12.07.2015 Views

Overpelt - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be

Overpelt - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be

Overpelt - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

5• Van uitstel naar afstel van kinderenHet aantal levend geborenen daalt zowel in Europa als in België snel. Hetvruchtbaarheidscijfer daalt onder de vervangingsratio van 2,1 kinderen, nodig om de<strong>be</strong>volking op peil te houden. In het Vlaamse Gewest <strong>be</strong>droeg de ratio in 1997 nog steeds1,54 wat lager is dan in Wallonië. Het geboortecijfer in <strong>Vlaanderen</strong> is sinds 1960 gehalveerd(10% in 2000) en blijft een dalende trend vertonen!De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen, <strong>be</strong>draagt in <strong>Vlaanderen</strong> 27,5jaar terwijl dit in 1992 nog 26,4 jaar <strong>be</strong>droeg. Het uitstellen van zwangerschap na de leeftijdvan 30 jaar voorspelt weinig goeds voor de vruchtbaarheidscijfers!Wereldwijd is er een daling van het geboortecijfer. Opmerkelijk is dat naar verwachting devruchtbaarheid in Europa na een dieptepunt tegen 2050 opnieuw zal stijgen van 1,5 naar 1,8kinderen per vrouw. Het blijft hoe dan ook onder het vervangingsniveau!• Europa vergrijst. <strong>Vlaanderen</strong> vervoegt de club!Het rijke Noorden telt weinig jongeren en dub<strong>be</strong>l zoveel ouderen dan in het Zuiden. BinnenBelgië is het Vlaamse Gewest koploper inzake het aandeel zestigplussers. Het aantaljongeren (-20 jaar) ligt er lager dan in Wallonië en Brussel.In alle gewesten neemt de ontgroening toe, vooral in de periode tot 2020 en met de hoogstewaarden in <strong>Vlaanderen</strong>. Vooral tussen 2005 en 2030 wordt een sterke vergrijzing van de<strong>be</strong>volking verwacht.<strong>Vlaanderen</strong> blijft binnen België het hoogste aandeel <strong>be</strong>houden. Het aandeel hoog<strong>be</strong>jaarden(+80 jaar) zal tussen 2010 en 2025 in het Vlaamse Gewest blijven stijgen terwijl het in deoverige gewesten stabiliseert. Dit zal heel wat lasten inzake gezondheidszorg, pensioenlastgenereren voor <strong>Vlaanderen</strong>.• Steeds meer alleenstaanden<strong>Vlaanderen</strong> telde in 2002 afgerond 2,43 miljoen huishoudens; dit is een aangroei met 10,9%t.o.v. 1990. Er treedt een toenemende gezinsverdunning op: in 1990 telde een privaathuishouden nog 2,59 personen, in 2002 is dit gedaald tot 2,42 personen. Het aandeelalleenstaanden in <strong>Vlaanderen</strong> (11,4% totale <strong>be</strong>volking) ligt lager dan in de overige gewesten.Het zijn hoofdzakelijk vrouwen, hoewel het aandeel van alleenstaande mannen stijgt. Decategorie alleenstaanden treffen we vooral aan op oudere leeftijd. De vergrijzing laatverwachten dat het aantal alleenstaanden tussen 2002 en 2030 zal stijgen met 37.000mannen en 103.000 vrouwen, vooral zestigplussers.Daarbovenop moet nog het effect van snellere partnerontbindingen verrekend worden, meteen stuk stijging van alleenstaande mannen als gevolg.1.2.2. SOCIAAL-CULTURELE ONTWIKKELINGEN• <strong>Vlaanderen</strong> wordt in toenemende mate een multiculturele samenlevingOok al wijzen statistieken op zich niet op een toename, de aanwezigheid van personen vaneen vreemde origine neemt toe en concentreert zich sterk in de grootsteden en vaak dannog in <strong>be</strong>paalde buurten. Er zijn meerdere categorieën van allochtonen: niet-Belgen,genaturaliseerde Belgen en nieuwkomers.


6De achterstandsproblematiek lost zich niet van zelf op. Cijfers tonen aan dat niet-Belgenmeer schoolse achterstand heb<strong>be</strong>n dan Belgen. Ze zijn ook meer dan evenredigvertegenwoordigd in de groep van werkzoekenden. Jongere allochtonen heb<strong>be</strong>n een relatiefkleinere achterstand dan de oudere allochtonen, maar er blijft een verschil met deautochtonen.• Genderverschillen : feiten en houdingen wijzen nog op verschillenDe positie van de vrouwen is op vele vlakken reeds gelijk of zelfs <strong>be</strong>ter dan de mannen. Ineen aantal domeinen zoals studiekeuze en de houding en gedragingen t.o.v. het werken bijgezinsuitbreiding, blijven de verschillen <strong>be</strong>staan. Er wordt verwacht dat de verhouding M/V inde <strong>be</strong>roeps<strong>be</strong>volking 50/50 wordt en dat de vrouwelijke activiteitsgraad blijft stijgen dankzijeen verhoogde participatie, al zij het via deeltijds werk. Hun studiekeuze ligt goed in de marktbij een sterker wordende zorgeconomie.Mannen en vrouwen blijven verschillen in het <strong>be</strong>lang dat ze hechten aan gezin en ar<strong>be</strong>id.Deze verschillen in levensstijlkeuze zullen impact blijven heb<strong>be</strong>n op ar<strong>be</strong>idsmarktparticipatie.• Ar<strong>be</strong>id blijft <strong>be</strong>langrijk in de levensloopIn <strong>Vlaanderen</strong> is er in de jaren 90 geen sprake van een afname van de centraliteit van dear<strong>be</strong>id en heb<strong>be</strong>n de overige levensdomeinen zoals gezin en vrije tijd niet aan <strong>be</strong>langgewonnen. Verder is er ook geen sprake van een afname van de centraliteit van ar<strong>be</strong>id bijde leeftijdsgroep 25-44 jaar. Wel zijn er lichte aanwijzingen dat in 1999 meer 55-64-jarigenhet werk als (helemaal) niet <strong>be</strong>langrijk <strong>be</strong>schouwen.De intrede op de ar<strong>be</strong>idsmarkt ge<strong>be</strong>urt op steeds latere leeftijd. De uittrede ge<strong>be</strong>urt ooksteeds vroeger. Er is dan ook sprake van een samengedrukte loopbaan. Een ontsnapping uitdie samengedrukte loopbaan is bij vrouwen het deeltijds werk. Ook bij mannen zit hetdeeltijds werk in de lift, weliswaar schoorvoetend. Opvallend is eveneens de toename vanuitgroeibanen bij de oudere werknemers. Deze samengedrukte loopbaan lijkt evenwel haakste staan op de uitdagingen waarmee onze welvaartstaat geconfronteerd wordt.• De dualisering van het verenigingsleven verzwakt haar integratieve functieEen overdreven optimisme aangaande de evolutie van het verenigingsleven is niet op zijnplaats. Ondanks een zekere toename in de afgelopen jaren lijken de neerwaartse tendensenop termijn sterker dan deze die een verdere toename <strong>be</strong>werkstelligen. Er treden eveneensinterne verschuivingen op van de klassieke sociale <strong>be</strong>wegingen naar nieuwe pluralistischeverenigingen, die een meer homogene samenstelling kennen en vooral hooggeschooldenaantrekken. Er ontstaan zo leefstijlenclaves.Nu lijkt op het eerste gezicht het <strong>be</strong>lang van de ontzuiling voor de integratieve functie van hetverenigingsleven vrij klein. De praktijk van het verenigen blijkt veel <strong>be</strong>langrijker dan deideologische component. Een verdere verschuiving in de ingeslagen richting is niet helemaalzonder gevolgen. Er blijkt wel degelijk een <strong>be</strong>scheiden effect van het levens<strong>be</strong>schouwelijkete zijn. We moeten ook in gedachte houden dat de klassieke <strong>be</strong>wegingen een positiefmaatschappij<strong>be</strong>eld hadden en een <strong>sociaal</strong> project <strong>be</strong>hartigden.Doordat het verenigingsleven <strong>be</strong>paalde groepen minder en minder gaat <strong>be</strong>reiken, dreigtzonder maatregelen ter <strong>be</strong>vordering van de participatie van laaggeschoolden, de integratievefunctie van het verenigingsleven verder af te brokkelen.


7• Het vertrouwen in de overheid blijft laagDe overheid heeft het steeds moeilijker om vat te krijgen op de werkelijkheid en omparameters te vinden waarop ze haar <strong>be</strong>leid kan ijken. Desondanks kan de overheid, omdathet de enige instantie is waarvan verwacht wordt dat ze verantwoordelijkheid opneemt voorhet geheel en niet een <strong>be</strong>paald deel<strong>be</strong>lang nastreeft, zich hier niet bij neerleggen. Vooral bijouderen en lageropgeleiden wordt een afnemend vertrouwen vastgesteld. Het is fout omwantrouwen enkel toe te schrijven aan concrete evenementen (bvb. Dutroux-affaire).Algemene structurele verklaringen blijken <strong>be</strong>langrijker te zijn in de verklaring van hetwantrouwen. Recente analyses lijken te wijzen in de richting van een zeker herstel van hetvertrouwen. Het vertrouwen blijft echter laag, en hierdoor een aandachtspunt voor het <strong>be</strong>leid.1.2.3. DE VLAMING IN ZIJN HABITAT• De Vlaming is doorgaans tevreden over de leefkwaliteit van zijn omgevingRust (geen overlast van verkeer) en groen zijn <strong>be</strong>langrijk voor de leefbaarheid van dewoonkernen, zowel in de stedelijke gebieden als op het platteland. Slechts 10% van deVlamingen is niet tevreden over de leefkwaliteit in zijn buurt. Over het algemeen kan gesteldworden dat ‘rust’ en ‘groen in de buurt’ veruit de <strong>be</strong>langrijkste determinanten blijken te zijnvoor het positief ervaren van de leefkwaliteit, onafhankelijk van waar men woont.Het verkeer (met in afnemend <strong>be</strong>lang: de drukte, de onveiligheid, de snelheid, het lawaai)blijkt de <strong>be</strong>langrijkste determinant te zijn voor het negatief ervaren van de leefkwaliteit,onafhankelijk van waar men woont.• De feiten en de perceptie van veiligheid niet dezelfdeGlobaal gezien daalt de criminaliteitsgraad in <strong>Vlaanderen</strong>. De criminaliteitsgraad blijftanderhalve keer hoger in gemeenten in stedelijke gebieden dan in gemeenten in hetbuitengebied (respectievelijk 6,8% tot 3,9%).Tweederde van de <strong>be</strong>volking zegt zich nooit of zelden onveilig te voelen. Dit aandeel daaltvooral in de regionale steden en sterk morfologisch verstedelijkte gebieden. Personen diezich vaak onveilig voelen, komen in stijgende mate voor in kleine steden en morfologischmatig verstedelijkte gebieden.• Hinder heeft vele vormen en vele oorzakenHinder kent vele vormen: geur, lawaai, licht. Het verkeer is in de meeste gevallen de<strong>be</strong>langrijkste bron. Centrumgemeenten van grootstedelijke gebieden ondervinden het meestde hinder. Ook het type van woning blijkt een invloed te heb<strong>be</strong>n op de <strong>be</strong>leving van hinder.Appartementen geven het meest kans tot klachten.• De globale druk op (open) ruimte vanuit de menselijke activiteiten neemt toeDe on<strong>be</strong>bouwde ruimte krimpt de voorbije periode van 1985 tot 2001 gemiddeld met –0,4%per jaar. Binnen de on<strong>be</strong>bouwde ruimte neemt vooral akkerland en grasland af in omvang.Relatief treedt er een verschuiving op naar meer ‘versteende’ ruimten. De <strong>be</strong>bouwde ruimteneemt toe.• De druk op de ruimte vanuit het wonenDe <strong>be</strong>bouwde oppervlakte <strong>be</strong>stemd voor de woonfunctie blijft toenemen. Dit zou kunnenverklaard worden door de gezinsverdunning en stijging van het aantal (kleine) huishoudens.


8Er blijft een voorkeur voor vrijstaande huizen, ook al neemt de bouw vanappartementsgebouwen toe. Er is nog altijd een voorkeur voor het wonen in hetbuitengebied. Naast de leefkwaliteiten die geassocieerd worden met het wonen in hetbuitengebied, speelt echter ook de bouwgrondprijs een rol.• De druk op de ruimte vanuit de economische activiteitenDe oppervlakte die wordt ingenomen door economische activiteiten stijgt almaar, vooral in dezogenaamde economische knooppunten (stedelijke gebieden en wel<strong>be</strong>paalde gemeentenmet een hoog <strong>be</strong>staand economisch <strong>be</strong>lang). Vormen van suburbanisatie van <strong>be</strong>drijvigheiduit de stedelijke gebieden blijven aanhouden, onder meer door een tekort aanindustriegronden voor <strong>be</strong>drijven die grote oppervlaktes vragen, een hoge grondprijs of eenonaangepast subsidie<strong>be</strong>leid. Ondanks deze zorgwekkende tendens, profileren stedelijkegebieden zich meer en meer op sectoren met bijzondere dynamiek, zoals dekantoorontwikkeling en grootschalige detailhandel, <strong>be</strong>drijfsactiviteiten die omwille van delocatiefactoren goed gedijen in steden. Deze evolutie houdt <strong>be</strong>langrijke potenties in voorhernieuwd gebruik van vervuilde sites en oude <strong>be</strong>drijfsgebouwen in steden. Bedrijven diezeer grote oppervlaktes <strong>be</strong>hoeven, zullen meer en meer locaties vinden in specifiekeeconomische knooppunten, zoals de gemeenten van het economisch netwerk Al<strong>be</strong>rtkanaal.De effecten van ontwikkeling van ICT zijn vandaag moeilijk inschatbaar. Omwille van delocatie-eisen van kantoorontwikkeling zullen kennisintensieve <strong>be</strong>drijven wellicht voornamelijkblijven opteren voor stedelijke locaties.De <strong>be</strong>stemming van de 6.964 ha <strong>be</strong>drijventerrein, voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan<strong>Vlaanderen</strong>, loopt zoals gepland en zal sturend werken bij de aantrekking van nieuwe<strong>be</strong>drijvigheid in <strong>Vlaanderen</strong>.• De druk op de ruimte vanuit de landbouwOver de oppervlakte aan landbouwgrond <strong>be</strong>staan meerdere bronnen, ieder met een anderefinaliteit. Globaal gezien vermindert de oppervlakte die gebruikt wordt voorlandbouwdoeleinden. Het mestdecreet zou de vraag naar landbouwgrond weer doentoenemen wat in elk geval reeds een druk zet op de grondprijzen.<strong>Vlaanderen</strong> is met zijn 10,8% <strong>be</strong>boste oppervlakte een van de bosarmste gebieden inEuropa.• De sterke toename van de mobiliteit brengt de <strong>be</strong>reikbaarheid in <strong>Vlaanderen</strong> in hetgedrangDe verkeerscongestie is in <strong>Vlaanderen</strong> een kritische factor voor de export en distributie.Vooral de <strong>be</strong>reikbaarheid via de weg is problematisch, mede door de concentratie in tijd enruimte. De economische groei en internationalisering ervan, het ruimtelijk vestigingspatroonen demografische factoren doen de vraag naar verkeer en transport toenemen.Deze vraag is niet evenwichtig verspreid over de verschillende vervoerswijzen. De autoheeft de voorbije decennia zowel in het personenvervoer als het goederentransport zijnmarktaandeel verhoogd. De gevolgen voor de verkeersveiligheid en de leefbaarheid van dewoonkernen zijn gekend: <strong>Vlaanderen</strong> telt relatief veel dode verkeersslachtoffers en ruim 1/3van de <strong>be</strong>woners klaagt over verkeershinder.


9In een trendscenario zet de groei van het personenvervoer en het goederentransport zichverder door : de afgelegde kilometers met personenwagens in de avondspits op dehoofdwegen zou tegen (1998 tot) 2010 groeien met 40%, de afgelegde kilometers metvrachtwagens met 33%. Dit zal vooral rond de economische knooppunten leiden tot nogmeer verliesuren.Een aantal factoren kan deze ontwikkeling helpen ombuigen. In het personenvervoer kijkenwe uit naar de effecten van de ontgroening en de vergrijzing, van telewerk, flexi<strong>be</strong>lewerktijden, carpooling, minder autosolisme, meer gebruik van fiets, uitbouw van openbaarvervoer en internationaal vervoer, verhoging van wegcapaciteit, consequentere ruimtelijkeordening.In het goederenverkeer kunnen demografische ontwikkelingen, ICT, clustervorming van<strong>be</strong>drijven, uitbouw van intermodaal vervoer, fiscale maatregelen, hogere wegcapaciteit,hogere <strong>be</strong>ladingsgraad, <strong>be</strong>tere spreiding in de tijd een invloed heb<strong>be</strong>n. De uitkomst vandeze factoren is moeilijk vooruit te <strong>be</strong>rekenen.1.3. DE OVERPELTSE OMGEVING : MEER DAN EEN FOTO EN MINDER DAN EENFILM1.3.1. HET OPZETWij pro<strong>be</strong>ren in onze omgevingsanalyse om <strong>Overpelt</strong> te portretteren. Dat wil zeggen dat wijgaan kijken hoe de gemeente er op dit ogenblik uitziet. Hierbij wordt geen volledigheidnagestreefd maar wordt gekeken naar de bruikbaarheid van de <strong>be</strong>schrijving voor hetopmaken van een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>. Dat <strong>be</strong>tekent dat er klemtonen zullen wordengelegd op de items die hierbij een grote rol spelen.Wel zullen wij vertrekken vanuit een integrale visie. Dat <strong>be</strong>tekent dat vastgesteldeproblemen niet geïsoleerd zullen <strong>be</strong>keken worden maar als elementen van het zgn. systeemdie elkaar <strong>be</strong>ïnvloeden (zie hoger) en die samen moeten worden aangepakt.Voor zover wij hierbij ondersteuning vinden in het <strong>be</strong>schikbare cijfermateriaal, willen wij nietalleen het “hier en nu” <strong>be</strong>schrijven maar ook kijken naar het verleden om de evoluties tekunnen ontdekken en mogelijk ook voorspellingen te maken van evoluties die zich aftekenenbij ongewijzigd <strong>be</strong>leid.1.3.2. DE METHODIEKVoor het opmaken van deze omgevingsanalyse werd een werkgroep samengesteld<strong>be</strong>staande uit drie personen (2 OCMW en 1 gemeente<strong>be</strong>stuur).Om de opdracht (het schrijven van een omgevingsanalyse) te <strong>be</strong>grenzen, werden door dewerkgroep een aantal doelgroepen <strong>be</strong>paald die gelinkt werden aan een aantal voor henrelevante <strong>be</strong>leidsdomeinen (Dierckx D. en Redig G., Categroriaal <strong>be</strong>leid : een onder<strong>be</strong>nuttekans voor een integrale en interactieve <strong>be</strong>leidsvoering, in Burger, <strong>be</strong>stuur & <strong>be</strong>leid, Jg. 3,2006 – nr. 3, blz. 217-229). Op die manier werd getracht om het onderscheid tussen eenalgemeen <strong>be</strong>leid en een <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid te <strong>be</strong>waren, alhoewel dit in een integrale visie eenmoeilijke oefening is. Inclusiviteit (dat elk <strong>be</strong>leid nastreeft) <strong>be</strong>tekent daarenboven dat<strong>be</strong>leids<strong>be</strong>slissingen worden getoetst aan de effecten voor de zgn. doelgroepen.


1248 jongeren zijn werkzoekend en heb<strong>be</strong>n geen diploma van hoger secundair onderwijs. Ditvormt een risicogroep op de ar<strong>be</strong>idsmarkt.In <strong>Overpelt</strong> wonen 303 éénoudergezinnen met kinderen.In 2006 waren er 31 <strong>Overpelt</strong>se cliënten in de drugshulpverlening bij CAD. Hiervan waren er25,8 % jongeren onder 25 jaar. Dat is minder dan hun aandeel in de <strong>be</strong>volkingscijfers.Hieruit mogen geen voorbarige conclusies worden verbonden omdat middelenmisbruik nietvoorkomt bij kleine kinderen. Als wij de categorie <strong>be</strong>perken tot de 12 tot 24 jarigen, danzorgen 16,9 % van de <strong>be</strong>volking voor 25,8 % van de cliënten. Dit is wel significant.• Vrije tijdDit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> wil de basis leggen voor de uitbouw van een geïntegreerd<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid voor de <strong>Overpelt</strong>se kinderen en jongeren. In samenwerking met degemeentelijke diensten (jeugddienst, sportdienst, cultuurdienst, bibliotheek, cultuurcentrum)en lokale actoren willen we werken aan initiatieven op maat van elke inwoner en wordt in deverschillende <strong>be</strong>leidsdomeinen bijzondere aandacht geschonken aan het <strong>be</strong>reiken van en detoegankelijkheid voor kwetsbare groepen.Voor de kinderen tussen 4 en 15 jaar <strong>be</strong>staat het systeem van de knipoogcheques. Iederkind krijgt een boekje met 25 cheques van 0,5 €. Deze cheques kunnen gebruikt worden omallerlei dingen mee te <strong>be</strong>talen of om korting te krijgen. Het OCMW verstrekt jaarlijks extraboekjes aan zijn cliënten. De knipoogcheques worden goed gebruikt door de <strong>Overpelt</strong>segezinnen. 84 % van de cheques worden afgehaald en daarvan wordt 78,13 % ook effectiefgebruikt. Het valt dus niet op dat <strong>be</strong>paalde kinderen extra cheques mogen <strong>be</strong>steden.De knipoogcheques zijn een extra stimulans voor de toeleiding van kinderen naar hetvrijetijdsaanbod. Voor jongeren ontbreekt een dergelijk initiatief.1.4.2. SENIORENBELEID• Algemene (demografische gegevens)<strong>Overpelt</strong> telde 13.245 inwoners in 2005. In 2015 zal het <strong>be</strong>volkingscijfer toenemen met 833eenheden of 6,3 % (zie supra). Het aantal +60-ers zal in diezelfde periode stijgen van 2.798tot 3.568 eenheden. Dat is een stijging van 770 eenheden of 27,5 %. Op 63 eenheden nazal de groei van de <strong>Overpelt</strong>se <strong>be</strong>volking tijdens de komende 10 jaren <strong>be</strong>staan uit mensenvan 60 en ouder. Van deze doelgroep waren er in 2005 nog 371 mensen van meer dan 80jaar. In 2015 zullen er dat 692 zijn. Dat is een stijging van 86,50 %. Het zijn vooral (maarniet uitsluitend) de hoog<strong>be</strong>jaarden die tot het doelpubliek <strong>be</strong>horen van de (ruimgedefinieerde) thuiszorgsector.Als men de verschillende coëfficiënten (Bron : FOD Economie – Algemene DirectieStatistiek en Economische Informatie, dienst Demografie; zoals verwerkt door ProvincieLimburg, 2 de Directie Welzijn, Studiecel) gaat <strong>be</strong>kijken en men vergelijkt die met <strong>Vlaanderen</strong>,dan stelt men vast dat de veroudering in <strong>Vlaanderen</strong> op dit ogenblik veel ernstiger is dan in<strong>Overpelt</strong>. Naar 2015 toe zullen de gevolgen van de vergrijzing in <strong>Vlaanderen</strong> nog toenemen.Voor <strong>Overpelt</strong> is het <strong>be</strong>tekenisvol dat tegen die tijd de cijfers van de gemeente die van hetgewest zullen <strong>be</strong>naderen (zonder evenwel hieraan gelijk te worden).De doelgroep van de senioren wordt dus duidelijk <strong>be</strong>langrijker. Zij vormen nu 21,1 % van de<strong>be</strong>volking en zullen in 2015 zelfs 25,3 % uitmaken van alle <strong>Overpelt</strong>enaren. Vijf procent (4,6%) onder hen zal <strong>be</strong>horen tot de hoog<strong>be</strong>jaarden. Het gemeentelijk <strong>be</strong>leid in alle sectoren zalhiermee rekening moeten houden


13• Wonen1. AlgemeenMet 84,8 % aan eigen woningen mag men stellen dat de <strong>Overpelt</strong>se senior meer danwaarschijnlijk eigenaar is van zijn woning. Wel is 2,25 % van het woning<strong>be</strong>stand potentieelvan mindere goede kwaliteit (zonder comfort). Hiermee <strong>be</strong>vindt <strong>Overpelt</strong> zich toch nog,samen met de andere Noord-Limburgse gemeenten, in het koppeloton van de provincie. Hetwoningpatrimonium is dan ook relatief jong (39,5 jaar). Dezelfde klassering geldt voorleegstand en verkrotting (0,08 %).2. Specifieke huisvesting voor seniorenDe algemeen gezonde toestand van de woningen zegt evenwel niets voor de nood aanseniorenhuisvesting. Vaak zijn het andere dan louter bouwfysische motieven die de noodaan specifieke huisvesting <strong>be</strong>palen en die te maken kunnen heb<strong>be</strong>n met de fysiekemogelijkheden van de senior maar evenzeer met zijn mentale toestand.<strong>Overpelt</strong> <strong>be</strong>schikt op de huurmarkt over een patrimonium van 5 <strong>be</strong>jaardenwoningen en 6seniorenappartementen via de sociale huisvestingsmaatschappij Kempisch Tehuis. Erkunnen dus 0,4 % van de senioren (+ 60 jaar) terecht in een aangepaste sociale woning.Na de opening van De Open Poort kwamen daar nog eens 12 appartementen (en studio’s)bij waardoor er potentieel 0,82% van de senioren een plaats kunnen vinden.De 24 serviceflats Wuytenhof kennen uiteraard een <strong>be</strong>zetting van 100 %. In afwachting vande opening van nogmaals 44 flats in hetzelfde complex, staan er 153 senioren op dewachtlijst waarvan 135 mensen van <strong>Overpelt</strong> (10/2006). Dit cijfer weerspiegelt de <strong>be</strong>hoefteaan aangepaste huisvesting maar moet wel gerelativeerd worden. Ervaringen uit hetverleden leren dat bij het oproepen van de kandidaten een aantal mensen afhaken omdat zijzichzelf uiteindelijk nog niet klaar achten voor deze woonvorm.Het rustoord Immaculata, <strong>be</strong>heerd door de zusters Augustinessen, <strong>be</strong>schikt over 75 <strong>be</strong>ddenwaarvan 25 RVT-<strong>be</strong>dden. Ook hier is er een aanzienlijke wachtlijst (10/2006). Voor dedementenafdeling zijn er 25 <strong>be</strong>dden <strong>be</strong>schikbaar voor 28 wachtenden waarvan 12<strong>Overpelt</strong>enaren. Voor de andere 50 <strong>be</strong>dden zijn er 55 wachtenden van <strong>Overpelt</strong> en 67wachtenden van de omliggende gemeenten. Hierbij zijn er een aantal personen dieingeschreven zijn in verschillende rustoorden. De cijfers moeten dus gerelativeerd worden.Toch tonen zij aan dat er een druk is op de sector.In totaal zijn er in <strong>Overpelt</strong> in 2006 dus 23 <strong>be</strong>jaardenwoningen <strong>be</strong>schikbaar , 24 serviceflatsen 75 ROB- en RVT-<strong>be</strong>dden. Dit zijn in totaal 122 “wooneenheden”. De seniorenflats en deserviceflats kunnen eventueel <strong>be</strong>woond worden door echtparen. In maximum 10 % van degevallen ge<strong>be</strong>urt dat ook effectief. Dat <strong>be</strong>tekent dat er 127 personen effectief eenonderkomen kunnen vinden in deze bijzondere projecten voor seniorenhuisvesting. Dat is4,5% van de seniorenpopulatie van de gemeente.Bij ingebruikname van de 44 vergunde serviceflats (opening eind <strong>2008</strong>) zal dat 6,3 % zijn (=177 personen na extrapolatie voor dub<strong>be</strong>lgebruik echtparen).3. EvolutieMet het bouwen van 44 bijkomende serviceflats door de gemeente en de mogelijkeuitbreiding van het rustoord Immaculata met 50 <strong>be</strong>dden, <strong>be</strong>nadert <strong>Overpelt</strong> deprogrammatienorm.De programmatiecijfers voor 2006 werden gebaseerd op een <strong>be</strong>volkingsprojectie tot 2011.Op basis hiervan mag <strong>Overpelt</strong> 140 ROB-<strong>be</strong>dden heb<strong>be</strong>n. Zelfs met de geplande uitbreidingvan Immaculata met 50 eenheden wordt dit niet <strong>be</strong>reikt.


14Voor de serviceflats is de toestand anders. In totaal zullen er 68 eenheden zijn waarvan 24reeds erkend en 44 met een voorlopige vergunning (exploitatie <strong>2008</strong>). De norm <strong>be</strong>draagt 65eenheden en wordt <strong>be</strong>rekend op 2 eenheden per 100 <strong>be</strong>woners boven 60 jaar. Volgens deprojectie naar 2011 zullen dat 3.233 personen zijn. Om het totaal aantal flats te <strong>be</strong>komenmoet met niet het programmacijfer nemen van de eigen gemeente maar wel van de VIPAregio.Dat zijn de eigen gemeente en de aangrenzende gemeenten. Volgens cijfers die wijin 2005 <strong>be</strong>kwamen van de Vlaamse Gemeenschap is er nogal wat groeipotentieel (+ 276)vooral omdat de buurgemeenten capaciteit on<strong>be</strong>nut laten.Met een gedifferentieerd aanbod van seniorenwoningen, serviceflats, ROB- en RVT-<strong>be</strong>dden,zullen er in de toekomst 6 à 7 % van de <strong>Overpelt</strong>se senioren een bijzonder en aangepastehuisvesting vinden in de gemeente. Daarvan zullen er slechts 75 (de rustoord<strong>be</strong>woners) uitde thuiszorg blijven. Senioren verhuizen naar <strong>be</strong>jaardenwoningen of serviceflats omdat zijomwille van een persoonlijk probleem dat van fysieke of mentale aard kan zijn, eenaangepaste woning nodig heb<strong>be</strong>n. Maar precies daarom zijn zij aangewezen op thuiszorg.Samen met de mensen die nooit verhuizen maar wel meer zorg<strong>be</strong>hoeften kennen bij hetouder worden, verhogen zij de vraag naar alle vormen van thuiszorg. Een uitgebouwdsenioren<strong>be</strong>leid kan dus niet zonder een aantal (semi)intramurale voorzieningen maar dethuiszorg in al zijn facetten blijft een noodzaak.• MobiliteitOver de mobiliteit van senioren <strong>be</strong>schikken wij slechts over interne cijfers. In 2006 telde deminder mobielen centrale 45 leden die regelmatig gebruik maken van dit vrijwilligersvervoer.Hiervan zijn er 32 personen van meer dan 60 jaar (71 %) en 24 leden zijn meer dan 70 jaar(53,3 %). De centrale wordt dus hoofdzakelijk gebruikt door senioren.Naast het vrijwilligersvervoer organiseert het OCMW ook rolstoelvervoer dat aan specifiekevoorwaarden gebonden is (gebonden aan elektrische rolstoel of een gewone rolstoel maarniet in een gewone auto kunnen plaatsnemen). Ook hier zien wij een hoofdzakelijk gebruikdoor senioren alhoewel niet de leeftijd maar wel de handicap het criterium is voor degebruiker.In 2006 waren er 57 <strong>Overpelt</strong>enaren die gebruik maakten van deze dienstverlening waarvaner 46 de leeftijd van 60 jaar hadden <strong>be</strong>reikt (80,70 %) en 22 38,5% ouder waren dan 70 jaar.• Cultuur & Vrije tijd1. AlgemeenMet 11 seniorenverenigingen kent <strong>Overpelt</strong> een gevarieerd aanbod aan clubs die zich<strong>be</strong>kommeren om de ouder wordende inwoners van de gemeente. Van deze 11 verenigingenzijn er 6 die enkel kaartactiviteiten organiseren. De 5 overige clubs zijn actief binnen hetganse gamma van vorming en vrije tijd.De vijf verenigingen tellen samen 847 leden waarvan ongeveer de helft de activiteiten volgt.De programmatie is volledig in handen van de respectievelijke <strong>be</strong>sturen die allenaangestuurd worden vanuit hun koepelorganisatie (2);2. Ondersteuning en activiteitenNaast de ondersteuning (financieel en logistiek) door het gemeente<strong>be</strong>stuur van deseniorenraad, worden er via Palethe nog activiteiten georganiseerd die gericht zijn op ditdoelpubliek.


15De seniorenraad is in eerste instantie een adviesraad die zorgt voor de verdeling van desubsidies en voor het verstrekken van adviezen aan het gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW.Hiertoe vergaderen zij maandelijks. De raad is samengesteld uit afgevaardigden van deverschillende bonden (afdelingen).Ieder jaar organiseert de Seniorenraad het “Feest van de Senior” in aansluiting op de St.Odafeesten (gebruik van de accommodatie). Tweemaal per jaar wordt in samenwerking methet provincie<strong>be</strong>stuur een opfrissingscursus “Wegcode” georganiseerd. Deze cursussen<strong>be</strong>slaan 5 namiddagen en er zijn telkens 25 senioren aanwezig.Daarbuiten heeft het C.C. Palethe een programmatie die gericht is op de ouderen. In hetwerkjaar 2005-2006 werden 3 shownamiddagen en 2 uitstappen georganiseerd.daarenboven werden 2 informatienamiddagen georganiseerd waarvan die over de nieuweserviceflats in de drie wijkcentra plaatsvond met telkens tussen 25 en 50 aanwezigen.Ook het Sportcentrum De Bemvoort programmeert specifiek naar de doelgroep senioren.Er worden wekelijks 1 gymsessie met gemiddeld 31 deelnemers en 2 netbalsessies metgemiddeld 23 deelnemers georganiseerd en dit gedurende het ganse jaar. De omnisportclubdie een wekelijkse activiteit organiseert in mei en juni heeft ieder jaar 86 deelnemers. Aanhet netbaltornooi nemen jaarlijks 86 senioren deel.• Zorg<strong>be</strong>hoeften1. SitueringHet is een evidentie dat met het ouder worden de zorg<strong>be</strong>hoeften van de mensen toeneemt.Het tijdstip waarop voor het eerst hulp nodig is, de intensiteit en de aard van de hulp verschilterg van persoon tot persoon. Maar aan de wetmatigheid dat met het toenemen van deleeftijd ook de fysieke mogelijkheden wijzigen, ontsnapt niemand.In onze samenleving werd daarop ingespeeld door het organiseren van een netwerk vanhulpverleningsdiensten met een zeer divers aanbod. In economische termen zegt men dandat er een markt is. Naast de actoren uit de private en de semi-private sector is het OCMWeen aanbieder op deze markt. Hoewel nergens in de OCMW-wet wordt gesproken oversenioren, heb<strong>be</strong>n de OCMW’s de ouderenzorg steeds tot hun taak gerekend. Zij zijnenerzijds een verlengstuk van de burgerlijke godshuizen waarvan de organisatie sinds deFranse revolutie tot de taak van de gemeentelijke overheden <strong>be</strong>hoorden. Anderzijds is diteen toepassing van de OCMW-wet waarbij het plaatselijke openbaar centrum aan “elkepersoon” de maatschappelijke dienstverlening moet garanderen waartoe de gemeenschapgehouden is. Het ontoereikend aanbod van de diensten in het werkveld heeft ertoe geleiddat de OCMW’s complementair en subsidiair een eigen dienstverlening heb<strong>be</strong>n uitgebouwdom die algemene taak te kunnen waarmaken.Ondanks dit aanvullend openbaar initiatief blijft de druk op de thuiszorgsector groot. Om aan“elke persoon” de hulp te kunnen geven die nodig is, zal de gemeentelijke overheid moeten<strong>be</strong>slissen op welke wijze die hulp in de toekomst kan verstrekt worden. De demografischecijfers geven een indicatie van de <strong>be</strong>hoeften en het werkveld biedt daartoe een aantalmogelijkheden.De demografische vaststelling dat het <strong>be</strong>volkingsegment van +60 jaar en ouder met 27,50 %zal stijgen en het aantal hoog<strong>be</strong>jaarden van +80 jaar zelfs met 86,50 % zal groeien tussen2005 en 2015, noodzaakt ertoe om minstens een globaal idee te ontwikkelen over hoe het<strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur hierop kan reageren.


162. Verstrekte hulp in de gemeente.In 2004 werden er door diverse erkende diensten in <strong>Overpelt</strong> 33.356 uren gezinszorgverstrekt. Het aandeel van senioren (+ 65 jarigen) wordt door de administratie geraamd op85 %. Dat <strong>be</strong>tekent dat er 28.353 uren werden gepresteerd bij ouderen. Na omrekening,waarbij minimaal 8 uren/week worden gerekend, zijn er ongeveer 68 oudere <strong>Overpelt</strong>enarendie er een <strong>be</strong>roep op kunnen doen. Officiële poetsdiensten presteren daarbij nog 20.842uren. Omgerekend aan 95 % senioren (19.800) en minimaal 4 uren per geholpen persoon<strong>be</strong>tekent dat ongeveer 95 <strong>be</strong>nificianten.Het OCMW van <strong>Overpelt</strong> biedt daarenboven, boven op het vermelde aantal, nog 14.418 urenmet de eigen poetsdienst. Volgens dezelfde omrekening <strong>be</strong>tekent dat 54 geholpenpersonen. Dankzij het diensten<strong>be</strong>drijf kan het OCMW momenteel bijna dub<strong>be</strong>l zoveel urenpresteren en worden bijkomend 10681 uren gewerkt bij 48 gezinnen.Tot 2002 <strong>be</strong>heerde het OCMW een eigen dienst voor gezinszorg. Deze dienst presteerdejaarlijks ongeveer 4.500 uren en kon ongeveer 11 tot 15 cliënten helpen. Omdat deze dienstte klein was om efficiënt te kunnen <strong>be</strong>heren en omdat via een fusie door de <strong>be</strong>voegdeminister substantiële capaciteitsuitbreiding werd <strong>be</strong>loofd, fusioneerden de 4 officiële dienstenvan Noord-Limburg hun hulpverlening binnen de structuur van de Welzijnsregio. Dat leverdetot op heden voor het ganse werkingsgebied 39.000 bijkomende uren/jaar op of eentoename van 130 %. Voor <strong>Overpelt</strong> <strong>be</strong>tekende dat een toename van 4.129 bijkomendeuren. De fusie als dusdanig loonde dus. Anderzijds werden in <strong>Overpelt</strong> 15,85 % meer urengepresteerd dan de programmatienorm. Uitbreiding van de dienstverlening is in dezeomstandigheden niet evident.De thuisverpleging, als meest eminente tak van de thuiszorg, laten wij hier buiten<strong>be</strong>schouwing, omdat dit mechanisme gestuurd wordt door het RIZIV. Hierop kunnen hetlokale <strong>be</strong>stuur en de lokale actoren niet ingrijpen. Wij ontvangen vanwege de patiënten nochvanwege de andere <strong>be</strong>trokkenen in de thuiszorg, signalen dat er een tekort aan zorg en/ofeen kwalitatief deficit zou zijn.3. Evolutie.Gezinszorg en poetsdienst worden ook gepresteerd bij andere gebruikers dan senioren.Zieken en personen met een handicap <strong>be</strong>horen ook tot de doelgroep. Op Vlaams niveaugaat men ervan uit dat 85 % van de uren gezinszorg en 95 % van de uren poetsdienstworden geleverd aan +65-jarigen. Vergelijkenderwijze gebruiken wij dezelfde verhoudingen.Voor 2005 <strong>be</strong>droeg de programmatienorm voor <strong>Overpelt</strong> 30.358 uren. In 2015 zullen ervolgens diezelfde norm 43.737 uren nodig zijn (=+ 44%). Dit zijn uren die te presteren zijndoor alle erkende diensten samen op het grondgebied van <strong>Overpelt</strong>. Dat zijn diensten metzeer verschillende inrichtende <strong>be</strong>sturen.Omwille van het feit dat de <strong>Overpelt</strong>se dienst werd ondergebracht in de Welzijnsregio Noord-Limburg en de rest van de prestaties geleverd wordt door derden, <strong>be</strong>tekent dit dat hetOCMW de sturende rol kwijt is. Anderzijds was met een microdienst van 4500 uren/jaarwaarbij geen uitbreiding meer mogelijk was (wegens te klein), de sturingsmogelijkheid ookzeer gering. De verdere ontwikkeling van de gezinszorg in de gemeente zal dus hetonderwerp moeten uitmaken van samenwerking met de andere partners. Aangezien er in<strong>Overpelt</strong> (cijfer 2004) 15,85 % boven de norm gepresteerd wordt, lijkt het plafond <strong>be</strong>reikt.Poetsdienst is altijd het terrein geweest waarop de (het) OCMW(‘s) het meest actief waren(was) . De verschillende tewerkstellingsinitiatieven sedert het <strong>be</strong>gin van de jaren 80 bodendie mogelijkheid. Tot op heden blijft dat zo. Momenteel geldt nog steeds hetzelfdecontingent aan gesubsidieerde contractuelen als voorheen.


17Maar nu dient zich ook de mogelijkheid aan van dienstencheques. Conform aan de<strong>be</strong>palingen uit het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> 2002-2007 heeft het OCMW deze mogelijk aangegrepen omde dienstverlening gevoelig uit te breiden en wachtlijsten of toelatingscriteria te vermijden.Indien het systeem van dienstencheques een stabiel systeem blijkt te zijn met een voldoendefinanciering door de federale overheid, kan het OCMW hiermee een volwaardigedienstverlening in de poetsdienst uitbouwen. Momenteel kan dit nog aan kostprijs omdat deoverheadkosten (nog) niet in rekening worden gebracht en omdat de huishoudhulpen noggeen anciënniteit heb<strong>be</strong>n opgebouwd. Maar zelfs bij een stijging van de kostprijs en met hetaanrekenen van het <strong>be</strong>heer, blijft dit een aantrekkelijk systeem dat perspectieven biedt om tegroeien in functie van de <strong>be</strong>hoeften. Het OCMW van <strong>Overpelt</strong> heeft zich wel steeds <strong>be</strong>perkttot het verstrekken van deze vorm van poetshulp aan personen van het doelpubliek(ouderen, zieken en personen met een handicap). De modale tweeverdieners kunnen via ditsysteem terecht bij de private diensten<strong>be</strong>drijven (interimbureau’s).• Lokaal <strong>be</strong>hoeftenonderzoek (2006) in een notendopIn 2006 nam <strong>Overpelt</strong> deel aan het groot <strong>be</strong>hoeftenonderzoek bij senioren. Datzelfdeonderzoek vond ook plaats in 17 andere Limburgse gemeenten. Daardoor is er een geldigevergelijkingsbasis van de cijfers. Hier trachten wij om in een kort <strong>be</strong>stek de meest in het oogspringende resultaten te vermelden (steeds met de andere 17 gemeenten als referentie)Methodologisch worden de vergelijkende cijfers gepresenteerd in Z-scores. Deze scoresgeven aan welke de afwijking is van de cijfers van de gemeente t.o.v. de rest van Limburg.De afwijkingen worden onderverdeeld in vijf klassen.1 2 3 4 5veel lager dan L. lager dan L. gemiddeld hoger dan L. veel hoger dan L.De <strong>be</strong>ste score is dus “veel hoger dan in Limburg” maar kan voor negatief gestelde vragenook omgekeerd zijn (cf. onveiligheidsgevoel).1. VeiligheidOnveiligiheidsgevoel 1 veel lager onveiligheidsgevoel2. Welzijn van ouderenPsychisch welzijn 2 minder kopzorgen, spanning enstressEenzaamheid 2 minder eenzaam3. Sociale netwerkenKinderen en kleinkinderen 4 meer contactenHulp ontvangen derden 2 ontvangen minder hulp kinderenHulp bieden aan derden 3 bieden evenveel hulpHulp bieden aan kinderen 4 bieden meer hulp4. ParticipatieLidmaatschap verenigingen (algemeen) 5 veel meer lid van verenigingLidmaatschap vereniging ouderen (kennis) 4 weet meer vanouderenverenigingenLidmaatschap verenigingen ouderen 4 hogere participatieVrijwilligerswerk 4 hogere participatie


185. Tevredenheid over het lokale <strong>be</strong>leidTevredenheid over werking gemeentelijke 4 hogere tevredenheiddienstenTevredenheid over werking politie 3 gemiddelde tevredenheidTevredenheid afval- en huisvuil<strong>be</strong>leid 3 gemiddelde tevredenheidTevredenheid over lokale infrastuctuur 2 lagere tevredenheidTevredenheid over lokale welzijns<strong>be</strong>leid 4 hogere tevredenheidTevredenheid over lokale cultuur<strong>be</strong>leid 3 gemiddelde tevredenheidMate invloed senioren op <strong>be</strong>leid 3 gemiddelde invloed6. Mobiliteit (gebruik van…)Fiets 5 veel meer dan in L.Openbaar vervoer 4 meer dan in L.Mindermobielencentrale en de taxi 1 zeer weinigTevredenheid openbaar vervoer 4 hogere tevredenheidDaarenboven werden er meer keuzevragen gesteld waarop een aantal mogelijkeantwoorden konden worden gegeven. Hieronder geven wij de voornaamste resultaten.Problemen met de woningDe drie <strong>be</strong>langrijkste problemen met de woning <strong>Overpelt</strong> LimburgWoning is inbraakgevoelig 16,0 % 14,6 %Woning is moeilijk warm te stoken 11,7 % 12,6 %Woning is te gehorig (slechte geluidsisolatie) 8,5 % 13,0 %Problemen in de wijkDe drie <strong>be</strong>langrijkste problemen in de eigen wijk <strong>Overpelt</strong> LimburgVerkeer is te druk 32,8% 37,3 %Te weinig voorzieningen 21,8 % 23,7 %Enkel ouderen wonen in de wijk 20,1 % 19,9 %Algemene problemenDe drie problemen waarmee ouderen het vaakst geconfronteerd <strong>Overpelt</strong> LimburgwordenGezondheidsproblemen 11,4 % 17,1 %Problemen met het invullen v&n formulieren 9,5 % 12,4 %Angst voor roof, diefstal of inbraak in woningen 8,5 % 11,7 %Personen waarmee men het vaakst contact heeftDe drie personen waarmee men het vaakst contact heeft <strong>Overpelt</strong> LimburgKinderen en schoonkinderen 90,0 % 87,9 %Kleinkinderen 82,6 % 77,4 %Buren en mensen uit de wijk 57,1 % 56,1 %


19Hulp ontvangenPersonen of organisaties waarvan men het meest hulp ontvangt <strong>Overpelt</strong> LimburgKinderen 72,7 % 56,8 %Partner 39,8 % 34,1 %Kleinkinderen 38,6 % 27,9 %Participeren door ouderenActiviteiten die het meest worden <strong>be</strong>oefend <strong>Overpelt</strong> LimburgWandelen en fietsen 81,8 % 72,3 %Luisteren naar radio of muziek 76,9 % 73,7 %Tuinieren 67,4 % 59,1 %Participeren door ouderenDe drie verenigingen waarvan ouderen het meest lid zijn <strong>Overpelt</strong> LimburgVerenigingen voor gepensioneerden 33,4 % 30,1 %Vrouwen<strong>be</strong>wegingen 19,8 % 15,2 %Sportverenigingen 18,1 % 16,9 %Culturele evenementenDe drie aspecten die ouderen het meest <strong>be</strong>lemmeren om culturele <strong>Overpelt</strong> Limburgevenementen bij te wonenGeen interesse 59,5 % 55,5 %Financieel te duur 28,4 % 32,9 %Tijdstip van de voorstellingen (’s avonds) 20,4 % 24,7 %1.4.3. PERSONEN MET EEN HANDICAP• Wonen<strong>Overpelt</strong> – zorggemeente<strong>Overpelt</strong> is een zorggemeente bij uitstek met op haar grondgebied het MariaZiekenhuisNoord-Limburg met 348 <strong>be</strong>dden, het Revalidatie- en MS Centrum met 120 <strong>be</strong>dden, Sint-Odamet 229 (2006) personen met een handicap in woonopvang (internaat en nursingtehuis) en34 plaatsen in dagopvang (semi-internaat en dagcentrum), de Klimroos met 12 <strong>be</strong>dden inwoonopvang en 20 plaatsen in dagopvang. Aansluitend bij deze initiatieven verzorgt het St.Gerardusinstituut in de peutertuin Olleke Bolleke in <strong>Overpelt</strong>-Fabriek de gespecialiseerdedagopvang van peuters van 0 tot 4 jaar met een motorische handicap. Beschut Wonen biedtin de zorgfunctie “woonrehabilitatie”, huisvesting voor 24 gewezen psychiatrische patiënten.Daarenboven <strong>be</strong>heert de vzw Lindelheide nog 30 woningen met ADL-cluster in de dienstzelfstandig wonen en verhuurt ook vzw Stijn op dezelfde campus aan het Revalidatie- en MSCentrum nog 12 woningen zonder de ADL-ondersteuning.De gemeente <strong>Overpelt</strong> bouwde De Open Poort als een gecentraliseerde huisvesting voorverschillende welzijnsdiensten en verenigingen. In dit project, dat samen met cv KempischTehuis werd gerealiseerd, zijn 12 volledig aangepaste flats voor personen met een handicapvoorzien. Deze flats worden verhuurd aan individuele personen met een handicap. DeKlimroos levert zorg voor deze personen met een handicap en is daarvoor erkend door hetVlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als proefproject in het kader vanzorggradatie.


20Zij richten zich op volwassenen met een niet-aangeboren hersenletsel of met een fysiekehandicap. De handicap moet zodanig van aard zijn dat er ernstige <strong>be</strong>perkingen zijn op hetgebied van ADL en sociale contacten. Deze zorgafhankelijkheid vereist een continuemogelijkheid tot het inroepen van assistentie. De Klimroos wil een samenlevingsverbondenvorm van dienstverlening uitbouwen. Door de centrale ligging van De Open Poort in hetdorpscentrum kunnen de <strong>be</strong>woners vlot aansluiten bij activiteiten in de gemeenschap waarze wonen.De sociale huisvestingsmaatschappij Kempisch Tehuis, die meewerkte aan de projecten vande vzw Lindelheide en Open Poort, heeft nog 2 aangepaste woningen in hetinbreidingsproject “Rodenbacherf” in het centrum van de gemeente.• Persoonsgebonden problemenWettelijke <strong>be</strong>voegdheidDe aanwezigheid van instellingen, vooral als die ook actief zijn in de dagzorg en/of ambulant<strong>be</strong>handelingen aanbieden, zorgt voor een relatief grote aanwezigheid van personen met eenhandicap die niet in de instellingen verblijven. Uit de Welzijnsmonitor 2006 (ProvincieLimburg, 2 de Directie Welzijn, Studiecel) leren wij dat er in <strong>Overpelt</strong> 1,11 % van dethuiswonende inwoners recht heeft op een tegemoetkoming voor personen met eenhandicap (integratie- en inkomensvervangende tegemoetkoming). Voor Noord-Limburg isdat 0,87 % en voor Limburg als geheel 0,92 %.Het OCMW is slechts <strong>be</strong>voegd voor de <strong>be</strong>woners die niet in een instelling verblijven tenzijvoor die patiënten die ook voor hun opname in <strong>Overpelt</strong> woonden. Dat zijn de personen meteen handicap die thuis verblijven, de <strong>be</strong>woners van de woningen op de campus aan deBoemerangstraat en sommige <strong>be</strong>woners van St.-Oda, het Revalidatie- en MS Centrum enDe Klimroos (cf. wet van 2 april 1965 <strong>be</strong>treffende het ten laste nemen van steun door deOpenbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn). Zij kunnen <strong>be</strong>roep doen op de volledigesteunverlening van het OCMW.Omwille van de bijzondere situatie (lees concentratie) van personen met een handicap in dewoonzones rond de MS-kliniek, heeft het OCMW haar dienstverlening gelokaliseerd in degebouwen van de vzw Lindelheide. Een maatschappelijk werkster houdt er 2 x per weekspreekuren en wordt (gedeeltelijk) vrijgesteld voor bijstand aan de <strong>be</strong>woners. Op de campusworden 30 dossiers <strong>be</strong>heerd. Hierdoor werd in de loop der jaren een bijzondere expertiseontwikkeld omtrent de specifieke problemen van personen met een handicap die ookdienstig is voor hulp aan de anderen in de gemeente.• Zorg<strong>be</strong>hoeftenWat <strong>be</strong>treft de mogelijkheden van de personen met een handicap die niet in een instellingverblijven, geldt hetzelfde aanbod als voor de <strong>be</strong>jaarden. Voor een algemene <strong>be</strong>schrijvingkunnen wij dus verwijzen naar hetgeen in het hoofdstuk senioren is <strong>be</strong>schreven. Met deopmerking dat 85 % (gezinszorg) tot 95 % (poetsdienst) van de thuisdiensten werken voorsenioren, blijft er een voldoende potentieel over voor de personen met een handicap. Bij de<strong>be</strong>oordeling naar de gegrondheid van de nood aan deze diensten, is de leeftijd trouwensnooit een criterium maar is de <strong>be</strong>hoefte aan hulp het <strong>be</strong>palend criterium. Gezien er in degezinszorg meer dan 15 % boven de programmatienorm gepresteerd wordt in <strong>Overpelt</strong>,moet geconcludeerd worden dat er voldoende mogelijkheden zijn om de personen met eenhandicap te <strong>be</strong>dienen, zelfs als men vaststelt dat er door de bijzondere <strong>Overpelt</strong>se situatierelatief gezien meer mensen met een dergelijk profiel wonen dan in andere gemeenten.


21• Cultuur & vrije tijden morele verantwoordelijkheid …Met 700 “zorg<strong>be</strong>dden” in de gemeente draagt het lokale <strong>be</strong>stuur uiteraard een bijzondereverantwoordelijkheid voor de doelgroep. Dat wil zeggen dat zij in het verleden een facilitair<strong>be</strong>leid heeft gevoerd en ook in de toekomst de nodige aandacht zal moeten heb<strong>be</strong>n voor deaanwezige instellingen in het algemeen en voor de zieken en personen met een handicap inde gemeente in het bijzonder. Initiatieven zoals de aanleg van het wandelpad “wandelenmet wielen”, het convenant met het toegankelijkheidsbureau waardoor handelaren hun zaakgratis op toegankelijkheid kunnen laten doorlichten, de tweejaarlijkse culturele manifestatie“anders … en toch handig”, de speciale zwemsessies in zwembad “Dommelslag”, deaankoop van een lift voor het zwembad, de gratis toegang van <strong>be</strong>geleiders tot sport enculturele manifestaties, het <strong>be</strong>zoeksvriendelijk maken voor rolstoelgebruikers vangemeentelijke manifestaties, zijn evenveel <strong>be</strong>wijzen van de bijzondere aandacht die hetgemeente<strong>be</strong>stuur <strong>be</strong>stuur heeft voor de doelgroep.De aanwezigheid van veel personen met een handicap resulteert in een levendig netwerkdat zich rond de personen met een handicap ontwikkelt. Met KVG is er een vereniging die100 leden telt en jaarlijks tientallen ontspannende en vormende activiteiten organiseert voorde leden en waaraan gemiddeld 60 leden deelnemen. VOSPO is een sportclub voormensen met een mentale of fysieke handicap en telt 80 sportende leden. Wekelijksbrengen zij hun leden bijeen in de plaatselijke sporthal in 5 sessies voor kinderen,volwassenen en specifiek voor rolstoelbasketbal. Daaruit resulteren éénmalige organisatiesmaar ook deelnames aan diverse tornooien en competities.De instellingen voor personen met een handicap zoals St. Oda, het Revalidatie en MSCentrum en De Klimroos doen <strong>be</strong>roep op een talloze vrijwilligers voor de omrandendeactiviteiten. Dit heeft duidelijk een integratieve functie. In 2006 registreerde St. Oda 597personen die op vrijwillige basis diverse taken op zich nemen. Alles samen (inclusief devrijwilligers in <strong>be</strong>heers- en toezichtsorganen), worden er jaarlijks 24.986 uren vrijwilligerswerkgeresteerd. Dat is het equivalent van 12,64 fulltime equivalenten. In het Revalidatiecentrumzijn iets meer dan 100 vrijwilligers opgelijst die voornamelijk patiëntgebonden activiteitendoen (zoals wandelen) maar ook zorgen voor talloze ontspanningsinitiatieven en hetorganiseren van de kantine.• MobiliteitHet OCMW tenslotte zorgt voor aangepast vervoer voor rolstoelgebonden patiënten. In 2006deden 57 <strong>Overpelt</strong>enaren, die zich uitsluitend verplaatsen met een elektrische rolstoel of meteen gewone rolstoel doch niet in een gewone auto kunnen plaatsnemen (of ter plaatse zichniet voldoende met een gewone rolstoel kunnen <strong>be</strong>helpen), <strong>be</strong>roep op deze specifiekehulpverlening, die als een aanvullend initiatief op de minder mobielen centrale (45 leden) is<strong>be</strong>doeld.Het proefproject van De Lijn “aangepast vervoer voor personen met een handicap”, dat vanstart is gegaan op 01/07/2007, <strong>be</strong>oogt hetzelfde doelpubliek als het OCMW en zal, indien hetwordt <strong>be</strong>stendigd en voor korte ritten, het rolstoelvervoer van het OCMW vervangen. Hetwerkt gedeeltelijk met de middelen van het openbaar vervoer die ook voor validen ter<strong>be</strong>schikking staan (cf. <strong>be</strong>lbus) maar is voor het specifieke gedeelte gepersonaliseerd enaangepast aan de handicap. Bovendien wordt voor ritten van minder dan 10 km slechts hettarief van het openbaar vervoer gevraagd. Indien aangepast vervoer van deur tot deur nodigis, is er een meerprijs van slechts 0,50 EUR. Bij het OCMW <strong>be</strong>talen de gebruikers nogsteeds 0,27 EUR per km (cf. Minder Mobielen Centrale). Het proefproject zal in juli <strong>2008</strong>worden geëvalueerd. Vanuit het principe van subsidiariteit, zal het initiatief van het OCMWdan mogelijk worden hervormd.


