12.07.2015 Views

Tussenresultatenboek - Rijkswaterstaat

Tussenresultatenboek - Rijkswaterstaat

Tussenresultatenboek - Rijkswaterstaat

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De Nederlandse vaarwegen beter benutDe tussenresultaten van het programmaImpuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen (IDVV)Juli 2012


ColofonEindredactie Wendy Batist en Goriska van CootenRedactie Marguerite RuysFotografie Marco ReeuwijkVormgeving KlasseOntwerpDrukwerk BDUOplage 2.000 exemplaren2


Beter benutten van de vaarwegenVoor u ligt het tussenresultatenboek van het programma Impuls DynamischVerkeersmanagement Vaarwegen (IDVV). In dit project werken overheid,bedrijfsleven, kennisinstituten en marktpartijen samen aan het beterbenutten van de vaarwegen in Nederland.Nederland is hét Europese knooppunt vantransport over water. De Nederlandse vaarwegenbehoren tot de drukste ter wereld. Nederland als'Gateway to Europe' is cruciaal voor de groei vande economie. Het is belangrijk om deze krachtigepositie te behouden en verder te ontwikkelen.In een deltaland als het onze bieden vaarwegendaarbij de meeste ruimte. Met de aanleg vande tweede Maasvlakte ontstaat nog een grotereuitdaging om alle netwerken (weg, water enspoor) beter te benutten.InitiatiefnemerHet ministerie van Infrastructuur en Milieuheeft in nauwe samenwerking met partnersin de logistieke keten een maatregelenpakketopgesteld om de verwachte forse groei van debinnenvaart aan te kunnen. De Ministerraad van4 juni 2010 heeft met het maatregelenpakketImpuls Dynamisch VerkeersmanagementVaarwegen (IDVV) ingestemd. Het programmaIDVV is opgenomen in het MeerjarenprogrammaInfrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).<strong>Rijkswaterstaat</strong> zoekt als initiatiefnemer vandit programma de samenwerking om metandere vaarwegbeheerders, vervoerders,verladers, havens en terminals de ‘rivier vaninformatie’ te optimaliseren. Het doel is datde binnenvaart een duurzaam en aantrekkelijkalternatief vormt voor het goederenvervoerover de weg.ImpulsHet IDVV heeft vier doelstellingen (zie afbeeldingop pagina 9) waaraan we vanuit drie sporenwerken. Spoor 1 is gericht op verbetering vande rol van <strong>Rijkswaterstaat</strong> als vaarwegbeheerder.Spoor 2 is gericht op betere informatie-uitwisselingtussen overheid en markt. Spoor 3 gaat overkennisontwikkeling gericht op het vervoeren vande groeiende hoeveelheid goederen in detoekomst. De sporen zijn opgesplitst in twaalfmaatregelen, die in deze brochure nader zijnbeschreven en toegelicht.Pieter van Ginneken en Goriska van Cooten5


Doelstellingen IDVVVoorspelbare reistijden(spoor 1)Een deel van het programma besteden we aan hetoptimaliseren van de uitvoering van de taken van<strong>Rijkswaterstaat</strong>. In haar rol van vaarwegbeheerderwerkt <strong>Rijkswaterstaat</strong> aan het verbeteren van deinformatie over de actuele situatie bij sluizen enbruggen, zodat vaarweggebruikers hun vaarplan inde toekomst nog beter kunnen managen.Om de rol van vaarwegbeheerder ook in de toekomstzorgvuldig en efficiënt uit te voeren, werkt <strong>Rijkswaterstaat</strong>aan de Verkeersmanagementcentrale van Morgen.Deze centrale draagt bij aan een optimale, veilige enefficiënte dienstverlening op corridorniveau. Het doel isdat vaarweggebruikers op hun hele route beter wordenbegeleid en bediend. We brengen met spoor 1 van hetIDVV dus ook ons eigen huis op orde.Verbetering informatief proces(sporen 1 en 2)Een verlader kan op basis van goede informatie eenjuiste keuze maken tussen vervoer over de weg, hetspoor of de binnenvaart. Goede informatie bevorderteen optimale afwikkeling van de goederenstromen.Met de maatregelen binnen spoor 2 van het programmafaciliteren we de verwachte toename van degoederenstromen via de binnenvaart. We brengen deinformatie-uitwisseling tussen de verschillende partijen(terminals, overheid, havenbedrijven, etc.) op orde.Als gevolg hiervan zullen informatiediensten wordenontwikkeld die het logistieke proces ondersteunen.Aantrekkelijke binnenvaartpropositie(sporen 2 en 3)Er is kennis nodig om de binnenvaart verder teontwikkelen zodat zij ook in de toekomst met haardienstverlening de markt een aantrekkelijk aanbodbiedt. In het onderzoeksprogramma van spoor 3bekijken we wat in de toekomst nodig is om de groeivan het vervoer van goederen over water mogelijk enaantrekkelijker te maken.Nieuwe logistieke concepten(spoor 3)Het vervoer per binnenvaart biedt mogelijkheden omde groei in mobiliteit van goederen en verschuivingvan de modal split op te vangen. Tegelijkertijd biedtde binnenvaart kansen voor een duurzamere logistiek.Voor het realiseren van groei en een sterkere rol vande binnenvaart zijn diverse maatregelen nodig. Steedsmeer dringt het besef door dat fysieke maatregelenalleen niet meer toereikend zijn om de internationaleconcurrentiepositie en de bereikbaarheid blijvend teverbeteren.8


Binnen spoor 1 van het programma IDVV voeren we projecten uit waarin de rol van <strong>Rijkswaterstaat</strong>als vaarwegbeheerder centraal staat. We brengen ‘de basis op orde’. De nautische medewerkers van<strong>Rijkswaterstaat</strong>, zowel die op de wal als op patrouillevaartuigen, worden van meer informatie voorzien.Met actuelere informatie over positie, lading en geplande route van schepen kunnen zij hun werk beterSPOOR 1uitvoeren. En zij kunnen de vaarweggebruiker informeren over de actuele situatie bij sluizen en bruggen,zodat zij hun vaarplan beter kunnen managen.11 SPOOR 1 DE BASIS OP ORDE


M1 Verkeersmanagement Ondersteuningvoor de Scheepvaart (VOS)IDVV-ambassadeur Hans van der Togt,directeur <strong>Rijkswaterstaat</strong>Met VOS kunnen we de scheepvaart efficiënter bedienen.Contactgegevenskarin.de.jong@rws.nlerik.ferkranus@rws.nlBetrokken partijen<strong>Rijkswaterstaat</strong>Externe partij zomer 2012 bekend12


Verkeersmanagement Ondersteuning voor de Scheepvaart (VOS) is het nieuwe informatie- en volgsysteemvoor de vaarwegen. In VOS worden reis- en ladinggegevens met actuele positiegegevens van schepenM1afkomstig van AIS gecombineerd. Dit verbetert de kwaliteit van de gegevens. VOS maakt nieuweontwikkelingen zoals corridormanagement en trajectplanning mogelijk waardoor we de vaarweggebruikersin de toekomst nog beter van dienst kunnen zijn. VOS vervangt het technisch verouderde IVS90.Minstens zo belangrijk is dat VOS een robuuste basis is voor verkeersmanagement in de toekomst.In mei 2012 hebben we de opdracht voor Traject Ivan de bouw van VOS in de markt gezet. Dit traject isgericht op een stabiel, toekomstvast basissysteem,waarin de functionaliteit van IVS90 (het InformatieenVolgsysteem voor de Scheepvaart) is verankerd.In Traject I wordt ook een koppeling met AIS gemaakt.Zo kan IVS90 worden vervangen en verbetert VOS dekwaliteit van de informatie. Bovendien vormt het debasis voor de projecten Informatiediensten op Schepen(IDoS) en de Verkeersmanagementcentrale van Morgen(VCM). Uiteraard realiseren we VOS in nauw overlegmet de operationele medewerkers van <strong>Rijkswaterstaat</strong>die er in de toekomst mee gaan werken.Traject I testen we eind 2013 op enkele locaties. Opdit moment onderzoeken we waar dit het beste kanplaatsvinden. In ieder geval op locaties waar voldoenderuimte is om tijdelijk andere apparatuur te plaatsen.Ook moeten die locaties een goede afspiegeling zijnvoor locaties waar VOS komt te draaien.Als het systeem voldoet en is geaccepteerd, wordthet in 2014 ingevoerd op alle circa 120 objectenwaar nu IVS90 draait. <strong>Rijkswaterstaat</strong> stelt hetsysteem ook beschikbaar aan andere (huidige) IVS90-gebruikers, zoals provincies, waterschappen en havenbedrijven.Zodra de operationele organisatie VOSheeft geaccepteerd, gaat het oude IVS90 uit de lucht.We verwachten dat dit eind 2014 gebeurt.Toevoeging nieuwe functionaliteitenin Traject IIParallel aan Traject I werken we in Traject II de nieuwefunctionaliteiten uit. Bijvoorbeeld geautomatiseerdebrug- en sluisplanning, geactualiseerde verkeersbeeldenof betere gebruikersschermen. Wanneer de uitwerkingvan deze nieuwe functionaliteiten klaar is en hetbestuur van <strong>Rijkswaterstaat</strong> ze heeft goedgekeurd,kunnen we starten met de bouw. De nieuwe functiesworden dan stapsgewijs aan VOS toegevoegd.Zodoende is VOS Traject II eind 2015 klaar. Het isdan een basis voor toekomstige ontwikkelingen ophet gebied van corridormanagement.13 VERKEERSMANAGEMENT ONDERSTEUNING VOOR DE SCHEEPVAART


M2 Informatiediensten op Schepen (IDoS)Patrick Loggen | Kores WoutersMet IDoS maken we het werk van de nautische medewerkersvan <strong>Rijkswaterstaat</strong> eenvoudiger.Patrick Loggen en Kores WoutersContactgegevenspatrick.loggen@rws.nlkores.wouters@rws.nlBetrokken partijen<strong>Rijkswaterstaat</strong>TechnolutionSogetiKPN14


