11.07.2015 Views

199501

199501

199501

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

xxxxv -1995 :JANUARI - MAARTNO.lUIT DE INHOUD:- Herinneringenaan LvH- Een tunnel aan deWillemstraat- · Het testament vanWillem Franssen- Kind van een joodsevader


Het Land Van HerleNadruk van artikelen of gedeelten daarvan zonder vergunning van de redactie is verboden.De inhoud van de ondertekende artikelen blijft voor de verantwoordelijkheid van deschrijvers.- Herinneringen aan LvH 3(door M.A. van der Wijst)- Heerlens grootste wens: een tunnel aan de Willerostraat 6(door Marcel Put)- Het testament van Willem Franssen (1661-1733), schout van Hoensbroek 17(door M.A. van der Wijst)- Kind van een joodse vader 23Kroniek van de familie Keppels Lipmann Pakula(door Jacob Keppels)UITGAVE: STICHTING HISTORISCHE KRING "HET LAND VAN HERLE"p/a Postbus 1, 6400 AA Heerlentel: 045-604581, Giro: 2069907.Bestuur:Drs. L. Augustus, voorzitter; mevr. M.G.G. Bouwkamp, secretaris;drs. L.J.M. Pierey, penningmeester; R. Braad.Redactie:Drs. L. Augustus, R. Braad, drs. M.A. van der Wijst,J. Claessen, drs. Th. Snieckers.Redactiesecretaris:Drs. M. van DijkVerschijnt driemaandelijks.Abonnementen per jaar f 20,- Losse nummers f 6,50Looptijd van het abonnement uitsluitend per kalenderjaar.Bij tussentijdse bestellingen worden reeds verschenen nummers,voor zover mogelijk, nageleverd.ISSN 0166-2988.Lay-out: Leon van Dorp.Druk: ZOL-bedrijven DAC, Heerlen.


Het Land Van HerleM.A. VAN DER WIJSTHERINNERINGEN AAN LvHBij de vtenng van het 50-jarig bestaanvan Het Land van Herle en het ophalenvan herinneringen uit de voorbije jaren,stuit men vanzelf op de persoon die nietalleen aan de wieg van onze stichtingheeft gestaan, maar ook, vooral in demoeilijke beginjaren en de daarop volgendeperiode, toen het een kwestie vandoorzetten werd, de grote initiator enstimulator is geweest van de historischekring in al zijn verschijningsvormen. Alsik dit schrijf, herinner ik mij een complimentzijnerzijds, dat ik niet alleen langezinnen gebruikte, maar ze ook nog afmaakte.Of dit een verdiend complimentis, is een andere zaak.Ik weet nog steeds niet zeker of hettoeval was, dat de initialen LvH (Landvan Herle) overeenkomen met de initialenL.v.H. (L. van Hommerich). Wie methem kennismaakte, maakte zonder meerook kennis met Het Land van Herle.Toen ik in 1973 solliciteerde bij het Archiefen Museum, zoals de dienst toenheette, gevestigd in het achterste gedeeltevan de schouwburg en bereikbaar viaeen nauwelijks te vinden achterdeur,werd er door directeur van Hommerichnauwelijks minder aandacht besteed aande werkgroep en het tijdschrift, als wezenlijkeonderdelen van mijn toekomstigwerk, dan aan alle andere taken van dedienst samen.Ook in de latere jaren dat ik de op 3december 1976 te vroeg en te plotselingoverleden heer Van Hommerich heb gekend,was één ding duidelijk: hij en HetLand van Herle waren totaal met elkaarvergroeid. 1Hoe is alles begonnen?Op 4 april 1945 was op initiatief van detoen 35 jaar oude archivaris Van Hommericheen groep 'beoefenaren der geschiedenis'bijeengekomen in zijn werkkamer.Men wilde meer gestructureerdgaan werken aan de regionale geschiedenisen elkaar stimuleren in de beoefeningervan. In de praktijk uitte zich dit regelmatigebijeenkomsten en, sedert eind1950, ook via publicaties in het tijdschriftHet Land van Herle, dat aanvankelijknog 'Bulletin' heette. Van Hommerichwas tevens beheerder van de oudheidkundigevondsten in Heerlen. Dat hijzelf steeds op alle terreinen voorop liep,blijkt onder meer uit zijn vele publicaties,artikelen en bijdragen aan het periodiek.2De vergaderingen van de nu nogsteeds bijeenkomende werkgroep vanHet Land van Herle waren evenzovele,geschiedkundig gezien exclusieve hoogtepunten,voorafgegaan door het sjouwenmet stoelen die telkens geleendwerden in de schouwburg. Ik zie hemnog als voorzitter van de werkgroep1995 afl.l


1995 afl.lHet Land Van Herle4voor me. De spreker ontving hij vaakdoor hem met gestrekte armen tegemoette lopen. Voordat deze aan de beurtkwam had Van Hommerich in zijn inleidendwoord al zo veel over het te behandelenthema verteld - hij had namelijkalle beschikbare literatuur tevoren albestudeerd - dat de spreker al midden inzijn onderwerp zat, als hij begon. Daarstond tegenover dat hij iedereen steedsstimuleerde om zélf historisch onderzoekte doen, te publiceren en op de eigenwijze bijdragen te leveren. Eén vande taken was ook het voorzichtig stimulerenvan het bezoek .aan de leeszaal,toen nog niet studiezaal genoemd. Debezoekers bestonden uit enerzijds vertrouwelingen,die ook gratis boekenmochten lenen en regelmatig ingeschakeldwerden ten dienste van de voortgangvan het historisch onderzoek, enanderzijds uit amateur-genealogen, diewerden gelokt met kopjes koffie. Bij diekoffie werden vaak meer gegevens uitgewisselddan ze in de leeszaal opzochten.Dit was wat men wel noemt "degoeie ouwe tijd".Ik zie Van Hommerich ook voor me,zetelend aan zijn monumentale bureau -zo'n bureau zal men nooit een "buro"noemen - midden in zijn werkkamer, diezo ruim was dat men na binnenkomsthaast geneigd was, terwijl men hem naderde,drie maal te knielen of te buigen.Dit was de plaats waar hij zich thuisvoelde,temidden van boeken, tijdschriftenen archiefstukken, in stapels om hemheen opgetast. Nadat hij in de loop vande voormiddag op een hem passend momentwas gearriveerd in zijn werkkamer- er bestonden toen nog geen klokkaarten,iedereen was al aan het werk en ookeen sluitingsuur kende hij niet - behandeldehij de hoogst noodzakelijke lopendezaken en verdiepte zich vervolgens inde geschiedenis. Hierbij mocht hij alleengestoord worden om hem de steedsweer gevraagde extra informatie te leverenin de vorm van nog meer lektuur.Ook buiten de kantooruren, 's avonds enin het weekeinde leefde hij van en voorde geschiedenis. Er is weleens gezegddat zijn beste buren automatisch diegenenwaren, die een abonnement op hetLand van Herle hadden genomen.Zoals een andere markante Heerlenaar,ir. C. Raedts, indertijd schreef, ligtde betekenis van Van Hommerich in hetfeit dat hij in zijn hele loopbaan (1937-1974) "het accentueren van de betekenisvan Heerlen vanaf het Romeinse Coriovallumtot het Heerlen als centrum vande Mijnstreek" als 'Leitmotiv' zag. 3Niemand heeft ooit echt de plaats vanVan Hommerich kunnen innemen, nochdegenen die probeerden het helemaalDe archivaris L. van Hommerich houdt eentoespraak in de raadszaal in Heerlen ter gelegenheidvan het officiële begin van de bouwvan het Thermen museum, 5 augustus 1975.(fotocollectie SAH nr. 2785)


Het Land Van Herleanders en beter te doen, noch degenendie trachtten hem te imiteren.Drs. L.E.M.A. van Hommerich bleefen blijft de man die als een soort Atlas dewereld van Het Land van Herle op zijnschouders nam. Om die taak blijvendover te nemen waren en zijn er veleschouders nodig. Moge het stichtingsbestuurvan Het Land van Herle, samenmet de gelijknamige werkgroep, deredactie van het tijdschrift en het Heerlensestadsarchief, en ook de vele sympathisanten,daartoe nog vele jaren langin staat zijn!Noten:1. In memoriam drs. L.E.M.A. van Hommerich,in: LvH 26 (1976) 77-78.2. N. Eussen, Publicaties van de hand van drs.L.E.M.A. van Hommerich,in: LvH 12 (1962) 131-137, en van dezelfdeauteur Bibliografie van drs. L.E.M.A vanHommerich, in: LvH 24 (1974) 80-85.3. Ir. C. Raedts, Hoe het begon en geworden isonder leiding van drs. van Hommerich, in: LvH24 (1974) 27-34.1995 afl.l


Het Land Van HerleMARCEL PUTHEERLENS GROOTSTE WENS:EEN TUNNEL AAN DE WILLEMSTRAAT6Op 6 oktober 1955 viel de regen met bakkenuit de lucht. De hemel boven Heerlenhuilde. Tranen van vreugde, mogenwe aannemen, want op die dag stak deHeerlense wethouder en loco-burgemeesterSchutgens de eerste spade in degrond voor de aanleg van een voorzieningwaarnaar heel Heerlen gedurendemeer dan 35 jaar met smart had uitgezien:de voetgangerstunnel aan deWillemstraat.Sinds de feestelijke opening op 17augustus 1956 was deze onderdoorgangvoor 'lopend, fietsend en brommend'Heerlen de oplossing die een eindemaakte aan het lange wachten voor deoverweg in de Willemstraat. In de jarennegentig werd het de verzamelplaatsvoor de Heerlense drugsscène. De over­Jast die de nieuwe tunnel-gebruikers inen rond hun trefpunt veroorzaaktenwerd het stadsbestuur en vele andereHeerlenaren een doorn in het oog. Delangdurig en vurig gewenste oplossingwas een probleem geworden.Bijna veertig jaar deed de tunneldienst en maakten veel mensen er gebruikvan. In februari 1994 kwam daareen eind aan. De tunnel werd gesloten.De eerste keerDat geduld een schone zaak is, kregenHeerlenaren vroeger al snel geleerd. Ditgold met name voor de burgers uit hetnoordelijk en oostelijk deel van de stad .In 1918 moesten de mensen, die in Grasbroek,Musschemigerbaak, Beersdal,Heerlerheide en SchandeJen woonden,een bezoek aan het centrum vaak combinerenmet een kwartier wachten voor degesloten overweg aan de Willemstraat.Hetzelfde gold voor bezoekers van 'buiten',die de stad uit noordelijke of oostelijkerichting binnenkwamen. Er warennog niet zoveel wegen en de enige tweeplaatsen in de nabijheid van het centrumwaarhet spoor onafhankelijk vanhet treinverkeer kon worden gekruist,waren het tunneltje aan de Schaesbergerweg/Klompstraaten de onderdoorgangaan de Breukerweg. Een directeverbinding tussen de Willerostraat ende Schaesbergerweg bestond nog niet,zodat voetgangers niet 'even om' kondenlopen wanneer ze het onheil van degesloten spoorbomen zagen. Hetzelfdegold voor de voertuigbestuurders. Ookzij moesten de lange wachttijden voorHeerlens meest bekende overweg voorlief nemen. De aanleg van het later zoveel gebruikte alternatief, de grote verkeerstunneltussen de Oranje-Nassau Ien het stadscentrum, zou nog enige tijdop zich laten wachten.'Bij een van de besprekingen voordeze grote tunnel kwam ook de voetgangerstunnelaan de Willerostraat voor heteerst aan de orde. Op 6 december 1920stemde de Heerlense gemeenteraad inmet het voorstel van B. en W. om maximaalf 275.000,- bij te dragen in de aanlegvan een tunnel westelijk van het station,tussen de Kempkensweg/Sittardcrwegen de Parallelweg. Aan zijn financiëlebijdrage verbond het gemeentebestuurwel een aantal voorwaarden. Eéndaarvan betrof het voetgangersverkeer


