11.07.2015 Views

0015.16 Deerns Data 11

0015.16 Deerns Data 11

0015.16 Deerns Data 11

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong>Dit is een uitgave van <strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieurs bv November 2004#<strong>11</strong>Anders bouwenVrije vormgeving stelt scherpere eisenSt. Elisabeth ziekenhuis bouwt Intensive Care voor de toekomstMinisteries in Den Haag gaan 140 meter de lucht in


Reorganisatie geen probleem voor technische infrastructuurFlexibele opzet WDX-gebouwOp 25 mei van dit jaar gaf CFT-directeur Manfred Halbe het officiële startsein voor de bouwvan het nieuwe onderkomen van Philips CFT op de High Tech Campus in Eindhoven. <strong>Deerns</strong> isal geruime tijd bezig met het ontwerp van het betreffende pand WDX, waar dankzij de flexibeleopzet van de technische infrastructuur veranderingen gemakkelijk kunnen worden ingepast.Gebouw WDX wordt de nieuwe behuizingvan de CFT-organisatie van Philips en bestaatuit drie gebouwen: het U-gebouw,het L-gebouw en het cleanroomgebouw.Het U-gebouw is een laboratoriumgebouw;het L-gebouw is een kantoorgebouw, metuitzondering van de begane grond waarzich eveneens laboratoriumruimten bevinden.Tussen het U- en het L-gebouwbevindt zich een overdekte buitenruimte.Via deze overdekte buitenruimte zijn debouwdelen door middel van loopbruggenmet elkaar verbonden.In het nieuwe onderkomen van CFT bevindenzich veel stof- en trillingsvrije ruimtesen meerdere laboratoria voor fysisch,elektronisch en mechanisch onderzoek,veelal met stringente temperatuur en relatievevochtigheidseisen. De kantoorlagenin het gebouw zijn flexibel opgezet, watinhoudt dat de kantoorscheidende wandenvrij te plaatsen zijn omdat de akoestischescheiding in het plafond ligt. Deze lagenzijn tevens uitgevoerd met een zogenaamdecomputervloer voor alle data en elektrischebekabeling.Dynamische omgevingHet gebouw, dat een oppervlakte heeft vanca. 22.000m 2 , kenmerkt zich verder dooreen flexibele opzet van de technische infrastructuur.Dit is van essentieel belang in eendynamische omgeving zoals bij Philips CFT.CFT heeft voor en tijdens de gunningsfaseeen reorganisatie ondergaan die vangrote invloed is geweest op de functies eninvulling van het gebouw.Dankzij de flexibele opzet van de technischeinfrastructuur heeft <strong>Deerns</strong> deze reorganisatiemee kunnen nemen en kunnen weook eventuele komende veranderingen inpassen.Meer informatie over dit project:De heer ing. C.A. HofstedeTel. 070 - 395 74 33<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 2


BijzonderBouwenInhoudMet de laatste ontwikkelingen inhet architectuurdenken worden aloudewetmatigheden in het ambachtelijkebouwproces op hunkop gezet. Gebouwen van vandaagzijn eigenlijk al de gebouwen vande toekomst. Adviesbureaus dienendaarom meer en meer los te gerakenvan de traditionele installatietechnischeoplossingen. <strong>Deerns</strong> adviseertgraag over het gebouw van morgen,al zijn we daarbij natuurlijk gebonden aan de productontwikkeling,die nog geen gelijke tred houdt met devrije vormgeving in de architectuur.Anders Bouwen2 Flexibele opzet WDX-gebouw3 Bijzonder bouwenNovember 2004De nieuwe architectuur, ook wel blob-architectuurgenoemd, maakt gebruik van complexe vormen enlevert spectaculair ogende gebouwen op. Dat steltechter wél andere, hogere eisen aan de relatie encommunicatie tussen architect, constructeur en installatieadviseur.Die laatste kan door zijn input aande het model zelfs mede-vormbepalend worden: hetgebouw als natuurlijke vorm voor de installatie. Eenandere vorm van bijzonder bouwen is de nieuwbouwvan het ministerie van Justitie en Binnenlandse Zaken.Ambitieuze architectuur wordt toegepast bij denieuwe warenhuizen van Peek & Cloppenburg inDuitsland. Het concern nam enkele toparchitecten inde arm voor de realisering van de Wereldstad-warenhuizenin Frankfurt am Main, Berlijn, Düsseldorf enKeulen. Het complexe ontwerp in laatstgenoemdestad stelde <strong>Deerns</strong> dochter Schmidt Reuter voor verschillendeinstallatietechnische uitdagingen.‘Nieuw’ betekent in het huidige tijdsgewricht vaakook ‘snel’. Het drastisch veranderde betalingsverkeerbracht ABN AMRO Bank ertoe het concept van deBankshop te ontwikkelen, een combinatie tussenbank en winkel. De complete verbouwing van defilialen geschiedt binnen zeven weken. Raadgevendingenieursbureau Boonstoppel nam de taak op zichom via een uitgekiend bestek de advies- en installatietechnischewerkzaamheden te coördineren.De uitbreiding van de Intensive Care Unit (ICU) van hetSt. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg stelde hoge eisenop installatietechnisch gebied. <strong>Deerns</strong> nam daarbijtevens de gehele elektrotechnische infrastructuurvan het ziekenhuis onder de loep en reikte verbeterpuntenaan voor een nog beter functioneren van het’24-uurs bedrijf’. Daarnaast leest u in deze <strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> over een CFD-onderzoek bij het Jeroen BoschZiekenhuis in Den Bosch en nieuwbouw van hetCancer Center in Amsterdam.Moderne tijden vereisen ook moderne hulpmiddelen.Traditionele aanbestedingen krijgen steeds meer concurrentievan elektronisch aanbesteden via e-veilingen.Met goede bestekken en veilingprotocollen kunnenhoge besparingen worden gerealiseerd. Nieuw, snelén efficiënt worden zo mooi gecombineerd.#<strong>11</strong>4 Schoolvoorbeeld van integratie7 <strong>Deerns</strong> nauw betrokken bij Cancer Center Amsterdam7 Elke winter vier maanden lang schaatsen8 Vrije vormgeving stelt andere eisen aan bouwpartners12 Ambitieuze architectuur en techniek voor Wereldstad-warenhuizen15 Comfort, arbo en hygiëne speerpunten in de nieuwbouw van deIntensive Care17 Hoge comforteisen mogelijk bij natuurlijke luchttoevoer18 Een goede adviseur heeft niet altijd gelijk22 Bankshop nieuw concept van ABN AMRO25 Veel aandacht voor bouwfysische optimalisatie van gevelsen daken26 Veilig gevelonderhoud via inpassing in ontwerpfaseóf via plan van aanpak29 Hoge besparingen mogelijk met elektronisch veilen30 Aanbestedingsbarometer helpt opdrachtgevers30 In memoriam31 <strong>Deerns</strong> kijkt vooruit naar gevolgen van aanscherpingEPC woningbouw32 Boonstoppel wordt officieel <strong>Deerns</strong>Ir E.S. Hora Siccama,directeur <strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieurs bv<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 6


Bundeling van krachten bij nieuwbouw ministerie van Justitie en Binnenlandse ZakenSchoolvoorbeeldvan integratieEr zijn weinig bouwprojecten waar de samenwerking tussen de deelnemende partijen zo ver gaat als bij het ontwerp van de nieuwbouwvoor het ministerie van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in Den Haag. Die bundeling van krachten werptnu al zijn vruchten af … en de bouw moet nog beginnen. <strong>Deerns</strong> <strong>Data</strong> sprak hierover met Ing. Frank Hofman, projectdirecteur bij deRijksgebouwendienst, Silke Rörig, projectleidster bij Kollhoff und Timmerman Architekten en Xavier Crolla, adviseur van <strong>Deerns</strong> raadgevendeingenieurs.Xavier Crolla, Silke Rörig en Frank Hofman<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 4


Een stukje voorgeschiedenis. Functioneelen technisch gezien zijn de gebouwen vanhet huidige Schedeldoekshavencomplex inDen Haag – zo’n 25 jaar geleden in gebruikgenomen – verouderd. Technischeinstallaties moeten worden vernieuwd, deaanwezige asbest belemmert de verbouwingen,liften zijn vaak kapot en de gebouwenhebben een uitstraling die niet pastin het gemeentelijke beleid ten aanzienvan het omliggende Wijnhavenkwartier.“Renoveren, plus de daarbij behorendetijdelijke huisvesting van de ambtenarenen verhuizingen, is kostbaarder dan nieuwbouw”,vertelt Hofman. “Bovendien willende twee ministeries in de toekomst nauwergaan samenwerken. Vanuit het oogpuntvan minimaal ruimtebeslag en maximaleefficiëntie is nieuwbouw, waarin men gezamenlijkgebruik kan maken van allerleifacilitaire en technische voorzieningen,dan ook logisch.” De nieuwbouw wordtgerealiseerd op een nabijgelegen stuk grond,waar nu nog een woongebouw staat.Nadat de ministeries in samenwerking metde Rijksgebouwendienst een programmavan eisen hadden opgesteld, vond onderverantwoordelijkheid van de rijksbouwmeesterde architectenselectie plaats.“Het team van Kollhoff und TimmermanArchitekten kwam naar onze mening hetdichtst bij onze uitgangspunten, namelijkdat de nieuwbouw de organisaties nietalleen moet faciliteren, maar ook inspireren,nu en in de toekomst”, aldus Hofman.“Zijn voorstel heeft uitstraling, met aandachtvoor detail en vakmanschap.”Het projectHet nieuwbouwproject bestaat uittwee kantoortorens van 140 meterhoog met een bruto vloeroppervlakvan 123.000m 2 . Na voltooiing zalhet plaats bieden aan de ruim 4000medewerkers van de Ministeries vanJustitie en Binnenlandse Zaken enKoninkrijksrelaties. Opvallend is een40 meter hoge plint, die onderdeel uitmaaktvan de gebouwen en waaringemeenschappelijke functies als vergaderzalen,restaurant en bibliotheekzijn gehuisvest. Parkeren kan in tweelagen ondergronds met een oppervlaktevan nog eens <strong>11</strong>.000 m 2 . Inapril 2004 gaf de gemeente Den Haagde bouwvergunning voor het project af.UitnodigendRörig legt uit hoe het ontwerp tot stand isgekomen. “Gezien het beperkte aantal vierkantemeters van de bouwplaats moestenwe de lucht in. Met hun 140 meter wordende torens de hoogste gebouwen in de stadDen Haag. Bij het ontwerpen ervan hebbenwe als uitgangspunt genomen dat zijeen zo ‘licht’ mogelijk onderdeel moestenvormen van de omgeving. Dat betekentonder meer terugspringende gevels enschuine lijnen bij de hoofdentree aan deTurfmarkt, waardoor het geheel niet zogrootschalig lijkt. Omdat het een openbaargebouw is, hebben we extra aandachtbesteed aan het uitnodigende karaktervan de gebouwen. Door natuurlijke materialente gebruiken – natuursteen, lichtgraniet en rode, genuanceerde bakstenen –ademt het complex bovendien een op eenwoonomgeving gelijkende sfeer uit.”Een van de belangrijkste eisen was dat hetcomplex zo flexibel moet zijn dat ruimtestijdens de levensduur van de gebouwenzonder problemen voor andere doeleindengebruikt moeten kunnen worden. “Omdie reden hebben we gekozen voor de voorNederland afwijkende stramienmaat van135 cm”, vertelt Rörig. “Dat geeft onsnamelijk iets meer flexibiliteit qua indelingen afmetingen van de ruimtes dan de hiergehanteerde veelvoud van 60 cm. We kunnenermee tegemoet komen aan de tendensnaar nieuwe, meer flexibele werkplekconceptendie daardoor differentiatie mogelijkmaken.”KlimatiserenDe vereiste flexibiliteit heeft ook gevolgenvoor de techniek, die zo onopvallend mogelijkin het complex wordt geïntegreerd.<strong>Deerns</strong>’ voorstel voor klimatisering vanhet complex is opvallend te noemen. Hetwas een van de redenen waarom hetbureau door de Rijksgebouwendienstwerd uitgenodigd om als partner aan ditproject deel te nemen. Om de gevraagdeflexibiliteit te kunnen realiseren heeft <strong>Deerns</strong>gekozen voor betonkernactivering, aldusCrolla. “Bij betonkernactivering maken wegebruik van het accumulerende vermogenvan de betonconstructies.De koel- en verwarmingsenergie wordt inde betonconstructie opgeslagen en wanneernodig aan de ruimte afgegeven. Deintegratie gaat verder dan het instortenvan leidingen ten behoeve van de betonkernactivering,ook de luchtkanalen naarde ruimten toe zijn opgenomen in de constructievloer.”Hofman vindt het best spannend. “Wehebben bij andere projecten weliswaar ervaringopgedaan met betonkernactivering,maar het is de eerste maal dat het inNederland op zo’n grote schaal wordt toegepast.Bovendien praten we over technischeeisen van vandaag, die over twintigjaar – de gebruikstermijn – ook nog moetenvoldoen, en waarschijnlijk zelfs nog langer,want het casco heeft een levensduur vanzestig jaar.”Met het oog op een optimaal binnenklimaaten reductie van de milieubelasting is er gekozenvoor te openen ramen in combinatiemet mechanische ventilatie. Theoretischeonderzoeken en windtunnelsimulaties hebbenuitgewezen dat de winddruk op debovenste verdiepingen zo enorm kan zijn,<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 5


