<br />
naar het voortgezet onderwijs. Daarom bieden<br />
ze speciale hulp om die verandering<br />
goed te kunnen verwerken. Dit gebeurt<br />
onder meer in de vorm van studielessen en<br />
huiswerkbegeleiding op school.<br />
Studielessen zijn bedoeld om leerlingen te<br />
leren hoe ze moeten studeren en hoe ze dat<br />
zelf kunnen organiseren. Bovendien maken<br />
mentoren leerlingen wegwijs op hun nieuwe<br />
school. Huiswerkbegeleiding bestaat meestal<br />
uit het maken van huiswerk op school.<br />
Daarbij wordt hulp geboden door een leraar.<br />
U doet er goed aan na te gaan welke extra<br />
begeleiding een school biedt.<br />
Het rapport<br />
Op de meeste scholen voor voortgezet<br />
onderwijs krijgen de leerlingen drie à vier<br />
keer per jaar een rapport waarop u de<br />
resultaten kunt aflezen. Sommige scholen<br />
geven ook nog zogenaamde tussenrapporten,<br />
zodat u ongeveer om de zes weken<br />
kunt zien wat de vorderingen zijn.<br />
De cijfers worden gebaseerd op een groot<br />
aantal gegevens over de prestaties van de<br />
verschillende leerlingen. Scholen hebben<br />
daar allemaal hun eigen systeem voor,<br />
maar in grote lijnen gaat het om de<br />
gecombineerde resultaten van:<br />
• schriftelijke en mondelinge overhoringen<br />
van huiswerk;<br />
• schriftelijke toetsen of proefwerken;<br />
• beoordelingen van werkstukken.<br />
Vraag bij de school naar de manier waarop<br />
de resultaten van de leerlingen worden<br />
gemeten en hoe cijfers worden bepaald.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
30
Aan het eind van het<br />
tweede leerjaar brengen<br />
de scholen een advies uit.
4<br />
K E U Z E S E N A D V I E Z E N T I J D E N S<br />
D E R I T<br />
Na de onderbouw moeten<br />
De studie- of kiezen<br />
leerlingen een keuze maken.<br />
Wanneer ze dat moeten doen en<br />
wat er verder bij komt kijken, leest<br />
u in dit hoofdstuk.<br />
In de onderbouw krijgen alle leerlingen in<br />
principe nog dezelfde vakken. Daarna<br />
moeten ze kiezen voor een studie- of een<br />
beroepsrichting. Leerlingen kiezen dus -<br />
anders dan vroeger - niet direct bij binnenkomst<br />
in het voortgezet onderwijs<br />
voor vmbo, havo of vwo. Wel bekijkt de<br />
school de mogelijkheden van iedere leerling.<br />
Daarnaast krijgen leerlingen een<br />
zogenoemde 'oriëntatie op studie of<br />
beroep'. Daarin leren ze meer over allerlei<br />
beroepen en de opleidingen die daarvoor<br />
nodig zijn. Deze oriëntatie vormt een vast<br />
onderdeel van de onderbouw. De school<br />
kan u hierover meer vertellen.<br />
Het advies aan het eind van het tweede<br />
leerjaar<br />
Aan het eind van het tweede leerjaar<br />
brengen de scholen in ieder geval een<br />
advies uit. Daarin staat meestal welke<br />
algemene richting de leerling het beste<br />
kan volgen: vmbo, havo of vwo. Als de<br />
school een leerling adviseert om naar het<br />
beroepsonderwijs te gaan, dan zal zij<br />
meestal ook aangeven welke het meest<br />
voor de hand ligt. Bijvoorbeeld: bouwtechniek,<br />
mode en commercie, voertuigentechniek,<br />
handel en verkoop, metaaltechniek,<br />
elektrotechniek of verzorging.<br />
De invloed van de ouders<br />
Zo'n beslissing over de verdere<br />
(school)loopbaan na de onderbouw is<br />
natuurlijk niet niks. Het is dan ook heel<br />
belangrijk dat leerlingen en ouders nauw<br />
betrokken zijn bij die keuze.<br />
Samen met de school moeten ze bepalen:<br />
• waar de leerling aanleg voor heeft;<br />
• wat de ambities van de leerling zijn;<br />
• welke capaciteiten de leerling heeft;<br />
• welke kans de leerling heeft om zijn<br />
of haar talenten maximaal te<br />
ontwikkelen.<br />
32
4<br />
K E U Z E S E N A D V I E Z E N T I J D E N S<br />
D E R I T<br />
Met de antwoorden op deze vier vragen<br />
in het achterhoofd kan een verstandige<br />
keuze worden gemaakt. Het is daarbij<br />
zaak om een goede balans te zoeken tussen<br />
'willen' aan de ene kant en 'kunnen'<br />
aan de andere.<br />
Zijn ouders en leerlingen aan het<br />
schooladvies gebonden?<br />
Niemand is verplicht om het advies van<br />
de school te volgen. Maar de school<br />
beslist wel of leerlingen overgaan naar<br />
een volgend leerjaar vmbo, havo of vwo.<br />
Als u zich om welke reden dan ook niet in<br />
het advies kunt vinden, dan is het zaak<br />
daar snel met de school over te praten.<br />
Bedenk daarbij dat een school bij de<br />
voorbereiding van zo'n advies zorgvuldig<br />
te werk gaat. In de meeste gevallen worden<br />
school en ouders het snel eens. Lukt<br />
dat niet, dan kunt u altijd nog overwegen<br />
van school te veranderen. Het is overigens<br />
wel zo, dat de ontvangende school<br />
rekening moet houden met het advies<br />
van de school van herkomst.<br />
De samenstelling van het vakkenpakket<br />
is daarom belangrijk. Het pakket vakken<br />
waarin eindexamen is gedaan, bepaalt<br />
namelijk grotendeels welke mogelijkheden<br />
er zijn om verder te studeren in vakopleidingen<br />
en middenkaderopleidingen<br />
van het middelbaar beroepsonderwijs,<br />
het hoger beroepsonderwijs of het<br />
wetenschappelijk onderwijs. Het is dan<br />
ook zaak dat ouders en leerlingen zich<br />
informeren over de eisen die vervolgopleidingen<br />
stellen aan het eindexamenpakket.<br />
Bij de schooldecaan kunt u hierover<br />
alle inlichtingen krijgen.<br />
Die keuze voor het eindexamenpakket<br />
hoeven leerlingen en ouders natuurlijk<br />
niet alleen te maken. De school zal u<br />
gericht adviseren en u informeren over<br />
de voors en tegens van de verschillende<br />
mogelijkheden.<br />
Adviezen na het tweede leerjaar<br />
De school begeleidt leerlingen van begin<br />
tot eind, en geeft ouders en leerlingen<br />
dan ook op verschillende momenten<br />
informatie en advies.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Zo moeten vmbo-leerlingen aan het<br />
einde van het tweede leerjaar weten wat<br />
de meest geschikte afdeling voor hen is.<br />
Havo- en vwo-leerlingen moeten aan het<br />
begin van het vierde leerjaar één van de<br />
profielen kiezen. Daarnaast kunnen zij<br />
ervoor kiezen hun opleiding voort te zetten<br />
in een vakopleiding of middenkaderopleiding<br />
van het middelbaar beroepsonderwijs.<br />
Op dat moment moet dus<br />
duidelijk zijn in welke beroeps- of studierichting<br />
ze zich verder kunnen en willen<br />
ontwikkelen.<br />
33
Het eindexamen bestaat in de regel<br />
uit twee delen:<br />
het schoolexamen en<br />
het centraal examen.
5<br />
O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />
In dit hoofdstuk leest u wat er<br />
Het globale eindexamenprogramma<br />
allemaal speelt rond het examen.<br />
Hier komen onderwerpen aan bod<br />
als hoe het eindexamenprogramma<br />
er globaal uitziet, wanneer<br />
leerlingen geslaagd of gezakt zijn,<br />
enzovoort.<br />
In de laatste twee jaar van het voortgezet<br />
onderwijs bereiden de leerlingen<br />
zich voor op het examen. Leerlingen in<br />
het vwo zijn hier de laatste drie jaar mee<br />
bezig. Het grootste deel van de lesuren in<br />
deze laatste jaren wordt besteed aan de<br />
examenvakken. De leerlingen van het<br />
vmbo gaan bovendien in het derde of<br />
vierde jaar meestal op stage.<br />
In welke vakken de leerlingen precies<br />
examen doen, hangt af van de schoolsoort<br />
(vmbo, havo, vwo) en de gekozen<br />
sector of het gekozen profiel.<br />
Het eindexamen bestaat in de regel uit<br />
twee delen: het schoolexamen en het<br />
centraal examen. Het centraal examen is<br />
hetzelfde voor alle leerlingen van dezelfde<br />
onderwijssoort. Alle leerlingen in<br />
Nederland moeten dus aan het einde van<br />
hun laatste jaar over hun verplichte en<br />
hun keuzevakken dezelfde examenvragen<br />
beantwoorden. De scholen stellen zelf<br />
het schoolexamen op, maar het ministerie<br />
van OCW bepaalt wél wat de onderwerpen<br />
zijn.<br />
Het ministerie bepaalt de programma's<br />
voor het gehele eindexamen. Hierin staat<br />
voor ieder vak wat de examenstof is en<br />
hoe de examenstof is verdeeld over het<br />
schoolexamen en het centraal examen. In<br />
het examenprogramma staat bovendien<br />
uit hoeveel toetsen het centraal examen<br />
bestaat en hoe lang deze toetsen duren.<br />
Voor het schoolexamen bepaalt de school<br />
zelf het aantal toetsen.<br />
Het examenreglement<br />
Iedere school heeft een examenreglement.<br />
Hierin staat onder andere hoe de<br />
gang van zaken is tijdens het examen:<br />
wat mag er wel en wat mag er niet? Ook<br />
staat er in het reglement welke maatregelen<br />
de directeur van de school kan<br />
nemen, als er zich 'onregelmatigheden'<br />
voordoen. Bijvoorbeeld: wat mag de<br />
35
5<br />
O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />
directeur doen als een leerling spiekt of<br />
te laat komt? Daarnaast vertelt het regelement<br />
welke beroepsmogelijkheden<br />
ouders en leerlingen hebben en hoe de<br />
commissie van beroep is samengesteld.<br />
Het programma van toetsing en<br />
afsluiting<br />
Naast het examenreglement heeft iedere<br />
school een programma van toetsing en<br />
afsluiting. Hierin staat onder andere hoe<br />
de examenstof is verdeeld over het<br />
schoolexamen en welke lesstof wanneer<br />
wordt getoetst. Er staat ook in hoe de cijfers<br />
voor het schoolexamen tot stand<br />
komen: hoe zwaar alles meetelt, het<br />
recht op herkansing, enzovoort.<br />
In het vmbo, havo en vwo bestaat het<br />
schoolexamen voor een deel uit toetsen<br />
met open en gesloten vragen, en voor<br />
een ander deel uit praktische opdrachten.<br />
Toetsen en praktische opdrachten worden<br />
beoordeeld met een cijfer. Er zijn ook<br />
'praktische' onderdelen waarvan slechts<br />
wordt beoordeeld of die wel of niet naar<br />
behoren zijn uitgevoerd. Dit zijn de zogenaamde<br />
'handelingsdelen'.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
De school moet het examenreglement en<br />
het programma van toetsing en afsluiting<br />
vóór 1 oktober naar de onderwijsinspectie<br />
sturen. De eindexamenkandidaten<br />
kunnen reglement en programma vanaf<br />
