10.07.2015 Views

PREVENTIEF ONDERHOUD VOOR EEN LANGER LEVEN - Aquafin

PREVENTIEF ONDERHOUD VOOR EEN LANGER LEVEN - Aquafin

PREVENTIEF ONDERHOUD VOOR EEN LANGER LEVEN - Aquafin

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

5COLLECTORWERKEN IN MECHELENBRENGEN VERDER VERADEMING<strong>VOOR</strong> DE ZENNEIn Mechelen legt <strong>Aquafin</strong> een collector aanlangs de E19, die het afvalwater van 18.800 inwonersmoet opvangen en naar de zuiveringsinstallatieGezien de omvang van het project, worden de werken gefaseerduitgevoerd. Zowel de stad Mechelen als <strong>Aquafin</strong> besteden extraaandacht aan hinderbeperkende maatregelen voor de inwonersvan Mechelen-Zuid en Hombeek. Voor het doorgaande verkeerworden de nodige omleidingen voorzien.in Mechelen-Noord voeren. Voorlopig stroomtal dat water nog ongezuiverd in de Zenne.De Zenne doorkruist de drie gewesten en vier provincies, tot ze na103 km in het Zennegat, ten noorden van Mechelen, uitmondt inde Dijle. In haar stroomgebied wonen anderhalf miljoen mensen.Hoewel de waterkwaliteit van de Zenne er serieus op vooruit isgegaan sinds de opstart van Belgiës grootste zuiveringsinstallatiein Brussel-Noord, is er nog heel wat werk aan de winkel voor deZenne terug de naam rivier waardig is.Zwart punt aangepaktBegin augustus ging <strong>Aquafin</strong> van start met de uitvoering van hetproject “Collector E19”, één van de laatste grote collectorwerkendie nog moeten uitgevoerd worden in Vlaanderen om te voldoenaan de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater.s Greet Geypen, schepen van Open bare Werken in Mechelenen Gaby Rappoort, verantwoordelijke Minder Hinder bij <strong>Aquafin</strong>,volgen de omvangrijke werken nauwgezet op.Vooruitblik“De collector komt, zoals de naam al zegt, langs de E19 te liggen,vanaf Mechelen-Zuid tot aan de Leuvensevaart nabij Mechelen-Noord. Het totale traject beslaat zo’n 7 km. Deze verzamelriool zalhet afvalwater transporteren van een equivalent van maar liefst18.800 inwoners uit Mechelen-Zuid en deelgemeente Hombeek”,weet bekkenverantwoordelijke Ingrid Cattrel. “Tijdens de uitvoeringvan het project moeten er letterlijk heel wat obstakels overwonnenworden. Zo moet het vuile water een hoogteverschil overbruggenop weg naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Mechelen-Noord.Om dat mogelijk te maken, bouwen we drie pompstations die hetafvalwater voortstuwen. Waar de collector de Zenne, de E19 ende spoorweg kruist, kan de riool niet in een open sleuf wordenaangelegd. De afvalwaterbuis wordt er onder de grond doorgeperst.”<strong>Aquafin</strong> heeft nog verschillende andere projecten op stapel staandie samen een aanzienlijke invloed op de Zenne hebben. “In hetzuiveringsgebied Grimbergen zijn al heel wat werken uitgevoerd.Zemst en Vilvoorde werden op het collecteringsnetwerk aangesloten,waardoor nu al 60.000 van de voorziene 100.000 inwoners equivalentnaar de zuiveringsinstallatie worden gevoerd. Binnenkort komtdaar nog de vuilvracht van Wemmel bij”, vertelt Ingrid Cattrel.“Een volgende stap is de aanleg van collector Vlezenbeek, die delozingspunten op de Vlezenbeek aanpakt door het afval water naarRWZI Sint-Pieters-Leeuw te voeren. Het Brusselse Gewest legttegelijkertijd een collector aan richting RWZI Brussel-Zuid. Ook deaansluiting van Sint-Genesius-Rode op RWZI Beersel, via een collectorlangs de Molenbeek, zal de Zenne weer een stukje schoner maken.” l


