12.07.2015 Views

Werken met Jonge vaders

Werken met Jonge vaders

Werken met Jonge vaders

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

vaak ook de jonge <strong>vaders</strong> die thuis ondersteund worden en een (goede) band <strong>met</strong> hun oudershebben.De problemen op de verschillende leefgebieden (voor de verschillende leefgebieden, ziehoofdstuk 2) zijn bij deze groep jonge <strong>vaders</strong> over het algemeen beperkt. Deze <strong>vaders</strong> komensoms in de hulpverlening terecht voor enkele gesprekken. Deze groep jonge <strong>vaders</strong> staat in demeeste gevallen ook open voor de hulpverlening.Wanneer we kijken naar de in paragraaf 1.1 genoemde leeftijdscategorieën komen deze <strong>vaders</strong>in beide leeftijdscategorieën voor. Het is ook van belang om ouders bij dit proces te betrekken.Mogelijke thema’s voor de hulpverlening aan deze groep <strong>vaders</strong> zijn: Zelfstandigheid Relatie <strong>met</strong> (schoon)ouders Erkenning & gezag (voor die jonge <strong>vaders</strong> die hun kind niet hebben erkend of het gezaghebben) Relatie <strong>met</strong> moeder van het kind Vaderrol op zich nemen<strong>Jonge</strong> <strong>vaders</strong> die problemen hebben op een groot aantal leefgebiedenDaarnaast is er een grote groep jonge <strong>vaders</strong> die problemen heeft op een groot aantalleefgebieden. Deze groep bestaat over het algemeen uit <strong>vaders</strong> die zelf niet gekozen zoudenhebben voor het ouderschap. Omdat hun partners er wel voor hebben gekozen om dezwangerschap te voldragen, hebben zij geen keuze gehad om wel of niet vader te worden.Vervolgens hebben ze wel de keuze gehad om al dan niet een rol van betekenis te spelen en/ofhun verantwoordelijkheid te nemen naar hun kind toe.Het kan zo zijn dat ze er de voorkeur aan gegeven hebben om de ontwikkeling van hun eigenleven voor te laten gaan op het ouderschap, en zich dus uit de vaderrol onttrokken hebben.Soms is deze keuze ook beïnvloed door de ouders of peer-group van deze <strong>vaders</strong>. Kiest eenvader er niet voor om het ouderschap actief uit te oefenen, dan leidt dit bijna altijd tot eenrelatiebreuk <strong>met</strong> de moeder van het kind. Het omgekeerde komt ook voor. Dat een relatiebreukdus leidt tot afstand tussen vader en kind. Na de relatiebreuk – vaak al tijdens de zwangerschap– ontstaat er afstand tussen de (aanstaande) ouders waardoor de jonge vader vaak ook mindertot geen contact heeft <strong>met</strong> zijn kind (en de moeder).Daarnaast komt het ook voor dat een jonge vader voor zijn gevoel niet kan zorgen voor zijn kind,maar dit wel wil. Als de voorwaardenscheppende factoren om voor zijn kind te zorgen danontbreken komt het voor dat de jonge vader afstand neemt van zijn kind. Factoren die een rolkunnen spelen in het maken van deze keuze kunnen o.a. zijn: een gebrek aan financiën, geenuitzicht op werk, zijn eigen leven eerst op de rails willen zetten, geen eigen woning hebben engeen juridische band <strong>met</strong> het kind (erkenning & gezag) hebben. Een jonge vader kan dan hetgevoel krijgen geen nuttige bijdrage te kunnen leveren in de zorg naar zijn kind toe. Dit wordtvaak wel van hem verwacht. Dus naast de druk die hij zichzelf oplegt, krijgt hij ook te maken <strong>met</strong>de druk uit zijn sociale omgeving. Indien hij daar niet tegen bestand is, komt het voor dat hij zichterug trekt en ervoor kiest om geen actieve rol te spelen in de zorg naar zijn kind toe. Indien hijechter, jaren later, wel een basis heeft gecreëerd waarin hij denkt een rol van betekenis tekunnen spelen in de zorg naar zijn kind toe, dan komt het voor dat een vader het contact <strong>met</strong>zijn kind wenselijk vindt. Hij is dan echter wel afhankelijk wat de moeder van het kind graag wil.Sommige <strong>vaders</strong> worden door de moeders weggehouden van hun kind, terwijl ze wel graag voorhun kind zouden willen zorgen. Ook zijn er <strong>vaders</strong> die niet voor hun kind mogen zorgen omdatdit niet in het belang is van het kind. Wat “niet in het belang van het kind is”, kan vele redenenhebben.6Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Voor hulpverleners is het soms lastig om <strong>met</strong> deze groep om te gaan. De <strong>vaders</strong> hebben eengoede begeleiding nodig waarbij de focus dient te liggen op de relatie <strong>met</strong> het kind en deomgeving. Hierin kan veel winst behaald worden.Deze groep is echter vaak lastig in beeld te krijgen. Doordat het contact <strong>met</strong> de moeder er inveel gevallen niet is, moet het initiatief vaak van de vader zelf komen of vanuit de hulpverlening.Het beste is wanneer de hulpverlening zich hierin outreachend op kan stellen. De hulpverlenerkan hierbij handvatten nodig hebben, zoals bijvoorbeeld ‘Signs of Safety’ of ‘Eigen KrachtConferenties’. De in paragraaf 1.1 genoemde leeftijdscategorieën gaan ook voor deze groep op.Mogelijke thema’s voor de hulpverlening aan deze groep <strong>vaders</strong> zijn: Helpen de jonge vader een concreter beeld te geven van het ouderschap Onderkennen van eventuele geweldspatronen (zie hoofdstuk 5: de geweldsspiraal) enindien aanwezig: stoppen van geweld Erkenning & gezag Inkomen & opleiding Relatie <strong>met</strong> de moeder van het kind (en eventuele schoonouders) Vriendschappen / sociale omgeving Zorg voor het kind (op afstand of van dichtbij).Overige groepen jonge <strong>vaders</strong>De verdeling in de groepen zoals hierboven beschreven (de jonge <strong>vaders</strong> die het <strong>vaders</strong>chapsuccesvol invullen en de jonge <strong>vaders</strong> die problemen hebben op een aantal leefgebieden) is erggrof. Er zijn nog verschillende andere groepen te bedenken zoals bijvoorbeeld jonge <strong>vaders</strong> dieniet weten dat ze vader zijn. Deze groep komt regelmatig voor. In de meeste gevallen, al danniet door het doen van een DNA test, kan men erachter komen wie de vader is. Medewerkingvan de moeder is dan wel gewenst/vereist. Werkt de moeder niet mee, dan kan een verzoek bijde rechtbank ingediend worden. Het komt voor dat moeders er bewust voor kiezen om de jonge<strong>vaders</strong> niet te betrekken bij de zorg van het kind. Vaak is een breuk in de relatie daar de oorzaakvan, of is het kind verwekt tijdens een one-night stand. Deze moeders onthouden de <strong>vaders</strong> hetcontact <strong>met</strong> hun kind door ervoor te zorgen dat hij zijn kind niet mag erkennen en daaropvolgend niet het gezag kan aanvragen. Bij het aangeven van het kind wordt dan ’vaderonbekend’ vermeld. Een vader heeft dan geen plichten jegens zijn kind, maar ook geen recht omcontact <strong>met</strong> zijn kind te onderhouden. Dit kan hij wel afdwingen door een verzoek in te dienen bijde rechtbank. Deze rechtszaken duren vaak lang en brengen ook de nodige kosten <strong>met</strong> zichmee. Niet elke vader wil daar energie in steken, heeft daar de financiën voor en/of ontbreekt hetaan kennis voor wat betreft de juridische mogelijkheden.Daarnaast zijn er jonge <strong>vaders</strong> die zorgen voor hun kind, maar geen relatie onderhouden <strong>met</strong> demoeder van het kind. Deze groep bestaat over het algemeen uit <strong>vaders</strong> die sowieso hun kindhebben erkend. Daarnaast hebben sommige <strong>vaders</strong> ook het gezag over hun kind. Na eenrelatiebreuk <strong>met</strong> de moeder van het kind, kunnen de beide ouders een omgangsregeling treffen.Deze omgangsregeling kan zonder of <strong>met</strong> bemoeienis van de rechtbank tot stand komen. Ook iser een groep <strong>vaders</strong> die wel hun kind verzorgen, maar het kind niet hebben erkend. Deze <strong>vaders</strong>zijn afhankelijk van de goedkeuring van de moeder en waarbij zij dus de omgang tussen vaderen kind wenselijk vindt. In sommige gevallen is er sprake van een samengesteld gezin. Moederheeft een andere vriend of de vader heeft een nieuwe vriendin (<strong>met</strong> mogelijk nog anderekinderen).Mogelijke thema’s voor de hulpverlening aan deze groep <strong>vaders</strong> zijn: Relatie <strong>met</strong> de moeder van het kind7Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Erkenning & gezagVerlies van het actieve <strong>vaders</strong>chap (= rouw, het alleenstaande <strong>vaders</strong>chap, socialeomgeving).1.4 OnderzoekHet is een logisch verschijnsel dat <strong>vaders</strong> meer moeite hebben te wennen aan het ouderschapdan moeders. Over het algemeen kan het drie tot negen maanden duren voordat zij plezierkrijgen in het <strong>vaders</strong>chap. Wanneer mannen zorgtaken op zich nemen is dat een teken dat zezelfverzekerd zijn en zich op hun gemak voelen (Pardoen, 2005). Het niet oppakken vanzorgtaken lijkt dan soms ook door onzekerheid te komen.In Nederland is er geen onderzoek gedaan naar de blijvende betrokkenheid van de vader. Uitinternationaal onderzoek is bekend dat de duur van het contact <strong>met</strong> name wordt bepaald doorhet contact <strong>met</strong> de moeder (Quinton, Pollock & Anderson, 2002). Dit onderzoek geeft aan datjonge moeders graag willen dat jonge <strong>vaders</strong> bij de opvoeding betrokken zijn (Quinton, Pollock &Anderson, 2002). Er is geen reden om te veronderstellen dat dit in Nederland anders ligt. Veeljongens hebben een oprechte betrokkenheid bij de opvoeding van hun kind.Ze ondersteunen de moeder tijdens de zwangerschap vooral door mee te gaan naar afsprakenen door online informatie te zoeken (Van Lier, 2007). Volgens buitenlands onderzoek is eengroot deel van de jonge <strong>vaders</strong> van plan in contact te blijven <strong>met</strong> hun kinderen (Quinton, Pollock& Anderson, 2002; Bunting & McAuley, 2004; Rouch, 2005). Nederlands onderzoek bevestigt ditbeeld. Vaders willen vaak betrokken zijn, ook al heeft een groot aantal van hen tijdens dezwangerschap niet over deze betrokkenheid nagedacht (Van Lier, 2007; Raap & Van Coblijn,2009).Veel jonge meisjes willen graag een stabiel gezinsleven als hun kind eraan komt. Helaas makende omstandigheden waarin de kinderen geboren worden het vaak moeilijk om een traditioneelgezin te vormen. De grootste problemen zijn een gebrek aan inkomen en instabiele relaties(Baard en Keinemans, 2007). Van de tienermoeders is één op de drie alleenstaand, van dejonge moeders boven de 20 jaar één op vijf.Uit onderzoek van de ROA (2009) blijkt dat bij tienerouders de opvoeding nog steeds vaker bijde moeder ligt dan bij de vader. Tiener<strong>vaders</strong> stoppen bijvoorbeeld niet of nauwelijks <strong>met</strong>school, terwijl moeders dat vaak wel doen. Onder Antillianen is te verwachten dat weinig <strong>vaders</strong>bijdragen aan de opvoeding, want bij hen is 51% van de <strong>vaders</strong> onbekend (Garssen enHarmsen, 2005).Het leven van een jonge ouder is niet eenvoudig, omdat hij of zij tegelijkertijd volwassen moetworden en ouder moet zijn (Baart en Keinemans, 2007). Daarmee doorloopt een tieneroudertegelijkertijd twee ingrijpende fasen in het leven die door hun veeleisendheid soms moeilijk tecombineren zijn. Enerzijds moeten zij aandacht hebben voor het ouderschap en voor een babyzorgen, anderzijds moeten ze zelfstandig worden. Het ouderschap doet een sterk beroep op dezelfredzaamheid van jonge ouders en zorgt ervoor dat zij de groei naar zelfredzaamheidversneld doorlopen (Baart en Keinemans, 2007).De afgelopen jaren zijn er in het land veel verschillende onderzoeken uitgevoerd naar jonge<strong>vaders</strong>. De resultaten komen in de verschillende onderzoeken vaak <strong>met</strong> elkaar overeen. <strong>Jonge</strong><strong>vaders</strong> geven in deze onderzoeken onder andere aan het leuk te vinden om activiteiten teondernemen samen <strong>met</strong> andere jonge <strong>vaders</strong>, maar vinden dat het leukste <strong>met</strong> de jongemoeders erbij. Alleen (samen <strong>met</strong> andere jonge <strong>vaders</strong>) deelnemen aan een groep zien demeeste jonge <strong>vaders</strong> niet zo zitten. Waarschijnlijk is het het beste om òf de jonge <strong>vaders</strong>individueel te benaderen voor hulpverlening (wanneer mogelijk via hun vriendin), òf samen <strong>met</strong>hun vriendin (in een groep/bijeenkomst), of digitaal te ondersteunen. Kanttekening hierbij is8Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


