QD-beheer van berk - Publicaties van de Vlaamse overheid
QD-beheer van berk - Publicaties van de Vlaamse overheid
QD-beheer van berk - Publicaties van de Vlaamse overheid
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>QD</strong>-<strong>beheer</strong> <strong>van</strong> <strong>berk</strong>De dimensioneringsfase eindigt als <strong>de</strong> hoogte ongeveer 80 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> verwachte eindhoogte heeft bereikt.Dit valt rond <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 30 – 40 jaar. Bij een omloop <strong>van</strong> 4 jaar moeten <strong>de</strong> toekomstbomen dus 5 tot 7keer wor<strong>de</strong>n vrijgesteld voor <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> rijpingsfase.2.4. Hoe sterk moeten toekomstbomen wor<strong>de</strong>nvrijgesteld in <strong>de</strong> dimensioneringsfase ?Rond <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> culminatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoogtegroei groeien <strong>de</strong> eindscheuten <strong>van</strong> <strong>berk</strong> ongeveer 50cm per jaar op arme groeiplaatsen en ongeveer 1 m per jaar op rijke groeiplaatsen (hoofdstuk 2.3). Opou<strong>de</strong>r leeftijd zakt die groeisnelheid (tabel 6).Tabel 6 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> jaarlijkse groei eindscheuten <strong>van</strong> <strong>berk</strong> tij<strong>de</strong>ns verschillen<strong>de</strong> leeftijdsfasen.Proef Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoogtegroei (cm/j) BronOn<strong>de</strong>rzoek naar 54 <strong>berk</strong>en 32,1 (Bakker, 1991)(ruwe <strong>berk</strong>) tussen 0,5 en 2,5m, gemid<strong>de</strong>ld max. 6 jaar oud.Hier<strong>van</strong> wer<strong>de</strong>n 21 bomengebruikt voor <strong>de</strong> fit. Gegevensenkel voor niet aangevretenboompjes:11-jarige herkomstproef 68 - 86 (Jager, 1990)25 jarige proefbestand 35 - 50 (Jager, 1990)“landschappelijke beplantingen” 53 - 103 (Jager, 1990)De lopen<strong>de</strong> jaarlijkse hoogteaanwas zakt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 40 cm tus 20 en 30 jaar en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 5 cm tussen 50en 58 jaar, telkens naargelang <strong>de</strong> boniteit (Hein et al., 2009).Indien een omloop <strong>van</strong> 4 jaar wordt aangehou<strong>de</strong>n betekent dit dat bij het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> dimensionering opeen arme groeiplaats <strong>de</strong> kroon rondom ongeveer 2 m moet vrijgesteld wor<strong>de</strong>n. Op rijke groeiplaatsenloopt dit op tot ongeveer 4 m.Lemaire (2004) komt tot gelijkaardige afstan<strong>de</strong>n door als vuistregel te nemen dat <strong>de</strong> kroon <strong>van</strong>toekomstbomen rondom moet wor<strong>de</strong>n vrijgesteld over een strook die gelijk is aan een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong>dominante hoogte. M.a.w. indien <strong>de</strong> dominante hoogte 9 m is wordt <strong>de</strong> kroon rondom 2 m vrijgesteld, bijeen dominante hoogte <strong>van</strong> 16 m is dit 4 m.Bij volgen<strong>de</strong> ingrepen zakt die afstand.2.5. Wat gebeurt er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kwalificeringsfase?We kunnen inspiratie halen uit klassiek hooghout<strong>beheer</strong>. Er is echter nauwelijks ervaring methooghout<strong>beheer</strong> <strong>van</strong> <strong>berk</strong>. Ervaringen uit Scandinavië zijn hier maar beperkt bruikbaar.Volgens algemene <strong>QD</strong>-richtlijnen moet in <strong>de</strong>ze fase wel al beperkt wor<strong>de</strong>n ingegrepen. Doel is om ervoorte zorgen dat er ongeveer drie keer zoveel potentiële toekomstbomen, “opties”, volop <strong>de</strong> kans krijgen omzicht te ontwikkelen. Een optie om <strong>de</strong> 3 à 5 m dus. Er wordt enkel ingegrepen indien concurrenten <strong>de</strong>ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> opties bedreigen. In praktijk wor<strong>de</strong>n dus vooral zgn. wolven of protzen verwij<strong>de</strong>rddoor knikken of ringen. Dit zijn breed uitgroeien<strong>de</strong> takkige voorlopers. Eerste ingreep gebeurt als <strong>de</strong>bomen ongeveer 6 m hoog zijn. Op goe<strong>de</strong> standplaats is dit 8 m (Lockow, 2000).20