6MINDER HINDEREen vlot verloop van rioleringswerkenvraagt om een goede voorbereiding.De inzet van de aannemer tijdensde uitvoeringsfase, is even belangrijkom het verloop van de werkenvoor de buurtbewoners zoaangenaam mogelijk te houden.Daarom beloonde <strong>Aquafin</strong>de aannemer die het voorbije jaarhet meest omgevingsvriendelijks Foto v.l.n.r.: Dirk De Waele, directeur Infrastructuur bij <strong>Aquafin</strong>, SammyWuyts, raadgever begroting op het kabinet Leefmilieu, Ivan en HendrikVanlerberghe, de award winnaars, Ivo Van Vaerenbergh, voorzitter vande Raad van Bestuur van <strong>Aquafin</strong> en Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurdervan <strong>Aquafin</strong>. Foto's: Jan LocusMINDERHINDERAWARDtewerk ging opnieuw meteen Minder Hinder award.<strong>Aquafin</strong> is met zijn Minder Hinder-programma de voorbije jareneen voortrekker geworden op het gebied van hinderbeperkingtijdens de uitvoering van werken. Een goede coördinatie encommunicatie staan daarbij centraal. “De meeste Minder Hindermaatregelenzijn ondertussen verwerkt in de bedrijfsprocessenvan <strong>Aquafin</strong>, of in de bijzondere bestekken voor de aannemers,”weet Dirk De Waele, directeur Infrastructuur bij <strong>Aquafin</strong>.“Om buurt vriendelijk werken nog verder aan te moedigen, reikt<strong>Aquafin</strong> sinds 2007 ook een award uit aan de aannemer vanriolerings werken die het best presteerde op een aantal criteriadie wij belangrijk vinden.”Dit jaar kwam Vanlerberghe Aannemingen bvba uit Diksmuideals winnaar uit de bus. De tweede plaats is voor Aclagro N.V.,de derde plaats voor Wegenwerken De Moor NV. Aclagro wasvorig jaar ook al genomineerd.


7G<strong>EEN</strong> EXTRA MAAR EVIDENTIEStrenge criteriaDe beoordelingsprocedure laat niets aan hettoeval over. Onze eigen interne jury wordtdaarvoor versterkt met vertegen woordigersvan Bouwunie, VCB en Vlawebo. “Eerst kennenwe een score toe aan de veiligheidsstatistiekenvan de aannemers,” legt Dirk De Waele uit.“Daarna bekijken we per uitgevoerd projecthet aantal schade gevallen en de ernst ervan,het aantal noodoproepen en het aantalklachten. Maar wat het zwaarst doorweegt,is de Minder Hinder-evaluatie die alle technischepartners invullen die betrokken waren bijde uitvoering van het project. Daarin wordtde aannemer beoordeeld op zijn nalevingvan de besteksvoorschriften, de informatie -doorstroming en zijn eigen initiatieven omde hinder te beperken. Een eerder technischebeoordeling, maar om ons beleid bij te sturen,houden we ook rekening met de mening vande buurtbewoners.”Inzet van alle partijenOp 25 september mochten Ivan en HendrikVanlerberghe de tweede Minder Hinder awardvan <strong>Aquafin</strong> in ontvangst nemen. Vader en zoongeloven sterk in overleg tussen alle partners opde werf. Hendrik Vanlerberghe: “Dat stimulerenwe al jarenlang op al onze werven, niet alleenop die van <strong>Aquafin</strong>. De meeste coördinatie -vergaderingen wonen we trouwens zelf bij.Het is altijd beter om vooraf wat langer tediscussiëren, dan achteraf nog problemen temoeten oplossen. Deze award hebben we echterniet alleen aan onszelf te danken. De werf -toezichters en ook de project leiders van<strong>Aquafin</strong> hebben zich evengoed ingespannen.De inzet moet van alle partijen komen.”LEREN UIT TEVREDENHEIDS -ONDERZOEKENHet begrip Minder Hinder is niet nieuw bij <strong>Aquafin</strong>, maar sedert twee jaar krijgthet wel een veel diepgaander invulling. “Wat vroeger een extraatje was, is nunoodzaak geworden,” verklaart Minder Hinder verantwoordelijke Gaby Rappoort.“De besturen van steden en gemeenten verwachten meer inspanningen om hinderte vermijden. Ook de burgers zelf zijn een stuk mondiger geworden en vinden het– terecht – vanzelfsprekend om goed geïnformeerd te worden. Onze vernieuwdewebsite met werfinformatie telt maandelijks ongeveer 10.000 bezoekers, waarbij‘Werken in uitvoering’ in de top 3 van meest geraadpleegde items staat.”Een consequente communicatie met buurtbewoners via infovergaderingen eninfobrieven, moet leiden tot een vlotter projectverloop. Of dat ook werkelijkhet geval is, meet <strong>Aquafin</strong> aan de hand van tevredenheids onderzoeken onderde buurtbewoners bij het einde van elk project. “Daarin gaan we na of decommunicatie-inspanningen van <strong>Aquafin</strong> en de aannemer voldoende waren,of de woningen goed bereikbaar bleven en of het openbaar en privé-domein inde oorspronkelijke staat hersteld werden”, vat Gaby Rappoort samen. “Het voorbijejaar hebben we bijna 70 tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd, waarvoor we zo’n18.000 enquête formulieren verspreid hebben. Gemiddeld stuurde 8 % het formulieringevuld terug. De resultaten zijn doorgaans bevredigend. In de toekomst willenwe nog meer burgers en handelaars als afgevaardigden laten deelnemen aanwerfvergaderingen. Dat kan de verstandhouding alleen maar ten goede komen.” l