die datum op school inzien. Een aantal<br />
scholen geeft alle leerlingen zelf een<br />
exemplaar.<br />
Het schoolexamen<br />
De scholen maken zelf de toetsen voor<br />
het schoolexamen; ze moeten zich daarbij<br />
wel houden aan het officiële examenprogramma.<br />
Ook bepalen de scholen zelf<br />
wanneer ze welke vakken toetsen.<br />
Het schoolexamen bestaat doorgaans uit<br />
twee of meer toetsen per vak. Dit kunnen<br />
mondelinge, praktische en schriftelijke<br />
toetsen zijn. De toetsen worden nagekeken<br />
door docenten van de eigen school.<br />
Sommige vakken worden afgesloten met<br />
alleen een schoolexamen, deze kunnen al<br />
eerder dan de centrale examens worden<br />
geëxamineerd.<br />
Voordat het centraal examen begint,<br />
moeten de schoolexamens zijn afgerond<br />
en de resultaten zijn gemeld aan de<br />
onderwijsinspectie.<br />
Naast het diploma en de cijferlijst kan er<br />
ook een examendossier worden samengesteld.<br />
Zo'n dossier kan een cijferlijst of<br />
een examenboekje zijn, maar ook een<br />
map met werkstukken. Het schoolexamen<br />
in havo en vwo omvat ook een profielwerkstuk.<br />
Dit is een uitgebreide praktische<br />
opdracht waarbij in ieder geval<br />
één vak uit het profieldeel is betrokken.<br />
Het profielwerkstuk toetst vaardigheden<br />
in combinatie met kennis en inzicht.<br />
Hiernaast is het profielwerkstuk bedoeld<br />
om de samenhang en integratie van leerstofonderdelen<br />
binnen een profiel te<br />
bevorderen.<br />
Het schoolexamen in de theoretische en<br />
de gemengde leerweg in het vmbo omvat<br />
een sectorwerkstuk. Ook dit is een praktische<br />
opdracht. Hierbij is minimaal één<br />
vak uit het sectordeel betrokken.<br />
Als u precies wilt weten hoe uw school het<br />
schoolexamen heeft geregeld, dan kunt u<br />
altijd contact opnemen met de school.<br />
36
5<br />
O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />
Op een andere manier examen doen<br />
Sommige leerlingen kunnen op een<br />
andere manier examen doen. Leerlingen<br />
met een belemmering zoals visueel<br />
gehandicapten of leerlingen met woordblindheid<br />
(dyslexie), kunnen onder<br />
bepaalde voorwaarden extra faciliteiten<br />
krijgen. Daarvoor is in sommige gevallen<br />
een verklaring van een deskundige<br />
vereist . Dat moet dan wel door de school<br />
aan de inspectie gemeld worden.<br />
Overigens is daarvoor een verklaring van<br />
een deskundige vereist.<br />
Maar ook leerlingen voor wie Nederlands<br />
niet hun moedertaal is en die niet langer<br />
dan zes jaar onderwijs in Nederland hebben<br />
gevolgd, kunnen op een aangepaste<br />
manier examen doen.<br />
Leerlingen die in het laatste leerjaar lang<br />
ziek zijn geweest, kunnen het eindexamen<br />
spreiden over twee schooljaren.<br />
Dat geldt ook voor leerlingen die door<br />
bijzondere omstandigheden het laatste<br />
leerjaar niet naar school konden gaan. In<br />
al deze gevallen moet het bestuur van de<br />
school of de directeur beslissen of een<br />
leerling inderdaad voor zo'n aangepast<br />
examen in aanmerking komt.<br />
zelf nog twee vakken of een beroepsgericht<br />
programma. In de gemengde leerweg<br />
heeft een beroepsgericht programma<br />
in ieder geval de omvang van één<br />
vak, in de beroepsgerichte leerwegen<br />
heeft het de omvang van twee vakken.<br />
Zo ontstaat voor de meeste leerlingen<br />
een pakket van zes examenvakken.<br />
Doorstromen<br />
Vmbo-leerlingen theoretische en<br />
gemengde leerweg die hun eindexamen<br />
hebben gehaald, kunnen doorstromen<br />
naar het havo. Havo-leerlingen die hun<br />
eindexamen hebben gehaald kunnen<br />
doorstromen naar het vwo. Dat kan zowel<br />
binnen de school als op een andere<br />
school. De nieuwe school kan wel aanvullende<br />
eisen stellen, zoals goede cijfers.<br />
Scholen maken vaak onderling afspraken<br />
over het doorstromen van leerlingen. Ze<br />
weten vaak van elkaar welke eisen ze<br />
stellen aan leerlingen die willen doorstromen.<br />
U kunt daar uiteraard van tevoren<br />
naar informeren.<br />
Het centraal examen<br />
Het centraal examen wordt in het laatste<br />
schooljaar afgenomen en kent drie tijdvakken.<br />
Het eerste is in mei, het tweede<br />
in juni en het derde in augustus. In mei<br />
doen alle leerlingen examen. De andere<br />
tijdvakken zijn bestemd voor herkansers<br />
en inhalers.<br />
Het vmbo-examen<br />
Voor alle leerlingen die de leerwegen in<br />
het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs<br />
volgen, zijn Nederlands en<br />
Engels verplicht. Leerlingen moeten twee<br />
vakken kiezen die verband houden met<br />
hun sector. Ten slotte kiest de leerling<br />
37
5<br />
O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />
Gecommitteerden bij het centraal<br />
examen<br />
Voor iedere school wijst de minister zogeheten<br />
'gecommitteerden' aan. Dit zijn<br />
leraren van andere scholen. Deze gecommitteerden<br />
controleren of de centrale<br />
examens wel voldoende objectief worden<br />
nagekeken. Eerst kijkt de leraar van de<br />
eigen school de examens na en daarna<br />
doet de gecommitteerde dat. Wanneer<br />
het cijfer van de docent en dat van de<br />
gecommitteerde verschillen, dan bepalen<br />
deze in onderling overleg het uiteindelijke<br />
cijfer.<br />
De eindcijfers<br />
De directeur bepaalt voor iedere leerling<br />
de eindcijfers. Het eindcijfer is het<br />
gemiddelde van het cijfer voor het<br />
schoolexamen en het cijfer voor het<br />
centraal examen. Alle eindcijfers samen<br />
bepalen of een leerling is geslaagd voor<br />
het eindexamen. Voor vakken met alleen<br />
een schoolexamen is het cijfer voor het<br />
schoolexamen - na afronding - het eindcijfer.<br />
Wanneer is een leerling geslaagd?<br />
Bij examens in het vmbo mag een leerling<br />
één vijf hebben als alle andere eindcijfers<br />
6 of hoger zijn. Hij mag ten hoogste<br />
één vier of twee vijven hebben, als<br />
alle andere eindcijfers 6 of hoger zijn én<br />
ten minste één zeven of hoger. Daarbij<br />
geldt dat lichamelijke opvoeding, het<br />
kunstvak in het gemeenschappelijk deel<br />
en het sectorwerkstuk altijd 'voldoende'<br />
moeten zijn of 'goed'. Daarnaast is het zo,<br />
dat het eindcijfer van het afdelingsvak of<br />
intrasectorale programma in de beroepsgerichte<br />
leerwegen twee keer meetelt in<br />
de uitslagregeling. Voor de eindexamens<br />
is een speciale internetpagina ingericht:<br />
www.eindexamen.nl.<br />
De leerlingen die het eindexamen volledig<br />
hebben afgelegd, mogen na het vaststellen<br />
van de uitslag één vak herkansen<br />
in juni (tweede tijdvak) en eventueel in<br />
augustus (derde tijdvak). Het hoogste<br />
cijfer geldt dan als definitief cijfer voor<br />
het centraal examen. Iedere eindexamenkandidaat<br />
krijgt van de directeur van de<br />
school een cijferlijst. Op deze lijst staan<br />
de cijfers voor het schoolexamen, de<br />
cijfers voor het centraal examen en de<br />
eindcijfers. Ook de uitslag van het eindexamen<br />
staat hierop vermeld. Wie<br />
geslaagd is, krijgt daarnaast een diploma.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Leerlingen zijn in ieder geval geslaagd,<br />
als zij voor alle examenvakken eindcijfers<br />
van 6 of hoger hebben gehaald. Bij de<br />
examens in het havo en vwo mag een<br />
leerling niet meer dan twee onvoldoendes<br />
hebben, waarvan één vier en één vijf<br />
of twee vijven. Lager dan een vier mag<br />
niet. Bovendien mag voor de vakken in<br />
het profieldeel ten hoogste één onvoldoende<br />
zijn behaald. Het profielwerkstuk<br />
en de vakken culturele en kunstzinnige<br />
vorming 1 én lichamelijke opvoeding 1<br />
moeten 'voldoende' of 'goed' zijn.<br />
Alsnog het diploma behalen<br />
Als een leerling zakt voor het eindexamen,<br />
dan kan hij besluiten het eindexamenjaar<br />
nog een keer te doen. Ook<br />
kan een leerling ervoor kiezen alsnog een<br />
diploma te halen in het vavo, het voortgezet<br />
algemeen volwassenenonderwijs of bij<br />
de staatsexamencommissie. Daar kunnen<br />
mensen die nog geen diploma hebben,<br />
examen doen in de vakken die ze eerder<br />
niet hebben gehaald. De vakken die ze<br />
wel hebben gehaald hoeven ze niet<br />
opnieuw te doen. In het vavo gelden<br />
leeftijdsgrenzen.<br />
38
5<br />
O P W E G N A A R H E T E X A M E N<br />
De kandidaten kunnen hun diploma ook<br />
verkrijgen door in de nog 'ontbrekende'<br />
vakken staatsexamen af te leggen.<br />
Meer informatie over de staatsexamens<br />
is te verkrijgen bij de Informatie Beheer<br />
Groep (IB-groep), telefoonnummer 050 -<br />
599 77 55.<br />
Vragen en klachten over het centraal<br />
examen<br />
Bij vragen over het centraal examen<br />
(over de inhoud of de zwaarte van de<br />
vakken, over zakken en slagen, over<br />
mogelijke onregelmatigheden, enzovoort)<br />
kunt u het beste contact opnemen met<br />
de school. Als u een specifieke klacht<br />
heeft, bijvoorbeeld over vragen in het<br />
examen, en de school is het daarin met u<br />
eens, dan kan de school uw klacht doorgeven<br />
aan de Centrale Examencommissie<br />
Vaststelling Opgaven (CEVO). De CEVO<br />
zorgt dan voor de verdere behandeling.<br />
Als naar uw mening een examen niet volgens<br />
de regels is afgenomen, kunt u<br />
daarover contact opnemen met de<br />
schoolleiding. Deze gaat in overleg met<br />
de inspectie van het onderwijs na of de<br />
klacht gegrond is en of eventueel in het<br />
belang van de leerling een examen ongeldig<br />
moet worden verklaard. In dat geval<br />
moet het examen in een volgend examentijdvak<br />
opnieuw worden afgelegd.<br />
Tijdens de eindexamenperiode is de eindexamenklachtenlijn<br />
van het Landelijk<br />
Aktie Komitee Scholieren (LAKS) geopend.<br />
Het LAKS verzamelt de klachten en<br />
probeert problemen op te lossen. Het<br />
telefoonnummer van de klachtenlijn<br />
wordt ieder jaar bekendgemaakt via posters<br />
op de school en via de eindexamenkrant<br />
van het LAKS.<br />
39
Het leerlingenstatuut is<br />
een reglement van de school<br />
waarin de rechten<br />
en plichten van alle<br />
leerlingen staan.
