4 de erfgoedkrant september 2010 5 ’t Groen Kotje Bij erfgoed denken we meteen aan oude gebouwen, archeologische objecten, schilderijen, ook wel aan liedjes en dialecten. Oude bomen en andere groene elementen behoren echter ook tot ons erfgoed. Ze werden geplant met een bepaalde functie of om een bijzondere reden. Dit is het zogenaamde erfgroen. <strong>De</strong>ze keer zetten we de zwarte moerbeiboom aan het Hoveniersplein in <strong>Aalst</strong> in de kijker. <strong>De</strong> zwarte moerbeiboom (Morus nigra L.) is afkomstig uit Iran en Armenië. <strong>De</strong> boom wordt al zeer lang gekweekt, maar kwam in onze streken pas terecht in de middeleeuwen. Oude moerbeibomen worden vooral aangetroffen in kloostertuinen, kasteelparken, boerderijen en oude moestuinen. Die plaatsen zijn niet toevallig. <strong>De</strong> boom werd vooral aangeplant voor zijn zeer smakelijke vruchten. Die lijken op braambessen of frambozen en smaken zoetzuur en aromatisch. <strong>De</strong> bes is zeer zacht en verliest sap bij de minste aa<strong>nr</strong>aking, daardoor zijn ze moeilijk te oogsten en niet te bewaren. Je kunt ze dus het best in augustus (dan zijn de vruchten rijp) meteen van de boom opeten. <strong>De</strong> bessen van de moerbeiboom worden verwerkt tot sap en confituur. <strong>De</strong> moerbeiboom was voor de Romeinen het symbool voor behoedzaamheid en wijsheid In Duitsland vertelden moeders aan hun kinderen dat de duivel zijn laarzen poetste met de bessen. Zo wilden ze voorkomen dat de kinderen van de bessen zouden eten. Vroeger werden de bessen ook gebruikt om wijn te kleuren en op smaak te brengen. <strong>De</strong>ze zoete wijn werd ‘moretum’ genoemd. Plinius de Oudere (77 n. Chr.) schreef over de moerbeiboom dat hij ’sapientissima arborum’ werd genoemd, wat de ‘meest wijze onder de bomen’ betekent. Om dezelfde reden wist men in het zuiden van Engeland dat er geen vorst meer te verwachten valt als de moerbei in blad komt. Ook bij ons loopt de boom laat uit (half mei) zodat hij zelden of nooit getroffen wordt door late voorjaarsvorst. de moerbeiboomspecialist In <strong>Aalst</strong> hebben we een heuse moerbeiboomspecialist. Willy Keymeulen heeft een passie voor de bomen, in zijn tuin staan er tientallen. <strong>De</strong> bladeren van de witte moerbei zijn het voedsel van de zijderupsen die hij kweekt in een chalet in zijn tuin. Meer info www.moerbeiboom.be Het caoutchouken Op de grens tussen de parking aan het Hoveniersplein en de carnavalshallen staat een zeer merkwaardig exemplaar. <strong>De</strong> stam van deze moerbeiboom is in drie gespleten en de drie delen van de stam rusten met hun kruin op de grond. Daardoor lijkt hij eerder op een enorme struik. In de winter, wanneer de boom bladloos is, kan je de korte stam en de enorme kruin het best bewonderen. <strong>De</strong> vreemde vorm is niet uitzonderlijk. Moerbeibomen groeien traag en kunnen zeer oud worden. Oude exemplaren zakken scheef of scheuren open, net als de moerbei aan het Hoveniersplein. <strong>De</strong> vreemde groei en het opensplijten belet echter niet dat de boom verder groeit. Zolang de winter niet voorbij is, maakt hij geen nieuwe twijgen aan. <strong>De</strong> moerbeiboom bloeit laat, maar toch rijpen zijn vruchten op tijd. Daarom werd de boom door de Romeinen als symbool voor behoedzaamheid en wijsheid gezien. Op de plek waar vandaag de carnavals hallen en de parking van het Hoveniersplein