221.4.4. GEZINNEN EN KANSENGROEPEN• WonenIn 2001 waren er in <strong>Overpelt</strong> 4.723 huishoudens en slechts 4.597 woningen Dat <strong>be</strong>tekendeeen enorme druk op de woningmarkt (126 huishoudens delen één woning). Sindsdien steeghet aantal huishoudens met 7,8 % (op vier jaar) tot 5.090 eenheden. Dat <strong>be</strong>tekent dat hetwoningpatrimonium van <strong>Overpelt</strong> op die vier jaar met 10,7 % is toegenomen.De druk op de woningmarkt blijft groot en zal de komende jaren nog toenemen. Degezinsverdunning is elders in <strong>Vlaanderen</strong> reeds verder gevorderd dan in Limburg en in<strong>Overpelt</strong>. In 1990 telde in <strong>Vlaanderen</strong> een privaat huishouden nog 2,59 personen, in 2002 isdit gedaald tot 2,42 personen. In 2005 <strong>be</strong>stond een <strong>Overpelt</strong>s huishouden gemiddeld nog uit2,6 personen (in 2001 zelf nog 2,7 personen). Dat <strong>be</strong>tekent dat indien de gezinsverdunningzich ook in <strong>Overpelt</strong> doorzet en de gezinnen steeds kleiner worden, er meer woningenmoeten worden voorzien. Op basis van de <strong>be</strong>volkingsevolutie zouden er tegen 2015 in<strong>Overpelt</strong> voor 14.078 inwoners 5.414 woningen moeten zijn. Indien het aantal personen pergezin met 1/10 de daalt over die periode moeten dat 5.631 woningen zijn. Indien <strong>Overpelt</strong>zich op het Vlaams gemiddelde zou <strong>be</strong>vinden dan moeten er 5.817 woningen <strong>be</strong>schikbaarzijn.Het woningpatrimonium <strong>be</strong>staat voor 84,8 % uit eigendomswoningen en voor 15,2 %huurwoningen (Noord-Limburg 16,2 % en Limburg 19,1 %). Van de huurwoningen zijn erslechts 2,27 % sociale huurwoningen (1,93 % woningen en 0,34 % appartementen). HetSociaal Verhuurkantoor Noord-Limburg (SVK) verhuurt daarbij nog 20 woningen(01/11/2007) in <strong>Overpelt</strong>. Ten opzichte van de omliggende gemeenten zijn er relatief gezienduidelijk minder sociale huurwoningen.Gedurende het jaar 2006 werden de woningen (20) die momenteel door het SVK worden<strong>be</strong>heerd, door het OCMW gehuurd en verhuurd aan de cliënten. Deze dienstverlening wasnodig omdat de schaarste op de huurmarkt vooral effect heeft voor de meest kwetsbaren.Daarenboven kende het OCMW in 2006 tevens 27 huurwaarborgen toe waarvan er 16 ookeffectief werden uitgevoerd.• WerkenWerkgelegenheid en tewerkstelling in cijfers.De <strong>Overpelt</strong>enaren kunnen ruimschoots werk vinden in de eigen gemeente; Met eenwerkgelegenheidsgraad van 87,3 % <strong>be</strong>kleedt de gemeente de 3 de plaats in Limburg naHasselt (105,4 %) en Genk (99,8 %) terwijl de werkgelegenheidsgraad in Noord-Limburgslechts 54,9 % <strong>be</strong>draagt. Met de komst van het Mariaziekenhuis zal dewerkgelegenheidsgraad van <strong>Overpelt</strong> de 100% <strong>be</strong>naderen of zelfs overstijgen.De aanwezigheid van voldoende ar<strong>be</strong>idsplaatsen op het grondgebied weerspiegelt zichslechts in <strong>be</strong>perkte mate in de werkloosheidscijfers. Met 6,7 % werklozen zit <strong>Overpelt</strong>weliswaar in de Limburgse kopgroep (9,0 %) maar moet in Noord-Limburg gemeenten alsPeer (6,4 %) en Hamont-Achel (6,4 %) laten voorgaan. Buurgemeente Neerpelt heeft meteen werkgelegenheidsgraad van 38,4 % slechts evenveel werklozen als <strong>Overpelt</strong>. Er is dusgeen significante relatie tussen de werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad. Wat<strong>be</strong>treft de jeugdwerkloosheid scoort <strong>Overpelt</strong> (14,55%) bijna even goed als Hamont-Achel(14,43 %) en Peer (13,9 %) en <strong>be</strong>ter dan Noord-limburg (15,75 %) en Limburg (20,93 %)Precies de helft van de <strong>Overpelt</strong>se werkzoekenden (49,8 %) heb<strong>be</strong>n geen diploma HSO ofhoger. Dat is minder dan in Limburg (53,6 %) en <strong>Vlaanderen</strong> (51,9 %). Zulks <strong>be</strong>tekent dater meer ongeschoolde ar<strong>be</strong>id te vinden is in de streek (gemeente) maar (of) dat er eenprobleem zou kunnen zijn voor hoger opgeleiden.


23<strong>Overpelt</strong> scoort onevenredig hoog bij de werklozen met een ar<strong>be</strong>idshandicap (19,2 %). Datzijn werkzoekenden zonder diploma of met slechts een BUSO-diploma, met een VlaamseFonds-nummer of met een <strong>be</strong>perkte ar<strong>be</strong>idsgeschikheid. Voor Limburg <strong>be</strong>draagt dat cijferslechts 13,7 % en voor <strong>Vlaanderen</strong> is dit maar 11,4 %.Buitenschoolse kinderopvang als middel om werken en gezin te combineren.Een <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur wordt geacht om de polsslag van de <strong>be</strong>volking te voelen en te anticiperenop de evoluties die worden vastgesteld. Reeds in 1992 werd de buitenschoolsekinderopvang ’t Ravotterke opgericht toen bleek dat hieraan een <strong>be</strong>hoefte was. Werken enkinderen is dikwijls een moeilijke combinatie. Met de oprichting van ’t Ravotterke kwam hetgemeente<strong>be</strong>stuur tegemoet aan deze vraag. Sindsdien is de dienst alleen maar gegroeid.De omstandigheden waaronder deze dienst werd georganiseerd en de regelgeving die dewerking <strong>be</strong>palen, wijzigden sindsdien grondig. Op dit ogenblik wordt de buitenschoolsekinderopvang in de gemeente georganiseerd door het OCMW op drie locaties tijdens deschooldagen en op 1 locatie tijdens de vakanties. Op schooldagen en vakantiedagen mogener bij De Rakkers (centrum) 85 kinderen worden opgevangen terwijl er bij De Bengels(Lindel) en bij Jojo (Leopoldlaan) respectievelijk 34 en 32 opvangplaatsen zijn vooruitsluitend de schooldagen.Dat resulteerde in 2005 in 55.684 opvanguren en gemiddeld 306 kinderen die uit 182gezinnen komen. Aan een dergelijke dienstverlening, die slechts zeer matig gesubsidieerdwordt (met vooralsnog federale middelen), hangt natuurlijk een prijskaartje; Voor 2005 waser een niet-gesubsidieerd tekort van 158.133,32 EUR of 2,84 EUR/opvanguur.Net zoals in de rest van <strong>Vlaanderen</strong> was er voor de zomervakantie 2007 een zeer grotevraag en dus een grote wachtlijst. Om tegemoet te komen aan de ouders die daardoor voorde vakantieopvang in de problemen kwamen, gaf het College van Burgemeester enSchepenen toestemming aan het OCMW om dringend te voorzien in bijkomendeopvangplaatsen. Er werden voor de vakantiemaanden gemiddeld 30 bijkomende plaatsengecreëerd met eigen middelen.• Persoonsgebonden problemenDe welzijnssectorHet gemiddeld <strong>be</strong>lastbaar inkomen <strong>be</strong>draagt 11.432 EUR/inwoner (2004). Dat is hoger danin Noord-Limburg (€ 11.203) maar minder dan in Limburg (€ 11.933) en in <strong>Vlaanderen</strong> (€13.002). Daarenboven zijn er in de gemeente <strong>Overpelt</strong> minder gezinsinkomens (<strong>be</strong>rekendper <strong>be</strong>lastingsaanslag) onder 20.000 EUR (48%). In Limburg zijn er dat 53,7 % en in<strong>Vlaanderen</strong> 50,8 %. Het mediaaninkomen <strong>be</strong>draagt 20.556 EUR terwijl dit voor Limburgslechts 18.882 EUR en voor <strong>Vlaanderen</strong> 19.764 EUR <strong>be</strong>draagt.<strong>Overpelt</strong> lijkt dus in de Noord-Limburgse context een welwarende gemeente. In tegenstellingtot het mediaaninkomen, is het gemiddelde inkomen van de <strong>be</strong>woners niet hoger dan in derest van Limburg (en <strong>Vlaanderen</strong>), maar met een werkgelegenheidsgraad die de 100 %<strong>be</strong>nadert, zijn er heel wat mogelijkheden. Zoals evenwel reeds hoger vermeld, is deaanwezigheid van een grote ar<strong>be</strong>idsmarkt niet steeds een garantie voor een tewerkstelling.Maar evenzo is het heb<strong>be</strong>n van een job geen garantie voor probleemloos en zorgeloosleven. De maatschappij zelf, de complexe wijze waarop die georganiseerd is en vooral desnelheid waarmee die wijzigt, genereert een aantal problemen die de hulpverleningsdienstenin de welzijnssector zullen vatten in een “dossier”.


24Terwijl het opbouwwerk (in de gemeente aanwezig via Opbouwwerk Noord-Limburg en vanaf2007 ondergebracht in de overkoepelende structuur van RIMO) zich zal <strong>be</strong>zig houden methet opzetten van collectieve acties van achtergestelde groepen, zullen de meeste anderewelzijndiensten werken met de individuele cliënt (als complex systeem van aanleg,opvoeding en omgeving).Hiertoe worden verschillende methodieken gebruikt afhankelijk van de specialisatie, de visie,de opleiding en de middelen die ter <strong>be</strong>schikking staan.In de gemeente zijn een aantal van die diensten aanwezig met hun zetel of met een antenne,zoals het Centrum Geestelijke gezondheid (groep LITP), het algemeen welzijnswerk met vzwSonar; Beschut Wonen Noord-Limburg, Psychiatrische thuishulp, Kind & Gezin (consultatieen regiohuis). Uiteraard zijn er veel meer diensten die <strong>Overpelt</strong> tot hun werkingsgebiedheb<strong>be</strong>n maar daarom niet fysiek aanwezig zijn in de gemeente. Een opsomming hiervan zalsteeds onvolledig zijn maar de voornaamste (<strong>be</strong>reikbare) partners zijn : het algemeenwelzijnswerk mutualiteiten, DAGG Lommel (= Centrum Geestelijke Gezondheid), Reval enValidag (revalidatie), CAD (drugshulpverlening), Werkwinkel en T&O (traject<strong>be</strong>geleiding),Rechtshulp Welzijnsregio, Jongerenadviescentrum (JAC) …… samen met het OCMW …De meeste van de vermelde diensten situeren zich op de tweede en de derde lijn alhoewelsommige zich decretaal op de eerste lijn <strong>be</strong>geven. Het OCMW is evenwel de eerstelijnsdienst bij uitstek omwille van haar wettelijke taakstelling en omwille van het feit dat in iederegemeenten een OCMW aanwezig is.De kerntaak van het OCMW is vervat in artikel 1 van de organieke wet : de dienstverleningverzekeren waarop elk persoon recht heeft. De <strong>be</strong>paling van wat de hulpverlening moetinhouden lezen wij in artikel 57 van de wet en is even vaag als de kernopdracht nl. curatieveen preventieve hulp van materiële, sociale, geneeskundige, <strong>sociaal</strong>-geneeskundige ofpsychologische aard. Een taakstelling waarvan de concrete invulling door de raad voormaatschappelijk welzijn wordt gegeven en gecontroleerd wordt (en eventueelgesanctioneerd) door de Ar<strong>be</strong>idsgerechten.Het doel van de hulp is om iedereen in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat<strong>be</strong>antwoordt aan de menselijke waardigheid. Er is ondertussen voldoende rechtspraak omhet referentie<strong>be</strong>grip af te bakenen, uiteraard met de nodige aandacht voor de specificiteit vaniedere individuele situatie en met op de achtergrond de steeds wijzigende maatschappelijkesituatie.…voor een integrale hulpverlening..Steeds meer wordt de integratie en integreerbaarheid van de burger (de cliënt) de maatstafom de menselijke waardigheid te <strong>be</strong>oordelen en de hulpverlening van het OCMW te toetsen.Daardoor gaat het OCMW zich <strong>be</strong>geven op domeinen die niet tot zijn klassieke territorium<strong>be</strong>horen zoals opleiding en tewerkstelling die als onverbrekelijke voorwaarden wordengezien voor een succesvol integratieproject. Maar ook voor huisvesting, gezondheidszorg,culturele participatie en toegang tot justitie en media wordt het OCMW aangesproken.De <strong>be</strong>langrijkste evolutie tekent zich evenwel af in de tweedelijns hulpverlening waartoe hetOCMW gedwongen wordt. Steeds meer blijkt het OCMW een vangnetfunctie te vervullenvoor cliënten wiens traject op de tweede lijn spaak loopt of die de toegang tot de tweede lijnniet vinden : psychiatrische patiënten, mensen met een mentale achterstand,drugsverslaafden, weglopers, jongeren met een niet voltooide schoolloopbaan, ouders metopvoedingsproblemen, personen met een crimineel verleden, ‘tottergezinnen’ en meervoudigachtergestelden.


25De druk op de hulpverleningsinstanties op de tweede lijn noopt hen tot wachtlijsten en dustot selectie. Dikwijls zijn het de cliënten met de meest dringende problemen die daardoor demeer gespecialiseerde hulp mislopen en die derhalve terugvallen op de generalisten van hetOCMW. Dit leidt al te vaak maar noodgedwongen tot crisisinterventie zonderprobleemoplossend perspectief. De druk op het OCMW en inzonderheid op demaatschappelijk werkers wordt daardoor ongeoorloofd hoog.Waarover het concreet gaat …Het OCMW is in eerste instantie gekend voor de financiële hulpverlening. Voor de meeste<strong>be</strong>tekent dat het toekennen van leefloon (maatschappelijke integratie) en geldelijke steun.Voor insiders <strong>be</strong>tekent dat evenwel ook budget<strong>be</strong>geleiding eventueel met het <strong>be</strong>heer van hetbudget, schuld<strong>be</strong>middeling en collectieve schuldenregeling. Behoudens enkele initiatievenvan caritatieve verenigingen, is het verlenen van financiële steun een exclusieve taak vanhet OCMW.Het leefloon, het financiële luik van de wet op maatschappelijke integratie, <strong>be</strong>oogt alsresiduaire uitkering een inkomen toe te kennen aan iedereen die geen ander inkomen heeften er geen kan verwerven. In 2005 keerde het OCMW aan 22 aanvragers en voor 45.555EUR leefloon uit. Dat is <strong>be</strong>duidend minder dan in 2003 toen er nog 115.272 EUR werduit<strong>be</strong>taald. Omdat armoede een multi-aspectueel <strong>be</strong>grip is, mag hieruit niet worden afgeleiddat er minder armen zijn. Wetenschappelijk onderzoek zal moeten uitwijzen wat de oorzaakvan die daling is maar intuïtief <strong>be</strong>staat de indruk dat het <strong>be</strong>leid van activering van deuitkeringen, wat ook de drijfveer was om het <strong>be</strong>staansminimum te hervormen, hier nietvreemd aan is.Omdat op vier jaar tijd (van 2003 tot 2006) de andere vormen van financiële steuntoenemen, zou kunnen gesteld worden dat de financiële exponent van armoede zeker niet isverminderd. De uit<strong>be</strong>taling van loutere financiële steun steeg met 25,6% tot 76.180,28 EUR.Maar vooral de tussenkomsten in huur (van 35.467 EUR tot 114.032,88 EUR), detussenkomst in medische kosten (van 25.148 tot 32.763 EUR) en de steun in natura (van3.096 tot 9.134 EUR = voeding) kenden een sterke groei. Dit zijn niet toevallig deverstrekkingen van de meest levensnoodzakelijke zaken. Dit wordt versterkt door federaleinitiatieven zoals het toekennen van een verwarmingstoelage waarvan er in de winterperiode2005-2006 liefst 218 werden uitgekeerd door het OCMW. Algemeen gesteld zijn er dusminder mensen die geen vorm van inkomen heb<strong>be</strong>n maar meer mensen die met hetinkomen niet kunnen toekomen. Buiten het leefloon kent het OCMW jaarlijks aan 180personen en gezinnen een bijkomende financiële steun toe. Hiertoe worden er maandelijksgemiddeld 22 <strong>be</strong>slissingen genomen door de OCMW-raad.… en hoe wij het oplossen…Het is moeilijk om op een objectieve wijze vast te stellen wat het minimuminkomen moet zijnom een leven te kunnen leiden dat <strong>be</strong>antwoord aan de menselijke waardigheid. Het zal welaltijd zo zijn dat er mensen zijn die met minder geld een kwalitatief aanvaardbaar levenkunnen leiden en anderen die met meer inkomen toch in de problemen komen. Alles hangtaf van de levensstijl en de persoonlijke verwachtingen en aspiraties. Steeds vaker wordtvastgesteld dat er mensen zijn die ondanks een inkomen, dat als redelijk tot goed moetworden omschreven, in de problemen komen. De consumptiemaatschappij met al haarverlokkingen en de competitie tussen mensen om hun “welvaart” te showen, leidt totfinanciële rampen. Onverantwoorde aankopen en leningslasten heb<strong>be</strong>n vaak tot gevolg datessentiële kosten niet worden <strong>be</strong>taald met een cascade van schulden tot gevolg.


26Wil een OCMW haar financiële hulpverlening <strong>be</strong>heersen, dan is het nodig om iets te doenaan de budgetproblemen. Dit kan met <strong>be</strong>geleiding, die steeds vaker gepaard gaat met hetvolledige <strong>be</strong>heer van het budget en kan een curatieve (schuld<strong>be</strong>heersing en reductie) of eenpreventieve (vermijden dat problemen groter worden en mensen in de hulpverlening terechtkomen) insteek heb<strong>be</strong>n. Het ultieme doel blijft om de mensen te <strong>be</strong>geleiden naar hetopnieuw zelfstandig <strong>be</strong>heren van hun budget, al zal dit voor sommigen een bijnaon<strong>be</strong>reikbaar doel zijn.In 2006 waren er 96 dossiers budget<strong>be</strong>heer. Dat <strong>be</strong>tekent 24 dossiers per maatschappelijkwerker in de algemene sociale dienst. Omdat een dossier budget<strong>be</strong>heer zeer tijdsintensiefwerk is, is dit voor hen een enorme caseload. Hieraan wordt gewerkt door de uitstroom teverhogen (cliënt sneller loslaten) en de instroom te kanaliseren via een wachtlijst. Vandeze dossiers waren er 18 in collectieve schuldenregeling.… samen met de Welzijnsregio …De complexiteit van de maatschappij leidt ertoe dat er steeds meer mensen <strong>be</strong>hoeftenheb<strong>be</strong>n aan degelijke informatie over rechten en plichten. Hiervoor kunnen zij steeds terechtbij de maatschappelijk werkster van het OCMW die de basisinformatie zal verstrekken. Hetwordt echter steeds meer nodig op de eerste lijn, laagdrempelig en zonder kosten;gespecialiseerde informatie en advies te verstrekken. Daartoe werkt het OCMW samenmet de Welzijnsregio Noord-Limburg en worden er werkelijks zitdagen georganiseerd vaneen juriste die slechts advies verstrekt, soms een brief schrijft maar nooit zal tussenkomenbij de rechtbank en een zaak zal pleiten.In 2006 telde de dienst rechtshulp 190 cliënten (met vaak meervoudige vragen) die 348bureel<strong>be</strong>zoeken aflegden. Er werden 54 hulpvragers doorverwezen naar de advocatuur, 14naar een notaris, 11 naar de sociale dienst van het OCMW en 24 naar andere diensten. Hetgrootste deel van de aanvragen <strong>be</strong>treffen familierecht (331) waarvan 239 familierecht en 92<strong>be</strong>treffende contracten. Voor 50 cliënten werd een aanvraag voor pro deo en rechtsbijstandgedaan.… en alle andere partners in het werkveld.Samen met de maatschappij neemt ook de complexiteit van de welzijnssector toe. Cliëntendie op zoek zijn naar hulp komen dikwijls terecht bij verschillende diensten die allen een<strong>be</strong>paald facet van het probleem <strong>be</strong>handelen, hun eigen doelstellingen heb<strong>be</strong>n en hun eigenmethodiek hanteren. Dit kan zeer verwarrend zijn voor de cliënt en is vaak onproductiefomdat de kans reëel is dat er “conflicterende” visies, inschattingen en acties zijn.Het is een organisatorische wetmatigheid dat differentiatie, specialisatie en fragmentatie vantaken, de nood aan afstemming en coördinatie doen toenemen. Coördinatie wordt danomschreven als “het onderling afstemmen van meerdere eenheden met <strong>be</strong>trekking tot hunactiviteiten op één <strong>be</strong>paald terrein” (Bouckaert Geert e.a., Van effectiviteit van coördinatie totcoördinatie van effectiviteit, Die Keure, 2000, p. 8)“Coördinatie” is dan ook een centraal <strong>be</strong>grip in het decreet Lokaal Sociaal Beleid. Innavolging van hetgeen in de sector van de thuiszorg (via de SIT’s) reeds langer in praktijkwerd gebracht, ontwikkelde zich in het welzijnswerk methodieken die gericht zijn op hetgecoördineerd aanbieden van zorg. Het OCMW van <strong>Overpelt</strong> erkende reeds vroeg de noodaan coördinatie en is actief in de SIT’s waarvoor er 29 teambijeenkomsten werdengeorganiseerd in 2006. Maar ook op het terrein van de kansarmoede werden de evolutiesvan nabij gevolgd en dit resulteerde in 23 coördinatievergaderingen in het <strong>lokaal</strong>cliëntenoverleg waarbij telkens de <strong>be</strong>trokkene hulpverleners, het mantelnetwerk en decliënten rond de tafel werden gebracht.


27Het decreet Lokaal Sociaal Beleid <strong>be</strong>vestigt het lokale <strong>be</strong>stuur (i.c. het OCMW) in haar rol alsmotor van de coördinatie, zowel op het cliëntenniveau als op <strong>be</strong>leidsniveau.Maar er is meer…Zonder dat dit cijfermatig kan ondersteund worden, maar zoals blijkt uit de dagelijkse praktijkop de sociale dienst van het OCMW, wordt in steeds meer dossiers vastgesteld dat deintegriteit van kinderen in het gedrang komt.Dit kan te maken heb<strong>be</strong>n met verwaarlozing maar is meer het gevolg van een gebrek aanpedagogische vaardigheden. Vaak heb<strong>be</strong>n ouders het moeilijk om zichzelf in stand tehouden in een snel wijzigende omgeving en heb<strong>be</strong>n zij problemen om hun plaats en rol in desamenleving te definiëren. De ouderlijke intuïtie waarmee zij zelf zijn opgevoed, volstaatmeestal niet meer om hun kinderen te socialiseren. De traditionele opvoedingssystemen(onderwijs, jeugd<strong>be</strong>weging en verenigingen) verliezen hun invloed op de opvoedingssituatievan de kinderen. Dit leidt soms tot niet tolereerbaar gedrag door het gebrek aan een goedreferentiesysteem van waarden en normen in het gezin. Het <strong>be</strong>wustzijn rond dezeproblematiek groeit bij de welzijnsdiensten die hiermee geconfronteerd worden. De vraagnaar opvoedingsondersteuning klinkt steeds luider en de lokale <strong>be</strong>sturen wordengesolliciteerd om hierin een rol te vervullen. Dit is een uitdaging voor de komende jaren.


28HOOFDSTUK 2 – GEÏNTEGREERDE VISIE OP HET LOKAAL SOCIAAL BELEID2.1. ZOEKTOCHT NAAR EEN GEÏNTEGREERDE VISIEOm een geïntegreerde visie op het (<strong>lokaal</strong>) <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid te kunnen ontwikkelen moet menvertrekken van een adequate definiëring. Het is <strong>be</strong>langrijk om te weten welke de minimalevoorwaarden zijn die moeten vervuld zijn voor de individuen en gezinnen om te kunnenspreken van een harmonieus <strong>sociaal</strong> leven. Negatief geformuleerd moet men met anderewoorden de samenstellende delen kennen waarvan het ontbreken of het disfunctioneren kanleiden tot sociale achterstelling of uitsluiting. Wij verwijzen hierbij naar de multi-aspectuele<strong>be</strong>nadering van kansarmoede.Geïntegreerd <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid heeft twee erg verschillende dimensies : een horizontaleen een verticale. Een goed <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid houdt zich <strong>be</strong>zig met alle aspecten die het levenvan de burger als persoon en als lid van de samenleving <strong>be</strong>ïnvloeden. Dit zijn aspecten diehet materiële en het persoonlijke welzijn <strong>be</strong>palen. Traditioneel worden dan genoemd :onderwijs, wonen, werken, gezondheid, maatschappelijke en culturele participatie …Bijuitbreiding kan hiertoe zelfs de zorg voor een zuiver leefmilieu, de (verkeers)veiligheid,ruimtelijke ordening worden gerekend. Deze horizontale dimensies zijn verdeeld over talrijke<strong>be</strong>leidsdomeinen. In zijn pure vorm <strong>be</strong>tekent zulks dat al deze aspecten moeten <strong>be</strong>handeldworden in een <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Wat de <strong>be</strong>nadering van een integrale visie nog complexer maakt is de verdeling van<strong>be</strong>voegdheden over de verschillende <strong>be</strong>leidsniveaus (verticale dimensie). De federaleoverheid, de Vlaamse overheid, de lokale <strong>be</strong>sturen met daartussen de provincies in eenondersteunende rol, <strong>be</strong>zetten elk een deel van de <strong>be</strong>voegdheden die deel uitmaken van een<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid. Het subsidiariteits<strong>be</strong>ginsel dat <strong>be</strong>paalt “dat hogere instanties niet iets moetendoen wat door lagere instanties kan worden afgehandeld”, tenzij “'lagere' overheden(lidstaten) niet voldoende in staat zijn om <strong>be</strong>paalde doelstellingen te <strong>be</strong>reiken”(speciaalprotocol gevoegd bij het Verdrag van Maastricht – 1992), wordt als principe algemeenaanvaard maar blijft in werkelijkheid vaak dode letter omwille van een overdrevennormeringsdrang door de centrale <strong>be</strong>sturen.Met deze <strong>be</strong>perkingen voor ogen moet een geïntegreerde visie op het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leidzich <strong>be</strong>perken tot die <strong>be</strong>leidsdomeinen waarop omwille van de hierboven omschrevendimensies, kan worden opgetreden en waarbij een realistisch en effectief <strong>be</strong>leid kan wordengevoerd. Soms zullen dit eigen initiatieven zijn die in alle vrijheid een lokale <strong>be</strong>leidskeuzeinhouden. Maar vaak zal dit ook het verplicht of vrijwillig uitvoeren zijn van <strong>be</strong>leidskeuzes diedoor de centrale overheden worden gedaan. Op een aantal punten zal zelfs niet kunnenworden ingegrepen omdat dit tot de exclusieve <strong>be</strong>voegdheden of taken van de federale of deVlaamse overheid <strong>be</strong>hoort. In dat geval geldt het centrale <strong>be</strong>leid als een <strong>be</strong>perkende factorvoor de lokale initiatieven. (Jan Vranken e.a., Armoede en sociale uitsluiting – Jaarboek2006, Acco Leuven, p.445 e.v.)Het centrale <strong>be</strong>leid doet voor de uitwerking en concretisering van haar <strong>be</strong>leid dikwijls een<strong>be</strong>roep op meewerkende derden die zijn inge<strong>be</strong>d in het regelgevend en financieel kader vande overheid maar die als uitvoerders eigen (vaak ideologische) accenten pro<strong>be</strong>ren te leggen(cf. de zgn. meewerkende derden). Hun veelvuldige aanwezigheid stelt problemen vanafstemming. De zorg voor de coördinatie wordt in het Decreet Lokaal Sociaal Beleid als eensoort toegewezen <strong>be</strong>voegdheid toevertrouwd aan de lokale <strong>be</strong>sturen. Zowel de coördinatieop het niveau van de individuele sociale dossiers (hulpverlening) als de coördinatie op<strong>be</strong>leidsniveau, bieden kansen om de integratie te optimaliseren.


292.2. MISSION STATEMENTDe <strong>be</strong>perkingen die wij hierboven heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>schreven, de horizontale <strong>be</strong>nadering en deverticale, gefragmenteerde <strong>be</strong>voegdheidsverdeling, over alle aspecten van het sociale<strong>be</strong>leid, nopen het lokale <strong>be</strong>stuur tot een pragmatische <strong>be</strong>nadering waarbij alle aspecten aanbod komen voor zover men er plaatselijk enigermate sturing aan kan geven. Het lokale<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> moet in de hoogst mogelijke mate geïntegreerd zijn, maar moet ook realistischen uitvoerbaar zijn. Dit leidt tot het volgende opdrachtverklaring.MISSION STATEMENTHet lokale <strong>be</strong>stuur, met als componenten het gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW, wil,binnen de haar toegewezen en subsidiaire <strong>be</strong>voegdheden, een <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid voerendat voor de <strong>Overpelt</strong>enaren de mogelijkheden schept om hun leven op eenharmonieuze manier in te richten met in<strong>be</strong>grip van alle aspecten die nodig zijn vooreen waardig materieel <strong>be</strong>staan en een kwalitatieve persoonlijke invulling van het levenin een <strong>be</strong>trokken lokale samenleving. Zij doet dit bij voorkeur en waar mogelijk insamenspraak met de <strong>be</strong>volking en met de samenwerkende derden.Voor de burgers die omwille van persoonlijke of maatschappelijke redenen geenaansluiting vinden met de samenleving en op één of meerdere aspecten van het<strong>sociaal</strong> spectrum zijn achtergesteld of uitgesloten, organiseert het lokale <strong>be</strong>stuur eeneffectieve hulpverlening die er op gericht is om de aansluiting bij het sociale netwerkte herstellen en die gestuurd wordt vanuit een gezamenlijke <strong>be</strong>zorgdheid van <strong>be</strong>idelokale <strong>be</strong>sturen.Het organiseren van deze hulpverlening kan door middel van de eigen diensten, demedewerking van andere gespecialiseerde partners op het werkveld en door eenactieve coördinatie van de hulpverlening vanuit de algemene principes die tengrondslag liggen aan het “<strong>lokaal</strong> cliëntenoverleg” (<strong>sociaal</strong> huis).Aansluitend op de methodiek die gebruikt werd bij het opmaken van de omgevingsanalyse,zal deze opdrachtverklaring verder worden uitgewerkt in een strategische nota metmeerjarenplan volgens de categoriale en sectorale <strong>be</strong>nadering (cf. 1.3.2. De methodiek). Zokomen achtereenvolgens de volgende categorieën aan bod : jongeren, ouderen, personenmet een handicap en tenslotte gezinnen en kansengroepen.


30HOOFDSTUK 3 – MEERJARENPLAN MET BETREKKING TOT ACTIES EN INZET VANLOKALE MIDDELENDe opbouw van het meerjarenplan is als volgt :1. Per categorie (doelgroep) is er een opdrachtverklaring waarin de grote principesworden neergeschreven.2. Per <strong>be</strong>leidsdomein (sector) binnen de doelgroep, zijn er meerdere strategischedoelstellingen (effecten die men wil <strong>be</strong>reiken).3. Per strategische doelstellingen wordt een onderscheid gemaakt tussen deoperationele doelstellingen (hoe men te werk zal gaan), acties (concrete matregelen)en resultaten of metingen hoe de actie zichtbaar moet worden.SchemaOpdrachtverklaringStrategische doelstellingen 1Operationeel doel 1 Acties Resultaat of metingOperationele doel 2 Acties Resultaten of metingStrategische doelstellingen 2Operationeel doel 1 Acties Resultaat of metingOperationele doel 2 Acties Resultaten of metingNummering van de doelstellingenCombinatie : Letter/2 letters/cijfer/cijfer1 ste letter = CategoriënJ =G =S =K =JongerenPersonen met een handicapSeniorenKansengroepen (en gezinnen)2 de letter (2) : Beleidsdomeinen of sectorenWo =WonenWe =WerkenMo =MobiliteitVt =Vrije tijdPg =Persoonsgebonden problemenZo =Zorg<strong>be</strong>hoeften1 ste cijfer : Strategische doelstellingen2 de cijfer : Operationele doelstellingen


313.1. JONGERENJ/ OpdrachtverklaringJongeren zijn, als toekomstige dragers van onze maatschappij, een bijzonder <strong>be</strong>langrijkedoelgroep maar omwille van hun specifieke positie in hun gezin, in hun school en sportclu<strong>be</strong>n in de maatschappij in het algemeen, zijn zij ook een bijzonder kwetsbare groep waarvoorhet lokale <strong>be</strong>stuur, binnen zijn mogelijkheden en opdracht en zonder <strong>be</strong>tutteling, demogelijkheden wil scheppen om de stap naar volwassenheid zonder grote obstakels tezetten.WERKENJ/We/1 : Strategische doelstelling : werken/ opleidingOmdat tewerkstelling voor jongeren niet alleen een noodzakelijke voorwaarde is om blijvendte integreren in de maatschappij maar ook de enige manier om zich te verzelfstandigen vanhun ouders, willen het gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW ijveren om de <strong>be</strong>schikbaretewerkstelling in de gemeente <strong>be</strong>reikbaar te maken voor zoveel mogelijk mensen en voorhen die omwille van een ar<strong>be</strong>idshandicap niet in het gewone ar<strong>be</strong>idscircuit kunnen wordenopgenomen de nodige maatregelen voorzien om hen te kunnen toeleiden naar eenaangepaste tewerkstelling (al dan niet in een aangepast ar<strong>be</strong>idszorgproject). Zie ook 3.4.GezinnenJ/We/1/1/ Bij hulpverleningrond ar<strong>be</strong>id en tewerkstelling,al dan niet in combinatie meteen aangepaste opleiding(zoals dat wordt <strong>be</strong>sproken inhet punt 3.4. Gezinnen enkansengroepen), zijnjongeren een prioritairedoelgroep.In alle hulpverleningsdossiersvan jongeren zal erbijzondere aandacht zijn voorde tewerkstellingssituatie enzullen zij bij voorrang wordenverwezen naar de dienst T&Ovan de Welzijnsregio Noord-Limburg of anderegespecialiseerde partners.Binnen de hulpverlening aanjongeren, kan het OCMW,een genormeerd systeeminvoeren tot het verlenen vanincentives voor jongeren meteen bijzonderear<strong>be</strong>idshandicap diedeelnemen aangoedgekeurde opleidingen envormingen.Aan erkende opleidingsinstitutenkan, binnen de perkenvan de <strong>be</strong>voegdheden vanhet OCMW, een samenwerkingworden voorgesteldwaarbij in ruil voor opleiding(met opvolging en regelmatigerapportage) van eendoelgroep jongere eenfinanciële tegemoetkomingwordt gegeven.Ieder kwartaal worden dedoorverwezen dossiersgeëvalueerd op resultaat en<strong>be</strong>sproken met de dienst T&Oof elke andere dienstwaarnaar wordtdoorverwezen.Vanaf 2010 wordt binnen desteunverlening eengenormeerd systeemingevoerd voor het verlenenvan aanmoedigingssteunenvoor jongeren (- 25 jaar) meteen bijzonderear<strong>be</strong>idshandicap.Aan de meest geëigendepartners in het werkveld kanhet lokale <strong>be</strong>stuur eenresultaatgerichtesamenwerkingsovereenkomstvoorstellen met een financiëletegemoetkoming vanaf 2010.


32J/We/1/2/ Jongeren metbijzondere problemen rondar<strong>be</strong>idsattitudes en motivatiemoeten in een voortraject eentraining krijgen die gericht ophet verwerven van dematuriteit die nodig is omsuccesvol in het ar<strong>be</strong>idscircuitte treden.J/We/1/3/ Een socialetewerkstelling in het kadervan artikel 60 §7 van deOCMW-wet is een middel omjongeren in orde te makenmet de sociale zekerheidmaar kan dit nooit als finaliteitheb<strong>be</strong>n en kan dus slechtsworden toegepast indien hetsamengaat of wordt gevolgddoor een <strong>be</strong>geleiding naar dereguliere ar<strong>be</strong>idsmarkt c.q.een aangepastetewerkstelling.Aan de Welzijnsregio zalworden voorgesteld om in hetkader van de intensieve<strong>be</strong>geleiding van jongerennaar tewerkstelling te werkenrond training inar<strong>be</strong>idsattitude enar<strong>be</strong>idsmotivatie in eenvoortraject.Iedere jongere (-25 jaar) diewordt tewerkgesteld in hetkader van artikel 60 § 7 vande OCMW-wet, wordt viaT&O intensief <strong>be</strong>geleid enindien nodig getraind inar<strong>be</strong>idsattitudes.Vanaf 2010 is er bij de dienstT&O van de Welzijnsregioeen gespecialiseerdpersoneelslid dat op eenintensieve wijze jongerentraint in ar<strong>be</strong>idsattitudes enar<strong>be</strong>idsmotivatie om hennodige maturiteit bij tebrengen voor het doorlopenvan een opleidings- entewerkstellingstraject metuiteindelijke doel eentewerkstelling in het regulierear<strong>be</strong>idscircuit.Over de periode 01/01/<strong>2008</strong>t/m 31/12/2013 magmaximaal 25% van dejongeren die tewerkstellingart. 60§7 achter de rugheb<strong>be</strong>n na 3 maanden nogwerkloos zijn.PERSOONSGEBONDEN PROBLEMENJ/Pg/1/ Strategische doelstelling : persoonsgebonden problemenDe ontwikkeling van kind naar volwassenen is voor de jongeren een boeiende maarrisicovolle periode met vaak zeer leeftijdsgebonden problemen waarvoor de normalehulpverleningskanalen vaak geen oog heb<strong>be</strong>n of de nodige competenties missen. Binnenhun mogelijkheden en de taakstelling in het jongerenwerk, willen de lokale <strong>be</strong>sturen zowelpreventie als hulpverlening bieden om die transitie voor de jongeren te laten verlopen zondertoekomst<strong>be</strong>dreigende incidenten.J/Pg/1/1/ Jongeren moeteneen aanspreekpunt krijgendie hun grote en kleineproblemen kanaliseert enindien mogelijk oplost en/ofdoorverwijst.De Dienst welzijn heeft deopdracht om – insamenwerking met degemeentelijke jeugddienst eneventueel andere actoren –doelgerichte preventieveacties op te zetten.In <strong>2008</strong> wordt onderzocht ofhet mogelijk is om eencontactpunt van het JAC(jongerenadviescentrum) telokaliseren op een plaats meteen lage drempel voorjongeren in <strong>Overpelt</strong>De dienst welzijn:- heeft permanente aandachtvoor drugpreventie;- organiseert – insamenwerking met hetOCMW – gerichte acties naarjonge huisverlaters;- werkt – in samenwerkingmet de gemeentelijkejeugddienst – aan de<strong>be</strong>eldvorming rond‘rondhangende jongeren’ endoet bij eventuele problemen<strong>be</strong>roep op gespecialiseerdeexterne actoren.


33Indien een samenwerkingmogelijk is wordt het lokalecontactpunt van het JACgeactiveerd in 2009. Jaarlijksrapporteert het JAC aan hetgemeente<strong>be</strong>stuur.VRIJE TIJDJ/Vt/1/Strategische doelstelling: Vrije tijdHet gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW willen dat de ‘JONGE’ <strong>Overpelt</strong>enaren voor hunpersoonlijke ontplooiing en in functie van hun mogelijkheden en interesses, maximaalkunnen participeren aan het sociale en culturele leven van in hun onmiddellijke omgeving.J/Vt/1/1/ De vrijetijdssectorDe vrijetijdssector met zijnsociale, culturele en/ofontspannende activiteitenmoet kinderen en jongerenkansen bieden om zich in delokale gemeenschap teintegreren.Elk kind en elke jongere moetkunnen participeren aan hetsociale en culturele leven,ongeacht de (financiële)situatie van de ouders. Alle<strong>Overpelt</strong>se kinderen van 4 toten met 15 jaar heb<strong>be</strong>ndaarom jaarlijks recht op 25Knipoogcheques met eentotale waarde van 12,5 EUR.Ouders van kinderen enjongeren die het financieelmoeilijk heb<strong>be</strong>n, krijgen extrachequeboekjes toe<strong>be</strong>deeldvia het OCMW.In het aanbod van sport,cultuur en vrije tijd is eenduidelijk gedeelte specifiekvoorzien voor kinderen enjongeren. Inspraak viajeugdraad en kinderraadkunnen leiden tot eenverrassend en eigentijdsaanbod.De knipoogcheques kunnengebruikt worden voor dedeelname aan alle activiteitendie ingericht worden door desport-, de jeugd- en decultuurdienst; de plaatselijkeopenbare bibliotheek;kinderopvang 't Ravotterke;Palethe vzw; sportcentrumDe Bemvoort vzw; despeelpleinwerking;verenigingen, <strong>Overpelt</strong>sescholen en jaarlijksweerkerende initiatieven meteen openbaar karakter diehiervoor een erkenning<strong>be</strong>komen heb<strong>be</strong>n.Het doel van de cheques isde toegankelijkheid van sport-, cultuur-, ofontspanningsactiviteiten teverhogen, en aldusdrempelverlagend te werken.Het programma-overlegtussen de verschillendevrijetijdsdiensten blijft <strong>be</strong>staanen vindt maandelijks plaats.Via de maandelijksebijeenkomsten van dejeugdraad en detweemaandelijksebijeenkomsten van dekinderraad worden kinderenen jongeren aangespoord ommee hun stempel te drukkenop het gemeentelijkvrijetijdsaanbod.


34J/Vt/1/2/ De jeugddienst“specifiek”De jeugddienst zetaanvullendejeugdwerkinitiatieven op voorkinderen en jongeren enpro<strong>be</strong>ert hen hierbij maximaalte <strong>be</strong>trekken.In zijn programmatie zal dejeugddienst, naasteconomische en budgettaireoverwegingen, rekeninghouden enerzijds met devraag van de <strong>Overpelt</strong>sekinderen en jongeren enanderzijds met hunpersoonlijke ontplooiing.Bij de <strong>be</strong>kendmaking van deprogramma’s, wordt gezochtnaar nieuwe en/ofalternatieve kanalen omspecifieke doelgroepen (cf.kinderen en jongeren) te<strong>be</strong>trekken bij de activiteitenvan de jeugddienst.Vanuit eensamenwerkingsverbandtussen jeugdwerk,jeugddienst en OCMW willenwe ook de toeleiding vankansarme kinderen enjongeren naar het jeugdwerken de vrijetijdssectorvergroten.Samen met het OCMW zalworden gezocht naarmogelijkheden om demiddelen van het fonds voorsportieve en cultureleparticipatie aan te wendenvoor een ruimecultuurspreiding ten <strong>be</strong>hoevevan de groep van kansarmen,gewoonlijk gedefinieerd alsmensen met een leefloon enmensen in budget<strong>be</strong>heer.Per jaar (vanaf werkjaar<strong>2008</strong>-2009) programmeert dejeugddienst ontspannendeactiviteiten voor zowelkinderen als tieners, insamenwerking met anderepartners waaronder ook hetjeugdhuis.In het kader van hetpreventieproject ‘De Pleister’(waarvan de jeugddienst deeluitmaakt) worden er jaarlijks 2info- avonden georganiseerd.Voor de kinderen en jongerenin het algemeen zal een smssysteemwordengeïmplementeerd, de<strong>be</strong>staande jeugdinfohoek ende jeugdwebsites wordenblijvend geactualiseerd.De jeugdverenigingen, dejeugd- en de sportdienst enhet jeugdhuis <strong>be</strong>zorgen flyersed. van hun activiteiten/werking aan het OCMW enaan het Valkenhof. Zij<strong>be</strong>zorgen deze op hun <strong>be</strong>urtaan respectievelijk huncliënteel en <strong>be</strong>woners.Jaarlijks wordt een deel vande toelage voormaatschappelijk, culturele ensportieve ontplooiing <strong>be</strong>steedaan een bijzonderecampagne om kansarmenaan de activiteiten van dejeugddienst te latenparticiperen.Hiervoor wordt eenwerkgroep ad hocgeïnstalleerd met het OCMW,de sport- de jeugd en decultuurdienst als partners.


35J/Vt/1/3/ Het sportcentrum“specifiek”Het sportcentrum en desportdienst moeten de motorzijn van activiteiten voor delichamelijke fitheid van de<strong>be</strong>volking ten <strong>be</strong>hoeve vaneen algemeen gezondebasisconditie voor iedereen.J/Vt/1/4/ Het cultuurcentrum“specifiek”CC Palethe moet het centrumzijn van cultuur<strong>be</strong>leving encultuurontwikkeling in degemeente.Het sportcentrumprogrammeert ruime zuiverrecreatieve activiteitenevenals initiaties in degekende en erkende sportenmet het oog op een zo ruimmogelijke lichamelijkeontwikkeling van <strong>Overpelt</strong>sekinderen en jongeren.Bij de <strong>be</strong>kendmaking van deprogramma’s, wordt gezochtnaar nieuwe en/ofalternatieve kanalen omspecifieke doelgroepen (cf.kinderen en jongeren) te<strong>be</strong>trekken bij de activiteitenvan het sportcentrum.In zijn programmatie vanvoorstellingen en vormingenzal CC Palethe, naasteconomische en budgettaireoverwegingen, rekeninghouden enerzijds met devraag van de <strong>Overpelt</strong>sekinderen en jongeren enanderzijds met de cultureleontplooiing.Bij de <strong>be</strong>kendmaking van deprogramma’s, wordt gezochtnaar nieuwe en/ofalternatieve kanalen omspecifieke doelgroepen (cf.kansarmen) te <strong>be</strong>trekken bijde activiteiten van hetcultuurcentrum.Vanaf het werkjaar <strong>2008</strong>-2009 wordt een specifieke(doch anonieme) campagnegevoerd om de doelgroep telaten participeren aan deactiviteiten van hetsportcentrum.Er wordt samen met desportclubs een vademecumopgesteld en verspreid bij dedoelgroep over de activiteitenvan de <strong>Overpelt</strong>se sportclubsmet in<strong>be</strong>grip vancontactadressen en de urenvan de clubactiviteiten.Vanaf het werkjaar <strong>2008</strong>-2009 wordt voor minstens 2vooraf <strong>be</strong>paaldevoorstellingen een campagnegevoerd om de doelgroep uitte nodigen.PERSONEN MET EEN HANDICAPG/ OpdrachtverklaringPersonen met een handicap zijn gelijkwaardige burgers van de gemeente en heb<strong>be</strong>n hetrecht om onder dezelfde voorwaarden <strong>be</strong>roep te doen op dezelfde voorzieningen als devalide burgers maar worden geholpen, indien dat nodig is omwille van hun handicap, om viacollectieve voorzieningen of individuele hulp om dit recht uit te oefenen.


36WONENG/Wo/1/Strategische doelstelling : instellingenDe initiatiefnemers, inrichtende machten en directies van de diverse instellingen voorpersonen met een handicap en zieken, vinden in <strong>Overpelt</strong> een <strong>be</strong>stuur dat de mogelijkhedenschept om die instellingen op te richten en uit te bouwen tot centra voor huisvesting enverzorging met een open en vooruitstrevende blik op de integratie van hun <strong>be</strong>woners.G/Wo/1/1/ <strong>Overpelt</strong> wil alseen goede gastgemeentevoor de diverse instellingen,facilitair optreden door binnende grenzen van het mogelijkeen het toelaatbare logistiekehulp te verlenen.Er wordt een ambtenaaraangeduid die alle vragenvanwege de instellingenontvangt, doorverwijst naarde juiste dienst en opvolgtwelk gevolg hieraan werdgegeven en dit volgensvooraf af te spreken regels.Eén maal per jaar wordt ereen instuifvergaderinggehouden waarop deverschillende directies en/ofinrichtende machten elkaarkunnen ontmoeten en samenmet de lokale <strong>be</strong>sturen eeninventaris opmaken van dewensen, verwachtingen ennoden die op het terreinworden vastgesteld.Vanaf 2009 functioneert deaangewezen ambtenaar enrapporteert hierover in hetjaarverslag.Jaarlijks wordt eenvergadering samengeroepenmet de partners uit deinstellingen en wordt eenverslag/afsprakennotagemaakt over de wensen,verwachtingen en noden vande instellingen ten opzichtevan het lokale <strong>be</strong>stuur enomgekeerd.De afsprakennota wordtopgevolgd door deaangewezen ambtenaar diejaarlijks rapporteert in hetjaarverslag.G/Wo/1/2/ <strong>Overpelt</strong>sepersonen met een handicapdie buiten de gemeente ineen instelling verblijven enwaarvoor ons OCMW<strong>be</strong>voegd is tot het verlenenvan steun, kunnen rekenenop alle faciliteiten van hetloket voor personen met eenhandicap zodat zij hunpersoonlijke rechten op devoor hen <strong>be</strong>stemdevoorzieningen kunnen latengelden.Het lokale <strong>be</strong>stuur zal binnenhet <strong>sociaal</strong> huis een loketvoorzien dat speciaal gerichtis op de (administratieve)hulpverlening aan personenmet een handicap en/of hunvertegenwoordigers en datook open staat voor hen diebuiten de gemeente in eeninstelling verblijven.Jaarlijks wordt gerapporteerdover de activiteiten van hetloket voor personen met eenhandicap binnen het <strong>sociaal</strong>huis en in casu over de hulpaan personen met eenhandicap die buiten degemeente verblijven ininstellingen. .G/Wo/2/ Strategische doelstelling : zelfstandig wonenDe lokale <strong>be</strong>sturen van <strong>Overpelt</strong> willen zorgen dat personen met een handicap en zieken,zelfstandig kunnen wonen in de gemeente in harmonie met de plaatselijke gemeenschap enmet de hulp die daarvoor noodzakelijk is.


37G/Wo/2/1/ Personen met eenhandicap, die zelfstandig inde gemeente wonen, alleenof met familie, moetenmaximale kunnenfunctioneren in de plaatselijkegemeenschap en krijgendaartoe de maximalemogelijkheden vanwege hetgemeente<strong>be</strong>stuur.Er wordt een loket voorpersonen met een handicaplopgericht waar de doelgroepmet alle doelgroepspecifiekevragen terecht kan voorhulpverlening of gerichtedoorverwijzing.Voor vragen en adviezenomtrent wonen, bouwen,verbouwen(subsidieregelingen e.d.)wordt samengewerkt metexterne partners (cf. vzwStebo).Vanaf 2009 rapporteert hetloket voor personen met eenhandicap over de activiteitenin het jaarverslag.MOBILITEITG/Mo/1Strategische doelstelling : mobiliteitOmdat mobiliteit een basisvoorwaarde is om de kansen op integratie van personen met eenhandicap te vrijwaren, willen de lokale <strong>be</strong>sturen binnen de grenzen van hun <strong>be</strong>voegdheden,zowel infrastructurele als sociale maatregelen nemen om de verplaatsingen van dedoelgroep te optimaliseren zowel binnen de gemeente als in sommige gevallen daarbuiten.G/Mo/1/1/ Gebouwen enplaatsen, waar openbarediensten worden verleenddoor de lokale <strong>be</strong>sturen,moeten maximaaltoegankelijk worden gemaakten gehouden om personenmet een handicap toe te latenom gebruik te maken vandezelfde voorzieningen endiensten.De gemeentelijke openbareplaatsen, gebouwen, stratenen pleinen, worden maximaaltoegankelijk gemaakt voorpersonen met een handicap.Alle werken die wordenuitgevoerd zullen vooraf doorhet toegankelijkheidsbureauworden geadviseerd optoegankelijkheid.Er zal een gemeentelijkewerkgroep wordengeïnstalleerd die dealgemene toegankelijkheidvoor personen met eenhandicap zal onderzoekenten <strong>be</strong>hoeven van eentoegankelijk <strong>Overpelt</strong>Toegankelijkheidsadviesmaakt deel uit van allenieuwe dossiers voorwerken aan de gemeentelijkegebouwen en wegen.2009 : status toegankelijkheidgemeentelijke infrastructuur.2010 : eersteopvolgingsverslag status +rapportering in hetjaarverslag.Om de mobiliteit vanpersonen met een handicapte ver<strong>be</strong>teren, zal hetCentrum (weginfrastructuurmet aangepaste voetpaden)worden ingericht zodatrolstoelgebonden personen


38G/Mo/1/2/ In de mate datpersonen met een handicap,waarvoor het OCMW van<strong>Overpelt</strong> <strong>be</strong>voegd is tot hetverlenen van steun, geengebruik kunnen maken vanopenbaar vervoer en/of<strong>be</strong>perkt zijn in hunmogelijkheden om zichbuitenshuis te verplaatsen,zorgt het lokale <strong>be</strong>stuur vooralternatief vervoermet een handicap zichzonder hindernissen kunnenverplaatsen.Personen die omwille hunziekte of handicap <strong>be</strong>perktzijn in hunvervoersmogelijkheden en diegeen financiëlemogelijkheden heb<strong>be</strong>n omzich door professionelen telaten vervoeren, worden in demate van de mogelijkhedendie de vrijwilligersdienst“minder-mobielen-centrale”biedt geholpen.Personen met een handicapdie zich buitenshuis slechtskunnen verplaatsen met eenelektrische rolstoel of die zichin een gewone rolstoelverplaatsen maar niet in eengewone rolstoel kunnenplaatsnemen, kunnen, tegenhetzelfde remgeld als degebruikers van de mindermobielen-centrale,gebruikblijven maken van hetrolstoelvervoer voor personenmet een handicap, evenwelnadat is onderzocht of deverplaatsing realiseerbaar ismet het openbaar vervoeraan een aanvaardbare prijs.De minder-mobielen-centralerapporteert jaarlijks over deprestaties die geleverdworden ten <strong>be</strong>hoeve van dedoelgroep. Dit rapport wordtopgenomen in hetjaarverslag.Het huidige reglementrolstoelvervoer wordtgeëvalueerd en aangepastaan de resultaten van dezeevaluatie, i.c. de nieuweontwikkelingen (cf.rolstoelvervoer voor mindermobielen van De Lijn) tegeneind <strong>2008</strong>.Jaarlijkse rapportering van deactiviteiten in het jaarverslag.CULTUUR & VRIJE TIJDG/Vt/1 Strategische doelstelling : cultuur & vrije tijdHet lokale <strong>be</strong>stuur van <strong>Overpelt</strong> wil dat aan alle sportieve, culturele en vrijetijdsactiviteiten ingelijke mate kan geparticipeerd worden door validen en personen met een handicap en zijwenst inspanningen te doen om zowel het maatschappelijke klimaat als de materiëlevoorwaarden te scheppen om dit mogelijk te makenG/Vt/1/1/ Bij allemanifestaties die door hetgemeente<strong>be</strong>stuur en/of haaroperationele organisatiesworden georganiseerd, zalaandacht zijn voor de fysieketoegankelijkheid en/ofmateriële faciliteiten om hetde personen met eenhandicap mogelijk te makendeel te nemen en demanifestaties te volgen.Bij openluchtactiviteiten diedoor het gemeente<strong>be</strong>stuuren/of haar operationeleorganisaties wordengeorganiseerd, zal steedsworden onderzocht of hetwenselijk en haalbaar is omeen plaats te voorzien waarpersonen met een handicapen mensen met een <strong>be</strong>perktemobiliteit de manifestatieskunnen volgen.In de draaiboeken van deopenluchtactiviteiten wordtsteeds opgenomen dat ereen plaats voor personen meteen handicap zal zijn indiendit wenselijk en haalbaar is.Ieder jaar in decem<strong>be</strong>r zal degehandicapadviesraadrapporteren over de wijzewaarop zonering werdtoegepast.


