10.07.2015 Views

Hoogwaardig openbaar vervoer in Nederland - Vereniging van ...

Hoogwaardig openbaar vervoer in Nederland - Vereniging van ...

Hoogwaardig openbaar vervoer in Nederland - Vereniging van ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VOC<strong>Hoogwaardig</strong> <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>:<strong>van</strong> visie naar werkelijkheidm e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a


Inleid<strong>in</strong>gIn september 2008 heeft de Verenig<strong>in</strong>g Openbaar Vervoer Centrumgemeenten(VOC) 1 het visiedocument ‘Beter bereikbaar via het stedelijk<strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>’ 2 uitgebracht. Hiermee maakt de VOC duidelijk waarde mobiliteitsproblematiek <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> zich concentreert, welke positiede middelgrote steden hierbij <strong>in</strong>nemen en welke thema’s speciale aandachtverdienen. Op ons pleidooi voor noodzaak <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g<strong>van</strong> hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> (HOV) 3 <strong>in</strong> stedelijke gebieden, metname ook <strong>in</strong> de agglomeraties <strong>van</strong> meer bescheiden om<strong>van</strong>g, is <strong>van</strong>uitdiverse hoeken gereageerd. Zo kreeg de VOC <strong>van</strong>uit de landelijke politiekde vraag om aan te geven welke verander<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zet nodig zijnom de ambities uit het visiedocument te realiseren. Met andere woorden:wat is er volgens de VOC nodig om HOV ook <strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se middelgrotesteden <strong>van</strong> de grond te krijgen en welke f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmogelijkhedenhebben daarbij de voorkeur? In deze vervolgnotitie proberen webeide vragen via een eenvoudige benader<strong>in</strong>g te beantwoorden.1 De rol <strong>van</strong> de steden1.1 De juiste focus op bereikbaarheidsproblematiekIn ons visiedocument uit 2008 stelden we al dat de bereikbaarheidsproblematiek <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> nog te veel <strong>van</strong>uit eennationaal kader wordt benaderd, terwijl de knelpunten voor een belangrijk deel op het schaalniveau <strong>van</strong> de stedelijkeagglomeraties liggen. 4 De focus moet daarom worden verlegd naar verbeter<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het stedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>,waarbij we uiteraard over gemeentegrenzen heen kijken en met stedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> op het hele complex <strong>van</strong>de centrumgemeente en de omliggende plaatsen en voorzien<strong>in</strong>gen doelen.Vooral <strong>in</strong> de middelgrote steden is met hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> nog grote w<strong>in</strong>st te behalen, omdat daar de<strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>ssystemen technisch nog ruimte bieden voor groei en het aandeel <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> degehele mobiliteitsketen vergeleken met de grote steden laag is. Om de kansen die HOV biedt waar te maken, zijnechter grote <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen nodig, zowel voor <strong>in</strong>frastructuur als exploitatie. <strong>Hoogwaardig</strong> <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> vraagtimmers om uitgebreide lijnennetwerken, hoogfrequente verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en vrijliggende banen die hoge snelhedenmogelijk maken.Naast deze directe <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>in</strong>frastructuur en exploitatie <strong>van</strong> HOV zijn er een aantal randvoorwaarden dievooral door meer samenwerk<strong>in</strong>g, creativiteit bij alle betrokken partijen kunnen bijdragen aan beter stedelijk <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>, het totale <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>ssysteem en daarmee aan een sterke mobiliteitsketen <strong>in</strong> zijn geheel. Denk hierbijaan een betere <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g – reizigers hebben niet alleen kennis <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>netwerk nodig,1 De VOC maakt zich sterk voor goed <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> middelgrote steden <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> die een centrumfunctie vervullen. De doelgroep <strong>van</strong> deVOC bestaat uit centrumgemeenten met maximaal 250.000 <strong>in</strong>woners.2 Met stedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> bedoelen we <strong>in</strong> dit verband niet alleen het stads<strong>vervoer</strong>, maar het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> het hele complex <strong>van</strong> centrumgemeenteen omliggende plaatsen (<strong>in</strong> vaktemen: de agglomeratie).3 <strong>Hoogwaardig</strong> <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> kenmerkt zich door snelle, hoogfrequente en comfortabele verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen die toegankelijk zijn en waarbij sprakeis <strong>van</strong> een goede <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g. De term hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> doet geen uitspraak over de modaliteit. HOV kan dus gaan overeen metroverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g of sneltramlijn, een tram, een busverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g of een <strong>in</strong>novatief concept als de automatisch bestuurde peoplemover. Meestalbestaan HOV-plannen uit vrij liggende tram- of busbanen die het centrum <strong>van</strong> een stad verb<strong>in</strong>dt met buitenwijken en omliggende plaatsen, grootschaligew<strong>in</strong>kelvoorzien<strong>in</strong>gen, P+R-voorzien<strong>in</strong>gen en transferia.4 Dit wordt tevens genoemd door de Raad voor Verkeer en Waterstaat <strong>in</strong> het rapport “Ondernemend regionaal <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> voor meer reizigers”die zich beroept op bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een aantal recente onderzoeken waaronder die <strong>van</strong> de OECD.e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC)Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e


