11.07.2015 Views

Zwijndrecht - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 (PDF, 2 MB)

Zwijndrecht - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 (PDF, 2 MB)

Zwijndrecht - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 (PDF, 2 MB)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

.beGemeente <strong>Zwijndrecht</strong> - Binnenplein 1 - 2070 <strong>Zwijndrecht</strong>z w i j n d r e c h tONTWERPLOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN<strong>2008</strong> – 2013Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong>-2013Gemeentebestuur en OCMW <strong>Zwijndrecht</strong>


Woord voorafZoals de Vlaamse overheid het voorschrijft, hebben de lokale besturen een gedragen<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong>-2013 uitgeschreven.Gemeente en OCMW van <strong>Zwijndrecht</strong> hebben er samen naar gestreefd om, zonderzich te beperken tot de sociale hulp- en dienstverlening en bekeken vanuit eenbreder kader, diverse doelgroepen te bereiken, te overtuigen en te betrekken tijdensdiverse bijeenkomsten.Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> moet de basis zijn van een aantal concreteverbeteringen voor de inwoners van <strong>Zwijndrecht</strong>. Het is aan de gemeente en hetOCMW om ervoor te zorgen dat de eindconclusies leiden tot concrete realisaties. Hetuiteindelijke doel is immers iedere inwoner van de gemeente die voor een bepaaldprobleem hulp zoekt te helpen of minstens gericht door te verwijzen voor adequatehulpverlening.Dank zij de betrokkenheid en een goede samenwerking tussen de beide lokalebesturen is een realistisch <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> tot stand gekomen dat zowelgedragen wordt door de burger als door het beleid.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 2


Omdat er voor de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan geen wettelijkevormvereisten zijn opgelegd, zal een structuur op maat van <strong>Zwijndrecht</strong> wordentoegepast.Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreetvan 19 maart 2004 betreffende het Lokaal Sociaal BeleidDe planning met betrekking tot de oprichting van het <strong>sociaal</strong> huis wordt uitgebreid inhoofdstuk 4 besproken.In navolging van de brief van Inge Vervotte van 20 december 2006 beslisten derespectievelijke Raden om uitstel te vragen voor de realisatie van het Sociaal Huis.Dit uitstel geldt uiterlijk tot 22 mei 2009.1.2. Werkafspraken OCMW en gemeenteDe sociale dienstverlening binnen onze gemeente is gecentraliseerd binnen hetOCMW in samenwerking met de dienst sociale zaken van het gemeentebestuur.In het kader van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> is er ongetwijfeld meer overleg nodigtussen gemeente, OCMW en privé-partners die zich met sociale voorzieningen binnenonze gemeente bezig houden. Het gemeentebestuur is immers ook voorzien van eenaantal dienstverleningen in het kader van het welzijn van de bevolking.Het Sociaal Beleidsplan moet voor de toekomst duidelijk maken wie wat zal doen inonze gemeente.Iedere burger van <strong>Zwijndrecht</strong> die een probleem heeft moet kunnen geholpenworden of toch minstens worden doorverwezen vanuit de beide besturen naar dejuiste dienst en de juiste hulpverlener.Vanaf 2007 is de OCMW-voorzitter een volwaardig lid van het schepencollege. Ditbevordert en beïnvloedt uiteraard de samenwerking tussen OCMW en gemeente.In de loop van 2007 werd het initiatief genomen periodiek met de beleidsmensenvan beide besturen te overleggen waar samenwerking mogelijk is en waar dit reedskan geconcretiseerd worden.SamenwerkingsprotocolMet het oog op het bevorderen van de onderlinge samenwerking tussen OCMW engemeente wordt gestreefd naar een protocol waarbij volgende aandachtspuntenconcrete vorm moeten krijgen:Onderzoek naar de mogelijkheden van samenwerking en de opportuniteit ervan.Het opstellen van een werknota waarin conclusies en aanzetten voor de toekomstworden bepaald.Onderzoek naar de mogelijkheden tot en voorwaarden bij het bepalen van dekerntaken gemeente/OCMW. Het opstellen van een werknota waarin conclusies enaanzetten voor de toekomst worden bepaald.Vastleggen van een concrete werkwijze en timing voor het opstellen van debudgetten.De opmaak van een protocol.Taakverdeling in meerjarenplanZoals hoger genoemd wordt op vaste momenten overleg georganiseerd, zowel metdienstverantwoordelijken, beleidsmensen als politici.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 5


In het kader van het meerjarenplan vervult dit overleg een belangrijke functie naartoekomstige samenwerking tussen gemeentelijke en OCMW diensten, komenoverlappingen naar de voorgrond. Het is de bedoeling deze vorm van overleg verderuit te bouwen zodat OCMW en Gemeente overkoepelende beleidsbeslissingen samenkunnen voorbereiden of bij elkaar aansluiten.Bestuurlijke gegevensSamenstelling SchepencollegeWilly Minneboburgemeester Algemeen beleid, politie en veiligheid, mobiliteit, openbare werken,verzustering, burgerlijke stand en bevolking, begraafplaatsen, informatie, ICT,personeelAndré Van de Vijvereerste schepen Cultuur, toerisme, mondiaal beleid, groenvoorzieningIrene Hoppetweede schepen Ruimtelijke ordening, stedenbouw, leefmilieu, gezondheid,afvalbeleidKris Herremansderde schepen Sport, seniorenbeleidAnn Van Dammevierde schepen Financiën, middenstand en lokale economie, land- en tuinbouw,jeugd en kinderopvangChris Vermeulenvijfde schepen - OCMW-voorzitter Sociale zaken en IntegratieSamenstelling gemeenteraad‣ Willy Minnebo: .....................burgemeester-voorzitter - Groen!‣ Greet De Jonghe: .................gemeenteraadslid Groen!‣ Cindy Dobbeleir: ..................gemeenteraadslid Groen!‣ Kris Herremans: ...................gemeenteraadslid Groen!‣ Irene Hoppe: .......................gemeenteraadslid Groen!‣ Joris Van de Perre: ...............gemeenteraadslid Groen!‣ André Van de Vyver: ............gemeenteraadslid Groen!‣ Ferry Van Dyck: ..................gemeenteraadslid Groen!‣ Sofie Van Goethem: .............gemeenteraadslid Groen!‣ Chris Vermeulen: .................gemeenteraadslid Groen!‣ Bruno Byl:...........................gemeenteraadslid CD&V‣ Lutgarde Present ..................gemeenteraadslid CD&V‣ Ann Van Damme ..................gemeenteraadslid CD&V‣ Theo Van Roeyen: ...............gemeenteraadslid CD&V‣ Frans De Gendt:...................gemeenteraadslid sp.a‣ Ann Kauwenberghs:..............gemeenteraadslid sp.a‣ Denise Melis – De Lamper: ....gemeenteraadslid sp.a‣ Kelly Van Hooreweder: ..........gemeenteraadslid sp.a‣ Claudine De Schepper: .........gemeenteraadslid Vlaams Belang-VLOTT‣ Gaby Depauw ......................gemeenteraadslid Vlaams Belang-VLOTT‣ Ronny Dobbeleir...................gemeenteraadslid Vlaams Belang-VLOTT‣ Tine Heyrman: .....................gemeenteraadslid Vlaams Belang-VLOTT‣ Guy Van Criekinge ................gemeenteraadslid Vlaams Belang-VLOTT‣ Tim Van de Manacker: ..........gemeenteraadslid Vlaams Belang-VLOTTLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 6


‣ Walter De Wulf: ...................gemeenteraadslid Open VLDSamenstelling OCMW raad‣ Chris Vermeulen...................voorzitter‣ Ferry Van Dijck ....................raadslid + VB‣ Luc Coppieters .....................raadslid‣ Peter Van Wauwe .................raadslid + VB‣ Lisbeth Van Goey .................raadslid‣ Patrick Maes ........................raadslid‣ Guido Weyns .......................raadslid + VB‣ Henri Van Vlem ....................raadslid‣ Sofie Meyvis ........................raadslid‣ Yolande De Ruelle.................raadslid‣ Geertje De Decker ................raadslidGroen!Groen!Groen!CD&VCD&VCD&Vsp.asp.aOpen VLDVlaams Belang-VLOTTVlaams Belang-VLOTT1.3. CoördinatiestructuurDe coördinatie gebeurt vanuit de stuurgroep die als volgt issamengesteld:Willly MinneboBurgemeesterChris VermeulenSchepen Sociale Zaken en Integratie en OCMW voorzitterKris HerremansSchepen Sport, seniorenbeleidIrene HoppeSchepen Ruimtelijke ordening, stedenbouw, leefmilieu, gezondheid, afvalbeleidAndre Van de VijverSchepen Cultuur, toerisme, mondiaal beleid, groenvoorzieningAnn Van DammeSchepen Financiën, middenstand en lokale economie, land- en tuinbouw, jeugd enkinderopvangIlse WeynantsGemeentesecretarisMartine RoothooftDepartementshoofd welzijnszaken – burgerzakenEls Van HeseConsulent sociale zaken departement welzijnszaken/gemeentebestuurDennis Van den BroeckOCMW secretarisHilde D’HollanderAdministratief medewerker OCMWDe stuurgroep heeft in zijn midden een werkgroep opgericht,samengesteld uit:Chris VermeulenSchepen Sociale Zaken en OCMW-voorzitterLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 7


Martine RoothooftDepartementshoofd welzijnszaken – burgerzaken/gemeentebestuurEls Van HeseConsulent sociale zaken departement welzijnszaken/gemeentebestuurDennis Van den BroeckOCMW secretarisHilde D’HollanderAdministratief medewerker OCMW1.3.1. Werking:De stuurgroep:‣ coördineert de werkgroep Lokaal Sociaal Beleid‣ keurt de voorbereidingen van de werkgroep goed‣ verleent adviesDe werkgroep:‣ bereidt documenten voor ten behoeve van de stuurgroep‣ bereidt initiatieven voor‣ voert initiatieven uit‣ brengt de terugkoppeling naar de stuurgroep‣ wordt ondersteund door KINA p.v. (Krisis Interventie Netwerk Antwerpen)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 8


2. Ontwerpproces2.1. Een geïntegreerd <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>2.1.1. Wat betekent een ‘geïntegreerd’ beleid?Er bestaat een link met andere sectorale plannen zoals het jeugdwerkbeleids-plan,<strong>beleidsplan</strong> kinderopvang, cultuur<strong>beleidsplan</strong> en zelfs in beperkte mate met hetruimtelijk structuurplan.Al deze plannen bevatten sociale items. We hebben geprobeerd de verschillendeplannen naast elkaar te leggen en de sociale items af te stemmen op elkaar.2.1.2. Afstemming sectorale plannenHet gemeentebestuur wenst een aantal sectorale plannen nu al te integreren in het<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>.‣ Beleidsplan kinderopvang‣ Lokaal overleg kinderopvangHoe integreren we deze planverplichtingen in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>?We opteren momenteel voor een gedeeltelijke integratie. Het <strong>beleidsplan</strong>kinderopvang is integraal terug te vinden in hoofdstuk 7. Daarnaast selecteerden wein het hoofdstuk "meerjarenplan" een aantal doelstellingen over jeugd en gezin dieniet in het <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang staan. Ze vormen een aanvulling op het<strong>beleidsplan</strong> kinderopvang. Deze doelstellingen kwamen erbij op het initiatief van het<strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.In een latere fase zal dit plan integraal deel uitmaken van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><strong>beleidsplan</strong>.2.2. ProcesomschrijvingVoorbereidingsfase:We stelden in 2005 een nota op, die dienst deed als eerste <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>voor de periode 2006-2007. In deze nota werd een planning gemaakt van de tevolgen stappen.In 2006 maakten we een keuze van thema's die voor ons deel uitmaakten van het<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid. We baseerden ons hiervoor op de sociale grondrechten.InformatieverzamelingKwantitatief:‣ We maakten een omgevingsanalyse aan de hand van statistische gegevensper gekozen thema.Kwalitatief:‣ Diensten-doelgroepenmatrix gemeente – OCMW (bijlage 5)‣ Inventaris andere actoren die sociale dienstverlening leveren in de gemeente.‣ Themagroepen najaar 2006 (kennismaking met de verschillendedienstverleningen)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 9


‣ Begeleiding door KINA p.v. in het kader van het ondersteuningstraject doorde Vlaamse Gemeenschap.‣ Themagroepen voorjaar 2007 (hergroepering van thema’s) (bijlage 1)‣ Focusgroepen met voorbereiding a.d.h.v. topiclijst per thema (bijlage 2)Analyse en synthese van het verzameld materiaal‣ Volgens de Behouden, Bannen, Bereiken methodeBeleidsbepaling‣ Selecteren van strategische doelstellingen per thema‣ Bepalen van een algemene visie en een visie op het Sociaal HuisActies, taakverdeling en middelen‣ Opstellen van een meerjarenplan waarin acties, actoren en budget wordenbepaald.Opvolging‣ Vastleggen van de te bereiken resultaten‣ Jaarlijkse evaluatie2.3. Betrokkenheid van lokale dienstverleners enbevolkingDe lokale dienstverleners werden betrokken via de themawerkgroepen(focusgroepen). We bereikten bijna alle dienstverleners.De bevolking werd op de hoogte gebracht via een oproep in het gemeentelijkinformatieblad en via hun vertegenwoordiging in de gemeentelijke adviesraden. Degemeentelijke adviesraden werden uitgenodigd voor de verschillendethemawerkgroepen.We maakten in de eerste plaats een diensten-doelgroepenmatrix op voor de socialedienstverlening van OCMW en gemeentebestuur.Daarna bekeken we met welke andere actoren formeel of informeel wordtsamengewerkt. Deze actoren werden op hun beurt bevraagd over mogelijke andereactoren die we zelf niet kenden.Bij de uitvoering van het plan <strong>2008</strong>-2013 zullen deze actoren ook worden betrokken.Ook de inwoners zullen geïnformeerd en geraadpleegd worden bij de uitvoering vande geplande acties.We plannen in <strong>2008</strong> een aantal infovergaderingen voor een ruim publiek.2.4. Ontwikkelingen t.a.v. stappenplan 2006-2007Het stappenplan 2006-2007 hield vooral een afstemming in tussen OCMW engemeentebestuur.In het plan <strong>2008</strong>-2013 wordt een uitbreiding voorzien naar andere lokale enniet-lokale actoren werkzaam in of voor <strong>Zwijndrecht</strong>.We legden in 2007 contacten met de lokale actoren en stelden themawerkgroepensamen.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 10


We gingen in 2007 van start met een gesubsidieerd begeleidingstraject van KINAp.v.Er werd veel tijd besteed aan het ontwikkelen van een visie op het Sociaal Huis.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 11


4. Sociaal Huis4.1. Theoretische invulling in <strong>Zwijndrecht</strong>Volgens het ontwerpdecreet <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid en memorie vantoelichting: meerwaarde van het Sociaal HuisNaar de cliënt‣ Streven naar een maximale toegang van de sociale dienstverlening voor elkeburger, met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen‣ Streven naar een optimaal bereik van de beoogde doelgroep van bestaandewelzijnsvoorzieningenNaar de welzijnsvoorzieningen‣ Meer efficiëntie door afstemming en netwerkvormingNaar het <strong>lokaal</strong> beleid‣ Verder bouwen op de bestaande dynamiek‣ Versterken van de lokale economie met mogelijkheid tot een eigen invullingvan de samenwerking tussen OCMW, gemeentebestuur en andere lokaleactoren.‣ Bestendiging van de integrale en inclusieve benadering uit de periode van hetSociaal ImpulsfondsVolgens de werkgroep ‘Sociaal Huis’: bijkomende pluspuntenNaar de cliënt‣ Afstemming van de dienstverlening, zodat de cliënt niet van het kastje naarde muur wordt gestuurd‣ Burgers die niet weten waar ze met hun vraag terechtkunnen, wordengeholpen bij hun oriëntering in het welzijnslandschap‣ De dienstverlening van OCMW en gemeentebestuur wordt verbreed naar alleburgers, wat tot een versterking van het recht op maatschappelijk welzijnmoet leiden‣ De burger zal beter op de hoogte zijn van het aanbod aan tweedelijns psychosocialehulp- en dienstverlening in de regio‣ Het Sociaal Huis biedt mogelijkheid tot rechtenonderzoek i.p.v. dat de cliënthet allemaal zelf moet uitzoeken‣ Het Sociaal Huis biedt mogelijkheid om te vertrekken van de vraag van decliënt i.p.v. het bestaande aanbod.Naar de welzijnsvoorzieningen‣ Efficiëntere inzet van mensen en middelen doordat overlappingen kunnenworden weggewerkt en voorzieningen elkaar beter leren kennen‣ De hulpverlening zal beter kunnen gecoördineerd worden‣ In het Sociaal Huis worden idealiter wetteksten over sociale materiebijgehouden en opgevolgdLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 13


4.2. Praktische uitvoering in <strong>Zwijndrecht</strong>Locatie‣ 1 punt in het gemeentehuis (loketbediende + maatschappelijk assistenten(backoffice)‣ + 1 punt in het OCMW (loketbediende + backoffice met verschillendemaatschappelijke assistenten) met antennepunt in Burcht bij de politie.op termijn: uitbreiden met een vierde punt in het toekomstige nieuwe gebouwvan Herleving in Burcht.‣ Op langere termijn kan geopteerd worden om alle dienstverlening samen tebrengen in één gebouw. (1 centraal punt in het oud-gemeentehuis waarOCMW-dienstverlening + sociale dienstverlening gemeentebestuur +dienstverlening andere partners (Werkwinkel,…) samen zitten + een kleinerantennepunt in Burcht (politie, Herleving?))Signalisatie‣ Er moet een éénduidige signalisatie worden voorzien in de verschillendepunten eventueel met een logo.Telefoon‣ We proberen met één centraal telefoonnummer te gaan werkenInformatica‣ Alle medewerkers van de infopunten moeten met een centrale uitgebreidesociale kaart (productencatalogus) kunnen werken toegespitst op de situatiein <strong>Zwijndrecht</strong>.‣ Er moet een coördinator worden aangesteld die dit systeem op punt houdt enervoor zorgt dat de gegevens actueel blijven.‣ Het systeem moet het resultaat zijn van een netwerk. Aan de sociale actorenmoet gevraagd worden een intentieverklaring te ondertekenen waarin ze zichbereid verklaren mee te werken aan het systeem. De coördinatie gebeurtdoor OCMW en gemeentebestuur. Het netwerk moet zich vertalen in hetcomputersysteem en moet minstens halfjaarlijks geactualiseerd worden.Personeel‣ Tijdsinvestering huidig personeel‣ Vergaderen‣ Voorbereiden dossiers‣ Kijkstages‣ Nieuw personeel‣ Personeelskost (of via detachering)Werkingsmiddelen‣ Registratie: formulieren, programma, statistiek,…‣ Producten en netwerk: fiches, folders, sociale kaart‣ Centrale website over Sociaal Huis, onderdeel van de gemeentelijke website‣ Managementsysteem van klachten/opmerkingen/suggesties‣ Systeem van beleidssignalering (signaleren van problemen naar beleid)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 14


Andere‣ Promotie, strategie, planning,…‣ Uitbouw Sociaal Huis (front-office, back-office, gespreksruimte, wachtruimte)‣ Het Sociaal Huis als samenvoeging van gemeentelijke dienst en OCMW dienst.Er stellen zich in dit geval geen problemen voor de administratieve regelingvan het personeel in het Sociaal Huis. Beide rechtspersonen kunnen personeelafvaardigen naar hun eigen “deel” van het Sociaal Huis.‣ Binnen het Sociaal Huis ligt de nadruk op een fysiek loket, al dan niet incombinatie met een telefonisch en electronisch loket.‣ Het ‘loket’ kan gedefinieerd worden als de fysieke plaats waar het directcontact plaatsvindt tussen de afnemer en de organisatie (dienstverlener).4.3. Sociale dienstverlening binnen het Sociaal HuisHet Sociaal Huis moet geen welzijnsmastodont worden waar alle actoren onder ééndak worden samengebracht. De burger moet in het Sociaal Huis wel informatiekrijgen over wat andere actoren doen en moet hij in contact kunnen gebrachtworden met deze diensten.Het Sociaal Huis moet ook niet de enige toegangspoort zijn tot sociale hulp- endienstverlening. Het Sociaal Huis dient een draaischijf te zijn naar hetwelzijnsaanbod.Er moet ook inhoudelijk nagedacht worden over het samenvoegen van taken vangemeentebestuur en OCMW, eventueel met een herschikking van dienstverlening totgevolg. Bijvoorbeeld centraliseren van alle toelagen en premies.Minimaal basispakket loket Sociaal Huistoeleiding naar het Sociaal Huis‣ gerichte promotiecampagnes (uiteindelijk moet de reflex groeien bij burgersdat als ze niet weten waar ze met een bepaalde welzijnsvraag terecht kunnen,ze zich automatisch wenden tot het Sociaal Huis)‣ een duidelijk logo‣ inschakelen van eerstelijnsdiensten (huisarts, wijkagent, schooldirectie, socioculturelevereniging,…) voor de toeleiding naar het Sociaal Huis‣ actief op zoek gaan naar doelgroepen (bijvoorbeeld een dienstverlening naarmensen die zich niet zelf kunnen verplaatsen naar het Sociaal Huis)onthaal‣ onthaal is niet gelijk aan intake‣ onthaal is de plaats waar mensen hun hulpvraag of probleem voorleggen.Ofwel kan de vraag onmiddellijk door de onthaalmedewerker worden beantwoord(vraag naar openingsuren van bepaalde diensten, bestaande diensten voor hulpin het huishouden, aanbod aan kinderopvang, lijst met scholen in de regio,…)Ofwel betreft het een meer complexe vraag die niet dadelijk aan het loket kanworden beantwoord, dan kan afhankelijk van de plaatselijke situatie:met de cliënt een afspraak gemaakt worden om later terug te komen voor eenprivé-consultatieLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 15


De cliënt wordt doorverwezen naar een andere balie of kantoor in het SociaalHuis waar iemand zit die gespecialiseerd is in die materie en waar devervollediging van het dossier wordt opgenomen door de maatschappelijkwerkster.Ofwel kan de vraag niet door het Sociaal Huis worden beantwoord, dan zal decliënt in de mate van het mogelijke dadelijk gericht worden doorverwezen.Vraagverheldering‣ Soms kan de cliënt zijn vraag niet gemakkelijk verwoorden of spelen ermeerdere problemen tegelijkertijd. In dergelijke situaties kan de cliënt bestworden ontvangen in een apart <strong>lokaal</strong>, waar een maatschappelijk werker zaltrachten de vraag te verhelderen.Informatieverstrekking‣ Aan het loket van het Sociaal Huis dient de cliënt terecht te kunnen voorbasisinformatie omtrent het brede welzijnsveld.‣ De loketmedewerker moet de kanalen kennen waar hij gericht informatie kankrijgen over bepaalde diensten. Het is niet de bedoeling dat hij/zijgedetailleerde informatie kent over het volledige aanbod in de regio.‣ Informatieverzameling‣ Sociale kaart, bij voorkeur electronisch, zo actueel, volledig engebruiksvriendelijk mogelijk.‣ De cliënt moet in het Sociaal Huis al een minimaal zicht moeten krijgen op hetaanbod van de dienst waarvan hij de informatie krijgt. In het beste gevalwordt er door de loketmedewerker al contact opgenomen met de externedienst en is er een vorm van opvolging.‣ Informatieverstrekking kan ook actief gebeuren, bijvoorbeeld het uitgevenvan brochures, het organiseren van vorming over bepaalde thema’s.‣ Het is belangrijk dat vragen ook electronisch kunnen worden gesteld via e-mail en dat er een beperkt e-loket beschikbaar is.‣ doorverwijzing/dispatching en opvolging‣ Gericht doorverwijzen. Ideaal is als de doorverwijzing door het Sociaal Huiswordt opgevolgd.Signaalfunctie‣ Naarmate het Sociaal Huis langer functioneert, zullen wellicht een aantalknelpunten in het welzijnsveld aan het licht komen die interessant kunnen zijnvoor het beleid. Dit helpt om de dienstverlening verder te optimaliseren.rechtendetectie‣ Vertrekkend van de vraag van de cliënt aan de balie wordt nagegaan waar depersoon recht op heeft. Rechtendetectie kan ook worden losgekoppeld vaneen vraag. De burger kan bijvoorbeeld thuis via een brief geïnformeerdworden over zijn rechten.registratie‣ registratie van gegevens. Hierbij is nood aan een eenvoudig en hanteerbaarregistratie-instrument of systeem (voorbeeld cliëntregistratiesysteem van deAutonome Centra Algemeen Welzijnswerk.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 16


Maximale invulling van de loketfunctieIntakePsycho-sociale hulpverleningSociale administratieUittekenen en coachen van het hulpverleningstrajectPersoneel:‣ Minstens een loket- of baliemedewerker (zorgt voor grootste deel van deinformatieverstrekking en eventueel de sociale administratie.‣ Minstens één maatschappelijk werker (zorgt bij een complexere hulpvraagvoor ‘eerste hulp’ en opvang, zorgt voor verheldering van de hulpvraag enverwijst de persoon indien nodig door naar de hulpverlening).‣ Loketbediende kan ook een maatschappelijk werker zijn, maar evengoed eenbediende die voldoende op de hoogte is van de sociale kaart.‣ Ideaal is dat de loketbediende een polyvalent medewerker is met voldoendekennis van zaken die zorgvragen kan opvangen interpreteren en verdelennaar de juiste diensten. Alert zijn voor de vraag achter de vraag is heelbelangrijk.‣ De loketbediende moet zicht hebben op de werkagenda van personenwerkzaam in gemeente en OCMW, zodat afspraken efficiënt kunnen wordeningeboekt.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 17