dat een natuurlijk ventilatiesysteem alleenmogelijk is wanneer er op iedere verdiepingeen ring aan de buitenkant langs degevel wordt geplaatst. “Dat heeft eenenorme invloed op de architectuur, en daaromhebben we gekozen voor het zogenaamdekastenfenstersysteem”, aldus Crolla.“Een vaste glazen buitenschil houdt dewindaanval tegen, een te kantelen binnenraamzorgt ervoor dat de ruimten tochkunnen worden geventileerd, zonder dat debewoners last hebben van de winddruk.”SamenwerkingDe deelnemende partijen zijn het erovereens dat de grootste uitdaging te vinden isin de integratie van activiteiten van departners. “Als samenwerkende partijen zijnwe samen verantwoordelijk voor het budget.Dat geeft ruimte voor creativiteit”,aldus Rörig. Crolla voegt hier aan toe dater hierdoor bovendien minder sprake isvan suboptimalisatie. En Hofman vindt dekorte communicatielijnen belangrijk. “Doorde samenwerking kunnen we de doorlooptijdvan het project korter maken ensnel en efficiënt aanpassingen doorvoeren.Af en toe moet je een stap terug doen omtot een goed resultaat te komen. Dat isniet erg; het levert een gezonde spanningop, waardoor we allemaal op scherp blijvenstaan”, aldus Hofman.“Door de samenwerking kunnen we de doorlooptijdvan het project korter maken en snelen efficiënt aanpassingen doorvoeren.”Opdrachtgever: Rijksgebouwendienst, Directie Projecten (Den Haag)Architect: Kollhoff und Timmerman Architekten (Rotterdam, Berlijn, Zürich)i.s.m. Inbo Bouwadvies (Woudenberg)Constructeur: Ingenieursbureau Zonneveld (Rotterdam)Bouwfysisch adviseur: DGMR raadgevende ingenieurs (Den Haag)Advisering m.b.t. werktuigbouwkundige -, elektrotechnische -, transport-, keuken,ICT- en beveiligingsinstallaties: <strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieurs (Rijswijk)<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 6


Bouw multidisciplinair kankercentrum binnen Zuidas<strong>Deerns</strong> nauw betrokken bijCancer Center AmsterdamHet Vrije Universiteit Medisch Centrum (VUmc) in Amsterdam ontwikkelt een multidisciplinairkankercentrum. Geheel nieuw is het concept waarin de patiënt centraal staat enhet onderzoek, de zorg en de opleiding rond de patiënt met kanker georganiseerd wordt.Door de oprichting van het Cancer Center Amsterdam zal het VU medisch centrum zichkunnen meten met de meest vooraanstaande onderzoeks- en behandelingscentra in dewereld op het gebied van kanker.Het Vumc CCA (Cancer Center Amsterdam),zoals het centrum in de praktijk gaatheten, wordt het eerste procesgestuurdekankercentrum in ons land. Dit nieuwecentrum moet de behandeling van kankerpatiënten,oncologisch onderzoek, internationaleuitwisseling van kennis en hetvroegtijdig opsporen van kanker op eenhoger plan brengen. Zo wordt het onderzoekvan alle disciplines die zich binnen hetVUmc met kanker bezighouden gebundeldin één oncologisch researchlaboratoriumen worden multidisciplinaire polikliniekengeopend, opdat patiënten tijdens één bezoekalle nodige medische en paramedische disciplineskunnen doorlopen.Speciaal centrumDaarnaast zijn er plannen voor een speciaalcentrum voor preventie en vroegdiagnostiek.Hier zullen behalve bestaande techniekenom bijvoorbeeld borstkanker enbaarmoederhalskanker op te sporen, ookde nieuwste methoden voor vroege opsporingvan andere vormen van kankerals dikke darmkanker, worden toegepast.Op korte termijn wordt begonnen met debouw van het vier verdiepingen tellenderesearchgebouw van 6.000 m 2 . Het wordtdaarmee een van de eerste blikvangersbinnen de prestigieuze Zuidas in Amsterdam.<strong>Deerns</strong> doorloopt hiervoor het reedsingezette vergunningentraject en coördineerttevens de bouw van dit onderzoekslaboratorium,waarin installaties eenbelangrijke rol spelen.Net als alle andere participanten sponsort<strong>Deerns</strong> dit project.Structuurontwerp en kostenraming voor kunstijsbaan BiddinghuizenElke winter vier maanden lang schaatsenDHV, TNO, <strong>Deerns</strong> Raadgevende ingenieurs b.v. en Essent maken een structuurontwerpen kostenraming voor een vijf kilometer lange landschappelijke kunstijsbaan bij Biddinghuizen.Het consortium doet dit naar aanleiding van het rapport ‘De Nieuwe IJstijd’waarin de technische en economische haalbaarheid van een dergelijke ijsbaan werdonderzocht en positief bevonden.De baan moet multifunctioneel wordenopgezet met een acht meter brede verhardebinnenbaan, een tien meter bredeonverharde tussenbaan en een vier à vijfmeter brede, verharde buitenbaan. Zowelde binnen- als de tussenbaan dienengeschikt te zijn voor het beoefenen enorganiseren van sportevenementen op hetgebied van schaatsen, wielrennen en atletiek,maar bijvoorbeeld ook skeeleren,paarden- en motorsport.Het is de bedoeling om de baan vannovember tot maart bevroren te houdenom marathonschaatsers de gelegenheid tegeven op elk moment te kunnen trainen.Om die reden is een ijsgarantie bij temperaturenvanaf 10°C noodzakelijk, met demogelijkheid om bij hogere temperaturenen bij geplande evenementen, met behulpvan mobiele apparatuur, ijszekerheid tecreëren. De landelijke omgeving van DorhoutMees moet daarbij worden gehandhaafd.Men moet het gevoel hebben geenbaantjes te rijden maar lekker in en metde natuur te zijn. Door de schaatsbaanenigszins onder het maaiveld te creëren,ontstaat het sloot/berm-gevoel.FinancieringsplanDe lange (ijs)baan kan gebruik maken vande faciliteiten bij Dorhout Mees in Biddinghuizen.Dit bedrijf combineert vergaderenverblijfsactiviteiten met een keur aansportieve ontspanningsmogelijkheden.In de winter van 2004/2005 wordt hetfinancieringsplan vastgesteld en een definitievebeslissing genomen over de uitvoering.Het is de bedoeling nog in dezomer van 2005 over te gaan tot de aanbestedingvan de bouw. In de herfst van2006 moet het project dan klaar liggenvoor het eerste evenement.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 7


Over de gebruikte terminologie bestaat nog wel wat discussie. De pseudo-wetenschappelijke benamingis blob-architectuur, maar in de vakwereld wordt liever over vrije vormgeving van complexe, vaakgebogen vormen gesproken. Hoe dan ook, dit nieuwe architectuurdenken rekent af met de aloudewetmatigheden in het ambachtelijke bouwproces en stelt scherpere eisen aan de relatie tussenarchitect, constructeur en installatieadviseur. <strong>Deerns</strong> <strong>Data</strong> nodigde architect Kas Oosterhuis enconstructiespecialist Walter Spangenberg uit voor een vrije discussie over 3D-modellen, spanningsvelden,intelligentie en samenwerking.Nieuwe architectuur zet ook constructeur en installatieadviseur aan het denkenVrije vormgeving steltelement verschillend is, ‘the exception is therule’. Het gaat om de in massa geproduceerdeuniekheid van de elementen. Ik werkparametrisch, als je een onderdeel verandert,verandert het totaal. Onder invloed van3D-ontwerpen heeft vrije vormgeving eenflinke vlucht genomen. Daarin is de techniekmeegegroeid, want met de huidige productiemogelijkhedenkunnen computergestuurdesnijmachines in de fabriek elk in een datasheetbeschreven element exact verwerken.Via die systematiek (‘file to factory’) kunnenfeitelijk alle trajecten gerealiseerd worden.Dus liggen er voor de vorm geen beperkingenmeer, recht is dan niet makkelijker meer dangebogen”, stelt Oosterhuis.Melanie Bloem in gesprek met Kas OosterhuisVoor de duidelijkheid geeft prof. ir. KasOosterhuis nog even aan wat hij nu bedoeltmet vrije vormgeving. Rotterdammer Oosterhuisheeft onder meer het Waterpaviljoenop Neeltje Jans en het ontwerp van hetNoord-Holland paviljoen op de Floriade2002 op zijn naam staan en is nu bezig meteen spectaculair project in opdracht vanautodealer Hessing. Daarbij wordt een deelvan het bedrijfspand geïntegreerd in degeluidswand langs de A2 bij Leidsche Rijn.“Vrije vormgeving gaat ervanuit dat elkeTechnisch kan dan bijna alles te ontwerpenen vervolgens te produceren zijn, maar erzijn nog tal van andere factoren relevant ineen succesvol bouwproces. Oosterhuis realiseertzich als geen ander dat vrije vormgevingandere eisen stelt aan alle betrokkenbouwpartners. “Alle partijen dienen vanafhet prille begin van het proces aan tafel tezitten en gedurende het gehele traject in hetproces van Collaborative Design & Engineeringmet elkaar op te trekken. In datlicht bezien vind ik integraal ontwerpeneigenlijk een armoeiige benadering. Hetgaat veel verder en dieper”, meent de Rotterdamsearchitect. Om de processturing op hetgewenste niveau te houden heeft Oosterhuis– op de TU Delft is hij sinds 2000 als prak-<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 8


andere eisen aan bouwpartnerstijkhoogleraar binnen de faculteit Bouwkundeactief in het door hem geïnitieerdeProtospace laboratorium – een conceptvoor een evoluerend 3D-model ontwikkelddat via Internet beschikbaar gesteld wordt.“Alle bouwpartijen dienen toegang te hebben,zodat we continu op de hoogte zijnvan relevante ontwikkelingen in het proces.De constructie-ingenieur, de vormgevendarchitect, de installatieadviseur, de ecoloog,de econoom, de gebruiker en de opdrachtgever,iedereen levert op het scherpst vande snede zijn input aan het model datsteeds verder verbetert naarmate het procesvordert. Als architecten denken we vaakdat we als moeder van alle kunsten eenallesbeslissende rol moeten spelen, met hetevoluerende 3D-model gebeurt dat eerderop basis van gelijkwaardigheid. Bouwen vanafeen plattegrond-tekening lukt met dezevormgeving niet meer.”Heldere communicatieAls directeur constructies van adviesbureauABT (Delft/Velp en Antwerpen) in Delftonderschrijft ir. Walter Spangenberg hetbelang van een heldere communicatie inprojecten met een vrije vormgeving. “Devraag is wel hoe je die communicatieinricht, want ik vind wel dat je elkaar alsbouwpartner ook regelmatig fysiek in deogen moet kunnen kijken; het proces magniet te klinisch worden. Door de interactiewordt het totaal wel dynamisch, maar weWalter Spangenberg en Sjoerd Hora Siccamamoeten niet vergeten dat de traditionelebouwwereld nog lang niet ingesteld is opvolledige 3D-ontwerpen. Daar hebben wenog wel een slag te maken. Het bouwen ensamenstellen van een model zoals Kas datvoor ogen heeft, kost veel tijd en energie”,stelt Spangenberg.Dat het bouwproces in een ander perspectiefwordt geplaatst bij vrije vormarchitectuur,heeft hij onder andere ondervondenbij de nieuwbouw van het stadhuis inAlphen aan de Rijn. “Het draait om deinteractie, het reageren op elkaar. Als jestart met verkeerde procesvoorwaarden,wordt het een lastig traject en komt hetproces onder spanning te staan. Nogeven terug naar de inhoud van vrijevormgeving; het is echt een misvattingdat de vorm als een gegeven beschouwdmoet worden, het kan best zijn dat devorm mede bepaald wordt door de constructieveinbreng. Bij de huidige meer vrijvormgegeven gebouwen is vaak sprakevan een redelijk banale constructie. Deechte optimalisatie van meer geavanceerdereconstructiesystemen in samenhangmet de staalprijs en de fabricage en montagekostenwordt vaak niet uitgevoerd.Door de veelal hogere kosten wordt vrijevormgeving op dit moment alleen bij particuliereopdrachtgevers toegepast en datis jammer. Net zo goed als er in Nederlandmaar enkele architecten zijn zoalsKas en bijvoorbeeld Erick van Egeraatdie zich werkelijk technisch verdiepen indeze vernieuwende architectuurvorm.”Ver weg van gemeengoedCommercieel directeur ir. Sjoerd HoraSiccama van <strong>Deerns</strong> realiseert zich dat erbinnen de vrije vormgeving ook striktereeisen worden gesteld aan de installatieadvisering.“Het 3D-model waarover weeerder spraken, lijkt een prachtige oplossing,maar is nog ver weg van gemeengoedin de Nederlandse bouwwereld. Alsadviesbureau denken wij meestal ooknog in de traditionele oplossingen, medeingegeven door het feit dat de productontwikkelingniet in dezelfde pas meelooptmet de evolutie van de vrije vormgeving.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 9


