13.05.2015 Views

hoe werkt een gemeente - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

hoe werkt een gemeente - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

hoe werkt een gemeente - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Inleiding.<br />

Het is <strong>een</strong> goed gebruik boekjes als deze te beginnen met <strong>een</strong> inleiding. Daarin wordt dan vaak<br />

aangegeven wat de bedoeling <strong>van</strong> zo’n boekje is. Ook ik doe dat. Maar anders dan in veel andere gevallen<br />

begin ik met ‘negatieve’ formuleringen. Voor je ligt géén lesboek. Het is g<strong>een</strong> collegedictaat en het is ook<br />

g<strong>een</strong> naslagwerk dat antwoord biedt op de vele inhoudelijke vragen die op jou als P&O-er worden<br />

afgevuurd.<br />

Het boekje wil wel tips en trucs bieden aan de met zoveel enthousiasme net gestarte P&O-er in<br />

gem<strong>een</strong>teland.<br />

Tips en trucs ontl<strong>een</strong>d aan de P&O-praktijk in gem<strong>een</strong>teland. Want het gaat er daar, zeker in de ogen <strong>van</strong><br />

pas afgestudeerde beroepsgenoten of onervarenen in de gem<strong>een</strong>telijke sector, soms vreemd aan toe. Een<br />

beginnend beroepsbeoefenaar vertrouwde me <strong>een</strong>s toe: ’Pfff, regels en procedures. Daar draait het<br />

kennelijk allemaal om’. En dat is waar. Althans, ten dele. Regels en procedures zijn in P&O-gem<strong>een</strong>teland<br />

veel voorkomende verschijnselen. De frequentie waarmee ze aan de orde zijn, de complexiteit er<strong>van</strong> en de<br />

vragen erover zijn enorm en raken veel deelterreinen <strong>van</strong> het P&O-veld. Ze doen vermoeden dat alle in de<br />

opleiding en/of eerdere werkervaring verworven kennis over zaken als ethiek <strong>van</strong> de arbeid,<br />

psychologische grondbeginselen, methoden en technieken <strong>van</strong> het personeelswerk snel verwordt tot<br />

overbodige ballast. Er zit op die met zo veel inspanning verworven kennis en vaardigheden niemand te<br />

wachten. Zo lijkt het.<br />

Maar schijn bedriegt! Wel degelijk vereist P&O-werk (ook) in gem<strong>een</strong>teland <strong>een</strong> gedegen fundament.<br />

Kennis <strong>van</strong> de theoretische grondslagen is vereist om in de dagelijkse praktijk overeind te blijven. Je<br />

studie en/of opgedane ervaring is niet voor niets geweest.<br />

Dit boekje is geschreven <strong>van</strong>uit de combinatie <strong>van</strong> tweeërlei ervaringen. Die <strong>van</strong> mij en <strong>van</strong> nieuwkomers<br />

in het P&O-vak in onze sector. Ik heb geprobeerd steeds terugkomende vragen <strong>van</strong> pas begonnen jonge<br />

P&O-honden en andere nieuwkomers in de sector te verbinden aan de wijze lessen die ik <strong>van</strong> anderen<br />

kreeg toen ze mij hielpen weer op te staan. Want, en laat dat <strong>een</strong> troost voor je zijn, ook al die<br />

zogenaamde ’oude rotten’ waartoe ik mezelf (met name gelet op mijn leeftijd dan toch) stilaan begin te<br />

rekenen, zijn gestruikeld en gevallen. En niet te weinig. Ook mij is het zo vergaan.<br />

Valkenswaard<br />

November 2009,<br />

Chris de Regt.<br />

2


1. Ambtenaar, iets bijzonders<br />

2. Grote en kleine gem<strong>een</strong>ten<br />

3. De organisatie <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>ten<br />

4. De werkgeversvereniging in de sector gem<strong>een</strong>ten<br />

5. De P&O-overlegstructuur<br />

6. De CAR en UWO<br />

7. Regels, voorschriften, en procedures<br />

8. De hulptroepen<br />

9. Speciaal voor de ingehuurde P&O-er<br />

10. Hoe je dat kunstje flikt<br />

11. Dank, dank en nog <strong>een</strong>s dank<br />

3


1. Ambtenaar, iets bijzonders<br />

Welkom. Welkom in de non-profit-wereld. Welkom in het land <strong>van</strong> regels, voorschriften en procedures.<br />

Welkom in ambtenarenland. Menig lezer zal nu de wenkbrauwen fronsen. Duf, saai en dodelijk. Als dat<br />

maar wat wordt!<br />

Laat ik er kort over zijn. Als je je aangetrokken voelt tot de cynische ondertoon in de eerste alinea is er<br />

eigenlijk maar één optie. Je legt dit boekje opzij om het nooit meer in te kijken, gaat omzien naar <strong>een</strong><br />

andere baan en zult nooit voelen, proeven en ervaren wat anderen zo enthousiast maakt.<br />

Er is ook <strong>een</strong> andere optie: laat dat cynisme even voor wat het is en ontdek <strong>hoe</strong> barstens vol dynamiek<br />

P&O-gem<strong>een</strong>teland zit en <strong>hoe</strong> bijzonder het is om P&O-er in gem<strong>een</strong>teland, ’ambtenaar’ te zijn.<br />

Ambtenaar, wat is dat?<br />

Een <strong>van</strong> de belangrijkste bronnen waar we <strong>een</strong> definitie <strong>van</strong> het begrip ambtenaar vinden is de<br />

Ambtenarenwet. Die wet dateert <strong>van</strong> zo’n eeuw geleden. Van 12 december 1929 om precies te zijn. Toen<br />

ondertekende toenmalig koningin Wilhelmina de wet die in de aanhef meldt ’Alzoo Wij in overweging<br />

genomen hebben, dat regelen betreffende den rechtstoestand <strong>van</strong> ambtenaren behooren te worden gesteld’<br />

en eindigt met ’Lasten en bevelen, dat deze met <strong>een</strong>e indeeling in het Staatsblad zal worden geplaatst, en<br />

dat alle Ministerieële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de<br />

nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden’.<br />

De Ambtenarenwet begint, zoals nagenoeg elke wet, in artikel 1 met het bepalen <strong>van</strong> enige begrippen. Het<br />

eerste lid <strong>van</strong> het eerste artikel luidt ’Ambtenaar in de zin <strong>van</strong> deze wet is degene, die is aangesteld om in<br />

openbare dienst werkzaam te zijn’. En het tweede lid geeft aan wat we onder het begrip openbare dienst<br />

moeten verstaan: ’Tot den openbaren dienst behooren alle diensten en bedrijven door den Staat en de<br />

openbare lichamen beheerd’.<br />

Ambtenaar en openbare dienst. Duidelijk, toch? Maar pas op. Hier bedriegt de schijn. Niet voor niets<br />

wordt er sinds jaar en dag (heel) veel gesproken en geschreven over de werkelijke betekenis <strong>van</strong> die<br />

begrippen. Zelfs gerechtelijke procedures komen er aan te pas.<br />

Ik zal je in dit boekje niet vermoeien met alle mogelijke beschouwingen en invals<strong>hoe</strong>ken over de<br />

betekenis <strong>van</strong> de in de Ambtenarenwet gegeven definities. Het zijn er vele. All<strong>een</strong> <strong>een</strong> zoekopdracht naar<br />

’definitie ambtenaar’ in Google levert circa 98.000 hits op. Wel wil ik je er op wijzen dat de talrijke<br />

opvattingen die velen ten beste hebben gegeven over de juiste definitie voor jou als P&O-er <strong>van</strong> groot<br />

belang kunnen en zullen zijn in je dagelijkse werkpraktijk. Al was het maar om vast te stellen welke<br />

arbeidsvoorwaardelijke regeling nu wel of niet <strong>van</strong> toepassing is.<br />

Ook wil ik je wijzen op het bijzondere <strong>van</strong> het ambtenaarschap zoals ik dat zie.<br />

Competenties<br />

Ik koppel dat bijzondere aan de nog altijd toenemende drang in overheidsland de focus te richten op kerncompetenties<br />

waaraan overheidsorganen, waaronder gem<strong>een</strong>ten, zouden moeten voldoen. Sla er <strong>een</strong>s wat<br />

willekeurige vacatures <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>ten op na: ’Onze organisatie wil transparant, dienstbaar en bereikbaar<br />

zijn’ en ‘Wij staan voor onze burgers, bedrijven en instellingen’. Het zijn niet all<strong>een</strong> pogingen om tot<br />

uitdrukking te brengen waarin de ene gem<strong>een</strong>te zich <strong>van</strong> de andere wil onderscheiden. Het zijn óók<br />

statements waar het bijzondere <strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijk bedrijf als geheel in verscholen ligt.<br />

4


Dergelijke competenties hebben betekenis voor het functioneren <strong>van</strong> individuen in overheidsorganisaties.<br />

Ook <strong>van</strong> die individuen, ambtenaren dus, wordt verwacht dat ze aan bepaalde competenties voldoen. Daar<br />

zijn veel voorbeelden <strong>van</strong> te geven. Zo zijn er competenties die specifiek zijn verbonden aan de inhoud<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> functie die moet worden vervuld. Maar er zijn ook competenties in meer algemene zin. Een goed<br />

voorbeeld <strong>van</strong> die laatste zijn de drie B’s. Een ambtenaar moet Betrokken, Betrouwbaar en Bekwaam zijn.<br />

Ik daag je uit die drie B’s <strong>een</strong>s te vertalen naar jouw werk als P&O-er.<br />

De koekjesfabriek<br />

Maar dan nog. Zou <strong>een</strong> willekeurige medewerker <strong>van</strong> <strong>een</strong> koekjesfabriek niet evenzeer wat aan die drie<br />

B’s hebben? En toch er is <strong>een</strong> verschil tussen die koekjesfabriek en <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijk bedrijf.<br />

Al <strong>een</strong>s gehoord <strong>van</strong> <strong>een</strong> koekjesfabriek die met gem<strong>een</strong>schapsgeld wordt gefinancierd? Al <strong>een</strong>s gehoord<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> koekjesfabriek die eigendommen <strong>van</strong> privé-burgers mag onteigenen? Die straffen mag en<br />

belastingen mag heffen of zich tot taak stelt het culturele leven te stimuleren? Of <strong>een</strong> koekjesfabriek die<br />

onderwijsinstellingen financiert en waar klanten als <strong>van</strong>zelf naar toekomen? Ik kan zo nog even door<br />

gaan.<br />

Het wezenlijke <strong>van</strong> het ambtenarenschap is dat je je realiseert dat je <strong>een</strong> bijdrage levert aan het algem<strong>een</strong><br />

belang. Is dat ’algem<strong>een</strong>’ te algem<strong>een</strong> voor je? Vraag je dan, na <strong>een</strong> dag hard werken als P&O-er in jouw<br />

gem<strong>een</strong>te, <strong>een</strong>s af of je werkresultaat op de <strong>een</strong> of andere manier heeft bijgedragen aan de missie <strong>van</strong> jouw<br />

gem<strong>een</strong>te. Als je die vraag positief kunt beantwoorden en je opdrachtgevers doen dat ook, dan ben je <strong>een</strong><br />

eind op de goede weg.<br />

Last but not least. Overheidsorganisaties beschikken over macht. Dat blijkt uit de koekjesfabriekvragen.<br />

Gem<strong>een</strong>ten kunnen macht uitoefenen over burgers, instellingen en organisaties. Gem<strong>een</strong>ten kunnen hen<br />

direct in hun belang raken. Door iets te doen of iets te laten. Macht is iets bijzonders. Er moet om- en<br />

voorzichtig mee worden omgegaan. Dat stelt bijzondere eisen aan degenen die daar mee belast zijn!<br />

Degene die dat goed kan, is en doet naar mijn overtuiging iets bijzonders.<br />

5


2. Grote en kleine gem<strong>een</strong>ten<br />

Cijfers<br />

Dé overheidswerkgever bestaat niet. De overheid is <strong>een</strong> grote verzameling <strong>van</strong> sectoren en instellingen,<br />

<strong>van</strong> Haagse ministeries tot uitvoeringsinstellingen in het land, <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te Schiermonnikoog tot<br />

Amsterdam en <strong>van</strong> basisscholen tot universiteiten. Alles bij elkaar genomen werken er ruim 950.000<br />

mensen bij de overheid. Van deze 950.000 werken ongeveer 120.000 mensen bij de rijksoverheid,<br />

verdeeld over 13 ministeries en 40 agentschappen. Eind 2006 telde het personeelsbestand in de sector<br />

gem<strong>een</strong>ten 183.860 medewerkers. En dan mis je er <strong>van</strong> de genoemde 950.000 nog heel veel. Bij de<br />

provincies vind je er <strong>een</strong> kleine 15.000, ruim 10.000 bij de waterschappen, ongeveer 175.000 in het<br />

primair onderwijs, zo’n 55.000 in universitaire medische centra, 80.000 binnen de krijgsmacht, enz.<br />

Op het moment <strong>van</strong> schrijven <strong>van</strong> dit boekje telt ons land 441 gem<strong>een</strong>ten. Allemaal met hun eigen kleine<br />

stukje aarde. En ook allemaal met hun eigen raad, hun eigen burgemeester, hun eigen wethouders, hun<br />

eigen commissies en hun eigen medewerkers.<br />

Elke gem<strong>een</strong>te is werkgever. Het zijn er op het moment <strong>van</strong> het schrijven <strong>van</strong> dit boekje dus ongeveer<br />

440. De rekenaars onder ons weten het al: gemiddeld telt elke gem<strong>een</strong>te ruim 400 medewerkers.<br />

Rekenkundig klopt dat maar de praktijk is anders. De G4 (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht)<br />

zijn werkgever voor bijna 30% <strong>van</strong> het totale aantal medewerkers in de sector gem<strong>een</strong>ten. De gem<strong>een</strong>ten<br />

met <strong>een</strong> inwonertal tot 50.000 (en dat zijn er zo’n 375!) nemen bijna 40% <strong>van</strong> het gem<strong>een</strong>telijk<br />

personeelsbestand voor hun rekening. Twee voorbeelden in absolute getallen: Den Haag (470.000<br />

inwoners) telt ongeveer 7800 medewerkers en bij de gem<strong>een</strong>te gem<strong>een</strong>te Sevenum (ruim 7500 inwoners)<br />

zijn dat er 60.<br />

Schaalgrootte<br />

Leuk, die cijfers. Achter dat ene gegeven <strong>van</strong> 950.000 mensen bij overheid gaat <strong>een</strong> hele wereld schuil.<br />

Maar rele<strong>van</strong>t voor jou als P&O-er? Jazeker! Je <strong>hoe</strong>ft g<strong>een</strong> volleerd bedrijfskundige te zijn om te<br />

begrijpen dat de schaalgrootte <strong>van</strong> <strong>een</strong> organisatie iets zegt over de eisen die gesteld worden aan de<br />

bedrijfsvoering, met P&O als onderdeel, er<strong>van</strong>. In het verlengde daar<strong>van</strong>: schaalgrootte wil ook wel <strong>een</strong>s<br />

iets zeggen over de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de expertise en mate <strong>van</strong> specialisatie die binnen <strong>een</strong> organisatie op dat<br />

taakveld aanwezig is.<br />

Met het voorgaande wil ik niet gezegd hebben dat in grote organisaties te veel P&O-expertise aanwezig is.<br />

En al helemaal niet dat in kleinere organisaties sprake zou zijn <strong>van</strong> te weinig. In beide situaties wordt door<br />

P&O-ers hard (en goed) ge<strong>werkt</strong>. Ik zie het met grote regelmaat om me h<strong>een</strong> gebeuren. En trouwens, wat<br />

is er wezenlijk anders aan functiewaardering in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijk bedrijf dat 4000 medewerkers telt dan in<br />

<strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijke organisatie <strong>van</strong> 40 medewerkers? En ook: moet er binnen de twee gegeven voorbeelden<br />

sprake zijn <strong>van</strong> <strong>een</strong> echt ander verzuimprotocol?<br />

Toch zijn er kenmerkende, en voor jou als P&O-er belangrijke, verschillen. Ze hangen wel degelijk samen<br />

met schaalgrootte. Een simpel voorbeeld: wat komt er kijken bij de introductie <strong>van</strong> <strong>een</strong> nieuwe<br />

<strong>werkt</strong>ijdenregeling in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te met 40 medewerkers? En wat als het er 4000 zijn? Een ander<br />

voorbeeld: het inrichten <strong>van</strong> medezeggenschapsstructuren in <strong>een</strong> kleine gem<strong>een</strong>te waar de<br />

gem<strong>een</strong>tesecretaris nagenoeg iedere dag elke medewerker spreekt, of in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te waar medewerkers<br />

nauwelijks weten <strong>hoe</strong> die gem<strong>een</strong>tesecretaris heet?<br />

6


De verschillen uiten zich vaak in de complexiteit <strong>van</strong> de vraagstukken waarmee je als P&O-er in<br />

aanraking komt. Er zijn nog meer verschillen. Bijvoorbeeld het verschil in de mate <strong>van</strong> specialisatie<br />

binnen de P&O-functie. Kleine gem<strong>een</strong>te: kleine P&O-club. Grote gem<strong>een</strong>te: grote P&O-club. En 100%<br />

zeker te weten: kleine gem<strong>een</strong>te, bijna g<strong>een</strong> specialisatie binnen die P&O-club en binnen de P&O-clubs<br />

<strong>van</strong> grote gem<strong>een</strong>ten wel. Naarmate complexiteit en specialisatie toenemen, neemt ook vaak de diepgang<br />

<strong>van</strong> de vereiste kennis toe. Om te verduidelijken <strong>een</strong> voorbeeld <strong>van</strong> buiten het P&O-veld. De leraar<br />

basisonderwijs moet weten waarom 12 x 12 <strong>een</strong> gros is. De leraar vwo moet weten waarom de<br />

oppervlakte <strong>van</strong> <strong>een</strong> cirkel π x r² is. En de universitair docent wiskunde moet weten wat het verschil tussen<br />

modus, mediaan en rekenkundig gemiddelde is en <strong>hoe</strong> die te berekenen.<br />

Andere verschillen<br />

Er zijn ook nog de zogenaamde cultuurverschillen. Die hebben vaak weinig <strong>van</strong> doen met verschillen in<br />

schaalgrootte. Het gaat meer om zaken als het naast elkaar bestaan <strong>van</strong> allerlei formele en informele<br />

communicatiepatronen. En om zaken als werken in <strong>een</strong> sterk geprofessionaliseerde omgeving waar <strong>van</strong><br />

alles en nog wat in beweging is. Of juist werken in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te waar instandhouding <strong>van</strong> het bestaande<br />

de maat der dingen is.<br />

Ook demografische verschillen kunnen <strong>van</strong> belang zijn. Werk je in <strong>een</strong> organisatie met veel ouderen en<br />

met nauwelijks enig verloop? Of is je gem<strong>een</strong>te <strong>een</strong> <strong>van</strong> de pechvogels waar de ene vacature nog<br />

moeilijker vervulbaar is dan de andere?<br />

Kortom, realiseer je dat er niet all<strong>een</strong> verschillen bestaan tussen gem<strong>een</strong>ten die zich laten uitdrukken in<br />

cijfers. Er zijn er verschillen die niet in getallen zijn te vatten. Alle soorten verschillen zijn voor jouw<br />

functioneren als P&O-er <strong>van</strong> belang. Ze zeggen iets over de kennis en vaardigheden die ingezet moeten<br />

worden om de problemen op te lossen waarmee je te maken krijgt. Jouw kennis en vaardigheden!<br />

7


3. De organisatie <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>ten<br />

Er zijn dus veel verschillen tussen gem<strong>een</strong>ten onderling. Maar er zijn ook over<strong>een</strong>komsten. In elke<br />

gem<strong>een</strong>te kom je <strong>een</strong> burgemeester, <strong>een</strong> raad en wethouders tegen. Dat brengt me bij het ’Huis <strong>van</strong><br />

Thorbecke’. Elke medewerker <strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijke organisatie moet er naar mijn mening de weg in<br />

kennen! En <strong>hoe</strong>wel de <strong>een</strong> voor zijn werk de plattegrond <strong>van</strong> dat huis gedetailleerder moet kennen dan de<br />

ander, ook voor jou als P&O-er geldt dat je (tenminste) de hoofdwegen moet kennen.<br />

In mijn inleiding gaf ik aan dat dit boekje g<strong>een</strong> lesboek is. Hierna volgt dan ook g<strong>een</strong> uitputtende<br />

beschrijving <strong>van</strong> Thorbeckes’ bouwwerk en de verbouwingen die het inmiddels heeft ondergaan. Voor<br />

degenen die daar belangstelling voor hebben, zijn talloze andere bronnen beschikbaar. Maar let op! Niet<br />

voor niets signaleerde de Raad <strong>van</strong> State nog in 2006: ’Om tot <strong>een</strong> gezamenlijke aanpak <strong>van</strong><br />

maatschappelijke vraagstukken te komen en het algem<strong>een</strong> belang te dienen is <strong>een</strong> gedeelde kennis <strong>van</strong> ons<br />

stelsel <strong>van</strong> het openbaar bestuur onmisbaar, zeker waar het de meest basale uitgangspunten betreft’. De<br />

Raad <strong>van</strong> State richtte zich daarbij niet all<strong>een</strong> tot bestuurders. Ook ambtenaren moeten zich dit citaat<br />

ernstig aantrekken. Ook zij zetten zich in voor de aanpak <strong>van</strong> maatschappelijke problemen en dienen het<br />

algem<strong>een</strong> belang.<br />

Ik beperk me hierna hier tot de ruimten in het huis <strong>van</strong> Thorbecke die je moet kennen om het functioneren<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijke overheid (enigszins) te doorgronden.<br />

De Grondwet<br />

De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument <strong>van</strong> Nederland. De Grondwet bevat de fundamentele<br />

regels voor onze staatsinrichting en legt ook de grondrechten <strong>van</strong> de burgers vast. Het is de hoogste<br />

nationale wet voor de <strong>Nederlandse</strong> staat. Alle andere wetten moeten de bepalingen <strong>van</strong> de Grondwet in<br />

acht nemen. In de loop <strong>van</strong> haar geschiedenis is de Grondwet meerdere malen gewijzigd. Een belangrijke<br />

grondwetsherziening vond plaats in 1848 onder de staatsman Thorbecke.<br />

Aan de herziening <strong>van</strong> 1848 gingen overigens g<strong>een</strong> dramatische zaken als oorlog, afscheiding of crisis in<br />

Nederland vooraf. Aan de orde was <strong>een</strong> min of meer 'vreedzame revolutie’. In maart 1848 brak in<br />

Duitsland en Frankrijk wel <strong>een</strong> echte revolutie uit. De commotie in Nederland beperkte zich, vooral in<br />

Amsterdam en Den Haag, tot wat relletjes. Die hadden niet zozeer met de Grondwet te maken, maar meer<br />

met de slechte economische toestand en armoede. Toch schrok Koning Willem II en m<strong>een</strong>de dat de<br />

Grondwet fundamenteel herzien moest worden. Al was het maar om te voorkomen dat ook in Nederland<br />

de strijd echt los zou barsten. Op 17 maart 1848 werd <strong>een</strong> grondwetscommissie benoemd onder<br />

voorzitterschap <strong>van</strong> Johan Rudolf Thorbecke.<br />

De Grondwetsherziening <strong>van</strong> 1848 biedt de basis voor ons huidige stelsel <strong>van</strong> parlementaire democratie.<br />

De macht <strong>van</strong> de koning werd ingeperkt. De koning was niet langer verantwoordelijk voor het beleid,<br />

maar de ministers. De Tweede Kamer kreeg meer invloed en werd <strong>van</strong>af toen rechtstreeks gekozen. Op 3<br />

november 1848 werd de nieuwe Grondwet afgekondigd.<br />

De Grondwet uit 1848 is de basis voor ons huidige bestuurlijke stelsel. De bevoegdheden <strong>van</strong> Koning,<br />

Staten-Generaal, Provincies en Gem<strong>een</strong>ten vinden we in deze versie <strong>van</strong> de Grondwet terug en in grote<br />

lijnen geldt die verticale spreiding <strong>van</strong> macht nog steeds. Vandaar dat de bestuurlijke inrichting <strong>van</strong><br />

Nederland ook wel het ’Huis <strong>van</strong> Thorbecke’ wordt genoemd.<br />

Hoofdstuk 1 <strong>van</strong> de huidige Grondwet regelt de grondrechten. De hoofdstukken 2 tot en met 6 hebben<br />

betrekking op de organisatie <strong>van</strong> de rijksoverheid (de centrale overheid). In hoofdstuk 7 <strong>van</strong> de Grondwet<br />

8


komen de lagere overheden, ook wel decentrale overheden genoemd, aan de orde. De artikelen 123 tot en<br />

met 132 <strong>van</strong> hoofdstuk 7 <strong>van</strong> de Grondwet zijn gericht op de organisatie waar jij werkzaam bent: de<br />

gem<strong>een</strong>te, één <strong>van</strong> de verdiepingen <strong>van</strong> het huis <strong>van</strong> Thorbecke.<br />

Een voorbeeld <strong>van</strong> het belang <strong>van</strong> de grondwettelijke bepalingen met betrekking tot gem<strong>een</strong>ten is artikel<br />

124. Daarin is, samengevat, vastgelegd dat gem<strong>een</strong>ten twee hoofdtaken te vervullen hebben. De regeling<br />

en het bestuur <strong>van</strong> hun huishouding, ook wel autonomie genoemd, en uitvoering geven aan opdrachten<br />

<strong>van</strong> andere overheden, ook wel medebewind genoemd.<br />

De Gem<strong>een</strong>tewet en de komst <strong>van</strong> het duale stelsel<br />

Het kader dat hoofdstuk 7 <strong>van</strong> de Grondwet biedt voor de organisatie, bevoegdheden en het functioneren<br />

<strong>van</strong> gem<strong>een</strong>ten is uitge<strong>werkt</strong> de Gem<strong>een</strong>tewet. Ook die wet uit 1851 is afkomstig <strong>van</strong> Thorbecke. Na 1851<br />

is de Gem<strong>een</strong>tewet <strong>een</strong> behoorlijk aantal malen gewijzigd.<br />

Een <strong>van</strong> de belangrijkste beginselen die in de Gem<strong>een</strong>tewet is vastgelegd is het zogeheten<br />

decentralisatiebeginsel. Dat beginsel houdt in dat de uitvoering <strong>van</strong> landelijke overheidstaken wordt<br />

opgedragen aan de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat. En inderdaad: dat is de<br />

overheidsorganisatie waarin jij werkzaam bent.<br />

Een belangrijke wijziging <strong>van</strong> de Gem<strong>een</strong>tewet dateert uit 1994. Toen werd het primaat <strong>van</strong> de raad<br />

verstrekt. De meest ingrijpende wijziging <strong>van</strong> de Gem<strong>een</strong>tewet echter dateert <strong>van</strong> 2002 en is <strong>een</strong> gevolg<br />

<strong>van</strong> de komst <strong>van</strong> de Wet dualisering gem<strong>een</strong>tebestuur. Die wet leidde tot <strong>een</strong> stevige verbouwing <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>telijke verdieping <strong>van</strong> het Huis <strong>van</strong> Thorbecke. Zonder overdrijving is dit <strong>een</strong> ware breuk met het<br />

verleden. Het bleef niet bij het ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> het behang, wat nieuwe vloerbedekking en <strong>een</strong> nieuw likje<br />

verf. Er werden fundamentele veranderingen doorgevoerd.<br />

Er werd in 2002 afscheid genomen <strong>van</strong> de monistische verhoudingen tussen gem<strong>een</strong>teraad en college <strong>van</strong><br />

burgemeester en wethouders. In die verhouding was de grondwettelijke positie <strong>van</strong> de raad als hoofd <strong>van</strong><br />

de gem<strong>een</strong>te uitgangspunt. Op basis daar<strong>van</strong> gold als hoofdregel, dat de raad zowel de regelgevende<br />

bevoegdheid als de bestuursbevoegdheid had en daarmee dus beleidsbepalend was. Het college beschikte<br />

’slechts’ over die bevoegdheden op grond <strong>van</strong> expliciete delegatie door de raad of wanneer <strong>een</strong><br />

medebewindswet zo’n bevoegdheid uitdrukkelijk aan het college toekende. Binnen de monistische<br />

verhoudingen had het college <strong>een</strong> <strong>van</strong> de raad afgeleide en daarmee feitelijk aan de raad ondergeschikte,<br />

positie. Die verhouding was ook terug te vinden in de Gem<strong>een</strong>tewet. Daar<strong>van</strong> drie voorbeelden:<br />

o Wethouders werden door en uit de raad gekozen. Maar wethouders bleven na hun verkiezing ook lid<br />

<strong>van</strong> de raad. College en raad waren in de persoon <strong>van</strong> de wethouder dus niet gescheiden.<br />

o Het college had als hoofdtaak de voorbereiding en uitvoering <strong>van</strong> besluiten <strong>van</strong> de raad. Aan die taak<br />

<strong>van</strong> het college lag <strong>een</strong> vertrouwensrelatie tussen raad en college ten grondslag.<br />

o Het sluitstuk <strong>van</strong> die vertrouwensrelatie was de bevoegdheid <strong>van</strong> de raad om <strong>een</strong> wethouder die het<br />

vertrouwen niet meer had te ontslaan.<br />

Hoe anders kwam de gem<strong>een</strong>telijke wereld er als gevolg <strong>van</strong> de Wet dualisering gem<strong>een</strong>tebestuur uit te<br />

zien.<br />

Aan de Wet dualisering gem<strong>een</strong>tebestuur lag het werk ten grondslag <strong>van</strong> de Commissie Elzinga. Een<br />

naam om te onthouden. Elzinga en de zijnen signaleerden onder meer dat raad en college zich in de<br />

praktijk steeds dualistischer waren gaan gedragen. Het college werd steeds meer ’besturend’ en de raad<br />

steeds meer ’controlerend’. De verschillende posities <strong>van</strong> wethouders en raadsleden waren daardoor, niet<br />

in de laatste plaats voor burgers, steeds onduidelijker geworden.<br />

9


Sinds 7 maart 2002 (<strong>een</strong> datum om te onthouden) is <strong>een</strong> dualistisch bestuur voor gem<strong>een</strong>ten <strong>een</strong> feit. Het<br />

dualisme richt zich met name op de verhouding tussen raad en college. Die verhouding kan min of meer<br />

vergeleken worden met de verhouding tussen regering en Tweede Kamer. Hoewel de raad op grond <strong>van</strong><br />

de Grondwet nog steeds aan het hoofd <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te staat, is in de duale verhouding niet langer sprake<br />

<strong>van</strong> ondergeschiktheid <strong>van</strong> het college aan de raad, maar is het college nevengeschikt aan de raad en<br />

hebben beide <strong>een</strong> eigen zelfstandige taak te vervullen:<br />

o De raad heeft <strong>een</strong> volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak.<br />

o Het college is belast met het besturen <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te.<br />

De raad kreeg ook zijn eigen ambtelijke ondersteuning. Dat is in ieder geval de griffier. Vaak zijn er ook<br />

griffiemedewerkers. Dat is afhankelijk <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te en dus de raad. De raad bepaalt<br />

zelf <strong>hoe</strong>veel ambtelijke ondersteuning hij wil. De raad is ook de werkgever <strong>van</strong> de griffier en de<br />

griffiemedewerkers. De raad benoemt, schorst en ontslaat ze niet all<strong>een</strong>, maar stelt ook de<br />

arbeidsvoorwaarden vast. Het ligt voor de hand dat die zoveel mogelijk dezelfde zijn als voor de overige<br />

ambtenaren <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te.<br />

De raad staat dus aan het hoofd <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te. Dat doet, op zijn minst, vermoeden dat ook anderen die<br />

rol toegedicht zou kunnen worden. Bijvoorbeeld de burgemeester, één wethouder, de wethouders, het<br />

college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders …… Over wie of wat hebben we het hier eigenlijk?<br />

