6 de erfgoedkrant april 2011 ’t Groen Kotje Wist je dit? Bij erfgoed denken we meteen aan oude gebouwen, archeologische objecten, schilderijen, ook wel aan liedjes en dialecten. Oude bomen en andere groene elementen behoren echter ook tot ons erfgoed. Ze werden geplant met een bepaalde functie of om een bijzondere reden. Dit is het zogenaamde erfgroen. <strong>De</strong>ze keer: de linde en de watermolen op Mijlbeek (<strong>Aalst</strong>). <strong>De</strong> watermolen Het gebied rond de kerk van Mijlbeek was tot het einde van de 19e eeuw nog zeer landelijk. Er waren natte meersen, men deed er aan kleinschalige landbouw en teelde er hop. Het toponiem Mijlbeek werd voor het eerst vermeld in een oorkonde van de Benedictinessenabdij van Vorst in het jaar 1110. <strong>De</strong> plek werd genoemd naar de waterloop die doorheen het gebied stroomt. Die beek ontspringt in het Kravaalbos in Meldert, stroomt door het grondgebied van Moorsel om vervolgens in <strong>Aalst</strong> uit te monden in de <strong>De</strong>nder. <strong>De</strong> totale lengte van de beek bedraagt 9,5 km. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, komt de naam Mijlbeek dus niet van ‘de beek die één mijl lang is’. Maar waarvan komt dan de naam ‘Mijlbeek’? Volgens Maurits Gysseling (paleograaf) komt Milebbecke van de Germaanse stam ‘miglio’ (wat urine betekent) en ‘baki’ van beek, ‘de pisbeek’ dus. Later sprak men niet meer van de Mijlbeek, maar van de Molenbeek, vanwege de watermolens op haar loop. Op het grondgebied van Mijlbeek stonden er twee molens, allebeide eigendom van de Cisterciënzerabdij ‘Ten Rozen’. Tijdens de Franse Revolutie kwam de overgebleven molen in handen van een molenaar, later werd hij eigendom van de Jezuïeten. Daardoor werd de molen in de volksmond de ‘collegemolen’ genoemd. Zij kochten het aanpalend domein als buitenverblijf voor de leraars en de leerlingen van het college in de Pontstraat. In 1870 werd hier door hen een openluchtzwembad gebouwd en zorgde de molen voor de watervoorziening van het zwembad. Eind jaren vijftig werd het domein verkocht, de gebouwen gesloopt en de vijver gedempt. <strong>De</strong>ze plek kennen we nu als het Beukenhof: een recreatiedomein met een speeltuin en sportgelegenheid. Vorig jaar kreeg het nog een facelift en werd er een collectie zeldzame beukenvariëteiten aangeplant. <strong>De</strong> linde Het aandrijfmechanisme en het rad van watermolens werd vervaardigd uit hout. Maar onder invloed van vocht en droogte gaat hout uitzetten of krimpen. Vooral in de zomer, wanneer het waterpeil van de beek laag was en de temperatuur hoog, werd het mole<strong>nr</strong>ad bedreigd door droogte. Om die reden werd in de omgeving van het rad altijd een boom geplant. Hij zorgde in de zomer voor meer schaduw op het waterrad. Heel vaak werd gekozen voor een lindeboom. Ook vandaag nog wordt de linde in onze streek heel vaak als schaduwboom aangeplant. Veel van deze schaduwbomen zijn intussen verdwenen (omdat het mole<strong>nr</strong>ad werd vervangen door een metalen constructie of omdat de functie van de molen in onbruik geraakte), maar de lindeboom van Mijlbeek staat er nog altijd. Langs de Molenbeek, tussen café en voetbalveld, staat een gigantisch exemplaar met een stamomtrek van meer dan 3,50 meter. Samen met het molenhuis, de stuw en het brugje vormt hij een prachtig stukje goed verborgen erfgoed. 100 jaar geleden in <strong>Aalst</strong>... Uit: <strong>De</strong>nderbode, 9 maart 1911. <strong>De</strong>ze editie: staten van goed. Rond de 13e eeuw waren de overheden overtuigd dat wezen en hun goederen ten allen prijs moesten beschermd worden. Daarom werden de schepenvoogdij en de weeskamers in het leven geroepen. Wanneer een kind (en tot 1804 was je pas meerderjarig op je 25ste) wees werd, moest de naaste familie zich wenden tot de plaatselijke wethouders. In <strong>Aalst</strong> bestond de weeskamer uit weesheren die onder de afgetreden schepenen werden verkozen. <strong>De</strong> weesheren stelden een griffier, een bode en twee klerken aan. Uit een lijst van bloedverwanten stelden ze per wees ook twee voogden aan, één van vaderszijde (paterneel) en één van moederszijde (materneel). Om te weten waaruit de erfenis bestond werd de inventaris of de staat van goed opgemaakt van alle (on)roerende goederen die behoorden tot het vermogen van de minderjarige. <strong>De</strong> staat van goed werd neergelegd op de weeskamer of het schepenhuis en diende als controlemiddel aan het einde van de voogdij. Het spreekt voor zich dat een dergelijk overzicht van bezittingen een ideale bron is om de maatschappelijke welstand van onze voorouders te reconstrueren, maar ook om bepaalde gebruiken of het -al dan niet- voorkomen van bepaalde producten na te gaan. Ook voor genealogen is de staat van goed een belangrijke bron. In het Stadsarchief van <strong>Aalst</strong> vinden we veel staten van goed terug. We kozen er