maar ook dynamische reis<strong>in</strong>formatie tijdens en voorafgaand aande reis –, regionaliser<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het spoor 5 , <strong>in</strong>ternationaal regionaal<strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> en de koppel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de kilometerheff<strong>in</strong>g aan hetregionale budget voor <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Ook meer aandacht voormarket<strong>in</strong>g, een zorgvuldige <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de OV-chipkaart en beprijz<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strumentenhoren <strong>in</strong> dit rijtje thuis.1.2 Gemeenten willen aan de slag met HOVConcrete plannen voor hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> ontstaanvaak op lokaal niveau. Zo zijn gemeentebesturen vaak de motorachter plannen voor nieuwe tramsteden en netwerken <strong>van</strong> busbanen<strong>in</strong> stedelijke gebieden. Dat gemeenten ook daadwerkelijk methun HOV-plannen aan de slag willen, blijkt uit de vele voorbeelden.Arnhem, en Nijmegen hebben serieuze plannen voor een tram.E<strong>in</strong>dhoven, Almere, Enschede, Hengelo en Almelo zetten sterk <strong>in</strong> ophoogwaardige busverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de vorm <strong>van</strong> vrije busbanen (meteventuele vertramm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de toekomst). In Haarlem en omliggendeplaatsen is een plan ontwikkeld voor de ondertunnel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Zuidtangentnaar Schiphol <strong>in</strong> de Haarlemse b<strong>in</strong>nenstad.Dat het vervolgens lang duurt voordat de eerste schop daadwerkelijkde grond <strong>in</strong>gaat, blijkt bijvoorbeeld <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen. Daar kan men na ruim tien jaar nu echt beg<strong>in</strong>nen aan de bouw<strong>van</strong> de eerste tramlijn. In Leiden komt de b<strong>in</strong>nenstedelijke tramlijn na vijftien jaar e<strong>in</strong>delijk dichterbij. Ondertussenwerken gemeenten samen met prov<strong>in</strong>cies en <strong>vervoer</strong>ders op het gebied <strong>van</strong> toegankelijkheid hard aan de verbeter<strong>in</strong>g<strong>van</strong> haltes en materieel. Buslijnen krijgen op veel plaatsen via een <strong>in</strong>telligent systeem voorrang bij stoplichten,tariefacties voorzien bepaalde doelgroepen <strong>van</strong> goedkoper <strong>vervoer</strong> en samen met prov<strong>in</strong>cies en stadsregio’s wordende P+R-terre<strong>in</strong>en gepromoot. Er is steeds meer oog voor market<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>, de bussen zijn een stukgroener dan tien jaar geleden en er worden simpelweg meer ritten gereden. Kortom, we mogen concluderen dat veelverbeter<strong>in</strong>gen zijn doorgevoerd, maar moeten tegelijkertijd constateren dat het aantal HOV-concepten dat daadwerkelijkis gerealiseerd op één hand te tellen is. En dat terwijl <strong>Nederland</strong> ongeveer vijftig middelgrote centrumgemeententelt. Waarom gaat het zo moeizaam met de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> nieuwe tramnetwerken en is het maar op een paarplekken gelukt een systeem <strong>van</strong> busbanen aan te leggen? En waarom lukt het <strong>in</strong> de ons omr<strong>in</strong>gende landen wel? InDuitse, Engelse, Franse en Spaanse steden zijn <strong>van</strong>af de jaren tachtig <strong>van</strong> de vorige eeuw volop nieuwe tramnetwerkenopgezet. Niet alleen de grote steden, maar ook steden met een vergelijkbare grootte als onze middelgrotesteden zijn nu <strong>in</strong> het gelukkige bezit <strong>van</strong> een hoogwaardig <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>netwerk. Over de vraag waarom het daarwel is gelukt, en hier mondjesmaat, is veel geschreven. Vorig jaar is een artikel <strong>in</strong> Verkeerskunde verschenen, waar<strong>in</strong>het succesverhaal <strong>van</strong> de nieuwe Franse tramsteden nogmaals onder de loep is genomen 6 . Daaruit blijkt andermaaldat de crux zit <strong>in</strong> de wijze <strong>van</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g, politieke verantwoordelijkheid en concrete uitvoer<strong>in</strong>gsafspraken tussennationaal en lokaal bestuur. Later <strong>in</strong> dit stuk komen we hier op terug.5 Dit begrip onderscheidt zich <strong>van</strong> het begrip “decentralisatie <strong>van</strong> het spoor”, omdat wij v<strong>in</strong>den dat ook delen <strong>van</strong> het kernnet tegelijkertijd onderdeel<strong>van</strong> het decentraal spoor moeten kunnen zijn.6 Verkeerskunde, “Succes Franse Tram Verklaard”, december 2008m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a


2 Aanstur<strong>in</strong>g en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g2.1 Disbalansen <strong>in</strong> de (de-)centrale aanstur<strong>in</strong>gWe keren nogmaals terug naar het visiedocument uit 2008. Daar<strong>in</strong>constateerden wel al dat er <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> onvoldoende aandacht is voorhet regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> en dan met name het stedelijk <strong>vervoer</strong>.De oorzaak <strong>van</strong> deze disbalans ligt wellicht <strong>in</strong> het feit dat <strong>Nederland</strong>een centraal bestuurd land is. Dat geldt zeker voor de aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong>het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. De rijksoverheid bepaalt hoeveel geld er naar hetnationale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> gaat (het kernspoor waar de NS actief is),en hoeveel er beschikbaar is voor het regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> (hetstads- en streek<strong>vervoer</strong>, waaronder regionale tre<strong>in</strong>verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen). Ondertussenis de rijksoverheid zelf verantwoordelijk voor het landelijke spoor.Hier<strong>in</strong> schuilt het gevaar dat de prioriteit <strong>van</strong> de verdeler voorrang krijgtbij de verdel<strong>in</strong>g. Anders gezegd, het risico bestaat dat er vooral veel geldnaar het landelijk tre<strong>in</strong>netwerk gaat en het stads- en streek<strong>vervoer</strong> en deregionale spoorlijnen op de tweede plaats komen. Verzwakk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> eencruciale schakel <strong>in</strong> het <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>ssysteem betekent verzwakk<strong>in</strong>g<strong>van</strong> de hele keten en versterk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de algehele bereikbaarheidsproblematiek.Er is tevens sprake <strong>van</strong> een disbalans op decentraal niveau. Er bestaat een tweedel<strong>in</strong>g op het gebied <strong>van</strong> het bestuuren organisatie <strong>van</strong> het regionaal <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Er zijn gebieden waar prov<strong>in</strong>cies het <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong> regelen en gebieden waar stadsregio’s het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> aansturen. Stadsregio’s en prov<strong>in</strong>cies krijgenbeide jaarlijks geld <strong>van</strong> het rijk om de exploitatie <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> te subsidiëren. Voor nieuwe <strong>in</strong>frastructuuren exploitatie <strong>van</strong> nieuwe netwerken is echter vaak veel eigen geld nodig. Prov<strong>in</strong>cies hebben eigen <strong>in</strong>komsten die zehiervoor kunnen gebruiken, terwijl stadsregio’s geen eigen belast<strong>in</strong>ggebied of andere <strong>in</strong>komstenbronnen hebben.2.2. Ruimtelijke orden<strong>in</strong>gHet is <strong>van</strong> groot belang dat ruimtelijke orden<strong>in</strong>g en mobiliteitsbeleid grote samenhang vertonen: <strong>in</strong> de ideale situatiegaat de overheidslaag die het OV aanstuurt tevens over de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g. De ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen die<strong>van</strong> belang zijn voor het regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>, liggen voornamelijk op gemeentelijk terre<strong>in</strong>. Denk bijvoorbeeldaan het <strong>in</strong>passen <strong>van</strong> een HOV-as <strong>in</strong> een nieuw aan te leggen bedrijventerre<strong>in</strong> of nieuwbouwwijk, de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g <strong>van</strong>een busstation of <strong>van</strong> P+R-terre<strong>in</strong>en aan de rand <strong>van</strong> de stad. Het goed op elkaar laten aansluiten <strong>van</strong> ruimtelijkeorden<strong>in</strong>g en mobiliteit is lastig als de bevoegdheden zijn verdeeld over verschillende bestuurslagen. Daar waar deprov<strong>in</strong>cie het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> aanbesteedt, lopen we het risico dat de aansluit<strong>in</strong>g onvoldoende is.Samenwerk<strong>in</strong>g, al <strong>in</strong> het stadium <strong>van</strong> de planvorm<strong>in</strong>g, kan een goede oploss<strong>in</strong>g zijn. De afgelopen jaren zijn verschillendesamenwerk<strong>in</strong>gsvormen ontstaan. Er zijn prov<strong>in</strong>cies waar het regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> samen met de <strong>in</strong>liggendegemeenten wordt vormgegeven, bijvoorbeeld door middel <strong>van</strong> concessieteams. In Flevoland zijn de stedenzelfs directe regievoerder over het stads<strong>vervoer</strong>: Almere (stadsdienst en streek<strong>vervoer</strong>) en Lelystad (stadsdienst).Toch zijn er ook voorbeelden te noemen waarbij de <strong>in</strong>breng <strong>van</strong> de steden <strong>in</strong> het prov<strong>in</strong>ciale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>beleidm<strong>in</strong>der goed uitwerkt. En dat is niet onlogisch, aangezien de prov<strong>in</strong>cie simpelweg andere belangen heeft af tewegen. Ondanks het verlies <strong>van</strong> de Wro-bevoegdheid is de aansluit<strong>in</strong>g tussen ruimtelijke orden<strong>in</strong>g en mobiliteit <strong>in</strong> destadsregio’s beter verankerd. Keuzes <strong>in</strong> de aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het stadsregionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> hebben immers eendirecte relatie met stedelijke ruimte orden<strong>in</strong>gsvraagstukken en zijn voor een andere overheid dus moeilijk te maken.Daarbij komt dat de schaalgrootte <strong>van</strong> het regionale bestuur veel beter samenvalt met de geografische schaal <strong>van</strong> deruimtelijke- en bereikbaarheidsproblematiek.e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC)Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e