We bekijken de belangrijkste kamers op de gem<strong>een</strong>telijke verdieping <strong>van</strong> Thorbecke’s huis na de<br />

ingrijpende verbouwing in 2002 in vogelvlucht.<br />

De raad<br />

De samenstelling <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>teraad wordt bepaald door de gem<strong>een</strong>teraadsverkiezingen. Elke<br />

gem<strong>een</strong>teraad in ons land telt minimaal 9 en maximaal 45 leden. Het precieze aantal is afhankelijk <strong>van</strong> het<br />

aantal inwoners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te. In principe kan iedere inwoner <strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te <strong>van</strong> 18 jaar of ouder<br />

lid worden en leden kiezen <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>teraad <strong>van</strong> die gem<strong>een</strong>te. Het zijn de politieke partijen die <strong>een</strong><br />

lijst <strong>van</strong> kandidaten opstellen, waaruit de kiezers <strong>een</strong> keuze maken. Verkiezingen voor leden <strong>van</strong> de raad<br />

vinden <strong>een</strong>maal per vier jaar plaats.<br />

Het raadslidmaatschap vergt behoorlijk wat tijd. Afhankelijk <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te gaat er per<br />

maand 30 tot 100 uur werk in het raadslidmaatschap zitten. En dat gebeurt doorgaans in de vrije tijd, want<br />

<strong>een</strong> raadslid krijgt wel <strong>een</strong> vergoeding voor zijn inzet, maar te weinig om <strong>van</strong> te kunnen leven. Het<br />

raadslidmaatschap wordt meestal uitgevoerd naast <strong>een</strong> andere baan.<br />

De vergaderingen <strong>van</strong> de raad zijn, <strong>een</strong> enkele uitzondering daargelaten, openbaar. In de gem<strong>een</strong>teraad<br />

heeft ieder lid <strong>een</strong> even zware stem. Beslissingen worden genomen bij meerderheid <strong>van</strong> stemmen. Hoewel<br />

dat in de praktijk vaak wel gebeurt, zijn raadsleden niet verplicht te stemmen zoals hun politieke<br />

groepering dat wenst.<br />

De raad vervult, zoals hiervoor aangegeven, drie hoofdtaken: <strong>een</strong> volksvertegenwoordigende, <strong>een</strong><br />

kaderstellende en <strong>een</strong> controlerende.<br />

De wijze waarop raadsleden hun volksvertegenwoordigende taak invullen is niet wettelijk geregeld. Het is<br />

<strong>een</strong> aspect <strong>van</strong> de wijze <strong>van</strong> functioneren <strong>van</strong> raadsleden waarvoor elk raadslid afzonderlijk zijn<br />

individuele verantwoordelijkheid draagt. Van belang is om te weten dat de Commissie Elzinga heeft<br />

aangegeven dat raadsleden meer voeling moeten krijgen met wat er in de lokale samenleving speelt en<br />

leeft. Vanuit die kennis kan dan, ook volgens de Commissie Elzinga, <strong>een</strong> partijpolitieke visie op de aanpak<br />

<strong>van</strong> die problemen worden bepaald en kan die problematiek in de raad aan de orde gesteld worden. Op die<br />

10


manier komt volgens de Commissie Elzinga de lokale politiek (weer) midden in de lokale samenleving te<br />

staan.<br />

Door middel <strong>van</strong> haar kaderstellende taak kan de raad invloed uitoefenen op de wijze waarop het college<br />

de bestuurstaak verricht. De raad beschikt daarvoor over <strong>een</strong> aantal instrumenten: verordeningen, plannen<br />

en de jaarlijkse begroting.<br />

De controlerende taak <strong>van</strong> de raad vormt het sluitstuk in de bestuurlijke verhouding tussen raad en college.<br />

Om die controlerende taak te kunnen waarmaken, beschikt de raad over behoorlijk wat instrumenten.<br />

Voorbeelden daar<strong>van</strong> zijn de inlichtingenplicht <strong>van</strong> het college in de richting <strong>van</strong> de raad, het recht <strong>van</strong> de<br />

raad om <strong>een</strong> onderzoek in te stellen naar het door het college gevoerde bestuur, het vaststellen <strong>van</strong><br />

gedragscodes voor leden <strong>van</strong> het college, de budgetbevoegdheid <strong>van</strong> de raad en de bevoegdheid <strong>van</strong> de<br />

raad <strong>een</strong> rekenkamer in te stellen.<br />

Besluiten <strong>van</strong> de raad moeten worden ondertekend door de burgemeester als voorzitter <strong>van</strong> de raad en de<br />

griffier.<br />

Het college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders<br />

Wethouders worden benoemd door de raad. Als één <strong>van</strong> de raadsleden tot wethouder wordt benoemd<br />

verliest hij zijn raadslidmaatschap. Het aantal wethouders <strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te is, net als het aantal<br />

raadsleden, afhankelijk <strong>van</strong> het aantal inwoners <strong>van</strong> die gem<strong>een</strong>te. Het zijn er minimaal 2 en maximaal 9,<br />

er<strong>van</strong> uitgaande dat sprake is <strong>van</strong> fulltime wethouders. Het wethouderschap kan ook in deeltijd worden<br />

vervuld. Dan kan het aantal wethouders afwijken <strong>van</strong> de hiervoor genoemde getallen.<br />

Wethouders <strong>hoe</strong>ven, anders dan leden <strong>van</strong> de raad, bij hun benoeming niet per sé ingezetene <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>te te zijn. Wel rust in zo’n geval op <strong>een</strong> nieuwe wethouder de plicht zich alsnog in de gem<strong>een</strong>te te<br />

vestigen.<br />

De vergaderingen <strong>van</strong> het college zijn niet openbaar. Ze vinden, als regel, <strong>een</strong>maal per week plaats.<br />

Binnen het college wordt beslist op basis <strong>van</strong> meerderheid <strong>van</strong> stemmen waarbij geldt dat de stem <strong>van</strong> de<br />

voorzitter <strong>van</strong> het college dubbel telt als de stemmen staken.<br />

Het college heeft één taak. Maar niet de minste: bestuursbevoegdheden uit te oefenen. In de praktijk levert<br />

het begrip ’bestuursbevoegdheden’ vaak problemen op. Wat moet je daaronder verstaan? Als vuistregel<br />

geldt de volgende definitie ’Bij bestuursbevoegdheden gaat het om uitvoerende bevoegdheden,<br />

bevoegdheden tot het nemen <strong>van</strong> concrete beslissingen en de vaststelling <strong>van</strong> beleidsregels’.<br />

Binnen het college heeft iedere wethouder zijn eigen taakgebied, ook wel portefeuille genoemd.<br />

Onderwijs, openbare werken, financiën, huisvesting, sport en cultuur zijn voorbeelden <strong>van</strong> portefeuilles.<br />

Personeel en Organisatie is <strong>een</strong> ander voorbeeld.<br />

Een wethouder heeft wettelijk gezien g<strong>een</strong> enkele bevoegdheid. In de gem<strong>een</strong>te zijn drie bestuursorganen<br />

die bevoegd zijn besluiten te nemen: de raad, de burgemeester en het hele college. Ieder bestuursorgaan<br />

mag all<strong>een</strong> besluiten nemen waartoe het bevoegd is. In de Gem<strong>een</strong>tewet zie je bij de artikelen over de<br />

burgemeester en over het college welke bevoegdheden zij hebben en waarover ze dus besluiten mogen<br />

nemen.<br />

Collegebesluiten moeten altijd worden ondertekend door de burgemeester en de gem<strong>een</strong>tesecretaris. Het<br />

college en de burgemeester kunnen ambtenaren wel bij mandaat toestemming geven om met name<br />

genoemde typen besluiten te nemen en dus ook te ondertekenen. Dat gebeurt dan door vermelding <strong>van</strong> het<br />

11


estuursorgaan dat het besluit geacht wordt te hebben genomen. Denk op jouw <strong>werkt</strong>errein aan sommige<br />

besluiten die de rechtspositie <strong>van</strong> de ambtenaren <strong>van</strong> het college betreffen. Zo kan het college besluiten<br />

dat de gem<strong>een</strong>tesecretaris, namens het college, bevoegd is nieuwe medewerkers te benoemen.<br />

De burgemeester<br />

De burgemeester wordt benoemd - en ontslagen - door de Kroon. Dat wil zeggen bij Koninklijk Besluit op<br />

voordracht <strong>van</strong> de minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Burgemeestersbenoemingen<br />

vinden steeds plaats voor <strong>een</strong> periode <strong>van</strong> 6 jaar. Wanneer ergens <strong>een</strong> burgemeestersvacature ontstaat,<br />

worden sollicitanten opgroepen via <strong>een</strong> advertentie in de Staatscourant. Intussen maakt de raad <strong>een</strong><br />

profielschets waaraan de nieuwe burgemeester zou moeten voldoen. Veelal stelt de raad dan <strong>een</strong><br />

vertrouwenscommissie in. Zo’n commissie spreekt met sollicitanten en kan op basis daar<strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

voorkeursvolgorde <strong>van</strong> kandidaten aangeven. De Commissaris <strong>van</strong> de Koningin vervult in de<br />

selectieprocedure <strong>een</strong> sleutelrol.<br />

De burgemeester is voorzitter <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>teraad en voorzitter <strong>van</strong> het college. De positie <strong>van</strong> de<br />

burgemeester als voorzitter <strong>van</strong> de raad is vastgelegd in de Grondwet, die <strong>van</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college in<br />

de Gem<strong>een</strong>tewet. Binnen de raad heeft de burgemeester <strong>een</strong> raadgevende stem maar g<strong>een</strong> stemrecht.<br />

Binnen het college is dat laatste wel het geval.<br />

Naast zijn taken als voorzitter <strong>van</strong> raad en college heeft de burgemeester ook <strong>een</strong> aantal zelfstandige<br />

bevoegdheden. Zo is hij belast met het handhaven <strong>van</strong> de openbare orde en veiligheid.<br />

De burgemeester dient boven de (lokale politieke) partijen te staan. Dat blijkt uit de Gem<strong>een</strong>tewet. Artikel<br />

170 <strong>van</strong> die wet geeft de zorgplicht <strong>van</strong> de burgemeester aan over zaken als afstemming tussen degenen<br />

die bij voorbereiding, vaststelling en uitvoering <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijk beleid zijn betrokken, het vervullen <strong>van</strong><br />

de zogeheten scharnierfunctie tussen de gem<strong>een</strong>te en andere overheden, de kwaliteit <strong>van</strong> de<br />

burgerparticipatie en de behandeling <strong>van</strong> bezwaarschriften en klachten.<br />

Tot zover, en zoals gezegd in vogelvlucht, <strong>een</strong> korte beschrijving <strong>van</strong> drie belangrijke kamers op de<br />

gem<strong>een</strong>telijke verdieping <strong>van</strong> het Huis <strong>van</strong> Thorbecke.<br />

Is het belangrijk daar als P&O-er iets <strong>van</strong> te weten? Wat mij betreft past hier <strong>een</strong> volmondig “ja”. Jij, net<br />

als al je andere gem<strong>een</strong>telijke collega’s, levert immers op de <strong>een</strong> of andere manier <strong>een</strong> bijdrage aan de<br />

aanpak <strong>van</strong> maatschappelijke problemen en dient het algem<strong>een</strong> belang. All<strong>een</strong> al daarom is het belangrijk<br />

de weg in het Huis <strong>van</strong> Thorbecke te kennen. Kennis <strong>van</strong> de plattegrond er<strong>van</strong> biedt je zicht en houvast op<br />

de context waarin je functioneert en het bevordert je betrokkenheid bij die context.<br />

Ook in praktisch opzicht is kennis <strong>van</strong> de plattegrond méér dan aanbevelenswaardig. Je zou niet de eerste<br />

P&O-er zijn die m<strong>een</strong>t dat <strong>een</strong> pleit beslecht is als de portefeuillehouder P&O zijn akkoord op <strong>een</strong><br />

voorstel heeft gegeven en niet weet dat er ook nog <strong>een</strong> college is.............<br />

12


4. De werkgeversvereniging in de sector gem<strong>een</strong>ten<br />

Een gem<strong>een</strong>te vervult verschillende rollen en functies. Gem<strong>een</strong>ten kunnen autonoom handelen. Mee<br />

(moeten) werken aan de uitvoering <strong>van</strong> regelingen die door ’hogere’ overheden zijn vastgesteld, is nog<br />

zo’n voorbeeld.<br />

En: elke gem<strong>een</strong>te is werkgever. Deze heeft voor zijn werknemers <strong>een</strong> cao of, zoals je dat bij de overheid<br />

officieel noemt, <strong>een</strong> arbeidsvoorwaardenregeling. Net als in de marksector worden de arbeidsvoorwaarden<br />

nauwelijks op het niveau <strong>van</strong> de onderneming afgesproken. Op brancheniveau wordt <strong>een</strong> cao vastgesteld.<br />

Dat gebeurt door de gezamenlijke werkgevers en de gezamenlijke vakbonden in de bedrijfstak. Zo ook in<br />

de sector Gem<strong>een</strong>ten.<br />

Zoals dat in heel veel sectoren het geval is, beschikken óók de werkgevers in de sector gem<strong>een</strong>ten over<br />

<strong>een</strong> werkgeversverband: het College voor Arbeidszaken (CvA).<br />

Bestuurssamenstelling<br />

Het CvA bestaat uit <strong>een</strong> dertigtal leden. Het zijn allemaal bestuurders in één <strong>van</strong> de <strong>Nederlandse</strong><br />

gem<strong>een</strong>ten en binnen hun eigen gem<strong>een</strong>te vaak belast met de P&O-portefeuille. De samenstelling <strong>van</strong> het<br />

CvA is niet volstrekt willekeurig. Er wordt bijvoorbeeld gelet op gem<strong>een</strong>tegrootte, regio en politieke<br />

achtergrond. Via de website <strong>van</strong> de VNG is precies na te gaan wie lid is <strong>van</strong> het CvA.<br />

Ambtelijke ondersteuning<br />

Zoals dat bijna altijd geldt voor bestuurders geldt ook voor de bestuurders <strong>van</strong> het CvA dat zij kunnen<br />

rekenen op ambtelijke ondersteuning. Onderdeel <strong>van</strong> de VNG-organisatie is het ambtelijk secretariaat <strong>van</strong><br />

het CvA.<br />

Taken<br />

Het CvA vervult verschillende taken. Eén <strong>van</strong> de belangrijke taken <strong>van</strong> het CvA is het maken <strong>van</strong><br />

afspraken met andere overheden over het arbeidsvoorwaardenbeleid binnen de overheidssector als geheel.<br />

Daarvoor onderhoudt het CvA nauwe banden met de ministeries <strong>van</strong> Financiën en Binnenlandse Zaken en<br />

Koninkrijkrelaties, het ABP, en dergelijke. Het gaat daarbij meestal om complexe en tijdrovende<br />

processen. Als P&O-er in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te merk je daar vaak niet veel <strong>van</strong>. Althans, vaak niet onmiddellijk.<br />

Meestal zijn de hier bedoelde CvA-werkresultaten voor jou pas merkbaar als nieuwe regelgeving is<br />

vastgesteld of de invoering er<strong>van</strong> op komst is.<br />

Het CvA richt zich ook, heel nadrukkelijk zelfs, op het maken <strong>van</strong> afspraken met werknemersorganisaties<br />

over de arbeidsvoorwaarden binnen de sector gem<strong>een</strong>ten. Ook daarvoor geldt dat het vaak complexe en<br />

tijdrovende processen zijn. Waar het gaat om afspraken die specifiek betrekking hebben op de sector<br />

gem<strong>een</strong>ten is het CvA echt aanwezig. Er is alle gelegenheid dat als P&O-er aan den lijve te ondervinden.<br />