8KLEINMAAR EVEN PERFORMANTHet rioolwater van afgelegen woonwijken vraagtom een eigen zuiveringsaanpak. De voorbije jarenkwamen er steeds meer nieuwe systemen op de markten veranderden ook de zuiveringsnormen.Om op die wijzigingen in te spelen, stelde <strong>Aquafin</strong>een nieuwe procesmatrix op, die ondertussenzijn deugdelijkheid al heeft bewezen.Een klassieke zuiveringsinstallatie behandelt vuilvrachten vanstedelijke gebieden. Minimum komt er het rioolwater van eenequivalent van 2000 inwoners toe, maar de capaciteit kangemakkelijk oplopen tot meer dan 100.000 inwoners, of zoalsin Brussel-Noord, tot meer dan één miljoen inwoners.Daartegenover staan de individuele zuiveringsinstallaties, die hetvuile water behandelen van woningen die zó afgelegen liggen,dat ze niet op de riolering kunnen worden aangesloten.De zuivering van het rioolwater van afgelegen woonwijken,vraagt ook weer om specifieke technologieën. De proceskeuzeis ook hier afhankelijk van de hoeveelheid te zuiveren afvalwateren van de lozingsnormen voor het gezuiverde water. Maar ookandere factoren spelen mee, zoals de investerings- enexploitatiekosten van een systeem, de beschikbare oppervlakteen de impact op de omgeving. Zeker voor deze landelijke buurtenis ook de inpasbaarheid in het landschap een belangrijk criterium.


9t Het zuiverende rietveld op KWZI Moerbeke-Kruisstraat kort nade aanplanting. Foto's: Jan LocusStandaardisatieOm de exploitatie van onze installaties te vereenvoudigen, kiest<strong>Aquafin</strong> zoveel mogelijk voor dezelfde technologieën in dezelfdeomstandigheden. Voor kleine installaties is dat niet anders.“Als de te behandelen vuilvracht niet groter is dan een equivalentvan honderd inwoners, kiezen we voor wortelzonerietvelden”, verteltAnn-Sofie Vandendriessche, studieverantwoordelijke Onderzoeken Productontwikkeling. “Daarin wordt het rioolwater gezuiverddoor bacteriën, die leven op de wortels van het riet en het grindwaarop het riet wordt geplaatst. Een rietveld is echter nietgeschikt om stikstof en fosfor te verwijderen, en ook niet omgrote vuilvrachten te behandelen. De benodigde oppervlakte zoudan veel te groot worden.”t De biorotor op KWZI Moerbeke-Kruisstraat.De waterstroom wordt dan op de zuiveringsinstallatieopgesplitst. Eenderde – ongeveer de hoeveelheidafvalwater bij droog weer – wordt door het technischesysteem gezuiverd en krijgt nog een nazuivering in hetrietveld. De overige tweederden worden ineens naarhet rietveld geleid om daar zo goed mogelijk gezuiverdte worden. Het mengsel van alle gezuiverde watervoldoet dan aan de normen.”Als de vuilvracht die moet worden gezuiverd groteris dan een equivalent van duizend inwoners, bouwt<strong>Aquafin</strong> een omloopreactor. “Dat is ook nog een vrijcompact systeem, dat qua proces vergelijkbaar ismet de klassieke installatie in stedelijke omgevingen,die het afvalwater zuivert door middel van actief slib”,vervolgt Ann-Sofie. “In dat slib zitten miljoenen microorganismen,die de vervuiling in het water als voedselgebruiken. In kwetsbare gebieden worden soms extranormen voor fosfor- en stikstofverwijdering opgelegd.In dat geval kiezen we meestal voor een membraan -bioreactor, een systeem waarbij het water doormicroscopisch kleine openingen in de membranengeperst wordt.”OmgevingsvriendelijkDe zuiverende rietvelden zien er uiteraard natuurlijkuit. De technische systemen worden zoveel mogelijkondergronds gebouwd en overkapt om geur- engeluidshinder te vermijden. Zo kan de installatie inalle stilte en onopvallendheid haar werk doen.Als de hoeveelheid te behandelen rioolwater groter is danhonderd inwonersequivalent maar kleiner dan duizend, kiest<strong>Aquafin</strong> voor een technische installatie, die gevolgd wordt dooreen wortelzonerietveld. “Die technische installatie is meestal eenbiorotor of een SAF (submerged aerated filter), een systeem waarinde vuilvracht wordt afgebroken door een biofilm van bacteriën”,vertelt Ann-Sofie. “Bij droog weer zorgt het rietveld alleen vooreen bijkomende zuivering. Bij regenweer is de hoeveelheid tebehandelen water meestal veel groter, aangezien de meeste riolenin Vlaanderen nog steeds zowel afval- als regenwater transporteren.“Zuiveringsinstallaties die volgens de nieuwe proces -matrix werden gebouwd, zijn al operationeel inSint-Pietersveld, Moerbeke-Kruisstraat, Loker, Dikkelvenneen Lebbeke-Rooien. De kwaliteit van het het gezuiverdewater voldoet er aan de verwachtingen. De installatiesverwijderen zelfs heel wat stikstof uit het water,ook al is dat voor deze hoeveelheid afvalwater nietverplicht, en zijn ze er niet voor ontworpen”, besluitAnn-Sofie Vandendriessche.l


