4 <strong>De</strong> erfgoeDkrant november 2010 5 Erfgoedvereniging in beeld In elke erfgoedkrant zetten wij een <strong>Aalst</strong>erse erfgoedspeler in de kijker. <strong>De</strong>ze keer richten we de schijnwerpers op… BOBSA, de Baardegemse Objectieve Bierproevers Sint-Arnoldus. Reclame… Mijn erfgoed en ik jan moens in de kijker Wim ghYsels Bobsa staat dus voor Baardegemse Objectieve Bierproevers Sint-Arnoldus. En daarmee wordt meteen al voor een groot stuk duidelijk waarmee deze vereniging zich bezighoudt. Objectieve bierproevers houdt in dat zij bier anders benaderen dan de doorsnee pintjespakker. Voor hen is onze nationale drank een gastronomisch kleinood dat zorgvuldig, bedachtzaam en objectief geproefd moet worden. Sint-Arnoldus hoort erbij omdat hij de patroon is van alles wat met bier te maken heeft. Tenslotte klinkt Bobsa leuker dan Bob. <strong>De</strong> vereniging telt maar liefst negentig leden en maakt deel uit van Zythos, de nationale koepel van de bierproeverij verenigingen. <strong>De</strong> afdeling is gevestigd in een kleine gemeente (Baardegem telt minder dan 2.000 inwoners), maar toch kent de vereniging een grote uitstraling buiten de gemeentegrenzen. Elk jaar organiseert Bobsa een bezoek aan een artisanale brouwerij en drie proefavonden van betere bieren, waarvan één met een deskundige uiteenzetting door iemand uit de brouwerswereld. Om de twee jaar kan je mee-eten van een op basis van bier bereide lunch. Het andere jaar houden ze een cantus, waarbij het zingen op het drinken van bieren primeert. Het drukste moment is echter de jaarlijkse Bobsa-hoppetocht. Die lokt gemiddeld zo ’n vijfhonderd liefhebbers naar Baardegem, tot zelfs uit Nederland. <strong>De</strong> hoppetocht brengt ons bij een belangrijke doelstelling van de vereniging: de strijd voor de hopcultuur in onze regio. Ooit was de streek <strong>Aalst</strong> - Asse samen met die van Poperinge de hoofdleverancier van het minst misbare bestanddeel van bier: de hop. Vandaag de dag zijn er in onze streek nog twee telers. Hop als culinaire delicatesse krijgt hier wel nog -be scheidenkwekersbelangstelling. Bobsa is sterk begaan met de hop als regionaal erfgoed. Het volgt dan ook met sympathie de pogingen van onder meer de stad <strong>Aalst</strong> en de gemeente Asse en van enkele andere verenigingen om de hopcultuur in stand te houden en om de diverse hopprojecten naar best vermogen te steunen. Zythos vzw heeft ook een afdeling in <strong>Aalst</strong>: OPA. <strong>De</strong> Objectiefe ProefAjuinen ijveren voor de instandhouding van onze Belgische biercultuur. meer Weten? Bobsa is een jonge vereniging, opgericht op 15 augustus 2000. Je vindt hen terug in de Margrietstraat 17 in Baardegem. Tel. 052 35 45 37, bobsa@zythos.be, www.zythos.be/lid/baardegem.html. Uit: <strong>De</strong>nderbode, 4 september 1910 MIDDELEEUWSE GEZONDHEIDSLEER Een merkwaardig fenomeen uit de middeleeuwse keuken was de gezondheidsleer die zij hanteerden. Elk voedselproduct bezat een bepaalde basiseigenschap: droog, warm, koud en vochtig. In hun bereidingen moesten ze met tegengestelde elementen werken, om zo het juiste evenwicht te bereiken. Oesters bijvoorbeeld (ja, ook dat hadden ze toen al) werden beschouwd als koud en vochtig. Rauw eten was volgens de middeleeuwse zienswijze om moeilijkheden vragen. En dus werden de schelpdieren gebakken of gekookt en bereid met peper, een kruid met de basiseigenschappen droog en warm. Dat zorgde voor het