Het Land Van Herlebij de overweg. "Waar te verwachten is,dat het verkeer van voetgangers overden overweg aan de Willemstraat nietminder zal worden na ingebruiknemingvan den tunnel, wordt door U (Staatsspoorwegen,MP) onder dien overwegeen tunnel gebouwd uitsluitend voorvoetgangers; in afwachting van dezentunnel warde een tijdelijke maatregelgetroffen om tegemoet te komen aan dentegenwoordigen onhoudbaren toestandbijv. door aanleg van een noodvoetbrug."De lange wachttijden bij despoorwegovergang zouden dan voorvoetgangers en fietsers tot het verledenhoren. Nog aan het eind van diezelfdemaand lieten de Staatsspoorwegenweten niet op de eisen van de Heerlensebestuurders in te gaan. Wel waren zijbereid "het treffen van een tijdelijkenverkeersmaalregel (. .. ) te overwegen,mits de Gemeente hare medewerking inden aanleg van den tunnel onvoorwaardelijkverleent."Ruim drie weken later kwam van deRaad van Toezicht op de Spoorwegdiensten,die wat de Staatsspoorwegenbetrof het laatste woord had, een zelfdebericht: "Wat voorwaarde b betreft deelenwij U mede dat het maken van eentunnel voor voetgangers onder den overwegaan de Willemstraat in overwegingzal genomen worden en dat de Maatschappijtot Exploitatie van Staatsspoorwegen,in afwachting van een definitievevoorziening ter plaatse bereid is voorloopigop hare kosten een voetbrug temaken, indien de Gemeenteraad de gesteldevoorwaarden intrekt." De officiëlebereidverklaring tot het aanleggen vande voetbrug door Staatsspoorwegenkwam twee maanden later.Het gemeentebestuur nam daaroptwee voorwaarden terug. De derde, diemet betrekking tot de voetgangerstunnelen een noodbrug, bleef gehandhaafd.Staatsspoorwegen stuurden daarop eentekening van een te maken voetgangersbrug.2In juli liet het college Staatsspoorwegenweten weliswaar liever een tunnelte willen, maar voorlopig met eenvoetbrug genoegen te nemen.Het lenigen van de hoogste noodOndanks de toezegging van de spoorwegmaatschappijmoest Heerlen nogenige tijd wachten, alvorens er doorStaatsspoorwegen verdere stappen totde bouw van een voetbrug werdenondernomen. Op 8 november 1921 verlorenB. en W. hun geduld. "Wanneerwordt met bouw voetbrug Willemstraatbegonnen?", telegrafeerden zij naar deStaatsspoorwegen. Deze antwoorddenop 28 november dat bij de minister vanVerkeer en Waterstaat een machtigingvoor de noodzakelijke grondaankoopwas aangevraagd. Staatsspoorwegenbezaten niet alle voor de aanleg benodigdegrond. Er moest nog een klein perceelaan de Willemstraat worden gekocht, tennoordwesten van de overweg. Eigenaardaarvan was de Heerlense vrachtrijderDe la Haye, die f 30,- per vierkante metervroeg. 3 De minister wilde slechts dehelft van de vraagprijs betalen. Mededoor bemiddeling van de gemeentezakte De la Haye met zijn prijs tot f 25,-,waarop het stadsbestuur Staatsspoorwegenaanraadde snel toe te happen.Pas in 1924 kocht de spoorwegmaatschappijalsnog een deel van De laHaye's grond. De dreiging van een onteigeningsprocedurehad beide partijennader tot elkaar gebracht. Staatsspoorwegenkochten 10,5 vierkante metervoor f 175,-. Daarnaast stond De la Haye15,5 vierkante meter gratis aan de gemeenteaf. In ruil daarvoor maakte dedienst Publieke Werken een nieuwepoort aan de oostelijke grens van hetbedrijfsperceel van de expediteur. 4Op 27 juni 1924 kwam de gemeente met


Het Land Van HerleDe voetgangersbrug uit 1924 aan de Willemstraat in Heerlen. SAH, fotoco llectie nr. 4769)8een plan voor een uitgebreide versie vande brug, inclusief ideeën voor eenwachtplaats voor moeders met kinderwagensen voor een urinoir. De spoorwegmaatschappijging akkoord en stuurdevervolgens een contract waarin zij degemeente Heerlen vergunning verleendetot het "maken, hebben, gebruiken enonderhouden" van deze extra voorzieningen.Drie dagen na dagtekening vande overeenkomst stuurden B. en W. eenbeschrijving van het plan inclusief eensituatieschets naar de Staatsspoorwegen.De Staatsspoorwegen zorgden voor deuitvoering. Alleen de overkapping vanhet urinoir werd uitbesteed. Het werkwerd gegund aan de firma A. Vossen enCo., die met f 160,- de laagste inschrijverop dit onderdeel van het project was. Op17 december van hetzelfde jaar werd debrug in gebruik genomen.Burgers met bezwarenDe problemen aan de spoorwegovergangwaren met deze noodvoorzieningechter nog lang niet uit de wereld. Devoetbrug had lange steile trappen enwas onoverdekt. Voor oude mensen enouders met kinderen was zij moeilijkbegaanbaar. Slechts weinigen konden ereen fiets of kinderwagen over transporteren.Bovendien werden de trappen ende overbrugging glad bij regen- ensneeuwval. Het kruisen van het spoorvia die weg was onder vochtige weersomstandighedendan ook een gevaarlijkeonderneming.De aanleg van de voor het rijdendverkeer noodzakelijke voorziening, detunnel bij het hoofdkantoor van deOranje-Nassau Mijnen, liep enorme vertragingop. De oorzaak hiervan was eenter plekke onverwacht hoge grondwaterstand.De doorgang werd pas in 1929voor verkeer opengesteld. Toen werd hetdagelijkse fileprobleem bij de spoorwegovergangenigszins verminderd. Echterin onvoldoende mate, vonden de omwonendenen zij die dagelijks op de 'overtocht'bij dit vermaledijde punt warenaangewezen. Op 10 december 1929stuurden de betroffenen het gemeentebestuureen verzoekschrift dat werd begeleiddoor een aantal met reden omschrevenklachten en "een kleine lawinehandtekeningen en zakenstempels." 5Eén van de zaken die de Willemstraat-


Het Land Van Herlebewoners het gemeentebestuur vroegen,was een tunnel voor niet-gemotoriseerdverkeer bij de overweg aan te leggen.Het Heerlense college legde de geuitebezwaren en suggesties ter beoordelingvoor aan de directeur van OpenbareWerken, Van de Ven. Deze deelde debezwaren die tegen de voetbrug bestonden.In zijn advies aan het stadsbestuurattendeerde hij B. en W. er op dat de aanlegvan een tunnel geheel afhankelijkwas van de gemeente. De Staatsspoorwegenhadden geen belang bij een dergelijkevoorziening en zouden dus ookniet in de kosten ervan willen bijdragen.Zijn voorstel was daarom "van deNederlandsche Spoorwegen gedaan tekrijgen, dat een stel kleine slagbooroenworden gemaakt naast de groote, waardoorhet voetgangersverkeer waarop hethier het meeste aankomt geen ernstigebezwaren meer zal ondervinden." 6 Dezemogelijkheid was twee weken eerder aldoor de Kamer van Koophandel aan B.en W. voorgelegd. Enkele dagen voordatVan de Vens advies door het collegewerd behandeld, hadden de gemeentebestuurdersde Kamer van Koophandelal laten weten dit alternatief aan despoorwegmaatschappij te zullen voorleggen.De spoorwegmaatschappij wildezulke spoorbomen wel aanbrengen,maar alleen als de gemeente Heerlen allekosten voor haar rekening nam.7 Eenandere optie om het treinverkeer aan deoverweg te verminderen, was het kiezenvan een andere rangeerplaats. Hieroverhad het stadsbestuur al eerder informatieingewonnen. Dit was helaas nietmogelijk, zo lieten de NederlandseSpoorwegen weten.Cijfers van een comitéDe bewoners en winkeliers van deWillerostraat zaten ondertussen niet stil.Zij richtten een comité op dat, onder denaam 'Comité ter intensieve behartigingvan de belangen van Noord-, Oost- enNoord-Oostelijk Heerlen', verbetering inde situatie aan de overweg probeerde tebrengen. De Heerlense Middenstandsverenigingen de Kamer van Koophandelvoor de Mijnstreek steunden deonderneming. Het comité illustreerde deernst van de situatie door op 7 januari1931 tussen 7 uur 's morgens en 7 uur 'savonds bij de spoorwegovergang te postenen te turven hoe lang deze geslotenwas. De resultaten waren schokkend.Het doorgaande treinverkeer en de rangeerwerkzaamhedenzorgden voor enormewachttijden. Gedurende maar liefst389 minuten, ofwel 6 uur en 29 minuten,was het onmogelijk de overgang te passeren.Uitgerekend in de avondspits, tussen17.00 en 18.00 uur, waren de spoorbomenzelfs gedurende 48 minuten gesloten.sAan dit "drama aan den overweg vande Willemstraat", zoals de LimburgerKoerier in zijn editie van 3 november1931 'kopte', moest een eind komen.9 Inde zomer van 1932 droeg het comitéhiervoor een oplossing aan. De tijddrong, want met de aanstaande voltooiingvan het 'Miljoenenlijntje' verwachttemen dat de problemen rond de overwegalleen nog maar groter zouden worden.Het comité zond de Heerlense bestuurderseen uitgewerkt plan voor hetmaken van een tunnel voor voetgangers.In totaal zou deze tunnel volgens deberekeningen van het comité f 29.200,­gaan kosten. Het plan kreeg aandacht inde lokale pers, maar het zou toch nog totde zomer van 1934 duren alvorens erdoor de gemeente verdere stappen in derichting van 'tunnelaanleg' werden ondernomen.Een half jaar daarvoor, in januari1934, kregen B. en W. een schrijven vande middenstanders van de Willemstraat­Stad. De winkeliers waren niet erg


Het Land Van HerlelQgelukkig met de door het comité voorgesteldetunnelplannen. Door de toegangvan de tunnel aan de centrumzijde in deStationstraat te situeren zouden zij veelwinkelend publiek mislopen. Dit zoueen extra aanslag op hun bestaan vormen.Door de aanleg van de verlengdeDautzenbergstraat tussen Oranje Nassaustraaten Wilhelrninaplein was hunafzet al teruggelopen. Zij legden eenalternatief voor aan het Heerlensebestuurscollege: een tunnel met een toegangbij het blokhuis van de spoorwegenop de hoek Willernstraat/Stationstraaten een aan de inmiddels aangelegdeCringelstraat Hun voorstel vond echtergeen gehoor bij de stadsbestuurders,en in de zomer van 1934 stuurden B. enW. een tekening van het door het'Comité ter intensieve behartiging vande belangen van Noord-, Oost- enNoord-Oostelijk Heerlen' twee jaar eerderontworpen plan naar de Directie vande Nederlandse Spoorwegen.Flat en financieringDe Staatsspoorwegen hadden eerder allaten weten geen bezwaar te hebbentegen de aanleg van de tunnel in debuurt van de spoorwegovergang. DeHeerlense bestuurders verwachtten echtermeer dan alleen de goedkeuring vande spoorwegmaatschappij. In de eerstehelft van 1935 ontspon zich een discussietussen B. en W. van Heerlen en de Directievan de Nederlandse Spoorwegenover de bekostiging van het tunnelprojectHet Heerlense college verwees naarde briefwisseling uit het begin van dejaren twintig. Daaruit rnaakte het op dathet spoorwegbedrijf had toegezegd dekosten voor de tunnel voor zijn rekeningte nemen. De directie van de ondernemingbestreed dit. Door dit meningsverschilwerd de aanleg van de onderdoorgangweer vertraagd. De spoorwegrnaatschappij,die geen enkel belang had bijeen spoedige bouw van de tunnel, deedgeen moeite de zaak bespreekbaar tehouden. De zaak was in behandeling bijhet ministerie van Waterstaat, het departementwaaronder het spoorwegbedrijfressorteerde. Ook toen maalden de ambtelijkemolens in Den Haag blijkbaarlangzaam. Pas in rnaart 1939 kreeg hetgemeentebestuur van de minister hetbericht dat hij op de hoogte was van deproblemen. De mededeling va n destaatsman werd begeleid door een zeerwelkome pleister op de wonde. Deminister zei toe dat het Rijk voor ma ximaalf 12.500,- gulden in de aanlegkostenwilde bijdragen. JoEindelijk bevrijdHet al zo lang slepende 'overwegvraagstuk'leek nu binnen korte tijd te wordenopgelost. De komst van Adolf Hitierstroepen dreigde nog roet in het eten tegooien, maar in januari 1941 werd er tussende gemeente en de NederlandseSpoorwegen een overeenkomst aangaa n­de de tunnelbouw getekend. NamensHeerlen tekende wethouder Raed ts. Inde veronderstelling verkerend dat hijzijn medeburgers een lang gewenstcadeau had gegeven, kon Raed ts meteen gerust hart afscheid nemen va n degerneentepolitiek.lt Hij kon toen niet vermoedendat er nog heel wat wachtendenvoor de gesloten overweg zouden staanvoordat de woorden uit de overeenkomstin daden werden omgezet.De oorlog bleek toch nog spelbrekerte zijn. Met het voortduren ervan werdde uitvoering van het project onmogelijkomdat de Duitse bezetter de noodzakelijkematerialen voor zijn oorlogsindustrieopeiste. Na de bevrijding werd dedraad weer opgepakt. Nu de Duitsetroepen waren verjaagd wilden de Heerlenarenook van de ellende rond de1995 afl. l


