12.07.2015 Views

CONTROL 300 - Consolar

CONTROL 300 - Consolar

CONTROL 300 - Consolar

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Stand 05/2006 Art. Nr. TDMA040<strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>De flexibele zonneregelaarTechnische DocumentatieMontage- en Gebruikshandleiding1 BEDIENING EN MENUSTRUCTUUR 21.1 Bediening 21.2 Menustructuur 3hoofdmenu 12:33Tc: 75° Tk: 20°C2 FUNCTIES EN INSTELLINGEN 42.1 Getoonde waarden (temperatuur- en balanswaarden) 42.2 Installatievarianten 42.3 Functies voor de werking van de solaire installatie(Ingave Solair) 42.4 T-Pro-regelaar 52.5 Servicemenu 72.6 Andere functies 73 STORINGEN EN FUNCTIE<strong>CONTROL</strong>E 84 AANSLUITING REGELAAR 84.1 Zonne- en T-Pro-regeling 8R <strong>CONTROL</strong> -afstandsbedieningen temperatuurweergave5 TABEL VOOR DE INSTELLING VAN HET TYPECOLLECTOR 135.1 Vlakke collectoren 135.2 Vacüumcollectoren 136 TECHNISCHE GEGEVENS 147 PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN 14Gebruik • ToepassingRegeling van uw solaire installatie voor warm water met enzonder gelaagde boilerProgrammeerbare uitgang voor verschillende hydraulischeschakelingen, bv. bijverwarming, circulatie, koeling,terugloopsysteem, oost-westcollectoren, ketel voor vastebrandstoffen of zwembad8 ALGEMENE MONTAGERICHTLIJNEN 158.1 Veiligheidsrichtlijn 158.2 Instelling van de installatievariant 159 MONTAGE 1510 ELEKTRISCHE AANSLUITING 1611 TEMPERATUURVOELERS 1712 INWERKINGSTELLING 17VoordelenRegeling voor solaire installaties van <strong>Consolar</strong> maar ook vanandere merkenSturing van verschillende hydraulische schakelingenAutomatische functiecontrole met veiligheidsuitschakelingAfstandsbediening R-<strong>CONTROL</strong> mogelijk als optieStand 4/2004


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>1 Bediening en menustructuur1.1 BedieningMet de pijltjestoetsen en navigeert u door hethoofdmenu en de submenu’s.Door de pijltjestoetsen en gelijktijdig in te duwenkeert u altijd rechtstreeks terug naar het hoofdmenu.Met de - en -knoppen kunnen in de ingavemenu’sde waarden ingesteld worden.Wanneer een waarde veranderd wordt, knippert ze.De waarde wordt bevestigd en opgeslagen door op de-knop te duwen. De -knop dient ook om naar hetvolgende menuniveau te gaan.Indien een uitgang geactiveerd wordt, licht de betreffendelichtdiode op.Verlicht LCD-display Uitganggeactiveerd: LEDlicht opVorigmenuVolgend menuIngavebevestigenWaardeverkleinenWaardeverhogen2Stand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>1.2 MenustructuurHet hieronder afgebeelde menuplan toont een voorbeeld van de menustructuur:HoofdmenuSubmenuhoofdmenu 12:34TC: 70 ° Tb: 60 °hoofdmenuTemperatuurwaardenVolgend menu:Vorig menu:Waarden instellen:enbevestigen met.hoofdmenubalanswaardenhoofdmenuinstallatievariantNaar submenu:gelaagdheidsfunctie:aanhoofdmenuingave SolairT-Pro: aanVolgend menu:hoofdmenuingave T-ProNaarhoofdmenu:Terug naarhoofdmenu ?Vorig menu:hoofdmenuServiceStand 05/20063


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>2 Functies en instellingen2.1 Getoonde waarden (temperatuur- enbalanswaarden)hoofdmenutemperatuurwaardenToont alle gemeten temperaturen, zoals bv. collector- enboilertemperaturen.hoofdmenubalanswaardenToont de zonnewerkingsuren of de tijd dat de zonnepompdraait.2.2 Installatievariantenhoofdmenuinstallatievariantengelaagdheidsfunctieaan / uitAan: gelaagdheidsfunctie voor <strong>Consolar</strong>-boilersUit: eenvoudige temperatuurdifferentieregeling, bv. voorboilers zonder gelaagde zonneoplading.Toelichting van de gelaagdheidsfunctie: zie „Functies voorde werking van de solaire installatie (Ingave Solair)“.T-Pro:aan / uitDeze functie kan geactiveerd worden. Indien ze niet nodigis, moet ze op „Uit“ ingesteld worden, opdat er geenvoelerstoring gemeld zou worden. Zie ook „Aansluitingregelaar “.2.3 Functies voor de werking van de solaireinstallatie (Ingave Solair)hoofdmenuingave solairDe door een microprocessor gestuurde regelaar<strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> werd ontwikkeld om een optimalefunctionaliteit en werking van de <strong>Consolar</strong>-boilers tegaranderen. Ook voor solaire installaties met andereboilers kan de <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> gebruikt worden. Deregelaar maakt een intelligente benutting van verschillendestralings- en weersomstandigheden mogelijk door deautomatische omschakeling tussen twee werkingsmodi bijde zonneoplading.Toplading: bij goede weersomstandigheden wordt hetzonnecircuit pas bij het bereiken van de gewensteminimumtemperatuur in de collector(topladingstemperatuur) met volledige doorstromingzonder onderbreking rondgepompt. In de <strong>Consolar</strong>boilersvormt het warme water dan bovenaan een laagmet een ca. 2...5 K lagere temperatuur.Intervalwerking: is er niet genoeg zonnestraling voor deverwarming van de collector op topladingstemperatuur,dan schakelt de regelaar over op intervalwerking. Datbetekent dat de <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> een bepaalde tijd wacht,terwijl de collector opwarmt (zie tabel hieronder). Na dievast ingestelde tijd wordt de zonnepomp in werkinggesteld, tenminste, indien de topladingstemperatuurvoordien al niet bereikt werd zodat de zonnepompsowieso al in werking gesteld was. De werkingstijd van dezonnepomp in intervalwerking is zo afgesteld dat decollectorinhoud ongeveer één keer rondgepompt wordt. Inde <strong>Consolar</strong>-boilers wordt het voorverwarmde waterautomatisch naar de onderste of middelste zone van deboiler gevoerd. Door de intervalwerking worden snelleronmiddellijk bruikbare temperaturen bereikt dan bij eengewone temperatuurdifferentieregeling. In de zomer wordtdaardoor bijverwarming door de ketel vermeden.Toptemperatuur:30 ... 80 °C4Hier wordt de temperatuur ingesteld die bereikt moetworden in de collector. Opdat de boilertemperatuur voorde productie van warm water in de bovenste zone van deboiler voldoende hoog zou zijn, moet detopladingstemperatuur bij werking met <strong>Consolar</strong>-boilers opongeveer 57...62 °C ingesteld worden.Bij traditionele drinkwaterboilers moet detopladingstemperatuur maar lichtjes hoger ingesteldworden dan de warmwatertemperatuur die in huisgewenst wordt.Stand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>HystereseTop: 2 ... 6 KHier kan de schakelhysterese voor de toplading ingesteldworden. Om te vermijden dat de zonnepomp continu aanenuitspringt, vindt de toplading plaats binnen een zelf tebepalen temperatuurbereik (hysterese).Indien bijvoorbeeld een topladingstemperatuur van 60 °Cen een hysterese van 2 K ingesteld worden, wordt dezonnepomp op 60 °C in- en op 58 °C terug uitgeschakeld.type collector :1 / 2 / 3 / VARIABELOm de intervalverhouding (looptijd van dezonnepomp/intervalpauze) aan de thermische traagheidvan de collector (snel/matig/traag) aan te passen, moethet type collector als volgt ingesteld worden:InstellingWaterinhoud inde collectorIntervalpauzein minutenDraaitijd pompin minutenzonne-energie opgeladen kan worden. Bij kleinebuisdiameters en een goede warmte-isolatie kan een lagewaarde ingesteld worden. Bij langere leidingen, grotebuisdiameters, slechte warmte-isolatie of ongunstigeplaatsing van de voelers moet de temperatuurdifferentiegroter zijn.VOORBEELD:Bij een buisdiameter van 15 mm, een leiding van 20 m,een pomp met weinig stroomverbruik en een goedewarmte-isolatie van de leiding kan de waarde op 6 Kingesteld worden. Bij een instelling van 6 K schakelt dezonnepomp in wanneer de temperatuur aan decollectorvoeler minstens 6 K boven de temperatuur aande boilervoeler onderaan ligt. Wanneer detemperatuurdifferentie tussen de collector en detemperatuur onderaan in de boiler lager is dan 4 K(hysterese van 2 K, in de fabriek ingesteld), schakelt dezonnepomp uit.Zonnepomp: ingang - functie - uitgang1 tot 1 liter/m² 12 42 tot 2 liter/m² 24 83 vanaf 2liter/m²variabelspecialecollectoren36 12vrij te kiezenvrij te kiezenIngangCollectorvoeler (in de leveromvangvoorzien)Boilervoeler onderaan (in deleveromvang voorzien)FunctieTopladingDifferentie solairDifferentie SolairIn de „Tabel voor de instelling van het type collector“ oppagina 13 vindt u de instelling van het type collector voorverschillende collectoren.Boilervoeler bovenaan (in deleveromvang voorzien)Uitgang: zonnepompBoiler maxboiler Max50... 90 °CWanneer de voeler bovenaan in de boiler de ingesteldetemperatuur bereikt, wordt de zonnepomp uitgeschakeld.OPMERKING:De richtlijnen in de montagehandleiding i.v.m. decollectorvoeler moeten altijd in acht genomen worden.Stand 05/2006In sommige gevallen (bv. tijdens de vakantie), kan hetnuttig zijn om de maximum boilertemperatuur op lagerdan 90 °C in te stellen om de installatieonderdelen tesparen.collector maX100 ... 110 °CNaargelang de temperatuur onderaan in de boiler wordtde maximaal toegelaten collectortemperatuur ingesteld diein de boiler mag voorkomen.Differentie 50LaiR:2 … 12 KMet de functie „Differentie solair" kan detemperatuurdifferentie ingesteld worden, waarmee detemperatuur aan de collectorvoeler hoger moet liggen dande temperatuur aan de boilervoeler onderaan zodat er52.4 T-Pro-regelaarhoofdmenuingave T-ProDe <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> heeft een universeletemperatuurdifferentieregeling waarmee schakelingen vanzeer uiteenlopende aard aangestuurd kunnen worden.temperatuurvoeler 2 :Ja / neenMet "Temperatuurvoeler 2: Ja" wordt detemperatuurdifferentieregelaar geactiveerd, d.w.z. dat detemperatuur tussen T1 en T2 vergeleken wordt.Met " Temperatuurvoeler 2: Neen" wordt de thermostaatgeactiveerd.