39G/Vt/1/2/ Verenigingen diegrotere manifestatiesorganiseren moeten wordenaangespoord om specifiekemaatregelen te nemen (indiendie wenselijk en nodig zijn)om personen met eenhandicap en mensen metmobiliteits<strong>be</strong>perkingen toe telaten om deel te nemen.De welzijnsdienst van hetlokale <strong>be</strong>stuur wordt hetaanspreek- en adviespuntvan de verenigingen diewensen in te gaan op devraag om hun organisatiehandicapvriendelijk te maken.Voor alle verenigingen wordt,voor zowel hun gewonewerking als voor hunmanifestaties, een brochureter <strong>be</strong>schikking gesteld mettips en adviezen over dewijze waarop zij detoegankelijkheid enparticipatie van personen meteen handicap kunnenverhogen. Deadline :31/12/2009G/Vt/1/3/ Manifestaties vanverenigingen en instellingendie specifiek gericht zijn oppersonen met een handicap,moeten wordenaangemoedigd om huninitiatief open te stellenvoorvalide derden.G/Vt/1/4/ Voor culturele (en inde mate van het mogelijkesportieve) organisaties vanhet lokale <strong>be</strong>stuur of haaroperationele organisaties,moet de marketing strategiegericht zijn op de inclusie vande bijzondere doelgroepen(senioren, personen met eenhandicap, kansarmen).Verenigingen en instellingenvoor personen met eenhandicap diedoelgroepgerichtemanifestaties op touw zetten,kunnen terecht op dewelzijnsdienst (of personenmet een handicaploket) voorspecifieke advies inzakegemengde participatie.Brochures, flyers, afficheszullen zowel naarverspreiding als naar inhoudmede gericht zijn op debijzondere doelgroepen.De welzijnsdienst rapporteertaan degehandicapadviesraad overhet aantal en de aard van deadviezen die werden verstrektaan organiserendeverenigingen. Samen methet rapport van degehandicapadviesraad<strong>be</strong>treffende de eigenmanifestaties van het lokale<strong>be</strong>stuur wordt dit rapportopgenomen in hetjaarverslag.De welzijnsdienst rapporteertaan over de aard en dehoeveelheid adviezen diewerden verstrekt. Dit rapportwordt opgenomen in hetjaarverslag.Palethe rapporteert aan dewelzijnsdienst, degehandicapadviesraad en deseniorenraad over dedeelname van dedoelgroepen aan huninitiatieven.


40ZORGBEHOEFTENZie ZORGBEHOEFTEN SENIORENSENIOREN *S/ OpdrachtverklaringDe lokale <strong>be</strong>sturen van <strong>Overpelt</strong> willen er naar streven dat de senioren van de gemeentekunnen verblijven in een gepaste en door hen gewenste omgeving en willen er voor zorgendat zowel de materiële omstandigheden als de immateriële voorwaarden tot maximaleintegratie aanwezig zijn om een blijvend harmonieus <strong>be</strong>staan te kennen.* Onder de term “senioren” worden alle personen <strong>be</strong>grepen die de leeftijd van 60 jaarheb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>reikt. Daar waar nodig wordt de term “ouderen” gebruikt waarin dan verwezenwordt naar de verhoogde kans op de aanwezigheid van zorg<strong>be</strong>hoeften.3.3.1. WONENS/Wo/1/ Strategische doelstelling : Intramurale en semi-intramurale zorgDe senioren moeten de kans krijgen om uit vrije wil en maximaal onafhankelijk van demogelijkheden die thuiszorg kan bieden, te kiezen voor een aangepaste huisvesting in een<strong>be</strong>jaardenwoning, een serviceflat of een opname in een rustoord en dit in eigen gemeente ofmits hun toestemming in een nabije gemeente of een plaats van hun voorkeur.S/Wo/1/1/ ServiceflatsDe 68 serviceflats die vanaf2009 door het OCMW zullenworden uitgebaat, moetenmaximaal worden <strong>be</strong>zet doorsenioren van <strong>Overpelt</strong> infunctie van de meestpassende woon<strong>be</strong>hoeften.Bij het in gebruik nemen vande uitbreiding serviceflatsSeppehof zal gestreefdworden naar een maximale<strong>be</strong>zetting op de korstmogelijke tijd.Zoals dat ook nu het gevalis, zullen de serviceflats,<strong>be</strong>houdens onder<strong>be</strong>zetting,uitsluitend wordenvoor<strong>be</strong>houden aan inwonersvan <strong>Overpelt</strong>. Deuitzonderingsclausule voorgewezen inwoners van degemeente zal wordengeëvalueerd en eventueelaangepast.De werking van deopnamecommissie zalworden geëvalueerd eneventueel aangepast aan denoodwendigheden.De samenwerking met hetrustoord Immaculata<strong>be</strong>treffende zorgverlening enDe serviceflats Seppehofzullen vanaf maart <strong>2008</strong> een<strong>be</strong>zetting kennen van 80 %en vanaf 2009 een <strong>be</strong>zettingvan 100%Bij het opmaken van hetnieuwe huishoudelijkreglement enopnamereglement zal deuitzonderingsclausule voorgewezen inwoners van<strong>Overpelt</strong> wordengeëvalueerd en na adviesvan de seniorenraad wordenaangepast.Jaarlijks zal over de werkingvan de opnamecommissieworden gerapporteerd in hetjaarverslag.Tweejaarlijks, te <strong>be</strong>ginnen in<strong>2008</strong>, zal de werking van deopnamecommissie wordengeëvalueerd in functie vande doelstellingen van de<strong>be</strong>sturen.


41S/Wo/1/2/RustoordHet gemeente<strong>be</strong>stuur wil, insamenwerking met hetrustoord (of eventueelandere partners), devolledigeprogrammeringscapaciteitaan rustoord<strong>be</strong>dden<strong>be</strong>nutten door stimulerenden facilitair op te treden.2.3. BejaardenwoningenHet gemeente<strong>be</strong>stuur wil,naast het rustoord, metgeïntegreerde zorg en deserviceflats met minimaalgegarandeerdezorg,aangepaste woningenvoorzien voor senioren die<strong>be</strong>hoefte heb<strong>be</strong>n aanaangepaste woningenzonder dat daaraan enigezorgcapaciteit aanverbonden is.opname<strong>be</strong>leid, wordtgeëvalueerd en verder gezetna eventuele bijsturing.Hierover wordt eenschriftelijke overeenkomstafgesloten.Er zal op periodieke basis,een overleg wordengeorganiseerd tussenvertegenwoordigers van hetrustoord, het college vanburgemeester en schepenenen het OCMW waarop indiennodig ook de directie van hetRevalidatie en MS Centrumen/of de directies van deandere instellingen wordenuitgenodigd, met als doel omde dossiers <strong>be</strong>treffende deuitbreiding van het rustoordop te volgen en te versterkenen de werking van deinstellingen te coördinerenvoor problemen waarbij erraakvlakken kunnen zijn.Bij ieder woningbouwprojectvan enige omvang dat in<strong>Overpelt</strong> wordt ontwikkeld,zal het gemeente<strong>be</strong>stuur deprojectuitvoerder trachten teovertuigen om minstens 1woning te voorzien die isaangepast is aan specifieke<strong>be</strong>hoeften van senioren(grootte, <strong>be</strong>reikbaarheid,rolstoeltoegankelijk.De afgevaardigde van degemeente bij de socialebouwmaatschappij KempischTehuis, draagt er zorg voordat bij uitbreiding van hetwoningen<strong>be</strong>stand (in één ofmeerdere projecten), ersteeds minstens 1 specifiekewoning wordt voorzien voorsenioren per 20 woningen.Indien in de loop van deplanningsperiode deIn <strong>2008</strong>, voor de opening vanhet Seppehof zal met dedirectie van rustoordImmaculata wordenonderhandeld om te komentot een nieuwe (schriftelijke)overeenkomst oversamenwerking omtrent zorgen opname<strong>be</strong>leid.Vanaf <strong>2008</strong> zal er eenmaalper jaar een overleg wordengeorganiseerd tussen dedirectie van het rustoord, hetcollege van burgemeester enschepenen en het OCMW,waaraan bij uitbreiding ennaargelang de <strong>be</strong>hoeften dedirecties van andereinstellingen wordenuitgenodigd.Voor nieuwe projecten vanKempisch Tehuis die wordengepland vanaf 2009 wordt erper twintig woningen eenseniorenwoning voorzien.De <strong>be</strong>hoeften aanseniorenwoningen en demogelijkheden van de marktworden iedere twee jarengeëvalueerd in hetjaarrapport met het oog opde eventuele bijsturing vanhet programma en derealisatie van bijkomendewoningen.


422.4. Senioren die in hunhuis wensen te blijvenwonen, moeten op dehoogte zijn van allefaciliteiten die voorhandenzijn om dit mogelijk temaken, zowel voor wat<strong>be</strong>treft eventueleaanpassingen aan dewoning als voor de thuiszorg.noodzaak zou blijken aanmeer aangepastehuisvesting voor seniorencentraal in de gemeente ofgedecentraliseerd in dewijken, kunnen de <strong>be</strong>stureneventueel daartoe hetinitiatief nemen,gebruikmaken van systemenvan alternatieve financiering.Binnen het seniorenloket(seniorendienst) wordt , insamenwerking met degemeentelijke woondienst eneventueel externe partners,de nodige expertiseontwikkeld om de senioren tesensibiliseren en teadviseren omtrentaanpassingen aan hunwoning.De seniorendienst ontvangtde vragen voor thuiszorg,organiseert die hulpverleningin samenwerking met deexterne partners, volgt deresultaten op en coördineertde professionele en demantelzorg.Vanaf 2009 rapporteert deseniorendienst jaarlijkse overhaar activiteiten rondsensibilisering en adviseringvan woonproblemen bijsenioren.In het opvolgingsrapportover de toegankelijkheid vanJaarlijks wordt hierovergerapporteerd.3.3.2. MOBILITEITS/Mo/1Strategische doelstelling : mobiliteit voor seniorenOm de senioren blijvend in de maatschappij geïntegreerd te houden en vereenzaming tevoorkomen, moeten zij over voldoende middelen kunnen <strong>be</strong>schikken om zich, zoals deandere burgers te kunnen verplaatsen en dit volgens de eigen fysieke en materiëlemogelijkhedenS/Mo/1/1/ OpenbaarvervoerSenioren (en anderehulp<strong>be</strong>hoeftigen) die thuisverblijven, maar ook zij die ineen rustoord of een RVTverzorgd worden, moetenvoeling houden met defamilie en de plaatselijkesamenleving en moeten zichdaarom makkelijk kunnenverplaatsen. De lokale<strong>be</strong>sturen zullen daarom insamenspraak met deDe <strong>be</strong>sturen zullen demogelijkheden die hetopenbaar vervoer (De Lijn)biedt met de <strong>be</strong>lbus en hetaangepast vervoer voorpersonen met een handicapopvolgen en promoten via deseniorendienst van hetOCMW.Jaarlijks worden demogelijkheden van hetopenbaar vervoer minstenséénmaal <strong>be</strong>kend gemaaktvia het gemeentelijkinformatieblad.


43diensten voor openbaarvervoer en privatevervoerders de mobiliteit vandeze doelgroep maximaalfaciliteren.S/Mo/1/2/ Bijzondere hulpVoor senioren die geengebruik meer kunnen makenvan het openbaar vervoer endaardoor aangewezen zijnop derden voor hunbijzondere verplaatsingen,zullen de lokale <strong>be</strong>sturen viade handhaving of uitbreidingvan de <strong>be</strong>staande initiatievengepaste hulp voorzien.S/Mo/1/3/ Eigen vervoerSenioren die gebruik makenvan hun eigenvervoermiddel,gemotoriseerd of niet,moeten blijvend getraindworden om hun kennis vanhet verkeersreglement up-todatete houden en hunrijvaardigheden te trainen.De minder mobielen centrale(MMC) zal verder wordenuitgebouwd door gerichtewerving en vorming vanvrijwilligersHet systeem vanrolstoelvervoer zal opdezelfde basis als nu en meteenzelfde toegang (kostprijs)als de MMC wordenverdergezet.Jaarlijks wordt er voor allesenioren via Palethe eenopfrissingscursus over hetverkeersreglementgeorganiseerd.Senioren die dat wensenkunnen zich éénmaal per 3jaren laten testen op hunrijvaardigheid met de fiets ofmet de auto.Elk jaar zal er éénwervingsactie voorvrijwilligers worden gevoerd,met telkens ééninformatiesessie over deMMC.Jaarlijks wordt er voor devrijwilligers een gezelligsamenzijn georganiseerd.Minstens 1 keer per jaarworden de diensten MMC enrolstoelvervoer in hetgemeentelijk informatieblad<strong>be</strong>kend gemaakt.Ieder jaar zal in hetjaarverslag wordengerapporteerd over <strong>be</strong>lbusen over het aangepastvervoer voor personen meteen handicap van De Lijn.Jaarlijks wordt éénopfrissingscursusverkeersreglementgeorganiseerd in Palethe.Vanaf 2009 wordt(driejaarlijks) insamenwerking(overeenkomst) met derijscholen aan de seniorende mogelijkheid geboden omin één sessie hunrijvaardigheid met auto telaten testen metprofessioneel advies.Vanaf 2009 wordt insamenwerking(overeenkomst) met hetB.I.V.V. aan de senioren demogelijkheid geboden omhun rijvaardigheid met defiets te laten testen metprofessioneel advies.


44S/Mo/1/4/ Om hunverplaatsingsmogelijkhedenin en buiten hun woning te<strong>be</strong>waren moeten voorsenioren mogelijkhedenworden geschapen om zichveilig buitenshuis te <strong>be</strong>gevenen moeten risico’s worden<strong>be</strong>perkt op ongevallen inhuis die de mobiliteit<strong>be</strong>dreigen.Naast de maatregelen ter<strong>be</strong>vordering van detoegankelijkheid voorpersonen met een handicap,zullen er bij de inrichting vanhet centrum voldoendezitbanken worden voorzien.De welzijnsdienst zal samenmet de seniorenraad eentweejaarlijkse informatie- envormingscampagne opzettendie gericht is op valpreventieen veiligheid in huis.In het opvolgingsrapportomtrent de toegankelijkheid(zie personen met eenhandicap) wordt aandacht<strong>be</strong>steed aan de specifiekenoden van senioren eninzonderheid deaanwezigheid van voldoendezitbanken op de meestcourante looproutes.3.3.3. CULTUUR & VRIJE TIJDS/Vt/1Strategische doelstelling : GemeenschapsvormingVoor senioren wil het gemeente<strong>be</strong>stuur, ter compensatie van de integratieve werking van dear<strong>be</strong>idsomgeving, zorgen voor de mogelijkheden om zich in eigen midden, dan wel in hetgebruikelijke gemeenschapsleven te integreren, zich persoonlijk verder te ontwikkelen of zichgepast te ontspannen.S/Vt/1/1/ DienstencentrumEen dienstencentrum, al danniet erkend en eventueel insamenwerking met hetrustoord Immaculata, moetvoor de <strong>Overpelt</strong>se senioreneen aanspreekpunt zijn vooral hun specifieke hulpvragen,een centrum zijn voor kleinezorgen, een contactpunt zijnvan leeftijdsgenoten en indienmogelijk een plaats zijn voordoelgroepgerichteontspannings- envormingsactiviteiten.In het kader van het gewoneoverleg (zie hoger) en methet oog op de uitbreiding vanvernieuwing van het rustoord,zal met de directieonderzocht worden of eenvolwaardig dienstencentrumkan ingericht worden (binnende omschrijving van deseniorencampus) en op welkewijze de samenwerking hierrond kan verlopen.Met het oog op eengefaseerde aanpak en binnende ruimtelijke en financiëlemogelijkheden, worden devolgende initiatieven alsonderdeel van eendienstencentrum onderzochten geïmplementeerd indiendit haalbaar en wenselijk blijkt:1. Binnen het <strong>sociaal</strong> huiswordt een dienst voorpersonen met eenhandicap en eenseniorendienst opgerichtvoor alle doelgroepspecifieke hulpvragen.Bij het driejaarlijkse evaluatievan dit meerjarenplan (2010)zal er over de voortgang vanhet dossier “dienstencentrum”worden gerapporteerd enindien nodig bijgestuurd metde volgende vragen alsleidraad :1. Bestaat de mogelijkheidom in samenwerking methet rustoord Immaculataeen volwaardigdienstencentrum op terichten en uit te baten?2. Blijkt uit deregistratiecijfersvoldoende de<strong>be</strong>staansreden voor eendienst met personen meteen handicap en eenseniorendienst? Is hetonderbrengen van hetloket of de antenne op decampus eenmeerwaarde?3. Is er op de campus eenaanlooppunt ingericht?Zo neen, waarom niet?


45Indien dit ruimtelijkmogelijk is wordt het loketvan deze dienst of eenantenne ervan, verplaatstnaar de seniorencampus.2. Binnen deseniorencampus(rustoord, Wuytenhof,Seppehof) wordt, indienmogelijk en wenselijk, eenaanlooppunt (cafetaria)ingericht alsontmoetingsplaats voorsenioren in de daartoegeëigende en<strong>be</strong>schikbare ruimten(commerciële ruimte,polyvalente zalen).3. Samen met het rustoordImmaculata wordtonderzocht of,aansluitend bij de hetdagcentrum, kleinedagelijkse verzorging (vb.was<strong>be</strong>urt, pedicure,warme maaltijd) kanworden verleend aanthuis wonende senioren.Zo ja, met welkeresultaten (registratie)?4. Worden er op de campussamen met Immaculata)kleine zorgen verstrekt?Zo ja, dewelke? Metwelke resultaten(registratie)? Zo neen,waarom niet?5. Worden er binnen deinfrastructuur van decampus vormings- en/ofontspanningsactiviteitengeorgansieerd voor buitenwonende senioren? Zoja, met welke resultaten(registratie)? Insamenwerking met deanimatiedienst vanImmaculata? Insamenwerking met decultuurdienst? Zo neen,waarom niet?S/Vt/1/2/ SeniorendienstPaletheSenioren moeten, net zoalspersonen met een handicap,kunnen deelnemen aan degewone culturele envormende activiteiten dieworden georganiseerd doorPalethe.De infrastructuur van deseniorencampus wordtoptimaal <strong>be</strong>nut voordoelgroep specifiekevormings- enontspanningsactiviteitenvoor alle senioren van<strong>Overpelt</strong> die door dewelzijnsdienst, deseniorendienst of decultuurdienst wordenaangeboden, indienmogelijk in samenwerkingmet de animatiedienst vanhet rustoord.Binnen de normalemarketingstrategie wordt erdoor Palethe bijzondereaandacht <strong>be</strong>steed aandeelname van senioren aande gewone programmatie.Palethe rapporteert aan dewelzijnsdienst, degehandicapadviesraad en deseniorenraad over dedeelname van dedoelgroepen aan huninitiatieven.


46S/Vtr/1/3/ SeniorendienstDe BemvoortSportcentrum De Bemvoortzal voor de lichamelijke fitheidvan de senioren een specifiekprogramma ontwikkelen enverder bijzondere aandacht<strong>be</strong>steden aan de inclusiviteitvan de senioren in hetbijzondere aanbod.S/Vt/1/4/ SeniorenraadDe seniorenraad moet zijn rolals extern adviesorgaan datin staat voor de<strong>be</strong>leidsadvisering van hetlokale <strong>be</strong>stuur opnemen.Vanaf werkjaar 2009/2010 zalhet sportcentrum DeBemvoort een programmauitwerken dat gericht is op dealgemene fitheid van deseniorenIn samenwerking met dewelzijnsdienst wordenbuurtnabije en aangepastesportactiviteiten (vb.wandelen, fietsen,petanque…) georganiseerddie specifiek gericht zijn dedeelname van senioren.De seniorenraad treedt op alseen echt adviesorgaan en<strong>be</strong>langen<strong>be</strong>hartiger van allesenioren en hunverenigingen.De seniorenraad ondersteuntde verenigingen en zoektsamen met dezeverenigingen naarmogelijkheden om departicipatiegraad van desenioren te verhogen.Vanaf het werkjaar <strong>2008</strong>-2009 zal Sportcentrum DeBemvoort rapporteren overde activiteiten die werdenontwikkeld voor senioren enover de wijze waarop diewerden bijgewoond.De welzijnsdienst samen metde sportdienst, rapporterenover de aard van deactiviteiten die in het kader deinclusiviteit werdengeorganiseerd en over dewijze waarop die werdenbijgewoond.In 2009 wordt de werking vande seniorenraad geëvalueerden georganiseerd als echteadviesraad en<strong>be</strong>lang<strong>be</strong>hartiger van allesenioren.In 2009 (werkjaar2009/2010) wordt deseniorenraad <strong>be</strong>trokken bijde programmatie van decultuur- en sportdienst.3.3.4. ZORGBEHOEFTENS/Zb/1 Strategische doelstelling 1 : ThuiszorgHet lokale <strong>be</strong>stuur van <strong>Overpelt</strong> stelt zich tot doel om voor alle burgers van de gemeente dieomwille van hun leeftijd (en bij uitbreiding omwille van hun ziekte of handicap) <strong>be</strong>perkt zijnom zonder hulp van derden in hun woning te verblijven, samen met de partners op hetwerkterrein, de nodige ondersteuning te voorzien om het zelfstandig wonen blijvendmogelijk te maken en deze professionele en vrijwillige hulpverlening te coördeneren.S/Zb/1/1/ GezinszorgSamen met de WelzijnsregioNoord-Limburg en alleandere erkende diensten die<strong>Overpelt</strong> als werkgebiedheb<strong>be</strong>n, owrdt aan deaanvragers waarvan de noodeffectief wordt vastgesteld,gezinszorg aangebodenbinnen de administratieve ende kwaliteitsnormen van deVlaamse Gemeenschap.S/Zb/1/2/ HuishoudhulpDe poetsdienst van hetOCMW wordt uitgebouwdDe aanvragers, waarvan denood effectief wordtvastgesteld, wordendoorverwezen naar deerkende diensten en dedoorverwijzing wordtopgevolgd.Naast (of ter vervanging) vande in dienst zijndeDe aanvragers waarvan denood aan gezinszorgeffectief wordt vastgesteldmoeten deze hulp <strong>be</strong>komenbinnen de maand na deaanvraag.Voor de aanvragers waarvande nood door een <strong>sociaal</strong>


47zodat, rekening gehoudenmet de financiëledraagkracht, kan wordentegemoetgekomen aan de<strong>be</strong>hoeften van dethuisverblijvende senioren(bij uitbreiding zieken enpersonen met een handicap)en dit als een aanvullende ofeen alternatievedienstverlening van degezinszorg dan wel voor hetinvullen van een eigen nood.gesubsidieerdecontractuelen, zal hetdiensten<strong>be</strong>drijf verderworden uitgebouwd in functievan de vastgestelde<strong>be</strong>hoefte en zal iedereandere mogelijkheid die zichvoordoet om gesubsidieerdpersoneel aan te wervenworden onderzocht opeffectiviteit en financiëlehaalbaarheid.Voor de senioren die,rekening gehouden met deprijs voor een dienstenchequeen eventuele<strong>be</strong>lastingsvoordelen,financieel onvoldoendedraagkrachtig zijn om hulpvia het diensten<strong>be</strong>drijf te<strong>be</strong>talen, wordt eensteunverleningssysteemuitgewerkt van remboursen,zodat iedere <strong>be</strong>nificiant zijnhuishoudhulp <strong>be</strong>taalt inverhouding tot het inkomenconform aan het huidigesysteem.Indien er een aanbod komtvan een derde organisatiedie huishoudhulp aanbiedtvan een <strong>be</strong>hoorlijke kwaliteiten die <strong>be</strong>reid is omdaadwerkelijke inspraak teverlenen aan de eigendiensten van de <strong>be</strong>sturenover de aard en dehoeveelheid toe te kennenhulp, kan hierop een <strong>be</strong>roepworden gedaan.Indien zich op het werkveldpogingen voordoen om dehuishoudhulp op een grotereschaal te organiseren (vb.Welzijnsregio Noord-Limburg), zal hieraan wordenmeegewerkt indien blijkt dateen centrale organisatieduidelijke schaalvoordelenbiedt en de <strong>Overpelt</strong>se<strong>be</strong>volking op een voldoendewijze zal worden <strong>be</strong>diend.onderzoek effectief wordtvastgesteld, mogen er vanaf2009 slechts <strong>be</strong>perktewachtlijsten <strong>be</strong>staan voorhuishoudhulp. De alszorg<strong>be</strong>hoeftige erkendepersonen moeten binnen demaand aangepastehuishoudhulp <strong>be</strong>komen.


48S/Zb/1/3/ KlusjesdienstDe klusjesdienst moet eenSOS-dienst worden die bijsenioren (en bij uitbreidingbij zieken en personen meteen handicap), kleine maardringende en vaakonvoorziene herstellingenkomt uitvoeren waarvoor hetvragen van een vakmanomwille van de omvang of deurgentie niet kan of nietredelijk is. Grotereonderhoudswerken <strong>be</strong>horenhier niet toe.S/Zb/1/4/ Warme maaltijdenSenioren (en bij uitbreidingzieken en personen met eenhandicap) moeten in demogelijkheid zijn omminstens gedurende dewerkdagen een warmemaaltijd te kunnen nemen inhun woning of op eencentrale plaats.Vanaf <strong>2008</strong> zal deklusjesdienst enkel nogworden ingezet om kleinemaar dringende en vaakonvoorziene herstellingen uite voeren waarvoor mengeen vakman kan vragenomdat de uit te voerenwerken te klein zijn of omdatzij dringende zijn.Iedere concurrentie metdiensten wordt vermeden.Bij grotere herstellings- ofonderhoudswerken (vb.tuinonderhoud, verf- en<strong>be</strong>hangwerken), dienen desenioren <strong>be</strong>roep te doen opde mantelzorg en/of privatevaklui en bij financieelonvermogen kan men, naaanvraag en <strong>sociaal</strong>onderzoek, <strong>be</strong>roep doen opde steunverlening van hetOCMW.Zolang er op de maktprofessionelen zijn diekwalitatief goede warmemaaltijden aan huis<strong>be</strong>zorgen ten eenaanvaardbare prijs, zal doorde sociale dienst slechtsworden doorverwezen naarde sector.Indien er geen professioneletraiteurs meer zijn die de<strong>be</strong>deling van warmemaaltijden doen of dekwaliteit ontoereikend is, zalworden getracht om eenovereenkomst te sluiten meteen partner die de <strong>be</strong>delingzal doen. Het al dan nietrechtstreeks aanvragen enfactureren van de maaltijdenzal tot deonderhandelingsmaterie<strong>be</strong>horen.Koude <strong>be</strong>delingen wordenslechts als alternatiefaanvaard, indien het <strong>be</strong>stuurVanaf 2009 wordt deklusjesdienst een SOSdienstdie, tegen hetgebruikelijke tariefgebaseerd op inkomen,kleine maar dringende envaak onvoorzieneherstellingen komt uitvoerenwaarvoor het vragen van eenvakman omwille van deomvang of de urgentie nietkan of niet redelijk is.Senioren (en bij uitbreidingzieken en personen met eenhandicap) waarvan de noodkan worden vastgesteld opbasis van algemeengekende situatie, moetenverzekerd zijn van minstens5 warme maaltijden perweek en dit binnen de weekna de aanvraag.


49S/Zb/1/5/ MantelzorgMantelzorg is,complementair aaneventuele professionelehulp, een onmisbare schakelin talrijke thuiszorgsituatiesvan senioren. Het lokale<strong>be</strong>stuur wil bijdragen in dekwaliteits<strong>be</strong>vordering van demantelzorg en demantelverzorger.er niet in slaagt om eenwarme <strong>be</strong>deling te latendoen door een traiteur.Indien er geen <strong>be</strong>deling is,kan worden overwogen omin samenspraak met rustoordImmaculata (of een andereinstelling), de senioren dieerom verzoeken tevervoeren om de warmemaaltijd in de instelling tenemen.Indien tijdens deuitvoeringsperiode de noodzou blijken aan een eigen<strong>be</strong>deling, omwille van eenreëel vastgestelde nood, decontinuïteit en/of eenbudgettaire noodwendigheid,kan worden overwogen om,met als leverancier één vande grote gaarkeukens vaneen instelling in degemeente, een eigen<strong>be</strong>deling te starten.Het lokale <strong>be</strong>stuur zalkortlopende maar intensievecursussen organiseren voormantelverzorgers, waarinthema’s rond zorgverlening,maar ookadministratief/juridische enpsycho-sociale thema’s aanbod.Indien hieraan nood blijkt te<strong>be</strong>staan wordt door hetlokale <strong>be</strong>stuur eenpraatgroep opgestart waarinmantelverzorgers samenkunnen spreken over huntaken en waar zij zichgesteund voelen.Dit vormingsinitiatief zal in detoekomst financiëlevergoedingen(mantelzorgtoelage en<strong>sociaal</strong>-pedagogischetoelage) vervangen.Vanaf 2009 wordt er jaarlijkseen vrijblijvendevormingssessiegeorganiseerd voormantelverzorgers.Binnen de welzijnsdienstwordt onderzocht (<strong>2008</strong>) ofer voldoende <strong>be</strong>langstellingis om een praatgroep voormantelverzorgers te starten.


50S/Zb/1/6/ CoördinatiethuiszorgDe <strong>be</strong>sturen willen dat dethuiszorg, waarin vaakmeerdere actoren actief zijn,op een kwaliteitsvolle maniercoördineren binnen decontouren van de SIT’s ofdaarbuiten indien dit nodigzou zijn.De thuiszorgcoördinatorwordt vrijgesteld voor de tijddie nodig is om die functie opeen kwaliteitsvolle eninnoverende wijze uit tevoeren.De thuiszorgcoördinator zalbinnen de structuren van deSIT aanwezig zijn en een rolspelen bij de ontwikkelinghiervan.Het aantal thuiszorgdossierswaarin eencoördinatievergadering wordtsamengeroepen, moetminstens gelijke tred houdenmet de stijging van dezorg<strong>be</strong>hoeften.Binnen de drie weken na deaanvraag tot coördinatie vaneen <strong>be</strong>trokken partner wordteen coördinatievergaderingsamengeroepen.3.4. GEZINNEN EN KANSENGROEPENK/ OpdrachtverklaringGezinnen en kansengroepen vinden in <strong>Overpelt</strong> een <strong>be</strong>zorgd, zorgzaam enzorgenverstrekkend <strong>be</strong>stuur dat hun kansen op een harmonieus leven en hun problemenherkent en erkent en dat voor iedereen een collectieve of een individuele oplossing zalaanreiken.3.4.1. WONENK/Wo/1 Strategische doelstelling 1 : WonenVoor jonge en minder <strong>be</strong>middelde gezinnen in het algemeen en de voor de kansengroepenin het bijzonder wil <strong>Overpelt</strong> in haar <strong>be</strong>leid <strong>be</strong>treffende ruimtelijke ordening en haarhuisvestings<strong>be</strong>leid aandacht <strong>be</strong>steden aan mogelijkheden om een <strong>be</strong>taalbare en aangepastewoning te kunnen bouwen, kopen of huren.K/Wo/1/1/ Bij het eigenprojecten of projecten insamenwerking met privatepartners, zal er uitdrukkelijkworden op toegezien dat eenrealistisch quotum van terealiseren woningen geschikten <strong>be</strong>taalbaar is voor jongegezinnen en voor personenen gezinnen die omwille vanomstandigheden in een<strong>be</strong>hartenswaardige positieverkeren.K/Wo/1/2/ Bij de ontwikkelingvan private verkavelingen zaler naar gestreefd wordeneen realistisch quotum van terealiseren woningen geschikten <strong>be</strong>taalbaar is voor jongeBij projecten van enigeomvang zal het lokale<strong>be</strong>stuur, voorafgaand aan hetverlenen van verkavelings- enbouwvergunningen, trachtenom afspraken te maken metde aanvragers over hetintegreren van goedkopenen/of sociale woningenVoor het verlenen vanvergunningen voor projectenmet een minimale omvang(minstens 50woongelegenheden) zal deontwikkelaar aangezetIn 2012 zijn minstens 150bouwpercelen gerealiseerddie geschikt en <strong>be</strong>taalbaarzijn voor jonge gezinnen envoor personen en gezinnendie omwille van


51gezinnen en voor personenen gezinnen die omwille vanomstandigheden in een<strong>be</strong>hartenswaardige positieverkeren.K/Wo/1/3/ Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuurmaakt een woonplan.K/Wo/1/4/ De socialehuisvestingsmaatschappijenmoeten worden aangezet omin <strong>Overpelt</strong> het quotum voorsociale huurwoningen tehalen.K/Wà/1/5/ De socialehuisvestingsmaatschappijenmoeten worden aangezet omde <strong>be</strong>schikbare gronden teontwikkelen en het maximaalaantal woningen te voorzien.K/Wo/1/6/ Naast hetgeen in(K/Wo/1/4/ is geschreven, zalhet Sociaal VerhuurkantoorNoord-Limburg wordenaangemoedigd om zo veelmogelijk huurwoningen in<strong>Overpelt</strong> te verwerven voorsociale verhuring.K/Wo/1/7/ Het OCMW zal detoestand op de huurmarktopvolgen en in functie van hetaantal cliënten in woningnooden de gemiddelde wachttijdenbij Kempisch Tehuis en hetSociaal Verhuurkantoor, eenaantal woningen inhuren voornoodopvang.K/Wo/1/8/ Het OCMW wilpreventief ingrijpen indien dewoonzekerheid van mensen<strong>be</strong>dreigd is.K/Wo/1/9/ Een huur- en<strong>be</strong>middelingsdienst zal deworden om via de typologievan de woningen eenleefbare mix van <strong>be</strong>woning tegaranderen.Opmaak van een woonplanwaarin de mogelijkeinstrumenten voor een <strong>lokaal</strong>woon<strong>be</strong>leid geïnventariseerden uitgediept worden.De socialehuisvestingsmaatschappijenen het lokale <strong>be</strong>stuur voereneen gerichte aankooppolitiekvoor de verwerving vanprojectgrondenDe derde fase van deBolakkers wordt gerealiseerd.De afgevaardigden van hetOCMW werken mee aan demaximale uitbouw van hetSociaal VerhuurkantoorNoord-Limburg om zoveelmogelijk huurpanden<strong>be</strong>reikbaar te maken voorsociale verhuring.Het OCMW <strong>be</strong>schikt over(een) woning(en) om ingevalvan rampspoed ofonmiddellijke woningnoodmensen van <strong>Overpelt</strong> tekunnen huisvesten.Een maatschappelijk werkerwordt (deels) vrijgesteld voorde <strong>be</strong>geleiding van mensendie door een gedwongenuitzetting <strong>be</strong>dreigd zijn in hunhuisvesting (cf. <strong>be</strong>moeizorg).Hulp zal op een actieve wijzeworden aangeboden vanafhet ogenblik dat het OCMWkennis heeft van feiten(wan<strong>be</strong>talingen of andere) dietot uitzetting kunnen leiden.Een maatschappelijk werkerwordt (deels) vrijgesteld omomstandigheden in een<strong>be</strong>hartenswaardige positieverkeren.In 2009 maakt het <strong>lokaal</strong><strong>be</strong>stuur gebruik van deconclusies van het <strong>lokaal</strong>woonplan bij de <strong>be</strong>oordelingvan stedenbouwkundigeprojecten.In 2012 <strong>be</strong>nadert het aantalsociale woningen hetgemiddelde in hetwerkingsgebied van desocialehuisvestingsmaatschappijen.De derde fase van DeBolakkers is minstens in 2012in de uitvoeringsfase.Het Sociaal Verhuurkantoorzal in 2010 minstens 30woningen huren en verhurenaan de aanvragers.Afhankelijk van de situatie<strong>be</strong>schikt het OCMW in 2010over 1 tot 3 woningen voornoodopvang of verhuring ingeval van dringendewoningnood (vb.uithuiszetting).Het aantal gedwongenuithuiszettingen wordtvermeden met eenaanvaardbare grens vanmaximum 3 gevallen per jaarvanaf 2009De maatschappelijk werksterrapporteert jaarlijks over de


52mensen van de doelgroep<strong>be</strong>geleiden en helpen bij hetzoeken van een huurwoning.mensen actief te helpenzoeken naar een woning ente <strong>be</strong>middelen bij deverhuurder.aard van de dossiers die zij<strong>be</strong>handelt en over de wijzewaarop de hulpverlening vatheeft op de problematischehuisvestingssituaties.3.4.2. WERKENK/We/1/ Strategische doelstelling 2 : WerkenOmdat het heb<strong>be</strong>n van een <strong>be</strong>taalde job algemeen aanvaard wordt als voornaamstevoorwaarde om te kunnen integreren in de maatschappij (inkomen en sociale contacten),willen het gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW ijveren om de <strong>be</strong>schikbare tewerkstelling in degemeente <strong>be</strong>reikbaar te maken voor zoveel mogelijk mensen en voor hen die omwille vaneen ar<strong>be</strong>idshandicap niet in het gewone ar<strong>be</strong>idscircuit kunnen worden opgenomen denodige maatregelen voorzien om hen te kunnen toeleiden naar een aangepastetewerkstelling (al dan niet in een aangepast ar<strong>be</strong>idszorgproject)K/We/1/1Traject<strong>be</strong>geleidingDe dienst Tewerkstelling &Opleiding van deWelzijnsregio Noord-Limburgis de <strong>be</strong>voorrechte partnertot het realiseren van deopleidings- enar<strong>be</strong>idstrajecten van hetcliënteel van het OCMW enmoet zich, onder impuls vande plaatselijkeafgevaardigde, richten tot demeest kwetsbaren.K/We/1/2/ Socialetewerkstelling via hetOCMWHet OCMW wil de cliëntendie voor hun inkomenafhankelijk zijn van eenleefloon, zelf tewerkstellenom hen in orde te makenmet de sociale zekerheid enom hen de kans te geven omEr wordt een procedureuitgewerkt om cliënten vanhet OCMW, van wie hetteam van mening is dat eenbijzonder opleidings- enar<strong>be</strong>idstraject nodig en zinvolis, door te verwijzen naarT&O Welzijnsregio en deresultaten op te volgenEr wordt naar gestreefd omprotocols af te sluiten, alleenof in samenwerking met deWelzijnsregio Noord-Limburg, met instellingen endiensten die bijzonderear<strong>be</strong>displaatsen kunnenbieden aan cliënten die niet,of niet meteen, in hetgewone ar<strong>be</strong>idscircuitkunnen wordentewerkgesteld.Er wordt jaarlijks in debudgetten een <strong>be</strong>dragingeschreven voor detewerkstelling van 4 cliëntendie leefloon genieten in hetkader van artikel 60§7 vande OCMW-wet.Er wordt een procedure(flowchart) uitgeschrevenvoor verwijzing en opvolgingvan de cliënten die door hetteam worden doorverwezen.Ieder kwartaal wordt detraject<strong>be</strong>geleider van deWelzijnsregio op het teamuitgenodigd voor opvolgingvan en overleg <strong>be</strong>treffendede doorverwezen cliënten.De traject<strong>be</strong>geleider vanT&O <strong>be</strong>geleidt permanent 20cliënten die zijndoorverwezen door hetteam. Minstens de helft vande cliënten waarvan hetteam en de traject<strong>be</strong>geleidervan oordeel zijn dat zijmoeten worden opgenomenin een bijzonderar<strong>be</strong>idszorgproject met alsfinaliteit dat zij binnen de 3maanden een ar<strong>be</strong>idsplaatskrijgen aangeboden.Er wordt jaarlijks minstens36 maanden tewerkstelling inhet kader van artikel 60§7gerealiseerd.Alle cliënten die wordentewerkgesteld in artikel 60§7worden doorverwezen naarT&O voor <strong>be</strong>geleiding.


53voldoende ervaring op tedoen om na dezetewerkstelling met succes tekunnen solliciteren in hetgewone ar<strong>be</strong>idscircuit.K/We/2/ Strategische doelstelling 3 : werken en gezinDe gemeente en het OCMW wensen dat de <strong>Overpelt</strong>se gezinnen waarvan <strong>be</strong>ide partnerswerken of de alleenstaanden met kinderen, hun kansen op tewerkstellingen en de uitbouwvan een professionele carriére maximaal kunnen <strong>be</strong>nutten door zorg te dragen voor een<strong>be</strong>reikbare en kwaliteitsvolle kinderopvang, door het coördineren en het faciliteren van de<strong>be</strong>staande initiatieven en/of door het inrichten en exploiteren van buitenschoolsekinderopvang.K/We/2/1/ Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>kinderopvangHet <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvangis niet enkel een inventarisvan initiatieven en <strong>be</strong>hoeftenmaar ook de basis voorcoördinatie van het aanbodaan kinderopvang en eeninstrument om vraag enaanbod op elkaar af testemmen.K/We/2/2/ . Buitenschoolsekinderopvang ’t Ravotterke’t Ravotterke vult de nichevan buitenschoolse opvangvoor kinderen van het lageronderwijs en pro<strong>be</strong>ert aanalle ouders van <strong>Overpelt</strong> eenkwaliteitsvolle enpedagogisch verantwoordeopvang te bieden op detijdstippen dat die nodig iswegenswerkomstandigheden.Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvanginventariseert jaarlijks deproblemen die <strong>Overpelt</strong>seouders ondervinden voor omhun kinderen een geschikteopvang te vinden en brengtalle partners rond de tafel inhet Lokaal OverlegKinderopvang om te<strong>be</strong>spreken op welke wijze dieproblemen kunnen wordenopgelost en initiatieven teplannen om tegemoet tekomen aan de <strong>be</strong>hoeften.Jaarlijks wordt in het <strong>lokaal</strong>overleg kinderopvang, bij de<strong>be</strong>spreking van de resultatenvan het onderzoek van dewachtlijsten, verslaguitgebracht over de werkingvan ’t Ravotterke en wordenvoorstellen gedaan<strong>be</strong>treffende de organisatie ende werking van het initiatief.Het OCMW als <strong>be</strong>heerdervan ’t Ravotterke volgt deevoluties op het terrein op enrapporteert aan het <strong>lokaal</strong>overleg kinderopvang en aanhet Overlegcomitégemeente<strong>be</strong>stuur/OCMWover de mogelijkheden diegeboden worden door deregelgeving (en desubsidiëring) om in te spelenop vastgestelde noden (cf.flexi<strong>be</strong>le opvang).Met het oog op eenJaarlijks wordt in de diverseinitiatieven een <strong>be</strong>vraginggeorganiseerd over dewachtlijsten (grootte en duur).De partners in het <strong>lokaal</strong>overleg <strong>be</strong>spreken deresultaten en doenvoorstellen (aan deerkennende en subsidiërendeinstanties en aan hetgemeente<strong>be</strong>stuur) van actiesom tegemoet te komen aande vraag.Het verslag vandebijeenkomst van het <strong>lokaal</strong>overleg kinderopvang wordt<strong>be</strong>sproken op hetOverlegcomité.Jaarlijkse rapportage aan het<strong>lokaal</strong> overleg kinderopvangen aan het Overlegcomitégemeente<strong>be</strong>stuur/OCMWover de evoluties in deregelgeving en subsidiëringmet mogelijke voorstellen totver<strong>be</strong>tering van de huidigeorganisatie.Jaarlijks en voor de eerstemaal in <strong>2008</strong> wordt in demaand septem<strong>be</strong>r eenevaluatie gemaakt van hetvoorbije werkjaar (septem<strong>be</strong>raugustus)en worden indiennodig aan de raad voormaatschappelijk welzijn (dieze agendeert in hetOverlegcomité


54ver<strong>be</strong>tering van de werking,de organisatie, depedagogische kwaliteit en deconformiteit aan deregelgeving, worden deactiviteiten van ’t Ravotterkedoorgelicht.gemeente<strong>be</strong>stuur/OCMW)voorstellen gedaan terver<strong>be</strong>tering van de werking,de organisatie en depedagogische kwaliteit.3.4.3. CULTUUR & VRIJE TIJDK/Vt/1/ Strategische doelstelling 4 : cultuur en vrije tijdHet gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW willen dat de <strong>Overpelt</strong>enaren voor hun persoonlijkeontplooiing en in functie van hun mogelijkheden en interesses, maximaal kunnen participerenvan het sociale en culturele leven van in hun onmiddellijke omgeving.K/Vt/1/1/ HetverenigingslevenHet verenigingsleven is eenonont<strong>be</strong>erlijk voorwaardevoor een individu om zich ineen lokale gemeenschap teintegreren en moet dus ookgestimuleerd en ondersteundworden om die taak waar temaken.K/Vt/1/2/ HetcultuurcentrumCC Paltehe moet het centrumzijn van cultuur<strong>be</strong>leving encultuurontwikkeling in degemeente.De cultuurraad moet, alsvertegenwoordiger en<strong>be</strong>langen<strong>be</strong>hartiger van deverenigingen, de rol van<strong>be</strong>leidsadviseur in dezematerie spelen.Door middel van eendoorzichtige subsidiëring vanverenigingen en activiteiten,stimuleert hetgemeente<strong>be</strong>stuur hetverenigingsleven als motorvan een lokale zorgzame,verdraagzame, stimulerendeen zingevende samenleving.In haar programmatie vanvoorstellingen en vormingenzal CC Palethe, naasteconomische en budgettaireoverwegingen, rekeninghouden enerzijds met devraag van de <strong>Overpelt</strong>enarenen anderzijds met deculturele ontplooiing.Bij de <strong>be</strong>kendmaking van deprogramma’s, wordt insamenwerking met hetOCMW gezocht naar nieuween/of alternatieve kanalen omspecifieke doelgroepen (cf.kansarmen) te <strong>be</strong>trekken bijde activiteiten van hetcultuurcentrum.Samen met het OCMW zalworden gezocht naarmogelijkheden om demiddelen van het fonds voorDe <strong>be</strong>leidsadviezen van decultuurraad over hetverenigingsleven en de wijzewaarop die kan wordenondersteund, wordt jaarlijksopgelijst en <strong>be</strong>sproken in hetjaarverslag.Vanaf 2009 zal er in decultuurraad een tweejaarlijkseevaluatie ge<strong>be</strong>uren van hetsubsidiëringsreglement enzullen indien nodigaanpassingen wordenvoorgesteld.Vanaf het werkjaar <strong>2008</strong>-2009 wordt voor minstens 2vooraf <strong>be</strong>paaldevoorstellingen een campagnegevoerd om de doelgroep uitte nodigen.Jaarlijks wordt een gedeeltevan de toelage voormaatschappelijk, culturele ensportieve ontplooiing <strong>be</strong>steedaan een bijzonderecampagne om kansarmenaan de voorstellingen en devormingen van CC Palethe telaten participeren. Hiervoorwordt een werkgroep ad hocgeïnstalleerd met het OCMW,de sport- de jeugd en decultuurdienst als partners.


55K/Vt/1/3/ Het sportcentrumHet sportcentrum en desportdienst moeten de motorzijn van activiteiten voor delichamelijke fitheid van de<strong>be</strong>volking ten <strong>be</strong>hoeve vaneen algemeen gezondebasisconditie voor iedereen.sportieve en cultureleparticipatie aan te wendenvoor een ruimecultuurspreiding ten <strong>be</strong>hoevevan de groep van kansarmen,gewoonlijk gedefinieerd alsmensen met een leefloon enmensen in budget<strong>be</strong>heer.Het sportcentrumprogrammeert ruime zuiverrecreatieve activiteitenevenals initiaties in degekende en erkende sportenmet het oog op een zo ruimmogelijke lichamelijkeontwikkeling van alle burgersvan <strong>Overpelt</strong> en van dekansarmen in het bijzonder.Bij de <strong>be</strong>kendmaking van deprogramma’s, wordt gezochtnaar nieuwe en/ofalternatieve kanalen omspecifieke doelgroepen (cf.kansarmen) te <strong>be</strong>trekken bijde activiteiten van hetsportcentrum.Samen met het OCMW zalworden gezocht naarmogelijkheden om demiddelen van het fonds voorsportieve en cultureleparticipatie aan te wenenvoor een ruime lichamelijkeontwikkeling ten <strong>be</strong>hoeve vande groep van kansarmen,gewoonlijk gedefinieerd alsmensen met een leefloon enmensen in budget<strong>be</strong>heer..Vanaf het werkjaar <strong>2008</strong>-2009 wordt een specifieke(doch anonieme) campagnegevoerd om de doelgroep telaten participeren aan deactiviteiten van hetsportcentrum.Er wordt samen met desportclubs een vademecumopgesteld en verspreid bij dedoelgroep over de activiteitenvan de <strong>Overpelt</strong>se sportclubsmet in<strong>be</strong>grip vancontactadressen en de urenvan de clubactiviteiten.Jaarlijks wordt een deel vande toelage voormaatschappelijk, culturele ensportieve ontplooiing <strong>be</strong>steedaan een bijzonderecampagne om kansarmen telaten deelnemen aan deeigen activiteiten van desportverenigingen of hen toete leiden naar de sportclubs.Hiervoor wordt eenwerkgroep ad hocgeïnstalleerd met het OCMW,de sport- de jeugd en decultuurdienst als partners.3.4.4. PERSOONSGEBONDEN PROBLEMENK/Pb/1/ Strategische doelstelling 5 : Financiële steunHet OCMW wil zijn kerntaak, namelijk het verlenen van financiële steun in al zijn vormen ende daarbij horende <strong>be</strong>geleidingen, aanwenden om de <strong>Overpelt</strong>enaren in de mogelijkheid testellen om hun leven in te richten op een materieel niveau dat in onze westerse samenlevingaanzien wordt als het minimum dat nodig is om “menswaardig” te kunnen leven met daarbijbijzondere aandacht voor de meest primaire <strong>be</strong>hoeften.K/Pb/1/1/ .Maatschappelijke integratieIn weerwil van deIedere aanvraagmaatschappelijke integratiezal in eerste instantieIeder <strong>sociaal</strong> verslag <strong>be</strong>vateen passsage over detewerkstellingskansen, de


56administratieve stroefheid dieeigen is aan deze federaleregelgeving, wil het OCMWhet instrument dat gebodenwordt door de wetmaatschappelijke integratiemaximaal aanwenden, viatewerkstelling of eventueelleefloon, om de aanvragers tevoorzien van een inkomen alsvoorwaarde tot integratie inde samenleving.<strong>be</strong>oordeeld worden op demogelijkheden om eentewerkstelling te realiseren enwordt indien nodig naar deVDAB en bij een bijzonderear<strong>be</strong>idshandicap, naar dedienst T&O van deWelzijnsregio Noord-Limburgof naar iedere anderegespecialiseerde dienst dieeen opleidings en/ofar<strong>be</strong>idstraject kan realiseren,verwezen.tewerkstellings<strong>be</strong>reidheid ende ar<strong>be</strong>idsattitudes van deaanvragers.K/Pb/1/2/ Financiële steun(algemeen)Het OCMW wil het verlenenvan financiële steunmaximaal personaliseren enaanpassen aan de echte<strong>be</strong>hoeften van de aanvragerin functie van de problemendie worden aangemeld en dieworden gedetecteerd tijdenshet <strong>sociaal</strong> onderzoek.K/Pb/1/3/ Financiële steun(specifiek)De aard van de verleendefinanciële steun moetaansluiten bij de bijzondereomstandigheden van iedereaanvrager en passen in deglobale <strong>be</strong>geleiding.Het aanvaarden van en hetmeewerken aan devoorgestelde<strong>be</strong>geleidingsplan <strong>be</strong>hoort totde minimale voorwaarden omeen leefloon te krijgen.Indien om deze reden, engeheel binnen de letter en degeest van de wet, eenleefloon wordt geweigerd,wordt hulp geboden in hetsysteem van financiële steunwaarbij de hoogte en de aardvan de hulpverlening kangemoduleerd worden infunctie van de attitude van deaanvrager.Tenzij als indicatie ofvergelijkingsbasis, worden ergeen algemeen geldendesteunverleningsbarema’sgebruikt maar wordt iederdossier <strong>be</strong>oordeeld op deaanwezige indicaties. Zowelde hoogte als de aard van definanciële steun maken deeluit van het <strong>be</strong>geleidingsplanen kunnen niet los wordengezien van de totale situatie.In de mate van het mogelijkewordt steun verleend inspeciën maar indien er in hetdossier elementen zitten diedoen twijfelen aan de juiste<strong>be</strong>steding of die doentwijfelen of op verkeerdezaken gespaard wordt,kunnen steunen wordenverleend in de vorm vantussenkomsten voorwel<strong>be</strong>paalde uitgavenTenzij dit niet relevant is voorde <strong>be</strong>treffende aanvraag ,wordt in ieder <strong>sociaal</strong> verslagin een aparte rubriek vermeldhoe het inkomen zichverhoudt tot het socio-vitaleminimum zoals dat door desociale dienst wordt gebruikt.Ieder <strong>sociaal</strong> verslag waarinwordt voorgesteld omfinanciële steun te verlenen,<strong>be</strong>paalt geargumenteerd opwelke wijze die steun moetworden toegekend.


57K/Pb/1/4/ Budget<strong>be</strong>heerArmoede door verkeerdebudgettering is een vaakernstige maar vermijdbare enoplosbare vorm van armoede.Het lokale <strong>be</strong>stuur wil, samenmet partners op het terrein,zoeken naar middelen tervoorkoming en verhelpingvan deze problemen bij deburgers.(medische kosten, huur,nutsvoorzieningen enz.)Binnen haalbare grenzen(maximum 15 dossiers pervoltijdse maatschappelijkwerker) wil het OCMW demensen van <strong>Overpelt</strong> dieomwille vanbudgetteringsproblemen inmoeilijkheden komen, helpenbij het oplossen van hunprobleem doorbudget<strong>be</strong>geleiding meteventueel het <strong>be</strong>heer van hunbudget.Om capaciteitsproblemen tevoorkomen wordt naarsamenwerking gezocht metandere diensten in dewelzijnssector die dezematerie in hun takenpakketheb<strong>be</strong>n en die <strong>Overpelt</strong> alswerkingsgebied heb<strong>be</strong>n.Voor cliënten van het OCMWdie in budget<strong>be</strong>geleiding zijnof die hieraan nood heb<strong>be</strong>n,worden met partnersspecifieke scholingsprojectenopgezet om het<strong>be</strong>geleidingsaspect teversterken.Budgethulpverlening blijft eenkerntaak van de socialedienst van het OCMW maarde case load wordt <strong>be</strong>perkttot maximum 15 dossiers permaatschappelijk werker. Totdit aantal is <strong>be</strong>reikt wordtgewerkt met een (nietchronologische) wachtlijst.In <strong>2008</strong> wordt gezocht naarsamenwerking met anderewelzijnsdiensten die hunwerkingsgebied in <strong>Overpelt</strong>heb<strong>be</strong>n. Eind <strong>2008</strong> moetenhierover de nodigeschriftelijke afspraken zijngemaakt.Vanaf 2009 moet er eenpermanente leer- endoegroep worden opgestartwaarin de cliënten inbudget<strong>be</strong>heer op eenmethodologisch aangepastewijze en in een nietstigmatiserend kader op eencollectieve wijze worden<strong>be</strong>geleid (<strong>2008</strong> zoeken vanpartners en uitwerken van hetproject)Omdat steeds meer mensennood heb<strong>be</strong>n aan vorming entraining rond budgettering,zuinig energiegebruik,consumenten<strong>be</strong>wustzijn endergelijke, zullen vormingsengespreksactiviteitenworden georganiseerd tervoorkoming vanbudgetproblemen.Tweemaal per jaar wordt ereen vormingsavondgeorganiseerd rond allerleirelevante thema’s <strong>be</strong>treffendede <strong>be</strong>steding van het budget.