Het CvA organiseert formele en informele ledenraadplegingen en ondersteunt regionale P&O-netwerken.<br />

Op die manieren polst het CvA <strong>hoe</strong> praktijkmensen aankijken tegen in de maak zijnde nieuwe<br />

arbeidsvoorwaarden. En via de netwerkbij<strong>een</strong>komsten is er alle gelegenheid het CvA aan te geven <strong>hoe</strong> de<br />

met werknemersorganisaties gemaakte afspraken in de praktijk <strong>van</strong> alle dag uitwerken.<br />

Het formele overleg over arbeidsvoorwaarden in de sector gem<strong>een</strong>ten vindt plaats in het Landelijk<br />

Overleg Gem<strong>een</strong>telijke Arbeidsvoorwaarden, kortweg het LOGA genoemd. Daar ontmoeten de CvA-<br />

13


leden (of deputaties er<strong>van</strong>) de bestuurders <strong>van</strong> de vakorganisaties. Het resultaat <strong>van</strong> hun bindende<br />

afspraken vind je terug in de ’CAR-UWO’. Daarover in het vervolg meer.<br />

Het CvA heeft zich ook tot doel heeft gesteld de belangen <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke werkgevers te behartigen<br />

bij verschillende andere organisaties die voor de arbeidsvoorwaarden in overheidsland <strong>van</strong> belang zijn.<br />

Vaak gaat het daarbij om organisaties waarin ook de vakorganisaties zijn vertegenwoordigd. Voorbeelden<br />

zijn het ABP, de Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Gem<strong>een</strong>ten (A+O fonds Gem<strong>een</strong>ten) en de<br />

Raad voor het Overheidspersoneel (ROP).<br />

Het CvA voor jou<br />

Voor jou als P&O-er is het gem<strong>een</strong>telijk werkgeversverband <strong>een</strong> uiterst belangrijke informatiebron. Ik<br />

wijs je, met nadruk, op de website <strong>van</strong> de VNG. Het keuzemenu Arbeidsvoorwaarden en Personeelsbeleid<br />

biedt je <strong>een</strong> schat aan informatie. Niet all<strong>een</strong> over actuele ontwikkelingen en thema’s. Ook voor de<br />

historie <strong>van</strong> veel dossiers, handreikingen en praktijkvoorbeelden <strong>van</strong> collega-P&O-ers kun je er terecht.<br />

Het CvA geeft ook <strong>een</strong> gratis digitale nieuwsbrief uit. Een abonnement daarop is voor elke P&O-er in<br />

gem<strong>een</strong>teland <strong>een</strong> echte ’must’.<br />

Als P&O-er kun je bij het CvA ook voor hele alledaagse zaken terecht. Ergens anders in dit boekje kom ik<br />

nog te spreken over de ’hulptroepen’ waar je als P&O-er over kunt beschikken. Het CvA is er één <strong>van</strong>.<br />

14


5. De P&O-overlegstructuur<br />

Er wordt wat overlegd in dit land. Zo ook in P&O-gem<strong>een</strong>teland. Op tal <strong>van</strong> plaatsen, in diverse<br />

samenstellingen, met verschillende bedoelingen. Soms valt door de bomen het spreekwoordelijke bos niet<br />

meer te zien. Het resultaat <strong>van</strong> al dat overleg wordt vastgelegd in formele documenten. Denk aan de CAR-<br />

UWO, <strong>een</strong> regeling functiewaardering, <strong>een</strong> beoordelingsreglement, <strong>een</strong> <strong>werkt</strong>ijdenregeling, <strong>een</strong><br />

verzuimprotocol, <strong>een</strong> cafetariamodel, <strong>een</strong> fietsplan, <strong>een</strong> klokkenluidersregeling, <strong>een</strong> bezoldigingsregeling<br />

en <strong>een</strong> sociaal statuut. Nog tal <strong>van</strong> andere voorbeelden zijn te noemen.<br />

Waar komen al die regelingen <strong>van</strong>daan? Wie is bij de totstandkoming er<strong>van</strong> betrokken?<br />

De Ambtenarenwet<br />

Het vertrekpunt voor alle arbeidsvoorwaardelijke regelingen in gem<strong>een</strong>teland vormt de Ambtenarenwet.<br />

Artikel 125 <strong>van</strong> die wet verplicht overheidswerkgevers voorschriften vast te stellen over de inhoud <strong>van</strong> de<br />

arbeidsvoorwaarden. Zo verplicht artikel 125 <strong>van</strong> de Ambtenarenwet voorschriften (lees:<br />

arbeidsvoorwaarden) vast te stellen over onderwerpen als aanstelling, schorsing en ontslag, bezoldiging,<br />

verlof en vakantie, voorzieningen in verband met ziekte, disciplinaire straffen, etc.<br />

In datzelfde artikel 125 is opgenomen dat er regels moeten worden vastgesteld over de manier waarop<br />

over zulke voorschriften overleg wordt gevoerd met de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties.<br />

Het LOGA<br />

Een stevige portie <strong>van</strong> de arbeidsvoorwaarden in gem<strong>een</strong>teland wordt besproken in het Landelijk Overleg<br />

Gem<strong>een</strong>telijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA). In het LOGA treffen de gezamenlijke gem<strong>een</strong>telijke<br />

werkgevers en de vakorganisaties elkaar. De gem<strong>een</strong>telijke werkgevers worden er vertegenwoordigd door<br />

het College voor Arbeidszaken <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> Gem<strong>een</strong>ten. De bonden <strong>van</strong><br />

overheidspersoneel die in het LOGA participeren zijn CMHF, CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV. In<br />

het LOGA-protocol hebben het CvA en de vakorganisaties afspraken vastgelegd over de wijze waarop zij<br />

overleggen.<br />

In LOGA-verband worden afspraken gemaakt over in de sector gem<strong>een</strong>ten te hanteren<br />

arbeidsvoorwaarden. Een niet onaanzienlijk deel <strong>van</strong> die arbeidsvoorwaarden wordt vastgelegd in de<br />

zogeheten CAR-UWO: de Collectieve ArbeidsvoorwaardenRegeling met bijbehorende<br />

UitWerkingsOver<strong>een</strong>komst. De CAR-UWO wordt ook wel de ’model-cao’ voor gem<strong>een</strong>ten genoemd. Het<br />

LOGA bekijkt ook of, en zo ja op welke manier, wijzigingen in wetten ver<strong>werkt</strong> moeten worden in de<br />

model-cao. In het volgende hoofdstuk <strong>van</strong> dit boekje kom ik uitgebreid terug op de CAR-UWO.<br />

Gem<strong>een</strong>ten zijn verplicht om de LOGA-afspraken die voor hen gelden lokaal vast te stellen zoals de<br />

afspraken in het LOGA zijn gemaakt. Afwijken mag niet. Deze verplichting is opgenomen in de Statuten<br />

<strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> Gem<strong>een</strong>ten. Wie dat wil nakijken: zie de artikelen 2, 21 lid 2 en 23<br />

<strong>van</strong> die Statuten.<br />

Hier is <strong>een</strong> belangrijk verschil met de marktsector aan de orde. De sociale partners in de marktsector<br />

sluiten <strong>een</strong> onderhandelaarsakkoord, leggen dat voor aan hun leden, sluiten al dan niet gewijzigd <strong>een</strong><br />

definitief akkoord en de cao is gewijzigd. De minister <strong>van</strong> Sociale Zaken en Werkgelegenheid verklaart<br />

vervolgens op verzoek <strong>van</strong> sociale partners de afspraken algem<strong>een</strong> verbindend en de hele branche is er aan<br />

gehouden.<br />

15


Zo gaat dat niet bij de overheid en dus ook niet bij de gem<strong>een</strong>ten. Het LOGA, noch het CvA, noch de<br />

VNG kunnen hun afspraken rechtskracht geven binnen de gem<strong>een</strong>ten. Zoals eerder gezegd kunnen in<br />

gem<strong>een</strong>ten all<strong>een</strong> de raad, het college en de burgemeester besluiten nemen die bindend zijn. In de<br />

Gem<strong>een</strong>tewet is bepaald dat de raad de werkgever is <strong>van</strong> de griffier en griffie-medewerkers en het college<br />

<strong>van</strong> de overige ambtenaren. All<strong>een</strong> zij kunnen voor hun werknemers arbeidsvoorwaarden bindend<br />

vaststellen. En hier komen de afspraken uit het LOGA-protocol, de VNG-statuten en de Gem<strong>een</strong>tewet dus<br />

samen.<br />

Om de LOGA-afspraken op het niveau <strong>van</strong> elke afzonderlijke gem<strong>een</strong>te rechtskracht te geven, moeten (en<br />

dat is hier echt <strong>een</strong> imperatief) ze binnen elke gem<strong>een</strong>te door het college respectievelijk de raad worden<br />

vastgesteld. Op die manier wordt dan voldaan aan de verplichting in de Ambtenarenwet om als<br />

overheidswerkgever voorschriften vast te stellen over de inhoud <strong>van</strong> de arbeidsvoorwaarden.<br />

Ik meldde het al: het gemak dient de mens. In dit geval jou als P&O-er. Zorg ervoor dat je elke LOGAcirculaire<br />

grondig doorneemt en je bent er <strong>van</strong> verzekerd dat belangrijke zaken je niet kunnen ontgaan.<br />

Met het overleg in het LOGA zelf heb je niets <strong>van</strong> doen. Het CvA verzorgt dat voor je. Wel kunnen<br />

individuele gem<strong>een</strong>ten belangrijke ontwikkelingen binnen het LOGA volgen en beïnvloeden. Het CvA<br />

bezoekt tal <strong>van</strong> regionale P&O-netwerken en vertegenwoordigers <strong>van</strong>uit die netwerken nemen deel aan<br />

het Landelijk Overleg Regionale P&O-netwerken, het LORN dat door het CvA wordt georganiseerd. Het<br />

LORN is bedoeld voor de wat minder grote gem<strong>een</strong>ten. Grotere gem<strong>een</strong>ten (meer dan 100.000 inwoners)<br />

nemen deel aan het Periodiek P&O-Overleg Grote Gem<strong>een</strong>ten, het POGG. Zowel in de regionale P&Onetwerken<br />

als in het LORN en het POGG is er volop gelegenheid om geïnformeerd te raken over<br />

onderwerpen die in het LOGA aan de orde zijn of komen.<br />

In LOGA-verband wordt dus veel geregeld. Maar niet alles. Er is voor elke ambitieuze P&O-gem<strong>een</strong>te<br />

nog <strong>een</strong> stevige lokale vrijheid. Dat komt vooral omdat het LOGA zich verre houdt <strong>van</strong> hrm-beleid en<br />

hrm-instrumenten.<br />

Het LOGA richt zich vooral op de arbeidsvoorwaardelijke kant <strong>van</strong> het P&O-veld. Waar het gaat om<br />

beleidsmatige hrm-keuzes stelt het LOGA zich terughoudend op. Wel is het zo dat in het LOGA<br />

beleidsthema’s worden benoemd waarover op lokaal niveau afspraken kunnen, of moeten, worden<br />

gemaakt. Lees er de CAR-UWO maar <strong>een</strong>s op na. Je zult er nogal wat ’kan-’ of ’moet-bepalingen’ in<br />

tegenkomen. Datzelfde geldt voor het onderhandelaarsakkoord zoals elk cao-akkoord wordt genoemd.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> ’kan-bepalingen’ zijn artikel 15:1:15 (er kunnen regels over personeelsbeoordeling<br />

worden vastgesteld) en 15:1:17 (er kunnen regels worden vastgesteld over het wonen in of bij de<br />

standplaats) en 7:2 (er kunnen regels gesteld worden over de bedrijfsgeneeskundige begeleiding).<br />

Een duidelijk voorbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> verplichting is artikel 3:1 (er moet <strong>een</strong> bezoldigingsregeling zijn). Ook de<br />

paragraaf in het onderhandelaarsakkoord 2005-2007 over leeftijdsfasebewust personeelsbeleid is <strong>een</strong><br />

voorbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> verplichting die in LOGA-verband werd vastgesteld.<br />

De lokale overlegstructuur<br />

Bij het uitwerken <strong>van</strong> de kan- en moet-bepalingen wordt de P&O-overlegstructuur wat ingewikkelder. Er<br />

zijn meerdere spelers op het lokale bord die elk <strong>van</strong>uit hun eigen rol, functie en verwachtingen <strong>een</strong><br />

bijdrage willen, of moeten, leveren. Denk aan het college, de portefeuillehouder P&O, het management,<br />

de WOR-bestuurder, de ondernemingsraad en de Commissie voor Georganiseerd Overleg. En denk ook<br />

aan jezelf. Jij bent immers ingehuurd om <strong>van</strong>uit jouw P&O-deskundigheid te adviseren over te<br />

ontwikkelen P&O-beleid, het te evalueren en waar nodig voorstellen te doen over bijstelling.<br />

16


Een vast stramien om het lokale overleg te organiseren kan ik je niet bieden. Daarvoor is elke lokale<br />

situatie in gem<strong>een</strong>ten te divers voor. Maar denk er aan: er zijn wel verplichtingen over het op lokaal<br />

niveau te voeren overleg die nagekomen moeten worden.<br />

Zo noem ik de verplichting om over bepaalde zaken advies <strong>van</strong> de ondernemingsraad te vragen. En wel op<br />

<strong>een</strong> zodanig moment dat het advies <strong>van</strong> invloed kan zijn op de besluitvorming. Op sommige onderwerpen<br />

dicht de Wet op de ondernemingsraden de ondernemingsraad instemmingsrecht toe. Zie in het bijzonder<br />

de artikelen 25 en 27 <strong>van</strong> de Wet op de ondernemingsraden.<br />

Let voor wat betreft het overleg met de ondernemingsraad op <strong>een</strong> bijzondere bepaling die zich speciaal<br />

richt op overheidsland. Het gaat daarbij om de bepaling in de Wet op de ondernemingsraden over wat<br />

wordt genoemd ’het primaat <strong>van</strong> de politiek’: artikel 46d, onderdeel b. In de kern <strong>van</strong> de zaak samengevat<br />

komt die bepaling er op neer dat er niet met de ondernemingsraad overlegd <strong>hoe</strong>ft te worden over besluiten<br />

die gaan over de publiekrechtelijke vaststelling, het beleid en de uitvoering <strong>van</strong> taken <strong>van</strong><br />

publiekrechtelijke lichamen. Een gem<strong>een</strong>te is zo’n publiekrechtelijk lichaam. Over de gevolgen die<br />

verbonden zijn aan de hier bedoelde besluiten voor de werkzaamheden <strong>van</strong> de in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te werkzame<br />

personen moet wél met de ondernemingsraad worden overlegd, daarover g<strong>een</strong> misverstand!<br />

Toch is ook hier sprake <strong>van</strong> spanning tussen wat de wet letterlijk bepaalt en wat de praktijk is, soms zelfs<br />

als gevolg <strong>van</strong> rechterlijke beslissingen. Het in de voorgaande alinea genoemde artikel bepaalt dan wel dat<br />

er g<strong>een</strong> overleg gevoerd <strong>hoe</strong>ft te worden als het politiek primaat speelt, maar toch heeft de Hoge Raad<br />

gesteld dat het voor de hand ligt dat de ondernemingsraad in <strong>een</strong> zo vroeg mogelijk stadium wordt<br />

betrokken bij het voorgenomen besluit, zelfs als er formeel g<strong>een</strong> verplichting toe is. Ook de minister <strong>van</strong><br />

