Lees hier het geactualiseerde kennisdocument Puttenvelden - KWR ...
Lees hier het geactualiseerde kennisdocument Puttenvelden - KWR ...
Lees hier het geactualiseerde kennisdocument Puttenvelden - KWR ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vertoeren<br />
schoonpulsen<br />
op en neer te bewegen. Wordt de wrijving te groot dan gaan we vertoeren. We brengen<br />
dan binnen de boorbuis een tweede boorbuis van kleinere diameter aan. Het pulsen<br />
zetten we in de tweede buis voort. Zo nodig plaatsen we een derde buis en pulsen daarin<br />
verder. Zo kan een diepte van ongeveer 100 m worden bereikt.<br />
Na <strong>het</strong> bereiken van de gewenste diepte, pulsen we <strong>het</strong> boorgat schoon. Om <strong>het</strong><br />
gebruikte werkwater uit de boorbuis te verdrijven kunnen we met behulp van een slang<br />
vanaf de bodem van <strong>het</strong> boorgat de boorbuis geheel met schoon water vullen. Na<br />
inbouw van de putconstructie vullen we de annulaire ruimte aan waarbij we de<br />
boorbuis met <strong>het</strong> aanvulniveau mee optrekken.<br />
6.3.3 Roterend zuigboren/luchtliften<br />
Bij roterend zuigboren (indirect spoelboren, ‘reversed flush’), kortweg zuigboren<br />
genoemd, laten we de boorspoeling door de annulaire ruimte naar beneden stromen.<br />
Samen met <strong>het</strong> boorgruis zuigen we de boorspoeling door de holle boorstang omhoog<br />
(zie Figuur 6-7).<br />
Na plaatsing van de boorwagen wordt de mantelbuis in de grond aangebracht. Deze<br />
moet voorkomen dat de bovenste grondlagen wegspoelen. De mantelbuis steekt meestal<br />
ongeveer één meter boven <strong>het</strong> maaiveld uit. De bezinkbakken (suppletiebakken) doen<br />
dienst als bezinkreservoir voor <strong>het</strong> boorgruis en als bufferreservoir voor de<br />
boorspoeling. In <strong>het</strong> algemeen staan de mantelbuis en de bezinkbak in open verbinding<br />
met elkaar. Het peil van de boorspoeling in de mantelbuis moet minimaal 1,5 à 2 meter<br />
boven <strong>het</strong> grondwaterpeil staan. Is dit verschil kleiner dan kan de overdruk zo laag<br />
worden dat <strong>het</strong> boorgat instort. Ideaal is als al <strong>het</strong> boorgruis bezinkt. In de praktijk is dit<br />
bijna niet mogelijk. Klei en slib bezinken moeilijk en blijven voor een klein deel in <strong>het</strong><br />
spoelingwater zweven. Bevat <strong>het</strong> omhoog gehaalde mengsel veel fijne materiaaldeeltjes<br />
dan kunnen we ook cyclonen en schudzeven inzetten (zie Paragraaf 11.1.3). Aan de<br />
straalbreker zit een spruitstuk (kraan of tuit) om wat van <strong>het</strong> mengsel af te tappen voor<br />
<strong>het</strong> nemen van grondmonsters.<br />
Om de boorgatwand in stand te houden is overdruk alleen niet altijd voldoende. Een<br />
zandlaag kan zeer poreus zijn of een kleiwand kan zwellen en inkalven. Het boorgat kan<br />
dan gemakkelijk instorten. Om dit gevaar te verkleinen kunnen of moeten we bepaalde<br />
stoffen aan de boorspoeling toevoegen. De juiste samenstelling van de boorspoeling is<br />
erg belangrijk; is die verkeerd dan kan <strong>het</strong> boorgat alsnog instorten (zie verder Paragraaf<br />
11.1.2).<br />
Regelmatig verlengen we de boorstang met een nieuw stuk. Schroefdraadverbindingen<br />
zijn gebruikelijk omdat we daarmee snel kunnen werken. Wegens de beperkte<br />
zuighoogte van de zuigpomp (in de praktijk hooguit 8 m) zal de boorproductie afnemen<br />
naarmate we dieper komen. Na ongeveer 50 m loont <strong>het</strong> nauwelijks meer om door te<br />
gaan. Moeten we een dieper gat boren, dan gaan we al eerder over op luchtliften. Dat<br />
gebeurt met dezelfde boorinstallatie.<br />
Kennisdocument Putten(velden) <strong>KWR</strong> 2011.014<br />
© <strong>KWR</strong> 6-17 December 2010