liggen, stond in 1889 ‘La Centrale Africaine SA’ (verkoop van koloniale producten). Later vestigde er zich de ‘Société anonyme pour la commerce et l’industrie de caoutchouc’, een rubberverwerkend bedrijf. Dit pand met bijhorende gronden werd in 1950 aangekocht door de stad die er het stadsmagazijn en een garage in onderbracht. Maar de plek zou in de volksmond ‘het caoutchouken’ blijven heten. Aan de voormalige fabriek was ook een portierswoning verbonden met bijhorende tuin. Het is in deze tuin dat onze zwarte moerbeiboom werd aangeplant. Begin jaren tachtig verliet de stad het pand en bleef de portierswoning nog een tijdje bewoond. Helaas ging de woning een tiental jaar later, samen met het oude pand, tegen de vlakte. Als bij wonder bleef de moerbeiboom overeind. Hij is een stille getuige van de vele activiteiten die hier de voorbije honderd jaar plaatsvonden. Mijn erfgoed en ik André Schollaert Object: diaprojector uit 1976 “<strong>De</strong> geschiedenis van <strong>Aalst</strong> heeft me altijd enorm geïnteresseerd. Dat heeft in de eerste plaats te maken met het feit dat ik geboren ben in het centrum van de stad en verbonden ben met <strong>Aalst</strong>erse families zoals <strong>De</strong> Rijck, Limpens en <strong>De</strong> Saedeleer. Bij mijn plechtige communie kreeg ik een fototoestel cadeau van een suikertante en van mijn grootvader een aantal prentkaarten over <strong>Aalst</strong>. Dat heeft mijn interesse voor de stad echt aangewakkerd. Zo kwam ik op het idee om een collectie te beginnen met boeken en allerlei publicaties over <strong>Aalst</strong>. Jaren later denk je dan toch iets unieks te hebben bij elkaar gesprokkeld. In de jaren ’70 kreeg ik ook belangstelling voor het leefmilieu en de openbare en private groenvoorzieningen in en rond <strong>Aalst</strong>. Op dat moment was daarover heel weinig te vinden. En dus wilde ik zoveel mogelijk groen van <strong>Aalst</strong> vastleggen op dia. Hoe doe je dat beter dan de stad systematisch uit te kammen en alles vast te leggen. In die jaren kwam monumentenzorg steeds meer onder de aandacht. Zo zijn we ook gebouwen beginnen vastleggen. Mijn collectie groeide in een mum van tijd: vandaag heb ik 4.000 dia’s en nog een 1.000-tal over allerlei andere onderwerpen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om ook alle deelgemeenten aan te doen, maar wegens tijdsgebrek hebben we enkel Baardegem gedaan. Na 6 jaar zijn we er helemaal mee gestopt. Een tijdje geleden zag ik dat er voor het Stadsarchief vrijwilligers gezocht werden voor het ingeven van akten. <strong>De</strong> bedoeling van het project is dat iedereen via internet historische gegevens kan opvragen uit de burgerlijke stand. Ik heb op die oproep meteen gereageerd en ik ben aan de slag gegaan. Daar vernam ik ook dat het archief gestart was om het beschikbare beeldmateriaal op een beeldbank te plaatsen. Hierop vind je oude foto’s, postkaarten en ander beeldmateriaal uit vorige eeuwen. Zo groeide ook het idee om mijn collectie daaraan toe te voegen. Behalve het ontsluiten van de informatie, wil ik ook dat de collectie bewaard blijft voor de volgende generaties. Vandaag zijn veel van de landschappen of de gebouwen veranderd of verdwenen. Het is hoog tijd dat we nu aan het digitaliseren gaan, want de alleroudste dia’s beginnen al te verkleuren. Elke dia wordt gescand en daarna beschreven. Vroeger schreven we heel summier wat informatie op per dia. Nu is vooral mijn fotografisch