2.3 HOV-plannen cont<strong>in</strong>ue <strong>in</strong> onzekerheidVeel middelgrote steden hebben goede plannen voor hoogwaardig<strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Maar of het nu gaat om de aanleg <strong>van</strong> efficiëntesnelle buslijnen of een bescheiden tramnetwerk: <strong>van</strong> plan totrealisatie blijkt een lastig proces. De procedure die plannen moetendoorlopen is bijzonder lang en vol onzekerheden. Op diverse frontenis er medewerk<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g nodig <strong>van</strong> hogere overhedennodig. Gemeenten hebben zelf onvoldoende middelen voor grootschalige<strong>in</strong>frastructuurprojecten, laat staan voor de exploitatie er<strong>van</strong>.Zowel het gemeentefonds als de Brede Doeluitker<strong>in</strong>g Verkeer enVervoer (BDU) die via de prov<strong>in</strong>cies en de stadsregio’s loopt is ookniet bedoeld om grote <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen voor nieuwe HOV-projecten tef<strong>in</strong>ancieren. Dit betekent dat gemeenten voor grote <strong>in</strong>frastructureleprojecten afhankelijk zijn <strong>van</strong> bijdragen <strong>van</strong> de nationale overheid.Ook de prov<strong>in</strong>cie moet goedkeur<strong>in</strong>g verlenen aan het plan. Dit isechter geen <strong>van</strong>zelfsprekendheid. Zo lukte het de gemeente Heerlen(<strong>van</strong>uit het samenwerk<strong>in</strong>gsverband Euregio) lange tijd niet omhet plan voor een lightrailverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met Aken via bedrijventerre<strong>in</strong>A<strong>van</strong>tis op de agenda <strong>van</strong> de prov<strong>in</strong>cie te krijgen, omdat het planniet paste <strong>in</strong> het prov<strong>in</strong>ciale beleid.Als er eenmaal overeenstemm<strong>in</strong>g tussen de verschillende overheidslagenis bereikt (de gemeente moet het plan uiteraard eerst ook afstemmen met buurgemeenten), start er eennieuwe procedure: de MIRT, het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport 7 . Dit is een prioriter<strong>in</strong>gslijst<strong>van</strong> het rijk met zeer uiteenlopende <strong>in</strong>frastructurele plannen: <strong>van</strong> snelweguitbreid<strong>in</strong>gen tot aan waterker<strong>in</strong>gen. Ditbetekent dat HOV-projecten <strong>van</strong> steden het moeten opnemen tegen elkaar en tegen andere lokale, regionale ennationale projecten voor weg- en water<strong>in</strong>frastructuur. Per planfase beoordeelt het rijk of een project een ronde verdergaat. Dit wordt onder meer bepaald aan de hand <strong>van</strong> rekenmethodes, zoals kosten-batenanalyses, waar<strong>van</strong> de vraagis <strong>in</strong> hoeverre deze op HOV-voorzien<strong>in</strong>gen met hun brede en complexe maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> toepass<strong>in</strong>gzijn. Zelfs na het volledig doorlopen <strong>van</strong> de MIRT-procedure, dus als er <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe groen licht is voor een rijksbijdrage,is er nog onzekerheid over de uitvoer<strong>in</strong>g, zoals de loop <strong>van</strong> het tracé. Het <strong>in</strong>gewikkelde proces b<strong>in</strong>nen maarook tussen de verschillende bestuurslagen bij de totstandkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de RijnGouweLijn <strong>in</strong> de regio Leiden is hier eenvoorbeeld <strong>van</strong>. Dit vraagt niet alleen om een extreem lange adem <strong>van</strong> de steden als <strong>in</strong>itiatiefnemers, maar maakt ookcommerciële partijen huiverig om te participeren.2.4 ExploitatiekostenHet rondkrijgen <strong>van</strong> de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>van</strong> HOV-netwerken is één d<strong>in</strong>g, de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de exploitatie er<strong>van</strong> ism<strong>in</strong>stens zo tijdrovend en <strong>in</strong>gewikkeld. De decentrale OV-autoriteiten krijgen voor het uitvoeren <strong>van</strong> deze taak geld<strong>van</strong> het Rijk via de Brede Doeluitker<strong>in</strong>g (BDU) Verkeer en Vervoer. De hoogte <strong>van</strong> de BDU is echter na elke reger<strong>in</strong>gsperiodeonzeker. Zo heeft de huidige reger<strong>in</strong>g via het regeerakkoord een bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g doorgevoerd op het budgetvoor de exploitatie <strong>van</strong> het regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>, waarmee een belofte <strong>van</strong> de vorige m<strong>in</strong>ister teniet is gedaan.Deze f<strong>in</strong>anciële onzekerheid raakt de ene partij veel zwaarder dan de andere. De prov<strong>in</strong>cies hebben naast de BDU<strong>in</strong>komsten uit het prov<strong>in</strong>ciefonds en een eigen belast<strong>in</strong>ggebied. De stadsregio’s zijn echter volledig afhankelijk <strong>van</strong>de BDU en hebben geen mogelijkheden om met eigen middelen fluctuaties <strong>in</strong> de hoogte <strong>van</strong> de BDU op te <strong>van</strong>gen.Het komt dus aan op bijdragen <strong>van</strong> de <strong>in</strong>liggende gemeenten, die op hun beurt maar zeer beperkte middelen voor<strong>in</strong>frastructuur, laat staan exploitatie hebben.7 Om <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te komen voor de MIRT-procedure dient het plan een om<strong>van</strong>g te hebben <strong>van</strong> m<strong>in</strong>imaal €112 miljoen. Voor de vier grootstestadsregio’s geldt een ondergrens <strong>van</strong> €225 miljoen. Een tramlijn of kle<strong>in</strong> netwerk komt al gauw boven de €200 miljoen uit.m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a