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>DifferentieT-Pro: 0...30 KMet deze functie kan de temperatuurdifferentie ingesteldworden, waarmee de temperatuur aan voeler T1 hogermoet liggen dan de temperatuur aan voeler T2, opdatuitgang „T-PRO" geactiveerd wordt (enkel bij"Temperatuurvoeler 2: = ja").Hysterese T-pro:0 ... 30 KHier kan de schakelhysterese ingesteld worden, zodat eenvoortdurend aan- en uitschakelen van het contactvermeden wordt.Temperatuurmin: 0 ... 100 °CTemperatuurmax: 0 ... 140 °CHier kan voor beide temperatuurvoelers, T1 en T2, eenminimale of maximale waarde ingesteld worden."Temperatuurvoeler 2: Ja": wanneer de maximaalingestelde temperatuur overschreden wordt of de minimaalingestelde temperatuur aan de voelers T1 of T2 niet bereiktwordt, wordt het contact geopend."Temperatuurvoeler 2: Neen": wanneer de maximaalingestelde temperatuur aan voeler T1 overschreden wordt,wordt het contact geopend. Wanneer de maximaalingestelde temperatuur aan voeler T1 niet bereikt wordt,wordt het contact gesloten.schakelklok T-PROgebruiken: Ja / NEeNWanneer de schakelklok op „Ja“ ingesteld wordt, is de T-PRO-regelaar enkel actief in de drie ingesteldetijdsvensters.omkerenT-Pro: Ja / NeenHier kunnen uitgangen A2 (230 V) en S3 (potentiaalvrij)omgekeerd worden.Voorbeeld 1: temperatuurschakelaar voor WWbijverwarmingTemperatuurvoeler T2:NeenTemperatuur T1 min: 55 °CTemperatuur T1 max: 60 °CNalooptijd T-Pro:Schakelklok T-Pro:T-Pro aan 1:T-Pro uit 1:4 minutenAan8:00 u16:00 uWanneer temperatuurvoeler T1 de ingesteldenormtemperatuur van 60 °C bereikt heeft, wordt het contactna de ingestelde nalooptijd van 4 minuten geopend en deWW-oplading beëindigd. Op 55°C wordt het contactgesloten en wordt het volume gebruiksklaar warm wateropgeladen. De WW-bijverwarming vindt plaats tussen8:00 en 16:00 u.looptijdT-Pro: 0 ... 60 Min.Uitgangen A2 (230 V) en S1 (potentiaalvrij) wordenonafhankelijk van de schakellogica gedeactiveerdwanneer de ingestelde tijd afgelopen is (mono flopfunctie).Indien „0" ingesteld werd, is deze functie nietactief.nalooptijdT-Pro o ... 6o nm.De uitgangen A2 (230 V) en S1 (potentiaalvrij) wordenpas uitgeschakeld wanneer de ingestelde nalooptijdverstreken is.vertraging T-PRO0 ... 60 Min.De uitgangen A2 (230 V) en S1 (potentiaalvrij) wordenmet de ingestelde tijd vertraagd.6Stand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>Voorbeeld 2: temperatuurdifferentieregeling voorterugloopsysteemTemperatuurvoeler T2:Differentie T-Pro:Hysterese T-Pro:Ja4K2KTemperatuur T1 min: 0°CTemperatuur T1 max: 90 °CTemperatuur T2 min: 0°CTemperatuur T2 max: 90 °CSchakelklok T-Pro:T-Pro aan 1:T-Pro uit 1:Aan8:00 u16:00 uWanneer de temperatuur aan voeler T1 4K hoger ligt dandie aan voeler T2, wordt het contact gesloten en hetterugloopsysteem geactiveerd (omschakelventiel wordt opAB-A geschakeld). De hysterese bedraagt 2 K. Wanneerde ingestelde maximumtemperaturen (90°C) overschredenworden of wanneer de ingestelde minimumtemperaturen(0°C) niet bereikt worden, wordt het terugloopsysteemgedeactiveerd. Het terugloopsysteem is actief tussen 8:00en 16:00 u.IngangTemperatuurvoeler T1(Nr. RE 040 of Art. RE 046)T-Pro: ingang-functie-uitgangFunctieTemperatuurschakelaarTemperatuurdifferentieregelingTemperatuurvoeler T2Temperatuurdifferentieregeling(Nr. RE 040 of Art. RE 046)Uitgang: T-Pro2.5 ServicemenuhoofdmenuServicehandbediening ?Hier kunnen alle uitgangen manueel geactiveerd worden.Voorbeeld: zonnepompAan:Uit:Auto:De zonnepomp blijft permanentgeactiveerd.De zonnepomp wordt uitgeschakeld.De regelaar regelt de zonneladingvolgens de instelling.De instellingen in handbediening zijn prioritair. Datbetekent dat de pomp of het ventiel geactiveerd kunnenworden, zelfs wanneer de functie in een ander menuuitgeschakeld of in storing is.OPGEPAST:De manuele activering (handbediening) mag