echter dat je de groep jonge <strong>vaders</strong> mist die geen relatie meer onderhoudt <strong>met</strong> de moeder vanhun kind en/of nauwelijks betrokken is bij de opvoeding. Een andere beperking in dezeonderzoeken is dat de resultaten telkens gebaseerd zijn op kleine aantallen jonge <strong>vaders</strong>, watde resultaten minder representatief en generaliseerbaar maakt. Er lijkt nogal een gat te zittentussen dat wat de jonge <strong>vaders</strong> zeggen in onderzoek en de manier waarop het in werkelijkheidgaat.De Rutgers Nisso Groep heeft in 2010 een onderzoek naar <strong>Jonge</strong> Vaders uitgevoerd. 1 Bij allejongens in dit onderzoek was de zwangerschap van hun vriendin ongepland en onbedoeld. Eendeel van de Surinaamse en Antilliaanse jongens reageerde desondanks wel positief op dezwangerschap. Erger dan jong vader worden, is wat hen betreft helemáál geen vader worden.Het vermoeden dat jongens uit Suriname en de Antillen het <strong>vaders</strong>chap zien als een bevestigingvan hun mannelijkheid, werd niet door het onderzoek bevestigd. Ook kan niet worden gezegddat Surinaamse en Antilliaanse jongens het <strong>vaders</strong>chap <strong>met</strong> minder verantwoordelijkheidassociëren dan jongens uit de Westerse cultuur. Alle jongens hadden vooraf een vaag idee vanhet <strong>vaders</strong>chap en de verantwoordelijkheden die dit <strong>met</strong> zich meebrengt. Het aantaltienermoeders <strong>met</strong> een Surinaamse/Antiliaanse afkomst is een heel stuk hoger dan deautochtone tienermoeders, te verwachten is daardoor dat de groep Surinaamse/Antiliaansejonge <strong>vaders</strong> ook een stuk groter is.Tevens is er veel internationaal onderzoek gedaan naar risicofactoren <strong>met</strong> betrekking tottienerzwangerschappen. Zo worden bijvoorbeeld vroegtijdige schoolverlating, huiselijkgeweld en een slechte relatie <strong>met</strong> de vader gezien als risicofactoren (Trivedi, Brooks,Bunn & Graham, 2009; Weinman, Smith & Buzi, 2002; Wiggins, Oakley, Sawtell,Austerberry, Clemens & Elbourne, 2005). Deze gegevens zijn echter niet zomaar vantoepassing op de situatie in Nederland. Enerzijds omdat seksueel gedrag in sterke matecultuurgebonden is, anderzijds omdat de meeste internationale literatuur afkomstig is uitlanden waar de prevalentie van tienerzwangerschap veel hoger is dan in Nederland, zoalsin het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Nederland is het land <strong>met</strong> de laagsteprevalentie van tienerzwangerschappen in Europa. Het is aannemelijk dat de dynamiekomtrent het ontstaan van tienerzwangerschappen niet zomaar vergelijkbaar is <strong>met</strong> landenwaar tienerzwangerschappen veel vaker voorkomen.De laatste jaren is er tevens veel onderzoek gedaan naar het puberbrein. Op momenten in deontwikkeling dat de hersengebieden zich ontwikkelen die verantwoordelijk zijn voor risicogedrag,kan er meer risicogedrag plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld onbeschermde seks. Er wordt op datmoment een keuze gemaakt die plezier oplevert op korte termijn (het hebben vangemeenschap), maar niet nagedacht over gevolgen (een ongewenste zwangerschap). Dit isgedrag wat passend is bij de leeftijd vanwege de ontwikkeling van de verschillendehersengebieden en dus geen kwestie is van niet willen, maar niet kunnen.Uit onderzoek is gebleken dat wanneer je verliefd bent, de hersengebieden die belangrijk zijnvoor nadenken over perspectieven onbelangrijk zijn of juist minder actief worden, en alleen deprimaire liefdesgebieden een rol spelen. Dit verklaart dat het gedrag van adolescenten somsondoordacht kan lijken. Uit het rapport van de Rutgers Nisso Groep blijkt dat jongens vaakweinig doordrongen zijn van het risico op onbedoelde zwangerschap. Relaties zijn gebaseerd opseks en verliefdheid en niet op de toekomst en het eventuele ontstaan van een zwangerschap(zie bovenstaand).1 Ook dit onderzoek is gebaseerd op een kleine groep respondenten.9Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Er is tevens verschil tussen jongens en meisjes. Tussen de 18 en 22 jaar zitten pubers in hetzelfbewuste stadium. Meisjes zijn daarin wat vroeger dan jongens. Meisjes kijken vooruit in hunpubertijd, bereiden zich voor op de volwassenheid. <strong>Jonge</strong>ns daarentegen nemen afscheid vanhun jeugd en kijken daarin meer achterom. Onderstaand schema laat zien hoe de biologischeprocessen werken:The male brain (L. Brizendine, 2010)BelangrijkehormonaleveranderingenWat mannenhebben envrouwen nietSpecifiek mannelijkehersenveranderingenVerandering vande realiteitSeksuelerijpheidongehuwde man17-22 jaarTestosteronspiegelblijft hoogen activeertcircuits voorpaarvorming,seks,bescherming,hierarchie enterritoriomGefocussed opwelgevormde,vruchtbarevrouwen. Wileerst seks,daarna volgenliefde enrelatievorming,hoog libidoVisuelecircuitverandering omvruchtbare vrouwen tevinden en potentieelagressieve mannen teontdekkenVooral bezig <strong>met</strong>vinden vanseksuelepartners, focus opwerk, geld encarrièrePubers zijn een soort ongeslepen diamanten. Ze zijn erg eerlijk en direct, volwassenen remmenhen af. Tijdens de puberteit is er een hele verbouwing gaande in het lichaam van de puber. Debiologische klok is van slag, waardoor ze eigenlijk altijd slaap tekort komen. Rond het 12 e jaarvinden er nog veel hersenveranderingen plaats. Er is sprake van een soort van snoei aanverbindingen, sommigen verbindingen verdwijnen en andere verbindingen worden juist versterkt.Verbindingen die niet veel worden gebruikt verdwijnen en verbindingen die er wel toe doenworden stukken sneller. In feite veranderen deze verbindingen van gewone lijnen naar ADSLlijnendoordat ze een isolerende wand krijgen (myeline-eiwit) (uit: Het puberende brein, 2008).Tieners blijken heel erg goed in staat te zijn te redeneren, te plannen, te beslissen en teorganiseren. Echter, wanneer deze taken ook een emotionele lading hebben, dan gaat het mis.Dan kiezen ze voor een strategie die op korte termijn winst oplevert, in plaats van op langeretermijn. Dit kan dus tot risicogedrag leiden. Angst kan hierbij een belangrijke rol spelen. Deangst om negatief beoordeeld te worden neemt toe. Het niet parallel lopen van de intellectueleen sociaal emotionele ontwikkeling in de hersenen en de discrepantie tussen energieverbruik enslaap vormen wellicht het wezen van pubergedrag.De verantwoordelijkheid van een vader en de kenmerken die een puber heeft staan dus eigenlijkhaaks op elkaar. Vaak is het niet een kwestie van niet willen, maar niet kunnen. Vanuitpsychologisch perspectief is het haast onmogelijk om deze twee rollen te integreren. Hierbijmoet wel opgemerkt worden dat er veel verschil zit in de mogelijkheid tot het nemen vanverantwoordelijkheid tussen de jonge <strong>vaders</strong>. De ene vader is dan ook wat sneller toe aan hetaannemen van een verantwoordelijke positie dan de andere vader.Met een oefening ‘puber- vader’ (zie bijlage 1) is dit verschil heel inzichtelijk te maken voorhulpverleners. Door de vraag te stellen ‘waar denk je aan bij een puber?’ en ‘waar denk je aanbij een vader?’ en deze antwoorden naast elkaar te zetten laat je helder zien hoe haaks deze10Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