58K/Pb/2/ Strategische doelstelling 6 : psycho-sociale problemenHet OCMW wil psycho-sociale problemen die inherent aanwezig zijn insteunverleningsdossier of soms verschijnen als geïsoleerde problemen in hulpvragen slechtszelf <strong>be</strong>handelen indien dit kan binnen de generalistische aanpak van het OCMW als eerstelijnsdienst en in het andere geval, wanneer remediëring niet mogelijk blijkt en eengespecialiseerde aanpak nodig is, doorverwijzen naar de meest passende diensten op detweede en derde lijn. Indien de cliënten ook daar geen hulp vinden, blijft het OCMW binnenhaar algemene opdracht <strong>be</strong>schikbaar om de kansen op integratie en menselijke waardigheidte vrijwaren.K/Pb/2/1/ DoorverwijzingHet OCMW wil diensten eninstellingen op de tweede enderde lijn, die gesubsidieerdworden vanuit de overheid endus <strong>be</strong>last zijn met eenoverheidstaak aanspreken opde resultaten die zij boeken inde dossiers die naar henworden doorverwezen.In ieder dossier waarbij hetOCMW een doorverwijzingdoet naar een dienst ofinstelling op de tweede ofderde lijn, zal periodiek(minstens half jaarlijks) eenvooruitgangsrapportagegevraagd worden aan departner uit het werkveld.In ieder dossier waarin decliënt werd doorverwezennaar een derde instantie iseen intakerapport aanwezigen een zesmaandelijksevooruitgangsrapport.K/Pb/2/2/ VangnetfunctieIedere cliënt die, eventueel nadoorverwijzing vanuit hetOCMW, nergens adequaatgeholpen wordt met zijnprobleem of die geweigerdwordt omwille van motivatie,aard van de problematiek ofzwaarte van het probleem,kan steeds <strong>be</strong>roep doen ophet OCMW voor hulp die kangeboden worden door de nietgespecialiseerdemaatschappelijk werker.K/Pb/2/3/SamenwerkingsovereenkomstenIndien het OCMWsamenwerkingsovereenkomsten afsluit met meewerkendederden, zullen dezeovereenkomsten steeds eeninspannings- en/ofresultaatsverbintenisinhouden.Iedere cliënt die zichaanmeldt of die wordtdoorverwezen door eenderde, wordt geholpen op dewijze die de maatschappelijkwerker en het team <strong>be</strong>palen.Niemand wordt geweigerd.Bij het niet naleven vanessentiële afspraken met dehulpverlener wordt dehulpverlening <strong>be</strong>sproken enaangepast aan deze feitelijkeomstandigheid met alscriterium de integratie in demaatschappij en de minimaleinspanning die van iedereburger verwacht wordt als lidvan die maatschappij,rekening houdend met depersoonlijkheid en de<strong>be</strong>palende factoren uit deomgeving.Samenwerkingsovereenkomsten die worden afgeslotenmet derden zullen steedsworden <strong>be</strong>oordeeld op deinspanning en het resultaatzoals die blijken uit de intakeen vooruitgangsrapportageen uit de eigen observatievan de sociale dienst.Eventuele tegenprestaties(vb. financiële) wordenhiervan afhankelijk gesteld.Er wordt aan geen enkelecliënt hulp geweigerd. Hulpis evenwel nietonvoorwaardelijk en deomvang, de aard en defrequentie van de hulpkunnen worden aangepastvolgens inzichten van demaatschappelijk werker enhet team.Iederesamenwerkingsovereenkomstdie het OCMW afsluit in hetkader van de individuelehulpverlening <strong>be</strong>vat eenclausule <strong>be</strong>treffende de aarden de kwaliteit van deprestaties die verwachtworden en van de wijzewaarop die wordengeëvalueerd.Na iedere


59vooruitgangsrapportagewordt de samenwerking ineen dossier geëvalueerd doorde <strong>be</strong>handelendemaatschappelijk werker.K/Pb/3/ Strategische doelstelling 7 : administratieve en juridische problemenDoor het verstrekken van juridische hulpverlening op de eerste lijn en administratieve hulpbij het vervullen van formaliteiten, willen het gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW er voor zorgendat de mensen van <strong>Overpelt</strong> hun essentiële rechten kennen, die ook kunnen uitoefenen en inhet bijzonder hun aanspraken op alle toelagen en uitkeringen verzekeren die andersmogelijk door onwetendheid of ingewikkeldheid verloren gaan.K/Pb/3/1/ Juridische eerstelijnshulpDe juridische hulpverleningstaat ten dienste van alleburgers maar <strong>be</strong>perkt zich totinformatieverstrekking,summiere adviezen en hulpen tot een gerichtedoorverwijzing naar de balieof andere instanties met alsdoel dat zij hun essentiëlerechten kennen en kunnenvrijwaren.K/Pb/3/2/ AdministratievehulpHet verlenen vanadministratieve (en juridische)hulp is een kerntaak dievervat zit in artikel 60§2 vande OCMW-wet en is in eenactief dossier een evidentiemaar daarbuiten stelt hetOCMW haar diensten ter<strong>be</strong>schikking van iedereburger die daarom vraagt endie om één of andere redenniet kan geholpen wordendoor andere <strong>be</strong>vraagdediensten, de vakbond of demutualiteit.De overeenkomst met deWelzijnsregio Noord-Limburgwaarbij een jurist ter<strong>be</strong>schikking wordt gesteldvoor het verlenen van dejuridische hulp op de eerstelijn, wordt verdergezet enjaarlijks geëvalueerd.In iedere algemene publicatieover de dienstverlening vanhet OCMW en minstens tweekeer per jaar wordt in hetgemeentelijk informatiebladhet aanbod voor juridischehulp gepubliceerd.In iedere algemene publicatieover de dienstverlening vanhet OCMW en minstens tweekeer per jaar wordt in hetgemeentelijk informatiebladhet aanbod vooradministratieve hulpgepubliceerd.Er wordt eenregistratiesysteem opgezetwaarmee de hulpverlening,zowel in de actieve dossiersals in afzonderlijke aanvragenwordt gekwantificeerd.De overeenkomst waarbij deWelzijnsregio Noord-Limburgeen juriste ter <strong>be</strong>schikkingstelt gedurende 10 uren wordtverder gezet. De juriste isgedurende 3 uren per week<strong>be</strong>schikbaar voor het publiekop een vrij spreekuur en voorde overige uren op afspraak.Jaarlijks wordt over dewerkzaamheden van dedienst gerapporteerd in hetjaarverslag.De jaarlijkse publicaties.Jaarlijkse rapportage overdeze dienstverlening in hetjaarverslag.K/Pb/4/ Strategische doelstelling 8 : opvoedingsondersteuningOuders moeten voor al hun opvoedingsvragen die al dan niet het gevolg zijn van problemendie men heeft bij de opvoeding van kinderen, terecht kunnen bij een dienst die hen informatieverstrekt of die hen in functie van de noodzaak, <strong>be</strong>geleidt en helpt.


60K/Pb/4/1/ Hetgemeente<strong>be</strong>stuur en hetOCMW zoeken partners omde opvoedingsondersteuning,zowel advies als <strong>be</strong>geleiding,te kunnen verzekeren opvraag van de ouders of naverwijzing door de socialedienst van het OCMW of elkeandere dienst die actief is inde hulpverlening aan hetgezin.Het OCMW zal de raad van<strong>be</strong>heer van de WelzijnsregioNoord-Limburg verzoeken omstudiewerk te verrichten ende potentiële partners, zijndeminstens Integrale JeugdzorgNoord-Limburg en de daarinvertegenwoordigendediensten, rond de tafel tebrengen, met het oog op deoprichting van een steunpuntvooropvoedingsondersteuning.Uiterlijk op 2012 moetduidelijk zijn of er in Noord-Limburg een steunpunt vooropvoedingsondersteuningkomt waarin het lokale<strong>be</strong>stuur al dan niet via deWelzijnsregio, kanparticiperen.K/Pb/5/ Strategische doelstelling 9 : Coördinatie van de hulpverleningDe versnippering van diensten en instellingen in de welzijnssector waarin hulpverleninggespecialiseerd en gefragmenteerd wordt aangeboden, is omwille van het diffuse aanbodvaak tegenstrijdig en dus onproductief en niet transparant voor de hulpzoeker en noopt totcoördinatie waarin het OCMW, met als legitimatie de OCMW-wet en het decreet <strong>lokaal</strong><strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid, de regiefunctie waarneemt.K/Pb/5/1/ . LokaalcliëntenoverlegOm de hulpverlening aan decliënten door verschillendediensten in het welzijnsveldmaximaal op elkaar af testemmen en gezamenlijk hulpop maat te kunnen bieden,neemt het OCMW deregiefunctie waar volgens deprincipes van de methodiek<strong>lokaal</strong> cliëntenoverlegHet OCMW stelt eenmaatschappelijk werker vrijvoor de tijd die nodig is om decoördinatie van het <strong>lokaal</strong>cliëntenoverleg op te nemen.Binnen de 3 weken na deaanvraag door eenhulpverlener (of een cliënt)wordt er eencoördinatievergaderingsamengeroepen waarbij allehulpverleners, de cliënten ende meest <strong>be</strong>trokkenmantelzorgers aanwezig zijn.Er wordt een brochureopgemaakt om het aanbod te<strong>be</strong>kend te maken bij allehulpverleners.Omdat coördinatie sterkafhankelijk is van deaanvragen en de <strong>be</strong>oordelingdoor de instrumenterendehulpverleners, wordt er geenquotum als doelstellingvooropgesteld.K/Pb/5/2/ Coördinerendedienstverlening in hetalgemeen.Omdat het <strong>lokaal</strong>cliëntenoverleg en decoördinatie in de thuiszorg(zie supra) varianten zijn vaneen zelfde methodiek,worden deze twee functiessamengebracht in één dienst.De zorgcoördinatie in dethuiszorg en het <strong>lokaal</strong>cliëntenoverleg wordensamengebracht in één dienstmet het doel om eenvormigeprocedures uit te werken metrespect voor de specifiekeelementen van elkemethodiek.Tegen 2009 wordt eenprocedure uitgeschreven voorde coördinatie in de thuiszorgen voor cliëntenoverleg in demaatzorg.Jaarlijks wordt in hetjaarverslag gerapporteerdover de werkzaamheden vande dienst


61K/Pb/5/3/ CasemanagementDoor opvolging wordtnagegaan of de afgesprokentaken worden uitgevoerd enof deze taken hetvooropgestelde resultaatopleveren met als doel tekunnen bijsturen en dehulpverlening te optimaliserenten <strong>be</strong>hoeve van de cliënt.Per dossier dat aanhangigwordt gemaakt voorcoördinatie, wordt eenopvolgingsprocedurevoorzien zodat de dossiersregelmatig kunnengeëvalueerd en bijgestuurdworden.Tegen 2009 wordt eenprocedure, die gedragenwordt door de meest geredepartners uit de sector,afgesproken en opgemaakt.Vanaf werkjaar 2009 maaktde rapportage over hetvoorgenomen casemanagement deel uit van hetjaarverslag;


62HOOFDSTUK 4 - TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN TUSSEN GEMEENTE ENOCMW3.1. HISTORIEK : DE HUIDIGE AFSPRAKENNOTA.In het Overlegcomité tussen het gemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW werden op 27/11/2003afspraken gemaakt over de samenwerking tussen <strong>be</strong>ide diensten. Deze afspraken kregenvorm in een afsprakennota die werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijnop 09/12/2003 en de gemeenteraad op 15/12/2003.Eerder dan een nota te maken met detailregelingen <strong>be</strong>treffende de taken die door deverschillende diensten zouden worden opgenomen, werd gekozen voor eenprincipeverklaring waarin de uitgangspunten werden <strong>be</strong>paald. De afspraken <strong>be</strong>rusten op 3peilers :1. Het algemeen <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid <strong>be</strong>rust bij het gemeente<strong>be</strong>stuur2. Het hulpverlenings- en zorgen<strong>be</strong>leid <strong>be</strong>rust bij het OCMW3. Het Overlegcomité als “arbitrage”.Tot op heden werden aan het Overlegcomité geen <strong>be</strong>voegdheidsproblemen voorgelegd dievoortvloeiden uit de gemaakte taakverdeling. Dit toont aan dat mits voldoendeinlevingsvermogen een afsprakennota, waarin principes worden vastgelegd, volstaat vooreen vlotte en <strong>be</strong>gripvolle samenwerking. De tekst van het protocol luidt als volgt :PROTOCOL VAN SAMENWERKING TUSSEN GEMEENTEBESTUUR ENOCMWArtikel 1Het gemeente<strong>be</strong>stuur is <strong>be</strong>voegd voor het algemeen <strong>be</strong>leid en zal binnen die<strong>be</strong>voegdheden zorg dragen voor een integraal en inclusief kansen- enwelzijns<strong>be</strong>leid ten opzichte van achtergestelde personen. Dit <strong>be</strong>leid wordthorizontaal genoemd en strekt zich uit over alle welzijnsaspecten en over deganse <strong>be</strong>volking maar met speciale aandacht voor preventieactiviteiten en deontplooiingskansen van bijzondere doelgroepen.Artikel 2Het OCMW voert essentieel een hulpverlenings- en zorgen<strong>be</strong>leid waarbijindividuele hulp en remediëring al dan niet in collectieve voorzieningen endiensten, wordt aangeboden aan de hulpzoekers. Dit <strong>be</strong>leid wordt verticaalgenoemd en heeft <strong>be</strong>trekking op zeer specifieke noden en <strong>be</strong>hoeften vanindividuele burgers die problemen ondervinden om deel te nemen aan de normaleactiviteiten van de gemeenschap.Artikel 3In onderling overleg wordt het operationeel <strong>be</strong>heer van het initiatief voorbuitenschoolse kinderopvang ’t Ravotterke door het OCMW waargenomen. Destrategische planning rond dit initiatief ge<strong>be</strong>urt na ruim overleg met hetgemeente<strong>be</strong>stuur.Artikel 4Het Overlegcomité komt om de drie maanden samen en <strong>be</strong>spreekt naast dewettelijk verplichte aangelegenheden zoals <strong>be</strong>paald in artikel 26bis §1 en §2 vande OCMW-wet :* <strong>be</strong>voegdheidsproblemen die zouden kunnen voortvloeien uit de formulering vanartikel 1 en artikel 2 van dit protocol


63* de stand van zaken van gezamenlijke initiatieven* de financiële en operatieve opvolging van het initiatief voor buitenschoolsekinderopvang* eventuele <strong>be</strong>leidsadviezen die worden verstrekt door één van de gemeentelijkeadviesraden en die <strong>be</strong>trekking heb<strong>be</strong>n op aangelegenheden die door het OCMWworden <strong>be</strong>hartigd* de werking van de ondersteunende diensten die prestaties leveren voor <strong>be</strong>ide<strong>be</strong>sturen.3.2. EVOLUTIESEr zijn in de <strong>be</strong>stuurlijke organisatie van <strong>Vlaanderen</strong> overduidelijke tendensen die wijze opeen steeds voortschrijdende integratie tussen het gemeente<strong>be</strong>stuur en het het OCMW. Inhet decreet van 19 maart 2004 <strong>be</strong>treffende het Lokaal Sociaal Beleid wordt geenonderscheid meer gemaakt tussen <strong>be</strong>ide <strong>be</strong>sturen (cf. Artikel 3, 2° <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur : gemeenteen openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn). Maar ook de organieke wet van 8 juli1976 <strong>be</strong>treffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (samenwerkingondersteunende diensten, delen personeel, samensmelting van de wettelijke graden) en hetgemeentedecreet (voorzitter-schepen) <strong>be</strong>vestigen die trend.Daarenboven moet er in iedere gemeente een Sociaal Huis worden gerealiseerd met daarineen gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de socialedienstverlening van het lokale <strong>be</strong>stuur en moet er een gezamenlijk <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>komen.In het samenwerkingsprotocol van 2003 (zie supra) maakten het gemeente<strong>be</strong>stuur en hetOCMW reeds de duidelijke keuze om het <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid (sensu lato) toe te vertrouwen aanhet gemeente<strong>be</strong>stuur dat daarvoor een duidelijke politieke legitimatie heeft en het <strong>be</strong>leid vanhet OCMW (<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid sensu stricto) te <strong>be</strong>perken tot de hulpverlening op cliënten envoorzieningenniveau. Door de planning toe te vertrouwen aan <strong>be</strong>ide <strong>be</strong>sturen <strong>be</strong>oogt dedecreetgever om de afstemming en samenwerking tussen gemeente en OCMW te<strong>be</strong>vorderen en het geïntegreerd karakter van <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid te <strong>be</strong>nadrukken (memorievan toelichting).Vooral het Sociaal Huis en de gezamenlijke planningsverplichting nopen hetgemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW om aan de samenwerking ook een structureel aspect tegeven. Bij <strong>be</strong>sluit van de raad voor maatschappelijk welzijn (24/10/2006) en van degemeenteraad (30/11/2006) werd aan de minister uitstel gevraagd tot 22/05/2009) voor deoprichting van een Sociaal Huis. Ondertussen werd gewerkt aan een concept waarbij o.a.rekening werd gehouden met mogelijke schaalvoordelen die kunnen ontstaan uit eendoorgedreven integratie van diensten.3.3. PROEVE VAN CONCEPT3.3.1. OPERATIONELE DIENSTEN• UitgangspuntIn een <strong>be</strong>perkte visie op een gezamenlijke loket zou men kunnen stellen dat enkel deaanvragen voor pensioenen en tegemoetkomingen voor personen met een handicap moetentoegevoegd worden aan de reeds <strong>be</strong>staande hulpverlening van het OCMW. Hetgemeente<strong>be</strong>stuur neemt evenwel veel meer taken op die uit de aard van hun inhoud als“<strong>sociaal</strong>” kunnen worden gedefinieerd en derhalve zouden kunnen worden toegewezen aanhet Sociaal Huis.


64Wij denken hier aan een aantal adviesraden. Anderzijds zijn er activiteiten die ongetwijfeldeen <strong>sociaal</strong> invalshoek heb<strong>be</strong>n maar die zeker niet kunnen vallen onder het predikaat“welzijn”. Wij noemen de volledige sportsector en culturele sector in de meest ruime zin (cf.verenigingsleven). En, zoals steeds het geval is als men gaat catalogeren, zijn er dienstendie zich in een “twilight zone” <strong>be</strong>vinden. Wij denken hier aan de jeugdsector die, mogelijkzelfs in toenemende mate een welzijnscomponent heeft maar waarbij moet gekozen wordenvoor de meest geëigende indeling.Voor de persoonsgebonden materies wordt gewerkt op basis van een voorstel met driedivisies nl. vrije tijd & evenementen, maatschappelijke aangelegenheden en tenslotteburgerschap.Persoonsgebonden materiesGemeenschapsvormingMaatschappelijkeaangelegenhedenBurgerschapCultuurcentrumCultuurdienstSportJeugdToerismeEvenementenBiBliBibliotheekVerenigingsloketBeleid &PreventSociaalHuisKinderopvangBevolkingVerkiezingenVerenigingsloketetAlgemenesociale dienstPersonen meteen handicap &seniorenloketBurgerlijke staatVrije tijd & evenementen (gemeenschapsvorming)Cultuurcentrum, cultuurdienst, sport, jeugd, toerisme, evenementen (dorpsactiviteiten),bibliotheek. In dit kader wordt gedacht aan een vrijetijdswinkel en/of een verenigingsloket)Maatschappelijke aangelegenheden (3 subdelen).Beleid en preventie : gehandicaptenadviesraad, seriorenraad, gezondheidsraad- engezinsraad, <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang, drugpreventie en overlast (cf. straathoekwerk),ontwikkelingssamenwerkingSociaal Huis : Algemene hulpverlening, personen met een handicap en senioren (in de ruimezin vb. thuisdiensten)Buitenschoolse kinderopvang ‘t RavotterkeBurgerschapBevolkingsadministratie, verkiezingen, burgerlijke staatDit schema kan de basis vormen van het concept van Sociaal Huis. De verdere uitwerkingzal rekening moeten houden met de <strong>be</strong>stuurlijke en de functionele lijnen. Hierbij wordt <strong>be</strong>streeds rekening gehouden met de situatie van 2013 waarbij de voorzitter van de raad voormaatschappelijk welzijn zal worden opgenomen in het college van burgemeester enschepenen.


653.3.2. ONDERSTEUNENDE DIENSTENOm de schaalvoordelen maximaal te <strong>be</strong>nutten, wordt de principiële <strong>be</strong>slissing genomen omalle ondersteunende diensten gezamenlijk te organiseren. Dit moet toelaten om te komen toteen efficiënte allocatie van de <strong>be</strong>schikbare personeelsleden van <strong>be</strong>ide organisaties.Een dergelijke operatie vraagt natuurlijk studiewerk en er moeten vragen <strong>be</strong>antwoord wordenover de wijze waarop die diensten worden georganiseerd en in het bijzonder over decommunicatielijnen (bv. antennes in de activiteitencentra of niet) die moeten bijdragen toteen performante organisatie.3.4. TIMINGHet nieuwe samenwerkingsprotocol dat moet worden afgesloten tussen hetgemeente<strong>be</strong>stuur en het OCMW zal de elementen <strong>be</strong>vatten van de samenwerking op hetgebied van zowel de operationele als de ondersteunende diensten. Voor het Sociaal Huis,dat in het hierboven <strong>be</strong>schreven concept een onderdeel is van de nieuwe organisatie, is ereen decretale deadline nl. 22 mei 2009. Het spreek vanzelf in dat de timing van het ganseproject het Sociaal Huis niet geïsoleerd wordt <strong>be</strong>keken, maar dat in de mate van hetmogelijke de hele operatie gelijktijdig moet verlopen of op een adequate gefaseerde wijze.Daarom wordt de volgende timing vooropgesteld :ACTIETIMINGConcept nota 30/09/2007Consultatie <strong>be</strong>sturen 01/10/2007 / 31/10/2007Financiële nota (gelijktijdig) 01/10/2007 / 15/10/2007Consultatie <strong>be</strong>volking (lees adviesraden) (zie hoofdstuk 5 – 01/11/2007 / 15/11/2007verplicht)OCMW-raad 27/11/2007Gemeenteraad 12/2007Opstellen van boordta<strong>be</strong>llen 01/12/2007 / 31/01/<strong>2008</strong>Operationaliseren <strong>sociaal</strong> huis / Integratie ondersteunende Uiterlijk 31/12/<strong>2008</strong>dienstenUitvoering <strong>2008</strong>/2013Evaluatie en bijsturingJaarlijks okto<strong>be</strong>r 10/<strong>2008</strong> t/m10/2013


66HOOFDSTUKT 5 – WIJZE WAAROP DE BEVOLKING EN DE LOKALE ACTORENBETROKKEN WORDENVOORBEREIDING VAN HET BELEIDSPLANOm te komen tot dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd gewerkt met een getrapt systeem van werkgroepen.Elk van de werkgroepen vervulde een speciale functie.De voor<strong>be</strong>reiding en het concept werd uitgewerkt met een <strong>be</strong>perkte groep van 3 personen (2personeelsleden van het OCMW en één personeelslid van de gemeente) die de methodiekheb<strong>be</strong>n vastgelegd en toegankelijk heb<strong>be</strong>n gemaakt voor de andere medewerkers. Dezegroep wordt hierna “conceptgroep” genoemd. In de stuurgroep waren de schepen vanwelzijn, de OCMW-voorzitter, de consultant van vzw Boom, de drie leden van de initiëleconceptgroep en de personeelsleden van de gemeente die een functionele taak heb<strong>be</strong>n inde welzijnsdienst (senioren, personen met een handicap, jeugd), vertegenwoordigd.Vanuit de stuurgroep werden per categorie (doelgroep) werden dan 4 werkgroepen aan hetwerk gezet met telkens vertegenwoordigers van de sector. Deze groepen hadden deopdracht om enerzijds (cijfer)materiaal te verzamelen voor de omgevingsanalyse enanderzijds te brainstormen over doelstellingen (strategische en operationele) en overconcrete acties die kunnen ondernomen worden.Werkgroep jeugdCoördinatie : Gunther Bre<strong>be</strong>lsRapport op 09/05/2007 en 27/08/2007Werkgroep personen met een handicapCoördinatie : Lode VanheldenRapport op 11/06/2007 (personen met handicap en familieleden) en op 18/06/2007(subgroep diensten en instellingen)Werkgroep seniorenCoördinatie : Gerard AgtenRapport op 20/06/2007 en 10/08/2007Werkgroep gezinnen en kansengroepenCoördinatie : Sonja Sleurs en Sarah JanssenRapport op 06/06/2007Het was niet de <strong>be</strong>doeling om de werkgroepen representatief samen te stellen. Er werdeerder gepoogd om personen met de nodige competentie en visie rond de tafel te brengenom de kijk op de problematiek breed genoeg te houden. Na de rapportage vanuit deverschillende werkgroepen kon de omgevingsanalyse worden afgemaakt en kon <strong>be</strong>gonnenworden met het redigeren van de teksten van het Lokaal Sociaal Beleidsplan.DE AFWERKINGNadat het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> zal zijn opgemaakt en klaar is om aan gemeente- en OCMW-raad teworden voorgelegd, zullen in eerste instantie de werkgroepen worden geraadpleegd en intweede instantie de diverse adviesraden die op een of andere reden en inhoudelijke bindingheb<strong>be</strong>n met de problematiek (seniorenraad, geahdicaptenraad, jeugdraad, gezondheidsraad,<strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang).


67Na deze raadpleging en het aanbrengen van eventuele wijzigingen waarbij de schepenen ende OCMW-voorzitter <strong>be</strong>sluiten, kan het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> worden goedgekeurd door de OCMWraad(novem<strong>be</strong>r) en de gemeenteraad (decem<strong>be</strong>r).OPVOLGINGEen <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> is geen éénmalig werkstuk per legislatuur, maar vraagt jaarlijkse evaluatieen bijsturing. Ieder jaar in de maanden septem<strong>be</strong>r-okto<strong>be</strong>r zullende <strong>be</strong>trokken adviesradenworden geconsulteerd om daarbij de evaluatie van de uitvoering te <strong>be</strong>spreken en voorstellente doen tot bijsturing. Dit evaluatie en bijsturingsrapport wordt elk jaar aan de gemeente- enOCMW-raad voorgelegd.In de helft van de uitvoeringsperiode (septem<strong>be</strong>r-novem<strong>be</strong>r 2010) wordt er een groteevaluatie gemaakt waarvoor ook opnieuw de werkgroepen, met daarin de meest <strong>be</strong>trokkenpartners en experts, worden samengeroepen voor een grondige <strong>be</strong>spreking van deresultaten, een aanpassing van de missie, de strategische en operationele doelstellingen enhet voorstellen van nieuwe acties.


68HOOFDSTUK 6 – ONTWIKKELING TEN OPZICHTE VAN HET VORIGE LOKAALSOCIAAL BELEIDSPLANDit is het eerste inhoudelijke LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN. Derhalve kunnen noggeen ontwikkelingen ten opzichte van het vorige plan worden <strong>be</strong>schreven.


69HOOFDSTUK 7 – SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN (OPNAME VAN ANDEREBELEIDSPLANNEN)De volgende gemeentelijke plannen worden opgenomen in dit LOKAAL SOCIAALBELEIDSPLAN :1. Het jeugdwerk<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>2. Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvangDe hierboven genoemde <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen zijn werkstukken die onafhankelijk van dit<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> toe stand zijn gekomen. Nochtans zijn er in de verschillende categorieënraakvlakken en werden acties <strong>be</strong>schreven die tevens in de andere plannen kunnenvoorkomen.


BIJLAGE 1Jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> <strong>2008</strong> – 2010


JEUGDBELEIDSPLAN <strong>2008</strong> – 2010GEMEENTE OVERPELTGemeente<strong>be</strong>stuur <strong>Overpelt</strong>Oude Markt 23900 <strong>Overpelt</strong>Jeugdconsulent: Kim Schrootenkim.schrooten@overpelt.<strong>be</strong>011 51 69 632


InhoudstafelInleiding: 11. Een jeugd(werk)<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>??? 1In theorie… ‘Het decreet’ 1In praktijk… 22. Beleidsintenties van het gemeente<strong>be</strong>stuur voor de legislatuur 2007 –2012 (jeugd) 51. JEUGDWERKBELEID 61.1 JEUGDWERKBELEID? 61.2 PROCES EN ANALYSE 6INVENTARISATIE (HUIDIGE SITUATIE) EN VASTSTELLINGEN 71.2.1 Jeugdwerkinitiatieven 71. Welke? 72. Gemeentelijke ondersteuning? 73. Vaststellingen? 81.2.2 (Kader)vorming 111. Wie? 112. Gemeentelijke ondersteuning? 113. Vaststellingen? 111.2.3 Toegankelijkheid/ Diversiteit 121. Wat? 122. Vaststellingen? 131.2.4 Jeugdwerkinfrastructuur – PRIORITEIT!!! 151. Wat? 152. Gemeentelijke ondersteuning? 173. Vaststellingen? 171.3 DOELSTELLINGEN EN CONCRETE ACTIES 201.4 INTERACTIEF BESTUUR 261.4.1 Behoeftenverkenning organiseren 271.4.2 Jeugdparticipatie plannen 271.4.3 Alle doelstellingen screenen 273


2. JEUGDBELEID 292.1 JEUGDBELEID? 292.2 PROCES EN ANALYSE 29INVENTARISATIE (HUIDIGE SITUATIE) EN VASTSTELLINGEN 292.2.1 Participatie en terugkoppeling 291. Welke? 302. Vaststellingen? 312.2.2 Jeugdinformatie – PRIORITEIT!!! 331. Wat? 332. Vaststellingen? 343. Hoe kinderen en jongeren <strong>be</strong>trekken? 342.2.3 Jeugdruimte 351. Wat? 352. Vaststellingen? 372.2.4 Divers jeugd<strong>be</strong>leid 382.3 DOELSTELLINGEN EN CONCRETE ACTIES 382.4 INTERACTIEF BESTUUR 452.4.1 Behoeftenverkenning organiseren 452.4.2 Jeugdparticipatie plannen 452.4.3 Alle doelstellingen screenen 454


Inleiding:1. Een jeugd(werk)<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>???In theorie… ‘Het decreet’Sinds de komst van het decreet op het lokale jeugdwerk<strong>be</strong>leid in 1994, maken degemeente<strong>be</strong>sturen elke 3 jaar een jeugdwerk<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> (JWBP) op als ze in aanmerkingwillen komen voor subsidies vanwege de Vlaamse overheid.Het decreet werd echter inhoudelijk aangepast met als doel de aansturing van het lokalejeugd<strong>be</strong>leid en de relatie tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten op een aantalvlakken te ver<strong>be</strong>teren:• Aandacht voor breder jeugd<strong>be</strong>leid zonder de aandacht voor jeugdwerk<strong>be</strong>leid teverslappenDe voorbije jaren kreeg het JWBP een wat onduidelijke positie: enerzijds noemde hetjeugdwerk<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en gingen alle middelen naar het jeugdwerk, anderzijds moestelke gemeente ook acties uitwerken die veel verder gingen: jeugdinformatie,participatie, jeugdruimte en geïntegreerd jeugd<strong>be</strong>leid. Met de nieuwe regelgevingwordt een duidelijk onderscheid gemaakt: het lokale jeugd<strong>be</strong>leid <strong>be</strong>staat uit tweeluiken: jeugdwerk<strong>be</strong>leid enerzijds en (breder) jeugd<strong>be</strong>leid anderzijds. Hetjeugdwerk<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> noemt voortaan gewoon jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> (JBP), wat <strong>be</strong>teraansluit bij de realiteit. Voor het eerst worden ook middelen vrijgemaakt voor hetjeugd<strong>be</strong>leid via de prioriteit jeugdinformatie. Jeugdwerk<strong>be</strong>leid blijft uiteraard een<strong>be</strong>langrijk onderdeel waarvoor ook de meeste middelen gereserveerd zijn. Met hetjeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> krijgen de gemeenten een instrument waarmee zij jeugd<strong>be</strong>leid opeen meer flexi<strong>be</strong>le manier kunnen vormgeven.• Eenvoudigere regelgeving en procedures voor de opmaak van het JBPEr is flink gesnoeid in inhoudelijke en procedurele regels. Het JBP <strong>be</strong>staat voortaan uittwee verplichte hoofdstukken i.p.v. 8: jeugdwerk<strong>be</strong>leid en jeugd<strong>be</strong>leid. De gemeente<strong>be</strong>paalt in <strong>be</strong>langrijke mate zelf hoe die worden ingevuld. Daarmee komt er meerruimte voor maatwerk: de gemeente krijgt meer ruimte om eigen accenten te leggen,zonder gehinderd te worden door een rits van verplichte hoofdstukken envormvereisten. Ook de verdeling van de middelen is vereenvoudigd. Hetbasistrekkingsrecht moet <strong>be</strong>steed worden aan jeugdwerk<strong>be</strong>leid. Verder zijn er tweeprioriteiten (één voor elk hoofdstuk) waarop de gemeente kan inspelen en waar extramiddelen tegenover staan. Voor jeugdwerk<strong>be</strong>leid is er de prioriteitjeugdwerkinfrastructuur en voor jeugd<strong>be</strong>leid de prioriteit jeugdinformatie. Demiddelen voor die prioriteiten moeten gaan naar acties op het vlak van respectievelijkjeugdwerkinfrastructuur en jeugdinformatie. Het maatschappelijk kader is niet langereen verplicht hoofdstuk. In de plaats komt nadrukkelijke aandacht voor een analyse,hetgeen noodzakelijk is om het JBP goed te onderbouwen. Technisch advies inwinnenbij de afdeling Jeugd over het ontwerpplan is voortaan niet meer verplicht, maar blijftwel mogelijk. 2 hoofdstukken, 2 prioriteiten, 2 accenten5


In praktijk…In het JBP wordt heel concreet <strong>be</strong>schreven hoe de gemeente de jeugd en het jeugdwerkgaat ondersteunen en versterken. Dit plan wordt opgesteld in een proces van‘communicatieve planning’. Kinderen, jongeren en experten krijgen een <strong>be</strong>langrijkestem bij het opstellen van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Om dit proces in goede banen te leiden, werd er vanuit de jeugdraad eerst eenwerkgroep JBP opgericht. Later werd door het College van Burgemeester en Schepenenofficieel een stuurgroep JBP geïnstalleerd. Deze stuurgroep <strong>be</strong>staat uit de werkgroepJBP van de jeugdraad,aangevuld met medewerkers van gemeentelijke diensten (cultuur-,sport-, welzijns- en ontwikkelingssamenwerkingdienst, dienst promotie vrije tijd en CCpalethe) en medewerkers van het LiSS en het CMGJ.De stuurgroepleden:Dirk Vanseggelen:Kim Schrooten:Silvie Van Lishout:Joke Heijlen:Kris Vangeneugden:Sofie Pauwels:John Branders:Valerie Matthijs:Lode Vanhelden:Kris Classen:Inge Gielen:Tom Coppers:Marleen Nulens:Erik Vreven:Sofie Spelmans:Schepen van jeugdJeugdconsulentJeugdraadJeugdraadJeugdraadJeugdraadJeugdraadJeugdraadDienst Welzijn/cultuurDienst ontwikkelingssamenwerking/ promotie vrije tijdSportdienstCC PaletheKinderopvang ’t RavotterkeLimburgs Steunpunt StraathoekwerkCentrum Maatschappelijke Gelijkheid en JeugdwelzijnDeze stuurgroep werd het forum waar <strong>be</strong>leidsmakers, deskundigen, jongeren enjeugdwerkers met elkaar communiceerden over het nieuw te ontwikkelen plan en waar de<strong>be</strong>trokkenen de kans kregen om hun mening te geven over het jeugd(werk)<strong>be</strong>leid.Stappenplan stuurgroep:DE VOORBEREIDING:STAP 1: Bepalen van de werkwijze11 januari 2007: Eerste bijeenkomst van de werkgroep JBP vanuit de jeugdraad.“Dit was een zeer zinvolle vergadering waarin heel wat werdgebrainstormd. Ditmaal willen we iedereen die op de een of anderemanier <strong>be</strong>trokken is bij de opmaak of uitvoering van het plan, uitnodigenop een startvergadering waarin we <strong>be</strong>kijken welke doelgroepen we opwelke manier kunnen <strong>be</strong>vragen. Deze startvergadering vindt plaats op6


donderdag 25 januari. De fuiforganisatoren ontvangen op 24 januari (=jaarlijkse evaluatie) een enquête over “Fuifruimte”;13 januari 2007: Bespreking van bovenstaande werkwijze met de voltallige jeugdraad.“Deze werkwijze werd goedgekeurd.”25 januari 2007: Startvergadering JBP met het jeugdwerk, de directies van lagereen middelbare scholen, afgevaardigden van het valkenhof, het OCMWen de kinderopvang. (Er zal een afzonderlijk overleg plaatsvinden metde gemeentelijke diensten, het LiSS, het CMGJ…)“Tijdens deze vergadering bleek dat alle aanwezigen <strong>be</strong>reid waren onste helpen om zoveel mogelijk kinderen en jongeren te <strong>be</strong>trekken bij deopmaak – en de uitvoering – van dit plan. Allen gaven zij ons detoestemming om de kinderen en jongeren binnen hun instellingen endiensten te <strong>be</strong>vragen.”STAP 2: Verzamelen van informatie8 februari 2007: Tweede bijeenkomst werkgroep JBP vanuit de jeugdraad.“Evaluatie startvergadering + start opmaak enquêtes en monopolyspel”10 februari 2007: Terugkoppeling startvergadering naar de voltallige jeugdraad.19 februari 2007: Officiële installatie van de stuurgroep JBP.1 maart 2007: Derde bijeenkomst werkgroep JBP vanuit de jeugdraad.“Bespreking afname enquêtes kinderen en tieners in de scholen;”10 maart 2007: Terugkoppeling van bovenstaande <strong>be</strong>vragingen/enquêtes naar devoltallige jeugdraad.14 april 2007: Terugkoppeling <strong>be</strong>vragingen/ enquêtes naar de voltallige jeugdraad.“Alle doelgroepen zijn <strong>be</strong>vraagd, <strong>be</strong>halve de skaters en rondhangers(zomervakantie 2007), de gemeentelijke diensten (24 juli 2007) en hetOCMW (ivm jeugdwelzijn => <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> (9 mei 2007)).12 mei 2007: De werkgroep JBP vanuit de jeugdraad <strong>be</strong>slist om (wegens de drukkeperiode op dat moment) de vergaderingen rond het JBP even uit testellen. Ondertussen kan de jeugdconsulent alle gegevens verwerken.We spreken af om op zaterdag 7 juli een heuse “denkdag” teorganiseren waarin de voornaamste vaststellingen onder de loepworden genomen en waar de grote lijnen worden uitgestippeld.STAP 3: Prioriteiten vastleggen7 juli 2007: Brainstormdag JBP.“De verzamelde informatie werd uitgewisseld; er werd gediscussieerden overlegd. Tijdens deze dag werden de <strong>be</strong>langrijkste7


aandachtspunten op een rijtje gezet en de prioriteiten vastgelegd.” Dejeugdconsulent zet deze gegevens om in een eerste “werkdocument”waaraan we dan later de exacte doelstellingen en acties kunnenkoppelen.STAP 4: Doelstellingen en concrete acties2 en 9 augustus 2007: Bijeenkomst werkgroep JBP.“De vastgelegde prioriteiten worden door de werkgroep JBP omgezetin doelstellingen en concrete acties.STAP 5: Timing van de acties en financiënDe werkgroep JBP <strong>be</strong>slist om niets overhaast te doen. Vandaar datwe“STAP 5” pas zullen uitwerken nadat het ontwerp- JBP is ingediend.De werkgroep zal in septem<strong>be</strong>r 2007 de laatste hand leggen aan hetdefinitieve plan.HET (ONTWERP)JBP:STAP 1: Advies Afdeling Jeugd23 augustus 2007: De jeugdconsulent legt het ontwerp- JBP voor aan de werkgroep JBPvanuit de jeugdraad.“Deze werkgroep geeft een positief advies. Op 1 septem<strong>be</strong>r, tijdens destartvergadering van de jeugdraad, legt de werkgroep JBP ditontwerpplan voor aan de voltallige jeugdraad.”27 augustus 2007: De jeugdconsulent legt het ontwerpplan voor aan het College vanBurgemeester en Schepenen.“Het college van Burgemeester en Schepenen keurt het ontwerpplangoed en dient het in bij de Afdeling Jeugd.STAP 2: Advies JeugdraadIndien het ontwerpplan wordt goedgekeurd door de Afdeling Jeugd wordt het officieelvoorgelegd aan de jeugdraad, die dan 30 dagen de tijd krijgt om advies te geven.STAP 3: Goedkeuring GemeenteraadHet College van Burgemeester en Schepenen legt het ontwerp- JBP met het advies vande Afdeling Jeugd en het advies van de jeugdraad ter goedkeuring voor op degemeenteraad.8


Uiterlijk 20 dagen na de goedkeuring op de gemeenteraad stuurt het College vanBurgemeester en Schepenen het JBP samen met het advies van de jeugdraad naar deAfdeling Jeugd.2. Beleidsintenties van het gemeente<strong>be</strong>stuur voor de legislatuur 2007 –2012 (jeugd)“Om een duurzame, verbonden en sociale maatschappij op te bouwen moeten kinderen enjongeren terecht kunnen “onder de kerktoren”. Spelen, naar schoolgaan, sporten, fuiven,studeren, de jeugd<strong>be</strong>weging, kinderopvang,… ge<strong>be</strong>urt <strong>be</strong>st zo dicht mogelijk in de buurt.Onze gemeente geeft jongeren de nodige ruimte om zich ten volle te ontplooien, heeftaandacht voor hun specifieke problemen en laat ruimte voor het vrije initiatief.Daarom wil het gemeente<strong>be</strong>stuur tijdens deze legislatuur:- onze dynamische gemeentelijke jeugdraad blijven ondersteunen en erkennen alsvolwaardig gemeentelijk adviesorgaan;- onze jeugdverenigingen via subsidies maar ook via een aanbod van vorming eninhoudelijke ondersteuning voluit kansen geven;- door jaarlijkse evaluaties de ‘leefbaarheid’ van fuiven garanderen;- het <strong>be</strong>leid van buurt- en wijkspeelpleintjes doortrekken naar meerdere buurtpleintjes inde gemeente; hierbij mag de aandacht voor andere leeftijdsgroepen uit de buurt niet uithet oog verloren worden;- ‘rondhangende’ en niet- georganiseerde jongeren in het jeugdwerk <strong>be</strong>trekken doormiddel van laagdrempelige initiatieven vanuit de gemeentelijke jeugddienst en/of hetjeugdhuis;- blijvende aandacht voor kinder- en jongerenwerking in <strong>Overpelt</strong>- Fabriek;- het huidig aanbod voor skaters aanpassen in overleg met <strong>be</strong>trokken jongeren;- de realisatie van een oefenpleintje voor het leren autorijden met vrije <strong>be</strong>geleiding;- in het aanbod van sport, cultuur en vrije tijd een duidelijk gedeelte specifiek voorzienvoor kinderen en jongeren; inspraak via jeugdraad en kinderraad kunnen leiden tot eenverrassend en eigentijds aanbod;- jonge kunstenaars de kans geven om te exposeren in CC Palethe;- ook op andere domeinen zoals het verkeer, herinrichtingswerken en ruimtelijkeordening (speelbos) duidelijk rekening houden met kinderen en jongeren;- het <strong>lokaal</strong> jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> opstellen na een grondige raadpleging van zowel degeorganiseerde als de niet- georganiseerde jongeren;- een permanente actualisering van het huidige jeugdinformatiepunt.”9


1. JEUGDWERKBELEID1.1 JEUGDWERKBELEID?In het eerste hoofdstuk – over het jeugdwerk<strong>be</strong>leid – wordt <strong>be</strong>schreven hoe hetlokale jeugdwerk de komende drie jaar zal worden ondersteund. Deze ondersteuningsitueert zich op verschillende vlakken: logistiek, financieel, materieel eninfrastructureel. Jeugdwerkinfrastructuur is bovendien een prioriteit waarop onzegemeente intekent. Er wordt ook aandacht gegeven aan kadervorming voor hetjeugdwerk en aan de diversiteit en toegankelijkheid van het jeugdwerk.Twee aandachtspunten lopen als een rode draad doorheen het JBP. Dedecreetgever schuift als het ware twee kwaliteitsvereisten van jeugd<strong>be</strong>leid naar voor:Interactief <strong>be</strong>stuur: goed jeugd<strong>be</strong>leid komt tot stand in een wisselwerking metkinderen, jongeren en jeugdwerk. De uitdaging is om die interactie stevig teverankeren in het jeugd<strong>be</strong>leid. M.a.w. kinderen, jongeren en jeugdwerk moeten zomaximaal mogelijk worden <strong>be</strong>trokken bij de opmaak EN de uitvoering van het plan.Diversiteit: 'de jeugd' <strong>be</strong>staat niet. Integendeel: het is een heel diverse groep. Goedjeugd(werk)<strong>be</strong>leid heeft aandacht voor deze diversiteit en heeft ook aandacht voorkinderen en jongeren die uit de boot (dreigen te) vallen. Bijvoor<strong>be</strong>eldmaatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, kinderen en jongeren met eenhandicap of holebi- jongeren,…1.2 PROCES EN ANALYSEDe stuurgroep doorliep verschillende stappen doorheen deze planningsperiode: vaninformatie zoeken en analyseren tot prioriteiten vastleggen en concrete actiesopzetten voor de komende 3 jaren. (zie ook pagina 2, 3 en 4).Een eerste stap in dit hele proces was een inventarisatie van hetgeen er op ditmoment <strong>be</strong>staat op het gebied van JEUGDWERK:- Welke jeugdverenigingen, speelpleinwerkingen en/of jeugdhuizen <strong>be</strong>staan erin onze gemeente?;- Op welke manier worden zij ondersteund door de gemeente; zowel opfinancieel, logistiek als infrastructureel gebied?;- Nemen de <strong>be</strong>geleiders van deze jeugdwerkinitiatieven deel aanvormingscursussen?;- Is dit jeugdwerk momenteel toegankelijk voor iedereen?;- …10


Wat stellen we hieromtrent vast? Welke informatie konden we verzamelen uit deanalyse van het maatschappelijk kader, de evaluatie van het vorige <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, deobjectieve gegevens en de gegevens gehaald uit <strong>be</strong>hoeftepeilingen, <strong>be</strong>vragingen,…?INVENTARISATIE (HUIDIGE SITUATIE) EN VASTSTELLINGEN1.2.1 Jeugdwerkinitiatieven1. Welke?De gemeente <strong>Overpelt</strong> kent sinds tientallen jaren een actief en bloeiendjeugdverenigingsleven. De jeugdwerkinitiatieven kenden de afgelopen jaren een vrijconstant leden- en <strong>be</strong>geleidingsaantal. Het doelpubliek van de meeste verenigingen<strong>be</strong>staat uit jongens en meisjes van 6 tot 18 jaar. 1 jeugdwerkinitiatief ‘vzw De Puzzel’richt zich specifiek naar kinderen van het buitengewoon onderwijs. Enkeleinitiatieven ontplooien een gemengde werking. De meeste initiatieven organiserenhun activiteiten tijdens het weekend; enkele initiatieven organiseren hun activiteitentijdens de schoolvakanties. Momenteel zijn er 13 erkende jeugdwerkinitiatieven:8 jeugdverenigingen1 jongerenvereniging1 creatief werkatelier ‘De Puzzel’1 jeugdhuis1 gemeentelijke speelpleinwerking1 gemeentelijke kinderwerking in <strong>Overpelt</strong>- Fabriek: ‘FABuleus’(1 jeugdraad)2. Gemeentelijke ondersteuning?De <strong>Overpelt</strong>se jeugdwerkinitiatieven kunnen zowel rekenen op financiële alslogistieke ondersteuning. De laatste aanpassing van de reglementen ge<strong>be</strong>urde in 2004.1. Jeugdverenigingen en creatief werkatelier ‘vzw De Puzzel’:Financiële ondersteuning:o werkingssubsidies (20 173 euro):Ondersteuning van de dagelijkse werking. Activiteiten waarin deaandacht wordt gevestigd op een <strong>be</strong>paald maatschappelijk themaworden extra gestimuleerd.o vormingssubsidies (2 479 euro):Voor jongeren die zich engageren om bij een landelijk erkendeorganisatie een vormingscursus te volgen ter <strong>be</strong>vordering van hun<strong>be</strong>geleidingscapaciteiten of van het <strong>Overpelt</strong>se jeugdwerk in hetalgemeen.o projectsubsidies (1 230 euro):11


Vernieuwende projecten met een duidelijk thema, los van de gewonewerking van een organisatie, komen in aanmerking voorproject<strong>be</strong>toelaging.o subsidiereglement voor buitengewone onderhoudswerken aan jeugdlokalen(5 000 euro): Het gemeente<strong>be</strong>stuur wil met deze subsidie de lokalejeugdverenigingen ondersteunen wanneer zij buitengewoneonderhoudswerken aan hun jeugd<strong>lokaal</strong> moeten uitvoeren. De subsidie<strong>be</strong>draagt maximum 50 % van de goedgekeurde subsidieerbare uitgaven.Logistieke ondersteuning:o uitleendienst (met daarin de speelkar!)o kampvervoer;o vervoer van materialen;o pedagogische en administratieve ondersteuning via de jeugddienst.2. Jeugdhuis:Financiële ondersteuning:o Huursubsidie (10 000 euro)o Werkingssubsidie (2 500 euro)o Prestaties van derden voor het gebouw (2 500 euro)Logistieke ondersteuning:o Uitleendienst;o Vervoer van materialen;o Pedagogische en administratieve ondersteuning via de jeugddienst.3. Speelpleinwerking:Financiële ondersteuning:o Werkingssubsidie (4 000 euro)Logistieke ondersteuning:o uitleendienst (met daarin de speelkar!)o vervoer van materialen;o pedagogische en administratieve ondersteuning via de jeugddienst.4. Gemeentelijke kinderwerking in <strong>Overpelt</strong>- Fabriek: ‘FABuleus:Financiële ondersteuning:o Convenant met het CMGJ: werkingsgelden (1 300 euro)Logistieke ondersteuning:o Versturen van de uitnodigingen per post op naam12


3. Vaststellingen?- Ter voor<strong>be</strong>reiding van dit JWBP kwam de werkgroep hoofd<strong>be</strong>geleiding op 15 februari2007 samen om hun mening te geven over het <strong>be</strong>staande jeugd(werk)<strong>be</strong>leid van degemeente <strong>Overpelt</strong> (ook via enquête). De jeugdverenigingen geven aan dat hethuidige subsidiereglement duidelijk, eerlijk én gekend is en dat het inzakeadministratie heel goed meevalt. Wat <strong>be</strong>treft de financiële ondersteuning geven zijaan dat de budgetten toereikend zijn; al vragen sommige verenigingen extra subsidiesom op te kamp te gaan…Sommige verenigingen geven bijkomend nog aan dat het gebruik van het zwembad enCultuurcentrum Palethe (te) kostelijk is voor een jeugdvereniging, al zou dezeinfrastructuur zich prima lenen voor leuke activiteiten…- Op materieel vlak geven zij een aantal ideeën aan: gezelschapsspelen en meerfietsenrekken in de uitleendienst, hulp van gemeentepersoneel bij werken aan lokalen,een camion voor kampen, planchée voor fuiven,…Sommige verenigingen geven aan dat de uitleendienst <strong>be</strong>ter gecentraliseerd zouworden op 1 <strong>be</strong>paalde plaats.- De gemeentelijke speelkar, een realisatie uit het vorige JWBP, wordt veel ontleenddoor zowel de jeugdverenigingen als de speelpleinwerking, maar ze wordt ook heelveel gebruikt bij buurtactiviteiten, schoolfeesten,… Het materiaal zit momenteelopgeborgen in grote boxen, hetgeen zeer overzichtelijk is. Deze speelkar, diemomenteel in CC Palethe is ondergebracht, zou <strong>be</strong>st ook op die ene centrale plaats(uitleendienst) worden ondergebracht.- De jeugdverenigingen bieden kwaliteit en <strong>be</strong>reiken een <strong>be</strong>langrijk deel van de<strong>Overpelt</strong>se kinderen en jongeren, maar het blijkt duidelijk dat zij geen ‘collectiefgeheugen’ heb<strong>be</strong>n. Een oudere generatie <strong>be</strong>geleiders die afhaakt, neemt een helebagage kennis en informatie met zich mee. Dit maakt dat er voortdurendinspanningen nodig zijn om de <strong>be</strong>staande ondersteuningsmogelijkheden onder deaandacht te brengen van het jeugdwerk. De vormingssubsidies en de projectsubsidiesvragen blijvend een grotere <strong>be</strong>kendheid bij een ruime groep binnen het jeugdwerk.- De jeugdhuismedewerkers geven aan dat de financiële ondersteuning van hetgemeente<strong>be</strong>stuur toereikend is en zeker geapprecieerd wordt! Ook de logistiekeondersteuning vanuit de jeugddienst wordt zeer goed geëvalueerd. De voorzitter geeftaan dat de samenwerking met CC Palethe op dit moment op een zeer laag pitje staat.Het is wel hun <strong>be</strong>doeling om deze samenwerking in de nabije toekomst terug op tenemen, door vb. samen optredens te verzorgen.- Sinds het vertrek van de eerste generatie jeugdhuiswerkers, kent het jeugdhuisverschillende ups and downs. De eerste generatie heeft moeten knokken voor derealisatie van een jeugdhuis! De huidige generatie kreeg dit alles eigenlijk in deschoot geworpen en vindt het maar normaal dat we in <strong>Overpelt</strong> over een jeugdhuis<strong>be</strong>schikken. De huidige generatie weet ook niet altijd welke afspraken destijds zijngemaakt en waarom. Zij weten blijkbaar niet altijd wat van hen wordt verwacht enmet welke zaken zij wettelijk in orde moeten zijn.13


- Uit de enquête voor tieners, afgenomen in de <strong>Overpelt</strong>se scholen, blijkt dat opvallendweinig <strong>Overpelt</strong>se tieners in jeugdhuis De Poal vertoeven… De tieners van 13, 14jaar geven aan dat ze nog te jong zijn, maar de oudere tieners gaan niet omdat er geenleuke activiteiten zijn, omdat het <strong>be</strong>stuur zich toespitst op 1 muziekgenre, omdat eraltijd dezelfde mensen (“kliekje”) zitten, en ook de inrichting is niet leuk (donker,…).Dit is zeker een <strong>be</strong>langrijk aandachtspunt.- De monitoren van de speelpleinwerking zijn zeer tevreden over de huidige manier vanwerken. Zij zijn tevreden over hun vrijwilligersvergoeding en over de ondersteuningvanuit de jeugddienst en door de hoofdmonitrice. Ook het <strong>be</strong>schikbare budget isruimschoots voldoende om leuke activiteiten aan te bieden.Ook de ouders en de kinderen zijn vol lof over de speelpleinwerking.- In <strong>Overpelt</strong>- Fabriek is geen enkele jeugdvereniging actief. In het najaar van 2004werden de eerste contacten gelegd met het CMGJ (Centrum voor MaatschappelijkeGelijkheid en Jeugdwelzijn). Ondertussen werd er een heuse kinderwerking opgerichtvoor de 9 tot 12- jarigen van <strong>Overpelt</strong>- Fabriek. Elke maand vindt er 1 activiteit plaatsin de parochiezaal of op het pleintje in de buurt. De opkomst varieert van 2 tot 25kinderen. Om een <strong>be</strong>ter zicht te krijgen op de <strong>be</strong>hoeften van deze kinderen, werd inhet kader van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> een <strong>be</strong>vraging georganiseerd, zodat we ons aanbodeventueel kunnen bijsturen. 35 kinderen werden <strong>be</strong>vraagd.- 4 van hen gaan vaak naar FABuleus; 7 van hen namen 1 of 2 keer deel;- Van deze 11 kinderen die deelnemen aan FABuleus vinden 9 kinderen deactiviteiten en de <strong>be</strong>geleiding heel leuk;- 35 % van de kinderen die nog nooit naar FABuleus gingen, zegt dat ze nietafwisten van het <strong>be</strong>staan ervan (terwijl er toch uitnodigingen op naamworden verstuurd…);- 50 % vindt 1 maal per maand voldoende; 50 % zou liever 2 maal per maandof zelfs elke week FABuleus willen;- Tot slot zouden de kinderen er geen probleem van maken om de leeftijd uit tebreiden.- Via de vertegenwoordiging in de jeugdraad krijgt het jeugdwerk permanent de kansom de <strong>be</strong>staande ondersteuning te evalueren. Ter voor<strong>be</strong>reiding van dit JWBP gaf dejeugdraad aan dat zij de huidige projectsubsidie – en meer <strong>be</strong>paald het toegekende<strong>be</strong>drag – eens opnieuw onder de loep willen nemen; omdat dit soms vooronduidelijkheid zorgt.- De <strong>Overpelt</strong>se jeugdraad is al jaren een zeer goed functionerend adviesorgaan waarinzowel de <strong>Overpelt</strong>se jeugdverenigingen, het jeugdhuis en de speelpleinwerking; alsgeëngageerde individuele jongeren vertegenwoordigd zijn. De laatste jaren viel hetechter op dat er steeds minder vertegenwoordigers van jeugdverenigingen en steedsmeer individuele jongeren deel uitmaakten van de jeugdraad. Een groot deel van dezelaatste groep geeft nu aan dat zij vanaf septem<strong>be</strong>r 2007 niet langer tot de jeugdraadzullen <strong>be</strong>horen. We zullen actief op zoek moeten gaan naar nieuwe geëngageerdejongeren (zowel uit jeugdverenigingen als daarbuiten) die deel willen uitmaken van de<strong>Overpelt</strong>se jeugdraad14


- “Beleidsintenties”:Het gemeente<strong>be</strong>stuur wil tijdens deze legislatuur:- onze dynamische gemeentelijke jeugdraad blijven ondersteunen en erkennenals volwaardig gemeentelijk adviesorgaan;- onze jeugdverenigingen via subsidies maar ook via een aanbod van vormingen inhoudelijke ondersteuning voluit kansen geven;1.2.2 (Kader)vorming1. Wie?De landelijke jeugdverenigingen organiseren cursussen kadervorming voor de<strong>be</strong>geleiding van hun plaatselijke groepen. In Limburg organiseert de provincialedienst voor speelruimte deze cursussen voor monitoren in het speelpleinwerk. Ernemen nog steeds heel wat <strong>Overpelt</strong>se <strong>be</strong>geleid(st)ers deel aan dezekadervormingscursussen, al valt het op dat de deelname aan dergelijke initiatievennogal sterk samenhangt met de cultuur in de eigen vereniging. Sommige verenigingenstimuleren dit duidelijk meer dan andere.Het is opvallend dat het aantal jeugd<strong>be</strong>geleiders die deelnemen aan cursussen afneemt,terwijl de jeugdhuismedewerkers, speelpleinmonitoren en individuele jongeren steedsmeer deelnemen aan de cursussen van o.a. Formaat en de Dienst voor Speelruimte.Voor de speelpleinmonitoren is deelname aan deze cursussen een voorwaarde voor hetmonitorschap.De <strong>Overpelt</strong>se jeugdraad organiseert jaarlijks de ‘Dag en nacht van de <strong>be</strong>geleiding’.Dit is een vormingsdag voor de <strong>be</strong>geleiding in het <strong>Overpelt</strong>se jeugdwerk. Hetprogramma is steeds opgedeeld in een informatief gedeelte in de voormiddag en eenactief en creatief gedeelte in de namiddag. In de voormiddag heeft men de keuzetussen verschillende sessies. ’s Namiddags kan men deelnemen aan meerdereworkshops. De dag wordt ’s avonds afgesloten met een gezellig samenzijn.2. Gemeentelijke ondersteuning?Via de gemeentelijke vormingssubsidie, waarbij 90 % van het inschrijvingsgeld doorhet gemeente<strong>be</strong>stuur wordt terug<strong>be</strong>taald aan de cursist, hopen wij zoveel mogelijkjongeren te stimuleren om deel te nemen aan het vormingsaanbod. Het deelnemen aanvorming en kadervorming is voor jeugdleid(st)ers erg <strong>be</strong>langrijk om kwalitatief sterkjeugdwerk te organiseren. Daar moet elk jeugdwerkinitiatief naar streven.Er wordt jaarlijks 2 479 euro voorzien in de <strong>be</strong>groting.15