Het Land Van Herlespoorwegovergang worden verlost. Inde periode van de wederopbouw konhet tunnelproject eindelijk worden gerealiseerd.Heerlen moest wel erg diep inde buidel tasten. Bovenop de hoge prijsdie de stad al had moeten betalen in devorm van valse hoop en lange wachttijden,kwam nog eens het geldbedrag datvoor de tunnel beschikbaar moest komen.In tegenstelling tot de voor de oorloggeschatte kosten van bijna 30.000gulden, hing er nu aan de tunnelbouween prijskaartje dat het twintigvoudigevan dit bedrag aangaf. Ruim f 500.000,­moest de gemeente uit eigen middelenfinancieren. Het overige deel werd doorhet Rijk en door Bescherming Bevolkingbetaald. Deze laatste organisatie betaaldemee vanwege de drie gasvrije schuilkeldersdie in de tunnel werden aangelegd.12Op 5 oktober 1955 ging de Maastrichtseaannemer Turnroers met eenploeg van ongeveer 25 man sterk aan deslag. De volgende dag stak wethouderen loco-burgemeester Schutgens op debouwplaats de eerste spade in de grond.Dat de bouw zeven maanden voor degeplande einddatum klaar was, lag echterniet alleen aan de inzet van dezelokale bestuurder. Turnroers en zijn mensenwerkten snel en efficiënt. In verbandmet de dienstregeling van de spoorwegenwerd er op vier zondagen en gedurendetien nachten doorgewerkt. Hetbouwplan en de controle op de uitvoeringwaren in handen van de 26-jarigetechnisch ambtenaar van de NederlandseSpoorwegen, ingenieur F. van de Wilt.Gezien de voorspoedige gang van zakenhad hij alles goed uitgedacht en georganiseerd.Al op 12 januari 1956 begonnenTummers' mensen met het storten vanhet beton. Nog geen vijf maanden later,op 9 mei, werd het hoogste punt van debouw bereikt en op 4 augustus was detunnel bijna af. Aan het schilderwerk ende verlichting werd toen de laatste handDe voetgangerstunnel in aanbouw.(SAH, fotocollectie nr. 6640)111995 afl.l


Het Land Van Herlegelegd. Amper twee weken daarna, op17 augustus, werd de tunnel feestelijkgeopend.Comfort en keldersOp die dag werd het lange wachtenruimschoots beloond en kreeg Heerlenwaar voor zijn geld. De tunnel was nietalleen comfortabel, maar bespaardevoetgangers, moeders met kinderwagensen mannen met karren ook op eeneenvoudige wijze de ergernis van eenlangdurig gesloten overweg. Tevenswaren er onder in de tunnel, aan denoordzijde, zowel dames- als herentoilettengemaakt, openbare voorzieningenwaaraan in Heerlen een groot tekortwas. Verder waren er in de tunnel driegasvrije schuilkelders gebouwd. In dezekelders zou men zelfs veilig zijn vooreen atoornexplosie.BVia de 301 ruiten drong het licht detoegangen en de aan de Stationstraatgelegen wachtruimte binnen. Het helebouwwerk was voorzien van neonlicht,toen een unicum in Nederland. De tunnelzelf was de hele dag verlicht, de toegangenenkel 's avonds. De wandenwaren bekleed met maar liefst 46.000wandtegels en op het 630 vierkantemeter grote vloeroppervlak lagen tegelsvan onverslijtbare Noorse kwartsietsteen.14Mevrouw Van Grunsven, de echtgenotevan de Heerlense burgervader,opende dit 'voetgangers-walhalla'. Ondergrote belangstelling knipte zij hetrood-wit-blauwe lint door en begaf zichnaar het hart van de tunnel. Zij was echterniet de eerste die de nieuwe tunnelinliep. Die eer was gegund aan de vaandeldragervan de Koninklijke HarmonieSint Cecilia. Dit muziekkorps bracht deeerste vrolijke tonen in de tunnel ten gehore.Na enige tijd rnaakte het geluidvan de muzikanten plaats voor het geroezemoesvan het gezelschap van genodigden,waaronder de directeur vanPublieke Werken Van de Ven, de vertegenwoordigervan de NederlandseSpoorwegen ingenieur Maas Geesteranus,de wethouders Jongen, Peters enPutters en vrijwel alle raadsleden. Nadatzij hun rondgang door Heerlens nieuwstebouwwerk hadden voltooid, greepeen enthousiaste menigte Heerlenarende kans na jaren van kommer en kwelhun uiteindelijke 'overweg-bevrijder'van dichtbij te bekijken.ts'Operatie-V'"Een goede opruiming" werd het verwijderenvan de voetbrug aan de Willemstraatdoor een journalist genoemd.''Door de openstelling van de voetgangerstunnelwas de voetbrug overbodiggeworden. Op 20 augustus 1956 werddan ook met de sloop van de voetbrugbegonnen. Als eerste werden de brugleuningenen de omheining van het bovengelegenloopvlak met snijbrandersverwijderd. Gedurende de rest van deweek werden de overige delen weggehaald.In verband met de elektrischekabels moest dit met grote voorzichtigheidgebeuren. In de nacht van zaterdagop zondag werd vervolgens het sluitstukvan 'Operatie-V' ingezet. De codeletter'V' wees op de 'Vreugde van Velen' overhet 'Verdwijnen van de VermaledijdeVoetbrug' ,17 Geheel in stijl werden detwee ijzeren steunen en het overbruggingsdeerweggehaald. De lassers zorgdendaarbij voor het nodige 'vuurwerk',de zakenmensen van de Stationstraathadden de neonverlichting aan de winkelpuienlaten branden en ook de voorde tunnelopening aangebrachte vlaggengalerijstond er nog: de elementen vanhet requiem voor de gesneuvelde voetbrug.18De maandag erna verdwenen de beide1995 afl.l


Het Land Van HerleDe feestelijke opening van de voetgangerstunnel door Mevr. VanGrunsven op zaterdag 17 augustus 1956.Bijzonder aan de tunnel waren de toiletgelegenheden en een fraaie neon-verlichting; beide vielen la ter tenprooi aan verwaarlozing en vandalisme. (SAH, fotocollectie nr. 6672)trappen en dinsdag 28 augustus was ernog maar één ding dat aan het 32-jarigbestaan van de voetbrug herinnerde: hetblauwe bordje bij de spoorwegovergangdat aangaf dat de voetbrug was gesloten.Dit was daar geplaatst na het in gebruiknemen van de tunneJ. 19TunnelperikelenAmper twee maanden nadat de onderdoorganguitbundig was bejubeld, kwamende eerste negatieve geluiden. Zebetroffen niet direct de tunnel zelf, maarveeleer het gebruik dat er van werd gemaakt.Een groot aantal wielrijders stapteniet af, maar reed in volle vaart doorde tunnel. Controle op het fietsverbodhaalde nauwelijks iets uit. Een jaar na deopening was voor de bewaker van deondergrondse toiletten de maat vol. Hijschreef een brief naar het LimburgsDagblad waarin hij zijn beklag deed.Fietsers deden alsof de tunnel alleenvoor hen was aangelegd en trokken zichniets van de voetgangers aan. Niet alleende jeugd, maar ook veel volwassenenmaakten zich daaraan schuldig. Er redenook brommers door de tunnel en eenenkele keer zelfs een auto! Dit was echternog niet alles. Veel mensen maaktener in de tunnel een rotzooi van. Ze gooidenpapier, dozen en etensresten achteloosop de grond. Maakte iemand eenopmerking over het wangedrag, danwas hoon of een grote mond zijn deeJ.2°Het zou nog erger worden. Een 'bezoeker'van de tunnel was helemaal onderinhet bouwwerk tijdelijk 'onzichtbaar'.Onttrokken aan het wakend oog van degemeenschap werden daar dan ook allerleizaken uitgehaald die het daglichtniet konden verdragen. Met het "vrijelijkuitoefenen van amoureuze praktijken",zoals een krant schreef, hebben wetegenwoordig waarschijnlijk mindermoeite, maar de zinloze vernielingen diewerden aangericht wekten toen evenveel131995 afl.l


Het Land Van HerleVan Nieuwenhagen ging, 't is lang geleden,Een man op weg, oud dertig jaar,Belooft zijn vrouw, dat hij nog heden,Gebiecht terug is, weer bij haar.Naar Heerlens klooster liep zijn weg:Zijn zoon een kus en moe een zoenVerdwijnt om twaalf hij bij de heg,Zijn plicht moet hij in de Paastijd doen!De dagen vloden, de tijd, hij gleed,De zon ging op en neder,De vrouw zit vol van harteleed,d' Echtgenoot keert niet weder.De jonge vrouw, een oude reeds,Het leed bleekt hare haren;Tot man groeit op, en hoopt nog steedsDe zoon, in de loop der jaren.Daar komt ineens een oude manDe deur naar binnen, loopt door aldoor.Luid klopt haar hart: "Als dat maar kan,Is hij 't, dien ik verloor?"Zij valt aan zijn trouwe borst,Zij vraagt vol leed, zij is zoo bang:(Terwijl hij zegt, ik heb zoo'n dorst),"Waar waart gij toch zoo lang?"Hij kijkt in 'toog haar diep, en zegt:"Lief vrouw, dit zal uw leed verzachten,In de Willemstraat, aan de overweg,Daar heb ik moeten wachten!""Doch hoor wat al wachtend ik vernam,Wat de vroedschap heeft gevonden,Een tunnel moet daar komen, zoodra het kan,Aan heg noch boom gebonden.Met Haagsehen spoed wordt aangepakt.Daar zal ons achterkleintje,Chique gekleed, en fijn gelakt,Door 't hol gaan, net als reintjeTenzij het ongeluk zou willen,Dat men bemerkte in die tijden,'t Denken is om te rillen:"Te.kort bij 't spoor, is Heerlens lijden!!!"Zoon, zeg daarom aan je kinderen:"Wil je ter biecht naar Musschemig,Laat links het spoor, het kan je hinderen,Loop rechts, hoor! En ga door naar Palemig!"onbegrip en ergenis als zij nu zoudendoen. De neonbuisjes van de verlichtingwerden vaak kapotgetikt en de ruitenvan de toiletten regelmatig ingegooid.Ook werd de tunnel zelf steeds vaker alsopenbaar toilet gebruikt. Gedurende deeerste helft van 1967 kostten deze vernielingenen het extra schoonmaken van deonderdoorgang de gemeente al ongeveerdrieduizend gulden. Omwonenden engebruikers van de tunnel klaagdensteeds vaker over de toenemende baldadigheiden overlast.21De vernielingen trachtte men tegen tegaan door sterkere materialen te gebruiken.Aan het fietsen door de tunnelkwam langzaamaan een eind. Dit werddeels bewerkstelligd door het plaatsenvan hekken aan de toegangen in de jarenzeventig. Een belangrijkere oorzaak voorhet terugdringen van het fietsverkeer inde tunnel was waarschijnlijk het nietmeer zo vaak en lang gesloten zijn vande overweg. Door het verdwijnen vanhet mijnbedrijf nam het treinverkeer opdit deel van het traject namelijk sterk af.Ook voetgangers gebruikten de tunneldaardoor niet meer zo vaak. De voorzieningbleef echter een grote uitkomst voorhen die niet op het opengaan van despoorbomen wilden wachten. Vanwegedeze gebruikswaarde kreeg de tunnel in1982 dan ook een grote opknapbeurt.Kapotte ruiten werden vervangen, hethoutwerk kreeg een nieuw likje verf ende dakbedekking werd vernieuwd 22Eerdere gemeentelijke plannen de tunnelonder de Stationstraat door te trekkentot in de Oranje Nassaustraat werdenniet uitgevoerd. Dit tot grote opluchtingvan de middenstanders aan de Stationstraat.23Slotakkoord!?Het opknappen van de tunnel en de pogingener weer nieuw leven in te blazen