3 Voorkeursopties voor aanstur<strong>in</strong>g3.1 Rol <strong>van</strong> het lokale bestuurGezien de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de bereikbaarheidsproblematiek <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>kunnen we het ons niet veroorloven om geen gebruik te maken <strong>van</strong> dekennis <strong>van</strong> de stedelijke mobiliteitsproblematiek bij gemeenten. Maatregelenom het proces <strong>van</strong> planvorm<strong>in</strong>g bij gemeenten tot daadwerkelijkeuitvoer<strong>in</strong>g te versoepelen zijn onvermijdelijk. Daarbij kunnen we mobiliteitsbeleiden ruimtelijke orden<strong>in</strong>g niet los <strong>van</strong> elkaar zien. Hoe vaakworden we niet geconfronteerd met de vraag wat leidend zou moetenzijn bij de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> onze steden: ruimtelijke orden<strong>in</strong>g of mobiliteit?Net zo goed als we vastgoedontwikkel<strong>in</strong>gen niet meer los kunnenzien <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> NS-stations, geldt dit pr<strong>in</strong>cipe ook vooraantrekkelijke HOV-locaties. Ook <strong>in</strong> de concessieverlen<strong>in</strong>g zien we dezeontwikkel<strong>in</strong>g opkomen en het is helder dat daarbij een cruciale rol voorgemeenten is weggelegd. Gemeenten onderhouden immers nauwebanden met het lokale bedrijfsleven en zijn als eerste overheid het meestdirect betrokken bij (her)ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> stedelijke gebieden. Het ligtdus voor de hand om het <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>beleid dichtbij het lokalesociaal-ruimtelijk en ruimtelijk-economisch beleid te brengen. Alleen eenpartij die op beide gebieden aan de touwtjes trekt kan deze optimaal –dus met zo m<strong>in</strong> mogelijk bureaucratie en zo veel mogelijk maatschappelijke w<strong>in</strong>st – aan elkaar verb<strong>in</strong>den.Zo lukt het wel: succesvolle buitenlandse voorbeeldenWe kunnen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> veel leren <strong>van</strong> de goede voorbeelden uit het buitenland. Zo ontstonden s<strong>in</strong>ds halverwegede jaren tachtig <strong>van</strong> de vorige eeuw <strong>in</strong> veel (middelgrote) Franse steden succesvolle tramnetwerken 8 .Franse steden hebben te maken met ongeveer dezelfde milieu- en bereikbaarheidsproblematiek als <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>,het grote verschil tussen beide landen is de zeggenschap <strong>van</strong> het lokale bestuur op het gebied <strong>van</strong> het<strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Het vakblad Verkeerskunde heeft de succesfactoren <strong>van</strong> de Franse steden onlangs nogeens op een rijtje gezet. 9 De volgende punten <strong>in</strong> het Franse bestuur zijn cruciaal:– De regio (<strong>in</strong> de vorm <strong>van</strong> een <strong>in</strong>tergemeentelijk samenwerk<strong>in</strong>gsverband) gaat over het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>.– <strong>Hoogwaardig</strong> stedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> is speerpunt bij de verkiez<strong>in</strong>gen voor lokaal bestuur.– Lokale bestuurders zijn regiobestuurders én vertegenwoordigd <strong>in</strong> het nationaal parlement.– De regio heeft eigen <strong>in</strong>komstenbron <strong>in</strong> de vorm <strong>van</strong> mobiliteitsbelast<strong>in</strong>g (Versement Transport).– Een landelijk klimaatakkoord tussen nationale overheid en regionale besturen heeft geleid tot concreteafspraken over aanleg en exploitatie <strong>van</strong> HOV (1.500 kilometer nieuw tramspoor en busbanen).8 Steden <strong>in</strong> Frankrijk waar s<strong>in</strong>ds halverwege de jaren tachtig nieuwe tramnetwerken zijn aangelegd zijn (naar <strong>in</strong>wonertal <strong>van</strong> de centrumstad): Lyon(466.000), Nice (347.000), Nantes (280.000), Straatsburg (264.000), Montpellier (244.000), Bordeaux (230.000), Grenoble (153.000), Le Mans(145.000), Clermont-Ferrand (141.000), Orléans (115.000), Caen (113.000), Rouen (106.000), Nancy (105.000), Mulhouse (110.000), Valenciennes(41.000).9 Verkeerskunde, uitgave december 2008e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC)Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e