5. Thematische analyse en doelstellingen5.1. Instrumenten voor het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleidBehouden, Bannen, Bereiken Analyse: Per thema bekeken we samen met departners van de themawerkgroep welke zaken goed lopen en die we dus in detoekomst zeker moeten behouden. Daarnaast bekeken we wat er minder goedloopt, wat de zwaktes zijn en we dus moeten veranderen of bannen. Als laatstewerd bekeken wat we in de toekomst moeten bereiken met betrekking tot hetthema. Op basis van deze analyse konden we de doelstellingen vastleggen.Dienstendoelgroepenmatrix (DDM): Een DDM geeft een geïntegreerd beeld vanwelke producten/diensten de organisatie aan welke doelgroepen levert. Eendiensten/doelgroepenmatrix splits het beleidsveld op in deelgebieden die danvervolgens elk afzonderlijk kunnen geanalyseerd worden.Een diensten/doelgroep-matrix laat helder zien waar het accent van dewerkzaamheden van de organisatie ligt en laat zo onduidelijkheden in het patroonnaar voor komen.Focusgesprek: Een focusgroepsgesprek is een afgelijnd gesprek. Een moderatorwerkt een topiclijst af bijgestaan door een verslaggever. Op basis van de gegevensvan de verslaggever, eventueel aangevuld met aantekeningen naar aanleiding vande debriefing, wordt een verslag opgemaakt, rekening houdend met devooropgestelde doelen.5.2. Algemene demografische situering (bron: aps,lokale statistieken, Vl. Gem.)Bevolkingsomvang en –dichtheidOmvang:‣ <strong>Zwijndrecht</strong> telde op 31 december 2006 18.411 inwoners. Dit peil is in grotelijnen stabiel gebleven de afgelopen jaren. Tussen 1991 (18.239 inwoners)en 2002 was er een kleine afname in het aantal inwoners. Vanaf 2002(17.743 inwoners) was er een stelselmatige toename tot het huidige peil.Dichtheid:‣ 1.016,01 inwoners per km² in 2005.Samenstelling van de bevolkingSamenstelling naar geslacht:‣ In 2006 waren er in <strong>Zwijndrecht</strong> 8.933 mannen tegenover 9.298 vrouwen.De mannen vertegenwoordigen 49 % en de vrouwen 51%.‣ Vanaf de leeftijd van 70 jaar begint het aandeel mannen sterk af te nemen.Samenstelling naar leeftijd:‣ Vergrijzing: het aandeel van de 75 plussers op de totale bevolking is constanttoegenomen van 6 % in 1991 naar 7,1 % in 2000 naar 8,4 % in 2006. Hier isduidelijk de trend van vergrijzing merkbaar. Het aandeel van de 85plussersop de totale bevolking blijft sinds 1994 stabiel.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 18


‣ Er is sprake van vergrijzing binnen de vergrijzing: van 14,9 in 1999 tot 20,3in 2006.‣ Grijze druk: De verhouding tussen het aantal 60-plussers en het aantal 20 tot59 jarigen. Deze ratio stijgt van 35,1 in 1991 naar 39,1 in 1999 en blijft danstabiel tot 2006.‣ In 2006 vertegenwoordigde de groep 6 tot 24 jarigen 21% van de<strong>Zwijndrecht</strong>se bevolking. Tegenover 17% 65plussers.Samenstelling naar nationaliteit:‣ Op 1 juli 2007 werden in <strong>Zwijndrecht</strong> 533 inwoners geteld met een vreemdenationaliteit op een totaal aantal inwoners van 18.394.‣ 50% van hen komen uit o.a. Duitsland, Nederland (134 inwoners), Frankrijk,Spanje,…‣ 12% van de vreemdelingen heeft de Marokkaanse nationaliteit.‣ 4% heeft de Russische nationaliteit.Samenstelling naar gezin:‣ Aantal huishoudens in 2004 7.509, waaronder 74 alleenstaande mannen metkinderen en 747 alleenstaande vrouwen met kinderen.‣ Het totaal aantal alleenstaande mannen bedroeg in 2004 996 en het aantalalleenstaande vrouwen 1.111.Loop van de bevolking‣ Geboorten, overlijdens, natuurlijke aangroei:‣ Geboorten: In 2005 werden in <strong>Zwijndrecht</strong> 183 kinderen geboren. Tussen1999 en 2001 daalde het aantal geboorten van 179 tot 149. Vanaf 2001 waser een stijging merkbaar tot 2004 met 205 geboorten. Daarna is er weer eendaling merkbaar.‣ Overlijdens: In 2005 overleden er 209 inwoners van <strong>Zwijndrecht</strong>. Dit aantalblijft stabiel de laatste jaren.‣ Natuurlijke aangroei: de laatste jaren was er enkel in 2004 een positieveaangroei merkbaar. In 2005 waren er 26 overlijdens meer dan er geboortenwaren.Migratie‣ Sinds 2001 is er een wisselend positief migratiesaldo. Van een migratiesaldovan 41 in 2001, over 179 in 2002, met een daling in 2004 tot 87 naar 145 in2005.‣ Dit is een groot verschil met de periode voorafgaand aan 2001 met eendieptepunt van -68 in 1997.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 19


Bevolkingsaangroei‣ In 2004 111, in 2005 119. Deze positieve aangroei is te wijten aan het groteraantal inwijkelingen in <strong>Zwijndrecht</strong> de laatste jaren. Tot 2001 was er eennegatieve bevolkingsaangroei.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 20


5.3. Toolkits per themaToolkit 1: Sociaal HuisA. MotivatieAandachtspunten die doorheen alle themawerkgroepen naar boven kwamen wordenin deze toolkit behandeld. Veel van deze aandachtspunten zijn terug te bengen tothet concept Sociaal Huis.B. OmgevingsanalyseHier kan de ligging van <strong>Zwijndrecht</strong> ten opzichte van Antwerpen worden aangehaald.<strong>Zwijndrecht</strong> is regionaal gebonden aan Antwerpen, maar met betrekking totsommige thematieken is er meer voeling met de Wase gemeenten.Kwalitatief:Uit de bbb analyses van de verschillende werkgroepen kwamen een aantaloverkoepelende zaken aan bod:‣ Nood aan samenwerking, formeel en informeel‣ Belang van toegankelijkheid van informatie‣ Nood aan efficiënte doorverwijzing‣ Belangrijke rol van vrijwilligers als schakel in de dienstverleningC. Inventaris van doelstellingenStrategische doelstelling 1:Gemeentebestuur en OCMW, regisseurs op vlak van <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid.‣ Operationele doelstelling 1.1: samenbrengen van de verschillendebeleidsdomeinen en deze op elkaar afstemmen.Strategische doelstelling 2:Neutrale infopunten voor de burger voor het inwinnen van informatie over de socialedienstverlening.‣ Operationele doelstelling 2.1. inrichten van een aantal sociale infopunten inhet kader van het Sociaal Huis.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 21


Strategische doelstelling 3:Meer efficiëntie binnen bestaande samenwerkingsverbanden.‣ Operationele doelstelling 3.1: opstarten van een toegankelijk overzicht van debestaande samenwerkingsverbanden op cliënt-, organisatie- en beleidsniveau‣ Operationele doelstelling 3.2: faciliteren en afstemmen vansamenwerkingsverbanden.‣ Operationele doelstelling 3.3: De gemeente positioneren in het landschap(Antwerpen – Waasland)Strategische doelstelling 4:Een instrument waarmee alle actoren hun weg vinden in het sociale landschap van<strong>Zwijndrecht</strong>.‣ Operationele doelstelling 4.1: Inventariseren van bestaande instrumenten‣ Operationele doelstelling 4.2: Opstellen van een sociale kaart‣ Operationele doelstelling 4.3: uitwerken van een procedure om de socialekaart te actualiserenStrategische doelstelling 5:Een uitgewerkt communicatieplan.‣ Operationele doelstelling 5.1: de toegankelijkheid naar communicatieverhogenStrategische doelstelling 6:‣ Verhoogde participatiekansen van de burger ten aanzien van het <strong>lokaal</strong><strong>sociaal</strong> beleid.‣ Operationele doelstelling 6.1: starten met opmaak van een participatie- planom burgers te informeren en te betrekken bij het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleidStrategische doelstelling 7Aanwezigheid van een duidelijk vrijwilligersbeleid‣ Operationele doelstelling 7.1: uitwerken van de ondersteuning vanvrijwilligers.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 22


Toolkit 2: WonenA. MotivatieSpelers op het terrein: gemeente (dienst ruimtelijke ordening), OCMW(huisvestingscel), <strong>Zwijndrecht</strong>se Huisvestingsmaatschappij, Zewopa vzw.Wonen: Sociale woning, wonen voor senioren, levenslang wonen, aangepast wonen(senioren, personen met handicap), nieuwe woonprojecten, betaalbaar wonen.Waarom selectie van dit domein:Behoorlijk wonen is een grondrecht. De ruimte is echter schaars in onze gemeente.Het spreekt vanzelf dat beide elementen te belangrijk zijn om alles zo maar inhanden te laten van de zogenaamde vrije markt. Wie een modaal inkomen heeft,betaalt zich op de privémarkt blauw aan huurprijzen of een lening. Wonen wordthelemaal problematisch voor wie het moet stellen met een uitkering of een laag loon.Een gemeente kan daar zelf iets aan doen.In de eerste plaats is het van zeer groot belang dat er een bijzonder nauwesamenwerking bestaat tussen de <strong>Zwijndrecht</strong>se Huisvestingsmaatschappij, hetOCMW en de gemeente.Vlaanderen (en ook <strong>Zwijndrecht</strong> ) is volgebouwd en toch is er nog een grote noodaan betaalbare woningen, vooral op de huurmarkt. Het kan niet langer dat grotestukken open ruimte worden ingenomen door grootschalige nieuwbouw-projecten.Dit geldt eveneens voor de sociale woningbouwsector. Een te grote concentratie leidtal te dikwijls tot gettovorming en samenlevings-problemen.Wij kiezen daarom voor een kleinschalige en gespreide inplanting over heel degemeente.Hierbij wordt rekening gehouden met een aantal noodzakelijke ecologische aspecten,bijvoorbeeld energieverbruik. Het bereiken van een sociale mix is het uiteindelijkedoel.Er dienen oplossingen gezocht te worden voor <strong>sociaal</strong> zwakkeren en asielzoekers viasystemen zoals begeleid wonen, noodwoningen, … .Bovendien dienen nog meer aangepaste woningen te worden voorzien voor personenmet een handicap en dit in samenwerking met de <strong>Zwijndrecht</strong>seHuisvestingsmaatschappij. (bestuursakkoord 2007-2010)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 23


B. OmgevingsanalyseCijfersTotaal aantal woningen: 7.128 (soc. ec. enquete 2001)Het aantal bewoonde woningen: 6.985Bodembezetting: Percelen in 2004: 10531 waarvan 2075 onbebouwd en 8456bebouwd.Sociale huisvesting: in 2005 waren 7,02% van de beschikbare woningen in<strong>Zwijndrecht</strong> afkomstig uit sociale woningbouw (een totaal van 537 sociale woningen)51% van de woningen hebben groot comfort, 12,5% van de woningen heeft eenmiddelmatig comfort. 29,9% heeft klein comfort en 3% zonder klein comfort (2,8%onbekend).Kwalitatieve analyse (bbb)Aanbod: Op de woonmarkt in <strong>Zwijndrecht</strong> zijn verschillende spelers werkzaam. Naastde private verhuurders en verkopers is er de sociale huisvesting. Zowel de<strong>Zwijndrecht</strong>se Huisvestingsmaatschappij als het OCMW en vzw Zewopa werkensamen op dit terrein.Daarnaast bieden het Rust- en Verzorgingstehuis de Regenboog en het OCMWwoonmogelijkheden aan senioren.Verloop analyse: Er werd 1 bijeenkomst gehouden van een themawerkgroepspecifiek rond wonen. De leden van de seniorenraad werden bevraagd over hetthema wonen aan de hand van een vragenlijst (bijlage 3).Er vond een dieptegesprek plaats met Zewopa vzw (bijlage 4).De verslagen van de themawerkgroepen werden geanalyseerd volgens de bbbmethode:BehoudenBannenhet centrum is goed bereikbaar (openbaar vervoer ea) en toegankelijkwachtlijstendrempels voor aanpassing woning of voor verhuis naar aangepaste woningBereikenkwalitatieve, aangepaste en betaalbare woningen voor iedereen die er nood aanheeftaanbod Persoonlijk Assistentie Budget op brede schaalbewustzijn voor aanpasbaar wonen vergrotenstructurele samenwerking met professionelenbekendmaking aanbod(financiële) ondersteuning door gemeente (cfr huursubsidie)stimuleren toegankelijkheid en aanpasbaarheid bij bouwwerkenstimuleren aanbod betaalbare / aangepaste woningen<strong>sociaal</strong> verhuurkantoor oprichten of er mee in participerenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 24


C.Inventaris doelstellingenStrategische doelstelling 1:Een verhoogd aanbod aan betaalbare/aangepaste woningen.‣ Operationele doelstelling 1.1: stimuleren van het bouwen van of verbouwentot aangepaste woningen.‣ Operationele doelstelling 1.2: het aandeel sociale huurwoningen op 10 %brengenStrategische doelstelling 2:Een transparant aanbod aan woonvoorzieningen voor de burgers en de andereactoren.‣ Operationele doelstelling 2.1: ontwikkelen van een instrument‣ Operationele doelstelling 2.2: stimuleren van initiatieven tot bekendmakingStrategische doelstelling 3:Het <strong>lokaal</strong> bestuur als coördinator, regisseur van het <strong>lokaal</strong> woongebeuren.‣ Operationele doelstelling 3.1: de toegankelijkheid van het dorpscentrumverhogenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 25


Toolkit 3: OuderenbeleidA. MotivatieSpelers op het terrein: gemeente (seniorenraad), OCMW (serviceflats,dienstencentrum, RVT) RVT De Regenboog, thuiszorg, seniorenverenigingen.Ouderenbeleid: zorgfunctie voor behoevende senioren, participatie van ‘actieve’senioren aan de samenleving.Waarom selectie van dit domein:De senioren worden een steeds belangrijkere bevolkingsgroep in onze maatschappij.Het seniorenbeleid dient dan ook uit te gaan van de noden en behoeften vansenioren. Onze senioren beschikken immers over een groot potentieel aanengagement en ervaring. Senioren moeten zich thuis voelen in de gemeente enmoeten de kans krijgen zo lang mogelijk thuis of zelfstandig te wonen.B. OmgevingsanalyseCijfersTussenkomst in plaatsingskosten (tussenkomst door OCMW)In 2003 waren nog 68 <strong>Zwijndrecht</strong>se bejaarden in een rustoord geplaatst mettussenkomst van het OCMW. Anno 2006 was dit aantal meer dan gehalveerd (naar29). De tegemoetkoming door de Zorgverzekering voor rustoordbewoners heeft hierzeker een positieve rol in gespeeld, maar anderzijds is de daling dermate groot datze toch betekenisvol is.Gewaarborgd inkomen en inkomensgarantie voor bejaardenPer 1000 65-plussers leefde in 2006 in <strong>Zwijndrecht</strong> 24,6 van een vorm vangewaarborgd inkomen. <strong>Zwijndrecht</strong> scoort hiermee uitgesproken beter dan debuurgemeenten (Beveren en Kruibeke 46, Antwerpen 56). Op Vlaams niveau staat<strong>Zwijndrecht</strong> in deze rangschikking op de 276 ste plaats, de allerlaagste score(Vosselaar) is 10,6 op 1.000.WIGWHet aantal WIGW's per 1.000 inwoners bedroeg in 2006 in <strong>Zwijndrecht</strong> 24,7.Opnieuw één van de laagste aantallen in gans Vlaanderen (299 ste plaats). Antwerpenheeft 43,1 WIGW's per 1.000 inwoners, Kruibeke 36,1 en Beveren 35,2.Ouder dan 75 (m/v)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 26


Het aandeel van de 75plussers op de totale bevolking is constant toegenomen van6,0% in 1991 naar 7,1% in 2000 naar 8,4% in 2006. Hier is duidelijk de trend vanvergrijzing merkbaar.Familiale zorgindexGeeft het aantal 80plussers ten opzichte van de 50-59jarigen, een aanduiding vanhoeveel hoogbejaarden er zijn in verhouding tot de bevolking die er normaliter dezorg voor moet nemen.Deze index daalt tussen 1991 (32,5) tot 2000 (27,4) en stijgt dan gestaag naar 31,4in 2006 ofwel opnieuw een aanduiding van vergrijzing.Grijze drukDe zogenaamde 'grijze druk' geeft de verhouding tussen het aantal 60plussers enhet aantal 20 tot 59 jarigen. Deze ratio stijgt van 35,1 in 1991 naar 39,1 in 1999 enblijft dan stabiel tot 2006.Interne vergrijzingDeze indicator geeft de verhouding tussen het aantal 80plussers en de 60plussers.Het is met andere woorden een index die weergeeft hoeveel hoogbejaarden er zijnbinnen de groep van senioren. Voor <strong>Zwijndrecht</strong> evolueert dit cijfer eerst in positievezin : van 17,7 in 1991 naar 14,9 in 1999. Daarna is er echter een gestage en vrijsterke stijging tot 20,3 in 2006, wat wijst op een trend van vergrijzing binnen devergrijzing.Kwalitatieve analyse (bbb)Aanbod voor ouderen in <strong>Zwijndrecht</strong>:ThuiszorgOp het vlak van thuisverpleging zijn zowel een vijftal zelfstandige verpleeg-kundigenactief als grote diensten (vooral Wit Geel Kruis, mutualiteiten).Er zijn verschillende erkende diensten voor gezinszorg , waaronder een dienst vanhet OCMW, een dienst van De Regenboog vzw, mutaliteiten, familiehulp,…Er wordt eveneens vanuit meestal dezelfde organisaties ook poetshulp gebodenHet OCMW maar ook enkele mutaliteiten staan in voor het verhuur vanalarmapparatenEr worden door het OCMW i.s.m. een private firma warme maaltijden aan huisgeleverdEr is een <strong>lokaal</strong> dienstencentrum beheerd door het OCMW , in <strong>Zwijndrecht</strong>.Gebruik van een warme maaltijd kan in het <strong>lokaal</strong> dienstencentrum van het OCMWalsook in de ontmoetingsruimte van het WZC De Regenboog.Voor een klusjesdienst kan men vooralsnog bij het OCMW terecht, ook de PWA biedtpersoneel aan voor het uitvoeren van diverse klussen en karweienEr zijn diverse private actoren die in <strong>Zwijndrecht</strong> huishoudhulp onder verschillendevormen aanbieden in het kader van de dienstencheques (De Regenboog, DienstenThuis, zelfstandige initiatieven,…)De vrijwilligersvereniging Ziekenzorg zorgt voor huisbezoeken aan zieke mensen.Via een pluralistisch samenwerkingsverband tussen verschillende diensten voorgezinszorg in en rond Antwerpen bestaat er de mogelijkheid tot het organiseren vannachtzorg aan huis voor wie daar nood aan heeft.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 27


Residentiële bejaardenzorg in de omgevingDe RegenboogIn <strong>Zwijndrecht</strong> zelf ligt RVT De Regenboog, een grote instelling met 279 beddenuitgebaat door de vzw Zorgzaam Zusters Kindsheid Jesu. De Regenboog bevindtzich momenteel zelf ook in een nieuwbouwfase, en werkt aan een afbouw van hetaantal bedden tot 260.Hof Ter ScheldeOp de Antwerpse Linker Oever bevindt zich het RVT Hof Ter Schelde. Momenteelbestaat deze instelling uit 250 woongelegenheden waarvan 100 rusthuisbedden (38RVT en 62 ROB). De overige capaciteit (150 eenheden) zijn een centrum voorrevalidatie. Hof Ter Schelde heeft ook nog 15 plaatsen dagopvang in uitbating.In de loop van 2007 wordt een nieuw revalidatiecentrum opgericht in Edegem. Devoltooiing is voorzien in 2010. Gevolg zal zijn dat het revalidatiegedeelte opLinkeroever vrij komt en dat er in de onmiddellijke omgeving van <strong>Zwijndrecht</strong> geenrevalidatiecentrum meer zal zijn (met als gevolg verhoogde druk op de thuiszorg,kortverblijf en dagopvang)behoudenEr is een heel netwerk van voorzieningen aanwezig. Reeds vanuit de eerstecontacten met de deelnemende actoren is gebleken dat zij ijveren voor hetbehoud van hun bestaande activiteiten en dienstverlening, doch deze mogelijkwensen uit te breiden naar gelang de belangstelling.Anderzijds streven zij naar een betere bekendmaking, samenwerking enuitbouwen van een informatienetwerk.bannen / zwaktenGebrek aan informatie en kennis over mekaars werking.Te weinig bekendmaking van de verschillende organisaties wat doorverwijzingbemoeilijkt of onmogelijk maakt.Men kent de dienst niet of men heeft een verkeerd beeld van de dienst, dedrempel is te hoog,Men wil geen hulp aanvaardenDiensten onderling kennen elkaar niet of onvoldoende,Drempels doorverwijzing zijn te hoog, de gevoerde communicatie komt niet ofonvoldoende aan.Er is echter te weinig informatie beschikbaar van de andere actoren.Er is te weinig ondersteuning op logistiek, financieel en communicatief vlakwaardoor nieuwe of bestaande initiatieven weinig of geen kansen krijgen.bereikenEen optimale samenwerking en afstemming is nodig. Enkel door gezamenlijkafspraken te maken en samen op een efficiënte en effectieve manier te werken,kan overlapping worden voorkomen, afstemming gerealiseerd en concurrentietegen worden gegaan. Samenwerking en afstemming vereist overleg op alleniveaus.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 28


Er moet een actieve sociale kaart worden opgemaakt, dat wil zeggen dat deorganisaties en diensten en hun medewerkers elkaar op een regelmatige wijzeontmoeten om zo de werking en de Medewerkers nog beter te leren kennen ende informatie actueel te houden.Er moet een gedetailleerde inventarisatie van het aanbod gebeuren. Dezegebundelde informatie moet toegankelijk zijn voor elke hulpverlener,organisatie, vereniging.De informatie die wordt verspreid moet op maat zijn van de doelgroep en opeen voor de doelgroep begrijpbare wijze worden geschreven.Realiseren van logistieke ondersteuning vanuit het OCMW en Gemeente naar deverschillende organisaties bij hun bestaande of nieuw op te richten initiatieven.C. Inventaris doelstellingenStrategische doelstelling 1:Toegang voor elke oudere tot de voor hem/haar bestemde hulp- en dienstverleningop eenvoudige wijze en in elke periode waarin behoefte ontstaat;‣ Operationele doelstelling 1.1: Realiseren van maximale doorverwijsmogelijkheden‣ Operationele doelstelling 1.2: verbeteren van de toegankelijkheid van dedienstverlening‣ Operationele doelstelling 1.3: realiseren van een verhoogde betrokkenheidvan de lokale actoren en organisaties‣ Operationele doelstelling 1.4: realiseren van een ruim en objectief aanbod vaninformatie over alle soorten van voorzieningen en dienstverleningenStrategische doelstelling 2:Een bekend en bereikbaar dienstverleningsaanbod voor elke burger‣ Operationele doelstelling 2.1: realiseren van een systematische en periodiekesensibilisatie naar de burger‣ Operationele doelstelling 2.2: realiseren van een informatiebeleidLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 29


Kwalitatieve analyse (bbb)behoudenbannenDe informele samenwerking tussen de verschillende actoren verloopt goedDe acties van de verschillende organisaties overlappen elkaar.De organisaties (zowel professionele als vrijwilligers) hebben te weinig kennisvan elkaar activiteiten. Communicatie is een knelpunt.De grote ondernemingen zijn weinig gekend, terwijl ze in <strong>Zwijndrecht</strong> toch voorhet merendeel van de tewerkstelling instaan.bereikenEen Lokale Werkwinkel (eventueel op het grondgebied <strong>Zwijndrecht</strong>)Formele samenwerkingsverbanden tussen de professionele partners.Een Sociale Kaart voor basiswerkersHet verbeteren van persoonlijke contacten tussen basiswerkers zodat dedoorverwijzing beter kan verlopen.Indien niet onmiddellijk een Werkwinkel: de installatie van een WIS-computer.Regisseursrol voor bestuur om de verschillende beleidsdomeinen samen tebrengen.Een overleg organiseren met grote ondernemingen.C. Inventaris van doelstellingenStrategische doelstelling 1:Een Lokale Werkwinkel waar alle inwoners en werkgevers in <strong>Zwijndrecht</strong> terechtkunnen met al hun vragen over arbeid en tewerkstelling‣ Operationele doelstelling 1.1: Zoeken naar een locatie voor de werkwinkel‣ Operationele doelstelling 1.2: samenwerking met VDAB, RVA, PWA,…optimaliserenStrategische doelstelling 2:Kennis van de kanalen die de burger kan benutten bij het zoeken naar werk.‣ Operationele doelstelling 2.1: Instrumenten installeren om kennis van burgerste verhogenStrategische doelstelling 3:De drempels bij het vinden en houden van werk zijn gekend en weggewerkt‣ Operationele doelstelling 3.1: Inventariseren van drempels (door bevragingalle actoren)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 31


Strategische doelstelling 4:Het <strong>lokaal</strong> bestuur als coördinator van de geformaliseerde samenwerking tussen deactoren op het veld‣ Operationele doelstelling 4.1: Opstarten van gezamenlijke projectenbijvoorbeeld rond opleidingen‣ Operationele doelstelling 4.2: Een formele samenwerkingsovereenkomstbewerkstelligen tussen de actorenStrategische doelstelling 5:Betrokkenheid van de grote ondernemingen bij het gemeentelijk tewerkstellingsbeleid‣ Operationele doelstelling 5.1: Contacten met ondernemingen leggen in hetkader van het tewerkstellings- en vervoersbeleidStrategische doelstelling 6:Uitbreiden van de mogelijkheden om zelf als gemeentebestuur projecten socialeeconomie op te starten of om mee te werken aan bestaande projecten‣ Operationele doelstelling 6.1: Onderzoeken van de mogelijkheid om zelf alsgemeentebestuur projecten sociale economie op te starten of om mee tewerken aan bestaande projecten.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 32