enkelkortstondig en voor testen gebruikt worden. Eenlangdurige activering leidt tot beschadiging van deinstallatie of diens componenten, omdat deveiligheidsfuncties dan buiten werking zijn.taal kiezen:Deutsch/français/espanol/italianoHier kan de taal, Duits, Frans, Spaansof Italiaans, ingesteld worden.werkingsuren solairterugzetten ?Met deze functie kunnen de werkingsuren solair op nulgezet worden.basisinstellingterugzetten ?Wanneer “Basisinstelling terugzetten” met OK bevestigdwordt, wordt de regelaar in zijn oorspronkelijke toestandteruggezet. Hij neemt dan opnieuw de basiswaarden vande fabrieksinstelling aan.tijd instellen:12:34Hier kan de tijd ingesteld worden. Met „-" worden de urenen met „+" de minuten ingesteld.tijd Kalibreren-10 ...+10 min/maand2.6 Andere functiesOp de <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> kan via een businterface deafstandsbediening R-<strong>CONTROL</strong> (RE 400) aangesloten enbijvoorbeeld in de woonkamer geïnstalleerd worden. Metdie afstandsbediening kunnen alle temperaturen eninstellingen die in de <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> mogelijk zijn,gemonitord en ingegeven worden.Stand 05/2006Hier kan de tijd indien nodig naar een later tijdstipgekalibreerd worden.7


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>3 Storingen en functiecontroleIndien een temperatuurvoeler een defect (kortsluiting ofonderbreking) detecteert, reageert de regelaarovereenkomstig de in onderstaande tabel getoondeaanwijzingen.Bij alle storingen knippert het LCD-schermpje en de storingverschijnt op het display. Een onderbreking wordt bv. ophet display getoond doorkabelbreukaan voeler: 44 Aansluiting regelaarVoor de planning van de hydraulische schakeling van een<strong>Consolar</strong>-installatie moeten de regulatievoorstellen van dedesbetreffende technische documentatie gebruikt worden.4.1 Zonne- en T-Pro-regeling4.1.1 Overzicht van de functies:ZonneregelingT-Pro-regelingen een kortsluiting doorkortsluitingaan voeler: 4Enkel de functie die geactiveerd is, een storingsmelding eneen reactie op de storing volgen. D.w.z. dat wanneer deT-Pro niet geactiveerd is en er geen voeler aangesloten is,er geen storing getoond wordt, en er ook geen reactievolgt op het ontbreken van de voeler.Voelerstoring:CollectorvoelerBoilervoeler bovenaanBoilervoeler onderaanTemperatuurvoeler T1Temperatuurvoeler T2Reactie:Zonnepomp = uitZonnepomp = uitZonnepomp = uitT-Pro = uitT-Pro = uitIngang Instelling in het menu VoeleraansluitingnodigFunctie Plaats en voeleromschrijving KeuzevoelerF1 Basisfunctie ja Zonneregeling Absorberuitgang: collectorvoelerF2 Basisfunctie ja Zonneregeling Dompelhuls: boiler onderaanF3 Basisfunctie ja Begrenzing van deboilertemperatuurF4F5Optionele functie Volgens keuzefunctieOptionele functie Volgens keuzefunctieDompelhuls: boilervoeler bovenaanT-Pro-regelaar Positie naargelang gebruik: temperatuurvoeler 1T-Pro- regelaar Positie naargelang gebruik: temperatuurvoeler 28Stand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>UitgangInstelling in hetmenuFunctieUitgangsspanningA1 Basisfunctie Zonnepomp 230 VA2 Basisfunctie T-Pro 230 VST Basisfunctie T-Pro 0V*OPGEPAST!Het potentiaalvrije contact S1 (0V) mag niet onderspanning (110 V/230 V) gezet worden.KeuzeInstallatievarianten: Aanbevolen waarde: Instelling:Gelaagdheidsfunctie1)T-Pro-regelaarAanAfh. van installatieIngave solair: Aanbevolen waarde: Instelling:Differentie Solair6...12KToptemperatuur 2) 57...62 °CHysterese Top 2)Type collector 2) Naar speciaalmenu? 2)Interval pauze 2)Interval looptijd 2) Terug naar menuIngave Solair? 