6<br />
D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />
L E E R L I N G E N<br />
Hoe kunnen ouders en leerlingen<br />
invloed hebben op het beleid van de<br />
school? In dit hoofdstuk treft u de<br />
mogelijkheden aan waarmee ouders<br />
Invloed van ouders en leerlingen op<br />
het beleid van de school<br />
Ouders en leerlingen kunnen op verschillende<br />
manieren invloed uitoefenen op de<br />
gang van zaken op school. Elke school<br />
heeft verplicht een medezeggenschapsraad.<br />
De meeste scholen hebben bovendien<br />
een ouderraad, een leerlingenraad<br />
en een personeelsraad.<br />
en leerlingen hun stem kunnen<br />
laten horen: de medezeggenschapsraad,<br />
de ouderraad en de<br />
leerlingenraad.<br />
Via de medezeggenschapsraad hebben<br />
ouders en leerlingen de meest directe<br />
invloed. Sommige bijzondere scholen<br />
kennen geen medezeggenschapsraad. Ze<br />
zijn op grond van hun godsdienstige of<br />
levensbeschouwelijke overtuiging niet<br />
verplicht zo'n raad op te richten.<br />
Scholen voor bijzonder onderwijs gaan<br />
meestal uit van een vereniging waar<br />
ouders lid van kunnen zijn. Via hun lidmaatschap<br />
hebben zij een stem in de<br />
vereniging en kunnen zij het beleid van<br />
de school mede bepalen. Ouders kunnen<br />
ook gekozen worden in het bestuur van<br />
zo'n school en op die manier rechtstreeks<br />
invloed uitoefenen.<br />
Daarnaast zijn ouders vaak betrokken bij<br />
de organisatie van buitenschoolse activiteiten,<br />
zoals feesten, excursies, ondersteuning<br />
van de leerlingenvereniging,<br />
enzovoort.<br />
Sommige scholen betrekken de ouders<br />
ook direct bij het onderwijs. Daarbij gaat<br />
het vaak om projecten die de leerlingen<br />
moeten opzetten en waarin ouders meedraaien<br />
als informanten en ondersteuners.<br />
Ook hier geldt weer dat elke school vaak<br />
een eigen traditie heeft op dit punt. Voor<br />
ouders en leerlingen die actief willen zijn<br />
op de school, is het zaak te weten hoe de<br />
school hen bij het reilen en zeilen<br />
betrekt.<br />
41
6<br />
D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />
L E E R L I N G E N<br />
De medezeggenschapsraad<br />
onder meer de nascholing van personeel.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
De medezeggenschapsraad is in het<br />
onderwijs het enige vertegenwoordigende<br />
orgaan met wettelijke bevoegdheden.<br />
In het voortgezet onderwijs bestaat de<br />
medezeggenschapsraad uit<br />
twee geledingen:<br />
• ouders of leerlingen;<br />
• onderwijzend en onderwijsondersteunend<br />
personeel.<br />
In beginsel heeft elke school een medezeggenschapsraad.<br />
Het schoolbestuur is<br />
namelijk wettelijk verplicht deze in te<br />
stellen. In uitzonderlijke gevallen hoeft<br />
de school een medezeggenschapsraad<br />
niet in te stellen, namelijk als men<br />
bezwaar heeft om godsdienstige of<br />
levensbeschouwelijke redenen. Maar zo'n<br />
ontheffing krijgt een school alleen als<br />
tweederde van de leerkrachten en de<br />
ouders daarmee instemt. De medezeggenschapsraad<br />
moet ieder jaar schriftelijk<br />
verslag doen van zijn activiteiten. Dat<br />
verslag is openbaar en iedereen kan het<br />
dus inzien.<br />
Rechten medezeggenschapsraad<br />
De medezeggenschapsraad heeft twee<br />
soorten bevoegdheden: een algemene en<br />
een bijzondere. De algemene bevoegdheid<br />
is het recht op informatie en overleg.<br />
De raad - of een deel daarvan - kan<br />
hierom vragen. De medezeggenschapsraad<br />
heeft verder advies- en instemmingsrecht.<br />
Dat is de bijzondere<br />
bevoegdheid. De medezeggenschapsraad<br />
heeft instemmingsrecht over al die zaken<br />
die voor de raad van wezenlijk belang<br />
zijn. Ouders en leerlingen moeten bijvoorbeeld<br />
instemmen met de voorzieningen<br />
voor leerlingen. Ook hebben zij<br />
instemmingsrecht bij het vaststellen van<br />
het leerlingenstatuut en de gevolgen die<br />
een fusie van de school met een andere<br />
school heeft voor ouders en leerlingen.<br />
Daarnaast mogen zij adviseren over<br />
Elke medezeggenschapsraad heeft een<br />
reglement. Hierin staat onder meer hoeveel<br />
leden de raad telt, hoe de verkiezingen<br />
voor de raad zijn geregeld en welke<br />
bevoegdheden aan de eventuele deelraden<br />
zijn toegekend. Het reglement moet<br />
goedgekeurd zijn door tweederde van de<br />
raad. Het bevoegd gezag stelt het daarna<br />
vast. Voor besturen die meer dan één<br />
school onder hun hoede hebben, kan ook<br />
een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad<br />
(GMR) worden ingesteld. In<br />
de Wet medezeggenschap onderwijs 1992<br />
staat precies over welke zaken het<br />
schoolbestuur en de directie advies moeten<br />
vragen. En ook wanneer instemming<br />
nodig is van de medezeggenschapsraad<br />
of een geleding daarvan. Ouder- en<br />
besturenorganisaties hebben voorbeelden<br />
van reglementen die zij graag<br />
beschikbaar stellen. Met die voorbeelden<br />
kan de relatie met het bevoegd gezag<br />
goed geregeld worden.<br />
De ouderraad<br />
De meeste scholen hebben naast een<br />
medezeggenschapsraad ook een ouderraad.<br />
In de ouderraad zitten vertegenwoordigers<br />
van de ouders. De ouderraad<br />
kan - gevraagd of ongevraagd - de medezeggenschapsraad<br />
adviseren over onderwerpen<br />
die vooral voor de ouders belangrijk<br />
zijn. De ouderraad kan bovendien<br />
eisen dat de medezeggenschapsraad een<br />
42
6<br />
D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />
L E E R L I N G E N<br />
advies doorgeeft aan het schoolbestuur.<br />
Het schoolbestuur moet op zijn beurt<br />
binnen drie maanden een schriftelijk antwoord<br />
geven. De ouderraad belegt<br />
meestal eenmaal per jaar een vergadering<br />
voor alle ouders. In die vergadering<br />
legt de ouderraad verantwoording af over<br />
het gevoerde beleid en overlegt de raad<br />
met de ouders over het beleid voor de<br />
toekomst. De leden in de raad worden<br />
door en uit de ouders gekozen.<br />
Als er problemen op school zijn waarbij<br />
het nodig is dat alle ouders worden<br />
geraadpleegd, zal de ouderraad vaak het<br />
orgaan zijn dat de ouders bij elkaar<br />
roept.<br />
De ouderraad stimuleert activiteiten die<br />
bijdragen aan een goed schoolklimaat<br />
zoals culturele manifestaties, feesten en<br />
partijen. De raad betrekt andere ouders<br />
vaak bij de activiteiten binnen de school.<br />
Andere vormen van oudervertegenwoordiging<br />
Als een school voor bijzonder onderwijs<br />
uitgaat van een vereniging, kunnen<br />
ouders daarvan lid worden. Op grond van<br />
hun lidmaatschap kunnen ouders invloed<br />
uitoefenen op het beleid van de vereniging<br />
en dus van de school. Ouders kunnen<br />
ook gekozen worden in het bestuur<br />
van een bijzondere school.<br />
Als een openbare school uitgaat van een<br />
bestuurscommissie (artikel 82 van de<br />
Gemeentewet), een openbare rechtspersoon<br />
of een stichting, kunnen hiervan<br />
ook ouders deel uitmaken.<br />
leerlingen ten minste 13 jaar zijn.<br />
Daarnaast biedt de Wet medezeggenschap<br />
onderwijs 1992 de mogelijkheid<br />
een leerlingenraad op te richten. Een<br />
leerlingenraad vertegenwoordigt de<br />
mening van scholieren op een school.<br />
Bovendien kan de raad zich bezighouden<br />
met verbetering van de sfeer op een<br />
school en met de kwaliteit van het onderwijs.<br />
Het belangrijkste recht dat de leerlingenraad<br />
heeft, is het recht om advies uit te<br />
brengen aan de medezeggenschapsraad:<br />
gevraagd en ongevraagd. De leerlingenraad<br />
kan bovendien eisen dat de medezeggenschapsraad<br />
dat advies doorgeeft<br />
aan het schoolbestuur. Het schoolbestuur<br />
moet op zijn beurt binnen drie<br />
maanden een schriftelijk antwoord<br />
geven.<br />
Leerlingen die een leerlingenraad willen<br />
oprichten, kunnen daarover advies krijgen<br />
van het LAKS. Het adres staat achterin<br />
deze gids.<br />
Het leerlingenstatuut<br />
Het leerlingenstatuut is een reglement<br />
van de school waarin de rechten en<br />
plichten van alle leerlingen staan.<br />
Daarbij valt te denken aan regelingen<br />
rondom te laat komen, proefwerkplanning,<br />
straffen, in beroep gaan tegen cij-<br />
De leerlingenraad<br />
Ook leerlingen hebben de mogelijkheid<br />
zelf invloed uit te oefenen op de gang van<br />
zaken in en rond de school. Op de meeste<br />
scholen zijn leerlingen lid van de medezeggenschapsraad.<br />
Op een school voor<br />
voortgezet speciaal onderwijs moeten die<br />
43
6<br />
D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />
L E E R L I N G E N<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
fers, vrijheid van uiterlijk, mogelijkheden<br />
voor het uitgeven van de schoolkrant<br />
enzovoort.<br />
In het leerlingenstatuut moeten in ieder<br />
geval vier onderwerpen geregeld zijn,<br />
namelijk:<br />
• wat de schoolregels zijn;<br />
• hoe de school met geschillen tussen<br />
bijvoorbeeld leerkrachten en<br />
leerlingen omgaat;<br />
• hoe de school de gegevens van de<br />
individuele leerling beschermt<br />
('privacyregeling');<br />
• hoe de school de kwaliteit van het<br />
onderwijs bewaakt.<br />
Scholen zijn verplicht om een leerlingenstatuut<br />
op te stellen, dat bovendien elke<br />
twee jaar opnieuw moet worden vastgesteld<br />
door het schoolbestuur. Zowel de<br />
leerlingen als de ouders in de medezeggenschapsraad<br />
moeten met het statuut<br />
instemmen.<br />
Het leerlingenstatuut is een openbaar<br />
stuk. Het moet dan ook voor leerlingen<br />
op school ter inzage liggen.<br />
Een veilig schoolklimaat<br />
Ook op scholen komen leerlingen helaas<br />
weleens in aanraking met klasgenoten<br />
die zich misdragen of zelfs gewelddadig<br />
zijn. Dat geweld kan allerlei vormen hebben:<br />
van schelden, pesten, vernieling,<br />
diefstal tot en met (seksuele) intimidatie,<br />