10Tot voor enkele jaren lag de nadruk op de uitbouwvan de zuiveringsinfrastructuur voor rioolwaterin Vlaanderen. Ondertussen zijn de eerste constructiesvan <strong>Aquafin</strong> alweer vijftien jaar oud,en wordt levensduurverlengend onderhoudsteeds belangrijker.In de pompstations zijn alle kritische procesonderdelen gedefinieerd. uFoto's: Jan Locus<strong>PREVENTIEF</strong> <strong>ONDERHOUD</strong><strong>VOOR</strong> <strong>EEN</strong> <strong>LANGER</strong> <strong>LEVEN</strong>Nu de belangrijste werken voor deuitbouw van het collectorenstelsel achterde rug zijn en bijna alle grote zuiverings -installaties hun werk doen, komt hetonderhoud van onze infrastructuur meeren meer op het voorplan. Bij bouwkundigeconstructies duurt het gemiddeld vijftigjaar voordat ze aan renovatie toe zijn.Voor elektro mechanische apparatuurbedraagt de gemiddelde levens duur maarzo’n vijftien jaar. Ondertussen beginnende eerste elektro mechanische onderdelenvan onze installaties die kritische grens tebereiken. De volgende jaren komt <strong>Aquafin</strong>dus voor zeer veel herinvesteringen te staan.“Een doorgedreven preventief onderhoud van de belangrijksteinstallatie-onderdelen moet ons in staat stellen om de levensduurvan onze installaties te verlengen en onze middelen optimaal in tezetten,” verklaart Kris Laureys, hoofd Onderhoud. “We hebbengekozen voor de invoering van een risico-beperkend onderhoud,waarbij de bedrijfseconomische functie van de elektromechanischeapparatuur en de bouwkundige constructies het uitgangspunt is.Daarbij vragen we ons telkens af: welk risico lopen we alseen onderdeel van een apparaat of constructie faalt? Als dat risicogroot is, gaan we na of we dat falen door gericht onderhoudkunnen voorkomen, of, als dat niet het geval is, of we het falenkunnen zien aankomen om tijdig maatregelen te nemen.”Kritisch of nietBij risico-beperkend onderhoud gaat het grootste deel van debeschikbare tijd naar het voorkomen van falingen van deessentiële proces onderdelen.