2)2 KBoiler max 90 °CCollector max 110°CAfh. van installatieSpeciale instellingSpeciale instellingSpeciale instellingT-Pro uit 1 Afh. van gebruikerT-Pro aan 2T-Pro uit 2T-Pro aan 3T-Pro uit 3 terug naar menuIngave T-Pro?Omkeren T-ProAfh. van gebruikerAfh. van gebruikerAfh. van gebruikerAfh. van gebruikerAfh. van installatieServicemenu: Aanbevolen waarde Instelling:App/SysTijd instellenTijd kalibreren Handbediening?Pomp collectorUitgang T-Pro Terug naarServicemenu?Taal kiezenWerkingsurenterugzetten?Basiswaardenterugzetten?Huidige tijd0,0 min/maandAutoAutoLandstaalNeenNeenOpmerkingen:1) Optimale instelling:zomer (mei-augustus): gelaagdheidsfunctie = aan,winter (september-april): gelaagdheidsfunctie = uit2) Enkel bij instelling gelaagdheidsfunctie = aan3) Enkel bij instelling T-Pro = aanIngave T-Pro 3) : Aanbevolen waarde: Instelling:T-Pro-voeler 2Afh. van installatieDifferentie T-ProAfh. van installatieHysterese T-ProAfh. van installatieTemperatuur T1 minAfh. van installatieTemperatuur T1 maxAfh. van installatieTemperatuur T2 minAfh. van installatieTemperatuur T2 maxAfh. van installatieLooptijd T-ProAfh. van installatieNalooptijd T-ProAfh. van installatieVertraging T-ProAfh. van installatieSchakelklok T-ProAfh. van installatieStand 05/2006 naarinstallateursmenu ?T-Pro aan 1Afh. van gebruiker9


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>4.1.2 Zonneregeling met temperatuur- en tijdgestuurdecirculatieVoorbeeld:De solaire installatie werkt met de gelaagdheidsregelingvan <strong>Consolar</strong>. De circulatie werkt in 3 verschillendetijdvensters binnen een ingesteld temperatuurbereik.Collector4.1.3 Zonneregeling met temperatuur- en tijdgestuurdeWW-bijverwarmingVoorbeeld:De solaire installatie werkt met de gelaagdheidsregelingvan <strong>Consolar</strong>. De WW-bijverwarming werkt in 3tijdvensters binnen een ingesteld temperatuurbereik.CollectorVerwarmingUitgang A2Uitgang A2UitgangA1UitgangA1Koud waterKetelIngave T-Pro 3) : Aanbevolen waarde: Instelling:T-Pro voeler 2NeenTemperatuur T1 min 40 °CTemperatuur T1 max 45 °CLooptijd T-ProNalooptijd T-ProVertraging T-ProSchakelklok T-Pro Naarinstallateursmenu?0 minuten0 minuten0 minutenJaT-Pro aan 1 6:00T-Pro uit 1 9:00T-Pro aan 2 11:30T-Pro uit 2 13:30T-Pro aan 3 17:00T-Pro uit 3 20:00 Terug naar menuIngang T-Pro?Omkeren T-ProNeen3) Enkel bij instelling T-Pro = aan10Voelers F3 en F4 kunnen bij COAX-boilers in eengemeenschappelijke dompelhuls voor bijverwarming vanwarm water gestoken worden.Ingave T-Pro 3) : Aanbevolen waarde: Instelling:T-Pro voeler 2NeenTemperatuur T1 min 45 °CTemperatuur T1 max 50 °CLooptijd T-ProNalooptijd T-ProVertraging T-ProSchakelklok T-Pro Naarinstallateursmenu ?0 minuten4 minuten0 minutenJaT-Pro aan 1 6:00T-Pro uit 1 9:00T-Pro aan 2 11:30T-Pro uit 2 13:30T-Pro aan 3 17:00T-Pro uit 3 20:00 Terug naar menuIngang T-Pro?Omkeren T-ProNeen3) Enkel bij instelling T-Pro = aanStand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>4.1.4 Zonneregeling met koelingVoorbeeld:De solaire installatie werkt met de gelaagdheidsregelingvan <strong>Consolar</strong>. De afkoeling van de boiler vanaf eenbepaalde boilertemperatuur kan bijvoorbeeld via eenverwarmingslichaam gebeuren.4.1.5 Zonneregeling met oost-westregelingVoorbeeld:De solaire installatie van <strong>Consolar</strong> werkt met oost-westcollectoren.De collectoren worden geregeld met eennormale temperatuurdifferentieregeling. Er iszonneopbrengst zolang één van de collectoren warmeris dan de onderste boilerzone.CollectorCollector 1Collector 2Uitgang A1Uitgang A1Uitgang A2Verwarm.lichUitgang A2Stand 05/2006Ingave T-Pro 3) : Aanbevolen waarde: Instelling:T-Pro voeler 2NeenTemperatuur T1min 80 °CTemperatuuriT1max 85 °CLooptijd T-ProNalooptijd T-ProVertraging T-ProSchakelklok T-Pro Terug naar menuIngang T-Pro?Omkeren T-Pro0 minuten0 minuten0 minutenNeenJa3) Enkel bij instelling T-Pro = aan11Installatievarianten: Aanbevolen waarde: Instelling:Gelaagdheidsfunctie AanT-Pro-regelaarAanIngave T-Pro 3) : Aanbevolen waarde Instelling:T-Pro voeler 2JaDifferentie T-Pro 6...12KHysterese T-Pro 2KTemperatuur T1 min 0Temperatuur T1 max 110°CTemperatuur T2 min 0Temperatuur T2 max 90 °CLooptijd T-Pro0 minutenNalooptijd T-Pro 0 minutenVertraging T-Pro 0 minutenSchakelklok T-Pro NeenOmkeren T-Pro Neen3) Enkel bij instelling T-Pro = aan