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft dat gezegd naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>een</strong> evaluatie <strong>van</strong> de<br />

werking <strong>van</strong> de Wet op de ondernemingsraden bij de overheid. Kennelijk vinden zij het <strong>hoe</strong> dan ook <strong>van</strong><br />

belang dat de (vertegenwoordigers <strong>van</strong> de) medewerkers op zijn minst hun ideeën over het voorgenomen<br />

besluit moeten kunnen geven zodat daar rekening mee kan worden gehouden.<br />

Ook hoofdstuk 12 <strong>van</strong> de CAR-UWO (Overleg met vakorganisaties <strong>van</strong> overheidspersoneel) bevat <strong>een</strong><br />

verplichting. Over, wat daar wordt genoemd, ’alle aangelegenheden <strong>van</strong> algem<strong>een</strong> belang voor de<br />

rechtstoestand <strong>van</strong> de ambtenaren met inbegrip <strong>van</strong> de algemene regels volgens welke het<br />

personeelsbeleid zal worden gevoerd’ moet over<strong>een</strong>stemming met de bonden worden bereikt.<br />

Bedenk dat de ondernemingsraad en de Commissie voor Georganiseerd Overleg snel in elkaars vaarwater<br />

terecht kunnen komen. Niet voor niets heeft het LOGA geadviseerd daar afspraken over te maken! Ook<br />

anno 2009 is de LOGA-circulaire <strong>van</strong> 8 juli 1999 (!!) nog altijd <strong>van</strong> belang (CvA/LOGA 99/11, Lbr.<br />

99/114, ARZ/19999003905). Sla die circulaire er zeker <strong>een</strong>s op na. Als de bedoelde afspraken er niet zijn,<br />

bevorder dan ten spoedigste de totstandkoming er<strong>van</strong>. Het <strong>hoe</strong>ft, zoals de LOGA-partners toen hebben<br />

geschreven, g<strong>een</strong> hele lijst <strong>van</strong> onderwerpen te zijn. En voor het geval er al afspraken zijn gemaakt: prent<br />

ze in je hoofd en handel ernaar!<br />

Zie, zo heb ik geleerd, goed overleg met de ondernemingsraad en de Commissie voor Georganiseerd<br />

Overleg als <strong>een</strong> groot goed. Vruchtbaar samenwerken met ondernemingsraad en Commissie voor<br />

Georganiseerd Overleg is buitengewoon waardevol. Investeer daarin. Het bevordert, in hoge mate, de<br />

acceptatie <strong>van</strong> lokale P&O-beleidskeuzes.<br />

Op <strong>een</strong> andere plaats in dit boekje sta ik stil bij de verhouding tussen jou als P&O-er en het management.<br />

Eén <strong>van</strong> de aspecten die daarbij aan de orde komt: het management is verantwoordelijk voor de uitvoering<br />

<strong>van</strong> het P&O-beleid en jij, als P&O-er, voor de advisering erover. Althans, dat is mijn opvatting. En<br />

<strong>van</strong>uit die opvatting is er niets méér voor de hand liggend dan dat management <strong>een</strong> stevige rol te geven bij<br />

17


de ontwikkeling <strong>van</strong> P&O-beleid. Dat wil nog wel <strong>een</strong>s vergeten worden. Zórg voor betrokkenheid <strong>van</strong><br />

het management bij de ontwikkeling <strong>van</strong> P&O-beleid. Zo luidt mijn dringend advies. Verplaats je één keer<br />

in de situatie als manager en stel je voor dat je belast wordt met de uitvoering <strong>van</strong> iets onmogelijks en<br />

vraag je af welke kans je had om dat onmogelijke te voorkomen Zorg door <strong>een</strong> regelmatig contact met de<br />

leidinggevenden die je ondersteunt dat je op de hoogte bent <strong>van</strong> wat er speelt en geef in <strong>een</strong> vroegtijdig<br />

stadium aan welke (on)mogelijkheden er zijn om daar in termen <strong>van</strong> P&O-beleid mee om te gaan.<br />

Dan zijn er, uiteraard, ook de formele werkgevers: het college en de gem<strong>een</strong>teraad. In het overleg met de<br />

ondernemingsraad wordt het college vertegenwoordigd door de WOR-bestuurder, veelal de<br />

gem<strong>een</strong>tesecretaris. Voor de raad treedt de griffier als zodanig op, al kan het <strong>van</strong>wege de grootte <strong>van</strong> de<br />

griffie ook zo zijn dat er <strong>een</strong> werkafspraak is tussen de gem<strong>een</strong>tesecretaris en de griffier.<br />

In het overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg wordt de werkgever vaak<br />

vertegenwoordigd door de portefeuillehouder P&O. Gem<strong>een</strong>teraden zijn nog niet intensief betrokken bij<br />

dat overleg.<br />

Richt de ondersteuning <strong>van</strong> die WOR-bestuurder en portefeuillehouder goed in. Zij zijn het die,<br />

uiteindelijk, ’zaken doen’ met de ondernemingsraad en de Commissie voor Georganiseerd Overleg.<br />

18


6. De CAR en UWO<br />

Ik meldde het hiervoor al: elke gem<strong>een</strong>te is werkgever. Binnen <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijk organisaties is dat het<br />

college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders en voor de griffie de gem<strong>een</strong>teraad. Op grond <strong>van</strong> artikel 160 <strong>van</strong><br />

de Gem<strong>een</strong>tewet is het college bevoegd om de arbeidsvoorwaardenregelingen voor het gem<strong>een</strong>tepersoneel<br />

vast te stellen. Het college is dus de formele werkgever <strong>van</strong> elke gem<strong>een</strong>teambtenaar die door het college<br />

wordt benoemd. Daarop geldt in elke gem<strong>een</strong>te in elk geval één uitzondering. De werkgever <strong>van</strong> de<br />

griffier en de medewerkers <strong>van</strong> de griffie, het ambtelijk apparaat <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>teraad, is de raad. In <strong>een</strong><br />

enkele gem<strong>een</strong>te komt het voor dat <strong>een</strong> speciale commissie de werkgeversrol voor <strong>een</strong> bepaalde groep <strong>van</strong><br />

ambtenaren vervult. Soms is dat het presidium, soms ook <strong>een</strong> afzonderlijke werkgeverscommissie.<br />

Zichzelf respecterende werkgevers doen hun best te beschikken over <strong>een</strong> goed pakket<br />

arbeidsvoorwaarden. Zo ook gem<strong>een</strong>telijke werkgevers. Veel <strong>van</strong> de arbeidsvoorwaarden in de sector<br />

gem<strong>een</strong>ten zijn gelijk. Ze zijn opgenomen in de CAR-UWO: de Collectieve ArbeidsvoorwaardenRegeling<br />

(CAR) met bijbehorende UitWerkingsOver<strong>een</strong>komst (UWO): de model-cao voor gem<strong>een</strong>ten.<br />

Kennis <strong>van</strong> op zijn minst de essenties <strong>van</strong> de CAR-UWO is voor elke P&O-er in gem<strong>een</strong>teland <strong>een</strong> must.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> je concrete werkinhoud zal met kennis <strong>van</strong> de essenties niet volstaan kunnen worden. In<br />

<strong>een</strong> aantal gevallen zul je echt de diepte in moeten. Bedenk daarbij dat aan de CAR-UWO ook <strong>een</strong><br />

artikelsgewijze toelichting is verbonden.<br />

Elke gem<strong>een</strong>telijke werkgever is verplicht de bepalingen <strong>van</strong> de CAR te hanteren. All<strong>een</strong> de G4<br />

(Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) mogen op onderdelen nog afwijken. De G4 zijn in elk<br />

geval verplicht om de CAR-bepalingen te hanteren over de primaire loonontwikkeling, de arbeidsduur en<br />

de bovenwettelijke aanspraken bij ziekte, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid als gevolg <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

dienstongeval.<br />

Voor de UWO-bepalingen geldt dat gem<strong>een</strong>ten verplicht zijn die te volgen voor zover gem<strong>een</strong>ten daartoe<br />

zelf hebben besloten. Het overgrote deel <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>ten heeft dat overigens gedaan. De overige<br />

gem<strong>een</strong>ten zijn zogenaamde ‘volgers’. Dat houdt in dat zij de UWO-artikelen altijd overnemen in de<br />

lokale arbeidsvoorwaardenregeling, tenzij ofwel de werkgever dan wel de plaatselijke<br />

vakbondsvertegenwoordiger in het Georganiseerd Overleg aangeven dat <strong>een</strong> aanpassing aan de<br />

plaatselijke situatie wenselijk is.<br />

Het gemak dient de mens. Gem<strong>een</strong>ten die zich aangesloten hebben bij de UWO hebben zichzelf, naar mijn<br />

mening dan toch, <strong>een</strong> grote dienst bewezen. Ze hebben er door hun aansluiting voor gezorgd dat grote<br />

delen <strong>van</strong> de arbeidsvoorwaarden in de hele sector gem<strong>een</strong>ten gelijkluidend zijn. Dat is <strong>een</strong> bijdrage aan<br />

het collectief. Ze hebben zich ook individueel <strong>een</strong> dienst bewezen. Ze <strong>hoe</strong>ven namelijk over de in het<br />

LOGA bereikte resultaten niet afzonderlijk met de vakorganisatie te onderhandelen. Sterker, ze mogen het<br />

op grond <strong>van</strong> het LOGA-protocol niet <strong>een</strong>s.<br />

Het onderscheid tussen bepalingen <strong>van</strong> de CAR en UWO is <strong>een</strong>voudig vast te stellen. Let daarvoor op de<br />

wijze <strong>van</strong> nummering <strong>van</strong> de artikelen. Bepalingen <strong>van</strong> de CAR zijn altijd samengesteld uit twee cijfers<br />

gescheiden door <strong>een</strong> dubbele punt. Het cijfer voor de dubbele punt correspondeert met het hoofdstuk <strong>van</strong><br />

de CAR waarin de bepaling <strong>een</strong> plaats heeft. Het cijfer achter de punt is het artikelnummer. Bijvoorbeeld<br />

’2:4 CAR’ wil zeggen het 4 e artikel <strong>van</strong> de CAR in hoofdstuk 2. De inhoud <strong>van</strong> veel CAR-artikelen is<br />

nader uitge<strong>werkt</strong> in UWO-artikelen. Of dat het geval is, is ook <strong>een</strong>voudig vast te stellen. Elk artikel <strong>van</strong> de<br />

UWO bestaat namelijk uit drie cijfers, gescheiden door twee dubbele punten. Bijvoorbeeld ’2:5:3 UWO’.<br />

De systematiek <strong>van</strong> nummering is gelijk aan die <strong>van</strong> de CAR. In ’2:5:3 UWO’ is de 3 e<br />

uitwerkingsbepaling opgenomen <strong>van</strong> het 5 e artikel <strong>van</strong> hoofdstuk 2 <strong>van</strong> de CAR.<br />

19


De actuele tekst <strong>van</strong> de CAR is permanent digitaal beschikbaar. Op verschillende manieren. Nagenoeg<br />

elke gem<strong>een</strong>te heeft wel <strong>een</strong> abonnement op www.modelverordeningen.nl. Een site <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>Nederlandse</strong> Gem<strong>een</strong>ten in samenwerking met de Sdu-uitgeverij. Ook via www.car-uwo.nl, is de integrale<br />

tekst <strong>van</strong> de CAR en UWO beschikbaar. Voordelen <strong>van</strong> die site zijn dat de site zonder toegangscode<br />

bereikbaar is en dat de site ook is voorzien <strong>van</strong> allerlei voorbeelden waarin de bedoeling <strong>van</strong> de artikelen<br />

is uitgelegd. Bovendien is die site redelijk vraaggericht ontworpen. De site www.car-uwo.nl is <strong>een</strong> product<br />

<strong>van</strong> het College <strong>van</strong> Arbeidszaken <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> Gem<strong>een</strong>ten.<br />

De inhoud en tekst <strong>van</strong> de CAR- en UWO-artikelen wordt vastgesteld in het Landelijk Overleg<br />

Gem<strong>een</strong>telijke Arbeidsvoorwaarden, het LOGA. Denk er aan dat de CAR en UWO in g<strong>een</strong> enkele<br />

gem<strong>een</strong>te <strong>een</strong> formele status hebben. Het LOGA heeft g<strong>een</strong> verordenende bevoegdheid in afzonderlijke<br />

gem<strong>een</strong>ten. In de formele zin <strong>van</strong> het woord hebben de door het LOGA vastgesteld CAR- en UWOteksten<br />

dus in g<strong>een</strong> enkele gem<strong>een</strong>te rechtskracht. Dat is pas het geval als ze door het college zijn<br />

vastgesteld (én op de daarvoor in aanmerking komende manier zijn gepubliceerd).<br />

Van belang om te weten is dat de inhoud <strong>van</strong> de CAR-UWO <strong>van</strong> oudsher is ontwikkeld <strong>van</strong>uit het<br />

beginsel ’decentraal, tenzij’. Daarmee is geredeneerd <strong>van</strong>uit de opvatting dat elke afzonderlijke gem<strong>een</strong>te<br />

alle arbeidsvoorwaardelijke zaken zelf regelt tenzij het handiger/verstandiger is dat centraal te doen.<br />

De laatste jaren is sprake <strong>van</strong> <strong>een</strong> kentering. Toenemend wordt gedacht dat het beter is de inhoud <strong>van</strong> de<br />

CAR-UWO te enten op het omgekeerde beginsel: ’centraal, tenzij’. Met andere woorden, de zaken op<br />

sectoraal niveau centraal regelen, tenzij er goede argumenten zijn om dat juist per afzonderlijke gem<strong>een</strong>te<br />

te doen.<br />

Het lijkt <strong>een</strong> tamelijk academische discussie. Inderdaad, het lijkt zo. Want pas op! Er gaat <strong>een</strong> wereld <strong>van</strong><br />

fundamentele discussie en principiële opvattingen achter schuil. Sommigen hechten buitengewoon grote<br />

waarde aan de autonomie <strong>van</strong> elke afzonderlijke gem<strong>een</strong>te. Door veel zaken op lokaal niveau te (kunnen)<br />

regelen wordt daaraan <strong>een</strong> bijdrage geleverd. Anderen stellen zich op het standpunt dat, op het<br />

arbeidsvoorwaardelijke vlak, de verschillen al zeer klein zijn en dat het niet effectief en zeker niet efficiënt<br />

is om er per gem<strong>een</strong>te <strong>een</strong> afzonderlijke overlegstructuur voor in stand te houden. Uniformeren en<br />

centraliseren dus. Het College <strong>van</strong> Arbeidszaken <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> gem<strong>een</strong>ten zet in op<br />

centralisatie. Een sprekend voorbeeld daar<strong>van</strong> is de pilot ’Harmonisatie Arbeidsvoorwaarden’ die loopt op<br />

het moment <strong>van</strong> schrijven <strong>van</strong> dit boekje.<br />

20


7. Regels, voorschriften, en procedures<br />

Het barst er<strong>van</strong> binnen gem<strong>een</strong>teland. In de voorgaande pagina’s heb ik naar vele er<strong>van</strong> verwezen: regels,<br />

voorschriften en procedures. Menig<strong>een</strong> ervaart ze soms louter als last, droefenis en ergernis. Maar is dat<br />

terecht?<br />

Ja, dat is zo. Althans voor zover regels, voorschriften en procedures verworden (zijn) tot formeel gedoe<br />

omwille <strong>van</strong> het formele gedoe.<br />

Maar, zo wil ik je meegeven, hier past enige voorzichtigheid …….. De ervaring leert namelijk dat het<br />

vaak slechts <strong>een</strong> wat vluchtige, oppervlakkige beschouwing <strong>van</strong> zaken is die leidt tot de conclusie dat<br />

sprake is <strong>van</strong> formeel gedoe omwille <strong>van</strong> het formele gedoe. Een wat diepgaandere beschouwing leidt<br />

vaak tot het tegendeel.<br />

Ordening<br />

Veel regels, voorschriften en procedures beogen te ordenen. Dat geldt ook voor het P&O-werk. Ik spreek<br />

uit ervaring als ik meld dat, op zijn minst enige, orde menig P&O-er helpt. Helpt bij het goed doen <strong>van</strong> de<br />

goede dingen en helpt bij het doen <strong>van</strong> de dingen in de goede volgorde. Dat mag wat lastig lezen, maar<br />

neem er even de tijd voor. Het loont echt!<br />

Ook mij heeft het moeite gekost de, laat ik maar zeggen ’volkswijsheid’ in de vorige alinea op zijn juiste<br />

waarde te schatten. Maar sinds ik dat probeer te doen, vaar ik er wel bij. Het is reuze handig als is<br />

vastgelegd wie, wat, wanneer (en soms zelfs <strong>hoe</strong>) moet doen om <strong>een</strong> zich voordoend probleem op te<br />

lossen. Ik verzeker je dat eerst de zaken afkaarten met de Commissie voor Georganiseerd Overleg en pas<br />

daarna het college het onderhandelingsmandaat voor de portefeuillehouder vast laten stellen soms goed<br />

afloopt. Maar des te vaker tot brokken leidt! Als voorbeeld: de portefeuillehouder in het Georganiseerd<br />