Toolkit 5: jeugd en gezinA. MotivatieSpelers op het terrein Jeugd en Gezin: Lokaal overleg kinderopvang, dienstkinderopvang, OCMW, jeugddienst, jeugdbrigade politie, privateopvangvoorzieningen, CLB, Integrale jeugdhulp Vlaanderen, scholen, Gezinsbond.Waarom selectie van dit domein?Kinderen en jongeren draaien volwaardig mee in onze maatschappij en zijn daarombetrokken in de meeste beleidsdomeinen zoals cultuur, welzijn, ruimtelijke ordening,sport, mobiliteit, … Een gemeentebestuur moet hiervoor voldoende attent zijn.Een geïntegreerd jeugdbeleid is niet langer uit den boze. Daarom is het essentieeldat altijd de ‘kinder- en jongerenbril’ wordt gehanteerd en de voorgesteldemaatregelen worden getoetst aan de specifieke bevoegdheid voor jongeren enkinderen, met extra aandacht voor de kwetsbaren onder hen. (bestuursakkoord2007-2012)B. OmgevingsanalyseKwalitatieve analyseBehoudenBannenLokaal overleg werkt al een aantal jaren aan opvoedingsondersteuning in devorm van overleg, info-aanbod, coördineren van de verschillende initiatieven.Er is buiten het <strong>lokaal</strong> overleg geen vorm van overleg tussen alle spelers.Het preventieoverleg is uitgeholdLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 33


BereikenOverleg uitbouwen tussen alle partners inclusief de sociale dienst van hetOCMW en de jeugdbrigade van de politie.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 34


C. Inventaris van doelstellingenStrategische doelstelling 1:Ondersteuning van ouders en andere opvoeders in hun opvoedingstaak.(opvoedingsondersteuning)‣ Operationele doelstelling 1.1: deelname aan traject opvoedingsondersteuningStrategische doelstelling 2:Kinderen en jongeren weten waar ze terecht kunnen met hun vragen.‣ Operationele doelstelling 2.1: Er is een aanspreekpunt (integrale jeugdhulp).Strategische doelstelling 3:Realisatie van het <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang.‣ Operationele doelstelling: voor verdere uitwerking zie <strong>beleidsplan</strong>kinderopvang in hoofdstuk 7.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 35


Toolkit 6: maatschappelijke dienstverlening enparticipatie van kansengroepenA. MotivatieSpelers op het terrein: mutualiteiten, vakbonden, OCMW, gemeentebestuur, LokaalOpvang Initiatief, Prisma vzw, centra voor basiseducatie, Huizen van het NederlandsWaarom selectie van dit domein?Het is belangrijk dat inwoners (en vooral de kansengroepen) toegang krijgen tot dedienstverlening die ze nodig hebben, zonder eerst van het kastje naar de muur teworden gestuurd. Aandacht voor de afstemming van de dienstverlening vanuitverschillende organisaties is dan ook onontbeerlijk.B. OmgevingsanalyseCijfersDe cijfers die voor ons nuttig zouden kunnen zijn, zoals het aantal inwoners van<strong>Zwijndrecht</strong> die gebruik maken van de verschillende dienstverleningen, zijn moeilijkop gemeentelijk niveau terug te vinden.Vooral omdat inwoners van <strong>Zwijndrecht</strong> zich zowel naar het aanbod in het Waaslandals naar het aanbod in Antwerpen begeven.Kwalitatieve analyseBehouden:Bannen:De informele samenwerking verloopt vlotde kennis over elkaars werking is onvoldoende om efficïent te kunnendoorverwijzende nieuwkomers (basiswerkers) hebben het moeilijker om hun weg te vinden.Ze kennen de collega’s van andere organisaties niet of onvoldoende.De burgers zijn te weinig vertrouwd met de bestaande dienstverlening wegensgebrek aan een aanspreekpuntLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 36


De OCMW dienstverlening krijgt nog steeds een stigma opgekleefd waardoor dedrempel voor een hulpvraag door sommige burgers te hoog blijft.Bereiken:In kaart brengen van de bestaande dienstverleningDe interne en externe communicatie verbeterenHet OCMW en de gemeente krijgen een stimulerende rol toebedeeld om deinformele contacten tussen de dienstverleners te bewaren bv. via opleidingHet installeren van het Sociaal Huis waarbij OCMW en gemeente fysisch ofdigitaal één geheel vormen zoou drempelverlagend kunnen werkenC. Inventaris van doelstellingenStrategische doelstelling 1:Realiseren van één centraal aanspreekpunt‣ Operationele doelstelling 1.1: er worden loketten uitgewerkt waar burgersterecht kunnen voor loket en bareelinformatieStrategische doelstelling 2:Verlaagde drempel naar de OCMW dienstverlening‣ Operationele doelstelling 2.1: er worden neutrale infopunten opgerichtStrategische doelstelling 3:Verhoogde participatie van mensen met minder kansen aan de maatschappij‣ Operationele doelstelling 3.1: inwoners met beperkte financiëlemogelijkheden krijgen de kans om deel te nemen aan socio-cultureleactiviteiten‣ Operationele doelstelling 3.2: inwoners met minder kansen de mogelijkheidgeven om hun positie in de maatschappij op te waarderenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 37


Toolkit 7: Mobiliteit en toegankelijkheidA. MotivatieSpelers op het terrein: Centrum voor Toegankelijkheid Provincie Antwerpen (CTPA),OCMW, KVG, Mindermobielencentrale, De Lijn, N<strong>MB</strong>S, mobiliteitsambtenaar,Gelijkekansenraad, Seniorenraad.Waarom selectie van dit domein?Een verhoogde toegankelijkheid van wegen, voetpaden, openbare gebouwen enwinkels komt niet enkel ten goede aan personen met een handicap, maar is voorelke inwoner belangrijk. Ook senioren, ouders met een kinderwagen, … genietenvan een toegankelijke omgeving.In een gemeente waar een aantal drukke verkeersassen (N70, Expressweg, E17)aanpalen, is mobiliteit een heikel punt. Hier moet dan ook extra aandacht aanworden geschonken.B. OmgevingsanalyseKwalitatieve analyseBehoudenBannenGoede bereikbaarheid via het tramnetwerkGeen bediening Mindermobielencentrale in <strong>Zwijndrecht</strong>Knelpunten qua toegankelijkheid en mobiliteitTekort aan kennis over premies van verschillende overhedenVrijwilligersnetwerk wordt kleinerBereikenin kaart brengen van problemenuitbreiden MindermobielencentraleLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 38


C. Inventaris van doelstellingenStrategische doelstelling 1:De knelpunten qua mobiliteit zijn gekend‣ Operationele doelstelling 1.1: opmaken van een inventaris over de knelpuntenin <strong>Zwijndrecht</strong> en BurchtStrategische doelstelling 2:De knelpunten qua fysieke toegankelijkheid zijn gekend‣ Operationele doelstelling 2.1: opmaken van een inventaris over de knelpuntenStrategische doelstelling 3:Lokaal bestuur, initiatiefnemer om alle actoren samen te brengen en te betrekken‣ Operationele doelstelling 3.1: de samenwerking tussen de actorenformaliserenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 39


Toolkit 8: GezondheidA. MotivatieSpelers op het terrein: Logo Pr.A.A.M., gezondheidsraad, mutualiteiten,huisartsenkring, …Waarom selectie van dit domein?Verkeer, industrie, landbouw, huishoudelijke activiteiten, – allemaal brengen ze eenspecifieke belasting van onze leefomgeving en onze gezondheid met zich mee.Door een duurzaam beleid zullen wij ons gemeentelijk steentje bijdragen tot eengezondere omgeving. (bestuursakkoord 2007-2012)B. OmgevingsanalyseKwalitatieve analyseBehoudenBannenInformele samenwerking verloopt vlot; zeker verderzettenDe vrijwilligers hebben te weinig kennis van elkaar activiteiten; communicatieblijft een knelpuntBereiken:Er is nood aan een overzicht van de professionele partners op het vlak vangezondheid; sociale kaartDe thuiszorgdiensten zijn een belangrijke communicatiespil tussen deverschillende partnersEén aanspreekpunt voor de burger creërenBetere communicatie naar de burgerCommunicatieplan opstellen inzake preventie gezondheidscampagnesVrijwilligersbeleid uittekenenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 40


C. Inventaris van doelstellingenStrategische doelstelling 1:Bekendmaking van het aanbod van professionele en vrijwilligersorganisatieswerkzaam in <strong>Zwijndrecht</strong>‣ Operationele doelstelling 1.1: inventariseren van organisaties‣ Operationele doelstelling 1.2: opstellen van een sociale kaartStrategische doelstelling 2:Verbeterd communicatie met de burger‣ Operationele doelstelling 2.1: opstellen van een communicatieplan insamenwerking met de communicatiedienstStrategische doelstelling 3:Een duidelijk vrijwilligersbeleid‣ Operationele doelstelling 3.1: Opstellen van een duidelijk plan om vrijwilligerste betrekken bij het beleid‣ Operationele doelstelling 3.2: Ondersteuning van vrijwilligers uitwerkenStrategische doelstelling 4:Bestendigde samenwerking met LOGO Pr.A.A.M. (deelname aan door henvoorgestelde projecten volgens de gezondheidsdoelstellingen)‣ Operationele doelstelling 4.1: deelname aan projectenbaarmoederhalskankerscreening, borstkankerscreening, fruit op school (tuttifrutti), food- en fitometer, gezond ontbijtLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 41


6. MeerjarenplanSOCIAAL HUIS / OVERKOEPELENDStrategische doelstelling 1:Gemeentebestuur en OCMW, regisseurs op vlak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleidActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1. Samenbrengen van de verschillende beleidsdomeinen en deze op elkaarafstemmen1.1.1 opstarten van een jaarlijks overleg perbeleidsdomein tussen de basiswerkerswerkzaam in <strong>Zwijndrecht</strong> in functie van debehoeftenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: basiswerkers op hetgrondgebied <strong>Zwijndrecht</strong>Evaluatie: aantal deelnemers aan het overlegBudget: werkingskostenJaarlijksEerste overleg in voorjaar <strong>2008</strong> (perbeleidsdomein)1.1.2 organiseren van een jaarlijks overleg .per beleidsdomein tussen beleidsmedewerkersin functie van de behoeftenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: beleidsmedewerkers ophet grondgebied <strong>Zwijndrecht</strong>Evaluatie: aantal deelnemers aan het overlegBudget: werkingskostenJaarlijksEerste overleg in najaar <strong>2008</strong> (perbeleidsdomein)1.1.3 ondersteunen en faciliteren vangezamenlijke projecten binnen de domeinenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: lokale actorenEvaluatie: reglementBudget: afhankelijk van de gekozen projectendoorlopendLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 42


SOCIAAL HUIS / OVERKOEPELENDStrategische doelstelling 2Neutrale infopunten voor de burger voor het inwinnen van informatie over de socialedienstverleningActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1. Inrichten van infopunten2.1.1 onderzoeken van nood aan infopunt2.1.2 onderzoek naar de soort informatie diedient te worden gecentraliseerd in datinfopunt2.1.3 onderzoeken van nood aanantennepunten in Herleving, …Eindverantwoordelijkheid: stuurgroep LSBSamenwerking met: lokale actoren enadviesradenEvaluatie: mogelijke inplantingslocatiesBudget: werkingskostenEindverantwoordelijkheid: stuurgroep LSBSamenwerking met: andere besturen, KINAEvaluatie: bundeling dienstverlening socialeinfopuntenBudget: werkingskosten+ budget begeleiding KINA (2.500 euro)Eindverantwoordelijkheid: stuurgroep LSBSamenwerking met: Herleving, Politie,…Evaluatie: mogelijke inplantingslocatiesBudget: werkingskostenDecember <strong>2008</strong>December <strong>2008</strong>2009-2010Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 43


SOCIAAL HUIS / OVERKOEPELENDStrategische doelstelling 3Meer efficiëntie binnen de bestaande samenwerkingsverbandenActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 3.1 Opstarten van een toegankelijk overzicht van de bestaandesamenwerkingsverbanden op cliënt-, organisatie- en beleidsniveau3.1.1 inventariseren van bestaandesamenwerkingsverbanden, formeel eninformeel via het kanaal van dethemawerkgroepenEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepSamenwerking met: lokale actorenEvaluatie: inventaris van bestaandesamenwerkingsverbandenBudget: werkingskostenDecember <strong>2008</strong>+ jaarlijkse evaluatie en aanvulling3.1.2 onderzoeken van overlappingen enleemtes in de samenwerkingsverbandenEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepSamenwerking met: lokale actorenEvaluatie: overzicht nodenBudget: werkingskostenVoorjaar 2009‣ Operationele doelstelling 3.2 Faciliteren en afstemmen van samenwerkingsverbanden3.2.1 werkgroep opstarten metvertegenwoordigers van elksamenwerkingsverbandEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met:samenwerkingsverbandenEvaluatie: samenstelling werkgroepBudget: werkingskosten‣ Operationele doelstelling 3.3 Gemeente positioneren in het landschap (Antwerpen – Waasland)3.2.3 deelname aan regionale en nietregionaleoverlegvergaderingenEindverantwoordelijkheid: stuurgroep LSBSamenwerking met: regionale en niet-regiogebonden overlegverbandenEvaluatie: deelnameBudget: werkingskosten2009<strong>2008</strong>-2013Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 44


SOCIAAL HUIS / OVERKOEPELENDStrategische doelstelling 4Een instrument waarmee alle actoren hun weg vinden in het sociale landschap van<strong>Zwijndrecht</strong>.Actie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 4.1 Inventariseren van bestaande instrumenten4.1.1 gegevens over <strong>Zwijndrecht</strong> uit SOKA,rechtenverkenner, … inventariserenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: provincie, Vl.Gemeenschap,…Evaluatie: inventaris bestaande systemenBudget: werkingskosten‣ Operationele doelstelling 4.2 Opstellen van een sociale kaart4.2.1 een manier zoeken om een overzicht(+hun opdrachten) van de voorzieningenwerkzaam in en voor <strong>Zwijndrecht</strong> beschikbaarte maken voor de basiswerkers in<strong>Zwijndrecht</strong>.Eindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: themawerkgroepenEvaluatie: beschikbaarheid van systeemBudget: werkingskostenAugustus <strong>2008</strong>‣ Operationele doelstelling 4.3 Uitwerken van een procedure om de sociale kaart te actualiseren4.3.1 een verantwoordelijke aanstellen voorhet regelmatig aanvullen van het overzicht enhet actualiseren van de gegevensEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met:Evaluatie: verantwoordelijke is aangesteldBudget: werkingskosten<strong>2008</strong><strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 45


Strategische doelstelling 5Een uitgewerkt communicatieplan.SOCIAAL HUIS / OVERKOEPELENDActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 5.1 De toegankelijkheid naar communicatie verhogen5.1.1 opstellen van een communicatieplanrond <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid in samenwerkingmet de communicatiedienstEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: communicatiedienstgemeenteEvaluatie: communicatieplanZomer <strong>2008</strong>5.1.2 samenstellen van een werkgroep rondcommunicatieEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: communicatiedienstEvaluatie: werkgroep is samengesteldVoorjaar <strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 46


SOCIAAL HUIS / OVERKOEPELENDStrategische doelstelling 6Verhoogde participatiekansen van de burger ten aanzien van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleidActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 6.1 Starten met opmaak van een participatieplan om burgers te informeren en tebetrekken bij het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid.6.1.1 verzamelen van mogelijkeparticipatievormen6.1.2 profileren van de rol van de adviesradenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: deskundigenEvaluatie: bundeling participatiemogelijkhedenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: adviesradenEvaluatie: opleiding<strong>2008</strong><strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 47


SOCIAAL HUIS / OVERKOEPELENDStrategische doelstelling 7Aanwezigheid van een duidelijk vrijwilligersbeleidActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 7.1 Uitwerking van de ondersteuning van vrijwilligers uitwerken7.1.1 databank voor vraag en aanbod binnenhet vrijwilligerswerk integreren in het SociaalHuisEindverantwoordelijkheid: stuurgroep LSBSamenwerking met: vrijwilligerswerkEvaluatie: databankBudget: werkingskosten2009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 48


WONENStrategische doelstelling 1Een verhoogd aanbod aan betaalbare/aangepaste woningenActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1 Stimuleren van het bouwen van of verbouwen tot aangepaste woningen.1.1.1 de wenselijkheid onderzoeken naar denood aan een aantal aangepaste woningen perx-aantal woningenEindverantwoordelijkheid:<strong>Zwijndrecht</strong>seHuisvestingsmaatschappijSamenwerking met: ZHMEvaluatie: percentage aangepaste woningen20131.1.2 via informatie aandacht vestigen op watde burgers zelf kunnen doen om hun woningtoegankelijk en aangepast te makenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: communicatiedienst, …Evaluatie: brochure20101.1.3 onderzoeken van de nood aan eensubsidie voor aanpassingen aan de woningEindverantwoordelijkheid: gemeentebestuurSamenwerking met: dienst ruimtelijkeordeningEvaluatie: subsidie2013‣ Operationele doelstelling 1.2 Het aandeel sociale huurwoningen op 10% brengen1.2.1 samenwerking met de <strong>Zwijndrecht</strong>seHuisvestingsmaatschappij optimaliserenEindverantwoordelijkheid: ZHMSamenwerking met : ZHM<strong>2008</strong> startLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 49


WONENStrategische doelstelling 2Een transparant aanbod aan woonvoorzieningen voor de burgers en de andere actoren.Actie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1 Ontwikkelen van een instrumentActie 2.1.1 inventariseren van alle relevanteinformatie op het vlak van wonen (premies,aanbod aangepast woonvormen, VlaamsFonds,…)Actie 2.1.2 up to date houden van deinventarisEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: themawerkgroep wonenEvaluatie: brochureEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: themawerkgroep20092009-2013‣ Operationele doelstelling 2.2 Stimuleren van initiatieven tot bekendmakingActie 2.2.1 de relevante data bezorgen aan dejuiste organisaties en dienstenActie 2.2.2 de organisaties stimuleren de datate verspreidenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met : themawerkgroepEindverantwoordelijkheid: organisatiesSamenwerking met : themawerkgroep20092009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 50


WONENStrategische doelstelling 3Het <strong>lokaal</strong> bestuur, coördinator en regisseur van het <strong>lokaal</strong> woongebeuren.Actie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 3.1 De toegankelijkheid van het dorpscentrum verhogen3.1.1 organiseren van rondwandelingen om deknelpunten te inventariserenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: leden themawerkgroeptoegankelijkheid, adviesradenEvaluatie: inventarisDecember <strong>2008</strong>3.1.2 een plan opstellen om de knelpuntensystematisch aan te pakkenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: leden themawerkgroeptoegankelijkheid, adviesradenEvaluatie: planDecember <strong>2008</strong>3.1.3. de winkeliers en eigenaars vanopenbare gebouwen informeren over manierenom hun winkel of gebouw toegankelijker temakenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: dienst middenstand,middenstandsraadEvaluatie: brochure, vormingVanaf 2009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 51


OUDERENBELEIDStrategische doelstelling 1Toegang tot de bestemde hulp- en dienstverlening voor elke oudere op eenvoudige wijzeen in elke periode waarin behoefte ontstaat.Actie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1 Realiseren van maximale doorverwijsmogelijkheden1.1.1 er wordt een productcatalogus opgesteldvoor hulp- en dienstverleners zodat zij elkaarkunnen kennen. In deze catalogus staat debelangrijkste doorverwijsinformatie(openingsuren, contactpersonen, spreekuren,wijze van afspraak, …)1.1.2 er worden onder de hulp- endienstverleners concrete afspraken gemaaktomtrent wijze van doorverwijzing zodat dit opeen eenvormige en kwalitatieve wijze gebeurt.Eindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: dienst informatica, hulpverlenersEvaluatie: instrumentEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepSamenwerking met:Evaluatie: afsprakennotaBegin 2009Begin 2009‣ Operationele doelstelling 1.2 Verbeteren van de toegankelijkheid van de dienstverlening1.2.1 OCMW en gemeente stemmen hunopeningsuren zo goed mogelijk af op de nodenen wensen van het doelpubliekEindverantwoordelijkheid:OCMW en gemeentbestuurSamenwerking met:Evaluatie: rondvraag doelpubliek20091.2.2 er worden maatregelen genomen omouderen die niet mobiel zijn toch toe te latenEindverantwoordelijkheid: OCMW en gemeentebestuurSamenwerking met: gemeentediensten, OCMW dienstenEvaluatie: rondvraag doelpubliek2009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 52


OUDERENBELEIDStrategische doelstelling 1Toegang tot de bestemde hulp- en dienstverlening voor elke oudere op eenvoudige wijzeen in elke periode waarin behoefte ontstaat.Actie Planning Streefdatumtoegang te krijgen tot de benodigdedienstverlening (huisbezoek, vervoer,contactpunten, …)1.2.3 het OCMW streeft (om doorinformatiecampagne en moderne huisstijl)naar een toegankelijk en laagdrempelig imagoEindverantwoordelijkheid: OCMWSamenwerking met: communicatiedienst gemeenteEvaluatie: imago onderzoek‣ Operationele doelstelling 1.3 Realiseren van een verhoogde betrokkenheid van de lokale actoren enorganisaties1.3.1 gemeente en OCMW roepen debetrokken en geïnteresseerde actorenregelmatig samen voor overleg, enondersteunen deze overlegmomenten logistiek(uitnodiging, <strong>lokaal</strong>, verslag,…)1.3.2 gemeente en OCMW informeren debetrokken actoren en organisaties opregelmatige tijdstippen over de relevantezaken.Eindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met:Evaluatie: aantal overlegmomenten, deelnemersEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met:Evaluatie: infomomenten<strong>2008</strong>Start <strong>2008</strong>Start <strong>2008</strong>‣ Operationele doelstelling 1.4 Realiseren van een ruim en objectief aanbod van informatie over alle soorten vanvoorzieningen en dienstverleningen1.4.1 opstellen van een sociale kaart Eindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: themawerkgroepenEvaluatie: instrument2009 beschikbaarLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 53


OUDERENBELEIDStrategische doelstelling 1Toegang tot de bestemde hulp- en dienstverlening voor elke oudere op eenvoudige wijzeen in elke periode waarin behoefte ontstaat.Actie Planning StreefdatumBudget: werkingskostenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 54


OUDERENBELEIDStrategische doelstelling 2Een bekend en bereikbaar dienstverleningsaanbod voor elke burgerActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1 Realiseren van een systematische en periodieke bekendmaking naar de burger2.1.1 Opmaken thematische infogids/brochure2.1.2 voeren van gemeenschappelijkeinfocampagnes, publicatie van informatieveteksten in het infobladEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: communicatiedienstEvaluatie: aantal exemplaren verdeeld van infogids55 plusBudget: 2.800 euroEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: communicatiedienstEvaluatie: aantal gevoerde campagnes, aantalpublicatiesBudget: via communicatieDecember <strong>2008</strong>doorlopend‣ Operationele doelstelling 2.2 Realiseren van een informatiebeleid2.2.1 opstellen van een plan over hoecommunicatie voor de ouderen op de meesteffectieve en efficiënte wijze terecht kankomen bij de doelgroepEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: seniorenraadEvaluatie: enquete bij doelpubliek2009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 55


WERKENStrategische doelstelling 1Een Lokale werkwinkel waar alle inwoners en werkgevers in <strong>Zwijndrecht</strong> terecht kunnen metal hun vragen over arbeid en tewerkstellingActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1 Zoeken naar een locatie voor de werkwinkel1.1.1 contact met de celinfrastructuur van de VDABformaliseren en intensifiëren1.1.2 deelname aan debeleidsgroep lokale werkwinkelsEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: schepen sociale economie, VDABEvaluatie: aantal overlegmomentenEindverantwoordelijkheid: consulent sociale zakenSamenwerking met:Evaluatie: aantal vergaderingen<strong>2008</strong>doorlopend‣ Operationele doelstelling 1.2 Samenwerking met VDAB, RVA, PWA, … optimaliseren1.2.1 organiseren van een periodiekoverleg tussen de verschillendeactoren op het niveau <strong>Zwijndrecht</strong>-LinkeroeverEindverantwoordelijkheid: VDAB <strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 56


WERKENStrategische doelstelling 2Kennis van de kanalen die burgers kunnen benutten bij het zoeken naar werk.Actie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1 Instrumenten installeren om kennis van burgers te verhogen2.1.1 installeren van een WIS computer in eenneutraal gebouw dat maximaal toegankelijk isqua openingsurenEindverantwoordelijkheid: gemeentebestuuren OCMWSamenwerking met: VDABEvaluatie: aanwezigheid WIS-computer20092.1.2 indien de werkwinkel gelocaliseerd is opLinkeroever een antennepunt organiseren in<strong>Zwijndrecht</strong>Eindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: VDAB, …Evaluatie: antennepuntPersoneelsinzet:Budget:Afhankelijk van plannen WerkwinkelLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 57


WERKENStrategische doelstelling 3De drempels bij het vinden en houden van werk zijn gekend en weggewerktActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 3.1 Inventariseren van drempels3.1.1 kwalitatieve bevraging van alle actorennaar de drempels die mensen weerhoudenwerk te vinden en te houden3.1.2 de werkzoekenden bevragen naar hunbeleving van knelpunten in het vinden enhouden van werk3.1.3 onderzoeken van belang vankinderopvangEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepwerkenSamenwerking met: werkgroep LSBEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepwerkenSamenwerking met:werkgroep LSBEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepwerkenSamenwerking met:werkgroep LSB2009200920093.1.4 onderzoeken van belang van mobiliteitEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepwerkenSamenwerking met:werkgroep LSB2009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 58