twee rollen ten opzichte van elkaar kunnen staan. Deze manier helpt te begrijpen waarom zakenzo lastig kunnen zijn voor jonge <strong>vaders</strong>.Voor een uitgebreide beschrijving van de begeleiding van tienerouders en zeer jonge ouders ziehet boek van Martine Delfos: Hulp aan zeer jonge ouders, 2011.11Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Hoofdstuk 2 Leefgebieden<strong>Jonge</strong> <strong>vaders</strong> kunnen, evenals jonge moeders, problemen hebben op allerleiverschillende leefgebieden. Deze leefgebieden zijn in de <strong>met</strong>hodiekbeschrijving voor jongemoeders reeds beschreven. Voor jonge <strong>vaders</strong> kunnen deze leefgebieden wat minder eenduidigworden ingevuld, omdat de rol die zij als vader in het leven van hun kind vervullen ergverschillend kan zijn. Over het algemeen heeft het jonge <strong>vaders</strong>chap een andere invloed op deverschillende leefgebieden dan het jonge moederschap.Staat de letterlijke zorg van het kind bij de jonge moeder centraal, het woordje “zorg” heeft bij de<strong>vaders</strong> vaak een andere betekenis. Vaders en moeders interpreteren zorg vaak op een anderemanier. Vaders willen laten zien dat ze er zijn voor het kind door bijvoorbeeld een woning teregelen, opleiding af te maken en/of een uitkering te regelen. Het zijn doeners en ze willen hunkind iets zichtbaars (huis, luiers, cadeautjes) geven. Leefgebieden 1 & 2 staan bovenaan hetwensenlijstje van jonge <strong>vaders</strong> binnen de hulpverlening.1. HuisvestingDe woonsituatie van jonge <strong>vaders</strong> varieert sterk. Thuiswonend, samenwonend, begeleidwonend, zwervend van plek naar plek, bij familie/vrienden, zelfstandig of (tijdelijk) in een vormvan opvang.Het is voor jonge <strong>vaders</strong> zeer moeilijk om zelfstandige woonruimte te krijgen. Het huidigewoningaanbod en de manier van toewijzing van sociale en particuliere huurwoningen is nietgunstig voor jonge <strong>vaders</strong>.Beperkende factoren hierbij zijn: het hebben van een kind (dat beperkt de keus) de jonge leeftijd een relatief laag inkomen/geen inkomen "starter" zijn (lange wachttijden) een "slecht" imago van het alleenstaand jong ouderschap2. FinanciënDe meeste jonge <strong>vaders</strong> moeten rondkomen van weinig geld. Ze besteden hun geld aan vastelasten, boodschappen, kleding en zaken voor hun kind. Ze houden weinig geld over voorzichzelf en hun eigen vrijetijdsbesteding. Veel jonge <strong>vaders</strong> hebben schulden omdat ze nog niethebben geleerd hoe je <strong>met</strong> geld om moet gaan en/of niet weten waar ze wat betreft financiënrecht op hebben of aanspraak op kunnen maken.3. Sociaal functionerenMet betrekking tot sociaal functioneren is er een grote verandering die de jonge ouder ondergaatdoor de zwangerschap en het ouderschap kan sociale relaties beïnvloeden. De jonge ouder ismeer aan huis gebonden wat het lastiger maakt sociale contacten in stand te houden. Eenzwangerschap kan ertoe leiden dat een breuk optreedt in de relatie <strong>met</strong> ouders en/of familie. Ditgeldt vaak meer voor jonge moeders dan voor jonge <strong>vaders</strong>.Tevens raken jonge ouders vaak (een deel van hun) vrienden of vriendinnen kwijt omdat deverschillende levenswijzen niet meer op elkaar aansluiten. De relatie <strong>met</strong> de moeder van hetkind of <strong>met</strong> een andere partner kan bij de jonge vader een belangrijke rol spelen. Hetzij op deachtergrond, hetzij in de geheimzinnigheid, hetzij omdat ze samenwonen, hetzij in het hoofd vande jonge vader als de moeder niet in beeld is. (Huiselijk) geweld komt regelmatig voor bij jongeouders. Verderop in deze <strong>met</strong>hodiek wordt op de geweldscirkel ingegaan.12Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Hoofdstuk 4Hulpverlening aan jonge <strong>vaders</strong>4.1 <strong>Werken</strong> <strong>met</strong> jonge <strong>vaders</strong>De hulpverlening vergeet de jonge <strong>vaders</strong> vaak (Louwerse, 2009). Experts zijn op dit momentvan mening dat het aanbod meer op mannen moet worden afgestemd zodat die zich ookwelkom voelen. Maar tegelijkertijd zeggen ze ook dat <strong>vaders</strong> zich meer moeten inspannen(Louwerse, 2009). Meer aandacht voor <strong>vaders</strong> kan wenselijk zijn, niet alleen omdat zij bij deopvoeding minder naar hulpverleners luisteren dan moeders, maar ook omdat mannen meerzorgtaken verrichten als ze beter in hun vel zitten (Pardoen, 2005). Uit het kwalitatief onderzoekvan Gesell & Van Dijk (2010) komt naar voren dat jonge <strong>vaders</strong> vooral concrete hulp nodighebben, zoals ondersteuning bij het vinden van een huis en werk. En welke organisatie doet dit(zonder concrete hulpvraag)? Het volgen van een opleiding en het hebben van een baan werdvoor de ondervraagde jongens belangrijker toen hun vriendin zwanger werd. Op dat momentwerd het verantwoordelijkheidsgevoel groter.Verder blijkt uit het onderzoek van Gesell & Van Dijk (2010) dat jonge <strong>vaders</strong> ondersteuningnodig hebben bij anticonceptiegebruik. Uit de diverse onderzoeken blijkt dat hulpverlening doorjonge <strong>vaders</strong> vaak geassocieerd wordt <strong>met</strong> het gevoel gefaald te hebben, angst om niet serieuste worden genomen of hun gezag ondermijnd te zien. Om deze reden is het van belang dat ergoede/ positieve aandacht voor de <strong>vaders</strong> is, aandacht waar de jonge vader wat aan heeft.Het serieus nemen van deze groep jongens is van essentieel belang in het werken <strong>met</strong> jonge<strong>vaders</strong>. Alleen op deze manier kan er worden aangesloten bij hun belevingswereld en kanhulpverlening een toegevoegde waarde hebben.<strong>Jonge</strong> <strong>vaders</strong> leggen het accent op concrete zaken zoals financiën en wonen, daar zijn ze vaakactief in (dit is hun manier van zorgen, seksespecifiek). Ze zien dit vaak als hunverantwoordelijkheid dit goed te regelen. De zorg voor deze materiële kant kan hun manier zijnom te laten zien dat ze wel betrokken zijn. Als ze al hulp zoeken, zal de ingang een heleconcrete vraag zijn. Hulpverleners moeten zich ook in eerste instantie op deze concrete vraagfocussen, om zich bij de jonge <strong>vaders</strong> bekend te maken.Bij het ontdekken van de zwangerschap voelen ze vaak in eerste instantie paniek en afhouding.Vaak vinden hun zwangere vriendinnen dat de <strong>vaders</strong> dan te weinig doen of betrokken zijn. Alsje echter doorpraat, en ze ook de erkenning geeft van dat ze wel degelijk betrokken zijn (maarop hun eigen manier) blijkt dat ze zich erg zorgen maken. Soms worden jonge <strong>vaders</strong> ookbewust door de jonge moeder uit beeld gehouden.Belangrijk is hier de manier van bejegening op aan te passen. Wanneer een hulpverlener te snelop het emotie- of gevoelsniveau gaat zitten, raakt de jonge vader vaak verder van dehulpverlener af. Beter is om eerst de praktische zaken aan te pakken en hier vertrouwen mee opte bouwen. Wanneer dit vertrouwen er eenmaal is, kunnen er nieuwe stappen wordenondernomen indien de cliënt hier behoefte aan heeft. Dit proces vergt de nodige afstemming enaanpassingsvermogen van de hulpverlener.In het verleden is gebleken dat het organiseren van groepen voor jonge <strong>vaders</strong> weinig nut heeft.<strong>Jonge</strong>ns hebben vaak niet zoveel behoefte te praten in groepsverband, en willen de zaken diehun bezighouden ook niet zozeer als een probleem zien. Ze vinden dit hooguit prettig ompraktische zaken <strong>met</strong> andere jonge <strong>vaders</strong> door te spreken, maar ook dat lijkt liever individueelplaats te vinden. In het volgende hoofdstuk staan belangrijke punten weergegeven, wanneermen toch graag bijeenkomsten in groepsverband organiseert.17Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Uit alle beschikbare informatie kan opgemaakt worden dat het werken <strong>met</strong> jonge <strong>vaders</strong> nietzomaar eenduidig kan worden beschreven. Het blijft telkens een zaak om de hulpverleningspecifiek af te stemmen op de situatie en de persoon, dit dient erg zorgvuldig te gebeuren. Uitonderzoeken en vanuit verschillende ervaringen kunnen we echter wel zeggen wat in iedergeval belangrijke aspecten zijn in het werken <strong>met</strong> jonge <strong>vaders</strong>.Praktische punten en houdingsaspecten in het werken <strong>met</strong> jonge <strong>vaders</strong> (dit zijn tevensalgemene aspecten die belangrijk zijn bij het werken <strong>met</strong> groepen):- respectvolle benadering- durven te confronteren- directief zijn- insteken op praktische ondersteuning (= onderdeel om een vertrouwensband op tebouwen en is een erkenning waar jonge <strong>vaders</strong> op gericht zijn)- duidelijkheid- problemen mee helpen aanpakken- vertrouwensband opbouwen- mogelijkheden op een rij zetten- zekere afstand- de hulpverlener bepaalt (goede balans tussen bepalen en door cliënt laten bepalen)- weet hebben en meenemen van de fase van de ontwikkeling (+ kennis van dedoelgroep)- als hulpverlener moet je daarentegen goed uitkijken niet op macht te gaan zitten(behalve bij verwaarlozing en geweld).- duidelijk hebben hoe je zelf tegenover de doelgroep staat (eventueel constructiefomgaan <strong>met</strong> de eigen weerstand tegenover de doelgroep)Een mannelijke hulpverlener (mits aanwezig) die het leuk en uitdagend vindt om <strong>met</strong> jonge<strong>vaders</strong> aan de slag te gaan heeft de voorkeur. Echter, het gaat <strong>met</strong> name om het beheersen vandeze houding en het kennen van het socialisatie-aspect.4.2 Eventuele gespreksonderwerpen in de hulpverlening aan de jonge vaderIn hoofdstuk 1 zijn enkele thema’s voor de hulpverlening aan jonge <strong>vaders</strong> genoemd. Verderegespreksonderwerpen in de begeleiding aan jonge <strong>vaders</strong> kunnen zijn: Eerste reactie bij vernemen zwangerschap Abortus Trots Boosheid Schaamte Controle (over zichzelf en over tijd) Behoeften Ouders Familie/vrienden (moeder van het kind en haar ouders) Juridische informatie (bv. rondom voogdij) Ondersteuning tijdens zwangerschap Veranderingen Opvoedingsvragen Tevredenheid over <strong>vaders</strong>chap Moeilijkheden <strong>vaders</strong>chap Toekomstperspectief18Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Financiële middelenLokale overheidAnticonceptiemiddelenWat te doen als je niet getrouwd bentBeschikbare financiële middelenAcceptatieproces zwangerschapWaar vraag je hulp?Preventie (anticonceptie, soa’s)4.3 Mogelijkheden van hulpverleningProcesmatige hulpverlening wordt normaliter ingezet bij vragen en problemen op het gebied vanrelaties, werk, lichaam en gezondheid, welvaart en succes. Er wordt gewerkt vanuit het “hier ennu” <strong>met</strong> de visie, dat het verleden voorbij is en niet meer veranderd kan worden, de toekomst ernog niet is en het heden het enige is waar we mee te maken hebben.Digitale hulpverlening<strong>Jonge</strong> <strong>vaders</strong> willen hun problemen en vragen vaak zelf oplossen en het liefst zo snel enanoniem mogelijk. Als een vraag dan beantwoord is (en het liefst zo concreet mogelijk) dan is dehulpverlening voor hun gevoel klaar. Indien ze dan later weer een vraag hebben, dan nemen zewel weer contact op.Digitale hulpverlening voldoet aan de criteria van snel, doelgericht en anoniem. <strong>Jonge</strong> <strong>vaders</strong>kunnen op het moment dat ze het zelf willen anoniem informatie vragen, dit is erglaagdrempelig. Bij de Fiom is hiervoor bijvoorbeeld een chat-mogelijkheid en een e-mailmogelijkheid (via www.fiom.nl). Ook is er de site www.jongvader.nl, waar jongens goedeinformatie kunnen vinden over het jonge <strong>vaders</strong>chap, waar men verhalen kan lezen van anderejonge <strong>vaders</strong> en waar een mogelijkheid is om middels een forum een vraag te stellen of op eenvraag te reageren.Oplossingsgericht werkenDaarnaast kun je middels de <strong>met</strong>hode ‘Oplossingsgericht werken’ (bijvoorbeeldKOT:Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie) aansluiten bij de zelf-oplossingsgerichtheid vande jonge <strong>vaders</strong>. Hoe meer ze het gevoel hebben dat ze het zelf hebben gedaan, hoe mindergezichtverlies ze lijden (want hulp zoeken betekend voor de jonge vader vaak gezichtsverlies).Zoals reeds eerder is beschreven kunnen jonge <strong>vaders</strong> in verschillende groepen wordeningedeeld. Niet alle groepen staan open voor hulpverlening.Het 8-fasenmodel is dus ook meer gericht op de jonge <strong>vaders</strong> die wel openstaan voorprocesmatige hulpverlening.Veel jonge <strong>vaders</strong> hebben weinig steun van de hulpverlening nodig en zijn <strong>met</strong> hetbeantwoorden van één vraag al geholpen. Vaak gaat het echter om meervoudige problematiek;dat wil zeggen dat er op verschillende leefgebieden problemen zijn. Dit vergt een integraleaanpak en dat betekent: de situatie van de jonge vader op alle leefgebieden analyseren en eensamenhangende aanpak van de problemen kiezen. Een planmatige manier van werken dus. De jonge vader komt beter in beeld; door de indeling in leefgebieden krijg je breed zicht ophet functioneren van de jonge vader. Alle zaken die in het leven van de jonge vader van belang zijn, komen via het werken <strong>met</strong> deleefgebieden aan bod. De jonge vader staat centraal; de wensen en behoeften van de jonge vader worden alsvertrekpunt van de begeleiding genomen.19Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