discriminatie en vechtpartijen. Ook leraren<br />
en ouders maken zich soms schuldig<br />
aan vormen van geweld. Het is heel<br />
belangrijk dat scholen, leerlingen en<br />
ouders samen werken aan het voorkomen<br />
en bestrijden van alle vormen van<br />
geweld.<br />
en afspraken over de manier waarop<br />
leerlingen en leraren met elkaar omgaan.<br />
Die regels staan in het leerlingenstatuut.<br />
De school moet ervoor zorgen dat leerlingen<br />
op de hoogte zijn van die regels.<br />
Op de website (www.laks.nl) van het<br />
Landelijk Aktie Komité voor Scholieren<br />
(LAKS), staat een checklist 'leefbare<br />
school'. Hiermee kunnen leerlingen<br />
beoordelen of hun school voldoet aan de<br />
eisen voor een leefbare school.<br />
Scholen moeten een zogenaamd veiligheidsplan<br />
en een plan voor - goede -<br />
arbeidsomstandigheden opstellen. Het<br />
gaat niet alleen om technische veiligheid,<br />
zoals eisen aan de lokalen, verlichting, de<br />
stoelen en dergelijke. Het gaat ook om<br />
'beveiliging' tegen pesten, bedreiging,<br />
seksuele intimidatie en geweld. Scholen<br />
moeten daarvoor dus een plan maken.<br />
Daarin kunnen ze bijvoorbeeld de aanstelling<br />
van vertrouwenspersonen regelen,<br />
klachtenprocedures opstellen en een<br />
klachtencommissie in het leven roepen.<br />
Scholen zijn verplicht een klachtenregeling<br />
in te stellen. In het voortgezet onderwijs<br />
geldt deze regeling voor personeel,<br />
ouders en leerlingen. Het schoolbestuur<br />
moet een klachtencommissie instellen,<br />
waar de klachten kunnen worden ingediend.<br />
Zie voor verdere informatie hoofdstuk<br />
7 van deze gids.<br />
Scholen zijn verplicht te overleggen met<br />
de vertrouwensinspecteur zodra zij<br />
horen dat er misschien sprake is van seksueel<br />
misbruik van een minderjarige<br />
leerling door een personeelslid van de<br />
school.Als in dit overleg blijkt dat er een<br />
redelijk vermoeden van seksueel misbruik<br />
bestaat, is de school verplicht hiervan<br />
meteen aangifte te doen bij de politie.<br />
Het scheppen van een veilig leer- en<br />
werkklimaat is niet alleen een zaak van<br />
de school. Maar daar begint het vaak<br />
wel. Bijvoorbeeld met duidelijke regels<br />
44
6<br />
D E S T E M V A N O U D E R S E N<br />
L E E R L I N G E N<br />
Behandeling van klachten over seksuele<br />
intimidatie kan ook een taak van de<br />
klachtencommissie ( zie hoofdstuk 7)<br />
zijn. Als het echter om (het vermoeden<br />
van) een zedenmisdrijf gaat, begaan door<br />
een aan de school verbonden volwassene<br />
ten opzichte van een leerling, moet het<br />
schoolbestuur na overleg met de vertrouwensinspecteur<br />
aangifte doen bij de<br />
politie.<br />
Voor ouders en leerlingen is het van<br />
groot belang om te weten wat de school<br />
doet op het terrein van veiligheid. Vanaf<br />
1 augustus 2006 zijn scholen daarom<br />
verplicht om in hun schoolgids een aparte<br />
paragraaf aan dit onderwerp te besteden.<br />
Ouders en leerlingen kunnen verder via<br />
de medezeggenschapsraad, de ouderraad<br />
of de leerlingenraad betrokken worden<br />
bij de voorlichting over het veiligheidsbeleid.<br />
En natuurlijk kunnen ze zo ook meewerken<br />
aan de uitvoering ervan.<br />
Leerlingen die gepest worden, maar ook<br />
ouders en leerlingen die vragen hebben<br />
over pesten, kunnen terecht op<br />
www.pestweb.nl. Pestweb biedt ook een<br />
hulplijn aan voor kinderen. Ze luisteren<br />
naar je en proberen samen met jou een<br />
antwoord of een oplossing te vinden<br />
tegen het pesten. Bellen kan elke schooldag<br />
tussen 14.00 en 17.00 uur op: 0800<br />
2828280.<br />
Informatie over medezeggenschap kunt u<br />
inwinnen bij de landelijke ouderorganisaties<br />
en het Landelijk Aktie Komitee<br />
Scholieren. Zie hiervoor de adressenlijst<br />
achterin deze gids.<br />
Ook de gemeenten dragen hun steentje<br />
bij. Bijvoorbeeld in de vorm van afspraken<br />
met de wijkpolitie, het buurthuis en<br />
het jongerenwerk. Maar ook moet de<br />
gemeente zorgen voor voorzieningen in<br />
de buurt van de school die de omgeving<br />
veiliger maken. U kunt daarbij denken<br />
aan meer verlichting, verkeerslichten,<br />
surveillance, verkeersdrempels,<br />
enzovoort.<br />
Bent u op zoek naar andere informatie<br />
over veiligheid op school, dan kunt u<br />
terecht bij het Centrum <strong>School</strong> en<br />
Veiligheid, www.schoolenveiligheid.nl of<br />
030-2856616, dagelijks tussen<br />
10.00 en 14.00 uur.<br />
45
7<br />
D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />
Maakt uw kind vorderingen op<br />
Een goed contact met school<br />
school? Hoe ontstaat een goed<br />
contact met school? Wat kunnen u<br />
en uw kind doen bij problemen op<br />
school? Dit zijn enkele voorbeelden<br />
van vragen die dit hoofdstuk<br />
beantwoordt.<br />
De praktijk leert dat leerlingen beter<br />
presteren als het 'thuisfront' nauw<br />
betrokken is bij het wel en wee op<br />
school. Het is dus van belang dat ouders<br />
weten wat er dagelijks voor hun kind op<br />
het programma staat, daar thuis over<br />
praten en er rekening mee houden. Wie<br />
actief betrokken is bij de schoolervaringen,<br />
kan daarmee tal van<br />
problemen op school voorkomen.<br />
Het contact met een school voor voortgezet<br />
onderwijs zal meestal minder<br />
regelmatig zijn dan ouders met de basisschool<br />
gewend waren. Omdat leerlingen<br />
ouder en zelfstandiger worden, onderhouden<br />
zij vooral zelf hun relatie met de<br />
school en met de docenten.<br />
De afstand tussen ouders en voortgezet<br />
onderwijs is daarom meestal iets groter<br />
en de contacten zijn zakelijker. Toch is<br />
het verstandig als ouders regelmatig<br />
contact hebben met de school. Ouders<br />
kunnen zo de vorderingen van hun kind<br />
volgen en meer te weten komen over de<br />
gang van zaken op school en in de klas.<br />
Begeleiding van leerlingen op school<br />
Scholen voor voortgezet onderwijs doen<br />
steeds meer aan individuele begeleiding<br />
van leerlingen die om welke reden dan<br />
ook extra aandacht nodig hebben. Elke<br />
school doet dat weer op zijn eigen<br />
manier.<br />
De meeste scholen wijzen mentoren aan.<br />
Dat zijn docenten die naast hun onderwijstaak<br />
leerlingen 'coachen'. Zij hebben<br />
veel contact met de andere leraren en<br />
weten daardoor in grote lijnen wat de<br />
leerlingen presteren in de verschillende<br />
vakken. Zij zijn dan ook uw eerste aanspreekpunt<br />
bij vragen en problemen. De<br />
mentoren hebben vaak een vast moment<br />
in de week of de maand (spreekuur)<br />
waarop ze beschikbaar zijn.<br />
47
7<br />
D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />
Het is natuurlijk ook mogelijk een aparte<br />
afspraak te maken, vooral als u veel te<br />
bespreken heeft.<br />
Daarnaast zijn er schooldecanen die de<br />
leerlingen adviseren over studieaanpak<br />
en over studie- en beroepsmogelijkheden.<br />
Sommige scholen hebben bovendien<br />
leerling- of studiebegeleiders die met<br />
leerlingen werken die wat extra aandacht<br />
kunnen gebruiken. Verder zijn bij de<br />
meeste scholen brugklascoördinatoren<br />
aangesteld die de gang van zaken in de<br />
eerste jaren in de gaten houden en vakgroepcoördinatoren<br />
die samen met de<br />
docenten in één vak verantwoordelijk zijn<br />
voor de leerstof en lesmethoden.<br />
Verschillen in begeleiding tussen<br />
scholen<br />
Er zijn overeenkomsten, maar ook verschillen<br />
in de manier waarop scholen<br />
voor voortgezet onderwijs de begeleiding<br />
van leerlingen aanpakken. Op sommige<br />
scholen zijn er naast de mentor en leerlingbegeleider<br />
ook nog anderen die zich<br />
hiermee bezighouden. Bijvoorbeeld speciale<br />
huiswerkbegeleiders, een vertrouwenspersoon,<br />
schoolcontactpersonen<br />
voor allochtone ouders enzovoort.<br />
Informeer daarom tijdig hoe uw school<br />
met de leerlingbegeleiding omgaat en hoe<br />
die taken zijn verdeeld.<br />
rapportavonden. Die worden meestal na<br />
het eerste en tweede rapport gehouden.<br />
Maar er zijn ook scholen die graag zien<br />
dat ouders (én leerlingen) de tussenrapporten<br />
komen bespreken. Het is dan ook<br />
goed om op school na te vragen wanneer<br />
de rapporten worden uitgedeeld en wanneer<br />
ouders en leraren met elkaar kunnen<br />
spreken over de leerprestaties van<br />
leerlingen. Ouders kunnen daartoe<br />
natuurlijk ook zelf het initiatief nemen.<br />
Ze kunnen bijvoorbeeld na elk<br />
(tussen)rapport een afspraak maken met<br />
de klassenleraar. En ook leerlingen kunnen<br />
hierin actief bemiddelen.<br />
Veel scholen voor voortgezet onderwijs<br />
brengen aan het einde van het tweede<br />
leerjaar een uitgebreid advies uit over de<br />
verdere studiemogelijkheden van de leerling.<br />
Daarbij gaat het onder meer om de<br />
keuze van de onderwijssoort: vmbo, havo<br />
of vwo. In hoofdstuk 4 vindt u hier meer<br />
over, en als u het precies wilt weten, kan<br />
de school u daarover informatie geven.<br />
De vorderingen bijhouden<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Ouders en leerlingen moeten op gezette<br />
tijden weten hoe het gaat op school. In<br />
de schoolgids vindt u doorgaans informatie<br />
over hoe de prestaties van de leerlingen<br />
worden gemeten en gerapporteerd.<br />
Scholen volgen hierin in principe een<br />
eigen weg. U mag er echter op rekenen<br />
dat de school u regelmatig (drie tot vier<br />
keer per jaar) op de hoogte houdt van de<br />
vorderingen.<br />
Net als de basisschool kennen de meeste<br />
scholen voor voortgezet onderwijs<br />
48<br />
Helpen met het huiswerk<br />
In het voortgezet onderwijs wordt het<br />
natuurlijk lastiger voor ouders om hun<br />
kinderen te helpen met huiswerk. Vooral<br />
wanneer zij zelf bepaalde vakken niet, of<br />
op een andere manier hebben gehad.<br />
Het onderwijs verandert immers vaak en<br />
snel.
