13.06.2015 Views

Kaderweekend Gymnastiek Aanleren temp tot tempserie - GymFed

Kaderweekend Gymnastiek Aanleren temp tot tempserie - GymFed

Kaderweekend Gymnastiek Aanleren temp tot tempserie - GymFed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Kaderweekend</strong><br />

<strong>Gymnastiek</strong><br />

TUMBLING<br />

Luk Goris – Bart Vanoirbeek<br />

<strong>Aanleren</strong> <strong>temp</strong> <strong>tot</strong> <strong>temp</strong>serie<br />

Inhoud<br />

Techniekbechrijving<br />

Fysieke vereisten voor <strong>temp</strong><br />

Temp in de beginfase<br />

Temp naar de baan brengen<br />

Helperstechnieken<br />

Courbette scholing<br />

Foutenanalyse met videobeelden<br />

© 2008 www.Gymfed.be Pagina: 1 van 5 18-19.10.2008


<strong>Kaderweekend</strong><br />

<strong>Gymnastiek</strong><br />

TUMBLING<br />

Luk Goris – Bart Vanoirbeek<br />

1. Techniekbeschrijving<br />

Doel: Achterwaartse snelheid behouden en / of verhogen zonder dat de lengte van de <strong>temp</strong> verkort<br />

(behoud en verhogen van horizontale snelheid).<br />

Inzet: door de reeds opgebouwde snelheid in de voorafgaande beweging gebeurt het afzetten met zo<br />

gestrekt mogelijke benen.<br />

1 De beweging begint vanuit schelphouding met rugwaarts evenwichtsverlies waarbij de romp<br />

krachtig en actief rugwaarts wordt getrokken. Tijdens deze rompinzet worden de armen eerst nog<br />

krachtig naar het lichaam gedrukt.<br />

2 De armen worden dan, op schouderbreedte, <strong>tot</strong> vlak onder de kin gezwaaid. Het hoofd is eerst<br />

neutraal en volgt dan de beweging van de armen. Het is zeer belangrijk dat de timing van de<br />

armzwaai iets na die van de rompactie valt, hierdoor is de armzwaai meer rugwaarts gericht en<br />

niet opwaarts.<br />

Vluchtfase:<br />

1 De hoek in de heup en de schouders wordt verder geopend, zonder snelheidsverlies, <strong>tot</strong><br />

overstrekking. Het hoofd blijft tussen de armen.<br />

2 De benen worden daarna krachtig ingecourbet terwijl de armen terug naar het lichaam worden<br />

gebracht om rotatie te behouden. Na het uitstrekken van het lichaam is het doel om zo snel<br />

mogelijk weer te keren naar de schelphouding.<br />

Steunfase: de landing gebeurt zoveel mogelijk op de bal van de voet en met gestrekte benen.<br />

1 Het zwaartepunt zit ver achter het steunpunt om een maximum aan horizontale snelheid te<br />

behouden en in de volgende beweging een rugwaartse rotatie te verzekeren.<br />

2. Fysieke vereisten voor <strong>temp</strong>:<br />

Snelkracht in de benen<br />

Snelkracht in de buikspieren en heupbuigers<br />

Snelkracht in de rug<br />

Snelle armzwaai (= schoudersspieren)<br />

Vormspanning van het hele lichaam<br />

Krachtopbouw<br />

1 opbouw van algemene kracht<br />

Lange reeksen, veel herhalingen,<br />

2 opbouw specifieke kracht<br />

Kortere reeksen, 8 – 12 herhalingen, zwaardere uitvoeringen<br />

3 opbouw snelkracht<br />

Korte reeksen, 8 herhalingen, eigen lichaamsgewicht,<br />

Opmerking: als een tumbler sterke onderste buikspieren heeft, zijn al veel problemen overwonnen.<br />

3. Temp in de beginfase:<br />

1 uit stand traag: uit schelpvorm, juist beweging laten aanvoelen door de trainer<br />

Schouders rugwaarts drukken<br />

Armzwaai met blokkeren<br />

2 uit stand explosief: met minimale buig-strekbeweging in de benen <strong>temp</strong> uit stand laten springen<br />