De begeleiding heeft een kop en een staart: je werkt van een begin naar een eind.Succesfactoren worden daarbij inzichtelijk: wat heb ik al bereikt op welk leefgebied?De begeleiding is doelgericht: je stelt concrete doelen voor de begeleiding.Oplossingsgericht werken kan o.a. d.m.v. gebruik van de schaalvraag:(uit: www.oplossingsgerichtmanagement.nl)Bij de schaalvraag wordt de jonge vader gevraagd om zich een schaal van 0 tot 10 voor testellen waarbij 10 staat voor de situatie waarin het is geworden zoals hij wil dat het wordt en 0voor de situatie waarin er nog niets gerealiseerd is van de gewenste situatie. Vervolgens stelt debegeleider volgens een min of meer vaststaand patroon een reeks vervolgvragen aan de jongevader. Eerst vraagt de begeleider op welke positie de vader nu staat. Vervolgens vraagt debegeleider aan de jonge vader hoe het al gelukt is om van 0 tot de huidige positie te komen enwat daarbij vooral goed geholpen heeft. Daarna wordt gevraagd wanneer de jonge vader al eenshoger heeft gestaan op de schaal en hoe dat toen gelukt is. Ook kan hij vragen hoe een hogerepositie op de schaal eruit zou zien. Al dit soort vragen mondt doorgaans uit in de vraag welkstapje vooruit de jonge vader wil zetten.<strong>Werken</strong> middels de schaalvraag geeft <strong>vaders</strong> de kans om eigen oplossingen te bedenken enmeer praktisch en concreet te werken aan de situatie. <strong>Werken</strong> volgens de schaalvraag envolgens de kortdurende oplossingsgerichte therapie houdt in dat er niet naar het verledengekeken wordt maar enkel naar het nu en de toekomst. ‘Wat kan ik doen om de situatie teveranderen en waar begin ik?’.Outreachende hulpverleningOutreachende hulpverlening is het actief opsporen van mensen en het ongevraagd enonvoorwaardelijk aanbieden van hulp in de thuissituatie. De hulpverlening wordt om de cliëntheen georganiseerd. Outreachende hulpverlening vraagt een ruimere en flexibeletijdsinvestering. De beschikbare tijd voor de cliënt wordt niet van tevoren vastgelegd. De tijd kanflexibel, naar behoefte van het hulpverleningscontact, worden ingezet. Ook kan de duur van dehulpverlening een langere doorlooptijd hebben. 22Bron: www.kennis-centrum-ouderen.nl.20Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Outreachende hulpverlening is de manier om de jonge <strong>vaders</strong> – bij voorkeur in de avonduren –te bereiken. Aanmelding kan ook gebeuren als de jonge vader <strong>met</strong> de moeder van het kindmeekomt naar de hulpverlening. Mogelijk heeft hij de behoefte aan een individueel traject.Veel jonge ouders willen zich tegenover derden bewijzen als zijnde goede ouders. Op hunproblemen ingaan en ze benoemen wordt vaak niet geaccepteerd. Omdat de meeste jonge<strong>vaders</strong> niet op hun problemen aangesproken willen worden, wordt in het eerste contact nietgeïnformeerd naar problemen als de vader of de verwijzer deze niet zelf ter sprake brengt. Ditinformeren naar problemen kan pas als ze zich door de hulpverlener serieus genomen voelenen zichzelf ook wat waard vinden. Het ontwikkelen van vertrouwen is hier erg van belang.Meestal wordt bij jonge <strong>vaders</strong> gestart <strong>met</strong> de praktische ingang (huis, inkomen, rechten enplichten) en is de hulpverlener verkennend naar de andere leefgebieden (stipt ze even aan ofsignaleert). Die verkenning naar de andere leefgebieden heeft wel een belangrijke functie:achter de vaak praktische vraag van de jonge vader gaat immers vaak een heel scala aanbehoeften en verlangens schuil die niet direct waarneembaar zijn 3 en (nog) niet zullen wordenbenoemd.De basishouding en het aansluiten bij de vader, zoals wordt beschreven in hoofdstuk 3, zijnessentieel om tijdens de gehele begeleiding voor ogen te houden. Dat betekent in dit geval nietklakkeloos alle leefgebieden <strong>met</strong> de vader bespreken, maar kijken naar wat er op dat moment bijhem speelt. Wanneer een hulpverlener daarin te snel wil gaan, is de hulpverlener de jongevader kwijt.Niet elke vader meldt zichzelf aan voor begeleiding. Outreachende hulpverlening is nodig voorveel jonge <strong>vaders</strong>, bij wie sprake is van een opeenstapeling van problemen (oftewel problemenop meerdere leefgebieden).Er zijn veel overeenkomsten tussen de jonge vader en de jonge moeder voor wat betreft debasishouding. Om goed aan te sluiten is kennis nodig van het seksespecifieke werken <strong>met</strong>mannen, de positie van de jonge vader (dit verschilt op bepaalde vlakken bij de jonge moeder,bijvoorbeeld als het gaat om gezagvoering) en de tijdsaanvang van gesprekken (liefst in deavonduren).Outreachende hulpverlening is nodig voor jonge <strong>vaders</strong> bij wie sprake is van een opeenstapelingvan problemen of bij <strong>vaders</strong> die niet anderzins bereikt kunnen worden:- op UITEENLOPENDE leefgebieden die <strong>met</strong> elkaar in verband staan;- die ONHANTEERBARE proporties aannemen of dreigen aan te nemen;- die een negatieve invloed hebben op de ONTWIKKELINGSKANSEN van het (de) betrokkenkind(eren);- die een sta-in-de-weg zijn om de meer POSITIEVE MOGELIJKHEDEN van de betrokkenenaan te spreken;- bij wie hulp- en dienstverleners ONVOLDOENDE AANSLUITING vinden 4 .Bij outreachende hulpverlening gaat het om jonge <strong>vaders</strong> die in velerlei opzichten moeitehebben het hoofd boven water te houden en die door de bomen het bos niet meer zien. Eenaantal van deze <strong>vaders</strong> is de macht over de gebeurtenissen in hun eigen leven kwijt. Andere<strong>vaders</strong> schieten zo in de passiviteit door de vele zaken die ze moeten regelen, dat een extrasteun in de rug noodzakelijk is.34Mudde, S & A. van Rheenen. ‘Donna is moeder. Een evaluatieonderzoek naar het jonge moedercentrum Donna in Hengelo’.Hengelo: Jarabee jeugdzorg (2002).Baart, A. & S. Keinemans. ‘Kwetsbaar maar niet alleen kwetsbaar. Over het bereiken en steunen van multiproblem gezinnen,kwetsbare kinderen en tienermoeders en over maatjesprojecten van en voor weinig weerbare jongeren. Verslag van drie pilots.’’s-Hertogenbosch: Actioma (2007).21Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Deze jongens staan erom bekend dat ze moeilijk bereikbaar zijn voor instanties. De jonge<strong>vaders</strong> weten de organisaties niet te vinden, de instanties laten te gemakkelijk weer los, werpendrempels op door voorwaarden te stellen of zijn door wachtlijsten onbereikbaar.Wat vooral nodig is in deze multi-problem situaties, is dat begeleiders van achter hun bureausvandaan komen. De begeleiding werkt letterlijk vanaf het huis waar de jonge vader woont en isvaak intensief en praktisch van aard. Het leeuwendeel van de contacten doet zich voor terwijl eriets anders gebeurt: schoonmaken, verven, rommel opruimen, papieren op orde brengenetcetera. Ondertussen leren de begeleider en de jonge vader elkaar kennen, groeit ervertrouwen en ontstaat er ruimte om over persoonlijke kwesties te praten. Hoe meer ruimte er inhet hoofd van de jonge vader is, hoe meer hij zelf gedaan krijgt.Het gewenste doelHet uiteindelijke doel bij veel jonge <strong>vaders</strong> is dat ze in staat zijn hun vaderrol te vervullen en datze sociaal en economisch zelfstandig kunnen opereren in de maatschappij. Om deze doelenconcreet te maken kan het prettig zijn <strong>met</strong> doelenkaarten te werken. Daarop kan wordenvermeld welke dingen de jonge vader wil bereiken: waar hij aan wil werken, en waar hij heteerste aan wil gaan werken.De kans dat een jonge vader daadwerkelijk in de hulpverlening terecht komt, is het grootst als hijvanuit een systeem binnen komt (<strong>met</strong> de moeder van zijn kind). Van daaruit kan bekekenworden of hij een individueel traject wenselijk vindt De uitvoering vindt daarna plaats.Binnen de uitvoeringsfase zal ook gekeken kunnen worden naar het digitale aanbod. <strong>Jonge</strong><strong>vaders</strong> zullen mogelijk meer gebruik maken van het digitale aanbod i.p.v. het face-to-faceaanbod als zij een eigen plek hebben (www.jongvader.nl), waar ook goede en uitgebreideinformatie opstaat .Naast individuele begeleiding, kan het werken aan de doelen en leefgebieden van jonge <strong>vaders</strong>via verschillende activiteiten plaatsvinden zoals via vrije inloopmomenten, cursussen engroepen.Voor welke vorm van begeleiding ook gekozen wordt, de houding beschreven in hoofdstuk 3 isdaarbij van belang.<strong>Jonge</strong> VadergroepUit de diverse onderzoeken die in het land zijn gedaan blijkt er weinig behoefte van jonge <strong>vaders</strong>te zijn om hun ervaringen <strong>met</strong> andere jonge <strong>vaders</strong> te delen. Groepen zien veel <strong>vaders</strong> alleenals nuttig wanneer ze concrete vragen kunnen bespreken, zoals werk, wonen en financiën.Echter: wanneer een groep eenmaal loopt, geven jonge <strong>vaders</strong> aan dat de groep hen een plekbood waar ze samen konden zijn <strong>met</strong> mannen die in hetzelfde schuitje zaten. Daarnaast boodde groep hen een stuk ontspanning, even weg van hun zorgtaak. Ons advies is echter niet alseerste op een groepsaanbod in te zetten.Het uitgangspunt in het werken in groepen is steeds zorgen voor veiligheid. Deze veiligheid is debasis van het groepsproces en zorgt voor de er- en herkenning van <strong>vaders</strong>. Immers, door hetervaren van deze veiligheid, durven <strong>vaders</strong> <strong>met</strong> hun ervaringen naar buiten te komen.Wanneer er toch voldoende jongens zijn om een groep te starten, is het belangrijk stil te staanbij de volgende punten. Hieronder wordt een aantal algemene interventies beschreven omveiligheid in een groep te creëren 5 :5Remmerswaal, J. ‘Begeleiden van groepen; groepsdynamica in de praktijk’. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (2006).22Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