evenwichtsherstel. Kruiden waren dus het middel bij uitstek om evenwicht te herstellen. Uit: ‘Regulen voor den cock. Een banket in de abdij van Ename’ door Jan Moens e.a., 2007. OBJECT: gietijzeren grape (kookketel op drie pootjes) uit de middeleeuwen, 16de eeuw “Ik ken <strong>Aalst</strong> bijna even goed boven de grond als eronder. Als archeoloog bij het VIOE (Vlaams Instituut voor het O<strong>nr</strong>oerend Erfgoed) volg ik namelijk de opgravingen in de stad van heel dichtbij. En dat zijn er heel wat. Wist je dat er sinds 1993 zo goed als elk jaar een opgraving geweest is in Groot-<strong>Aalst</strong>? Het is fi jn om vast te stellen dat de heraanleg van een plein of de bouw van een complex steeds meer wordt vooraf gegaan door een archeologisch onderzoek. Sinds kort voeren ook privé bedrijven opgravingen uit. Er komt dus heel veel informatie aan het licht. Naast grote steden zoals Gent, Brugge en Brussel doet <strong>Aalst</strong> het op archeologisch gebied heel goed. In mijn vrije tijd kook ik heel graag. Dat is denk ik genetisch bepaald: langs mijn vaders kant waren het allemaal slagers en langs mijn moeders kant waren er kokkinnen. Ook mijn ouders waren altijd bezig met eten. Omdat er bij opgravingen héél vaak etensresten worden teruggevonden, zijn die twee interesses door elkaar gaan lopen. Heel vaak vindt men botmateriaal, visgraten, schelpen en plantaardige resten. Dikwijls stelde ik mij de vraag: “Wij vinden dat vandaag, maar hoe maakten ze dat toen klaar?” Zo ging ik grasduinen in kookboeken uit de middeleeuwen of de 15de-16de eeuw. En dat was heel verrassend. Veel van de dingen die we vandaag als nieuw beschouwen, staan in die oude kookboeken. Er wordt vandaag bijvoorbeeld regelmatig gember gebruikt in de keuken. Dat is dus helemaal niet nieuw, want dat gebruikten ze in de middeleeuwen ook al. Ze hadden toen de gewoonte om met alle nieuwe producten te gaan experimenteren. Zelf probeer ik ook af en toe middeleeuwse recepten uit. <strong>De</strong> bereidingen zijn zeer haalbaar voor ons, enkel hoeveelheden en kooktijden worden nooit vermeld. Er staan ontzettend veel oude kookboeken op internet en daarin wordt het recept wel bijgewerkt met hoeveelheden en kooktijden. Het enige waar je misschien moet aan wennen, is het veelvuldig gebruik van kruiden. Kaneel, gemberpoeder en kruidnagel werden frequent gebruikt. Er wordt vaak gezegd dat men dat in de middeleeuwen deed om bedorven voedsel te camoufl eren, maar dat is niet waar. Kruiden waren zeer duur, peperduur. En dus werden die kruiden onder andere gebruikt om hun welstand te tonen. Ik lees bijna evenveel kookboeken als fictie en non-fictie boeken samen. <strong>De</strong> grape is een type kookpot die gedurende eeuwen werd gebruikt. In metaal was hij eerder voor de rijkere klasse, in aardewerk voor iedereen. Dankzij de drie pootjes kon hij op de haardvloer staan, maar hij werd evenveel boven het vuur gehangen. Dit object is eigenlijk hét symbool voor het koken in de middeleeuwse periode. Het is een leuke vaststelling dat er in de keuken van vandaag weinig nieuws onder de zon is. Behalve paprika, tomaat en aardappelen (en uiteraard de exotische producten) vond je op een middeleeuwse markt net hetzelfde als vandaag. <strong>De</strong> sudder- en stoofpotjes van toen maken wij vandaag nog altijd.” Ook op zoek naar middeleeuwse gerechten of kookboeken? Je vindt er veel op internet: www.kookhistorie.com & www.medievalcookery.com Twee mensen, twee