WERKENStrategische doelstelling 4De samenwerking tussen de actoren op het veld is geformaliseerd met het <strong>lokaal</strong> bestuur alscoördinatorActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 4.1 Opstarten van gezamenlijke projecten bijvoorbeeld rond opleidingen4.1.1 gezamenlijk proefproject tussenverschillende lokale actoren: organiseren vaneen opleiding voor langdurig werklozenEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepwerkenSamenwerking met: lokale actorenEvaluatie: aantal deelnemers aan de opleiding‣ Operationele doelstelling 4.2 Een formele samenwerkingsovereenkomst bewerkstelligen tussen de actoren4.2.1 organiseren van periodiekebijeenkomsten van actorenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: lokale actorenEvaluatie: aantal bijeenkomsten, aantaldeelnemers2010Start <strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 59


WERKENStrategische doelstelling 5Betrokkenheid van de grote ondernemingen bij het gemeentelijk tewerkstellingsbeleidActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 5.1 Contacten met ondernemingen leggen in het kader van het tewerkstellings- envervoersbeleid5.1.1 inventaris van de belangrijkste spelersop het gebied van tewerkstelling buiten delokale kleinere ondernemers5.1.2 zoeken naar een netwerk waarin dezegrotere ondernemers vertegenwoordigd zijnom via dit kanaal contact te leggenEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepLSBEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepLSB20092009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 60


WERKENStrategische doelstelling 6Uitbreiding van de sociale economie binnen de gemeenteActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 6.1 uitbreiden van mogelijkheden sociale economieOnderzoeken van mogelijkheden om zelf alsgemeentebestuur projecten sociale economieop te starten of om mee te werken aanbestaande projectenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: diensten socialeeconomie2010Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 61


JEUGD EN GEZINStrategische doelstelling 1Ondersteuning aan ouders en andere opvoeders in hun opvoedingstaak(opvoedingsondersteuning)Actie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1 Deelname aan traject opvoedingsondersteuning1.1.1 Inventaris van bestaande initiatievenrond opvoedingsondersteuning in de omgeving1.1.2 Noden in <strong>Zwijndrecht</strong> inventariseren (via<strong>lokaal</strong> overleg en bevraging opvoeders)Eindverantwoordelijkheid: themawerkgroepjeugd en gezinEindverantwoordelijkheid: <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvangLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 62


JEUGD EN GEZINStrategische doelstelling 2Kinderen en jongeren weten waar ze terecht kunnen met hun vragenActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1 Er is een aanspreekpunt (integrale jeugdhulp)2.1.1 integrale jeugdhulp: uitbouwen van eeninformatiepuntEindverantwoordelijkheid:Samenwerking met: integrale jeugdhulpVlaanderenEvaluatie: informatiepuntLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 63


Strategische doelstelling 1Realiseren van één centraal aanspreekpuntMAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENINGActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1 Er worden loketten uitgewerkt waar burgers terecht kunnen voor informatie1.1.1 De loketinformatie van de verschillendedienstverleningen inventariseren(contactgegevens, openingsuren, …)1.1.2 De gedetailleerde informatie van deverschillende dienstverleningeninventariseren(informatiefiches overdoorverwijsformaliteiten, documenten mee tenemen, …)Eindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: alle lokale actorenEvaluatie: bundeling informatieEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: alle lokale actorenEvaluatie: bundeling informatie20092009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 64


MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENINGStrategische doelstelling 2Verlaagde drempel naar de OCMW dienstverleningActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1 Er worden neutrale infopunten opgericht2.1.1 Inventariseren van de minimaleinformatie die daar moet kunnen worden terbeschikking gesteld over de dienstverleningvan het OCMW in het infopuntEindverantwoordelijkheid: OCMWSamenwerking met: werkgroep LSBEvaluatie: inventaris2009Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 65


MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENINGStrategische doelstelling 3Verhoogde participatie aan de maatschappij van mensen met minder kansen.Actie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 3.1 Inwoners met beperkte financiële mogelijkheden krijgen de kans om deel tenemen aan socio-culturele activiteiten3.1.1 Verder uitwerken van de vrijetijdspas Eindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: gemeente, OCMWEvaluatie: vrijetijdspasDecember <strong>2008</strong>3.1.2 Opstellen van een lijst van activiteitenwaar korting op wordt voorzien3.1.3 Projectgroep oprichten tussen gemeenteen OCMWBudget: 2.000 euroEindverantwoordelijkheid: projectgroepvrijetijdspasEindverantwoordelijkheid: stuurgroep LSBVoorjaar 2007lopende‣ Operationele doelstelling 3.2Inwoners met minder kansen de mogelijkheid geven om hun positie in de maatschappij op te waarderen3.2.1 Samenwerking met centrum voorbasiseducatie, prisma en huis van hetNederlands (en andere organisaties)herbekijken en eventueel structureel makenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBEvaluatie: overlegBudget: 4.916 euroVoorjaar <strong>2008</strong>, daarna halfjaarlijks overlegLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 66


MOBILITEIT EN TOEGANKELIJKHEIDStrategische doelstelling 1De knelpunten qua mobiliteit zijn gekendActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1 Opmaken van een inventaris over de knelpunten in <strong>Zwijndrecht</strong> en Burcht1.1.1 Rondgang langs <strong>Zwijndrecht</strong> en Burchtvoor inventaris knelpunten in samenwerkingmet verenigingen en gemeentelijke dienstenEindverantwoordelijkheid: themawerkgroepmobiliteitSamenwerking met: adviesraden20101.1.2 Opmaken van een plan om deknelpunten systematisch aan te pakken1.1.3 Onderzoeken van de mogelijkheid om deMinder Mobielen Centrale naar <strong>Zwijndrecht</strong> uitte breidenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: mobiliteitsambtenaarEvaluatie: planEindverantwoordelijkheid: OCMWSamenwerking met: MMC, Ziekenzorg,Taxistop2010Voorjaar <strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 67


MOBILITEIT EN TOEGANKELIJKHEIDStrategische doelstelling 2De knelpunten qua toegankelijkheid zijn gekendActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1 Opmaken van een inventaris over de knelpunten2.1.1 Rondgang langs <strong>Zwijndrecht</strong> en Burchtvoor inventaris knelpunten in samenwerkingmet verenigingen en gemeentelijke dienstenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: SR, GKR, KVG, CTPAEvaluatie: inventaris beschikbaar<strong>2008</strong>2.1.2 Opmaken van een plan om deknelpunten systematisch aan te pakkenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: technische dienstEvaluatie: aantal aangepakte knelpunten<strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 68


MOBILITEIT EN TOEGANKELIJKHEIDStrategische doelstelling 3Het <strong>lokaal</strong> bestuur neemt het initiatief om de actoren samen te brengen en te betrekkenActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 3.1 Samenwerking tussen de actoren formaliserenActie 3 Samenwerking met het CTPAformaliseren overkoepelend: regisseursrol)Eindverantwoordelijkheid: Werkgroep LSBSamenwerking met: CTPAEvaluatie: overeenkomst<strong>2008</strong>Actie 4 Middenstand informerenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: plaatselijke middenstandEvaluatie: brochure, infomoment<strong>2008</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 69


GEZONDHEIDStrategische doelstelling 1Verhoogde efficiëntie van de bestaande samenwerkingsverbandenActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 1.1 Het aanbod van professionele en niet professionele organisaties werkzaam in<strong>Zwijndrecht</strong> is gekendActie 1.1.1. inventariseren van bestaandeorganisaties en samenwerkingsverbanden enintegratie in een Sociale kaartEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSB 2009‣ Operationele doelstelling 1.2 Faciliteren en afstemmen van samenwerkingsverbande1.2.1 onderzoeken van overlappingen enleemtes in de samenwerkingsverbanden1.2.2 jaarlijks overleg metvertegenwoordigers van de organisaties(=themawerkgroep gezondheid)1.2.3 deelname aan halfjaarlijksadviesraden-overleg en opstellen van eenactiviteitenkalender. Overlappingen zijngekendEindverantwoordelijkheid: gemeentebestuur enOCMWSamenwerking met: alle lokale actoren op hetvlak van gezondheidEvaluatie: organisaties zijn gekendNoden tot samenwerking zijn gekendEindverantwoordelijkheid: gemeentebestuur enOCMWSamenwerking met: lokale actorenEvaluatie: noden tot samenwerking zijn gekend‣ Operationele doelstelling 1.3 Positioneren in het landschapActie 1.3.1 samenwerken met LOGOPr.A.A.M. en SIT Aan de stroomBudget: € 1.400december <strong>2008</strong>jaarlijkshalfjaarlijksperiodiekLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 70


GEZONDHEIDStrategische doelstelling 2Communicatie met de burger is verbeterdActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 2.1 Opstellen van een communicatieplan in samenwerking met decommunicatiedienst2.1.1 Artikels in het gemeentelijkinformatieblad rond het aanbod van deorganisaties en de lopende projecten rondgezondheid2.1.2 Actuele info op de website plaatsenover gezondheidsprojectenEindverantwoordelijkheid: werkgroep LSBSamenwerking met: adviesradenEvaluatie: aantal artikelsEindverantwoordelijkheid: gezondheidsraadEvaluatie: info op websiteJaarlijks te bekijkenJaarlijks te bekijken2.1.3 Affiches en folders maken overprojecten en over het aanbod en verspreidennaar de doelgroepenEindverantwoordelijkheid: dienst sociale zakenin samenwerking met gezondheids-raadEvaluatie:affiches en foldersJaarlijks te bekijkenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 71


Strategische doelstelling 3Er is een duidelijk vrijwilligersbeleidGEZONDHEIDActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 3.1 Opstellen van een duidelijk plan om vrijwilligers te betrekken bij het beleid3.1.1 geledingen van de gezondheidsraaduitbreiden met bijvoorbeeld mutualiteitenEindverantwoordelijkheid: dienst sociale zakeni.s.m. gezondheidsraadSamenwerking met: organisatiesEvaluatie: aantal leden gezondheidsraaddoorlopend3.1.2 regelmatig nieuwe leden werven via hetgemeentelijk informatiebladEindverantwoordelijkheid: dienst sociale zakeni.s.m. gezondheidsraadSamenwerking met: organisatiesEvaluatie: aantal leden gezondheidsraaddoorlopend‣ Operationele doelstelling 3.2 Ondersteuning van vrijwilligers uitwerken3.2.1Logistieke steunverlening verbeteren Totaal aan subsidies doorlopendLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 72


GEZONDHEIDStrategische doelstelling 4Gezondheidspreventie door sensibilisering rond de door de LOGO’s opgestelde prioritairegezondheidsdoelstellingenActie Planning Streefdatum‣ Operationele doelstelling 4.1 Deelname aan LOGO-projecten4.1.1 jaarplanning en begroting van degezondheidsraad opmaken en evaluerenEindverantwoordelijkheid: gezondheidsraadBudget: 1.240 euro4.1.2fruit op schoolVerminderen van aantal rokersVerhogen consumptie gezonde voedingOptimaliseren borstkankerscreeningOngevallenpreventieVerhogen van de vaccinatiegraadPreventie van depressie en zelfmoordEindverantwoordelijkheid: dienst sociale zakeni.s.m. gezondheidsraadSamenwerking met: LOGO, PIH,..Budget: 4.000 euroDeelname aan PIH-projectenbaarmoederhalskankerscreeningLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 73


Hoofdstuk 7:Lokaal Beleidsplan Kinderopvang<strong>2008</strong>-2013<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 74


InleidingDe kinderen van <strong>Zwijndrecht</strong> mogen zich naar ons aanvoelen gelukkig prijzen in dezegemeente te wonen. Naast een uitgebreid vrijetijdsaanbod (zowel via het verenigingsleven alsgemeentelijk) en een degelijk onderwijsaanbod is er ook qua kinderopvang een ruim aanbod.Dit aanbod is verre van volledig en de perfectie bestaat nu eenmaal niet. Vandaar dat het een mustis voor elk zichzelf respecterend bestuur periodiek stil te staan bij het aanbod. Het nadenken overde toekomst is hier bijna inherent aan.Laat dat nu net de twee belangrijkste doelstellingen zijn van het <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang dat jehier voor je vindt.Dit <strong>beleidsplan</strong>, dat de periode <strong>2008</strong> tot 2013 bestrijkt, is anders dan de vorige <strong>beleidsplan</strong>nenkinderopvang. De regelgeving is namelijk grondig veranderd.Er is het besluit van de Vlaamse regering houdende het <strong>lokaal</strong> beleid kinderopvang van 4 mei 2007.Dit houdt twee grote wijzigingen in:• het <strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang wordt goedgekeurd door het gemeentebestuur engeadviseerd door het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.• Het <strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang maakt deel uit van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>.• Het <strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang behelst 6 jaar.Het nieuwe <strong>beleidsplan</strong> kan uiteraard nietlos gezien worden van het jeugd<strong>beleidsplan</strong>,het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> en devorige <strong>beleidsplan</strong>nen (buitenschoolse)kinderopvang. Er zijn tevens linken tevinden met het sport<strong>beleidsplan</strong> en hetcultuur<strong>beleidsplan</strong>. De respectievelijkeambtenaren staken de koppen regelmatigbijeen.We beogen met dit <strong>beleidsplan</strong>:• een beeld weer te geven van hetkinderopvanglandschap anno 2007 in<strong>Zwijndrecht</strong>• een belangrijke aanzet te geven tot concrete initiatieven en wijzigingen• bruggen te slaan tussen verschillende beleids- en veldactoren voor het realiseren van hetgemeentelijk kinder(opvang)beleid• een informatiebron te zijn voor alle geïnteresseerden in het <strong>Zwijndrecht</strong>sekinderopvangbeleidHet belangrijkste in heel deze materie, hoe logisch het ook klinkt, is de plaats van het kind. Kijkmaar naar de eerste woorden van dit <strong>beleidsplan</strong>. Het kind dient in de eerste plaats een leuke tijdte hebben. Maar ook dienen ze een aantal verschillende keuzes te kunnen maken voor de indelingvan hun tijd. Elke voorziening poogt tevens een meerwaarde te bieden aan de opvoeding van dezekinderen. Verder dienen we ons te behoeden dat we in ons enthousiasme met het kijken naarvoorzieningen en aanbod, de draagkracht van het kind niet wordt overschreden. In tijden waarflexibele opvang hoog op de politieke agenda staat, is het geen overbodige luxe, onszelf hieraanregelmatig te herinneren.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 75


Inhoudsopgave1. De gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>: een identificatie2. Aanbod van de kinderopvangvoorzieningen2.1. Dienst opvanggezinnen (DVO) van het OCMW2.2. Kinderdagverblijf ‘Ons Peuterhuisje vzw’2.3. Particuliere Opvanginstelling (POI)2.4. Particulier opvanggezin2.5. Initiatief Buitenschoolse Kinderopvang (I.B.O.) Kobbe en Kozze2.6. Voor- en naschoolse opvang de krinkelrups2.7. Voor- en naschoolse opvang de krinkel2.8. Thuisopvang zieke kinderen2.9. Speelpleinwerking ’t Ravotterke (Den Trechter vzw)2.10. Gezinsbond3. Organisatie van het <strong>lokaal</strong> overleg3.1. Samenstelling3.2. Functies4. Beleidsopties5. UitleidingBijlagen:1. leden van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang2. overzicht per provincie van de afzonderlijke scores per gemeente … van de wittevlekkenlijst.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 76


1. De gemeente <strong>Zwijndrecht</strong> : een identificatieZie <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong><strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 77


2. Aanbod van de kinderopvangvoorzieningen2.1. Dienst voor Onthaalouders (DVO) van het OCMW‣ AardDe dienst opvanggezinnen is opgestart op 01.12.1989Opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar‣ CapaciteitDe dienst is nu erkend voor 69 gesubsidieerde plaatsen.De schijvencapaciteit is weggevallen (erkende schijven van minstens 7 onthaalouders) enwerd omgezet in een plaatsencapaciteit. Voor deze erkende plaatsen valt het minimum aantalaangesloten onthaalouders, 21 voor onze dienst, weg; De dienst bepaalt voortaan zelf hoeveelonthaalouders er nodig zijn voor de erkende plaatsen e hoe deze plaatsten verdeeld zijn over deonthaalouders. De bezettingsgrens per onthaalouder (gemiddeld 4 voltijdse kinderen per kwartaal)blijft bestaan.‣ Aantal gebruikersHet gemiddelde aantal per dag bedraagt 52 kinderen‣ OpeningsurenOpvang is mogelijk van 7 tot 18 uurEr is ook opvang mogelijk ’s nachts‣ OpeningsperiodesOpvang is mogelijk elke werkdagEr is ook opvang mogelijk in de weekends‣ Personeelsbezetting3/4 e time maatschappelijk assistent‣ InfrastructuurEr is één volledig uitgerust bureel in het administratief gebouw van het OCMW‣ Leeftijd van het doelpubliekKinderen van 0 tot 12 jaar worden opgevangen. 80 % van de kinderen zijn tussen 0 en 3 jaar. Deoverigen (boven de 3 jaar) worden vooral voor- en naschools opgevangen.‣ OuderbijdrageOuders betalen een bijdrage afhankelijk van het gezinsinkomen. Er is vermindering voor gezinnenmet meer dan 1 kind ten laste en voor gezinnen met en meerling.2.2. Kinderdagverblijf ‘Ons Peuterhuisje vzw’‣ AardOns Peuterhuisje is een kinderdagverblijf opgestart in 01.01.1970Opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar‣ CapaciteitDoor Kind en Gezin erkende opvangcapaciteit van 77 kinderen.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 78


‣ Aantal gebruikersHet gemiddeld aantal opgevangen kinderen bedraagt 76 per dag.‣ OpeningsurenOpvang is mogelijk van 7 tot 18 uur‣ OpeningsperiodeHet kinderdagverblijf is elke werkdag open. Hun sluitingsperiodes zijn : één week tussen kerst enNieuwjaar en drie weken tijdens de zomervakantie‣ personeelsbezettingEén directrice, 12 kinderverzorgsters (in verschillende werktijdstelsels) , een <strong>sociaal</strong>verpleegkundige, een 3/4 e psychologe en een half-time verpleegkundige.‣ InfrastructuurEr zijn twaalf binnenruimtes van circa 400 m2 plus keuken, sanitair en bureel. De buitenruimte isongeveer 435 m2‣ Leeftijd van de doelgroepKinderen van 0 tot 3 jaar worden opgevangen‣ OuderbijdrageOuders betalen een bijdrage afhankelijk van het gezinsinkomen.Er is vermindering voor meerdere kinderen ten laste en vermindering voor gelijktijdige opvang.2.3. Particuliere Opvanginstelling2.3.1. (POI) Baby’s Nestje‣ AardMini-crêche‣ Capaciteit9 kinderen‣ Aantal9 verschillende kinderen(er zijn er gemiddeld 9)‣ OpeningsurenVan 7 tot 18 uur. Ze zijn drieweken gesloten gedurende dezomervakantie‣ PersoneelTwee personen‣ InfrastructuurSpeel/leefruimte; keuken; badkamer; slaapruimte; tuin‣ Bijdrage19 € per dag<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 79


2.3.2. (POI) Kleine Handjes‣ AardMini-crêche‣ Capaciteit14 kinderen‣ Aantal34 verschillende kinderen (er zijn er gemiddeld 14)‣ OpeningsurenVan 7.30 – 18.30 uur.Ze zijn drie weken gesloten gedurende de zomervakantie.Tussen kerst- en Nieuwjaar1 week voorjaarAlle feest- en brugdagen.Alle vakantiedagen worden 1 ste week van januari meegedeeld.‣ PersoneelTwee personen (woensdagnamiddag jobstudent)‣ Infrastructuur2 Speel/leefruimte; keuken; badkamer; 3 aparte slaapkamers; tuin‣ BijdrageVermindering voor het 2 de kind uit hetzelfde gezin.23 € per dag15 € voor een halve dag2.3.3. (POI) Baby’s Planet‣ AardMini-crêche‣ Capaciteit23 kinderen‣ Aantal27 à 30 verschillende kinderen (er zijn er gemiddeld 14)‣ OpeningsurenVan 7 tot 18 uur.‣ PersoneelTwee personen‣ InfrastructuurSpeel/leefruimte; keuken; badkamer; slaapruimte; tuin‣ Bijdrage20 € per dag<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 80


13 € voor een halve dag2.4. Particuliere opvanggezin‣ AardZelfstandige onthaalouders‣ CapaciteitTwee opvanggezinnen met beide 5 plaatsen‣ OpvangmogelijkhedenNiet-schoolgaande kinderen, schoolgaande kinderen, gezinssfeer‣ PrijsDe zelfstandige onthaalouder bepaalt zelf het bedrag2.5. Gemeentelijk initiatief Buitenschoolse Kinderopvang (I.B.O.) Kobbe en Kozze.‣ AardDe BKO Kobbe is opgericht op 01.04.1996.De BKO Kozze startte op 10.03.1997.Opvang voor kinderen van 2,5 tot 12 jaar in een initiatief buitenschoolse opvang.‣ CapaciteitDoor Kind en Gezin erkende opvangcapaciteit van 44 kinderen tegelijkertijd in Kobbe en 57kinderen in Kozze‣ Aantal gebruikersEr werden 575 verschillende kinderen opgevangen in 2006. Gemiddeld zijn er dat in Kobbe 31.1 enin Kozze 44.3 per dag.‣ OpeningsurenSchooldagen : van 7 uur tot begin schooltijd en van einde schooltijd tot 18 uur.Schoolvrije dagen en vakantiedagen : van 7 tot 18 uur‣ OpeningsperiodesK&K is elke werkdag open. Sluitingsperiodes zijn de week tussen kerst en Nieuwjaar en tweeweken in de zomervakantie‣ Personeelsbezetting1 full time lokale coördinator11 part time begeleidsters (weerwerkgesco)1 half time medewerkster BKO2 half time poetsvrouwen1 secretaresse‣ InfrastructuurKobbe heeft 7 binnenruimten van in totaal 176 m2 exclusief keuken, kelder, berging, garage,sanitairKozze heeft 9 binnenruimten van in totaal 228 m2 exclusief keuken, bergingen, sanitairTevens hebben ze beide een grote buitenruimte‣ Leeftijd van het doelpubliekKobbe en Kozze is toegankelijk voor 2,5 tot 12-jarigen<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 81


‣ OuderbijdragenVoor- en naschools tarief: 0,70 € per half uurVakantiedag : hele dag: 7,44 €.Halve dag: 3,72 €.Minder dan 3 uur: 2,48 €.Sociaal tarief is 50 % van voornoemde bedragenEr is een vermindering van 25 % op de totale ouderbijdrage wanneer meerdere kinderen vanhetzelfde gezin aanwezig zijn. Deze vermindering is cumuleerbaar met het <strong>sociaal</strong> tarief.2.6. Voor en naschoolse opvang de krinkelrups‣ AardOpvang voor kleuters van de hoofd van de vrije kleuterschool‣ CapaciteitDe school telt 286 kleuters en in principe mag elke kleuter aanwezig zijn tijdens de voor- ennaschoolse opvang‣ Aantal gebruikersGemiddeld zijn er dat in de voorschoolse opvang een 30-tal en in de naschoolse opvang een 50-tal‣ OpeningsurenVoorschools vanaf 7 uur en naschools tot 18.15 uur‣ OpeningsperiodesDeze opvang is elke schooldag open. Sluitingsperiodes zijn de kerstvakantie en 4 weken in dezomervakantie‣ PersoneelsbezettingDe opvang wordt verzorgd door een kinderverzorgster en vrijwilligersIn de vakantie staat men over de middag met twee mensen. Daarvoor en daarna met één. In hetschooljaar verzorgt men de opvang één uur na school met twee mensen en daarna, alsook in devoorschoolse met één.‣ InfrastructuurDe opvang gebeurt in een grote ruimte gecombineerd met speelruimte. Men maakt tevens gebruikvan de speeltuin en de speelplaats. Deze ruimten zijn polyvalent en worden dus niet exclusief voorde voor- en naschoolse kinderopvang gebuikt.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 82


‣ Leeftijd van het doelpubliekKleuters van 2.5 tot 6 jaar‣ OuderbijdragenVoorschools : 1,50 €.Naschools : 2 of 3 €.Woensdagnamiddagen : 4 €.Vakantieperiodes : 8 €.2.7. Voor- en naschoolse opvang de krinkel‣ AardOpvang voor lagere schoolkinderen van De Krinkel‣ CapaciteitDe school telt 442 leerlingen en in principe mag elk schoolkind aanwezig zijn in de voor- ennaopvang‣ Aantal gebruikersDagelijks zijn er gemiddeld 30 kinderen voorschools en 75 naschools‣ OpeningsurenVoorschools vanaf 7.00 en naschools tot 18.00‣ OpeningsperiodesDeze opvang is elke schooldag open. In schoolvakanties is deze opvang niet open.‣ PersoneelsbezettingDe opvang wordt gedragen door vrijwilligers. Voorschools zorgt één iemand voor de opvang. In denaschoolse begeleiden 2 mensen tot 17.00 de kinderen en na 17 uur. één iemand. Een vrijwilligerzorgt voor studiebegeleiding.‣ InfrastructuurDe opvang gebeurt in de grotepolyvalente ruimte + studieklas. Menmaakt tevens gebruik van de speelplaats,het speelhoekje.‣ Leeftijd van het doelpubliekLagere schoolkinderen van 6 tot 12 jaar‣ Ouderbijdragen1 € per uur2.8. Thuisopvang zieke kinderen‣ AardOpvang voor zieke kinderen van 0 tot 12 jaar met een gunstig advies van Kind en Gezingeorganiseerd door het O.C.M.W.‣ CapaciteitZij hebben een opvangcapaciteit van 3 kinderen per dag<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 83