11“Preventief onderhoud kan je uiteraardvooraf plannen, waardoor je ook dereistijden van de technisch medewerkerskan optimaliseren”, duidt Kris Laureys. “In demeeste fabrieken sta je na maximum tienminuten lopen of rijden bij het kapotteprocesonderdeel, maar onze infrastructuurligt verspreid over heel Vlaanderen.Onze onderhoudsdienst telt zo’n zestigmedewerkers, met onderhoudsploegen inAartselaar, Lokeren, Houthalen en Oostende.”<strong>Aquafin</strong> beheert alleen al aan eigeninfrastructuur ruim 4.000 km leidingen,een kleine 1.000 pompstations en 228zuiveringsinstallaties. Alle onderdelen vanonze zuiveringsinstallaties of pomp stationseven intensief onderhouden is onmogelijk.De werken worden daarom geprioriteerden gebudgetteerd door per installatie tebeoordelen welke risico’s aanvaardbaarzijn en welke niet.“De faling kan een lichte kortstondige overschrijding tot gevolg hebben, maarook een lichte langdurige overschrijding of een zware overschrijding binnen destoringsreactietijd van de operator. Zoals zo vaak geldt ook voor het onderhoudvan de infrastructuur van <strong>Aquafin</strong> de 80 – 20 regel: slechts 20% van alleinstallatie-onderdelen is van kritisch belang om de bedrijfsdoelstellingen te halen.”Kosten en batenNiet kritische-onderdelen moeten idealiter vooral een verzorgend onderhoudkrijgen. Het ‘keep it cool and clean’ principe komt vooral neer op inspecteren,smeren, net houden en de nodige bouten vastdraaien. Kris Laureys: “Het lijktmisschien raar om in een pompstation alleen maar de kritische onderdelengrondig te onderhouden, als je daar dan toch bent. Alle elektro mechanischeonderdelen onderhouden, duurt toch maar een kwartier langer? Maar als jeziet dat <strong>Aquafin</strong> bijna 1.000 pompstations in dienst heeft; kost je dat al gauw3.750 extra werkuren, of 468 werkdagen die nuttiger besteed hadden kunnenworden. Kritische installatie-onderdelen zijn er namelijk genoeg; je moet deinspanningen afwegen tegen wat het je oplevert.”t Het systeem van risico-beperkend onderhoud is eerst ingevoerd voor alleelektromechanische apparatuur, zowel op zuiveringsinstallaties als in pompstations.“Per toestel kijken we na in welke mate eenfaling van één van de onderdelen één vande bedrijfsrisico’s tot gevolg heeft,” legt KrisLaureys uit. “Het risico op lichamelijkeschade voor medewerkers en burgers, ofmateriële schade voor de maatschappij,staat uiteraard bovenaan, gevolgd door eenkwaliteitsvermindering van het gezuiverdewater. Op de derde plaats komt een verliesaan verwerkingscapaciteit voor het afval -water. Bijkomend willen we meerkosten voorherstellingen of noodmaatregelen vermijden,en immateriële schade als geur- engeluidshinder of imagoverlies voorkomen.”Het beschikbare onderhoudsbudget wordtverdeeld volgens de risico-factor die aaneen faling wordt toegekend. “Binnen elkerisico-groep zijn de mogelijke gevolgen vaneen faling vastgelegd, gaande van weinigimpact tot zeer veel impact,” vervolgtKris Laureys. “Een toestel kan bij falingbijvoorbeeld helemaal geen impact hebbenop de kwaliteit van het gezuiverde water,of een lichte achteruitgang veroorzakenzonder dat de normen overschredenworden.”Op de rioolwaterzuiveringsinstallaties en in de pompstations zijn alle kritischetoestellen ondertussen gedefinieerd en zijn de preventieve onderhouds -plannen in werking. Voor de slibverwerkende installaties en de slibdrogersmoet er nog verder aan de plannen gesleuteld worden. Als die op punt staan,wordt de oefening herhaald voor het collectorenstelsel. “Bij de invoering vanrisico-beperkend onderhoud kreeg de elektromechanische apparatuur onzeprioriteit,” besluit Kris Laureys. “De levensduur van bouwkundige installatiesligt immers een stuk hoger dan die van elektromechanische apparatuur.”Het uiteindelijke doel is de invoering van een pro-actief onderhouds programmavoor de volledige infrastructuur van <strong>Aquafin</strong>, dat met zo veel mogelijkpreventief werk en zo laag mogelijke onderhouds- en herstellingskostenvoldoet aan de normen van <strong>Aquafin</strong> voor beschikbaarheid, betrouwbaarheid,veiligheid, milieu en kwaliteit.l


12WATERSTOFSULFIDE<strong>EEN</strong> SLUIPENDGEVAARBetoncorrosie veroorzaakt door deproductie van waterstofsulfide, is eenwereldwijd probleem in rioolstelsels.Tijdens het transport van het rioolwaternaar de zuiveringsinstallatie, beginnen debacteriën in het water al met de afbraakvan de vuilvracht. Tijdens dat procesverbruiken ze zuurstof. Als alle lucht in deriool opgebruikt is, moeten ze overstappenop gebonden zuurstof om te kunnenademen. Het sulfaat in het rioolwaterwordt dan omgezet in waterstofsulfide.Als het vrijkomt in de atmosfeer, geeft hetde bekende rotte-eieren-geur af.Niet alle riolen krijgen in dezelfde mate te maken met de vormingvan dit gas. Collectoren worden bij voorkeur met een lichtverval aangelegd, zodat het afvalwater met behulp van dezwaartekracht vanzelf van een hoger naar een lager gelegen puntkan stromen. In deze gravitaire riolen komt het afvalwatermeestal voldoende met lucht in contact om het verbruik vanzuurstof door bacteriën te compenseren. Omdat Vlaandereneen vlak gebied is, is het toch vaak nodig om het afvalwater overgrote afstanden omhoog te stuwen. Daarvoor wordt er gebruikgemaakt van persleidingen, smalle buizen die het rioolwateronder druk vervoeren. In deze leidingen is er geen spontaneherbeluchting van het water. Afhankelijk van de diameter enhet pompdebiet kan het een aanzienlijke verblijftijd hebbenin langere persleidingen, wat de kans op de vorming vanwaterstofsulfide vergroot.