Het Land Van Herlemochten allemaal niet baten. De vernielzuchtnam hand over hand toe, het fenomeenprullebak en de eigenschap netheidleken voor een deel van de tunnelgebruikersbuitenaardse elementen tezijn geworden. Daarnaast zochten steedsmeer dak- en thuislozen en drugsgebruikershun heil in de tunnel. Een combinatievan deze zaken zorgde voor de verloederingvan de onderdoorgang. Weinigmensen gebruikten hem nog als kortsteof snelste route naar de binnenstad.Ze voelden zich er niet meer veilig enonderin gekomen waande je je in eengroot urinoir dat lange tijd niet wasschoongemaakt. Het werd uiteindelijkeen exclusieve marktplaats voor de verkoopvan drugs en een uit de kluitengewassen portiek waarin alcoholverslaafdenen 'dopers' ongestoord hunroes of 'kick' konden uitslapen.Ondanks de inspanningen van degemeente bleek het tij niet meer te keren.In de loop van 1993 werd de overlastvan de druggebruikers, die zich dagelijksin en rond de tunnel ophielden, zogroot dat het lokale bestuur tot een drastischemaatregel besloot: de tunnel gingdicht. Voorgoed? De tijd zal het leren.Eén ding is te hopen: dat het vinden vande oplossing voor dit probleem geen 36jaar zal duren.'De Terugkeer'In het begin van de jaren twintig was desituatie rond de Heerlense overweg eenvan de belangrijkste gespreks- ennieuwsthema's in de regio. De ergernisging gepaard met spot. Dit bewees deheer J. van Haren met zijn gedicht 'Deterugkeer', dat in 1921 in het LimburgsDagblad werd gepubliceerd. In het LimburgsDagblad van december 1956, verscheeneen herdruk van het gedicht, hierop de linker pagina afgedrukt.Noten:I.2.3.4.SAH, Archief van het gemeentebestuur vanHeerlen 1919-1981, verzameling dossiers nr.1184. Alle tot noot 4 volgende citaten en vermeldecorrespondentie zijn, tenzij anders vermeld,afkomstig uit stukken gerangschiktonder dit d ossiernummer.SAH, Archief van het gemeentesbestuur vanHeerlen 1919-1981, verzameling dossiers nr.2065: Plannen voor d e bouw van een voetgangerstunnelnabij de Willemstraat 1927/39.Ter vergelijking: In 1921 verdiende een mijnwerkerbij de Oranje-Nassau Mijnen ondergrondsongeveer f 175,- per maand.SAH, Archief van het gemeentebestuur vanHeerlen 1919-1981, verzameling dossiers nr.1885: Aanleg tunnel bij de Oranje-NassauMijn I en voetbrug Willemstraat 1924/ 1925,correspondentie 21 en 26 maart 1924. Eensituatieschets is bijgevoegd. Alle tot noot 5volgende citaten en vermelde correspondentiezijn, tenzij anders vermeld, afkomstig l_..litstukken gerangschikt onder dit nummer.5.6.SAH, Archief van het gemeentebestuur vanHeerlen 1919-1981, verzameling d ossiers nr.2065: Plannen voor d e bouw van een voetgangerstunnelnabij d e Willemstraat 1927/39.Dat men in de jaren vijftig nog niet aa n eenbrede ondersteuning van petities was gewend,blijkt uit deze opmerking van de journalist.De door hem als "kleine lawine" beschrevenhoeveelheid handtekeningen enstempels waren er zo'n dertig; LimburgsDagblad 17 augustus 1956. Alle hierna volgendecitaten en vermelde correspondentiezijn, tenzij anders vermeld , afkomstig uitstukken gerangschikt onder dit dossiernummer.De Staatsspoorwegen en de HollandscheIjzeren Spoorwegmaatschappij fuseerden in1937 en zouden overgaan in het nieuwespoorwegbedrijf N. V. Nederlandse Spoorwegen.Vanaf 1917 bestond er echter een belangengemeenschapvan beide bedrijven, NederlandscheSpoorwegen genoemd. Hierdoor1995 afl.1


1995 afl.lHet Land Van Herle7.8.9.10.werden de benamingen 'Staatsspoorwegen'en 'Nederlandse Spoorwegen' voor 1937 ookwel door elkaar gebruikt.SAH, Archief van het gemeentebestuur vanHeerlen 1919-1981, verzameling dossiers nr.1885.De Limburger, 17 januari 1931.Limburger Koerier, 3 november 1931.De vertraagde afhandeling van de procedurerond de tunnel werd waarschijnlijk ook beïnvloeddoor de voortdurende wisseling van dewacht op het ministerie van Waterstaat en de11.12.13.14.15.16.17.werken zoveel mogelijk te beperken. Daarva nuitgezonderd waren projecten die in het kadervan de werkverschaffing konden wordenverricht. Blijkbaar hoorde de Heerlense tunneldaar niet bij.Limburgs Dagblad, 22 januari 1941.Limburgs Dagblad, 17 augustus 1956.Limburgs Dagblad, 17 augustus 1956.Limburgs Dagblad, 17 augustus 1956.Limburgs Dagblad, 17 augustus 1956.Limburgs Dagblad, 21 augustus 1956.De Nieuwe Limburger, 27 augustus 1956.economische crisis in de jaren dertig. Tussen18.De Nieuwe Limburger, 27 augustus 1956.1933 en 1940, een periode met vier kabinetten19.De Nieuwe Limburger, 29 augustus 1956.Colijn en het eerste jaar van het oorlogskabi­20.Limburgs Dagblad, 27 oktober 1956 en 22 ,lu­net De Geer, waren er vijf verschillende min i­gustus 1957.sters van Waterstaat, waarvan er een de post21.Limburgs Dagblad, 18 mei 1967.in twee kabinetten bekleedde. De politiek van22.Limburgs Dagblad, 10 november 1982.met name Colijn en zijn ministers was er opgericht de overheidsuitgaven voor openbare23.Limburgs Dagblad, 20 juni 1975.


Het Land Van HerleM.A. VAN DER WIJSTHET TESTAMENT VANWILLEM FRANSSEN (1661-1733),SCHOUT VAN HOENSBROEKIn de zomer van 1733 voelde WillemFranssen, schout van Hoensbroek, zijngezondheid minder worden. 1 Hij beslootalthans zijn testament te maken. Hij ginghiervoor niet naar de notaris maar heefthet "eijgenhandigh geschreven endeonderteeckent in mijne slaepcaemer" opde hof Terlinden, waar hij woonde. 2Ongetwijfeld heeft hij een voorbeeld bijde hand gehad, want het testament begonop de gebruikelijke wijze: "In dennaeme der allerheijlighste Drijvuldigheijt.Amen. lek ondergeschreven, WillemFranssen, schoutet van het marquisaetHoensbroeck en greffier der heerenStaaten des landts Valckenborgh, partagievan sijne majesteit verciaere hiermedeoverdaght te hebben, datter niet seeckerderen is als die doodt ende niet onseeckerderals d'ure van dien ... ".Vervolgens beval hij zijn arme ziel "indie bermhertige handen van Godt allemaghtighin het geselschap der allerheijlighstemaget en moeder Maria, mijnenEngelbewaerder en alle lieve Godts heijligen,mijn lichaem ter begraeffenissie inde kercke van Hoensbroeck bijaldien ickdaer ofte daerontrent machte comen testerven ... ".Allereerst deed hij enige schenkingenaan de armen van de parochies vanHeerlen, Voerendaal, Klimmen (zijn geboorteplaats),Hoensbroek en Wijnandsrade.Voor iedere parochie heeft hij 100gulden bestemd, behalve voor Wijnancisrade50 gulden. De armen van Hoensbroekkrijgen bovendien 100 vatenrogge. Alles moest gedistribueerd wordendoor de pastoors, ieder in zijnparochie. Alles zou betaald worden uitde openstaande renten of zijn na te latenonroerend goed, maar de vaten rogge uit"het gewas der vruchten van Ter Linden,'t zij dieselve sijn op den solder ofte inhet velt". Uit het voorgaande en ook uitnog volgende gedeelten van het testamentblijkt hoe zorgvuldig alles werdoverdacht en geformuleerd. Deze schenkingendeed hij voor het geval ik, zegthij, "iemandt in mijn leven eenich ongelijckofte teeort moghte gedaen hebben,ciaerdoor mijnen geoffenseerden Godt teversoenen". De kerk van Hoensbroekkreeg een kapitaal van 100 pattaconsvoor het lezen van een "vroeghmisse".1995 afl.l


1995 afl.lHet Land Van HerleMr. Henricos Franssen,geb. ca.1590, chirurgijn, burgemeester van Valkenburg (1656),schepen en plaatsveiVangend schout van Oud-Valkenburg enSchin op Geul, over!. Valkenburg 18 jan. 1671, begr. Oud­Valkenburg 19 jan. 1671, m. van Mr. Jan Franssen chirurgijnte Eijsden, Ir. ca. 1618:ApoUonla Knubben, geb. ca. 1595, over!. na 16 nov. 1660, dr.van Matbias Knubben, schout van Oud-Valkenburg. Schin opGeul, Strucht en Klimmen, en Aleydis Numagen.Mr. JoannesFranssen,ca. 1618-1704,chirurgijn,tr. ca. 1643:Maria Moenen.over!. 1709.Mr. Petrus Franssen1621-1684, chirurgijn,schepen van Strucht,gerechtsbode Spaansleenhof Valkenburg. Ir.AngeUna Mantels,over!. 1708.LAleldlsFrans sen,geb. 1623Ir.JoannesHabetsMariaFranssen,geb. 1628tr.PetrusBaijmans.MatthiasFranssen,geb. 1629ÎHenrkus,ca.1644-1702,schout vanWijnandsrade,tr.1.EvaHeijendael,over!. 1684,tr.2.Maria vanden Broeck,over!. 1705.Mr. JOBDDes, Wllhehnus, Maria Mr. Joannes,1650-1738, 1661- Apollonla, ca.1650-1717,chirurgijn, schout van 1648-1735, chirurgijn,woonde op Hoensbroek, tr. 1678: tr. 1689:Douvenrade, griffier Amoklus Joannatr. 1685: Spaanse Staten Daniëls, Dullens,Sibilla van Valkenburg, over!. 1727, 1662-1710.Seghels, eigenaar hoeve kerkmeester1661-1717. Terlinden, Hoensbroek.testeerde in Grootouders1733. van S/einada.Maria,1685-1749,tr. 1704:ThomasRosenboom1685-1746,pachter hoeveMolenberg.Petronella, Joannes Maria Angelina, Joannes1698-1749, Guilielmus 1694·1758, Casparos,Ir. 1719: 1704-1779, tr. 1717: 1701-1779,Hubertus j.u.l., schout en Joannes tr.l. 1730:Roebroick, secretaris van Coijevllegh Maria1685-1747, Hoensbroek, ( Quaedvlieg), Catharinschirurgijn eigenaar hoeve 1680-1761, Crahaije,te Heerlen. Terlinden, erfpachter 1709-1734,tr. 1755: van de tr.2. 1735:Maria Sibilla Caumermolen. MariaDaniëls,Schoenmekers,over!. 1757. 1707-1787.18Enige filiaties uit de stamboom van de fami lie Franssen.Samengesteld door A.S.M. Patelski, Klimmen.