Dan praten we nog niet eens over grotemarktpartijen die anno 2004 nog nietweten wat er aan de hand is. Uiteraardproberen we ons te onderscheiden; deinstallateur levert het gebouw van vandaag,als <strong>Deerns</strong> adviseren we graag overhet gebouw van morgen.” Volgens KasOosterhuis doen adviesbureaus er goedaan toch serieus werk te maken van deeisen die vrije vormgeving stelt. “Eigenlijkkan iedereen ontwerpen, maar nietiedereen heeft de instrumenten om dat tedoen. Ik werk alleen met constructeurs,installatieadviseurs en uitvoerende partijendie mijn 3D-modellen kunnen lezen.Bij de ontwikkeling van het Web vanNoord-Holland (het Floriade-paviljoen;red.) heb ik gewerkt met een constructeurdie traditioneel berekent met als gevolgdat er geen tijd meer over was om deconstructie te optimaliseren. Er dient vanalle partners intelligentie in het 3D-modelte worden toegevoegd, dat maakt hetgebouw sterker en het proces sneller. Ikzou bureaus die adviseren in constructieen installatie ook willen aanraden ombinnen de organisatie enkele gemotiveerdemensen aan te wijzen die echt seri-<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 10


“Ik werk alleen met constructeurs, installatieadviseurs en uitvoerende partijen die mijn 3D-modellen kunnen lezen.”Gebruik aanwezige elementenVolgens ing. Melanie Bloem, bij <strong>Deerns</strong>als adviseur betrokken bij projecten dieeen bijzondere vormgeving kennen, komtdaardoor het effect op installatieonderdelenals ventilatie, verwarming en verlichtingdirect inbeeld. “De interactie tussen constructeuren installatieadviseur levert anderevormen op”, stelt Bloem.Ook Oosterhuis is voorstander van hetgebruik van aanwezige elementen, zowelintern als extern. “Eigenlijk moet hetgebouw zo ontworpen worden dat heteen natuurlijk deel van de installatie is.”Intelligentie distribueert zichOver de toekomst van de architectuur metvrije vormen is architect Oosterhuis uitgesprokenoptimistisch. Vooral de productontwikkelingzal daarbij een rolspelen. “Ik wil niet een sprinkler-installatieuit een catalogus, alles zal mass-customizedworden, en veel breder toepasbaar. Ookde architectuur zelf evolueert.Het is niet langer houdbaar dat architectuurstatisch is; onder invloed van nieuwemedia zal intelligentie zich distribueren,ook in gebouwonderdelen die met elkaarin contact staan.Net zo goed als de rolverdeling tussen debouwpartners: architectuur is constructie,architectuur is installatie, dus communicatieen samenwerking. Dat is de kern van hetproces”, besluit Oosterhuis.Floriade-paviljoen het Web van Noord-Holland<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> <strong>11</strong>


Ware ‘ingenieurskunst’ bij ontwerp technische installaties voor Peek & Cloppenburg KeulenAmbitieuze architectuur en techniekvoor Wereldstad-warenhuizenAmbitieuze architectuur voor ambitieuze mode – dat is het principedat bij het ontwerp en de bouw van de Peek & CloppenburgWereldstad-warenhuizen in Duitsland door internationale toparchitectenwerd verwezenlijkt. Lichtovergoten verkoopsruimtes,heldere lijnen en natuurlijke materialen scheppen in deze warenhuizeneen royale en vriendelijke atmosfeer. Daarbij wordt welhet uiterste gevergd van het technisch ontwerp, zoals bij deKeulse Peek & Cloppenburg-vestiging. <strong>Deerns</strong>-dochter SchmidtReuter tekende voor het zeer complexe ontwerp van de installatietechniek,alsmede voor simulaties, geveladvies en bouwfysica.Peek & Cloppenburg nodigde beroemde architecten uit vooreen prijsvraag; vele top-architecten vonden het ontwerpen vaneen representatief warenhuis zeer aantrekkelijk en deden mee.De opdrachten gingen uiteindelijk naar RKW (RhodeKellermann Wawrowsky & Partner) voor het Wereldstadwarenhuisin Frankfurt am Main, naar Prof. Gottfried Böhmvoor Berlijn, naar Richard Meier voor Düsseldorf en naarRenzo Piano voor Keulen. Elk ontwerp is een deel vaneen gemeenschappelijke visie geworden, maar toch telkensweer uniek.Zeer uitdagendHet uiteindelijke, complexe ontwerp van Renzo Piano voorP&C Keulen stelde hoge eisen qua installatietechniek en bouwfysica,zoals:• Grote overspanningen van de vloeren met gelijktijdig grotevloerbelasting,• Gewelfde glazen gevel, over meerdere etages doorlopend,• Techniekruimte onder een gewelfd dak.De hieruit voortvloeiende constructieve en installatietechnischevraagstukken waren zeer uitdagend; vooral de comfortcriteriain combinatie met de glazen gevel waren problematisch. In eendoor Schmidt Reuter georganiseerde workshop met de (toennog potentiële) klant in februari 2003 werden oplossingsrichtingenvoorgesteld en besproken. Mede op grond hiervan werddoor Hochtief aan Schmidt Reuter opdracht verleend voor het<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 12


totale installatietechnische ontwerp, evenals voor simulaties,geveladvies en bouwfysica.IngenieurskunstDoordat gaandeweg het ontwerpproces werd besloten om hetdraagvermogen van de vloeren te verhogen moesten deconstructieve voorzieningen worden aangepast en uitgebreid.Hierdoor bleef er op sommige plaatsen extreem weinig ruimteover voor de technische installaties. Hier werd ware ingenieurskunstgevraagd, om onder deze gegeven omstandigheden tocheen goed functionerende techniek te ontwerpen en te realiseren.De techniekruimtes voor het gebouw zijn als volgt gesitueerd:Kelder:Stadsverwarming inkooppunt, Sprinklerruimte, Transformatorruimtenvoor de verkoopgebiedenTechniekruimte dak:Centrale luchtbehandelingkasten, koelmachines en koeltorensAangezien de grote electriciteitsverbruikers onder de klimaatsystemenop het dak zijn ondergebracht, werd hier eveneens eentweede trafo/hoofdverdeler geplaatst. Hier bevindt zich ook eennoodstroomaggregaat dat zo gedimensioneerd is dat voortzettingvan de bedrijfsvoering van het Weltstadthaus bij eenstroomstoring gegarandeerd is.De koudeopwekking geschiedt door twee schroefkoelmachinesmet elk 1.300 kW vermogen. Als koudemiddel wordt R134agebruikt.WinkelgedeelteIn het winkelgedeelte van het gebouw wordt de toevoerluchtvia toevoerpunten in het plafond ingeblazen en de afzuigluchtvia de ruimte onder het verlaagd plafond en via afzuigunitsafgezogen. De luchttoevoer in dit gebied geschiedt door3 luchtafvoerunits van elk 124.000 m 3 /h. Deze zijn regelbaarvia het ‘constant volume principe’. Bij extreme buitenluchttemperaturenin de zomer en in de winter wordt recirculatielucht bijgemengd. De units zijn zo gedimensioneerd dat zij ookingezet kunnen worden voor rookafzuiging tot een rooktemperatuurvan 100°C.Alle andere luchttechnische installaties voor de kantoren, voorhet kleding-verstel-atelier, voor het bedrijfsrestaurant, etc. zijnmet een warmteterugwinningsinstallatie uitgerust. Voor deafscherming van de winkel tegen koude buitenlucht is eenluchtgordijn aangebracht met een capaciteit van 35.000 m 3 /h.Het vluchttrappenhuis is met een overdrukinstallatie uitgerust.Glazen koepelIn het oostelijke en zuidelijke bouwdeel bevindt zich boven de4e verdieping een glazen koepel met een lengte van ca. <strong>11</strong>5meter, een breedte tot 17 meter en een hoogte tot 8 meter.Gedurende de winkeltijden wordt dit gebied met convectorenen afblaaslucht van de RLT-unit op temperatuur gehouden.Buiten deze openingsuren wordt de glazen koepel met eendeel van de ventilatielucht uit de winkel en extra nachtverwarmersop temperatuur gehouden. Om condensvorming tevoorkomen en om de koepel toch op temperatuur te houdenwordt de koepel via verstelbare ventielen met een lange worpaangeblazen.Het oostelijke en zuidelijke deel van het gebouw heeft een100% glasgevel die uit 6.800 glaselementen bestaat, waarbij ca.20 verschillende groottes en vormen zijn gebruikt. De fabrikantvan het glas is overigens verplicht om ten behoeve van eventuelenabestellingen de gebruikte mallen 10 jaar te bewaren;daarna (of bij faillissement van de fabrikant) gaan de rechtenover op de gebouweigenaar.UitdagingenEen van de belangrijkste uitdagingen was de zich over 5 etagesuitstrekkende en met een glazen dak overdekte ruimte bouwfysischen installatietechnisch zo vorm te geven dat:• koudeval voorkomen wordt,• geen condensatie op grote oppervlaktes plaatsvindt;• de tentoongestelde artikelen optimaal beschermd wordentegen de zon;• geen storende geluidsemissies van de onder het gebouwdoorlopende verkeerstunnel in het gebouw terechtkomen.Voor de oplossing van dit vraagstuk werden door SchmidtReuter omvangrijke thermische en aerodynamische simulatiesalsmede beschaduwingsanalyses gemaakt. Op basis van deresultaten is het gelukt de gevels en de dakconstructie zo vormte geven dat ondanks de hoge ruimte, ook in de buurt van degevels, comfortabele omstandigheden heersen. Door de inzetvan convectoren op de eerste etage en op de begane grond isstorende koudeval en condensatievorming bij normale weersomstandighedenuitgesloten.De omhulling is gemaakt van een neutraal zonwerend glas. Eenextra bescherming van de tentoongestelde artikelen tegen hetlicht wordt gecreëerd door een tussen de dakspanten aangebrachtscherm. In totaal wordt hierdoor de door het buitenklimaatveroorzaakte koellast bij extreme zomers duidelijkgereduceerd. Het belangrijkste deel van de koelvraag wordthierdoor nu gebruikt voor het wegwerken van interne koellastenals verlichting en personen.Geluid en lichtOp basis van geluidsmetingen werd de gevel ter hoogte van deonder het gebouw doorlopende verkeerstunnel zo vorm gegeven,dat hier vanuit geen geluidshinder uitgaat, zelfs niet bij grotedrukte. De lichtsterkte bedraagt in het volledige winkelgebied1000 lx. Daarnaast zijn de verkoopgebieden met een continuedimbare verlichting voorzien. Als verlichting worden in hetwinkelgebied doorgaans hogedruk halogeenlampen (HIT/CDM-T)gebruikt. Deze worden gekenmerkt door een heldere en kleurechteweergave van kleuren.BrandvoorzieningenHet gebouw is ondanks de uitvoering met sprinklers bijnaoveral voorzien van rookmelders voor vroegtijdige brandherkenning.Bij rookdetectie worden naast de alarmering, de liftenen de omroepinstallatie ook de luchtafvoer-units aangestuurd.Hierbij wordt nabij de brand lucht en rook afgevoerd en eldersoverdruk gecreëerd om de vlucht- en reddingswegen rookvrijte houden. Als gevolg van de hoge temperaturen (bij brand)achter de glasgevel, worden rookafzuig-systemen geactiveerdwaarmee de afgezogen lucht tevens wordt gekoeld. Anderszouden de normale bedrijfstemperaturen van rookmeldersver worden overschreden bij het uitvallen van de klimaatinstallaties.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 13