Het zijn onder meer de mobiele verkeersleiders op de patrouillevaartuigen van <strong>Rijkswaterstaat</strong>, dieverkeersmanagement op de binnenwateren en in het kustgebied uitvoeren. Zij moeten daarvoorM2beschikken over actuele verkeers- en vervoersinformatie. Met het project Informatiediensten op Schepen(IDoS) brengen we deze informatie aan boord. Daarnaast maakt IDoS de registratie van relevantegegevens aan boord vollediger, minder foutgevoelig en minder arbeidsintensief.Voor hun informatievoorziening zijn de schepen sterkafhankelijk van mobiele netwerken. Met IDoS bouwenwe een informatiesysteem dat slim gebruik maakt vandeze netwerken. Zo krijgen schepen alleen de gegevensover hun ‘interessegebied’ van de wal aangeleverd. Ditvoorkomt dat de verbinding dichtslibt met informatiedie niet echt nodig is. Deze gegevens worden daarnaup-to-date gehouden met de wal door middel vansynchronisatie.Aan boord wordt de informatie getoond in eenGeografisch Informatie Systeem. De gegevens uit deboordsensoren worden hieraan toegevoegd. IDoSmaakt daarbij onderscheid tussen de verschillendeverkeersmanagementtaken: handhaving, verkeersordening,verkeersbegeleiding en incidentmanagement.Zo presenteert IDoS alleen de gegevens die voor debetreffende taak toegestaan en nodig zijn.De gebruiker aan boord kan de informatie vervolgenseenvoudig met zijn eigen waarnemingen en activiteitenaanvullen, en met een eenvoudige (muis)handelingin zijn Digitaal Journaal registreren. Het aantal noodzakelijkehandelingen en de kans op fouten neemtdaardoor af. Hiervoor passen we de huidige DigitaalJournaalapplicatie zo aan dat deze lokaal aan boorddraait en door middel van synchronisatie met decentrale database aan wal in lijn wordt gehouden.Hoewel IDoS zo onafhankelijk mogelijk wordt vande mobiele netwerken, vernieuwen we de communicatiehardwarezodat de maximaal haalbare bandbreedteaan boord beschikbaar komt. We plaatsen sensorenals zij nog niet aan boord beschikbaar zijn. Zo optimaliserenwe de werking van het informatiesysteem onderalle omstandigheden. Tegelijk bouwen we de eersteversie van de benodigde software voor de boord- enwalsystemen. Aan boord zal deze software draaienop de reeds beschikbare scheepskantooromgeving.En aan de wal komt deze software in de eigen, strengbeveiligde rekencentra.In 2013 wordt de tweede versie van de softwaregerealiseerd. Deze bouwt voort op de eerste versieen ontsluit nieuwere en meer gedetailleerde informatie.Dan kunnen de gebruikers via IDoS ook beschikkenover gegevens uit het Verkeersmanagementondersteuningvoor de Scheepvaart (VOS) en nieuwegegevensbestanden, zoals AIS/Walinfrastructuur enInspectieView Binnenvaart (IVB). Tot die tijd komende gegevens uit bestaande databases.15 INFORMATIEDIENSTEN OP SCHEPEN


M3 Verkeersmanagementcentrale van Morgen(VCM)Christiaan van der Maarel | Cas WillemsWe schetsen hoe de verkeersmanagementcentrale van morgen er uit kangaan zien en wat we nodig hebben voor een optimale, veilige en efficiëntedienstverlening.Christiaan van der Maarel en Cas WillemsContactgegevenscas.willems@rws.nlchristiaan.vander.maarel@rws.nlBetrokken partijen<strong>Rijkswaterstaat</strong>ArcadisVHP ErgonomiePA ConsultingEuropese Commissie16


Binnen de Verkeersmanagementcentrale van Morgen (VCM) onderzoekt <strong>Rijkswaterstaat</strong> hoe hetverkeersmanagement van morgen eruit kan gaan zien. Eén ontwikkeling is wel heel duidelijk: we gaanM3anders tegen onze dienstverlening aankijken. Van voornamelijk lokaal gerichte dienstverlening, bestaandeuit het lokaal bedienen van sluizen en bruggen en het lokaal begeleiden van het scheepvaartverkeer,gaan we naar een geïntegreerde en gecentraliseerde aanpak op corridorniveau.We richten de dienstverlening hierbij op optimalebenutting van het totale vaarwegennetwerk, waarbijwe schippers ondersteunen in het veilig en vlotafleggen van hun gehele traject. De betrouwbaarheidvan reistijden neemt daarbij toe.Een belangrijk ingrediënt voor deze verbeterde dienstverleningis het genereren en gebruiken van goedeinformatie over de huidige en verwachte situatie opde vaarweg. Deze informatie willen we ook delen metschippers, zodat zij zelf beter in staat zijn om hun eigenvaarreis te plannen. We ondersteunen zodoendezelfsturing.Onze opdracht is om te bepalen hoe deze vernieuwdedienstverlening zo veilig, efficiënt en effectief mogelijkkan worden uitgevoerd. Ook de vragen wat dezevernieuwing kost en wat zij oplevert komen aan deorde. Daarbij is ons uitgangspunt de procesverbeteringdie in het kader van het Ondernemingsplan 2015 van<strong>Rijkswaterstaat</strong> - onder het motto één <strong>Rijkswaterstaat</strong>,elke dag beter, samen met anderen - is ingezet. Watzijn de gevolgen voor kwaliteit en aantal van onspersoneel? Hoe gaan we deze verandering samenvormgeven? Hoe kunnen we de collega’s betrekkenbij deze ontwikkeling? En hoe zorgen we dat wegezamenlijk onderbouwde voorstellen doen die passenbinnen de kaders die het bestuur ons stelt? Dezevragen beantwoorden we binnen dit project.Referentieontwerp en pilotcentraleIn samenwerking met een aantal experts maakthet projectteam eerst een geïntegreerd ontwerp voorde nieuwe verkeersmanagementcentrales. Dit geïntegreerdereferentieontwerp bevat een uitwerking vande uniforme dienstverlening en de hierop afgestemdetaken, uniforme werkplekken en systemen. Het ontwerpbestaat uit richtlijnen, uitgangspunten en specificaties,waaraan de toekomstige verkeersmanagementcentralesmoeten voldoen.17 VERKEERSMANAGEMENTCENTRALE VAN MORGEN


M3Om er zeker van te zijn dat het referentieontwerp ookecht gaat functioneren, gaan we het concept beproevenmet behulp van een tijdelijke verkeersmanagementcentralein de verkeerspost van Dordrecht. Deze pilotcentralekrijgt voorzieningen voor het uitvoeren vandiverse praktijkproeven.We toetsen het referentieontwerp op verschillendeniveaus. We kijken naar de effectiviteit, de efficiencyen naar bezettingsvraagstukken. Ook toetsen we detechnische werking van de (bedien- en interface)systemen. De proef richt zich vooral op (delen van) decorridor Amsterdam - Rotterdam - Antwerpen en decorridor Rotterdam - Duitsland.Transitieplan met kosten-batenanalyseHet project eindigt met een concept referentieontwerpen een onderbouwd transitieplan. Als hetbestuur van <strong>Rijkswaterstaat</strong> daartoe besluit dan zijnwe klaar voor de daadwerkelijke voorbereiding enuitrol van verkeersmanagementcentrales in Nederlandin de periode 2014 - 2025. Dit transitieplan biedtinzicht in de manier waarop het nieuwe ontwerp hetbest kan worden toegepast en wat daarvan de kostenen baten zijn. Ook geven we inzicht in de stappen dienodig zijn om het transitieplan daadwerkelijk uit tevoeren en daarmee de nieuwe generatie verkeersmanagementcentralesin werking zijn.Europese subsidieDe Europese Commissie heeft binnen het EuropabredeTEN-T*programma VCM aangemerkt als éénvan de projecten die binnen het domein van RiverInformation Services (RIS) in aanmerking komt voorfinanciële ondersteuning vanuit Europa. In het kortheeft het TEN-T gedeelte van VCM tot doel om eennieuwe generatie van verkeersmanagementcentralesop Europees niveau te ontwikkelen. Daarnaast wordtsamen met Duitsland gewerkt aan een verdereharmonisering van RIS-Services op de Rijn.De kennis en ervaring die binnen het project VCM zijnopgedaan, worden op Europees niveau gedeeld. VCMneemt hierbij een prominente rol in als voorbeeldvoor het opzetten en inrichten van (natte) verkeersmanagementcentralesin Europa.* TEN-T Trans Europese Netwerken voor Transport18 VERKEERSMANAGEMENTCENTRALE VAN MORGEN


19M3


M4 Single Point of Contact (SPOC NL)Jos van SplunderMet eenduidige informatie worden havens en zeeën veiliger.Jos van SplunderAndré à Campo, Joram Kortekaas en Jacco de BruinContactgegevensjos.van.splunder@rws.nlBetrokken partijenGroningen SeaportsHaven HarlingenHaven Den HelderHaven AmsterdamHaven ScheveningenHavenbedrijf RotterdamZeeland SeaportsPortbaseInspectie Leefomgeving & Transport<strong>Rijkswaterstaat</strong>20


SPOC NL verzamelt alle informatie over zeeschepen van en naar de nationale havens. SPOC NL stuurtdeze scheepsmeldingen door naar de European Maritime Safety Agency (EMSA) in Lissabon. Zo voldoetM4Nederland aan het derde maritieme veiligheidspakket, dat deze informatie-uitwisseling vereist. Nahet ongeval met de tanker Erika en met de Prestige heeft de Europese Unie verschillende richtlijnenuitgevaardigd ter voorkoming van ongevallen en vervuiling op zee. Als gevolg van de richtlijnen is ereen centraal Europees systeem gekomen (SafeSeaNet).In SafeSeaNet zijn gegevens van zeeschepen in deEuropese maritieme wateren vastgelegd en te raadplegen.Ook gegevens van scheepsbezoeken, inclusiefdie betreffende gevaarlijke lading, worden in Safe-SeaNet vastgelegd. In geval van calamiteiten kunnende gegevens direct in SafeSeaNet worden geraadpleegd.Het systeem is van de European MaritimeSafety Agency (EMSA).Eén Single Point of ContactDe Europese ontwikkelingen op dit gebied hebbensindsdien niet stilgestaan. In 2009 zijn de Port StateControl richtlijn (2009/16) en richtlijn 2009/17 alswijziging op de Monitorrichtlijn (2002/59) vastgesteld.Op grond van deze richtlijnen moet elke lidstaat ervoorzorgen dat de gegevens door één organisatie en dooréén systeem aan SafeSeaNet worden verstrekt. Metandere woorden, vanuit Europa wordt vereist dat erper lidstaat één Single Point of Contact is, zowel organisatorischals systeemtechnisch. In 2009 was dat inNederland niet het geval. Elke zeehavenautoriteitleverde rechtstreeks de gegevens aan de EMSA. Deimpact van de nieuwe richtlijnen is echter groter. Ermoeten namelijk ook meer gegevens dan voorheen aande EMSA worden aangeleverd, volgens een gewijzigdeberichtenstandaard.Nationaal Bevoegde AutoriteitOm te voldoen aan de nieuwe Europese wetgeving isin Nederland de Directeur-Generaal <strong>Rijkswaterstaat</strong>aangewezen als Nationaal Bevoegde Autoriteit voorSafeSeaNet. Wij zijn vervolgens in 2010 begonnen metde ontwikkeling van het Single Point of Contact. Hetproject SPOC NL is begin 2012 afgerond. Resultaatvan het project SPOC NL is dat alle gegevens die voorzeeschepen moeten worden bijgehouden, in hetsysteem SPOC NL worden verzameld en van daaruitaan SafeSeaNet worden aangeleverd. Alle havensystemendie gegevens van de maritieme sectorontvangen, zijn nu via Digipoort aan het SPOC NLgekoppeld. Dit is in nauwe samenwerking met dezeven havenautoriteiten tot stand gebracht. In 2011 en2012 zijn de meeste Nederlandse zeehavens op SPOCNL aangesloten.InspectiegegevensDe realisatie van het project is verder in afstemmingmet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) uitgevoerd.Inspectiegegevens die aan SafeSeaNet wordenverstrekt zijn tevens beschikbaar voor inspectiedienstenvan de lidstaten. De ILT gebruikt de meldingen voor deinspecties in het kader van Port State Control. Grootpluspunt is dat rederijen, cargadoors en agenten hunwerkwijze ongewijzigd kunnen blijven uitvoeren. Zij blijvenmelden aan de zeehavens en de zeehavensystemenzijn gekoppeld aan SPOC NL. In de toekomst wordt hetveiligheidspakket uitgebreid. Naast informatie overaankomst en vertrek en eventueel gevaarlijke ladingaan boord worden dan ook gegevens over beveiligingen afvalstoffen uitgewisseld.21 SINGLE POINT OF CONTACT