3. Vaststellingen?- Het is opvallend dat het aantal jeugd<strong>be</strong>geleiders (jeugdverenigingen) die deelnemenaan cursussen afneemt, terwijl de jeugdhuismedewerkers, speelpleinmonitoren enindividuele jongeren steeds meer deelnemen aan de cursussen van o.a. Formaat en deDienst voor Speelruimte. Voor de speelpleinmonitoren is deelname aan dezecursussen een voorwaarde voor het monitorschap.- Het wel of niet deelnemen aan vormingscursussen <strong>be</strong>ïnvloedt ons inziens de kwaliteitvan het aanbod in het jeugdwerk. Daarom is het <strong>be</strong>langrijk dat men binnen hetjeugdwerkinitiatief de <strong>be</strong>geleiding aanspoort om deel te nemen aanvormingscursussen.- De dag en nacht van de <strong>be</strong>geleiding is een initiatief dat jaarlijks heel watvoor<strong>be</strong>reiding vereist, maar het is zeker en vast een zeer zinvol initiatief. Dedeelnemers worden geïnformeerd over verschillende thema’s die hen aan<strong>be</strong>langen. Zeworden tevens gestimuleerd om deel te nemen aan een langdurige vormingscursus.De “dag en nacht van de <strong>be</strong>geleiding” wordt elk jaar zeer positief geëvalueerd door dedeelnemers. Jaarlijks is dit een zeer intens en leerrijk moment voor het <strong>Overpelt</strong>sejeugdwerk met telkens een goede opkomst vanuit de meeste jeugdwerkinitiatieven.- De gemeente <strong>be</strong>taalt een aanzienlijk deel (90 %) van het inschrijvingsgeld van eenvormingscursus terug! Dit is voor iedereen een prima tegemoetkoming en werktdrempelverlagend. Het voorziene budget in de <strong>be</strong>groting wordt de laatste jaren lichtoverstegen waardoor er een procentuele aanpassing dient te ge<strong>be</strong>uren.- Uit de toename van het aantal aanvragen (jeugdhuis, speelpleinwerking en individuelejongeren) kunnen we afleiden dat het reglement van de vormingssubsidies al goed<strong>be</strong>kend is, zowel bij het jeugdwerk als bij particulieren. Toch lijkt het onsaangewezen om via verschillende informatiekanalen nog meer jongeren te informerenover het <strong>be</strong>staan van deze vormingssubsidie.1.2.3 Toegankelijkheid/ Diversiteit1. Wat?1 jeugdwerkinitiatief – “De Puzzel” – richt zich specifiek naar kinderen van hetbuitengewoon onderwijs. Kinderen van 6 tot 13 jaar die in hun vrije tijd specifieke<strong>be</strong>geleiding vragen op vlak van speel- en/of sociale vaardigheden, kunnen opwoensdagnamiddag naar hartelust knutselen, koken, kleien,…In het subsidiereglement is opgenomen dat voor “verenigingen die zich richten naar deintegratie van licht tot matig mentale en/of fysisch gehandicapten” een specialemaatregel van toepassing is. Hun leden- en activiteitenpunten wordenvermenigvuldigd met 3.16


De gemeente <strong>Overpelt</strong> is in 2000 gestart met het project ‘knipoogcheques’. Dit is eenproject waarmee we vooral de kansarme doelgroep willen <strong>be</strong>reiken. Lid zijn van een(jeugd)vereniging bijvoor<strong>be</strong>eld is nog steeds niet overdreven duur, maar het kan voorsommige mensen toch een serieuze drempel vormen.Ieder kind tussen 4 en 15 jaar krijgt jaarlijks een chequeboekje ter waarde van 12,5euro. Hiermee kunnen zij hun deelname aan gemeentelijke en schoolactiviteiten<strong>be</strong>talen. Ook het lid- en kampgeld van jeugdverenigingen kunnen zij met dezecheques financieren. Ook andere verenigingen en scholen die geïnteresseerd zijnkunnen meewerken aan dit project. Via het OCMW krijgen gezinnen die hetfinancieel niet breed heb<strong>be</strong>n extra boekjes. Zo kunnen deze kinderen op eenonopvallende manier van dit extra voordeel genieten.De rol van de jeugddienst <strong>be</strong>staat erin actief mee te werken aan de verdere uitbouwvan het project en het jeugdwerk te stimuleren om mee in dit systeem te stappen.Op dit moment werken alle jeugdverenigingen die op kamp gaan, mee aan het projectvan de knipoogcheques.Jaarlijks wordt een <strong>be</strong>drag van € 17 000 voorzien voor dit project. Deknipoogcheques worden zeer goed gebruikt door de jonge <strong>Overpelt</strong>enaren.In <strong>Overpelt</strong>- Fabriek is geen enkele jeugdvereniging actief. Dit werd als een gemiservaren. In het najaar van 2004 werden de eerste contacten gelegd met het CMGJ(Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn). Ondertussen werd ereen heuse kinderwerking opgericht voor de 9 tot 12- jarigen van <strong>Overpelt</strong>- Fabriek.Elke maand vindt er 1 activiteit plaats in de parochiezaal of op het pleintje in de buurt.De opkomst varieert van 2 tot 25 kinderen. Om een <strong>be</strong>ter zicht te krijgen op de<strong>be</strong>hoeften van deze kinderen, werd in het kader van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> een <strong>be</strong>vraginggeorganiseerd, zodat we ons aanbod eventueel kunnen bijsturen.De jeugdverenigingen genieten tijdens de zomervakantie van een welverdiende rust.Daarop werd in 2003 ingespeeld door de speelpleinwerking opnieuw op te startentijdens de zomervakantie. Op die manier kunnen kinderen ook dan genieten van spelen plezier! De SPW is ook nu nog toegankelijk voor 5 tot 12- jarigen. Vorig jaarnamen er gemiddeld 40 kinderen per dag deel.2. Vaststellingen?Vanuit de jeugdverenigingen en het jeugdhuisAlle jeugdverenigingen nemen deel aan het systeem van de knipoogcheques. Dehoofd<strong>be</strong>geleiding geeft aan dit ook de komende jaren te blijven doen.Vzw De Puzzel is het enige particulier jeugdwerkinitiatief dat zich richt naar eenspecifieke doelgroep. Zij organiseren elke woensdagnamiddag activiteiten voorkinderen van 6 tot 13 jaar die in hun vrije tijd specifieke <strong>be</strong>geleiding vragen op vlakvan speelvaardigheden en sociale vaardigheden. Zij <strong>be</strong>reiken tijdens deze namiddagengemiddeld 20 kinderen. Hun leden- en activiteitenpunten worden vermenigvuldigdmet 3 omdat zij zich richten naar de integratie van licht tot matig mentale en/of fysischgehandicapten. De andere jeugdverenigingen vinden dit prima.17


Gedurende het werkjaar 2006 – 2007 lag hun werking tijdelijk stil, wegens eensterfgeval… Volgend schooljaar zetten zij hun werking opnieuw verder, wat dus zeerpositief is.Uit de <strong>be</strong>vraging van de hoofd<strong>be</strong>geleiding blijkt dat geen enkele jeugdverenigingspeciale initiatieven neemt om specifieke doelgroepen te <strong>be</strong>reiken; hoewel de meestentoch enkele leden heb<strong>be</strong>n die tot een specifieke doelgroep <strong>be</strong>horen (kinderen enjongeren met een handicap, van vreemde afkomst, uit maatschappelijk achtergesteldegezinnen of laaggeschoolde kinderen en jongeren).Het jeugdhuis <strong>be</strong>reikt momenteel – in het algemeen – zeer weinig jongeren (zie‘vaststellingen – jeugdwerkinitiatieven’). Enkele jaren geleden hadden velen eenlidkaart of zij werden ingeschakeld als medewerker… Specifiek voor mensen in eenrolstoel heb<strong>be</strong>n zij in het verleden wel het initiatief genomen om het jeugdhuis voorhen toegankelijk te maken. Bovendien werken zij nog steeds samen met asielcentrumhet Valkenhof.Op de vraag “Vind je het één van de taken van een jeugdvereniging/ jeugdhuis omdeze doelgroepen pro<strong>be</strong>ren te <strong>be</strong>reiken?” antwoorden 2 jeugdverenigingen en hetjeugdhuis overtuigd “JA”. Volgens hen heeft iedereen het recht om tot eenjeugdvereniging te <strong>be</strong>horen. Het jeugdhuis vindt dat zij een ‘thuis’ moeten bieden aanALLE personen van <strong>Overpelt</strong> en omstreken. Andere jeugdverenigingen heb<strong>be</strong>n eenminder uitgesproken mening. Zij vinden het een moeilijke situatie die ze liever samenmet de ouders zouden <strong>be</strong>spreken. In sommige gevallen kan het wel; in andere niet.Zij willen ervoor openstaan in de mate van het mogelijke; maar dit hangt ook af van deleidingploeg. Chiro Clara geeft bijkomend aan dat er in het verleden kinderen vanhet Valkenhof bij hen waren aangesloten, maar dat dit niet langer het geval is. (Erverblijven momenteel zeer weinig gezinnen in het Valkenhof, maar dit zal in de nabijetoekomst veranderen). Chiro Clara staat hier wel voor open, maar onderneemt hierzelf geen stappen voor.Chiro Clara en VKSJ Lindel- Hoeven geven aan dat hun lokalen aangepast zijn aankinderen met een handicap (vlak, toegankelijk voor rolstoelpatiënten). Iedere tweejaar huren personen met een handicap de lokalen van Chiro Clara af tijdens dezomervakantie. Volgens Chiro <strong>Overpelt</strong>- centrum en KSJ zijn hun lokalen hier nietaan aangepast. Chiro <strong>Overpelt</strong>- centrum denkt bovendien dat een doorsneeleidingploeg niet is ‘aangepast’ om deze kinderen te <strong>be</strong>geleiden.Alle jeugdverenigingen (<strong>be</strong>halve VKSJ) en het jeugdhuis geven daarenboven nog aandat zij niet enkel kinderen en jongeren van hun gehucht <strong>be</strong>reiken, maar ook kinderenen jongeren uit andere gehuchten en van buurgemeenten.“Een divers jeugdwerklandschap <strong>be</strong>tekent laagdrempelige jeugdwerkingenondersteunen en waarderen (= vzw De Puzzel), maar ook de keuze respecterenvan particuliere jeugdwerkingen om niet aan drempelverlaging te doen. Hetbrede jeugdwerk heeft niet de opdracht om in de noden van álle kinderen enjongeren te voorzien. Sommige jongeren heb<strong>be</strong>n nood aan een eigen werkvorm,aan een manier van werken die nog dichter bij hen staat dan een open entoegankelijke jeugdwerking. Zo’n doelgroepspecifieke werkvorm biedt henveiligheid en laat hen groeien in zelfvertrouwen en zelfwaarde, in hunsamenzijn en solidariteit. Toegankelijk jeugdwerk mogelijk maken <strong>be</strong>tekent desterktes en de zwaktes van <strong>be</strong>ide jeugdwerkvormen (het ‘brede’ jeugdwerk enhet doelgroepspecifieke jeugdwerk) kennen en interactie tussen <strong>be</strong>idenstimuleren: doorstroming (in twee richtingen), samenwerking en uitwisselingvan kennis en methodieken. Dit mag niet leiden tot grensvervaging tussen<strong>be</strong>iden: ze <strong>be</strong>houden elk hun eigenheid, maar creëren tegelijk de nodige18


openheid om van elkaar te leren. Zo krijgen we een totaalaanbod vanjeugdwerk waarbinnen ieder kind en iedere jongere centraal staan.”Vanuit de speelpleinwerkingUit onderzoek kunnen we afleiden dat er een goede geografische spreiding is watde kinderen <strong>be</strong>treft die deelnemen aan onze speelpleinwerking. Toch blijkt dat dekinderen afkomstig uit <strong>Overpelt</strong>- Fabriek het minst deelnemen. Hier moeten we in detoekomst aandacht voor heb<strong>be</strong>n.Vanuit kinderwerking ‘FABuleus’ in <strong>Overpelt</strong>- FabriekHet CMGJ stelt vast dat de kinderen graag naar kinderwerking ‘FABuleus’ komen,maar dat we nog moeten werken aan <strong>be</strong>kendheid van FABuleus. Samen met hetCMGJ zullen we ook het initiatief nemen om de kinderen van <strong>Overpelt</strong>- Fabriek toe teleiden naar de speelpleinwerking en andere jeugdwerkinitiatieven.Vanuit het gemeente<strong>be</strong>stuurHoewel toegankelijkheid geen apart hoofdstuk meer is binnen het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, blijfthet een <strong>be</strong>langrijk onderwerp binnen het toekomstige <strong>be</strong>leid. De projecten die nulopen, blijven we voortzetten. Onze kinderwerking ‘FABuleus’ in <strong>Overpelt</strong>- Fabriekis daar een voor<strong>be</strong>eld van (“<strong>be</strong>leidsintentie”). In de toekomst blijven we ook deknipoogcheques promoten. Alle <strong>Overpelt</strong>se kinderen tussen 4 en 15 jaar krijgenjaarlijks een chequeboekje waarmee ze jeugd- en sportactiviteiten, alsook het lid- enkampgeld van de jeugdvereniging kunnen ‘<strong>be</strong>talen’. Maatschappelijk kwetsbaregezinnen kunnen via het OCMW extra cheques krijgen. Op deze manier wordenstempels vermeden omdat iedereen met dezelfde cheques <strong>be</strong>taalt. De resultaten van2006 leren ons dat de knipoogcheques goed gekend zijn bij de <strong>Overpelt</strong>se <strong>be</strong>volking:82 % van de knipoogcheques werd afgehaald en bijna 72 % werd ook effectiefgebruikt. Ook bij de doelgroep 12 – 15- jarigen is het systeem goed ingeburgerd,hetgeen een aantal jaren terug zeker niet het geval was. Het OCMW heeft 182 extraboekjes <strong>be</strong>deeld.Met de jeugdverenigingen werd tijdens de opmaak van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> het spel“snoepen van toegankelijkheid” gespeeld. We wilden de verschillende leidingploegenlaten kennismaken met het <strong>be</strong>grip diversiteit en hen laten nadenken over: “Zijn wijwérkelijk een toegankelijke jeugdvereniging???”.In de toekomst zien we ook de samenwerking met asielcentrum ‘Het Valkenhof’ alseen <strong>be</strong>langrijke uitdaging en aandachtspunt. De <strong>be</strong>woners van het Valkenhof én dekinder- en tienerwerker aldaar werden <strong>be</strong>trokken bij de opmaak van hetjeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>. Het Valkenhof zal zich in de toekomst namelijk richten op gezinnen(ouders met kinderen!) die voor langere tijd – zelfs meerdere jaren – in <strong>Overpelt</strong> zullenverblijven. Dit biedt kansen voor samenwerking en integratie (met en in hetjeugdwerk).Ook met het OCMW is verdere samenwerking mogelijk op het gebied van “cultureleparticipatie”.19


1.2.4 Jeugdwerkinfrastructuur – PRIORITEIT!!!1. Wat?De laatste decennia heeft het gemeente<strong>be</strong>stuur in samenwerking met de gemeentelijkejeugdraad, en de daarbij aangesloten jeugdverenigingen, hard gewerkt aan detotstandkoming van degelijke jeugdlokalen. Er werden grote inspanningen geleverdom een volledig nieuwe accommodatie te bouwen of om <strong>be</strong>staande lokalen aan tepassen aan de noden en <strong>be</strong>hoeften van een jeugdvereniging.De verschillende jeugdverenigingen <strong>be</strong>schikken bijna allemaal over een eigen <strong>lokaal</strong>:- Chiro Sint- Lutgardis en Chiro Sint- Martinus <strong>Overpelt</strong>- centrum;- Chiro Sooj en Chiro Clara Holheide;- KSA en VKSJ Lindel- Hoeven;- KSJ <strong>Overpelt</strong>- centrum;Ook het jeugdhuis <strong>be</strong>schikt over een eigen, permanente locatie.KLJ <strong>Overpelt</strong>- centrum, vzw De Puzzel en de speelpleinwerking kunnen terecht inparochiecentrum ’t Pelterke.2 jeugdlokalen doen ook dienst als jeugdverblijfcentrum, al is dat eerder <strong>be</strong>perkt:- Bivaklokalen Chiro Holheide;- Bivaklokalen Chiro Centrum.In het JWBP 2002 – 2004 werden verschillende acties ondernomen om de eerstemankementjes ten gevolge van slijtage te kunnen oplossen.Er werd een subsidiereglement voor buitengewone onderhoudswerken aanjeugdlokalen goedgekeurd op 1 februari 2002. De subsidie <strong>be</strong>draagt maximum 50 %van de goedgekeurde subsidieerbare uitgaven. Dit reglement <strong>be</strong>staat nog steeds.Een tweede actie uit het JWBP 2002 – 2004 was het brandveilig maken van allejeugdlokalen en het jeugdhuis. De brandweer bracht een <strong>be</strong>zoek aan alle jeugdlokalenen kon op die manier nagaan in hoeverre hun <strong>lokaal</strong> voldeed aan de voorwaardeninzake brandveiligheid. Per <strong>lokaal</strong> werd er een adviesverslag opgemaakt. Aan deverantwoordelijken van de jeugdlokalen werd gevraagd om het gemeente<strong>be</strong>stuur eenoverzicht te <strong>be</strong>zorgen van de nodige herstellingswerken samen met een raming van dekostprijs. De gemeenteraad van 3 novem<strong>be</strong>r 2003 formuleerde volgend <strong>be</strong>sluit:“Het gemeente<strong>be</strong>stuur verbindt er zich toe de volgende éénmalige gewone toelage teverlenen voor maximum 50 % van de geraamde kosten voor het zich in regel stellenmet de te nemen brandvoorzorgsmaatregelen zoals opgesomd in de adviesverslagenvan de brandweer.”Beheer van de jeugdwerkinfrastructuur?Nr. Naam Adres Eigenaar huur overeenkomst1 KSJ <strong>Overpelt</strong> "de pomp".Jeugdlaan(’t Pelterke)Gemeente <strong>Overpelt</strong> niets/2 KLJ <strong>Overpelt</strong>Centrum’t Pelterke:Jeugdlaan 4VZWOpenluchtwerkenRodenbachlaan 11,<strong>Overpelt</strong>//20


3 Chiro St. Domein ’t Gemeente <strong>Overpelt</strong> nietsMartinus <strong>Overpelt</strong> PelterkeCentrum /4 Chiro StLutgardis/<strong>Overpelt</strong> Centrum5 KSA Lindel-HoevenKapelstraat 2 Gemeente <strong>Overpelt</strong> 2002:29, recht van opstal :68€/jaar Parochiale jeugdLindel- Hoeven6 VKSJ Lindel-Hoeven7 Chiro ClaraHolheide8 Chiro SoojHolheide9 vzw De Puzzel ’t Pelterke:Jeugdlaan 411 Speelpleinwerking12 JeugdhuisDe Poal2. Gemeentelijke ondersteuning?Bremstraat z/n 1)Parochiale werkenSt- Barbara Holheide2)vzw Jeugdopleiding<strong>Overpelt</strong> ?VZWOpenluchtwerkenRodenbachlaan 11,<strong>Overpelt</strong> /Domein ’t VZWPelterke OpenluchtwerkenRodenbachlaan 11,<strong>Overpelt</strong> /Dorpsstraat 81 Brouwerij St-Jozef,Bree (Opitter)743,68€/maand -8924,16€/jaar.Jaarlijksindexeerbaarerfpacht : vzwJeugdopleiding<strong>Overpelt</strong>Handelshuurovereenkomst: tussenBrouwerij en vzwJeugdhuis +Gemeente <strong>Overpelt</strong>Het ter <strong>be</strong>schikking stellen van infrastructuurHet gemeente<strong>be</strong>stuur stelt infrastructuur ter <strong>be</strong>schikking aan het jeugdwerk waardoorzowel de jeugdverenigingen als het jeugdhuis een degelijk onderkomen heb<strong>be</strong>n .Subsidiëring door het gemeente<strong>be</strong>stuurHet gemeente<strong>be</strong>stuur stelt infrastructuur ter <strong>be</strong>schikking aan het jeugdwerk waardoorzowel de jeugdverenigingen als het jeugdhuis een degelijk onderkomen heb<strong>be</strong>n.Het gemeente<strong>be</strong>stuur heeft sinds 1 februari 2002 een subsidiereglement voorbuitengewone onderhoudswerken aan jeugdlokalen. Het gemeente<strong>be</strong>stuur wilt metdeze subsidie de lokale jeugdverenigingen ondersteunen wanneer zij buitengewoneonderhoudswerken aan hun jeugd<strong>lokaal</strong> moeten uitvoeren. De subsidie <strong>be</strong>draagtmaximum 50 % van de goedgekeurde subsidieerbare uitgaven. Allejeugdverenigingen die voor 1 maart van het lopende jaar een aanvraag indienen bij degemeentelijke jeugddienst – samen met de nodige documenten - komen in aanmerkingvoor deze subsidie.21


Naar aanleiding van het actiepunt – “Het brandveilig maken van de jeugdlokalen” – inhet jeugdruimteplan 2002 – 2004 werd tijdens de gemeenteraad van 3 novem<strong>be</strong>r 2003werd volgend <strong>be</strong>sluit geformuleerd:“Het gemeente<strong>be</strong>stuur verbindt er zich toe de volgende éénmalige gewone toelage teverlenen voor maximum 50 % van de geraamde kosten voor het zich in regel stellenmet de te nemen brandvoorzorgsmaatregelen zoals opgesomd in de adviesverslagenvan de brandweer.”Het jeugdhuis wordt financieel ondersteund door het gemeente<strong>be</strong>stuur door eenhuursubsidie van 10 000 euro. Het jeugdhuis ontvangt eveneens een werkingssubsidievan 2 500 euro.Diensten verleend door het gemeente<strong>be</strong>stuurIndien er in het jeugdhuis werken moeten worden uitgevoerd, staat de technischedienst van de gemeente hiervoor in.Alle jeugdverenigingen, het jeugdhuis en de speelpleinwerking kunnen gebruik makenvan de gemeentelijke uitleendienst. Door een eenvoudig formulier in te vullen,kunnen zij over een heel aantal (spel)materiaal <strong>be</strong>schikken.Zij kunnen ook altijd met al hun vragen, <strong>be</strong>merkingen,… terecht op de jeugddienstvoor uitleg en advies.3. Vaststellingen?Objectieve vaststellingen, door de jeugdverenigingen zelf:Zowel de hoofd<strong>be</strong>geleid(st)ers van de jeugdverenigingen als de voorzitter van hetjeugdhuis gaven in het kader van de opmaak van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> hun opmerkingendoor met <strong>be</strong>trekking tot hun jeugd<strong>lokaal</strong>. In de ta<strong>be</strong>l hieronder vindt u een overzicht:22


Chiro <strong>Overpelt</strong>centrum(= Chiro meisjesen chiro jongens)KSA en VKSJLindel- HoevenChiro Holheide(= chiro meisjesen chiro jongens)KSJ <strong>Overpelt</strong>centrumCapaciteit van deinfrastructuur?Zij <strong>be</strong>schikken over 1 <strong>lokaal</strong>per leeftijdsgroep, 1 leiding<strong>lokaal</strong>,1 materiaalruimte en1 keuken.Voldoende opslagruimte iseen probleem…Zij heb<strong>be</strong>n geen problemenm.b.t. de grootte van hunlokalen; enkel te weinigop<strong>be</strong>rgruimte.De meisjeslokalen zijn teklein en 1 leeftijdsgroepwordt zelfs ondergebracht ineen ‘nood<strong>lokaal</strong>’.Op<strong>be</strong>rgruimte is een grootprobleem. Zij heb<strong>be</strong>n vorigjaar met eigen middelen eencontainer aangekocht.Op zich zijn ze toch heeltevreden over hun lokalen.Jeugdhuis Zij heb<strong>be</strong>n hier geenopmerkingen over.Bouwtechnische staat? Omgeving van dejeugdwerkinfrastructuur?De lokalen kunnen wel een Een verhard pleintje zouopfris<strong>be</strong>urt gebruiken, maar leuk zijn! (vroeger haddenvoor de rest zij ze in orde. we het basketbalpleintje…)Zij heb<strong>be</strong>n hierover geenopmerkingen.De lokalen zijn niet in idealestaat, maar daar zijn ze mee<strong>be</strong>zig.Zij plannen een vervanging vanhun sanitaire blok(lavabo’s,…).Het dak, de ramen en denooddeur zijn aan vervangingtoe. Hier wordt momenteel alaan gewerkt. (= ten laste vande verhuurder).Ook de kast van de net-o-maatmag worden vervangen.Doordat het bos in deHoevenstraat dicht bij devoetbalpleinen is verdwenen,is er nu minder mogelijkheidtot echte bosspelen in debuurt van ons <strong>lokaal</strong>.Zij heb<strong>be</strong>n hierover geenopmerkingen.De omgeving is momenteeleen probleem (veelbouwafval o.w.v. de nieuwesporthal), maar dat is slechtstijdelijk.Zij heb<strong>be</strong>n hierover geenopmerkingen.Brandveiligheid van dejeugdwerkinfrastructuur?Zij geven aan dat hun <strong>lokaal</strong>brandveilig is.Zij geven aan dat hun <strong>lokaal</strong>brandveilig is.Vluchtwegen, plafonneringen,… zijn niet in orde, maar hierzijn we mee <strong>be</strong>zig.Zij geven aan dat hun <strong>lokaal</strong>brandveilig is.De nooddeur en de brandroutezijn niet in orde…23


Algemene vaststellingen door de jeugdverenigingen:De 7 bovenstaande jeugdverenigingen geven allemaal aan dat de jeugdlokalengemakkelijk te <strong>be</strong>reiken zijn vanuit de woonkernen en dat ze bovendien veilig te<strong>be</strong>reiken zijn, zowel met de fiets als te voet. KSJ <strong>Overpelt</strong>- centrum gaf al eerder aandat er geen fietsenrek aanwezig is aan hun <strong>lokaal</strong> en dat de auto’ s niet veilig kunnenaan- en afrijden.De 7 bovenstaande jeugdverenigingen geven allemaal aan dat er voldoende bruikbarespeelruimtes verbonden zijn aan het gebouw zodat meerdere leeftijdsgroepenongestoord buiten kunnen spelen. Er zijn ook bossen, parken, sportaccommodaties,tocht- en wandelmogelijkheden, … in de buurt van de jeugdlokalen.Chiro Holheide geeft wel aan dat de speelruimte niet volledig is afgesloten van destraat (waardoor ze natuurlijk ook minder veilig is) en ze zet volgens hen niet zo directaan tot spelen.(Onderhouds)werken die de jeugdverenigingen op korte termijn willen uitvoeren:Chiro <strong>Overpelt</strong>- centrum wil nog voor de zomer van 2007 een nieuw plafond hangenin de keuken. Het oude is rot door vocht… Dit komt door een lek aan de veluxramen,maar dat is ondertussen al allemaal hersteld (m.b.v. het subsidiereglementonderhoudswerken).KSJ <strong>Overpelt</strong>- centrum wil dit jaar nog een klinkerterras aanleggen rondom hunlokalen.Het jeugdhuis wil dit jaar nog het dak en de ramen vervangen; en de nooddeur latenplaatsen.Chiro Holheide is momenteel <strong>be</strong>zig met het samenstellen van een dossier waarin allenoden zijn opgenomen. Aan de hand van dat dossier zullen de nodige werken moetenworden uitgevoerd.VKSJ en KSA Lindel- Hoeven gaan een materiaalruimte bijbouwen aan het <strong>lokaal</strong>.Vaststellingen door het gemeente<strong>be</strong>stuur (en haar gemeentelijke diensten):Wettelijkheid van het gebouw?De dienst Ruimtelijke Ordening geeft aan dat alle jeugdlokalen, het jeugdhuis enparochiecentrum ’t Pelterke in een stedenbouwkundig correcte zone liggen.Veiligheid van de jeugdwerkinfrastructuur- Brandveiligheid?- Verwarming?- Elektriciteit?Voor het gemeente<strong>be</strong>stuur is “veiligheid van de jeugdwerkinfrastructuur” – in debreedst mogelijke zin – absolute prioriteit.Uit de <strong>be</strong>vraging blijkt dat nog niet alle jeugdverenigingen allebrandvoorzorgsmaatregelen heb<strong>be</strong>n genomen, maar dat ze momenteel wel <strong>be</strong>zig zijnom zich hiermee in regel te stellen. Niet enkel brandveiligheid, maar veiligheid op elkgebied is prioritair! Vandaar dat er tijdens de opmaak van dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> eenstappenplan werd uitgewerkt om enerzijds alle lokalen op korte termijn(brand)VEILIG te maken en anderzijds om ze zo ook te houden!In dit stappenplan, dat de volgende jaren wordt uitgevoerd, is onder andere sprake vangascontroles, elektriciteitsaanpassingen, risicoanalyses, keuringen van elektriciteit,gas, verwarming, rookdetectie,… Met andere woorden: jeugdwerkinfrastructuurMOET VEILIG zijn! Het stappenplan vindt u terug als bijlage.24


Bijkomend geven de jeugdverenigingen/jeugdhuis aan dat ze ooit wel eens wordengeconfronteerd met vandalisme en/of inbraak in hun <strong>lokaal</strong>.Chiro <strong>Overpelt</strong>- centrum geeft aan dat zij gemiddeld 1 à 2 maal per jaar te makenkrijgen met vandalisme (ramen worden ingeslagen). Bij KSJ <strong>Overpelt</strong>- centrum en hetjeugdhuis is dit eens 1 maal voorgevallen enkele jaren geleden. Bij VKSJ Lindel-Hoeven werd een radio gestolen. Chiro Holheide ondervindt op dit vlak geenproblemen. Ook dit probleem kan worden opgenomen in het stappenplan rond veiligejeugdlokalen (samenwerking politie?, alarm?,…)1.3 DOELSTELLINGEN EN CONCRETE ACTIESJeugdwerkinitiatievenDoelstelling 1:“De financiële ondersteuning handhaven en desgevallend ver<strong>be</strong>teren”HANDHAVEN:Concrete actie 1.1: ‘De werkingssubsidie voor jeugdverenigingen blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 1.2: ‘De vormingssubsidie blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 1.3: ‘De projectsubsidie blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 1.4: ‘Het subsidiereglement voor buitengewone onderhoudswerkenaan jeugdlokalen blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 1.5: ‘De huursubsidie aan het jeugdhuis blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 1.6: ‘De werkingssubsidie aan het jeugdhuis blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 1.7: ‘Er blijft een <strong>be</strong>drag voorzien voor prestaties van derden voorhet gebouw (jeugdhuis)’Concrete actie 1.8: ‘De werkingssubsidie voor de speelpleinwerking blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 1.9: ‘De project- en vormingssubsidies blijven we via gemeentelijkeinfobladen extra promoten’VERBETEREN/ NIEUW:Concrete actie 1.10: ‘De reglementering omtrent het kampvervoer wordt her<strong>be</strong>kekenin <strong>2008</strong>’Concrete actie 1.11: ‘De samenwerking met het CMGJ ivm de kinderwerkingFABuleus blijft <strong>be</strong>staan, maar de werking zal zich toespitsen opde 6 tot 12- jarigen en de werking vindt 2 maal per maandplaats’Concrete actie 1.12: ‘De reglementering omtrent de projectsubsidie wordt in <strong>2008</strong>opnieuw <strong>be</strong>keken door een werkgroep van de jeugdraad.Doelstelling 2:“De logistieke ondersteuning handhaven en desgevallend ver<strong>be</strong>teren”HANDHAVEN:Concrete actie 2.1: ‘De pedagogische en administratieve ondersteuning via dejeugddienst blijft <strong>be</strong>houden’25


Concrete actie 2.2: ‘Het reglement ‘vervoer van materialen’ blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 2.3: ‘De speelpleinwerking kan blijven rekenen op <strong>be</strong>geleiding enondersteuning vanuit de jeugddienst’VERBETEREN/ NIEUW:Concrete actie 2.4: ‘De reglementering omtrent het kampvervoer wordt her<strong>be</strong>kekenin <strong>2008</strong>’Concrete actie 2.5: ‘De uitleendienst wordt gecentraliseerd’Concrete actie 2.6: ‘Jaarlijks wordt er een budget voorzien in de <strong>be</strong>groting om hetspelmateriaal dat stuk is, te vervangen’Concrete actie 2.7: ‘Jaarlijks wordt er een budget voorzien in de <strong>be</strong>groting omeventueel nieuw materiaal aan te kopen voor de uitleendienst’Concrete actie 2.8: ‘De speelkar zal deel uitmaken van de gecentraliseerdeuitleendienst’Concrete actie 2.9: ‘Er wordt samen met het jeugdwerk <strong>be</strong>keken op welke manierzij goedkoop gebruik kan maken van het zwembad en CC Palethe’Concrete actie 2.10: ‘Via buurtkrantje ’t Fabriekske en via het regionaal blad‘Dommelpost’ wordt extra reclame voor de speelpleinwerkinggemaakt voor respectievelijk de kinderen van <strong>Overpelt</strong>- Fabrieken van de hele regio’Doelstelling 3:“De <strong>be</strong>staande jeugdhuiswerking ombuigen naar een eigentijdse, modernewerking waar <strong>Overpelt</strong>se en andere jongeren graag vertoeven”De concrete acties hieromtrent vindt u terug onder hoofdstuk 2 ‘Jeugd<strong>be</strong>leid’ -onderdeel “Jeugdruimte” (doelstelling 27, pagina 46).Doelstelling 4:“Geëngageerde jongeren (uit het jeugdwerk en daarbuiten) worden aangespoordom deel uit te maken van de <strong>Overpelt</strong>se jeugdraad”Concrete actie 4.1: ‘De jeugdraadvergaderingen houden we ‘kort en bondig’ en meergericht op het jeugdwerk’Concrete actie 4.2: ‘Naast de jeugdraadvergaderingen blijven zeker ook allewerkgroepen (o.a. rond de <strong>be</strong>staande activiteiten die dejeugdraad allemaal organiseert) <strong>be</strong>staan. De stand van zakenvan deze werkgroepen wordt kort <strong>be</strong>sproken op dejeugdraadvergadering, maar “het denken en discussiëren”ge<strong>be</strong>urt tijdens de werkgroepvergadering. Iedereen diegeïnteresseerd is, kan zich hiervoor opgeven’Concrete actie 4.3: ‘Jaarlijks in septem<strong>be</strong>r brengt de jeugdraad de verschillendejeugdverenigingen een <strong>be</strong>zoek en legt zij uit wat de jeugdraadinhoudt en welke activiteiten zij daarenboven organiseren’Concrete actie 4.4: ‘Jaarlijks sporen we 18- jarigen (die meehielpen aan de 18-jarigenfuif) aan om deel uit te maken van de jeugdraad’Concrete actie 4.5: ‘Nieuwe medewerkers worden door de ‘anciens’ mee op sleeptouwgenomen zodat er opvolging verzekerd is’26


Doelstelling 5:“Inspelen op de dynamiek van een <strong>be</strong>geleidingsploeg door het jeugdwerkregelmatig te informeren over de <strong>be</strong>staande ondersteuning”Concrete actie 5.1: ‘De werkgroep hoofd<strong>be</strong>geleiding blijft <strong>be</strong>staan als forum enoverlegmoment voor groepsverantwoordelijken binnen het<strong>Overpelt</strong>se jeugdwerk en komt minstens 2 maal per jaar samen’Concrete actie 5.2: ‘Jaarlijks wordt tijdens de ‘Dag en nacht van de <strong>be</strong>geleiding’ eenworkshop georganiseerd rond de <strong>be</strong>staande ondersteuning vanhet <strong>Overpelt</strong>se jeugdwerk’Concrete actie 5.3: ‘Jaarlijks – bij het <strong>be</strong>gin van een nieuw werkjaar – herinnert dejeugdconsulent elke <strong>be</strong>geleidingploeg eraan dat een “gevormde<strong>be</strong>geleider” 5 punten krijgt; en een <strong>be</strong>geleider die niet deelneemtaan vormingscursussen slechts 1 punt’Doelstelling 6:“Specifieke doelgroepen worden <strong>be</strong>reikt door het opzetten van gemeentelijkeinitiatieven”De concrete acties hieromtrent vindt u terug bij “Toegankelijkheid/ diversiteit”;doelstelling 9 - 13.(Kader)vormingDoelstelling 7:“Streven naar kwaliteit in het jeugdwerk door enerzijds het subsidiëren vandeelname aan erkende kadervorming en anderzijds door het organiseren vanvormingsmomenten voor <strong>Overpelt</strong>se <strong>be</strong>geleid(st)ers”Concrete actie 7.1: ‘De vormingssubsidie (voor jeugdverenigingen) blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 7.2: ‘Jeugdraad en jeugddienst blijven jaarlijks de “dag en nacht vande <strong>be</strong>geleiding” organiseren als centrale vormingsdag voor alle<strong>Overpelt</strong>se <strong>be</strong>geleid(st)ers in het jeugdwerk’Doelstelling 8:“Jongeren stimuleren om deel te nemen aan vorming”Concrete actie 8.1: ‘De jeugddienst neemt contact op met een aantal instellingen omte vragen of zij cursussen in <strong>Overpelt</strong> (of in de regio) willenorganiseren. Dit zal de drempel verlagen voor de <strong>Overpelt</strong>sejongeren’Concrete actie 8.2: ‘Via verschillende informatiekanalen (gemeentelijk informatieblad,website, affiches in het jeugdhuis,…) nog meer jongereninformeren over het <strong>be</strong>staan van de vormingssubsidie.27


Concrete actie 8.3: ‘De jeugdconsulent promoot de vormingssubsidie via dewerkgroep hoofd<strong>be</strong>geleiding en schrijft nieuwe <strong>be</strong>geleiders aanover het <strong>be</strong>staan ervan’Concrete actie 8.4: ‘Jaarlijks – bij het <strong>be</strong>gin van een nieuw werkjaar – herinnert dejeugdconsulent elke <strong>be</strong>geleidingploeg eraan dat een “gevormde<strong>be</strong>geleider” 5 punten krijgt; en een <strong>be</strong>geleider die niet deelneemtaan vormingscursussen slechts 1 punt’Concrete actie 8.5: ‘Deelname aan de 5- daagse cursus van de Dienst voor Speelruimteis een voorwaarde voor het monitorschap van despeelpleinwerking’Toegankelijkheid/ DiversiteitDoelstelling 9:“De gemeentelijke ondersteuning blijft <strong>be</strong>houden”Concrete actie 9.1: ‘Jeugdwerkinitiatief De Puzzel wordt blijvend ondersteund doorhun leden- en activiteitenpunten te vermenigvuldigen met 3,aangezien zij zich richten naar de integratie van licht tot matigmentale en/of fysisch gehandicapten’Concrete actie 9.2: ‘De Knipoogcheques blijven <strong>be</strong>houden’Doelstelling 10:“Vanuit het samenwerkingsverband met het CMGJ activiteiten opzetten voor dekinderen van <strong>Overpelt</strong>- Fabriek én de toeleiding naar het jeugdwerk vergroten”Concrete actie 10.1: ‘Het CMGJ organiseert – in samenspraak met de gemeentelijkejeugddienst – 2 maal per maand een activiteit voor de 6- tot 12-jarigen van <strong>Overpelt</strong>- Fabriek onder de naam ‘FABuleus’ (metuitzondering van de maanden juli en augustus)’Concrete actie 10.2: ‘Tijdens de eerste week van juli organiseren de FABuleusmedewerkersen de speelpleinmonitoren een activiteit in<strong>Overpelt</strong>- Fabriek om de toeleiding naar de speelpleinwerkingte vergroten’Concrete actie 10.3: ‘In septem<strong>be</strong>r <strong>be</strong>zorgen de jeugdverenigingen wervingsfoldersaan de kinderen van <strong>Overpelt</strong>- Fabriek tijdens een activiteit vanFABuleus om de toeleiding naar de jeugdverenigingen te vergroten’Doelstelling 11:“Vanuit een samenwerkingsverband tussen jeugdwerk, jeugddienst, OCMW enhet Valkenhof de integratie van kinderen en jongeren die verblijven in hetValkenhof <strong>be</strong>vorderen (aangezien kinderen en jongeren daar voor langere tijd zullenverblijven)”28


Concrete actie 11.1: ‘In septem<strong>be</strong>r (= start nieuwe werkjaar) versturen dejeugdverenigingen wervingsfolders naar de kinderen en jongerenvan het Valkenhof’Concrete actie 11.2: ‘De jeugd- en sportdienst <strong>be</strong>zorgen ook flyers van hunactiviteiten aan het Valkenhof’Concrete actie 11.3: ‘Kinderen en jongeren van het Valkenhof die deelnemen aanactiviteiten van de jeugd- en sportdienst krijgen 50 % korting(en kunnen natuurlijk zoals iedereen steeds met knipoogcheques<strong>be</strong>talen)’Doelstelling 12:“Vanuit een samenwerkingsverband tussen jeugdwerk, jeugddienst en OCMWde toeleiding van kansarme kinderen en jongeren naar het jeugdwerk vergroten”Concrete actie 12.1: ‘De jeugdverenigingen, de jeugd- en de sportdienst en hetjeugdhuis <strong>be</strong>zorgen flyers ed. van hun activiteiten/ werking aanhet OCMW. Zij <strong>be</strong>zorgen het op hun <strong>be</strong>urt aan hun cliënteel’Concrete actie 12.2: ‘Deze kinderen en jongeren kunnen zoals iedereen steeds metknipoogcheques <strong>be</strong>talen én krijgen extra chequeboekjestoe<strong>be</strong>deeld via het OCMW’Doelstelling 13:“Het jeugdwerk laten kennismaken met het thema toegankelijkheid en henondersteunen wanneer zij op dit vlak speciale inspanningen leveren”Concrete actie 13.1: ‘Jaarlijks tijdens de Dag en nacht van de <strong>be</strong>geleiding organiserenwe voor het hele jeugdwerk een workshop rond het thematoegankelijkheid, zodat de leidingploegen hier <strong>be</strong>ter overworden geïnformeerd’Concrete actie 13.2: ‘Verenigingen die zich willen verdiepen in dit thema kunnenrekenen op ondersteuning vanuit de jeugddienst en het CMGJom hieromtrent acties op te zetten’Concrete actie 13.3: ‘Jeugdverenigingen die werken uitvoeren aan hun <strong>lokaal</strong> terver<strong>be</strong>tering van de publieke toegankelijkheid voor personen meteen handicap of mobiliteitsproblemen, kunnen hiervoor eengemeentelijke subsidie krijgen (50 %)’Concrete actie 13.4: ‘Het jeugdhuis wordt omgevormd tot een modern en eigentijdsjeugdhuis (via acties 26.1 tot 26.8) en zal daardoor ook meer een“toegankelijk jeugdhuis” worden in de zin van ‘openstaan vooreen zo ruim mogelijk publiek’’“Een divers jeugdwerklandschap <strong>be</strong>tekent laagdrempelige jeugdwerkingenondersteunen en waarderen (= vzw De Puzzel), maar ook de keuze respecterenvan particuliere jeugdwerkingen om niet aan drempelverlaging te doen. Hetbrede jeugdwerk heeft niet de opdracht om in de noden van álle kinderen enjongeren te voorzien. Sommige jongeren heb<strong>be</strong>n nood aan een eigen werkvorm,29


aan een manier van werken die nog dichter bij hen staat dan een open entoegankelijke jeugdwerking.Jeugdwerkinfrastructuur – PRIORITEIT!!!Doelstelling 14:“De gemeentelijke ondersteuning blijft <strong>be</strong>houden”Concrete actie 14.1: ‘Het subsidiereglement voor buitengewone onderhoudswerkenaan jeugdlokalen blijft <strong>be</strong>houden’Concrete actie 14.2: ‘Het jeugdhuis wordt blijvend financieel ondersteund door hetgemeente<strong>be</strong>stuur’Concrete actie 14.3: ‘Er blijft een <strong>be</strong>drag voorzien voor prestaties van derden voor hetgebouw (jeugdhuis)’Doelstelling 15:“Het tekort aan voldoende (stockeer)ruimte wordt aangepakt”Concrete actie 15.1: ‘In 2007 wordt het <strong>be</strong>staande subsidiereglement “buitengewoneonderhoudswerken aan jeugdlokalen” aangepast naar“onderhoud, uitbreiding én modernisering jeugdlokalen”,waardoor jeugdverenigingen hun <strong>lokaal</strong> kunnen uitbreiden en/ofmoderniseren en waardoor zij ook kunnen investeren in hetterrein rondom hun <strong>lokaal</strong>’Doelstelling 16:“De veiligheid aan de jeugdlokalen in <strong>Overpelt</strong>- centrum wordt verhoogd door deherinrichting van het binnengebied ’t Pelterke”Concrete actie 16.1: ‘Het auto- en fietsverkeer wordt volledig geweerd in hetbinnengebied door het plaatsen van 2 mobiele drempels en eengrote poort ter hoogte van de toegangsweg (ingang Ravotterke)’Concrete actie 16.2: ‘Enkel aan de jeugdlokalen is autoverkeer toegelaten (vb. ladenen lossen)’Concrete actie 16.3: ‘Er wordt een hekwerk of een natuurlijke talud geplaatst tussenhet grasveld aan de jeugdlokalen en de rest van het binnengebied(veiligheid). In deze afsluiting worden 2 poortjes voorzien zodatde jeugdverenigingen gemakkelijk naar het binnengebiedkunnen’Concrete actie 16.4: ‘Het grasveld aan de jeugdlokalen wordt hersteld’Doelstelling 17:“Alle jeugdlokalen en het jeugdhuis moeten <strong>be</strong>schikken over eenbrandveiligheidattest”30


Concrete actie 17.1: ‘Op basis van de nulmeting per jeugd<strong>lokaal</strong>; en de toetsinghiervan aan de brandveiligheidvereisten, wordt er perjeugd<strong>lokaal</strong> een werkplan opgesteld’Concrete actie 17.2: ‘Dankzij de verkregen stand van zaken krijgen we een idee van denodige aanpassingswerken en de bijhorende kosten. Op basisdaarvan wordt er – in overleg met het jeugdwerk – eenprioriteitenlijst per <strong>lokaal</strong> opgesteld (rekening houdend metdringendheid, kostprijs, haalbaarheid,…)’Concrete actie 17.3: ‘In overleg met het jeugdwerk wordt een gepastsubsidiëringsmechanisme uitgewerkt’Concrete actie 17.4: ‘Het gemeente<strong>be</strong>stuur ziet er – samen met de brandweer – op toedat de nodige aanpassingswerken correct worden uitgevoerd’Concrete actie 17.5: ‘Indien de jeugdwerkinfrastructuur aan de vooropgestelde vereistenvoldoet, levert de brandweer een brandveiligheidattest af.Doelstelling 18:“Alle jeugdlokalen en het jeugdhuis moeten VEILIG zijn”Concrete actie 18.1: ‘Het gemeente<strong>be</strong>stuur ziet erop toe dat de jeugdverenigingen inorde zijn met de (verplichte) keuringen:- 5- jaarlijkse keuring van de elektriciteitsleidingen;- Jaarlijkse keuring van de verwarmingsketel en –leidingen;- 5- jaarlijkse keuring van een eventuele gasinstallatie;- Jaarlijkse keuring van de rookdetectie en rookafvoeren;- Jaarlijkse controle van de brandblussers en –haspel;- Jaarlijkse controle van de veiligheidsverlichting.Concrete actie 18.2: ‘Jaarlijkse controle van de jeugdwerkinfrastructuur op hetgebied van hygiëne en netheid (door externe dienst)’Concrete actie 18.3: ‘2 maal per legislatuur organiseert de jeugddienst eeninformatieavond over veiligheid van jeugdlokalen (vb. opleidingkleine blusmiddelen) voor het jeugdwerk’Concrete actie 18.4: ‘Er worden afspraken gemaakt tussen politie, jeugddienst enjeugdwerk omtrent inbraak- en vandalismevrijejeugdwerkinfrastructuur’DE FINANCIELE PROGNOSE BIJ DEZE DOELSTELLINGEN, VOOR DEJAREN VAN DE KOMENDE PLANPERIODE, VINDT U TERUG ONDERHOOFDSTUK 3 “FINANCIELE MEERJARENPLANNING”31


1.4 INTERACTIEF BESTUURWerken aan een interactief jeugd<strong>be</strong>leid <strong>be</strong>tekent dat er tijdens de opmaak én deuitvoering van het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> rekening wordt gehouden met kinderen, jongerenen jeugdwerk. Interactief <strong>be</strong>stuur is een <strong>be</strong>stuursstijl waarmee de overheid streeft naareen permanente en intensieve dialoog met de <strong>be</strong>volking en middenveld. Deze globaleopdracht kan in functie van de opmaak van het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> in drie deelopdrachtenworden verdeeld:1. Behoeftenverkenning organiseren: tijdens de opmaak van het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>worden subjectieve gegevens verzameld bij kinderen, jongeren, jeugdwerk endeskundigen;2. Jeugdparticipatie plannen: bij het opstellen van doelstellingen en acties wordt inhet onderdeel ‘participatie en terugkoppeling’ van het hoofdstuk jeugd<strong>be</strong>leidspecifieke jeugdparticipatie gepland voor de periode ’08-’10;3. Alle doelstellingen screenen: In het ontwerp- jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> worden alledoelstellingen gescreend op de mate waarbij rekening is gehouden met departicipatie van kinderen, jongeren en jeugdwerk bij de uitvoering van dezedoelstellingen.1.4.1 Behoeftenverkenning organiserenEen eerste opdracht van de stuurgroep JBP was het verzamelen van meningen vankinderen, jongeren, jeugdwerk en deskundigen. “Welke wensen en verzuchtingenwensen zij ons mee te geven? Welke noden en <strong>be</strong>hoeften geven zij aan?” Deze<strong>be</strong>hoeftenverkenning hielp het gemeente<strong>be</strong>stuur om een mening te vormen over hetlokale jeugd<strong>be</strong>leid en gaf tegelijk een aantal mogelijke richtingen voor hetjeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> aan.De inspraakrondes <strong>be</strong>treffende jeugdWERK<strong>be</strong>leid:- Kinderen, ouders en monitoren van de speelpleinwerking (enquête);- De <strong>be</strong>geleiding van de jeugdverenigingen (enquête + spel toegankelijkheid);- Het <strong>be</strong>stuur van het jeugdhuis (enquête + spel toegankelijkheid);- Kinderen van de jeugdverenigingen (monopolyspel – “groepsgesprek”);- Kinderen van de kinderopvang (monopolyspel – “groepsgesprek”);- De kinderraad (monopolyspel – “groepsgesprek”);- De kinderen in het Valkenhof (monopolyspel – “groepsgesprek”);- De kinderen van <strong>Overpelt</strong>- Fabriek (enquête FABuleus);- Sportfunctionaris; welzijnsconsulent (gesprek).Uit al deze inspraakrondes vergaarde de stuurgroep een heleboel informatie. Deverwerking en analyse hiervan leidde tot een aantal vaststellingen (zie 1.2 Huidigesituatie en vaststellingen), die dan later werden omgezet in doelstellingen en concreteacties (zie 1.3 Doelstellingen en concrete acties).1.4.2 Jeugdparticipatie plannenDit onderdeel vindt u terug bij hoofdstuk 2 “Jeugd<strong>be</strong>leid” – ‘participatie enterugkoppeling’.32


1.4.3 Alle doelstellingen screenenAandacht voor jeugdparticipatie zit vervlochten in alle aspecten van het lokalejeugd<strong>be</strong>leid. Het is een derde opdracht om in het ontwerp- jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> alledoelstellingen te screenen op de mate waarbij rekening is gehouden met de participatievan kinderen, jongeren en jeugdwerk bij de uitvoering ervan.Volgende doelstellingen en acties zijn daar een duidelijk voor<strong>be</strong>eld van:Acties:- De reglementering omtrent het kampvervoer wordt her<strong>be</strong>keken in <strong>2008</strong>;- De reglementering omtrent de projectsubsidie wordt in <strong>2008</strong> opnieuw <strong>be</strong>kekendoor een werkgroep van de jeugdraad;- Er wordt samen met het jeugdwerk <strong>be</strong>keken op welke manier zij ‘goedkoop’gebruik kan maken van het zwembad en CC Palethe;- Naast de jeugdraadvergaderingen blijven zeker ook alle werkgroepen (o.a.rond de <strong>be</strong>staande activiteiten die de jeugdraad allemaal organiseert) <strong>be</strong>staan.De stand van zaken van deze werkgroepen wordt kort <strong>be</strong>sproken op dejeugdraadvergadering, maar “het denken en discussiëren” ge<strong>be</strong>urt tijdens dewerkgroepvergadering. Iedereen die geïnteresseerd is, kan zich hiervooropgeven;- Jaarlijks in septem<strong>be</strong>r brengt de jeugdraad de verschillende jeugdverenigingeneen <strong>be</strong>zoek en legt zij uit wat de jeugdraad inhoudt en welke activiteiten zijdaarenboven organiseren;- Jaarlijks sporen we 18- jarigen (die meehielpen aan de 18- jarigenfuif) aan omdeel uit te maken van de jeugdraad;- Nieuwe medewerkers worden door de ‘anciens’ mee op sleeptouw genomenzodat er opvolging verzekerd is;- De werkgroep hoofd<strong>be</strong>geleiding blijft <strong>be</strong>staan als forum en overlegmomentvoor groepsverantwoordelijken binnen het <strong>Overpelt</strong>se jeugdwerk en komtminstens 2 maal per jaar samen;- Jeugdraad en jeugddienst blijven jaarlijks de “dag en nacht van de<strong>be</strong>geleiding” organiseren als centrale vormingsdag voor alle <strong>Overpelt</strong>se<strong>be</strong>geleid(st)ers in het jeugdwerk;- Tijdens de eerste week van juli organiseren de FABuleusmedewerkers en despeelpleinmonitoren een activiteit in <strong>Overpelt</strong>- Fabriek om de toeleiding naarde speelpleinwerking te vergroten;- In 2007 wordt een subsidiereglement opgesteld voor “investeringen injeugdlokalen”, waardoor jeugdverenigingen hun <strong>lokaal</strong> kunnen uitbreidenen/of moderniseren en waardoor zij ook kunnen investeren in het terreinrondom hun <strong>lokaal</strong>;- Dankzij de verkregen stand van zaken krijgen we een idee van de nodigeaanpassingswerken en de bijhorende kosten. Op basis daarvan wordt er – inoverleg met het jeugdwerk – een prioriteitenlijst per <strong>lokaal</strong> opgesteld (rekeninghoudend met dringendheid, kostprijs, haalbaarheid,…);- In overleg met het jeugdwerk wordt een gepast subsidiëringsmechanismeuitgewerkt;- Er worden afspraken gemaakt tussen politie, jeugddienst en jeugdwerk omtrentinbraak- en vandalismevrije jeugdwerkinfrastructuur;33


Doelstellingen:- Vanuit een samenwerkingsverband tussen jeugdwerk, jeugddienst, OCMW enhet Valkenhof de integratie van kinderen en jongeren die verblijven in hetValkenhof <strong>be</strong>vorderen (aangezien kinderen en jongeren daar voor langere tijdzullen verblijven);- Vanuit een samenwerkingsverband tussen jeugdwerk, jeugddienst en OCMWde toeleiding van kansarme kinderen en jongeren naar het jeugdwerkvergroten;- Het jeugdwerk laten kennismaken met het thema toegankelijkheid en henondersteunen wanneer zij op dit vlak speciale inspanningen leveren.34


2. JEUGDBELEID2.1 JEUGDBELEID?In het tweede hoofdstuk – over het jeugd<strong>be</strong>leid – wordt <strong>be</strong>schreven hoe hetjeugdwerk<strong>be</strong>leid in onze gemeente aansluit bij andere sectoren zoals sport, cultuur,welzijn… Bovendien vinden we hier een aantal <strong>be</strong>leidsmaatregelen terug die<strong>be</strong>langrijke gevolgen heb<strong>be</strong>n voor kinderen en jongeren.De prioriteit binnen dit hoofdstuk is ‘jeugdinformatie’. Onze gemeente tekende hieropin en wil er dus voor zorgen dat kinderen en jongeren goed geïnformeerde burgerszijn.Ook hier lopen de twee aandachtspunten ‘interactief <strong>be</strong>stuur’ en ‘diversiteit’ als eenrode draad doorheen dit hoofdstuk.2.2 PROCES EN ANALYSEDe stuurgroep doorliep verschillende stappen doorheen deze planningsperiode: vaninformatie zoeken en analyseren tot prioriteiten vastleggen en concrete acties opzettenvoor de komende 3 jaren. (zie ook pagina 2, 3 en 4).Een eerste stap in dit hele proces was een inventarisatie van hetgeen er op dit moment<strong>be</strong>staat op het gebied van JEUGDBELEID:- Wat <strong>be</strong>staat er op het vlak van participatie en terugkoppeling?;- Hoe wordt er gecommuniceerd met de <strong>Overpelt</strong>se jeugd? Hoe worden zijgeïnformeerd?;- Wat <strong>be</strong>staat er op het vlak van jeugdruimte?;- Hoe divers en toegankelijk is dit jeugd<strong>be</strong>leid voor de <strong>Overpelt</strong>se jeugd?Wat stellen we hieromtrent vast? Welke informatie konden we verzamelen uit deanalyse van het maatschappelijk kader, de evaluatie van het vorige <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, deobjectieve gegevens en de gegevens gehaald uit <strong>be</strong>hoeftepeilingen, <strong>be</strong>vragingen,…?INVENTARISATIE (HUIDIGE SITUATIE) EN VASTSTELLINGEN2.2.1 Participatie en terugkoppelingIn het hoofdstuk ‘jeugd<strong>be</strong>leid’ past een apart onderdeel rond participatie enterugkoppeling: Hoe zal het gemeente<strong>be</strong>stuur de jeugdparticipatie in de volgende driejaar versterken? Het is <strong>be</strong>langrijk om de inbreng van kinderen, jongeren enjeugdwerkers in het gemeente<strong>be</strong>leid te plannen. De aandacht voor jeugdparticipatiekan op een structurele of projectmatige manier worden ingevuld.35