Het projectWeltstadthaus (Wereldstad-warenhuis) Peek & CloppenburgOpdrachtgever: TIMARU GrundstücksverwaltungGmbH & Co. KGTotal Contractor: Hochtief Construction AG, EssenArchitect: Renzo Piano Building Workshop, Parijs / GenuaInstallatieadvies en -ontwerp: Schmidt Reuter Integrale Planungund Beratung, KeulenGegevens en benutting van het gebouwVerkoopoppervlakte: ca. 14.500 m 2Inhoud: ca. 121.000 m 3Techniekkosten: ca. 10 miljoen euroKelder: verkoop en deels technische ruimtesBegane grond t/m 3e verdieping: verkoop4e verdieping: opslagruimtes, kantoren, werkplaats5e verdieping: techniekruimte, elektra en glaskoepelTechnische gegevensElectrisch aansluitvermogen: 2.400 kVANoodstroom: 1.050 kVAKoelvermogen: 2.600 kWVerwarmingsvermogen: 2.400 kWVentilatiecapaciteit: 485.000 m 3 /hVentilatiecapaciteit verkoopgebied: 372.000 m 3 /h<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 14


Comfort, arbo en hygiënespeerpunten in de nieuwbouwvan de Intensive Care“<strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieurs kan zich uitstekend verplaatsen in onze ziekenhuisstructuur.Daarbij komt dat het bureau verder kijkt dan alleen de uitbreiding vanonze Intensive Care Unit (ICU), want zeker zo belangrijk is de impact ervan op onzegehele technische infrastructuur. Het betreft een complexe energievoorziening vaneen ziekenhuis dat 24 uur per dag in bedrijf is”, stelt Frans Goossens, coördinatorBouw en Ruimtelijke Ordening van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg.Tilburgse St. Elisabethziekenhuis beschikt medio2005 over 24 ‘state of theart’ Intensive Care kamersDe huidige ICU van het Brabantse topklinischeziekenhuis, dat in 1982 werd geopend,is dringend aan vervanging toe.De kamers voldoen niet aan de bouwmaatstavenvan het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningenen zijn feitelijk te kleinom erin te kunnen werken, ook al vanwegede technische ontwikkeling van medischeapparatuur. “Onze verpleegkundigen enartsen kunnen vaak nauwelijks uit devoeten, zo weinig ruimte is er beschikbaar.Daarbij kwamen de strengere Arbo-eisenten opzichte van twintig jaar geleden enduidelijk was dat we een oplossing moestenzoeken”, vertelt Berry van Hees, hoofdzorgeenheid ICU. En hoewel er momenteel24 bedden beschikbaar zijn, ontspon zichenkele jaren geleden de discussie over hoeom te gaan met de toenemende vraag aanIntensive Care-plaatsen.“Het St. Elisabeth ziekenhuis heeft vanwegezijn expertise met neurochirurgieeen zogeheten supraregionale functie, wekrijgen dus veel trauma patiënten uitandere delen van Brabant. Patiënten regelmatigmoeten weigeren en doorsturen naarandere ziekenhuizen met alle mogelijke(vervoers)risico’s, stuit elke medicus tegende borst.”V.l.n.r. Erik Lousberg, Victor Pastoor, Berry van Hees, Hans van Zon en Frans GoossensHuisvestingsplanVandaar dat de Raad van Bestuur vanhet Tilburgse ziekenhuis in 2001 hetlange termijn huisvestingsplan (LTHP)actualiseerde waarin de nieuwbouw vande Intensive Care op de eerste verdiepingcentraal stond. Tevens wordt op de beganegrond nieuwbouw gepleegd voor policardiologie, poli interne geneeskunde endagbehandeling interne geneeskunde.Eerder dit jaar startten de grondwerkzaamheden,volgens planning wordt deuitbreiding in april 2005 operationeel.De nieuwe Intensive Care beschikt dan overtwee units van acht Intensive Care kamersen een unit van acht Medium Care kamersdie ieder circa 23 m 2 tellen ten opzichtevan 15 m 2 in de oude situatie. Het zijnalle eenpersoonskamers en de patiëntenhebben uitzicht naar buiten, twee zakendie nog lang geen gemeengoed zijn opNederlandse Intensive Care afdelingen.De nieuwbouw beschikt bovendien overveel ruimere personeelskamers met buitenlichttoetredingen twee patio’s die familieledenen medisch personeel even weghalenuit de steriele medische omgeving.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 15


IC-verpleegkundige Hans van Zon is speciaalvrijgemaakt om namens de gebruikerde bouw van de nieuwe ICU te begeleiden.Hij inventariseerde de wensen van zijncollega’s en keek naar mogelijkhedenbinnen het gestelde budget. “Wij haddeneen aantal wensen en in een vroegstadium hebben we met <strong>Deerns</strong> gekekennaar de technische oplossingen. <strong>Deerns</strong>heeft ervaring met dergelijke projecten,wij wilden het wiel niet opnieuw uitvinden.Dat we elkaar konden ‘verstaan’is daarbij belangrijk.Een nadrukkelijke eis was meer ruimterondom de patiënt om te kunnen werkenzonder over de patiënt heen te hoevenhangen. Tijdens acute levensbedreigendesituaties moeten artsen en verpleegkundigensnel handelingen kunnen verrichten bij depatiënt zonder eerst apparatuur opzij temoeten schuiven. Daarom hebben we veeltijd en energie gestoken in de opstellingvan de grote hoeveelheid medische apparatuurdie nu eenmaal nodig is op eenIntensive Care.De oplossing is gevonden door gebruik temaken van de tweearmige Agila pendelwaaraan de medische apparatuur wordtbevestigd. Deze pendels hangen aan hetplafond waardoor er meer ruimte ontstaaten alles veel eenvoudiger schoon te houdenis daar in principe niets meer op de vloerhoeft te staan. Ook alle energievoorzieningenen medische gassen zijn opgenomenin die pendels.”Patiënt <strong>Data</strong> Management SysteemSpeciale aandacht verdienen ook de aansluitingenvoor een Patiënt <strong>Data</strong> ManagementSysteem (PDMS) die al in hetontwerp zijn opgenomen. Dit om er voorte kunnen zorgen dat de informatiestromenop een Intensive Care ook gedigitaliseerdkunnen worden, zoals röntgenfoto’s enlaboratoriumuitslagen die op de computeraan het bed van de patiënt kunnen wordenbekeken. Naar verwachting gaat informatietechnologieeen steeds grotere rolspelen in de ziekenhuiswereld, daarop isnu met vooruitziende blik geanticipeerd.ModelkamerOm ervoor te zorgen dat de nieuwe ICUoptimaal op de eisen van de tijd wordtafgestemd, is er voor de besluitvormingover de inrichting een proefruimte gemaaktin een locatie buiten het St. Elisabethziekenhuis. “Daarbij hebben we naarpraktische zaken gekeken als waar deprullenbak komt en op welke plek hetpatiëntenkastje het makkelijkst gepositioneerdkan worden.Daarnaast hebben we sinds kort op debestaande Intensive Care een ruimte verbouwdtot de exacte afmetingen van denieuwbouw en precies ingericht zoalsvolgens het ontwerp bedacht was. Op deproefkamer worden ook IC-patiënten behandeld.Zo hangt er de pendel zoals wedie straks in de nieuwbouw ook gaangebruiken, maar we letten scherp opzaken die in de dagelijkse praktijk tochminder handig zijn of geoptimaliseerdmoeten worden. Want als altijd: het kannog zo mooi bedacht zijn en op de tekeninglijkt het een prima oplossing, in eenhectische en volcontinu omgeving als eenIntensive Care moet het ook 24 uur perdag, zeven dagen in de week werken”,stellen Van Hees en Van Zon.LuchtbehandelingBehalve de uitvoerige zoektocht naar deoptimale pendel en de installatie daarvanheeft <strong>Deerns</strong> samen met de betrokkenenvan de Intensive Care veel tijd en energiegestoken in de wijze van luchtbehandeling.Adviseur Victor Pastoor: “Het spreektvoor zich dat infectiegevaar een behoorlijkrisico is op een dergelijke afdeling.We hebben een uitgebreide studie gedaanen de diverse mogelijkheden onderzochten getoetst aan de hand van richtlijnenvoor infectiepreventie. Na een interactievepresentatie afgelopen najaar is uiteindelijkgekozen voor bronisolatie, omdat depatiënt gezien wordt als de grootste bronvan (besmettelijke) infecties waartegen deomgeving beschermd moet worden. Allepatiëntenkamers staan op onderdruk tenopzichte van de gang, zodat verspreidingvan micro-organismen via de ventilatiebinnen de afdeling zoveel mogelijk wordtbeperkt. Vier van de vierentwintig kamerszijn bovendien uitgevoerd als gesluisdeisolatiekamers, dit zijn bedkamers diealleen via een sluis toegankelijk zijn. Dekamers staan op onderdruk ten opzichtevan de sluis en de sluis staat op onderdrukten opzichte van de gang. Bovendienis de nieuwe Intensive Care ingedeeld indrie afzonderlijke units. Mocht er bijvoorbeeldtoch een MRSA-bacterie ofSARS opduiken, dan kan een van de driecompartimenten afgesloten worden, zodatniet de hele afdeling gesloten moetworden.”Bedrijfszekerheid<strong>Deerns</strong> heeft behalve voor de uitbreidingvan de ICU ook advies uitgebracht overde totale infrastructuur van het St. Elisabethziekenhuis. Door een recente uitbreidingvan een aantal poliklinieken ende nieuwbouw van de ICU was het raadzaammet name de elektrotechnischeinfrastructuur onder de loep te nemen enverbeterpunten aan te reiken. Zowel vanwegebetrouwbaarheid, capaciteit alsfunctionele aspecten diende de huidigeelektrotechnische energievoorziening teworden geoptimaliseerd. BouwcoördinatorFrans Goossens spreekt van een duidelijketoegevoegde waarde van <strong>Deerns</strong>.“De uitbreiding van de ICU is het grootstebouwproject in de geschiedenis vanons ziekenhuis en heeft een gigantischeimpact op de huidige installaties. Daaromis het absolute noodzaak om het totalesysteem te bekijken en niet alleen in deafzonderlijke bouwdelen. Dit vraagt eenpro-actieve houding en het verder kijkendan de strikte grenzen van het project.Als laatste is een goede samenwerking encommunicatie met de andere bouwpartnersvan belang. Daarbij vind ik ook dat <strong>Deerns</strong>zich die rol prima heeft aangemeten, wantnog te vaak zijn bij bouwprojecten detechnische en bouwkundige adviezen nietvoldoende geïntegreerd. Dat is jammer,want de kracht ligt in de gezamenlijkheid,al in een vroeg stadium”, besluit Goossens.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 16


Stralingstemperaturen bij de onderzochte variantenToepassing overwogen bij nieuwbouw Jeroen Bosch ZiekenhuisVoor het nieuw te bouwen Jeroen Bosch Ziekenhuis te Den Bosch wordt overwogen omvoor de beddenkamers natuurlijke luchttoevoer en mechanische afvoer toe te passen incombinatie met betonkernactivering. De eis hierbij is dat het leidt tot een comfortabel enenergiezuinig binnenklimaat, met een goed thermisch comfort en een goede luchtkwaliteit.Hoge comforteisen mogelijk bijnatuurlijke luchttoevoerDoor middel van luchtstromings-simulatiesmet behulp van CFD is nagegaan welkewijze van natuurlijke luchttoevoer hetbeste comfort oplevert. Uit deze simulatiesblijkt dat natuurlijke luchttoevoer aanhoge comforteisen kan voldoen mitswordt uitgegaan van de juiste plaats envorm van luchttoevoer en -afvoer.Drie variantenOm het best regelbare comfort te bepalenzijn drie varianten voor luchttoevoer ineen beddenkamer onderzocht. De eerstevariant is een conventionele oplossing meteen ventilatierooster (dauerlüftung) bovenhet raam. Deze kan ook worden uitgevoerdin een drukgeregeld rooster zodat de volumestroomvrijwel constant blijft.Bij de tweede variant is er een smalle spleetvlak onder het plafond gemaakt voor eenoptimale inpassing van de natuurlijkeluchttoevoer. Deze spleet kan ook wordenuitgevoerd met een drukgeregeld rooster.Het voordeel hiervan is dat de inkomendeluchtstraal minder afbuigt door de kleinehoogte van de instroomopening. Bovendienwordt gebruik gemaakt van hetcoanda- of ‘kleef’-effect bij het plafond.Hierdoor blijft de luchtstraal relatief langbij het plafond en is er meer mogelijkheidom op te warmen, zeker bij toepassing vaneen verwarmd plafond.Bij de derde variant werd er een geleideschotaangebracht onder de instroomopeningmet drukgeregeld rooster. Van ditgeleideschot kunnen de inducerende eigenschappenworden geoptimaliseerd en hetschot kan ook verwarmd worden. Hierdoorwordt voorkomen dat de luchtstraalte snel naar beneden komt bij zeer koudweer. Een voordeel van een verwarmingselementonder de instroomopening is daarnaastdat er snel gereageerd kan wordenop wisselende buiten- en binnenomstandigheden(zon, geen zon, bezetting). Eenbeter gebruik van vrije koeling is daardoormogelijk. De temperatuur van vloer enplafond kunnen bovendien lager zijn.Met behulp van de CFD-simulaties is voornamelijkde werking van het ventilatiesysteemonderzocht in combinatie metvloer- en plafondverwarming. Hierbij werdduidelijk dat in de onderzochte kamer eengeleidingselement onder de toevoeropeningen een lineaire afvoer bij het plafond eengunstige invloed op het comfort hebben.Verwarmen van het geleidingselementheeft voordelen omdat hiermee de vloerenplafondtemperatuur lager kan blijvenen een betere regelbaarheid van de temperatuurmogelijk is. Het is wel een duurdereoplossing.Belemmerende factorenBij de verdere uitvoering van het systeemmoet nog wel rekening gehouden wordenmet belemmerende factoren voor de luchtstraalals gordijnen en verlichtingsarmaturen.Ook bewegende deuren en windhebben een verstorende invloed. Voor eenoptimaal systeem zal dan ook toetsing vandeze simulaties met proefkamermetingenmoeten plaatsvinden.Meer informatie over dit project:dr ir P.J.W. van den Engeltel. 070-395 75 00<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 17