3.2 Regionale aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>Voor burgers en bedrijven is de complexe aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> maar moeilijk te begrijpen. Overalstaan verschillende overheidsorganisaties aan het roer. In de enestad gaat de prov<strong>in</strong>cie over het stads<strong>vervoer</strong>, <strong>in</strong> de andere is het destadsregio en weer elders stuurt een samenwerk<strong>in</strong>gsverband tussenprov<strong>in</strong>cies en gemeenten het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> aan. Bij uitzonder<strong>in</strong>gtreedt de gemeente zelf als autoriteit op. Het geheel is zo complex,dat zelfs bij overheden vaak alleen de <strong>vervoer</strong>sspecialisten de juisteweg weten <strong>in</strong> OV-land. Afgezien <strong>van</strong> de complexe organisatie sluitende geografische prov<strong>in</strong>ciegrenzen niet aan op de <strong>vervoer</strong>sstromen<strong>in</strong> en identiteit <strong>van</strong> de regio’s. Hierdoor raakt voor de gebruikerde logica en overzichtelijkheid <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>ssysteemhelemaal zoek.Meer uniformiteit en duidelijkheid <strong>in</strong> het OV-landschap creëren isdus noodzakelijk. Moet hiervoor de bestuurlijke <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>van</strong> onsland worden omgegooid, of kunnen we ook b<strong>in</strong>nen de huidigepolitiek-bestuurlijke structuur tot een oploss<strong>in</strong>g komen?Wij denken dat het mogelijk is om b<strong>in</strong>nen de huidige politieke structuureen overzichtelijke <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g te maken die aansluit op <strong>vervoer</strong>skundigebehoeften, zonder te tornen aan het pr<strong>in</strong>cipe <strong>van</strong>de decentrale bevoegdheden. Sterker nog, ons voorstel geeft juist nadere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan de pr<strong>in</strong>cipes <strong>van</strong> de NotaRuimte en Nota Mobiliteit met het oog op decentrale <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g <strong>van</strong> taken die <strong>in</strong>gevuld moeten worden op dat schaalniveau.Concreet stellen wij voor om daar waar lokale overheden dit willen de aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> eenstedelijke agglomeratie bij zelf te vormen regionale autoriteiten (al dan niet als stadsregio) neer te leggen. Op dezewijze sluiten de organisatie <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> en de bestuurlijke <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g beter aan op de <strong>vervoer</strong>sbeweg<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> en rondom de centrumsteden, en zijn grenzen <strong>van</strong> <strong>vervoer</strong>sregio’s meer streekgebonden en dus herkenbaarvoor de reizigers/<strong>in</strong>woners. Bijkomend voordeel is dat de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g en het mobiliteits- en <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong>beleidzo optimaal met elkaar kunnen worden verweven. Praktisch vertaald <strong>in</strong> bestuurlijk <strong>Nederland</strong> komt onsvoorstel neer op uitbreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het stelsel <strong>van</strong> stadsregio’s tot de stedelijke agglomeraties die de zogenaamde plusstatusambiëren. Hiermee sluiten we aan op de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de commissie-Nijpels, die <strong>in</strong> haar onderzoek naarhet de noodzaak <strong>van</strong> stadsregio’s deze al typeerde als ‘een onopvallende en bescheiden vorm <strong>van</strong> <strong>in</strong>tergemeentelijkesamenwerk<strong>in</strong>g, die vele resultaten boekt. 10 In de meeste gevallen zal het stadsregionale <strong>vervoer</strong> op deze manierworden bestuurd door een <strong>in</strong>tergemeentelijk samenwerk<strong>in</strong>gsverband en <strong>in</strong> enkele gevallen, als een grote gemeentede gehele agglomeratie omvat, door een gemeentebestuur. Zo ontstaat <strong>in</strong> het hele land een duidelijk en overzichtelijkstelsel <strong>van</strong> aaneengesloten stadsregio’s die stur<strong>in</strong>g geven aan het stadsregionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Aan de precieze<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g hier<strong>van</strong> – denk hierbij aan taakverdel<strong>in</strong>g en capaciteitsvraagstukken – zullen wij <strong>in</strong> een latere publicatie vormgeven.In <strong>Nederland</strong> hebben veel middelgrote steden, zoals als bijvoorbeeld Leiden, Dordrecht en Gron<strong>in</strong>gen, niet de status<strong>van</strong> stadsregio. Meestal participeren zij wel <strong>in</strong> een gemeenschappelijk samenwerk<strong>in</strong>gsverband 11 . Zo vormt centrumstadLeiden samen met de omliggende gemeenten de regio Holland-Rijnland en werken Dordrecht en omr<strong>in</strong>gende10 Verwezen wordt naar het advies <strong>van</strong> de Commissie Nijpels “De Stille Kracht; Over de noodzaak <strong>van</strong> stadsregio’s”. Deze commissie heeft <strong>in</strong> 2009 <strong>in</strong>opdracht <strong>van</strong> de VNG de toekomstmogelijkheden <strong>van</strong> stadsregionale samenwerk<strong>in</strong>g onderzocht.11 Intergemeentelijke samenwerk<strong>in</strong>g op basis <strong>van</strong> de Wgr.m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a