Overleg laten zeggen dat in geval <strong>van</strong> reorganisaties alle medewerkers alle bestaande arbeidsvoorwaarden<br />

gegarandeerd krijgen en later aanlopen tegen het collegebesluit dat onkostenvergoedingen moeten worden<br />

ingetrokken. Lach er om, maar het is <strong>een</strong> praktijkvoorbeeld. En dat geldt ook voor het niet door het<br />

college laten vaststellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> bindende LOGA-afspraak op grond waar<strong>van</strong> medewerkers één maal in de<br />

vijf jaar recht hebben op <strong>een</strong> loopbaanadvies en tegen <strong>een</strong> medewerker die daar dan om vraagt zeggen dat<br />

die afspraak in jouw gem<strong>een</strong>te niet <strong>van</strong> toepassing is omdat het college de betreffende LOGA-afspraak<br />

niet formeel bekrachtigde. De bestuursrechter was er zo klaar mee: dus wel recht op <strong>een</strong> loopbaanadvies<br />

(voor rekening <strong>van</strong> de werkgever).<br />

Rechtszekerheid en kwaliteit<br />

Regels, voorschriften en procedures in P&O-land beogen niet all<strong>een</strong> te ordenen. Ze dragen ook bij aan de<br />

rechtszekerheid en kwaliteit. Het meest sprekende voorbeeld dat ik daar<strong>van</strong> geven kan is de Algemene wet<br />

bestuursrecht. Met daarin, inderdaad, nog meer regels. Maar wel <strong>een</strong> echte aanrader voor elke P&O-er in<br />

gem<strong>een</strong>teland. Sterker, zonder basale kennis <strong>van</strong> die wet is elke P&O-er in gem<strong>een</strong>teland gedoemd om<br />

<strong>een</strong> keer stevig ’op zijn …..’ te gaan! Verdiep je <strong>een</strong>s in wat ik zou willen noemen ’de procesgang’ en stel<br />

vast wat het belang is <strong>van</strong> <strong>een</strong> zienswijzeprocedure en het vermelden in brieven die je schrijft <strong>van</strong> de<br />

mogelijkheid bezwaar te kunnen maken, <strong>een</strong> voorlopige voorziening aan te vragen en beroep in te stellen.<br />

Vergewis je evenzeer <strong>een</strong>s <strong>van</strong> het belang <strong>van</strong> uitspraken <strong>van</strong> de Centrale Raad voor Beroep. Houd er<br />

namelijk rekening mee dat <strong>een</strong> procedurefout <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te (dus eventueel <strong>van</strong> jou) door de<br />

21


estuursrechter zwaarder wordt aangerekend dan die <strong>van</strong> <strong>een</strong> nauwelijks deskundige werknemer die<br />

geconfronteerd is met <strong>een</strong> hem niet welgevallige beslissing.<br />

Ook op deze plaats in dit boekje wil ik teruggrijpen op de boodschap <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State waaraan ik<br />

refereerde in hoofdstuk 3: <strong>een</strong> gedeelde kennis <strong>van</strong> ons stelsel <strong>van</strong> het openbaar bestuur is onmisbaar,<br />

zeker waar het de meest basale uitgangspunten betreft. In het verlengde <strong>van</strong> die opvatting huldig ik de<br />

stelling dat elke P&O-er in gem<strong>een</strong>teland moet beschikken over kennis <strong>van</strong>, tenminste, de basale<br />

uitgangspunten <strong>van</strong> het ambtenarenrecht.<br />

Mijn boodschap is <strong>een</strong> <strong>een</strong>voudige. Beschouw regels, voorschriften en procedures niet te snel en te<br />

gemakkelijk als <strong>een</strong> last. Probeer eerst vast te stellen waarom en voor wie ze als lust bedoeld zijn.<br />

22


8. De hulptroepen<br />

Je <strong>hoe</strong>ft niet lang in P&O-gem<strong>een</strong>teland rond te lopen om te weten dat je tal <strong>van</strong> vragen, problemen en<br />

verzoeken te behandelen krijgt. Vaak <strong>van</strong> zeer uit<strong>een</strong>lopende aard. Het berekeningsresultaat <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

individuele loonstrook, het ontwerp <strong>van</strong> <strong>een</strong> nieuwe <strong>werkt</strong>ijdenregeling, de opzet <strong>van</strong> <strong>een</strong> mobiliteitsplan,<br />

de doorrekening <strong>van</strong> begrotingscijfers, de aan de overwerkvergoedingsregeling te geven uitleg, de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> bewust-belonen-beleid, de organisatie <strong>van</strong> introductiebij<strong>een</strong>komsten voor nieuwe<br />

medewerkers, de opzet <strong>van</strong> <strong>een</strong> centraal opleidingsplan, het maken <strong>van</strong> <strong>een</strong> onkostenvergoedingsregeling,<br />

de concretisering <strong>van</strong> de integriteitsbepalingen, het maken <strong>van</strong> vacaturemeldingen. Het is slechts <strong>een</strong><br />

beperkt aantal voorbeelden. Veel, heel veel, andere zijn te noemen.<br />

En <strong>van</strong> jou wordt verwacht dat je op dat alles adequaat reageert en anticipeert.<br />

Soms bekruipt je het gevoel dat één dwaas méér kan vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden. En laat<br />

jij nou één <strong>van</strong> die wijzen zijn. Waar zijn die andere negen? Zijn ze er eigenlijk wel? Wees gerust, er zijn<br />

hulptroepen beschikbaar!<br />

Je (ex-) P&O-collega’s<br />

Om te beginnen vind je hulptroepen in je onmiddellijke, directe werkomgeving. Juist ja, die collega-P&Oer<br />

die bij je op je kamer <strong>werkt</strong>. Speciaal voor nieuwkomers: weet dat hij/zij ook <strong>een</strong>s als nieuwkomer is<br />

binnengestapt met meer vragen dan antwoorden. Hij/zij zal zich dat zeker herinneren! En dat niet all<strong>een</strong>:<br />

hij/zij zal <strong>van</strong>uit die eigen ervaringen zeker bereid zijn je te helpen. Sommige <strong>van</strong> die hij’s en zij’s doen<br />

dat als <strong>van</strong>zelf. Anderen moeten even <strong>een</strong> handje geholpen worden. Die soms noodzakelijke hulp kun jij<br />

ze bieden: vraag, vraag en vraag!<br />

Zonder dat ze het waarschijnlijk weten zijn ook je P&O-voorgangers goede hulptroepen. Zij lieten<br />

ongetwijfeld sporen na. Eén <strong>van</strong> de kenmerken <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke organisaties is dat ze redelijk goed<br />

gedocumenteerd zijn. Er is niet één gem<strong>een</strong>te zonder archief. Raadpleeg het! Maar al te vaak wordt<br />

vergeten dat uit de in gem<strong>een</strong>telijke archieven opgenomen stukken vaak wijze lessen voor de dag <strong>van</strong><br />

<strong>van</strong>daag en die <strong>van</strong> morgen zijn te halen. Veel <strong>van</strong> de beheerders <strong>van</strong> die archieven beschikken over <strong>een</strong><br />

uitstekend geheugen in combinatie met <strong>een</strong> prima ontwikkelde vaardigheid om niet parate kennis te<br />

achterhalen. Neem de proef gerust op de som. Vraag <strong>een</strong> archiefcollega om iets in de trant <strong>van</strong> ’Is hier ooit<br />

iets te doen geweest over ….’? Je zult verbaasd staan over de schat aan informatie die je ten deel valt.<br />

Andere collega’s binnen de gem<strong>een</strong>telijke organisatie<br />

Ook op andere plaatsen binnen de gem<strong>een</strong>telijke organisatie is vaak voor jou rele<strong>van</strong>te informatie te halen.<br />

Soms op onverwachte. Denk <strong>een</strong>s aan de financieel adviseurs die betrokken waren bij de beleidsadvisering<br />

over vraagstukken waar euro’s mee gemoeid waren. Of aan de juristen die P&O-bezwaarschriften<br />

behandelen en ondersteuning kunnen bieden bij het opzetten <strong>van</strong> formele regelgeving. Ook de al wat<br />

langer meelopende leidinggevenden in je omgeving zijn <strong>een</strong> prima informatiebron.<br />

P&O-ers buitenshuis<br />

Kun of wil je intern niet te koop lopen met je gemis aan kennis, hetg<strong>een</strong> overigens te betreuren zou zijn,<br />

ga dan naar buiten. Ook daar mogelijkheden te over om te achterhalen wat je weten wilt. Collega’s <strong>van</strong><br />

omliggende gem<strong>een</strong>ten en/of gem<strong>een</strong>ten <strong>van</strong> <strong>een</strong> soortgelijke om<strong>van</strong>g zijn als regel zeer hulpvaardig. Je<br />

zult ontdekken dat ze elkaar vaak niet all<strong>een</strong> kennen, maar ook het <strong>een</strong> en ander weten over jouw<br />

gem<strong>een</strong>te. En ze weten ook dat alle begin moeilijk is.<br />

23


Het CvA <strong>van</strong> de VNG<br />

Dan is er natuurlijk ons aller <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> Gem<strong>een</strong>ten. Die is <strong>van</strong> en voor de leden, de<br />

gem<strong>een</strong>ten in ons land. Op nagenoeg alle beleidsvelden kun je om raad, advies en informatie bij de VNG<br />

terecht. Voor P&O-onderwerpen neem je contact op met het College voor Arbeidszaken. Vragen stellen<br />

aan het CvA kan op verschillende manieren. Er is <strong>een</strong> dagelijks bezette telefonische helpdesk die de<br />

vragen inneemt en verspreidt over de medewerkers <strong>van</strong> het College voor Arbeidszaken. Via de mail of per<br />

telefoon krijg je binnen vijf werkdagen antwoord. Mailen kan ook: cva@vng.nl. Je vraag stellen via het<br />

regionale P&O-netwerk is <strong>een</strong> derde optie. Alle drie de opties zijn overigens gratis.<br />

Zie voor verdere informatie over de mogelijke betekenis <strong>van</strong> het CvA voor jou de ’Flyer College voor<br />

Arbeidszaken’ op de website <strong>van</strong> de VNG,<br />

Het A&O-fonds<br />

De Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds (A&O-fonds) is <strong>een</strong> initiatief <strong>van</strong> de gezamenlijke<br />

werkgevers en vakorganisaties in de sector gem<strong>een</strong>ten. Het fonds helpt en ondersteunt bij vernieuwende<br />

activiteiten in de sector op het gebied <strong>van</strong> arbeidsmarkt en P&O-beleid. Die hulp en ondersteuning wordt<br />

geboden door voorbeeldmateriaal, subsidies, brochures, de organisatie <strong>van</strong> trainingen en wat dies meer zij.<br />

Kijk voor het uitgebreide aanbod op www.aeno.nl<br />

Internet<br />

Ik wil niet nalaten ook te wijzen op het onvolprezen internet. Het werkwoord ’googelen’ heeft niet voor<br />

niets <strong>een</strong> plaatsje in Van Dale gekregen. De voorbije jaren zijn er nogal wat sites gebouwd die zich<br />

specifiek richten op P&O-onderwerpen. Ook daar <strong>een</strong> schat aan informatie.<br />

Digitaal beschikbaar is ook <strong>een</strong> andere informatiebron. De zogeheten ’nieuwsbrieven’. Nogal wat P&Ogerelateerde<br />

bedrijven bieden hun (potentiële) klanten per e-mail informatiebulletins aan. Dat doen zowel<br />

particuliere bedrijven als aan de overheid gelieerde organisaties als ABP, UWV en dergelijke. Ook het<br />

College voor Arbeidszaken biedt <strong>een</strong> nieuwsbrief aan (de CvA-Vakmail).<br />

Tot zover meerdere bronnen waar je terecht kunt voor hulp, informatie, advies en ondersteuning. En dat<br />

allemaal gratis en voor niets. Waar vind je dat <strong>van</strong>daag de dag?<br />

Externe bureaus<br />

Verder zijn er tal <strong>van</strong> in de overheid in het algem<strong>een</strong> en in gem<strong>een</strong>teland in het bijzonder gespecialiseerde<br />

adviesbureaus en dienstverleners. Grote en kleine. In meer, of juist mindere, mate gericht op het P&Oveld.<br />

Goede en minder goede. Die zijn niet gratis. De tarieven lopen zeer uit<strong>een</strong>. Ik teken daarbij aan dat<br />

mijn ervaring me heeft geleerd dat kwaliteit en hoogte <strong>van</strong> het tarief zich niet altijd rechtevenredig<br />

verhouden. Verricht als je de inzet <strong>van</strong> <strong>een</strong> extern bureau overweegt altijd wat referentieonderzoek. Het<br />

helpt buitengewoon bij het voorkomen <strong>van</strong> teleurstellingen.<br />

24


9. Speciaal voor de ingehuurde P&O-er<br />

Veel <strong>van</strong> de P&O-ers in gem<strong>een</strong>teland zijn in dienst <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te waarvoor ze werken. Maar ze<br />

kunnen ook worden ’ingehuurd’. Er zijn nogal wat organisaties op de markt waar je terecht kunt voor<br />

P&O-ers op tijdelijke basis. Speciaal voor P&O-ers die door zulke organisaties worden gedetacheerd,<br />

uitgel<strong>een</strong>d of iets dergelijks in dit boekje ook wat handreikingen voor hen.<br />

Kosten<br />

In overheidsland wordt (heel) veel geld ingezet voor de inhuur <strong>van</strong> externen. Zoveel dat de Tweede Kamer<br />

het kabinet wel <strong>een</strong>s heeft gevraagd om daar <strong>een</strong> nota over aan te bieden. Aan dat verzoek voldeed het<br />

kabinet met de notitie ’Meer Focus op Externe Inhuur’ (2004). In die nota wordt niet all<strong>een</strong> uit<strong>een</strong>gezet<br />

welke budgetten met het inhuren <strong>van</strong> externe partijen gepaard gaan. Er wordt ook in aangegeven op welke<br />

manier, met welke argumenten en met welke procedures overheidsbedrijven met het inhuren <strong>van</strong> ’derden’<br />

kunnen omgaan.<br />

Ook in gem<strong>een</strong>teland is er (toenemend) aandacht voor het verschijnsel inhuur. Dat blijkt bijvoorbeeld uit<br />

<strong>een</strong> rapportage <strong>van</strong> het onderzoeksbureau <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> Gem<strong>een</strong>ten, het SGBO. Dat<br />

onderzoeksbureau publiceerde in 2002 het boekje ’Advies: koop verstandig in’. Er is dus belangstelling<br />

voor inhuur. Overheidsinstellingen proberen, nog steeds toenemend, zeer bewust om te gaan met<br />

gem<strong>een</strong>schapsgeld. Niet omdat de overheid voor het spreekwoordelijke dubbeltje op de eerste rang wil<br />

zitten. Wel omdat overheidsgeld gem<strong>een</strong>schapsgeld is. Ook bij het uitgeven <strong>van</strong> overheidseuro’s wordt<br />