Cliëntpanel levert boeiende discussie op over rol adviseursEen goede adviHoe ziet onze opdrachtgever de rol van de adviseur? Moetenwij meer procesmatig acteren? Is het belangrijk dat weeen bemiddelende rol gaan spelen of op de stoel van deopdrachtgever gaan zitten? Stelt de opdrachtgever prijsop een adviseur die gedurende de levenscyclus de prestatiesvan een gebouw/object toetst en zonodig verbetert? Velevragen passeerden de revue tijdens het <strong>Deerns</strong> cliëntpanel,dat in mei plaatsvond onder deskundige leiding van professorProf. Hans de Jonge leidt het cliëntpanel“De adviseur is op grond van zijn discipline bij uitstek geschiktals primair vormgever van het leef- en werkklimaat in gebouwen.Hij zou hand in hand met de bouwfysicus voorop moeten gaan inhet ontwerpen van de ombouwde ruimte. Hij heeft kennis vanmogelijkheden en beperkingen om de vier elementen aarde, water,lucht en vuur optimaal in te zetten. Op basis van het bouwfysischPvE kan een architect met functionele, organisatorische voorstellenkomen voor een passende omhulling.” Ruud Zorn (VU)Hans de Jonge. Een weergave.“Het gaat erom op het juiste moment kennis uit de mensen temobiliseren. Vragen stellen die de grenzen zichtbaar maken.Technische kennis hebben we zelf”, stelt Frank van Rijn, facilitymanagervan SRON (Space Research Organization of theNetherlands) als het gaat om de rol van de adviseur. “De meerwaardedie een adviseur bij een wetenschappelijke organisatiekan hebben is: op kritische momenten de juiste prikkels geven.Hierdoor kan hij bijvoorbeeld bij de vernieuwing van een cleanroom,een activiteit die wij niet dagelijks meemaken, het procestotaal goed laten verlopen.” “Als je als technicus verantwoordbezig bent moet je eraan wennen dat je moet communiceren metmensen die de taal niet spreken”, haakt Ruud Zorn, interimdirecteurhuisvesting van de VU in Amsterdam, in. “Je moet dusterug durven gaan naar de functionaliteit. Alleen jij begrijptwelke vragen je moet krijgen om goed te kunnen adviseren. Eenadviseur moet hier actief op inspelen en initiatief nemen.”Guus Brockmeier, directeur van NACO (Netherlands AirportConsultancy), vindt dat de meeste opdrachtgevers wel kundigzijn en vindt het juist zaak dat de adviseur kritisch naar het proceskijkt. Wim Matser, projectdirecteur bij Medisch Centrum JeroenBosch is dat met hem eens: “Met name opdrachtgevers moetenweten waar een gebouw aan moet voldoen; niet alleen nu, maarook over een langere periode. En hoe erin gewerkt moet worden.Ik geloof wel in werken met prestatie-eisen. Je moet deadviseur de opdracht geven om het beste voor je uit te zoeken.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 18


seur heeft niet altijd gelijkIk heb liever een kritische klantgerichte adviseur die voor mij uitzoektwelk product ik moet nemen en die contacten durft te leggen,dan een adviseur die niet durft te zeggen ‘Ik vind A beter dan B’.Goed communiceren is belangrijk voor een adviseur. Hij moethet vertrouwen geven dat er een oplossing komt.”Honorering of standaard?“Maar hoe zit dat, als de adviseur moeilijke vragen gaat stellen?Moet hij daarvoor gehonoreerd worden? Ga je er vanuit dat hijdat standaard doet? Of moet je in het begin de adviseur betalenvoor goede ideeën en creativiteit op uurbasis en leg je later hethonorarium vast?” legt de Jonge het panel voor. Zorn springtmeteen op deze vraag in: “Door randvoorwaarden kan je nietanders, maar ik denk dat het fout is om een adviseur primair ophonorarium te kiezen. Ik denk dat weinig huwelijken gestartzijn na uitvoerige onderhandelingen over het uitgiftepatroon. Jedoet dat kennelijk toch op een emotie van ‘daar heb ik wataan’. Maar er komt een moment waarop het te duur wordt enja, dan moet je afspraken gaan maken over het huishoudpotje.En ik denk dat je dàt dan in tweede instantie met een adviseurmoet doen. Het langdurige proces van een ziekenhuis kannatuurlijk behoorlijk in de papieren lopen als je eindeloos openstaatvoor het vrije gedachtegoed van de adviseur en dat over jeheen laat komen, maar ik denk dat er best een reden is om deslechte selectie op basis van de laagste in prijs er uit te gooien.”Arthur Laurey, vastgoedontwikkelaar bij Schiphol Real Estate,geeft aan dat ook zij in eerste instantie naar de capaciteiten vande adviseur kijken “Wij werken nu met <strong>Deerns</strong> samen bij eenkantoor in het hoogste segment. Niet elke adviseur kan dievraag invullen, dus dat beïnvloedt je selectieproces.’Geïntegreerde contractvormingIs geïntegreerde contractvorming slecht nieuws voor adviseurs?,vraagt de Jonge zich af. Brockmeier beaamt dat er veranderingenFrank van Rijn en Wim Matser“Een goede adviseur onderscheidt zich door ook ongevraagdeadviezen te leveren. Ik hoor graag wat ik nog meer zou moetenweten.” Arthur Laurey (Schiphol Real Estate)gaande zijn. “Je kunt best zeggen: kijk naar de hele levenscyclus,lever mij twintig jaar koude lucht en daar krijg je jaarlijks eenbepaald bedrag voor. Maar zoiets vergt een groot risico voor deadviseur. Misschien moet die zich dan maar beperken tot hetbeschrijven van de prestatie. Hoe geïntegreerder het aanbod, hoehoger de noodzaak voor een goede adviseur aan de inkoopkant.Als adviseur kan je de rol van de kapitaalkrachtige uitvoerendepartijen goed omschrijven. Profileer je maar als ‘dat kleine stukje’.”Matser geeft aan dat er in de zorgsector ook een omslag gaandeis. Kapitaallasten gaan onderdeel uitmaken van de totaleexploitatie. Het is een strategisch middel in de bedrijfsvoeringen concurrentiepositie die zorginstellingen binnenkort verwachtworden in te nemen. “De regelgeving maakt het ook mogelijk.Je ziet partijen, met name in de uitvoerende kant, die een energiecentraleneerzetten met vijftien jaar onderhoud en energie-inkooperbij. Door de omslag in financiering moet je de exploitatie numeer betrekken bij afwegingen in plaats van een strikte scheidingvan de investering. Veel initiatieven komen dan ook van uitvoerendepartijen.”Zorn denkt dat er in Nederland nog veel kan veranderen:“Laatst moesten we in hoog tempo veertig lineaire versnellersin Nederland erbij hebben. In China was dat waarschijnlijkcentraal geregeld en waren er identieke versnellers neergezet. InNederland doet elk ziekenhuis het op z’n eigen manier; het is<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 19


“De rol van de adviseur is afhankelijk van de aard van de opgave. De adviseur moet zowel in zijn aanbieding als tijdens contractonderhandelingenduidelijk aangeven welke diensten de opdrachtgever mag verwachten, maar tévens wat de adviseur van de opdrachtgeververwacht.” Guus Brockmeier (NACO)telkens een heel ander proces. Elke opdrachtgever is uniek, terwijler veel uitgekristalliseerde producten zo neer te zetten zijn.Maar dat gebeurt niet, kijk maar naar een MRI. Je hoeft het maareven te vragen aan iemand die dit al drie keer gedaan heeft …”DilemmaDan wordt het tijd een dilemma aan de kaak te stellen. <strong>Deerns</strong>wordt wel eens benaderd door uitvoerende partijen om mee tedenken in nieuwe concepten. Daar liggen soms enorme kansen.Als we incidenteel een advies geven, zou dat de onafhankelijkheidin gevaar brengen. Wij houden dan ook niet-projectgebondenproductontwikkeling af. Maar hoe zien onze opdrachtgevers dat?Guus Brockmeier (l) en Ruud ZornLaurey staat er niet defensief tegenover: “Ik zou zeggen: laatmaar zien en overtuig mij maar. Als je het de eerste opdrachtwaarmaakt, komt de tweede wel. Zorg dat je een goed productneerzet. Laat zien dat het een goed concept is. Er zijn veelandere beroepsgroepen waar ze lijntjes met andere partijen hebben.Dat hoeft voor mij geen belemmering te zijn. Wel belangrijkis de professionele invulling. Laat als <strong>Deerns</strong> zien dat datkan. Ik vind dat je anders innovatieve mogelijkheden laat liggen.“Evenals in de zorgsector wordt de bouwwereld belemmerddoor conservatisme en verzuiling in het doorvoeren van innovatieen het effectief realiseren van complexe projecten. Ook debouwwereld is gebaat bij ketenvorming. Zowel horizontaal metgeïntegreerde werkvormen tussen de ontwerpende partijen alsverticaal tussen adviseur, installateur en leverancier. De adviseurmoet zich opmaken voor een uitgebreider rollen- ensamenwerkingsrepertoire. Het ontbreekt nog aan voldoendeprikkels, maar grotere uitvoerende partijen maken zich al opvoor een nieuwe verdeling van de markt.” Wim Matser(Medisch Centrum Jeroen Bosch)<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 20


Als je mogelijkheden te snel buiten de deur houdt, mis je misschienook kansen.”Ook Matser kan het wel waarderen als je als adviseur meedoetaan innovatie-projecten: “Als <strong>Deerns</strong> steeds bewezen heeft degoede keuzes te maken en succesvol te zijn in projecten, zou ikdat wel toejuichen. Onafhankelijkheid is oké, maar het isbelangrijk dat de adviseur ook kritisch is en de markt goedkent. Je weet toch wel wat sterke en zwakke partners zijn. Deadviseur moet kunnen aangeven wat een goede optie is. Als jesuccesvolle samenwerkingen hebt en je niet voor eeuwig bindten goede producten levert, dan is het best een interessanteoptie. Denk aan het initiatief met verschillende partijen uit deketen om verpleeghuizen neer te zetten. Dat zijn vormen vaninnovatie waar de adviseur bij betrokken moet zijn; die kanbreedte in zo’n product aanleveren.”MeerwaardeVan Rijn gelooft niet in onafhankelijke adviseurs: “Als je metmeerdere innovaties bezig bent, laat je wél iets zien, namelijk datje je niet koppelt aan een bepaalde macht. Belangrijk blijft: watis je meerwaarde als adviseur? Ik word ook steeds gevraagd vooreen optimale situatie te zorgen, maar dat wordt ook beïnvloeddoor bijvoorbeeld beurzen; en dan niet alleen het product, maarook het verhaal dat erbij verteld wordt. Dat heeft iedereen.”Brockmeier staat er iets sceptischer tegenover: “De grens is hetkoppelen van je kennis aan een product. Met installateurs ofaannemers aanbieden is geen probleem. Maar expertise inzettenom een fabrikant te helpen met een product is moeilijk te verkopenwanneer je tevens over hetzelfde product moet adviseren.”V.l.n.r. Arthur Laurey, Frank van Rijn en Guus Brockmeier“Een advies van een ingenieursbureau is pas compleet als er eengebruiksinstructie, een onderhoudsinstructie en een garantiecertificaataan de klant is overgedragen.” Frank van Rijn (SRON)Risico’sTot slot praten we nog even over risico’s. Bij elk nieuw projectga je met elkaar een proces van onzekerheden in. De complexiteitvan projecten neemt toe. Je wilt innoveren. Hoe kijk je alsopdrachtgever dan aan tegen de risico’s in relatie tot het functionerenvan de adviseur? Iedereen is het er over eens dat deadviseur de risico’s inzichtelijk moet maken. De opdrachtgeverwil vooral weten waarover hij moet beslissen en wil daarbijgeholpen worden.Zorn wil daar nog wel iets aan toevoegen: “Een goede adviseurheeft niet altijd gelijk. Je moet profeten en planners onderscheiden.Profeten weten precies wat er gebeurt, dat is een unieke gave.Planners doen er alles aan om het beste te bereiken. Datzelfdegeldt voor een adviseur. Die doet zijn best om je te helpen,maar hij kan niet voorzien wat er gebeurt. Als je aan de eindstreepbent gekomen, ga je een borreltje drinken en zeg je ‘Erzijn toch een aantal dingen goed misgelopen’.”Dat is geen eindoordeel.Dan had je de risico’s zélf moeten nemen. Heeft deadviseur dit goed weten op te vangen en is hij niet weggelopenvoor de problemen, maar heeft hij goede nazorg verleend, dankun je tevreden zijn.”<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 21