Het Land Van HerleDeze fundatie werd betaald uit "d'obligatienso tot Hoensbroeck bij verscheijdenehebbe uijtstaen".Neven en nichtenVervolgens kreeg zijn neef, JoannesWilhelmus Franssen, licentiaat (kandidaat)in de rechten, en diens wettelijkeerven of kinderen het huis en hof genaamdTerlinden met alle daarbij behorendeweiden, beemden en landerijen 3 .We lezen daarbij ook dat het goed toenbestond uit 33 boenders en 66 kleine roedenland, inclusief het land op TenEsschen. Hierbij behoorde ook alles watnagelvast was, maar bovendien "mijneijgen ledikant en garniture, vuijrijsers,latten en aengehoorende kettens, tweetaeffels in mijn slaepcaemer staende mettwee couverten (tafelkleden) daerop liggende,de casse der greffie deses landts,neffens een klein pulpitre staende aen devoeten van mijn ledikant met mijneboeeken en het portrait van mijn eijgenalsmede nogh twee schilderijen daerbijstaende". De andere portretten mochten"keeren tot hunne orginelen", wat wellichtbetekent, dat iedereen zijn eigenportret desgewenst weer terugkreeg.Maar de erfgenaam kreeg ook enkeleverplichtingen opgelegd: hij moest 200missen laten lezen en wel 100 bij de"naestgelegene pastores ofte capellaenen"en 100 bij de paters Dominicanen inSittard, "om soo haest moegelijck te laetendoen', een en ander "tot laeffenissemijnder ziele ende die van mijne ouders,nichte Marie Barbe en andere verwanten"en verder twee leesmissen jaarlijkszijn leven lang, eveneens tot lafenis vanzijn ziel en "aller dergene waeraen meestgeobligeert ben", en wel op de dag dathet jaargetijde van zijn nicht Maria Barbarain de kerk van Hoensbroek plaatsvond. Zo het mogelijk wezen zal, voegthij er voorzichtig aan toe, de priesters opde zelfde dag te "becoemen".De erfgenaam had nog een andereverplichting: hij moet verder aan MathiasWilhelmus de Valzolio4 zijn levenlang een som van 15 pattacons 's jaarsuitkeren "uijt oorsaecke mij bekent" enhem, zo lang hij ongetrouwd blijft, toestaandat hij "op sijne ofte eene anderecaemer sa! meugen blijven ende logerenen cost en dranek genieten, mits sorgedraegende voor alles gelijck voor dato enin cas van nooden sigh van 't ordinarisvijer bedienen, doch alles met discretie".Met deze (achter)neef had hij hetgoed voor, want die kreeg, zoals laterblijkt, ook nog uit de erfenis 30 pattacons"'t sij voor rouwklederen als andersints"omdat hij zich er toe verplicht had "mijnein mijne kranckheijt altijdt te sullenbijstaen en assisteren of 't zijn bij dachofte nacht", en verder "hetgene mijneneijgen lijve toebehoort soo linne als wui­Jen met het ledikant en behangsel opsijne caemer staende, het bedde en anderekieene mobilien daerop sijnde".Andere wilsbeschikkingenZijn andere vastgoed, een huis met brouwerij"op de Houtmaese" in Maastrichtgelegen, vermaakte hij aan de drie kleinkinderenvan wijlen zijn zuster CatharinaFranssen, genaamd Joannes Hendricus,Matthias Wilhelmus en Jacobus deValzolio. Het pand was overigens belastmet een kapitaal van 1.000 pattacons,geleend van wijlen mevrouw Heldevier,en thans verschuldigd aan haar dochterGerarda.De rest van de erfenis, bestaande uitkapitaal, renten, roerend goederen, voertuigenen uit een pacht van 12 malderrogge op de hof Ten Essehen was voorde universele erfgenamen, ieder vooreen derde, te weten: zijn broer JoannesFranssen of diens kinderen, de reedsgenoemde kleinkinderen van wijlen zijn1995 afl.l


1995 afl. lHet Land Van HerleDrie werkpaarden verlaten de oude herenhoeve Terlinden in Overbroek-Hoensbroek, ca . 1930. Het poortgebouwdateert van 1802; het woongebouw met torentje links ervan uit ca. 1700.(SAH, fotocollectie nr. 7742)20zuster Catharina en de dochter van zijnoverleden broer Hendrik Franssen, devroegere schout van Wijnandsrade. Dezedochter was de weduwe van MiehielCanisius en haar enige dochter wasgetrouwd met de advokaat Van derMeeren. Dat "nicht Canisius", zoals hijhaar noemt, niet méér krijgt uit de erfenisis daaraan te wijten dat zij "uniqueen ook maer eene eenssige dochter hebbende"is en bovendien voorzien vangenoegzame middelen. Maar desalnietteminwilde hij haar uit de nalatenschapvan haar halfzuster Maria Barbara tochnog iets geven wat hij tot nu toe onderzich had, te weten "ses sijlveren lepelsen ses sijlveren forchetten, gemarqueertmet de waepenen van Franssen enHeijendael" en verder een geel behangenledikant met het bed, een heupel (hoofdpeluw)en twee oorkussens en een "tortepanne"(po, kamerpot) met de tafelspiegel.Maar ook hier niets voor niets.Als tegenprestatie moest de nicht beloven"haere suster, die penitente (kloosterzustervan de orde der Penitenten), tegeven eene kleijne recreatie ofte dievaleur van dien", en zulks jaarlijks.Hiermee waren de goederen vergeven,maar schout Willem Franssen, hoeziek . ook misschien, had nog meerbedacht en bleef nog dagen lang nadenkenof hij alles wel goed geregeld had.Hij wilde nog meer mensen gelukkigmaken. Hij bepaalde in zijn testamentdat al zijn debiteuren '"t sij van capita­Jen, capuijn als pachtgelders" een jaarrente kwijtgescholden kregen, voorzover de verplichtingen al in het jaar1726, dus zeven jaar geleden, bestonden.Dit gold overigens niet voor de huur vanzijn huis in Maastricht.


Het Land Van HerleHij wilde verder dat Frederik Jongen enzijn vrouw voor de rest van hun levenvrijgesteld zouden zijn van het betalenvan hun deel van de pacht van TenEsschen. Voor hun kinderen gold ditechter niet. Nu meende hij iedereen voldaante hebben en hij verklaarde datgeen van zijn verwanten zich kon beklagente kort te zijn gedaan, te meer nietomdat hij kon vaststellen "dat ick allesmet die gratie en benedictie Gods doormijn eijgen industrie hebbe geacquireert",uitgezonderd dan het vàderlijkerfdeel dat, zoals we hier terloops vernemen,300 pattacons bedroeg. Het testamentwas klaar en hij zette er zijn handtekeningonder. Gerust ging hij slapen.In de daarop volgende maanden ontdektehij dat het testament weliswaargoed was, maar dat een paar aanvullingenwel op zijn plaats waren. Mogelijkheeft hij er nog over gepraat met anderenof bij het doorlezen bepaalde lacunesontdekt. Toch liet hij het ongewijzigd,ook al omdat hij erin had opgenomendat hij zich het recht voorbehield "nochte meugen beneficeren mijne damestijekenen andere meer, oock te nominereneenen executeur testamentair". Tevredenwas hij ook met de bepaling dat hetbedrag van 500 pattacons, dat hij aanJacobus de Valzolio had toebedacht ompriester te kunnen worden, later weermoest terugkeren in het erfdeel waaraanhet onttrokken was. Hij wilde immersdat iedereen tevreden kon zijn en "allesnaer mijnen doodt sal worden sonderprocessen en kijvagien naergekomen".Hij las ook met voldoening wat hij overzijn eigen begrafenis had geschreven:"begeere niet, dat sulx met eene extraordinairepompe (praal) geschiede, streekendedickwijls tot hoeverdije en niet tottroost der zielen".Op 25 augustus liet hij de notaris entwee getuigen komen en werd het beslotentestament "gecachetteerd ofte toege-segelt met drie cachetten in roeden lack,waarop stonden uijtgedruckt de waepenenvan Wilhelmus Frans sen", en getekenddoor de twee getuigen Peter Horstmansen Hermanus Schiffeleers, WillemFranssen zelf en de notaris, Jos. l' Allemanduit Valkenburg.AanvullingenAl een week later, op 1 september, kwamWillem Franssen tot de conclusie dat hijtoch een aanvulling op het testamentmoest maken. Op een nieuw stuk papierschreef hij: "Nogh laete en geve aend'armen van Amstenraed vijfftigh guldenseens". Hij zette er zijn handtekeningen de datum onder en dat was het.Op 7 september nam hij weer de pen terhand en nu had hij meer te schrijven. Hijbepaalde dat het hooi en het stro in deschuur van Terlinden daar na zijn doodmoesten blijven, en ook de nodigevruchten voor mensen en beesten tot deaanstaande oogst, alsmede de mestvarkensdie voor de huishouding bestemdwaren. Het overige kon verkocht wordenvoor de betaling aan de armen, zoalsbepaald. De keukenmeid, Lisbet Jongen,zou boven het restant van haar loon voorhet lopende jaar 150 gulden extra krijgen,mét een rund. De knecht, AndriesJongen, kreeg boven het restant van zijnloon nog 60 gulden en diens zoontje, ookAndries geheten, geld voor een "rockskenen camisolken" (broek en vestje). Detweede meid, Cathrijn Boumans, kreegboven haar loon 40 gulden. ThomasBoumans mocht op Terlinden blijvenzolang hij kan werken en moest daarnabijgestaan worden, zodat hij "in sijnoude jaeren geene hongersnoot mach lijden".Mattheus Tosses, schout van Wijnandsradeen schepen van Hoensbroek,kreeg 20 vaten gerst, evenals de weduwevan Hendrik Daniëls. Tenslotte benoemdehij tot executeur-testamentair de1995 afl.l


1995 afl.lHet Land Van Herleadvokaat Rasquin uit Heerlen, die daarvoor30 pattacons zou ontvangen.Opnieuw maakte Willem Fransseneen aanvulling op zijn testament, en welop 17 september. Hij gebruikte daarvoorhetzelfde papier als op 7 september. Hijschreef wat lager: "Item begeere oock,dat mij neeff Peter Franssen sal hebbenmijne sackure" (zakhorloge). Vervolgensschreef hij nog iets op, wat niet helemaalte begrijpen is, omdat niet duidelijk is opwie dit slaat. Hij beschikte: "En belastemijne erffgenaemen dat het noodichonderhout sullen besorgen en haer oockla eten begraeven". Ook deze tekst wasondertekend.AfwikkelingOp 5 oktober 1733 kwamen de naastebloedverwanten van de inmiddels overledenWillem Franssen met notarisL' Allemand bijeen en reikten hem debovengenoemde stukken aan. Het warenjuffrouw Catharina Elisabeth Franssen,weduwe van sieur (de heer) Miehiel Canisius,sieur Petrus Gerardus Franssen,sieur Matthias Wilhelmus de Valzolio, deheer Joannes Wilhelmus Franssen, MariaFranssen, Sibilla Franssen en de eerwaardeheer Jacobus de Valzolio. Denotaris Jas vervolgens de stukken voornadat hij had vastgesteld dat deze "sonderlesie, laceratie, cancellatie ofte sonderbedrog ende in sijne totaele forme"waren, dat wil zeggen ongeschonden 5 •De notaris had eerder, op 25 augustus, alkennis genomen van een brief vanoctrooi van de Souvereine Raad in Brussel,gedateerd 19 augustus, waarin toestemmingwerd verleend aan WillemFranssen om zijn leengoederen, allodialegoederen en andere bezittingen bij testamentte vermaken, wat in dit geval kennelijknodig was. De afwikkeling konbeginnen.Rest slechts te vermelden dat op 17april 1734 alle genoemde stukken werdenaangeboden aan de leenmannen enschepenen van het leenhof en markizaatHoensbroek ter realisatie, dat wil zeggenbevestiging via registratie, hetgeengeschieddé. De authentieke kopie vanhet testament was toen, blijkens eenpostscriptum onder die akte, in handenvan Joannes Wilhelmus Franssen, dietoen de nieuwe schout was.22·Noten:1. Als bijlage is afgedrukt een schematisch overzichtvan zijn familie, vervaardigd door de genealoogA. Patelski, waarvoor ik hem graagdank zeg. Hoewel Willem Franssen zijn naamzelf met één 's' schrijft, houd ik in dit artikelde schrijfwijze met tweemaal 's' aan.2. Zie een artikel van P.A.H.M. Peeters overTerlinden in: LvH 6 (1956) 25-31.3. In het artikel van Peeters wordt vermeld datWillem Franssen Terlinden in 1702 kocht.Daarin wordt ook gewezen op een vergissingvan Slanghen in 'Het markgraafschaf Hoensbroeckenz', blz. 64, waar gesteld wordt dathet goed na de dood van Willem Franssen inhanden kwam van een familie met een anderenaam. Peeters zelf veronderstelde al datTerlinden van Willem Franssen zou zijn overgegaanop een andere schout uit dezelfde familie.4. Ik veronderstel, dat dit dezelfde is als een derkleinkinderen van zijn zuster Catharina, hoewelhij hier neef en niet achterneef wordt genoemd.5. Sonder lesie, lacratie, cancellatie = zonder beschadiging,scheuren, doorhaling.6. De tekst van alle gebruikte akten bij deze realisatiewerd aangetroffen in het archief van deleenmannen en schepenen van het leenhof enmarkiezaat Hoensbroek. Zie: RAL, LvO,inv.no. 1673 (akten 1727-1 743).