‣ Aantal gebruikersGemiddeld worden er in de winterperiode een 11-tal kinderen per maand opgevangen en in dezomerperiode 5.‣ OpeningsurenMen kan van deze dienst gebruik maken tussen 7 tot 18 uur, met een maximum van 10 uur perdag.‣ OpeningsperiodesDeze vorm van opvang is elke werkdag beschikbaar.Sluitingsperiodes zijn: maanden juli en augustus en éénweek kerst- en Nieuwjaar.‣ PersoneelsbezettingTwee gezins- en sanitaire helpsters en éénkinderverzorgster staan hiervoor ten dienste alsook een1/4 e maatschappelijk assistent/coördinator.‣ InfrastructuurDe kinderen worden in hun thuisomgeving opgevangen‣ Leeftijd van het doelpubliekAlle kinderen van 0 tot 12 jaar‣ OuderbijdragenOuders betalen een bijdrage afhankelijk van hun inkomen. Dit zijn dezelfde barema’s als voor deDienst voor Onthaalouders.2.9. Speelpleinwerking ’t Ravotterke (vzw Den Trechter)‣ AardDe speelpleinwerking wordt georganiseerd door de gemeentelijke vzw Den Trechter. Deze vormvan jeugdwerk heeft niet als belangrijkste doel opvang te voorzien maar vele ouders bezien dit wélzo, vandaar ook de opname in deze lijst.Deze vorm van speelpleinwerking bestaat sinds juli 1989 en bestaat uit kleuterspeelplein en lagereschoolspeelplein.‣ CapaciteitDeze is onbegrensd. Boven een bepaald aantal worden het aantal monitoren aangepast aan hetaantal kinderen.‣ Aantal gebruikersIn de paasvakantie zijn er rond de 30 kinderen per dag (enkel aanbod voor lagere schoolkinderen).In de zomervakantie schommelt het aantal tussen 50 en 90. Dan is er tevens een aanbod voor deoudste kleuters.‣ OpeningsurenDe speelpleinwerking opent zijn deuren om 8.30 uur en sluit deze om 17 uur‣ OpeningsperiodeDe speelpleinwerking is open gedurende zes weken in de zomervakantie en sinds 2000 ook in depaasvakantie‣ Personeelsbezetting<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 84


Deze wordt georganiseerd vanuit de gemeentelijke jeugddienst. Er zijn jaarlijks een 50-talmonitoren die instaan voor de spelbegeleiding. Dagelijks zijn dat drie hoofdmonitoren enrespectievelijk vier monitoren bij de kleuters en tien bij de lagere schoolleeftijd.‣ InfrastructuurDe speelpleinwerking heeft zijn stek in de basisschool Het Laar. Daar kunnen zij gebruik maken vaneen grote binnenspeelruimte, een berging en monitoren<strong>lokaal</strong> drie klassen en als buitenruimte eenvoetbalveld, drie speelplaatsen en een grote grasvlakte.In de paasvakantie gebruiken ze de lokalen en terreinen van een jeugdbeweging van <strong>Zwijndrecht</strong>.‣ Leeftijd van de doelgroepDe kleuterspeelpleinwerking is voor 4 tot 6 jarigen en de lagere schoolspeelpleinwerking is vanaf 6tot 12 jaar.‣ OuderbijdragenDe prijs is 1,5 € per dag voor het eerste kind en 1€ voor de volgende kinderen uit een gezin2.10. Gezinsbond‣ AardDe babysitdienst zorgt ervoor dat jongeren gaan babysitten bij de mensen thuis.‣ Aantal gebruikersIn <strong>Zwijndrecht</strong> werden in 2005 ongeveer 30 verschillende gezinnen geholpen. In Burcht waren erdat een 35-tal.‣ OpeningsperiodeVoornamelijk wordt gebruik gemaakt van deze opvang in het weekend en op avonden. Sporadischkomen ook op woensdagnamiddag een aantal babysitters in actie‣ PersoneelsbezettingIn <strong>Zwijndrecht</strong> beschikt men over een 30 -tal vrijwilligersIn Burcht beschikt men over een 17-tal vrijwilligers‣ LeeftijdEr worden kinderen opgevangen van 0 tot 14 jaar‣ OuderbijdrageVan 8 tot 19 uur: 3 € per uurVan 19 tot 24 uur: 2,50 € per uurVanaf 24 uur: 3 € per uurMinimum : 7,50 €Overnachting : 7,50 €<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 85


3. Organisatie van het <strong>lokaal</strong> overleg3.1. doelstellingHet <strong>lokaal</strong> overleg heeft als doelstelling het bevorderen van een kwalitatieve kinderopvang in hetbelang van alle kinderen in de gemeente.Om deze doelstelling te verwezenlijken heeft het <strong>lokaal</strong> overleg volgende opdrachten:1. het <strong>lokaal</strong> bestuur adviseren bij de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang eneventuele bijsturingen ervan;2. het <strong>lokaal</strong> bestuur adviseren over de uitvoering van het <strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang eneventuele bijsturingen ervan;3. het <strong>lokaal</strong> bestuur adviseren met betrekking tot de uitbouw van opvangvoorzieningenbinnen de gemeente;4. op vraag van het <strong>lokaal</strong> bestuur en op eigen initiatief adviezen uitbrengen over alleaangelegenheden betreffende kinderopvang;5. overleg tot stand brengen tussen kinderopvanginitiatieven;6. onderzoek verrichten naar, documentatie en informatie verzamelen over kinderopvang ende behoeften daaraan in het werkingsgebied;7. initiatieven nemen ter bevordering van de globalekwaliteit in de kinderopvang.3.2. SamenstellingZie bijlage 1.Je kan merken dat het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang zeerevenwichtig is samengesteld. Zo zijn de beleidsmakersvertegenwoordigd door voorzitter OCMW en de schepenen.De aanbodzijde is door zowat elk initiatief aanwezig in degemeente, vertegenwoordigd. Slechts één particuliereopvanginstelling kiest er voor niet aanwezig te zijn op devergaderingen. De gebruikerszijde is vertegenwoordigd door deoudercomité’s, schoolraden en de gezinsbonden.3.3. Functies3.3.1. De voorzitterIn de vergadering van het <strong>lokaal</strong> overleg van 12.06.2006 werd de kandidatuur van HadewychWaterschoot voor de functie van voorzitter van het <strong>lokaal</strong> overleg met unanimiteit van stemmenaanvaard. Aangezien Mevrouw Waterschoot reeds actief isgeweest op een aantal vlakken(onthaalmoeder, oudercomité, …) en aangezien haar kinderen regelmatig gebruik maken/maaktenvan de kinderopvang en vrijetijdsaanbiedingen in <strong>Zwijndrecht</strong>, heeft zij het juiste profiel omvoorzitster van het <strong>lokaal</strong> overleg te zijn.De functie van de voorzitter is :‣ voorzitten van de vergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg‣ onderhouden van contacten met de verschillende instanties i.v.m. kinderopvang‣ opstellen van de agenda van de vergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg in samenspraak metde secretaris.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 86


3.3.2. De secretarisKoen Bettens blijft secretaris van het <strong>lokaal</strong> overleg.Het secretariaat van het <strong>lokaal</strong> overleg is gevestigd Binnenplein 1 – 2070 <strong>Zwijndrecht</strong>.De functie van de secretaris is :‣ opmaken van het verslag van de vergadering‣ in overleg met de voorzitter de agenda van de vergaderingen samenstellen‣ opvolging van de briefwisseling‣ opmaken van het <strong>beleidsplan</strong>3.4. VergaderingenHet <strong>lokaal</strong> overleg komt minimum 2 maal per jaar samen. Tijdelijke of permanente werkgroepenzijn mogelijk.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 87


4. Beleidsopties4.1. OverlegIn het <strong>lokaal</strong> overleg, waar samenwerking centraal staat, waar deconcurrentie tussen de scholen, tussen de kinderopvanginitiatievenniet bestaande is, wordt hard gewerkt. Vanuit dit overleg zijnde voorbije jaren een aantal zaken gerealiseerd die de moeitewaard zijn. Neem daarbij nog het aanbod van vrijetijdsinitiatievenvoor kinderen en jongeren dat vanaf een tiental jaar geleden in<strong>Zwijndrecht</strong> is ontsproten, en je hebt een uniek aanbod. <strong>Zwijndrecht</strong>is hiermee één van de pioniers in Vlaanderen voor wat betreft deuitbouw van dit integraal vrijetijdsaanbod. Niet voor niets behaaldenwe dan ook de prijs van de Minister van Sociale Zaken ‘Eengeïntegreerd kinder(opvang)aanbod”.We vermoeden met het <strong>lokaal</strong> overleg dat we van mekaar kunnenleren. We zouden bijvoorbeeld de kwaliteitshandboeken naastelkaar kunnen leggen en een deel aan ervaringsuitwisseling doen.Voor de nieuwe opvangen kan misschien een blauwdruk van eenkwaliteitshandboek geschreven worden. Op die wijze dient men hetwarm water niet meer steeds opnieuw uit te vinden. De know howdie in deze groep aanwezig is, kan op die manier veel beter gebruiktworden.Het <strong>lokaal</strong> overleg is een goede formule om de verschillendeopvanginitiatieven rond de tafel te brengen. Uitwisseling vanervaring, het aanpakken van initiatief-overschrijdende problemen, …blijven we verder via het <strong>lokaal</strong> overleg aanpakken.4.2. Kwaliteit van de opvang verbeterenHet <strong>lokaal</strong> overleg wil aan deze doelstelling meewerken door eenaantal middelen aan te reiken.* Speel-o-theek Tsjoek. Deze speel-o-theek heeft net nieuwemogelijkheden gekregen. De jeugdbewegingen kunnen eveneensvan deze dienst gebruik maken. Tevens wordt het vervoer, indienecht onmogelijk voor de opvangvoorzieningen in onderlinge afspraakgeregeld met de dienst kinderopvang. In de meerjarenplanningvan het gemeentebestuur wordt opnieuw geld ingeschreven om despeel-o-theek ruimer van aanbod te maken. In de toekomst kanonderzocht worden of deze dienstverlening kan uitgebreid wordennaar andere doelgroepen (ouders, grootouders, …)* Vorming. Het <strong>lokaal</strong> overleg blijft jaarlijks een aantal vormingenaanbieden aan mensen die kinderopvang organiseren in <strong>Zwijndrecht</strong>.De thema’s worden samen met de deelnemers bepaald. Meer danvroeger kan in verschillende doelgroepen gewerkt worden. Thema’sdie het anders-zijn van kinderen bevatten, blijven de voorkeurwegdragen. Zo zijn er reeds vormingen georganiseerd rond autisme,adhd, agressie, …<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 88


* Inclusie. De meeste opvangvoorzieningenen scholen hebben hiermee te maken. Zowelhet aanbieden van vorming (zie supra) als hetbezoeken van goede voorbeelden behoren tot demogelijkheden.4.3. Uitbreiding (capaciteit) van dekinderopvanginitiatievenOp de witte vlekken lijst van Kind & Gezin is<strong>Zwijndrecht</strong> niet direct in de positie om uitbreidingentoegestaan te krijgen voor de erkende opvang.Hier dienen we toch op te merken dat deze cijfersgeen rekening houden met de verblijfplaats van dekinderen die in <strong>Zwijndrecht</strong> opvang genieten. Er zijnzeer veel kinderen van buiten de gemeente die hieropgevangen worden. Dit heeft vooral te maken met het feit dat <strong>Zwijndrecht</strong> een buurgemeente vanAntwerpen is. Heel wat mensen die in Antwerpen werken en bijvoorbeeld van Kruibeke, Beveren,en verder komen, droppen de kinderen in hun woon-werk-reisweg voor opvang.Er is duidelijke nood aan extra opvang, zowel in schoolvakanties als in het schooljaar. Ditmerken we op een aantal manieren:‣ toekomstige ouders contacteren de verschillende opvanginitiatieven reeds voor ze zelfszwanger zijn. Er is overal een wachtlijst en in Ons Peuterhuisje is er zelfs een stop gezet opde wachtlijst.‣ Er zijn drie particuliere opvanginstellingen opgericht in <strong>Zwijndrecht</strong> op zeer korte tijd. Dezecrêches zijn reeds volgeboekt alvorens ze hun eerste dag beginnen met opvang.‣ Het IBO Kobbe & Kozze diende meer dan 50 kinderen te weigeren tijdens de voorbijevakantieperiode wegens volzet.Om meer opvang te voorzien, denken we vooral in de richting van zowel het meerondersteunen van de zelfstandige opvang als het aanmoedigen van het oprichten van nieuwezelfstandige opvang. Het gemeentebestuur besliste om een nieuwe Kobbe te bouwen. Deze istevens voorzien op meer kinderen. Een uitbreidingsaanvraag naar Kind & Gezin is hiervan hetlogische gevolg.Het <strong>lokaal</strong> overleg zal mee de argumenten aandragen om de uitbreidingsvragen aan Kind &Gezin mee te ondersteunen.4.4. Ouders weten waar ze terecht kunnen met hun vragenDeze doelstelling wordt eveneens opgenomen in het Lokaal Sociaal Beleidsplan. We beperken onshier tot de invulling voor het domein kinderopvang.Er zal, vermoedelijk binnen de loop van dit <strong>beleidsplan</strong>, een nieuw concept voor de kinderopvang inVlaanderen van start gaan. Het spreekt voor zich dat we dit op de voet zullen opvolgen. Het <strong>lokaal</strong>overleg schreef zich in voor de proefprojecten i.v.m. het cko (centrum kinderopvang). Er waren heelwat aanvragen en <strong>Zwijndrecht</strong> is niet weerhouden. Onze buren van Beveren wel. Toch blijven wedit opvolgen via de mogelijkheden die zowel Kind & Gezin als de VVSG ons biedt.We willen duidelijkheid krijgen in de aanvragen naar kinderopvang in onze gemeente. Vele ouderscontacteren verschillende opvangvoorzieningen en laten zich op verschillende wachtlijsten zettenom zeker een plaatsje te hebben voor hun kind. Dit geeft uiteraard een vertekend beeld naaraantallen op de wachtlijst, aantallen aanvragen enz.Hierin willen we een systeem zoeken om de ‘dubbelen’ er uit te schiften.Reeds vooruitlopend op het nieuwe concept kinderopvang, denken we met het <strong>lokaal</strong> overleg er nureeds aan te investeren in één meldpunt voor aanvragen naar kinderopvang.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 89


Aangezien de infobrochure reeds enige tijd verouderd is en nog lang niet iedereen over internetbeschikt, willen we de infobrochure op zo’n manier aanbieden dat wijzigingen meteen kunnenaangepast worden. Verder wensen we de website van kinderopvang te blijven optimaliseren.4.5. OpvoedingsondersteuningDeze doelstelling wordt eveneens opgenomen in het Lokaal Sociaal Beleidsplan. We beperken onshier tot de invulling voor het domein kinderopvang.Sinds 13 juli 2007 is er een decreet houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning. Hierinwordt bepaald o.a. dat een gemeente een overleg en een coördinator opvoedingsondersteuningdient te hebben. Opdrachten hiervan zijn:* het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> mee voorbereiden en evalueren* acties rond opvoedingsondersteuning ontwikkelen* zorgen voor informatieverstrekking en sensibilisatie rond het opvoeden van kinderen en devroegtijdige detectie van opvoedingsonzekerheid of opvoedingsproblemenEr wordt onderzocht of het overleg opvoedingsondersteuning ingebed zal worden in het <strong>lokaal</strong>overleg kinderopvang dan wel in het gemeentelijk preventie-overleg.Taak van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is minstens het meewerken aan deze nieuwe opdracht. Erzijn nl. reeds een aantal kinderopvangvoorzieningen in de gemeente bewust en intensief hiermeebezig. Zo werd de opleiding Triple P reeds door een begeleider van Kobbe & Kozze gevolgd enwordt deze verder ondersteund.Mogelijke aanzetten zijn:‣ Het geven van voorlichting en informatie over ontwikkeling en opvoeding.In de schoot van het <strong>lokaal</strong> overleg kunnen vormingsprogramma’s georganiseerd worden .Hieraan kan nazorg gekoppeld worden individueel of in een ouderpraatgroep.Via folders en de beschikbare boeken in de bibliotheek kunnen ouders en begeleidersprobleemgerichte informatie vinden.Opvoedingsproblemen kunnen aanleiding zijn voor het organiseren van oudercursussen ofpraatgroepen.‣ Het geven van pedagogisch adviesOp vraag van de ouders is er mogelijkheid tot eenopvoedingsondersteunend gesprek.We gaan ervan uit dat ouders zelf het antwoordvinden op hun opvoedingsvragen. De ondersteuningzal zich vooral richten op het zelfvertrouwen van deouders en het vergroten van hun draagkracht omdathierin de sleutel tot succes steekt.Vroegtijdige ondersteuning kan voorkomendat doorverwijzing naar intensieverehulpverleningsvormen nodig is.‣ Het opvangen van signalen en vroegtijdig onderkennenvan problemenDe probleemsituatie kan te maken hebben metopvoedings-, leef-, arbeids-, woon-, gezondheiden financiële moeilijkheden. Het is de bedoeling invrijwillige samenwerking met de ouders steun tebieden.Samenwerking met de school via CLB, directie,<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 90


taakleerkrachten, … biedt een meerwaarde.We hebben ook als taak door te verwijzen naar gespecialiseerde dienstverlening bij eencomplexere problematiek.4.6. Flexibele en occasionele opvangHet <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is zeer voorzichtig in deze. Als er ergens waakzaamheid gebodenis om de draagkracht van het kind niet te overschrijden, is het wel de flexibele en occasioneleopvang.Het gaf een positief advies aan Kobbe & Kozze om als gemandateerde voorziening in aanmerking tekomen. Kind & Gezin erkende ondertussen Kobbe & Kozze als gemandateerde voorziening voor dezorgregio <strong>Zwijndrecht</strong> – Antwerpen Linkeroever.Via dit kanaal kunnen kinderen thuis opgevangen worden voor en na de basisopvanguren.Kobbe & Kozze zal vanaf januari <strong>2008</strong> een half uur langer open zijn. Hun sluitingsuur wordt dandagelijks 18.30 uur.4.7. Vrijetijdsinvulling 10 tot 15 jarigen<strong>Zwijndrecht</strong> heeft een groot aanbod naar vrijetijdsinvulling van kinderen. Zowel in vakanties,als voor- en naschools. Hier zorgen niet alleen de kinderopvanginitiatieven voor, maar ook dejeugdverenigingen, de sportverenigingen en de gemeentelijke diensten jeugd, sport en cultuur.Toch blijft een leeftijdsgroep voor deze partijen een doorn in het oog. De +10 jarigen (totongeveer 15 jaar) zijn zeer moeilijk te bereiken. Er is wel de Swapkeet, Swapactiviteiten, sport- enjeugdverenigingen. Toch zijn er ouders en prille tieners die hun gading niet vinden. Zowel in hetjeugd<strong>beleidsplan</strong> als in het sport<strong>beleidsplan</strong> wordt aandacht gegeven aan deze doelgroep.4.8. Middagbewaking scholenDe plaatselijke onderwijsinstellingen, zowel via ouderraden als via de directies lid van het <strong>lokaal</strong>overleg, zien een groeiend probleem in de middagopvang. De leerkrachten zijn aangeworven omles te geven en vinden terecht niet dat zij niet dienen in te staan voor de middagopvang. Er zijnandere mogelijkheden die onderzocht dienen te worden. Zo is er de ervaring en know-how vanKobbe en Kozze. Kunnen deze mensen mee ingeschakeld worden in het middagtoezicht van descholen? Mogen zij dat van de regelgeving van Kind en Gezin? Het sport<strong>beleidsplan</strong> voorziet inhun nauwe samenwerking met de scholen een mogelijkheid. Deze dient nog verder onderzocht teworden.De mensen die nu middagbewaking organiseren worden eveneens uitgenodigd op de vormingenvan het <strong>lokaal</strong> overleg. Er zal een vorming specifiek rond deze thematiek georganiseerd worden.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 91


UitleidingEen aantal zaken worden duidelijk na het lezen van dit <strong>beleidsplan</strong>:Kinderopvang is een belangrijke gemeentelijke materie geworden.Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang blijft zijn nut bewijzen.Verschillende <strong>beleidsplan</strong>nen op gemeentelijk niveau worden op mekaar afgestemd. Dit is eenzeer goede zaak.Gevaar in het schrijven van plannen is het verglijden in bureauwerk. Laat steeds duidelijk zijndat deze plannen dienen gedragen te zijn door de verschillende doelgroepen.En, zoals dit <strong>beleidsplan</strong> begint, wensen we het ook af te ronden: Het kind staat te allen tijdecentraal. Je kan nog honderdduizenden teksten schrijven, plannen smeden. Zolang elk kind zichin elke opvang goed voelt, is het de moeite.In de vergadering van 16 oktober 2007 gaf het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang positief advies.De gemeenteraad, in zitting van 22 november 2007 keurde, samen met het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><strong>beleidsplan</strong>, dit <strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang goed.<strong>lokaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong> - 2013 92


8. Blik op de toekomst<strong>2008</strong>Terugkoppeling naar themawerkgroepenInfo aan burgers – participatie van burgersStructuur Sociaal Huis uitwerkenComputersysteem, productcatalogus, imagoVoorbeelden in andere gemeentebesturen bezoeken2009Opening Sociaal Huis2010Tussentijdse evaluatie van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 93


9. Bijlagen1. Verslagen themawerkgroepen 20072. topiclijsten themawerkgroepen3. verslag gesprek met seniorenraad4. Nota gesprek Zewopa vzw5. Diensten-doelgroepenmatrix6. Bronnen omgevingsanalyseLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 94


BIJLAGE 1VERSLAGEN THEMAWERKGROEPEN2007Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 95


Verslag Lokaal Sociaal Beleidwerkgroep mobiliteit en toegankelijkheidNaam verslaggever : Evi HaesendonckDatum : maandag 7 meiDuur werkgroep : +/- 1u30Deelnemers :Willy Minnebo (burgemeester) (BU)Herman Janssens (Centrum Toegankelijkheid Provincie Antwerpen) (CTPA)Patrick Maes (OCMW raadslid) (PM)Maria Dedecker (begeleidster Patrick Maes) (MD)Rosalie Witters (KVG Burcht)Rosa Van Daele (KVG Burcht)Karel Janssens (Minder Mobielen Centrale Burcht) (MMC)Sylvia Van den Broeck (KVG <strong>Zwijndrecht</strong>)Eddy Wathy (KVG <strong>Zwijndrecht</strong>)Gerda Somers (KVG)Els Van Hese (consulent sociale zaken)Evi Haesendonck (duurzaamheidsambtenaar, verslaggever)Verontschuldigd:Leander Luyten (Technische dienst)Belangrijkste uitspraken en quotes:Er worden al heel wat initiatieven genomen op vlak van toegankelijkheid - zowel door het bestuur als doorverenigingen en organisaties - maar er zijn nog heel wat mogelijkheden om deze dienstverlening teverbeteren en uit te breiden.Vraag 1 : introductieKatholieke Vereniging voor Gehandicapten: werkt rond de integratie van personen met een handicap in desamenleving / komt op voor de belangen van de gehandicapte medemens.Minder Mobielen Centrale: minder mobiele personen die vervoer nodig hebben, kunnen beroep doen op deMinder Mobielen Centrale. Het vervoer van deze personen gebeurt door vrijwilligers.Centrum voor Toegankelijkheid Provincie Antwerpen: geeft advies i.v.m. toegankelijkheid bij het ontwerp ende aanleg van publieke omgeving en zorgt ook voor vorming en sensibilisatie van belanghebbenden.Patrick Maes: OCMW raadslid, neemt als waarnemer aan de vergadering deel.Vraag 2: aandachtspuntenAlle aanwezigen zijn het er over eens dat het een belangrijk aandachtspunt is dat minder mobiele personenzonder problemen op straat kunnen en dat ruim aandacht gegeven wordt aan persoonlijk vervoer van dezepersonen.Toegankelijkheid is niet alleen belangrijk voor het openbaar domein, maar ook voor privé-eigendommen(winkels, restaurants, …). Wat betreft privé-eigendommen, kan de gemeente vaak niets verplichten, maar zekan wel eigenaars wel informeren en stimuleren.Er worden enkele concrete voorbeelden aangehaald voor de gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>:• Voor minder mobiele personen is het moeilijk om op en af te stappen aan de tramhalte 'Dorp',wegens het hoogteverschil tussen het perron en de tramvloer. Volgens de Lijn zou het omtechnische redenen zijn dat deze halte niet is aangepast. De burgemeester laat weten dat hij dit zalnagaan (KVG).Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 96


• hoge borduurs vormen vaak een groot probleem (PM).• In de zomer is het ook moeilijk om te passeren tussen de terrassen van de cafés aan Dorp West(plein aan kerk) en de tramhalte (PM).• Sommige parkeerplaatsen voor personen met een handicap zijn eigenlijk te klein (PM). Deburgemeester laat weten dat, indien mogelijk, de laatste richtlijnen omtrent de grootte en de liggingvan dergelijke parkeerplaatsen opgevolgd zullen worden. De plaatsen aan de sporthal zijn naardeze richtlijnen ingericht.• Vaak worden parkeerplaatsen voor personen met een handicap bezet door niet-gehandicapten.Bv. de plaatsen op het plein aan de kerk in <strong>Zwijndrecht</strong> (MD).Aan de hand van deze opmerkingen wordt er besloten dat het misschien nuttig is dat het bestuursamen met enkele verenigingen/organisaties nog eens rondritten doet in de gemeente, zodatbelangrijke knelpunten geïdentificeerd kunnen worden.Vraag 3a: communicatie en overleg partners onderling• Alle aanwezigen melden dat de contacten met de gemeente goed zijn (KVG).• MMC heeft ook goede contacten met Ziekenzorg.• Verder melden zowel KVG als MMC dat er verder weinig overleg is met nog andere verenigingenof organisaties, en dat hier ook niet veel behoefte aan is. KVG wil vermijden om te veel aan overlegte doen of te veel willen organiseren. Er zijn al zo veel initiatieven dat het niet nodig is om extrainitiatieven op te starten.• KVG merkt nog op dat zij aangesloten zijn bij het verbond Antwerpen. Dit verbond geeftondersteuning, maar deze is naar eigen ervaring nog te beperkt. Zij organiseren ook regelmatiginteressante activiteiten maar deze vinden veelal in de Kempen plaats. Daar er meer affiniteit ismet de regio Waasland, zou het interessanter zijn om aansluiting te hebben bij het verbondWaasland. Dit werd echter geweigerd.Vraag 3b: communicatie en informatie naar de burgers• Er is enkel een nationale website van KVG, geen lokale.• Er wordt opgemerkt dat de provincie heel wat subsidies voorziet voor senioren en personen meteen handicap. Het is belangrijk dat inwoners en verenigingen hiervan op de hoogte zijn en dat zeook weten dat ze hiervoor ook bij de gemeente terecht kunnen. Misschien is het nuttig om dit meerbekend te maken binnen de gemeente.• CTPA: er bestaan provinciale projectsubsidies voor bijvoorbeeld het oprichten van een dienst vooraangepast vervoer. Zo'n dienst kan bijvoorbeeld ontstaan uit een samenwerking tussenverschillende gemeenten.ooCTPA: eventueel samenwerking met Beveren? Dit is voor onze gemeente misschien nieteenvoudig omdat Beveren tot een andere provincie behoort (BU). CTPA: navragen bijprovincie, misschien subsidie voor inwoners provincie Antwerpen?CTPA: misschien kan MMC ook het busje van het OCMW gebruiken voor een meeruitgebreide dienstverlening?• CTPA: in bepaalde gevallen kan er ook beroep gedaan worden op de belbus van De Lijn. PM: veelmensen kennen deze dienstverlening niet. Het zou dus interessant zijn om hierover meercommunicatie te voeren, bijvoorbeeld in het gemeentelijk informatieblad.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 97