Opnieuw het Franse voorbeeldIn Frankrijk vormen centrumsteden samen met randgemeenten eenregiobestuur (Communauté d’agglomération (vrijblijvende samenwerk<strong>in</strong>g)of Communauté urba<strong>in</strong>e (niet-vrijblijvende samenwerk<strong>in</strong>g)).Dit gebeurt zowel bij grote als kle<strong>in</strong>ere steden met hun omliggendegemeenten. Zo vormt bijvoorbeeld de stad Valenciennes met noggeen vijftigduizend <strong>in</strong>woners samen met de buurgemeenten eenstadsregio met bij elkaar tweehonderdduizend <strong>in</strong>woners. Het stadsregionalebestuur is verantwoordelijk voor de aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> hetstedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> de agglomeratie, vergelijkbaar met destadsregio’s zoals wij die kennen. In <strong>Nederland</strong> is het aantal stadsregio’sechter beperkt tot de grootste stedelijke agglomeraties <strong>van</strong>het land en bepalen het rijk en de prov<strong>in</strong>cie welke <strong>in</strong>tergemeentelijkesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden de status <strong>van</strong> stadsregio en dus bevoegdheidover het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> de regio krijgen. 12 In Frankrijk wordtdit onder een aantal voorwaarden (zoals een m<strong>in</strong>imum <strong>in</strong>wonertal <strong>van</strong>de agglomeratie <strong>van</strong> 50.000) overgelaten aan het samenwerkendelokale bestuur. Het systeem is dus gebaseerd op decentralisatie <strong>van</strong>bevoegdheden en wordt <strong>van</strong> onderaf opgebouwd.gemeenten samen onder de naam Drechtsteden. Ook <strong>in</strong> Brabant, bijvoorbeeld <strong>in</strong> de regio Midden-Brabant, wordtdoor de gemeenten <strong>in</strong> de stedelijke agglomeratie <strong>van</strong> Tilburg <strong>in</strong>tensief samengewerkt en zo zijn er <strong>in</strong> het land meervoorbeelden te noemen. Deze samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zijn zeer actief op het gebied <strong>van</strong> mobiliteit en ruimte, maarhebben geen bevoegdheid over het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> 13 . In Gron<strong>in</strong>gen is een apart samenwerk<strong>in</strong>gverband ontstaantussen de gemeente en twee prov<strong>in</strong>cies via het OV-bureau Gron<strong>in</strong>gen-Drenthe. Overigens kent ons land ook eenkle<strong>in</strong> aantal agglomeraties dat samenvalt met de gemeentegrens (denk daarbij aan Almere, Lelystad, Noordoostpolderof Emmen). In dergelijke situaties, mits er sprake is <strong>van</strong> voldoende <strong>vervoer</strong>svolume, verdient lokale aanstur<strong>in</strong>g<strong>van</strong> het stedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> de voorkeur.3.3 Randvoorwaarde: kennis <strong>van</strong> mobiliteitsbehoefteKennis is macht. Hoe beter de <strong>in</strong>formatie, hoe beter een beleidsbesliss<strong>in</strong>g kan worden genomen. Dit geldt niet alleenvoor het bedrijfsleven, maar des te meer voor overheden. In het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> is het niet anders. Het isvoor <strong>vervoer</strong>ders en opdrachtgevers <strong>van</strong> <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>van</strong> cruciaal belang om te weten wat de mobiliteitsbehoeftenen kwaliteitwensen <strong>van</strong> de (potentiële) reiziger zijn. Het is dus lonend om reispatronen te analyseren. Ditkan bijvoorbeeld op buurtniveau of op het gebied <strong>van</strong> recreatieve reizen. M<strong>in</strong>stens zo <strong>in</strong>teressant is kennis <strong>van</strong> demobiliteitswensen <strong>van</strong> werknemers <strong>van</strong> bedrijven en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Op basis <strong>van</strong> goed onderzoek kunnen gemeenteneen belangrijke schakel zijn <strong>in</strong> de afstemm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> vraag naar (<strong>openbaar</strong>) <strong>vervoer</strong> en het aanbod. Zoals we eerder besprakenzouden gemeenten als beheerders <strong>van</strong> de openbare ruimte <strong>in</strong> de ideale situatie mobiliteitsvraagstukken ookmoeten kunnen koppelen aan ruimtelijke vraagstukken. In gebieden waar gemeenten direct dan wel via een <strong>in</strong>tergemeentelijkesamenwerk<strong>in</strong>g als regio de regie voeren over het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> ontstaat de uitgelezen mogelijkhedenom op basis <strong>van</strong> goed onderzoek mobiliteitsbeleid te ontwikkelen dat optimaal is afgestemd op de wensen <strong>van</strong> zowel<strong>in</strong>woners als werknemers <strong>in</strong> het gebied.12 De zogenaamde Wgr+-regio’s ofwel Plusregio’s. Wgr staat voor Wet Gemeenschappelijke Regel<strong>in</strong>gen.13 De gemeenten <strong>in</strong> de Leidse regio hebben e<strong>in</strong>d 2008 een regionale visie voor het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> vastgesteld waar<strong>in</strong> de gemeenten gezamenlijkoptrekken <strong>in</strong> het plan voor een hoogwaardig samenhangend <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>netwerk <strong>in</strong> de regio (http://www.hollandrijnland.net/Verkeer_en_Vervoer/OV-Visie).e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC)Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e


4 Voorkeursopties voor f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g4.1 Koppel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> geldstromenIn <strong>Nederland</strong> is de brede doeluitker<strong>in</strong>g Verkeer en Vervoer (BDU)afhankelijk <strong>van</strong> de afspraken per kab<strong>in</strong>etsperiode. Een toezegg<strong>in</strong>g<strong>van</strong> een m<strong>in</strong>ister over aanpass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het budget zegt dusniets over de situatie <strong>in</strong> een nieuwe reger<strong>in</strong>gsperiode. Aan de enekant is dit geen wenselijke situatie, aan de andere kant kunnen wegezien de conjuncturele beweg<strong>in</strong>gen niet verwachten uitgetrokkenbedragen decennialang vaststaan. Wat ons betreft is de meestlogische oploss<strong>in</strong>g om de rijksgelden voor de exploitatie <strong>van</strong> hetregionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> (BDU) mee te laten bewegen met detotale uitgaven aan de mobiliteit en op zijn m<strong>in</strong>st met de totale uitgavenaan het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Hiermee ontstaat niet alleen een<strong>in</strong>zichtelijke balans tussen de uitgaven aan regionaal en landelijk<strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> maar wordt het ook mogelijk om de uitgaven aan<strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> als één gebundelde politieke overweg<strong>in</strong>g mee tenemen. Ook voor het publiek is het zo veel duidelijker of er sprake is<strong>van</strong> bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen of juist extra uitgaven aan <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> alsgeheel. Een ander voordeel voor OV-autoriteiten en ook gemeentenmet HOV-plannen is dat ze wat betreft de exploitatiekosten sneller duidelijkheid krijgen over de haalbaarheid <strong>van</strong>hun plannen. Het is niet moeilijk om deze koppel<strong>in</strong>g daadwerkelijk te realiseren: dit kan eenvoudig per wet geregeldworden, op dezelfde wijze als het gemeente- en prov<strong>in</strong>ciefonds meebewegen met de rijksbegrot<strong>in</strong>g. Deze methode isechter alleen een oploss<strong>in</strong>g voor het exploitatiedeel. Zolang decentrale overheden voor <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>in</strong>frastructuurafhankelijk blijven <strong>van</strong> rijksbedragen en bijbehorende slepende MIRT-procedures blijft de onderzekerheid over het ditdeel <strong>van</strong> de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g bestaan. Hieronder gaan we daar verder op <strong>in</strong>.4.2 Eigen belast<strong>in</strong>ggebiedZoals eerder duidelijk werd hebben regionale overheden, de stadsregio’s en de samenwerkende gemeenten <strong>in</strong> Wgrverbandzelf onvoldoende middelen voor de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>van</strong> nieuwe HOV-netwerken. Wat hen <strong>in</strong> feite ontbeert (ziehet Franse voorbeeld) is een eigen belast<strong>in</strong>ggebied, dat voldoende eigen middelen opbrengt voor het opzetten <strong>van</strong>een trambedrijf of hoogwaardig bussysteem. Doordat de regio’s voor dergelijke <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen – deels op wettelijkegronden maar vooral uit pure f<strong>in</strong>anciële noodzaak – zijn aangewezen op rijkssubsidies, lukt het ook niet om regionalepolitieke verantwoordelijkheid te koppelen aan het maken <strong>van</strong> HOV-plannen. Eigen f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmogelijkhedendoorbreken deze impasse, waardoor er een prikkelende verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g gelegd wordt tussen politieke programma’s en hetslagen <strong>van</strong> HOV-plannen.Frankrijk: regio’s met eigen f<strong>in</strong>anciële middelenIn Frankrijk hebben de regio’s wel een eigen belast<strong>in</strong>ggebeid. Het gaat hierbij om een vorm <strong>van</strong> mobiliteitsbelast<strong>in</strong>gdie is gebaseerd op het aantal arbeidsplaatsen bij bedrijven en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de agglomeratie. Op dezemanier beschikt de regio over eigen middelen die gebruikt kunnen worden voor de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een nieuwtramnetwerk, een stelsel <strong>van</strong> busbanen of andere HOV-concepten. Door het eigen belast<strong>in</strong>ggebied met bijbehorendeeigen middelen hebben de regio’s ook veel sneller zekerheid over de haalbaarheid <strong>van</strong> HOV-plannen en zijnprivate <strong>in</strong>vesteerders eerder geneigd te participeren.m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a