- De groep begeleiden bij het zoeken naar gemeenschappelijkheden: waarom en <strong>met</strong> welkdoel gaan we hier bij elkaar zitten? De tijd nemen voor een uitgebreidekennismakingsronde is daarbij essentieel.- Wanneer jongens deelnemen aan een groep zijn ze op zoek naar herkenning enerkenning. Dit is vaak hun grootste motivatie om deel te willen nemen aan de groep. Hetstarten <strong>met</strong> een groep jongens die in een soortgelijke situatie zitten, is dan ook belangrijkin verband <strong>met</strong> de herkenning. Het is belangrijk dat de jongens de herkenning ook vindenin een groep. Als begeleider dien je hiervoor de voorwaarden te scheppen, bijvoorbeelddoor gerichte vragen te stellen of door hen de gelegenheid te geven deze aan elkaar testellen.- Het bieden van een goede structuur.Nader uitgewerkt zijn daarbij de volgende algemene aandachtspunten belangrijk:• vooraf heldere informatie toesturen;• duidelijkheid verschaffen over het programma;• afspraken maken <strong>met</strong> de groep over regels en omgangsvormen (bijvoorbeeld overaanwezigheid en op tijd zijn) en als begeleider deze afspraken bewaken;• aangeven van regels voor participatie, zoals luisteren, elkaar laten uitspreken,vertrouwelijkheid van de besproken onderwerpen;• huishoudelijke regels geven, plus consequenties uitvoeren indien er niet aan de regelswordt gehouden• werken <strong>met</strong> thema’s, zoals voor jonge moeders beschreven in ‘Heft in eigen hand’ 6 .• De locatie moet passend zijn voor de doelgroep (een vergaderruimte waarin je eeninformele sfeer creëert, of bijvoorbeeld een jeugdsoos)• Indien aanwezig, een mannelijke werker• De <strong>vaders</strong> verantwoordelijk maken voor de thema’s die behandeld worden (wat speelt erbij hen op dat moment, hoe willen ze het behandelen, wat hebben ze dan nodig van dewerker), activiteiten doen• De sociale kaart helder hebben (indien er een verwijzing nodig is)Veiligheid is meer dan het stellen van regels en het scheppen van duidelijkheid. Het vraagtenerzijds om het volgen van een groepsproces waarbij de hulpverlener:- iedereen even veel tijd geeft, ook de afwachtende deelnemers en de mindere praters.Hierdoor krijgt iedereen de ruimte om haar verhaal te vertellen;- grenzen respecteert en bewaakt;- regelmatig toetst hoe de jonge <strong>vaders</strong> zich ‘voelen’ in de groep;- stimuleert dat jonge <strong>vaders</strong> rechtstreeks op elkaar reageren;- inhoudelijke deskundigheid laat merken;- een outreachende houding toont;- integriteit toont;- authentiek en echt is;- erkenning geeft en waardering uitspreekt;- humor heeft;- aandacht heeft voor eenieder in de groep;- doorvraagt naar de individuele ervaring;- beseft niet klaar te zijn als de groep is afgelopen. Zaken die spelen worden waar mogelijkindividueel verder doorgesproken of vergen nog een keer extra bellen of het sturen van eenkaartje.6Stade Advies en JSO. ‘Heft in eigen hand. Praktijkmap voor begeleiders van bijeenkomsten voor jonge moeders.’ Utrecht: StadeAdvies (2006).23Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