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>4.1.6 Zonneregeling met terugloopsysteemVoorbeeld:De solaire installatie werkt met de gelaagdheidsregelingvan <strong>Consolar</strong>. Wanneer de boiler warmer is dan deverwarmingsterugloop, wordt de opgeslagen zonneenergiegebruikt voor verwarmingsondersteuning.4.1.7 <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> met afstandsbedieningVoorbeeld:Op de <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong> kan via de businterface eenafstandsbediening (RE 400) aangesloten worden.Daarmee kunnen in de woonkamer de temperaturen vande solaire installatie gemonitord en de instellingeningegeven worden.Collector 1VloerverwarmingCollectorUitgang A1Uitgang A1WW-bijverwarming vanexterne regelaarBusverbindingGeen strroom = toeUitgang A2KetelOPMERKINGHet terugloopsysteem moet bij WW-bijverwarminggedeactiveerd worden.Ingave T-Pro 3) : Aanbevolen waarde: Instelling:T-Pro voeler 2 JaDifferentie T-ProHysterese T-Pro4K2KTemperatuur T1 0TemperatuuriT1 90 °CTemperatuur T2 0TemperatuuriT2 90 °CLooptijd T-ProNalooptijd T-ProVertraging T-ProSchakelklok T-ProOmkeren T-Pro0 minuten0 minuten0 minutenNeenNeen3) Enkel bij instelling T-Pro = aan12Stand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>Stand 05/20065 Tabel voor de instelling vanhet type collector5.1 Vlakke collectorenType collector Fabrikant InstellingAE-21 AET 1AE-26 AET 1AE-32 AET 1STU ARCON 1STU-V ARCON 1ST ARCON 1S-250 ARCON 1S-350 ARCON 1Integral Holz Arge 1Solar-Light K208 Buderus 1K 208-1S Buderus 1K 208-FS Buderus 1K 208-FW Buderus 1PLANO 26 <strong>Consolar</strong> 1C2S Christeva 1FK LUX 2000 Dornier-Prinz 1Stern G324 F-V ECO/SUN 1Stern G324-F-H ECO/SUN 1ECO/SUN light-XS ECO/SUN 1ES-II-V ECO/SUN 2ES-II-VK ECO/SUN 2EKS 2000 HOCH ECON 1EKS 2000 QUER ECON 2EKS <strong>300</strong>0 HOCH ECON 1EKS <strong>300</strong>0 QUER ECON 1FSK1 Georg Fischer 2FSK2 Georg Fischer 2Praktisol 2000 Hess 1W802001 Ikarus Solar 2solector BM 116 KBB Kollektorbau 1low flow KBB Kollektorbau 1SES Müller Energietechnik 1Variosol Nau 1Variosun Nau 2ps2170 Pro Solar 2Solar 350 Paradigma 1Solar 500 Paradigma 1Solar 750 Paradigma 1RESYS 202-E-Niox RES 1RESYS 203-N-Niox RES 1Rotrand-Kollektor R&R Wärmetechnik 1SKS/2.1 Solar Diamant 1SUWU Solar Diamant 1D1 Solar-Energie-Technik 1D2 Solar-Energie-Technik 1A1 Solar-Energie-Technik 113A2 Solar-Energie-Technik 1AmablueSolar ProjektF35 Solvis 1F50 Solvis 1F50 TI-Int. Solvis 1F60 Solvis 1F60 TI-Int. Solvis 1F75 Solvis 1F75 TI-Int. Solvis 1SK500 Sonnenkraft 1SK 500N Sonnenkraft 1SKIDK Sonnenkraft 2Großflächenkollektor/ 6, 8, 10 und 12 qmSonnenkraft 2SOL1 70A Stiebel Eltron 2LSC-D Sunset 1LSC-E Sunset 1LSC-F Sunset 2SEF02 Thermisol 1SEF04 Thermisol 1SEF06 Thermisol 1SEF08 Thermisol 1SEF10 Thermisol 1SEF12 Thermisol 1SEFS Thermisol 1Calor Sol Viessmann 1Typ LB 5,0 Wagner 1Typ LB 6,4 Wagner 1Typ LB 7,6 Wagner 1Typ SB 5,1 W Wagner 1Typ SB 7,7 W Wagner 1Typ SB 10,3 W Wagner 1EuroC18 Wagner 1WISO 2/2 Wittigsthal 1De gegevens zijn geldig voor een debiet tussen 20...30 l/m 2 u.5.2 VacüumcollectorenType collector Fabrikant InstellingSLU-120/12 AMK 1SLU-120/50 H AMK 3Sunlight Austria Email 1TUBO 12 CPC <strong>Consolar</strong> 1LUX 2000 Dornier-Prinz 2Astron 20 Elco Klöckner 1Astron 30 Elco Klöckner 1SK6 Microtherm 1CPC14 Paradigma 1CPC21 Paradigma 1Shiroki Solarway 1SOL 200 A Stiebel Eltron 2SOL <strong>300</strong> A Stiebel Eltron 2Mazdon TMA Thermomax 1TuboSol Viessmann 2DuoSol H20 Viessmann 1De gegevens zijn geldig voor een debiet tussen 20...30 l/m 2 u.