Wij realiseren ons terdege dat het <strong>in</strong>stellen <strong>van</strong> een extra belast<strong>in</strong>ggebiednaast de gemeentelijke, prov<strong>in</strong>ciale, waterschaps- en nationale belast<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> ongetwijfeld zal stuiten op veel weerstand. Het <strong>in</strong>perken<strong>van</strong> bestaande belast<strong>in</strong>ggebieden ten faveure <strong>van</strong> een nieuw belast<strong>in</strong>ggebiedheeft natuurlijk ook veel voeten <strong>in</strong> de aarde en is niet <strong>van</strong> de ene dagop de andere te realiseren. Gemeenten zouden kunnen <strong>in</strong> de tussentijdkunnen overwegen hun parkeeropbrengsten direct en transparant te koppelenaan f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het stadsregionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Daarbijzou de hoogte <strong>van</strong> de tarieven gekoppeld kunnen worden aan de kwaliteit<strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> dat gebied. Voor met het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>goed bereikbare plaatsen zouden dan hogere tarieven moeten gelden dan<strong>in</strong> slecht ontsloten gebieden. Helaas biedt deze oploss<strong>in</strong>g maar beperktemogelijkheden, omdat het gaat om geld dat al wordt <strong>in</strong>gezet voor demobiliteit en dus ten koste zou gaan <strong>van</strong> andere noodzakelijke verkeers<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen.We zullen dus moeten zoeken naar een andere manier omsubstantiële opbrengsten die voortkomen uit mobiliteit direct terug te latenvloeien naar de regio’s. De kilometerheff<strong>in</strong>g kan hierbij uitkomst bieden.4.3 Kilometerheff<strong>in</strong>g koppelen aan regionale OV-budgettenEen open<strong>in</strong>g <strong>in</strong> realiseren <strong>van</strong> een regionaal belast<strong>in</strong>ggebied voor mobiliteit ligt wellicht bij de plannen voor de ‘kilometerheff<strong>in</strong>g’,waarbij de weggebruiker belast<strong>in</strong>g betaalt per afgelegde kilometer op basis <strong>van</strong> tijd, plaats en milieuuitstoot.Niet alleen het kab<strong>in</strong>et, ook de decentrale overheden willen graag met het systeem aan de slag en sturenaan op een gefaseerde <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g halverwege rond 2015. Omdat dit systeem nog <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g is, ligt hier eenkans om een deel <strong>van</strong> de <strong>in</strong>komsten uit de variabele belast<strong>in</strong>g direct terug te laten vloeien naar de regio. Dit is eenlogische gedachte, aangezien decentrale overheden niet alleen als wegbeheerder , maar ook via milieuwetgev<strong>in</strong>g,ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen en volksgezondheid direct te maken met de overlast die het autoverkeer veroorzaakt. Deregionale overheden kunnen de <strong>in</strong>komsten uit de wegenbelast<strong>in</strong>g direct koppelen aan <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> nieuwe <strong>in</strong>frastructuurvoor hoogwaardig regionaal <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Net als <strong>in</strong> de Franse steden creëren we zo een decentralemobiliteitsbelast<strong>in</strong>g, zij het dat niet de werkgevers direct afdragen, maar er een andere verdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> belast<strong>in</strong>ggeldenplaatsv<strong>in</strong>dt.Tram als speerpunt <strong>van</strong> verkiez<strong>in</strong>gDe aanleg <strong>van</strong> een tram als speerpunt <strong>van</strong> lokale verkiez<strong>in</strong>gen? In <strong>Nederland</strong> is het <strong>in</strong> het huidige systeem ondenkbaardat bestuurders of politieke partijen hun programma koppelen aan een HOV-plan of zelfs hun naamverb<strong>in</strong>den aan het slagen er<strong>van</strong>. En dat terwijl legio bestuurders, lokale politieke partijen maar ook collegesen gemeenteraden met HOV-plannen de spade het liefst morgen <strong>in</strong> het grond steken. Franse burgemeesters(die door de gemeenteraad zijn gekozen) durven het wel aan hun programma onder meer op te hangen aande ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> de stad of agglomeratie. Waarom dit <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> nietgebeurt heeft allerm<strong>in</strong>st te maken met onwil <strong>van</strong>uit de lokale politiek. Het heeft vooral te maken met het feitdat lokale en regionale bestuurders <strong>in</strong> ons land te we<strong>in</strong>ig grip hebben op het hele proces <strong>van</strong> planvorm<strong>in</strong>g totrealisatie. Onzekerheid over de voortgang <strong>in</strong> de landelijke prioriteitstell<strong>in</strong>g (MIRT), de bijbehorende f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen de onzekerheid over de hoogte <strong>van</strong> de structurele landelijke gelden voor het regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> diedoor het kab<strong>in</strong>et worden gereserveerd zijn hier debet aan. De regionale mobiliteitsbelast<strong>in</strong>g maakt het mogelijkdat de regionale overheden hun plannen zelf f<strong>in</strong>ancieren, zelf verantwoordelijkheid kunnen dragen <strong>van</strong>af destart tot en met de exploitatie <strong>van</strong> het project en daardoor ook weer makkelijker aanvullende private f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gkunnen aantrekken.e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC)Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e


