Bolero van Katia Gemini

Bolero van Katia Gemini
Materiaal: 10 bollen Gemini maat 36/38 en (40/42) breinaalden nr. 5 en 6
Gebruikte steken:
Tricotsteek: heengaande naald recht, teruggaande naald averecht breien.
Averechtse tricotsteek: heengaande naald averecht, teruggaande naald recht breien.
Lussenpatroon: stekenaantal deelbaar door 5 plus 2 kantsteken. Patroon breien over 2 naalden.
1e naald = teruggaande naald: 1 kantsteek breien, *2 omslagen om de naald, 1 steek averecht breien*.
Vanaf * steeds herhalen en eindigen met 1 kantsteek.
2 e naald = heengaande naald: 1 kantsteek breien, * 5 steken (zoals bij het averechts breien) 1 voor 1 afhalen en
daarbij de tussenliggende dubbele omslagen laten vallen. De 5 steken langtrekken en weer op de linker naald
zetten. Daarna de 5 lussen gedraaid recht samenbreien maar niet van de naald af laten glijden, 1 omslag om de
naald en nogmaals 1 steek recht breien (insteken in de zelfde lus als de vorige steek) opnieuw een 1 omslag om
de naald en nogmaals 1 steek recht breien in dezelfde lus. (Je hebt dan weer 5 steken.)
Verkorte naald: Bij een verkorte naald brei je de naald niet helemaal uit. Na een bepaald aantal steken, b.v. tot
halverwege, dan een omslag om de naald, keren, de pen weer terug breien waarbij de omslag wordt
aangetrokken. Dit kan meerdere pennen op verschillende plaatsen herhaald worden, net wanneer de beschrijving
het aangeeft. Wanneer er weer een pen over alle steken gebreid moet worden, de omslag met de daarop
volgende steek samenbreien.
Werkwijze:
Rugpand:
Zet met naald 6, 60 (66) steken op en brei tricotsteek. Brei voor de schuining aan weerzijde in de 5 e naald vanaf
de opzet 1 steek erbij = 62 (68) steken. Bij een hoogte van 4 cm. aan weerzijde voor het armsgat
4 steken afkanten = 54(60) steken. Daarna elke 2 e naald aan weerzijde 1 x 2 steken en 1 x 1 steek afkanten =
48(54) steken. Bij een armsgathoogte van 17(18) cm. Voor de ronding van de hals de middelste 26 (32) steken
afkanten en beide helften afzonderlijk verder breien. Aan de binnenkant van de hals elke 2 e naald 4 steken
afkanten. Herhaal dit nog 1 keer. Bij een halshoogte van 3 cm. De overige 3 steken afkanten. De andere helft in
spiegelbeeld breien.
Voorpand, kraag en onderdeel rugpand:
Geheel wordt als een strook van ongeveer 26 cm. breed met de verkorte naald gebreid en naderhand wordt het
begin en einde aan elkaar genaaid.
Zet met breinaald 6, 37 steken op.
1 e en 2 e naald: tricotsteek breien, 3 e en 4 e naald: verkorte naald over 22 steken (dus 22 steken breien, omslag,
keren, terugbreien, 5 e en 6 e naald: tricotsteek over alle steken (let op omslag en daarop volgende samenbreien)
7 e en 8 e naald: verkorte naald over 16 steken (16 st. breien, omslag, keren en terugbreien) 9 e t/m 11 e
naald:tricot steek over alle steken breien, 12 e en 13 e naald: 2 naalden lussenpatroon over alle steken.
Na de 13e naald de 2 e t/m 13 e naald nog 11 (12) keer herhalen.
Vervolgens nogmaals de naalden 2 t/m 13, 12(13) keer herhalen nu echter met de averechtse tricotsteek ipv
de tricotsteek. De lussenpatronen blijven wel hetzelfde. De band moet aan de buitenste zijde ca. 200 (218) cm.
zijn.
Mouwen:
Met pen 5, 34 steken opzetten en 4 cm. (bies) tricotsteek breien, daarbij met 1 teruggaande naald beginnen. Dan
met pen 6 in tricotsteek verder breien. Aan weerszijde voor de schuining in de 11 e (7 e ) naald vanaf de bies 1 steek
meerderen, daarna in elke 10 e naald nog 5 (6) keer 1 steek meerderen (= 46 (48) steken). Na 38 cm. hoogte
vanaf de bies aan weerszijde voor de mouwkop 2 steken afkanten, dan in elke 2 e naald nog 1 x 2 steken, 10 x 1
steek en 2x 2 steken afkanten. In de volgende naald de overige 10 (12) steken afkanten.

Afwerking:
Delen spannen, bevochtigen en laten drogen. Mouwnaden dichtnaaien.
Mouwen telkens vanaf de naad tot het midden van de mouwkop in de armsgaten van het rugpand inzetten.
Begin en einde van de band met het lussenpatroon met maassteken met elkaar verbinden.
Nu de band zo aannaaien dat de tricotzijde aan de buitenkant vanaf de linkermouwnaad via de rug tot de
rechtermouw verloopt en de averechte tricotsteek-zijde. Dan de rest van de band verder gelijkmatig over de halve
mouwkoppen en de achterste halszijde laten lopen. Dit bovenste deel vormt de kraag en zo ligt hier bij het
omslaan ook een deel van de tricotzijde buiten.
TIP:
Voordat u de band aannaait, rijgt u deze eventueel eerst vast en past u de bolero eerst aan. U kunt dan
nog altijd het een en ander corrigeren. Wanneer de bolero goed zit en goed valt, kunt u de band
vastnaaien.