- Bij voorkeur mannelijke begeleidingVoor aanvullingen over deze houding: zie hoofdstuk 3.Het creëren van veiligheid in een groep is een voortdurend aandachtspunt.<strong>Jonge</strong> <strong>vaders</strong> worden volwassen. Een deel van de doelgroep zal desondanks langdurigbegeleiding nodig hebben. In de huidige praktijk blijkt het lastig om jonge <strong>vaders</strong> te verwijzenbinnen de bestaande netwerken.Het is ideaal wanneer er al een netwerk is voordat een jonge vader uitstroomt. Dan is er wel eenkorte overlap, maar het kan wel voor een “warme overdracht” zorgen en een vangnet voor dejonge vader.Kennis, houding en aansluiten bij de jonge vaderAccentverschillen zijn o.a. de jonge <strong>vaders</strong> die geen rechten & plichten hebben naar hun kindtoe (wat betekent dit voor hen en in wat voor positie bevinden zij zich dan? Wat is hun verlies alser geen contact is <strong>met</strong> het kind?), de jonge <strong>vaders</strong> <strong>met</strong> machogedrag, de jonge <strong>vaders</strong> <strong>met</strong>problemen op het gebied van werk of school, de jonge <strong>vaders</strong> in contact <strong>met</strong> de ouders van demoeder (hoe is het contact? Hoe gaan ze <strong>met</strong> de verwachtingen om? Hoe is het om in te wonenbij hen?), de jonge <strong>vaders</strong> die geweld hebben gebruikt binnen de relatie (stoppen van geweld,geweldspiraal en de rol van de jonge vader en ook die van zijn vriendin, nemen vanverantwoordelijkheid), drank- & drugsgebruik, oordeel van de maatschappij (hoe worden dejonge <strong>vaders</strong> gezien in de ogen van de maatschappij?).Doelen hierbij zouden moeten zijn, dat de jonge <strong>vaders</strong>:- zich ervan bewust zijn wat hun rol als vader op pedagogisch, sociaal – emotioneel enpraktisch gebied in kan houden- steun, erkenning en herkenning kunnen vinden bij andere jonge <strong>vaders</strong>- ervaringen kunnen uitwisselen <strong>met</strong> andere jonge <strong>vaders</strong>- zich ervan bewust zijn wat hun rechten en plichten als vader bij erkenning zijn en wat demogelijke gevolgen hiervan kunnen zijn- zich ervan bewust zijn wat hun rechten en plichten als vader zijn binnen de gezagvoeringen wat de mogelijke consequenties hiervan kunnen zijn.- kunnen bespreekbaar maken hoe zij in relatie staan tot de moeder van het kind, haarouders en de eigen ouders- hebben een visie - en kunnen dit ook delen in de groep - hoe de maatschappij / deomgeving tegen het jonge <strong>vaders</strong>chap aankijkt- kunnen een beeld schetsen hoe zij hun vaderrol in de toekomst zien- hebben inzicht gekregen in hoe hun eigen ontwikkelingsproces van invloed kan zijn voorhun manier van opvoedenEen contra-indicatie voor deelname aan een groep is wanneer het geweld nog steeds speelt enmen niet open staat voor hulpverlening. In principe moet het geweld gestopt zijn alvorens menaan een groep mag deelnemen of moet er tenminste een hulpverleners-traject op het stoppenvan het geweld zijn opgestart. Men moet in ieder geval open staan voor deze vorm vanhulpverlening. Belangrijk is dat de jonge <strong>vaders</strong> dan begeleid worden in het traject om hetgeweld te stoppen. De groep kan hierop ook een corrigerende werking hebben op het gedragvan de jonge vader, waarbij de jonge <strong>vaders</strong> elkaar kunnen aanpreken op ongepast gedrag.24Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