22SPOOR 2Herman Wagter, Machteld Leijnse en Nico Anten


Spoor 2 van het programma IDVV gaat over het optimaliseren van informatie-uitwisseling tussen partijendie transport van vooral containers (laten) verzorgen, zodat vaker wordt gekozen om goederen via debinnenvaart te vervoeren. Voor een betere informatie-uitwisseling maken de markt en de overheid(onderling en met elkaar) afspraken hoe de informatie wordt aangeleverd en gedeeld. Het gaat daarbijSPOOR 2ook om een betere aansluiting van de binnenvaart op andere vervoerssystemen (spoor en weg).Vooral de groei van de containeroverslag als gevolgvan de tweede Maasvlakte en de stagnatie op de wegzorgen op termijn voor een grote en toenemende vraagnaar vervoer via de binnenvaart. Om die groei goedop te kunnen vangen is een verbetering van de informatiestructuurnodig: goede en snelle informatie-uitwisselingtussen alle partijen in de keten is een essentiëlevoorwaarde voor een internationaal concurrerendlogistiek systeem.Informatie-uitwisselingBij het verbeteren van het informatieproces staan tweeonderwerpen centraal. Ten eerste de samenwerkingtussen de markt en de overheid en het uitwisselen vaninformatie. En ten tweede de samenwerking tussen deverschillende overheidsdiensten bij het effectief gebruikvan eenmaal gemelde informatie.Bij informatie-uitwisseling raken drie verschillendeprocessen en taken/rollen elkaar:• De logistiek, die zich richt op het goederenvervoerover de wereld, met de haven als knooppunt inhet netwerk.• De rijksoverheid in haar rol als bewaker vangrensoverschrijdend verkeer van goederen enpersonen (fiscaal, inspectie en immigratie).• De vaarwegbeheerders, die zich richten op eenvlotte en veilige reis van binnenvaartschependoor aaneensluitende gebieden.In het schema op pagina 24 zijn de invloedsferen vande verschillende sporen van het programma IDVVweergegeven in de diverse domeinen. Een aandachtspuntis om balans aan te brengen in de vraag en hetaanbod van informatie tussen de verschillende partijen.Voor verkeersmanagement is het bijvoorbeeld vangroot belang dat gegevens actueel en (bijna) real timebeschikbaar zijn, terwijl voor de Douane de mate vanexactheid prevaleert boven snelheid.Uitvoering Connekt<strong>Rijkswaterstaat</strong> is initiatiefnemer en opdrachtgevervan het programma IDVV. Zij heeft de uitvoering vanspoor 2 aan Connekt uitbesteed. Connekt is eenonafhankelijk netwerk van bedrijven en overheden,waarin partijen met elkaar samenwerken aan duurzameverbetering van de mobiliteit in Nederland.Het verbinden van leden en het delen van kennis,kunde en initiatieven staan hierbij centraal.23 OPTIMALISEREN VAN INFORMATIE-UITWISSELING


SPOOR 2VOS Verkeersmanagement Ondersteuning voor de ScheepvaartIDoS Informatiediensten op SchepenSPOC Single Point of ContactVCM Verkeersmanagementcentrale van MorgenNLIP Neutraal Logistiek Informatieplatform24


25SPOOR 2


M5 Binnenvaart Single Window (BSW)Herman WagterMet het Binnenvaart Single Window streven we naar steeds meer elektronischaanmelden en het slim hergebruiken van de beschikbare informatie zodat diemaar één keer hoeft te worden aangeleverd.Herman WagterContactgegevenswagter@connekt.nlBetrokken partijenConnekt<strong>Rijkswaterstaat</strong>DouaneBrancheverenigingen (Bureau TelematicaBinnenvaart, Schuttevaer, CBRB, etc.)Overheidsbrede automatiseringsdienstenzoals bijv. LogiusHavenbedrijvenBuitenlandse overhedenICT bedrijvenLogistieke ketenpartners26


Het bijzondere van het bestaande verkeersmanagement van vaarwegen is dat internationaal al vanM5gezamenlijke IT-systemen gebruik wordt gemaakt. Om die reden moeten we bij de realisatie van een BinnenvaartSingle Window (BSW) rekening houden met de buurlanden. Het Binnenvaart Single Window is gerichtop verkeersmanagement over de vaarwegen, van haven tot en met achterland en buitenland. Vanwege dewens om naar een Single Window Handel en Transport (SWH&T) toe te groeien is ervoor gekozen om deeerste stappen in de realisatie van een Maritiem Single Window (MSW) binnen IDVV onder te brengen.Een reis van een binnenvaartschip gaat gepaard metheel wat informatie-uitwisseling met overheden, vaakin meer dan één land. De diverse vaarwegbeheerderswillen bijvoorbeeld de doorstroming bij knelpunten alssluizen optimaliseren, de douane volgt de goederenstroombij import en export, inspecties houden toezichten voor de veiligheid is het nodig gevaarlijke stoffen tevolgen. Het streven is dat steeds meer van die informatiedoor de schippers elektronisch uitgewisseld wordt inplaats van via de marifoon. En dat een groter deel vande sector dan de containervaart elektronisch gaatcommuniceren met de overheden.Naarmate er meer gegevens elektronisch beschikbaarkomen neemt voor de diverse overheidsdiensten dewens toe om onderling meer gegevens uit te wisselenen her te gebruiken. Enerzijds om te voorkomen datmeerdere keren om dezelfde informatie gevraagd wordt,anderzijds om doelmatiger te kunnen werken en meerservice te kunnen verlenen. Een belangrijke randvoorwaardeis dat de referentiegegevens (zoals aanduidingenvan locaties) die nu door computers in plaats vanmensen geïnterpreteerd moeten worden veel preciezerworden vastgelegd. De schippers hebben in de loopder tijd steeds meer software aan boord gekregen, zoalsstuwage-toepassingen en elektronische vaarkaarten.De wens is er om al die software meer te laten samenwerkenzodat het elektronisch communiceren met deoverheid soepeler verloopt.Het Binnenvaart Single Window gaat uit van wat er albestaat voor elektronisch melden voor de containervaart,namelijk een meldapplicatie die bij de schipperaan boord draait en een berichtendienst ‘aan de wal’die de berichten ontvangt en verdeelt. Deze basis wordtzowel technisch als functioneel gemoderniseerd om aldie nieuwe wensen te kunnen ondersteunen. De eerstestap is de modernisering van de meldapplicatie die aanboord bij de schipper aanwezig is, het vervolg begint bijhet moderniseren van de berichtendienst.Vrijwillig elektronisch melden voor detankvaartDe tankvaartvloot in de binnenscheepvaart is aanzienlijkgroter in aantallen (ca. 1.000 schepen) dan decontainervaartvloot (ca. 500 schepen). Rotterdam kenteen grote chemie/olie sector, waarvoor de tankvaartvloeibare goederen vervoert. De tankvaart is onderhevigaan veel voorschriften op het gebied van kwaliteiten veiligheid. Er is echter (nog) geen verplichtingom elektronisch te melden: de praktijk is dat schipperszich per marifoon melden.Samen met het Havenbedrijf van Rotterdam, voorlopersin de tankvaart (schippers), en de grote chemie/oliebedrijvengaan we uitzoeken hoe we de belemmeringenkunnen weghalen. Dat zit hem vooral in nieuwe interfacesontwerpen tussen bestaande digitale systemen,en nieuwe afspraken ontwikkelen.27 BINNENVAART SINGLE WINDOW


M5 Maritiem Single Window (MSW)Jacco de BruinOp naar een vereenvoudigde en maximaal gedigitaliseerde maritiemeinformatie-uitwisseling binnen en buiten Nederland.Contactgegevensjacco.de.bruin@rws.nlBetrokken partijen<strong>Rijkswaterstaat</strong>Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en SportMinisterie van JustitieDouaneKoninklijke SchuttevaerCBRBBTBLogiusHavenbedrijven en-autoriteitenZeehavensKoninklijke MarechausseeGGDProductschap van VisKustwachtInspectie Leefomgeving& TransportEMSA28


Europese ontwikkelingen op het gebied van gegevensverstrekking betreffende zeescheepvaart zijn delaatste decennia volop in beweging. Recente ontwikkelingen op het gebied van Port State Control,M5invoering van monitoringsystemen voor zeevaart, e-customs, grensmanagement, havenbeveiliging,havenontvangstvoorzieningen en verspreidingsgevaar van infectieziektes hebben tot een veelheid aangegevensuitwisseling tussen bedrijfsleven en overheid geleid. De nieuwe EU-Richtlijn 2010/65 betekenteen actuele, volgende stap in deze ontwikkeling.In EU-richtlijn 2010/65 is bepaald dat iedere EUlidstaatuiterlijk 1 juni 2015 moet beschikken over eenelektronisch platform, zodat zeeschepen die zeehavensbinnenkomen en uitgaan zich via één elektronischeweg kunnen melden. Het ministerie van Infrastructuuren Milieu heeft <strong>Rijkswaterstaat</strong> de opdracht gegevenom het platform Maritiem Single Window in te richtenvolgens deze nieuwe richtlijn.Eén keer gegevens vragenAls uitgangspunt geldt dat de Nederlandse overheidniet onnodig meerdere keren van het bedrijfslevendezelfde gegevens vraagt. Doel van het MaritiemeSingle Window is dat de door de maritieme sectorverstrekte gegevens worden gedeeld met overheidsorganisatiesdie deze wettelijk mogen en moetenontvangen. Onderdeel van de EU-Richtlijn is tevenseen uitbreiding van de informatie die lidstaten aanhet Europese systeem SafeSeaNet van de EuropeanMaritime Safety Agency (EMSA) moeten verstrekkenmet gegevens over afvalstoffen en veiligheidsinlichtingen.De komende tijd onderzoeken we hoe we het MaritiemSingle Window kunnen implementeren en werken wespecificaties uit. Bij de uitvoering van de opdrachtbetrekken we de havenautoriteiten, Douane, KoninklijkeMarechaussee, Zeehavenpolitie en het ministerie vanVolksgezondheid, Welzijn en Sport. Het is de bedoelingzo veel mogelijk gebruik te maken van bestaandesystemen en standaarden.Europese samenwerkingNederland trekt en coördineert een consortium vanEU-landen, dat een voorstel voor een uniformeafgestemde invulling van het Maritiem Single Windowwil uitbrengen. Als het voorstel wordt gehonoreerd,wordt een masterplan opgesteld om consensus tussende lidstaten te verkrijgen over de interpretatie van derichtlijn en over een gezamenlijke aanpak. Voor definanciering van die implementatie wordt getrachtom Europese cofinanciering te verkrijgen.29 MARITIEM SINGLE WINDOW