7<br />
D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />
Het wiskundeonderwijs van nu bijvoorbeeld<br />
is niet meer te vergelijken met dat<br />
van twintig jaar geleden. Daar komt nog<br />
bij dat sommige leerlingen ouderlijke<br />
hulp bij huiswerk minder op prijs stellen.<br />
Dat alles wil echter nog niet zeggen dat<br />
ouders helemaal niets meer kunnen doen<br />
om het onderwijs thuis te ondersteunen.<br />
Naast die vakken waarin ouders zelf misschien<br />
niet zo thuis zijn, zullen leerlingen<br />
ook met onderwerpen aan de slag gaan<br />
waarbij ouders wel kunnen helpen. In de<br />
onderbouw moeten leerlingen zich vaak<br />
ook met praktische problemen en onderwerpen<br />
bezighouden, bijvoorbeeld op<br />
technisch en verzorgend gebied. Ouders<br />
kunnen hun kinderen daarbij een flink<br />
eind op weg helpen. Datzelfde geldt ook<br />
voor het maken van werkstukken, het<br />
voorbereiden van een spreekbeurt,<br />
opzoeken van documentatie enzovoort.<br />
Leerproblemen<br />
Aan het eind van de basisschool weten<br />
ouders meestal wel of hun kind specifieke<br />
leermoeilijkheden heeft. Meestal<br />
komen die ook ter sprake in het schooladvies<br />
en in de toelichting daarop van de<br />
directeur van de basisschool. U kunt dit<br />
dan vroegtijdig met de school voor voortgezet<br />
onderwijs bespreken, direct bij de<br />
aanmelding of in uw kennismakingsgesprek<br />
met de mentor. Alle partijen<br />
(ouders, leerlingen en school) weten dan<br />
waar ze aan toe zijn. Dan kunnen concrete<br />
afspraken worden gemaakt over eventuele<br />
extra hulp of begeleiding.<br />
Leerlingen die merken dat ze het niet<br />
aankunnen, geven dikwijls duidelijke<br />
signalen af, thuis en op school. Ze slapen<br />
slecht, zijn snel geïrriteerd, kunnen zich<br />
slecht concentreren in de les, spijbelen,<br />
enzovoort. Ouders die merken dat het<br />
een beetje tegenzit op school, doen er<br />
goed aan contact op te nemen met de<br />
mentor of mentrix, als die dit zelf al niet<br />
heeft gedaan. Docenten maken zulke<br />
individuele afspraken graag.<br />
Het is daarbij belangrijk dat leermoeilijkheden<br />
zo vroeg mogelijk gesignaleerd<br />
worden. Liever direct na het eerste rapport<br />
dan bij het eindrapport. Een schooljaar<br />
is snel voorbij. En ook leerlingen zelf<br />
doen er verstandig aan om er thuis over<br />
te praten als ze het idee hebben dat ze de<br />
school (even) niet meer aankunnen. Wie<br />
dat moeilijk vindt, kan altijd gaan praten<br />
met iemand op school, zoals de klassenleraar<br />
of een andere leraar.<br />
Gedragsproblemen<br />
Iedereen heeft het weleens een periode<br />
moeilijk met zichzelf of met mensen in de<br />
naaste omgeving. Op zichzelf is dat niet<br />
altijd iets om ongerust over te zijn. Maar<br />
als leerlingen bijvoorbeeld kampen met<br />
ernstige concentratieproblemen, zeer<br />
regelmatig spijbelen, agressief zijn tegen<br />
medeleerlingen of docenten, of geïsoleerd<br />
raken, dan is het verstandig na te<br />
denken over oplossingen. Ouders kunnen<br />
hiervoor contact opnemen met de<br />
school.<br />
Extra aandacht en speciale hulp<br />
In het voortgezet onderwijs wordt van<br />
alles ondernomen om leerlingen goed te<br />
begeleiden. Sommige leerlingen hebben<br />
echter extra of speciale aandacht of hulp<br />
nodig. Scholen krijgen daar extra geld<br />
voor van de overheid.<br />
De bedoeling is altijd leerlingen zo lang<br />
mogelijk op de 'gewone' school te houden.<br />
Daarom zijn veel scholen voor<br />
voortgezet onderwijs gaan samenwerken<br />
met scholen voor speciaal onderwijs. Op<br />
deze manier kan de deskundigheid van<br />
het speciaal onderwijs ook in het gewone<br />
voortgezet onderwijs worden ingezet.<br />
Bovendien stelt de overheid extra geld<br />
beschikbaar voor leerlingen uit groepen<br />
met een achterstand, zoals leerlingen die<br />
van huis uit een andere taal spreken.<br />
49
7<br />
D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
De Rugzak/ Gehandicapte leerling<br />
De Wet Leerling Gebonden Financiering<br />
is per 2003 in werking getreden. Voor het<br />
voortgezet onderwijs betekent dit het<br />
volgende. Gehandicapte leerlingen die op<br />
een reguliere VO-school zitten, worden<br />
vanaf nu geïndiceerd door de Commissie<br />
voor de Indicatiestelling (CvI). Deze is te<br />
vinden via het Regionaal Expertisecentrum<br />
(REC) bij u in de regio. Een geïndiceerde<br />
leerling komt in aanmerking<br />
voor leerling gebonden financiering, de<br />
zogenoemde rugzak. De 'rugzak' wordt<br />
aangevraagd en verstrekt aan de reguliere<br />
VO-school waar de leerling staat<br />
ingeschreven.<br />
In principe is het de ouder die zijn of<br />
haar kind aanmeldt bij een regionaal<br />
expertisecentrum (REC) in de buurt.<br />
Nederland telt er ruim dertig. De<br />
Commissie voor de Indicatiestelling die<br />
verbonden is aan het REC geeft vervolgens<br />
een positieve of negatieve indicatie<br />
af aan de ouders. Wanneer de ouders de<br />
positieve indicatie aan de school overhandigen,<br />
stuurt de school het registratieformulier<br />
van de geïndiceerde leerling<br />
naar Cfi. Cfi kent dan de corresponderende<br />
Rugzak toe aan de school.<br />
Als de school geen oplossing heeft<br />
In een enkel geval kunnen de leer- of<br />
gedragsproblemen zodanig zijn dat de<br />
school zelf geen goede oplossing meer<br />
voorhanden heeft. De school kan dan via<br />
het samenwerkingsverband waarbij zij is<br />
aangesloten, zoeken naar een passende<br />
oplossing. In zo'n situatie kan de school<br />
adviseren om een leerling over te plaatsen.<br />
consulent. Deze hulp is gratis.<br />
<strong>Onderwijs</strong>consulenten werken voor de<br />
Adviescommissie Toelating en Begeleiding<br />
(ACTB). Als een school een leerling weigert,<br />
kan een ouder schriftelijk bezwaar<br />
maken. De school moet dan advies vragen<br />
aan (of opvragen bij) de ACTB.<br />
Waar kunnen ouders en leerlingen<br />
terecht met klachten?<br />
Als u een klacht hebt over de gang van<br />
zaken op school, dan kunt u die het best<br />
eerst melden aan de groepsleerkracht of<br />
de directeur. Als dat niet helpt, kunt u<br />
met het schoolbestuur praten. Bij veel<br />
besturen is er een vertrouwenspersoon<br />
die u hierbij kan ondersteunen. Veelal zal<br />
een klacht toch nog in onderling overleg<br />
kunnen worden opgelost. Lukt dit niet,<br />
dan kunt u zich richten tot de klachtencommissie.<br />
(zie ook hoofdstuk 6, een<br />
veilig schoolklimaat)<br />
Elk schoolbestuur moet ervoor zorgen<br />
dat ouders/ verzorgers (maar ook de<br />
personeelsleden) een klacht kunnen<br />
indienen bij een klachtencommissie.<br />
Een klachtencommissie bestaat uit ten<br />
minste drie leden, onder wie de voorzitter<br />
die geen deel mag uitmaken van het<br />
schoolbestuur en ook niet bij dat bestuur<br />
werkzaam mag zijn. Een lid van het<br />
schoolbestuur of een personeelslid waarover<br />
wordt geklaagd, mag nooit deel uitmaken<br />
van de klachtencommissie die de<br />
klacht behandelt.<br />
Meestal is er sprake van een regionale of<br />
landelijke klachtencommissie, maar het<br />
kan ook een commissie zijn die alleen<br />
voor dat schoolbestuur is ingesteld.<br />
Hulp bij het zoeken naar een school<br />
Soms is het moeilijk om een school te<br />
vinden waar een leerling met zijn of haar<br />
handicap, ziekte of stoornis terecht kan.<br />
Vraag dan de hulp van een onderwijs-<br />
Scholen moeten in hun schoolgids aangeven<br />
bij welke commissie (met naam en<br />
adresgegevens) u een klacht kunt indienen<br />
en hoe de verdere procedure loopt.<br />
U hebt het recht de klacht zelf bij de<br />
commissie in te dienen zonder tussen-<br />
50
D E V O R D E R I N G E N O P S C H O O L<br />
komst van de schoolleiding of het schoolbestuur.<br />
Het is niet verboden om direct naar de<br />
klachtencommissie te stappen, zonder<br />
dat de klacht eerst op school aan de orde<br />
is geweest. Als u dat doet, is het wel de<br />
bedoeling dat u het schoolbestuur daarover<br />
inlicht. Dat is niet alleen netjes,<br />
maar ook verstandig omdat u het schoolbestuur<br />
zo in staat stelt om uw klacht op<br />
te lossen.<br />
Bij de behandeling van een klacht kunt u<br />
zich door een persoon naar eigen keuze<br />
laten bijstaan. Zo kan de vertrouwenspersoon<br />
u bijstaan door voorlichting over<br />
de procedure of door u te helpen met het<br />
formuleren van uw klacht. Voor informatie<br />
over hoe u een klacht kunt indienen<br />
en over de gang van zaken daarna kunt u<br />
tevens bij (het secretariaat van) de<br />
klachtencommissie terecht of bij een van<br />
de landelijke ouderorganisaties. Bij het<br />
bericht van ontvangst van uw klacht door<br />
de klachtencommissie krijgt u deze informatie<br />
meestal al in de vorm van een<br />
reglement van deze commissie en een<br />
toelichting daarop. De meeste klachtencommissies<br />
hebben een website op het<br />
internet.<br />
De commissie zal na een bepaalde tijd<br />
aangeven of uw klacht (on)gegrond is.<br />
Binnen welke termijn dat moet gebeuren,<br />
staat in het reglement van de commissie.<br />
Als de klacht gegrond is, gaat de uitspraak<br />
meestal vergezeld van een advies<br />
aan het schoolbestuur hoe uw klacht<br />
opgelost kan worden en/of een herhaling<br />
in de toekomst kan worden voorkomen.<br />
Binnen vier weken na de datum van ontvangst<br />
van het advies moet het bestuur u<br />
melden of het zich kan vinden in de uitspraak<br />
en welke maatregelen het gaat<br />
nemen.<br />
Een uitspraak van een klachtencommissie<br />
is een advies aan het schoolbestuur.<br />
Dat heeft zijn voordelen en zijn nadelen.<br />
De adviesprocedure heeft het voordeel<br />
dat u als klager op een betrekkelijk snelle,<br />
gemakkelijke en goedkope wijze een<br />
uitspraak krijgt waarmee u en de school<br />
weer samen verder kunnen. Een nadeel<br />
is dat het om een eenmalige uitspraak<br />
gaat en dat deze niet wettelijk kan worden<br />
afgedwongen. Wilt u wel een bindende<br />
uitspraak, dan bent u op de rechter<br />
aangewezen.<br />
Uw klacht wordt altijd vertrouwelijk<br />
behandeld. U krijgt de gelegenheid om<br />
uw klacht voor de commissie toe te lichten.<br />