5 Communicatie en geweldZoals bij de leefgebieden reeds beschreven komt (huiselijk) geweld vaak voor bij jonge ouders.Bijna een op de vijf jongeren heeft wel eens een klap gehad van hun vriend of vriendin (18procent). Veertien procent vindt dat een klap in een relatie best moet kunnen. Dat blijkt uit eenenquête van TopX, het jongerenpanel van het tv-programma Een Vandaag.Naast spanning en stress rondom het ouderschap (bij jonge ouders en/of huiselijk geweld in hetalgemeen) zijn het vaak meerdere problemen – multi-problem – die de trigger zijn van huiselijkgeweld. Dit kan echter wel de druppel zijn, wat ervoor kan zorgen dat er een kwetsbaarheid kanontstaan zodat men in deze cirkel terecht komt.Bij de hulpverlening aan jonge ouders dient men alert te zijn op signalen die erop wijzen dat dejonge ouder zich in de geweldsspiraal bevindt.Hieronder staat deze spiraal uitgelegd:Stadium 1 Het romantisch ideaalDe meeste mensen die gaan samenwonen of trouwen koesteren plezierige verwachtingen enromantische idealen. In relaties waar geweld ontstaat zijn de verwachtingen van een of beidepartners misschien te hoog gespannen.Stadium 2 Barsten in het ideaal, waarnemen van verschillenIn de praktijk van het dagelijks leven vertonen verwachtingen en idealen barsten. Rozegeur enmaneschijn houden geen stand.Stadium 3 De vrouw begint een gesprek over de relatie en uit kritiekDe vrouw wil graag praten over haar frustraties, ongerustheid of ontevredenheid. Deze openheiden kritiek wordt meestal niet begrepen als een constructieve poging om de relatie goed tehouden.Stadium 4 De man reageert afwijzend en angstig-defensiefDe man krijgt kritiek en verdraagt dat niet, zijn mannelijke trots is geraakt. Hij reageert dus niet<strong>met</strong> begrip en openheid, maar <strong>met</strong> afwijzing en schelden. Er wordt niets opgelost.Stadium 5 Vrouw voelt zich verantwoordelijk en ‘redt’ de relatieMeestal voelen vrouwen zich verantwoordelijk voor de relatie. Ze proberen de sfeer teverbeteren en te redden wat er te redden valt.Stadium 6 Ontspanning bij de man, herstel van de romantische mytheMan en vrouw halen opgelucht adem, er komt een verzoeningsritueel. De romantische mythe ishersteld voor zolang het duurt.Deze bovenstaande fasen kunnen zich vele malen herhalen. De conflicten zijnverschillend, maar het verloop is hetzelfde.Stadium 7 De vrouw raakt gefrustreerd en wordt bedekt woedendVrouwen die hun behoeften onderdrukken raken steeds meer gefrustreerd. Ze hebben vaak nietgeleerd hun woede te uiten en doen dat indirect via zeuren, klagen enz. de spanning in huisloopt op.25Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


Stadium 8 De man raakt steeds meer gefrustreerd en gaat lichamelijk geweldgebruiken.De macht van de man slaat om in machteloosheid. ‘wat ik ook doe, het is niet goed’. De vrouwtrekt zich steeds meer terug. De man geeft de vrouw een duw of een klap. De manexternaliseert daarbij ’ik doet dit niet, zij laat mij dit doen’.Stadium 9 De vrouw raakt verstild en geïsoleerd: gevoel van verraad en verlies vanromantisch ideaalDe spiraal draait verder naar beneden. De vrouw wordt schichtig op straat en in contact <strong>met</strong>vriendinnen. Het dringt bij haar door dat de man geen ‘prins’ zal worden. De vrouw voelt zichverraden en verdrietig vanwege het verlies van het romantisch ideaal.Stadium 10 Het terugtrekken van de vrouw roept angst op bij de man en leidt totagressie: gevoel van verraad en rouw om het verlies van het romantischideaal.De onmacht van de man om zijn vrouw nog gelukkig te maken kan aanleiding geven tot nogmeer geweld. Door haar <strong>met</strong> geweld uit de ‘ijskast’ te willen halen, maakt hij het alleen maarerger.Stadium 11 Toenemende isolatie en ‘bevriezing’ van de vrouw: vervreemding vanlichaam, gevoel en denken; dissociatie en splitsingUiteindelijk verzandt de situatie in disfunctioneren op alle niveaus. Verzoening en spijtbetuigingzijn minder gemeend en wanhopiger ontstaat een patstelling en het minste kan aanleiding geventot nieuw gewelddadig gedrag. Alle symptomen van een posttraumatische stress-stoornis zijnaanwezig. Verkokering van het denken.Stadium 12 Toenemende angst voor verlies van verbinding bij de man: pogingen hetcontact te herstellen door meer geweld te gebruiken; splitsingHoe meer de vrouw zich terugtrekt en er niet meer is, hoe meer de man <strong>met</strong> geweld haarprobeert terug te krijgen. Ook de man raakt vervreemd van lichaam, gevoel en denken. Hij splitstzijn gewelddadig gedrag af van zijn zelfbeeld.Stadium 13 Totaal disfunctioneren op alle niveaus van het (gezins)systeemAls dit stadium is bereikt kunnen de signalen niet meer verborgen blijven voor de buitenwereld.Hulpverleners zijn vaak al in beeld.Wanneer je als hulpverlener te maken krijgt <strong>met</strong> (huiselijk) geweld zijn de volgende stappen vanbelang:- Bespreken van signalen- Het volgen van de meldcode (toelichting op verplichte meldcode) wellicht ook aandachtvoor plegerhulpverlening- De begeleiding moet in eerste instantie gericht zijn op het stoppen van het geweld(bijvoorbeeld door een time-out of een agressie-regulatietraining/behandeling)Voor meer informatie over geweld in relaties, zie ‘Intieme oorlog’ van J. van Lawick en M. Groen.Cijfers partnergeweldHet onderzoek naar de prevalentie van huiselijk geweld dat in 1997 is uitgevoerd (van Dijk,Flight, Oppenhuis & Duesmann, 1997) is het meest recente representatieve onderzoek voorNederland. Het leverde cijfers op voor alle vormen van huiselijk geweld. Als we alleen kijken26Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