M6 SamenwerkingsverbandRanko VisserHet faciliteren van informatie-uitwisseling tussen publieke en privatepartijen in de logistieke keten vraagt een solide draagvlak en zorgvuldigebesluitvorming.Ranko VisserContactgegevensranko.visser@rws.nlBetrokken partijenMinisterie van FinanciënInspectie Leefomgeving& TransportNederlandse Voedsel- enWarenautoriteitVNO-NCWHapag-LloydSchipholKLM Cargo<strong>Rijkswaterstaat</strong>FenexEVOMinisterie van EconomischeZaken, Landbouw & InnovatieTLNStrategisch Platform LogistiekOxalisHavenbedrijf RotterdamECTBelastingdienstDHL30


Een goede communicatie tussen alle overheidspartijen en marktpartijen is nodig om de gehele logistiekeketen te verbeteren. Bij de overheid, haven en het bedrijfsleven zijn er op dit moment diverse initiatievenM6die elkaar kunnen versterken als deze gezamenlijk worden benaderd. We zien dat partijen sterker danvoorheen inzetten op samenwerking. Dit kan leiden tot gezamenlijke, aanvullende investeringen. De eerstestap is het definiëren van een gezamenlijke doelstelling.De Directeur-Generaal <strong>Rijkswaterstaat</strong> participeert inde Regiegroep Nationaal Single Window Handel &Transport en de stuurgroep van het Neutraal LogistiekInformatieplatform (NLIP). Daarnaast is de directeurMaritiem van het ministerie van Infrastructuur enMilieu lid van de Stuurgroep Ketenoptimalisatie eenproject dat het Havenbedrijf Rotterdam uitvoert(zie M8). Deelname aan genoemde drie gremia is deinvulling van de geformuleerde doelstelling voor hetinrichten van een Strategisch Samenwerkingsberaad.Het NLIP omvat zowel het Single Window Handel &Transport (publiek domein) als het complementairemarktplatform (privaat domein) en de communicatiedaartussen en naar buiten. De stuurgroep is vanuit hetTopteam Logistiek opgericht. Het NLIP behoort tot éénvan de doelstellingen van het Topteam Logistiek.De Regiegroep Nationaal Single Window Handel &Transport richt zich op het ontstaan van een NationaalSingle Window dat breder is dan het BinnenvaartSingle Window en Maritiem Single Window. De regiegroepheeft als doel de interdepartementale besluitvormingvoor te bereiden.31 SAMENWERKINGSVERBAND


M7 Neutraal Logistiek Informatieplatform(NLIP)Ranko Visser | Machteld LeijnseEr is heel veel informatie beschikbaar; de uitdaging is om daar meer uit tehalen als BV Nederland. Dat vraagt vooral om nieuwe afspraken en nieuwesamenwerkingsvormen tussen uiteenlopende partijen.Ranko Visser en Machteld LeijnseContactgegevensleijnse@connekt.nlranko.visser@rws.nlBetrokken partijenMinisterie van Infrastructuuren MilieuMinisterie van EconomischeZaken, Landbouw & InnovatieMinisterie van FinanciënBureau Telematica BinnenvaartACNAPM terminalsBelastingdienstCargonautEVOFenexHavenbedrijf AmsterdamHavenbedrijf RotterdamLINCLogiusMaerskNCTVOxalisPortbaseTLNTNOTripleplusTU Delft32


Het topsectoren beleid van het kabinet heeft geleid tot de wens om onder leiding van het StrategischPlatform Logistiek (SPL) een uitwisselingsplatform van gegevens op te zetten voor de logistiek:M7een Neutraal Logistiek Informatieplatform (NLIP). Het betreft een open ICT-platform voor gebruik doorzowel de private als de publieke sector. In lijn met de uitkomsten van de regiegroep Single Window Handel& Transport kan de daadwerkelijke invulling van het informatieplatform ter hand worden genomen.We ontwikkelen met de betrokken ministeries(Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken, Landbouw& Innovatie en Financiën), de haven en hetbedrijfsleven de kaders en het stappenplan voor eenNeutraal Logistiek Informatieplatform (NLIP).Dit advies gaat in op een effectieve nationale logistiekeinformatiehuishouding, uitgaand van de doelstellingenvan markt en overheid en rekening houdend metbelangrijke randvoorwaarden van betrokken partijen.Op dit moment worden de doelen, de uitgangspunten,de scope, de aansturing, de toepassingen en deinformatiebehoeften op hoofdlijnen uitgewerkt.Een stuurgroep, klankbordgroep en een kerngroepstellen een plan van aanpak op voor de realisatie ende financiering.Proef papierarm varenDe binnenvaartsector heeft eerder aangegeven datde laadlijst, die een schipper moet kunnen overleggen,direct uit bestaande gegevens kan worden afgeleid. Datzijn voor importcontainers gegevens die de Douane alheeft, plus de laadopdrachten die een terminal uitvoert.Daarmee kan een elektronische laadlijst wordengegenereerd die ook zonder bezoek van inspecteursaan het schip kan worden geraadpleegd. Een dergelijkewerkwijze is doelmatig en efficiënt voor de schipper eninspectiediensten: het scheelt zowel de schippers als deinspecteurs veel tijd en zoekwerk.Om de haalbaarheid van het werken met een elektronischein plaats van papieren laadlijst te toetsen zijnwe met een pilot gestart met Douane, <strong>Rijkswaterstaat</strong>,Portbase, Bureau Telematica Binnenvaart enmarktpartijen.Dit is een klein praktijk voorbeeld van wat hetStrategisch Platform Logistiek beoogt. Naast depotentiële operationele voordelen maakt deze pilotconcreet welke juridische en organisatorische onderwerpenspelen bij het hergebruiken en combinerenvan gegevens uit verschillende (publieke en private)bronnen.Als de pilot succesvol verloopt (wat wij verwachten)zal ‘papierarm varen’ in een grootschalige praktijkproefverder worden ontwikkeld.33 NEUTRAAL LOGISTIEK INFORMATIEPLATFORM


M8 Impuls verkeers- en transportmanagementHerman WagterWe ondersteunen de beste ideeën uit het bedrijfsleven om real timeverkeersinformatie en logistieke gegevens te combineren tot waardevollenieuwe diensten.Herman WagterContactgegevenswagter@connekt.nlBetrokken partijenHavenbedrijf RotterdamConnektUniversiteit TwentePortbaseCombi Terminal TwenteCAPE GroepMiscobivaNautische Dienstverlening 't Y B.V.Rapp Trans NLPeriskalAdapticon34


Eén van de doelen van IDVV is het beter en aantrekkelijker maken van het vervoer van containers viade binnenvaart. Dit wordt gestimuleerd door diensten die real time verkeersinformatie in de logistiekeM8planning integreren. We interpreteren het begrip verkeersinformatie ruim: behalve congestie-informatievalt bijvoorbeeld ook informatie over drukte aan de kades en bij ligplaatsen daaronder.Nieuwe diensten kunnen bijvoorbeeld betrekkinghebben op de integratie van planningen tussenpartijen of op reisinformatie voor het logistieke proces.Om de innovatiekracht uit de sector te benutten,stimuleren we de meest kansrijke bedrijfsinitiatieven.Vanuit het programma IDVV hebben we actiefbedrijven gevraagd hun initiatieven in te dienen.Een onafhankelijke, deskundige jury heeft in het najaarvan 2011 uit zesentwintig voorstellen er zeven gekozendie budget vanuit het programma hebben ontvangenom hun project daadwerkelijk te realiseren. De zevenprojecten vallen in twee onderdelen binnen M8 enM9 uiteen.Bedrijfsinitiatieven ‘Verkeer s- en transportmanagementcontainerbinnenvaart’In dit onderdeel gaat het om de bedrijfsinitiatievenvoor het beter en aantrekkelijk maken van het vervoervan containers via de binnenvaart waarin onder meerreal time verkeersinformatie of logistieke vervoersinformatieaan bod komt.Hiervoor zijn de volgende initiatieven geselecteerd:• De BATMAN - BArge Terminal Multi-Agent Network.• De Digitale Online Tachograaf.• De Dynamische Verkeersinformatiedienstcontainervervoer.Barge Terminal Multi Agent network (BATMAN)Meerdere containerbinnenvaartschepen bezoeken inde haven meerdere terminals om containers te ladenen te lossen. Voor het laden en lossen van een schipmaken terminal en barge operators afspraken.Deze afspraken blijken vaak onbetrouwbaar te zijn,om diverse redenen. Door een centrale coördinatie vanalle activiteiten kunnen de afspraken betrouwbaarderworden. BATMAN (het voorgestelde systeem) maaktgebruik van Multi-Agent technologie. Deze technologiemaakt een betere afstemming tussen de onafhankelijketerminal operators en barge operators mogelijk. Daarnaasthelpt Multi-Agent technologie elke partij methet optimaliseren van zijn eigen beslissingen.Digitale Online TachograafDe vaartijden worden nog altijd door middel van penen papier ingevuld in het vaartijdenboek. Een digitaleonline tachograaf als toepassing voor een iPad maaktautomatisering van veel gegevens mogelijk. Digitaliseringis mogelijk van gegevens zoals: de positie bijvertrek, de positie bij overname van de wacht, depositie bij het afmeren, het tijdstip bij al deze handelingenen de rusttijden van de bemanningsleden.35 IMPULS VERKEERS- EN TRANSPORTMANAGEMENT