Vraag 5 en 6 : mogelijke en / of geplande acties en hinderpalen ?• Alle aanwezigen ondervinden dat het moeilijker wordt om nog vrijwilligers te vinden. Dit maakt ookdat de uitwerking van acties e.d. beperkt is.• KVG: vorming en informatie verlopen via het provinciaal verbond. Alle aangesloten ledenontvangen via het verbond ook een infoblad. Uit een enquête blijkt dat de leden tevreden zijn overde huidige werking. Er zijn dus geen plannen om iets te wijzigen.Vraag 7 en 8: verwachtingen naar de gemeente / het OCMW• <strong>MB</strong>S-station <strong>Zwijndrecht</strong>: de begeleiding voor blinden wordt als zeer goed ervaren. Er zijn geenaangepaste perrons voor rolstoelen e.d., maar als men een dag op voorhand de N<strong>MB</strong>S verwittigtwordt er een 'brug' voorzien (PM).• Een verbeterde haltestructuur is cruciaal voor een goede mobiliteit en toegankelijkheid. Degemeente dient zo veel mogelijk inspanningen te leveren om aangepaste halten te voorzien. InGent bestaan er bijvoorbeeld haltes met variabele hoogte, zodat het voor mindermobiele personenmogelijk is om van aan deze halte zowel op de bus als op de tram te stappen. Dit systeem blijktnog niet gekend te zijn in de provincie Antwerpen. Het is ook belangrijk dat de gemeente en degebruikers zich regelmatig laten horen bij De Lijn en de N<strong>MB</strong>S (CTPA).• MMC zou het interessant vinden om met de gemeente gesprekken te kunnen voeren i.v.m. deuitbreiding van hun dienstverlening naar <strong>Zwijndrecht</strong> (nu enkel in Burcht). Het aantal vrijwilligersvormt hier echter ook een probleem. Er zijn regelmatig regionale vergaderingen, misschien kanhier ook eens iemand van het bestuur aanwezig zijn? (volgende regionale vergadering: 31 mei van9.00u tot 15.30u te Oelegem).• Voor minder mobiele personen is het handiger dat er een steunpunt van de gemeentelijkeadministratie in Burcht zou zijn. In sommige gemeenten komt een ambtenaar aan huis (MMC). Ditkan in sommige gevallen ook in <strong>Zwijndrecht</strong> (BU).• Het is voor minder mobiele personen niet altijd gemakkelijk om van op de parking van het AC totaan het gebouw te geraken (MMC).• Het zou gewaardeerd worden als het gemeentebestuur initiatieven nam om het vrijwilligerswerkmeer in het licht te zetten en hier ook actief mensen voor aanmoedigde (KVG).• Niet alleen over de problematiek vergaderen, maar ook meer aandacht besteden aan de uitvoeringvan voorstellen (KVG).BESLUITZie belangrijke uitsprakenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 98


Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkgroep ouderenbeleidNaam verslaggever : Dennis Van den BroeckDatum : donderdag 19 april 2007Duur werkgroep : +/- 1u30Deelnemers:Kris Herremans (schepen ouderenzorg, moderator vergadering)Chris Vermeulen (schepen sociale zaken en voorzitter OCMW)Pierre Dalle (Ziekenzorg) (ZZ)Francois Heyrman (OKRA Burcht) (OKRA)Albert Staes (thuiszorg Heverlee) (AS)Luc Schoenaers (WZC De Regenboog) (DRB)Patrick Maes + begeleidster (raadslid OCMW) (PM)Els Hereygers (gezinszorg OCMW) (DVG OCMW)Berenice De Gendt (<strong>lokaal</strong> dienstencentrum Houtmere) (LDCH)Vanryckeghem Marc (RVT Herleving)Willem Smits (gezinszorg De Regenboog) (DVG DRB)Els Van Hese (sociale zaken gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>)Dennis Van den Broeck (secretaris OCMW <strong>Zwijndrecht</strong>, verslaggever)Belangrijkste uitspraken en quotes:“Als we de weg niet vinden hebben we een kaart nodig, of tegenwoordig een GPS. De gemeente en hetOCMW hebben een belangrijke rol te spelen in het voorzien van deze kaart of GPS”. (RVT Herleving)Vraag 1: introductie• zie vorige vergaderingVraag 2: aandachtspuntenover informatie en communicatie• Informatienetwerken uitbouwen zodat iedereen eraan kan in plaats van kennis te centraliserenzodat ze slechts via één kanaal toegankelijk is (OKRA)• Informatie moet gebracht worden, men komt het vaak niet halen. En brengen is echt brengen, nietvia een folder maar via gesproken woord en overtuiging, dialoog, met andere woorden viavrijwilligers / familie / verenigingen. Maar wat stellen we vast ? Algemeen daalt het aantal leden vanverenigingen tenzij in kook- of sportclubs. Dit maatschappelijk veld is aan het uitdunnen, er wordengeen mensen meer voor bereid gevonden. Vrijwilligers zullen het moeten doen maar nemen af inaantal. Professionelen zijn almaar minder te vinden (verpleging verzorging) en mantelzorgershaken af omdat ze tweeverdiener zijn. Wie gaat het dan doen ? (DRB)• De verenigingen zijn één kanaal om de bevolking te bereiken maar er zijn veel mensen die niet ineen vereniging zitten, ook zij die niet in een vereniging zitten moeten bereikt worden(schepen Soc.Zaken / OCMW)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 99


over residentiële zorg• Het RVT wordt een vervangziekenhuis, het groot aantal zwaar zorgbehoevenden is een bedreiging.De instellingen proberen hier een gezonde mix te behouden zowel omwille van de leefbaarheidvoor personeel maar ook voor andere bewoners. Het is jammer dat men hiervoor financieel gestraftwordt. Lagere zorgprofielen komen niet meer aan de bak ook al kunnen ze niet meer thuis wonen.(DRB en Herleving)• Het RVT moet 'ontduiveld' worden, men heeft nog het imago van 'gesticht' maar dit klopt niet meer,ook in een RVT kan je een thuissituatie hebben, niet hetzelfde natuurlijk maar wel geborgen enhuiselijk. Het RVT is geen plaats waar enkel treurnis en verdriet heerst. (DRB)over thuiszorg• Zo lang mogelijk thuiswonen is niet altijd goed, soms ontstaan er situaties waar iemand al veelvroeger de stap naar residentiële zorg had moeten zetten (Herleving). Is dit omdat ze niet willen ofomdat ze het aanbod niet (voldoende) kennen ? (DVG OCMW)• Thuiszorg moet inspelen op situaties waar zorgbehoevenden thuis blijven maar wel zorg nodighebben. Mensen verdwijnen sneller uit de klinieken ook al zouden ze nog beter even blijven omdatze nog zorgen vragen, voor deze categorie is het noodzakelijk dat er zeker goede afstemming enaansluiting is bij de thuisdiensten.• Er moet aandacht zijn voor het willen aanvaarden van thuishulp, de overheid moet niet alleeninformeren maar ook sensibiliseren, preventief werken, beeldvorming in de hand werken, naar debevolking toe zodat de info ook echt aankomt. (DVG DRB)Vraag 3a: communicatie en overleg partners onderlingVraag 4a: informatie over wat er gebeurt op het terrein• Lokaal dienstencentrum Houtmere en private verenigingen doen elkaar de das om : er wordtafstemming gevraagd van activiteiten. (OKRA) Men wil aanvullend werken en niet overlappend ofconcurrerend. (LDCH)• Overleg van het dienstencentrum met verenigingen is nu aanwezig via de centrumraad maarvolstaat dit ook ? Komt de informatie van beide kanten voldoende door ? Wij moeten onze energiebundelen, komen tot een betere afstemming en samenwerking tussen partners (LDCH)• Als we de weg niet goed vinden hebben we een kaart nodig of tegenwoordig een GPS. Degemeente / het OCMW heeft een belangrijke rol te spelen in het voorzien van deze kaart / GPS.(Herleving) Het zou zinvol zijn een sociale kaart te ontwikkelen op gemeentelijk niveau. Er is veelniet geweten, veel diensten zijn onder professionelen maar ook onder vrijwilligers onbekend, ditstremt een goede sensibilisering en doorverwijzing. Het zou goed zijn eens te inventariseren wat erallemaal voorhanden is aan premies en dergelijke maar ook aan voorzieningen en instellingen.Vraag 3b: communicatie en informatie naar de burgers• Er is (zie onder de aandachtspunten) een grote nood om gerichte informatie te verspreiden onderde bevolking. Vaak wordt immers niet van een dienst of aanbod gebruik gemaakt omdat men ergeen weet van heeft (premies, kortverblijf en dagopvang,…) of omdat het imago niet positief is(OCMW voor de ‘sukkelaars’ , het RVT als ‘gesticht’,….). Er is nood aan sensibilisering en gerichtecommunicatie. Een sociale kaart is ook op dit vlak geen overbodige luxe.• Er wordt veel via campagnes, affiches en advertenties gecommuniceerd maar de mondelingecommunicatie is nog steeds de beste (zie boven onder aandachtspunten). Instanties met lagedrempel (ziekenzorg, dienstencentrum, seniorenbonden,….) kunnen een belangrijke rol spelen ominformatie door te geven maar voorwaarde moet zijn dat ze zelf heel goed geïnformeerd enbetrokken wordenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 100


• De seniorenraad speelt een belangrijke rol en kan in de toekomst een nog belangrijker rol hierinspelen. Er moet effectief voor gezorgd worden dat de informatie aan de SR bezorgd wordt en datde leden van de SR de informatie ook doorspelen aan hun achterban (schepen Soc Zaken /OCMW).• Er zijn veel ouderen in de gemeente , vaak komt informatie ondanks alle goede bedoelingen niet totbij hun, en een bijzondere doelgroep zijn de bejaarden die in of op de rand van de armoede leven,deze groep is extra moeilijk te bereiken. (ZZ)• Er is vraag naar een centraal punt waar alle informatie beschikbaar is die dienstig kan zijn voor dezorgvragende inwoner. (PM)Vraag 4: mogelijke en / of geplande acties en hinderpalen ?Vraag 5: verwachtingen naar de gemeente / het OCMW ?• De verenigingen kampen vaak met een gebrek aan ruimte voor hun activiteiten. De Regenboogbeschikt over een ontmoetingscentrum dat zij willen openstellen naar de buurt, verenigingenenzovoort. Dit is een antwoord op een bestaande nood want het <strong>lokaal</strong> dienstencentrum is voorsommige activiteiten te klein. De Regenboog biedt dit niet gratis aan maar is wel bereidonderscheid te maken naargelang de aanvrager een vereniging / dienst is of een particulier.(DRB)De gemeente zou logistieke en financiële ondersteuning kunnen bieden (OKRA)• Van het <strong>lokaal</strong> bestuur wordt verwacht dat levenslang kansen op vorming, reactivatie, sport ,participatie en ontspanning worden geboden, een kwalitatief en bereikbaar aanbod. (OKRA)• Van de gemeente wordt verwacht dat ze een echt communicatiebeleid ten aanzien van de ouderenen ouderenverenigingen uitwerkt, met een gerichte en geplande communicatiestrategie zodat deinformatie zo goed mogelijk toekomt. (OKRA)• Het imago van het OCMW is nog heel vaak dat het enkel voor “de sukkelaars” is, hier moeteninspanningen geleverd worden om naar een meer toegankelijk imago te evolueren. (ZZ)• Er zou een premie moeten zijn voor mantelzorgers. Niet dat men dit voor het geld doet, maar alsteken van appreciatie of vergoeding voor de gemaakte kosten (PM, AS). Wanneer men echter gaatverlangen dat een goed deel van de zorg door mantelzorgers wordt gedaan die hiervoor werk ofandere inkomsten moeten laten , zal er echter veel meer nodig zijn dan een premie (DRB).• Betrek de verenigingen , zij zijn het die de informatie moeten doorgeven dus moeten zij ook goedgeïnformeerd zijn (OKRA).• Er bestaan zelfhulpgroepen die heel nuttig werk doen, de gemeente zou dit ook kunnenondersteunen (AS)•BESLUITZorg voor de ouderen wordt omwille van de demografische evolutie van steeds toenemend belang, ook inonze gemeente. Er is een heel netwerk van voorzieningen aanwezig, gaande van mantelzorg, vrijwilligers,verenigingen, diensten en instellingen tot premies en voorzieningen. In de praktijk blijkt dat nog nietoptimaal gebruik wordt gemaakt van deze diensten om diverse redenen :• men kent de dienst niet• men heeft een verkeerd beeld van de dienst, de drempel is te hoog• men wil geen hulp aanvaarden• diensten onderling kennen elkaar niet of onvoldoende, drempels doorverwijzing te hoog• gevoerde communicatie komt niet of onvoldoende aanEr bestaat in <strong>Zwijndrecht</strong> een actief middenveld van verenigingen, vrijwilligers, mantelzorgers enlaagdrempelige initiatieven zoals het dienstencentrum. Zij bereiken een publiek vanuit een aparteinvalshoek en kunnen een belangrijke rol spelen in de sensibilisering, doorverwijzing en voorlichting. Maardan moeten zij op hun beurt wel goed geïnformeerd zijn of kunnen worden.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 101


Vanuit verschillende oogpunten (professioneel, privé en middenveld) bestaat de nood aan eeninventarisatie van het aanbod, en het toegankelijk maken van de gebundelde informatie. Het betreft de GPSof de landkaart voor wie de weg zoekt in het zorglandschap. Van de gemeente en het OCMW wordt eenbelangrijke inbreng verwacht om dit instrument te ontwikkelen, niet alleen in de zin van kenniscentralisatiemaar ook in de zin van het beschikbaar maken van informatie, coördinatie en actualisatie.Naast de informatie en communicatiebehoefte is er nood aan een ondersteunend kader op logistiek,financieel en opnieuw communicatief vlak, waarmee de gemeente en het OCMW de bestaande of op terichten initiatieven kan faciliteren door hen te ondersteunen, te waarderen, te betrekken en te informeren.Er is zeer veel energie aanwezig op het veld maar er is nog veel meer energie nodig, de aanwezigepartners willen daarom niet dat er kostbare energie verloren gaat door inefficiëntie, ineffectiviteit,overlapping of concurrentie van de aanwezige krachten. Een optimale samenwerking en afstemming isnodig , de regierol ligt bij de gemeente en het OCMW.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 102


Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkgroep WerkenNaam verslaggever : Els Van HeseDatum : woensdag 9 meiDuur werkgroep : +/- 1u30Deelnemers:Ann Van Damme (schepen van jeugd, financiën en lokale economie) (AVD)Chris Vermeulen (schepen sociale zaken en voorzitter OCMW) (CV)Wouter Jaminé (ACV)Mireille Walravens (PWA)Monique Gysels (VDAB Antwerpen)Patrick Maes (OCMW-raadslid)Maria De Decker (begeleidster Patrick)Willem Smits (dienst Gezinszorg De Regenboog vzw) (Regenboog)Agnes Aps (OCMW – Project Arbeids en Tewerkstellingsbegeleiding) (PAT)Els Van Hese (consulent sociale zaken, verslaggever)Verontschuldigd:Stad Antwerpen: dienst Werkgelegenheid en EconomieBelangrijkste uitspraken en quotes:“De Werkwinkel is het belangrijkste instrument om de samenwerking tussen alle actoren op het vlak vantewerkstelling in de gemeente te coördineren”“Zolang de Werkwinkel Linkeroever-<strong>Zwijndrecht</strong> een virtuele werkwinkel blijft, heeft het gemeentebestuureen belangrijke coördinerende taak”“Het is belangrijk dat de basiswerkers van de organisaties elkaar kennen, zodat doorverwijzing vlotter kanverlopen”“Ook de bedrijven moeten bij deze discussie betrokken worden, zij zijn een heel belangrijke partner enkunnen aangeven welke noden zij hebben op het vlak van openstaande vacatures”“Het is belangrijk te achterhalen wat de belangrijkste barrières zijn die werkloze inwoners van <strong>Zwijndrecht</strong>beletten een job te vinden en te houden”“Mobiliteit is een grote struikelblok voor het vinden van werk in de havenbedrijven”“Zowel vertikaal (naar de burgers toe) als horizontaal (tussen de verschillende organisaties) zit er in decommunicatie een leemte”Vraag 1: introductie• Zowel VDAB, ACV en PAT stelden op de vorige vergadering reeds uitgebreid hun werking voor.• PWA: Het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap heeft twee hoofdtaken: het verstrekken vaninformatie over allerhande tewerkstellingsmaatregelen en het begeleiden van een bepaaldedoelgroep van werklozen.• De Dienst voor Gezinszorg De Regenboog werkt volgens het dienstenchequesysteem en levertgezinszorg.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 103


Vraag 2: aandachtspuntenWerkwinkel• Alle aanwezigen zijn het eens over het feit dat er zo vlug mogelijk een Werkwinkel moet komen.Vanuit het gemeentebestuur en OCMW wordt geopperd dat de locatie liefst gesitueerd is in<strong>Zwijndrecht</strong> (geen aparte winkel voor <strong>Zwijndrecht</strong>, maar ook voor de inwoners van Linkeroever).De inwoners moeten zich voor al zoveel zaken verplaatsen naar Antwerpen dat de omgekeerdebeweging nu ook mag gemaakt worden.• Het vinden van een locatie is echter problematisch, zowel in <strong>Zwijndrecht</strong> als op Linkeroever. Erworden strenge eisen gesteld aan de locatie. Vooral de gevraagde oppervlakte is bijna niet tevinden. Ook in Wilrijk stelt zich dit probleem.• Zolang er echter geen Werkwinkel is (en het ziet er niet naar uit dat er op korte termijn eenoplossing is) is het een taak van het gemeentebestuur om iedereen op de hoogte te stellen van water ter beschikking is op de arbeidsmarkt of toch zeker de mensen met hun vragen door te verwijzennaar de juiste organisatie (ACV)Doelgroep werklozen• Het aantal werklozen daalt, maar de groep die overblijft zijn het moeilijkst aan werk te helpen• PWA werkt met lijsten van de RVA, deze zijn meestal verouderd, waardoor PWA volop mensenaanschrijft, maar vaak reacties krijgt zoals: ik ben al terug aan het werk, ik ben al bij de VDAB inbegeleiding,Er gebeuren veel inspanningen, die vaak verloren moeite zijn.Iedereen vist in dezelfde vijver werklozen die kleiner wordt en ook moeilijker te begeleiden is. Ookhier is een gebrek aan samenwerking. De PWA is een meer vrijwillig systeem dan vroeger, zehebben geen stok achter de deur. Mensen zijn moeilijk te activeren. Ook de VDAB kampt met eenprobleem van opkomst.• In <strong>Zwijndrecht</strong> is de vraag naar klusjes veel groter dan het aanbod aan klusjesmannen (vrouwen).Toch vermoedt men dat er een potentieel aanwezig is. Een nauwere samenwerking met detrajectbegeleiding van de VDAB zou dit kunnen oplossen. Een trajectbegeleider die merkt dat eenwerkzoekende interesse heeft voor het uitvoeren van tuinklussen kan hem wijzen op het aanbodvan het PWA <strong>Zwijndrecht</strong> (PWA)Vraag 3a: communicatie en overleg partners onderlingSamenwerkingsverbanden• Nu verstrekt iedereen de informatie vanuit zijn eigen organisatie, en iedereen probeert dit op eenzo goed mogelijke manier te doen, maar is er voldoende samenwerking tussen de verschillendeorganisaties? (CV)• Het is belangrijk dat op korte termijn samenwerkingsverbanden worden opgestart tussen‘basiswerkers’. Misschien kunnen eerstelijnswerkers worden uitgenodigd op een overleg,gecoördineerd door het gemeentebestuur of OCMW (PAT).Het is belangrijk dat iedereen weet wat organisaties kunnen bieden en ook wat ze niet kunnenbieden. Nu worden mensen soms her en der doorverwezen. (PWA)Bijvoorbeeld: arbeidstrajectbegeleiding wordt gemist in <strong>Zwijndrecht</strong>; de VDAB kan hier niet altijdeen antwoord op bieden, maar misschien kan het PWA hiervoor wel nauwer samenwerken met hetOCMW.Feedback• Terugkoppeling is ook heel belangrijk: als het OCMW bijvoorbeeld iemand doorstuurt naar deVDAB; kunnen ze achteraf moeilijk achterhalen wat er verder met die persoon is gebeurd (PAT).Als de doorsturing in het kader van een dossier verloopt, zou dit wel moeten kunnen dat erfeedback is tussen de verschillende ‘dossierbeheerders’. Als het enkel om een lossedoorverwijzing gaat, laat de wet op de privacy niet toe dat de VDAB de informatie doorgeeftLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 104


(VDAB).De Werkwinkel is hier nogmaals een heel belangrijk instrument. Alle werkwinkelpartners (VDAB,PWA, trajectbegeleiders,…) hebben toegang tot een cliëntvolgsysteem en kunnen zo informatie aanelkaar doorgeven. Ook hier kunnen persoonlijke contacten tussen de ‘basiswerkers’ dedoorverwijzing vlotter laten verlopen.• De Regenboog werkt bijvoorbeeld al een tijdje samen met allerhande begeleiders(trajectbegeleiders, jobcoaches, arbeidsbemiddelaars,…) wanneer mensen bij hen aan de slaggaan. De begeleiding stopt niet bij de start van de tewerkstellling. Mensen worden ook nogbegeleid in het arbeidstraject zelf, zodat ze langer aan de slag blijven en niet na een paarmaanden afhaken. Dit levert resultaat op (De Regenboog).Vraag 3b: communicatie en informatie naar de burgers• Er wordt vaak verondersteld dat werkzoekenden hun weg wel vinden in de verschillende instanties.Het tegendeel is echter waar. Zelfs hogeropgeleiden hebben hierbij meer ondersteuning nodig.ooAlle organisaties zouden over twee soorten informatie moeten beschikken die ze kunnenovermaken aan de burgers:contactinformatie: waar zijn de organisaties gevestigd, hoe kunnen ze met hen contactopnemen, wat zijn de openingsuren,…• bareelinformatie: wat moeten de mensen meenemen als ze naar een OCMW stappen, als ze naareen vakbond toestappen (bijvoorbeeld C4 en SIS-kaart),…Op die manier komen mensen al onmiddellijk met de nodige documenten toe bij de organisatie enmoeten ze niet nog eens teruggestuurd worden. (ACV)• Het is de bedoeling dat het Lokaal Sociaal Beleidsplan in <strong>Zwijndrecht</strong> uiteindelijk resulteert in eenéénloketsysteem voor sociale thema’s; waar deze twee soorten informatie kunnen verstrektworden. Het is niet de bedoeling om alle diensten in één gebouw samen te brengen. (CV)Vraag 5 en 6 : mogelijke en / of geplande acties en hinderpalen ?In het kader van vorming en opleiding aan werkzoekenden• De vakbonden hebben het ‘Bijblijf’ project. Dit is een omscholing voor werklozen die een andererichting willen uitgaan (ACV).• De VDAB heeft een gelijkaardig aanbod.• Bij het PWA is er een budget voor opleiding; er zijn echter weinig geïnteresseerden en het ismoeilijk om voor een kleine groep een opleiding te organiseren. De kostprijs is dan te duur,naargelang het aantal deelnemers. Het zou dus handig zijn, moest hiervoor kunnen wordensamengewerkt met VDAB, PAT en de vakbonden. Aangezien zijn toch allen opleiding en vormingorganiseren voor hun doelgroep. (PWA)• De acties van de verschillende organisaties overlappen nu vaak, zonder dat er samenspraak is.Vraag 7: verwachtingen naar de gemeente / het OCMWTewerkstellingsbeleid gemeentebestuur en OCMW• Het is belangrijk dat een gemeentebestuur en een OCMW hun eigen personeelsbeleid ook onderde loep nemen. De gemeente en het OCMW hebben immers een voorbeeldfunctie (ACV).Website <strong>Zwijndrecht</strong> – VDAB - WIS computer• Agnes Aps vraagt waarom het niet mogelijk is vanop de algemene website van de VDAB door teklikken naar jobadvertenties enkel voor de gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>. Nu wordt het enkel regionaalLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 105


voorzien; voor de gemeente Beveren en Kruibeke bestaat wel een specifieke site met advertenties.Monique Gysels vraagt dit na op de VDAB.• Waarom staat er in <strong>Zwijndrecht</strong> of Burcht nergens een gebruiksvriendelijke WIS-computer?(Regenboog).De mogelijkheid is al eens onderzocht, maar toen werd geen compromis gevonden over de locatie(CV)Coördinatie• Mensen die langdurig werkloos zijn ondervinden heel wat knelpunten in het zoeken naar werk: dewerkloosheidsval, mobiliteitsproblemen, gebrek aan kinderopvang,…Deze knelpunten bevinden zich op verschillende beleidsdomeinen.Het is de taak van het gemeentebestuur om deze beleidsdomeinen samen te brengen(Regenboog).• Op het vlak van kinderopvang (één van de barrières in het vinden van werk) is nog werk aan dewinkel. Het zou de mensen al veel helpen moest er één centraal inschrijvingspunt zijn (ééncentrale wachtlijst) (VDAB)• Het gemeentebestuur heeft zich kandidaat gesteld om deel te nemen aan het proefproject CKO vanhet Ministerie. Zo’n CKO zou alle kinderopvanginitiatieven moeten overkoepelen (AVD).• Een concreet gevolg van deze vergadering kan zijn een bijeenkomst organiseren tussen de‘basiswerkers’ van de verschillende organisaties die in <strong>Zwijndrecht</strong> werkzaam zijn.Hiermee wordt best niet gewacht tot de uitvoering van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>. Hiermee kanal vroeger van start worden gegaan (CV).• De contactgegevens van de organisaties die deelnamen aan deze vergadering zullen wordenmeegestuurd met het verslag.Informatie (Sociaal Informatie Punt)• De VDAB stelt voor om een sociale kaart op te stellen voor het gebied <strong>Zwijndrecht</strong>/Burcht: welkeorganisaties zijn er, wie doet wat, wat is de doelgroep van de verschillende organisaties,…• Deze sociale kaart kwam ook ter sprake in de andere themawerkgroepen (CV)• Er bestaat reeds een sociale kaart van de Provincie Antwerpen (SOKA); we moeten het warmwater niet uitvinden (ACV).Deze sociale kaart kan ook worden uitgebouwd tot een SIP (Sociaal Informatie Punt). InAntwerpen bestaan deze SIP’s al.• Een infopunt is laagdrempelig en biedt de basisinformatie, voor meer gedetailleerde informatiebestaan er in Antwerpen dan themapunten (vb: een Woonpunt,…).• Het ACV is geen voorstander van een allesomvattende dienstverlening. Het is belangrijk dat eeninfopunt bestaat, maar de uiteindelijke dienstverlening moet wel door de specifieke organisatieworden opgenomen. Elke organisatie moet zijn eigenheid kunnen bewaren (ACV)• Er is heel veel informatie beschikbaar en dat maakt het juist moeilijk om juist door te verwijzen. Hetis belangrijk dat de vraag van de burger goed wordt geanalyseerd: wat vragen ze precies, schuilt ergeen vraag achter de vraag,…BESLUITZie uitsprakenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 106


Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkgroep WONENNaam verslaggever : Dennis Van den BroeckDatum : donderdag 10 mei 2007Duur werkgroep : +/- 1u30Deelnemers:Chris Vermeulen (schepen sociale zaken en voorzitter OCMW)Patrick Maes + begeleidster (raadslid OCMW) (PM)Els Van Hese (sociale zaken gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>)Hade Heyrman (huisvestingscel sociale dienst OCMW <strong>Zwijndrecht</strong>)Francois Van Goethem (voorzitter seniorenraad)Jef Van Ginneken (Zewopa)Dennis Van den Broeck (secretaris OCMW <strong>Zwijndrecht</strong>, verslaggever)Verontschuldigd:Jan Van Steelandt (ZHM)Vraag 1: introductieVoorstelling van de deelnemers en hun actieterreinVraag 2: aandachtspuntenOver woningaanbod…• Er is een grote nood aan kwalitatieve betaalbare woningen voor wie hier behoefte aan heeft.• Bijna dagelijks krijgt het OCMW te maken met deze problematiek, allerlei situaties maar opvallendveel vragen voor "atypische" huisvesting (1persoonswoningen of juist zeer grote gezinnnen). HetOCMW heeft voor de meest acute zaken een aantal noodwoningen maar deze zitten altijd vol(OCMW)• Op brede schaal een aanbod voor het Persoonlijk Assistentie Budget voorzien is haalbaar opvoldoende grote schaal, hierrond starten initiatieven die mogelijk dit najaar reeds in een uitgebreidewerking van Zewopa resulteren (Zewopa)• Ouderen zitten vaak in hun eigen woonst vast bij gebrek aan plaats in een RVT of serviceflat, dewoonst wordt niet of onvoldoende onderhouden / gerenoveerd, terwijl hun woning wel geschikt zouzijn voor grote gezinnen. Dit soort dilemma's komt vaak voor. Er bestaan alternatieve vormen vanwonen zoals kangoeroewonen waarbij jong en oud samenwonen en elk vanuit hun eigen situatiede medebewoner kunnen helpen. (PM en CV)• Ligging zo centraal mogelijk zodat de bereikbaarheid van de diensten en winkels in het centrumgroot is ? (PM) Hier moet mee opgelet worden, het centrum mag niet worden voorbehouden voorpersonen met verminderd zelfredzaamheidvermogen. Belangrijker is om het centrum toegankelijken bereikbaar te houden, eerder de mobiliteit te stimuleren ipv de zorgbehoefte te centraliserenrond de dorpskern (CV).Over aangepast wonen…• Er is geen nood aan een nieuwe ADL kern, wel aan een uitgebreid aanbod aangepaste woningenvoor personen met een handicap. Momenteel zitten er mensen in de ADL cluster die mits eengeschikte woonst ook buiten de ADL kring zelfstandig zouden kunnen wonen (Zewopa)• Aanpasbaar wonen hoeft niet meer te kosten het is vaak een kwestie van bewustzijn en de juistekeuzes maken (bv kleurencontrast in kamers, op deuren etc., plaatsing toilet en lavabo,…..)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 107


Vraag 3a : communicatie en overleg partners onderlingVraag 4a: informatie over wat er gebeurt op het terrein• Er bestaat een samenwerking tussen OCMW en ZHM , dit gaat momenteel vooral overhuurachterstallen, minder op inhoudelijk vlak ivm huisvesting. Door de lange wachttijden en het feitdat men niet altijd op de hoogte is van de stand inzake wachtlijsten etc. Ontstaan er soms nog welcommunicatieproblemen. (OCMW en PM)• Er is geen lijst beschiklbaar van beschikbare huurwoningen , dit is een gemis maar owv de wet opde privacy is hier niet direct een mogelijkheid.• Er is geen structurele samenwerking met professionele verhuurders (immokantoren etc)Vraag 3b: communicatie en informatie naar de burgers• De burger weet heel vaak niet wat er beschikbaar is . Welke flats heeft het OCMW? Wat zijn devoorwaarden voor de ZHM? Hier is nog heel wat verwarring bij de bevolking (FVG)• Zewopa doet nog te weinig aan PR, bekendmaking van het aanbod naar de burger die vaak nietweet wie er actief is of wat ze precies doen. Niet in het kader van aanvragen (deze komen centraalvia de wachtlijsten bij de overheid), maar wel als algemene bekendmaking,doorverwijzingsmogelijkheid etc.• Om gericht en kwalitatief door te verwijzen moet het aanbod gekend zijn dit is nu nog niet altijd hetgeval.Vraag 4: mogelijke en / of geplande acties en hinderpalen ?Vraag 5: verwachtingen naar de gemeente / het OCMW ?• Oprichten van een <strong>sociaal</strong> verhuurkantoor ? Dit kan enkel mits voldoende schaalgrootte. Bovendienmoet er ook aandacht zijn voor een gestage groei van het aanbod anders slibt dit initiatief binnende kortste keren dicht. Deelname aan een SVK is voor veel huisbazen moeilijk bespreekbaar, maarhet biedt anderzijds toch een zekere structuur om op terug te vallen, de huurprijs en een regeling bijschade is vlotter dan bij een "gewone" huurovereenkomst. Het SVK heeft tenslotte nog als voordeeldat het een neutrale partner is, anders dan een OCMW dat vaak een beladen imago heeft. Of er in<strong>Zwijndrecht</strong> voldoende potentieel is voor opstarten of deelname aan een SVK is niet zeker, deadministratieve last is ook dermate hoog dat dit enkel zou kunnen door toetreding bij een bestaandinitiatief.• De gemeente zou er bij nieuwe projecten op kunnen toezien dat een bepaald percentage woningendat wordt gebouwd geschikt is voor personen met verminderd zelfredzaamheidsvermogen.• Een huursubsidie is mogelijk maar vaak zijn de huren zo hoog, ook bij de ZHM in de nieuweprojecten, dat een subsidie minimaal of niet mogelijk is. Er bestaan ook geen premies opgemeentelijk vlak ter compensatie van hoge huurprijzen• Gemeente en OCMW moeten als <strong>lokaal</strong> bestuur het kader scheppen, voorwaarden en regelsmaken oom het woningaanbod en de aanpasbaarheid van de woningen te sturen en eventueel afte dwingen.BESLUIT• gebrek aan degelijke / betaalbare / aangepaste / atypische woningen• weinig bekendheid van het aanwezige aanbod (zowel bij burgers als bij professionelen)• rol <strong>lokaal</strong> bestuur als regisseur, waken over aanbod en nichesLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 108


Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkgroep gezondheid en milieuNaam verslaggever : Els Van HeseDatum : maandag 23 aprilDuur werkgroep : +/- 1u30Deelnemers:Irene Hoppe (schepen van gezondheid en leefmilieu) (IH)Chris Vermeulen (schepen sociale zaken en voorzitter OCMW) (CV)Nel Rosiers (milieuraad) (MR)Liesbeth Van Peer (Medisch Milieukundige) (MM)Silvie De Rore (Logo Pr.A.A.M.) (LP)Agnes Moorthamer (Ziekenzorg Burcht) (ZB)Marleen Maenen (Ziekenzorg Burcht) (ZB)Pierre Dalle (Ziekenzorg <strong>Zwijndrecht</strong>) (ZZ)Agnes De Vos (Wit-Gele Kruis Antwerpen) (WGK)Wouter Geerts (Wit-Gele Kruis Antwerpen) (WGK)Renaat Michielsen (gezondheidsraad) (GR)Patrick Maes (OCMW-raadslid) (PM)Maria De Decker (begeleidster Patrick Maes)Els Van Hese (consulent sociale zaken, verslaggever)Verontschuldigd:Dokter Ilse Verstraete: huisartsenkringVeerle Vinck: SIT aan de StroomBelangrijkste uitspraken en quotes:“Een netwerk van vrijwilligers blijft onontbeerlijk: als de vrijwilligers wegvallen, verdwijnt de binding tussende mensen en de professionele organisaties” (Ziekenzorg)“Vanuit de professionele organisaties kan meer oog zijn voor de rol van vrijwilligers; zij spelen eenbelangrijke rol in het doorgeven van informatie” (Wit-Gele Kruis)“<strong>Zwijndrecht</strong> is ‘moeilijk’ gelegen; samenwerking in regionale verbanden werkt soms ‘vervreemdend’;verschillen in mentaliteit, thema’s, problematieken, fysieke afstand,…” (door verschillende partnersaangehaald)“Er bestaan veel informele netwerken (<strong>Zwijndrecht</strong> – Antwerpen-Linkeroever) die goed samenwerken, maarom daar het maximum uit te halen is coördinatie nodig vanuit het OCMW of gemeentebestuur” (Wit-GeleKruis)“De drempel naar de hulpverlening van het OCMW moet verlaagd worden: één aanspreekpunt op een‘meer neutrale’ plaats is nodig” (OCMW-voorzitter, milieuraad, Ziekenzorg)“Het is belangrijk dat een beleidsmatige en structurele gemeentelijke visie wordt ontwikkeld rondgezondheid” (Logo Pr.A.A.M)“Een sociale kaart van <strong>Zwijndrecht</strong> is nodig, maar is niet de enige manier om samenwerking en kennis vanelkaars aanbod te bevorderen” (OCMW)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 109


Vraag 1: introductiePatrick Maes: OCMW raadslid, neemt als waarnemer aan de vergadering deel.Gezondheidsraad; een gemeentelijke adviesraad die instaat voor het adviseren van het gemeentebestuurover het thema gezondheid. De raad organiseert ook zelf een aantal activiteiten.Wit-Gele Kruis: dienstverlening in <strong>Zwijndrecht</strong> in de thuiszorg.Ziekenzorg: een vrijwilligersorganisatie waarvan het hoofddoel het onderhouden van sociale contacten is;door ziekenbezoeken en uitstapjes te organiseren.De leden worden vooral gevonden door mond-aan-mond reclame. Vroeger kregen ze gemakkelijkeradressen van zieken.Logo Pr.A.A.M.: werkt projecten uit rond de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. Ze werken hiervoorsamen met de gemeentebesturen, huisartsenkringen, kinesisten,…Medisch Milieukundige: geeft informatie over de link gezondheid – milieu. Is een aanspreekpunt voorgemeentebesturen.Milieuraad: adviseert het gemeentebestuur onder andere over de invloed van milieu op gezondheid.Vraag 2: aandachtspuntenOver advies geven …• De gemeentelijke adviesraden wijzen op het belang aan tijdige informatie. Het is belangrijk dat zetijdig de nodige informatie krijgen van het gemeentebestuur als er nieuwe initiatieven wordenontwikkeld waar milieu- en gezondheidsaspecten bij komen kijken. (MR en GR)• Bij een aantal nieuwe projecten gebeurde dit wel al voldoende (zoals bouw Kozze,…). (MR)Over informatie geven en krijgen …• Stimuleren van natuur- en milieuvriendelijk gedrag bij de inwoners van <strong>Zwijndrecht</strong> blijft eenaandachtspunt; informatie verstrekken is daarvoor onontbeerlijk (MR)• Voor de Medisch Milieukundigen blijven de vragen van inwoners naar bodemvervuiling door zwaremetalen een belangrijk aandachtspunt (MM)• De thuiszorgdiensten zijn een belangrijke communicatiespil tussen de verschillende partners(artsen, vrijwilligers,…). De spilfunctie naar vrijwilligers toe kan nog meer worden benut. (WGK).Over samenwerking …• Er is nood aan een overzicht van de profesionele partners op het vlak van gezondheid. Zowel voorLogo Pr.A.A.M. als voor het Wit-Gele Kruis is dit een belangrijk aandachtspunt. Er werken heel watmensen op hetzelfde vlak, maar er is tussen bepaalde groepen (zoals de zelfstandigethuisverzorgers, de organisaties, de kinesisten) weinig vat op elkaars werking. Voor dezevergadering werden bijvoorbeeld geen zelfstandige thuisverpleegsters uitgenodigd, gewoonwegomdat we ze niet allemaal kennen. (Wit- Gele Kruis).Over preventie …• Preventieve gezondheidscampagnes zijn soms moeilijk ‘te verkopen’. Bijvoorbeeld bij ouderehuisartsen is hier soms weerstand tegen als geen onmiddellijk effect van de campagne zichtbaar isin hun praktijk.• Er komt stilaan wel een mentaliteitsverandering, vooral bij de huisartsenkring (LP)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 110


Over vrijwilligers en infrastructuur …• Bij verenigingen waar het hoofddoel mensen samenbrengen is, wordt een gebrek ervaren aangeschikte infrastructuur. Een aantal vaste waarden zoals het gildenhuis zijn weggevallen en deleemte is niet opgevallen.• De gemeente zou hier een belangrijke ondersteunende rol in kunnen spelen. (ZB, ZZ)• Aantrekken van jonge vrijwilligers blijft voor alle verenigingen een probleem. Jongeren komen ookniet naar hun activiteiten. Er is geen pasklare oplossing voor te vinden. (OCMW, ZZ)• De bekendmaking van de werking van Ziekenzorg kan misschien gebeuren door thuisverzorgers.Zij komen bij de mensen binnen en kunnen inschatten of iemand behoefte heeft aan bezoek.Ziekenzorg zelf verkreeg vroeger gemakkelijker adressen van zieken. Nu moeten ze beroep doenop ‘van horen zeggen’. Niet alle zieken zijn op die manier gekend. (ZZ, WGK)• De zoektocht naar vrijwilligers blijft moeilijk. Het gemeentebestuur zou hier een ondersteunenderol kunnen spelen.Vraag 3a: communicatie en overleg partners onderling• De milieuraad heeft nog weinig samengewerkt met andere raden, omdat hier tot nu toe nog geennood aan was. (MR) De communicatie tussen de raden verloopt via het radenoverleg, maar wordtnog te weinig benut. De communicatie en samenwerking tussen de raden verloopt nietautomatisch maar eerder via concrete projecten. (MR en GR)• Er is vanuit de milieuraad wel nog te weinig kennis van het aanbod van het Logo en van deMedisch Milieukundige.• Op het vlak van thuiszorg is er op het grondgebied van <strong>Zwijndrecht</strong>-Linkeroever een samenwerkingtussen de professionelen op persoonlijk niveau. Deze samenwerking bestaat nog vanuit devroegere SIT-De Mantel. Er is echter een gebrek aan coördinatie; nu verloopt de samenwerkingvooral via persoonlijke contacten en niet structureel via organisaties.• Deze coördinatie kan een taak van het OCMW zijn (WGK).• SIT staat voor Samenwerkings Initatief Thuiszorg; de bedoeling is om alle eerstelijnsverzorgerssamen te brengen, zowel professionelen als vrijwilligers zodat er gezorgd kan worden voor eentotaalpakket van zorg aan huis (OCMW).• Bij de vrijwilligers (raden en verenigingen) blijft de communicatie op het vlak van het organiserenvan activiteiten een knelpunt. Er is wel het overleg van de raden, maar er is voor de verenigingenen raden een gebrek aan kennis van elkaars planning. De gemeente heeft een grote taak in hetbekend maken van de activiteiten en projecten die plaatsvinden in de gemeente. (GR)• Een sociale kaart kan een hulpmiddel zijn om de communicatie tussen de partners te bevorderen,maar een kaart opstellen is niet zo moeilijk. De moeilijkheid zit in het up-to-date houden van degegevens. Het is een voortdurende oefening om aandacht te hebben voor verandering in deverschillende organisaties.Vraag 3b: communicatie en informatie naar de burgers• Het is belangrijk dat er één punt is waar vragen kunnen worden gesteld in plaats van dat de burgervan het kastje naar de muur wordt gestuurd (MR)• Bij de Medisch Milieukundige is het niet de bedoeling een rechtstreeks aanspreekpunt te zijn voorde burgers, eerder een doorgeefluik naar de gemeentebesturen.• De gemeentegids is een goed instrument voor burgers om informatie te verkrijgen. De gids is welaan actualisering toe (MR).Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 111


• De stap naar de OCMW-dienstverlening is voor de meeste mensen te groot. Daarom moeten wenaar een Sociaal Huis evolueren. Een aanspreekpunt op een meer neutrale plaats (vb. hetdienstencentrum) maakt de drempel lager. (Ziekenzorg en OCMW).• Hulp vragen is voor veel mensen moeilijk. Zelf al hebben ze de hulp hard nodig, dan nog is de stapheel groot om hierover iemand aan te spreken. Vrijwilligers kunnen deze nood een beetjeopvangen, maar niet helemaal (Ziekenzorg)Vraag 5- 6 : mogelijke en / of geplande acties en hinderpalen ?• De Logo’s plannen een doorlichting van de werking van de gemeentelijke gezondheidsraden.Vraag 7: verwachtingen naar de gemeente / het OCMW• Coördinatie van het bestaande aanbod (WGK).• beleidsmatig en structureel werken rond gezondheid (LP)• ondersteunen van vrijwilligers en organisaties (ZZ)BESLUITZie belangrijke uitsprakenLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 112


Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkgroep jeugd en gezinNaam verslaggever : Koen BettensDatum: 20 april 2007Duur werkgroep: anderhalf uurDeelnemers:Ann Van Damme (schepen jeugd en kinderopvang, moderator vergadering)Diederik Cops (Preventie Bijzondere Jeugdbijstand) (PBJ)Wim Colpaert (Vrij CLB Waas en Dender)Dave Geentjens (Integrale Jeugdhulp Vlaanderen, netwerk Antwerpen) (RTJ)Vicky Van Goethem (jeugddienst gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>)Koen Bettens (kinderopvang gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>, verslaggever)Verontschuldigd:Marina De Schepper (Gemeenschapsschool Het Laar)Greet Dobbeleir (dienst onthaalgezinnen OCMW <strong>Zwijndrecht</strong>)Els Van Hese (dienst sociale zaken gemeente <strong>Zwijndrecht</strong>)Belangrijkste quotes en uitsprakenAl jaren zien we elkaars namen in verslagen staan, maar nu pas, door deze bijeenkomst ontmoeten weelkaar.Vraag 1: introductieOp de vorige vergadering dd. 19.10.2006 waren andere mensen, organisaties aanwezig dan nu. Demensen die vorige keer de vergadering bijwoonden hebben toen reeds hun ideeën en voorstellenmeegedeeld. Het verslag van deze vergadering werd aan iedereen bezorgd, inclusief de huidigeaanwezigen. Het is volgens de moderator enerzijds jammer dat deze mensen er nu niet bij zijn, maar welbegrijpelijk. Anderzijds opent dit perspectieven naar de huidige bijeenkomst aangezien de aanwezigenmekaar prima aanvullen in hun aandachtspunten (zie verder).• Preventie Bijzondere Jeugdbijstand (PBJ) (Diederik Cops) heeft als exclusieve opdracht van deMinister gekregen zich te focussen op alles wat met opvoedingondersteuning te maken heeft. Hetdecreet ter zake is nog niet goedgekeurd, maar komt er snel aan. De bedoeling is dat op <strong>lokaal</strong>niveau een Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning wordt opgericht die het bestaande aanbodcoördineert en aanvullende initiatieven neemt. Op termijn moet vanuit die lokale actoren eenregionale netwerk uitgebouwd worden. Er dient tevens een lokale coördinatoropvoedingsondersteuning te komen in elke gemeente. De rol van PBJ is elke gemeente hierin teondersteunen via cursussen, logistiek materiaal, inhoudelijke input, …• Het Vrij CLB Dender en Waas (Wim Colpaert) is een eerstelijnsdienst met vier basistaken:• preventieve gezondheidszorg (het bekende medisch onderzoek in de scholen)• individuele schoolloopbaanbegeleiding• leren en studeren• PSF: de psycho-sociale functie• Decretaal zijn zij de draaischijf tussen school en de welzijns- en gezondheidssector.• Netwerk rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Vlaanderen (Dave Geentjens) heeft tot doel dehulpverlening voor 0 tot 18-jarigen op mekaar af te stemmen en toegankelijker te maken. RTJ wilvoor deze leeftijdsgroep kort bij huis info en advies verzorgen, een instap in de jeugdhulp en waarmogelijk kortdurende hulp voorzien. Zij maakten reeds actieplannen om hun doelstellingen teLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 113


ereiken. De gemeente <strong>Zwijndrecht</strong> en de stad Antwerpen zijn één netwerk. In dat netwerk zittenheel wat partners (K&G, CKG’s, inloopteams, Jac, CAV, Terp, Tele onthaal, Thuishulp, CLB’s, CBJ,…).Transitie 1: aandachtspuntenOpvoedingsondersteuning• CLB krijgt veel opvoedingsvragen. Dit is een trend die in heel hun werkgebied te merken is, en dusook in <strong>Zwijndrecht</strong> of door ouders van <strong>Zwijndrecht</strong>se kinderen en jongeren. Deze vragen gaan vande onschuldige informatievragen tot de POS, de problematische opvoedingssituaties.• Uit de vorige vergadering hadden ook scholen en kinderopvanginitiatieven dezelfde bemerking.• Het is voor het PBJ hun hoofdopdracht.Brede instap in jeugdhulp, geestelijke gezondheidszorg• in <strong>Zwijndrecht</strong> is zo goed als geen aanbod van de jeugdhulp. De stap naar Antwerpen, Beveren ofSint-Niklaas wordt door jongeren zelden genomen. Dit is zowel voor CLB als voor RTJ eenbelangrijk aandachtspunt. Ook de jeugddienst, vanuit haar specifieke ervaring, beaamt dit gemis.• De drempel naar Antwerpen is ook groot als het over gezinshulp gaat. In Bevren is bijvoorbeeldeen antennepunt Geestelijke Gezondheidszorg.Vraag 3a communicatie en overleg onderlingOpvoedingsondersteuning• In het <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang van de gemeente <strong>Zwijndrecht</strong> wordt opvoedingsondersteuning alséén van de belangrijkste beleidsopties gezien. Het <strong>lokaal</strong> Overleg Kinderopvang is hier al eenaantal jaar mee bezig in de vorm van overleg, info-aanbod, coördineren van de verschillendeinitiatieven.Jeugdhulp• Er is momenteel geen enkele vorm van overleg met de verschillende partners die <strong>Zwijndrecht</strong> meeals hun werkterrein zien. Vroeger bestond er in de gemeente het preventie-overleg. Dit is doorallerlei omstandigheden een stille dood gestorven. Dit heeft een periode bijzonder goedgefunctioneerd. Partners die evenwel nu gemist worden en vroeger wel deel uitmaakten van hetpreventie-overleg zijn de jeugdbrigade van de lokale politie en de sociale dienst van het OCMW.Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> blijkt nu al een aanzet te geven om dit in de toekomst uit te bouwen.Vraag 4 mogelijke actiesVraag 5 verwachtingen naar de gemeenteOpvoedingsondersteuning• Personeelsleden en andere betrokkenen kunnen via PBJ opleidingen volgen rond dit thema.• Samen met het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang kunnen ook andere betrokken partners uitgenodigdworden.• Zodra het decreet daar is, zal de gemeente <strong>Zwijndrecht</strong> zijn rol hierin dienen te vervullen (Lokaaloverleg Opvoedingsondersteuning oprichten, lokale coördinator opvoedingsonder-steuningaanstellen, …)Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 114