naar geweld door de (ex-)partner dan heeft 12% van de bevolking (1 op de 8 Nederlanders)hiermee ooit te maken gehad. Bij 80% ging het daarbij om feitelijk geweld en niet (alleen) dedreiging ermee. 3,9% van de bevolking is slachtoffer geworden van partnergeweld in de vijf jaardie voorafgingen aan het onderzoek. Helaas zijn er geen specifieke cijfers over het voorkomenvan huiselijk geweld bij tiener<strong>vaders</strong>/-moeders bekend.Cijfers huiselijk geweldUit dezelfde steekproef blijkt dat 45% van alle vrouwen en mannen tussen de achttien enzeventig jaar ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld, als kind, partner of ouder. Meerdan 10% was/is wekelijks slachtoffer. 10% is aangeraakt <strong>met</strong> ongewenste seksuelebedoelingen, 8% is gedwongen tot seksuele handelingen en 4% is verkracht.Ieder jaar worden:• 160.000 vrouwen het slachtoffer van een lichte vorm van lichamelijk en seksueel geweld• 30.000 vrouwen het slachtoffer van ernstig lichamelijk en seksueel geweld• 17.000 vrouwen het slachtoffer van zeer ernstig geweldDuidelijk is dat ook mannen slachtoffer van relatiegeweld kunnen worden. Het blijkt dat hetvoor mannen moeilijker is om hulp in te roepen en dat het geweld door professionals minderwordt gesignaleerd, omdat die er minder alert op zijn. Uit onderzoek van Van Dijk et al.(1997) komt naar voren dat mannen en vrouwen in vrijwel gelijke mate slachtoffer zijngeweest van huiselijk geweld in brede zin. Vrouwen zijn echter ruim twee keer zo vaakslachtoffer van partnergeweld dan mannen: 16% van de vrouwen tegenover 7% van demannen. Vrouwen en meisjes worden vooral slachtoffer van seksueel geweld, jongensworden vaker het slachtoffer van fysieke kindermishandelingUit de profielanalyse van slachtoffers uit 2006 blijkt dat 84% van het vrouwelijke geslacht is.Van de 16% mannen is het grootste deel slachtoffer in een homoseksuele relatie. Hiermeeblijft huiselijk geweld toch vooral een genderprobleem. De meeste slachtoffers (54,2%) zijntussen de 25 en 45 jaar. Bij seksueel geweld is ruim 15% van de slachtoffers tussen de 0en 12 jaar en 36% tussen de 12 en 18 jaar. (Ferwerda, 2007)Omdat (dreiging van) geweld voor het kind even traumatiserend is moet hier ook aandacht voorzijn en goed op de signalen hiervan worden gelet!Het rapport van Steunpunt Huiselijk Geweld toont aan dat kinderen die te maken hebben <strong>met</strong>huiselijk geweld, kunnen lijden onder een reeks ernstige en blijvende gevolgen. Kinderen dieopgroeien in een gewelddadige thuissituatie, hebben een verhoogde kans slachtoffer te wordenvan kindermishandeling. Kinderen die niet direct slachtoffer zijn, vertonen dezelfde gedrags- enpsychologische problemen als kinderen die zelf lichamelijk mishandeld zijn.Kinderen die te maken hebben <strong>met</strong> huiselijk geweld, kunnen leerproblemen en beperkte socialevaardigheden hebben, gewelddadig, risicozoekend of crimineel gedrag vertonen, of lijden aandepressiviteit en ernstige angsten. Met name kinderen in de eerste jaren van hun gezinnenleven zijn kwetsbaar: onderzoek toont aan dat huiselijk geweld vaker voorkomt in <strong>met</strong> jongekinderen dan in gezinnen <strong>met</strong> oudere kinderen.Diverse onderzoeken tonen ook aan dat kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld, eengrotere kans hebben om ook als volwassenen te maken te krijgen <strong>met</strong> geweld – als slachtofferof als dader.27Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


LiteratuurBaart, A. & Keinemans, S. (2007). 'Pilot 3a. Het leven van jonge moeders'. Den Bosch: Actioma.Brilleslijper-Kater, S., Beijersbergen, M., Asmoredjo, J., Jansen, C. & Wolf, J. (2009). 'Meer dan bed, bad,broodje pindakaas. Kinderen in VO & MO'. Nijmegen: Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg.Brizendine, L. (2010) The male brainBunting, L.A. & McAuley, C. (2004). 'Teenage pregnancy and motherhood: the contribution of support'.Child and family social work, v9, nr 3, pp. 207-215.Bunn & Graham, 2009; Weinman, Smith & Buzi, 2002; Wiggins, Oakley, Sawtell,Austerberry, Clemens & Elbourne, 2005).Fiom (2009). 'Jong en een kind: praktische informatie voor jonge ouders en aanstaande opa's en oma's.'Den Bosch. Wijzigingen 2010.Garssen, J. & Harmsen, C. (2005). 'Tienermoeders vaak langdurig alleenstaand'. In: 'CBS webmagazine',september 2005..Gesell, S. & Dijk, L. van (2010). '<strong>Jonge</strong> <strong>vaders</strong>. Een kwalitatief onderzoek naar de achtergrond en rol vanjongens bij ongeplande zwangerschappen'. Utrecht: Rutgers Nisso Groep.Lier, L. van (2007). ' “Een ongelukje <strong>met</strong> een prachtige beloning……”: een verslag van tien interviews <strong>met</strong>(aanstaande) jonge <strong>vaders</strong>'. Delft: Van Lier OnderzoekPardoen, J. (2005). 'Vaders - wat weten we daar eigenlijk van? Vaders – feiten en cijfers', www.ouders.nlQuinton, D., Pollock, S. & Anderson, P. (2002). 'The transition to fatherhood in young men: influences oncommitment. Summary of key findings'. Bristol: School for policy studies.ROA / Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2009).' Zonder diploma. Aanleiding, kansen entoekomstintenties'. Maastricht: ROA.Raap, S. & Coblijn, M. van (2009). 'Tiener<strong>vaders</strong>! Een vergeten groep'. Rotterdam: Scala.Rouch, G. (2005). 'Boys raising babies: adolescent fatherhood in New Zealand'. New Zealand: Barnardos.Websites:www.tienermoeders.nlwww.jongvader.nlwww.infofortaaltienermoeders.nlwww.nji.nlwww.signsofsafety.nlwww.eigen-kracht.nl28Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)


BijlageOefening Puber - VaderDoel: Deelnemers hebben kennis over de 2 rollen die de jonge vader heeft: die van adolescent endie van vader. Deelnemers herkennen eventueel gedrag dat hoort bij een adolescent en bij een jongevader. Deelnemers zijn zich bewust van eventuele eigen vooroordelenWerkvorm:Plenair associaties laten roepen op het woord ‘adolescent/tiener/puber’ en vader/ouder.Deze verzamelen op een flap en in gesprek gaan. De input kan ook via post-it velletjesaangeleverd worden.Materiaal:2 Flaps en 2 stiften (evt post-it velletjes).Uitwerking:Vraag uit de groep 2 deelnemers die ieder bij een flap gaan staan. Op het ene vel schrijven zealle associaties, eigenschappen, kenmerken, die ze hebben bij het woord “adolescent”.Op het andere vel schrijven ze alles wat bij hen opkomt bij het woord “vader”.Je ziet dan bij adolescent woorden als: grillig, egocentrisch, uitgaan, ontwikkeling, school,dwars, erbij horen, experimenteren, onverantwoordelijk, wisselende contacten, bij ouders wonenetc.Bij vader komen woorden naar voren als: verantwoordelijk, financieel op orde, eigen huisvesting,relatie, op anderen gericht, status etc.Hang de 2 flaps naast elkaar. Vervolgens is de conclusie bijna een open deur: de schok die eenpuber tegenkomt als ze zwanger wordt. Juist in de leeftijdsfase waarin ze nog zo zwart-witdenken (zie verder teksten over dubbele rol van jonge <strong>vaders</strong>), wordt ineens een heel anderekwaliteit gevraagd.Deze oefening is m.n. zinvol om het vooroordeel dat veel mensen hebben over jonge <strong>vaders</strong> tetackelen. Het kweekt meer begrip voor de jonge vader. Het geeft duidelijk weer dat er vaak geensprake is van ‘onwil’ maar van echt niet ‘kunnen’.29Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!