Als onderdeel van het project heeft de projectgroepeen succesvolle pilot met tien schepen uitgevoerd.De software wordt nu doorontwikkeld. De applicatiemoet alle functies gaan overnemen van het vaartijdenboek,inclusief het registreren van het aanmelden vanandere bemanningsleden dan de schipper.Dynamische VerkeersinformatiedienstContainervervoer (DVC)Bij verladers, terminal operators en schippers is devraag naar actuele verkeersinformatie groot. Met hetproject Dynamische Verkeersinformatiedienst Containervervoerspelen we in op deze vraag. DVC levertactuele informatie over de situatie op de vaarwegen,bij objecten en bij ligplaatsen.De verkeersinformatie is gebaseerd op historischeen actuele AIS-data van ruim 3.500 schepen.Prognoses op basis van actuele en historischeAIS-data verrijken de verkeersinformatie.Het is de bedoeling dat we met twintig schepenen drie terminals de Dynamische Verkeersinformatiedienstgaan testen. De verwachting is dat we medio2013 de eerste versie van de software klaar hebben.Dynamisch Verkeersbeeld Data IntermodaalWe verrichten ook een studie naar de (commerciële)waarde voor de beslissers in de logistieke keten (dezogeheten modaliteitsbepalers) van een IT-platform,dat een real time verkeersbeeld levert over allevervoersmodaliteiten heen.De verwachting is dat de markt met die data verschillendediensten kan ontwikkelen voor een betereplanning en sturing in logistieke ketens. Het doel isdat bedrijven op basis van deze informatie meer voorvervoer over het water zullen kiezen. Op basis van hetvooronderzoek, dat april 2012 is gestart, stellen weeen plan op om het IT-platform in 2013 in de praktijkte testen.M836 IMPULS VERKEERS- EN TRANSPORTMANAGEMENT


Teunis Steenbeek en Ellen NaaykensM8Ketenoptimalisatie HavenbedrijfRotterdamHet Havenbedrijf van Rotterdam heeft in 2011 hetinitiatief genomen om met de relevante marktpartijendrie ketenoptimalisatieprojecten voor de binnenvaartin de praktijk toe te passen:• Toewijzen van terminal slots aan binnenvaartschepen,om wachttijden te verkorten en debenutting van binnenvaartschepen, kranen enkades te verbeteren.• Bundelen van stromen in de haven en vanaf hetachterland, zodat met meer volume minder terminalsworden aangedaan en het aantal bewegingenvermindert.• Meten en informatie-uitwisseling, voorwaarde vooroperationele efficiencyverbeteringen en geeftsturing aan de samenwerking.Dit vereist dat concurrerende partijen met elkaarsamenwerken om een beter resultaat te halen.Eind 2012 beslissen de deelnemers aan de lopendeonderzoeken en proeven of de (papieren) pilotsworden opgeschaald naar een grootschaligepraktijkproef in 2013. Het vervolg daarop zoudenvolledig operationele samenwerkingsverbandenzijn, die door de markt worden gefinancierd.ContactgegevensEHAM.Naaijkens@portofrotterdam.nlteunis.steenbeek@oxalis-co.com37 IMPULS VERKEERS- EN TRANSPORTMANAGEMENT


M9 Meer vervoer via de binnenvaartHerman Wagter | Ranko Visser | Machteld LeijnseMet al die informatie daadwerkelijk meer via de binnenvaart gaan vervoeren.Herman Wagter, Ranko Visser en Machteld LeijnseContactgegevenswagter@connekt.nlranko.visser@rws.nlleijnse@connekt.nlBetrokken partijenConnektRegionaal Overslag CentrumWaalwijk B.V.Barge Terminal Tilburg B.V.Oosterhout ContainerTerminal B.V.Freightlive B.V.Bureau TelematicaBinnenvaartNefkens AdviesAutena MarineVan Uden Container BargingHesse-Noord NatieDP World GermersheimArcadisVh. Frugi VentaTU EindhovenMars NederlandCBRB38


Meer professionaliteit van de binnenvaart in de keten leidt tot een aantrekkelijker binnenvaartpropositie.Het verwijderen van knelpunten bij de aansluiting van de binnenvaart op andere vervoersmodaliteiten isM9daarbij een voorwaarde. Het eerste doel is om de weginfrastructuur (vooral de A15) te ontlasten.Dit kan door verladers en vervoerders te stimuleren meer via de binnenvaart te vervoeren, in verschillendelogistieke vormen.Bedrijfsinitiatieven ‘Ketenoptimalisatiecontainerbinnenvaart’Zoals we in het vorige hoofdstuk al beschreven, hebbenwe bedrijven actief gevraagd naar kansrijke initiatieven.In het vorige hoofdstuk beschreven we de initiatievenvoor het beter en aantrekkelijk maken van het vervoervan containers via de binnenvaart. De jury heeft ookvier initiatieven geselecteerd voor het verbeteren vanoperationele processen van de binnenvaart, zoalsefficiëntere doorlooptijden op een terminal of doelmatigersamenwerking tussen ketenpartijen:• De Extended Network Midden-Brabant: ‘BargeCloud’.• Samenwerking in Drieluik Brabant.• IFTMINBICS.• BAPLIE en MOVINS in containerbinnenvaart.Extended Network Midden-Brabant: ‘BargeCloud’In het verleden hebben verschillende partijen uit deregio Midden-Brabant de mogelijkheden onderzochtom in een netwerk van samenwerkende partijen tefungeren als extensie van de Rotterdamse haven.Dit heet een Extended Network. In verschillendeinitiatieven blijkt het IT-systeem het knelpunt te zijnom de samenwerking naar een hoger niveau te tillenen daadwerkelijk als Extended Network te kunnenopereren.BargeCloud is een concept voor een IT-systeem, datop basis van Intelligent Agents (IA) technologieëncombinatiemogelijkheden maakt tussen drie binnenlandseterminals. Deze terminals liggen in het achterlandop een straal van 15-20 km van elkaar af. Dezedigitale ‘marktplaats’ brengt op basis van de IntelligentAgents technologie vraag en aanbod van containersen bargetruck capaciteit bij elkaar. Het resultaat vandeze afstemming tussen vraag en aanbod is naarverwachting een toename van het vervoer vancontainers via de binnenvaart.Daarnaast verwachten we zowel volle als vele legekilometers over de weg te kunnen besparen.Samenwerking in Drieluik BrabantTwee inland operators in Noord-Brabant gaan samenmet een derde, externe inland terminal lading bundelenop een dagelijkse shuttle vanaf de Maasvlakte. Dezeshuttle heeft iedere dag een call op de Delta terminalen op de Euromax terminal. Omdat de externe partijeen Extended Gate is van een deep sea terminal, kentdeze shuttle een erg betrouwbare afhandeling. Dezebetrouwbare afhandeling maakt het mogelijk kritischte plannen. Daarnaast is de doorlooptijd van de shuttledusdanig beperkt, dat het mogelijk is een modal shift39 MEER VERVOER VIA DE BINNENVAART


M9te maken van wegtransport naar de binnenvaart. Doorhoge betrouwbaarheid en scherpe tarieven zal hetbinnenvaarttransport kunnen concurreren met hetwegtransport.Er zijn twee projectlijnen. Een Shuttle service Rotterdam-achterlandis gestart. Door bundeling wordenop Moerdijk 2.091 containers over water in plaats vanover de weg vervoerd. Het volume is nu 400 containersper maand. Bij de tweede projectlijn kijken we naarherpositionering (inzet) van lege containers.Toepassen IFTMINBICS-berichtHet IFTMINBICS-bericht is de communicatie tussenbarge operator en schip en bevat de voorlopigelaadopdracht naar het schip. De schipper kan metdeze laadopdracht een voorlopige stabiliteitsberekeningmaken op basis van de aangeleverde containergegevens.De barge operator verstuurt momenteelhet IFTMINBICS-bericht zo laat mogelijk naarhet schip, zodat er zo min mogelijk informatiehandmatig (per e-mail) naar het schip moetworden verstuurd. De voornaamste reden hiervooris dat er op dit moment geen technische mogelijkheidis om een reeds gestuurde voorlopigelaadopdracht te verbeteren. Dit geldt zowel voorde software bij barge operators als bij de stuwageprogrammatuur.Dit project omvat een pilot waarin een updatemechanisme van IFTMINBICS wordt onderzocht enwaarin diverse systemen en werkwijzen onder deloep worden genomen. Medio 2012 is dit onderzoekafgerond. Daarna gaan we het breed toepassen vandit bericht onder barge operators en schippersstimuleren.BAPLIE en MOVINS in containerbinnenvaartIn de maritieme wereld wordt intensief gebruikgemaakt van twee berichten die te maken hebbenmet de planning van wat er precies bij het laden vaneen schip moet gebeuren. Het gaat om BAPLIE (eenbay plan van een schip) en MOVINS (de stuwinstructievoor belading van containers).Dit project omschrijft een methode om met een pilotaan te tonen dat BAPLIE en MOVINS kunnen wordentoegepast in de binnenvaart. Het doel is dat dezetoepassing zorgt voor een verbetering in het planningsprocesop de terminal, en dus voor een efficiënterebehandeling van binnenvaartschepen.40 MEER VERVOER VIA DE BINNENVAART


41M9


M9Bedrijfsinitiatieven ‘Varen in de keten’Na de eerste ronde hebben we begin 2012 het bedrijfslevenopnieuw gevraagd om initiatieven in te dienendie resulteren in een daadwerkelijke verschuiving vangoederenstromen van de weg naar water. Dit keer gaathet om initiatieven op het gebied van modal shift ensynchromodaliteit.Modal shiftIn het onderdeel modal shift vragen we bedrijven diede vervoerswijze kiezen, zoals verladers en expediteurs,in uitvoeringsprojecten oplossingen aan te dragenvoor knelpunten die momenteel het gebruik van debinnenvaart beperken.SynchromodaliteitVoor het onderdeel synchromodaliteit dagen welogistieke ketenpartners uit om uitvoeringsprojectenop te zetten die een bijdrage leveren aan daadwerkelijkeafhandeling over de synchromodaleketens (weg, water, rail en lucht).JuryDe inschrijving is in mei 2012 gesloten. Een onafhankelijkejury met vertegenwoordigers uit de logistiekewereld beoordeelt de voorstellen en selecteert deinitiatieven. De bedrijven worden in juni bekendgemaakt. In de jury zitten vertegenwoordigers vanVh. Frugi Venta, TU Eindhoven, Mars Nederland enCBRB onder onafhankelijk voorzitterschap van AadVeenman (Strategisch Platform Logistiek).StimuleringsprogrammaLean and Green BargeLean and Green Barge bouwt verder op het succesvolleLean and Green programma van Connekt, waarbijkoplopers de grenzen verleggen. Bij de opzet van Leanand Green Barge - de ontwikkeling van duurzamesupply chains - zijn verladers leidend. Zij willen volumecreëren door regionale samenwerking om zo eenconstante inzet van binnenvaart mogelijk te maken.De regionale groepen zetten zogenoemde ‘performancepartnerships’ op. Dit is een kring van dienstverleners dienodig is voor de meest optimale supply chain. Het gaatdaarbij niet alleen om economische efficiency, maarook om het creëren van het vertrouwen dat nodig is omlangdurige samenwerkingsrelaties aan te gaan.42 MEER VERVOER VIA DE BINNENVAART