geheugen en het Stratenboek van Jos Ghysens een grote hulp. Er staan al een 300-tal dia’s op de beeldbank, er is dus nog een lange weg te gaan.” Benieuwd naar de inventaris van André Schollaert? Surf naar www.madeinaalst.be – onder de knop ‘Thema’ vind je zijn ‘inventarisatie-1976-1986’ terug. Twee mensen, twee erfgoedstukken. Over hun persoonlijk verhaal en het groter erfgoedgeheel erachter. in de kijker Object: “<strong>De</strong>ze emailplaat heeft voor mij in de eerste plaats een emotionele waarde. Ik heb namelijk zelf 3 jaar gewerkt bij Marly in Vilvoorde. Daarna werkte ik bij Cockerill-Sambre in Luik. Daar kende ik veel mensen, omdat ik ook supporter ben van Standard. Er waren er heel veel die, net als ik, uit Vlaanderen daar gingen werken. In die tijd hing er veel stank van de fabrieken. Die geurhinder is nu praktisch verdwenen doordat er veel bedrijven weggingen. Jammer genoeg nam daardoor wel de armoede toe. Wat ik daar zag, is bijna niet te geloven: huisjes met gestampte aarde als vloer, toestanden zoals hier ten tijde van priester Daens. En toch waren de mensen er zeer open en vriendelijk. Daar ontstond mijn strijd tegen kansarmoede. En die strijd gaat hand in hand met mijn interesse voor erfgoed. <strong>De</strong> broer van mijn grootmoeder was pater in Affligem. Hij sprak verschillende talen, was verbonden aan de universiteit en was verantwoordelijk voor de bibliotheek van de abdij. Toen wij op bezoek gingen, mocht ik er in de boeken lezen. Zo ontstond mijn liefde voor alles wat met geschiedenis en erfgoed te maken heeft. Ik verzamel objecten die mijn aandacht trekken, maar er zit geen specifieke lijn in. Het enige dat ik echt speciaal zoek en verzamel zijn prentjes van voetballers die vroeger bij kauwgom zaten. Daarnaast koop ik dingen die mijn aandacht trekken. Zo heb ik een postkaart uit Kalmthout, ik heb er totaal geen band mee, maar toch vind ik ze zeer intrigerend. Mijn grootouders gebruikten emailplaten zoals deze om het ‘kiekenkot’ mee af te bakenen. Eddy Van Geit paneel, email op metaal, reclame voor Marly, 1938 <strong>De</strong> meeste objecten uit mijn verzameling heb ik gekregen of geruild. Soms omdat mensen het anders weggooien, soms omdat ik ze geholpen heb. En met de voetbalsupporters onder elkaar wisselen we ook. Veel hangt ook af van de waarde die je aan iets hangt. Een emailplaat zoals de mijne is nu een collectors item. Maar mijn grootouders gebruikten dat om het ‘kiekenkot’ af te bakenen. <strong>De</strong> afbeeldingen bij de kauwgommen had ik als kind in hopen, nu moet ik er echt naar zoeken. Zo was ‘Vosse kilo’ een heel gekende <strong>Aalst</strong>erse volksfiguur. Hij heeft talloze bloedgiften gegeven en daarmee mensen gered. Dat laatste weten maar weinig jonge mensen en net dát weet mij te boeien. In tegenstelling tot de meeste andere verzamelaars ben ik niet gehecht aan mijn collectie. Mijn grootvader kon van geen verroeste nagel afscheid nemen. Als iemand mij vandaag een mooi bedrag aanbiedt voor een stuk, dan verkoop ik het direct. Ik erken de waarde van die dingen, maar ik kan het ook goed relativeren. Als ik stukken uit mijn collectie verkoop, gaat de opbrengt zo goed als altijd naar kansarmoedebestrijding.” Meer weten over de strijd tegen de kansarmoede van Eddy Van Geit? Hij zet zich met hart en ziel in voor Bijzondere Jeugdvakanties BiJeVa vzw (www.bijeva.be). <strong>De</strong> Moerbeiboom aan het Hoveniersplein lijkt op een enorme struik.