Het Land Van HerleJACOB KEPPELSKIND VAN EEN JOODSE VADERKroniek van de familie Keppels Lipmann Paku/a (dee/4)Het joodse verleden wordtuitgewistWij hadden thuis in de slaapkamer eenheel oude kleerkast die een dubbelebodem had, een geheim vak, waarin dethora (de Mozaïsche wet), de joodsegebedenboeken, de gebedsriemen en degebedsmantel van vader waren verstopt.Ook de rituele kidoesjbeker waar hij elkesabbathavond en andere feestdagen dezegen over de wijn mee uitsprak, demenora (de liturgische kandelaar metzeven armen) en het horloge van vader,een gouden zakhorloge met twee deksels,ingelegd met kleine diamantjes,waren daar opgeborgen. Ik zou het horloge,een oud erfstuk, krijgen bij gelegenheidvan mijn bar mitswa (joods ritueelbad, soort doop), maar helaas is ditnooit gebeurd. Moeder verbrandde alhet papier en het horloge heeft ze uitnood verkocht. Margot ontfermde zichover de kidoesjbeker van zilver, waar deinitialen van vader in stonden, en eenwaterverfschilderijtje met een ganzehoedstertje,dat vader eens had gekochtvan een arme kunstenaar.Ik, de jongste, stond met lege handen.Tóen was ik erg kwaad op moeder, maarnu begrijp ik dat ze het met pijn in haarhart heeft moeten doen. Omdat meerhuiszoekingen konden volgen waren wijbij het vinden van deze joodse voorwerpenin gevaar. Sjeng, de verloofde enlatere man van Käthe, kreeg twee nieuwepakken met twee broeken die moedernog had laten maken voor vader,want er was niet meer aan textiel tekomen. Ook twee schilderijen, die vaderuit Polen had meegebracht, en waarnaarik bij stille winteravonden uren kon kijken(het één was een Russisch winterlandschapmet synagoge, het ander eenstilleven met bloemen; beide van onbekendeRussische meesters), verkochtmoeder aan de schilder C. Driessen, dietegenover ons woonde. Ik heb later geïnformeerdof Driessen die nog had, maarhij beweerde dat hij het linnen ervan hadgebruikt om er op te schilderen. Zo hebik alleen nog de grote foto van vader. Ikkijk er vaak naar om kracht op te doenvoor mijn betrokkenheid bij het zionisme.Hij is mijn voorbeeld. Moeder lietook alle correspondentie en ons familieboekverdwijnen om alle sporen te ver-1995 afl.l


Het Land Van Herlenietigen en geen verdenking op ons teladen. Zo werd in één klap alles opgeruimdwat op de aanwezigheid weesvan vader, een stukje lijfelijke aanwezigheid,waar je aan gehecht was. Margotheeft de kidoesjbeker mee naar de familieHeering genomen, want ze was 2 jaarouder dan ik; anderzijds was ik de enigezoon. Moeder had wel de twee foto's gehoudenwaar zij beid en op stonden.Käthe heeft die va n moeder en ik heb deandere.Schaal met zilveren kidoesjbekers uit de 19de eeuw.Inscriptie Linker beker: S. Bloemendal (1822-1877). Inscriptierechter beker: Beker der Lofzegening.De schaal uit 1887 is gewijd aan de synagoge van deIsraëlitische gemeente Maastricht. (uit: J.M. Lernmens,Joods Leven in Maastricht, Maastricht 1990)24Het leven gaat verderMargot en ik bleven in het katholiekeleven meespelen. Moeder wild e ons erdoor slepen: wij waren de enigen van dejoodse tak van de familie die nog nietopgehaald waren en misschien de bevrijdingzouden kunnen meemaken. Iedereminuut kon de bekende klop op de deurkomen; het waren onrustige nachten enochtenden. De buren hielden ons onderdruk, wilden altijd extra groente, fruit ofiets voor op de karige boterham, zonderte betalen.Ondanks alles bleven we steeds hopenop een levensteken van vader en Trudie.Men moest de kranten tussen de regelsdoor lezen om enig id ee te krijgen hoeernstig de toestand was. Er kwam steedsminder eten op de distributiebonnen.Het brood werd aangevuld met aardappelmeelen een 'zwart' bruinbrood kosttef5,-. Bakker Bemelmans, d ie vanuit Wijnandsrademet de bakkerskar langskwam, kon ons af en toe zo een brood leveren.Dan weer was er 'zwarte' boter,margarine, kwark of appelstroop. Maarhonger had je altijd.In de zesde klas gaf meester Bour, hethoofd der school, les. In de aardrijkskundelesbehandelde hij Noord-Afrika, waarde Amerikanen waren geland. Hij verteldegewoon ter informatie wat er in diedagen ook in de krant had gestaan, maarsprak er ook in politieke zin over. Eenpaar dagen later kwam schoolinspecteurM., NSB'er, in WA-uniform. Hij waswaarschijnlijk getipt door de zoon vanBrouwer van het Grand Hotel (zijn moederwas de bekende Zus Braun, d e olympischezwemster); deze hield en het nogalmet de Duitsers. M. wou weten watmeester Bour gezegd had over de Duitsers.Vele kinderen, die meester Bourniet mochten, vertelden hele verhalendie bezijden de waarheid waren. Ikmerkte dat het fout ging en meldde medan ook. M. vroeg hoe ik heette en keekde presentielijst na, waarin ook de behaaldepunten en dergelijke stonden. Iksprak in het Duits, wat indruk op hemmaakte, en noemde de krant waarin deoorlogsberichten stonden waarvanmeester Bour melding had gemaakt. Ikzei dat ik in Duitsland een politiekescholing had ondergaan, dat meesterBour een zeer goede meester was diezich geen politieke uitspraken tegen deDuitsers veroorloofde, dat vele leerlingenhier een hekel aa n de meester haddenen hem nu w ilden verklikken, endat hun gedrag te wensen over liet. Ik1995 afl.l


Het Land Van Herlevertelde dat ik in Aken op school wasgeweest en uitgekozen was voor hetgymnasium. Wij spraken over de Duitseonderwijsmethode en politiek onderrichtop de zogeheten Volksschulen. Hiermeekon ik zijn twijfels wegnemen en sloothij zijn onderzoek af. Meester Bour, dieweer in de klas kwam, kreeg een reprimande,maar verder bleef het hierbij.Onder het speelkwartier moest ik meverdedigen tegen de andere jongens,maar omdat ik enige judogrepen kendekon ik hen doen afdruipen.1943-19441943 verliep verder rustig. Wel kwamelke nacht de RAF over om Duitsland tebombarderen. We zagen branden inAken en dachten aan Willie en zijn familieen aan opa Wilhelm. Overdag warenhet de grote zilveren vogels van deUSAAF, de Amerikaanse luchtmacht, dieDuitsland onder handen namen. Hetwas een imposant gezicht, vooral als dezon erop scheen.Het eten werd alweer minder. Kolenwerden er weinig beschikbaar gesteld,de gewone man stookte voordeliger'schlam' (kolenslik) en hout, en menging vroeg naar bed. Nog steeds geenlevensteken van vader en Trudie. Enkelhoop restte ons. Over de militaire enpolitieke toestand hoorde men veel geruchtenen waarheid door elkaar. Watmoest men geloven en wat hopen? Hetschooljaar was bijna ten einde. Moederhield zich aan de belofte aan vader ommij te laten 'doorleren' en vroeg aanmeester Bour welke studie voor mij goedzou zijn. Hij raadde de HBS aan, daarnakon ik verschillende richtingen uit. Lezen,studeren en alles wat met vliegtuigente maken had, waren mijn grotehobby's.De winter van 1943-1944 was strengen er was gebrek aan alles. In de gewonehandel was niets te verdienen. Alleen dezwarte handelleverde iets op. Käthe wasgetrouwd met S.W., die in tweedehandsgoederen handelde en nogal dronk,tegen de zin van moeder en Willie, die afen toe op bezoek kwam en ons dan evenfinancieel ondersteunde. Wij moestenKäthe, die in verwachting was, helpen.Ze kwam bij ons inwonen, dus we gingenterug van drie naar twee kamers.Moeder was zwaar ziek geworden, galstenen,waartegen ze homeopathischemiddelen gebruikte. Ze at bijna niets,alleen haar rokertje was voor haaronontbeerlijk. We hadden al sigarengehaald in Eindhoven bij een kennis vanToon, die hij had ontmoet in de gevangenis,waarin hij terecht was gekomenwegens zwarte handel. Moeder bleekpleuritis opgelopen te hebben en moestvele weken het bed houden. Margotmoest haar verzorgen als een klein kind.Daarna is moeder in het ziekenhuis geopereerdaan de gal. Wij waren niet verzekerden de gemeente heeft de kostenmoeten dragen. Moeder herstelde goed.De bevrijding in zichtToen de geallieerden in Frankrijk landden,konden we weer hopen dat de oorloggauw zou zijn afgelopen en datvader en Trudie nog in leven zoudenzijn. In augustus kwamen de Duitselegers, tenminste wat er van was overgebleven,terug door Heerlen op weg naarde Heimat. Ze reden op alles wat rijdenkon: vrachtauto's, door paarden getrokkenwagens, fietsen, en voorts waren erte voet. Maar ze hadden hun 'buit' (vanalles en nog wat dat ze nog gauw gestolenhadden) meegenomen. Het was eenware heksenketel in Heerlen, men kon erbeter van de straat wegblijven. Mannenwerden op straat opgepikt om versterkingenen tankgrachten aan te leggen.De Duitse families, zoals Papenhof en1995 afl.l


1995 afl.lHet Land Van HerleWarich waarbij Toon inwoonde, vluchttenook naar Duitsland. Toon kocht noggauw alles wat er in de tuin stond, enook de konijnen. Vooral de aardappelen,tabak, groenten en fruit konden we nietalleen voor onszelf gebruiken, maar ookvoor de verkoop aan klanten. Toon heeftalles eerlijk betaald. Twee dagen laterkwam de zoon van Papenhof, die in hetDuitse leger was, vanuit Maastricht kijken.Hij vond een bijna leeg huis. Defamilie die op de Molenberg woondehad de meubels opgeladen. De zoonkwam met J. A. van de buren opeens detrappen op en zei tegen Toon, die netweer iets aan het verkopen was: "Ik hebhier een getuige, jij hebt je de hele opbrengstvan de tuin toegeëigend". Toonverklaarde hoe alles gegaan was, maarW. Papenhof trok zijn pistool en eisteonmiddellijk /250,-. Toon kon niet andersdan hem die geven, ofschoon.allesbij elkaar nog geen f75,- waard was.Naar school konden wij niet meer.Levensmiddelen waren er niet of heelweinig. Toen ik voor moeder haar onontbeerlijkesigaretten en ook nog twee pakjesmargarine op een adres in Meezenbroekwas gaan halen (de sigarettenkostten f75,- per pakje, de margarinef10,-), hadden de Duitsers mijnen gelegdop de Schaesbergerweg, kruising Kloosterkoolhofbij Sala, de Italiaanse ijscoman.Het waren 'Tellerminen'. Ik liep opde stoep, moest uitwijken en had al eenvoet op het fietspad toen ik de mijnenzag liggen. Ik kon me nog net aan eenhouten lichtmast vasthouden, andershad ik er op getrapt.het geronk van de jachtbommenwerpersboven Heerlen was niet van de lucht, hetwaren Amerikaanse jachtvliegtuigen, deLightnings met twee staarten, Mustangsen Thunderbolts. Ik kende ze allemaal,want ik had aan vliegtuigherkenninggedaan. Er werd geschoten in het centrum,er begon een angstig gevoel overons te komen, er klonken explosies, hetstation was aan het branden; ik liep erheen en heb nog geholpen meubels eruitte halen. 's Middags werd er verteld, datde Amerikanen op het Bekkerveld waren.Toon en ik er heen en jawel, er waseen gemotoriseerde verkenningsafdelingvan het le Amerikaanse leger, tanks metde witte ster er op. Het was een geweldigogenblik, de mensen die de bevrijderstoejuichten, de eerste sigarettenopstaken, de eerste kauwgummi, de chocola.Maar er werd geschoten en de A­merikanen trokken zich terug.'s Maandags 18 september gingenToon en ik naar het centrum, omdat26De bevrijding van HeerlenOp zondag 17 september kwamenDuitse infanteristen langs de huizen indekking de Schaesbergerweg af metgeweren, mitrailleurs, machinepistolenen Panzerfausten. Ze waren bang, wantDe ingang van de synagoge aan de Stationstraat.(SAR, fotoco llectie nr. 3379)