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>6 Technische gegevensBasisapparaat:Kunststofbehuizing, 200 x 120 x 60 mmType beveiliging: IP 65Bedrijfsspanning:Verbruik:230 V± 10%, 50... 60 Hzmax. 5 VAOntstoord volgens:EMV-richtlijnLaagspanningsrichtlijn: EN 61010-1, EN 50081-1, EN55022, 50082 - 1, IEC 1000-4-2/4-4/4-11ENV 50140/ENV 50141 /ENV 50142Schakelcontacten/Relais:Beveiliging van de uitgangen:A1 ...A2: 230 V / 2 A-relaisS1 potentiaalvrije relais (geen spanning, NO-contact)Alle uitgangen gemeenschappelijk beveiligd met smeltzekering van 3,15 A mT.Bediening:Servicemenu:Vanuit menuAlle uitgangen kunnen manueel geactiveerd worden (A2 en S1 altijd parallel).Tonen meetbereik: -30 °C ... 230 °CNauwkeurigheid:± 1K (tussen 0 ... 100°C)Temperatuurvoeler PT 1000 (alle voelers):-30 °C ... 180 °C, kortstondig tot 250 °C (collectorvoeler)-30 °C ... 100 °C (boilervoeler, collector)Temp. in °C -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110R in Ohm 960 1000 1039 1078 1117 1155 1194 1232 1271 1309 1347 1385 1423Werkingstemperatuur regelaar:0°C…40°C7 Problemen en oplossingenProbleem: Oorzaak: Oplossing:Het display knippert en erwordt een voelerstoringgetoond.Voeler is onderbroken of in kortsluiting.Regelaar is fout ingesteld.Bevestiging van de voeler controleren enindien nodig de voeler vervangen.Controleren of een functie geactiveerd is,terwijl er geen voeleraansluiting is. Indiennodig, functie deactiveren.Zonnepomp draait niet.Zonnepomp is defect of fout aangesloten.Aansluiting controleren en indien nodig pompvervangen.De regelaar activeert de pomp niet, hoeweler energie zou kunnen opgeladen worden.Dit betekent niet altijd een storing! ZieTechnische Documentatie, pagina 4, onder“Functies voor de werking van de solaireinstallatie (Ingave Solair)”!Pomp of ventiel (T-Proregelaar)worden nietgeactiveerd.Regelaar is fout ingesteld.Temperatuurvoeler, pomp of ventiel isdefect.De regelaar activeert de uitgang pas nadateen nieuw schakelinterval bereikt werd.14Waarden en tijdsinstellingen controleren en,indien nodig, instellingen corrigeren.Temperatuurvoeler, pomp of ventielvervangen.Afwachten tot het schakelinterval bereikt is.Om te testen, kan de tijdsklok verzet worden.Stand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>8 AlgemeneMontagerichtlijnen8.1 VeiligheidsrichtlijnLees aandachtig volgende richtlijnen voor montage eninwerkingstelling door alvorens uw apparaat in gebruik tenemen. Daardoor vermijdt u schade aan uw installatie diedoor onvakkundig gebruik kan ontstaan. Alle werkenmoeten volgens de overeenkomstige plaatselijke en VDErichtlijnenuitgevoerd worden door daartoe gerechtigdvakpersoneel.9MontageDe montage mag enkel in binnenruimtes gebeuren. Na hetlosmaken van de schroeven (1) kan het bovenste gedeeltevan de behuizing (2) weggenomen worden.OPGEPAST:Het bovenste gedeelte van de behuizing nooit afnemenbij netspanning!Het onderste deel van de behuizing (3) kan met behulpvan boringen aan een binnenmuur bevestigd worden.Daarna kan de elektrische aansluiting uitgevoerd worden.8.2 Instelling van de installatievariantOm foutieve schakelingen bij de inwerkingstelling tevermijden, moeten de aansluitingen in volgende volgordeuitgevoerd worden:Voelers en netaansluiting aansluitenGewenste installatievariant instellenNetspanning onderbreken en uitgangen aansluitenAfbeelding1: behuizing <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>Stand 05/200615