Brede instap in jeugdhulp, geestelijke gezondheidszorg• Binnen de actieplannen die RTJ heeft, vragen ze samenwerking met de gemeentelijkecommunicatiedienst om brochures, flyers, affiches, website e.d. mee aan te maken. In oktober2007 zouden zij hun eerste realisaties willen lanceren.• De gemeente kan een grote rol spelen in het samenbrengen van partners rond dit thema en met ditwerkgebied. Een halfjaarlijkse bijeenkomst met de verschillende partners lijkt een haalbare kaart.• De gemeente zou infrastructuur ter beschikking kunnen stellen.• Samen met de mogelijke oprichting van het JIP, of alleszins van het tweede gedeelte van hetjeugdcentrum, kan RTJ mee investeren in de jeugdhulp in <strong>Zwijndrecht</strong>. Zij zouden het JIP meewillen versterken naar niet enkel informatie-aanbod maar tevens naar de mogelijkheden tot eerstegesprekken met jongeren.• Er kan onderzocht worden of een antennepunt Geestelijke Gezondheidszorg kan opgericht wordenin <strong>Zwijndrecht</strong>• Er vindt een overleg plaats op 21 mei met de betrokken beleidsmakers van Antwerpen en<strong>Zwijndrecht</strong> waarin de actieplannen en mogelijkheden tot samenwerking verder kunnen uitgewerktworden.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 115


BIJLAGE 2TOPICLIJSTENTHEMAWERKGROEPEN 2007Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 116


Mobiliteit en toegankelijkheid1. Kennismaking :• Naam deelnemer• Welke organisatie wordt vertegenwoordigd• Bondige beschrijving van de organisatie• Wat is de betrokkenheid met de themagroep2. Welke aandachtspunten zijn belangrijk voor jullie organisatie in <strong>Zwijndrecht</strong>?Hoe zien jullie je plaats in het veld van de mobiliteit en toegankelijkheid in<strong>Zwijndrecht</strong>?3.a.Hoe communiceren jullie met andere partners, gemeente en OCMW?Verloopt deze communicatie goed of kan dit beter?• kent men elkaars aanbod• kent men elkaars medewerkers• zo neen, weet men waar men moet zoeken?• zijn hier hulpmiddelen ter beschikking (Internet, Soka, gids, …)3.b.Hoe verloopt de communicatie met de burger?Hoe zou deze communicatie volgens jou kunnen verbeteren? (tips)• is de dienstverlening door iedereen gekend?• is er voldoende bekendmaking?• zijn de diensten bereikbaar?• wordt men snel geholpen?• komt men snel bij de juiste persoon?• is er een gerichte doorverwijzing?• hoe wordt de stap naar het OCMW ervaren?4.a.Hebben jullie de indruk dat jullie alles weten wat er te weten valt over jullie domeinin <strong>Zwijndrecht</strong>?• Hoe zou dit beter kunnen?• Hoe kunnen andere partners hieraan iets veranderen?• Vanuit welke kanalen wordt meer informatie verwacht?Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 117


4.b.Hoe krijgt jouw organisatie zicht op de noden in <strong>Zwijndrecht</strong>?5. Hoe plannen jullie nieuwe acties, projecten, activiteiten?6. Kunnen jullie al de geplande of gewenste acties uitvoeren?Welke andere partners zouden hieraan kunnen meewerken (vinden jullie voordeze acties partners en zo ja welke?)7. Stel dat het gemeentebestuur /OCMW aan jouw organisatie tips vraagt om hetbeleid te verbeteren wat zou je dan als belangrijkste tips aanreiken? (wat zijnmogelijke samenwerkingsprojVinden jullie dat er genoeg ondersteuning is vanuit het OCMW en hetgemeentebestuur?8. Welke goede raad zouden jullie ons geven om het beleid in <strong>Zwijndrecht</strong> naar julliezin te verbeteren? (drie aanbevelingen).Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 118


OUDERENBELEIDIntroductievraagNaam deelnemer :Vertegenwoordigd volgende organisatie :Wat is de betrokkenheid van uw organisatie met de themagroep ouderenbeleid ?Overgangsvraag 1Welke zijn de aandachtspunten die belangrijk zijn voor jullie organisatie in de gemeente ?Kunnen deze aandachtspunten gecommuniceerd worden tussen de burgers ?Sleutelvraag 1 (voor partners onderling)Op welke manier gebeurt de communicatie met de verschillende organisaties, gemeente en OCMW?• Is deze voldoende of kan ze worden verbeterd ?• Kennen we het aanbod van de andere organisaties?• Kennen we de medewerkers of contactpersonen van de andere organisaties?• Indien er onbekende factoren zijn (aanbod, medewerkers) weet men waar men info moet zoeken ?• Zijn er hulpmiddelen voor handen om deze info te bekomen (internet, info gidsen…) ?Sleutelvraag 2 (burgers algemeen)Hoe verloopt nu de communicatie naar de burger toe ?• Is de dienstverlening door uw organisaties voldoende gekend bij de burger ?• Wordt deze voldoende bekend gemaakt ?• Zijn de diensten van uw organisatie optimaal bereikbaar (ook voor minder mobiele mensen) ?• Is de dienstverlening voldoende snel ?• Is er een onnodige doorverwijzing, of komt men snel bij de juiste persoon ?• Indien doorverwijzing noodzakelijk is gebeurd deze dan gericht ?• Hoe ervaren de mensen de eventuele doorverwijzing naar het OCMW ?Sleutelvraag 3Hebben jullie de indruk alles te weten wat er dient geweten te worden over jullie domein in de gemeente ?• Kan dit, en zoja op welke manier verbeteren ?• Kunnen andere partners binnen het ouderenbeleid hieraan iets veranderen ?• Langs welk kanalen denken jullie meer info binnen te krijgen ?Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 119


Overgangsvraag 2Op welke manier krijgt uw organisatie weet van de noden binnen de gemeente (ivm ouderenbeleid) ?Op welke wijze worden nieuwe akties,activiteiten (projecten groot/klein) gepland ?Sleutelvraag 4Indien jullie acties zouden plannen, kunnen deze dan tot uitvoering gebracht worden ?Welke acties zijn door uw organisatie gewenst maar door omstandigheden (financieel niet haalbaar, geeninfrastructuur ter beschikking) niet haalbaar ?Zouden er andere partners binnen de groep ouderenbeleid aan jullie acties kunnen meewerken ?Sleutelvraag 5Stel dat de vraag zou komen vanuit het gemeentebestuur/OCMW om het ouderenbeleid te verbeterenwelke tips zou u dan als belangrijk aanreiken ?SlotvraagKunnen jullie op voldoende ondersteuning rekenen vanuit het gemeentebestuur/OCMW ?Welke goede raad kan u ons meegeven om het ouderenbeleid binnen de gemeente te verbeteren ?Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 120


WERKEN1. Kennismaking :• Naam deelnemer• Welke organisatie wordt vertegenwoordigd• Bondige beschrijving van de organisatie• Wat is de betrokkenheid met de themagroep2. Welke aandachtspunten zijn belangrijk voor jullie organisatie in <strong>Zwijndrecht</strong>?Hoe zien jullie je plaats in het veld van tewerkstelling in <strong>Zwijndrecht</strong>?3.a.Hoe communiceren jullie met andere partners, gemeente en OCMW?Verloopt deze communicatie goed of kan dit beter?• kent men elkaars aanbod• kent men elkaars medewerkers• zo neen, weet men waar men moet zoeken?• zijn hier hulpmiddelen ter beschikking (internet, Soka, gids, …)3.b.Hoe verloopt de communicatie met de burger?Hoe zou deze communicatie volgens jou kunnen verbeteren? (tips)• is de dienstverlening door iedereen gekend?• is er voldoende bekendmaking?• zijn de diensten bereikbaar?• wordt men snel geholpen?• komt men snel bij de juiste persoon?• is er een gerichte doorverwijzing?• hoe wordt de stap naar het OCMW ervaren?4.a.Hebben jullie de indruk dat jullie alles weten wat er te weten valt over jullie domeinin <strong>Zwijndrecht</strong>?• Hoe zou dit beter kunnen?• Hoe kunnen andere partners hieraan iets veranderen?• Vanuit welke kanalen wordt meer informatie verwacht?Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 121


4.b.Hoe krijgt jouw organisatie zicht op de noden in <strong>Zwijndrecht</strong>?5. Hoe plannen jullie nieuwe acties, projecten, activiteiten?6. Kunnen jullie al de geplande of gewenste acties uitvoeren?Welke andere partners zouden hieraan kunnen meewerken (vinden jullie voordeze acties partners en zo ja welke?)7. Stel dat het gemeentebestuur /OCMW aan jouw organisatie tips vraagt om hetbeleid te verbeteren wat zou je dan als belangrijkste tips aanreiken? (wat zijnmogelijke samenwerkingsprojVinden jullie dat er genoeg ondersteuning is vanuit het OCMW en hetgemeentebestuur?8. Welke goede raad zouden jullie ons geven om het beleid in <strong>Zwijndrecht</strong> naar julliezin te verbeteren? (drie aanbevelingen).Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 122


WONEN1. Kennismaking:• Naam deelnemer• Welke organisatie wordt vertegenwoordigd• Bondige beschrijving van de organisatie• Wat is de betrokkenheid met de themagroep2. Welke aandachtspunten zijn belangrijk voor jullie organisatie in <strong>Zwijndrecht</strong>?Hoe zien jullie je plaats in het veld van de maatschappelijke dienstverlening in<strong>Zwijndrecht</strong>?3.a. Hoe communiceren jullie met andere partners, gemeente en OCMW (Hoeverloopt de bevraging,studie om nieuwe projecten te plannen(voor ZEWOPA, ZHM, Ruimtelijke Ordening)); (hoe spelen jullie in op de nodenen vragen van ‘klanten’ (voor Seniorenraad, Woonwinkel, CTPA))• Verloopt deze communicatie goed of kan dit beter?• kent men elkaars aanbod• kent men elkaars medewerkers• zo neen, weet men waar men moet zoeken?• zijn hier hulpmiddelen ter beschikking (internet, Soka, gids, …)3.b.Hoe verloopt de communicatie met de burger?• Hoe zou deze communicatie volgens jou kunnen verbeteren? (tips)• is de dienstverlening door iedereen gekend?• is er voldoende bekendmaking?• zijn de diensten bereikbaar?• wordt men snel geholpen?• komt men snel bij de juiste persoon?• is er een gerichte doorverwijzing?• hoe wordt de stap naar het OCMW ervaren?Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 123


4.a.Hebben jullie de indruk dat jullie alles weten wat er te weten valt over jullie domeinin <strong>Zwijndrecht</strong>?• Hoe zou dit beter kunnen?• Hoe kunnen andere partners hieraan iets veranderen?• Vanuit welke kanalen wordt meer informatie verwacht?4.b.Hoe krijgt jouw organisatie zicht op de noden in <strong>Zwijndrecht</strong>?5. Hoe plannen jullie nieuwe acties, projecten, activiteiten?6. Kunnen jullie al de geplande of gewenste acties uitvoeren?Welke andere partners zouden hieraan kunnen meewerken (vinden jullie voordeze acties partners en zo ja welke?)7. Stel dat het gemeentebestuur /OCMW aan jouw organisatie tips vraagt om hetbeleid te verbeteren wat zou je dan als belangrijkste tips aanreiken? (wat zijnmogelijke samenwerkingsprojVinden jullie dat er genoeg ondersteuning is vanuit het OCMW en hetgemeentebestuur?8. Welke goede raad zouden jullie ons geven om het beleid in <strong>Zwijndrecht</strong> naar julliezin te verbeteren? (drie aanbevelingen).Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 124


GEZONDHEID EN MILIEU1. Kennismaking:• Naam deelnemer• Welke organisatie wordt vertegenwoordigd• Bondige beschrijving van de organisatie• Wat is de betrokkenheid met de themagroep2. Welke aandachtspunten zijn belangrijk voor jullie organisatie in <strong>Zwijndrecht</strong>?Hoe zien jullie je plaats in de gezondheidssector (milieu) in <strong>Zwijndrecht</strong>?3.a.Hoe communiceren jullie met andere partners, gemeente en OCMW?Verloopt deze communicatie goed of kan dit beter?• kent men elkaars aanbod• kent men elkaars medewerkers• zo neen, weet men waar men moet zoeken?• zijn hier hulpmiddelen ter beschikking (internet, Soka, gids, …)3.b.Hoe verloopt de communicatie met de burger?Hoe zou deze communicatie volgens jou kunnen verbeteren? (tips)• is de dienstverlening door iedereen gekend?• is er voldoende bekendmaking?• zijn de diensten bereikbaar?• wordt men snel geholpen?• komt men snel bij de juiste persoon?• is er een gerichte doorverwijzing?• hoe wordt de stap naar het OCMW ervaren?4.a.Hebben jullie de indruk dat jullie alles weten wat er te weten valt over jullie domeinin <strong>Zwijndrecht</strong>?• Hoe zou dit beter kunnen?• Hoe kunnen andere partners hieraan iets veranderen?• Vanuit welke kanalen wordt meer informatie verwacht?Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 125


4.b.Hoe krijgt jouw organisatie zicht op de noden in <strong>Zwijndrecht</strong>?5. Hoe plannen jullie nieuwe acties, projecten, activiteiten?6. Kunnen jullie al de geplande of gewenste acties uitvoeren?Welke andere partners zouden hieraan kunnen meewerken (vinden jullie voordeze acties partners en zo ja welke?)7. Stel dat het gemeentebestuur /OCMW aan jouw organisatie tips vraagt om hetbeleid te verbeteren wat zou je dan als belangrijkste tips aanreiken? (wat zijnmogelijke samenwerkingsprojVinden jullie dat er genoeg ondersteuning is vanuit het OCMW en hetgemeentebestuur?8. Welke goede raad zouden jullie ons geven om het beleid in <strong>Zwijndrecht</strong> naar julliezin te verbeteren? (drie aanbevelingen).Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 126


MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING1. Kennismaking :• Naam deelnemer• Welke organisatie wordt vertegenwoordigd• Bondige beschrijving van de organisatie• Wat is de betrokkenheid met de themagroep2. Welke aandachtspunten zijn belangrijk voor jullie organisatie in <strong>Zwijndrecht</strong>?Hoe zien jullie je plaats in het veld van de maatschappelijke dienstverlening in<strong>Zwijndrecht</strong>?3.a.Hoe communiceren jullie met andere partners, gemeente en OCMW?Verloopt deze communicatie goed of kan dit beter?• kent men elkaars aanbod• kent men elkaars medewerkers• zo neen, weet men waar men moet zoeken?• zijn hier hulpmiddelen ter beschikking (internet, Soka, gids, …)3.b.Hoe verloopt de communicatie met de burger?Hoe zou deze communicatie volgens jou kunnen verbeteren? (tips)• is de dienstverlening door iedereen gekend?• is er voldoende bekendmaking?• zijn de diensten bereikbaar?• wordt men snel geholpen?• komt men snel bij de juiste persoon?• is er een gerichte doorverwijzing?• hoe wordt de stap naar het OCMW ervaren?4.a.Hebben jullie de indruk dat jullie alles weten wat er te weten valt over jullie domeinin <strong>Zwijndrecht</strong>?• Hoe zou dit beter kunnen?• Hoe kunnen andere partners hieraan iets veranderen?• Vanuit welke kanalen wordt meer informatie verwacht?Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 127


4.b.Hoe krijgt jouw organisatie zicht op de noden in <strong>Zwijndrecht</strong>?5. Hoe plannen jullie nieuwe acties, projecten, activiteiten?6. Kunnen jullie al de geplande of gewenste acties uitvoeren?Welke andere partners zouden hieraan kunnen meewerken (vinden jullie voordeze acties partners en zo ja welke?)7. Stel dat het gemeentebestuur /OCMW aan jouw organisatie tips vraagt om hetbeleid te verbeteren wat zou je dan als belangrijkste tips aanreiken? (wat zijnmogelijke samenwerkingsprojVinden jullie dat er genoeg ondersteuning is vanuit het OCMW en hetgemeentebestuur?8. Welke goede raad zouden jullie ons geven om het beleid in <strong>Zwijndrecht</strong> naar julliezin te verbeteren? (drie aanbevelingen).Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 128


BIJLAGE 3VERSLAG GESPREKSENIORENRAADLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 129


Samenvatting vragenlijsten ingevuld door leden van de seniorenraadGoede verkeersdoorstromingGoede fiets- en voetpadenVerkeerVeiligheidToestand van de voetpaden, hindernissen op de voetpaden, opritten van de voetpaden en fietspaden,toestand van de fietspaden (les over rechten en plichten van fietsers).Betere tramopstappenOntspanning• Invaliden• BejaardenMelden waar we problemen zien• Verzuchtingen van ouderen op maatschappelijk vlak, informatie, mobiliteitn zorg- enwoongelegenheid• OuderenbeleidOuderenzorg in de breedste zin van het woord, bijzondere aandacht voor:• Klantvriendelijkheid en flexibiliteit van de dienstverlening van gemeentelijke diensten tenopzichte van de doelgroep ouderen.• Gebruiksvriendelijkheid omgeving (veilige voetpaden, duidelijke zebrapaden,…)• Wanneer ouderen zich niet meer kunnen verplaatsen hen tegemoet treden (bijvoorbeeld éénkeer per maand markt op de campus van het WZC, culturele activiteiten organiseren binnenhet WZC.Toegankelijkheid: tot de diensten (fysisch) is goed• Via internet: er wordt ten onrechte van uit gegaan dat iedereen over internet beschikt, zeker bijde senioren is dat niet het geval.• Communicatie: er wordt een tekort aan informatie ervaren, hoe kunnen inwoners (en vooralsenioren) de juiste informatie vinden, bijvoorbeeld over mantelzorg en premies.Tips: informatieavonden over bepaalde thema’s: bijvoorbeeld de werking van het OCMW, demilieudienst,… en daar ook specifiek senioren op uitnodigen.De seniorenverenigingen zijn ook ideale kanalen om informatie door te geven aan de leden.Communicatie:GidsInfobladinfobeursseniorenverenigingenmeldingsformulier (met verplicht antwoord)beschikbaarheid van internet op publieke plaatsenOCMW wordt vaak nog negatief bekeken: betere bekendmaking nodig van aanbod (bijvoorbeeldjuridische en psychologische steun).Betrokkenheid tussen de verschillende adviesraden verhogenKiesbureau in het WZCLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 130


BIJLAGE 4NOTA GESPREK MET ZEWOPA VZWLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 131


Zewopa – uitbreiding dienstverlening naar Persoonlijk AssistentieBudgetOp 22 juni vond een overleg plaats met de vzw Zewopa, de organisator van de ADL-cluster in de wijkNieuwland.Zij breiden vanaf september 2007 hun aanbod uit met dienstverlening in het kader van het PersoonlijkAssistentie Budget (PAB). Het PAB is een budget dat door het Vlaams Agentschap voor Personen met eenHandicap toegekend kan worden aan een persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger.Met het PAB kan deze persoon dan zelf zijn eigen persoonlijke assistentie organiseren en betalen.Normaal gezien treedt de persoon met een handicap rechtstreeks op als werkgever van de PAB-assistent.Aangezien dit soms tot moeilijkheden leidt, wil Zewopa optreden als tussenpersoon. Zij onderhandelen danmet de persoon met een handicap over de mate van zorg die hij of zij nodig heeft. Daarna kan eenassistent aan hen ‘gekoppeld’ worden.Zewopa organiseert ook opleidingen voor PAB-assistenten.In het kader van dit nieuw aanbod vraagt Zewopa een aantal dingen aan het gemeentebestuur:• Bekendmaking van het nieuwe aanbod aan inwoners van de gemeente. Helpen in de zoektochtnaar mogelijke houders van een PAB. Dit zou kunnen door een inventarisatie te maken van hetaantal personen met een handicap in <strong>Zwijndrecht</strong>.• Bekendmaking van de opleiding (indien nog mogelijk voor september). Eventueel nieuwe opleidingvolgend jaar in <strong>Zwijndrecht</strong> indien de vraag groot is.• In het kader van het huisvestingsbeleid: meer woningen in de sociale huisvesting toegankelijkmaken voor personen met een (vooral fysische) handicap.• Bijvoorbeeld: als in de wijk Nieuwland een aantal van de oudere woningen aangepast zoudenworden, kunnen de bewoners daarvan eventueel ook beroep doen op de ADL-diensten van decluster.• Daarnaast: meer aandacht in het huisvestingsbeleid naar toegankelijkheid (bijvoorbeeld viavoorwaarden gesteld door ruimtelijke ordening bij bouwaanvragen).• Zoeken naar een manier om de middenstand bewust te maken van het nut van het meertoegankelijk maken van hun winkels (bijvoorbeeld door het organiseren van een infomoment voorde algemene vergadering van de lokale middenstandsraad).• Het oprichten van een formele samenwerkingsstructuur tussen gemeente, OCMW en de vzwZewopa.Het aanbod van Zewopa naar het gemeentebestuur en OCMW.• Deelname aan de besprekingen rond het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid verderzetten.• fungeren als aanspreekpunt voor de wetgeving rond het gehandicaptenbeleid. Zowel voor OCMWsociale dienst als voor gemeentebestuur willen ze dienst doen als verwijzer. Wij kunnen inwonersnaar hen doorsturen met allerhande vragen over dienstverlening voor personen met een handicap.De doorverwijzing kan gebeuren naar de coördinator van de cluster in de wijk Nieuwland.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 132


BIJLAGE 5DIENSTEN - DOELGROEPENMATRIXLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 133


sociale grondrechten /thema'sSOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)Culturele enmaatschappelijkeontplooiingRecht op rechtspraakMaatschappelijkeIntegratieDoelgroepVluchtelingen*Cliëntniveau LOI Materiële steun nà 2001JuridischeondersteuningTaallessenBegeleiden huis- Financiële steun voor '01. vanuit eigen jur.dienstvesten van ontvank.verklaarde asielzoek.subsidiereglement Kleurontwikkelingssamen- 11.11.11. cursussen nederlandsvoor anderstaligenwerking onthaalbeleid*Organisatieniveau samenwerking Samenwerking met De Mutsaert Huis v/h Nederlands'dokters/apoth. De Lijn/N<strong>MB</strong>S (Vrijwillige terugkeer) Leerpunt Waasland'Overleg/samenwerkingscholen.Vluchtelingenoverlegm/gemeentebest.toelage aan derde wereldraadverenigingen voor hetorganiseren vanderde wereld activiteitenhuursubsidie WW*Beleidsniveau 1% van de gemeente- vluchtelingenoverlegbegroting besteed aanontwikkelingssamenwerkingLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 134


SOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTsociale grondrechtenthema'sDoelgroepOuderen (+65)*CliëntniveauArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)Culturele enmaatschappelijkeontplooiingVerhuuralarmtoest. Opname in een RO TIPK Animatie ROGezinsz/poetshulp Opname in een SF VS op pensioenen Animatie LDCVorming LDCRecht oprechtspraakMaatschappelijkeIntegratietoelagethuisverzorgingbejaardenpensioenaanvraag*Organisatieniveau toelage gezins- en Seniorenraadbejaardenhulp*Beleidsniveau Project WZC Herl.Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 135


SOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTsociale grondrechten/thema'sDoelgroepGehandicapten*CliëntniveauArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)Culturele enmaatschappelijkeontplooiingRecht oprechtspraakMaatschappelijkeIntegratie<strong>sociaal</strong>pedagogische mindervalidendag aanvraag parkeerkaarttoelage aan mindervalidentoelage vakantiemindervaliden*Organisatieniveau toelage aanbeschuttewerkplaatsen*Beleidsniveau samenwerkingmet Centrum voorToegankelijkheidLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 136


SOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTsociale grondrechten/thema'sDoelgroepMigranten*CliëntniveauArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)cursussennederlandsvoor anderstaligenCulturele enmaatschappelijkeontplooiingRecht oprechtspraakMaatschappelijkeIntegratie*Organisatieniveau Samenwerking metleerpunt*BeleidsniveauLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 137


SOCIALE INCLUSIE OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTsocialegrondrechten /thema'sDoelgroepThuislozen*CliëntniveauArbeid(vorming infunctie van werk)Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)(tegemoetkoming)Culturele enmaatschappelijkeontplooiingRecht oprechtspraak(juridisch)MaatschappelijkeIntegratie*OrganisatieniveauSamenwerking metde Wet van april 1965thuislozensector inhetAntwerpsesubsidie aan 'werkder daklozen'*BeleidsniveauLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 138


socialegrondrechten /thema'sDoelgroepMinder Mobielepersonen*CliëntniveauSOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)toelage aangebruikersmindermobielencentraleCulturele enmaatschappelijkeontplooiingRecht oprechtspraakMaatschappelijkeIntegratie*Organisatieniveautoelage aanwerkingmindermobielencentraletoelage bondenmindervaliden*BeleidsniveauLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 139


SOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTsocialegrondrechten /thema'sDoelgroepKansarmen*CliëntniveauArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)Project begeleidwonenCulturele enmaatschappelijkeontplooiingRecht oprechtspraakMaatschappelijkeIntegratievrijetijdspas i.s.m.OCMWgepland in 2006*Organisatieniveau*BeleidsniveauLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 140


socialegrondrechten /thema'sDoelgroepWerkzoekenden*CliëntniveauSOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)VSwerkloosheidsuitk.Culturele enmaatschappelijkeontplooiinglokale werkwinkel cursussen socialevaardighedenRecht oprechtspraakMaatschappelijkeIntegratie*Organisatieniveau lokale werkwinkel*Beleidsniveau lokale werkwinkelLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 141


socialegrondrechten /thema'sSOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJNDRECHTArbeid Gezondheid Huisvesting Sociale Zekerheid(middelen)Culturele enmaatschappelijkeontplooiingDoelgroepJongeren (13-20j)*Cliëntniveau SwapkeetsportkampenRecht oprechtspraakMaatschappelijkeIntegratie*Organisatieniveau bouw- entoelage voorprojecten Jeugdraadverbouwings- jeugdverenigingentoelagejeugdverenigingen toelage aanjeugdhuizen*BeleidsniveauLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 142


BIJLAGE 6BRONNEN OMGEVINGSANALYSELokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 143


Bronnen:Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: APS lokale statistiekenProvincie Antwerpen: statistiekenProgrammatiecijfers rusthuizen en serviceflatsKind en Gezin: gemeentelijke kindrapportenVIPA-dossier OCMW <strong>Zwijndrecht</strong>Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 144


Lokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 145

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!