M9In de komende anderhalf jaar wil Lean and GreenBarge best practices ontwikkelen van dit soortduurzame supply chains. Zo worden deze goede voorbeeldentoegankelijk voor andere partijen. Beoogd isin 2012 vijf en in 2013 nog eens tien performancepartnerships op te zetten. Op dit moment zijn de eersteverladersorganisaties gestart met Lean and GreenBarge (Heinz, Interface, Bavaria, Mars en Baas Plantenservice).De opzet om binnen de context van Lean andGreen de inzet van binnenvaart te optimaliseren slaataan om meerdere redenen:• Aantonen van de business case voor het inzettenvan binnenvaart.• Benutten van betere technologie.• Ervaring opdoen met het creëren van het benodigdevertrouwen om langdurige verschuiving van weg naarwater mogelijk te maken.• Realiseren van een sprong vooruit in supply chain.43 MEER VERVOER VIA DE BINNENVAART


44SPOOR 3


Spoor 3 is het onderzoeksprogramma waarin we werken aan kennisopbouw op het gebied van groeiendvervoer van goederen over water. Om in de toekomst de groeiende hoeveelheid goederen betrouwbaar,vlot en duurzaam te kunnen vervoeren, is het nodig dat de binnenvaart een groter aandeel in hetvervoerssysteem gaat innemen..SPOOR 3Daartoe ontwikkelt <strong>Rijkswaterstaat</strong> samen met demarkt kennis over hoe de binnenvaart aantrekkelijkerkan worden gemaakt voor de beslissers in de logistiekeketen. De focus ligt op het containervervoer.<strong>Rijkswaterstaat</strong> en de markt doen kennis op over:• De noodzakelijke vernieuwingen in de binnenvaartsector.• Betere benutting van de infrastructuur.• Verbeteringen van de afstemming in de logistiekeketen.• Het sneller schoner worden van de vaartuigen.• Het verder ontwikkelen van innovaties.Het eindproduct van het onderzoeksprogramma is eengedragen plan voor overheid en markt, met de stappenvoor 2014 - 2020 die nodig zijn om de opgedanekennis in de praktijk te gebruiken.45 SPOOR 3 KENNISOPBOUW


M10 Opstellen van het onderzoeksprogrammaLotje van OoststroomIn het onderzoeksprogramma bepalen we welke kennis nog ontbreekt om hetaandeel van de binnenvaart te laten groeien.Lotje van OoststroomContactgegevenslotje.van.ooststroom@rws.nlBetrokken partijenVerschillende stakeholders van havens,brancheverenigingen, kennisinstituten enoverheid.46


In juli 2011 is het onderzoeksprogramma met de titel ‘kennisopbouw met betrekking tot groeiendvervoer van goederen over het water’ opgeleverd. Het vervoer per binnenvaart biedt mogelijkhedenM10om de groei in mobiliteit van goederen en verschuiving van de modal split op te vangen.Gezien de verdeling van het vervoer over de verschillendevervoerswijzen (weg, spoor, water) van deafgelopen jaren kan echter worden aangenomen datzonder extra inspanning een groter aandeel dan nuvoor de binnenvaart in het totale goederenvervoerniet zal worden gehaald. Daarvoor is een systeemsprong,een trendbreuk nodig.In het onderzoeksprogramma is beschreven watminimaal gerealiseerd moet worden om de groei vancontainers op te kunnen vangen over het water. Debinnenvaart moet een aantrekkelijke vervoerswijzezijn voor beslissers in de logistieke keten.Om een aantrekkelijk alternatief voor weg- en spoorvervoerte zijn moet de binnenvaart minimaal aan devolgende voorwaarden voldoen:• Efficiënt vervoer - grote volumes tegen lage kosten.• Betrouwbaar vervoer - zekere of in ieder gevalvoorspelbare aankomsttijden.• Schoon vervoer - de schoonste vervoerswijze watemissies en CO 2 -uitstoot betreft.• Veilig vervoer - in de toekomst minstens zo veiligals nu.Met spoor 3 van het programma IDVV ambiëren weom kennis te leveren over hoe de binnenvaart alsvervoerswijze aantrekkelijker kan worden, zodat devraag naar vervoer per binnenschip toeneemt.De kennisvragen die in het onderzoeksprogrammaworden beschreven, zijn samengevoegd tot vijfonderzoeksclusters. In de figuur op pagina 49 zijndeze onderzoeksclusters weergegeven. De kennis van deonderzoeksclusters wordt vertaald naar een implementatiestrategie.Daarin is beschreven welke activiteitennodig zijn om de verkregen kennis te vertalen naar depraktijk.47 OPSTELLEN VAN HET ONDERZOEKSPROGRAMMA


M11 Uitvoeren onderzoeksprogrammainclusief pilots en opstellen van eenimplementatiestrategieFrans de Mol | Lotje van Ooststroom | Remko SmitFrans de Mol, Lotje van OoststroomKennis als basis van vernieuwing.en Remko SmitContactgegevensfrans.de.mol@rws.nllotje.van.ooststroom@rws.nlremko.smit@rws.nlBetrokken partijenBij de totstandkoming van het onderzoeksprogrammazijn verschillende stakeholdersgeraadpleegd afkomstig van havens, brancheverenigingen,kennisinstituten en overheid.48


In deze maatregel voeren we de vijf onderzoeksclusters van het onderzoeksprogramma uit en stellenwe een implementatiestrategie op. De werkzaamheden die zijn beschreven in het documentM11‘kennisopbouw op het gebied van groeiend vervoer van goederen over water’ zijn verdeeld over vierconsortia. De werkzaamheden zijn 1 december 2011 gestart. Eind 2013 is de implementatiestrategiegereed.Het kennisspoor van IDVV moet leiden tot eengedragen implementatiestrategie voor markt enoverheid. Hierbij hebben we veel aandacht voor deomgeving en kennisverspreiding. De consortia die deonderzoeken uitvoeren, zijn breed samengesteld uitpartijen afkomstig uit de wetenschap, adviesbureaus,(branche)organisaties en de markt. Voor de begeleidingvan de onderzoeken zijn begeleidingsgroepensamengesteld.Er is een raad van advies, die op strategisch niveauadviseert over de producten en relevantie van deresultaten van M11. Waar mogelijk wordt aangeslotenbij bestaande initiatieven. Tijdens het uitvoeren vanhet onderzoek zullen we stakeholders betrekken en deverkregen kennis actief verspreiden. Om resultaten inde praktijk te toetsen en te demonstreren zullen pilotsworden uitgevoerd.49 UITVOEREN ONDERZOEKSPROGRAMMA


M11 Onderzoekscluster 1Vernieuwing binnenvaartsectorHarry GeerlingsMet een ideaalbeeld schetsen we een toekomstvisie van hoe debinnenvaartsector er uit zou moeten zien.Contactgegevensgeerlings@fsw.eur.nlBetrokken partijenTNOPanteia/NEAErasmusTU DelftEICBModalityAbOvo50


In het onderzoeksprogramma is geconstateerd dat het aandeel van de binnenvaart in het totalevervoer in de afgelopen jaren licht is afgenomen. Om dit aandeel te laten groeien bekijken we in ditM11cluster hoe de binnenvaartsector zich zou moeten vernieuwen.Om dit uit te werken doorlopen we vier stappen.In de eerste stap geven we een schets van de binnenvaartsector,onder meer aan de hand van de organisatie,de culturele kenmerken en de innovatiekrachtvan de sector. Op basis van deze analyse maken weeen ‘foto’ van de huidige situatie. We beschrijven deproblemen die zich voordoen en die de groei van debinnenvaart zouden kunnen belemmeren.In de tweede stap schetsen we op basis van bestaandestudies de toekomstverwachtingen. Aan de hand hiervanstellen we een toekomstvisie op van hoe de binnenvaartsectorde geschetste problemen het hoofd kanbieden en kan innoveren. Deze toekomstvisie schetsteen ideaalbeeld van hoe de binnenvaartsector er inde toekomst uit zou moeten zien.In de derde stap bekijken we welke oplossingsrichtingenmogelijk zijn om zich van de huidige situatie naarde praktijk geschetst in de toekomstvisie te ontwikkelen.In deze stap bepalen we ook hoe effectief en hoehaalbaar de verschillende oplossingen zijn.In de vierde, laatste, stap beschrijven we een aanpakom de binnenvaartsector te bewegen van de huidigesituatie naar het ideaalbeeld van de binnenvaartsectorin 2030.Het resultaat van dit onderzoekscluster is richtinggevendvoor andere clusters.51 VERNIEUWING BINNENVAARTSECTOR


M11 Onderzoekscluster 2Benutting infrastructuurHenk BlaauwOp gebied van het effectiever benutten van de schepen en de infrastructuur- ook voor het transport van containers - is er nog veel te winnen!Henk BlaauwContactgegevensH.Blaauw@marin.nlBetrokken partijenMarinWitteveen en BosBTBDeltaresEcorysSarnia MaritimeAutena MarineTU DelftCarpe DiemTKVeerhaven52