1. Welke?De jeugdraad werkt op een structurele manier samen met de jeugddienst en heeft eengoede relatie met de schepen van jeugd en het gemeente<strong>be</strong>stuur. Ook aan de relatiemet het jeugdhuis wordt aandacht <strong>be</strong>steed.Het gemeente<strong>be</strong>stuur vraagt over <strong>be</strong>paalde materies advies aan de jeugdraad. Devoorbije 3 jaren gaf de jeugdraad advies over o.a. alle jaarplannen, werkingsverslagenen verantwoordingsnota’s. De jeugdraad adviseerde de gemeenteraad om de door dejeugdraad aangebrachte aanpassingen aan het subsidiereglement ‘Financiële enLogistieke Ondersteuning Jeugd’ goed te keuren. De jeugdraad gaf ook advies overhet huishoudelijk reglement voor de repetitieruimte én over het te hanteren tarief voorhet gebruik van deze repetitieruimte. Ook over premies aan jeugdverenigingen diehun jubileum vieren, over de toekenning van projectsubsidies, over speelstraten,… gafde jeugdraad advies.Eén jeugdraadslid verzorgt de lay- out van het jeugdblad Acné. In dit blad, dat<strong>be</strong>deeld wordt onder alle 14-22- jarigen van <strong>Overpelt</strong>, vinden jongeren alle informatieomtrent het activiteitenaanbod vanuit de verschillende gemeentelijke diensten, vanuithet jeugdhuis en de wereldwinkel. Dit blad leent zich uitstekend om <strong>be</strong>langrijkeinformatie terug te koppelen naar de <strong>Overpelt</strong>se jongeren. Ook via het gemeentelijkinfoblad ‘Kiosk’, de gemeentelijke en jeugdraadwebsite en de jeugdraad zelf wordt erheel wat informatie teruggekoppeld naar de <strong>Overpelt</strong>se kinderen en jongeren.Vanuit de jeugdraad worden er jaarlijks verschillende werkgroepen opgericht enverder gezet. Vaak terugkerende werkgroepen zijn werkgroepen rond groteevenementen (Roefelrock, St. Maartenspektakel, 18- jarigenfuif,…) of werkgroependie worden opgericht naar aanleiding van een actueel thema (zoals fuiven, de nieuweinfohoek, tienerwerking,…). Door het vormen van werkgroepen konden de jongerenaangeven wat zij graag zouden willen en wat hun mening is over <strong>be</strong>paalde zaken.Vanuit de gemeentelijke jeugddienst werd vorig schooljaar een kinderraad opgericht. Allekinderen van het 5 de en 6 de studiejaar kunnen zich hiervoor opgeven. De kinderraad komteen 5- tal keren per schooljaar, op woensdagnamiddag, samen. Tijdens deze leukenamiddagen krijgen jullie meer uitleg over de gemeente: op het gebied van sport, vrije tijd,veiligheid,… We brengen ook iedere keer een <strong>be</strong>zoek aan een <strong>be</strong>paalde dienst. Zo<strong>be</strong>zochten we onder andere het zwembad, Palethe en de wereldwinkel. Eén van dehoogtepunten was ongetwijfeld een <strong>be</strong>zoekje aan het politiekantoor, waar de kinderraad decellen mocht uitpro<strong>be</strong>ren en een ritje met de politiecombi’s mocht maken! Tijdens dezebijeenkomsten kunnen zij ook altijd hun mening kwijt over dingen die zij <strong>be</strong>langrijkvinden voor de kinderen van <strong>Overpelt</strong>. Bovendien werken we steeds rond thema’s die zijzelf kiezen.De werkgroep ‘hoofd<strong>be</strong>geleiding’ komt jaarlijks twee maal samen. Dezebijeenkomsten zijn zinvol aangezien er elk jaar nieuwe hoofd<strong>be</strong>geleiders zijn. Enkeldoor met elkaar te praten, leer je elkaar kennen en weet je ook waar er knelpuntenen/of vragen zijn.36


In het verleden werden kinderen, jongeren, jeugdleiders en/of jeugdraadsleden reeds<strong>be</strong>trokken bij de inrichting van nieuwe (speel)pleintjes, bij de herinrichting van degemeentelijke (toegankelijke!) speeltuin ’t Pelterke, bij de bouw van de repetitieruimte, bijde herinrichting van <strong>be</strong>paalde wijken, buurten, straten,…Ook buurt<strong>be</strong>woners worden geïnformeerd over wegwerkzaamheden enverfraaiingwerken. Op sommige plaatsen zijn zelfs heuse buurtcomités actief,waarop ook de schepen van buurt- en wijkontwikkeling is uitgenodigd. Mensenkrijgen steeds de mogelijkheid om vragen te stellen en/of opmerkingen en suggestieste geven. Op die manier werkt het gemeente<strong>be</strong>stuur op een actieve manier aan een<strong>be</strong>tere communicatie met de inwoners. Luisteren naar mensen, hen <strong>be</strong>trekken bij het<strong>be</strong>leid en er effectief rekening mee houden zijn in <strong>Overpelt</strong> zeer <strong>be</strong>langrijke<strong>be</strong>leidsopties. Kinderen en jongeren vormen uiteraard ook een <strong>be</strong>langrijke doelgroepin dit project.De jeugdconsulent werkt samen met andere diensten rond specifieke projecten en is<strong>be</strong>trokken bij de opmaak van andere <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen. Ook via regelmatig overleg metandere diensten pro<strong>be</strong>ert de jeugdconsulent het jeugd<strong>be</strong>leid verder te verdiepen.Reeds in 2002 werd er in <strong>Overpelt</strong> gestart met een dienstenoverleg. Welzijn, jeugd,senioren, sport, cultuur, bibliotheek en buurtwerk zijn hierin vertegenwoordigd. Doorregelmatig samen te komen met de verschillende, nauw verwante diensten willen wehet integraal werken op een structurele manier vorm geven. In 2006 werd ditdienstenoverleg nog meer toegespitst op samenwerking én op afstemming vanelkaars programmatie. Vandaar dat we maandelijks samenkomen.Daarnaast werkt de jeugddienst samen met andere partners rond specifieke projectenzoals vb. met de sportdienst (olympische straten, buurtsportdag,…), met CC Palethein het kader van het rock- en pop<strong>be</strong>leid, met de dienst ontwikkelingssamenwerkingin het kader van workshops rond Noord- Zuid- problematiek,… De verschillendepartners weten dat ze op elkaar kunnen terugvallen voor het uitwerken van een<strong>be</strong>paald project voor een <strong>be</strong>paalde doelgroep.De jeugdconsulent maakt eveneens deel uit van de werkgroep preventie en er is opzonaal niveau overleg omtrent fuiven.In het kader van het project “rondhangen in <strong>Overpelt</strong>” trokken de jeugdconsulent eneen LiSS- medewerker dikwijls ‘de straat op’. Ze knoopten er gesprekken aan metjongeren en ze vroegen hen naar hun mening. Op die manier konden we noden en<strong>be</strong>hoeften detecteren en tekortkomingen wegwerken. Samen met deze jongerenmaakten we een videofilm “rondhangen in <strong>Overpelt</strong>”; waarop niet enkel de meningvan deze jongeren terug te vinden is, maar ook de politie, de schepen van jeugd en dejeugdconsulent komen aan het woord.Sinds jaren <strong>be</strong>staan er in <strong>Overpelt</strong> projectsubsidies. Een projectsubsidie is niet (enkel)<strong>be</strong>doeld voor jeugdwerkinitiatieven, maar ook kinderen en jongeren wordengestimuleerd om zelf initiatief te nemen om hun leefomgeving te ver<strong>be</strong>teren. Desubsidie wordt gebruikt als een motivator om kinderen en jongeren te latensamenwerken en te <strong>be</strong>geleiden bij de realisatie van een eigen idee. Het is een vorm vandoe- participatie.37


2. Vaststellingen?Structurele participatie:De jeugdraad is een structureel participatieorgaan dat jongeren en jeugdwerkers dichten permanent bij het jeugd<strong>be</strong>leid wil <strong>be</strong>trekken. Onze jeugdraad heeft zich tot doelgesteld om haar rol en werking te versterken door meer jongeren én jeugdwerkers aante spreken, door haar eigen bijeenkomsten attractiever te maken. De jeugdraadledenwillen ook dat de werkgroepen binnen de jeugdraad blijven <strong>be</strong>staan.Structurele participatie met deskundigen ge<strong>be</strong>urt in <strong>Overpelt</strong> vooral via hetorganiseren van regelmatig overleg met verschillende partners en via het samenwerkenrond specifieke projecten. Deze samenwerkingsvormen moeten in de toekomst zeker<strong>be</strong>houden blijven.Het overleg met de <strong>Overpelt</strong>se hoofd<strong>be</strong>geleiding (tweemaal per jaar) is ideaal ominformatie uit te wisselen en moet dus zeker <strong>be</strong>houden blijven.Projectmatige participatie:De kinderraad is in <strong>Overpelt</strong> ‘geen log orgaan’ waarin kinderen moeten vergaderen ofagendapunten naar voren moeten brengen; dit past immers niet bij hun leefwereld. Dekinderen kiezen zelf 5 thema’s waarover ze dat schooljaar meer willen weten én weplannen steeds een <strong>be</strong>zoekje aan een dienst verwant met dat thema. Op die manierleren de kinderen de verschillende diensten en instellingen <strong>be</strong>ter kennen. Wat we hierin de toekomst nog aan kunnen toevoegen is dat we met de kinderen <strong>be</strong>spreken hoejeugdvriendelijk de infrastructuur en het personeel van die instelling of dienst zijn.De projectsubsidies <strong>be</strong>staan al jaren, toch wordt er zeer weinig gebruik van gemaaktdoor kinderen en jongeren… We zullen dit in de toekomst meer moeten stimuleren en<strong>be</strong>kendmaken.Als er in de toekomst nieuwe ‘jeugdruimtes’ worden aangelegd (speelpleintjes,gebouwen, skatepark,…) zullen kinderen en jongeren daar steeds bij worden<strong>be</strong>trokken.De samenwerking met het LiSS is de voorbije 3 jaren zeker zinvol geweest. Jongerenwerden op straat aangesproken, er werd met hen gepraat, er werd naar hun meninggevraagd,… Je hoort heel veel ‘op straat’ en als je daar écht tijd voor kan maken, kanje heel nuttig werk verrichten; niet alleen preventief, maar ook door een antwoord tegeven op <strong>be</strong>paalde vragen of door allerlei ‘praatjes’ te weerleggen. Hetgemeente<strong>be</strong>stuur gaat op de ingeslagen weg verder en zal de samenwerking met hetLiSS verder uitbouwen.Zowel de buurt<strong>be</strong>woners als het gemeente<strong>be</strong>stuur vinden het <strong>be</strong>langrijk dat<strong>Overpelt</strong>enaren (jong en oud) inspraak heb<strong>be</strong>n in materies die hen aan<strong>be</strong>langen;Het gemeentelijk informatieblad ‘De Kiosk’, het jeugdblad ‘Acné’, de gemeentelijkewebsite en die van de jeugdraad, het dienstenoverleg, de jeugdraad,… zijn allemaalgoede kanalen om informatie terug te koppelen naar de <strong>Overpelt</strong>enaren.Ook de resultaten van de <strong>be</strong>vragingen in het kader van dit jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> moetenworden teruggekoppeld naar de <strong>Overpelt</strong>se kinderen en jongeren.38


“Beleidsintenties”:Het gemeente<strong>be</strong>stuur wil tijdens deze legislatuur ‘het <strong>lokaal</strong> jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> opstellenna een grondige raadpleging van zowel de georganiseerde als de niet- georganiseerdejongeren’.2.2.2 Jeugdinformatie – PRIORITEIT!!!1. Wat?Het jeugdblad Acné verschijnt jaarlijks 4 maal. Alle 14- 22- jarigen van <strong>Overpelt</strong>krijgen dit blad in de bus. Alle info vanuit jeugddienst, jeugdraad, sport- encultuurdienst, dienst ontwikkelingssamenwerking, bibliotheek,… gericht naarjongeren vind je terug in Acné.De jeugdraad moderniseerde in 2003 haar website. Sindsdien wordt deze websitealtijd up-to-date gehouden door een lid van onze jeugdraad. De sitewww.jeugdoverpelt.com is jong en fris. Alle activiteiten van de jeugdraad zijn opdeze site terug te vinden. Ook de verschillende subsidiereglementen en activiteitenvan het jeugdhuis, de jeugd- en sportdienst en het cultuurcentrum vind je er op terug.Met de lancering van een fonkelnieuwe website in decem<strong>be</strong>r 2004 zette <strong>Overpelt</strong>opnieuw een <strong>be</strong>langrijke stap op de weg naar automatisering. Met de nieuwstetechnieken werd een zeer complete site ontwikkeld, die ook naar de toekomst toeopenstaat voor verdere evolutie. De site oogt so<strong>be</strong>r, maar tegelijk helder engemakkelijk te raadplegen. Voor dit laatste zorgen vooral de drie verschillendemanieren van navigeren: het zoeken op trefwoord, op de diensten en het thematischzoeken. Bovendien is er een grote aandacht voor een aantal doelgroepen, waaronderjeugd. De site brengt de informatie vlugger en efficiënter bij de mensen én de mensenzijn veel meer <strong>be</strong>trokken bij het reilen en zeilen in onze gemeente.De net-o-maat in het jeugdhuis en de internetcomputers in de bibliotheek zijn steedsgratis raadpleegbaar voor de <strong>Overpelt</strong>se jongeren.Er wordt voor elke activiteit die wordt georganiseerd door de jeugddienst (maar ookvan de sportdienst, CC Palethe en andere diensten) een flyer en een affiche gemaakt(vb. graag traag actie, workshops voor tieners, st.- maartenspektakel,speelpleinwerking,…). Deze flyers en affiches worden <strong>be</strong>deeld via de scholen en dejeugdverenigingen, maar ze worden ook op druk<strong>be</strong>zochte plaatsen gelegd, zoals desporthal, de bibliotheek, het gemeentehuis, de (jeugd)cafés, het jeugdhuis,…Daarenboven wordt jaarlijks de Roefelkant uitgegeven. Deze krant informeert dekleuters en de lagere schoolkinderen over het kinderfestival “Roefelrock”. Welkeartiesten treden op? Wat moeten zij doen om deel te nemen aan het vrij podium? Hoeworden zij kinderburgemeester?... Zij kunnen het allemaal lezen in onze jaarlijkseroefelkrant.De activiteiten van het jeugdhuis worden ook nog steeds aangekondigd via een grootinfobord dat is <strong>be</strong>vestigd aan de buitenmuur van het gebouw.39


Met de opmaak van het JWBP 2005 – 2007 bleek dat er nood was om jongeren op eenefficiënte manier te informeren over workshops, cursussen, voorstellingen,… Wegingen op zoek naar een manier om jongeren enkele dagen voor een activiteitrechtstreeks te kunnen <strong>be</strong>reiken. Dit kan door middel van een SMS- <strong>be</strong>richt! Een lidvan de jeugdraad heeft in 2005 verschillende diensten gecontacteerd die programma’saanbieden waarmee we SMS- <strong>be</strong>richten kunnen versturen naar <strong>Overpelt</strong>se jongeren.In 2006 werd verder gewerkt aan het SMS- systeem; de verschillende programma’swerden uitgetest en met elkaar vergeleken. In 2007 werden de laatste voor<strong>be</strong>reidingengetroffen en in <strong>2008</strong> zullen we officieel van start kunnen gaan!In 2005 namen jeugddienst en jeugdraad het initiatief om – samen met enkelecreatieve jongeren – een jeugdinfohoek te ontwerpen. Hiervoor schaften we een“infozuil” aan via Delta vzw. Voor kleine jeugddiensten met maar 1 personeelslidzoals in <strong>Overpelt</strong>, is het onmogelijk om een volledig JIP (= Jongeren Informatie Punt)uit te bouwen. De infozuil is dan ook speciaal voor deze jeugddiensten <strong>be</strong>dacht.Naast deze infozuil, biedt de jeugdinfohoek ook allerlei informatie aan omtrenthulpverlening (CAD, CGG, tele- onthaal,…), vorming en vrije tijd (fuiven,zomerkampen, activiteiten van sportdienst, jeugddienst, jeugdraad, Palethe,…).De jeugddienst <strong>be</strong>vindt zich trouwens vlak naast de jeugdinfohoek en ook daar kunnenjongeren met hun vragen terecht!2. Vaststellingen?De <strong>be</strong>staande initiatieven, zoals vb. het jeugdblad Acné, de gemeentelijke en dejeugdraadwebsite, de verspreiding van affiches en flyers, de infohoek en deinfoborden,… blijven <strong>be</strong>staan. Kinderen en jongeren geven aan dat ze dit alleskennen en ook nuttig vinden. Alleen kunnen sommige dingen nog worden uitgebreidof ver<strong>be</strong>terd.De gemeentelijke website (gedeelte jeugd) kan vb. nog meer up-to-date gehoudenworden en sommigen stellen voor om meer interactie te creëren op de jeugdraadsitewww.jeugdoverpelt.comFlyers en affiches slaan zeer goed aan bij kinderen en jongeren, maar we moetenvanuit de gemeentelijke diensten meer samenwerking op dit vlak creëren. Voor descholen zou het een hele “last” minder zijn als we onze activiteiten (sport, jeugd,cultuur,…) bundelen op 1 gezamenlijke flyer; ook voor ons doelpubliek is dit handigomdat ze zo een <strong>be</strong>ter overzicht krijgen van de aangeboden activiteiten.Uit de <strong>be</strong>vragingen blijkt ook dat maar liefst 84 % van alle jongeren aangeeft dat deopstart van een SMS- systeem en het verspreiden van een elektronische nieuwsbriefeen zeer goed idee is. Dit geeft ons de <strong>be</strong>vestiging dat we hier in <strong>2008</strong> zeker meemoeten <strong>be</strong>ginnen.“Beleidsintenties”:Het gemeente<strong>be</strong>stuur wil tijdens deze legislatuur ‘een permanente actualisering vanhet huidige jeugdinformatiepunt’.Ook vanuit de jeugdraad geven sommigen aan dat we de jeugdinfohoek overzichtelijk,ordelijk en up-to-date moeten houden.40


Het gemeente<strong>be</strong>stuur vindt het heel <strong>be</strong>langrijk om kinderen en jongeren te informerenover veilige schoolfietsroutes. Er zal een schoolroutekaart worden opgesteld insamenwerking met <strong>be</strong>trokken partners.3. Hoe kinderen en jongeren <strong>be</strong>trekken?Kinderen en jongeren moeten participeren in de keuze, de voor<strong>be</strong>reiding, de productie,de verspreiding of de evaluatie van de aangeboden jeugdinformatieproducten, -diensten en –initiatieven. Op welke wijze dit ge<strong>be</strong>urt, vindt u terug bij doelstelling 22,23 en 24 op pagina 39 en 40.2.2.3 Jeugdruimte1. Wat?De gemeente <strong>Overpelt</strong> <strong>be</strong>schikt over een twintigtal speelterreinen.Het gemeente<strong>be</strong>stuur heeft ervoor gekozen om te werken met 3 niveaus.NIVEAU 1:NIVEAU 2:NIVEAU 3:GEMEENTELIJK SPEELTERREIN ‘T PELTERKEPAROCHIAAL NIVEAUWIJKNIVEAU: BUURTPLEINENTot niveau 2 <strong>be</strong>horen 3 speelterreinen:Deelgemeente Lindel- Hoeven: Binnenplein Lindel- Hoeven;Deelgemeente Holheide: Pater Clementiaanplein;Deelgemeente <strong>Overpelt</strong>- Fabriek: Oude Schoolplein.Tot niveau 3 <strong>be</strong>horen (tot nu toe) 5 speelterreinen:Dorperheide- Molenheide;Pater Vandaelstraat;Pleintjes BolakkerPlein HeesakkerPlein HaspershovenAlle pleintjes (van niveau 1, 2 en 3) voldoen aan de voorwaarden van het nieuweKoninklijk Besluit op de veiligheid van speeltoestellen op openbare plaatsen.Er <strong>be</strong>vinden zich nog een heel aantal pleintjes in<strong>Overpelt</strong> waar momenteel nog geen speeltoestellen aanwezig zijn.Pelterke. In 2006 werd er € 20 000het skatepark.Het skatepark <strong>be</strong>vindt zich op de terreinen van ’tvoorzien voor de herinrichting en uitbreiding vanHet <strong>be</strong>stuur <strong>be</strong>sloot echter in 2006 om het volledige binnengebied van ’t Pelterke‘onder de loep te nemen’ en het gebied een definitieve <strong>be</strong>stemming te geven. Omgeen overhaaste <strong>be</strong>slissingen te nemen, werd de herinrichting van het skateparkuitgesteld. Het budget werd alleszins al verschoven naar de <strong>be</strong>groting van 2007.41


* De op te richten werkgroep (waarvan ook de jeugdconsulent deel zal uitmaken)zal moeten <strong>be</strong>kijken welke mogelijkheden er allemaal zijn (polyvalent grasveld(fuiven, voetbal, krachtbal, jeugdverenigingen); Finse piste;Beachvolleyterreinen; Polyvalent terrein (asfalt): basket, (roller)hockey;Touwenparcours-avonturenparcours; Uitbreiding speeltuin; Petanque;BMXcrossparcours,...* Het <strong>be</strong>stuur zal daarna definitieve keuzes moeten maken: locatie skatepark?;locatie <strong>be</strong>zinkingsvijver?; rooien van bomen of niet?; kunstgrasterrein(krachtbal, voetbal, hockey,…)?; groenvoorziening?; verkeersstromen(fietsers)?; fuiven of niet?,…Het gemeente<strong>be</strong>stuur vindt enerzijds dat jongeren ruimte moeten heb<strong>be</strong>n om te fuivenen anderzijds dat er rekening moet worden gehouden met de wensen en <strong>be</strong>hoeften vande buurt<strong>be</strong>woners. Vandaar dat er in 2002 een “engagementsverklaring m.b.t. hetorganiseren van een tent(- en zaal)fuif” werd opgesteld in samenspraak met politie,jeugdraad, gemeente<strong>be</strong>stuur en buurt<strong>be</strong>woners.Dit fuifreglement geldt voor de hele politiezone HANO (Hamont- Achel, Neerpelt,<strong>Overpelt</strong>). De engagementsverklaring wordt jaarlijks geëvalueerd en desgewenstaangepast.Naast het <strong>be</strong>staan van deze speelterreinen, het skatepark, de fuifruimtes – en natuurlijkde jeugddienst, de jeugdraad, het jeugdhuis, jeugdlokalen en 5 jeugdverblijfcentra –<strong>be</strong>staan er in <strong>Overpelt</strong> nog heel wat voorzieningen die niet specifiek <strong>be</strong>doeld zijn voor“de jeugd” maar waar zij wel gebruik van kan maken:Sporthal De Bemvoort (o.a. volley-, basket- en zaalvoetbalterreinen, maar ook deorganisatie van sport- en avonturenkampen en een naschools sportaanbod);Cultuurcentrum Palethe (o.a. vergaderlokalen, tentoonstellingsruimtes, polyvalentezaal met mobiele tribune en een ruime foyer, maar ook school-, familie- enjeugdvoorstellingen , optredens, theater,…);Zwembad (o.a. competitiebad van 15,4 x 25 meter (6 officiële wedstrijdbanen), 2sauna’s, een Turks stoombad, een wildwaterbaan, een kinderbad en een warme lagune);Bibliotheek (o.a. een leeszaal die uitkijkt op een groene omgeving en een vernieuwdeinrichting);Repetitieruimte De Reppe (o.a. oefenruimte van 14 op 14m en een bunker van 6 op 6m).Verspreid over de gemeente <strong>Overpelt</strong> situeren zich sportterreinen, voornamelijkgericht op het voetbalge<strong>be</strong>uren, als populaire sporttak. In de context van de ruimtelijkespreiding van deze voorzieningen kunnen duidelijk leesbare concentratieswaargenomen worden, nl. een concentratie in <strong>Overpelt</strong>- centrum en in <strong>Overpelt</strong>-Fabriek, in de omgeving van St-Oda en het molenmuseum; en in de wijk Holheide.Elke deelkern heeft zijn sportvoorzieningen.42


In <strong>Overpelt</strong> (en buurgemeenten) zijn ook een aantal jeugdvoorzieningen inzakehulpverlening ondergebracht:C.A.D.C.G.G.C.L.B. Noord- LimburgJ.A.C.Kerkstraat (Neerpelt)DorpsstraatSooi Willemsplein 1 (Neerpelt)N. Neeckxlaan (Lommel)O.C.M.W. Peltanusstraat 7Op het vlak van verkeersveiligheid, veilige schoolomgevingen en veilig schoolverkeerwerden er de afgelopen jaren maatregelen genomen. Zo werd er een aangepastemaximumsnelheid op lokale wegen ingevoerd en werden de plannen opgestart omhet fietspad langs de Leopoldlaan en de daar bijhorende schoolomgeving van CampusDe Wingerd aan te passen. Ook <strong>be</strong>kijkt men momenteel de mogelijkheden om hetvolledige stuk Ringlaan tussen de Bemvaartstraat en de Veldstraat (= heel drukkeschoolfietsroute) verkeersveiliger te maken voor de fietsers.Daarenboven worden er jaarlijks een heel aantal acties georganiseerd in het kader vande verkeersveiligheid: de graag traag actie, de fietspool, de speelstraten, het promotenvan het inleggen van fuifbussen, het promoten van het volgen van een cursus totgemachtigde opzichter én het promoten van de <strong>be</strong>lbus.Uit verschillende participatie- initiatieven ter voor<strong>be</strong>reiding van het jeugdwerk<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>2005 – 2007 kwam zeer sterk naar voren dat jongeren ‘graag en veel’rondhangen en dan nog het liefst in hun eigen buurt. Aangezien het L.i.S.S.hieromtrent de nodige kennis en knowhow in huis heeft, werd er een convenantopgesteld tussen het gemeente<strong>be</strong>stuur van <strong>Overpelt</strong> en het L.i.S.S voor de periode2005, 2006 en 2007. In 2005 werden de <strong>be</strong>staande hangplekken(‘ontmoetingsruimten’) geïnventariseerd. We trokken effectief ‘de straat op’,knoopten gesprekken aan met jongeren en we vroegen hen naar hun mening. Op diemanier konden we noden en <strong>be</strong>hoeften detecteren en tekortkomingen wegwerken.Samen met deze jongeren maakten we een videofilm “rondhangen in <strong>Overpelt</strong>”;waarop niet enkel de mening van deze jongeren terug te vinden is, maar ook de politie,de schepen van jeugd en de jeugdconsulent komen aan het woord. In 2006 kwamenwe tot de vaststelling dat er nog zeer weinig jongeren rondhingen… Volgens henomdat zij door de politie werden geviseerd. Eind 2006 kwamen de schepen van jeugd,de jeugdconsulent, de L.i.S.S.- medewerker en Rudi Verkoyen van de lokale politiesamen om onze acties en visies op elkaar af te stemmen. Dit lukt zeer goed. Ook in2007 was er blijvend aandacht voor deze specifieke doelgroep in samenwerking methet L.i.S.S (communicatie en <strong>be</strong>vraging rondhangende jongeren en de nietgeorganiseerdejeugd in het kader van de opmaak van het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> <strong>2008</strong> –2010) EN <strong>be</strong>geleiding en ondersteuning van de werking van het jeugdhuis (vijftalbijeenkomsten).43


2. Vaststellingen?“Beleidsintenties”:Het gemeente<strong>be</strong>stuur wil tijdens deze legislatuur:- door jaarlijkse evaluaties de ‘leefbaarheid’ van fuiven garanderen;- het <strong>be</strong>leid van buurt- en wijkspeelpleintjes doortrekken naar meerderebuurtpleintjes in de gemeente; hierbij mag de aandacht voor andereleeftijdsgroepen uit de buurt niet uit het oog verloren worden;- ‘rondhangende’ en niet- georganiseerde jongeren in het jeugdwerk <strong>be</strong>trekkendoor middel van laagdrempelige initiatieven vanuit de gemeentelijkejeugddienst en/of het jeugdhuis;- het huidig aanbod voor skaters aanpassen in overleg met <strong>be</strong>trokken jongeren;- de realisatie van een oefenpleintje voor het leren autorijden met vrije<strong>be</strong>geleiding;- in het aanbod van sport, cultuur en vrije tijd een duidelijk gedeelte specifiekvoorzien voor kinderen en jongeren; inspraak via jeugdraad en kinderraadkunnen leiden tot een verrassend en eigentijds aanbod;- jonge kunstenaars de kans geven om te exposeren in CC Palethe;- ook op andere domeinen zoals het verkeer, herinrichtingswerken enruimtelijke ordening (speelbos) duidelijk rekening houden met kinderen enjongeren;De fuiforganisatoren vinden het allemaal zeer goed dat er 1 loket is; 1 aanspreekpunt.Op deze manier is ‘iedereen gelijk voor de wet’ en samenwerking met dezelfdepersoon werkt vertrouwelijk. Ook het fuifreglement en het fuifdraaiboek worden alszeer goed <strong>be</strong>schouwd.De werkgroep JBP vanuit de jeugdraad vindt dat er zeker aandacht moet worden<strong>be</strong>steed aan “Jeugdwelzijn”. De link met het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mag hierinzeker niet ontbreken.In het algemeen vindt 5 % van de <strong>be</strong>volking geen aansluiting bij <strong>be</strong>staandevoorzieningen (verenigingen, sportclubs). Meestal <strong>be</strong>horen deze personen tot de meerkwetsbare groepen (allochtonen, ocmw- clienteel, …).Jongeren met een <strong>be</strong>paalde hulpvraag kunnen in <strong>Overpelt</strong> overigens niet terecht bij eenprofessional. De afstand naar het JAC in Lommel is te groot…Het jongerentijdschrift ‘Acne’ plaatst telkens een organisatie in de schijnwerpers. Erworden gespecialiseerde websites vermeld.Het CAD heeft de afgelopen zes jaar gemiddeld 30 jongeren van <strong>Overpelt</strong> in<strong>be</strong>geleiding. Het <strong>be</strong>treft jongeren met een alcohol- of drugsverslaving. Jaarlijksworden er gemiddeld 10 nieuwe dossiers met <strong>Overpelt</strong>se jongeren opgestart. Hiermeeis deze problematiek redelijk <strong>be</strong>perkt in vergelijking met Neerpelt en Hamont-Achel.44


2.2.4 Divers jeugd<strong>be</strong>leid/ toegankelijkheidSommige kinderen en jongeren heb<strong>be</strong>n geen <strong>be</strong>hoefte aan jeugdwerk, maar vinden hunvrijetijds<strong>be</strong>steding in rondhangen, chatten of maken gebruik van het commerciëleaanbod. Het is <strong>be</strong>langrijk de keuze van deze kinderen en jongeren te respecteren en dezinvolheid van de activiteiten te erkennen. Betekent dit dat het jeugdwerk of dejeugddienst aan deze kinderen en jongeren niets te bieden heeft? Absoluut niet. Destuurgroep heeft heel veel kinderen en jongeren <strong>be</strong>vraagd om een <strong>be</strong>eld te krijgenover de leemtes in het aanbod (enquête 6 – 12- jarigen en enquête tieners).Daarnaast moet en zal de jeugddienst steeds een grote rol spelen alsvertegenwoordiger van jongeren in jeugd<strong>be</strong>leidskwesties. Vb. rondhangplekjes,toegang tot internet, publieke ruimte,…2.3 DOELSTELLINGEN EN CONCRETE ACTIESParticipatie en terugkoppelingDoelstelling 19:“Jeugdparticipatie op een structurele manier vormgeven”Concrete actie 19.1: ‘De jeugdraad blijft jongeren en jeugdwerkers dicht en permanentbij het jeugd<strong>be</strong>leid <strong>be</strong>trekken’Concrete actie 19.2: ‘De werkgroepen binnen de jeugdraad blijven <strong>be</strong>staan’Concrete actie 19.3: ‘De werkgroep hoofd<strong>be</strong>geleiding blijft <strong>be</strong>staan als forum enoverlegmoment voor groepsverantwoordelijken binnen het<strong>Overpelt</strong>se jeugdwerk en komt minstens 2 maal per jaar samen’Concrete actie 19.4: ‘Structurele participatie met deskundigen blijft <strong>be</strong>staan’De activiteiten/ projecten die door bovenstaande overlegvormen totstand komen, vindt u terug onder doelstelling 33 en volgende(divers jeugd<strong>be</strong>leid).Doelstelling 20:“Jeugdparticipatie op een projectmatige manier vormgeven”Concrete actie 20.1: ‘Het overleg met de kinderraad vindt 5 maal per jaar plaats. Dekinderen kiezen zelf 5 thema’s waarover ze dat schooljaar meerwillen weten én ze brengen steeds een <strong>be</strong>zoekje aan een dienstverwant aan dat thema. Op die manier leren de kinderen deverschillende diensten en instellingen <strong>be</strong>ter kennen. Met dekinderen <strong>be</strong>spreken hoe jeugdvriendelijk de infrastructuur en hetpersoneel van die instelling of dienst zijn’Concrete actie 20.2: ‘Het <strong>be</strong>staan van de projectsubsidies wordt <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kendgemaakten het gebruik ervan wordt bij kinderen en jongeren sterkgestimuleerd’45


Concrete actie 20.3: ‘Kinderen, jongeren, jeugdwerkers en buurt<strong>be</strong>woners wordensteeds <strong>be</strong>trokken als er nieuwe jeugdruimtes (speelpleintjes,gebouwen, skatepark,…) worden aangelegd’Concrete actie 20.4: ‘De jeugdconsulent pro<strong>be</strong>ert via informele gesprekken metjongeren aan te voelen waar de noden en <strong>be</strong>hoeften van diejongeren zich situeren’Doelstelling 21:“Belangrijke informatie wordt op regelmatige tijdstippen teruggekoppeld naarde doelgroep”Concrete actie 21.1: ‘De jeugdconsulent ziet erop toe dat <strong>be</strong>langrijke informatie wordtteruggekoppeld naar de doelgroep via het gemeentelijkinformatieblad ‘De Kiosk’, via het jeugdblad ‘Acné’, via degemeentelijke website en die van de jeugdraad, via hetprogramma- overleg, via de jeugdraad, via de kinderraad,…Concrete actie 21.2: ‘De resultaten van (de) <strong>be</strong>vragingen (in het kader van ditjeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>) worden teruggekoppeld naar de <strong>Overpelt</strong>sekinderen en jongeren’Jeugdinformatie – PRIORITEIT!!!Doelstelling 22:“De <strong>be</strong>staande informatiekanalen handhaven en desgevallend ver<strong>be</strong>teren”Concrete actie 22.1: ‘Het jeugdblad Acné wordt 4 maal per jaar uitgegeven’Participatie? Enkele jeugdraadleden maken deel uit van de redactieraad. 1jeugdraadlid staat in voor de lay- out. De redactieleden staan in voor devoor<strong>be</strong>reiding + evaluatie van elke editie. Jongeren kunnen zelf ook artikelsaanleveren, vb. wanneer zij reclame wensen te maken voor hun fuif, wanneerzij activiteiten van het jeugdhuis of van de jeugdraad wensen door te geven,…Concrete actie 22.2: ‘De website van de jeugdraad wordt blijvend geëvalueerden aangepast’Ver<strong>be</strong>tering: ‘Er wordt meer interactie gecreëerd op de deze website’Participatie? Een jeugdraadlid staat in voor het onderhouden + actualiseren van dewebsite. Jongeren kunnen ideeën doorgeven via de website door eenmailtje te sturen naar de aangeboden e- mailadressen.Concrete actie 22.3: ‘De gemeentelijke website (gedeelte jeugd) wordt blijvendgeëvalueerd en aangepast’Ver<strong>be</strong>tering: ‘Deze website wordt veel <strong>be</strong>ter up-to-date gehouden door deinformatie- ambtenaar in overleg met de jeugdconsulent’Concrete actie 22.4: ‘De jeugddienst blijft de jeugd informeren door middel vaninfogidsen, flyers, brochures,… over de geplande activiteit’Concrete actie 22.5: ‘De jeugddienst blijft de <strong>Overpelt</strong>se kinderen (3-12 jaar)informeren via strooifolders in de scholen’Ver<strong>be</strong>tering: ‘De verschillende vrijetijdsdiensten maken per maand 1gezamenlijke flyer voor de scholen’46


Concrete actie 22.6: ‘De infohoek blijft <strong>be</strong>staan als jeugdinformatiepunt’Ver<strong>be</strong>tering: ‘Het jeugdinformatiepunt wordt permanent geactualiseerd én deinformatie zal ordelijk en overzichtelijk worden aangeboden’Participatie? Jongeren vinden de nodige informatie in de infohoek, maar zij kunnenook zelf informatie aanbieden door vb. reclame te maken voor een fuif, eenactiviteit,… Leuke ideeën kunnen zij altijd melden aan de jeugdconsulent.Concrete actie 22.7: ‘De net-o-maat in het jeugdhuis en de internet- computers in debibliotheek blijven gratis te raadplegen voor de <strong>Overpelt</strong>sejongeren’Doelstelling 23:“Zoeken naar communicatiekanalen die jongeren van vandaag zich eigen heb<strong>be</strong>ngemaakt”Concrete actie 23.1: ‘De jeugddienst tracht vanaf <strong>2008</strong> de informatieverspreiding tever<strong>be</strong>teren door het gebruik van SMS- <strong>be</strong>richtjes’Participatie? Een jeugdraadlid staat in voor de opmaak van het SMS- systeem. Uit<strong>be</strong>vragingen in het kader van het JBP blijkt dat maar liefst 84% van de jongereneen dergelijk SMS- systeem een heel goed idee vindt! Jongeren kunnenparticiperen aan het systeem door hun gsm- nummer door te geven. Zij kunnen(via SMS of via de website) specifiek kiezen waarover zij informatie wensen énzij kunnen steeds aangeven als zij uit het systeem zouden willen stappen.Concrete actie 23.2: ‘De jeugddienst start in 2009 met de verspreiding van eenelektronische nieuwsbrief’Participatie? Net zoals bij het SMS- systeem, blijkt uit de <strong>be</strong>vragingen dat 84% vande jongeren een elektronische nieuwsbrief een heel goed idee vindt. Jongerenkiezen zelf of ze al dan niet participeren. Ook hier zullen we erover waken datjongeren zelf artikels, nieuwtjes,… kunnen aanbrengen én we zullen hen dekans geven om deze elektronische nieuwsbrief te kunnen evalueren en bij testuren.Concrete actie 23.3: ‘Er wordt een schoolroutekaart opgesteld en jaarlijks verdeeldonder de scholieren (informatief én preventief)’Participatie? Kinderen en jongeren alsook ouders en directie van scholen worden<strong>be</strong>trokken bij de opmaak van deze schoolroutekaart. Het zal een kaart wordenvoor en DOOR kinderen en jongeren. Zo willen wij hen vb. zelf laten fietsenlangs wegen die volgens hen (niet) veilig zijn. Op die manier heb<strong>be</strong>n zij eengoed zicht op de reële situatie en zijn zij in staat om (mede) zo’n kaart op testellen voor alle scholieren.Doelstelling 24:“Er wordt overleg gepleegd met <strong>Overpelt</strong>se inwoners over materies die henaan<strong>be</strong>langen”De concrete acties hieromtrent vindt u terug onder doelstelling 19 – 21 (“Participatieen terugkoppeling”).JeugdruimteSpeelruimte47


Doelstelling 25:“Het <strong>be</strong>leid van buurt- en wijkspeelpleintjes doortrekken naar meerderebuurtpleintjes in de gemeente; hierbij mag de aandacht voor andereleeftijdsgroepen uit de buurt niet uit het oog worden verloren”Concrete actie 25.1: ‘In de periode <strong>2008</strong> - 2010 worden minstens 2 <strong>be</strong>staandebuurtpleintjes voorzien van infrastructuur gericht opkinderen en jongeren in overleg met <strong>be</strong>trokkenbuurt<strong>be</strong>woners’Doelstelling 26:“Ook op andere domeinen zoals ruimtelijke ordening (speelbos) duidelijkrekening houden met kinderen en jongeren”Concrete actie 26.1: ‘In <strong>2008</strong> en 2009 worden de nodige stappen ondernomenom te komen tot een nieuwe speelbos’Concrete actie 26.2: ‘In 2010 <strong>be</strong>schikt <strong>Overpelt</strong> over een nieuw speelbos’OntmoetingsruimteDoelstelling 27:“De <strong>be</strong>staande jeugdhuiswerking ombuigen naar een eigentijdse, modernewerking waar <strong>Overpelt</strong>se en andere jongeren graag vertoeven”Concrete actie 27.1: ‘De Raad van Bestuur (RVB) van het jeugdhuis en dejeugdconsulent komen 4 maal per jaar samen om na tegaan in hoeverre zij in orde zijn met de (wettelijke)verplichtingen en gemaakte afspraken’Concrete actie 27.2: ‘De RVB kan 5 maal per jaar een <strong>be</strong>roep doen op een LiSSmedewerker(Straathoekwerk) voor vragen over het<strong>be</strong>trekken van nieuwe medewerkers, over het <strong>be</strong>reikenvan andere doelgroepen, over wetgeving,…’Concrete actie 27.3: ‘De RVB trekt nieuwe medewerkers aan door gerichtreclame te maken in jeugdblad Acné, via de website,flyers,…Concrete actie 27.4: ‘Elke maand komt een verschillend muziekgenre aan bodin het Jeugdhuis zodat een breder publiek wordtaangesproken’Concrete actie 27.5: ‘De jeugdhuismedewerkers zorgen samen voor eennieuwe, gezellige inrichting van het jeugdhuis’Concrete actie 27.6: ‘De goede samenwerking met de politie wordt opnieuwaangehaald; de voorzitter <strong>be</strong>zorgt de politie tweemaandelijkseen overzicht van de geplandeprogrammatie’Concrete actie 27.7: ‘De voorzitter <strong>be</strong>zorgt ook de buurt<strong>be</strong>woners én dejeugdconsulent tweemaandelijks een overzicht van degeplande programmatie’48


Concrete actie 27.8: ‘De samenwerking met CC Palethe wordt opnieuwaangehaald; zij organiseren minstens 1 gezamenlijkoptreden per jaar’Doelstelling 28:“Rondhangende en niet- georganiseerde jongeren in het jeugdwerk<strong>be</strong>trekken door middel van laagdrempelige initiatieven vanuit degemeentelijke jeugddienst en/of het jeugdhuis”Concrete actie 28.1: ‘‘Elke maand komt een verschillend muziekgenre aan bodin het jeugdhuis zodat een breder publiek wordtaangesproken’Concrete actie 28.2: ‘Dit aanbod wordt <strong>be</strong>kendgemaakt op het skatepark enandere hangplakken’Concrete actie 28.3: ‘Jaarlijks wordt er een activiteit georganiseerd op of rondhet skatepark voor de jongeren die daar vertoeven’Doelstelling 29:“Het huidig aanbod voor skaters aanpassen in overleg met <strong>be</strong>trokkenjongeren”Concrete actie 29.1: ‘In <strong>2008</strong> wordt er een werkgroep opgericht, waarin o.a.skaters zijn vertegenwoordigd, om de uitbreiding/vernieuwing van het skatepark te <strong>be</strong>spreken’Concrete actie 29.2: ‘In 2009 is dit plan uitgevoerd en wordt het nieuweskatepark in gebruik genomen’FuifruimteDoelstelling 30:“Door jaarlijkse evaluaties de ‘leefbaarheid’ van fuiven garanderen”Concrete actie 30.1: ‘De werkgroep fuiven komt jaarlijks samen om de fuivenvan het voorbije jaar te evalueren. Eventuele problemenworden in samenspraak met de politie en defuiforganisatoren opgelost’= intergemeentelijke samenwerking (politiezone Hamont- Achel,Neerpelt en <strong>Overpelt</strong>.Publieke ruimteDoelstelling 31:“De verkeersveiligheid wordt verhoogd door een aantal preventieve actiesop te zetten/ maatregelen te treffen”Concrete actie 31.1: ‘De jeugddienst promoot het inleggen van fuifbussen’49


Concrete actie 31.2: ‘De jeugddienst promoot het volgen van een cursus totgemachtigde opzichter’Concrete actie 31.3: ‘Jaarlijks organiseert de jeugddienst de Graag Traag Actie’Concrete actie 31.4: ‘De schoolroutekaart wordt jaarlijks verdeeld onder descholieren’Concrete actie 31.5: ‘Het installeren van speelstraten wordt gepromoot enuitgebreid’Concrete actie 31.6: ‘Bushaltes en bijhorende halte- accommodatie (fietsstalling,vuilnisbakken,…) worden blijvend gerenoveerd’Concrete actie 31.7: ‘Aanpassing schoolomgeving gemeenschapsonderwijsCampus De Wingerd en aanpassing kruispunt Ringlaan/Bemvaartstraat in functie van veilig schoolverkeer’JeugdwelzijnDoelstelling 32:“Het preventiege<strong>be</strong>uren in <strong>Overpelt</strong> een sterke impuls geven”Concrete actie 32.1: ‘In onze jeugdinfohoek voorzien we een ruimte waarhulpverleningsdiensten hun flyers en affiches kunnenplaatsen’Concrete actie 32.2: ‘In ons jeugdblad Acné voorzien we steeds een rubriek“Dienst in de kijker” waar vb. het CAD, het JAC, hetCGG,… hun aanbod kunnen toelichten’Concrete actie 32.3: ‘In <strong>2008</strong> pro<strong>be</strong>ren we het JAC en het CAD een halve dagper week een ‘zitdag’ aan te bieden in <strong>Overpelt</strong>.Eventueel het jeugdhuis is hiervoor een ideale locatie’Concrete actie 32.4: ‘In <strong>2008</strong> wordt <strong>be</strong>sproken of opvoedingswinkels <strong>be</strong>reidzijn om permanentie te voorzien in Noord- Limburg;zodat ouders met opvoedingsvragen hier terecht kunnen’Concrete actie 32.5: ‘De verschillende actoren rond het jeugdwelzijn komen 1maal per jaar samen om een vinger aan de pols tehouden. Zo’n overleg heeft een niet te onderschattensignaalfunctie en kan een stimulans <strong>be</strong>tekenen voor deonderlinge samenwerking.Concrete actie 32.6: ‘Het preventie- overleg blijft <strong>be</strong>staan’Concrete actie 32.7: ‘De samenwerking met het LiSS blijft <strong>be</strong>staan’Divers jeugd<strong>be</strong>leidDoelstelling 33:“In het aanbod van sport, cultuur en vrije tijd een duidelijk gedeeltespecifiek voorzien voor kinderen en jongeren; inspraak via jeugdraad enkinderraad kunnen leiden tot een verrassend en eigentijds aanbod”Concrete actie 33.1: ‘Jeugd- en sportdienst komen 3 maal per jaar samenomtrent de organisatie van specifieke projecten’50


Concrete actie 33.2: ‘Het programma- overleg tussen de verschillendevrijetijdsdiensten blijft <strong>be</strong>staan en vindt maandelijksplaats’Concrete actie 33.3: ‘Jeugddienst en cultuurcentrum Palethe onderhouden eengoede samenwerking op het vlak van de repetitieruimteén zij geven de repeterende bands jaarlijks de kans omop het podium van CC Palethe of het jeugdhuis te staan’Concrete actie 33.4: ‘In het kader van het ‘rock- en pop<strong>be</strong>leid’ in onzegemeente, werkt de jeugddienst in samenwerking metCC Palethe enkele (nieuwe) initiatieven uit (vb. AndMetal for All, muziekworkshops, optredens,…)’Concrete actie 33.5: ‘In 2010 wordt er een festival georganiseerd voor de<strong>Overpelt</strong>se tieners’Concrete actie 33.6: ‘Jaarlijks organiseert de jeugddienst een workshop rondhet thema “Dans” (= favoriete workshop volgens deenquêtes)’Doelstelling 34:“Jonge kunstenaars de kans geven om te exposeren in CC Palethe”Concrete actie 34.1: ‘Jaarlijks exposeren minstens 2 jonge kunstenaarsin CC Palethe’Doelstelling 35:“Er worden in samenwerking met het jeugdwerk en andere partnersspecifieke initiatieven ontwikkeld op maat van de tieners”Concrete actie 35.1: ‘De jeugddienst organiseert (in samenwerking met anderepartners) per jaar minstens 2 activiteiten voor tieners’Concrete actie 35.2: ‘Het jeugdhuis werkt in samenwerking met de jeugddiensteen activiteitenaanbod voor tieners uit’Doelstelling 36:“Jeugdraad en jeugddienst organiseren enkele initiatieven die openstaanvoor IEDEREEN; voor een heel ruim publiek”Concrete actie 36.1: ‘Jeugdraad en jeugddienst organiseren jaarlijksRoefelrock’Concrete actie 36.2: ‘Jeugdraad en jeugddienst organiseren jaarlijks het St.Maartenspektakel’Concrete actie 36.3: ‘Jeugdraad en jeugddienst organiseren jaarlijks de Dag ennacht van de <strong>be</strong>geleiding’Concrete actie 36.4: ‘Jeugdraad en jeugddienst organiseren jaarlijks de 18-jarigenfuif en de 18- jarigenuitstap’51


DE FINANCIELE PROGNOSE BIJ DEZE DOELSTELLINGEN, VOOR DEJAREN VAN DE KOMENDE PLANPERIODE, VINDT U TERUG ONDERHOOFDSTUK 3 “FINANCIELE MEERJARENPLANNING”2.4 INTERACTIEF BESTUURInteractief <strong>be</strong>stuur is een <strong>be</strong>stuursstijl waarmee de overheid streeft naar eenpermanente en intensieve dialoog met de <strong>be</strong>volking en middenveld.2.4.1 Behoeftenverkenning organiserenEen eerste opdracht van de stuurgroep JBP was het verzamelen van meningen vankinderen, jongeren en deskundigen. “Welke wensen en verzuchtingen wensen zij onsmee te geven? Welke noden en <strong>be</strong>hoeften geven zij aan?” Deze <strong>be</strong>hoeftenverkenninghielp het gemeente<strong>be</strong>stuur om een mening te vormen over het lokale jeugd<strong>be</strong>leid engaf tegelijk een aantal mogelijke richtingen voor het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> aan.De inspraakrondes <strong>be</strong>treffende JEUGD<strong>be</strong>leid:- Fuiforganisatoren (enquête);- De kinderen van de lagere school (enquête 6 – 12- jarigen);- De jongeren van de middelbare school (enquête tieners);- Overleg werkgroep Lokaal Sociaal Beleidsplan: thema ‘Jeugdwelzijn’;- Overleg gemeentelijke sport-, cultuur- en jeugddienst;- De <strong>be</strong>geleiding van de jeugdverenigingen (enquête);- Het <strong>be</strong>stuur van het jeugdhuis (enquête);- Kinderen van de kinderopvang (monopolyspel – “groepsgesprek”);- De kinderraad (monopolyspel – “groepsgesprek”);- Informele gesprekken skaters en rondhangers op straat.Uit al deze inspraakrondes vergaarde de stuurgroep een heleboel informatie. Deverwerking en analyse hiervan leidde tot een aantal vaststellingen (zie 1.2 Huidigesituatie en vaststellingen), die dan later werden omgezet in doelstellingen en concreteacties (zie 1.3 Doelstellingen en concrete acties).2.4.2 Jeugdparticipatie plannenDit onderdeel vindt u terug onder 2.2.1 ‘participatie en terugkoppeling’ (hoofdstuk 2Jeugd<strong>be</strong>leid).2.4.3 Alle doelstellingen screenenAandacht voor jeugdparticipatie zit vervlochten in alle aspecten van het lokalejeugd<strong>be</strong>leid. Het is een derde opdracht om in het ontwerp- jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> alledoelstellingen te screenen op de mate waarbij rekening is gehouden met de participatievan kinderen en jongeren bij de uitvoering ervan.Volgende acties zijn daar een duidelijk voor<strong>be</strong>eld van:52


Acties:- De werkgroepen binnen de jeugdraad blijven <strong>be</strong>staan. Tijdens dezewerkgroepvergaderingen wordt er “gedacht en gediscussieerd”. Iedereen diegeïnteresseerd is, kan zich hiervoor opgeven;- De werkgroep hoofd<strong>be</strong>geleiding blijft <strong>be</strong>staan als forum en overlegmomentvoor groepsverantwoordelijken binnen het <strong>Overpelt</strong>se jeugdwerk en komtminstens 2 maal per jaar samen;- De kinderraad <strong>be</strong>spreekt hoe jeugdvriendelijk de infrastructuur en hetpersoneel van een <strong>be</strong>paalde instelling of dienst zijn;- Kinderen, jongeren, jeugdwerkers en buurt<strong>be</strong>woners worden steeds <strong>be</strong>trokkenals er nieuwe jeugdruimtes (speelpleintjes, gebouwen, skatepark,…) wordenaangelegd;- De website van de jeugdraad wordt blijvend geëvalueerd en aangepast.Ver<strong>be</strong>tering: ‘Er wordt meer interactie gecreëerd op de deze website;- In de periode <strong>2008</strong> - 2010 worden minstens 2 <strong>be</strong>staande buurtpleintjesvoorzien van infrastructuur gericht op kinderen en jongeren in overleg met<strong>be</strong>trokken buurt<strong>be</strong>woners;- De Raad van Bestuur (RVB) van het jeugdhuis en de jeugdconsulent komen 4maal per jaar samen om na te gaan in hoeverre zij in orde zijn met de(wettelijke) verplichtingen en gemaakte afspraken;- De jeugdhuismedewerkers zorgen samen voor een nieuwe, gezellige inrichtingvan het jeugdhuis;- De goede samenwerking met de politie wordt opnieuw aangehaald; devoorzitter <strong>be</strong>zorgt de politie tweemaandelijks een overzicht van de geplandeprogrammatie;- De voorzitter <strong>be</strong>zorgt ook de buurt<strong>be</strong>woners én de jeugdconsulenttweemaandelijks een overzicht van de geplande programmatie;- De samenwerking met CC Palethe wordt opnieuw aangehaald; zij organiserenminstens 1 gezamenlijk optreden per jaar’- In <strong>2008</strong> wordt er een werkgroep opgericht, waarin o.a. skaters zijnvertegenwoordigd, om de uitbreiding/vernieuwing van het skatepark te<strong>be</strong>spreken;- De werkgroep fuiven komt jaarlijks samen om de fuiven van het voorbije jaarte evalueren. Eventuele problemen worden in samenspraak met de politie ende fuiforganisatoren opgelost.53


BIJLAGE 2BELEIDSPLANGEMEENTELIJK OVERLEGKINDEROPVANG1


GEMEENTE OVERPELTGEMEENTELIJK OVERLEGKINDEROPVANGBELEIDSPLAN<strong>2008</strong>-2012BELEIDSPLAN KINDEROPVANG(Besluit Vlaamse Regering 04/05/20072


InhoudstafelVOORWOORD pagina 41. LOKAAL OVERLEG 51.1. SAMENSTELLING – wie is lid ? 51.2. DE VOORZITSTER 61.3. DE SECRETARIS 61.4. HET PROFIEL VAN DE GEMEENTE 71.4.1. Coördinaten gemeente 71.4.2. College van burgemeester en schepenen 71.4.3. Burgemeester 71.4.4. Samenstelling gemeenteraad 71.4.5. Gemeentesecretaris 81.4.6. OCMW-secretaris 81.4.7. Welzijnsambtenaren 81.4.8. Kinderen per wijk van 0 tot 12 jaar 81.4.9. Tieners per wijk van 12 tot 15 jaar 91.4.10. Inwonersaantal 91.4.11. Onderwijs 92. BESCHRIJVING VAN HET KWANTITATIEVE AANBOD VAN 10VOORZIENINGEN DIE KINDEROPVANG AANBIEDEN2.1. BESCHRIJVING VAN DE INITIATIEVEN 102.1.1. Dienst Opvanggezinnen 102.1.2. Kinderdagverblijven 112.1.3. Initiatieven voor buitenschoolse opvang 122.1.3.1. IBO ’T RAVOTTERKE 122.1.3.2. KIDS-POINT.BE 152.2. AANVULLENDE INITIATIEVEN 172.2.1. Naschools gemeentelijk sportaanbod 172.2.2. Kinderoppasdiensten 182.2.3. Kinderateliers 202.2.4. Opvang van zieke kinderen 212.2.5. Dagverblijven 222.2.5.1. ’t Heultje 222.2.5.2. Olleke Bolleke 232.2.6. Speelpleinwerking 242.2.7. De <strong>Overpelt</strong>se basisscholen 253. KWALITATIEVE BESCHRIJVING IN FUNCTIE VAN HET KWALITEITSCHARTER253.1. DIENST OPVANGGEZINNEN 253.1.1. Algemene <strong>be</strong>schrijving 253.1.2. Pedagogische werking 263.1.3. Begeleiding 273.1.4. Infrastructuur 283.1.5. Veiligheid 283.1.6. Ouderparticipatie 283.1.7. Toekomstvisie dienst Opvanggezinnen 293.2. IBO ’t RAVOTTERKE 303.2.1. Algemene <strong>be</strong>schrijving 303.2.2. Pedagogische werking 303.2.3. Begeleiding 303.2.4. Infrastructuur 313.2.5. Veiligheid 313