5 Milieu en klimaatVerbeter<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het stedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> is niet alleen <strong>van</strong> belangvoor de verbeter<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bereikbaarheid. Het is ook essentieelvoor een betere milieukwaliteit en kan daarmee een belangrijkebijdrage leveren om de klimaatdoelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ons land te halen.Frankrijk: duurzaamheidsakkoordIn Frankrijk heeft de nationale reger<strong>in</strong>g e<strong>in</strong>d 2007 eenduurzaamheidsakkoord gesloten met decentrale overheden,marktpartijen en andere belangenorganisaties gesloten. Ditakkoord is een pakket <strong>van</strong> maatregelen dat bij elkaar vooreen aanzienlijke reductie <strong>van</strong> de CO2-emissies moet zorgen.Onderdeel <strong>van</strong> het akkoord zijn afspraken over de aanleg <strong>van</strong>vele kilometers tre<strong>in</strong>- en tram<strong>in</strong>frastructuur.In <strong>Nederland</strong> hebben het rijk en de gemeenten een akkoord geslotenover het nemen <strong>van</strong> duurzaamheidsmaatregelen. Hoewel ditakkoord zich beperkt tot maatregelen om de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong>gemeentelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen te verduurzamen, is het een mooie aanzetvoor bredere en verdergaande afspraken over klimaatdoelstell<strong>in</strong>gen voor ons land. Die zijn wellicht nodig, want ergaan stemmen op dat met de huidige aanpak de klimaatdoelstell<strong>in</strong>gen voor energiebespar<strong>in</strong>g en CO2-reductie (naarhet niveau <strong>van</strong> 1990) niet worden gehaald. Als dit klopt, dan ontkomen we er niet aan op nationaal niveau een nieuwpakket duurzaamheidsmaatregelen op te stellen of de huidige programma’s aan te scherpen. Dit biedt wel een kansom het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> een fl<strong>in</strong>ke slag te laten maken. Als we dat willen, moet <strong>in</strong> het maatregelenpakket plaats zijnvoor concrete <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsmaatregelen <strong>in</strong> hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Hierbij kunnen we onder meer denken aaneen geoormerkt budget voor nieuwe <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen en een exploitatie <strong>van</strong> het regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>.Het is belangrijk dat een dergelijk landelijk klimaatakkoord zich ontwikkelt b<strong>in</strong>nen een maatschappelijke discussiewaar<strong>in</strong> naast overheden ook commerciële partijen een rol spelen. Klimaatdoelstell<strong>in</strong>gen dienen immers vertaald teworden naar ieders aandeel <strong>in</strong> CO2-uitstoot en andere vervuil<strong>in</strong>g. Dit kan resulteren <strong>in</strong> scherpere emissiewaarden <strong>in</strong>het klimaatakkoord, maar bijvoorbeeld ook <strong>in</strong> niet vrijblijvende maatregelen rond mobiliteit <strong>van</strong> werknemers en goederen<strong>vervoer</strong>.Dit sluit aan op de wensen <strong>van</strong> rijk en gemeenten, die samen met het bedrijfsleven via regionale convenantenover mobiliteitsmanagement dergelijke afspraken willen afdw<strong>in</strong>gen. Beide mogelijkheden bieden volop kansenom maatregelen te nemen die het gebruik <strong>van</strong> <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> sterk stimuleren. Lukt het niet om deze maatregelen<strong>in</strong> goed overleg te nemen, dan kan de rijksoverheid als nog het verplichtende klimaatakkoord aanscherpen of gemeentensteunen om dw<strong>in</strong>gende maatregelen richt<strong>in</strong>g bedrijven te nemen.m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a


6 Conclusie<strong>Nederland</strong> is een sterk gecentraliseerd land, vooral <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> <strong>van</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. De oploss<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de mobiliteitsproblematiekligt echter <strong>in</strong> regionaal maatwerk. Niet voor niets ontstaan de plannen voor hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>,zoals een regionaal tramnetwerk, <strong>in</strong> de regel <strong>in</strong> de steden. Een fl<strong>in</strong>ke stimulans zou kunnen uitgaan <strong>van</strong> een beterekoppel<strong>in</strong>g tussen HOV-plannen en lokale of regionale politieke programma’s. In het huidige stelsel kunnen lokalebestuurders hun politieke doelstell<strong>in</strong>gen niet of nauwelijks verb<strong>in</strong>den aan HOV-projecten, omdat zij geen grip hebbenop het gehele traject <strong>van</strong> planvorm<strong>in</strong>g tot realisatie. De belangrijkste obstakels hierbij zijn de afhankelijkheid <strong>van</strong>rijksbijdragen, de onzekerheid die de lange procedures met zich meebrengen en de wijze <strong>van</strong> aanstur<strong>in</strong>g.Wat betreft de aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> moeten lokale overheden de mogelijkheid krijgenzich op regionaal niveau te verenigen en een centrale rol te krijgen <strong>in</strong> de aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het stedelijk <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>.Zo kunnen zij de regionale bereikbaarheidsopgaven aanpakken op een geografische schaal die aansluit bij debelev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>in</strong>woners en reizigers en optimaal aansluiten bij de milieuopgaven en complexe ruimtelijke vraagstukken<strong>in</strong> stedelijke gebieden. Het concept <strong>van</strong> de stadsregio voldoet hier goed aan en zou moeten worden gefaciliteerd voorcentrumgemeenten met omliggende gemeenten die daar ambities voor hebben. Wat betreft de rijksgelden voor <strong>openbaar</strong><strong>vervoer</strong> is het onwenselijk dat de toegekende gelden voor de exploitatie <strong>van</strong> het regionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>(BDU) elke regeerperiode (ondanks toezegg<strong>in</strong>gen) ten nadele kunnen veranderen. Van wezenlijk belang voor hetvoor het slagen <strong>van</strong> hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> is een f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gssystematiek waarbij regionaleoverheden eigen middelen hebben om aanleg <strong>van</strong> <strong>in</strong>frastructuur en exploitatie te bekostigen. Dit zou moeten wordenvormgegeven door een belast<strong>in</strong>g op mobiliteit, die direct terugvloeit naar een regionaal fonds voor de bekostig<strong>in</strong>g <strong>van</strong>het stadsregionale <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong>. Meer grip op HOV-plannen zal ook stimulerend kunnen werken bij het aantrekken<strong>van</strong> private f<strong>in</strong>anciers. Tegelijkertijd moeten overheden en andere (commerciële) partijen afspraken maken overeen <strong>in</strong>tegraal nationaal klimaatplan dat op grote schaal geld vrijmaakt voor <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> duurzame mobiliteit. Aldeze maatregelen samen maken de weg vrij voor hoogwaardig <strong>openbaar</strong> <strong>vervoer</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> en bijbehorende voordelenop het gebied <strong>van</strong> bereikbaarheid, luchtkwaliteit, volksgezondheid en economische vitaliteit.Meer <strong>in</strong>formatieZie voor meer <strong>in</strong>formatie over de VOC-publicaties en standpunten onze website: www.vocgemeenten.nl. Direct contactopnemen kan natuurlijk ook via:– 070 - 373 87 10 of 06 - 547 487 46– voc@vng.nl– www.vocgemeenten.nlVerenig<strong>in</strong>g Openbaar VervoercentrumgemeentenNassaulaan 12Postbus 304352500 GK Den Haagnovember 2009e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC)Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e rv o e r Ce n t r u m g e m e e n t e n (VOC) Ve r e n i g i n g Op e n b a a r v e r v o e r Ce n t r u m g e

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!