In dit cluster doen we onderzoek naar de mogelijkheden om de waterwegen zo efficiënt, veilig enbetrouwbaar mogelijk te benutten. Om de beschikbaarheid, vlotte doorstroming, een betere benuttingM11en de veiligheid van de vaarwegen te waarborgen werken we aan het vergroten van de capaciteit van devaarwegen bij tenminste gelijkblijvende veiligheid. Hierbij zijn adequaat incident- en verkeersmanagementbelangrijke randvoorwaarden. In dit cluster stellen we onder meer een visie op voor incident- enverkeersmanagement.Deze visie is enerzijds richtinggevend voor het effectiefvergroten van de capaciteit van de vaarwegen, anderzijdsis de visie richtinggevend voor het op te stellenpreventieplan van ongevallen. Het preventieplan iseen maatregelenpakket om de nautische veiligheid tewaarborgen en incidenten te voorkomen. Voor hetgeval zich toch ongevallen voordoen, ontwikkelen wemaatregelen in de sfeer van incidentmanagement tervermindering van de negatieve gevolgen voor deoverige scheepvaart.Naast de visie op verkeersmanagement en incidentmanagementwerken we in dit cluster aan drieonderwerpen die een relatie hebben met het optimaalbenutten van de vaarweg: optimale aflaaddiepte,benutten van haarvaten van het netwerk enmanoeuvreersimulaties.Optimale aflaaddiepteWe ontwikkelen een methode, waarmee schepenoptimaal hun aflaaddiepte en route door het netwerkkunnen plannen. De informatie voor het plannen vande route betreft de exacte positie en snelheid in hetvaarwegprofiel om zo zuinig mogelijk te varen, eninformatie over verwachte aankomsttijden bij sluizenen bruggen. Hiermee kan afstemming met verkeersmanagementworden geoptimaliseerd. We gaan dezemethode in de praktijk testen en de toegevoegdewaarde voor de sector aantonen.Benutten haarvatenOok onderzoeken we hoe de haarvaten van het netwerkoptimaal kunnen worden benut. Hiervoor brengenwe in beeld welke toegevoegde waarde de haarvatenkunnen bieden ten opzichte van andere modaliteiten,vooral het wegvervoer. We stellen een overzicht op vanmaatregelen om de haarvaten daadwerkelijk beterte benutten.ManoeuvreersimulatiesVoor de veiligheid is het belangrijk om goed tekunnen oordelen over de effecten van het toestaanvan schepen op vaarwegen (toelatingsbeleid) en hetselecteren van geschikte plaatsen voor bijvoorbeeldhet plaatsen van kunstwerken. Hiervoor willen weweten wat het manoeuvreergedrag is van schepenin specifieke situaties. In dit cluster ontwikkelen wedaarom een softwareprogramma, dat manoeuvreersimulatiesvoor binnenvaartschepen kan uitvoeren.Voor de onderwerpen van dit cluster werken we nauwsamen met andere clusters binnen het onderzoeksprogrammaen andere initiatieven van IDVV, bijvoorbeeldM3 De Verkeersmanagementcentrale van Morgen.53 BENUTTING INFRASTRUCTUUR


M11 Onderzoekscluster 3Afstemming in de ketenJaco van MeijerenInzicht in de impact van maatregelen - zowel qua ketenprestaties als quarol van de eigen organisatie en andere ketenpartijen - is een belangrijkevoorwaarde voor partijen om maatregelen daadwerkelijk in te voeren.Wij bieden marktpartijen en overheden de mogelijkheid via simulaties,games en pilots dit inzicht op te doen.Jaco van MeijerenContactgegevensjaco.vanmeijeren@tno.nlBetrokken partijenTNOPanteia/NEAErasmusTU DelftEICBModalityAbOvo54


Om de binnenvaart een aantrekkelijke optie te laten zijn voor de klant (de verlader) is het belangrijkdat de hele logistieke keten, waar de binnenvaart een onderdeel van is, optimaal functioneert.M11Belangen van partijen in de logistieke keten komen niet altijd overeen. Daarom is het niet vanzelfsprekenddat de afstemming tussen de verschillende schakels in de logistieke keten optimaal is.In cluster 3 onderzoeken we hoe de vereiste afstemming kan worden bereikt. We beschouwen vooralde containerbinnenvaart, maar waar nodig betrekken we ook de andere binnenvaartsegmenten.Om kennis op te bouwen over wat nodig is voorhet optimaal functioneren van de binnenvaart alsonderdeel van de logistieke keten, doorlopen wein dit cluster vijf stappen.Ten eerste analyseren we welke businessmodellen erzijn en welke er kunnen komen. We beschouwen inhet bijzonder de verschillende partijen in de keten enwe brengen in beeld hoe deze partijen afstemmingsproblemenkunnen oplossen. We geven explicietaandacht aan het concept van synchromodaliteit.Daarbij bekijken we de hele logistieke keten en allemodaliteiten: weg, spoor en binnenwateren.We bouwen kennis op over hoe een optimaal multimodaalcontainernetwerk kan worden ontwikkeld,dat voldoet aan de eisen die op basis van toekomstigeontwikkelingen worden verwacht. We kijken specifieknaar (inpassing van nieuwe) terminals, havens enhubs/transferia op vaarwegen en corridors. Ookontwikkelen we kennis over de haarvaten van hetvervoersnetwerk. Dit stemmen we af met cluster 2(Benutting infrastructuur).We combineren de kennis over businessmodellenmet die over optimale multimodale containernetwerken.Vervolgens definiëren we potentiëlemaatregelen voor een transitie naar een optimaalfunctionerende multimodale logistieke keten, metde binnenvaart als integraal onderdeel daarvan.Samen met marktpartijen en de overheid willen wevervolgens onderzoeken wat de effectiviteit is van devoorgestelde maatregelen. Door middel van simulatieen ‘serious gaming’ bekijken we hoe de positie van debinnenvaart in de logistieke keten kan worden versterkt.Tot slot testen we een aantal operationele maatregelenin pilots.Afstemming in de keten en het concept van synchromodaliteitis door veel partijen aangemerkt alsbelangrijke onderwerpen, bijvoorbeeld door hetStrategisch Platform Logistiek. Daarom werken wenauw samen met initiatieven die ook hierop zijngericht, bijvoorbeeld het project Ketenoptimalisatievan het Havenbedrijf Rotterdam.55 AFSTEMMING IN DE KETEN


M11 Onderzoekscluster 4Schone vaartuigenKhalid TachiDe binnenvaart kan haar positie als de schoonste vervoersmodaliteitbehouden en verder uitbreiden. Wel moet de sector in het gewenste tempobewezen en gedemonstreerde innovaties toepassen.Khalid TachiContactgegevensk.tachi@eicb.nlBetrokken partijenEICBEcorysCEDelftEcofysMarinTU Delft56


De binnenvaart is zijn aantrekkelijkheid als schone vervoerswijze ten opzichte van andere vervoers-wijzen aan het verliezen. De oorzaak is dat de eisen voor de uitstoot van schadelijke stoffen voorM11vrachtauto’s voorlopen op de eisen voor de binnenvaart, in combinatie met een lage vernieuwingsgraadvan technieken voor schoner varen in de binnenvaartsector. Het doel van cluster 4 is omkennis op te bouwen over hoe de binnenvaartvloot versneld schoner kan worden. Onder schonerverstaan we minder emissies van CO 2 , NO x , SO x en fijnstof, en minder brandstofverbruik.Er zijn tal van ontwikkelingen die op termijn zullenbijdragen aan een schonere vloot, maar dit proces kanen moet worden versneld om de binnenvaart op hetgebied van duurzaamheid blijvend te kunnen latenconcurreren met andere vervoersopties. In dit clusterzoeken we naar mogelijkheden om de bestaandebinnenvaartvloot versneld aan te passen aan demilieueisen van deze tijd.Wij brengen in dit cluster de barrières voor hetmoderniseren (vergroenen) van (bestaande) schepenin kaart. Op basis daarvan definiëren we kansrijkemaatregelen die deze barrières wegnemen ofverkleinen.We richten ons niet op geheel nieuwe innovaties,maar op het verder verspreiden van al bestaande enin de markt bewezen technieken en innovaties. Voorhet uitwerken van innovaties op het gebied van schonevaartuigen werken we nauw samen met onderzoekscluster5, dat specifiek over het innoverend vermogenvan de sector gaat.57 SCHONE VAARTUIGEN


M11 Onderzoekscluster 5Innovaties in de binnenvaartPeter ColonEen klein zetje is vaak genoeg om een innoverende ondernemer een stapverder te brengen in het innovatieproces. Met ons coachteam zijn wij in staatde benodigde versnelling van innovaties in de binnenvaart te faciliteren.Peter ColonContactgegevensPeter.Colon@Bciglobal.comBetrokken partijenBuck Consultants InternationalPanteia/NEACE DelftBureau Voorlichting BinnenvaartBureau Telematica BinnenvaartTNOTechnische Universiteit EindhovenMarin58


Zoals voor alle sectoren geldt ook voor de binnenvaart dat innovatie belangrijk is voor het duurzaamgaranderen van een gezonde toekomst. In het onderzoeksprogramma is geconstateerd dat het tempoM11van innovaties in de binnenvaart laag is en het realiseren en opschalen van kansrijke innovaties vaakniet lukt. In cluster 5 onderzoeken we wat mogelijk is om het innoverend vermogen van de sector teverhogen en hoe deze structureel kan worden versterkt.In een eerste analyse brengen we in beeld waarspecifiek voor de binnenvaart belemmeringen liggenwaardoor innovaties stranden, en wat best practiceszijn voor innovatie in de binnenvaart. Daarnaastbrengen we in beeld welke partijen een belangrijkerol spelen bij innovaties voor de binnenvaart.Om de binnenvaarsector te stimuleren het innovatiefvermogen te vergroten, voeren we een aantal activiteitenuit. Naast afstemming met andere clusters(vooral cluster 2 en 4), om te zien welke innovatiesdaar worden gesignaleerd, wordt de markt actiefgestimuleerd om ideeën en innovaties aan te melden.Met behulp van een vijfstappenplan waarin op gestructureerdemanier het hele proces van eerste idee totmarktlancering van een innovatie wordt doorlopen,zullen we 15 tot 20 innovaties en/of ideeën ondersteunenin het verder ontwikkelen van hun idee.We willen ook een zogenoemd ‘innovatiedepot’opzetten. In dit depot kunnen ideeën en innovatiesworden gepresenteerd. Het innovatiedepot biedt ookeen platform voor het vormen van allianties ominnovaties verder te brengen.Lancering www.planbinnenvaart.nlIn mei 2012 lanceerde het consortium van betrokkenpartijen de website PLANBinnenvaart.nl, kortweg PLANB. Via deze website worden goede ideeën in de binnenvaartopgespoord. Ook biedt PLANBinnenvaart.nlondernemers de kans een idee, plan of innovatie voorde (container)binnenvaart ten uitvoer te brengen en zobij te dragen aan meer transport via de binnenvaart.59 INNOVATIES IN DE BINNENVAART


M12 Evaluatie van het programmaRemko SmitMet de evaluatie leggen we verantwoording af aan de maatschappij over deinzet van publieke middelen, daarnaast leren we er zelf van hoe we continukunnen verbeteren.Remko SmitContactgegevensremko.smit@rws.nlBetrokken partijenLogicaDialogic<strong>Rijkswaterstaat</strong>60