erfgoedstukken. Over hun persoonlijk verhaal en het groter erfgoedgeheel erachter. OBJECT: oude emaillen- en blikken platen van de <strong>Aalst</strong>erse brouwerijen <strong>De</strong> Blieck, <strong>De</strong> Gheest, Zeeberg en Burny “Mijn vader had een brocantezaak en zo zit de liefde voor oude spullen er al van jongsaf aan in. Toen ik 10-11 jaar was, mocht ik af en toe mee met mijn vader op café. En amper 3 jaar later had ik een collectie van 20.000 bierviltjes. Dat was het moment dat ik bij de scouts zat en meer uitging en zo verloor ik mijn interesse in de bierviltjes. Mijn verzameling is jaren op zolder blijven staan, tot mijn broer ze overnam en uitbreidde. Rond 1900 had je in <strong>Aalst</strong> om de 9 huizen een café. Het is jammer dat dat verdwenen is. Sinds een jaar werk ik in ’t Gasthuys, het Stedelijk Museum van <strong>Aalst</strong>. Ooit was er hier ook een brouwerij. Omringd door al die oude museumstukken is het opnieuw beginnen kriebelen. Samen met mijn broer ga ik op zoek naar alles wat met de <strong>Aalst</strong>erse brouwerijen te maken heeft. Dat gaat van glazen, bierkaartjes, emaillen platen tot affi ches, asbakken, reclame en zelfs facturen. <strong>De</strong> 4 grootste brouwerijen van <strong>Aalst</strong> waren Zeeberg, <strong>De</strong> Gheest, <strong>De</strong> Blieck en Burny. Vooral van die laatste brouwerij zoeken we meer materiaal, want dat is zeer zeldzaam geworden. Het wordt ook steeds moeilijker om nog dingen te vinden die we niet hebben. Wie meer wil weten over de brouwerijen in <strong>Aalst</strong> en deelgemeenten en welke bieren zij brouwden, moet zeker eens het boek van de Gambrinusclub raadplegen. Dat is een Belgische vereniging die alle verzamelaars van bierattributen samenbrengt. Zij organiseren ruildagen voor de leden, maar geven ook een boek uit. Daarin vind je een overzicht terug van alle brouwerijen met hun bieren. Ik heb die lijst zelf aangevuld en dan zie je dat er in <strong>Aalst</strong> en deelgemeenten veel meer brouwerijen waren. Uiteraard wordt dat boek altijd bijgewerkt, maar het is voor ons een handig naslagwerk. Wat begon als een hobby is nu een echte passie. Als ik ga joggen, steek ik onderweg fl yers in de bussen. Op een zaterdag sta ik al eens op om 3.30 uur om een rommelmarkt af te schuimen. Mijn broer is nog fanatieker, die is elk weekend op stap. We proberen om zoveel mogelijk te verzamelen, zonder al te hoge uitgaven. Oude dubbels ruilen we. Dat is ook een deel van het plezier. Onze verzameling zit voornamelijk bij mijn broer. Ik heb enkel thuis wat dubbels hangen, hoewel mijn auto toch ook niet meer in de garage kan. Hij liet zelfs een bijhuis bouwen in zijn tuin om alles een plaatsje te kunnen geven. En ook dat is ondertussen te klein. We noemen dat al lachend ons museum. En eigenlijk is dat stiekem ook onze droom. Uiteraard zullen we niet alle dagen open zijn, maar toch voldoende om onze collectie te kunnen delen met andere mensen. <strong>De</strong> voornaamste drijfveer is het bewaren van al dat materiaal. Het zou echt zonde zijn als die oude objecten zouden verdwijnen. Dankzij onze verzameling is ook mijn interesse in bier groter geworden. Vroeger dronk ik alleen pintjes. Nu zal ik altijd een biertje proeven dat ik niet ken.” Zelf in het bezit van oude bierattributen of oude spullen van <strong>Aalst</strong>? Je mag Wim altijd contacteren voor verdere afspraken (en eventueel een prijs overeen te komen) op het nummer 0476 56 80 01.