BankshopRaadgevend Ingenieursbureau Boonstoppel nauw betrokkenbij ombouwen filialennieuw concept van ABN AMROHet betalingsverkeer is de laatste jaren drastisch gewijzigd. Pinpas en telebankierenhebben ‘ouderwetse’ vormen van betalingsverkeer zoals het aan de balie opnemen vangeld of schriftelijke overboekingen verdrongen. Klanten komen bijna alleen nog voorzaken als verzekeringen en hypotheken naar de bank. Reden voor ABN AMRO Bank omop de veranderde behoefte van de klant in te spelen met het nieuwe concept van deBankshop. Raadgevend Ingenieursbureau Boonstoppel is nauw betrokken bij de uitwerkingen de uitvoering van de plannen.Meer informatie over dit project:de heer P.J.G. van Drieltel. 024-383 <strong>11</strong> <strong>11</strong>De afgelopen jaren hebben in de organisatievan de ABN AMRO Bank al diverseaanpassingen plaatsgevonden om op deveranderde vraag – mede gestimuleerddoor de banken zelf - in te spelen. Deadministratieve werkzaamheden zijn verdergeautomatiseerd en gecentraliseerd doordatdeze taken bij de lokale banken zijnweggehaald. Het personeel bij de lokalebanken is daarnaast sterk teruggebracht;van gemiddeld 25 naar ca. 5 per filiaal.Voor handelingen met geld, het halen enbrengen, worden de klanten zoveel mogelijkmet geldautomaten bediend. Ook dewerkzaamheden aan deze geldautomaten,zoals het bijvullen, wordt steeds meer aanexterne waardetransporteurs uitbesteed.CombinatieHet nieuwe concept van de Bankshopsluit nauw aan op de veranderingen entoekomstige ontwikkelingen. Zoals de naamal aangeeft bestaan Bankshops uit eencombinatie van een bank en een winkel.Er kan geld worden gehaald, maar denadruk wordt gelegd op de winkelfunctie.ABN AMRO Bank is al zo’n twee jaarbezig met een grootscheepse renovatievan zijn kantorennetwerk. Van alle circa500 kantoren van de ABN AMRO Bankis of wordt onderzocht of deze inpasbaarzijn in het nieuwe concept. Dit houdt indat er bankkantoren worden gesloten,nieuwe locaties worden toegevoegd,maar dat de meeste kantoren wordenverbouwd tot Bankshops.De indeling van een Bankshop bestaat uiteen deel voor geldafgifte, de winkel ennevenruimtes voor het personeel, zoals eentoilet en een pantry. Het oude imago vanhet bankgebouw is veranderd door hetgebruik van veel hout, glas en dynamischeverlichting. Hout wordt toegepastvoorde vloer (parket) en de houten gevelwand,waar de geldautomaten in wordengeplaatst. Tevens wordt veel glas toegepast;de gehele voorgevel (met een glazenschuifdeur) als wanden van de spreekkamers.Het verlichtingsplan bestaat uitvaste en richtbare spots die de wanden enetalage-units aanlichten en veel verlichtingin de meubels zelf. Zo zijn meubels enfolderdisplays voorzien van accentverlichting.Gelijke uitstralingMet oog op de herkenbaarheid wordt ernaar gestreefd om iedere Bankshop inNederland een gelijke uitstraling te gevendoor overal dezelfde indeling en materialentoe te passen. Het moet niet uitmaken ofeen klant een Bankshop in Groningenbinnenstapt of in Vlissingen. De herkenbaarheidis zover doorgevoerd dat dewanden overal de zelfde kleur hebben,het zelfde plafond wordt toegepast endezelfde verlichting. Om zelfs na sluitingstijddezelfde uitstraling te houden,<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 22


wordt alle verlichting, zelfs die van dereclame en in de meubels in alle Bankshopsgelijktijdig geschakeld. Ook wordtvia een satellietkanaal van de ABNAMRO overal dezelfde muziek gedraaid.Voor verbouwingen naar een Bankshopzijn drie scenario’s opgezet, te weten eenBankshop zonder kas, met kas en eenzogenaamd 50% scenario.In een Bankshop locatie zonder kas zijnde geldhandelingen geheel overgenomendoor de geldautomaten. Met uitzonderingvan de geldautomaten, is in de Bankshopgeen geld aanwezig en kunnen geen geldhandelingenworden verricht.In een Bankshop locatie met kas is eenkasgebied aanwezig waar klanten dooreen medewerker van de ABN AMRO voorhun geldhandelingen worden geholpen.In de kasbalies wordt ook weer veelgebruik gemaakt van hout en fraaie verlichting.De 50% scenario’s zijn locaties waarminimaal aanpassingen aan het gebouwworden verricht, zoals alleen het plaatsenvan Bankshop meubels of een ander plafondmet het nieuwe verlichtingsconcept.Voor de uitwerking van het nieuwe concepten de verbouwingen van de bestaandekantoren is de hulp van RaadgevendIngenieursbureau Boonstoppel ingeschakeld.Dat zette met een multidisciplinairprojectteam het concept van de ABNAMRO om in een zeer gedetailleerdbouwkundig, werktuigkundig en elektrotechnischontwerp. Dit ontwerp is vastgelegdin het zogenaamde ‘Basisbestek’. Datbestaat uit de eisen voor de elektrotechnischeinstallaties zoals de aarding en deverlichting, de communicatie-installatiesals datacommunicatie en de muziekinstallatie,de beveiligingsinstallaties als deinbraak-, toegangscontrole- en de brandmeldinstallatie.Zeer gedetailleerdDit bestek is uitgewerkt in wandaanzichttekeningenwaarop exact staat aangegevenop welke hoogte de wandgoten metdaarin de wandcontactdozen en datacommunicatie-aansluitpunten,schappenvoor apparatuur etc. tegen de wandenmoeten worden aangebracht. Er zijn zelfsdetailtekeningen gemaakt hoe de luidsprekersboven de retourroosters van deventilatie in het systeemplafond wordenopgehangen.Middels de plattegronden, principeschema’s,aanzicht- en indelingstekeningenwordt zeer gedetailleerd aangegeven vanwie welke werkzaamheden worden verwacht,wie verantwoordelijk wordt gestelden wie behoort te coördineren. Ook ishet basisbestek niet alleen opgesteld voorprijsvorming maar tevens als handleidingvoor de montage op de bouw. Door degedetailleerde aanzichttekeningen is het<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 23


mogelijk om in alle filialen alles opdezelfde wijze te monteren. Bijkomendvoordeel is dat het personeel van de bankflexibel kan worden ingezet omdat hetcomputersysteem, de verlichting of hetinbraakalarm overal hetzelfde werkt en isgeplaatst.Het basisbestek wordt toegepast dooralle adviseurs en installateurs en overigepartijen in Nederland die betrokken zijnbij verbouwingen naar Bankshops.Boonstoppel is op dit moment bezig meteen nieuwe versie van het bestek waarinalle aanpassingen en uitbreidingen die deafgelopen twee jaar hebben plaatsgevondenworden verwerkt. Ook is de opzet gewijzigdzodat wijzigingen eenvoudiger door tevoeren en onder alle betrokken partijente verspreiden zijn. Alles is opgesplitst percomponent of onderdeel. Als voorbeeldkan de elektrische hoofdverdeler wordengenomen. Voor deze elektrische verdelerstaat de wijze van opbouw, de verdelingvan de automaten, de software van demini PLC en de relaisschakelingen (voorde verlichtingsschakelingen) geheel vast.Bij een wijziging van bijvoorbeeld overaléén component hoeft alleen deze paragraafte worden verspreid onder de betrokkenpartijen.UitvoeringVoor de uitvoering van de verbouwing isNederland verdeeld in diverse regio’s. Indeze regio’s is alles – van advies- tot deinstallatiewerkzaamheden – aanbesteed.Bij de aanbesteding is vastgelegd wie inde betreffende regio de coördinerendearchitect, adviseurs, de bouwkundigeaannemer en de installateurs zijn. Boonstoppelis betrokken bij de uitvoering vande Bankshops in de regio Amsterdam (allesboven het IJ tot Texel), de regio Rotterdam(onder het IJ tot de bovenste helft vanZeeland) en de regio Midden (van Goudatot ongeveer Veenendaal). Het gaat omeen kleine zestig Bankshops, waarvan almeer dan de helft gerealiseerd is.De coördinatie is heel nadrukkelijk bij deuitvoerende partijen neergelegd. De uitsplitsingdaarbij vindt op alle vakgebiedenplaats zodat voor een verbouwing meerdan 20 partijen betrokken zijn. De coördinerendarchitect wordt alleen verantwoordelijkgehouden voor de algemeneplanning. De elektrotechnische installateuris niet alleen verantwoordelijk voor zijnwerkzaamheden, maar ook dat het nutsbedrijfde aansluitingen in de meterkastvolgens planning verplaatsten hij draagtde zorg voor de coördinatie met de overigevaste leveranciers van de elektrotechnischesystemen (camerasysteem, muziekinstallatie,brandbeveiligingssysteem, inbraakbeveiligingssysteem).Het heeft tot gevolg dat de verbouwingvan een filiaal tot Bankshop in betrekkelijkkorte tijd kan worden gerealiseerd. In zestot zeven weken wordt een tijdelijke huisvestingof een geldkiosk (verplaatsbareunits die door heel Nederland verhuizen)geplaatst, worden de waardemiddelen uithet kantoor weggehaald, de bestaandeinrichting gedemonteerd, de nieuwe inrichtinggemonteerd, de technische installatiesaangebracht, de computersystemen omgebouwdmet bijbehorende infrastructuuren het nieuwe meubilair en de geldautomatengeplaatst.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 24