U wordt dan ‘gehoord’. Dat is voor<br />
ouders soms een (in)spannende zaak. U<br />
kunt zich daarbij echter ook laten bijstaan,<br />
bijvoorbeeld door de vertrouwenspersoon.<br />
51
B I J L A G E N<br />
B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />
T E L E F O O N N U M M E R S<br />
Als u vragen heeft, kunt u gebruik<br />
maken van deze adressenlijst.<br />
I<br />
Landelijke organisaties<br />
van en voor ouders<br />
Bijzonder onderwijs op algemene<br />
grondslag<br />
Landelijke Oudervereniging voor<br />
Bijzonder <strong>Onderwijs</strong> op algemene<br />
grondslag (LOBO)<br />
U kunt natuurlijk ook contact opnemen<br />
met de school. Daarnaast kunt u<br />
adres<br />
telefoon<br />
email<br />
internet<br />
Laan van N.O. Indië 277b<br />
2593 BS Den Haag<br />
070 - 385 08 66<br />
info@lobo.nl<br />
www.lobo.nl<br />
voor vragen terecht bij het landelijk<br />
Katholiek onderwijs<br />
Nederlandse Katholieke<br />
Oudervereniging (NKO)<br />
informatie centrum voor ouders via<br />
het gratis telefoonnummer 0800-<br />
adres<br />
telefoon<br />
email<br />
internet<br />
Postbus 97805<br />
2509 GE Den Haag<br />
070 - 328 28 82<br />
nko@nko.nl<br />
www.nko.nl<br />
5010. Ook kunt u via de website:<br />
Openbaar onderwijs<br />
Vereniging voor Openbaar <strong>Onderwijs</strong><br />
(VOO)<br />
www.50tien.nl per e-mail vragen stellen.<br />
Voor algemene vragen over de<br />
adres<br />
telefoon<br />
email<br />
internet<br />
Postbus 10241<br />
1320 AE Almere<br />
036 - 533 15 00<br />
voo@voo.nl<br />
www.voo.nl<br />
rijksoverheid kunt u terecht bij<br />
Protestants-christelijk onderwijs<br />
Ouders en COO<br />
postbus 51.<br />
adres<br />
telefoon<br />
email<br />
internet<br />
Postbus 125<br />
3970 AC Driebergen<br />
0343 - 51 34 34<br />
info@ouders.net<br />
www.ouders.net<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
52
B I J L A G E N<br />
B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />
T E L E F O O N N U M M E R S<br />
II<br />
Landelijke organisaties voor<br />
leerlingen in het voortgezet<br />
onderwijs<br />
III Adressen en telefoonnummers<br />
voor ouders en leerlingen die<br />
meer willen weten over:<br />
Landelijk Aktie Komitee Scholieren<br />
(LAKS)<br />
adres Postbus 17061<br />
1001 JB Amsterdam<br />
telefoon 020 - 638 17 92<br />
email laks@laks.nl<br />
internet www.laks.nl<br />
Het LAKS geeft de ‘Checklist om een<br />
Gouden <strong>School</strong> te worden’ uit.<br />
De checklist is beschikbaar via de internetsite<br />
van het LAKS: www.laks.nl, en<br />
kan eventueel ook telefonisch of schriftelijk<br />
besteld worden.<br />
Daltonscholen<br />
Nederlandse Dalton Vereniging<br />
adres Bezuidenhoutseweg<br />
251-253<br />
telefoon 2594 AM Den Haag<br />
070 - 331 52 81<br />
email bestuursbureau@dalton.nl<br />
internet www.dalton.nl<br />
Gereformeerde scholen<br />
Landelijk Verband van Gereformeerde<br />
<strong>School</strong>verenigingen<br />
adres Postbus 166<br />
8000 AD Zwolle<br />
telefoon 038 - 423 10 40<br />
email info@concent.nl<br />
internet www.concent.nl<br />
Reformatorische scholen<br />
Vereniging voor Gereformeerd<br />
<strong>School</strong>onderwijs<br />
adres Postbus 5<br />
2980 AA Ridderkerk<br />
telefoon 0180 - 442 26 75<br />
email secretariaat@vgs.nl<br />
internet www.vgs.nl<br />
Gymnasia<br />
Landelijke Ouderraad Zelfstandige<br />
Gymnasia<br />
adres Postbus 22808<br />
telefoon 020 - 690 08 72<br />
email LOZG@hetnet.nl<br />
IVO-scholen<br />
Secretariaat vereniging ivo<br />
(op het individu gericht voortgezet<br />
onderwijs op mavo-niveau)<br />
adres Stationsweg 49<br />
6861 EE Oosterbeek<br />
telefoon 026 - 339 64 64<br />
email i.v.o.@betuwe.net<br />
internet www.geldersmozaiek.nl<br />
Jenaplan-scholen<br />
NJPV, Nederlandse Jenaplan Vereniging<br />
adres Fie Carelsenstraat 5<br />
telefoon 0575 - 57 02 59<br />
email jenaplanbureau@hetnet.nl<br />
internet www.jenaplan.nl<br />
Montessori-scholen<br />
Nederlandse Montessori Vereniging<br />
adres Bezuidenhoutseweg<br />
251-253<br />
telefoon 7594 AM Den Haag<br />
070 - 331 52 82<br />
email nvm-secretariaat@<br />
montessori.nl<br />
internet www.montessori.nl<br />
Vrije scholen<br />
Ouderinformatiepunt van de<br />
Vereniging Bond van Vrije Scholen<br />
adres Hoofdstraat 14b<br />
telefoon 3972 LA Driebergen<br />
email 0343 - 53 60 60<br />
internet www.vrijescholen.nl<br />
<strong>Onderwijs</strong>vernieuwing algemeen<br />
Stichting Netwerk<br />
Samenwerkingsverband van organisaties<br />
van onderwijsvernieuwing (SOVO)<br />
adres Vlintweg 7<br />
7872 RE Valthe<br />
telefoon 0591 - 51 43 82<br />
email info@vernieuwingsonderwijs.nl<br />
internet www.vernieuwingsonderwijs.nl<br />
53
B I J L A G E N<br />
B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />
T E L E F O O N N U M M E R S<br />
IV Adressen en telefoonnummers<br />
voor ouders en leerlingen die<br />
meer willen weten over<br />
onderwijs aan:<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
Stichting Kennisnet<br />
Stichting Kennisnet is een internetorganisatie<br />
van en voor het Nederlandse<br />
onderwijs dat er naar streeft het online<br />
leren te stimuleren. Via de website:<br />
www.kennisnet.nl vindt u informatie<br />
voor o.a. leerlingen, docenten en<br />
ouders.<br />
Kinderen met ontwikkelings-,<br />
gedrags- en leerstoornissen<br />
Balans, Landelijke vereniging voor kinderen<br />
met ontwikkelings-, gedrags-, en<br />
leerproblemen waaronder A.D.H.D. en<br />
dyslexie<br />
adres De Kwinkelier 39<br />
3722 AR Bilthoven<br />
telefoon 030 - 225 50 50<br />
email info@balansdigitaal.nl<br />
internet www.balansdigitaal.nl<br />
Hulp en informatie-nummer:<br />
0900 -202 00 65<br />
(elke werkdag van 09.30-13.00 uur; 25<br />
eurocent per minuut)<br />
Steunpunt Dyslexie<br />
telefoon 030 - 225 20 52<br />
email steunpuntdyslexie@<br />
balansdigitaal.nl<br />
Verstandelijk gehandicapte kinderen<br />
Federatie van Ouderverenigingen (FVO)<br />
adres Postbus 85276<br />
3508 AG Utrecht<br />
telefoon 030 - 236 37 67<br />
email utrecht@fvo.nl<br />
internet www.fvo.nl<br />
Koepel Hoogbegaafdheid<br />
(de samenwerkende verenigingen<br />
Gochem, Hint Nederland, Mensa<br />
Nederland, Pharos)<br />
adres Postbus 32015<br />
2303 DA Leiden<br />
email info@koepelhb.nl<br />
internet www.koepelhb.nl<br />
Hoogbegaafde kinderen en<br />
informatiepunt hoogbegaafden<br />
Pharos, Landelijke vereniging van<br />
Ouders van hoogbegaafde kinderen<br />
adres Postbus 1340<br />
8001 BH Zwolle<br />
telefoon 0900 - 899 60 15 (20 eurocent<br />
per minuut) ma t/m<br />
vrijdag: 09.00-11.30 en<br />
13.00-15.00 ma t/m donderdag:<br />
19.00-21.00<br />
internet www.pharos.nl<br />
Informatiepunt Hoogbegaafden (CPS)<br />
adres Postbus 1592<br />
3800 BN Amersfoort<br />
telefoon 033 - 453 43 43<br />
033 - 453 43 53<br />
email cps@cps.nl<br />
internet www.cps.nl/hoogbegaafdheid<br />
Stichting Plato<br />
Landelijk informatiecentrum<br />
hoogbegaafdheid<br />
adres Postbus 177<br />
2290 AD Wateringen<br />
telefoon 0174 - 29 47 10<br />
0174 - 29 09 14<br />
email info@lich.nl<br />
internet www.lich.nl<br />
Motorisch gehandicapte kinderen<br />
BOSK, Vereniging van motorisch gehandicapten<br />
en hun ouders<br />
Churchilllaan 11<br />
adres Postbus 3359<br />
3502 GJ Utrecht<br />
telefoon 030 - 245 90 90<br />
030 - 231 38 72<br />
email info@bosk.nl<br />
internet www.bosk.nl<br />
Deze organisatie staat ook open voor<br />
ouders van kinderen met spraak- of<br />
taalmoeilijkheden.<br />
54
B I J L A G E N<br />
B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />
T E L E F O O N N U M M E R S<br />
Epilepsie Vereniging Nederland<br />
Landelijk Bureau<br />
adres Postbus 8105<br />
6710 AC Ede<br />
telefoon 0318 - 67 27 72<br />
0318 - 67 27 70<br />
email Info@epilepsie<br />
vereniging.nl<br />
internet www.epilepsievereniging.nl<br />
Dove kinderen<br />
FODOK, Nederlandse Federatie van<br />
Organisaties van Ouders en Dove<br />
Kinderen<br />
adres Postbus 754<br />
3500 AT Utrecht<br />
telefoon 030 - 290 03 60<br />
(ook teksttelefoon)<br />
030 - 290 03 80<br />
email info@fodok.nl<br />
internet www.fodok.nl<br />
Slechthorende kinderen en kinderen<br />
met spraak-taalmoeilijkheden<br />
FOSS, Nederlandse Federatie van<br />
Ouders van Slechthorende Kinderen en<br />
van kinderen met Spraak-taalmoeilijkheden<br />
adres Postbus 14<br />
3990 DA Houten<br />
telefoon 030 - 234 06 63<br />
(maandag t/m donderdag<br />
10.00 - 14.00 uur)<br />
030 - 636 06 89<br />
email fovig@planet.nl<br />
internet www.fofig.nl<br />
Kinderen met Downsyndroom<br />
VIM, Vereniging voor een geïntegreerde<br />
opvoeding van kinderen met het syndroom<br />
van Down<br />
adres Oudwijkerlaan 26<br />
3581 TD Utrecht<br />
telefoon 06-53449195<br />
(maandag, donderdag en<br />
vrijdag 10.00 - 13.00 uur)<br />
email vimmail@vim-online.nl<br />
internet www.vim-online.nl<br />
Visueel gehandicapte kinderen<br />
FOVIG, Federatie van Organisaties van<br />
Ouders van Visueel Gehandicapten<br />
adres Postbus 110<br />
telefoon 5120 AC Rijen<br />
01610 - 45 44 22<br />
email fovig@planet.nl<br />
internet www.fovig.nl<br />
SDS, Stichting Down Syndroom<br />
adres Hoogeveenseweg 38<br />
Gebouw U<br />
7934 KA Meppel<br />
telefoon 0522 - 28 13 37<br />
email info@downsyndroom.nl<br />
internet www.downsyndroom.nl<br />
Nederlandse vereniging voor Autisme<br />
(NVA)<br />
adres Prof. Bronkhorstlaan 10<br />
3723 MB Bilthoven<br />
telefoon 030 - 229 98 00<br />
030 - 266 23 00<br />
(25 eurocent per minuut)<br />
(Informatieadvieslijn:<br />
maandag, woensdag, donderdag:<br />
10.00-13.00)<br />
email info@autisme-nva.nl<br />
internet www.autisme-nva.nl<br />
Langdurig zieke kinderen/<br />
kinderen in ziekenhuizen<br />
Chronisch Zieken- en<br />
Gehandicaptenraad<br />
adres Postbus 169<br />
3500 AD Utrecht<br />
telefoon 030 - 291 66 00<br />
(ma t/m do: 08.30-17.00,<br />
vrijdag:08.30-12.30)<br />
email bureau@cg-raad.nl<br />
internet www.cg-raad.nl<br />
Ziezon, landelijk netwerk Ziek zijn en<br />
onderwijs secretariaat: Mevrouw H. van<br />
Krevel p/a. Marant educatieve diensten<br />
adres Postbus 10356501 BA<br />
Nijmegen<br />
telefoon 024 - 329 76 46<br />