13In de riool kunnen zich allerleidampen of gassen vormen,waarvan waterstofsulfide wellichthet best bekend is. Dit gas metde geur van rotte eieren is nietalleen erg giftig, maar tast ookbeton en metalen aan.t Tijdens een rioolinspectie moeten allemedewerkers van <strong>Aquafin</strong> gewapendzijn met een gasdetectietoestel en eennoodzuurstofpak. In hoge concentratiesis waterstofsulfide niet te ruiken, maarkan het wel zeer ernstige gevolgen voorde gezondheid hebben. © Foto: S-M PeetersSchadelijk voor de mens“Afdalen in uitstroomputten van persleidingenis dus niet zonder risico. De medewerkers van<strong>Aquafin</strong> zijn steeds alert voor de mogelijkeaanwezigheid van waterstofsulfide. In heelkleine concentraties geeft het gas eenonaangename geur af, maar in hogeredosissen kan het gas dodelijk zijn voor wie ermeein aanraking komt”, weet Sven Smolders,studieverantwoordelijke bij de afdeling O&PO.“Het is dus absoluut noodzakelijk om in deriool een gasdetectie toestel en een nood -zuurstofpak mee te nemen en vergezeld tezijn van voldoende getrainde collega’s.”“Op sommige zuiveringsinstallaties waar het afvalwater via persleidingen wordtaangevoerd, is de geur van rotte eieren eveneens merkbaar. In de dienstgebouwenhangt dan ook een gasdetector om de medewerkers indien nodig te waarschuwen voorte hoge concentraties.”Waterstofsulfide is indirect ook verantwoordelijk voor schade aan de infrastructuur van<strong>Aquafin</strong>. “Tussen een persleiding en de daaropvolgende collector zit een uitstroomput,waarin het waterstofsulfidegas langzaam wordt vrijgegeven aan de rioolatmosfeer.Een deel ervan zal terug oxideren tot sulfaat, omdat het afvalwater in deze put en dedaaropvolgende collector terug zuurstof kan opnemen. De resterende waterstofsulfidewordt echter opgenomen door de wand van de buis”, legt Sven Smolders uit.“Daarop bevinden zich ook weer micro-organismen, die het gas omzetten naarzwavelzuur. Dit zuur reageert met componenten in de betonnen wand en verlaagt zoaanzienlijk de levensduur van de buizen. Op plaatsen waar er veel turbulentie is, wordter meer gas aan de lucht afgegeven en treedt er dus meer corrosie op. Ook metalenworden door het gas aangetast. Dat is duidelijk te zien aan een deel van de gietijzerenputdeksels. Het gas reageert echter ook met koper en zilver, wat problemen oplevertvoor de elektrische instrumenten op sommige zuiveringsinstallaties. Zelfs bij zeer lageconcentraties worden koperen draden en printplaatjes aangetast, met kortsluitingenof een uitval van de installatie tot gevolg.”Voorkomen is beter dan genezenNu het bestaande collectorennetwerk in Vlaanderen hier en daar alweer begint teverouderen, worden de effecten van de vorming van waterstofsulfide zichtbaar.De kost om rioleringen die aangetast zijn door corrosie te vervangen of te herstellenligt erg hoog. De nadruk ligt dus op preventieve maatregelen.Sven Smolders: “Overal ter wereld wordt er met verschillende methodes geëxperimenteerdom de levensduur van de riolen te verlengen. Op de eerste plaats wil <strong>Aquafin</strong> voorkomendat de bacteriën in het rioolwater op zoek moeten gaan naar gebonden zuurstof omte kunnen ademen. Dat is mogelijk door lucht te injecteren in de persleiding. Verder kande uitstroomconstructie na de persleiding verhoogd worden. Als het rioolwater vaneen meter hoog of meer naar beneden stort, wordt er door contact met de lucht ende turbulentie terug veel zuurstof in het water gebracht en kunnen sulfiden teruggeoxideerd worden. Verder kunnen we de buis beschermen tegen de gevolgen vande vorming van waterstofsulfide. Afhankelijk van de verblijfsduur van het rioolwater,kunnen we zorgen voor een kortere of langere plastieken bescherming van de buiswanddan nu het geval is. Die bescherming kan ook op grotere afstand nog aangebrachtworden op bochten in de collectoren, waar gewoonlijk meer corrosie optreedt. Als wede levensduur van de riool kunnen verlengen, sparen we in de toekomst heel watrenovatie- en vervangingskosten uit.”l