’waar voor het geld’ gezocht.<br />

Van belang is dat je tijdens het vervullen <strong>van</strong> je opdracht voortdurend voor ogen houdt dat je geld kost.<br />

Jouw eigen bedrijf denkt vaak in termen <strong>van</strong> declarabele en niet-declarabele uren. Opdrachtgevers doen<br />

iets soortgelijks. Zij denken in termen <strong>van</strong> productieve en niet-productieve uren! Schrik niet als je in <strong>een</strong><br />

voorkomend geval buiten gesloten wordt omdat je, bijvoorbeeld, niet deel <strong>hoe</strong>ft te nemen aan het reguliere<br />

werkoverleg binnen de afdeling waar je je opdracht vervult. Er zijn opdrachtgevers die beredeneren dat<br />

daar over veel meer onderwerpen wordt overlegd dan voor het vervullen <strong>van</strong> jouw opdracht nodig is. Ze<br />

geven er daarom de voorkeur aan de voor jou rele<strong>van</strong>te zaken in korte bilaterale contacten met je te<br />

bespreken. Om dezelfde reden kan het voorkomen dat je niet deel zult nemen aan leuke<br />

teambuildingsactiviteiten en dat jouw declaratie waarop je het bezoek aan <strong>een</strong> jubileumreceptie declareert<br />

niet wordt gefiatteerd.<br />

Keuzecriteria<br />

Weet dat gem<strong>een</strong>ten hun beslissing om <strong>een</strong> bepaalde externe dienstverlener juist wel of niet te kiezen,<br />

kunnen baseren op verschillende argumenten. In <strong>een</strong> incidenteel geval is dat uitsluitend de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

het beschikbare budget afgezet tegen jouw uurtarief. Vaker is het <strong>een</strong> combinatie <strong>van</strong> factoren die de<br />

keuze op jouw organisatie deed vallen. Denk aan eerder met jouw bedrijf opgedane ervaringen, het op<br />

korte termijn beschikbaar zijn en het imago in gem<strong>een</strong>teland <strong>van</strong> je werkgever. Ook de in de offerte<br />

opgenomen doorlooptijd die nodig is om de klus te klaren speelt vaak mee.<br />

Waarom word je ingehuurd<br />

Realiseer je óók dat er verschillende redenen kunnen zijn op grond waar<strong>van</strong> je wordt ingehuurd. Vaak gaat<br />

het om het opvullen <strong>van</strong> <strong>een</strong> tijdelijk capaciteitstekort. In andere situaties word je ingehuurd omdat intern<br />

de benodigde expertise ontbreekt. Nog meer redenen komen voor. Bijvoorbeeld: door jouw inzet wordt de<br />

25


onafhankelijkheid en objectiviteit <strong>van</strong> <strong>een</strong> advies extra gewaarborgd. Je kunt ook ingezet worden om <strong>een</strong><br />

dossier af te ronden waarover de interne opvattingen (te) ver uit<strong>een</strong> zijn gaan lopen. Ook het door <strong>een</strong><br />

externe partij bevestigd of juist ontkend krijgen <strong>van</strong> <strong>een</strong> intern al geformuleerd standpunt kan <strong>een</strong> reden<br />

zijn je in te huren.<br />

Wat behelst de opdracht?<br />

En dan ben je daar. Om ’de’ opdracht te vervullen. Zorg er voor dat je zo nauwkeurig als mogelijk weet<br />

wat die opdracht behelst. Neem <strong>van</strong> me aan dat die vaak verder gaat dan de kale inhoud all<strong>een</strong>. Verdiep je<br />

zeker ook in de verwachtingen die je opdrachtgever heeft, in het tempo waarmee de klus geklaard moet<br />

worden en de mate <strong>van</strong> interactie die <strong>van</strong> jou met interne medewerkers wordt verwacht. Stel aan jezelf<br />

gerust <strong>een</strong>s de vraag wanneer de opdracht als ’afgerond’ kan worden beschouwd. Aan welke criteria moet<br />

dan zijn voldaan? Hoe <strong>van</strong>zelfsprekend mogelijk ook, verdiep je vooraf in dit soort aspecten. Niets is<br />

vervelender dan er achteraf met je opdrachtgever over in discussie te raken.<br />

De opdrachtgever<br />

Wie je opdrachtgever is? Strikt zakelijk gezien natuurlijk die ene gem<strong>een</strong>te. Begrijp dat achter deze wat<br />

formele benadering veelal <strong>een</strong> andere praktijk steekt. Ga op zoek naar <strong>een</strong> gezicht <strong>van</strong> je opdrachtgever.<br />

Om welke functionaris(sen) gaat het? Het hoofd P&O, het managementteam, de gem<strong>een</strong>tesecretaris, <strong>een</strong><br />

directeur? Vergeet daarbij niet oog te hebben voor andere aspecten die <strong>van</strong> belang kunnen zijn. Leven er<br />

bij medewerkers, de ondernemingsraad, vakorganisaties, leidinggevenden, etc. bijzondere wensen of<br />

belangen? Zorg dat je ze kent. Vraag ernaar bij je opdrachtgever. Kennis <strong>van</strong> dat soort zaken is vaak<br />

broodnodig om je opdracht succesvol te kunnen vervullen.<br />

Spagaat<br />

Bedenk verder dat elke adviseur <strong>een</strong>s voor het volgende dilemma komt te staan. Ga je schrijven wat de<br />

ander lezen wil, of schrijf je op wat jij vindt dat er geschreven moet worden. Het is <strong>een</strong> spagaat waarin<br />

veel adviseurs zich bij tijd en wijle gemanoeuvreerd weten. Ik verwijs je op dit punt graag naar het deel<br />

<strong>van</strong> dit boekje waar het gaat om de rol en houding <strong>van</strong> <strong>een</strong> P&O-adviseur in gem<strong>een</strong>teland.<br />

Ook jij weet niet alles<br />

Begrijp dat opdrachtgevers je tijdens het vervullen <strong>van</strong> je opdracht beschouwen als <strong>een</strong> expert. Je wordt<br />

niet voor niets ingehuurd. Zorg ervoor dat je de materie waarop je wordt ingezet beheerst en dat je <strong>van</strong> de<br />

<strong>hoe</strong>d en de rand weet. Natuurlijk weet (ook) jij niet alles. Dat is niet erg. Maar: al te vaak is gebleken dat<br />

het beter is om (op tijd) aan te geven dat je iets niet weet in plaats <strong>van</strong> te blijven aanmodderen. Schroom<br />

niet om <strong>een</strong> gemis aan kennis te melden aan je opdrachtgever. Koppel er dan wel <strong>een</strong> oplossing aan om in<br />

de lacune te voorzien. Bijvoorbeeld door terug te vallen op de backoffice <strong>van</strong> je eigen organisatie.<br />

After sales<br />

Je opdracht is vervuld. Klaar is Kees. Pas op: zo <strong>een</strong>voudig steekt de kijk <strong>van</strong> opdrachtgevers op<br />

ingehuurde externe adviseurs vaak niet in elkaar. Wat nazorg en normale, goedbedoelde belangstelling<br />

achteraf wordt vaak op prijs gesteld. Bel <strong>een</strong>s op en vraag of er nog <strong>een</strong> open eindje is en of je<br />

opdrachtgever met jouw werkresultaat echt verder is gekomen. En doe dat dan echt bij wijze <strong>van</strong> nazorg<br />

en niet als acquisitie!<br />

26


10. Hoe je dat kunstje flikt<br />

Een veelheid aan vragen en op te lossen problemen. Beperkt beschikbare tijd. Te weinig mogelijkheden<br />

om je diepgaand in de materie te verdiepen. Met honderd dingen tegelijk bezig zijn. Alles moest gisteren<br />

klaar. Ieder<strong>een</strong> trekt aan me. Een greep uit de verzuchtingen die mij, zeker door de wat minder ervaren<br />

P&O-collega’s, regelmatig zijn voorgehouden.<br />

Hoe in deze hectiek overeind te blijven, de goede dingen niet all<strong>een</strong> goed te doen, maar ook nog in de<br />

goede volgorde?<br />

Zie voor het antwoord in elk geval andere delen <strong>van</strong> dit boekje. Ga goed om met de verschillen tussen<br />

gem<strong>een</strong>ten, heb notie <strong>van</strong> de betekenis <strong>van</strong> ’het Huis <strong>van</strong> Thorbecke’, ken en gebruik de overlegstructuur,<br />

zoek in de CAR-UWO, zoek de hulptroepen en zet ze in, beheers de noodzakelijke regels, enzovoorts. Dat<br />

alles bij wijze <strong>van</strong> verplichte kost! Niet all<strong>een</strong> mijn persoonlijke ervaring maar evenzeer die <strong>van</strong> vele<br />

andere P&O-ers in gem<strong>een</strong>teland, hebben ’bewezen’ dat je er niet om h<strong>een</strong> kunt.<br />

In aanvulling op dat alles hierna aandacht voor <strong>een</strong>, wat ik zou willen noemen, bepaalde ’werkattitude’<br />

waarmee <strong>een</strong> P&O-er in gem<strong>een</strong>teland zijn voordeel kan doen.<br />

Werkattitude, dat klinkt plechtig, maar zo is het niet bedoeld. Het gaat om, niet meer en niet minder, wat<br />

tips en trucs. Tips en trucs die je het P&O-werk wat gemakkelijker maken, helpen het overzicht te houden,<br />

verhoudingen verduidelijken, enzovoorts. Kortom, ze kunnen je het leven als P&O-er nog aangenamer<br />

maken. Ze zijn ontl<strong>een</strong>d aan praktijk <strong>van</strong> alle dag.<br />

Heldere positie<br />

De werkzaamheden die je moet verrichten, zullen ongetwijfeld op papier staan. Is het niet in de<br />

vacaturemelding waarop je reageerde dan is er ongetwijfeld <strong>een</strong> taak- of functiebeschrijving, <strong>een</strong><br />

functieprofiel of iets dergelijks op je <strong>van</strong> toepassing. Je weet dus wat er <strong>van</strong> je verwacht wordt? Wat mij<br />

betreft niet helemaal. Zorg er voor dat je ook zicht hebt, of <strong>hoe</strong> dan ook krijgt, op je plaats op het P&Ospeelbord<br />

in de gem<strong>een</strong>te waar je <strong>werkt</strong>. Weet voor wie je het allemaal doet. Ben je de behartiger <strong>van</strong> de<br />

belangen <strong>van</strong> de medewerkers? Ondersteun je het management? Doe je <strong>van</strong> allebei <strong>een</strong> beetje?<br />

Heldere antwoorden op dit soort vragen helpen je. Het omgekeerde is ook waar. Sterker, het ontbreken<br />

er<strong>van</strong> brengt je gegarandeerd op enig moment aan het twijfelen en erger, vaak ook in <strong>een</strong> lastig parket.<br />

All<strong>een</strong> al je functienaam, adviseur personeel en organisatie of iets dergelijks, al. Ben er op beducht dat,<br />

zonder dat het vaak hardop wordt gezegd, menig<strong>een</strong> zich in je omgeving afvraagt wat dat wil zeggen.<br />

Zeker dat woordje ’personeel’ geeft daar aanleiding toe. Adviseer je aan, of juist over personeel. De<br />

praktijk leert dat beide tegelijkertijd goed doen verhipte lastig is. Goede adviezen aan medewerkers zijn<br />

niet altijd goede adviezen aan leidinggevenden. Omgekeerd geldt trouwens het zelfde.<br />

Een heldere keuze kan zijn dat je als P&O-er het belang dient <strong>van</strong> het management en de organisatie als<br />

geheel en niet dat <strong>van</strong> individuele medewerkers. Voor dat laatste zijn dan anderen. Vakorganisaties,<br />

rechtsbijstandverzekeraars en andere externe adviseurs. In deze variant ben je als P&O-adviseur in je<br />

contacten met medewerkers het verlengstuk <strong>van</strong> de leiding. Je informeert medewerkers over hun rechten<br />

en plichten, legt ze uit <strong>hoe</strong> het P&O-beleid in elkaar zit en waarom het beleid is zoals het is. Uit naam <strong>van</strong><br />

de leiding. Je laat je in contacten met medewerkers niet verleiden tot zinnen die beginnen met ’Als ik jou<br />

was dan zou ik’ of woorden <strong>van</strong> gelijke strekking. Tenzij je die zin afmaakt met de woorden ’naar mijn<br />

27


leidinggevende gaan om het <strong>een</strong> en ander met hem te bespreken’. In deze optie zien medewerkers je als<br />

’werkgever’. Het is <strong>een</strong> optie die de lijn tussen P&O-adviseur en leidinggevenden open houdt.<br />

Een net zo heldere keuze kan zijn dat je functioneert als <strong>een</strong> belangenbehartiger voor medewerkers in je<br />

organisatie. Medewerkers zullen je beschouwen als hun steun en toeverlaat en de sleutel die vele deuren<br />

opent. Leidinggevenden zullen net iets anders over je denken. Sta er niet <strong>van</strong> te kijken dat ze je in deze<br />

variant ’soms even niet nodig hebben’.<br />

In mijn praktijk werk ik op basis <strong>van</strong> de eerste keuze. Onverlet mijn respect voor de andere optie. Maar<br />

kiezen, de keuze manifest maken en uitdragen in houding, gedrag en opvattingen is in beide varianten<br />

absoluut nodig. Ik zag te veel P&O-collega’s op dit punt struikelen om het voorgaande niet met zoveel<br />

nadruk aan je voor te houden. En overigens, maak niet zelf de keuze. Ook daarover is menig collega<br />

gestruikeld. Zorg er voor dat er gekozen (lees: besloten) wordt door degenen die dat moeten doen.<br />

Opdrachtgever en opdrachtnemer<br />

Hoewel de verleiding soms groot is dat te denken, g<strong>een</strong> enkele P&O-er in gem<strong>een</strong>teland is ’kleine<br />

zelfstandige’.<br />

Je maakt niet zelf uit waaraan, wanneer en <strong>hoe</strong> je <strong>werkt</strong>. Stel jezelf de vraag wie je opdrachtgever is,<br />

realiseer je dat jij opdrachtnemer bent en laat de betekenis <strong>van</strong> ’wie baas is, bakt koek’ tot je doordringen.<br />

Dat is <strong>een</strong> wat hiërarchisch getinte benadering. Ik weet dat sommige P&O-ers daar niet zo happig op zijn.<br />

Noem dan je opdrachtgevers klanten. Als je daar voor kiest, laat dan de betekenis <strong>van</strong> ’de klant is koning’<br />

tot je doordringen.<br />

Hoe dan ook, zorg dat je weet wat je moet doen. Achterhaal, zo concreet als mogelijk, wat er <strong>van</strong> je<br />

verwacht wordt. Lees het hoofdstukje ’speciaal voor de ingehuurde P&O-er’ in dit boekje <strong>een</strong>s. Als je, als<br />

P&O-er-in-vaste-dienst, jouw doen en laten benadert <strong>van</strong>uit de verhouding opdrachtgever/opdrachtnemer<br />

dan zul je ontdekken dat de inhoud <strong>van</strong> dat hoofdstukje niet all<strong>een</strong> voor ingehuurde P&O-ers rele<strong>van</strong>t is.<br />

Adviseer, besluit niet<br />

Maar al te vaak heb ik het zien gebeuren: de P&O-adviseur die op de stoel <strong>van</strong> de manager gaat zitten.<br />