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>10 Elektrische AansluitingHet apparaat moet gevoed worden met een externenetspanning van 230 V ± 10 % (50-60 Hz). De aansluitinggebeurt volgens afbeelding 2 (schema netaansluiting).OPGEPAST:Het potentiaalvrije contact S1 (0V) mag niet onderspanning (bv. 110 V / 230 V) gezet worden.De PT 1000-temperatuurvoelers worden aan volgendeklemmen aangesloten:L1 - fase(zwart)N -nulgeleider(blauw) -PE - aarde(geel-groen)T-Pro voeler 2T-Pro voeler 1Boilervoeler bovenaanBoilervoeler onderaanCollectorvoelerAfbeelding 2: schema netaansluiting230 V ~50/60 HzDe verbruikersuitgangen kunnen aan volgende klemmenaangesloten worden:Afbeelding 4: schema aansluiting analoge ingangenOPMERKING:De aansluitingen van de in- en uitgangen wordenuitgevoerd volgens “Aansluiting regelaar” in deTechnische Documentatie.Zonnepomp230 VT-Pro 230 VT-Pro(potentiaalvrij)Afbeelding 3: schema aansluiting uitgangenUitgangen 1 (zonnepomp) en 2 (T-Pro-regelaar) zijntelkens 230 V-uitgangen.Uitgang S1 (T-regelaar) is een potentiaalvrij contact.16Stand 05/2006


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>11 TemperatuurvoelersDe voelers kunnen verlengd worden. Bij zeer langeaansluitingsleidingen verhoogt echter, in sommigegevallen, de gevoeligheid voor storingen.Voorbeeld van maximumlengte voor kabels:Voeler Kabel Lengte totPT1000 2 x 0,75 mm 25 mDe polariteit van de voeleraansluitingen is willekeurig. Ombeschadiging van de collectorvoeler door blikseminslag tevermijden, wordt de installatie van eenoverspanningsbeveiliging (Art.-Nr. RE500) aanbevolen.OPMERKING IVM VDE-RICHTLIJN:De betreffende plaatselijke en VDE-richtlijnen moeten inacht genomen worden. De voelerkabels zijnlaagspanningskabels en mogen niet met kabels vanmeer dan 50 V door eenzelfde kabelbaan lopen.De voeler moet indien mogelijk aan de laatsteabsorberplaat bevestigd worden, zodat hij ook aan dezonnestraling blootgesteld is. Een foutieve positioneringvan de collectorvoeler kan tot onnauwkeurigetemperatuurmetingen in de collector en daardoor tot eenfoutieve werking van de regelaar leiden.Indien een dompelhuls gebruikt wordt, moet er gezorgdworden voor een goed contact van de voeler in dedompelhuls. In de meeste gevallen is het gebruik vanwarmtegeleidende pasta raadzaam.OPMERKING IVM DE PLAATS VAN DE COLLECTORVOELER:De collectorvoeler mag in geen geval buiten decollector bevestigd worden.12 InwerkingstellingWanneer het apparaat onder spanning staat, wordt op hetdisplay onder Temperatuurwaarden de gekozentemperatuur getoond.Om te controleren of de aangesloten uitgangen foutlooswerken, worden in het Servicemenu onder Handbedieningde afzonderlijke uitgangen naargelang deinstallatievariant op AAN ingesteld. De controlelampjesmoeten oplichten en de pomp draaien of het ventielgeactiveerd worden.Na de test moeten de schakelaars op AUTO gezetworden.OPGEPAST:De manuele activering (handbediening) mag enkelkortstondig en voor testdoeleinden gebruikt worden.Een langdurige activering leidt tot beschadiging van deinstallatie of diens componenten, omdat deveiligheidsfuncties dan uitgeschakeld zijn.Stand 05/200617


TDMA <strong>CONTROL</strong> <strong>300</strong>OPMERKING:De in de Technische Documentatie getoonde gegevensen richtlijnen zijn niet noodzakelijk volledig envervangen geen vakkundige planning. Aanpassingenen vergissingen voorbehouden.Technik-Hotline:0700-CONSOLAR(0700-26676527)normaal telefoontarief<strong>Consolar</strong> SolareEnergiesysteme GmbHUnternehmensbereichSolare HeizungssystemeStrubbergstraße 70D - 60489 FrankfurtFon: 069-7409328-0Fax: 069-7409328-50info@consolar.comwww.consolar.com<strong>Consolar</strong> Belgium16, Rue de la BargeB - 4000 LiègeTél: 04-234 74 74Fax:04-234 16 59info@consolar.bewww.consolar.be<strong>Consolar</strong>-producten en –advies verkrijgbaar bij:Stand 05/2006 , uitgezonderd aanpassingen en vergissingen.18Stand 05/2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!