Het Land Van Herlebij Schunck en V & D Nederlandse vlaggente koop zouden zijn, en om de toestandop te nemen. Wij kochten een vlag,zagen dat er geen Duitsers meer warenen dat mannen met witte banden engeweren, de zogeheten OD' ers, hetstraa tbeeld gingen beheersen. We gingenterug naar huis en in de Klompstraa twerden we door zo een groep, beter kunje zeggen bende met een air van overwinnaars,aangehouden: "Hé, daar hebje Toontje, we wilden je net komen afhalenthuis; jij hebt ook aan Duitsers verkocht;er liggen bezwaren tegen je op hetburo". Ze namen Toon mee en het duurdetot na mei 1945 eer hij weer thuiskwam. Eerst heeft hij vastgezeten op deEsschenderweg, later in een school inVoerendaal en tenslotte in kamp Vught.Toon was aangegeven door buren, waarvanleden tot de O.D. (Orde Dienst) behoorden.Spoedig werden Duitse familiesen NSB'ers in triomf van huis afgehaaldom hen vast te zetten. In die dagenis veel onrecht gebeurd. Willekeur enafrekening van oude meningsverschillenkwamen met haatgevoelens boven. Zelfsde clerus deed mee. Er waren veelbrood-NSB' ers, die zeker straf haddenverdiend, maar wel in alle redelijkheiden menselijkheid . Maar humane mensenbleken er bij de O.D. weinig te zijn, zekerniet bij onze buren, die we menigmaalhadden geholpen. Onze bevrijding wasal in het beginstadium vergald.'s Middags kwamen de Amerikanendan definitief naar Heerlen en trokken ineindeloze kolonnes via de Kloosterkoolhofover de Schaesbergerweg naarSchaesberg, Nieuwenhagen, Waubach ende Duitse grens. Wij vonden het erg datToon vast za t en Willie Kleinen kwamsterke verhalen vertellen, wat de gevangenenallemaal te verduren kregen. Daarza ten w ij nu weer zonder inkomen, wantzonder vergunning, toen 'erkenning' genoemd,mochten wij de zaak niet voort-zetten. Alles werd geprobeerd om onsaan inkomen te helpen.De synagoge van de Israëlitische gemeente Heerlen, in1935-1936 gebouwd door architect Wielders. Onder hetvoorplein ligt de oude joodse begraafplaats. Aan de rechterzijdede bijgebouwen met doop-, was- en onderwijsruimten.(SAH, fotocollectie nr. 9274)Heerlen een AmerikaansepleisterplaatsDe scholen werden gevorderd voor desoldaten. Er kwamen Rode Kruis-ziekenhuizenen militaire 'resthouses'. Heerlenwerd het restcenter van het l e en 9eAmerikaanse leger, een etappeplaats,waar de golven hoog sloegen, zoals datgebeurt waar vele jonge mannen zijn dieeen verzetje willen hebben. Zo was ereen dancing bij Schunck, genoemd 'theWindmill'; de Hema was een bakkerij,de Kapé 'the Beergarden'. Het was eenruige tijd waarin vrouwen koopwaarwerden en tegen sigaretten, chocoladeen andere naturaliën soms hun 'diensten'aanboden aan de soldaten. Dezwarthandel tierd e welig. Bij de firmaMeulenberg kregen de leerlingen van deBernardinus-HBS enige kantoren terbeschikking en zo waren we enige uur-27


Het Land Van Herle28tjes per week bezig met onze studie; hetwas maar behelpen, maar men wilde dejeugd van de straat hebben. Moeder wildeiets doen. Wij maakten een bord methet opschrift "We washing dothes forAmerican soldiers" en stelden het in devoortuin op. Al gauw hadden we hethele militaire hospitaal in de Klompstraatals klant. We wilden geen geld,maar etenswaren, sigaretten, chocolade,nescoffee, blikjes vlees. Wat we zelf nietnodig hadden werd verkocht, vooral aande melkboer die elke avond kwam. Hetging ons hierdoor weer beter. Ik studeerdemet één hand en met de andere handwerd de wasmachine in beweging gehouden.Margot streek de schorten voorde nurses en was voor zichzelf begonnenmet het naaien van jurken. 's Avondskon men beter thuis zijn, want er wasdan een uitgaansverbod en het was opstraat niet pluis. We kregen ook weer eenradio: je hoorde weer berichten en erwas weer geluid in huis. Hij kostte f500,-1945 en de naoorlogsebijzondere rechtspraakIn de winter werd het koud en er wasweinig of niets te stoken. In de slaapkamerwas het ijskoud; op de plumeauxlagen 's morgens ijsdeeltjes. Käthe hadnu weer een eigen kamer, in het huisnaast ons; de huisbaas had haar die woningbeloofd. De Duitsers die er woondenwaren naar Keulen gevlucht. Maarook de dochter van Breithuber wilde dewoning. Ze trokken er gewoon in. Kätheen Sjeng gingen achterom: de Breithuhershadden toen twee kamers en Kätheéén. Het was een geweldige ruzie. Kä thebeviel van een zoon Tonie. Margot en ikhebben er later voor gezorgd als eenmoeder en vader, want Sjeng kon erniets van; hij was als grondarbeider bijde gemeente aan werk gekomen en be-Jacob Keppelsop 17-jarige leeftijd.taalde een paar gulden voor het eten vanTonie.Het was in Heerlen een komen engaan van hele divisies, die werden ingezettegen het Ardennen-offensief van deDuitsers. Het eten werd schaars; alleenvan de Amerikaanse keuken kregen weaf en toe iets extra's zoals witbrood,soms ook kalkoen. Bakker Eernelmansbracht geen brood meer rond, dus gingik te voet naar Swier om er brood te halen.Om buiten Heerlen te komen moestmen een pasje hebben. Ik werd onderwegaangehouden, maar mocht met mijnbroden passeren. Op een dag in februari1945 kwam ik na een paar uurtjes schoolnaar huis en stond moeder met tranen inhaar ogen mij op te wachten. Er was eenrechercheur van het zogeheten Tribunaal(bijzondere rechtspraak voor de berechtingvan onvaderlandslievend gedrag,red.) aan de deur geweest. Bij het Tribunaalwerden mensen gehoord die lid vande NSB waren of met de Duitsers haddensamengewerkt. Moeder moest zichom 16.00 uur melden en ook Käthe, diehaar zoontje naar mij bracht. Margot enik wachtten, maar moeder kwam niet


Het Land Van Herlemeer terug. Ze waren naar de Essehenderweggebracht. Daar stonden we dan,Margat en ik en de kleine Tonie; het wasof de hemel boven ons instortte. Wij verlorende moed en het geloof in de mensen.Sjeng kon niet voor Tonie zorgen, dusdeden wij twee het. Margat heeft nogveel kleertjes voor Tonie gemaakt. Naeen paar dagen kregen wij via een kattebelletjebericht van moeder, dat het haarnaar omstandigheden goed ging. Wijmoesten goed samenwerken en ons metniemand ophouden; ze zou tegen dezeverdrukking in vechten om spoedigweer bij ons te zijn. Margat bleef thuisvan haar werkgever Heering, naaidevoor andere mensen, kookte en deed dewas. Ik hielp haar zo goed ik kon. Omdatwe geen inkomen hadden, moestenwe naar 'sociale zaken' gaan om ondersteuning.We kregen niet veel, maar metdat wat Margat erbij verdiende ging hetwel. Van de buurt kregen wij geen enkelesteun, men negeerde ons en roddeldeover ons. Wij bleven verder wassen voorhet Amerikaanse militaire ziekenhuis.Wij kregen vaak bericht van moeder viaeen groep werksters, die in de zaal vancafé Hermans verplicht waren in hetdaar gevestigde naaiatelier te werken.Ook als we iets voor moeder en Käthehadden mee te geven (sigaretten, eten),gaf ik het daar af; moeder moest dan dehelft ervan aan de draagsters afstaan.Het eten in het vrouwenkamp wasslecht, het bestond meestal uit 'koekjespap'en moeder gaf van haar portie ooknog aan Käthe. Bij het verhoor wierpmen moeder voor dat zij 'deutschfreundlich'zou zijn geweest, Duits was haarmoedertaal. De buren hadden haar aangebracht,uit wraak of onnadenkendheid.Verdere beschuldigingen waren erniet. Ze zou maar een poosje in het kampblijven, dan zou ze de Nederlandse taalgeleerd krijgen.Na de capitulatie van Duitsland vierdeHeerlen dagenlang feest. Moesten Margaten ik meedoen? Wij konden hetgewoon niet: moeder en Käthe zaten inhet kamp opgesloten, zouden vader enTrudie nog wel terug komen, na alleswat er gebeurd was? Begin mei kwamWillie plotseling opdagen, hij viel bij onsbinnen als uit heldere hemel. Hij wasmet Maria en zoontje Erno geëvacueerdvanuit Seesen (Harzgebergte), waar zijgedurende de laatste oorlogsmaandenverbleven, naar Vaals, waar zij onderdakhadden in Bloemendaal. Toen hij het helerelaas hoorde, werd hij kwaad en stapteonmiddellijk naar het Tribunaal aanhet Tempsplein. Hij hoorde hier hetzelfdeals wij van moeder hadden gehoord.Hij bood zich aan om zolang voor moederin het kamp te gaan zitten. Maar helaasvergeefs. Hem werd alleen de verzekeringgegeven, dat moeder als 'licht geval'spoedig voor zou komen. Willie,Maria en Erno kwamen bij een boer inEpen terecht, de familie Heuschen. Ikheb hen daar opgezocht: met de trein totSchin op Geul en de rest te voet, en bleefer twee dagen om alles door te spreken.De evacuatie naar Seesen was de schuldvan familieleden van Maria, die tegenWillie's advies in naar buiten waren gekomen,terwijl hij de kelder in de Rolandstrassemet van alles had voorzien,om zo de Amerikanen af te wachten. Hijmoest die dag met de vrachtwagen rijden,onder dwang voor de Duitsers.Toen hij 's avonds thuis kwam, waren zegeëvacueerd: de Blockälteste had hen opstraat voor het huis gezien en ze moestenuit Aken vertrekken. Alle voorradenwerden in beslag genomen. Na twee dagenbesloot ik weer naar huis terug tegaan. Ik liep het hele stuk van Epen naarHeerlen te voet, werd verschillende kerenaangehouden, het laatst nog op deBenzenraderweg door een daar wonendepolitieagent.1995 afl.l


Het Land Van Herle30Thuis wachtte mij een grote verrassing:moeder was er weer. Er was een nieuwekampcommandant, de heer Hoffman,van communistische oorsprong, gekomen.Moeder vroeg een onderhoud bijhem aan, legde hem alles haarfijn uit. Hijzei: "Ik zal het dossier van U vanmiddagnog nakijken". Hij vond de beschuldigingbelachelijk en zei: "Morgen bent Uvrij. Ik zal een hartig woordje sprekenmet deze idioten van het Tribunaal". Zedeed nog een goed woord voor Käthe.Hij zei ervoor te zullen zorgen, dat zedie week naar huis kon. Na een paardagen kwam zij ook vrij. Moeder enKäthe waren heel mager, niets pastemeer en Margot moest hun jurken gaanveranderen. Maar de hele buurt liet onsvallen, wij waren een soort outcast geworden,waarmee men niets te doen wildehebben. We kregen ook nog schurftvanwege het gebrek aan zeep; wij werdener voor behandeld, zodat we er algauw van verlost waren.School of werk?Ook de HBS kwam weer om de hoek kijken.De Amerikanen hadden inmiddelshet schoolgebouw ontruimd, zodat erweer gewoon les gegeven kon worden.Moeder zei: "Je weet wat vader wilde:doorgaan met je studie, dus ga nu maarweer naar school". Maar ik kon er mijndraai niet meer vinden. Wij hadden zoveelmeegemaakt, dat was diep in mijgaan zitten, ik begreep de wereld nietmeer, ook Nederland niet, waar we aldie jaren niet bij hoorden, maar als eensoort gasten verbleven. Ik zei moeder,dat ik in alles zo teleurgesteld was, inmijn onbezonnenheid wilde ik weg uitNederland, en bleef dus thuis. De rector,pater Hazebroek, kwam persoonlijkthuis met moeder en mij praten. Zo gingik nog een hele week, maar zaterdags zeiik tot moeder: "Nu doe ik de boekendicht, het is afgelopen". Want ook opschool had de discriminatie post gevat:de grote clan van de 'beteren' tegenoverde paar uit de arbeidersgezinnen of middenstanders,die toen aan het hoger onderwijsdeelnamen, en die werden geïsoleerd.Ik kon twee dagen later bij Roderburgbeginnen als leerling in de schoenmakerij.Ik was er goed bekend en in deAmerikaanse tijd maakte ik aan de hogeschoenen van de Amerikanen beenkappen,zodat ze de uniforme losse beenkappenniet hoefden te dragen. Alweerkwamen de transportbanden van demijn van pas, want van de in gummi liggendecanvas konden die beenkappenworden gemaakt. Omdat in de bossen bijSchaesberg, Leenhof en de Kakert veelAmerikanen lagen, was dat een lucratievebezigheid. Roderburg wou alleennatura (sigaretten, levensmiddelen enandere zaken), want aan geld was geengebrek, het had zijn waarde verloren. Ikkreeg om te beginnen bij Roderburg f5,­per week en de boeken voor de vakcursus,want hij wou mij de schoenmakerijlater overgeven; zijn zoon Heinz had ergeen zin meer in. In het begin was ikverheugd, dat ik iets om handen had,maar ik moest te véél doen: hakken enzolen maken, stikken op de machine,nieuwe schoenen helpen maken (Roderburgwerkte toen veel voor FormaNatura van Moeskops, het waren schoenenvoor gehandicapten), dan alle boodschappendoen en de werkplaats poetsen.Tussendoor kreeg je een kop bouillonvan een bouillonblokje.Bij de geldsanering, toen iedereen zijngeld moest inleveren en alleen flO,­kreeg voor de eerste week, betaalde Roderburgmij met oud, dus waardeloosgeld twee weken vooruit. Ik was kwaaden zei tegen moeder, dat ik niet meerging. Ik bleef volhouden, ook toen zehun zoon Hans stuurden; ik lag op de