14GELIEFD OF GEHAATDE AALSCHOLVERDe jongste jaren is de aalscholverpopulatie in Belgiëterug sterk toegenomen, tot vreugde vande vogelliefhebbers, maar vaak ook tot wanhoopvan viskwekers en hengelaars.Mijn oudste vogelgids Les oiseaux de la Belgique etla France (1894) verdeelt onze gevederde vrijbuiters intwee soorten: schadelijk of nuttig. De aalscholverwordt er beschreven als ‘zeer schadelijk’ en ‘teverdelgen’. Na een jarenlange heksenjacht was deaalscholver in de jaren ’60 in Europa de uitroeiingnabij. De bescherming van deze soort in 1979 viade Europese Vogelrichtlijn, kwam maar net op tijd.Het herstel van de aalscholver verliep echter zospectaculair, dat hengelaars en viskwekers deze vogelal terug als een bedreiging zien.De explosieve uitbreiding van de populaties kwam eronder andere na de inpoldering van enorme happenuit de Nederlandse Zuiderzee. Via de aanleg van eendam evolueerde het gebied van zout naar zoet.De moerassen die er ontstonden, trokken al heel gauwunieke vogelpopulaties aan. Vele honderden kieken -dieven vonden er een rijk gedekte tafel en een idealenestgelegenheid. Ook kwakken, purperreigers, lepelaarsen zilverreigers ontdekten de Oostvaarders plassen.Maar het meest opmerkelijke succes kwam van deaalscholvers, die in het wilgenbroek enorme koloniesvormden, met een hoogtepunt van 8.400 koppels.Als kustbewoner leerde ik de aalscholver vooral kennen alswintergast in de Oostendse Spuikom, een waterplas in hetoostelijke deel van de stad van zo’n tachtig hectare, die ooitaangelegd was om de havengeul slibvrij te houden. Tijdens gurewinterdagen zocht ik deze locatie op om zeldzame noordelijkevogels te observeren. Het feest begon pas goed als alle grachtenen vijvers dichtvroren en er zich zelfs ijslaagjes vormden op hetzilte water. De vogels troepten dan samen rondom de sluizen,waar het water meestal ijsvrij bleef. Tot vijf soorten futen,duikeenden van alle slag, zaagbekken, duikers en soms heel watzeevogels kwamen er dan beschutting en voedsel zoeken.WaterravenOp een keer was ik er getuige van een groep aalscholvers diein het wak keer na keer dikke palingen opvisten en ze na watgeharrewar in één slok doorslikten. Dat was ook de lokale vissersniet ontgaan, maar zij haalden geen enkele paling meer boven.De ‘waterraven’ hadden de boel leeggevist. Diezelfde avond warende aalscholvers alweer op post. Ze vingen er paling na paling,tot ze met hun zware lijven nauwelijks nog op de vleugels konden.De Spuikom is uitgegroeid tot een prima voedseloord voordoortrekkende aalscholvers, die er hun vetreserves komenaanvullen. De grootste concentraties vind je er tijdens demaanden september en oktober, wanneer hun aantallen tot inde honderdtallen kunnen oplopen. Vooral bij zonsopganggaan ze dan in grote eskaders vissen bij het sluizencomplexvan de plas.


15t Tekst en fotografie: Misjel DecleerGa vooral zelf eens een kijkje nemenop de Spuikom: perfect te combinerenmet een dagje aan zee.ControverseNog voor zonsopgang, wanneer de lucht en het reflecterendemeer nog in dieppaarse tinten zijn gehuld en de kleinesilhouetten der vissersbootjes accentueren, komen de eersteaalscholvers aangevlogen. Het eskader van aalscholverszwemt minutenlang op en neer in een wat zenuwachtigaandoende afwachtende houding. Er worden wat veertjesgeschikt en de koppen worden even onder water gestokenom de situatie te verkennen. Enkele standvogels zwemmenin de richting van de sluizen, waar ze individueel gaan vissen.En dan verheft zich plots een lijf, afgezet door wijd gestrektepalmpoten en een waaiervormige staart, dat in een perfectgolvende beweging het water in duikt. In een mum vantijd zet de hele stoet zich in beweging.Terwijl de vogels vooraan duiken, lopen en flapperen de achterste vogelsnaar de voorlinie. Wat volgt is een spektakel van duikende, slikkende enbadderende vogels, die elkaar constant observeren terwijl glinsterendesprotjes, platvisjes en paling door hun gulzige kelen glijden. Even plotsals de aanzet valt alles weer stil. Enkele vogels ‘zeilen’ nu met halfopgeheven vleugels op het water en trekken dan watertrappelend,met zware vleugelslag, naar het oosten van de plas om te gaan drogen opde uitsteeksels van kunstmatige structuren voor de kweek van oesters.Kustbewonende soorten schijnen een voorkeur voor platvis te hebben,maar eigenlijk eten ze alles wat ze te pakken kunnen krijgen. Over deimpact van aalscholvers op vispopulaties bestaat er heel watcontroverse. Vooral vissers beschouwen de vogels als de schuldigenvan verminderende vangsten. Viskwekerijen in de nabijheid vanbroedkolonies lijden overduidelijk schade. Ze werden na de geboorteexplosiesbinnen bestaande of nieuwe kolonies voor het geleden verliesvergoed door de Nederlandse Regering. Bij onderzoek van maaginhouden braakballen, blijkt echter dat nauwelijks 10% van de verorberde vissenenige commerciële waarde heeft. Toch spreekt men op de Zuiderzee vaneen jaarlijkse consumptie van zo’n honderd ton snoekbaars.Als romanticus van beroep geniet ik vooral van enkele onbetaalbaredagen vogelgenot. Maar ga vooral zelf eens een kijkje nemen opde Spuikom, gewapend met kijker of telescoop: perfect te combinerenmet een dagje aan zee.l