Doe dat nooit! Dat loopt slecht af (niet voor de manager). Besluiten nemen is iets anders dan adviseren. Jij<br />

bent als P&O-er ingehuurd om te adviseren. Managers om te besluiten.<br />

Realiseer je wat het wezenskenmerk <strong>van</strong> <strong>een</strong> advies is: degene die er over besluiten moet heeft de<br />

bevoegdheid en mogelijkheid het naast zich neer te leggen. Jouw advies overnemen of niet, is <strong>een</strong> keuze<br />

die de beslisser maakt.<br />

De portefeuillehouder P&O<br />

Weet dat waar het gaat om de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe zaken en de bedrijfsvoering sommigen <strong>van</strong> die<br />

portefeuillehouders zich terughoudend opstellen. Anderen willen juist frequent en diepgaand betrokken<br />

zijn en worden.<br />

Personeel en organisatie is, zo leert de praktijk, niet de portefeuille die op de politiek-bestuurlijke agenda<br />

het hoogst scoort. Dat neemt niet weg dat het <strong>een</strong> echte portefeuille is! Er gaat veel geld in om en P&Obeleidskeuzes<br />

moeten bijdragen aan en aansluiten op keuzes op andere beleidsvelden.<br />

28


Stem met jouw portefeuillehouder goed af waar zijn/haar be<strong>hoe</strong>ftes liggen om betrokken te zijn en te<br />

blijven bij hetg<strong>een</strong> waarmee je als P&O-er bezig bent. Vergeet dat niet standaard te doen als sprake is <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> ’wisseling <strong>van</strong> de wacht’!<br />

Zeg wat je doet<br />

Maak in je directe P&O-werkomgeving voortdurend duidelijk wat je aan het doen bent. Houd je P&Ocollega’s<br />

op de hoogte <strong>van</strong> waar je mee bezig bent of gaat. Organiseer met <strong>een</strong> vaste, en bij voorkeur<br />

hoge, frequentie werkbesprekingen met elkaar. De ’keek <strong>van</strong> de week’. Koot-en-Bie-kenners weten wat ik<br />

bedoel. Neem de stand <strong>van</strong> zaken door met betrekking tot dossiers waaraan je gezamenlijk <strong>werkt</strong> en meld<br />

bijzonderheden in je individuele werkpakket. Je voorkomt dat je elkaar verrast, kunt andere collega’s<br />

adequaat informeren of doorverwijzen, bevordert het zijn <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>een</strong>heid en voorkomt onnodig ’shoppen’<br />

door anderen. Solistisch opereren biedt louter schijnzekerheid!<br />

Informeer en communiceer ook met je opdrachtgevers. Probeer die informatie en communicatie zo veel<br />

mogelijk te verbinden aan concrete opdrachten en afspraken. Doe dat met regelmaat. Spreek met de<br />

leidinggevenden waarvoor je consulent bent niet af dat je elkaar (weer) treft als daar be<strong>hoe</strong>fte aan is.<br />

Vraag in plaats daar<strong>van</strong> met welke frequentie men je aan tafel wil hebben. Leg die afspraken in beide<br />

agenda’s vast. Beter <strong>een</strong> keer elkaar aankijken en vaststellen dat g<strong>een</strong> overleg nodig is dan door <strong>een</strong><br />

ongestructureerde manier <strong>van</strong> werken g<strong>een</strong> tijd hebben voor <strong>een</strong> overleg dat echt nodig is.<br />

Doe wat je zegt<br />

Loze beloften, onterecht gewekte verwachtingen. Dodelijk! Voor ieder<strong>een</strong> in het algem<strong>een</strong> en voor<br />

adviseurs in het bijzonder. Afspraak is afspraak. Zowel naar inhoud als tijd. Houd je er aan. Op die manier<br />

’bouw’ je <strong>een</strong> stevige relatie met je opdrachtgevers. Die is nodig. Al was het maar omdat je ze niet altijd<br />

goed nieuws zult brengen.<br />

En lukt het <strong>een</strong> keertje niet te doen wat je hebt gezegd? G<strong>een</strong> ramp. Maar zie hiervoor: communiceer en<br />

informeer er over met degene die om je werkresultaat verlegen zit.<br />

Ken je beperkingen<br />

Ik gaf het hiervoor al aan: ga niet op de stoel <strong>van</strong> <strong>een</strong> ander zitten. Daarin ligt <strong>een</strong> beperking besloten. Een<br />

andere beperking waarop ik wijzen wil is die <strong>van</strong> je kennis en kunde. Niemand weet en kan alles. Zelfs<br />

P&O-adviseurs niet.<br />

Schroom niet je beperkingen te melden aan je opdrachtgever. Verbind er wel <strong>een</strong> oplossing aan om in de<br />

lacune te voorzien.<br />

Structureer<br />

Breng structuur aan in je werk. Probeer te plannen en te ordenen wat kan. Wen jezelf aan om verslagen,<br />

notities, memo’s, brieven en dergelijke die je moet maken naar aanleiding <strong>van</strong> besprekingen direct na<br />

afloop er<strong>van</strong> te maken. De zaken zitten dan nog vers in het geheugen en laten zich gemakkelijker<br />

reproduceren dan <strong>een</strong> aantal dagen later. Het helpt om voor <strong>een</strong> gesprek waar<strong>van</strong> je <strong>een</strong> verslag moet<br />

maken net <strong>een</strong> kwartiertje meer in te plannen. Gebruik dat kwartiertje voor dat verslagje.<br />

Voorzie je adviezen die gaan leiden tot correspondentie direct <strong>van</strong> conceptbrieven. Degene die over je<br />

adviezen besluit ziet dan ’aan de voorkant’ waar het naar toe gaat en op uitdraait. Bovendien <strong>hoe</strong>f je jezelf<br />

niet op twee afzonderlijke momenten in hetzelfde onderwerp te verdiepen.<br />

29


Ongetwijfeld maak je gebruik <strong>van</strong> <strong>een</strong> tekstverwerker, spreadsheet en presentatie-pakket. Waarschijnlijk<br />

moet je je ge<strong>werkt</strong>e uren verantwoorden met behulp <strong>van</strong> weer andere software. Ook <strong>een</strong> digitale agenda en<br />

<strong>een</strong> mailbox behoren ongetwijfeld tot je standaarduitrusting. Verschillende hulpmiddelen met<br />

verschillende doelen. Maar ook met <strong>een</strong> over<strong>een</strong>komst. Ze vragen allemaal om enige structuur. Mailboxen<br />

met 200 (of nog meer) berichten zijn onhandelbaar. Zo ook <strong>een</strong> Word-map met tientallen documenten<br />

over de meest uit<strong>een</strong>lopende zaken. Breng er orde in. Het op <strong>een</strong>zelfde manier opbouwen <strong>van</strong> je<br />

verschillende digitale werk-archieven bespaart je ongelooflijk veel onnodig en tijdrovend zoekwerk!<br />

Bijkomend voordeel <strong>van</strong> het op gelijke wijze ordenen <strong>van</strong> je digitale werk-archieven: anderen vinden er,<br />

als dat nodig is, in wat ze zoeken.<br />

Trap niet in de verleiding om elk inkomend mailberichtje waar<strong>van</strong> je pc melding maakt onmiddellijk te<br />

lezen. All<strong>een</strong> de omschrijving <strong>van</strong> het onderwerp vertelt je vaak al of er aanleiding is dat wel te doen.<br />

Neem andere mails op dagelijks vaste momenten door. Ter geruststelling daarbij, weet dat de meeste<br />

verzenders <strong>van</strong> mail, anders dan menig<strong>een</strong> doet voorkomen, er echt niet <strong>van</strong>uit gaan dat elk verzonden<br />

bericht onmiddellijk wordt geopend.<br />

Standaardiseer<br />

Degenen die al wat langer meedraaien zullen het je bevestigen. Nogal wat onderwerpen komen met enige<br />

regelmaat terug. Hoe vaak moet je niet <strong>een</strong> selectieprocedure begeleiden, <strong>een</strong> adviesje maken over het<br />

toekennen <strong>van</strong> ouderschapsverlof, <strong>een</strong> LOGA-circulaire ter vaststelling aan het college aanbieden, <strong>een</strong><br />

verzoekje om toepassing <strong>van</strong> het fietsplan afwerken, <strong>een</strong> werkplekonderzoek organiseren, of iets<br />

dergelijks. Het leeuwendeel <strong>van</strong> die vaak terugkerende werkzaamheden is hetzelfde. Vaak zijn het maar<br />

enkele variabelen die wisselen. Maak <strong>van</strong> die wetenschap gebruik. Ontwerp standaardformulieren,<br />

formats, en dergelijke. Het biedt bovendien <strong>een</strong> gestructureerde mogelijkheid om de kwaliteit <strong>van</strong><br />

berichten, brieven, formulieren en dergelijke te verbeteren.<br />

Een andere vorm <strong>van</strong> standaardisatie is het beschrijven <strong>van</strong> je P&O-werkprocessen. Leg vast wie, wat,<br />

wanneer en <strong>hoe</strong> moet doen om bepaalde zaken voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld het verloop <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

wervings- en selectieprocedure. Je voorkomt op die manier dat in de drukte <strong>van</strong> alle dag noodzakelijke<br />

stappen worden vergeten.<br />

Nog gemakkelijker wordt het als je de beschrijving <strong>van</strong> werkprocessen combineert met de hiervoor<br />

bedoelde standaardformulieren. Dat is mogelijk wat abstract, maar de werkelijkheid is simpel. Een<br />

voorbeeld ter verduidelijking. Aan <strong>een</strong> actie als ’brief schrijven aan verzoeker’ is <strong>een</strong>voudig de link te<br />

verbinden ’zie model 7’.<br />

Echt effectief en efficiënt wordt deze gestandaardiseerde manier <strong>van</strong> werken als je met je collega’s af kunt<br />

spreken dat ieder<strong>een</strong> in jouw P&O-omgeving met dezelfde werkprocessen en formats <strong>werkt</strong>. Het<br />

bevordert <strong>een</strong> uniform gezicht <strong>van</strong> P&O naar je interne klanten, komt de kwaliteit ten goede, getuigt <strong>van</strong><br />

professionaliteit en biedt betere mogelijkheden elkaars werk even over te nemen als dat nodig is.<br />

De koninklijke weg<br />

Handel zaken af via de wat ik zou willen noemen ’koninklijke weg’. Doe de zaken in de goede volgorde.<br />

Neem de intern vastgestelde en/of door externen voorgeschreven procedurele voorschriften in acht.<br />

Hoe goed vaak ook de bedoelingen zijn, afwijken <strong>van</strong> de koninklijke weg leidt <strong>een</strong> keer tot brokken. Als,<br />

bijvoorbeeld, de afspraak is eerst advies <strong>van</strong> het managementteam in te winnen en daarna naar het college,<br />

doe dat dan ook in die volgorde.<br />

30


Clean desk<br />

Al wel <strong>een</strong>s wat moeten zoeken op <strong>een</strong> bureau <strong>van</strong> <strong>een</strong> ander tussen stapels, stapeltjes, mapjes,<br />

plakkertjes, opengeslagen archiefmappen, orders en schrijfblocs? Een ramp, nietwaar? Chaos leidt al snel<br />

tot nog meer chaos. En fouten. Zorg dat het anderen bij jou niet overkomt.<br />

Maak er <strong>een</strong> gewoonte <strong>van</strong> je bureau schoon te houden. Draag aan het archief over wat is afge<strong>werkt</strong>. Het<br />

voorkomt niet all<strong>een</strong> (het ontstaan <strong>van</strong>) chaos en fouten, het doet ook recht aan de bescherming <strong>van</strong> de<br />

vaak vele vertrouwelijke gegevens waarmee je <strong>werkt</strong>.<br />

Het riet<br />

Ben buigzaam als het riet, maar knak niet. Waai niet met alle winden mee. Houd de rug recht. Zie hier wat<br />

vingerwijzingen voor wat betreft je core-business: je advisering.<br />

Elke adviseur, ook jij als P&O-adviseur, loopt er <strong>een</strong>s tegen aan. Adviseer ik wat ik <strong>van</strong>uit mijn expertise<br />

adviseren moet, of adviseer ik wat mijn opdrachtgever horen wil? Sommigen noemen het <strong>een</strong> dilemma,<br />

anderen <strong>een</strong> spagaat.<br />

Mijn advies: adviseer zoals dat op basis <strong>van</strong> je expertise moet en heb daarbij oog voor de context en de<br />

doelstelling <strong>van</strong> je opdrachtgever. In het tweede deel <strong>van</strong> de vorige zin zit de ruimte. Maar al te vaak is er<br />

niet één alles zaligmakende oplossing. Het is handig en verstandig bij het beschouwen <strong>van</strong> de<br />

alternatieven niet uitsluitend en all<strong>een</strong> te zoeken naar de vakinhoudelijk meest aantrekkelijke oplossing.<br />

De context waarin <strong>een</strong> probleem moet worden opgelost kan wel zeker <strong>van</strong> belang zijn voor de<br />

uiteindelijke keuze. Zo ook de doelstellingen <strong>van</strong> degene aan wie je adviseert. Maar …….. geef never<br />

nooit <strong>een</strong> advies af dat pertinent in strijd is met hetg<strong>een</strong> je professionaliteit gebiedt te adviseren. Ook al is<br />

de inhoud <strong>van</strong> de boodschap dan nog zo teleurstellend voor wie dan ook.<br />

Mandaat<br />

Zonder afbreuk te willen doen aan wie of wat dan ook: voor nogal wat P&O-vraagstukken die betrekking<br />

hebben op individuele medewerkers geldt dat de oplossing redelijk standaard is. Denk aan verzoekjes om<br />

deelname aan <strong>een</strong> fietsplan, de koop- of verkoop <strong>van</strong> uren, de toekenning <strong>van</strong> onkostenvergoedingen, en<br />

dergelijke.<br />

Nog maar al te vaak doorlopen dergelijke zaken het hele formele circuit. Tot en met het college toe.<br />

Probeer daar <strong>een</strong> eind aan te (laten) maken. Streef mandaatbevoegdheden aan hiërarchisch<br />

leidinggevenden na. Het draagt bij aan het daadwerkelijk (kunnen) nemen <strong>van</strong> verantwoordelijkheden<br />

door leidinggevenden, ontlast het bestuurlijke circuit, bevordert het tempo <strong>van</strong> afdoening en bespaart<br />

P&O-ers werk.<br />

31


11. Dank, dank en nog <strong>een</strong>s dank<br />

In de inleiding gaf ik het al aan: Dit boekje is geschreven <strong>van</strong>uit de combinatie <strong>van</strong> tweeërlei ervaringen.<br />

Die <strong>van</strong> mij en <strong>van</strong> nieuwkomers in het P&O-vak in onze sector. En ook dat ik zou proberen steeds<br />

terugkomende vragen <strong>van</strong> pas begonnen jonge P&O-honden en andere nieuwkomers in onze sector te<br />

verbinden aan de wijze lessen die ik <strong>van</strong> anderen kreeg toen ze mij hielpen weer op te staan. Want ook ik<br />

struikelde en viel. Tot op de dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag. Dank aan degenen die me al die jaren hielpen weer<br />

overeind te krabbelen en te blijven.<br />

Dank vooral aan alle P&O-jeugdigen en nieuwkomers <strong>van</strong> nu die bereid waren hun vragen, kritieken,<br />

onzekerheden en be<strong>hoe</strong>ften met me te delen! Zij waren het die me ertoe brachten dit boekje te schrijven.<br />

Last but not least dank aan het College <strong>van</strong> Arbeidszaken <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> Gem<strong>een</strong>ten.<br />

Ik dank het CvA in de persoon <strong>van</strong> Gerard Heetman voor zijn inhoudelijke feedback op mijn concepten en<br />

zeer in het bijzonder in de persoon <strong>van</strong> Renate Kuijten. Zij coördineerde en ondersteunde met het haar zo<br />

kenmerkende elan en <strong>een</strong> nimmer aflatend enthousiasme de totstandkoming <strong>van</strong> dit boekje.<br />

Valkenswaard,<br />

November 2009,<br />

Chris de Regt.<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!