1995 afl. lHet Land Van Herlesofa, ik was 'ziek'. Ik was ook ziek, geestelijk,ik kan niet tegen oneerlijkheid. Ikheb de boeken bij Roderburg teruggebrachten hem gezegd, dat ik toch geenzin had in de schoenmakerij. Hij vondmij ondankbaar, omdat hij zoveel voorvader en ons had gedaan, maar hij vergaterbij te vertellen, dat het ook in zijneigen voordeel was geweest. Daarnahebben we geen goede verstandhoudingmeer met hem gehad.Zo was ik weer thuis. Toon was ookvrijgelaten uit kamp Vught, maar mochtnog niet met groenten handelen en zettetoen een kippenhandel op. Hij had eenpaar gulden zogenaamd werkplaatsengeldgekregen. Moeder kocht voor hemeen paard en wagen in Nieuwenhagen.Hij bracht er niets van terecht. Hij hadveel dorst, jammer, Toon was een goedeman. Het leek mij niet zoveel om hier endaar kippen te verkopen. Wij hadden natuurlijkook geld te veel; zeker, wij kondeniets inleveren, maar dat werd voorlopiggeblokkeerd. Daarnaast was ervoor het oude geld ingekocht, bijvoorbeeldeen 20-jarige polis van Lotisico(een particuliere loterij) om elk jaar meete loten, maar deze was gewoon waard e­loos. Ook twee fietsen, elk van f750,-,tweedehands natuurlijk, en sigaretten.Hadden we die maar meer gekocht:veertien dagen na het nieuwe geld dedenze weer tussen de f5,- en f7,50 perpakje in nieuw geld . Ook zilveren guldensen rijksdaalders werden gekocht.Al met al was het jammer dat het helebedrijfskapitaal van moeder zo naar demaan ging, maar je kon de legale verkrijgingervan niet aantonen en dus nietdoor de geld sanering krijgen. Toon hadde boekhouding aan zijn laars gelapt.Deze werd door schoolmeester H. uitWelten gedaan, maar deze had geengoede naam bij de belasting. Er wastrouwens geen belasting betaald. Omdatde wettelijk toegestane winstmarge tesmal was, kon je niet aantonen waarmeehet geld verdiend was; laten we maarzwijgen over de erkenning als bedrijfskapitaal.Ikzelf heb me toen laten voorlichtendoor L., die mij een beetje wegwijsmaakte hoe een kasboek te voerenen een aangiftebiljet in te vullen. In mijnkorte broek had ik een onderhoud metde inspekteur der directe belastingen,die mij de raad gaf H. als boekhouder telaten vallen en het zelf ter hand te nemen.Dat gebeurde dus. Ook mijn levenmoest verder gaan. Ik was zonder schoolen zonder vast werk, leefde op de beursvan moeder, dat was ook niet ideaal.Jacob's halfzus Käthe, met kinderen voor Hollenkamp opde 1narkt in Heerlen, ca . 1950.


Het Land Van HerleAkenWillie, Maria en Erno waren weer terugnaar Aken, waar ze thuis waren. Ze haddende neus vol van Nederland, waar zezo slecht waren opgevangen, waar geenwoning was en geen werk. Moeder vondhet best; we hadden al formulieren moeteninvullen om onze eigendomsaansprakenop de panden in Aken bij de Engelsebezetting te claimen. Men sprakover een beheerder, maar dat waren ookmaar zakkenvullers. Willie en familiegingen bij Vaals illegaal de grens over.Hierbij hadden ze hulp van J., die ookhet contact met ons onderhield. Er werdenheel wat levensmiddelen meegenomen,en ook mijn kostbare postzegelverzameling,die wij nog met het oude geldhadden gekocht. Willie zei, dat hij postzegelsverzamelde en zoals altijd konmoeder niet neen zeggen en weg warenmijn postzegels. Ook leende hij mijnfiets. Later kregen we bericht dat zegoed waren aangekomen en dat de huizener allemaal nog stonden, zij het lichtbeschadigd. Dit was een doorn in hetoog der buren, die zeiden: "Ja, die Häuserder Juden hat man nicht bombardiert''.Mijn fiets kon ik in Vaals ophalen.Bussen reden er niet, daarom mocht iktussen de melkbussen van een melkophalermeerijden. De banden van de fietsbleken stuk te zijn. Ik moest dus met defiets aan de hand naar Heerlen lopen.We kregen bericht van Willie, dat erandere huurders in Augustinerbach 26-28 waren getrokken, dat opa geëvacueerdwas naar Bamberg, maar gauw zouterugkomen. Willie kon onze woning inde Rolandstrasse weer betrekken. Tochwas er aan alles gebrek, levensmiddelen,zeep en andere noodzakelijke dingen, envooral aan geld, want er was een kans dehypotheken en Hauszinssteuer in eensnel tempo af te lossen. Wij moestensteeds nieuwe formulieren invullen omons bezit veilig te stellen.Van vader en Trudie nog nietsnieuws; informatie aanvragen bij het RodeKruis was vooreerst niet mogelijk.Maar hoe langer het duurde des te groterwerd de twijfel of ze nog ooit zouden terugkeren,want het was nu algemeenbekend wat er in de concentratiekampenwas gebeurd.Waardeloze markenLouis was intussen ook bij Willie opgedokenvanuit Thüringen. Hij verkoos inDuitsland te blijven en werkte op demijn. Hij stuurde een kennis uit Kerkrade,die in Strass familie had wonen,waarvan een lid een kameraad was vanLouis. Zowel Willie als hij vroegen onzesteun. De jongeman kwam steeds vanKerkrade bij ons levensmiddelenpakkettenvoor hen halen; meestal kreeg Willieniets en behield Louis alles zelf. Louisstond met zijn vriendin meestal aan deandere kant van de grens bij de Holz ende pakjes werden overgegooid. Dat dedenvelen. Het zal wel oogluikend toegelatenzijn. Willie vroeg via J. om Duitsgeld te sturen, omdat het zeer gunstigwas hypotheken af te lossen bij de Müncheneren Dresdener Bank. Het Duitsegeld was hier niets meer waard, je konhet voor een prikje opkopen. Wij kochtenveel bij W.S., die de nodige contactenhad. Ik moest het aan de grens brengenen het precies op een bepaalde tijd overgooien. Louis zou het dan aan Willie geven.Het ging een tijdje goed. De mensenwaren hier blij de waardeloze markenkwijt te raken en in Duitsland was noggeen geldsanering.Op een zondag was ik weer eens inKerkrade. Louis was niet op de afgesprokentijd aan de grens. Het was drukaan de grens, er waren velen die kleinepakjes overgooiden. Opeens kwam hij;ik gooide net alles over en hij maakte dat


Het Land Van HerleDuitse soldaat bij de grens aan de Nieuwstraat in Kerkrade, ca. 1940hij via het nauwe straa tje aan de anderekant weg kwam. Ik had niet alle geldover kunnen gooien, want van achterenpakten mij twee douanebeambten vast.Zij namen mij mee. Bij visitatie vondenzij enige duizenden marken in mijn zakken.Ik zei, dat het geld van mijn broerwas, die in Duitsland woonde en dat hijhet aan ons tijdelijk in bewaring hadgegeven en ik het hem nu terug wild egeven. Die middag en nacht moest ik ophet politiebureau blijven. Intussen haddenze bij moeder huiszoeking gedaan,doch niets gevonden. Omdat ik niet optijd thuis was gekomen had moeder alhet nodige opgeruimd; zij vertelde hetzelfde verhaal als ik. Ik moest mijn verklaringondertekenen. Ik mocht niet naa rhuis, maar werd in een politiezijspannaar het bureau aan de Akerstraa t gebracht,waar nieuwe verhoren volgden,die de hele voormiddag in beslag namen.Ik werd aan de kinderpolitie overgegeven;er moest een oplossing gevondenworden. Ze vonden het maarvreemd, dat ik niet meer naar schoolging en geen vast werk had. Ik zou enmoest van hen van de straat weg. Dusmoest ik mij verplichten een opleiding tegaan volgen op de centrale werkplaa tsaan de Esschenderweg; zij meldden mijtelefonisch aan. Omdat ik pas 16 jaarwas, wilden ze de hele kwestie in dedoofpot stoppen. Maar ik moest me bijhen niet meer laten zien. Dat beloofde iken ik mocht gaan. Alle papieren werdenvernietigd, anders had het er voor mijniet goed uitgezien vanwege de deviezensmokkeLIk was blij dat ik er zo vanaf gekomenwas. Moeder heeft gehuild toen ik thuiskwam. De marken, dat was geen onherstelbaarverlies. Het was de zoveelstekeer dat je niet op Louis kon rekenen. Ikkreeg een overall van de familie Dekkersen schoenen en zo meldde ik mij de volgended insdagmorgen op de centralewerkplaa ts. Ik werd aan het vijlen gezet.Het milieu beviel mij niet, het was geengezelschap voor mij, allemaal ouder danik, en met een taalgebruik dat ik vanhuis uit niet gewend was. Na twee da-33


Het Land Van Herlegen vroeg ik aan de leraar om overplaatsingnaar de afdeling houtbewerking.Hij had geen bezwaar, want hij had algauw gezien dat ik voor bankwerkerniet deugde en zo begon ik de volgendedag bij de timmerlui. Dat ging wel vooreen paar dagen, maar daarna ging ik erelke dag met tegenzin naartoe.Naar zee's Zaterdags stond in de Limburger Koeriereen advertentie, waarin ze jongenszochten via de arbeidsbeurs, om een opleidingte volgen voor de koopvaardij. Ikvertelde moeder, dat de centrale werkplaatsniets voor mij was en ik veel lieverop de grote vaart wilde komen. Ikwas het toch moe in Nederland, na alleswat we hadden meegemaakt. Moedertwijfelde nog en ik weet dat ik haar veelverdriet heb gedaan, nu besef ik da:t deste meer. Op het arbeidsbureau kreeg ikna een gesprek formulieren mee diemoeder moest tekenen. Na twee wekenwerden wij gekeurd en aangenomen,maar moesten nog geduld hebben, omdatin het opleidingskamp Eerde bij Ommennog geen plaats was. De opleidingzou zes maanden duren en dan in Dordrechtop het opleidingsschip 'HollandsGlorie' nog eens zes maanden. De directeurvan de centrale werkplaats beloofdeintussen alles te regelen, want de juffrouwvan de kinderpolitie belde geregeldop of ik nog wel de opleiding aanhet volgen was. Thuis hielp ik in dezwarthandel, want Toon had nog steedszijn erkenning niet terug. Sigaretten warennog altijd veel gevraagd. Ik droomdeintussen van de wereldzeeën, om dandaarna in Amerika te blijven. Zelfs Margat,die vrienden had bij de Amerikanenvan het militaire ziekenhuis waar ze noggeregeld mee correspondeerde, was vanplan naar Amerika te emigreren. Haarvriend Meredith was een heel fatsoenlijkejongen en wilde haar over laten komen,maar ze moest hem niet zo erg; deandere vriend Toth was van een anderslag en bleek al gehuwd te zijn. Maarmoeder wilde het niet hebben; ze hadvader beloofd op ons te letten en te zorgendat we goed terecht kwamen.Van vader en Trudie hoorden we nogsteeds niets. Het bleef wachten op betereinformatiekanalen. Steeds meer en ergerdrong de werkelijkheid van de gruwelijkhedenin de concentratiekampen totons door. Wanneer zouden we eindelijknieuws krijgen?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!