16ZUIVERINGSSLIBGEGEERD ALS BRANDSTOFEN ALS GRONDSTOFTijdens de biologische zuivering van rioolwater worden grote hoeveelhedenslib geproduceerd. Dat restproduct is geen afval, maar heeft een commerciëlewaarde als brandstof en als grondstof voor de aanmaak van cement.ColofonV.u.: Luc Bossyns, Dijkstraat 8,B-2630 AartselaarIn een zuiveringsinstallatie wordt de vervuiling in het water afgebroken door een actieveslibmassa, waarin miljoenen bacteriën en andere piepkleine diertjes leven. Deze microorganismengebruiken de vervuiling in het rioolwater als voedsel. Door de gunstigelevensomstandigheden in het afvalwater, groeit de actief slibmassa snel aan. Een deelvan het slib kan worden hergebruikt in het zuiveringsproces. Het overtollige slib wordteerst ontwaterd en dan gedroogd tot pellets, voordat het verder verwerkt wordt.PrimeurOmbudsman: 0472 450 450,ombudsman@aquafin.beNoodnummer buiten de werkuren:0800 16 603<strong>Aquafin</strong> NVtel. 03 450 45 11, fax 03 458 30 20,info@aquafin.be, www.aquafin.be“Het percentage slib dat milieuvriendelijk verwerkt wordt, is de voorbije jaren tot 50%opgelopen”, verklaart slibadviseur Dina De Vadder. “Zo’n 10% van het ontwaterde slibwordt nuttig gebruikt in de afdichtlagen van stortplaatsen. De overige 40% wordt meeverbrand in elektriciteitscentrales, waar het andere brandstoffen vervangt. Slib onderde vorm van droge stof, heeft namelijk een energetische waarde gelijk aan die van bruinkool.Momenteel heeft <strong>Aquafin</strong> een langdurig contract met Electrabel lopen, dat betaald wordtom ons slib te gebruiken voor de productie van elektriciteit. Maar wij hadden het gevoeldat de waarde van onze pellets onderschat werd.”Gratis abonnement op Aqua opschriftelijke aanvraag.Met een klik op de werfU kan de uitvoering van de riolerings -projecten van <strong>Aquafin</strong> opvolgen viawww.aquafin.be, onder 'werkenper gemeente'.Aqua wordt gedrukt opmilieuvriendelijk papier.Het voorbije jaar heeft <strong>Aquafin</strong> zijn slibkorrels dus voorgesteld aan verschillende bedrijven,die mogelijk geïnteresseerd konden zijn. De reacties waren steeds positief. Een samen -werking met afvalverwerker Indaver en partner CBR uit de cementindustrie onder de vormvan een tijdelijke handelsvereniging bleek de interessantste oplossing. Het organischemateriaal uit het slib is waardevol als brandstof, terwijl de asresten minerale stoffenbevatten die de basis vormen voor cement. CBR plant de bouw van een doseerinstallatieen twee slibsilo’s, die <strong>Aquafin</strong> vanaf 2011 dagelijks met pellets zal bevoorraden.“Deze nieuwe overeenkomst levert <strong>Aquafin</strong> een reductie in de slibafzetkosten op van meerdan 500.000 euro per jaar. Indaver en CBR betalen ons immers voor het gebruik van onzepellets. Daarmee hebben we een primeur voor West-Europa”, besluit Dina De Vadder. l

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!