email h.vankrevel@marant-ed.nl<br />
internet www.ziezon.nl<br />
55
B I J L A G E N<br />
B E L A N G R I J K E A D R E S S E N E N<br />
T E L E F O O N N U M M E R S<br />
Adviescommissie voor toelating en<br />
begeleiding (ACTB)en de onderwijsconsulenten<br />
adres Koninginnegracht 25<br />
2514 AB Den Haag<br />
telefoon 070 - 312 28 87<br />
internet www.onderwijsconsulenten.nl<br />
Dienst Kerkopbouw, Theologie en<br />
Opleiding Landelijk Diensten Centrum<br />
adres Postbus 8504<br />
3503 RM Utrecht<br />
telefoon 030 - 880 18 80<br />
030 - 880 13 00<br />
email info@sowkerken.nl<br />
internet www.pkn.nl<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
V<br />
Adressen van de Rijksinspecteurs<br />
voor het voortgezet onderwijs<br />
De inspecteurs bezoeken gemiddeld<br />
eenmaal per jaar alle scholen en<br />
hebben als taak om de kwalliteit van<br />
het onderwijs te beoordelen en te<br />
bevorderen. Ook stellen deze inspecteurs<br />
rapporten op en brengen aan de<br />
minister en de Tweede Kamer verslag<br />
uit over de staat van het onderwijs.<br />
Bereikbaarheid Inspectie van het<br />
<strong>Onderwijs</strong>: Voor meer vragen over de<br />
inspectie zie: www.onderwijsinspectie.nl<br />
Vragen over het onderwijs via Postbus<br />
51: 0800-8051 of via: info@owinsp.nl<br />
VI<br />
Centraal meldpunt<br />
Vertrouwensinspecteurs<br />
Leerlingen en ouders kunnen contact<br />
opnemen met de vertrouwensinspecteur<br />
als er sprake is van seksuele intimidatie.<br />
Algemeen nummer:<br />
0900 111 3 111 (€ 0,10 per minuut)<br />
(bereikbaar tijdens kantooruren)<br />
VII Instellingen die leraren opleiden<br />
en begeleiden die godsdienstonderwijs<br />
of levensbeschouwelijk<br />
onderwijs geven op een openbare<br />
school of daarover advies geven<br />
Pedagogisch Studiecentrum<br />
Humanistisch Vormingsonderwijs<br />
(HVO)<br />
adres Postbus 85475<br />
3508 AL Utrecht<br />
telefoon 030 - 285 68 56<br />
030 - 285 68 91<br />
email hvo@hvo.nl<br />
internet www.hvo.nl<br />
Stichting Platform Islamitische<br />
Organisaties Rijnmond (SPIOR)<br />
adres Postbus 3031<br />
3003 AA Rotterdam<br />
telefoon 010 - 466 69 89<br />
010 - 466 62 79<br />
email info@spior.nl<br />
internet www.spior.nl<br />
Vlll Informatie Beheer Groep<br />
telefoon 050 - 599 77 55<br />
internet www.ib-groep.nl<br />
lX<br />
Vragen en klachten van<br />
scholieren.<br />
Scholieren met klachten en vragen<br />
over alles wat hun dwarszit op school,<br />
kunnen op alle werkdagen van 14.00-<br />
17.00 uur gratis terecht bij<br />
telefoon 0800-2828280<br />
internet www.pestweb.nl<br />
Unie voor Christelijk <strong>Onderwijs</strong><br />
adres Postbus 1492<br />
3800 BL Amersfoort<br />
telefoon 033 - 460 60 25<br />
033 - 460 60 20<br />
email info@unienzv.nl<br />
internet www.uco.nl<br />
56
B I J L A G E N<br />
L I J S T M E T V R A G E N<br />
Hier volgen vragen die u bij de<br />
keuze van een school kunnen helpen.<br />
De vragen zijn per onderwerp<br />
bij elkaar gezet. Telkens is ruimte<br />
vrijgelaten voor uw eigen vragen of<br />
aantekeningen. U kunt de lijst<br />
gebruiken om na te denken en te<br />
praten over de meest geschikte<br />
school voor uw kind. Als u vóór het<br />
gebruik enkele kopieën maakt van<br />
de lijst, kunt u de lijst steeds<br />
opnieuw gebruiken. Dan krijgt u een<br />
goed zicht op uw persoonlijke<br />
indrukken van de verschillende<br />
scholen.<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
SCHOOLTYPE<br />
• Welke school zoekt u voor uw kind?<br />
• Vmbo, havo, vwo?<br />
• Om welke vmbo-afdeling gaat het?<br />
• Een openbare school of een bijzondere<br />
school?<br />
• Een kleine of grote school, scholengemeenschap<br />
of categoriale school?<br />
• Welke kwaliteit biedt de school in<br />
vergelijking met andere scholen?<br />
• Om welke school gaat het hier?<br />
Naam van de school:<br />
DE SCHOOLOMGEVING<br />
• Is er één schoolgebouw of zijn er<br />
meerdere gebouwen?<br />
• In wat voor omgeving liggen de<br />
lokalen en velden?<br />
• Is de school schoon?<br />
• Is het een ‘veilige’ school?<br />
• Is er een (bewaakte) fietsenstalling?<br />
DE SCHOOLORGANISATIE<br />
• Hebt u al een schoolgids?<br />
• Hoe hoog is de vrijwillige ouderbijdrage?<br />
• Heeft de school een internetsite?<br />
• Hoe wordt de onderbouw ingericht?<br />
• Welke vakken geeft de school naast<br />
de wettelijk verplichte vakken?<br />
• Wat wil de school bereiken bij de<br />
leerlingen?<br />
• Welke mogelijkheden kent de<br />
school voor extra (eindexamen)-<br />
vakken?<br />
• Hoe groot zijn de groepen/klassen?<br />
• Hoe wordt er lesgegeven?<br />
• Is er onderwijs in de eigen taal en<br />
cultuur?<br />
• Hoe gaat de school om met culturele<br />
verschillen (bijvoorbeeld met<br />
religieuze feestdagen)?<br />
DE LEERLINGEN IN HET EERSTE JAAR<br />
• Hoe worden de leerlingen in het<br />
eerste jaar begeleid?<br />
• Hoe worden de groepen samengesteld?<br />
• Kent de school een brugperiode en<br />
hoe lang duurt die, één of twee jaar?<br />
57<br />
• Is er op de school aandacht voor de<br />
overstap van de basisschool naar<br />
de nieuwe school?<br />
• Hoe laat men de leerlingen wennen<br />
aan het nieuwe onderwijs?<br />
DE VORDERINGEN EN RESULTATEN<br />
• Krijgen de leerlingen vaak repetities<br />
en toetsen?<br />
• Worden er cijfers gegeven of<br />
omschrijvingen?<br />
• Hoe moet ik die cijfers of omschrijvingen<br />
lezen?<br />
• Heeft de school een eigen leerlingvolgsysteem?<br />
• Hoe werkt zo’n leerlingvolgsysteem?<br />
• Hoe vaak krijgen de leerlingen een<br />
rapport?<br />
• Kunnen leerlingen blijven zitten?<br />
• Maakt de school vooraf de regels<br />
bekend die ze hanteert bij overgaan<br />
of zittenblijven?<br />
• Wanneer krijgt de leerling een<br />
advies voor de verdere studierichting?<br />
• Naar welke schoolsoorten gaan de<br />
meeste leerlingen vanuit deze<br />
school?<br />
• Wat zijn de examenresultaten van<br />
de school?<br />
DE BEGELEIDING VAN LEERLINGEN<br />
• Is er extra begeleiding voor achterblijvers?<br />
• Zijn er extra mogelijkheden voor<br />
zeer goede leerlingen?<br />
• Is er huiswerkbegeleiding en hoe<br />
gaat dat in zijn werk?<br />
• Zijn er klassenleraren en wat doen<br />
die?<br />
EXTRA ACTIVITEITEN VOOR DE LEER-<br />
LINGEN<br />
• Zijn er vaak excursies, workshops<br />
en werkweken?<br />
• Waar gaan de leerlingen met uitstapjes<br />
naartoe?<br />
• Wat zijn de kosten daarvan?
B I J L A G E N<br />
L I J S T M E T V R A G E N<br />
• Wie betaalt die excursies, werkweken<br />
en uitstapjes?<br />
• Zijn er bijzondere feesten en hoe<br />
vaak is dat?<br />
• Wat doet de school extra aan sport,<br />
culturele en andere activiteiten?<br />
• Is er een leerlingenraad?<br />
• Hoe staat het met die leerlingenraad?<br />
• Is er een schoolkrant?<br />
WAT ER GEBEURT VOOR, TIJDENS EN<br />
NA DE LESSEN<br />
• Hoe zitten de lesroosters in elkaar?<br />
• Hoe vroeg en tot hoe laat is er toezicht<br />
of opvang?<br />
• Hoe is de begeleiding van de leerlingen<br />
geregeld bij lesuitval of tussenuren?<br />
• Hoe is het overblijven geregeld?<br />
• Hoe is de school verzekerd tegen<br />
schade die door de kinderen wordt<br />
veroorzaakt?<br />
• Wat wordt er gedaan tegen pesten<br />
op school?<br />
• Hoe zit het met het spijbelen?<br />
• Wat doet de school als een leerling<br />
niet op school is gekomen?<br />
• Hoe staat het met het vandalisme<br />
en crimineel gedrag op school?<br />
• Is er een vertrouwensman of -<br />
vrouw?<br />
• Is er een klachtenregeling of klachtencommissie?<br />
• Zijn de leerkrachten vaak ziek?<br />
• Is er leerlingopvang bij lesuitval?<br />
• Wat wordt er op school gedaan aan<br />
de geloofs- of levensovertuiging?<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
HET CONTACT MET DE OUDERS<br />
• Gebruikt de school hulp van<br />
ouders?<br />
• Is er een actieve ouderraad en wat<br />
doet die?<br />
• Wie zitten er in de medezeggenschapsraad<br />
en wat doet die?<br />
• Hoe vaak zijn er activiteiten voor<br />
ouders en wat houden die in?<br />
• Hoe onderhoudt de school het contact<br />
met de ouders over de leerling?<br />
• Hoe worden ouders over problemen<br />
geraadpleegd?<br />
• Wanneer neemt de school contact<br />
op?<br />
• Wordt er rekening gehouden met<br />
ouders van niet-Nederlandse<br />
afkomst en hoe dan?<br />
HET SCHOOLKLIMAAT<br />
• Wat zijn de schoolregels, is er een<br />
schoolreglement?<br />
• Hoe gaat de school om met straffen<br />
en belonen?<br />
• Houdt de school rekening met<br />
andere culturele gebruiken (bijv.<br />
religieuze feestdagen)?<br />
58
B I J L A G E N<br />
T R E F W O O R D E N<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
A:<br />
aansprakelijkheid 22, 29<br />
aangifte te doen bij de poltitie 44<br />
aankunnen, niet 49<br />
activiteiten, culturele 18<br />
adjunct-directeur 26<br />
adviesrecht 32<br />
advies, uitgebreid 48<br />
advies van de basisschool 14<br />
afdeling(en) 9, 13, 33<br />
algemene bijzondere scholen 12<br />
arbeidsmarkt 9<br />
arbeidsomstandigheden 44<br />
alternatief leertraject 20<br />
atheneum 10<br />
B:<br />
basisberoepsgerichte leerweg 8, 26, 29<br />
basisberoepsopleiding(en) 8<br />
basisonderwijs 9, 12, 13, 25<br />
basisschool 7,15, 20, 25, 30, 49<br />
basistoelage 19<br />
basisvorming/onderbouw 11<br />
bedrijfstak 8<br />
begeleiding, individuele 47<br />
belastinggeld(en) 12<br />
beroepsbegeleidende<br />
leerweg/leerwegen 20, 37, 38<br />
beroepsgerichte programma's 8, 29<br />
beroepsmogelijkheden 36, 48<br />
beroepsonderwijs, hoger (hbo) 10, 11<br />
beroepsonderwijs, middelbaar (mbo) 8, 9<br />
beroepsonderwijs, voorbereidend<br />
middelbaar (vmbo) 7, 13, 19, 26, 32, 35,<br />
48, 57<br />
beroepsoriëntatie 8<br />
beroepspraktijkovereenkomst 20<br />
beroepsrichting 8<br />
besturen (organisatie) 42<br />
besturen-en ouderorganisaties 19<br />
bestuurscommissie 12<br />
bevoegd gezag 42<br />
bezwaar (procedure) 16, 23, 42<br />
bijdrage, vrijwillige 18<br />
boekenfonds 20<br />
boekenmarkt 20<br />
bonnen, CKV- 20<br />
brugklas 27<br />
brugklascoördinator(en) 48<br />
brugperiode 27<br />
buitenschoolse activiteiten 22<br />
C:<br />
centrale directie 26<br />
cijfers, cijferlijst 30, 38<br />