Helperstechniek: trainer zit op knieën achter de gymnast: 1 hand op de borstkas, 1 hand juist<br />

boven het bekken. Als de gymnast de beweging inzet, eerst duwen aan de borstkas voor<br />

versnelling, dan liften en wegzetten van het bekken voor hoogte en courbette.<br />

© 2008 www.Gymfed.be Pagina: 2 van 5 18-19.10.2008


<strong>Kaderweekend</strong><br />

<strong>Gymnastiek</strong><br />

TUMBLING<br />

Luk Goris – Bart Vanoirbeek<br />

3 maxi tramp: Flik in vormspanning<br />

Flik met courbette en schelpval<br />

Temp met courbette en schelpval<br />

Temp <strong>temp</strong> met schelpval<br />

Aandachtspunten: 1 Hoofd correct houden<br />

2 Buik vastzetten<br />

3 Courbette afmaken <strong>tot</strong> schelppositie<br />

4 mini tramp: handstand op een plint, courbette in de MT + <strong>temp</strong><br />

Opmerking: denk goed na over de hoogte van de plint voor verschillende gymnasten. Hoe sterk<br />

zijn ze? Hoe groot zijn ze? Hoeveel ervaring hebben ze?<br />

4. Temp op de baan brengen:<br />

Opmerking: Eerste vereiste goede rondat!!!<br />

Rondat schelpval<br />

Rondat flik schelpval<br />

Rondat flik <strong>temp</strong> schelpval<br />

Rondat <strong>temp</strong> schelpval<br />

Rondat <strong>temp</strong> flik schelpval<br />

Rondat <strong>temp</strong> flik flik flik <strong>temp</strong><br />

Rondat <strong>temp</strong> flik flik flik <strong>temp</strong> flik<br />

Rondat <strong>temp</strong> <strong>temp</strong> flik<br />

Rondat <strong>temp</strong> <strong>temp</strong> flik flik flik <strong>temp</strong><br />

Rondat <strong>temp</strong> <strong>temp</strong> flik flik flik <strong>temp</strong> flik<br />

Opmerking: Wisselreeksen zijn zeer moeilijk uit te voeren omdat er een geweldige beheersing voor nodig<br />

is. Het voordeel is dat de gymnast zeer veel controle krijgt over de beweging, hij kan niet op<br />

automatische piloot gaan springen. Voor de trainer is het een visuele controle dat je gymnast elke keer<br />

correct zijn courbette afmaakt en de timing van de bewegingen correct uitvoert.<br />

Bij gymnasten die <strong>temp</strong>- flik springen en nog geen constante <strong>temp</strong>beweging uitvoeren is de helpersfunctie<br />

zeer belangrijk!! Ter preventie van pols, arm & elleboogletsels wordt de flik in de beginfase altijd<br />

beveiligd door een helper.<br />

In het begin is het aangewezen om flik en <strong>temp</strong> veel te combineren zodat gymnasten leren dat ze eigenlijk<br />

hetzelfde doen tijdens deze bewegingen. Enkel de armzwaai verschilt. Ze moeten op dezelfde manier hun<br />

handen terugbrengen en ze moeten dezelfde hoeveelheid evenwichtsverlies hebben, etc. Daarom is het<br />

voor sommige gymnasten veel makkelijker om in de beginfase de <strong>temp</strong> te oefenen uit flik ipv uit rondat.<br />

© 2008 www.Gymfed.be Pagina: 3 van 5 18-19.10.2008


<strong>Kaderweekend</strong><br />

<strong>Gymnastiek</strong><br />

TUMBLING<br />

Luk Goris – Bart Vanoirbeek<br />

5. Helperstechnieken<br />

Opmerking: Ik loop nooit mee naast de baan, als je dat moet doen is er, volgens mij, van in het begin al<br />

een fout en moeten we eerst dat aanpakken. Dat wil gewoon zeggen dat je gymnast nog niet klaar is voor<br />

die serie, technisch, mentaal of fysiek.<br />

Als trainer is het belangrijk om dan juist is te schatten waar het misloopt. De juiste reden vinden van een<br />

fout is onze belangrijkste taak als trainer. Enkel dan kunnen we onze gymnast op de juiste manier verder<br />

laten trainen.<br />

Een mogelijkheid is om <strong>temp</strong> serie op een ander toestel gaan uitvoeren: maxi, air track, fast track, mini,<br />