Van 19 t/m 22 september vond in het congrescentrum van de TU Eindhoven de jaarlijkse PLEA (Passive and Low Energy Architecture)Conferentie plaats. Bij dit internationale congres staat duurzaam bouwen centraal met onderwerpen als energiegebruik, ontwerpstrategieënen -tools, comfort, materialen en kennisoverdracht. <strong>Deerns</strong> leverde twee bijdragen in de vorm van een presentatie vanPeter van den Engel over hybride ventilatie in bestaande gebouwen en een presentatie door een TU-medewerkster over het afstudeerwerkvan Sabine Jansen over op het buitenklimaat aanpasbare gevels.Veel aandacht voor bouwfysische2 1 e i n t e r n a t i o n a l e P L E A C o n f e r e n t i e i n E i n d h o v e noptimalisatie van gevels en dakenHet bijzondere van het PLEA-congres isde diversiteit van thema’s en het feit dat hetstartpunt wordt bepaald door gebouwenen de gebouwde omgeving en niet directvanuit de techniek. Bezoekers waren metname architecten, onderzoekers en adviseurs.De presentatie van Peter van den Engelhad te maken met het onderzoek naarventilatiemogelijkheden van te renoverengebouwen. Daarbij wordt gekeken naareen combinatie van natuurlijk en mechanischventileren, waarbij het gebouwtegelijkertijd bouwfysisch wordt geoptimaliseerd.Eén van de projecten waar ditonderzocht is, is het ministerie van Landbouw,Natuurbeheer en Visserij. Hier is,in verband met vervuilde buitenlucht, uiteindelijkgekozen voor mechanische luchttoevoeren natuurlijke afvoer, waarbijgunstig gebruik gemaakt kon worden vande hoge ruimte en grote massa. De groteramen met veel koudeval worden vervangendoor dubbel glas.MonumentEén van de andere gebouwen die <strong>Deerns</strong>momenteel onderzoekt, is het LSOP, hetPolitie Onderwijs- en Kenniscentrum teApeldoorn. Aangezien dit een monumentbetreft, moet de oplossing aan de binnenzijdegezocht en aangebracht worden. Hierworden de ramen juist warm en spitst hetonderzoek zich toe op de warmteafvoer.Er wordt onderzocht hoe zo energiezuinigen comfortabel mogelijk koude lucht toegevoerdkan worden.Veel aandachtBouwfysische optimalisatie van gevels endaken kreeg tijdens dit congres veel aandacht.Startpunt van ontwerpen is debenutting van specifieke eigenschappenvan de locatie, zoals bezonning, windrichting,vochtigheid, groen en water,waarbij ook een aangenaam stedelijk binnenklimaatvan belang is. Ook de socialeen architectonische kwaliteiten van woonwijkenkomen hierbij aan de orde.Daarnaast werd er in Eindhoven veel informatieverstrekt over de simulatie vantweede huidfacades en klimaatgevels. Methet programma Fluent kan ook bezonningvan gevels worden gesimuleerd. <strong>Deerns</strong>maakt gebruik van CFD-simulatieresultatenover de dimensionering van zonneschoorstenen.Een andere ontwikkeling iseen gevel(deel)element waarbij nachtventilatie,basisluchttoevoer en een convectorop vloerniveau zijn geïntegreerd. Dit is algeëvalueerd voor de zomersituatie in hetnieuwe kantoor van een ventilatieroosterfabrikant.Voor de winter is nogeen extra aanpassing nodig in de vormvan een betere regeling. Bij evaluatie vannatuurlijke ventilatie wordt, naast CFDsimulaties,meer en meer gebruik gemaaktvan schaalmodellen met water of lucht.Een goed voorbeeld hiervan was de simulatievan natuurlijke ventilatie in een theaterof in een school van een Engelse universitaireonderzoeksgroep.WindturbinesSpectaculair is de toepassing van windturbinesin hoogbouw. Voor het nieuw tebouwen World Trade Centre in New Yorkis door een Engelse firma onderzocht watde toepassingsmogelijkheden zijn. Metwindturbines kan ongeveer de helft vanhet energiegebruik worden opgewekt. Opdit moment wordt een terugverdientijd vanzeven jaar verwacht.Peter van den Engel<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 25


Toepassing nieuwe voorschriften hoeft niet tot belemmeringen in ontwerpvrijheid te leidenVeilig gevelonderhoud via inpassingin ontwerpfase óf via plan van aanpakDe publicatie van het Document Gevelonderhoud heeft veel stofdoen opwaaien. Vele bestaande gebouwen mochten niet meerworden bewassen met de aanwezige voorzieningen. De eigenarenvan de gebouwen werden geconfronteerd met enorme kostenom hun gebouw geschikt te maken voor veilig onderhoud aan degevel. Bij nieuwbouw kan veel leed al tijdens de ontwerpfaseworden voorkomen door de inpassing van het Document Gevelonderhoudin het programma van eisen.Meer informatie over dit project:ing. R.A. van Seterstel. 070-395 75 48Om de eigenaren, maar ook de installateurs van gevelinstallaties,gelegenheid te geven om alle situaties en installaties aan te passenen te vervangen is met hen een overgangstermijn overeengekomendie in het Convenant Gevelonderhoud is verwoord. Na het verrichtenvan een risico-inventarisatie en het opstellen van een planvan aanpak kon een uitstel tot uiterlijk 2013 worden verkregen.Veel eigenaren en beheerders worden dus geconfronteerd metsituaties die moeten worden verbeterd. Een bestaand gebouwaanpassen kan aanzienlijke consequenties hebben, zowel quatechnische werkzaamheden als financiën. Maar ook bij het ontwerpenvan een gebouw zal rekening moeten worden gehoudenmet een goed uitvoerbaar gevelonderhoud.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 26


Programma van eisenOm als eigenaar of ontwikkelaar verzekerd te zijn van een veiliggevelonderhoud tijdens de gebruiksfase kan het Document Gevelonderhoudworden opgenomen in een plan van aanpak of hetprogramma van eisen alvorens het gebouw wordt ontworpen.Het Document is een opsomming van allerlei arbeidsmiddelenen voorzieningen die voor een bepaald, door de overheid (Arbeidsinspectie)geaccepteerd, veiligheidsniveau zorgt. De peilers waarophet ontwerp moet zijn gebaseerd kunnen grofweg wordenonderverdeeld in:• voorkomen van valgevaar / vallen van hoogte;• voorkomen van zware fysieke belastingen en ongunstige werkhoudingen;• voorkomen van beknelling en elektrocutie;• collectieve en structurele maatregelen gaan voor individueleen tijdelijke maatregelen.Allerlei middelenDe toepassing van de voorschriften hoeft niet tot een belemmeringin de ontwerpvrijheid te leiden. Er zijn allerlei middelen om dedakwagens onzichtbaar op te stellen. Hierbij valt te denken aanhet maken van een soort garage. Middels een wissel in het railtrajectkunnen dakwagens in midden van het dak worden opgesteldzodat deze vanaf straatniveauniet zichtbaar zijn. Het is zelfsmogelijk om de installatie eenonderdeel te laten worden van hetgebouw. Dat is het geval bij deinstallatie op de Rembrandt-torente Amsterdam, waar de installatieeen deel is van de antenne op hetgebouw. En bij het Lloyd’s gebouwin Londen benadrukken de gevelonderhoudinstallatieshet industriëlekarakter van het gebouw. Tijdens de gebruiksfase kan de werkbakvan de gondelinstallatie ook worden gebruikt door deschilder en monteur van de zonwering enzovoort. Inzet vantijdelijke werkbruggen of hoogwerkers is dan niet meer nodig.Het railtraject op het dak kan ook dienst doen als meelopendevalbeveiliging, zodat personen die werkzaamheden dicht bij dedakrand moeten verrichten zich aan de rail kunnen zekeren.De dakwagen van de gondelinstallatie kan geschikt wordengemaakt voor het verticaal transport van glaspanelen zodat geenmobiele hijskraan hoeft te worden gebruikt, wat bij hogeregebouwen zeker een aantrekkelijke overweging zal zijn.Uitgebreide inventarisatieHet aanpassen van bestaande gebouwen begint in de praktijkmet het maken van uitgebreide inventarisatie van de aanwezigesituatie. Het is belangrijk om de opname niet te beperken totaanwezige installatie(s). De toegangswegen naar de installatieen de omgeving van het gebouw (verkeer, water, spoorlijnen) zijnaspecten die minimaal even zwaar wegen als de installatie zelf.Zodra de tekortkomingen van de huidige situatie in kaart zijngebracht kunnen de aanpassingen inzichtelijk worden gemaakt.Afhankelijk van de bestaande situatie zullen de aanpassingenvariëren tussen gering (bijvoorbeeld verplaatsen van tegelpaden ofaanpassen van de installatie) tot aanzienlijk zoals het aanbrengenvan nieuwe installaties, waarbij bouwkundige aanpassingenveelal benodigd zijn. Hierbij valt te denken van het vervangenvan de dakdekking of het aanbrengen van extra constructieveverstevigingen.Voorbeelden:Kronenstede te AmstelveenHet bestaande kantoorgebouw Kronenstede te Amstelveen wordtgekenmerkt door een trapsgewijze opbouw en heeft dus diversedakniveaus. Tot recent had dit 55 meter hoge gebouw geen structurelegevelonderhoudvoorzieningen. In overleg met de eigenaaren beheerder is gekozen om te proberen of met één installatiealle gevels van het gehele gebouw kunnen worden bereikt. Ditzou inhouden dat een stationair opgestelde installatie met eentelescopisch uitgevoerde arm en een bereik van circa 26 metermoet worden toegepast. Dergelijke installaties geven uiteraardeen behoorlijke kracht op de onderliggende bouwkundige constructie.Het eigen gewicht van deze installaties bedraagt immersongeveer 27 ton.Om zekerheid te verkrijgen dat de installatie niet door het dakzou zakken is contact gezocht met de constructeur die tijdensde ontwerp- en realisatiefase van het gebouw betrokken was.Voordeel hiervan is dat deze bekend is met het gebouw en vaaknog over de originele tekeningen van het gebouw beschikt. Aande hand van de krachtenopgave van de tussentijds gekozeninstallateur bleek dat de dakconstructiealsmede de wanden van detechnische ruimte waar de installatiezou worden opgesteld, inderdaad tezwak waren. De oplossing werd gevondendoor het maken van eenonderframe waar de installatie opwordt geplaatst. Het onderframe zelfwordt middels een aantal kolommenop de onderliggende wanden vande liftschacht afgesteund, die welvoldoende draagkrachtig zijn. Met de gekozen kraaninstallatiekan de volledige omtrek van het gebouw worden bereikt.Hoewel de kosten van een dergelijke kraaninstallatie een veelvoudzijn van een reguliere dakwagen blijven de aanschafkostenrelatief beperkt omdat nu met één installatie kan worden volstaanin plaats van een veelvoud van installaties. Verder hoeftde eigenaar slechts één installatie te laten onderhouden en keurenwat een gunstig effect heeft op de exploitatie. Voor de gebruikersvan de installatie heeft dit het voordeel, dat zij niet telkens opeen andere installatie hoeven over te stappen.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 27


Oostplein te Rotterdam:Op dit kantoorgebouw in Rotterdam was een verrijdbare gevelwiestelaanwezig waaraan een gondel kon worden gekoppeld.Vanwege de vorm van het gebouw moest de gondel gedurendeéén wasbeurt van het gebouw maar liefst zeven keer wordenaan- en afgekoppeld. Doordat over de dakrand moest wordengehangen trad veelvuldig valgevaar op. Het aan- en afkoppelenvan de hijskabels zorgde ook voor zware fysieke belastingen.In overleg met de eigenaar en beheerder is ervoor gekozen omdeze installatie te verwijderen en het gebouw te voorzien vannieuwe installaties. Bij twee van de drie aangebrachte installatiesis het nieuwe railtraject aangebracht op de bestaande poeren.Hierdoor hoefden er geen dakuitsnijdingen gemaakt te worden.De derde installatie is voorzien van een vrij opgelegde railbaan.Om de drukvastheid van de bestaande dakisolatie niet te overschrijdenis de onderlinge afstand tussen de betonsloffen gehalveerdzodat de drukverdeling per betonslof uiteindelijk veel lagerwas. Om zekerheid te verkrijgen dat de dakconstructie voldoendesterk was voor het opnemen van de krachten doornieuwe installaties is ook hier contact gezocht met de constructeurdie bij de ontwerp- en realisatiefase van het gebouwbetrokken was. Aan de hand van de krachtenopgave van detussentijds gekozen installateur bleek dat de dakconstructieinderdaad voldoende sterk was. Vooraf waren de plannen aande gemeente kenbaar gemaakt en ter beoordeling aangereikt.Op verzoek van de bouwinspecteur zijn de door de installateuren constructeur uitgevoerde berekeningen en opgestelde tekeningennog wel ter controle aangeboden aan Bouw- en WoningToezicht van de betreffende gemeente.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 28