cijfers, voor het schoolexamen 36<br />
commissie van beroep 36<br />
(con)rector 21, 26<br />
contributie 19<br />
culturele en kunstzinnige vorming<br />
(CKV) 19<br />
cultuur en maatschappij 10<br />
curriculum, samenhang in het 27<br />
D:<br />
Dalton 12<br />
Decaan, schooldecaan 26, 33<br />
diploma (school-) 10, 25, 36, 38, 39<br />
directeur, directie 14, 20, 21, 35, 36,<br />
37,38, 42, 49, 51<br />
discriminatie 44<br />
documentatie, opzoeken van 49<br />
doelen van het onderwijs<br />
en de resultaten 13<br />
doorstromen 3, 10, 13, 37<br />
dyslexie 37<br />
E:<br />
economie, sector 9<br />
economie en maatschappij, profiel 10<br />
eindcijfer 38<br />
eindcijfers, examenvakken hoger als een<br />
zes hebben 38<br />
eindexamen, examen 13, 33, 35, 37, 38<br />
eindexamenbesluit 38<br />
eindexamenkandidaat 38<br />
eindexamenklachtenlijn 39<br />
eindexamenkrant 39<br />
eindexamenperiode 39<br />
eindexamenprogramma 35<br />
eindexamenvakken(pakket) 57<br />
eindtoets 15<br />
examen, centraal 35, 37<br />
examendossier 36<br />
examenpakket 33<br />
examenprogramma 35, 36<br />
examenreglement 35, 36<br />
examenresultaten (slagen, zakken) 14<br />
examenstof 35, 36<br />
examentijdvak 39<br />
59
B I J L A G E N<br />
T R E F W O O R D E N<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
examenvakken 35, 38<br />
examenvakken, zes 37<br />
examenvragen 35<br />
F:<br />
festiviteiten 18<br />
Friese taal 27<br />
fusie 42<br />
Freinet 12<br />
G:<br />
gecommitteerde 38<br />
gedragsproblemen 49<br />
gehandicapte kinderen 10, 50<br />
geloofsovertuiging 12<br />
geloofs- of levensovertuiging 20<br />
gemeenschappelijk deel 10<br />
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad<br />
(GMR) 42<br />
gemeente(bestuur) 12, 19, 21, 45<br />
gemengde leerweg 8<br />
geweld 44<br />
godsdienst 12, 16<br />
godsdienst en wereldbeschouwing 12<br />
godsdienstonderwijs, godsdienstles 12<br />
Grieks 10<br />
gymnasium 10, 13, 19, 26, 29<br />
H:<br />
havo 7, 10, 13, 14, 15, 19, 28, 37<br />
havo-vwo 13<br />
havo en vwo 12, 15<br />
havo of vwo 28<br />
hbo 10, 33<br />
hogeschool 10<br />
huiswerk 29, 30<br />
huiswerkbegeleiding (-begeleiders) 30, 48<br />
hulpvragen 10<br />
I:<br />
IB-Groep 19, 39<br />
indicatie 7<br />
informatiebijeenkomst 15, 29<br />
inspectie(-onderwijs) 13, 14, 23, 29, 37,<br />
39<br />
instemmingsrecht 42<br />
intimidatie, seksuele 44, 45<br />
intrasectorale, programma 9, 38<br />
intresses en motivatie 15<br />
invulling 13<br />
J:<br />
Jenaplan 12<br />
K:<br />
kaderberoepsgerichte leerweg 8<br />
kennismakingsavonden of- middagen 15<br />
kennismakingsgesprek 49<br />
kennismakingsperiode 15<br />
kerndoelen 26, 27, 28, 29<br />
keuzevak(ken) 10, 35<br />
klachten(procedures) 44, 45, 51<br />
klachtencommissie 28, 44, 45, 50, 51, 58<br />
klachtenregeling 13, 44, 58<br />
klassenlera(a)r(en) 25<br />
klassieke culturele vorming (KCV) 19<br />
(klok)uur onderwijs, 1040 28<br />
kunstvak(ken) 38<br />
kwaliteitskaart(en) 13, 14<br />
L:<br />
Landelijk Aktie Komitee Scholieren<br />
(LAKS) 39<br />
landbouw 9<br />
langdurig zieke kinderen 10<br />
Latijn 10<br />
leeftijdsgrenzen 38<br />
leerjaar (-jaren) 8, 13, 26, 37<br />
leerjaar, tweede 48<br />
leer- en werkklimaat, veilig 44<br />
leerling(en), verschil tussen 27<br />
leerling of studiebegeleiders 48<br />
leerlingbegeleider(-begeleiding) 25, 48<br />
leerlingenraad 41, 43, 45<br />
leerlingenstatuut 13, 42, 43, 44<br />
leermiddelen, extra 18<br />
leermoeilijkheden 49<br />
leerplicht, gedeeltelijk 18, 20, 21<br />
leerplichtambtenaar (controle) 21, 23<br />
leerplichtwet 20, 21<br />
leerprestaties 15<br />
leerweg(en) 8, 9, 14<br />
leerweg, theoretische en<br />
gemengde in het VMBO 37<br />
leerwegondersteunend<br />
onderwijs (LWOO) 7, 9,10, 15, 19, 29<br />
leerwerktraject 9, 28<br />
lesrooster 22, 28<br />
lessen, van 50 minuten 28<br />
lesuitval 29<br />
lesuren 29, 35<br />
60
B I J L A G E N<br />
T R E F W O O R D E N<br />
lesuren, kortere of langere 28<br />
lesvervangende activiteiten 29<br />
levensbeschouwing 16<br />
levensovertuiging 12<br />
lyceum 10<br />
M:<br />
mavo 8, 12<br />
medezeggenschapsraad 19, 27, 41, 42,<br />
43, 44, 45<br />
meerderjarig 20<br />
mentor 21, 25, 48, 49<br />
middelbaar beroepsonderwijs<br />
(mbo) 8, 9,10<br />
middenkaderopleiding 8, 10, 11, 33<br />
Montessori 12<br />
N:<br />
natuur en gezondheid, profiel 10<br />
natuur en techniek, profiel 10<br />
Nederlands al tweede taal (NT2) 11<br />
O:<br />
onderbouw 7, 10, 22, 26, 32, 49<br />
onderwijs, 38,5 weken 28<br />
onderwijs, bijzonder 12, 41, 43<br />
onderwijs, openbaar 12<br />
onderwijs, speciaal 19, 20, 43, 49<br />
onderwijs, wetenschappelijk 7, 10, 33<br />
onderwijskundig rapport 15<br />
onderwijsmethoden 12<br />
onderwijsondersteuning zieke leerlingen,<br />
consulent 21<br />
onderwijsprogramma 26, 28<br />
onderwijssoort 27, 28, 35, 48<br />
onderwijstijd 13<br />
onderzoek, psychologisch 15<br />
open dagen 15<br />
opleidingen, vakken en middenkader 33<br />
opvoedings en onderwijsmethode 12<br />
ouderbijdrag 18<br />
ouderbijdrage, vrijwillige 13<br />
ouderbijdrage, vullende 16<br />
ouderorganisatie / ouderraad 41, 42, 43,<br />
45<br />
oudervertegenwoordiging 43<br />
overblijven 22<br />
overeenkomst, schriftelijk sluiten 18<br />
overgaan 33, 57<br />
overgang, van basisschool naar<br />
voortgezet onderwijs 30<br />
P:<br />
personeel, niet-onderwijzend 26<br />
personeel, onderwijsondersteunend 42<br />
personeelsraad 41<br />
pesten 45<br />
plan voor 44<br />
post-initieel hoger onderwijs 11<br />
projecten of leergebieden 27<br />
praktijkonderwijs 7, 8, 9, 10, 15, 19, 20<br />
profieldeel 10, 36, 38<br />
profielen 10, 33<br />
profielwerkstuk 36, 38<br />
programma, onderbouw 27<br />
programma van toetsing en afsluiting 36<br />
psychische problemen 21<br />
psychologisch onderzoek 15<br />
R:<br />
rapport 14, 15, 30, 49<br />
rapportavond(en) 48<br />
rechten en plichten van de ouders 13<br />
rector 21<br />
recht, op informatie en overleg 42<br />
regelement 42<br />
regionaal expertise centrum (REC) 50<br />
regionale arbeidsmarkt 8<br />
regionale of landelijke<br />
klachtencommisie 50<br />
regionale verwijzingscommissie 10<br />
rooster 22, 29<br />
Rugzak 50<br />
S:<br />
samenwerkingsverband 50<br />
scholengemeenschap, smalle/brede 12,13<br />
school, openbare 12, 16, 43<br />
school, bijzondere 12, 41, 43<br />
school, categoriale 13<br />
schooladvies 15, 28, 49<br />
schoolbestuur 15, 16, 23, 42, 43, 44, 45,<br />
51<br />
schoolexamen 34, 35, 36, 38<br />
schoolexamen, alleen een 36<br />
schoolgids 13, 14, 27, 28, 29, 45, 48, 50<br />
schoolkeuze 14<br />
schoolklimaat 43, 50<br />
schoolmanagers-VO 19<br />
schoolongevallenverzekering 22<br />
schoolplan 18, 29<br />
61
B I J L A G E N<br />
T R E F W O O R D E N<br />
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007<br />
schoolsoorten(-typen) 7, 13<br />
schooltijden 22<br />
schoolverlaten, voortijdig 26<br />
schorsing 23<br />
schriftelijk 16<br />
sectoren 8, 9, 13<br />
sector-werkstuk 36<br />
signalen 49<br />
slechthorende kinderen 55<br />
slechthorende of<br />
slechtziende kinderen 10<br />
Spaans 29<br />
speciaal voortgezet<br />
onderwijs (svo) 10,19<br />
speciale hulp 30, 49<br />
spieken 36<br />
spijbelen 20<br />
spreekbeurt 49<br />
spreekuur 47<br />
staatsexamen 39<br />
staatsexamencommisie 38<br />
stage 8, 35<br />
stichtingsbestuur 12<br />
studieaanpak 48<br />
studiehuis 12<br />
studiekosten 18, 19<br />
studielast 12<br />
studielessen 30<br />
studiemogelijkheden 48<br />
studierichting 33<br />
studietraject 26<br />
T:<br />
techniek, sector 9, 10<br />
technische veiligheid 44<br />
theoretische leerweg 8<br />
theoretische en gemengde leerweg 37<br />
tijdvakken, drie 36<br />
toelating 15, 16<br />
toelatingseisen 14, 15<br />
toelatingsregels (speciale) 13<br />
toezicht 29<br />
toezichtrapport 13<br />
tussenuren 29<br />
tweede leerjaar 8<br />
tweede fase van het havo 12<br />
U:<br />
universiteit 10<br />
uit te leggen 16<br />
V:<br />
vakantie(school-) 21, 22, 28<br />
vakken 10, 25, 28, 32, 36, 38, 47<br />
vakken, samenhangen 27<br />
vakken, bundelen 27<br />
vakopleiding(en) 8, 10, 11, 33<br />
vavo 38<br />
vbo 12<br />
veiligheid 29, 45<br />
veiligheidsplan 44<br />
verantwoordelijkheid 20, 22, 28, 29<br />
vereniging 19, 41, 43<br />
verenigings of stichtingsbestuur 12<br />
vertrouwensinspecteur 44, 45<br />
vertrouwenspersoon 48, 51<br />
vervolgstudie 26<br />
verwijdering 23<br />
verzekering (WA, collectief) 22<br />
vmbo (voorbereidend middelbaar<br />
beroepsonderwijs) 7, 8, 9, 10, 13, 14, 15,<br />
26<br />
vmbo-beroepsgericht 28<br />
vmbo theoretisch 13, 15, 28<br />
vmbo theoretisch-havo-vwo 13<br />
volwassenenonderwijs (vavo) 19, 38<br />
voorbereidend middelbaar<br />
beroepsonderwijs 37<br />
voortgezet algemeen 11, 19, 38<br />
voortgezet onderwijs 12<br />
voortgezet onderwijs, schoolkosten 19<br />
voortgezet speciaal onderwijs (vso) 19,<br />
20, 43<br />
vorderingen 30, 47, 48<br />
vrije ruimte 10, 29, 30<br />
vrije scholen 12<br />
vrij, extra 21<br />
vrij deel 10<br />
vrijgeven 20<br />
vrijstelling, voor dat vak 28<br />
vrije school 12<br />
vwo-examen 35<br />
vwo 7, 10, 12, 14, 15, 19, 26, 35, 37<br />
W:<br />
wereldbeschouwing 12<br />
werkstuk(ken) 49<br />
Wet Educatie en Beroepsonderwijs 20<br />
Wetenschappelijk onderwijs (wo) 10<br />
Wet medezeggenschap onderwijs 42, 43<br />
62
B I J L A G E N<br />
T R E F W O O R D E N<br />
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage<br />
en schoolkosten (WTOS) 19<br />
wettelijke bijdrage 3<br />
woordblindheid 37<br />
www.onderwijsinspectie.nl 13<br />
Z:<br />
ziekte (langdurig zieke kinderen) 10<br />
zorg en welzijn, sector 9<br />
zorgstructuur 9, 10<br />
zorg voor leerlingen 13<br />
63
<strong>Voortgezet</strong> <strong>Onderwijs</strong><br />
2006 - 2007
Publicatie van het ministerie van <strong>Onderwijs</strong>,<br />
Cultuur en Wetenschap<br />
Productie:<br />
directie Communicatie,<br />
Mirjam Pliester / Leo Wijnhoven<br />
Uitgave:<br />
September 2006<br />
Deze uitgave staat op internet onder:<br />
www.minocw.nl/onderwijs/vogids<br />
Ontwerp & Fotografie:<br />
TMG Advertising<br />
Thijsen Media Group<br />
OCW35.028