3.2.6. Ouderparticipatie 313.2.7. Meerjarenplanning en toekomstvisie IBO ’t Ravotterke 323.3. KINDERDAGVERBLIJF KARBONKELTJE 343.3.1. Algemene <strong>be</strong>schrijving 343.3.2. Pedagogische werking 343.3.3 Inzet personeel 353.3.4 Infrastructuur en veiligheid 353.3.5. Ouderparticipatie 354. BEHOEFTENONDERZOEK : BEVRAGING PARTNERS LOKAAL OVERLEG 364.1. BEVRAGING PARTNERS LOKAAL OVERLEG 364.1.1. Voldoet het huidige aanbod van kinderopvang ? Zijn er voldoende 36opvangmogelijkheden ? Zijn de uren van opvang geschikt ?4.1.2. Staat men open voor bijzondere categorieën van kinderen ? Is er nood aan een 37meer geprofileerde opvang ? Hoe dit <strong>be</strong>werkstelligen ?4.1.3. Zijn de opvangmogelijkheden voldoende <strong>be</strong>kend ? Welke zijn kanalen van <strong>be</strong>kendmaking ? 384.1.4. Signalen en opmerkingen van de ouders over het aanbod en de kwaliteit van de opvang 394.1.5. Specifieke noden in het aanbod van de kinderopvang394.1.6. Concrete toekomstplannen ? 404.1.7. Activiteiten naar de ouders over de opvoeding van de kinderen 404.1.8. Nood aan vorming en ondersteuning van de ouders over de opvoeding van de kinderen 415. BESLUITEN EN OPTIES VOOR DE NABIJE TOEKOMST 425.1. BESLUITEN 425.2. BELEIDSPUNTEN 435.2.1. Werkgroep kinderopvang 435.2.2. Kwaliteits<strong>be</strong>waking 435.2.3. Bekendheid 435.2.4. Flexi<strong>be</strong>le opvang 435.2.5. Opvang voor specifieke doelgroepen 435.2.6. Initiatieven voor jonge tieners tijdens de schoolvakanties 435.2.7. Samenwerking tussen de initiatieven aanmoedigen 445.2.8. Bewaken van de <strong>be</strong>taalbaarheid 445.2.9. Inspraak van de ouders en de kinderen 445.2.10. Gezamenlijke initiatieven rond opvoedingsondersteuning 445.2.11. Lokaal Overleg 44GOEDKEURING BELEIDSPLAN DOOR LOKAAL OVERLEG 45EPILOOG 45STATUTEN LOKAAL OVERLEG 464


VOORWOORDDe gemeente <strong>Overpelt</strong> heeft een lange traditie als het gaat over de opvang van kinderen. Eentraditie die reeds <strong>be</strong>staat van voor de invoering van de respectievelijke regelgevingen.Sedert de opmaak van het vorige <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> was de sector van de kinderopvang voortdurendin <strong>be</strong>weging. Nieuwe tendenzen, nieuwe klemtonen, verwachtingen, … het hier verder<strong>be</strong>schreven plan is dan ook als het ware een geactualiseerde versie van het vorige plan datdateert van 2006.In het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> staat uitvoerig <strong>be</strong>schreven hoe het aanbod de voorbije jaren geëvolueerd is.De kinderopvang is in <strong>Overpelt</strong> niet alleen afgestemd op de noden en <strong>be</strong>hoeften van kinderenen ouders. Meer dan ooit is kinderopvang uitgegroeid tot een rijk geschakeerd geheel van velegoed uitgebouwde voorzieningen.Een <strong>be</strong>langrijke bron van informatie bij de totstandkoming van het document waren departners van het Lokaal Overleg. Alle <strong>be</strong>staande projecten en <strong>be</strong>trokkenen, actief in de sectorvan de kinderopvang, kregen uitgebreid kans tot inspraak middels het ventileren van hun<strong>be</strong>merkingen en aan<strong>be</strong>velingen. Tevens organiseerden wij een uitgebreide kwantitatieve en/ofkwalitatieve <strong>be</strong>vraging bij zowel de partners van het Lokaal Overleg als de diverseinitiatieven. De resultaten van deze <strong>be</strong>vraging geven wij uitvoerig weer.Met het geactualiseerde <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> wenst de gemeente <strong>Overpelt</strong> verder te gaan op deingeslagen weg. Bovendien stellen wij een aantal vernieuwende doelstellingen en optiesvoorop.Het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd voorgelegd aan alle partners van het Lokaal Overleg en (kreeg unaniempositief advies van alle <strong>be</strong>trokkenen).Marleen Kuppensde schepen voor sociale zaken en gezin5


1. LOKAAL OVERLEG1.1. SAMENSTELLING - wie is lid ?- Gemeente<strong>be</strong>stuur <strong>Overpelt</strong>Marleen Kuppens – schepen voor sociale zaken en gezin- Gemeentelijke dienst WelzijnLode Vanhelden – welzijnsconsulent en vertegenwoordiger van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuurSecretaris Lokaal Overleg- OCMW-raad <strong>Overpelt</strong>Jos Grob<strong>be</strong>n – OCMW-voorzitter- Afgevaardigde Kind en GezinSofie Beunckens - provinciaal verantwoordelijke Lokaal Overleg kinderopvang- Gemeentelijke jeugddienstKim Schrooten – jeugdconsulente en vertegenwoordiger jeugdwerksector- Gemeentelijke sportdienstInge Gielen – sportfunctionaris en vertegenwoordiger sportsector- Gemeentelijke dienst cultuurKris Classen – cultuur<strong>be</strong>leidscoördinator en vertegenwoordiger cultuursector- Kids PointHetty de Goeij – verantwoordelijke- Peutertuin Olleke BollekeMieke Vandijck - verantwoordelijke- Babysitdienst van de GezinsbondAnnie Gij<strong>be</strong>ls - verantwoordelijke- Dagopvang 't HeultjeDettie Vanherk - verantwoordelijke- Skoebidoe - CMAnita Horions – <strong>be</strong>diende CM- Kinderatelier de PuzzelElly Boonen - verantwoordelijke- Organiserend <strong>be</strong>stuur dienst Opvanggezinnen GezinsbondCarla Kenens – verantwoordelijke- Organiserend <strong>be</strong>stuur kinderdagverblijf 't KarbonkeltjeRina Vandebroek – verantwoordelijke- Organiserend <strong>be</strong>stuur IBO 't RavotterkeMarleen Nulens – coördinator 't Ravotterke- De GezinsbondJos Nouwen - voorzitter- CorneliusschoolDominiek Vanendert - directeur- Basisschool de LindeGuy Vanderhenst - directeur- Speciale basisschool PallieterNoëlla Schildermans - directrice- Basisschool de WingerdSylvia Pletsers - directrice- Oudercomité CorneliusschoolWerner Dilissen - voorzitter6


- Oudercomité basisschool de WingerdKitty Van Helden – voorzitster- Oudercomité basisschool de LindeVeerle Van Laere<strong>be</strong>ke - voorzitsterVoorzitster Lokaal Overleg- Oudercomité PallieterschoolPeter Vaes - voorzitter- Lieve LemmensVertegenwoordiger gebruikers- Saskia WestermanVertegenwoordiger gebruikers1.2. DE VOORZITSTERNaam en voornaam : Veerle Van Laere<strong>be</strong>keGeboortedatum : 27 okto<strong>be</strong>r 1969Adres : Heesakkerstraat 97 – 3900 <strong>Overpelt</strong>Veerle Van Laere<strong>be</strong>ke nam de voorzittersfunctie over van Marleen Kuppens.Tijdens het Lokaal Overleg van 16 januari <strong>2008</strong> werd Veerle Van Laere<strong>be</strong>ke metéénparigheid van stemmen verkozen als voorzitster van het Lokaal Overleg voor een termijnvan vijf jaar.Veerle Van Laere<strong>be</strong>ke is diëtiste van opleiding. Zij is voorzitster van de overkoepelendeouderraad van lagere school de Linde. Zij heeft een objectieve en professionele kijk op hetontstaan, de werking en de evolutie van de kinderopvang. Dankzij haar geregelde contactenmet het werkveld voelt zij de noden en <strong>be</strong>hoeften in de sector perfect aan.1.3. DE SECRETARISNaam en voornaam : Lode VanheldenGeboortedatum : 18 septem<strong>be</strong>r 1963Adres : Pater Vanduffelstraat 51 - 3900 <strong>Overpelt</strong>Lode Vanhelden is de gemeentelijke welzijnsconsulent.Tot zijn <strong>be</strong>voegdheden <strong>be</strong>horen o.a. volksgezondheid, gehandicapten<strong>be</strong>leid,ontwikkelingssamenwerking en het lokale vrijwilligerswerk. Hij is maatschappelijk werkervan opleiding. Naast zijn administratieve taak bij het <strong>lokaal</strong> overleg verstrekt hij aan alle<strong>be</strong>trokkenen en geïnteresseerden de nodige info en <strong>be</strong>geleiding.1.4. HET PROFIEL VAN DE GEMEENTE1.4.1. Coördinaten gemeente<strong>be</strong>stuurGemeente<strong>be</strong>stuur <strong>Overpelt</strong> Oude Markt 2 3900 <strong>Overpelt</strong>Tel. 011 – 80 94 00 Fax 011 – 80 94 01Webside : www.overpelt.<strong>be</strong>7


1.4.2. College van burgemeester en schepenenDhr. Jaak Fransen, Burgemeester (CD&V)Bevoegdheden : algemeen <strong>be</strong>leid, personeel, <strong>be</strong>volking en burgerlijke stand, politie,brandweer en eredienstDhr. Piet Van Otterdijk, Eerste schepen (CD&V)Bevoegdheden : cultuur, buurt- en wijkwerking, toerisme, senioren en <strong>be</strong>jaardenDhr. Dirk Vanseggelen (CD&V)Bevoegdheden : openbare werken, evenementen, sport en jeugdDhr. Patrick Van Baelen (SP.a)Bevoegdheden : informatisering, ontwikkelingssamenwerking, mobiliteit en verkeerMevr. Marleen Kuppens (CD&V)Bevoegdheden : woon<strong>be</strong>leid, sociale zaken, gezin, vrijwilligerswerk, gehandicapten- enouderenzorg, informatie en landbouwDhr. Roel Verachtert (CD&V)Bevoegdheden : financiën, ruimtelijke ordening en projectontwikkeling, milieu, lokaleeconomie en tewerkstelling1.4.3. BurgemeesterDhr. Jaak Fransen1.4.4. Samenstelling gemeenteraadFransen JaakVan Otterdijk PietVanseggelen DirkVan Baelen PatrickKuppens MarleenVerachtert RoelBloemen GerardClijsters MarleenDreesen RonnyGeerts GerardGutschoven NeleHeylen DominiekKerkhofs JosMaussen YvoPeeters StijnPinxten Isa<strong>be</strong>lRenckens GuidoSchuurmans GerardVan Bree JefVan de Broek JohanVanduffel JanVissers LindaCD&VCD&VCD&VSP.aCD&VCD&VCD&VCD&VCD&VVlaams BelangCD&VVlaams BelangSP.aOpen LijstOpen LijstOpen LijstCD&VOpen LijstVlaams BelangCD&VOpen LijstVlaams Belang8


Vrijsen CharlotteOpen Lijst1.4.5. GemeentesecretarisDhr. Peter Spooren1.4.6. OCMW-secretarisDhr. Gerard Agten1.4.7. WelzijnsambtenarenSchrooten Kim - jeugdconsulenteVanhelden Lode - welzijnsconsulentBre<strong>be</strong>ls Gunther - welzijnsconsulentLudo Swennen - administratief medewerker1.4.8. Kinderen per wijk van 0 t.e.m. 12 jaar (toestand 1 januari 2007)Wijk Kinderen Tot. <strong>be</strong>volking wijk % kinderenCentrum 870 7 164 12,14Lindel-Hoeven 390 3 457 11,28Fabriek 197 1 640 12,01Holheide 206 1 316 15,65Totaal 1 600 13 577 11,781.4.9. Tieners per wijk van 13 t.e.m. 15 jaar (toestand 1 januari 2007)Wijk Tieners Tot. <strong>be</strong>volking wijk % tienersCentrum 274 7 164 3,82Lindel-Hoeven 138 3 457 3,99Fabriek 71 1 640 4,32Holheide 57 1 316 4,33Totaal 540 13 577 4,101.4.10. Inwonersaantal (1 januari 2007)Kerkdorpen Belgen Niet-Belgen TotaalCentrum 6 555 609 7 164Lindel-Hoeven 3 132 325 3 457Fabriek 1 459 181 1 640Holheide 1 184 132 1 316Totaal 12 330 1 247 13 5779


1.4.11. Onderwijs (cijfers 2007)Kleuteronderwijs : 415 ingeschreven leerlingenBasisonderwijs : 1 042 ingeschreven leerlingenIn het totaal lopen +/- 3 700 jongeren tussen 2,5 en 18 jaar school in <strong>Overpelt</strong>.De gemeente vervult hiermee een regionale functie. Dit geldt zeker voor het industrieeltechnischen <strong>be</strong>roepsonderwijs, voor het kunstonderwijs en voor het buitengewoon<strong>be</strong>roepsonderwijs.Overzicht van de scholen in <strong>Overpelt</strong> :Basis- en kleuteronderwijs :De LindeVloeterstraat 2 ACorneliusschool Lindel Parkstraat 15Clementiaanschool Holheide Holvenstraat 82Gemeenschapsonderwijs Campus De Wingerd Leopoldlaan 45Speciale basisschool Pallieter Haspershovenstraat 28Secundair onderwijs :Wico Campus TIO Dorpsstraat 91Wico Campus Mater Dei Kloosterstraat 17Gemeenschapsonderwijs Campus De Wingerd Leopoldlaan 4510


2. BESCHRIJVING VAN HET KWANTITATIEVE AANBOD VANVOORZIENINGEN DIE KINDEROPVANG AANBIEDENIn de gemeente <strong>Overpelt</strong> zijn diverse initiatieven actief in de opvang van kinderen.Wij opteren voor een opsplitsing van de initiatieven in twee categorieën. Vier initiatievenlaten zich opmerken door hun grootschalige en/of intensieve <strong>be</strong>nadering van de kinderopvang.Het zijn IBO ’t Ravotterke, de dienst voor Opvanggezinnen van de Gezinsbond,kinderdagverblijf Karbonkeltje en Kids-Point.<strong>be</strong>. De eerste drie initiatieven werden zowelkwantitatief als kwalitatief <strong>be</strong>vraagd. Kids-Point werd alleen kwantitatief en niet kwalitatief<strong>be</strong>vraagd omdat de werking nog maar sinds kort is opgestart. De overige (aanvullende)initiatieven werden enkel kwantitatief <strong>be</strong>vraagd. Wat trouwens verder niets afdoet aan dekwaliteit van hun respectievelijke werkingen.2.1. BESCHRIJVING VAN DE INITIATIEVEN2.1.1. Dienst Opvanggezinnen GezinsbondNaam : Dienst Opvanggezinnen GezinsbondAdres : Drossaardplein 23990 PeerTelefoon : 011 - 57 53 99Verantwoordelijke voor <strong>Overpelt</strong> : Carla Kenens.Zitdagen : alle werkdagen van 09.00 tot 10.30 uur, <strong>be</strong>halve op donderdag, dan is dedienstverlening van 17.00 tot 19.00 uur.De dienst houdt tevens elke dinsdag van 09.00 tot 10.30 uur zitdag in <strong>Overpelt</strong> in de lokalenvan het Sociaal Centrum de Open Poort, Burgemeester Laenenstraat 7/9, tel. 011 – 44 03 19.Doel :De dienst Opvanggezinnen biedt opvangmogelijkheden aan voor kinderen vanaf ongeveer 8weken tot 12 jaar of tot het einde van de lagere school en dit tijdens de dag in de familialesfeer van een gezin. Een soepelere uurregeling is mogelijk.Tarieven :De gebruikers <strong>be</strong>talen een dagprijs naargelang hun gezamenlijk <strong>be</strong>lastbaar inkomen.Voor halve (minder dan 5 uur opvang) en 1/3 dagen (minder dan 3 uur opvang) telt menrespectievelijk 60% en 40%. Voor gezinnen met meerdere kinderen ten laste zijn erverminderingen voorzien.Een schematisch overzicht van het aantal opgevangen kinderen.De cijfers die u terug vindt in onderstaande ta<strong>be</strong>l zijn gebaseerd op het werkjaar 2007.Opvanggezinnen -3 jarigen buitenschools totaal<strong>Overpelt</strong> 22 140 47 18711


Kind en Gezin erkent de werking en <strong>be</strong>taalt de werkings- en loonkosten. Tevens ontvangtmen subsidies van het Limburgse provincie<strong>be</strong>stuur voor o.a. de vorming van depersoneelsleden.Kinderen die lichtjes ziek zijn kunnen wel in de opvang terecht. Kinderen met een<strong>be</strong>smettelijke ziekte worden wegens <strong>be</strong>smettingsgevaar niet toegelaten.Rekening houdende met de <strong>be</strong>zetting en de gezinssituatie zijn alle onthaalmoeders principieel<strong>be</strong>reid om de kinderen op onregelmatige of moeilijke uren op te vangen. Men is dus zeerflexi<strong>be</strong>l.Er wordt incidenteel aan nachtopvang gedaan.Het is de taak van de ouders van de kinderen om het vervoer van en naar de school te regelen.Toch brengen sommige onthaalmoeders de kinderen zelf met de auto of de fiets naar school.De woningen van de opvanggezinnen doen dienst als infrastructuur.Bij sommige ouders ervaart men de nood aan bijkomende opvang voor hun zieke kinderen.Wegens <strong>be</strong>smettingsgevaar is de opvang van zieke kinderen in een opvanggezin dikwijls nietmogelijk. Men verwijst dan meestal naar de mutualiteiten die over diensten <strong>be</strong>schikken voorde opvang van zieke kinderen.2.1.2. KinderdagverblijvenNaam : Kinderdagverblijf KarbonkeltjeAdres : Maesensveld 33900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 - 82 74 50Contactpersoon : Rina VandebroekKind en Gezin erkent en subsidieert de werking van kinderdagverblijf Karbonkeltje.Men richt zich tot niet-schoolgaande kinderen van 0-3 jaar.Men kan hier dus niet spreken van buitenschoolse opvang.Men vangt de kinderen op van 06.30 tot 18.30 uur (dagopvang).De capaciteit van de werking <strong>be</strong>draagt 74 kinderen.In het totaal zijn 110 kinderen in de werking ingeschreven.Men werkt momenteel met een wachtlijst.In de dagopvang zijn gemiddeld 66 kinderen per dag aanwezig.De <strong>be</strong>zetting in 2007 schommelde rond de 92 % .Voor de <strong>be</strong>geleiding van de kinderen staan 26 hoofden in. De norm van Kind en Gezin is éénkinderverzorgster voor 6,5 kinderen. Het opleidingsniveau van het merendeel van de<strong>be</strong>geleiding is kinderverzorg(st)er of opvoed(st)er. Tevens zijn er 2 parttimeverpleegkundigen tewerkgesteld alsook twee parttime pedagogisch geschoolde medewerkers.12


Alle <strong>be</strong>geleiders werken in vast dienstverband.Men hanteert de tarieven zoals <strong>be</strong>paald door de reglementering van Kind en Gezin.Een <strong>sociaal</strong> tarief is steeds mogelijk op basis van een <strong>sociaal</strong> verslag.2.1.3. Initiatieven voor buitenschoolse opvang2.1.3.1. IBO 'T RAVOTTERKE (3 leefgroepen)Naam : IBO 't Ravotterke - de RakkersAdres : Bemvaartstraat 763900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 - 66 58 25Naam : IBO 't Ravotterke - de BengelsAdres : Parkstraat 193900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 – 66 59 12Naam : IBO 't Ravotterke - de JojoAdres : Leopoldlaan 453900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 - 80 17 92Verantwoordelijke voor alle locaties : Marleen NulensBemvaartstraat 763900 <strong>Overpelt</strong> tel. 011 – 81 52 89IBO 't Ravotterke is een initiatief voor kinderopvang en erkend door Kind en Gezin.Het OCMW van <strong>Overpelt</strong> is de inrichtende macht.Het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten subsidiëert de werking.Het provincie<strong>be</strong>stuur komt tussen in de vorming voor de <strong>be</strong>geleiders.Het gemeente<strong>be</strong>stuur zorgde voor de infrastructuur en de meubilering in de gebouwen.'t Ravotterke richt zich tot kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 12 jaar (kleuter- en basisschool).Men vangt de kinderen op van 06.30 tot 18.30 uur.Gemiddelde aanwezigheid per dag in de (buitenschoolse) opvang (globaal)- voorschools 90 kinderen- naschools 100 kinderen- woensdagnamiddag 33 kinderen- vakantiedagen 75 kinderen13


Tijdstippen van opvang (de Rakkers)- voorschools 06.30 tot 08.40 uur- naschools 15.00 tot 18.30 uur- woensdagnamiddag 11.30 tot 18.30 uur- vakantieperiodes 06.30 tot 18.30 uurEr is tevens opvang op de schoolvrije dagen.In de centrale opvang is er mogelijkheid tot inclusieve opvang van mindervalide kinderen.De capaciteit van de werking <strong>be</strong>draagt 85 kinderen.In de dagopvang zijn gemiddeld 65 kinderen aanwezig.Tijdstippen van opvang (de Bengels)- voorschools 06.30 tot 08.40 uur- naschools 15.35 tot 18.30 uurMen vangt geen kinderen op met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte op deze locatie.De capaciteit van de werking <strong>be</strong>draagt 34 kinderen.In de dagopvang zijn gemiddeld 30 kinderen aanwezig.Tijdstippen van opvang (de Jojo)- voorschools 06.30 tot 08.40 uur- naschools 15.10 tot 18.30 uurEr zijn geen kinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte die op deze locatie wordenopgevangen.De capaciteit van de werking <strong>be</strong>draagt 32 kinderen.In de dagopvang zijn gemiddeld 28 kinderen aanwezig.Personeelsgegevens (totaal 't Ravotterke)Verspreid over de 3 filialen staan 16 personen in voor de <strong>be</strong>geleiding van de kinderen.9 <strong>be</strong>geleiders heb<strong>be</strong>n een attest <strong>be</strong>geleider (buitenschoolse) opvang (VDAB).5 <strong>be</strong>geleid(st)ers heb<strong>be</strong>n een diploma in de jeugd- en gehandicaptenzorg.2 <strong>be</strong>geleid(st)ers heb<strong>be</strong>n een diploma kinderzorg.Infrastructuur (de Rakkers)Binnenruimte : Nieuwbouw voorzien van al de nodige attributen.Buitenruimte : Aangrenzend situeert zich de speeltuin van 't Pelterke.De scholen in de nabijheid (= <strong>Overpelt</strong>-Centrum) kunnen te voet <strong>be</strong>reikt worden.In het andere geval ge<strong>be</strong>urt de verplaatsing via busvervoer.14


Infrastructuur (de Bengels)Binnenruimte : De voormalige hobunits van de Rakkers.Buitenruimte : Een aangrenzende speeltuin met gemeenschappelijk gebruik.De scholen liggen in de onmiddellijke nabijheid. De kinderen verplaatsen zich te voet.Infrastructuur (de Jojo)Binnenruimte : Gebouw op de campus De Wingerd. Men <strong>be</strong>schikt over 128 m² speelruimte, 3toiletten en een inkomhal.Buitenruimte : Aangrenzend.De opvang <strong>be</strong>vindt zich op het terrein van de scholen waardoor de verplaatsingen geen enkelprobleem vormen.Tarieven- per <strong>be</strong>gonnen half uur 0,67 euro- woensdagnamiddag 6,04 euro (max.)- schoolvrije en vakantiedagenminder dan 3 uurtussen 3 en 6 uurmeer dan 6 uur4,01 euro6,04 euro12,05 euroHet <strong>sociaal</strong> tarief <strong>be</strong>draagt de helft van de bovenstaande tarieven.Het netto-inkomen mag in dit geval niet hoger liggen dan 13 512,18 euro en 2 501,47 euro perpersoon ten laste vermeerderd met 2 478,94 euro.Bijkomende nodenIn tegenstelling tot vroeger ontvangt 't Ravotterke tijdens de vakantieperiodes geen of weinigaanvragen voor de opvang van 12-15 jarigen.Er zijn samenwerkingsverbanden met de <strong>Overpelt</strong>se sportacademie m.b.t. het afhalen enbrengen van de kinderen. Tevens is de coördinator <strong>be</strong>trokken bij de opmaak van hetjeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Men opteert voor een nauwere samenwerking met CC Palethe.IBO ‘t Ravotterke is steeds <strong>be</strong>reid tot overleg met de andere initiatieven voor opvang. Menvindt het Lokaal Overleg een ideaal instrument om de diverse vormen van kinderopvang in<strong>Overpelt</strong> meer op mekaar af te stemmen.2.1.3.2. KIDS-POINT.BE15


Naam : Kids-Point.<strong>be</strong>Adres : Hofweg 63900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 – 72 78 21Contactpersoon : Hetty de GoeijKids-Point.<strong>be</strong> is een buitenschoolse opvang met extra <strong>be</strong>geleiding voor schoolgaandekinderen en jongeren van 3 tot 16 jaar.Kids-Point.<strong>be</strong> is geopend van 06.00 tot 09.00 uur en van 15.00 tot 20.00 uur.Op schoolvrije dagen en tijdens vakanties is de opvang doorlopend geopend van 06.00 tot20.00 uur.Prijs van de opvang :Kids-Point.<strong>be</strong> hanteert enkel dagprijzen. De prijzen zijn :Aantal kinderen Prijs per kind per dag1 12 euro2 10 euro3 8 euroTegen een meerprijs van 5 euro kan een warme vegetarische maaltijd worden verkregen. Erworden gevarieerde maaltijden met verschillende culturele invloeden geserveerd. Gezond envitaminenrijk staat centraal.Wat is bij de prijs in<strong>be</strong>grepen :• Opvang• Huiswerk<strong>be</strong>geleiding• Algemene coaching• Drank• Tienuurtje in het weekend en op schoolvrije dagen• Vieruurtje in het weekend en op schoolvrije dagen• Woensdag en in het weekend en op schoolvrije dagen : een broodmaaltijd• Vervoer van en naar school• In overleg is ook vervoer van en naar huis mogelijkBinnen Kids-Point.<strong>be</strong> worden ook sociale tarieven gehanteerd. Om gebruik te kunnen makenvan de sociale tarieven, dient de financiële situatie te worden aangetoond.Kids-Point.<strong>be</strong> heeft een attest van toezicht van Kind en Gezin. De opvang is financieelaftrekbaar.Het <strong>be</strong>geleidingsteam van Kids-Point.<strong>be</strong> <strong>be</strong>staat uit een kraamverzorgster/verpleegkundige,een universitair geschoolde coach met met didactische <strong>be</strong>voegdheid en een kleuterleidster.Daarnaast is er een samenwerking met de huisarts in dezelfde straat voor medischespoedgevallen.Samen <strong>be</strong>geleiden zij kinderen en/of jongeren in kleine groepen (maximaal 7 per groep). Ookvoor ouder<strong>be</strong>geleiding kan men bij Kids-Point.<strong>be</strong> terecht.16


Extra <strong>be</strong>geleiding :Indien gewenst, is het mogelijk tegen <strong>be</strong>taling extra <strong>be</strong>geleiding en ondersteuning te krijgenvan de kinderen- en jongerencoach.De kinderen- en jongerencoach kan kinderen en jongeren helpen met :- problemen naar aanleiding van lichamelijke klachten;- probleemgewoonten;- verwerking van emotionele ge<strong>be</strong>urtenissen;- gedragsproblemen;- problemen bij de ontwikkeling;- problemen met <strong>be</strong>trekking tot het zelfvertrouwen van het kind en/of de jongere.Weekend service : kinderen en jongeren kunnen bij Kids-Point.<strong>be</strong> op zaterdag en zondagterecht van 07.00 tot 19.00 uur. De prijs <strong>be</strong>draagt 5 euro per uur.Acute opvang is mogelijk indien voldoende plaatsen en <strong>be</strong>geleiders <strong>be</strong>schikbaar zijn.Acute opvang is alleen mogelijk na inschrijving.Voor acute opvang wordt een prijs van 7,50 euro per uur <strong>be</strong>rekend.2.2. AANVULLENDE INITIATIEVEN2.2.1 Naschools gemeentelijk sportaanbodNaam : Bewegingstuin en Z@psportAdres : Sportcentrum de Bemvoort - Jeugdlaan 8 te 3900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : Sportcentrum de Bemvoort – 011 – 64 04 99.Verantwoordelijke : Ine Hendriks (tweede sportfunctionaris)InitiatiefnemerDe <strong>be</strong>wegingstuin en Z@psport zijn gemeentelijke initiatieven voor buitenschoolse opvang enworden gesubsidieerd door het provincie<strong>be</strong>stuur.DoelgroepMen richt zich tot kinderen in de leeftijd van 3 tot 11 jaar.3 - 5 jaar : <strong>be</strong>wegingstuin6 - 11 jaar : Z@psportTijdstippen en gebruik van de opvang- Gemeentelijk sportcentrum de Bemvoort- maandag of donderdag van 16.00 tot 17.00 uur (<strong>be</strong>wegingstuin)- dinsdag van 16.00 tot 17.00 uur (Z@psport - 1 ste en 2 de leerjaar)en van 17.00 tot 18.00 uur (Z@psport - 3 de en 4 de leerjaar)17


Bezetting<strong>be</strong>wegingstuin : 12 kleuters (volledig <strong>be</strong>zet)Z@psport : min. 8 en max. 15 deelnemers49 kinderen (24 kleuters en 25 lagere school kinderen) schreven zich in voor de werking.TarievenHet lidgeld voor één seizoen (okt-mei) <strong>be</strong>draagt 50 euro. Dit geldt zowel voor deBewegingstuin als voor Z@psport. Men mag ook in schijven <strong>be</strong>talen : 25 euro (okto<strong>be</strong>rdecem<strong>be</strong>r)en 35 euro (januari-mei).De deelnemers kunnen met knipoogcheques <strong>be</strong>talen en tevens participeert men aan de actiewww.zetmilieuopdekaart.<strong>be</strong>.Gemeentelijk sportaanbod (vervolg)Naam : OmnisportclubAdres : Sportcentrum de BemvoortJeugdlaan 83900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 - 64 04 99 (sportcentrum de Bemvoort)Verantwoordelijke : Ine Hendriks (tweede sportfunctionaris)De Omnisportclub is een initiatief voor buitenschoolse opvang.Men richt zich tot kinderen in de leeftijd van 11 tot 18 jaar.Tijdstippen van opvang- éénmaal in de maand op een sportspecifieke locatie (1 à 3 uur)Gemiddeld zijn er dan 15 kinderen aanwezig met een minimum van 5 en een maximum van30 kinderen.Infrastructuur1x maandelijks : buitenruimte afhankelijk van de actviteit op een sportspecifieke locatieDe kinderen verplaatsen zich in groep hierbij <strong>be</strong>geleid door de ouders en de <strong>be</strong>geleider.De ouders die rijden krijgen een forfaitaire vergoeding.Men <strong>be</strong>taalt een deelnameprijs afhankelijk van de activiteit.2.2.2. KinderoppasdienstenNaam : Kinderoppasdienst van de Gezinsbond.Adres : Familie Segers-Gij<strong>be</strong>ls18


Rekkerstraat 193900 <strong>Overpelt</strong>Verantwoordelijke : Annie Gij<strong>be</strong>lsTelefoon : 011 - 64 43 55De kinderoppasdienst geeft ouders met kleine kinderen de kans om ontspanning te nemen,boodschappen te doen, familiale en andere verplichtingen na te komen, … kortom van huisweg te kunnen terwijl de kinderen in goede handen zijn.Een plaatselijke coördinator <strong>be</strong>middelt vrijwillig en <strong>be</strong>langeloos tussen ouders die een babysitwensen en kandidaat-babysits, zorgvuldig geselecteerd en zo goed mogelijk geschoold.De babysits zijn geen personeelsleden noch aangestelden van de Gezinsbond. Zij verrichtenhun taak op vrijwillige en autonome basis na aanvaarding door het gezin. Het zijn meestalstuderende jongeren vanaf 16 jaar.De werking is gemeld bij Kind en Gezin en wordt niet gesubsidiëerd.Er wordt gebabysit bij kinderen van 0 tot 14 jaar.In principe vangt men de kinderen op buiten de schooluren omdat de babysits allen nogschoolplichting zijn : woensdagnamiddag, avond, nacht, weekend en vakantieopvang .Kandidaat-babysits krijgen een opleiding van de Gezinsbond. De opleiding is vooral praktischen legt de nadruk op de veiligheid in het gezin en het voorkomen van ongelukken.TarievenOuders kunnen zich een kinderoppasboekje voor vijf prestaties aanschaffen.De leden van de Gezinsbond <strong>be</strong>talen 6 euro.Niet-leden kunnen een <strong>be</strong>roep doen op de kinderoppasdienst mits <strong>be</strong>taling van het lidgeld.Kinderoppas- overdag (08.00 - 19.00 uur) 3 euro/uur- avond (19.00 - 24.00 uur) 3 euro/uur- nacht (na 24.00 uur) 3 euro/uur- overnachting 15 euro/uur(van 22.00 uur tot na het ontbijt en minstens voorafgegaan door een minimumprestatie)De minimumvergoeding (minder dan 3 uur) <strong>be</strong>draagt 6 euro.Men ervaart bij de ouders de nood aan bijkomende opvang voor zieke kinderen. Een meerflexibile opvang staat ook hoog op het verlanglijstje.De (te) hoge opvangprijs en het niet gekend zijn van het aanbod kunnen voor de ouders eendrempel vormen om niet op het aanbod in te gaan. Ook durven sommige ouders hun jongebaby's nog niet aan de zorgen van een babysit toe te vertrouwen. Van verschillende ouderskomt de vraag om over een vaste babysit te kunnen <strong>be</strong>schikken.Men overweegt een <strong>sociaal</strong> tarief voor alleenstaande ouders of grote gezinnen.19


Vele tientallen <strong>Overpelt</strong>se gezinnen maken jaarlijks gebruik van de dienst.2.2.3. KinderateliersNaam : Kinderatelier de PuzzelAdres : Speciale basisschool PallieterHaspershovenstraat 283900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 - 64 35 00Verantwoordelijken : Elly Boonen en Noëlla SchildermansDe Puzzel is een creatief werkatelier voor kinderen.Men ontvangt gemeentelijke subsidies via het jeugdwerk<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.Men richt zich tot kinderen van 6 tot 13 jaar.Men vangt de kinderen op tijdens de woensdagnamiddag van 13.30 tot 15.30 uur.De occasionele activiteiten tijdens de schoolvakanties zijn inmiddels afgeschaft.De Puzzel vangt voornamelijk kinderen met een specifieke zorg<strong>be</strong>hoefte op. Het <strong>be</strong>treftkinderen van het type 1-8 die school lopen aan de Pallieterschool voor Bijzonder Onderwijs te<strong>Overpelt</strong>.Tevens werkt men met kinderen van allochtone afkomst en/of afkomstig uit kansarmemilieus.De werking staat open voor alle kinderen.Er zijn 30 kinderen in de werking ingeschreven.Gemiddeld zijn op woensdagnamiddag 22 kinderen aanwezig met een minimum van 20 eneen maximum van 25 kinderen.Een leerkracht en een opvoeder staan in voor de <strong>be</strong>geleiding van de kinderen. Zij zijn <strong>be</strong>idevrijwilligers.InfrastructuurBinnenruimte : Een <strong>lokaal</strong>, de keuken en de polyvalente zaal van Openluchtwerken 'tPelterke.Men maakt ook wel eens gebruik van de accommodatie van dePallieterschool.Buitenruimte : De speeltuin van ’t Pelterke en de speelplaats van de Pallieterschool.De afstand van 't Pelterke tot de Pallieterschool <strong>be</strong>draagt drie kilometer. De kinderenverplaatsen zich met de bus van de Pallieterschool, met de fiets of worden gebracht enafgehaald door de ouders.20


De Puzzel hanteert een tarief van 1,50 euro per activiteit.De kinderen schrijven zich in voor 10 activiteiten per schooljaar.Opmerking : De Puzzel laste voor het werkjaar 2006-2007 een sabbatjaar in. In <strong>2008</strong> wilmen de band terug opnemen en een nieuwe werking – hetzij onder een andereorganisatievorm – opstarten.2.2.4. Opvang van zieke kinderenNaam : SkoebidoeAdres : Christelijke Mutualiteit LimburgPrins Bisschopssingel 753500 HasseltTelefoon : 011 - 28 02 90Contactpersoon : Harrie Van Langendonckregioverantwoordelijke Noord011 – 28 02 93Skoebidoe is de oppas van zieke kinderen, van 0 tot 12 jaar, die CM-lid zijn, doorgebrevetteerde helpsters-verzorgenden van Familiehulp Limburg en de dienst gezinshulp vande landelijke <strong>be</strong>weging voor ouders met een dwingende afwezigheid omwille van<strong>be</strong>roepsredenen.Opvang kan alle dagen van 07.30 tot 19.30 uur met een minimum van 4 uur en een maximumvan 11 uur per dag.Op zondagen en wettelijke feestdagen is er geen oppas.Maximum 5 opeenvolgende werkdagen per ziekteperiode.De kostprijs is 1,75 euro per uur met een maximum van 100 uren per kind per jaar.De ouders dienen een medisch attest (doktersbriefje) van het zieke kind voor te leggen.Belt men voor 12.00 uur (van maandag tot vrijdag) dan is de oppas vanaf de eerstvolgendewerkdag mogelijk.Oppas voor zieke kinderen met een handicap (van start gegaan op 1 januari 2006)- samenwerking met LIDOA (Limburgse dienst voor oppas en assistentie) van KVG(KatholiekeVereniging van Gehandicapten)- aangepaste oppas voor ouders of verzorgenden, die er even tussenuit moeten- zowel overdag als ’s nachts- voor gehandicapte kinderen en jongeren tot de leeftijd van 25 jaar- contactadres : Ziekenzorg (011 – 28 02 63)- tarieven : avond of dag – 2,50 euro per uurnacht (21.30 tot 07.30 uur – 15 euro per nacht)21


2.2.5. Dagverblijven2.2.5.1. ‘t HeultjeNaam : 't HeultjeAdres : dienstencentrum Sint-OdaBreugelweg 2003900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 - 80 58 54Verantwoordelijken : Vera Lemmens en Dettie Vanherk't Heultje is een dagverblijf voor (nog) niet schoolgaande mentaal en/of meervoudiggehandicapten.De werking wordt gesubsidiëerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met eenHandicap.Men vangt zowel kinderen als volwassenen op (vanaf de geboorte).Tijdstippen van opvangAlle werkdagen van 09.00 tot 16.00 uur.'t Heultje is gesloten :- tussen kerstmis en nieuwjaar- twee weken tijdens de grote vakantie- op enkele brugdagenLogeeropvang is mogelijk in het internaat van dienstencentrum Sint-Oda of in het logeerhuis'De Haven' in Beringen van VZW Stijn.Alle kinderen zijn mentaal en/of meervoudig gehandicapt en heb<strong>be</strong>n speciale (medische)zorgen nodig.De capaciteit van 't Heultje <strong>be</strong>draagt 33 plaatsen.Momenteel zijn er 35 kinderen ingeschreven die iedere werkdag in de dagopvang aanwezigzijn.Personeelsgegevens- 15 <strong>be</strong>geleiders- een pedagoge, een <strong>sociaal</strong> assistent, een ergotherapeut, een kinesist en een logopedistAl deze mensen werken deeltijds in vast dienstverband.22


InfrastructuurBinnenruimte : 5 leefruimtes en een keuken, 4 badkamers, aan elke leefruimte grenst eenindividuele (slaap/speel)kamer, een kine-, logo-, ergo- en een spel<strong>lokaal</strong>,bureaus en een vergaderruimte, 3 <strong>be</strong>rgings.Buitenruimte : 5 overdekte en omheinde terrassen.De kinderen wonen allemaal in de regio binnen een straal van 20 kilometer. Zij worden metaangepaste autobusjes opgehaald. Enkele kinderen worden door hun ouders gebracht engehaald.De dagprijs, <strong>be</strong>paald door het Ministerie, <strong>be</strong>draagt 10,38 euro per dag.De kinderen heb<strong>be</strong>n recht op verhoogde kinderbijslag of een tegemoetkoming mindervaliden.Bij koorts (+38,5°) of een <strong>be</strong>smettelijke ziekte mogen de kinderen niet naar 't Heultje komen.Voor de ouders van de kinderen is het vaak een grote en emotionele stap als hun kind naar 'tHeultje verwezen wordt. Het is immers een <strong>be</strong>vestiging van de zwaarte van de handicap vanhun kind. De opnames worden dan ook goed voor<strong>be</strong>reid via ondersteunende gesprekken.Er is steeds een nauwe samenwerking met de ouders van de kinderen.Er zijn regelmatig contacten met andere semi-internaten uit de provincie Limburg.Overleg met andere vormen van kinderopvang worden niet echt nodig geacht wegens hetspecifieke karakter van de opvang op 't Heultje.2.2.5.2. Olleke BollekeNaam : dienstencentrum Sint-Gerardus – Olleke BollekeAdres : Olleke BollekeSchoolstraat 43900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 011 – 82 24 84Verantwoordelijken : Rita Verlinden, zorgdirectieKris Willems, afdelingshoofdOlleke Bolleke is een peutertuin voor kinderen (0 tot 4 jaar) met een motorische handicap.De peutertuin is verbonden aan dienstencentrum Sint-Gerardus uit Diepen<strong>be</strong>ek, lid van deVZW Stijn.Er kunnen max. 6 kinderen opgevangen worden.Momenteel zijn er 3 kinderen ingeschreven.Tijdstippen van opvangAlle werkdagen van 08.00 tot 18.00 uur.23


Olleke Bolleke is gesloten tijdens de kerstvakantie, een week tijdens de Paasvakantie en drieweken tijdens de zomervakantie. Tijdens de overige vakantieperiodes/vakantiedagen is depeutertuin geopend.PersoneelsgegevensEr werken 4 <strong>be</strong>geleiders in vast dienstverband.Een kinesist (16 uur/week), een logopedist (4 uur/week), een ergotherapeut (6 uur/week) entwee opvoeders (één in deeltijds dienstverband en één 4/5).InfrastructuurBinnenruimte : living-keuken, badkamer, therapieruimte, slaapkamer en <strong>be</strong>rging.Buitenruimte : tuin en terras.Men hanteert de tarieven van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.2.2.6. SpeelpleinwerkingNaam : Gemeentelijke SpeelpleinwerkingAdres : 't PelterkeJeugdlaan 43900 <strong>Overpelt</strong>Telefoon : 0494 - 94 66 53 (Valerie Matthijs)Verantwoordelijke : Valerie Matthijs (hoofdmonitrice)Op vraag van heel wat ouders en kinderen werd er in 2003 opnieuw een gemeentelijkespeelpleinwerking georganiseerd. De jeugdconsulente vervulde hierin een coördinerendefunctie.Sindsdien kan de speelpleinwerking ieder jaar opnieuw op een enthousiaste groep monitorenen kinderen rekenen.In 2007 organiseerde men de speelpleinwerking tijdens de laatste drie weken van juli en deeerste vier van augustus op dinsdag-, woensdag- en donderdagnamiddag telkens van 13.30 tot17.30 uur.Het tarief <strong>be</strong>draagt 2 euro per deelnemend kind.In 2007 waren er 15 monitoren actief in de speelpleinwerking.Gemiddeld namen een 50tal kinderen, variërend in de leeftijd van 4 tot 12 jaar deel aan despelnamiddagen. 150 kinderen waren bij de werking ingeschreven.24


2.2.7. De <strong>Overpelt</strong>se basisscholenDe <strong>Overpelt</strong>se basisscholen organiseren geen opvang meer. De kinderen die vroeger van hundiensten gebruik maakten, worden momenteel door IBO 't Ravotterke opgevangen. Wijverwijzen dan ook graag naar de cijfergegevens van 't Ravotterke.25


3. KWALITATIEVE BESCHRIJVING IN FUNCTIE VAN HETKWALITEITSCHARTERIn dit hoofdstuk <strong>be</strong>spreken wij de drie initiatieven die zich <strong>be</strong>zig houden met kinderopvang inde ware zin van het woord. Zoals eerder gemeld werd Kids-Point.<strong>be</strong> nog niet kwalitatief<strong>be</strong>vraagd omwille van hun pas opgestarte werking. Speelpleinwerking, sportacademie,kinderoppas, .... kunnen complementair werken met de initiatieven voor buitenschoolsekinderopvang, maar heb<strong>be</strong>n fundamenteel een andere doelstelling.3.1. DIENST OPVANGGEZINNEN3.1.1. Algemene <strong>be</strong>schrijvingDe dienst Opvanggezinnen werd in 1978 opgericht door het <strong>be</strong>stuur van de Gezinsbond,gewest Maaseik.De officiële <strong>be</strong>naming van de dienst is ‘Opvanggezinnen – Gezinsbond – Limburg VZW’.De dienst staat onder toezicht van Kind en Gezin en ontvangt er ook subsidies van.De dienst organiseert de opvang van kinderen tijdens de dag in de vertrouwde familiale sfeervan een opvanggezin. In specifieke situaties kan ook voor nacht- en weekendopvang gezorgdworden.De dienst Opvanggezinnen Neerpelt omvat als werkgebied de gemeenten Neerpelt, <strong>Overpelt</strong>,Lommel, Hamont-Achel en Kaulille.Bij de oprichting van de dienst konden enkel kinderen tot 3 jaar worden opgevangen inopvanggezinnen. Vanaf 1984 konden ook kinderen tot 6 jaar terecht bij een opvanggezin.Vanaf 1997 werd dit uitgebreid voor kinderen totdat ze naar de middelbare school gaan.Tot april 2003 hadden de onthaalouders enkel een onkostenvergoeding voor de dagen dat dekinderen effectief opgevangen werden. Ze konden van geen enkele sociale <strong>be</strong>scherminggenieten.Vanaf april 2003 heb<strong>be</strong>n alle onthaalouders aangesloten bij een dienst Opvanggezinnen een“<strong>sociaal</strong> statuut”.Het gevolg hiervan is dat de onthaalouder nu wel kan rekenen op een eigen sociale<strong>be</strong>scherming.Ze heeft dan recht op :- een opvanguitkering wanneer kinderen buiten de wil van de onthaalouder afwezigzijn;- een pensioen- een vervangingsinkomen in geval van moederschapsrust, ziekte, invaliditeit enar<strong>be</strong>idsongeschiktheid door een ongeval of <strong>be</strong>roepsziekte;- terug<strong>be</strong>taling van medische prestaties;- kinderbijslag, kraamgeld of een adoptiepremie.De kostenvergoeding die onthaalouders krijgen om kinderen op te vangen blijft <strong>be</strong>lastingsvrij.3.1.2. Pedagogische werkingDe opvang van kinderen ge<strong>be</strong>urt in een gezin. Dit brengt met zich mee dat :26


- kinderen van alle leeftijden samen worden opgevangen. De opgevangen kinderen heb<strong>be</strong>neen leeftijd tussen 0 en 12 jaar. Zo leren de kleinere kinderen veel van de groteren : omgaanmet elkaar, andere spelmogelijkheden, oplossingen zoeken, .. Anderzijds leren de groterenomgaan met baby's, peuters en kleuters, verantwoordelijkheidsgevoel, rekening houden metde kleinsten, ...- de opvanggroep niet te groot wordt. Het opvanggezin mag niet meer dan vier kinderenvoltijds opvangen, eigen kinderen die nog niet naar de kleuterschool gaan meegerekend. Hetmaximumaantal gelijktijdig aanwezige kinderen kan niet meer zijn dan acht, eigen kinderendie nog niet naar de lagere school gaan meegerekend.- het contact met de kinderen in een vertrouwelijke gezinssfeer ge<strong>be</strong>urt. De kinderen kunnenzichzelf zijn en kunnen met hun gevoelens steeds terecht bij dezelfde vertrouwenspersoondie de opvangouder soms al is vanaf de geboorte. Ze voelen zich veilig binnen hetvertrouwde milieu van het opvanggezin. Ook voor kinderen met een handicap of uitkansarme milieus is de kleinschaligheid en de vertrouwelijke sfeer in een opvanggezin eengroot voordeel.- broertjes of zusjes van baby's en peuters samen in een opvanggezin kunnen wordenopgevangen.Sommige momenten in de opvang zijn gestructureerd : samen eten, eventueel huiswerkmaken, groepsspelletjes doen, namiddagdutje voor de kleinsten. Op andere momenten kunnende kinderen een vrije keuze maken in wat ze willen doen : welk spel, met wie, binnen ofbuiten. De vrije keuze van het kind is bij een opvanggezin soms <strong>be</strong>perkt, afhankelijk van watde onthaalmoeder op dat moment doet : bvb. een klein kind dat buiten wil spelen, kan dit nietdoen als de onthaalmoeder op dat moment geen oogje in het zeil kan houden; een kleuter diewil plakken of schilderen, zal moeten wachten tot de opvangouder klaar is met de fles tegeven aan de baby.De (grotere) kinderen kunnen zelf <strong>be</strong>trokken worden in de opvang (leefregels, inrichting, ...)in zoverre dit in een gezin kan, rekening houdend met de grootte van het huis, de eigenhuisregels van het gezin.De kinderen die naar school gaan krijgen de mogelijkheid om hun huiswerk te maken in hetopvanggezin. Huiswerk<strong>be</strong>geleiding <strong>be</strong>hoort niet tot de taak van de opvangouder.3.1.3. BegeleidingDe opvang ge<strong>be</strong>urt in een opvanggezin : meestal is dit de opvangouder (vaste persoon) maarer zijn ook veelvuldige contacten met de eigen kinderen van het opvanggezin en met deonthaalvader.De <strong>be</strong>geleiding van de opvanggezinnen ge<strong>be</strong>urt door een team van dienstverantwoordelijken.De selectie van opvanggezinnen is een <strong>be</strong>langrijke taak van de dienst Opvanggezinnen.27


De selectieprocedure <strong>be</strong>staat uit een reeks gesprekken waarin de volgende thema's <strong>be</strong>sprokenworden : kennismaking met de kandidaat opvangouder - haar gezin - de woning, motivatie,werking van de dienst Opvanggezinnen, voorwaarden tot aansluiting, verwachtingen van dedienst,pedagogische kwaliteiten, spelaanbod, gezonde voeding, veiligheid, hygiëne, contacten metouders en vorming. Elke opvangouder is verplicht een startopleiding te volgen.Gedurende het jaar organiseert de dienst Opvanggezinnen een reeks van vormingsavondenwaarvan de opvangouders tenminste vier avonden moeten volgen. Met het vormingsaanbodpro<strong>be</strong>ert de dienst tegemoet te komen aan de wensen van de heterogene groep opvangouders(dwz : oudere en jongere opvangouders, opvangouders die nog maar weinig ervaring heb<strong>be</strong>n,opvangouders die aan buitenschoolse opvang doen, …). Voor opvanggezinnen die noodheb<strong>be</strong>n aan specifieke ondersteuning over eenzelfde thema kan een collectief<strong>be</strong>geleidingsmoment ingericht worden.Opvanggezinnen zijn vrij om al dan niet aan buitenschoolse opvang te doen. Er kunnenopvang-ouders aangenomen worden die uitsluitend buitenschoolse opvang willen doen, ofuitsluitend dagopvang van kinderen tot ze naar school gaan, of een combinatie vanschoolgaande en kleine kindjes.De <strong>be</strong>geleiding van de opvangouders ge<strong>be</strong>urt vooral via huis<strong>be</strong>zoeken.Via observatie en gesprekken met de onthaalouder worden de pedagogische kwaliteitenbijgestuurd en werkpunten naar de toekomst toe geformuleerd.De opvangouders volgen de ontwikkeling van elk kind tot 3 jaar door middel van eenobservatieschema en <strong>be</strong>spreken deze met de ouders en de dienstverantwoordelijken.De continuïteit in de opvang is bij een opvanggezin verzekerd. Het is immers steeds dezelfdepersoon die de opvang doet, soms al vanaf de geboorte.Als een opvangouder om een reden de opvang niet kan doen (ziekte, verlof, ...) zorgt de dienstin de mate van het mogelijke voor een vervang-opvangouder.Ter ondersteuning van de opvangouder worden regelmatig brochures of documentatiegegeven.Er is binnen de dienst een werkgroep opvangouders gegroeid om zo de opvangoudersparticipatie te verlenen over de werking van de dienst, helpen oplossen van praktischeproblemen, ... Ze helpen ook mee bij de organisatie van de spelotheek.3.1.4. InfrastructuurDe opvanggezinnen vangen de kinderen op in hun eigen woning. Bij de selectie wordt dezeruimte <strong>be</strong>oordeeld op grootte, veiligheid, inrichting en kindvriendelijkheid.Tijdens de verdere huis<strong>be</strong>zoeken blijft er aandacht voor deze items.Bij het toekennen van het aantal kinderen wordt met de <strong>be</strong>schikbare ruimte rekeninggehouden.28


3.1.5. VeiligheidDe veiligheid in en om de woning wordt jaarlijks gecontroleerd aan de hand van eenveiligheidslijst en checklist veilige speelterreinen.De speeltoestellen bij de opvanggezinnen moeten voldoen aan de richtlijnen vermeld in hetnieuwe Koninklijk Besluit <strong>be</strong>treffende veilige speelterreinen en speeltoestellen.De opvanggezinnen mogen de kinderen nooit alleen laten.Bij opvang van schoolgaande kinderen moet het vervoer van en naar de school door de oudersgeregeld worden in samenspraak met de opvangouder. Dit geldt eveneens voor het vervoervan de kinderen naar de buitenschoolse activiteiten (balletles, muziekschool, …). Hieroverwordt een afsprakennota gemaakt.3.1.6. OuderparticipatieVoor de ouders hun definitieve keuze maken, kunnen ze eerst met de opvanggezinnen die nogplaats vrij heb<strong>be</strong>n, kennismaken. Zij <strong>be</strong>slissen zelf door welk opvanggezin hun kind zalworden opgevangen. Er worden dan duidelijke afspraken gemaakt over de opvoeding, hetvervoer van en naar de school, voeding, enz ...De ouders ontvangen van de dienst een praatpapier als hulp bij het eerst contact tussen oudersen opvanggezin.De dienst Opvanggezinnen heeft een huishoudelijk reglement opgemaakt waar zowel deopvanggezinnen als de ouders en de dienst akkoord mee moeten gaan en dit <strong>be</strong>vestigen doorondertekening.Aan de ouders wordt informatie opgevraagd over hun <strong>be</strong>reikbaarheid, werkuren, huisarts engezinssamenstelling via een inlichtingenfiche die ook aan de onthaalmoeder wordt <strong>be</strong>zorgd.Eventuele bijzonderheden in de aanpak van en de zorg voor hun kind wordt mondeling met deopvangouder en de dienstverantwoordelijke <strong>be</strong>sproken of kunnen schriftelijk vastgelegdworden in een afsprakennota.De breng- en haalcontacten met de ouders en de opvangouder zijn zeer persoonlijk en<strong>be</strong>langrijk om informatie over de opvoeding door te geven. Aan de ouders wordt toegangverschaft in de ruimten waar de opvangkinderen verblijven.De ouders worden uitgenodigd op de vormingsavonden georganiseerd door de dienst.Er wordt éénmaal per jaar een ouderavond ingericht. Op deze ouderavond heb<strong>be</strong>n de oudersde gelegenheid tot een persoonlijk contact met de dienstverantwoordelijke.Elke dienstverantwoordelijke richt spreekuren en zitdagen in in elke gemeente waar de oudersen opvangouders terecht kunnen voor informatie.Elk jaar in juni worden er speciale zitdagen ingericht in elke gemeente waar de dienstwerkzaam is. Zodat de ouders hun nieuwe dagprijs kunnen laten <strong>be</strong>rekenen aan de hand vanhet nieuw aanslagbiljet. Er is dan ook kans voor een persoonlijk gesprek met dedienstverantwoordelijke over de opvang van hun kind(eren).29