<strong>Deerns</strong> begeleidt bij opstellen bestek en veilingprotocollenHoge besparingen mogelijk metelektronisch veilenVolgens de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnenzijn e-veilingen toegestaan.Deelnemende bedrijven hebben daarmeede mogelijkheid om zichzelf te verbeterenIn het bedrijfsleven worden e-veilingen almet de regelmaat van de klok toegepast.Het toepassen van e-veilingen vindt in depublieke sector nog beduidend minder vaakplaats dan in het bedrijfsleven. Eén van devoornaamste oorzaken hiervan ligt in deEuropese aanbestedingsrichtlijnen. Hierinstond tot voor kort dat een aanbieder– uitzonderingsgevallen daargelaten – maaréén keer een prijs mag uitbrengen. In denieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen,die sinds 31 maart 2004 goedgekeurd zijnin Brussel, is de mogelijkheid tot het uitvoerenvan een e-veiling opgenomen.Beoordeling op kwaliteit voorafBij e-veilingen zijn de inspanningen er opgericht om ook de inschrijving op en gunningvan een werk of dienst elektronischuit te voeren. <strong>Deerns</strong> helpt de opdrachtgevermet het bepalen van de voor de uitbestedendedienst passende criteria enbijbehorende weegfactoren en verwerktdeze in de aanbestedingssoftware.Inschrijvers brengen via internet hun informatiein waarbij de software wordt ingezetom deze informatie te beoordelen. Aansluitendis het mogelijk om door middelvan een e-veiling tot prijsbepaling over tegaan. Voor deze veiling start, is het beoordelingsprocesop kwaliteit en organisatievolledig uitgevoerd. Partijen die uitgenodigdworden om deel te nemen aan de veilingontvangen voor de start van de veilinghet resultaat van de uitgevoerde beoordelingop de overige gunningscriteria, dewiskundige veilingformule en het gewichtvan de criteria.De gangbare marktprijs wordt van tevorenberekend en is bepalend voor het startbod.Na het startbod staat het systeem eenbeperkte tijd open en kunnen de deelnemersaan de veiling – die elkaars identiteit nietkennen – een bod doen. Er wordt vantevoren een minimum waarde afgesproken,waarmee het bod mag zakken.Transparantie en objectiviteitAan de hand van de formule berekent desoftware na elk laatste bod de klasseringvan de afzonderlijke deelnemers. Naafloop van deze veiling kan de softwaredoor middel van de ingevoerde kostenformuleeen advies uitbrengen over deinschrijver die in aanmerking komt voorgunning van de opdracht. De beste prijskwaliteitverhoudingwint dus.Aan elektronisch aanbesteden wordt invergelijking tot traditioneel aanbestedeneen grotere mate van transparantie enobjectiviteit toegeschreven. Voorwaardenzijn echter wel dat de aanpak van de aanbestedinghet protocol, de gedragsregelsen het bestek goed zijn gedefinieerd.BesparingenAls onafhankelijke partij is <strong>Deerns</strong> de idealepartner om het totale elektronische aanbestedingsprocesvan het opstellen van hetbestek tot de uiteindelijke contractvormingte begeleiden.Op deze manier zijn besparingen van 40%behaald en de partijen waren alle tevredenover de gang van zaken.in hun prijsstelling, dit in tegenstelling toteen traditionele aanbesteding.Meer informatie over dit project:K. Meuldijktel. 070-395 75 20<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 29


Aanbestedingsbarometerhelpt opdrachtgeversBij verkrijgen beter inzicht in marktbewegingenDe markt voor technische installaties is al een paar jaarvan slag. Keer op keer vallen aanbestedingen lager uit danverwacht. Om opdrachtgevers en adviseurs een beter inzichtin de marktbewegingen te geven, houdt de afdeling Beheer& Kostenmanagement al geruime tijd de zogenaamde aanbestedingsbarometerbij.Meer informatie over dit project:ir G.A.F.G. Müllertel. 070-395 76 06Wat is de aanbestedingsbarometer? In een centrale databasezijn de aanbestedingsresultaten van een groot aantal projectenvan de afgelopen vier jaar opgeslagen. Het gaat daarbij zowelom de hoogte van de verschillende inschrijvingen als ook dehoogte van de directiebegroting en de uiteindelijke gunning.Door deze met elkaar te vergelijken en in de tijd uiteen te zetten,kan een duidelijk inzicht in de trend en spreiding van demarktwerking worden verkregen. Dit kwantitatieve beeld wordtverder aangevuld met interviews met adviseurs en projectleidersdie door de vele aanbestedingen waarbij zij zijn betrokken hetbeeld kunnen completeren met een kwalitatieve beschouwing.Elk kwartaal wordt een factsheet opgesteld waarop door middelvan grafieken en kwalitatieve beschouwingen het beeld van demarkt wordt bijgesteld aan de hand van de meest recente aanbestedingen.De aanbestedingsbarometer dient als hulpmiddel om bij nieuweaanbestedingen de opdrachtgever vooraf te informeren over demogelijke spreiding van het aanbestedingsresultaat.<strong>Deerns</strong> kostenkenniscentrum: continue ontwikkeling van kostenkennisPercentage gunning ten opzichte van directiebegroting W, n=38In memoriamEind vorige maand is ing. J. Slotboom op 41-jarige leeftijdonverwacht overleden. Jan Slotboom was werkzaam bij RaadgevendIngenieursbureau Boonstoppel BV vanaf de oprichtinghiervan tot het samengaan met <strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieursbv per 2001. Hij heeft in die tien jaar in sterke mate bijgedragenaan de ontwikkeling van dit bureau tot een bloeiende organisatiemet 25 medewerkers. Vanaf 1 januari 2001 tot 1 mei jongstledenwas Jan Vestigingsdirecteur en Senior Adviseur in het <strong>Deerns</strong>kantoorNijmegen. Op die datum verliet hij ons bureau om zelfeen installatie-adviesbureau te beginnen, waarmee hij zijn relatiemet <strong>Deerns</strong> beëindigde.Wij zijn diep geschokt door Jans plotselinge overlijden.Kort geleden is drs J.W.M. Simons, oud-lid van de Raad vanAdvies van de <strong>Deerns</strong> Groep, na een korte ziekte overleden.John Simons had een lange loopbaan achter zich in de vastgoedwereld;hij was ondermeer voorzitter van de Raad vanBestuur van Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Wij herinnerenons John Simons als een daadkrachtig en recht-door-zee adviseur,wiens te vroege overlijden wij ten zeerste betreuren.Jan Karel Mak, algemeen directeur<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 30


<strong>Deerns</strong> kijkt vooruit naar gevolgenvan aanscherping EPC woningbouwDe aanscherping van de EPC woningbouw naar 0,8 zal in juli 2006 van krachtworden. Over de mogelijkheden om dit te realiseren, houdt <strong>Deerns</strong> op 18november een symposium. Onder de titel ‘Efficiënt bouwen en aanbestedenmet een EPC van 0,8’ wordt vanuit verschillende invalshoeken gekeken naar deuitdaging om energie-efficiënt te bouwen.Wat betekent de aanscherping van deEPC woningbouw voor de woningen? Deervaring met huidige projecten waar eenverbetering van de energie-efficiëntie met20% of meer een rol speelt, leert dat erheel wat uit de kast gehaald moet wordenom zo’n besparing te bereiken. Bovendienlevert een verbeterde energie-efficiëntie nietautomatisch een comfortabelere woning op.Om over de kosten nog maar te zwijgen.Welke stappen?Maar, hoe kom je tot de juiste beslissingen,en welke stappen moet je nemen om zo’nvoorziening van de grond (eigenlijk: in degrond!) te krijgen en hoe regel je dat financieel?Hoe voorkom je dat door alle extrabesluitvorming de planning uitloopt, hetbudget overschreden wordt en de bewonersuiteindelijk niet tevreden zijn over hunwoning? <strong>Deerns</strong> organiseert daarom hetsymposium ‘Efficiënt bouwen en aanbestedenmet een EPC van 0,8’. Een aantalprojectontwikkelaars en woningbouwcorporatiesis de afgelopen periode met succesde uitdaging van energie-efficiënt bouwenaangegaan. Dit heeft geleid tot een aantalsuccesvolle projecten. <strong>Deerns</strong> laat een tweetalsprekers van deze voorop lopendebedrijven aan het woord, waarbij zij verschillendekenmerkende aspecten van hunontwerp- en bouwproces bij deze bijzonderebouwprojecten toelichten. Tevensbesteden wij aandacht aan financieringen organisatie.Een substantieel hogere energie-efficiëntiekan worden gerealiseerd door de warmtevraagverder terug te dringen. Verdereverbetering van de isolatie is niet ergeffectief, en lang niet iedereen is gecharmeerdvan het toepassen van gebalanceerdeventilatie om de warmtevraagte beperken. Blijft over het opwekkenvan warmte met duurzame energie. Bijvoorbeeldmet een zonneboiler, of andersverwarmen met een hoger rendement. Dewarmtepomp met zijn rendement, dateen factor 1,5 hoger ligt dan van de bestegasketel, biedt daarvoor voor de nabijetoekomst eigenlijk als enige een serieuzemogelijkheid. Uitgaande van een warmtepompzal een energie-infrastructuur voorde distributie van (bron)warmte daaromeen steeds grotere rol gaan spelen.Symposium ‘Efficiënt bouwen en aanbesteden meteen EPC van 0,8’ op 18 novemberHet programma is als volgt:14.00-14.30 Ontvangst14.30-14.35 Welkom door de dagvoorzitter, de heer ir F.H. Bulk14.35-14.45 Inleidingde heer ir J.K. Mak, directeur <strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieurs14.45-15.15 Duurzame energievoorziening met hoge besparing bij Oosterdokseilandde heer ing. J. van ’t Westeinde, adviseur MAB BV15.15-15.45 Energie uit zeewater voor de Scheveningse woonwijk Duindorpde heer ing.A.Th. van den Bor, projectmanager Ceres projecten15.45-16.00 Pauze16.00-16.30 Financiering en subsidiemogelijkheden van een energievoorzieningde heer drs J. Kanselaar, senior adviseur HB Inventure16.30-17.00 Organisatie van het ontwerp- en bouwprocesde heer ir P.A.L. Stoelinga, sr adviseur <strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieurs17.00-17.30 Vragen en discussie olv de dagvoorzitter17.30-18.30 Afsluitende borrelWilt u dit symposium bijwonen, stuur dan een mail naar contact@deerns.nl.Ter bevestiging krijgt u de uitnodiging en routebeschrijving toegestuurd.<strong>Deerns</strong><strong>Data</strong> 31


Colofon<strong>Deerns</strong> <strong>Data</strong> is een uitgave van<strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieursFleminglaan 10,Postbus 12<strong>11</strong>2280 CE RijswijkTelefoon: 070-395 74 00Fax: 070-319 10 71<strong>Deerns</strong> GroningenTelefoon: 050-312 45 41<strong>Deerns</strong> MaastrichtTelefoon: 043-363 92 92<strong>Deerns</strong> EindhovenTelefoon: 040-296 76 80<strong>Deerns</strong> NijmegenTelefoon: 024-383 <strong>11</strong> <strong>11</strong>www.deerns.nlConcept en productie:Van Zandbeek corporate communicatieHoofdredactie:Sjoerd Hora SiccamaEindredactie:André van den HulMarieke GoossensJoyce RiekerkRedactie:Melanie BloemXavier CrollaPierre van DrielPeter van den EngelAad HofstedeLeo LangendoenJan Karel MakKoert MeuldijkGeorge MüllerVictor PastoorCor PropHuub van RooijRudi van SetersBoonstoppel wordt officieel<strong>Deerns</strong>Sinds januari 2001 is Raadgevend IngenieursbureauBoonstoppel B.V. onderdeelvan <strong>Deerns</strong>. De overname draagt bij aande landelijke spreiding van activiteitenvan <strong>Deerns</strong>. Inmiddels zijn de bedrijven zomet elkaar vergroeid, dat deze Nijmeegsevestiging binnenkort alleen nog zal opererenonder de naam <strong>Deerns</strong> raadgevendeingenieurs bv.De activiteiten en werkwijze van Boonstoppelliggen op vergelijkbaar vlak metdie van <strong>Deerns</strong>. Met zijn ruime ervaringop het gebied van gezondheidszorg, utiliteitsbouwen laboratoria en de hogekwaliteit van dienstverlening had Boonstoppelde juiste bagage om <strong>Deerns</strong> in hetoosten van het land te versterken. In deloop der jaren zijn beide bedrijven quawerkwijze en marktbenadering steeds meernaar elkaar toe gegroeid en opererenmedewerkers van Boonstoppel steeds vakerin opdrachten van <strong>Deerns</strong>.Eén noemerOok onze relaties zijn vertrouwd geraaktmet het feit dat Boonstoppel onderdeel isvan <strong>Deerns</strong>.De tijd is dan ook aangebroken omonder één naam verder te gaan. De naamBoonstoppel zal per 1 januari 2005verdwijnen en de vestiging aan hetToernooiveld zal verder gaan onder denaam <strong>Deerns</strong> raadgevende ingenieurs bv.Met de naamswijziging verandert alleende naam. Het u bekende Nijmeegse teamen hun dienstverlening blijven zoals u diegewend bent, met een ontwerpfilosofiewaarin wij geloven in logische en eenvoudigeoplossingen, die leiden totfunctionele, goed te beheren, energie- enmilieubewuste installaties.Ontwerp engrafische vormgeving:Ten Bosch designFotografie:NFP Photography, <strong>Deerns</strong>, Mark BloemBladmanagement:André van den Hul, Marieke GoossensDruk:Drukkerij Offset Service bvNiets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming vande uitgever worden overgenomen of vermenigvuldigd.Onze vestiging Nijmegen adviseerde recentelijk voor onder andere het Gymnasion en hetHigh Field Magnet Laboratory te Nijmegen, Zorgcentrum Driezorg te Zwolle, NoorderdierenparkEmmen, ABN Amro, Hotel de Wereld en Louis Vuitton te Amsterdam.Opmerking: het project Hotel De Wereld is wel ontworpen maar nog niet uitgevoerd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!