QD-beheer van berk - Publicaties van de Vlaamse overheid
QD-beheer van berk - Publicaties van de Vlaamse overheid
QD-beheer van berk - Publicaties van de Vlaamse overheid
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>QD</strong>-<strong>beheer</strong> <strong>van</strong> <strong>berk</strong>2. Praktisch <strong>QD</strong>-<strong>beheer</strong> <strong>van</strong> <strong>berk</strong>Het productiedoel is om een relatief beperkt aantal toekomstbomen te laten uitgroeien tot bomen metstammen <strong>van</strong> zo hoog mogelijke kwaliteit. Die stammen moeten minstens een dbh <strong>van</strong> 40 cm hebben eneen takvrije stamlengte <strong>van</strong> ongeveer 5 tot 8 meter (Ministerium für Umwelt Saarland, 2002). Afhankelijk<strong>van</strong> <strong>de</strong> groeiplaats zou dit met <strong>de</strong> huidige technologie lei<strong>de</strong>n tot 2 à 3 blokken fineerhout <strong>van</strong> 2,5 m. Ditdoel moet gehaald wor<strong>de</strong>n binnen maximum 60 jaar omdat nadien <strong>de</strong> kans op stamverkleuring of stamrotsterk toeneemt. Indien <strong>QD</strong> <strong>beheer</strong> consequent wordt aangehou<strong>de</strong>n kunnen we op <strong>de</strong> meestestandplaatsen een dbh <strong>van</strong> iets min<strong>de</strong>r dan 50 cm verwachten op 50 jaar. Hein et al. (2009) bereken<strong>de</strong>dat gemid<strong>de</strong>ld een dbh <strong>van</strong> 48 cm op 50 jaar te verwachten is. Op goe<strong>de</strong> standplaatsen zou een dbh <strong>van</strong>50 – 60 cm op 50 – 60 jaar tijd mogelijk zijn (Matheis en Wilhelm, 2002).Het lange termijn doel is dat na het oogsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> toekomstbomen reeds voldoen<strong>de</strong> verjonging <strong>van</strong>an<strong>de</strong>re soorten aanwezig is om dan zo in een volgen<strong>de</strong> generatie te komen tot een gemengd bos metvooral inheems loofhout.Tegelijk kunnen overige <strong>beheer</strong>doelen wor<strong>de</strong>n bereikt door opportunistisch in te grijpen, m.a.w. waar hetmogelijk en zinvol is. Doordat er pleksgewijs wordt gewerkt kan er op een afstand <strong>van</strong> ongeveer éénmaal<strong>de</strong> kroondiameter <strong>van</strong> een toekomstboom gekozen wor<strong>de</strong>n om een boom oud te laten wor<strong>de</strong>n enuitein<strong>de</strong>lijk op stam te laten sterven, er kan bijvoorbeeld licht wor<strong>de</strong>n gegeven aan een nest ro<strong>de</strong>bosmieren, er kan besloten wor<strong>de</strong>n om niet in te grijpen om vegetatie te ontzien, ….Om dit nu praktisch te kunnen uitwerken gaan we op zoek naar volgen<strong>de</strong> richtcijfers:- Wat is het optimaal aantal toekomstbomen per hectare?- Wat is <strong>de</strong> na te streven takvrije stamlengte?- Wanneer start <strong>de</strong> dimensionering?- Hoe ver moet <strong>de</strong> kroon rondom toekomstbomen wor<strong>de</strong>n vrijgesteld?- Hoe pak je <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen (vestiging, kwalificering, dimensionering en rijping) praktischaan?En we hebben bijkomend praktische richtcijfers nodig over stamkwaliteit en snoei.Maar we zoeken eigenlijk cijfers over boomvormen die nog nauwelijks voorkomen, zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong>kroondiameter <strong>van</strong> ou<strong>de</strong> bomen waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> kroon systematisch werd vrijgesteld en ruim kon uitgroeien.Een kleine 300 jaar gele<strong>de</strong>n beschreef Hannß Carl von Carlowitz, <strong>de</strong> grondlegger <strong>van</strong> het begrip“bestendige houtopbrengst” waaruit later het begrip duurzaamheid evolueer<strong>de</strong>, <strong>de</strong> eigenschappen <strong>van</strong><strong>berk</strong> in positieve bewoordingen (von Carlowitz, 1732, Sperber, 2000). Berk is een bo<strong>de</strong>mvage soort, heefteen snelle jeugdgroei, is bestand tegen klimaatsextremen en tegen schimmel- en insektenaantastingen,heeft een snelle volumeaanwas, kent gestage zaadproductie <strong>van</strong>af jonge leeftijd, zowel hout, schors,twijgen als sap kunnen veelzijdig benut wor<strong>de</strong>n en <strong>berk</strong> heeft daarenboven nauwelijks last <strong>van</strong>vraatscha<strong>de</strong> door wild.Met <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> vlaksgewijze productiebosbouw <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19 <strong>de</strong> eeuw kwam <strong>de</strong>nadruk te liggen op aanplanten <strong>van</strong> naaldhout, en dan nog vaak exoten, en werd <strong>berk</strong> al snel als onkruidbeschouwd. Berk werd berucht als ”zwieper”. In een systeem waar monoculturen <strong>van</strong> naaldhoutaangeplant wor<strong>de</strong>n en waartussen dan onvermij<strong>de</strong>lijk spontaan natuurlijke verjonging <strong>van</strong> <strong>berk</strong>binnenkomt kunnen <strong>de</strong> zwiepen<strong>de</strong> kronen <strong>van</strong> <strong>berk</strong> tot ongeveer 15 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> naaldbomen beschadigen(Fahlvik et al., 2011). Opslag <strong>van</strong> <strong>berk</strong> groeit dan nog eens sneller dan plantsoen <strong>van</strong> naaldhout. Berkwerd dus een kleine 200 jaar lang hardnekkig en systematisch bestre<strong>de</strong>n.De rehabilitatie is nog maar een goeie 20 jaar op gang gekomen. Vandaar dat er maar weinig<strong>berk</strong>enbestan<strong>de</strong>n voorkomen en we <strong>berk</strong> vooral als nevenboomsoort kennen. Daarenboven is <strong>berk</strong> eenpionierboomsoort die <strong>van</strong> nature door an<strong>de</strong>re boomsoorten wordt weggeconcureerd. De hoogtegroei <strong>van</strong>3