Ouders ontvangen, na enkele maanden opvang van hun kindje, een vragenlijst om hun meningkenbaar te maken over de kwaliteit van de opvang bij hun opvangouder en over de werkingvan de dienst.Besluit :Er zijn voldoende opvangmogelijkheden in <strong>Overpelt</strong> om aan de vraag naar opvang te voldoen.De dienst Opvanggezinnen <strong>be</strong>schouwt de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar als eenprioriteit omdat er voor de grotere kinderen reeds goede initiatieven voor buitenschoolseopvang <strong>be</strong>staan. Voor ouders die hier om een of andere reden niet terecht kunnen of kiezenvoor buitenschoolse opvang in een gezinssfeer, <strong>be</strong>staan er opvanggezinnen die(buitenschoolse) opvang aanbieden in combinatie met dagopvang.3.1.7. Toekomstvisie dienst OpvanggezinnenOmdat de dienst het <strong>be</strong>langrijk vindt dat ouders voldoende keuzemogelijkheden heb<strong>be</strong>n,worden er op regelmatige basis informatiecampagnes gevoerd om :- de dienst Opvanggezinnen meer <strong>be</strong>kendheid te geven- nieuwe opvanggezinnen aan te wervenEr worden maandelijks infoavonden georganiseerd voor kandidaten-onthaalmoeders.Er wordt ook samengewerkt met de VDAB om geschikte kandidaten te vinden.De dienst Opvanggezinnen streeft naar een goede kwaliteit in de kinderopvang en is er zichvan <strong>be</strong>wust dat dit streven naar kwaliteit een constant proces is. Er moet steeds actie blijvenondernomen worden om de goede kwaliteit te handhaven en waar nodig te ver<strong>be</strong>teren.3.2. IBO 'T RAVOTTERKE3.2.1. Algemene <strong>be</strong>schrijvingIn septem<strong>be</strong>r 1993 ging de gemeentelijke kinderopvang van start. Onder de <strong>be</strong>geleiding vande Provinciale Commissie voor Buitenschoolse Opvang startte in <strong>Overpelt</strong> de IBO, 'tRavotterke genaamd. Er werden zes halftijdse <strong>be</strong>geleidsters (weerwerkgesco's) ter<strong>be</strong>schikking gesteld van het gemeente<strong>be</strong>stuur en via PCBO werd een coördinator aangesteld.Het gemeente<strong>be</strong>stuur vertrouwde het operationeel <strong>be</strong>heer van de dienst toe aan het OCMW.Inmiddels werkt 't Ravotterke op drie verschillende locaties, nl. in het Centrum (de Rakkers),in Lindel-Hoeven (de Bengels) en de Leopoldlaan (de Jojo).Het aantal <strong>be</strong>geleiders is inmiddels opgelopen tot 16. Daarmee verzekert 't Ravotterke opcontinue basis zowel de voor- en naschoolse opvang als de opvang tijdens de vakanties en deschoolvrije dagen.30


3.2.2. Pedagogische werkingDe kinderen heb<strong>be</strong>n de vrije keuze bij de invulling van hun tijd tijdens de opvangmomenten.Zij kunnen vrij kiezen uit een groot spelaanbod. De werking gaat ervan uit dat de tijd die dekinderen bij 't Ravotterke doorbrengen, vrije tijd is. En vrije tijd vul je zelf in. De<strong>be</strong>geleidsters zien in elk kind een persoon waarvoor je respect moet heb<strong>be</strong>n en met wie je eenvertrouwensrelatie opbouwt.Er is voldoende spelmateriaal aanwezig dat aangepast is aan de leeftijd en hetontwikkelingsniveau van de kinderen. Hiervoor zijn in de gebouwen verschillende hoekjesvoorzien met o.a. een poppenhoek, een constructiehoek, een motorische hoek en een creatievehoek. De kinderen kunnen tevens gebruik maken van een werkkamer om hun huiswerk temaken of om hun les te leren. Tevens is een ruimte voorzien voor kinderen die wat willenrusten of ziek uit de school gekomen zijn. Indien er zich bij kinderen specifieke nodenmanifesteren wordt hier zo goed als mogelijk op ingespeeld.3.2.3. BegeleidingDe coördinator van IBO 't Ravotterke is gegradueerde in de scheikunde en heeft een D-cursusgevolgd. Haar jarenlange ervaring in het vormingswerk en de kinderopvang zorgen ervoor datzij met kennis van zaken de dienst kan leiden. Zij heeft intussen de ondersteuning gekregenvan een team<strong>be</strong>geleidster. Deze heeft de opleiding gegradueerde in de orthopedagogiegevolgd. De huidige <strong>be</strong>geleidsters zijn niet hoog gediplomeerd doch <strong>be</strong>zitten wel een VDABattestvan <strong>be</strong>geleidster buitenschoolse opvang. Op dit moment voldoet ’t Ravotterke niet aande 50% norm inzake diplomavereisten. Dit is een goede evolutie want de nood aanprofessionele <strong>be</strong>geleiding dringt zich meer en meer op. De navorming van de <strong>be</strong>geleidsterswordt verzorgd met minimaal 20 uren/jaar.Het accent van de teambijeenkomsten ligt op de aanpak van de kinderen in groep enindividueel. Men pro<strong>be</strong>ert oog te heb<strong>be</strong>n voor de noden en <strong>be</strong>hoeften van elk kind. Daartoeworden naast algemene planningsvergaderingen en scholingsbijeenkomsten ook regelmatigkind<strong>be</strong>sprekingen gehouden.Een zorgvuldig bijgehouden dagboek zorgt ervoor dat bij ploegenwisselingen de nodige infovan ieder kind op een accurate wijze wordt doorgegeven. Een ploegenwisseling ge<strong>be</strong>urt nooitgelijktijdig voor het geheel van het personeel zodat er steeds iemand aanwezig is aan wie deinformatie ook mondeling is doorgegeven of die zelf reeds de nodige observaties heeftkunnen doen.Om een continue werking te kunnen garanderen worden aan de kinderen zoveel mogelijkdezelfde <strong>be</strong>geleidsters toegewezen.De Vlaamse overheid stelt dat er per 14 aanwezige kinderen 1 personeelslid aanwezig moetzijn. Voor ’t Ravotterke resulteert dit in het huidige personeels<strong>be</strong>stand waarbij 14 mensen alsweerwerkgesco gesubsidieerd worden en 2 contractueel in dienst zijn. Indien men kiest ommeerdere personeelsleden aan te werven is dit voor eigen kosten.31


3.2.4. InfrastructuurDe drie verschillende locaties zijn door Kind en Gezin geschikt <strong>be</strong>vonden voor deopvangfunctie. De opvang is huiselijk ingericht en de buitenspeelruimtes liggen in deonmiddellijke omgeving.3.2.5. VeiligheidMen <strong>be</strong>steedt voldoende aandacht aan de veiligheid en gezondheid van de kinderen. Deverplaatsingen van de kinderen ge<strong>be</strong>uren te voet of met de bus. De <strong>be</strong>geleiding die hetbusvervoer verzorgt heeft rijlessen voor het <strong>be</strong>sturen van een minibus gevolgd. Verder<strong>be</strong>schikken zij ook over een attest van medische geschiktheid. Verder heeft vrijwel iedereende cursus ‘verkeersbrigadier’ gevolgd. Zij zorgen voor de veiligheid van de kinderen die tevoet naar school moeten, maar ook bij tochten tijdens de vakantie is dit geen overbodige luxe.Gevaarlijke produkten slingeren niet in het rond en ook op het gebied van de brandveiligheidzijn voldoende <strong>be</strong>schermende maatregelen getroffen.Alle opvangplaatsen zijn gemakkelijk telefonisch <strong>be</strong>reikbaar. Een persoonlijke steekfiche vande kinderen met de telefoonnummers van de ouders is <strong>be</strong>schikbaar evenals alle gegevens overde huisarts en de meest relevante medische gegevens die op de dienst moeten gekend zijn.Buiten de opvanguren wordt de permanentie verzekerd door de aanwezigheid vanantwoordapparaten op elke locatie.3.2.6. OuderparticipatieOuders die hun kinderen komen inschrijven krijgen een rondleiding op de locatie van opvang.Tevens ontvangen zij een infonota annex huishoudelijk reglement over de werking van IBO ‘tRavotterke.De ouders worden informeel bij de werking van de kinderopvang <strong>be</strong>trokken. Dit ge<strong>be</strong>urtmeestal als ze de kinderen komen brengen of halen.De kinderen worden via kringgesprekken gepolst naar hun wensen om de opvang meeroptimaal te laten verlopen.De notities in het dagboek laten toe om alle relevante info te verstrekken ook al is de<strong>be</strong>geleidster die gecontacteerd wordt niet de ganse dag aanwezig geweest.Op de eerste woensdag van okto<strong>be</strong>r is er in <strong>Vlaanderen</strong> de IBO-dag. Die dag wordt telkenseen open-deur-dag georganiseerd. Het is dan feest in de opvang. Ieder jaar staat deze dag ineen ander thema. De kinderen worden verwend en de ouders mogen een kijkje nemen in onzeopvang. De opvang staat die dag open voor iedereen die wil komen kijken. We krijgen steedsmeer respons op de uitnodiging om die dag eens langs te komen.3.2.7. Meerjarenplanning en toekomstvisie IBO ‘t RavotterkeMissieAls initiatief voor opvang wil men alle kleuters en lagere schoolkinderen de kans geven om tekomen spelen zowel voor als na de school. Ook tijdens de schoolvrije dagen en devakantiedagen biedt men opvang aan.Elke ouder kan naar eigen noden en <strong>be</strong>hoeften gebruik maken van IBO ’t Ravotterke.32


Het IBO biedt een gezellige, huiselijke omgeving waar de kinderen kunnen kiezen op welkemanier en met wie ze zich <strong>be</strong>zighouden. De verschillende speelhoeken bieden demogelijkheid om te kiezen tussen verschillende soorten spel.De ouders vertrouwen hun kinderen toe aan geschoolde <strong>be</strong>geleiding. Een regelmatigeinformatie-uitwisseling en communicatie tussen ouders en opvang vindt men zeer <strong>be</strong>langrijk.Zo komt men tot een <strong>be</strong>tere afstemming van de opvoeding thuis en in de opvang.Strategische doeleindenHet toegankelijk maken van de centrale locatie maakt het mogelijk dat hier mindervalidekinderen deel kunnen nemen aan de opvang. Inclusieve opvang.Vorming van personeel naar minimum hoger secundair niveau.Uitbreiding inclusieve werking. Dit houdt in dat 2 personeelsleden specifieke opleidingenzullen volgen die Kind en Gezin hiertoe voorschrijft.IBO ’t Ravotterke zal alles in het werk stellen om de erkenning van Kind en Gezin te<strong>be</strong>houden. Daartoe houdt men zich minimaal aan het kwaliteitscharter.Voor de vorming van het personeel biedt het OCMW de personeelsleden de mogelijkheid omeen 3-jarige opleiding te volgen à rato van 1 dag per week. Zij krijgen hun inschrijvingsgelddoor het OCMW terug<strong>be</strong>taald.De inclusieve werking is in volle ontwikkeling. Het gaat hierbij om kinderen die doormedische en/of psychologische problemen meer intense zorgen nodig heb<strong>be</strong>n. Kinderen meteen handicap vallen alleszins onder deze omschrijving. Dit <strong>be</strong>tekent dat alle kinderen waarvande opvang een grotere zorg of inzet van middelen vereist, in aanmerking kunnen komen.Het gaat dus niet meer alleen om bijvoor<strong>be</strong>eld gehoorgestoorde kinderen of kinderen met eenmotorisch handicap, maar het zou ook kunnen gaan om kinderen met epilepsie,ontwikkelings-vertraagde kinderen, …Essentieel is evenwel dat de noodzakelijke grotere zorg of inzet van middelen effectiefvoldaan wordt door de opvangvoorziening.Activiteiten en doelstellingen op korte termijnVerdere uitbouw van jongste leeftijdsgroep (2,5 tot 5 jarigen) en de tienerwerking (8-12jarigen) waarvoor een aangepast activiteitenaanbod gezocht wordt. Voor detienerwerking wordt vooral gedacht aan het verder inrichten van verschillendetienerhoeken. Sinds septem<strong>be</strong>r 2001 worden de activiteiten voor deze leeftijdsgroepenvoor<strong>be</strong>reid door een groep van de <strong>be</strong>geleiding.Dit zijn stuk voor stuk mensen die deze groep goed aanvoelen en activiteiten op hunmaat kunnen uitwerken.33


Voldoende en goede informaticavoorzieningen. Momenteel zijn de 3 locaties op hetinternet aangesloten. Zo kan het doorgeven van informatie veel vlugger en efficiënterge<strong>be</strong>uren. Al onze <strong>be</strong>geleiders heb<strong>be</strong>n momenteel een e-mailadres waarnaar hunuurroosters en teamverslagen toegestuurd worden.3.3. KINDERDAGVERBLIJF KARBONKELTJE3.3.1. Algemene <strong>be</strong>schrijvingKinderdagverblijf Karbonkeltje werd opgericht in 1968 met als tweevoudige doelstelling :- dagopvang verzekeren voor kinderen van buitenhuiswerkende ouders;- een stageplaats creëren voor leerling kinderverzorgsters die een opleiding volgen inhet Sint-Maria Instituut te Neerpelt.Kinderdagverblijf Karbonkeltje is een kinderdagverblijf dat erkend is door Kind en Gezin.Het heeft een opvangcapaciteit van 74 kinderen. Men werkt met acht verticale leefgroepenvoor kinderen tussen 0 jaar en de kleuterschoolleeftijd.Het kinderdagverblijf is iedere werkdag geopend van 06.30 tot 18.30 uur met uitzonderingvan eensluitingsperiode in de maand juli en in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar.Onlangs kreeg Karbonkeltje flex-uren toegekend. Daarom start men eerstdaags met eenverruiming van de openingstijden. De openingsuren worden daarom vervroegd naar 06.15 uurin de morgen.Het kinderdagverblijf richt zich hoofdzakelijk tot de gezinnen uit de regio <strong>Overpelt</strong>-Neerpelt-Hamont-Achel.3.3.2. Pedagogische werkingHet opvoedingsmodel dat in het kinderdagverblijf gehanteerd wordt.Er is voor een verticale werking gekozen omwille van een aantal voordelen voor de kinderen,de ouders en de medewerkers.Men <strong>be</strong>oogt hiermee een optimale continuïteit te <strong>be</strong>reiken doordat ieder kind vanaf het eersteopvangmoment totdat het naar de kleuterschool gaat in dezelfde groep bij dezelfde kinderenen dezelfde medewerkers kan blijven. Hierdoor ontstaat een stabiele en hechte band en gaathet kind zich veilig en geborgen voelen. Deze gehechtheidsrelatie <strong>be</strong>vordert de ontwikkelingvan het kind. Door de aanwezigheid van kinderen van verschillende leeftijden zullen de<strong>be</strong>geleidsters meer moeten ingaan op de ontwikkeling van elk individueel kind.Ook zullen de ouders een nauwere band kunnen ontwikkelen met de <strong>be</strong>geleidster hetgeen hetinspelen op mekaars wensen en gevoeligheden <strong>be</strong>vordert.Karbonkeltje biedt opvang waar kinderen optimale ontplooiingskansen krijgen, zowel oplichamelijk als op geestelijk gebied.De aandacht gaat vooral uit naar :34


- een individuele <strong>be</strong>nadering van elk kind- een stimulerende omgeving met activiteiten aangepast aan de ontwikkeling van iederkind (zowel binnen als buiten)- een klimaat van geborgenheid en affectie- het <strong>be</strong>vorderen van zelfstandigheid- een open sfeerOpdat een gehechtsheidsrelatie ook effectief mogelijk zou worden gaat men ervan uit dat hetkind minimaal tweemaal per week aanwezig is. Begeleidsters blijven indien mogelijk in hunvaste groep. Wijzigingen ge<strong>be</strong>uren slechts wanneer de totale organisatie dit noodzakelijkmaakt.Gemiddeld zijn er per groep 9 à 10 kinderen tegelijkertijd aanwezig. Er wordt over gewaaktdat het aantal aanwezige kinderen in verhouding staat tot de voorgeschreven personeelsnorm.Vandaar dat het ook steeds <strong>be</strong>langrijker wordt dat de kinderen komen op de in het opvangplanvastgelegde dagen. Op niet afgesproken dagen kan het kind alleen aanwezig zijn wanneer de<strong>be</strong>zetting in de groep dit toelaat.Vanaf 08.00 tot 17.30 uur worden de kinderen in hun eigen leefgroep opgevangen met dienverstande dat ze tussen 08.00 en 08.30 uur en tussen 16.45 en 17.30 uur mogelijk ook in departnergroep kunnen verblijven. Voor en na deze uren worden de kindjes gezamenlijk in depolyvalente ruimte opgevangen.3.3.3. Inzet personeelIn alle leefgroepen zijn 1.5 FTE <strong>be</strong>geleidsters tewerkgesteld.In de praktijk <strong>be</strong>tekent dit een fulltime en een parttime <strong>be</strong>geleidster of drie parttime<strong>be</strong>geleidsters of een <strong>be</strong>geleidster met een tewerkstelling van 80% en een <strong>be</strong>geleidster met eentewerkstelling van 70%.3.3.4. Infrastructuur en veiligheidIedere groep <strong>be</strong>schikt over een inkomhalletje met <strong>be</strong>rgruimte voor de maxi-cosi’s en eenkastje voor ieder kindje persoonlijk. Aangrenzend <strong>be</strong>vindt zich de badkamer. Vanuit de groteleefruimte voorzien van een keukenblok is er via de schuiframen een rechtstreekse toegang totde buitenspeelruimte. Deze is omheind met veilig hekwerk en een haagje met niet giftigeplanten. De zandbak is afgedekt.In iedere leefruimte is er een verhoogde box van waaruit baby’s een overzicht heb<strong>be</strong>n over deruimte en waar zij veilig kunnen spelen. Onder de box is er een speelhoekje voor kleuters.Lage kastjes met opstaande rand en voorzien van een speelblad en leggers vormen eenscheiding met het peuterhoekje.In iedere groep zijn een keukentje, werkbank en motorische blokken aanwezig zodat demogelijkheid <strong>be</strong>staat om er speelzones te creëren..3.3.5. OuderparticipatieEen eerste contact met het kinderdagverblijf ge<strong>be</strong>urt vaak telefonisch. Als aan deopvangvraag kan tegemoet gekomen worden, wordt een afspraak voor een <strong>be</strong>zoek aan hetkinderdagverblijf gemaakt.35


Wanneer ouders onaangekondigd opdagen worden zij, indien mogelijk, onmiddellijkgeïnformeerd omtrent de werking en krijgen zij een rondleiding of wordt een afspraakgemaakt voor een <strong>be</strong>zoek. Indien de ouders opvang wensen wordt, indien mogelijk, een plaatstoegezegd. In het andere geval wordt het kind op de wachtlijst ingeschreven. Eeninlichtingenfiche omtrent ouders en kind wordt ingevuld.De ouders ontvangen een huishoudelijk reglement. Zij <strong>be</strong>vestigen hun akkoord doorondertekening van het document, ten laatste op de dag van de opname.De ouders brengen het kinderdagverblijf op de hoogte van de geboorte van hun kindje. Zo kan<strong>be</strong>ter ingeschat worden wanneer de opvang ingaat.Enkele weken voor de opvang van start gaat, vindt op een vooraf <strong>be</strong>paald tijdstip een kennismakings<strong>be</strong>zoekplaats. Ouders en kind worden voorgesteld in de leefgroep. Heel concrete enrelevante informatie over het kind zelf wordt dan genoteerd. Indien gewenst kan aan de dedefinitieve opvang nog een wenmoment voorafgaan.Ouders ontvangen het ‘heen en weerboekje’. Dit is naast de mondelingeinformatieuitwisseling een bijkomend nuttig communicatiemiddel. Men tracht de ouderszoveel mogelijk bij de werking te <strong>be</strong>trekken en men ziet de opvang als een gezamenlijkeverantwoordelijkheid.Enkele keren per jaar organiseert het kinderdagverblijf een ouderavond met <strong>be</strong>trekking tot eenopvoedkundig thema of de dagdagelijkse werking van de leefgroep.Ouders kunnen hun suggesties doen via een ideeënbus.Tweemaal per jaar (in april en okto<strong>be</strong>r) wordt naar de tevredenheid van de ouders gepeild.Zij ontvangen dan een klachtenformulier.Een maand na de opname van hun kindje ontvangen de ouders een vragenlijst omtrent deeerste opvangperiode.36


4. BEHOEFTENONDERZOEK : BEVRAGING PARTNERS LOKAAL OVERLEGOm meer zicht te krijgen op de huidige <strong>be</strong>hoeften aan kinderopvang kozen we voor een korte<strong>be</strong>vraging van de partners van het Lokaal Overleg. We maakten gebruik van dezelfdevragenlijst als die bij het vorige <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> (zie bijlage). Alle partners namen deel aan de<strong>be</strong>vraging. De nieuwe <strong>be</strong>vindingen werden geïntegreerd binnen de vorigeonderzoeksresultaten.4.1. BEVRAGING PARTNERS LOKAAL OVERLEG4.1.1. Voldoet het huidige aanbod van kinderopvang ? Zijn er voldoendeopvangmogelijkheden ? Zijn de uren van opvang geschikt ?In de gemeente <strong>Overpelt</strong> is een ruim scala aan opvanginitiatieven actief. De meeste gebruikerservaren de kwaliteit van de werking van de initiatieven als positief. De diensten staan op dehun eigen (specifieke) wijze garant voor een degelijke opvang en krijgen het predikaatkindvriendelijk mee.De locatie Jojo van IBO ’t Ravotterke wordt sinds septem<strong>be</strong>r 2005 overrompeld dooraanvragen voor opvang. Hierdoor wordt de maximumcapaciteit overschreden en dienen dekinderen naar de centrale locatie overgebracht te worden. Dit zorgt voor een hele reekspraktische <strong>be</strong>slommeringen (vervoer, …). Op termijn wil men dit probleem in overleg metGemeenschapsonderwijs de Wingerd, waar de locatie is ondergebracht, wegwerken.Alhoewel men hiervan niet echt voorstander is, zou een wachtlijst een mogelijke oplossingkunnen bieden.Mede dankzij onze inspanningen inzake <strong>be</strong>kendmaking worden de opvanginitiatieven in degemeente vrij goed <strong>be</strong>nut.Naast het officiële circuit <strong>be</strong>merken we ook dat ouders vrij creatief zijn in het <strong>be</strong>denken vanalternatieve opvangmogelijkheden (familie, buren, oudere broers en zussen, ...).Men ervaart de opvanguren als zeer flexi<strong>be</strong>l. Toch mag een uitbreiding/versoepeling van de<strong>be</strong>staande uren niet definitief naar het achterplan verwezen worden.Er is er nog steeds een grote vraag naar een zinvolle opvang van de 12-15 jarigen.Een leeftijdscategorie die vaak tussen de mazen van het net van de kinderopvang valt.De centrale locatie van ’t Ravotterke voldoet voorschools zeker aan de opvang<strong>be</strong>hoefte,naschools <strong>be</strong>naderen zij steeds meer de limiet van 85 kinderen. Tijdens de schoolvakantiesstelde dit probleem zich ook. Het is tot op heden opgelost door een bijkomende locatie teopenen. Dit impliceert echter meteen ook bijkomende personeelskosten. Bij locatie Jojo steltzich sinds vorig schooljaar een duidelijk probleem van over<strong>be</strong>zetting naschools. Tot op hedenworden kinderen indien mogelijk verhuisd naar de centrale locatie op voorwaarde dat er daargeen over<strong>be</strong>zetting is.37


4.1.2. Staat men open voor bijzondere categorieën van kinderen ? Is er nood aan eenmeer geprofileerde opvang ? Hoe dit <strong>be</strong>werkstelligen ?Buiten enkele diensten ('t Heultje, Olleke Bolleke, de Puzzel, ...) die zich <strong>be</strong>wust profilerenm.b.t. de opvang van bijzondere categorieën, stelt deze thematiek zich niet echt prioritair bijde overige initiatieven.Wel stelt zich het probleem van kinderen die wegens een plotse ziekte (bvb. griep, flinkeverkoudheid) 's morgens niet naar hun vertrouwde opvangplaats kunnen gaan. In veelgevallen moet één van de ouders dan verlof nemen. ‘Noodopvang’ en de aanwezigheid vaneen medisch geschoolde <strong>be</strong>geleider zouden dan hun nut kunnen <strong>be</strong>wijzen.Elke opvangplaats zou met een rustkamer uitgerust moeten zijn waar kinderen zich kunnenterugtrekken als ze zich moe of ziekjes voelen.Gespecialiseerde opvang voor gedragsgestoorde kinderen vereist geschoolde <strong>be</strong>geleiders.Het opleidingsniveau van de huidige <strong>be</strong>geleiding is meer dan <strong>be</strong>hoorlijk en wordt viavormingspakketten en/of pedagogische opleidingen op peil gehouden.Inclusieve opvang van karaktergestoorde kinderen verdient een aan<strong>be</strong>veling.Kinderen met een lichte griep of die licht verkouden zijn mogen naar hun onthaalmoedergaan. In geval van een zware ziekte stelt de dienst Opvanggezinnen dat de huisdokter van hetgezin eerst toestemming moet geven om naar de opvang te mogen.Kinderen met een <strong>be</strong>smettelijke ziekte mogen zeker niet naar een onthaalmoeder.Gehandicapte kinderen, kinderen met een motorische achterstand en gedragsgestoordekinderen kunnen door een onthaalmoeder worden opgevangen. Deze onthaalmoeders krijgenextra steun, vorming en <strong>be</strong>geleiding. Het spreekt voor zich dat niet elke onthaalmoederhiervoor in aanmerking komt.4.1.3. Zijn de opvangmogelijkheden voldoende <strong>be</strong>kend ? Welke zijn kanalen van<strong>be</strong>kendmaking ?Veel ouders houden elkaar (informeel) op de hoogte over de opvangmogelijkheden in degemeente. Mond-aan-mond-reclame aan de schoolpoorten is blijkbaar een uitstekendeinformatiebron. Vooral IBO 't Ravotterke doe daar zijn voordeel mee.De <strong>Overpelt</strong>se basisscholen krijgen regelmatig vragen van de ouders over het <strong>be</strong>staandeaanbod aan opvangplaatsen. Sommige directies nemen in hun schoolbrochure en/of -krant eenopsomming van de diverse opvangvormen op. Bij het <strong>be</strong>gin en het einde van het schooljaardeelt men deze info nog eens expliciet aan de ouders mee.Voor gespecialiseerde opvang in de regio ('t Heultje, Zonneweelde Lommel, MPI St.-Elisa<strong>be</strong>th Wijchmaal) verwijzen thuis<strong>be</strong>geleidingsdiensten, (kinder)artsen, …de oudersmeestal door.Ieder initiatief heeft zijn eigen kanalen ter promotie van de werking. In de pers verschijnendan ook geregeld artikels rond kinderopvang.IBO 't Ravotterke maakt in sterke mate gebruik van het gemeentelijk infoblad Kiosk om haarwerking te promoten en aankondigingen te doen.38


Het gemeente<strong>be</strong>stuur is <strong>be</strong>zig met een herwerking van de wegwijzer voor kinderopvang in<strong>Overpelt</strong>. Deze praktische brochure zal opnieuw gericht verspreid worden.De ondervraagden <strong>be</strong>amen dat de informatie die uitgaat van de diverse opvangvormenduidelijk en compleet is. De ouders weten dus in welke handen hun kinderen zullenterechtkomen.Het lijkt ons dat er nog maar weinig ouders zijn die hun weg in het aanbod niet gevondenheb<strong>be</strong>n.De dienst Opvanggezinnen hanteert een vrij intensieve strategie om haar werking <strong>be</strong>kend temaken. Hun standpunt is dat jonge gezinnen voortdurend moeten geinformeerd worden overde opvangmogelijkheden. Zij zijn immers steeds een nieuwe groep die zich aandient.Tevens merkt men terecht op dat ouders zich pas vragen <strong>be</strong>ginnen te stellen overkinderopvang als ze er effectief mee geconfronteerd worden. Derhalve vindt men eenpermanente informatie-doorstroom naar de ouders toe van groot <strong>be</strong>lang. Dit ge<strong>be</strong>urt bij henvia persartikels, affiches, gerichte briefwisseling, ... Naast de aanwerving van nieuweonthaalmoeders tracht men ook opvanggezinnen specifiek voor de buitenschoolse opvang aante werven.4.1.4. Signalen en opmerkingen van de ouders over het aanbod en de kwaliteit van deopvang.De nieuwe centrale infrastructuur van IBO 't Ravotterke is uiteraard aangepast aan dehedendaagse noden inzake kinderopvang. Op locatie zijn sommige leefruimtes echter te kleinen bij een teveel aan kinderen werkt dit over<strong>be</strong>volking in de hand. De gebruikers oordelenpositief over de opvang van ’t Ravotterke.Het grote aanbod van activiteiten en de goede opvang van de kinderen door de <strong>be</strong>geleidersstemt iedereen tevreden.Bij 't Heultje <strong>be</strong>vraagt men de ouders tweejaarlijks expliciet omtrent hun tevredenheid over dedagopvang. De sociale dienst neemt deze taak op zich en tracht zodoende <strong>be</strong>paalde nodenen/of problemen te ontdekken en aan te pakken. Men maakt een verslag op van deknelpunten. Op een spontane wijze peilt men ook tussendoor bij de ouders naar hunopmerkingen.Veranderingen in de werkingsaanpak <strong>be</strong>spreekt men met de Gebruikersraad waarin eenafvaardiging van de ouders zetelt.Veel ouders willen zonder meer participeren in het <strong>be</strong>leid en de werking van de kinderopvang.Zonder voorbij te gaan aan de eigen werkingsvisie houden de verantwoordelijken hiermeerekening.De overige geluiden die we van de ouders opvangen zijn overwegend positief. Zowel over hetaanbod, de kwaliteit als over de <strong>be</strong>geleiding heerst algemene tevredenheid : de kinderenworden netjes op tijd gehaald en gebracht, er is voldoende speelgoed en animatie, de kinderenkunnen vanuit de opvang gaan sporten, de <strong>be</strong>geleiding is vriendelijk en <strong>be</strong>trokken, ...De dienst Opvanggezinnen <strong>be</strong>schikt - in tegenstelling tot enkele jaren geleden - overvoldoende onthaalgezinnen voor kinderen <strong>be</strong>neden de 3 jaar.39


4.1.5. Specifieke noden in het aanbod van de kinderopvangOnverwachte schoolstakingen zorgen ervoor dat veel ouders 's morgens nog naar een acuteopvangplaats voor hun kinderen moeten zoeken. Noodopvang zou in dergelijke situaties zeerwenselijk zijn. Veel ouders stellen zich ook vragen bij de sluitingsperiodes die de scholenhanteren tegen het einde van het schooljaar.Hieronder volgt een kort overzicht van noden en wensen die reeds eerder aangehaald werden :'t Ravotterke <strong>be</strong>schikt momenteel over onvoldoende (50% norm van Kind en Gezin)geschoolde professionele <strong>be</strong>geleiders. Een oplossing hiervoor wordt gezocht.Iedere <strong>be</strong>geleidster krijgt zowiso de kans om de 3-jarige opleiding VSPW te volgen.Wij werken momenteel aan een pedagogisch- en/of vormingsaanbod voor de ouders insamenwerking met de Gezinsbond, de oudercomités en de schooldirecties.Voorlopig opteren wij voor één vormingsmoment (voordracht) per jaar.Opvangmogelijkheden voor 12-15 jarigen zijn in onze gemeente bijna on<strong>be</strong>staande.Hiervoor oplossingen vinden is geen senicure.Er <strong>be</strong>reiken ons weinig klachten over een te hoge prijs van de opvang.Alle initiatieven hanteren immers sociale tarieven of dokteren een gunstige financiëleoplossing uit indien dit nodig geacht wordt.4.1.6. Concrete toekomstplannen ?De verdere professionalisering van de diverse werkingen blijft centraal staan.Men doet vooral <strong>be</strong>roep op de scholen en de oudercomités om de eigen werking <strong>be</strong>kend temaken.'t Heultje zit momenteel met een wachtlijst die regelmatig wijzigt.IBO 't Ravotterke organiseert jaarlijks minimum 20 uur vorming voor de <strong>be</strong>geleidsters. Menwil de <strong>be</strong>geleiders meer motiveren om de VSPW-opleiding te volgen.’t Ravotterke organiseert – indien gewenst - opvang voor mindervalide kinderen. Momenteelmaken de ouders van één kindje met een handicap gebruik van het aanbod voor inclusieveopvang.De dienst Opvanggezinnen wil via de Gezinsbond jaarlijks een educatieve activiteit voor deouders organiseren. Uitwisseling van informatie en een <strong>be</strong>vestiging van de werking door degebruikers wil men zeker aan bod laten komen.4.1.7. Activiteiten naar de ouders toe over de opvoeding van de kinderenVeel oudercomités organiseren – met wisselend succes - tweemaal jaarlijks een educatiefaanbod voor de ouders van de schoolgaande kinderen. Men tracht voornamelijk info over te40


engen, contacten met de ouders onderling te stimuleren, de werking van de school en hetoudercomité toe te lichten, te ondersteunen en te adviseren.Onderwerpen die aan bod komen : <strong>be</strong>lonen en straffen, pesten, seksuele voorlichting, hoeomgaan met moeilijke kinderen, ... De achterliggende gedachte van dit alles is aan oudersopvoedings-ondersteuning bieden. Tevens kunnen de ouders er met mekaar info en ervaringenuitwisselen.'t Heultje en Olleke Bolleke organiseren een meer specifiek uitgewerkt aanbod naar de oudersvan de gehandicapte kinderen. Men geeft vooral info over de werking van KVG, VFG,Vlaams Fonds, ... De ouders van de kinderen kunnen steeds bij een pedagoge terecht omtrentde problemen van hun kind.De Gezinsbond pro<strong>be</strong>ert jaarlijks één gespreksavond over een actueel 'opvoedend' thema teplannen. Men werkt hiervoor samen met het VCLB van Noord-Limburg..De dienst Opvanggezinnen organiseert jaarlijks enkele vormingsavonden voor haar onthaalmoederswaarop ook de ouders van de kinderen welkom zijn als het thema hen aan<strong>be</strong>langt.De participatie van de ouders aan deze avonden is vrij groot. Zij worden er dan ook vooraangemoedigd door de onthaalmoeders van hun kinderen en de dienst Opvanggezinnen.De ouders krijgen opvoedingsondersteuning en leren op een andere manier contact te heb<strong>be</strong>nmet de onthaalmoeders en andere ouders.4.1.8. Nood aan vorming en ondersteuning van de ouders over de opvoeding van dekinderenOudercomités kampen vaak met een lage opkomst tijdens de door hen georganiseerdeontmoetings- en infomomenten. Ouders willen of kunnen hiervoor blijkbaar nog maar weinigtijd vrijmaken. Toch kunnen scholen een <strong>be</strong>langrijke partnerrol spelen als bpaalde noden zichmanifesteren.De in 2005 opgerichte werkgroep met hierin leden van de oudercomités, de schooldirecties ende Gezinsbond kan een coördinerende rol spelen bij de organisatie van opvoedkundigeinitiatieven.Ouders van de kinderen met een handicap (’t Heultje en Olleke Bolleke) vinden opvoedings<strong>be</strong>geleiding(advies, info, ondersteuning, luisteren, …) zeer <strong>be</strong>langrijk.IBO 't Ravotterke vindt het huidige aanbod voldoende. Het is wel aangewezen om eeneffectief doorverwijzings<strong>be</strong>leid uit te werken.Laagdrempelige opvoedingsondersteuning is zeer <strong>be</strong>langrijk om <strong>be</strong>paalde problemen niet telaten escaleren. Zowel ouders als hun kinderen moeten met hun dagdagelijkse vragen enprobleempjes ergens terecht kunnen.De dienst Opvanggezinnen vindt vorming noodzakelijk. Ouders van nu staan er veel meer danvroeger alleen voor wat de opvoeding van hun kinderen <strong>be</strong>treft. Vroeger hadden ouders enfamilie in meerdere mate een 'voor<strong>be</strong>eldfunctie' over hoe men de kinderen moest opvoeden.41


De dienst pro<strong>be</strong>ert biedt ondersteuning aan de ouders door :- vormingsavonden in te richten;- aan de ouders een observatieschema te <strong>be</strong>zorgen bij de inschrijving van hun kindje waarindeontwikkeling van kinderen van 0-3 jaar schematisch is weergegeven;- aan ouders in verwachting het 'verwachtingsnummer' te <strong>be</strong>zorgen waardoor ze na degeboorteautomatisch maandelijks de 'Brieven aan Jonge Ouders' toegestuurd krijgen. Dit blad <strong>be</strong>vatveelinfo over alles wat met de opvoeding van kinderen te maken heeft en is zeer opvoedingsondersteunend.Veel ouders kunnen met hun vragen terecht bij de onthaalmoeders die hen door hunjarenlange ervaring met de opvoeding van kinderen kunnen helpen en desnoods bijsturen.42


5. BESLUITEN EN OPTIES VOOR DE NABIJE TOEKOMST5.1. BESLUITENHet huidige aanbod aan kinderopvang in de gemeente <strong>Overpelt</strong> voldoet tot op heden. Tochdringt een uitbreiding zich op naar de toekomst omdat sommige initiatieven nu reeds met eenwachtlijst werken. De gebruikers geven aan dat de kwaliteit en werking van de initiatievenzeer <strong>be</strong>hoorlijk is.Kinderdagverblijf Karbonkeltje <strong>be</strong>schikt over een nieuwbouw die de kwaliteit van de werkingzeker ten goede komt.De dienst Opvanggezinnen kan niet meer aan alle aanvragen voldoen en is steeds op zoeknaar nieuwe kandidaat-opvanggezinnen om het keuzeaanbod zo ruim mogelijk te maken.Alle initiatieven voeren kwaliteits<strong>be</strong>waking en bijsturing hoog in hun agenda.Alle initiatieven, <strong>be</strong>halve Karbonkeltje, bieden voldoende aanbod aan kinderopvang binnende reguliere uren.IBO ’t Ravotterke doet niet langer mee met het project vanuit de provinciale commissiebuitenschoolse opvang dat nu Opvang XL heet. De <strong>be</strong>zetting van de flexi<strong>be</strong>le uren (vooral delate uren) was zo minimaal dat binnen het <strong>be</strong>stuur <strong>be</strong>slist werd om hier niet langer aan mee tedoen.Toch mogen we zeker de meer flexi<strong>be</strong>le en specifieke opvang niet uit het oog verliezen met<strong>be</strong>trekking tot :- opvang voor en na de reguliere uren (in geval van shiftwork)- opvang van zieke kinderen in de eigen huiskring- weekendopvang- kansarme gezinnenHet blijft moeilijk om jonge tieners tijdens de schoolvakanties te <strong>be</strong>reiken.Het is niet gemakkelijk om voor hen een creatief aanbod uit te werken. In hetjeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd dit als actiepunt opgenomen.Betaalbare opvang en het hanteren van sociale tarieven aangepast aan het inkomen en degezinsgrootte mag niet uit het oog verloren worden.De permanente werkgroep blijft regelmatig samenkomen en staat in voor de uitwerking vanaanvullende initiatieven. Hierdoor kan de samenwerking tussen de diverse initiatievenaangehaald worden.Een verder aandachtspunt is de mogelijkheid tot inspraak voor zowel ouders als kinderen.43


5.2. BELEIDSPUNTENUit de ingezamelde kwantitatieve en kwalitatieve gegevens en de resultaten van het<strong>be</strong>hoeftenonderzoek filterden wij een aantal <strong>be</strong>leidspunten. Hieronder vindt u er eenopsomming van en een aantal invalshoeken waarmee wij ze de komende jaren zullen trachtente verwezenlijken.5.2.1. Werkgroep kinderopvangDe permanente werkgroep opvang komt tweemaal per jaar samen en is samengesteld uit eenvertegenwoordiger van de drie grote opvanginitiatieven : IBO 't Ravotterke, kinderdagverblijfKarbonkeltje en de dienst Opvanggezinnen. De voorzitster, de schepen van welzijn, dewelzijnsambtenaar en de provinciaal verantwoordelijke Lokaal Overleg kinderopvangvervolledigen de werkgroep.5.2.2. Kwaliteits<strong>be</strong>wakingKwaliteits<strong>be</strong>waking en kwaliteitsuitbreiding van de eigen werking blijft <strong>be</strong>langrijk om dekinderopvang verder te optimaliseren en te professionaliseren. (Bij)scholing van de<strong>be</strong>geleiders en personeelsleden blijft een bijzonder aandachtspunt.5.2.3. BekendheidHet Lokaal Overleg blijft op geregelde tijden initiatieven nemen om het aanbod aankinderopvang verder <strong>be</strong>kend te maken naar de ouders.Werkinstrumenten zijn o.a. de kinderopvangkrant, het gemeentelijk infoblad Kiosk, degemeentelijke jongerenkrant Acné, de gemeentelijke website, …5.2.4. Flexi<strong>be</strong>le opvangWij moeten samen met de <strong>be</strong>staande opvanginitiatieven alert blijven voor nood aan opvangvoor en na de reguliere openingsuren. Tevens moet er aandacht zijn voor de opvang van ziekekinderen.5.2.5. Opvang voor specifieke doelgroepenDe <strong>be</strong>staande opvanginitiatieven staan open voor inclusieve opvang.De sociale dienst van het OCMW heeft een <strong>be</strong>langrijke taak in het detecteren van de noden en<strong>be</strong>hoeften van de kansarme gezinnen (specifieke opvang, sociale tarieven, …).5.2.6. Initiatieven voor jonge tieners tijdens de schoolvakanties‘Jonge tieners’ zijn een eerder moeilijk te <strong>be</strong>reiken doelgroep.Het zijn vooral de gemeentelijke speelpleinwerking en jeugdhuis de Poal die inspelen op denood aan opvang van jonge tieners. Het <strong>be</strong>treft hier iets waar blijvend aan gewerkt moetworden. De jeugdconsulente heeft in dit alles een coördinerende functie.5.2.7. Samenwerking tussen de initiatieven aanmoedigenWij heb<strong>be</strong>n op meer permanente basis overleg in de werkgroep kinderopvang rond specifiekevragen rond opvang, vervoersproblemen, opleiding <strong>be</strong>geleidingpersoneel, ...44


Stimuleren van de samenwerking met de aanvullende initiatieven, zeker voor wat hetvrijetijdsaanbod tijdens de schoolvakanties <strong>be</strong>treft. Potentiële partners zijn despeelpleinwerking, de gemeentelijke sportdienst, CC Palethe, de gemeentelijke jeugddienst, ...Verder kan naast de samenwerking met de sportacademie ook de samenwerking met hetNIKO (muziek- en tekenacademie), de gemeentelijke bibliotheek (vertelnamiddagen) <strong>be</strong>kekenworden.5.2.8. Bewaken van de <strong>be</strong>taalbaarheidDe meeste initiatieven hanteren aangepaste bijdrages op basis van het gezinsinkomen en degezinsgrootte. Niettemin moeten wij oog blijven heb<strong>be</strong>n voor de <strong>be</strong>taalbaarheid van deopvang.De knipoogcheques zijn inmiddels vrij goed ingeburgerd als <strong>be</strong>taalmiddel voor de opvang bijIBO ’t Ravotterke. Bij de verspreiding van de nieuwe knipoogcheques wordt deze<strong>be</strong>taalmogelijkheid opnieuw in de kijker gezet.5.2.9. Inspraak van de ouders en de kinderenWij blijven alle initiatieven aanmoedigen om zowel de ouders als de kinderen bij hun werkingte <strong>be</strong>trekken. Wij menen immers dat inspraak van <strong>be</strong>voorrechte getuigen de kwaliteit van dewerking alleen maar ten goede kan komen.5.2.10. Gezamenlijke initiatieven rond opvoedingsondersteuningHet regionaal Welzijnsoverleg Noord-Limburg <strong>be</strong>oogt een samenwerking tussen de diversewelzijnsdiensten in de regio met het oog op een kwalitatieve uitbouw van o.a.opvoedingsondersteunende initiatieven. Het OCMW van <strong>Overpelt</strong> is in dit overlegvertegenwoordigd en via hun sociale dienst worden wij op de hoogte van gehouden van deontwikkelingen. Het Lokaal Overleg zal hieraan – indien nodig geacht – participeren.5.2.11. Lokaal OverlegHet Lokaal Overleg zal jaarlijks minstens tweemaal per jaar samenkomen om de tendensen enevoluties in de kinderopvang te <strong>be</strong>spreken. Indien de vraag of <strong>be</strong>hoefte aan kinderopvangstijgt zal het Lokaal Overleg eventuele uitbreidingsaanvragen steeds ondersteunen, indienmogelijk met subsidies van Kind en Gezin.45


GOEDKEURING BELEIDSPLAN DOOR LOKAAL OVERLEGDe leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang gaven met éénparigheid van stemmen hungoedkeuring aan dit <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> tijdens het Lokaal Overleg van woensdag 16 januari <strong>2008</strong>.De aanwezigen tijdens dit Lokaal Overleg waren :- Marleen Kuppens schepen van o.a. welzijn en sociale zaken- Lode Vanhelden welzijnsambtenaar en secretaris Lokaal OverlegWaren verontschuldigd :---EPILOOGWij willen iedereen <strong>be</strong>danken die op de een of andere manier een bijdrage heeft geleverd tothet opstellen van het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang.46


Gemeentelijke Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang – statutenArtikel 1.- OprichtingHet <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is een gemeentelijke adviesraad. Met de oprichting van dezegemeentelijke adviesraad <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang geeft het gemeente<strong>be</strong>stuur uitvoeringaan de <strong>be</strong>palingen uit het <strong>be</strong>sluit van de Vlaamse regering van 4 mei 2007 houdende het<strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid kinderopvang.Artikel 2.- DoelstellingenHet <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang geeft als gemeentelijke adviesraad aan het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuurminstens advies :1. bij de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang en de eventuele bijsturingen ervan.Wanneer het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>, of een wijziging ervan, ter goedkeuring wordtvoorgelegd aan het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur, wordt het advies van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang met<strong>be</strong>trekking tot het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid kinderopvang, daarbij gevoegd.2. over de uitvoering van het <strong>lokaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang en eventuele bijsturingen ervan.In deze heeft het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang een opdracht inzake <strong>be</strong>leidsopvolging en -evaluatie en <strong>be</strong>waakt het de dwarsverbindingen naar <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen uit aanverwante<strong>be</strong>leidsdomeinen.3. met <strong>be</strong>trekking tot de uitbouw van opvangvoorzieningen binnen de gemeente. Het <strong>lokaal</strong>overleg kinderopvang kan daarbij ook vragen aan het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur dat zij als <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuurhet initiatief neemt om de Vlaamse overheid te informeren en adviseren over de uitbouw vande opvangvoorzieningen in de gemeente.Artikel 3.- OpdrachtenHet <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur kan het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang aanvullende opdrachten geven.Artikel 4.- Samenstelling: ledenHet <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigdeleden. Gemeenteraadsleden, leden van de OCMW-raad en leden van het College vanBurgemeester en Schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van het <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvang.Hoogstens 2/3 van de stemgerechtigde leden zijn van hetzelfde geslacht.Het is de gemeenteraad die definitief de samenstelling van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvangvastlegt.Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is samengesteld uit minstens de volgendestemgerechtigde leden:1. Een vertegenwoordiging van de lokale actoren kinderopvang.Onder vertegenwoordiging van de lokale actoren kinderopvang wordt verstaan: al wieplaatselijk een functie vervult in de opvang van kinderen en al wie invulling geeft aan de vrijetijd van kinderen voor en zolang ze naar de basisschool gaan. Deze vertegenwoordiging wordtvastgelegd rekening houdend met de verscheidenheid en representativiteit van de lokale47


actoren. Iedere lokale actor mag een effectief en een plaatsvervangend lid aanduiden. In hetkader van de evenwichtige man/vrouw-samenstelling van de adviesraad moet dit bij voorkeureen man en een vrouw zijn.Concreet <strong>be</strong>treft dit :1.1. drie vertegenwoordigers van (gemeentelijke) vrijetijdsdiensten en – organisaties die eenvrijetijdsaanbod heb<strong>be</strong>n voor kinderen van 0 tot 12 jaar:• één vertegenwoordiger uit de jeugdwerksector;• één vertegenwoordiger uit de sportsector;• één vertegenwoordiger uit de cultuursector.1.2. één vertegenwoordiger per organiserend <strong>be</strong>stuur van de in de gemeente <strong>Overpelt</strong> actievekinderopvangvoorzieningen:• dienst Opvanggezinnen Gezinsbond• kinderdagverblijf ’t Karbonkeltje• IBO ’t Ravotterke• Kinderatelier de Puzzel• babysitdienst van de Gezinsbond• dagopvang ’t Heultje• Kids-Point• Skoebidoe CM• peutertuin Olleke Bolleke1.3. vier vertegenwoordigers van de organiserende <strong>be</strong>sturen van kleuter- en lagere scholen uit<strong>Overpelt</strong>:• één vertegenwoordiger van de speciale basisschool Pallieter• één vertegenwoordiger van de basisschool De Linde• één vertegenwoordiger van de basisschool De Wingerd• één vertegenwoordiger van de Corneliusschool2. Een vertegenwoordiging van de gebruikers.Onder vertegenwoordigers van gebruikers wordt verstaan al wie plaatselijk een <strong>be</strong>roep doetop kinderopvang en <strong>be</strong>hoefte heeft aan kinderopvang of een vertegenwoordiger van eenorganisatie die representatief is voor gebruikers inzake kinderopvang.• vier individuele vertegenwoordigers;• vier vertegenwoordigers voor de ouderraden actief in één van de vier basisscholen uit<strong>Overpelt</strong> (één vertegenwoordiger per school);• één vertegenwoordiger van de Gezinsbond3. Een vertegenwoordiging van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur• één vertegenwoordiger: de welzijnsconsulentAls niet-stemgerechtigde lid van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang worden volgendepersonen aangeduid :• de afgevaardigde van Kind en Gezin;• de schepen voor sociale zaken en gezin;48


• de OCMW-voorzitter.Als niet stemgerechtigd lid kan een deskundige worden uitgenodigd voor één of meerderevergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang kan steeds inhoudelijke werkgroepen oprichten enontbinden. Elk lid van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang kan aan elk van deze werkgroependeelnemen. De werkgroepen brengen steeds verslag uit bij het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.Artikel 5.- Procedure voor aanduiding ledenBij het <strong>be</strong>gin van elke gemeentelijke <strong>be</strong>stuursperiode worden alle lokale actoren en gebruikersdie recht heb<strong>be</strong>n op vertegenwoordiging in het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang door hetgemeente<strong>be</strong>stuur aangeschreven en geïnformeerd over de opdrachten en interne werking vanhet <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang. Hierbij worden ze uitgenodigd om elk een effectief enplaatsvervangend lid aan te duiden voor het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang. Tevens wordt doorhet gemeente<strong>be</strong>stuur – via onder andere het gemeentelijk informatieblad – een oproep gerichtaan geïnteresseerde ouders om zich kandidaat te stellen.Na de installatie kunnen kandidaat-leden zich ook zelf melden bij de secretaris. Eenkandidatuur moet voldoen aan de voorwaarden opgesomd in deze statuten en wordt <strong>be</strong>sprokenop het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.Het lidmaatschap van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is geldig tot uiterlijk 6 maand na destart van de nieuwe <strong>be</strong>stuurperiode. Mocht de samenstelling van het <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvang na de start van een nieuwe <strong>be</strong>stuursperiode om één of andere reden wordenuitgesteld, dan blijven de oude leden in functie tot de nieuwe samenstelling op degemeenteraad is goedgekeurd.Aan het mandaat van stemgerechtigd lid komt voortijdig een einde :a. door ontslag van de <strong>be</strong>trokkene zelf;b. door het opnemen van een politiek mandaat binnen de gemeente;c. door het verdwijnen van de organisatie, de dienst of de voorziening zelf;d. door het verdwijnen van de band tussen de <strong>be</strong>trokkene en de organisatie, dienst ofvoorziening die hij/zij vertegenwoordigt in het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang;e. door het overlijden van de <strong>be</strong>trokkene;f. door drie opeenvolgende afwezigheden zonder gegronde reden of kennisgeving.Een ontslag wordt door de <strong>be</strong>trokkene zelf – indien de redenen a, b of c van toepassing is -schriftelijk en ondertekend <strong>be</strong>zorgd aan de secretaris van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.Indien van de hierboven opgesomde redenen, d van toepassing is, wordt dit ontslagschriftelijk en ondertekend door het <strong>be</strong>trokken organiserend <strong>be</strong>stuur of <strong>be</strong>sturen,organisatie(s) of dienst(en) <strong>be</strong>zorgd aan de secretaris van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.Bij vervanging van een lid dient binnen de twee maanden nadat het mandaat van het lid<strong>be</strong>ëindigd is, in zijn vervanging te worden voorzien.Artikel 6.- Aanduiding voorzitter en secretaris van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvangHet <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang kiest onder haar leden een voorzitter en secretaris. Deze zijn<strong>be</strong>last met de voor<strong>be</strong>reidingen van de vergaderingen en het opvolgen van de genomen<strong>be</strong>slissingen.49


De voorzitter heeft bij voorkeur geen binding met welke voorziening ook die in de gemeenteeen opvangfunctie vervult. Kandidaatstelling als voorzitter of secretaris ge<strong>be</strong>urt mondeling ofschriftelijk ten laatste bij aanvang van de eerste vergadering.De functies van voorzitter en secretaris worden bij afzonderlijke en geheime stemmingverkozen via een gewone meerderheid der uitgebrachte stemmen en mits minstens de helftvan de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Deze functies worden aangeduid voor eenperiode tot de hersamenstelling van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang na de nieuwe<strong>be</strong>stuursperiode.Artikel 7.- WerkingHet <strong>lokaal</strong> overleg vergadert minstens tweemaal per jaar. Een extra vergadering kan wanneerde voorzitter, gemeente- of OCMW-<strong>be</strong>stuur of één derde van de stemgerechtigde leden vanhet <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang daarom verzoekt.De bijeenroeping ge<strong>be</strong>urt door de voorzitter, schriftelijk en ten minste 7 kalenderdagen voorde vergadering. De uitnodigingsbrief <strong>be</strong>vat steeds de agenda en het verslag van de vorigevergadering. De agenda wordt <strong>be</strong>paald door de voorzitter en de secretaris, in samenspraak metde schepen <strong>be</strong>voegd voor kinderopvang en/of de OCMW-voorzitter. Elk lid van het <strong>lokaal</strong>overleg kinderopvang heeft het recht bijkomende punten de agenda te plaatsen. Deze wordenschriftelijk <strong>be</strong>zorgd aan de secretaris ten laatste bij aanvang van de vergadering.Bij afwezigheid van de voorzitter wordt door de aanwezige leden <strong>be</strong>slist bij de aanvang vande vergadering wie de <strong>be</strong>treffende vergadering van het <strong>lokaal</strong> overleg zal voorzitten.Het is de secretaris die het verslag maakt van de vergadering van het <strong>lokaal</strong> overlegkinderopvang. Adviezen bij de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang en eventuelebijsturingen ervan, over de uitvoering van het <strong>lokaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang en eventuelebijsturingen en met <strong>be</strong>trekking tot de uitbouw van opvangvoorzieningen binnen de gemeenteen/of voorstellen van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang aan het gemeente<strong>be</strong>stuur worden onderde vorm van een goedgekeurd verslag ondertekend door de voorzitter en de secretaris <strong>be</strong>zorgdaan het gemeente- en/of OCMW-<strong>be</strong>stuur.Om geldig te kunnen <strong>be</strong>slissen en adviseren moet tenminste de helft van de stemgerechtigdeleden aanwezig zijn. Beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van deaanwezige stemgerechtigde leden. Ieder effectief lid of zijn/haar plaatsvervanger <strong>be</strong>schiktover één stem.Wanneer er geen <strong>be</strong>slissing kan genomen worden omdat er onvoldoende stemgerechtigdeleden aanwezig zijn of er een staking van stemmen is, wordt een volgend <strong>lokaal</strong> overleggeorganiseerd waarop opnieuw gestemd wordt. Bij deze “tweede” stemming vervalt devoorwaarde van aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal stemgerechtigde leden.En kan er ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden toch een rechtsgeldig adviesuitgebracht worden.Wanneer zich bij een tweede stemming weer een staking van stemmen zou voordoen zal destem van de voorzitter doorslaggevend zijn, op voorwaarde dat de voorzitter stemgerechtigdis.50


De vergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang zijn voor het publiek toegankelijk. Omde openbaarheid van de vergaderingen te waarborgen zal het <strong>lokaal</strong> overleg de vergaderdatapubliceren in het gemeentelijk informatieblad en/of lokale pers en de gemeentelijke website.De voorzitter kan te allen tijde voor de goede orde en verloop van de vergadering waarnemersen publiek verzoeken de vergadering te verlaten.Door het publiek kunnen de verslagen van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang en de uitgebrachteadviezen geraadpleegd worden op de website van de gemeente er kan ook een afschrift vanhet verslag gevraagd worden bij de gemeentesecretaris. Het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur stelt de relevantedocumenten zoals de statuten, het huishoudelijk reglement en/of afsprakennota van het <strong>lokaal</strong>overleg kinderopvang en de verslagen van de vergaderingen ook ter <strong>be</strong>schikking van Kind enGezin.De gemeenteraad waakt er over dat de nodige middelen en informatie ter <strong>be</strong>schikking wordengesteld voor de vervulling van de adviestaak van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang. Zo maakthet <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur bijvoor<strong>be</strong>eld de melding van ontvangst van het <strong>lokaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>kinderopvang die zij krijgt van Kind en Gezin over aan het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang.De gemeenteraad krijgt wanneer het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> of een wijziging ervan tergoedkeuring wordt voorgelegd aan het gemeente- en/of OCMW-<strong>be</strong>stuur het advies van het<strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang toegevoegd. Dit op voorwaarde dat dit advies tijdig werd<strong>be</strong>zorgd aan het gemeente<strong>be</strong>stuur. Via een uittreksel uit de notulen van de gemeente- enOCMW-raad zal het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang geïnformeerd worden over de houding vande gemeenteraad ten aanzien van het door het <strong>lokaal</strong> overleg geformuleerde advies.Deze statuten werden met eenparigheid van stemmen goedgekeurd door degemeenteraad van <strong>Overpelt</strong> in de openbare zitting van 5 novem<strong>be</strong>r 2007.51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!