twee uit. Erfgoedtips Schepen Wouters de Dalme overleed op zes april 1782 en liet een indrukwekkende erfenis na. Hij woonde in de Kapellestraat (nu Zwarte Zustersstraat) in een woning die bestond uit een eetplaats, een voorkamer, een comptoir, een keuken, een schotelhuis, een bassecour, een voorkelder, een eerste voorkamer, een kabinet, een grote kamer en een bibliotheek. Er waren ook stallen en een hof. Zijn totaal vermogen werd geschat op 9500 gulden. In de ‘eetplaetse’ stond onder meer een ‘spiegel in gauden lyste’, ‘ses witte chocolattassen met de schotelkens’ alsook ‘twaelf porcelyne thétassen’. In de voorkamer nog eens ‘vyf chocolattassen’ en ‘twee suyckerpottjens’. In de achterkelder trof men ‘dry stukken witten, rooden ende rynschen wyn met de flessen’ aan ter waarde van 334 gulden. Wouters de Dalme sliep op ‘een pluymen bedde’ en hij had minstens ‘dry snuyfdoose’. In zijn bibliotheek trof men naast boeken drie violen, fluiten en een ‘fusique met twee Ses witte chocolattassen met de schotelkens. Wil je weten wie er op die oude foto van voetbalclub Eendracht <strong>Aalst</strong> staat die je van je grootvader kreeg? Heb je een leuke en interessante anekdote te vertellen over het frietkot op de Houtmarkt? Of zoek je gewoon meer algemene informatie over een bepaalde <strong>Aalst</strong>erse textielfabriek anno 1962? Maar zit je vast met je vragen of onderzoek? Steek dan zeker eens je licht op bij het ‘Forum <strong>Aalst</strong>erse geschiedenis’. Initiatiefnemer Dirk Meert startte het ‘Forum <strong>Aalst</strong>erse geschiedenis’ op, een forum over de geschiedenis van de stad <strong>Aalst</strong>. Hiermee wil hij alle mogelijke geïnteresseerden een plaats aanbieden om hun vragen, opmerkingen, bedenkingen, merkwaardige feiten, nieuwsberichten, foto’s… kortom alles wat maar met de <strong>Aalst</strong>erse geschiedenis te maken heeft, kwijt te kunnen. Samen met collega amateur-historicus Jos <strong>De</strong>pryck heeft hij al tal van interessante onderwerpen op het forum gelanceerd: zo zijn er bijvoorbeeld thema’s als verkeer en vervoer, onderwijs, politiek, volksleven, carnaval en handel. Het thema nijverheid en industrie werd zelfs onderverdeeld in de verschillende bedrijfstakken. Het hoeft ons – gezien het belang van <strong>Aalst</strong> als fabrieksstad – niet te verwonderen dat het vooral de thema’s rond de brouwerijen en de textielfabrieken zijn die het meeste navolging krijgen. Het grote voordeel van het forum is dat iedereen zich vrij kan registreren om allerhande informatie op te zoeken én ook zelf online te zetten. Momenteel zijn er al 175 geregistreerde gebruikers en die hebben al meer dan 4.450 berichten gepost! <strong>De</strong> kracht zit hem dus in de bezoekers die zelf actief kunnen deelnemen en hun kennis willen delen met gelijkgestemden. Hoe meer gebruikers, hoe meer kennis! loopen’ aan. Verder trof men in een kas ‘elf paeren seyde coussen, achtien paeren gaere coussen, seven paeren leire handschoenen’ aan en niet minder dan 86 hemden en 22 slaapmutsen. In schril contrast met de staat van goed van de Dalme staat deze van Elisabeth Wauters die overleed in het hospitaal op zes april 1780. Elisabeth was gehuwd met Adriaen Bruno Bauwens en ze hadden een zoon van 20, eveneens Adriaen, en een dochter van 16, Carolina. Een eigen woning bezaten ze niet zodat we met grote waarschijnlijkheid kunnen concluderen dat ze een eenkamerwoning huurden. Hun totale bezit werd geschat op iets meer dan 40 gulden. Ze hadden onder andere zeven lepels, drie bierpotten, twee vorken en ‘een bedde’ met een ‘sargie en twee lakens’ en welgeteld drie hemden. Geen overbodige luxe voor een familie van vier. In het Stadsarchief van <strong>Aalst</strong> vind je naast de echte staten van goed ook tal van publicaties over deze rijke bron. <strong>De</strong>rgelijk initiatief is een waardevolle aanvulling op de eerder officiële bronnen zoals de documenten van het stadsarchief. Sommige mensen etaleren er hun kennis, anderen komen er in de hoop een antwoord te krijgen op een vraag waar ze al jaren mee zitten. Mensen die bijvoorbeeld hun stamboom trachten samen te stellen, zullen dit voornamelijk doen aan de hand van de akten van burgerlijke stand (geboorten, huwelijken, overlijden) en parochieregisters. Zo kan je de officiële gegevens achterhalen zoals namen, data, beroepen, maar al bij al blijft het dus relatief droge informatie. Het is pas met anekdotes, verhalen, foto’s… dat de droge stamboom kan aangekleed worden. Op 10 mei blaast het forum zijn eerste kaarsjes uit. En dat wordt gevierd! Hoe? Kijk snel op http://aalstwaarisdetijd.forumup.be. 7 Met dank aan G. Libbrecht, Materiële cultuur in het 18de-eeuwse <strong>Aalst</strong>. Een verkenning op het terrein van slaapcultuur, eet- en drinkcultuur, keukengerei, meubilair, decoratie, hygiëne, verwarming en verlichting, VUB, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1996-1997, 213 p.