17.06.2015 Views

vscd-cabaretprijzen-2012def

vscd-cabaretprijzen-2012def

vscd-cabaretprijzen-2012def

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Poelifinario en Neerlands Hoop zijn een schot in de roos<br />

In een ver verleden heeft Freek de Jonge wel eens gezegd dat de entreeprijs de<br />

enige prijs is waarin hij werkelijk is geïnteresseerd. Misschien kan een enkeling zich<br />

nog de vreugde op het gelaat van Neerlands grootste cabaretier ooit herinneren toen<br />

hij in 2004 de Annie M.G. Schmidtprijs in ontvangst nam voor het lied Vergeet mij<br />

niet, dat hij samen met Robert Jan Stips heeft geschreven. Freek de Jonge heeft nog<br />

nooit de Poelifinario gewonnen, ondanks zijn constante hoge niveau dat hij al decennialang<br />

volhoudt. Maar hij is nog steeds zo ongelooflijk productief - als hij de geest<br />

krijgt maakt hij twee of meerde voorstellingen per jaar - dat die mogelijkheid er nog<br />

zeker in zit.<br />

In het verleden werd een prijs nog wel eens geweigerd, maar er wordt in cabaretkringen<br />

absoluut niet meer minachtend gedaan over het winnen van <strong>cabaretprijzen</strong> in het<br />

algemeen en de Poelfinario en Neerlands Hoop in het bijzonder. Het wordt als een<br />

eer ervaren om te worden vereeuwigd door fotograaf Corbino. De foto’s in de twee<br />

trappenhuizen van De Kleine Komedie in Amsterdam, hét kleinkunsttheater bij uitstek<br />

in Nederland, vormen inmiddels een indrukwekkende eregalerij.<br />

De Poelifinario is dus een schot in de roos en het is niet minder dan bespottelijk dat<br />

deze prijs pas tien jaar bestaat. Eigenlijk hadden Jean Louis Pisuisse, Koos<br />

Speenhoff en Eduard Jacobs, om alleen maar even ter illustratie van mijn punt de<br />

drie pioniers van het Nederlandse cabaret te noemen, deze onderscheiding al een<br />

eeuw geleden in ontvangst moeten nemen. Maar dan wel met een andere naam<br />

natuurlijk. Een Chat Noir bijvoorbeeld.<br />

Tsja, de naam Poelifinario. Hoe kom je erop om de hoogste cabaretonderscheiding te<br />

vernoemen naar een denkbeeldige vogel uit het brein van een man die zich nooit een<br />

cabaretier wilde noemen. Toon Hermans was een clown, een humorist, een groot<br />

komiek, meer een feestneus dan een wijsneus. Maar goed, over tien jaar weet het<br />

gemiddelde cabaretpubliek helaas waarschijnlijk niet meer wie Toon Hermans is, en<br />

is de Poelifinario alleen nog maar die felbegeerde cabaretprijs.<br />

En als we het toch over culturele amnesie hebben. Hoeveel toneelliefhebbers weten<br />

welke Louis wordt bedoeld in de belangrijkste toneelprijs? Louis Quatorze? Louis<br />

Davids? Louis van Gaal?<br />

Voor het Poelifinario-tijdperk hebben we nog een blauwe maandag De Hofnar en De<br />

Nar gehad om cabaretiers mee te eren. Een van de drijvende krachten achter die<br />

cabaretprijs was Joost Nuissl, lange tijd directeur van De Kleine Komedie. Nuissl<br />

vond het vreemd dat de Vereniging van Schouwburgen- en Concertgebouwdirecties<br />

(VSCD) al wel tientallen jaren alom gewaardeerde prijzen uitdeelde aan acteurs, dansers,<br />

en artiesten uit het jeugdtheater en de mime, maar dat cabaretiers op dit terrein<br />

als stiefkinderen werden behandeld. Daarom besloot hij als een cabaret-Cato elke<br />

vergadering van de VSCD met de opmerking: ‘En verder ben ik van mening dat er<br />

een cabaretprijs moet worden ingesteld.’<br />

Een deel van de directeuren aarzelde. Men meende dat een acteur van Toneelgroep<br />

Amsterdam ten slotte toch een ander verhaal te vertellen heeft dan een grappenmaker<br />

in een vestzaktheatertje in Naaldwijk of zo. Cabaret werd als een geintje, een aardigheidje<br />

gezien. Nuissl herinnert zich nog zijn eerste VSCD-jaarvergadering in 1988.<br />

Alle directeuren waren in galakostuum verschenen, er werd een copieus diner geserveerd.<br />

Tussen de gangen door traden beginnende cabaretiers op. Die minivoorstellingen<br />

waren voor de meeste directeuren geen reden om hun conversatie te<br />

onderbreken. Nuissl verloochende zijn eigen kleinkunstachtergrond niet (‘Ik ben blij<br />

dat ik je niet vergeten ben’), en is toen demonstratief met zijn rug naar de tafel gaan<br />

zitten, met het gezicht naar de artiesten.<br />

Maar ook een deel van de producenten was aanvankelijk niet zo enthousiast. Want<br />

zo’n prijs betekent ook nominaties en dan zijn er altijd verliezers, en dat is wellicht<br />

niet zo goed voor het ego van de cabaretier.<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!