… om zo aan techniek en vertrouwen te werken<br />

Een 2 e mogelijkheid is de fouten onderzoeken en kijken of zij van fysieke aard zijn?<br />

Er zijn 2 gangbare helperstechnieken<br />

1 borst en bekken:<br />

Nog voor de voorgaande beweging is afgelopen neem je de gymnast vast een borst en rugzijde van<br />

het bekken. Hierdoor kan je het zwaartepunt mee gaan bepalen tijdens de contactfase met de<br />

grond en de gymnast dan een versnelling meegeven in de vorm van een duw met de hand aan de<br />

borstzijde.<br />

2 onderrug en bovenbeen<br />

Tijdens de contactfase met de grond plaatst de helper zijn onderste eerste hand op de achterzijde<br />

van het bovenbeen van de gymnast en zijn 2 e hand op de onderrug. Als de gymnast inzet voor zijn<br />

<strong>temp</strong> steunt de 2 e hand de rug en geeft de eerste hand een duwtje aan de benen waardoor de<br />

courbette wordt vergemakkelijkt.<br />

6. Courbettescholing<br />

Bij de meeste basisbewegingen is er een fase waarin de courbettebeweging wordt uitgevoerd. De overgang<br />

van schelphouding naar booghouding en omgekeerd verloopt met gestrekte ledematen en met zo min<br />

mogelijk hoekvorming. De overgang van een holle boog naar een bolle boog zorgt voor een vloeiende<br />

overgang in de beweging met een minimum aan energieverlies. De weerstand om vervorming tegen te<br />

gaan zal de kwaliteit van de uitvoering verhogen.<br />

In AGH en AGD veel gebruikt maar in tumbling veel overslagen!<br />

In de praktijk komt het er op neer dat een gymnast zeer explosief van een licht overstrekte houding moet<br />

kunnen overgaan naar een schelphouding. Een correcte schelphouding in ruglig heeft volgende kenmerken<br />

1 het bekken is gekanteld<br />

2 de rug is rond en tegen de grond gedrukt<br />

3 het hoofd is met de kin tegen de borstkas<br />

4 de armen zijn kort bij het lichaam<br />

5 de benen zijn gestrekt en net boven de grond<br />

Opbouw schelphouding:<br />

1 ruglig, rug tegen de grond duwen<br />

2 ruglig, armen boven het hoofd, rug tegen de grond duwen<br />

3 buiklig, buik van de grond trekken<br />

4 ruglig, rug tegen de grond duwen en schouders heffen<br />

5 ruglig, rug tegen de grond duwen, schouders heffen en 1 been heffen<br />

6 ruglig, rug tegen de grond duwen, schouders heffen en 2 benen gebogen heffen<br />

7 ruglig, rug tegen de grond duwen, schouders en benen heffen<br />

© 2008 www.Gymfed.be Pagina: 4 van 5 18-19.10.2008


<strong>Kaderweekend</strong><br />

<strong>Gymnastiek</strong><br />

TUMBLING<br />

Luk Goris – Bart Vanoirbeek<br />

Courbettecircuit:<br />

hang aan de rekstok: courbettezwaai<br />

hang aan het sportraam, hielen trekken en courbetten<br />

tegen de muur springen met handen en kaatsen, landen in schelphouding<br />

handstand op verhoog, courbette en schelpval<br />

ruglig op 2 springplanken, snel overgaan naar schelp<br />

buikval op de maxi, opveren en courbetten, landen op handen en voeten<br />

in kniezit, buikwaarts afrollen, op hielen trekken en courbetten, eindigen in pomphouding<br />

7. Foutenanalyse<br />

Knieën schieten vooruit<br />

Temp is te kort<br />

Reeks valt stil<br />

Temp is te hoog<br />

…<br />

© 2008 www.Gymfed.be Pagina: 5 van 5 18-19.10.2008

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!