Bij het uitvoeren van een groot programma zoals IDVV is het van belang dat de resultaten (tussentijds)worden gemeten, zodat aan het eind van het programma kan worden bepaald of en in hoeverre IDVV deM12gestelde doelen heeft gerealiseerd. De evaluatie gebruiken we om verantwoording af te leggen, om ervan te leren en het programma te verbeteren.AanpakMet de evaluatie richten we ons primair op de resultatenvan spoor 1 en spoor 2. De implementatiestrategievan het kennisspoor evalueren we met eenkosten-batenanalyse.De evaluatie is gestart met een nulmeting in 2011.Hierin is vastgesteld wat de uitgangssituatie is waarhet IDVV programma is gestart. Aan het eind van deevaluatie is dit het ijkpunt waarop we de resultatenvan het programma zullen evalueren. Zowel via analysevan basisdata als middels enquêtes en interviews metbetrokkenen meten we de voortgang en resultaten.In het najaar van 2012 en in 2013 voeren we tussenmetingenuit. Op die manier houden we tijdens hetuitvoeren van het IDVV programma vinger aan de polsom te zien of de doelen die IDVV wil realiseren ookworden behaald. In 2014 is de eindmeting. Omdatsommige maatregelen uit IDVV pas op langere termijnecht hun volledige effect zullen sorteren, zal de eindmetingnog niet het totale resultaat van IDVV tonen.Wel brengen we in beeld of IDVV aantoonbaar eenbijdrage heeft geleverd aan de doelen die bij aanvangvoor IDVV zijn geformuleerd.Reacties enquêtes nulmetingWe hebben in 2011 voor de nulmeting een enquête eninterviews gehouden. Ook zijn data onderzocht. Deenquête is gehouden onder schippers, operators en demobiele verkeersleiders van <strong>Rijkswaterstaat</strong>. Via de mailontvingen zij een vragenlijst, met onder meer geslotenvragen en de mogelijkheid om een algemene wens ofandere opmerking aan te geven. Met reacties van 257schippers, 91 operators en 62 verkeersleiders is eengoede respons gehaald.Tevredenheid over reis- en aankomsttijdenIn de enquête zijn vragen gesteld over de tevredenheiden voorspelbaarheid van reis- en aankomsttijden. Uitde uitkomsten is gebleken dat het traject Rotterdam-Antwerpen een ruime onvoldoende scoort vanwege delange wachttijden. Andere trajecten scoren tot ruimvoldoende. Daarnaast is geconstateerd dat beterereisinformatie soms leidt tot brandstofbesparing,maar ook wel eens tot meer brandstofgebruik.Roep om meer informatieDe geënquêteerde schippers gaven aan dat (meer)informatie over wachttijden en de beschikbaarheidvan ligplaatsen gewenst is. Er is bij hen enthousiasmeover het gebruik van internet, Twitter en SMS. Demobiele verkeersleiders vroegen om een snelle, eneen goede, betrouwbare database. Bijna alle operatorswillen dat AIS wordt ingevoerd en met IVS90 wordtgekoppeld. Naarmate we verder komen in het programmaen meer resultaten van tussenmetingen verkrijgenzal de informatie die via de evaluatie beschikbaarkomt steeds rijker worden en zo is de bedoeling, naastverantwoording achteraf ook een goede basis biedenom tijdens het proces nog verbeteringen in IDVV doorte voeren.61 EVALUATIE VAN HET PROGRAMMA


M1M2M3M4VOSIDoSVCMSPOC NLSPOOR 1 SPOOR 1 SPOOR 1 SPOOR 1DECEMBER 2014IVS90 UIT DE LUCHTTRAJECT IJANUARI 2014NA ACCEPTATIE INVOERINGOP OBJECTEN TRAJECT INOVEMBER 2013ALLE SCHEPEN METTWEEDE VERSIE IDoSJUNI 2014DEFINITIEVE REFERENTIE-ONTWERP MET KADERS VOORVERKEERSMANAGEMENT2014-2025 EN HET BIJBE-HORENDE TRANSITIEPLANDECEMBER 2013VOS OP TWEE LOCATIESOPERATIONEEL TRAJECT IMEI 2013ALLE SCHEPEN METEERSTE VERSIE IDoSDECEMBER 2013PILOT VERKEERS-MANAGEMENTCENTRALE VANMORGEN GEREALISEERDMAART 2013GOEDKEURING PLAN DOORBESTUUR RIJKSWATERSTAATEN START AANBESTEDINGTRAJECT IIJANUARI 2013EERSTE SCHIP MET EERSTEVERSIE IDoSMAART 2013CONCEPT TRANSITIEPLANGEREEDDECEMBER 2012AUGUSTUS 2012UITWERKEN PLANNIEUWE FUNCTIONALITEITGEREED TRAJECT IIGUNNING OPDRACHTEN START BOUW TRAJECT IAPRIL 2012START OPBOUWAPPARATUUR AAN BOORDOKTOBER 2012CONCEPT REFERENTIE-ONTWERP VOORVERKEERSMANAGEMENTCEN-TRALES 2014-2025 VOOR AF-STEMMING MET INTERNE ENEXTERNE STAKEHOLDERSMAART 2012JANUARI 2012AANSLUITING GRONINGENSEAPORTS EN DEN HELDERAANSLUITING HARLINGENDECEMBER 2011GUNNING OPDRACHTEN START BOUWNOVEMBER 2011OPDRACHT VOORBLAUWDRUKFASENOVEMBER 2011AANSLUITING ROTTERDAM,AMSTERDAM ENSCHEVENINGENOKTOBER 2010GUNNING OPDRACHTEN START


M5BSW & MSWM6SAMEN-WERKINGS-VERBANDM7NLIPM8IMPULSVERKEERS- &TRANSPORT-MANAGEMENTSPOOR 2 SPOOR 2 SPOOR 2 SPOOR 2JUNI 2015MARITIEM SINGLEWINDOW OPERATIONEELMAART 2014BORGING BINNENVAART-EN MARITIEM SINGLE WIN-DOW IN ORGANISATIES ENSAMENWERKINGSVERBANDENDOORLOPENDDOORLOPEND OVERLEG VANDE REGIEGROEP SINGLE WIN-DOW HANDEL EN TRANSPORTEN DE STUURGROEPNEUTRAAL LOGISTIEKINFORMATIEPLATFORMDOORLOPENDDOORLOPENDE BIJDRAGEREALISATIE NEUTRAALLOGISTIEK INFORMATIE-PLATFORMDECEMBER 2013BEËINDIGINGPRAKTIJKPROEVENKETENOPTIMALISATIEJULI 2013OPLEVERING MELDAPPLICATIEEN BERICHTENSERVERDECEMBER 2013AFRONDING PRAKTIJKPROEFPAPIERARM VARENBEGIN 2013RESULTATEN BEDRIJFS-INITIATIEVEN RONDE INOVEMBER 2012MODERNISERINGBERICHTENSERVERGUNNING MELDAPPLICATIEOKTOBER 2012VERVOLG PILOT PAPIERARMVAREN IN EEN PRAKTIJKPROEFDECEMBER 2012PRAKTIJKPROEVEN KETEN-OPTIMALISATIE GO/NO GOSEPTEMBER 2012START PROJECT VRIJWILLIGMELDEN TANKVAARTAUGUSTUS 2012RESULTATEN PILOTPAPIERARM VARENMEDIO 2012RESULTATEN VOORONDER-ZOEK DYNAMISCH VERKEERS-BEELD DATA INTERMODAALOKTOBER 2011START BEDRIJFSINITIATIEVENRONDE I


M9MEER VERVOERVIA DEBINNENVAARTM10OPSTELLENVAN HETONDERZOEKS-PROGRAMMAM11UITVOERINGONDERZOEKS-PROGRAMMAM12EVALUATIEVAN HETPROGRAMMASPOOR 2 SPOOR 3 SPOOR 3 SPOOR 3DECEMBER 2014EINDMETING GEREEDRESULTATEN LEAN & GREENBARGE RONDE IDECEMBER 2013RESULTATEN BEDRIJFS-INITIATIEVEN RONDE IINOVEMBER 2013IMPLEMENTATIESTRATEGIEGEREEDBEGIN 2013RESULTATEN BEDRIJFS-INITIATIEVEN RONDE IAUGUSTUS 2013ONDERZOEKSCLUSTERS2-5 GEREEDDECEMBER 2013TUSSENMETING 2 GEREEDAUGUSTUS 2012PILOTS BEKENDJUNI 2012START BEDRIJFSINITIATIEVENRONDE IIJULI 2012ONDERZOEKSCLUSTER1 GEREEDDECEMBER 2012TUSSENMETING I GEREEDJULI 2011ONDERZOEKSPROGRAMMAGEREED EN OPGELEVERDOKTOBER 2011START BEDRIJFSINITIATIEVENRONDE IMEI 2011OPSTELLEN CONCEPT-ONDERZOEKSPROGRAMMAMET STAKEHOLDERSDECEMBER 2011START ONDERZOEKENDECEMBER 2011NULMETING GEREEDDECEMBER 2010START VOORONDERZOEK:LITERATUURONDERZOEK EN IN-TERVIEWRONDE


Aan het programma Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegenwerken mee:Technolution • Sogeti • KPN • Arcadis • VHP Ergonomie • PA Consulting• Europese Commissie • Groningen Seaports • Haven Harlingen• Haven Den Helder • Haven Amsterdam • Haven Scheveningen• Havenbedrijf Rotterdam • Zeeland Seaports • Portbase • Ministerievan Infrastructuur en Milieu • Inspectie Leefomgeving & Transport• Douane • Koninklijke Schuttevaer • Logius • Koninklijke Marechaussee• GGD • Productschap van Vis • Kustwacht • EMSA • Ministerie vanFinanciën • Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit • VNO-NCW• Hapag-Lloyd • Schiphol • KLM Cargo • EVO • Ministerievan Economische Zaken, Landbouw & Innovatie • TLN • StrategischPlatform Logistiek • ECT • Belastingdienst • DHL • BureauTelematica Binnenvaart • ACN • APM terminals • Cargonaut• Fenex • Havenbedrijf Amsterdam • LINC • Maersk • NCTV• Oxalis • Tripleplus • Universiteit Twente • Combi TerminalTwente • CAPE Groep • Miscobiva • Nautische Dienstverlening't Y B.V. • Rapp Trans NL • Periskal • Adapticon • RegionaalOverslag Centrum Waalwijk B.V. • Barge Terminal Tilburg B.V.• Oosterhout Container Terminal B.V. • Freightlive B.V.• Nefkens Advies • Autena Marine - Van Uden ContainerBarging • Hesse-Noord Natie • DP World Germersheim• Vh. Frugi Venta • TU Eindhoven • Mars Nederland • CBRB• TNO • Erasmus Universiteit • TU Delft • EICB• Modality • Witteveen en Bos • Deltares • Ecorys• Sarnia Maritime • Carpe Diem • TKVeerhaven • AbOvo• Panteia/NEA • EICB • CEDelft • Marin • Logica• Dialogic • Buck Consultants International • Ecofys• Bureau Voorlichting Binnenvaart (BVB) • Ministerievan Justitie • <strong>Rijkswaterstaat</strong> • Connekt • Ministerie vanVolksgezondheid, Welzijn en Sport • En vele anderen.


Dit is een uitgave van <strong>Rijkswaterstaat</strong> en ConnektKijk voor meer informatie op www.rijkswaterstaat.nl/IDVV en www.connekt.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!